De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices"

Transcriptie

1 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices Zomeropdracht rijkstrainees 14 e tranche, Ministerie van Veiligheid en Justitie Opdrachtgevers: Dhr. mr. G.N. Roes (Directeur Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving) Dhr. drs. H.W.M. Schoof (Directeur Generaal Politie) Gedelegeerd opdrachtgever: Dhr. Klaas Krijnen (DGRR/DRB) Rijkstrainees: Elbrich Algra (projectleider) Mariska de Blok Aimée Dekker Johanna Koopmans Jorja Kotsirēs (projectsecretaris) Maurits Oskam Raymond Pluijmen Haiko Smid Yara Spijker Moniek Weerts Versie 10 september 2012

2

3 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding Aanleiding Vraagstuk en doelstelling Afbakening en opzet rapportage Literatuuronderzoek De Salduz Rechtspraak Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Hoge Raad der Nederlanden Concept EU richtlijn Geldende regelgeving en huidige praktijk in Nederland Werkwijze van politie en openbaar ministerie sinds 1 april Systeem en financiering van de rechtsbijstand Experiment raadsman bij politieverhoor Pilot video-consult Rotterdam Overzicht wetsvoorstel raadsman bij politieverhoor Doel van het wetsvoorstel Hoofdlijnen van het wetsvoorstel Rollen van de procesdeelnemers; voordelen en knelpunten Te verwachten nieuwe EU-richtlijnen Green paper Aanbevelingen NGO s en trends in literatuur Elders in Europa Engeland Wetgeving Procedureel Evaluatie gevolgen raadsman tijdens politieverhoor Praktijkonderzoek België Introductie Raadsman bij politieverhoor wetgeving De totstandkoming van de wet in België Formele grondslag van de raadsman bij politieverhoor Raadsman bij politieverhoor praktijk Aanwezigheid en kwaliteit van de raadsman Afstand doen van raadsman Problematiek aanwezigheid tolk Bevoegdheden van de raadsman theorie en praktijk De plaats van de raadsman De rol van de raadsman Financiering en verantwoordelijkheden Financiering, training en accommodatie van politie Financiering advocaten Training advocaten Effect van de raadsman bij het politieverhoor op de strafrechtketen Zwijgrecht Doorrechercheren 38 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices 3

4 3.7 De kansen en knelpunten van het systeem Kansen Knelpunten De toekomst van de raadsman bij politieverhoor in België Conclusie werkbezoek België Praktijkonderzoek Denemarken Introductie Karakteristieken van het Deense Strafproces Respondenten Raadsman bij politieverhoor wetgeving De totstandkoming van de wet in Denemarken Formele grondslag van de raadsman bij politieverhoor Raadsman bij politieverhoor praktijk Aanwezigheid en kwaliteit van de raadsman Afstand doen van de raadsman Bevoegdheden van de raadsman theorie en praktijk De plaats van de raadsman De rol van de raadsman Financiering en verantwoordelijkheden Effect van de raadsman bij het politieverhoor op de strafrechtketen De kansen en knelpunten van het systeem Kansen Knelpunten Conclusie werkbezoek Denemarken Praktijkonderzoek Italië Introductie Karakteristieken van het Italiaanse strafproces Respondenten Raadsman bij politieverhoor wetgeving De totstandkoming van de wet in Italië Formele grondslag van de raadsman bij politieverhoor Wie heeft recht op een raadsman bij politieverhoor? Rechten van de verdachte Aanwezigheid van de raadsman: uitleg over de raadsman Raadsman bij politieverhoor praktijk Aanwezigheid en kwaliteit van de raadsman Bevoegdheden van de raadsman theorie en praktijk Plaats van de raadsman Rol van de raadsman Financiering en verantwoordelijkheden Effect van de raadsman bij het politieverhoor op de strafrechtketen De kansen en knelpunten van het systeem Kansen Knelpunten Conclusie werkbezoek Italië 67 Conclusie en aanbevelingen 68 Bijlage 1 Overzicht vergoedingen rechtsbijstand Denemarken 72 4 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices

5 Samenvatting In het kader van de versterking van de procedurele rechten van de verdachte in strafzaken (Stockholm Programma) heeft de EU een Routekaart vastgesteld voor de ontwikkeling en de vaststelling van een aantal maatregelen en voorts enkele richtlijnen in voorbereiding genomen en ten dele afgerond. Deze maatregelen dienen ter versterking van het recht van de verdachte op een eerlijk proces. Eén van de richtlijnen ziet op het recht van de verdachte tot toegang tot een raadsman. Als reactie op uitspraken van het EHRM over het verlenen van rechtsbijstand aan verdachten voorafgaand aan en tijdens het politieverhoor en in anticipatie op bovengenoemde richtlijnen, wordt in Nederland een wetsvoorstel voorbereid dat als belangrijkste strekking heeft dat de verdachte recht heeft op een raadsman bij het politieverhoor. Uiteraard brengt dit wetsvoorstel nieuwe maatregelen met zich mee die in het Nederlandse rechtssysteem geïmplementeerd moeten worden. Doel hierbij is dit zo effectief en efficiënt mogelijk te doen. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn de financiële en logistieke consequenties, de administratieve lasten voor zowel de politie als andere betrokken partijen en de invloed van de nieuwe wet op de rest van de strafrechtketen en het strafproces. In voorliggend onderzoek is onderzocht hoe andere Europese landen het recht van de verdachte op een raadsman bij het politieverhoor hebben ingevoerd, om bij te dragen aan de praktische implementatie van dit recht in Nederland. In dit rapport wordt antwoord gegeven op de vraag op welke wijze andere Europese landen de aanwezigheid van een raadsman tijdens het politieverhoor hebben geregeld. Centraal staan daarbij het zo laag mogelijk houden van de kosten en het vermijden en oplossen van praktische problemen. Hiervoor is literatuuronderzoek verricht en zijn werkbezoeken gebracht aan België, Denemarken en Italië, alwaar interviews zijn afgenomen bij vertegenwoordigers van de politie, advocatuur, het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het OM. In België is de wet raadsman bij politieverhoor pas in januari 2012 in werking getreden. Er bleken vooral problemen te zijn met de financiering van het systeem als beoogd in de nieuwe wet. Hierover was vooraf niet voldoende nagedacht, waardoor onder andere de vergoeding voor advocaten slechts ten dele uitgekeerd kan worden. Hierdoor neemt het enthousiasme onder advocaten snel af. Een ander nadeel betreft de logistieke problematiek, die nog niet geheel opgelost is. Zo moeten vele verhoorlocaties nog in orde worden gemaakt en verloopt het proces trager doordat er tussendoor op een raadsman gewacht moet worden. Tijdens het werkbezoek is door gesprekspartners aangegeven dat een mogelijke oplossing hiervoor het verminderen van het aantal verhoorlocaties zou kunnen zijn. Daarnaast zou er voor gekozen kunnen worden standaard een raadsman aanwezig te laten zijn op de verhoorlocaties. Een pluspunt in België is dat vooraf goed met alle betrokken partijen gesproken is, zodat zo veel mogelijk naar een compromis is gezocht en men op de hoogte is van elkaars visies. Ook is vanaf de start begonnen met het evalueren van de wet, waardoor nu al cijfers beschikbaar zijn en er snel meer duidelijkheid zal komen over de werking van de wet en de gevolgen voor de rest van de strafrechtketen. In Denemarken bestaat er reeds 40 jaar wetgeving die het recht van een verdachte op een raadsman bij het politieverhoor regelt. Kinderziektes zijn er daardoor niet meer en inmiddels is duidelijk dat de aanwezigheid van een raadsman tijdens het verhoor een positief effect heeft op de rest van de strafrechtketen. In Denemarken wordt het systeem zowel door politie, advocatuur als OM positief ervaren. De belangrijkste voordelen, het bevorderen van de rechtsgeldigheid van verkregen bewijsmateriaal en de garantie van een juiste behandeling voor de verdachte, wegen ruimschoots op tegen de nadelen. Er zijn geen uitgebreide gedragsregels die de bevoegdheden van de raadsman tijdens het verhoor limiteren. Deze geboden ruimte heeft een positieve invloed op het verhoor, wat ook zo door de politie wordt ervaren. Het enige probleem in Denemarken is dat de kosten voor de rechtsbijstand steeds hoger oplopen. Dit komt o.a. doordat ook verdachten die vermogend zijn uiteindelijk gebruik kunnen maken van een aangewezen raadsman en de daarbij behorende financiering. Momenteel wordt aan een herziening van het financieringssysteem gewerkt. De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices 5

