, XV,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download ", XV,"

Transcriptie

1 Vragen over de brief betreffende de vervolgactiviteiten naar aanleiding van het onderzoeksrapport van de Arbeidsinspectie Werknemers met een brutoloon op en onder het wettelijk minimumloon (Kamerstukken , XV, nr. 15) 1. Zijn in de schattingen van werknemers met een loon onder het wettelijk minimumloon ook de illegale en/of zwartwerkende werknemers meegenomen? Zo niet, welke cijfers zijn hierover bekend? Voor het onderzoek Werknemers met een brutoloon op en onder het wettelijk minimumloon in 2001 is gebruik gemaakt van de gegevensbestanden van het Arbeidsvoorwaardenonderzoek van de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Doel van het Arbeidsvoorwaardenonderzoek is het verschaffen van representatieve informatie over de feitelijke ontwikkeling van de brutolonen en andere op geld waardeerbare arbeidsvoorwaarden van werknemers in het bedrijfsleven en bij de overheid. In het kader van het onderzoek naar de toepassing van het wettelijk minimumloon is de steekproef van het arbeidsvoorwaardenonderzoek van circa bedrijven uitgebreid naar een steekproef van bedrijven waarin in totaal werknemers werkzaam zijn. Voor ruim werknemers is aan de hand van de salarisadministratie nagegaan of op het peilmoment in oktober 2001 de bruto-beloning onder, boven of op het niveau van het wettelijk minimumloon lag. Doordat voor het onderzoek gebruik is gemaakt van de salarisadministratie van de bedrijven uit de steekproef zijn geen gegevens verzameld over illegale en/of zwartwerkende werknemers. Cijfers omtrent de mogelijke onderbetaling van illegale en/of zwartwerkende werknemers zijn overigens niet bekend. 2. In hoeverre wordt de aangekondigde campagne ook gericht op de groep illegale en/of zwartwerkende werknemers? Naar aanleiding van het onderzoek naar de toepassing van het wettelijk minimumloon in het Nederlandse bedrijfsleven is een aantal vervolgactiviteiten op het terrein van voorlichting ondernomen. Omdat uit het onderzoek is gebleken dat onderbetaalde werknemers vooral in deeltijd werkende vrouwen en jongeren zijn, werkzaam in de sectoren Detailhandel, Horeca en Landbouw wordt met name gewerkt aan de verbetering van de voorlichting over het minimumloon in deze sectoren. Ook de algemene voorlichtingsinformatie, weergegeven op de website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is grondig aangepakt. Hoewel de campagne zich daarmee niet specifiek op illegale en/of zwartwerkende werknemers richt, kunnen ook zij kennis nemen van de informatie over het minimumloon. 3. Is het bekend of met de media, zoals internet en vakbladen, ook daadwerkelijk de aangegeven doelgroep van werknemers met loon onder het wettelijk minimumloon bereikt wordt? Zo neen, hoe zal worden bewerkstelligd dat naast de betreffende werkgevers ook juist de werknemers worden bereikt? Wat betreft het internet kan het volgende worden opgemerkt. In algemene zin blijkt uit cijfers dat het internetloket van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een zeer behoorlijk bereik heeft onder werknemers. In het afgelopen jaar is het aantal maandelijkse bezoekerssessies van het SZW-loket gestegen van ruim in januari 2003 naar in januari Onderzoek wijst uit dat 75 % van het bezoek bestaat uit werknemers en werkzoekenden. De rubriek Inkomen en daarbinnen het thema Minimumloon behoren regelmatig tot de meest opgevraagde pagina s. SZW attendeert 2 keer per jaar specifiek op (de tarieven van) het minimumloon en verwijst daarbij naar de informatie op internet. Attendering vindt plaats door free publicity in huis-aan-huisbladen en advertenties in dagbladen en op veelbezochte sites. 1

2 Het onderwerp Minimum(jeugd)loon wordt eveneens uitgebreid toegelicht op het Jongerenloket van SZW. Dit loket kent maandelijks zo n bezoekers. Ook op deze site is minimumloon een veel geraadpleegd onderwerp. Daarnaast kent de gratis Informatietelefoon van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aparte minimumloonlijn. Deze lijn wordt zo n 500 keer per maand gebeld en kent een piek in het aantal telefoontjes voorafgaand aan vakantieperiodes. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat de bellers veelal werknemers en werkzoekenden zijn en met name voorafgaand aan vakantieperiodes jongeren. De meeste vragen aan de informatietelefoon of per zijn informerend en vaak voorafgaand aan een sollicitatie. Naast de algemene voorlichting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt via artikelen in vakbladen van werkgevers- en werknemersorganisaties voorlichting gegeven over het wettelijk minimumloon met name in die sectoren waarvan is gebleken dat relatief vaak onderbetaling plaatsvindt. Het streven is om ook via artikelen in tijdschriften een zo groot mogelijk deel van de onderbetaalde werknemers te bereiken. Ervaringen hiermee, bijvoorbeeld wat betreft voorlichting over de wetgeving op het terrein van gelijke behandeling, zijn zeer positief. Als laatste wordt aansluiting gezocht bij de Loonwijzer. De Loonwijzer is een website met een uitgebreide enquête via het internet, waarbij werknemers o.a. hun salaris kunnen vergelijken met collega s met vergelijkbare kenmerken. Als blijkt dat er mogelijk sprake is van betaling onder het minimumloon kunnen werknemers hierop gewezen worden. Momenteel wordt overleg gevoerd op welke wijze vragen over het minimumloon in de Loonwijzer geïntegreerd kunnen worden. Geconcludeerd kan worden dat vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verschillende wegen worden bewandeld om het wettelijk minimumloon, en het belang van een correcte betaling ervan, onder de aandacht van werknemers te brengen. 4. Welke rol speelt de Arbeidsinspectie bij de handhaving van het wettelijk minimumloon? In de praktijk onderneemt de Arbeidsinspectie actie naar aanleiding van een klacht van een werknemer waarna in eerste instantie de werkgever schriftelijk in kennis wordt gesteld van eventuele tekortkomingen. Indien bij herhalingsonderzoek blijkt dat onderbetaling nog steeds plaatsvindt, worden ook de overige betrokkenen (de werknemers van het betreffende bedrijf, de ondernemingsraad en de betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties) geïnformeerd. Blijft de werkgever onderbetalen, dan kan vervolgens door de werknemer een gerechtelijke procedure worden aangespannen tegen de werkgever. 5. Kan worden uitgesloten dat het CWI vacatures onder het wettelijk minimumloon aanbiedt? Het CWI biedt op twee manieren vacatures aan. Ten eerste kunnen werkgevers zelf vacatures aanmelden bij CWI met het verzoek aan het CWI om een geschikte kandidaat te vinden voor de vacature of daarbij anderszins als intermediair op te treden. In dat geval is het aan CWI om ervoor zorg te dragen dat via de aangeboden functies ten minste het wettelijk minimumloon verdiend kan worden. De adviseurs werk en inkomen gaan na of bij de aangeboden vacatures niet onder het wettelijk minimumloon wordt betaald. Ten tweede komen vacatures binnen via een vacaturebank (via Deze vacaturebank wordt deels gevuld met vacatures die werkgevers zelf plaatsen en deels met vacatures aangeleverd door derden (zoals kranten, mobiliteitsbank van de overheid). De 2

