Toelichting Lokale IKB-regeling Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen

Transcriptie

1 Toelichting Lokale IKB-regeling Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen Laatste update De lokale IKB-regeling is geschreven naar aanleiding van de LOGA-circulaire van 29 juni 2016 (ECWGO/U ) die in haar bijlage de definitieve tekst van het IKB (Individueel Keuzebudget) per 1 januari 2017 bevat. Hoofdstuk 4a van de CAR-UWO waarop de lokale cafetariaregeling(en) gebaseerd zijn, vervalt per 1 januari Karakter De afspraken aangaande het IKB worden opgenomen in hoofdstuk 3 van de CAR-UWO. Deze CARafspraken zijn bindend voor alle aangesloten organisaties. Het nieuwe hoofdstuk 3 heeft een standaard karakter. Dit betekent dat afwijkingen in het voordeel of het nadeel niet zijn toegestaan, tenzij anders is aangegeven. Het IKB is een sectorale regeling met enige lokale regelruimte. De lokale regelruimte zit in het toevoegen van lokale bronnen (artikel 3:28 lid 6 CAR) en lokale doelen (artikel 3:29 lid 2 CAR). De afspraken hierover worden gemaakt met instemming van het Georganiseerd Overleg. Lokale bronnen Bij het toevoegen van lokale bronnen is rekening gehouden met de volgende zaken. Persoonlijk budget Het is mogelijk om een persoonlijk budget toe te voegen als lokale bron. TOR Op basis van artikel 3:28 lid 6 is het niet mogelijk om de TOR (toelage overgangsrecht H3) toe te voegen als lokale bron. Salaris De VNG heeft aangegeven dat het niet verstandig is om (een deel van) het salaris in te zetten als lokale bron. Dit blijkt niet uit de formulering van artikel 3:28 lid 6 CAR heeft. Bovenwettelijk verlof Het is mogelijk om de financiële equivalent van een (deel) van het lokaal bovenwettelijk verlof toe te voegen als lokale bron. Hierbij kunt u denken aan leeftijdsverlofdagen en de vrije dag in verband met carnaval. Ondanks dat dit niet blijkt uit de formulering van artikel 3:28 lid 6 CAR heeft de VNG aangegeven dat het niet mogelijk is om de 14,4 uur verlof dat wordt verkregen op basis van artikel 6:2:1 lid 4 UWO en de 50,4 uur verlof dat wordt verkregen op basis van artikel 6:2 lid 2 CAR toe te voegen aan het IKB. Het eventueel toevoegen van bovenwettelijk verlof is een lokale keuze. Hierbij wordt rekening gehouden met het eventuele financiële gevolg. Immers, de medewerker heeft de vrijheid om deze tot uitbetaling te laten komen. Bindende systematiek Indien een lokale bron wordt toegevoegd, gaat het financiële equivalent in het IKB. De medewerker kan het gehele budget naar eigen inzicht besteden. Dit betekent dat er geen geoormerkte lokale bronnen kunnen worden toegevoegd. Het is dus bijvoorbeeld niet mogelijk om 500 toe te voegen, waarbij is bepaald dat deze alleen besteedt mag worden aan het lokale doel fiets. 1 Geen incidenteel hoger IKB Ondanks dat dit niet blijkt uit de formulering van artikel 3:28 lid 6 van de CAR heeft de VNG aangegeven dat het niet verstandig is om als lokale bron de incidentele individuele verkoop van verlof aan te wijzen. Dit betekent dat de medewerker niet kan kiezen om bijvoorbeeld de aanschaf van een fiets te financieren met zijn bovenwettelijk verlof.