6 Het recht op een raadsman bij het politieverhoor is in Italië in de jaren 60 tot stand gekomen. Om historische redenen geloven Italianen in het belang van de aanwezigheid van de raadsman en zien zij dit als een belangrijk recht van de verdachte. De verplichte aanwezigheid van een advocaat verkleint de kans dat de verdachte het slachtoffer wordt van druk of misleiding en het zwijgrecht wordt ondermijnd. De regels zijn voor degenen die er mee te maken hebben overzichtelijk en duidelijk. Het Italiaanse systeem kent de vereiste waarborgen voor een effectieve verdediging in strafzaken als het aankomt op de verplichte aanwezigheid van een raadsman bij politieverhoor. De rechten die aan de verdachte in het WvSv worden toegekend tijdens het onderzoek en verhoor door de politie, de OvJ en de rechter bieden voldoende bescherming om dit recht te waarborgen. Er zijn echter wel een aantal uitzonderingen welke het mogelijk maken te verhoren zonder raadsman. De aanwezigheid van deze uitzonderingen kan als positief beoordeeld worden ten faveur van een voorspoedige rechtsgang. De dagelijkse interpretatie van deze uitzonderingen vraagt echter wel om monitoring, omdat een (te) brede interpretatie op de loer ligt. Hierbij dient de alternatieve functie van het vooronderzoek in Italië wel in beschouwing te worden genomen. Het verhoor kan door politie nooit direct als bewijs opgevoerd worden in de rechtszaal. Hoewel de kosten voor rechtsbijstand een stijgende trend laten zien, blijven de kosten beheersbaar voor de overheid. Het rechtsbijstandsysteem is alleen toegankelijk voor mensen met een erg laag jaarinkomen en kent een lage vergoeding naar de advocaat toe. De last van de gevolgen van deze keuze komt vooral bij de advocaat te liggen. De verantwoordelijkheid voor het aanvragen van rechtsbijstand en het vorderen van de rekening als men hier niet voor in aanmerking komt, ligt volledig bij de advocaat. Dit kan de kwaliteit van de verleende juridische diensten negatief beïnvloeden. Zowel uit het literatuuronderzoek als uit de praktijkonderzoeken zijn verscheidene best practices naar voren gekomen die ook voor Nederland van nut kunnen zijn. Ook enkele lessons learned kunnen worden geïdentificeerd, waardoor mogelijke (opstart)problemen tijdens de implementatie van de wet kunnen worden voorkomen. Uiteraard moet hierbij de noot worden gemaakt dat rechtsvergelijking in zichzelf een uiterst lastige exercitie betreft, aangezien geen enkel rechtssysteem hetzelfde is. Hierdoor is een direct knip en plakwerk van best practices in de meeste gevallen niet mogelijk. Toch zijn er enkele aanbevelingen die op basis van dit onderzoek gedaan kunnen worden om de implementatie van de wet raadsman bij politieverhoor in Nederland voorspoedig te laten verlopen: 1. Actieve rol raadsman bij politieverhoor Een actieve rol van de raadsman tijdens het verhoor komt de kwaliteit van het verhoor ten goede. In de landen waar de advocaat een actieve rol inneemt, wordt de aanwezigheid van de raadsman als positief ervaren en lijkt het een toegevoegde waarde te geven aan het proces. Zowel politie als advocatuur bevestigen dat zij elkaars rol en positie tijdens het verhoor kunnen versterken. Uit dit onderzoek is gebleken dat een actieve rol van de raadsman niet of nauwelijks misbruikt wordt om de voortgang van het verhoor te frustreren. 2. Inzage bewijslast voorafgaand aan eerste politieverhoor Wanneer de advocaat inzage heeft gehad in de bewijslast alvorens het eerste verhoor plaatsvindt, kan dit positieve gevolgen hebben voor het verloop van het verhoor, omdat de raadsman de verdachte gerichter advies kan geven. Wanneer er veel bewijslast is zal er bijvoorbeeld minder snel geadviseerd worden gebruik te maken van het zwijgrecht en in plaats daarvan om constructief mee te werken. Aangezien de impact van een dergelijke maatregel niet voldoende onderzocht is wordt aanbevolen een pilot te starten waarin een dergelijke werkwijze kan worden onderzocht. 3. Flexibele tijdslimiet aanrijtijd raadsman In de onderzochte landen wordt een ruime tijdslimiet of het ontbreken hiervan als positief ervaren. Zo kunnen de rechten van de verdachte beter gegarandeerd worden. Doordat in Nederland de afstanden niet dusdanig groot zijn moet een bepaald tijdslimiet geen probleem zijn, maar aanbevolen wordt hier in de praktijk flexibel mee om te gaan. 6 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices

7 4. Voortzetten pilot Rotterdam bij uitrol ZSM Een mogelijkheid om de aanrijtijden te verlagen, en daarmee de huidige doorlooptijden te behouden, is ondergebracht in de pilot video-consult in Rotterdam. Begin 2013 zal ZSM worden uitgerold, waarbij snelheid voorop staat en wachttijden door de aanrijtijd van de raadsman het proces zouden kunnen frustreren. De pilot biedt ook in het kader van ZSM veel mogelijkheden en het is wenselijk deze pilot voort te zetten met de uitrol van ZSM, waarbij het denkbaar is de advocaat op de ZSM locatie te positioneren. 5. Onderzoek naar terugvordering kosten rechtsbijstand bij veroordeelde verdachte Om de kosten van rechtsbijstand in Nederland te drukken, wordt aanbevolen onderzoek te doen naar de draagkracht van de groep veroordeelde verdachten die gebruik maakt van een toegevoegde advocaat op ambtshalve last. Alvorens een systeem voor toetsing van draagkracht en terugvordering van gesubsidieerde rechtsbijstand in te gaan richten, is het raadzaam te toetsen of er daadwerkelijk ook iets terug te vorderen valt bij de doelgroep. In opdracht van Staatssecretaris Teeven 1 is een rechtsvergelijkend onderzoek uitgevoerd door Prof. Tak, waarbij onderzocht is hoe de kosten die gemoeid zijn met een strafzaak in het buitenland worden gereguleerd. In zijn onderzoek is gekeken naar de praktijk in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Momenteel wordt bekeken hoe de conclusies en aanbevelingen van Prof. Tak kunnen worden toegepast in Nederland. 6. Onderzoek naar de verschuiving van tactiek naar techniek Uit het praktijkonderzoek blijkt dat in de drie onderzochte landen een verschuiving heeft plaatsgevonden van het verhoor (tactiek) naar de forensische opsporing (techniek) tijdens het strafrechtelijk proces. Ook in Nederland is deze tendens al zichtbaar. Het is wenselijk om in een vervolgonderzoek de aard en omvang van deze verschuivingen zichtbaar te maken, zodat er op tijd op deze ontwikkeling gereageerd kan worden Het WODC is reeds verzocht een dergelijk onderzoek te doen. 1 Staatssecretaris Teeven heeft in een brief van 4 mei 2012 ( kamerstukken/2012/05/09/vraagpunten-gesubsidieerde-rechtsbijstand.html) aan de Tweede Kamer aangegeven dat een ontwerp van regelgeving is gemaakt waarin de mogelijkheid is neergelegd op vermogende veroordeelden de kosten van rechtsbijstand te verhalen. De staatssecretaris doelt hier op het nieuwe artikel 45 Strafvordering zoals is voorgesteld in het wetsvoorstel Raadsman en politieverhoor. Dit artikel vervangt het bestaande artikel 49 Strafvordering, dat verhaal op de goederen van een verdachte mogelijk maakt, maar in de praktijk nooit eerder is gebruikt. De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices 7