3 inname van vacatures via geschiedt grotendeels automatisch, zonder tussenkomst van een adviseur van CWI. Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de werkgever, die vacatures aanmeldt bij CWI, om aan werkzoekenden tenminste het wettelijk minimumloon te betalen. De rol van CWI is ten aanzien van de vacaturebank veelal beperkt tot het bieden van een platform waarop werkgevers en werkzoekenden elkaar kunnen vinden. CWI wordt in dit geval niet beschouwd als arbeidsbemiddelaar. Daarmee kan niet worden uitgesloten dat via vacatures worden aangeboden onder het wettelijk minimumloon. Wel is op de website uitgebreide informatie opgenomen over de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. 6. Op welk moment wordt de Kamer geïnformeerd over de resultaten van de inspanningen van de regering op dit gebied? Naar aanleiding van het onderzoek Werknemers met een brutoloon op en onder het wettelijk minimumloon in 2001 zijn verschillende vervolgactiviteiten in gang gezet. Bij brief van 28 november 2003 (kenmerk AV/IR/2003/90474) is de Tweede Kamer op de hoogte gebracht van de stand van zaken van deze vervolgactiviteiten. De huidige stand van zaken komt aan de orde bij de beantwoording van de vragen 12 en 13. In 2006 zal het volgende onderzoek naar de toepassing van het wettelijk minimumloon in het Nederlandse bedrijfsleven verschijnen, waarvoor in het najaar van 2004 gegevens zullen worden verzameld. Daarmee zal over twee jaar blijken of de inspanningen van de regering op dit gebied het gewenste resultaat hebben opgeleverd, namelijk terugdringing van het aantal onderbetaalde werknemers. 7. Is de regering bereid streefcijfers af te spreken met de sociale partners over het terugdringen van de onderbetaling bij sommige sectoren? Hoe en welke? In eerste instantie is gekozen voor een traject waarbij via voorlichting wordt gestreefd om onderbetaling tegen te gaan. Naast het verbeteren van de algemene voorlichting over de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, zijn de sectoren waarin relatief vaak wordt onderbetaald (Horeca, Detailhandel en Landbouw) gericht benaderd met de vraag of zij willen meewerken aan de verbetering van de voorlichting over het minimumloon. Op dit verzoek is positief gereageerd: volgens werkgevers- en werknemersorganisaties binnen deze sectoren staat het buiten discussie dat werknemers recht hebben op het wettelijk minimumloon en is men bereid mee te werken aan het terugdringen van het aantal onderbetaalden. Hieruit volgt dat het afspreken van streefcijfers met sociale partners niet noodzakelijk is: zowel de overheid als sociale partners streven naar het volledig tegengaan van onderbetaling. De middelen die daarvoor worden ingezet zijn voorlichting en monitoring. 8. Is overwogen om per sector een suppletiefonds ten laste van de werkgevers in te stellen om onderbetaalde werknemers te compenseren en de kosten te verhalen? Een suppletiefonds per sector om onderbetaalde werknemers te compenseren is niet overwogen. Dit hangt samen met het feit dat de bepalingen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag civielrechtelijk van aard zijn. Waar werknemers worden onderbetaald kunnen zij kiezen: ofwel rechtstreeks een civiele procedure aanspannen tegen de werkgever, ofwel eerst een klacht indienen bij de Arbeidsinspectie en bij blijvende onderbetaling alsnog een civiele procedure tegen de werkgever aanspannen. 3