2 Lokale doelen Bij het maken van een lokale IKB regeling is uitgegaan van maximale keuzevrijheid voor medewerkers. Het juridisch kader geeft volledige vrijheid om op basis van de wensen van de organisatie lokale doelen toe te voegen. Voor 2017 wil Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen zoveel mogelijk aansluiten bij de huidige situatie van het Persoonlijk Budget en de cafetariaregelingen. Om fiscale voordelen voor medewerkers mogelijk te houden, wijst de organisatie vijf lokale doelen aan, te weten: fiets, vakbondscontributie, internet, parkeerkaart en uitruil woonwerkverkeer. Bij het toevoegen van lokale doelen wordt rekening gehouden met de fiscale wet- en regelgeving. Fiscale wet- en regelgeving Bij het opstellen van de regeling is rekening gehouden met de volgende fiscale wet- en regelgeving. 2 Wet op de loonbelasting 1964 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 de door de minister vastgestelde besluiten aangaande cafetariaregelingen. De praktische uitwerking van de wetgeving hiervan staat in het vigerende Handboek loonheffingen. Ondanks het bovenstaande kader is er op sommige vlakken interpretatie mogelijk. Onze lokale IKB regeling wordt voorgelegd aan de voor onze geldende belastinginspecteur. Financiële gevolgen Bij het opstellen van de lokale uitvoeringsregeling IKB, is rekening gehouden met de gevolgen van de bovenstaande wet- en regelgeving. Zo heeft het aanwijzen van een lokaal doel in veel gevallen financiële gevolgen voor de organisatie. De lokale doelen die de Samenwerkingsorganisatie heeft, fiets, vakbondscontributie, internet, parkeerkaart en uitruil woon-werkverkeer, zijn als posten aangewezen als eindheffingsbestandsdeel in het kader van de WKR. Indien het bedrag dat aan deze posten wordt besteed boven de vrije ruimte uitkomt, betaalt de organisatie loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80% (exclusief uitruil woon-werkverkeer). Dit betekent dat er risico is op overschrijding van de vrije ruimte. De eindheffingsbestanddelen uitruil woon-werkverkeer en studiekosten komen niet ten laste van de vrije ruimte. De inschatting nu, is dat met het aanwijzen van de lokale doelen de vrije ruimte van maximaal 1,2% van het totale fiscale loon (de vrije ruimte ) niet wordt overschreden. Aan het einde van elk kalenderjaar dus ook op 2016 en 2017 zal de salarisadministratie van Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen kijken naar het bestedingsgedrag van haar medewerkers. De uitkomsten van de evaluatie worden gebruikt voor het eventueel instellen van drempels/begrenzers in het kader van de WKR om bij risico op overschrijding in te grijpen. Uitgangspunten van de lokale regeling IKB van Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen Deze regeling geeft uitvoering aan de zaken die we lokaal mogen regelen op het gebied van het uitwisselen van arbeidsvoorwaarden. In dit model is overigens geen aandacht voor de verkoop van bovenwettelijke verlofdagen op basis van artikel 3:36 CAR. In dit model is gekozen om alleen bepalingen uit de CAR-UWO over te nemen wanneer dit voor de leesbaarheid noodzakelijk is. Dit om de onderhoudslast zo laag mogelijk te houden. Hieronder een artikelsgewijze toelichting bij de gemaakte keuzes in het model. Artikel 2 Uitgesloten van deelname Op basis van de redactie van artikel 3:27 van de CAR mogen medewerkers die vallen onder het begrip ambtenaar zoals gedefinieerd in artikel 1:1 CAR deelnemen aan het IKB. Artikel 1:1 onder a luidt: hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan. Dit betekent dat