8 1 Inleiding 8 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices

9 1.1 Aanleiding Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te Straatsburg heeft in een aantal recente uitspraken geoordeeld dat het recht op een eerlijk proces was geschonden (art. 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)), 2 doordat voor het bewijs gebruik was gemaakt van verklaringen die door de verdachte waren afgelegd toen hij zonder raadsman door de politie was verhoord. Het gaat in het bijzonder om de uitspraak van het EHRM van 27 november 2008, het Salduz-arrest. 3 Naar aanleiding van de EHRM-uitspraak inzake Salduz en daaropvolgende uitspraken over de uitleg van het recht op rechtsbijstand in artikel 6 EVRM is in Nederland op 1 april 2010 aangepast beleid ingevoerd op basis van een aanwijzing van het College van procureurs-generaal (OM-aanwijzing) voor politie en het Openbaar Ministerie (OM) en afspraken met de Raad voor Rechtsbijstand. 4 Onderdeel van deze aanwijzing is de mogelijkheid voor de verdachte om een raadsman te raadplegen zowel voorafgaand als tijdens het verhoor. Op basis van dit beleid is inmiddels een conceptwetsvoorstel gemaakt, het wetsvoorstel Raadsman en Politieverhoor. De kern van het wetsvoorstel voorziet in codificatie van de Salduz-uitspraak van het EHRM en in anticipatie op de komende EU-richtlijn die onder meer het bieden van de mogelijkheid tot aanwezigheid van een raadsman tijdens het politieverhoor voorschrijft. Met de invoering van het wetsvoorstel zullen grote veranderingen optreden in de werkwijze van politie, OM en advocatuur in de eerste fase van het opsporingsonderzoek. Uiteraard zal dit ook extra kosten met zich meebrengen en daarbij komend een aantal praktische problemen betreffende de inrichting van systemen en werkwijzen. 1.2 Vraagstuk en doelstelling Gezien de ontwikkelingen omtrent het wetsvoorstel Raadsman en Politieverhoor en de te verwachten Europese richtlijnen, rijst de vraag hoe dit in Nederland in de praktijk geïmplementeerd kan worden. Onderdelen van dit vraagstuk zijn o.a. hoe dit financieel mogelijk te maken en bij welke partij (politie, OM, advocatuur) welke verantwoordelijkheid belegd wordt. Oftewel: Hoe kan er gegarandeerd worden dat een verdachte ook in de praktijk kan rekenen op effectieve bijstand van een raadsman tijdens het politieverhoor? De doelstelling van dit project is bij te dragen aan bovenstaand vraagstuk d.m.v. een rechtsvergelijkend onderzoek in andere Europese landen waar de aanwezigheid van een raadsman in de eerste fase van de strafrechtelijke procedure reeds geregeld is. Op basis van best practices uit andere Europese landen, kan worden beoordeeld hoe de Europese regelgeving en het wetsvoorstel effectief en praktisch kunnen worden geïmplementeerd. Hierbij dient te worden opgemerkt dat rechtsvergelijking in zichzelf een uiterst lastige exercitie betreft, aangezien geen enkel rechtssysteem hetzelfde is. Van groot belang hierbij is te realiseren dat een ieder rechtssysteem sterk is bepaald door de geschiedenis van het betreffende land en dat ontwikkelingen in staatsstructuur en vorm daarop een grote stempel drukken. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het nazisme in Duitsland, het fascisme in Italië en de militaire dictatuur in Griekenland. Ook het verschil in de Angelsaksische en Duitse traditie voor wat betreft de juridische praktijk is hierbij van groot belang. Ten behoeve van voorliggend rechtsvergelijkend onderzoek zijn werkbezoeken gebracht aan België, Denemarken en Italië. De keuze voor deze landen wordt in paragraaf 1.3 toegelicht. Er wordt niet alleen aandacht besteed aan de positieve kanten van het systeem in het desbetreffende land, maar ook de nadelen en mogelijke valkuilen komen aan de orde. De vraag die zal worden beantwoord, luidt: 2 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, 04 november 1950 (hierna: EVRM) 3 EHRM Salduz tegen Turkije (27 november 2008, 36391/02) 4 Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor, registratienummer 2010A007, Staatscourant 2012, nr 4003 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices 9

10 Hoe hebben andere Europese landen de aanwezigheid van de raadsman tijdens het politieverhoor geregeld, zodat deze enerzijds aan de Europese richtlijnen voldoet en anderzijds zo min mogelijk kosten en praktische problemen met zich meebrengt? Deelvragen hierbij zijn: Wat is de formele grondslag voor de aanwezigheid van de raadsman tijdens het verhoor? Wat zijn de verantwoordelijkheden en rollen van de betrokken partijen (politie, OM, Raad voor Rechtsbijstand en advocatuur)? Wat zijn de bevoegdheden van de raadsman tijdens het politieverhoor? Wat is de praktische invulling van de regeling? Oftewel: Heeft de verdachte ook in de praktijk toegang tot een advocaat? Hoe is de financiering geregeld? Wat zijn de kansen en knelpunten van het systeem? Wat heeft de invoering van het recht op een raadsman tijdens het verhoor voor effect op de rest van de strafrechtketen? Kan er een inschatting worden gemaakt over nieuwe nog te vormen EU-richtlijnen op dit gebied? 1.3 Afbakening en opzet rapportage Het wetsvoorstel Raadsman bij Politieverhoor behelst zowel het recht op een raadsman voorafgaand aan het eerste politieverhoor (consultatiebijstand, n.a.v. Salduz), als tijdens het verhoor (verhoorbijstand). Inmiddels is het recht op consultatiebijstand voorafgaand aan het eerste verhoor in Nederland gewaarborgd. De betrokkenheid van de raadsman voorafgaand aan het verhoor in andere landen wordt onderzocht in het kader van een evaluatieonderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (WODC). Daarom is dit project alleen gericht op de aanwezigheid van een raadsman tijdens het politieverhoor. Omdat andere Europese landen ervaring hebben met de betrokkenheid van de raadsman tijdens het verhoor is ervoor gekozen om te focussen op deze ervaringen in het buitenland. Er zijn reeds verscheidene onderzoeken gedaan in andere Europese landen. Echter, niet alle landen zijn even uitgebreid onderzocht. In dit project is gekozen voor drie landen waar nog weinig onderzoek is gedaan. Tevens is gekeken naar enkele criteria. 5 Aan de hand hiervan is er gekozen voor de volgende drie landen: België: Op 1 januari 2012 is in België de wet raadsman bij politieverhoor in werking getreden. Het karakter van het strafrechtelijke proces in België is vergelijkbaar met dat van Nederland. Dit zorgt er tezamen voor dat de kans groot is dat men in België tegen knelpunten bij de implementatie aanloopt die ook in Nederland verwacht kunnen worden. Denemarken: In Denemarken is, evenals in andere Scandinavische landen, het recht op bijstand van een raadsman tijdens het verhoor al lang ingevoerd en het lijkt een goedwerkend systeem te zijn. Doordat er in Denemarken al veel ervaring is, zijn alle kinderziektes daar de revue gepasseerd en kan er veel geleerd worden van dit voorbeeld. Italië: In dit land is het recht op een raadsman in de eerste fase van het opsporingsonderzoek in de wetgeving het verst doorgevoerd. Alle verdachten hebben recht op een raadsman tijdens verhoor en zij mogen hier geen afstand van doen. Echter, de praktijk kent belangrijke problemen, o.a. doordat de rechtsbijstand niet goed geregeld is. Voor Nederland is het interessant om te zien hoe het systeem in Italië in de praktijk werkt en welke oplossingen er gevonden worden voor de bestaande knelpunten. 5 Deze criteria zijn: a) Tijd/ervaring: Is het recht van een raadsman bij het verhoor al lang ingevoerd of niet? b) Financiën: Is er een systeem van rechtsbijstand of niet? c) Lijkt het karakter van het strafrechtelijke proces op dat van Nederland of niet? d) Mate van implementatie: Heeft de raadsman veel bevoegdheden of niet? 10 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices

11 In de drie landen zijn interviews afgenomen met verschillende betrokken partijen. Dit zijn in ieder geval beleidsmedewerkers van de Ministeries van Justitie en vertegenwoordigers van de advocatuur en politie. Aan de hand hiervan zijn inzichten verkregen in hoe het systeem in theorie in elkaar zit en wordt een indruk verkregen van de werking in de praktijk. Na het literatuuronderzoek en het in kaart brengen van de ervaringen in de drie landen wordt besproken waar aanbevelingen gedaan kunnen worden. Noot hierbij is dat het niet het doel van dit project is om met een passende aanpak voor de Nederlandse implementatie van de raadsman tijdens het verhoor te komen. Wel worden er aanbevelingen gedaan voor concrete vervolgstappen en zullen de bevindingen gebruikt kunnen worden in de discussie omtrent de verdere beleidsvorming ter invulling van het wetsvoorstel. De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices 11

12 2. Literatuuronderzoek 12 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices

13 In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het vraagstuk van de raadsman bij het politieverhoor en de bestaande literatuur en ontwikkelingen op dit gebied. Allereerst wordt daarbij ingegaan op de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de doorwerking daarvan in de Nederlandse rechtspraak. Daarna komt de EU conceptrichtlijn inzake toegang tot een advocaat aan de orde. Vervolgens wordt het Nederlandse wettelijk kader en de huidige rechtspraktijk beschreven. Daarna zal worden ingegaan op het afgeronde experiment raadsman bij politieverhoor en het Nederlandse wetsvoorstel raadsman bij politieverhoor. Tevens worden te verwachten nieuwe EU-richtlijnen besproken, alsmede de ervaringen met het recht op een raadsman bij het politieverhoor elders in Europa. 2.1 De Salduz Rechtspraak Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Het Salduz-arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft de basis gelegd voor veranderingen in het Nederlandse systeem van rechtsbijstand in strafzaken. 6 Een helder begrip van het arrest, navolgende Europese rechtspraak en Nederlandse rechterlijke uitspraken is belangrijk alvorens een vergelijking te kunnen maken met andere Europese landen. In deze paragraaf wordt de Salduz rechtspraak en de doorwerking daarvan in Nederland uiteengezet. Op 27 november 2008 wees het EHRM het zogenaamde Salduz-arrest. Het recht op een eerlijk proces, zoals dat is vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), stond daarin centraal. Het Hof constateerde dat dit recht geschonden was, nu de 17-jarige Salduz voorafgaand aan het politieverhoor geen toegang tot rechtsbijstand had gekregen. Het Hof legt daarmee uit dat artikel 6, derde lid, onder c, vereist dat de minderjarige verdachte, voorafgaand aan het politieverhoor, toegang tot een raadsman krijgt (consultatiebijstand). De minderjarige verdachte dient over dit recht te worden geïnformeerd. Daarnaast kan de jeugdige verdachte (tot en met vijftien jaar) geen afstand doen van het recht op consultatiebijstand. Het recht op consultatiebijstand geldt eveneens voor de meerderjarige verdachte. Deze kan wel afstand doen van dit recht, mits deze voldoende geïnformeerd is over de gevolgen daarvan. Artikel 6, derde lid, onder c, luidt als volgt: Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, heeft in het bijzonder de volgende rechten ( ) c. zich zelf te verdedigen of daarbij de bijstand te hebben van een raadsman naar eigen keuze of, indien hij niet over voldoende middelen beschikt om een raadsman te bekostigen, kosteloos door een toegevoegd advocaat te kunnen worden bijgestaan, indien de belangen van een behoorlijke rechtspleging dit eisen; Het gebruik van belastende verklaringen, die zijn verkregen tijdens een verhoor waaraan voorafgaand geen consultatiebijstand is geboden, is in strijd met het EVRM. Deze rechtsregel volgt onder meer uit het Panovits-arrest van het EHRM. 7 In Pishchalnikov 8 oordeelde het Hof dat artikel 6 geschonden was, nu verdachte op zowel de dag van zijn aanhouding als de dag erna werd verhoord zonder aanwezigheid van een raadsman, terwijl hij uitdrukkelijk had verzocht om juridische bijstand. Ook in Dayanan 9 constateerde het Hof dat er sprake was van een schending van artikel 6, nu aan de verdachte systematisch toegang tot juridische bijstand werd geweigerd gedurende zijn hechtenis op het politiebureau. Zelfs nu verdachte gebruik had gemaakt van zijn zwijgrecht constateerde het Hof dat de weigering van toegang tot juridische bijstand een schending van artikel 6 oplevert. 6 EHRM Salduz tegen Turkije (27 november 2008, 36391/02) 7 EHRM Panovits tegen Cyprus (11 december 2008, 4268/04). 8 EHRM Pishchalnikov tegen Rusland (24 september 2009, 7025/04) 9 EHRM Dayanan tegen Turkije (13 oktober 2009, 7377/03) De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices 13

14 In het arrest Brusco 10 geeft het EHRM een overzicht van haar tot nu toe gedane uitspraken over het recht op consultatiebijstand en verhoorbijstand. Daarin bevestigt het Hof de in o.a. Salduz en Panovits geïntroduceerde rechtsregels (de Salduz rechtspraak). Nu het recht op consultatiebijstand door het EHRM is vastgesteld en reeds wordt vertaald naar Europese en nationale regelgeving, zullen toekomstige zaken zich naar verwachting voornamelijk richten op de meer praktische invulling van Salduz. Mogelijk zal nader moeten worden uitgelegd wanneer er sprake is van een eerste politieverhoor (zie hierna de uitspraak van de Hoge Raad over het vervoer in een politieauto) Hoge Raad der Nederlanden Het Nederlandse rechtssysteem kenmerkt zich door de directe werking van een ieder verbindende bepalingen, zoals die zijn vastgelegd in internationale verdragen (artikel 93 Grondwet). 11 Op grond van artikel 94 Grondwet dient de rechter het internationaal recht toe te passen, indien hij van oordeel is dat de internationale bepaling een ieder verbindend karakter heeft. Internationaal rechtelijke bepalingen zijn tevens de hoogste in hiërarchie; zij hebben aldus voorrang boven het Nederlandse recht indien de rechter besluit om een internationale bepaling toe te passen. De bepalingen van het EVRM, alsook de uitspraken van het EHRM, hebben daarmee een grote impact op het Nederlandse rechtssysteem. Het is om die reden dat ook de Salduz rechtspraak en de uitleg van artikel 6 EVRM bepalend zijn voor de invulling van het recht op juridische bijstand in Nederland. Ter verdere uitleg van de uitspraken van het Europees Hof heeft ook de Hoge Raad (HR) een aantal arresten gewezen, waarin het recht op juridische bijstand nader vorm heeft gekregen. 12 Uit de uitspraken van de Hoge Raad volgt dat, anders dan volgens vaste jurisprudentie voordien gebruikelijk was, aan de verdachte een recht op consultatiebijstand wordt toegekend, en dat de minderjarige verdachte bovendien aanspraak kan maken op de aanwezigheid van zijn raadsman of vertrouwenspersoon tijdens het politieverhoor. Daarnaast heeft de Hoge Raad een aantal uitspraken gedaan over verschillende situaties waarin een beroep op Salduz wordt gedaan. Zo heeft de Hoge Raad gehouden dat een persoon die vrijwillig met de politie meegaat voor een verhoor, zich in een later stadium niet kan beroepen op het recht op consultatiebijstand voorafgaand aan dat eerste gesprek. 13 Ook heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over het vervoer in een politieauto en tijdens de rit gedane uitspraken. Zij heeft bepaald dat het vervoer niet als eerste politieverhoor kan worden aangemerkt en de verdachte zich aldus niet op Salduz kan beroepen. 14 De jurisprudentie van het EHRM en de Hoge Raad hebben een wijziging in de praktijk van de strafrechtspleging teweeg gebracht. De discussie over de aanwezigheid van een raadsman tijdens het politieverhoor is daarmee in een ander licht komen te staan. In de (concept)memorie van toelichting 15 bij het Nederlandse wetsvoorstel (zie paragraaf 4) stellen de Minister en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie zich op het standpunt dat in de reeks van EHRMarresten nog geen sprake is van een geval waarin de verklaring van een verdachte, die wel consultatiebijstand heeft gehad, maar geen verhoorbijstand, vanwege dat verzuim niet als bewijsmiddel mag worden gebruikt. Het EHRM heeft zich nog niet uitgesproken over een mogelijk algemeen en zelfstandig recht van de verdachte op de fysieke aanwezigheid van de raadsman tijdens het politieverhoor EHRM Brusco tegen Frankrijk (10 oktober 2010, 1466/07) 11 Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden, 24 augustus 1815 (laatst gewijzigd op: 15 juli 2008) (hierna: GW) 12 Op 30 juni 2009 zijn drie arresten gewezen door de Hoge Raad (LJN BH3079, BH3081, BH3084) met uitvoerige conclusies van AG Knigge (NJ 2009, nr.349). 13 HR 7 februari 2012 LJN: BU HR 15 mei 2012 LJN: BU Memorie van Toelichting Rechtsbijstand en politieverhoor, 18 april 2011 (beschikbaar via documenten-en-publicaties/regelingen/2011/04/18/memorie-van-toelichting-rechtsbijstand-en-politieverhoor.html) 16 Zie ook het antwoord op de vragen van het lid van de Tweede Kamer, de heer Recourt, van 1 december 2010, Kamerstukken II 2010/11, Aanhangsel De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices

15 2.2 Concept EU richtlijn Op 8 juni 2011 is door de Europese Commissie een conceptrichtlijn gepubliceerd betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en betreffende het recht op communicatie bij aanhouding. 17 Over de inhoud daarvan zijn onderhandelingen gaande tussen de lidstaten en de Commissie. Het is nog onduidelijk wanneer deze onderhandelingen zullen worden afgerond. Doel van de richtlijn is volgens het document als volgt: Het doel van dit voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad [van Ministers] is voor de gehele Europese Unie gemeenschappelijke minimumvoorschriften vast te stellen betreffende het recht van verdachten en beklaagden op toegang tot een advocaat in strafprocedures en betreffende het recht om bij aanhouding te communiceren met een derde, zoals een familielid, de werkgever of een consulaire autoriteit. 18 Het voorstel is de volgende stap in een reeks maatregelen die zijn vastgelegd in de resolutie van de Raad van 30 november 2009 over een routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures. 19 Deze routekaart is gevoegd bij het programma van Stockholm, dat door de Europese Raad van 10 en 11 december 2010 is aangenomen. 20 De routekaart bestaat uit een viertal maatregelen. Maatregel A over het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures is reeds tot stand gekomen. 21 De onderhandelingen over maatregel B aangaande het recht op informatie in strafprocedures zijn reeds afgerond. 22 Het recht op toegang tot een raadsman is onderdeel van maatregel C, dat ziet op juridisch advies en rechtsbijstand. Met de (concept)richtlijn komt maatregel C derhalve slechts deels ten uitvoer. De gefinancierde rechtsbijstand is buiten het voorstel gelaten. De Commissie is voornemens daarover in de toekomst een separaat voorstel te doen. Wel is een deel van maatregel C over toegang tot een raadsman in de ontwerprichtlijn gecombineerd met maatregel D (Communicatie met familie, werkgever en consulaire autoriteiten) uit de routekaart. Het eerdere standpunt van de Nederlandse regering ten aanzien van de conceptrichtlijn is neergelegd in een BNC-fiche. 23 In dit fiche d.d. 3 oktober 2011 neemt Nederland het standpunt in dat het voorstel op onderdelen aanzienlijk verder gaat dan waartoe het EVRM de lidstaten verplicht. Dit zou onder andere leiden tot risico s voor de uitvoerbaarheid en tot substantiële kosten. Zoals het fiche verwoordt, is de inzet van Nederland in de onderhandelingen om de reikwijdte van het voorstel terug te brengen tot datgene wat volgt uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Deze kritische positie werd gedeeld door België, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Frankrijk. Inmiddels heeft de Commissie op 2 februari 2012 een nieuwe conceptrichtlijn bekend gemaakt. 24 Ook daarin is in artikel 3.3(b) het recht op een raadsman bij verhoor opgenomen: Member States shall ensure that the suspect or accused person has the right for his lawyer to be present and, in accordance with procedures in national law, participate when he is officially interviewed. When a lawyer participates during an official interview this shall be recorded in accordance with national law; 17 Concept EU-richtlijn d.d , COM (2011) Ibid, p.1 19 PbEU Het programma van Stockholm een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger, 4 mei 2010 (2010/C 115/01) 21 Richtlijn 2010/64/EU, PbEU L COM(2010) Kamerstukken II, , nr De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices 15