4 9. Zal een vereenvoudiging van het begrip minimumloon niet tot een betere naleving van het minimumloon leiden, aangezien de belangrijkste redenen voor onderbetaling het niet toepassen van de periodieke verhoging van het minimumloon of het uitgaan van een onjuiste normale arbeidsduur zijn? Kan hier meer inzicht in worden gegeven? Zie beantwoording vragen 10 en Wat zijn de uitkomsten van het overleg met de Stichting van de Arbeid over de mogelijkheden om het loonbegrip te vereenvoudigen? Is dit overleg gevoerd? Zo ja, wanneer zal de Kamer hierover worden ingelicht? Zo neen, zal dit overleg binnenkort plaatsvinden? Van de uitkomsten van het overleg met de Stichting van de Arbeid over de mogelijkheden om het loonbegrip te vereenvoudigen is de Tweede Kamer bij brief van 3 maart 2004 (kenmerk ASEA/LIV/2004/9323) op de hoogte gesteld. Zoals mede uit de bijgevoegde brief van VNO-NCW blijkt, bestaat binnen de Stichting van de Arbeid geen gezamenlijke opvatting over de wenselijkheid van nader onderzoek naar de diverse aspecten van een minimumuurloonsystematiek. Meer specifiek is door werknemersvertegenwoordigers aangegeven dat geen behoefte bestaat aan wijziging van de huidige systematiek van het wettelijk minimumloon door middel van de introductie van een bruto minimumuurloon. Werkgevers gaven aan bereid te zijn tot een discussie over het minimum(uur)loon op basis van een concreet voorstel van de kant van het kabinet maar niet zelf hiertoe het initiatief te nemen. Daarnaast is in de brief aangegeven dat de aanspraak op het wettelijk minimumloon is geconstrueerd rond het begrip normale arbeidsduur. Doordat de normale arbeidsduur per branche sterk wisselt, betekent het overstappen op een bruto minimumuurloon dat allereerst bekeken moet worden welke normale arbeidsduur als basis moet dienen. Het kiezen voor de laagste arbeidsduur die voorkomt, behelst een stijging van de loonkosten op minimumniveau voor de bedrijven die een langere arbeidsduur hebben. Voor het verschil tussen 36 en 40 uur bedraagt dit al meer dan 10%. Indien gekozen wordt om aansluiting te zoeken bij een gemiddeld voorkomende arbeidsduur of de langst voorkomende arbeidsduur, zal het voor een ieder met een minder lange normale arbeidsduur niet langer mogelijk zijn om met een volledige werkweek een inkomensniveau op het sociaal minimum te realiseren. Consequentie hiervan is dat mensen aanvullend beroep moeten doen op de bijstand. Gelet hierop acht het kabinet invoering van een bruto minimumuurloon niet goed mogelijk. 11. Zal een verlaging van de frequentie van de aanpassing van het minimumloon van twee maal per jaar naar één maal per jaar tot een betere handhaving van het wettelijk minimumloon leiden? Kan de minister hier uitgebreid op ingaan? In het onderzoek van de Arbeidsinspectie (met als peilmoment 1 oktober 2001) is bij de bedrijven met onderbetaalde werknemers nagegaan wat de redenen van onderbetaling waren. In 4 % van de gevallen is de loonsverhoging van 1 januari 2001 niet toegekend en in 12 % van de gevallen de loonsverhoging van 1 juli Uit het onderzoek blijkt daarmee dat de halfjaarlijkse verhoging van het minimumloon, voortvloeiend uit de Wet koppeling met afwijkingsmogelijkheid, nadelig uitwerkt op de naleving van het minimumloon. De komende jaren zal dit verschijnsel zich echter niet voordoen. De uitkomst van het afgelopen najaar gesloten sociaal akkoord leidt ertoe dat het minimumloon in 2004 en 2005 bruto wordt bevroren. Werkgevers en werknemers worden daarmee de komende tijd niet geconfronteerd met een aanpassing van de hoogte van het minimumloon. Vanaf 2006 vindt weer volledige koppeling plaats. Waar vanaf 2006 de hoogte van het minimumloon weer wordt aangepast, zal vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hierover uitgebreid worden voorgelicht. 4

5 Op deze wijze wordt getracht werkgevers bewust te maken van de halfjaarlijkse aanpassing van het minimumloon. Bij eventuele toekomstige wetswijziging zal de wenselijkheid de frequentie van de aanpassing te verminderen nader worden bezien. 12. Hebben sectoren waar de meeste onderbetaalde werknemers zitten al artikelen gepubliceerd waarin ze voorlichting geven over het wettelijk minimumloon? Zo neen, kan preciezer worden aangegeven wanneer deze sectoren dit van plan zijn? Vanuit de sectoren Detailhandel, Horeca en Landbouw zijn reacties op het onderzoek naar de toepassing van het wettelijk minimumloon binnengekomen. Aan diverse organisaties gericht op deze sectoren is vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een artikel aangeboden, waarin voorlichting over het minimumloon wordt gegeven. De huidige stand van zaken is dat Koninklijk Horeca Nederland inmiddels een artikel heeft gepubliceerd en dat LTO Nederland en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel in mei een artikel gaan publiceren. Daarnaast is een aantal andere organisaties benaderd, welke interesse in een artikel hebben getoond (bijvoorbeeld FNV Horecabond, FNV Vrouwenbond, MKB Nederland en FNV Bondgenoten). Het streven is om in mei of juni de artikelen gepubliceerd te krijgen. 13. Kan uitleg worden gegeven over de mogelijkheden die besproken zijn met de MKBadviseurs om de naleving van het minimumloon onder de aandacht te brengen bij klein(ere) werkgevers? Op verschillende manieren wordt met MKB samengewerkt om de naleving van het wettelijk minimumloon onder de aandacht te brengen van kleine(re) werkgevers. In de quick scan die door MKB Adviseurs wordt gebruikt bij onderzoeken naar de arbeidsvoorwaarden bij bedrijven zijn inmiddels vragen opgenomen over de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Daarnaast wordt in een nieuwsbrief voor ondernemers een artikel over het minimumloon opgenomen. Verder is met MKB Cursus en Training afgesproken dat de informatie over het minimumloon in het cursusmateriaal voor ondernemers zal worden uitgebreid. Als laatste is overleg gevoerd met het Servicepunt MKB. Momenteel wordt nagegaan op welke wijze voorlichting over het minimumloon kan worden gegeven via de website van het Servicepunt MKB of op andere manieren. 14. Wat zijn de effecten van de vervolgactiviteiten op de naleving van het wettelijk minimumloon? Het streven is om met de vervolgactiviteiten onderbetaling zo veel mogelijk terug te dringen. Op dit moment kunnen de effecten van de vervolgactiviteiten nog niet worden ingeschat. Het volgende onderzoek naar de toepassing van het wettelijk minimumloon in Nederland zal in 2006 verschijnen. Uit de resultaten van het volgende onderzoek zal blijken of de vervolgactiviteiten effect hebben gesorteerd. 5