3 ook medewerkers die tijdelijk zijn aangesteld gebruik kunnen maken van het IKB. Tijdelijke medewerkers worden niet uitgesloten voor de landelijk aangewezen doelen. Voor de lokale IKBregeling van Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen geldt hetzelfde. Hier willen we nog aan toevoegen dat we onder medewerkers verstaan, de medewerkers die in actieve dienst zijn. Stagiaires, buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand en politieke ambtsdragers kunnen niet deelnemen. Politieke ambtsdragers kennen afzonderlijke rechtspositieregelingen. In deze regelingen is geen rechtspositionele grondslag voor deelname aan het IKB. Daarom gaat deze regeling uit van de situatie dat zij niet kunnen deelnemen. Artikel 4 Lokaal bovenwettelijk verlof In lijn met de werking (maandelijks opbouw) van het IKB is in 2016 al gekozen om het financiële equivalent van het bovenwettelijke verlof maandelijks toe te voegen aan het Persoonlijk budget. In ons geval gaat het om drie bovenwettelijke dagen. In het landelijke IKB zijn al twee bovenwettelijke dagen toegevoegd. Lokaal willen we nog één bovenwettelijke verlofdag toevoegen aan het IKB. Met het omzetten van bovenwettelijk verlof in geld, wordt gekozen voor regelruimte voor medewerkers en werkgever. Veel medewerkers hadden aan het einde van het jaar nog verlofuren over, die dan meegaan naar het volgende jaar. Hierdoor ontstonden er verlofstuwmeren, die bij beide organisaties uiteindelijk aanzienlijke vormen hebben aangenomen. Hoeveel verlof medewerkers opnemen en overhouden is vooraf niet goed in te schatten. Dit hangt onder andere af van de persoonlijke omstandigheden. Door vooraf het bovenwettelijk verlof om te zetten in geld, zijn er meer werkbare uren beschikbaar. Dit maakt de inzet makkelijker planbaar. Tegelijkertijd houdt de medewerker meer regelruimte om zelf te kiezen voor verlof of salaris. Artikel 5 Persoonlijk budget Het persoonlijk budget is een vast bedrag van 200 bruto per jaar per medewerker (naar rato van het dienstverband). Voor de vaststelling van het persoonlijk budget wordt 1 januari van het jaar als peildatum gebruikt. In deze regeling is opgenomen dat het persoonlijk budget geen indexatie of verhoging ondergaat. Artikel 7 Fiets Sinds de invoering van de werkkostenregeling valt de fiets niet meer in het stelsel van vrije vergoedingen en verstrekkingen. Alle vergoedingen, verstrekkingen en ter beschikking gestelde voorzieningen horen in principe tot het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Dit betekent dat de fiets in principe niet belastingvrij kan worden vergoed. Krachtens artikel 31, eerste lid, onderdelen f en g, van de Wet op de loonbelasting 1964 is het wel mogelijk aan te geven dat de organisatie voor het lokale doel fiets de WKR wenst toe te passen. Indien deze vergoeding de gebruikelijkheidstoets van de belastingdienst doorstaat, kan deze worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel en is belastingvrije vergoeding mogelijk. De Samenwerkingsorganisatie heeft besloten de fiets aan te wijzen als eindheffingsbestanddeel. Dan vallen de kosten die met de aanschaf van een fiets gemoeid zijn ten laste van de vrije ruimte (1,2 % van de loonsom) van de organisatie. Overschrijding hiervan leidt tot eindheffing voor de werkgever. Er zijn verschillende methodes om het risico van overschrijding te beperken. In deze regeling is gekozen om twee begrenzers en een plafond aan te brengen. De eerste is een maximaal bedrag dat kan worden aangewend. Dit bedrag is bij ons 749. Dit bedrag sluit aan bij de huidige situatie onder de Cao à la Carte. Mocht het zo zijn dat een groot deel van de medewerkers een deel van hun IKB gaat aanwenden voor de fiets waardoor er een overschrijding kan ontstaan, dan wordt dit bedrag aangepast. Met andere woorden, elk jaar wordt dit bekeken en wordt het maximale bedrag eventueel aangepast. De tweede is een maximum aan het aantal keer dat het bestedingsdoel fiets in een bepaalde periode kan worden aangewend. In ons geval is dat 1x in de 36 maanden. Tenslotte kunnen we een plafond inbouwen. In ons geval is het plafond een deelname tot een bedrag van voor De bepaling dat medewerkers door de keuze te maken de morele verplichting aangaan om de fiets te gebruiken voor woon-werkverkeer wordt door ons niet opgenomen. Dat wil niet zeggen dat de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen niet stimuleert dat medewerkers op de fiets naar 3