16 Uit dit artikel vloeit in elk geval voort dat de raadsman tijdens het verhoor aanwezig mag zijn en daaraan deelneemt. Hoe aan die aanwezigheid en deelname invulling wordt gegeven is niet nader gespecificeerd. Het meest recente standpunt van de Nederlandse overheid is te vinden in de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad d.d. 7 en 8 juni Daarin wordt het volgende opgemerkt: Een cruciaal punt tijdens de onderhandelingen is de vraag tot welke verplichting van de zijde van de staat het recht op toegang tot een raadsman leidt. Daarbij is in het voorstel een onderscheid aangebracht tussen verdachten die van hun vrijheid zijn beroofd (aangehouden) en verdachten die niet van hun vrijheid zijn beroofd. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, is onder verwijzing naar de jurisprudentie van het EHRM (o.a. Salduz) van oordeel dat, wanneer de verdachte van zijn vrijheid is beroofd en zich derhalve in een kwetsbare positie bevindt, er een zekere zorgplicht op de overheid rust om ervoor te zorgen dat wanneer de verdachte dat wenst, hij ook daadwerkelijk in de gelegenheid is om zich door een raadsman te laten adviseren en bijstaan. Dit zou ook in de tekst van de richtlijn tot uitdrukking moeten komen. Een andere groep lidstaten wenst daarentegen niet al te dwingende formuleringen op dit vlak. Of hierover voor de komende JBZ-Raad overeenstemming kan worden bereikt, kan op dit moment niet worden gezegd. Interessant is dat Nederland zich ook sterk heeft gemaakt voor een onderscheid in de reikwijdte van het recht op toegang tot een advocaat. Dit onderscheid houdt in dat verdachten van lichte strafbare feiten, waarvoor een gevangenisstraf niet kan of in de praktijk niet wordt opgelegd, zijn uitgesloten van het recht op consultatiebijstand en verhoorbijstand. Nog onduidelijk is of een compromis op dat punt haalbaar is. 2.3 Geldende regelgeving en huidige praktijk in Nederland De Hoge Raad heeft de wettelijke regeling van rechtsbijstand in strafzaken in vaste jurisprudentie zo uitgelegd, dat er geen algemeen recht van de verdachte bestaat op verhoorbijstand. Dat betekent echter niet dat in de praktijk nooit een raadsman wordt toegelaten tot het verhoor. De verdachte kan zich tijdens het politieverhoor beroepen op zijn zwijgrecht en op artikel 28, tweede lid, Wetboek van Strafvordering (Sv) luidend: aan de verdachte wordt zo veel mogelijk de gelegenheid verschaft zich met zijn raadsman in verbinding te stellen. De verdachte kan zich op basis hiervan tijdens het politieverhoor met zijn raadsman verstaan middels telefonisch contact of door de fysieke aanwezigheid van de raadsman te bewerkstelligen. Voor beide vormen is toestemming van de opsporingsambtenaar vereist Werkwijze van politie en openbaar ministerie sinds 1 april 2010 Sinds 1 april 2010 is de OM-aanwijzing van het College van procureurs-generaal van kracht. 25 In de aanwijzing staat hoe uitvoering te geven aan het recht van een aangehouden verdachte op consultatiebijstand. Daarnaast staat in de aanwijzing op welke wijze voor minderjarigen invulling gegeven moet worden aan het recht op verhoorbijstand tijdens het verhoor door de politie. De politie stelt, in geval van aanhouding, eerst de identiteit van de verdachte vast zoals in artikel 27a Sv is beschreven. Vervolgens informeert de politie de verdachte zowel schriftelijk als mondeling over zijn rechten, waaronder het recht op consultatiebijstand (en mogelijk verhoorbijstand). De schriftelijke informatie wordt verstrekt in de vorm van folders, die in verschillende talen beschikbaar zijn en op het politiebureau worden uitgereikt aan de verdachte. Als blijkt dat de verdachte de Nederlandse taal niet verstaat of beheerst, roept de politie zo snel mogelijk een tolk op, ook met het oog op de consultatiebijstand waar de verdachte voorafgaand aan zijn politieverhoor recht op heeft. Het is belangrijk dat de raadsman en de verdachte zich daadwerkelijk (eventueel via een tolk of tolkentelefoon) met elkaar kunnen verstaan. Een tolk kan uiteraard ook nodig zijn bij het politieverhoor. Dit kan dezelfde tolk zijn die bij het consult van verdachte met zijn raadsman aanwezig is geweest, maar dat hoeft niet. 25 Zie: 16 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices

17 In de OM-aanwijzing is, gebaseerd op de ernst van het strafbare feit waarvan verdachte wordt verdacht, een driedeling opgenomen van soorten zaken (A, B en C) waarvoor een raadsman moet worden opgeroepen. De consultatiebijstand vindt bij A- en B-zaken (misdrijven) plaats middels een gesprek op het politiebureau. Bij C-zaken wordt de verdachte in de gelegenheid gesteld telefonisch contact op te nemen met een raadsman. Voor de verdachte van een misdrijf, die zelf geen raadsman heeft, zorgt de piketcentrale, onder verantwoordelijkheid van de Raad voor Rechtsbijstand (RvR), ervoor dat raadslieden worden opgeroepen om consultatiebijstand te verlenen. De raadsman moet binnen twee uur na het tijdstip van de melding aan de piketcentrale ter plaatse zijn; de politie mag het verhoor in beginsel niet beginnen zonder dat de verdachte de gelegenheid heeft gekregen om een half uur met zijn raadsman te overleggen. In categorie A-zaken (ernstige misdrijven (gevangenisstraf van twaalf jaren of meer) of zaken met kwetsbare verdachten) kan de verdachte geen afstand doen van zijn recht op consultatiebijstand. Nadat hij met zijn raadsman heeft gesproken, kan hij wel afstand doen van verdere rechtsbijstand. Een dergelijke afstandsverklaring voldoet aan de eisen van het EHRM, die inhouden dat het ondertekenen van een verklaring dat de verdachte geen prijs stelt op rechtsbijstand nog geen rechtsgeldige afstand behoeft te zijn. 26 Afstand moet welbewust en vrijwillig worden gedaan. De raadsman moet zich ervan vergewissen dat de verdachte op de hoogte is van de consequenties van zijn beslissing; deze kan daar in een latere fase van de procedure, bijvoorbeeld bij de inverzekeringstelling of vordering tot bewaring, op terugkomen. In categorie B-zaken (zaken betreffende misdrijven waarbij voorlopige hechtenis toegelaten is en die niet vallen onder categorie A) kan de verdachte wel op voorhand afstand doen van zijn recht op consultatiebijstand. In categorie C-zaken (misdrijven waarvoor geen voorlopige hechtenis is toegelaten alsmede zaken betreffende overtredingen) krijgt de verdachte de mogelijkheid om telefonisch contact op te nemen met een raadsman. De verdachte kan maximaal twee pogingen ondernemen om met een raadsman in contact te komen. Als de verdachte, na telefonisch overleg met een raadsman, te kennen geeft dat die raadsman voor een persoonlijk onderhoud met hem naar het politiebureau zal komen, wordt twee uur gewacht met de aanvang van het verhoor in afwachting van de komst van de raadsman. Ook hier geldt dat de verdachte de gelegenheid krijgt om een half uur met zijn raadsman te overleggen. De verdachte wordt geïnformeerd dat gebruikmaking van zijn recht op consultatiebijstand bij A- en B-zaken geen extra kosten met zich meebrengt, maar dat de kosten bij C-zaken voor eigen rekening komen. Voor aangehouden minderjarigen geldt dat zij recht hebben op consultatiebijstand of een onderhoud met een vertrouwenspersoon voorafgaand aan hun verhoor en op verhoorbijstand van een raadsman of vertrouwenspersoon. Jeugdige verdachten (tot en met vijftien jaar) kunnen van zowel het recht op consultatiebijstand als het recht op verhoorbijstand geen afstand doen. Middels dit beleid wordt zowel voldaan aan de richtlijn voor communicatie als de verplichtingen die zijn voortgekomen uit de gewijzigde uitleg van artikel 6 EVRM door het EHRM. Daarnaast zijn aanvullende voorzieningen getroffen voor zogenaamde kwetsbare verdachten (met een kennelijke verstandelijke beperking of cognitieve functiestoornis) Systeem en financiering van de rechtsbijstand 27 Zoals reeds hiervoor uiteengezet, is er in de OM-aanwijzing een onderverdeling gemaakt in A-, B- en C-zaken. Ongeacht het type zaak, wordt er bij een beroep op consultatiebijstand voorafgaand aan het eerste politieverhoor door het politiebureau direct een fax gestuurd naar de piketcentrale. 28 De piketcentrale stuurt vervolgens een sms naar een eerste strafadvocaat. De advocaat kan via internet inloggen in een 26 EHRM Panovits tegen Cyprus (11 december 2008, 4268/04) r.o De informatie in deze paragraaf is verkregen middels de website van de RvR ( en een gesprek op het Centraal Kantoor van de RvR te Utrecht. 28 De piketcentrale is een privaat bedrijf met een 24-uurs bezetting; het bedrijf behandelt naast rechtsbijstand ook de oproepen aan artsen, tandartsen en monteurs. De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices 17