6 Vragen over de brief inzake de bijzondere aanpassing van de Wet minimumloon (SZW ) Vraag 15 De wettelijke verplichting om over de bijzondere aanpassing van het minimumloon advies te vragen aan de SER is in 1995 vervallen. Dat was voor de regering geen reden om in 1996 en in 1999 de SER toch om advies te vragen. Waarom was die reden er dit keer niet? Vraag 16 Is de minister bereid dat advies alsnog te vragen en aan de Kamer te sturen? (blz. 1) Antwoord vraag 15 en 16 Zoals al is opgemerkt in vraag 15 bestaat er geen wettelijke verplichting om advies aan de SER te vragen over de wenselijkheid van een bijzondere aanpassing van het minimumloon. De uitkomst van de in de brief aan de Tweede Kamer opgenomen evaluatie geeft het kabinet eveneens geen aanleiding een dergelijk advies te vragen. Vraag 17 Kan een overzicht worden gegeven van de ontwikkeling van wettelijk minimumloon, gewogen contractlonen en verdiende lonen over de periode en over de periode in procenten en in euro s? (blz. 2) Tabel 1 geeft een overzicht van de ontwikkeling van WML en de gewogen contractlonen. Hierin is aangesloten bij de tijdsindeling zoals die bij eerdere evaluaties is gehanteerd. Tabel 1 heeft derhalve betrekking op de periode t/m 2002, zijnde het eind van de laatste evaluatieperiode. Het tweede deel van de tabel geeft de mutatie in euro s. Aangezien de gewogen contractloonstijging (evenals de verdiende lonen) niet betrekking heeft op een bepaald salarisniveau kan geen mutatie in euro s worden gegeven. Tabel 1 Ontwikkeling van WML en gewogen contractlonen in procenten en niveaus /1/1984 1/1/1995 1/1/2002 WML 32,5% 21,7% WML 901,98 981, ,80 Gewogen contractlonen 52,5% 23,7% Bron: Ministerie van SZW. Met betrekking tot de verdiende lonen geldt dat geen vergelijkbare consistente reeks over de hele periode beschikbaar is. De meest recente reeks van het CBS heeft betrekking op de periode 1997 t/m 2001, waarin sprake is van een stijging van de verdiende lonen met 18,9 procent. In het SER-advies Bijzondere aanpassing minimumloon 1 is door het CPB als een indicatie de optelsom van contractloon met incidenteel loon in de marktsector benut. In dit incidenteel komen echter alle looncomponenten niet zijnde contractloonontwikkeling tot uitdrukking. Ook wijzigingen in de samenstelling van de beroepsbevolking, meetfouten enzovoort. Vraag 18 Hoeveel is de koopkrachtontwikkeling in euro s voor de in tabel 2 onderscheiden inkomensgroepen in de jaren 1999 tot en met 2002? (blz. 2) 1 SER, Bijzondere aanpassing minimumloon, publicatienummer 11, Den Haag, 17 september 1999, p

7 Vraag 19 Kan een overzicht worden gegeven van de koopkrachtontwikkeling in de periode , in euro s, inclusief gemiddeld incidenteel, van enkele veelvoorkomende huishoudens: een huishouden met één minimumloon, een huishouden met één AOW-uitkering, een huishouden met één modaal inkomen, een huishouden met twee modale inkomens en een huishouden met een tweemaal modaal en een modaal inkomen? (blz. 2) Vraag 22 Kan Figuur 2 (koopkrachtontwikkeling sociaal minimum, AOW, WML, Modaal en 2x Modaal ) ook worden gepresenteerd in euro s? (blz. 3). Antwoord vraag 18, 19 en 22 Ter indicatie geeft tabel 2 de met tabel 2 van de evaluatie overeenstemmende mutaties in euro s, zowel per jaar als gemiddelde totale mutatie over de periode Het betreft hier de nominale bedragen die corresponderen met de ontwikkeling van het besteedbaar inkomen. Tabel 2: Nominale ontwikkeling van het besteedbaar inkomen exclusief incidenteel (euro s) gemiddeld over Minimumloon (alleenstaande) modaal (alleenstaande) x modaal (alleenstaande) sociaal minimum (alleenstaande) AOW (alleenstaande) Noot: Opgemerkt zij dat in de bovenstaande presentatie geen rekening wordt gehouden met het effect van inflatie. Koopkrachtmutaties worden gebruikelijk in procenten van het besteedbaar inkomen weergegeven. De achtergrond hiervan is dat daardoor de relatieve omvang van het effect helder is. Presentatie in euro s maakt het moeilijk om ontwikkelingen in de tijd te volgen. Een voorbeeld: 30 euro in jaar t is vanwege inflatie minder waard dan in jaar t-1. Om mutaties over verschillende jaren vergelijkbaar te houden moeten cijfers worden gebruikt die gecorrigeerd zijn voor prijsveranderingen. Dit kan door de mutatie aan te geven in percentages (deze zijn zonder verdere omrekeningen te vergelijken). Daarnaast is een weergave van koopkrachtveranderingen in euro s minder bruikbaar omdat deze geen inzicht geeft in het verschillende effect dat een absolute koopkrachtverandering heeft voor huishoudens met verschillende inkomenshoogtes. In het antwoord op vraag 29 wordt aangegeven dat de incidentele loonontwikkeling slechts bij benadering en met vertraging is vast te stellen. Daarom is een eenduidige verwerking in het koopkrachtbeeld niet mogelijk. Meer in het algemeen geldt dat in de reguliere koopkrachtoverzichten rekening wordt gehouden met regelingen die voor alle inkomensgroepen gelden, zoals de belasting- en premietarieven en de gemiddelde ontwikkeling van lonen, prijzen en uitkeringen. Niet-standaard inkomensbestanddelen zoals de huursubsidie, gemeentelijke regelingen en spaarloon worden niet in de reguliere berekeningen meegenomen vanwege de vaak beperkte invloed op de koopkrachtmutatie en de grote spreiding van de effecten. 7