4 het werk komen. Dat wel. Echter met het niet opnemen van deze bepaling stimuleert de Samenwerkingsorganisatie de vitaliteit van medewerkers. Zij wil de fiets voor een zo groot mogelijke groep medewerkers mogelijk maken. Zowel voor woon-werkverkeer als voor thuisgebruik. Bestedingen vanuit het IKB kunnen pas plaatsvinden indien de medewerker voldoende saldo heeft. Dit principe is ook leidend in deze regeling. Verder is er aandacht voor wat onder het begrip fiets moet worden verstaan. E-bikes zijn toegestaan. In deze regeling is gekozen om medewerkers geen mogelijkheid te bieden om het IKB aan te wenden om de kosten van een fietsverzekering te financieren. Artikel 8 Vakbondscontributie Het vergoeden van vakbondscontributie kent binnen de WKR dezelfde werking als de fiets. De vakbondscontributie is aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De kosten vallen dan ten laste van de vrije ruimte van de organisatie. Artikel 9 Internet Het vergoeden van internetabonnement kent binnen de WKR dezelfde werking als de fiets. Het internetabonnement is aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De kosten vallen dan ten laste van de vrije ruimte van de organisatie. Artikel 10 Parkeerkaart Het vergoeden van de parkeerkaart kent binnen de WKR dezelfde werking als de fiets. De parkeerkaart is aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De kosten vallen dan ten laste van de vrije ruimte van de organisatie. Artikel 11 Fiscale uitruil woon-werkverkeer Volgens de fiscale wetgeving mag een werkgever zijn werknemers een vrije vergoeding van 0,19 per zakelijk afgelegde kilometer verstrekken. Voor de afgelegde afstand woon-werkverkeer geldt een gerichte vrijstelling van 0,19 per kilometer. De vergoeding voor woon-werkverkeer, zoals die lokaal op basis van artikel 3:22 van de CAR-UWO wordt toegepast kan lager zijn dan dat fiscaal is toegestaan. Hierdoor kan een mogelijkheid ontstaan om een gedeelte van het brutoloon uit te ruilen tegen een netto vergoeding voor reiskosten. Als werkgever biedt de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen deze mogelijkheid voor medewerkers door dit als lokaal doel aan het IKB toe te voegen. De regeling houdt in dat de werknemer kan profiteren van een maximale onbelaste vergoeding van 0,19 per kilometer als de medewerker bereid is om hiervoor (een deel van het) IKB uit te ruilen. Het nettoloon wordt daardoor hoger. Het belastingtarief van de werknemer bepaalt de hoogte van het voordeel, dit varieert afhankelijk van de hoogte van het inkomen. De fiscus biedt werkgevers mogelijkheden om een (vaste) maandelijkse onkostenvergoeding voor reisafstand woon-werkverkeer te berekenen. (Voor meer informatie verwijzen wij u naar hoofdstuk 21 Vervoer en reiskosten Handboek loonheffingen 2016). Indien de omstandigheden veranderen, bijvoorbeeld als de medewerker verhuist of op minder dagen gaat werken, dient ook de mogelijkheid tot uitruil dienovereenkomstig te worden aangepast. De regeling houdt hier rekening mee. Indien een medewerker de kosten van het openbaar vervoer volledig vergoed krijgt, kan de medewerker geen gebruik maken van de uitruilregeling. Formule De maximale onbelaste jaarlijkse vergoeding woon-werkverkeer wordt berekend door de onderstaande formule. reisafstand retour * ( 214 * (aantal reisdagen per week/5) ) * 0,19 4

5 Artikel 12 gevolgen keuzes Deze bepaling voorkomt dat medewerkers zich kunnen beroepen op onbekendheid met het feit dat dat zij niet weten dat lokale keuzes ook eventuele onverwachte gevolgen kunnen hebben. Om de regeling onderhoudsvriendelijk te maken, is besloten om alleen te verwijzen naar het artikel in de CAR-UWO wat hierover gaat. Artikel 13 Citeertitel en looptijd Deze regeling hanteert een looptijd van één jaar. Dit omdat het jaar 2017 een invoerings- en evaluatiejaar is. In de loop van de tijd willen we zien welke keuzes medewerkers gaan maken en hier onze lokale IKB-regeling aan, aan kunnen gaan passen. Bovendien willen we de HR thema s koppelen aan arbeidsvoorwaarden. We hebben de intentie om ook volgend jaar te blijven praten over voor de organisatie en voor haar medewerkers passende arbeidsvoorwaarden, en dus ook over het IKB, in overleg met de medezeggenschap. Zonder nieuwe afspraken of wijzigingen in de lokale IKB-regeling vallen we weer terug op de IKBregeling zoals deze is opgenomen in de CAR-UWO. 5