18 systeem waar hij of zij de gegevens omtrent de melding kan zien; vervolgens kan de advocaat de zaak aannemen of afwijzen. Indien de advocaat de zaak afwijst of niet binnen 30 minuten reageert, stuurt de piketcentrale een sms naar een volgende advocaat. Vanaf het moment dat de fax binnenkomt bij de piketcentrale, is er twee uur aanrijtijd beschikbaar. Na het verstrijken van deze twee uur moet de advocaat fysiek aanwezig zijn op het politiebureau. Vanwege praktische moeilijkheden wordt er momenteel in Rotterdam geëxperimenteerd met telefonische videocall consulten (zie hierna onder 2.3.4). De piketdienst begint om zeven uur in de ochtend en eindigt om acht uur in de avond. Zaken die buiten deze tijdspanne vallen, worden doorgaans direct de volgende ochtend behandeld. Alleen in geval van levensdelicten, gijzelingen en ontvoeringen zijn er ook buiten de reguliere uren strafadvocaten beschikbaar voor consultatiebijstand. De rechtsbijstand wordt door het ministerie van Veiligheid en Justitie via de Raad voor Rechtsbijstand (RvR) georganiseerd en gefinancierd. De RvR hanteert een forfaitair puntensysteem, op basis waarvan advocaten gemaakte uren kunnen declareren. Een advocaat ontvangt per punt 106,00 excl. BTW; dit bedrag wordt vooraf in de begroting van het ministerie opgenomen. Er is aldus sprake van een open systeem. (Zie ter vergelijking België, waar een gesloten systeem wordt gehanteerd en de vergoeding per punt pas achteraf wordt bepaald aan de hand van het landelijk totaal aan gedeclareerde punten). De consultatiebijstand kan worden verdeeld in twee onderdelen: Consultatie op het politiebureau, voorafgaand aan het politieverhoor (0,75 punt) Rechtsbijstand bij de inverzekeringstelling van de verdachte (0,75 punt) Ongeacht of een advocaat op beide momenten een consult verleend of alleen tijdens de inverzekeringstelling is het totaal 1,5 punten. Daarnaast wordt er voor minderjarige verdachten verhoorbijstand gefinancierd onder het systeem van rechtsbijstand. Hiervoor krijgt de advocaat ingeval van een voltooid levensdelict een forfaitaire vergoeding van 2 punten, ongeacht het aantal verhoren dat hij/zij daadwerkelijk heeft bijgewoond, en 1 punt in alle overige gevallen waarin hij het verhoor bijwoont. De RvR tracht eveneens de kwaliteit van rechtsbijstand te monitoren en garanderen. Allereerst stelt de Raad bepaalde opleidings- en ervaringseisen aan advocaten die zich in willen schrijven voor de piketdienst. Daarnaast oefent zij controle uit door de bereikbaarheid van en de aantallen geaccepteerde zaken door advocaten bij te houden. Indien zich hier ongeregeldheden voordoen, kan de RvR de advocaat hierop aanspreken en, indien er geen verbetering voordoet, de advocaat van de lijst voor piketdienst halen Experiment raadsman bij politieverhoor In 2009 en 2010 heeft het experiment raadsman bij politieverhoor plaatsgevonden. Dit met als doel om te bekijken wat de meerwaarde is van de aanwezigheid van de raadsman op het bevorderen van de transparantie en verifieerbaarheid van het verhoor en het voorkomen van ongeoorloofde pressie. 29 Wel moet vermeld worden dat in het experiment de raadsman tijdens het verhoor nauwelijks bevoegdheden had. Dit houdt in dat de aanwezigheid van de raadsman tijdens het verhoor dus een andere of grotere meerwaarde kan hebben wanneer deze meer bevoegdheden heeft. Uit de evaluatie door het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (WODC) blijkt het volgende. 30 De methode van verhoor door politie zijn in het eerste en tweede verhoor anders dan tijdens het derde verhoor. Uit het experiment is gebleken dat met name tijdens het derde verhoor suggestieve technieken (meer pressie) worden aangewend. Omdat deze technieken meer risico meebrengen ten aanzien van valse 29 WODC, Raadsman bij politieverhoor. Invloed van voorafgaande consultatie en aanwezigheid van raadslieden op organisatie en wijze van verhoren en proceshouding van verdachten, Boom Juridische Uitgevers, Den Haag Ibid. 18 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices

19 bekentenissen zou de advocaat juist hier een controlerende rol kunnen vervullen. Belangrijk is daarom dat de advocaat niet alleen tijdens het eerste politieverhoor aanwezig is, maar ook tijdens navolgende verhoren. 31 De advocatuur was negatief over de invulling van het recht op verhoorbijstand. Zo moest de advocaat achter de verdachte in de verhoorruimte plaatsnemen en mocht hij geen contact maken met de verdachte. Er mocht alleen worden ingegrepen indien het pressieverbod (buitenwettelijk gebruik van pressie) werd overtreden (art 29, eerste lid, Sv). Volgens de advocatuur is deze invulling in strijd met de vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt. Vanuit de politie was echter juist scepsis tegenover de consultatiebijstand, uit angst dat de raadsman dan doorgaans de verdachte zal adviseren zich op zijn zwijgrecht te beroepen. Interessante waarneming is dat verhoorders in aanwezigheid van de raadsman minder gebruik lijken te maken van (toegestane) pressie. De politie is daar normaal gesproken vooral toe geneigd indien gebruik wordt gemaakt van het zwijgrecht. Ook last de politie meer pauzes in indien een raadsman aanwezig is. Overigens lijkt de consultatiebijstand grotere invloed te hebben op de proceshouding van de verdachte (bijvoorbeeld inroepen zwijgrecht) dan de aanwezigheid van de raadsman tijdens het verhoor. Er wordt aangegeven dat een gevolg van de toename het gebruik van het zwijgrecht kan leiden tot het langer doorrechercheren door de politie, zodat deze reeds meer bewijs hebben alvorens het eerste verhoor te beginnen. Het is hier van belang om te vermelden dat er sinds enige jaren discussie wordt gevoerd omtrent de verschuivende verhouding tussen tactiek (waaronder de politieverhoren) en techniek in het politie- en recherchewerk. Door technologische ontwikkelingen op het vlak van forensische opsporing is het steeds vaker mogelijk informatie te achterhalen zonder medewerking van de verdachte(n), bijvoorbeeld door DNA-onderzoek, telefoontaps en het achterhalen van informatie die is opgeslagen op mobiele telefoons en sociale media. Als gevolg daarvan lijkt de techniek een steeds groter onderdeel uit te gaan maken van het politiewerk en neemt het belang van het politieverhoor in het opsporingsproces verhoudingsgewijs mogelijk af (autonome ontwikkeling). In de conclusie geeft het WODC aan dat de uitkomsten van het experiment lastig te meten zijn. Enerzijds draagt de aanwezigheid van de raadsman bij aan de waarheidsvinding, de kans op valse verklaringen neemt af. Anderzijds kan de aanwezigheid de waarheidsvinding belemmeren, het gebruik van het zwijgrecht is daarvan een voorbeeld. Met name in het beginstadium van een zaak (stadium van de politieverhoren) kan het ontbreken van kennis over de zaak ertoe leiden dat de raadsman zijn cliënt zekerheidshalve adviseert om te zwijgen. Echter, het gebruik van het zwijgrecht lijkt met name toe te nemen door de reeds verplichte consultatiebijstand Pilot video-consult Rotterdam In januari 2012 is in Rotterdam, onder auspiciën van de RvR, een pilot van start gegaan waarin gebruik wordt gemaakt van video-consulten ten einde invulling te geven aan het recht op consultatiebijstand. De resultaten van de eerste zes maanden zijn door de RvR, politie en advocatuur goed bevallen. Besloten is de pilot voor nogmaals zes maanden uit te voeren. Ditmaal zullen (onder voorbehoud) ook jeugdige verdachten worden meegenomen in de pilot. De pilot is opgezet op twee verschillende locaties van de politie. Op beide locaties worden twee diensten gedraaid (ochtend en middag) en is per dienst één advocaat aanwezig. Op de eerste locatie is dat een advocaat met een algemene strafrechtelijke specialisatie, welke op locatie meerderjarige verdachten fysiek consulteert en video-consulten aflegt met meerderjarige verdachten op de andere locatie. Op de tweede locatie is een advocaat met een specialisatie in jeugdrecht aanwezig, welke op locatie minderjarige verdachten fysiek consulteert en video-consulten aflegt met minderjarige verdachten op de andere locatie. De resultaten van de twee pilots zullen afgewacht moeten worden om te bezien of deze vorm van consulteren eveneens geschikt is voor minderjarige verdachten. 31 Ibid. p De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices 19