8 Vraag 20 Is het inkomen dat niet nodig is voor een minimum aan vaste kosten, reserveringskosten en huishoudelijke uitgaven van mensen met een minimumuitkering toe- of afgenomen? (blz. 2). De definitie van vaste kosten, reserveringskosten en huishoudelijke uitgaven is altijd voor meerdere uitleg vatbaar. Zelfs vaste uitgaven die op korte termijn niet beïnvloedbaar zijn, zoals de huur, kunnen op langere termijn vaak wel aangepast worden. Ook binnen een gekozen definitie van vaste uitgaven, reserveringskosten en huishoudelijke uitgaven, hebben huishoudens die zijn aangewezen op een minimum inkomen nog altijd de vrijheid om eigen keuzen te maken. Daarom geeft het Nibud, dat deze begrippen hanteert, alleen voorbeeldbegrotingen en laat het Nibud zien hoe mensen in een bepaalde situatie gemiddeld hun inkomen besteden. De in tabel 2 van de brief gepresenteerde koopkrachtontwikkeling geeft een goed beeld van de ontwikkeling van de bestedingsmogelijkheden van huishoudens met een minimum inkomen. De koopkrachtstijging voor de minima in de periode geeft aan dat, nadat ieder jaar het pakket aan goederen van het vorige jaar opnieuw is aangeschaft, er gemiddeld genomen steeds ruimte overbleef voor extra uitgaven. Vraag 21 Wat is de mediane inkomensontwikkeling over de periode 1999 t/m 2002 en wat is ten opzichte van die factor de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en die van de gewogen contractlonen en de verdiende lonen? (blz. 2). In de evaluatieperiode is het mediane besteedbare huishoudeninkomen in 1999 met 3,1 procent gestegen en in 2000 met 4,7 procent. Dit is niet gecorrigeerd voor de inflatie. Gegevens voor latere jaren zijn nog niet beschikbaar. Dit getal is niet exact de mediaan maar het gemiddelde van het gemiddelde inkomen van het 5e en 6e inkomensdeciel. De ontwikkeling van het mediane inkomen is een maatstaf die de mutatie van het reële besteedbaar inkomen laat zien. Deze wordt door het CBS en het CPB gebruikt om de koopkrachtmutatie voor huishoudens weer te geven. Aangezien het hierbij gaat om de mutaties in het netto huishoudeninkomen gecorrigeerd voor inflatie zijn deze gegevens niet vergelijkbaar met de ontwikkeling van de in de vraag genoemde maatstaven voor het bruto (maand)loon, zoals deze zijn opgenomen in tabel 1 van de evaluatie. Vraag 23 Van welke inkomensontwikkeling in geld is uitgegaan bij de vermelde hoogte van het minimuminkomen? Hoe groot is dan de groep huishoudens waarvoor dat inkomen is geraamd? (blz. 3). Figuur 2 in de evaluatie is de grafische weergave van de cijfers met betrekking tot de koopkrachtontwikkeling die zijn opgenomen in tabel 2 van de evaluatie. Voor de ontwikkeling in geld zij verwezen naar het antwoord op de vragen 18, 19 en 22. Volgens cijfers van het CBS waren er in 2002 circa personen werkzaam op WML-niveau. 2 2 Zie CBS, Statline. Uit het zgn. Inkomenspanelonderzoek van het CBS blijkt dat in 2000 bijna huishoudens een inkomen hadden op WML-niveau. Naast inkomen uit werk is hier echter in veel gevallen ook sprake van andere inkomensbronnen. 8

9 Vraag 24 Kan meer duidelijkheid worden gegeven over de effecten op de hoogte van het minimumloon in de landen die geen nationaal minimumloon hanteren? En hoe groot is het percentage van mensen in deze landen dat gebruikt maakt van werkeloosheids- of bijstandsuitkeringen? (blz. 3) De beschermende functie van het nationale minimumloon in Nederland en andere landen op de arbeidsmarkt wordt in landen zonder minimumloon veelal vervuld doordat de laagste CAO-loonschalen een vloer leggen in het loongebouw. De Scandinavische landen en Duitsland zijn hiervan een voorbeeld. Na de invoering van een nationaal minimumloon in Ierland en het Verenigd Koninkrijk komen sectorale minimumlonen in de landen van de EU niet meer voor. De aan- of afwezigheid van een minimumloon of een soortgelijke vorm van inkomensbescherming is niet doorslaggevend waar het gaat om het percentage mensen met een werkloosheids- of bijstandsuitkering. Dit blijkt als de arbeidsmarktsituatie wordt vergeleken tussen zulke qua minimuminkomenbescherming uiteenlopende landen als de Verenigde Staten (relatief laag minimumloon), Frankrijk (relatief hoog minimumloon), Duitsland en Zweden (geen minimumloon maar hoge effectieve CAO-dekking) en Italië (geen minimumloon en beperkt CAO-bereik). Cijfers van het aantal personen dat gebruik maakt van een werkloosheids- of bijstandsuitkering zijn niet regulier beschikbaar. Door het NEI is in opdracht van het Ministerie van SZW de uitkeringsafhankelijkheid naar geslacht voor verschillende landen uitgerekend. Dit onderzoek is in 2002 aan de Kamer toegestuurd. 3 Hierin is de uitkeringsafhankelijkheid op verschillende manieren berekend. In de op basis van dit rapport samengestelde tabel 3 is deze voor het meest recente beschikbare jaar (1999) uitgedrukt als de verhouding tussen het aantal uitkeringsjaren uit hoofde van werkloosheid en bijstand en het aantal gewerkte jaren van de beroepsbevolking onder de pensioengerechtigde leeftijd. Tabel 3 Afhankelijkheid van werkloosheids - en bijstanduitkeringen (1999) Land Uitkeringsafhankelijkheid België 26 Denemarken 16 Duitsland 16 Frankrijk 18 Nederland 10 Spanje 19 Verenigd Koninkrijk 30 Verenigde Staten 5 Zweden 9 Bron: NEI (2002). Vraag 25 Wordt de conclusie gedeeld dat het dalend percentage duidt op vergroting van de inkomensverschillen tussen arm en rijk, zowel procentueel als versterkt in euro s? Is deze ontwikkeling wenselijk? (blz. 4). Figuur 3 in de evaluatie laat geen uitspraak toe over de ontwikkeling van de inkomensverschillen tussen arm en rijk. Figuur 3 in de evaluatie brengt slechts tot uitdrukking de ontwikkeling van het bruto WML als percentage van het gemiddelde bruto loon en vergelijkt derhalve slechts twee punten in de loonverdeling. Zo werkt de mutatie van de 3 Nederlands Economisch Instituut, Benefit dependency ratios by gender, Elsevier, Den Haag, februari