6 Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen: besluit: gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet; gelet op artikel 160 van de Gemeentewet; gelet op Wet op de loonbelasting 1964; gelet op Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011; gelet op Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965; gelet op hoofdstuk 3 van de CAR-UWO; na overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg; tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen Lokale IKB-regeling 2016 Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: Medewerker De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, onder a van de CAR-UWO. Fiscale ruimte Het verschil tussen wat fiscaal onbelast mag worden vergoed aan een medewerker en wat daadwerkelijk door de werkgever wordt vergoed. Individueel KeuzeBudget (IKB) In geldwaarde uitgedrukte aanspraken die de medewerker kan aanwenden voor de landelijke en lokaal aangewezen doelen. Vakbond Organisatie, zoals bedoeld in artikel 12:1, lid 1, sub c en artikel 12:1, lid 3 van de CAR-UWO; Vakbondscontributie Het geldbedrag dat moet worden betaald voor het lidmaatschap van een vakbond. Werkgever Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen. Artikel 2 Uitgesloten van deelname Politieke ambtsdragers van gemeente De Wolden en gemeente Hoogeveen kunnen niet deelnemen aan de lokale IKB-regeling. Paragraaf 2 Lokale bronnen Artikel 3 Lokale bronnen van het IKB Op basis van artikel 3:28 lid 6 van de CAR-UWO gelden de volgende lokale bronnen: 6

7 lokaal bovenwettelijk verlof persoonlijk budget De lokale bron bovenwettelijk verlof is niet pensioengevend. Het persoonlijk budget is wel pensioengevend. Artikel 4 Lokaal bovenwettelijk verlof In de Samenwerkingsorganisatie zijn 3 geldende verlofregelingen: Medewerkers van De Wolden; Medewerkers die voor 1997 in dienst zijn van Hoogeveen; Medewerkers die na 1997 in dienst zijn van Hoogeveen en medewerkers van de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen die vanaf 1 januari 2015 in dienst zijn/komen. Op basis van deze regelingen heeft de Samenwerkingsorganisatie bovenop het wettelijke verlof en het verlof vanuit de CAR, nog een dag extra bovenwettelijk verlof opgenomen in de regeling. Deze verlofaanspraak bedraagt 1 x 7,2 uur = 7,2 uur per jaar op basis van een fulltime dienstverband. Deze verlofaanspraak wordt tijdens de looptijd van deze regeling omgezet in een financiële aanspraak die in gelijke delen maandelijks toegevoegd wordt aan het IKB. De financiële waarde hiervan wordt bepaald op basis van de rekenmethode zoals geformuleerd artikel 3:31 van de CAR-UWO. Artikel 5 Persoonlijk budget Jaarlijks wordt het IKB van iedere medewerker met 200 bruto (naar rato van de betrekkingsomvang) verhoogd. De extra storting in het IKB wordt in gelijke delen maandelijks toegevoegd aan het IKB. Lid 3 Voor de vaststelling van het persoonlijk budget wordt 1 januari van het jaar als peildatum gebruikt. Lid 4 Het persoonlijk budget is een vast bedrag en ondergaat geen verhoging of indexatie. Paragraaf 2 Lokale doelen Artikel 6 Lokale doelen Naast de genoemde landelijke doelen in artikel 3:29 van de CAR-UWO gelden de volgende lokale doelen: Fiets; Vakbondscontributie; Internet; Parkeerkaart; Uitruil woon-werkverkeer. 7

8 Artikel 7 Fiets De medewerker in actieve dienst kan zijn of haar IKB gebruiken voor de aanschaf van een fiets. Dit kan alleen in het kalenderjaar van de aanschaf van de fiets. De medewerker kan eenmaal in de 36 maanden de keuze maken om zijn of haar IKB te gebruiken voor de aanschaf van één fiets. Lid 3 De keuze van het type fiets is in die zin beperkt, dat de deelnemer geen kinderfietsen of motorisch aangedreven fietsen mag kiezen. Fietsen met elektrische trapondersteuning, ook wel e-bikes genoemd, zijn echter wel toegestaan. Lid 4 Het maximale bedrag dat kan worden ingezet in het IKB is 749 bruto. Lid 5 De medewerker kan de keuze alleen maken indien er voldoende IKB-saldo beschikbaar is. Lid 6 De medewerker dient bij de keuze de factuur van de aanschaf van de fiets te overleggen. Dit kan door de factuur naar de personeels- en salarisadministratie te sturen. Lid 7 De werkgever is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door verlies, diefstal of beschadiging van de fiets, voor enige schade die het gevolg is van het gebruik van de fiets of voor eventuele andere gevolgen die deelname aan deze regeling voor de medewerker met zich meebrengt. Artikel 8 Vakbondscontributie De medewerker in actieve dienst die lid is van een vakbond die de belangen van medewerkers in de gemeentelijke sector behartigt, kan één keer per jaar het IKB aanwenden voor het doel vakbondscontributie. De medewerker dient bij de keuze de jaaropgave van de vakbond en het betalingsbewijs te overleggen. Dit dient de medewerker te doen door dit naar de personeels- en salarisadministratie te sturen. Artikel 9 Internet De medewerker in actieve dienst die over een thuiswerkovereenkomst beschikt en minimaal 10% zakelijk gebruik maakt van hun internetabonnement kan het IKB aanwenden voor de kosten van zijn/haar internetabonnement. De medewerker dient bij de keuze een nota te sturen aan de personeels- en salarisadministratie waaruit de kosten voor internet blijken. De medewerker die een combi-abonnement heeft zal daarnaast een overzicht van zijn/haar provider aanleveren waaruit de kosten voor een los internetabonnement blijken. 8