20 Mogelijk kan, bij blijvende positieve resultaten, het format video-consulten landelijk worden uitgerold om zo de praktische moeilijkheden van de consultatiebijstand te overwinnen. Afhangend van de invulling van de verhoorbijstand, kan het gebruik van video-consulten ook hier uitkomst bieden, maar het is nog onduidelijk of videobijstand tijdens het verhoor voldoet aan de Europese richtlijnen. Wanneer er daadwerkelijke fysieke aanwezigheid vereist is voldoet een videoverbinding niet. 2.4 Overzicht wetsvoorstel raadsman bij politieverhoor Doel van het wetsvoorstel Het wetsvoorstel strekt ertoe een regeling op te nemen in het Wetboek van Strafvordering (Sv), die het mogelijk maakt dat een verdachte zich, in een eerder stadium dan nu in de wet is vastgelegd, kan beroepen op toegang tot en bijstand van een raadsman. Daarmee wordt verzekerd dat een verdachte, die is aangehouden vanwege een strafbaar feit teneinde te worden gehoord op een politiebureau, recht heeft op rechtsbijstand in de vorm van een onderhoud met een raadsman voorafgaand aan het politieverhoor (consultatiebijstand). Voorts strekt het wetsvoorstel tot toekenning van een recht op rechtsbijstand tijdens het politieverhoor op verzoek van de verdachte (verhoorbijstand) als vervolg op verleende consultatiebijstand. In aansluiting daarop bevat het wetsvoorstel aangepaste bepalingen betreffende het informeren van de verdachte omtrent zijn rechten, de regeling van de aanhouding, het ophouden voor onderzoek, het verhoor, de voorgeleiding en de toewijzing van rechtsbijstand in de eerste fase van de strafrechtelijke procedure. Met het wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan het recht op rechtsbijstand en de eisen die aan een eerlijke procedure in strafzaken worden gesteld. Dit sluit aan bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden en de nadere uitleg die daaraan door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in zijn jurisprudentie is gegeven en door de Hoge Raad nader is geduid voor de rechtspraktijk in Nederland. Het wetsvoorstel bouwt in belangrijke mate voort op de praktijk die is ontstaan na de inwerkingtreding van de aanwijzing van het College van procureurs-generaal van 1 april 2010, zoals in paragraaf 3 is beschreven. Het wetsvoorstel beoogt voorts een vereenvoudiging van bestaande regelingen. Het wetsvoorstel beoogt in ieder geval te codificeren waarover in brede kring communis opinio bestaat. Voor zover de conceptrichtlijn thans voorstellen bevat die het bestek van dit wetsvoorstel te buiten gaan en die in de uiteindelijke richtlijn worden gehandhaafd, zal nog afzonderlijke implementatie moeten volgen. In de volgende paragraaf zal kort worden ingegaan op de te verwachten toekomstige richtlijnen vanuit de EU. Het kabinet acht het evenwel wenselijk dat de regeling van de eerste en belangrijkste fase van de strafprocedure een duidelijke wettelijke basis heeft, die is ingebed in de systematiek van het Wetboek van Strafvordering. De huidige praktijk, die in aanzienlijke mate afwijkt van de in het wetboek voorziene gang van zaken, dient niet uitsluitend gebaseerd te blijven op een aanwijzing van het College van procureurs-generaal, waarin het bestaande beleid uiteen wordt gezet. De aanwijzing is bedoeld als een tijdelijke voorziening Hoofdlijnen van het wetsvoorstel Hieronder worden kort de hoofdlijnen van het wetsvoorstel geschetst. Het codificeren en nader vormgeven van de regeling voor rechtsbijstand in strafzaken door de toekenning van een recht op rechtsbijstand in de vorm van een onderhoud met een raadsman voorafgaand aan het eerste politieverhoor, bijstand van een raadsman tijdens het verhoor en de toegang tot rechtsbijstand en rechtsbijstand voorziening ; verduidelijking van de rechten van de verdachte (in het bijzonder de opsomming van de rechten van de verdachte, de verplichting om mededeling te doen van zijn rechten en de regeling van het verhoor); actualisering van de dwangmiddelen aanhouding op heterdaad en buiten heterdaad ; 20 De betrokkenheid van de raadsman tijdens het politieverhoor Europese best practices

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

1. voorafgaand aan het verhoor een advocaat kan raadplegen, 2. de verdachte tijdens het verhoor bijstand van zijn advocaat geniet,

1. voorafgaand aan het verhoor een advocaat kan raadplegen, 2. de verdachte tijdens het verhoor bijstand van zijn advocaat geniet, You have the right to remain silent. Should you waive that right, anything you say can be held against you in a court of law. You have the right to speak to an attorney. If you cannot afford an attorney,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13508 13 maart 2017 Voorpublicatie tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met onder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 753 Rechtsbijstand Nr. 119 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 1 juli 2009 (03.07) (OR. en) 11457/09 DROIPE 53 COPE 120 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Het recht van de verdachte op toegang tot rechtsbijstand

Hoofdstuk 1: Het recht van de verdachte op toegang tot rechtsbijstand Leidraad politieverhoor Hoofdstuk 1: Het recht van de verdachte op toegang tot rechtsbijstand Artikel 1: Consultatierecht en recht op rechtsbijstand tijdens de (politie)verhoren 1. De verdachte wordt de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8884 23 februari 2016 BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016 Nieuw: recht op verhoorbijstand aan meerderjarige

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 500 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2011 Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 3 juni 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 377747 Voorlichting@rechtspraak.nl Advies Wetsvoorstel

Nadere informatie

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 17 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0409 (COD) 15490/14 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad DROIPEN 129 COPEN 278 CODEC 2241 Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

2. Werkwijze van politie en openbaar ministerie na 1 april 2010

2. Werkwijze van politie en openbaar ministerie na 1 april 2010 Concept 22 maart 2011 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot aanvulling van de regeling van het politieverhoor van de verdachte en diens aanhouding en voorgeleiding aan de officier van justitie,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4003 16 maart 2010 Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor Categorie: Pre-opsporing, opsporing Rechtskarakter: Aanwijzing

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 331 Besluit van 25 augustus 2017 tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met onder meer de uitbreiding van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Namens de NOvA vraag ik in het bijzonder uw aandacht voor het navolgende.

Namens de NOvA vraag ik in het bijzonder uw aandacht voor het navolgende. Aan de Vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Den Haag, 11 februari 2016 Dossiernummer: 3.4.11 uw kenmerk: telefoonnummer: +31

Nadere informatie

Salduz en verhoorbijstand

Salduz en verhoorbijstand Salduz en verhoorbijstand Reacties kunt u geven via het feedbackformulier. Idee en realisatie: Leendert van der Welle Hoofdagent Politie Zeeland-West-Brabant in samenwerking met de Nationale Politie en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 526 Besluit van 9 november 2011 tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse

Nadere informatie

nota Ministerie van Veiligheid en Justitie Raad voor de Kinderbescherming Minister van Veiligheid en Justitie, Mr I.W.

nota Ministerie van Veiligheid en Justitie Raad voor de Kinderbescherming Minister van Veiligheid en Justitie, Mr I.W. Contactpersoon Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Nummei www.klnderbescherming.nl 3501 D Utrecht 1, S Landelijke Directie Ministerie van Justitie - (J Ministerie van Veiligheid en Justitie Raad voor de Kinderbescherming

Nadere informatie

13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B

13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 30 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0407 (COD) 13538/14 DROIPEN 112 COPEN 230 CODEC 1868 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité van permanente

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Advies conceptwetsvoorstellen en concept-amvb raadsman en politieverhoor

Advies conceptwetsvoorstellen en concept-amvb raadsman en politieverhoor De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 18 april 2014 contactpersoon Voorlichting e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548 uw

Nadere informatie

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? Is er in uw bedrijf al eens een ernstig arbeidsongeval gebeurd? Dan bent u als werkgever, als lid van de hiërarchische lijn, als preventieadviseur, als

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 22 januari 2010 (OR. en) 2010/0801 (COD) PE-CONS 1/10 DROIPEN 6 COPEN 22 CODEC 41 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief voor

Nadere informatie

Fiche 2: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures

Fiche 2: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures Fiche 2: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures 1. Algemene gegevens Voorstel: Initiatief voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht

Nadere informatie

Het Nederlandse recht op verhoorbijstand door een advocaat voor niet-aangehouden verdachten

Het Nederlandse recht op verhoorbijstand door een advocaat voor niet-aangehouden verdachten Het Nederlandse recht op verhoorbijstand door een advocaat voor niet-aangehouden verdachten Naam: Giovanni Zegerius Studentnummer: 10003018 Mastertrack: Publiekrecht, Strafrecht Begeleider: mw. mr. D.