10 hoogste lonen wel door in het niveau van het gemiddelde, maar wordt niets gezegd over de spreiding in de inkomensontwikkeling. Door bruto niveaus te vergelijken wordt een nuttig inzicht verkregen in de arbeidsmarkteffecten van het WML; voor uitspraken over inkomensverschillen dienen deze bruto niveaus te worden gecorrigeerd voor ontwikkeling in belasting- en premiedruk en andere voorzieningen in de secundaire sfeer alsmede in de tertiaire sfeer (in Nederland bijvoorbeeld voor inkomensafhankelijke regelingen als huursubsidie). Deze informatie moet verder aangevuld worden met gegevens over de aantallen personen op de verschillende inkomensniveaus om een uitspraak te kunnen doen over de ontwikkeling van de inkomensverschillen. Vraag 26 Klopt het ook dat een verhoging van het wettelijk minimumloon 1% nauwelijks meetbaar effect heeft op de werkgelegenheid? Is dit niet in strijd met de stelling die de regering heeft ingenomen bij de reguliere aanpassing 2004 van het wettelijk minimumloon dat koppeling slecht zou zijn voor de werkgelegenheid? Is de regering bereid het wettelijk minimumloon per 1 januari 2004 aan te passen? (blz. 4) Uit de in de evaluatie weergegeven cijfers op basis van simulaties van het CPB blijkt een verhoging of verlaging van het WML een gering effect te hebben op de werkgelegenheidsontwikkeling. De stelling van het kabinet dient evenwel in het licht te worden gezien van de huidige en ook toen geldende economische situatie, in het bijzonder de sterk negatieve ontwikkeling van de werkgelegenheids- en werkloosheidssituatie. Al sinds het eind van de jaren negentig van de vorige eeuw loopt de arbeidskostensituatie in Nederland uit de pas met de productiviteitsontwikkeling en de mutatie in andere landen, met als gevolg een continue verslechtering van de concurrentiepositie. Elke verdere oploop van de lonen zou de al zeer negatieve ontwikkeling op de arbeidsmarkt verder verslechteren. Dit belang wordt eveneens onderstreept door de verklaring van de Stichting van de Arbeid inzake het arbeidsvoorwaardenoverleg , waarin zij een dringend beroep op CAO-partijen [doen] om in de voor 2004 te vernieuwen CAO s geen contractloonstijging en voor 2005 een tot nul naderende contractloonstijging overeen te komen. Het kabinet is dan ook niet bereid het WML per 1 januari 2004 aan te passen. Vraag 27 Kan tevens de werkgelegenheidseffecten van aanpassing van het wettelijk minimumloon met percentages tussen de twee en de tien worden weergeven? (blz. 4) De modellering van de in tabel 3 in de evaluatie weergegeven werkgelegenheidseffecten is zodanig dat voor de gevraagde werkgelegenheidseffecten de resultaten met twee respectievelijk tien kunnen worden vermenigvuldigd. Onder de in de evaluatie gehanteerde veronderstellingen is derhalve sprake van een werkgelegenheidsmutatie in personen van 2000 respectievelijk

11 Vraag 28 Is overwogen door middel van een aanpassing van het bruto-nettotraject de koopkracht op minimumniveau alsnog aan te passen? (blz. 5) Vraag 31 Is de regering van mening dat een verhoging niet wenselijk is, ook na de vele berichten over koopkrachtproblemen van minima door maatregelen als verlaging van de huursubsidie, verhoging van eigen bijdragen in de zorg en hogere kosten voor zelfzorgmiddelen, enz.? (blz. 5) Antwoord vraag 28 en 31 Bij de beoordeling en vaststelling van het jaarlijkse inkomens- en lastenbeeld is het totale beeld aan de orde geweest, waarbij ook voor de lagere inkomens geldende belastingmaatregelen zijn doorgevoerd. Vraag 29 Waarom zou er geen koppeling met de verdiende lonen kunnen plaats vinden? Welke financiële gevolgen zou dat hebben gehad over de jaren 1999 tot en met 2002? (blz. 5) Bij koppeling aan de verdiende lonen wordt niet alleen de contractloonstijging in de lonen doorgegeven maar ook een gemiddelde stijging van het incidentele loon. Afgezien van het feit dat deze mutatie slechts bij benadering en met de nodige vertraging valt te meten, kleven hieraan nog andere bezwaren. De ontwikkeling van de post incidenteel kan worden onderverdeeld naar drie afzonderlijke posten: structuureffect, statistische effecten en loondrift. 4 De belangrijkste hiervan is het structuureffect. Dit brengt de mutatie van de verdiende lonen tot uitdrukking als gevolg van veranderingen in de samenstelling van de werkende beroepsbevolking. Doorgeven van deze mutatie via de koppeling zou betekenen dat ook verschuivingen in de gemiddelde leeftijd, opleiding, geslacht, verhouding voltijd/deeltijd van werknemers doorwerken in het WML-niveau. Waar de koppeling van het WML aan de gewogen gemiddelde contractloonstijging bij de overheid, markt en G&G-sector beoogt, zo mogelijk, een stijging van het algemeen welvaartsniveau door te geven, zouden bij koppeling aan de verdiende lonen ook mutaties worden doorgegeven die alleen met wijzigingen in de samenstelling van de beroepsbevolking te maken hebben. Vraag 30 Is de regering van mening dat met een verslag van vier bladzijden recht is gedaan aan het onderzoek, genoemd in artikel 14, dertiende lid van de Wet minimumloon, waar de SER in 1999 nog 95 bladzijden nodig had? (blz. 5) Met betrekking tot de lengte van een SER-advies is het de verantwoordelijkheid van de SER om dit vast te stellen. De SER heeft in haar vorige adviezen gemeend ook in te moeten gaan op een discussie ten principale van de aanpassingssystematiek, waar het kabinet hiertoe geen aanleiding zag dat bij gelegenheid van de vraag of een bijzondere aanpassing wenselijk is aan de orde te stellen. Daarbij geldt in het algemeen dat aan de lengte van een onderzoek geen uitspraken kunnen worden ontleend met betrekking tot de kwaliteit of de gedegenheid waarmee het onderzoek is uitgevoerd. 4 SER, Bijzondere aanpassing minimumloon, publicatienummer 11, Den Haag, 17 september 1999, pp

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Aanleiding Elke vier jaar moet de vraag worden beantwoord of er omstandigheden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2012 Nr. 64 BRIEF VAN

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2008 Nr. 58 BRIEF VAN

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Inactieven 2 Paren met kinderen Alleenstaanden zonder kinderen Alleenstaande ouders

Inactieven 2 Paren met kinderen Alleenstaanden zonder kinderen Alleenstaande ouders 1. Kan de regering de mediane koopkrachtontwikkeling tonen over de periode 2003 t/m 2006 (cumulatief) voor de volgende groepen: Alleenverdieners met kinderen (actieven) met een inkomen tot 100% WML en

Nadere informatie

Rapportage presentatie koopkracht

Rapportage presentatie koopkracht Rapportage presentatie koopkracht Naar aanleiding van besprekingen in de werkgroep zullen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en het Centraal Planbureau (CPB) de presentatie en methodologie

Nadere informatie

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1 AH 1718 2018Z02669 Antwoord van minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en van staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 10 april 2018) Vraag 1 Bent u bekend met

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1718 Vragen van de leden

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 777 Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon tot een keer de algemene heffingskorting met uitzondering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet Nr. 109 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20 808 Inkomensbeleid 1989 Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 28 oktober 1988 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO en PCOB Nibud, september 2009 Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009

Nadere informatie

Wettelijk minimumloon per 1 juli 2017

Wettelijk minimumloon per 1 juli 2017 Wettelijk minimumloon per 1 juli 2017 Periodiek wordt het wettelijk minimumloon door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangepast; per 1 juli 2017 gelden de onderstaande bedragen. Het wettelijk

Nadere informatie

CPB Achtergronddocument 16 augustus Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB. Patrick Koot Marente Vlekke

CPB Achtergronddocument 16 augustus Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB. Patrick Koot Marente Vlekke CPB Achtergronddocument 16 augustus 2018 Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB Patrick Koot Marente Vlekke Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB Patrick Koot

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief

5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief 5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief 5.1 Vergelijking van bruto wettelijk minimumjeugdlonen Ook andere landen kennen minimumjeugdlonen. In de helft van de OESO-landen is dat het

Nadere informatie

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip CPB Notitie 1 juni 13 Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie

Nadere informatie

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Opdrachtgever SZW Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Opdrachtnemer CPB / D. van Vuuren, M. Gielen Onderzoek Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Categorie Wets- en beleidsevaluatie Conclusie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Memo beperken inkomenseffecten

Memo beperken inkomenseffecten Memo beperken inkomenseffecten Aanleiding De ongerustheid in de samenleving over de effecten van de nieuwe zorgpremie op het koopkrachtbeeld, de arbeidsmarkt en de werking van het zorgstelsel. Kernpunten

Nadere informatie

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Agendanr. : Doc.nr : B2003 14372 Afdeling: : Sociale Zaken en Werkgelegenheid B&W-VOORSTEL Onderwerp : Langdurigheidstoeslag 2003 Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Algemeen:

Nadere informatie

Bijlage: minimumjeugdloon in historisch en internationaal perspectief

Bijlage: minimumjeugdloon in historisch en internationaal perspectief Bijlage: minimumjeugdloon in historisch en internationaal perspectief Historische ontwikkeling van het wettelijk minimumjeugdloon De ontstaansgeschiedenis van het wettelijk minimumloon in Nederland gaat

Nadere informatie

1 Kamerstukken II, , 33682, nr. 11. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA

1 Kamerstukken II, , 33682, nr. 11. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit van houdende vaststelling van de bedragen, genoemd in artikel 8, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag voor 2005 Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nadere informatie

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten)

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten) Bijlage 5 In het overleg over het begrotingsonderzoek SZW van 22 november 2001 heb ik toegezegd u voor de begrotingsbehandeling nadere informatie te doen toekomen met betrekking tot de inkomensmaatregelen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) T BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 981 259 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 981 259 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 7 333 44 44

Nadere informatie

Aanpassingen wettelijk minimumloon: meer dan alleen indexatie

Aanpassingen wettelijk minimumloon: meer dan alleen indexatie #3 Aanpassingen wettelijk minimumloon: meer dan alleen indexatie In deze specials treft u de belangrijkste wijzigingen op personeels- en salarisgebied voor 2017 aan, zodat u weer helemaal op de hoogte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 140 Herziening Belastingstelsel Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Het wettelijk minimum loon of wettelijk minimum jeugdloon is het loon of het salaris dat je minimaal uitbetaald hoort te krijgen. Werknemers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Onderzoek naar maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities,

Onderzoek naar maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities, Onderzoek naar maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities, verordeningen en uitvoeringsregelingen. Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) P VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 12 mei

Nadere informatie

. /. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt.

. /. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de huurtoeslag in verband met het laten vervallen van de bepaling dat de eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt geïndexeerd met het percentage van de netto-bijstandsontwikkeling

Nadere informatie

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. Algemeen. Het bruto inkomen, het besteedbaar inkomen en de koopkracht van het inkomen zijn verschillende dingen. Het besteedbaar inkomen is wat

Nadere informatie

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (datum), Directie

Nadere informatie

De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon stijgen per 1 januari 2013 met 0,91 procent.

De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon stijgen per 1 januari 2013 met 0,91 procent. Wettelijk minimumloon per 1 januari 2013 De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon stijgen per 1 januari 2013 met 0,91 procent. Het wettelijk brutominimumloon (WML) voor werknemers

Nadere informatie

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, mijnheer,

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, mijnheer, Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG Aan decentrale cao-partijen 070-3 499 577 070-3 499 796 info@stvda.nl www.stvda.nl Den Haag : 30 juni 2015 Ons kenmerk : S.A.5.015.00 EH/JS Uw kenmerk

Nadere informatie

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning CPB Notitie Datum : 27 augustus 2004 Aan : de SP, de heer E. Irrgang SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning 1 Inleiding De SP-fractie heeft het CPB gevraagd de budgettaire en koopkrachteffecten te

Nadere informatie

De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes

De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes Rond de behandeling van de begroting van SZW ontstaan ieder jaar heftige debatten over de koopkracht. Koopkrachtplaatjes staan daarbij centraal, maar wat zeggen

Nadere informatie

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 september 2015

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 september 2015 Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 september 2015 Dit document geeft u een geactualiseerd overzicht van kostenontwikkelingen in 2016, met de meest recente gegevens over de cao kinderopvang, de

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Dit overzicht gaat in op de inzichten die de cijfers van het CBS bieden op het punt van werkenden met een laag inkomen. Als eerste zal ingegaan worden op de ontwikkeling

Nadere informatie

Eindbod FME voor de CAO s in de Metalektro op 29 april 2015

Eindbod FME voor de CAO s in de Metalektro op 29 april 2015 Eindbod FME voor de CAO s in de Metalektro op 29 april 2015 De voorstellen die aanleiding geven tot wijzigingen in de CAO in de Metalektro gelden automatisch voor de CAO Hoger Personeel in de Metalektro

Nadere informatie

Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen

Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen CPB Notitie Datum : 20 april 2006 Aan : FNV, CNV, MHP, NIBUD, SZW, VWS, BZK en FIN Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen 1 Inleiding In het Voorjaarsoverleg is afgesproken dat de vakbonden, de

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Toelichting bij de uitkomsten van de rekenvoorbeelden I Toelichting bij de Buitengewone uitgaven Het bepalen van de aftrek buitengewone

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Lokale lastendruk in Kampen

Lokale lastendruk in Kampen Lokale lastendruk in Kampen Notitie opgesteld in opdracht van de gemeente Kampen (herziene versie) Dr. ir. C. Hoeben COELO 19 februari 2004 COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden

Nadere informatie

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25%

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Inleiding Deze bijlage bevat de effecten van een mogelijke verhoging van de energiebelasting (EB) op aardgas in de

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 29 september 2016

No.W /III 's-gravenhage, 29 september 2016 ... No.W12.16.0191/III 's-gravenhage, 29 september 2016 Bij Kabinetsmissive van 14 juli 2016, no.2016001298, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij

Nadere informatie

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal CPB Notitie 17 oktober 2013 Analyse economische effecten Begrotingsafspraken 2014 Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. CPB Notitie Aan: Voorzitter

Nadere informatie

Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 2012 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer

Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 2012 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer CPB Notitie 1 november 213 Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 212 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer. CPB Notitie Aan: Algemene Rekenkamer Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus

Nadere informatie

Lonen en vergoedingen

Lonen en vergoedingen VERSIE: OpTe141223 VERVANGT VERSIE: OpTe131216 Lonen en vergoedingen Cao Open Teelten Per 1 januari 2015 TOELICHTING OP DE CAO-LOONTABELLEN Nieuw loongebouw en loonsverhogingen Per 1 juli 2007 is een nieuw

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Adviesaanvraag, opvattingen kabinet In dit advies reageert de SER op een drietal voorgenomen maatregelen van het kabinet om de toetredingsvoorwaarden van de WW aan te scherpen. Het betreffen:

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Datum: 23 oktober 2015 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens

Datum: 23 oktober 2015 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens CPB Notitie Aan: Teun van Dijck (PVV), Elbert Dijkgraaf (SGP), Henk Krol (50Plus), Tunahan Kuzu (groep Kuzu/Öztürk), Arnold Merkies ( SP), Pieter Omtzigt (CDA), Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren),

Nadere informatie

Raming aantal personen/huishoudens onder de lage-inkomensgrens 2018 en 2019 Uitgevoerd op verzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek

Raming aantal personen/huishoudens onder de lage-inkomensgrens 2018 en 2019 Uitgevoerd op verzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek CPB Notitie 1 november 2018 Raming aantal personen/huishoudens onder de lage-inkomensgrens 2018 en 2019 Uitgevoerd op verzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek CPB Notitie Aan: CBS, t.a.v. Dhr.

Nadere informatie

CPB Notitie. 1 Inleiding. 2 Ramingsmethodiek. CBS, t.a.v. Dhr. W. Bos & Dhr. F. Otten. Aan:

CPB Notitie. 1 Inleiding. 2 Ramingsmethodiek. CBS, t.a.v. Dhr. W. Bos & Dhr. F. Otten. Aan: CPB Notitie Aan: CBS, t.a.v. Dhr. W. Bos & Dhr. F. Otten Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM Den Haag T 088 9846000 I www.cpb.nl Contactpersoon Patrick Koot

Nadere informatie

keer beoordeeld 12 februari 2015

keer beoordeeld 12 februari 2015 0 Samenvatting door C. 919 woorden keer beoordeeld 12 februari 2015 Vak Economie Methode Economie in context Hoofdstuk 15 Markt en Welvaart Paragraaf 1 Arbeidsmarkt bestaat uit de totale vraag naar en

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

NOTA VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding NOTA VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding Het onderhavige besluit wordt gewijzigd in verband met het besluit van het kabinet om voor 2006 en volgende jaren de rijksvergoeding van de kosten van kinderopvang

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

1 Werkgelegenheid en lonen per uur

1 Werkgelegenheid en lonen per uur Werkgelegenheid en lonen per uur In navolging van internationale organisaties en het CBS publiceert het CPB vanaf het CEP 6 de werkgelegenheid in gewerkte uren in plaats van in arbeidsjaren. In dit achtergronddocument

Nadere informatie

Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving 30 678 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving Memorie van antwoord De regering heeft met belangstelling kennisgenomen

Nadere informatie

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012.

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012. SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012. bron: Redactioneel/Rijksoverheid. door: Ton van Vugt. Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd

Nadere informatie

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015 Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015 Op basis van cijfers rondom de cao kinderopvang en cijfers van het Centraal Planbureau (CPB), volgt in dit document een overzicht van kostenontwikkelingen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Betreft Kamervragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) Postbus

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van. 2012, Z-.;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van. 2012, Z-.; Besluit van houdende wijziging van het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde percentages met ingang van het berekeningsjaar 2013 Op de voordracht van Onze

Nadere informatie

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. Algemeen. Het bruto inkomen, het besteedbaar inkomen en de koopkracht van het inkomen zijn verschillende dingen. Het besteedbaar inkomen is wat

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 710 Vragen van het lid

Nadere informatie

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. Algemeen. De koopkracht van ons pensioen is sinds het uitbreken van de crisis in 2008 sterk gedaald. Ouderen met alleen een AOW-uitkering zagen

Nadere informatie

Het wetsvoorstel is op 20 december 2016 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel is op 20 december 2016 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid datum 20 december 2016 Betreffende wetsvoorstel:

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 360 Wijziging van het Belastingplan 2016 D NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 21 december 2015 Inhoudsopgave 1. Algemeen 1 2. Inkomensbeleid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 544 Arbeidsmarkbeleid Nr. 339 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking 14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS In deze bijlage worden Nederlandse cijfers op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid vergeleken met die van een groot aantal Europese landen, de USA en

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Grafiek 1 Verslechtering concurrentiepositie Nederlandse industrie in termen van loonkosten per eenheid produkt (procentuele mutaties)

Grafiek 1 Verslechtering concurrentiepositie Nederlandse industrie in termen van loonkosten per eenheid produkt (procentuele mutaties) Feiten sociaal-economische situatie I Concurrentiepositie ten opzichte van eurogebied Sinds 997 is sprake van een gestage verslechtering van de Nederlandse concurrentiepositie, die in de ramingen van het

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 386 Besluit van 15 oktober 2013 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met aanpassing van de kinderopvangtoeslagtabel voor

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op basis van Regeerakkoord van het kabinet Rutte-II Nibud, 2012 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend

Nadere informatie

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 514 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 april 2014 Bijgaand treft u het rapport

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 623 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 322 Kinderopvang Nr. 309 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 8 september 2016 Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 2 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden,

Nadere informatie