9 Artikel 10 Parkeerkaart De medewerker in actieve dienst kan het IKB aanwenden voor de kosten van de aanschaf van een parkeerkaart. Deze parkeerkaart kan gebruikt worden om tijdens kantooruren te parkeren op een van de aangewezen parkeerplaatsen in Hoogeveen. Lid 3 De kosten van de parkeerkaart worden verrekend met het persoonlijk budget van 200 bruto naar rato. De parkeerkaart wordt ten behoeve van een correcte personeels- en salarisadministratie in de salarisadministratie verwerkt en zichtbaar op de salarisstrook. Lid 4 Zodra de parkeerkaartensystematiek wijzigt van een papieren vergunning naar een digitale vergunning zal de verwerkingssystematiek zoals genoemd in Lid 3 wijzigen. De medewerker dient bij de keuze de factuur van de aanschaf van de parkeerkaart te overleggen. Dit kan door de factuur naar de personeels- en salarisadministratie te sturen. Artikel 11 Uitruil woon-werkverkeer De medewerker in actieve dienst kan - indien hier fiscale ruimte toe is, het IKB uitruilen tegen een netto vergoeding woon-werkverkeer. Hiervoor wordt bepaald wat de ruimte is die maandelijks belastingvrij kan worden uitgeruild. Lid 3 Voor de berekening van de vaste onbelaste vergoeding wordt uitgegaan van 214 reisdagen in een jaar. De berekening is: Reisafstand retour (214* (het aantal reisdagen per week/5) * 0,19 Lid 4 De medewerker berekent het aantal kilometers woon-werk per dag enkele reis op basis van de routeplanner. Het gaat hierbij om de daadwerkelijke route zoals je deze rijdt. Lid 5 Bij de bepaling van het aantal dagen per week gaat de medewerker uit van het aantal dagen per week dat hij/zij daadwerkelijk naar het werk reist. Lid 6 Een uitdraai van een routeplanner dient ingeleverd te worden samen met een print van het keuzeformulier bij de personeels- en salarisadministratie. Lid 7 In geval van verhuizing dient de medewerker dit per direct aan de werkgever door te geven. Dit heeft immers invloed op de uitruilmogelijkheden. Lid 8 Bij een aanpassing van het aantal dagen dat de medewerker werkt en/of reist, wordt in overeenstemming met het uit te ruilen bedrag aangepast. Lid 9 In geval van langdurige afwezigheid of ziekte van meer dan zes weken wordt de uitruil stop gezet. 9

10 0 Indien de medewerker de uitruil wil stoppen dan dient de medewerker dit in de IKB-module te bepalen. Artikel 12 Gevolgen keuzes Het gestelde in artikel 3:33 van de CAR-UWO is van toepassing op deze regeling. Paragraaf 6 Slotbepalingen Artikel 13 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen. Artikel 14 Rapportage en evaluatie De directie stelt jaarlijks een rapportage op over de uitvoering van deze regeling en stuurt de rapportage ter bespreking aan de medezeggenschap, de OR. Wijzigingen en bijstellingen van deze regeling worden in overleg met en met instemming van het GO gedaan. Artikel 15 Citeertitel en looptijd Deze regeling kan worden aangehaald als de Lokale IKB-regeling 2016 Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen en treedt in werking met ingang van 1 januari Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervallen: - Regeling Keuzemodel persoonlijk budget ; - de cafetariaregeling; - de Regeling Fietsenplan van gemeente Hoogeveen in werking getreden op 1 januari 2010; - de Fietsregeling van gemeente De Wolden in werking getreden op 1 januari Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur van 2016, Voorzitter, 10