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 oktober 2011 (24.10) (OR. en) 15812/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0154 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 oktober 2011 (24.10) (OR. en) 15812/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0154 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 2 oktober 20 (24.0) (OR. en) 582/ Interinstitutioneel dossier: 20/054 (COD) DROIPE 2 COPE 282 CODEC 748 OTA van: aan: nr. Comv.: nr. vorig doc.: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

Aan de Koningin. 1. Bestuurlijke strafbeschikking

Aan de Koningin. 1. Bestuurlijke strafbeschikking Aan de Koningin Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Contactpersoon A.M.C. Boerwinkel T 070 370 71 01 a.boerwinkel@minvenj.nl Onderwerp Voorstel

Nadere informatie

Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken

Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken Paul Ponsaers 1 1. De EU is niet enkel een economische, politieke en sociale gemeenschap, maar evenzeer een waardengemeenschap.

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl Aan de Minister van Justitie en Veiligheid

Nadere informatie

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159) De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dr. K.H.D.M. Dijkhoff Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 19 oktober 2015 contactpersoon Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet ADVIES Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet Oktober 2014 1 Inleiding Een ieder heeft het recht op een eerlijk proces. Of het nu in een strafzaak of in een civiele zaak

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 26.10.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 280/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2010/64/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking

Nadere informatie

6/03/2015. Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie

6/03/2015. Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 In Nederland is er wel een definitie van verdachte. Artikel 27 lid 1 Sv.: - Als verdachte wordt vóór de vervolging is aangevangen,

Nadere informatie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van

Nadere informatie

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159) Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159) Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de Raad voor Rechtsbijstand.

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de Raad voor Rechtsbijstand. Rapport Een onderzoek naar een klacht over de Raad voor Rechtsbijstand. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Raad voor Rechtsbijstand gegrond. Datum: 12 december 2016 Rapport: 2016/114

Nadere informatie

POSITION PAPER SALDUZ

POSITION PAPER SALDUZ POSITION PAPER SALDUZ DE SALDUZ-WET De Salduz-wet 1 voorziet in nieuwe regels met betrekking tot het verhoor van getuigen en verdachten en is het gevolg van een arrest van het Europees Hof voor de Rechten

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

A8-0165/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

A8-0165/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 28.9.2016 A8-0165/ 001-045 AMENDEMENTEN 001-045 ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Verslag Dennis de Jong A8-0165/2015 Rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd: Implementatie van richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van

Nadere informatie

Een paar nachtjes in de cel

Een paar nachtjes in de cel Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag en het voorarrest van minderjarigen in politiecellen Maartje Berger Carrie van der Kroon JEUGDSTRAFRECHT Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Sociaal strafrecht. Arbeidsinspectie. Sociale inspecteurs. Bevoegdheden. Draagwijdte. Gevolg. Verhoor mits bijstand van advocaat Datum 17 april 2012 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 JULI 2014 P.14.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1029.N A B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Frank Marneffe, advocaat bij de balie te Antwerpen,

Nadere informatie

COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS. Zijne Excellentie. dr. R.H.A. Plasterk. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties.

COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS. Zijne Excellentie. dr. R.H.A. Plasterk. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties. S Postbus i6oot KIenesing& i- T 030 88838 88 in(o@rnon5er,rechtcn.r,i Voorzitter Grondwet 2500 EA DEN HAAG Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties dr. R.H.A. Plasterk Zijne Excellentie Postbus

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 28 november 2014

No.W /II 's-gravenhage, 28 november 2014 ... No.W03.14.0345/II 's-gravenhage, 28 november 2014 Bij Kabinetsmissive van 26 september 2014, no.2014001817, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd: Implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering

Nadere informatie

Datum 25 april 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de positie van kwetsbare verdachten in het strafproces

Datum 25 april 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de positie van kwetsbare verdachten in het strafproces 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamerd der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Raadsman bij het politieverhoor

Raadsman bij het politieverhoor De Nederlandse situatie J. Boksem Leuven, 23 april 2009 Lange voorgeschiedenis o.a: C. Fijnaut EHRM Schiedammer Parkmoord Verbeterprogramma Motie Dittrich: overwegende dat de kwaliteit van het politieverhoor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 157 Implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot

Nadere informatie

2. De raadsman informeert zijn cliënt adequaat over het verloop van het strafproces en over diens rechten en bevoegdheden.

2. De raadsman informeert zijn cliënt adequaat over het verloop van het strafproces en over diens rechten en bevoegdheden. RAADSMAN BIJ POLITIEVERHOOR: PROTOCOL Inleiding Dit protocol beoogt aan te geven door welke uitgangspunten de raadsman zich laat leiden bij de wijze waarop hij (of zij) zijn rol tijdens een (politie)verhoor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 451 Panama Papers Nr. 1 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 14 april

Nadere informatie

De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal

De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal RECHT OP BIJSTAND VAN EEN ADVOCAAT VOORSTEL VAN RICHTLIJN EU Vicky De Souter, Attaché, Directie Strafwetgeving FOD Justitie De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 4.11.2016 L 297/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2016/1919 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 oktober 2016 betreffende rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden in strafprocedures

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 JANUARI 2014 P.13.1332.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1332.N J E C, beklaagde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Gert Warson, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /122 20 14/122 d e Natio nale o mb ud sman 1/5 Feiten

Nadere informatie

Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten. Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM

Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten. Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM P.H.P.H.M.C. van Kempen & J. Van de Voort Samenvatting Radboud Universiteit

Nadere informatie

De Minister van Justitie

De Minister van Justitie = POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM

Nadere informatie

A8-0165/46. Amendement 46 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

A8-0165/46. Amendement 46 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 28.9.2016 A8-0165/46 Amendement 46 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Verslag A8-0165/2015 Dennis de Jong Rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 7 oktober 2016 (OR. en) 2013/0409 (COD) PE-CONS 33/16 DROIPEN 124 COPEN 232 CODEC 1009 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Betreft: Brief minister van justitie d.d. 22 augustus 2016; Rechtsbijstand in de eerste fase van het opsporingsonderzoek

Betreft: Brief minister van justitie d.d. 22 augustus 2016; Rechtsbijstand in de eerste fase van het opsporingsonderzoek Aan de Vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Den Haag, 25 augustus 2016 dossiernummer: uw kenmerk: telefoonnummer: 070-3353565

Nadere informatie

Jachtseizoen op zwartspaarders geopend

Jachtseizoen op zwartspaarders geopend Jachtseizoen op zwartspaarders geopend Het jachtseizoen op zwartspaarders is vol geopend. Inmiddels is gebleken dat het ministerie van Financiën geen enkel middel schuwt. Nu is zelfs bekend gemaakt dat

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE Nota CCMC 2017/014 Brussel, 20 april 2017 BETREFT : Nota Salduz

Nadere informatie

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen. Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

Ministerie van Justitie

Ministerie van Justitie ϕ1 Ministerie van Justitie Aan de Koningin Onderdeel sector straf- en sanctierecht Contactpersoon Mr. L.P. Mol Lous Registratienummer 5501938/07/6 Datum 10 september 2007 Onderwerp Nader rapport inzake

Nadere informatie

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3 Besluit van houdende implementatie van richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 15 juli 2009 (24.07) (OR. en) ST 12116/09 DROIPE 66 COPE 139

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 15 juli 2009 (24.07) (OR. en) ST 12116/09 DROIPE 66 COPE 139 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 15 juli 2009 (24.07) (OR. en) ST 12116/09 DROIPE 66 COPE 139 OTA van: aan: Betreft : het voorzitterschap de delegaties Voorstel voor een resolutie van de Raad en van de

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35062 17 december 2013 Aanwijzing bijstand van tolken en vertalers bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten

Nadere informatie

Rechtsbijstand bij het politieverhoor

Rechtsbijstand bij het politieverhoor Rechtsbijstand bij het politieverhoor Voldoet de voorgestelde Nederlandse regelgeving aangaande rechtsbijstand bij het politieverhoor aan de hieraan gestelde vereisten in Richtlijn 2013/48/EU en het EVRM?

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Bij de invoering van de Wet herziening GVO is door de Minister de toezegging aan de Tweede Kamer gedaan deze wet in twee fasen te laten evalueren. De eerste evaluatie dateert van

Nadere informatie

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9116/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 490 COPEN 200 CYBER 153 DROIPEN 79 JAIEX 75 ENFOPOL 229 DAPIX 177 EJUSTICE 63 MI

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie