Beknopt Verslag VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN VAN

Transcriptie

1 BV 50 COM 091 BV 50 COM 091 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Beknopt Verslag VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN VAN namiddag

2 2 BV 50 COM AGALEV-ECOLO : Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales CVP : Christelijke Volkspartij FN : Front National PRL FDF MCC : Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-mouvement des Citoyens pour le Changement PS : Parti socialiste PSC : Parti social-chrétien SP : Socialistische Partij VLAAMS BLOK : Vlaams Blok VLD : Vlaamse Liberalen en Democraten VU&ID : Volksunie&ID21 Afkortingen bij de nummering van de publicaties : Abréviations dans la numérotation des publications : DOC /000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + DOC /000 : Document parlementaire de la 50e het nummer en het volgnummer législature, suivi du n et du n consécutif QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Handelingen (Integraal Verslag) HA : Annales (Compte Rendu Intégral) BV : Beknopt Verslag CRA : Compte Rendu Analytique PLEN : Plenum PLEN : Séance plénière COM : Commissievergadering COM : Réunion de commission Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Bestellingen : Commandes : Tel. : 02/ Tél. : 02/ Fax : 02/ Fax : 02/ alg.zaken@dekamer.be aff.generales@lachambre.be

3 BV 50 COM INHOUD COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN C 091 REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN VRAGEN van de heer Bruno Van Grootenbrulle tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over vertragingen op de lijnen 91 en 94 van de NMBS (nr. 701) Sprekers : Bruno Van Grootenbrulle en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 5 van de heer Bruno Van Grootenbrulle tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de NMBS-dienstregeling tussen kerstmis en nieuwjaar (nr. 702) Sprekers : Bruno Van Grootenbrulle en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 6 van de heer Olivier Chastel tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over het sociaal akkoord binnen de NMBS (nr. 708) Sprekers : Olivier Chastel en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 6 van de heer Bart Somers tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de jaarresultaten van de NMBS (nr. 711) Sprekers : Bart Somers en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 7 van mevrouw Pierrette Cahay-André tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over het moratorium op nieuwe autorijscholen (nr. 713) Sprekers : Pierrette Cahay-André en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 8 van de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de erkenning van vakbonden door de NMBS (nr. 746) Sprekers : Francis Van den Eynde en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 8 van de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over het stakingsverbod bij de NMBS (nr. 747) Sprekers : Francis Van den Eynde en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 9 van de heer Luc Sevenhans tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de vergunning van scheepsagent (nr. 748) Sprekers : Luc Sevenhans en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 9

4 4 BV 50 COM van de heer Luc Sevenhans tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de IJzeren Rijn (nr. 782) Sprekers : Luc Sevenhans en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 10 van mevrouw Fientje Moerman tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de tewerkstelling van vrouwen bij de NMBS (nr. 777) Sprekers : Fientje Moerman en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 10 van de heren Jos Ansoms en Lode Vanoost tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over het ontslag van de gedelegeerd bestuurder van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (nrs 760 en 812) Sprekers : Jos Ansoms, Lode Vanoost en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 11

5 BV 50 COM COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN OPENBARE VERGADERING WOENSDAG 19 JANUARI 2000 NAMIDDAG VOORZITTER : de heer Francis VAN DEN EYNDE De vergadering wordt geopend om uur. REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN De voorzitter : Vice-premier Durant licht momenteel, op verzoek van de eerste minister, het algemene beleid toe in de Senaat. Ik stel derhalve voor de vergadering te schorsen tot uur. (Instemming) De vergadering wordt geschorst om uur. De vergadering wordt hervat om uur. De voorzitter : Ik breng u in herinnering dat het Reglement voor een vraag voorziet in een spreektijd van vijf minuten voor vraag én antwoord. Gelet op het grote aantal vragen op onze agenda verzoek ik u zich hieraan te houden. VRAGEN VERTRAGINGEN OP DE LIJNEN 91 EN 94 VAN DE NMBS Vraag van de heer Bruno Van Grootenbrulle tot de viceeerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de veelvuldige vertragingen op de lijnen 91 en 94 van de NMBS" (nr. 701) De heer Bruno Van Grootenbrulle (PS) : Heel wat pendelaars melden mij dat er geregeld vertragingen zijn op de lijn Doornik-Brussel. De aanleg van de HST-lijn Brussel-Rijsel heeft het treinverkeer danig ontregeld. Daar brachten de pendelaars evenwel nog begrip voor op. Het was tenslotte maar tijdelijk, zo bezwoer hun de NMBS-top. Vertragingen zijn er echter nog altijd, ook op lijn 91 Leuven-Geraardsbergen via Edingen, Aat en Lessen. Kan de minister mij Hierover tekst en uitleg geven? Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Er zijn een hele reeks factoren die de vertragingen op lijn 94 Geraardsbergen-Leuven en op lijn 91 Aat-Geraardsbergen verklaren. Tot eind oktober 1999 werd het station van Halle door verbouwingswerken gedeeltelijk verlamd. Tot in 2002 wordt nog aan het spoor gewerkt tussen de splitsing te Ruisbroek en Brussel-Zuid. De vertraging van de IR-treinen op de lijn Leuven-GeraaRdsbergen heeft ook

6 6 BV 50 COM een weerslag op lijn 36, waarop momenteel werken worden uitgevoerd. Het verkeer op de Noord-Zuidverbinding verloopt tijdens de spits niet vlot. Op lijn 94 zullen de vernieuwing van de overwegen en het leggen van de leidingen pas in 2002 zijn afgerond. Voorts moet de vertraging ook gedeeltelijk aan meer algemene factoren worden toegeschreven. In de herfst bemoeilijken vallende bladeren, wind en regen de tractie. Het technisch materiaal is soms beschadigd. De overweginfrastructuur werkt niet altijd optimaal. Op de overwegen komt het soms tot ongevallen met derden. In het derde trimester van 1999 werden 8 dergelijke ongevallen gesignaleerd. De verbouwingswerken in het station van Halle zijn af, wat de stiptheid ten goede moet komen. Die zal echter pas optimaal zijn wanneer de spoorwerken tussen de splitsing te Ruisbroek en Brussel- Zuid zijn voltooid. Ik onderhandel over een aanhangsel bij het beheercontract van de NMBS dat haar ertoe verplicht zich om de kwaliteit van haar diensten te bekommeren. De kwaliteit zou ondere andere op basis van de stiptheid worden beoordeeld. Ik heb er bij de NMBS op aangedrongen dat er gericht en geregeld informatie verstrekt wordt aan de pendelaars. De heer Bruno Van Grootenbrulle (PS) : Ik dank de vice-premier voor haar toelichtingen. NMBS-DIENSTREGELING TUSSEN KERSTMIS EN NIEUWJAAR Vraag van de heer Bruno Van Grootenbrulle tot de viceeerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de aanpassing van de dienstregeling van de NMBS tussen Kerstmis en nieuwjaar" (nr. 702) De heer Bruno Van Grootenbrulle (PS) : De NMBS heeft haar dienstregeling tussen kerstmis en nieuwjaar tijdelijk gewijzigd. Naar verluidt is het de eerste keer dat de aanpassing van de dienstregeling in de kerstperiode zo ingrijpend is, met alle ongemakken van dien voor de reiziger. Ofwel heeft de NMBS rijkelijk laat ingezien dat er steevast minder mensen de trein nemen in die periode, ofwel is ze ervan uitgegaan dat er eind 1999 meer pendelaars dan normaal met vakantie zouden zijn tenzij een en ander eigenlijk bedoeld was om sommige treinbestuurders de mogelijkheid te geven een deel van hun achterstallige jaarlijkse vakantiedagen op te nemen. Kan de minister ons dienaangaande tekst en uitleg geven? Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Tussen kerstmis en nieuwjaar schroeft de NMBS altijd het treinaanbod terug, met name wegens de schoolvakantie. Zo werden 18 extra treinen afgeschaft. Dat heeft wellicht wat hinder voor de reizigers veroorzaakt. De NMBS heeft de kosten en baten van die beslissing afgewogen. Het betreft vooral piekuurtreinen die in de week tussen Kerstmis en nieuwjaar werden afgeschaft. In die week zijn de jongste jaren immers nog maar weinig mensen aan het werk. De heer Bruno Van Grootenbrulle (PS) : Ik dank de minister voor haar antwoord. SOCIAAL AKKOORD BINNEN DE NMBS Vraag van de heer Olivier Chastel tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "het sociaal akkoord bij de NMBS" (nr. 708) De heer Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : Op 26 november jongstleden sloten de NMBS-directie en de vertegenwoordigers van de socialistische en de christelijke vakbonden een sociaal akkoord Daarmee kwam er voorlopig een einde aan een sociaal conflict dat een ernstig tekort in het personeelsbestand van de treinbestuurders aan het licht bracht. Dat akkoord had met name betrekking op een perequatie van de pensioenen. Het cijfer van 600 miljoen voor de drie jaar werd geopperd, waarvan 225 miljoen voor het jaar Tijdens de bespreking van de begroting 2000 in de commissie erkende u dat het akkoord geld zou kosten maar beweerde u dat de begroting niet zou worden opgetrokken. Enige tijd later verklaarde uw kabinet dat het niet aan de onderhandelingen had deelgenomen en dat het niet gebonden was door een contract bij het sluiten waarvan het niet was betrokken. Op 19 december keurde de raad van bestuur van de NMBS het protocol-akkoord goed. Op hoeveel wordt de perequatie van de pensioenen voor de jaren 1999, 2000 en 2001 geraamd? Kan een akkoord tussen de sociale partners tot verplichtingen leiden voor de Staat? Is het mogelijk artikel 43 van het tweede beheerscontract te wijzigen zodat de perequatie van de pensioenen

7 BV 50 COM geheel of gedeeltelijk ten laste valt van de Staat, zoals aan de twee erkende vakbonden werd beloofd? Welk standpunt verdedigde de regeringscommissaris tijdens de raad van bestuur van 17 december? Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Punt 3.2. van het sociaal akkoord impliceert een perequatie van de pensioenen. De jaarlijkse budgettaire impact wordt op 450 miljoen geraamd. De NMBS werd er al op 1 december 1999 van op de hoogte gebracht dat de perequatie geen financiële gevolgen mag hebben voor de federale overheidsbegroting. De NMBS heeft mij niets meegedeeld over de inhoud van de onderhandelingen waaraan ik niet heb deelgenomen. Ik heb me tot niets verbonden. De regering heeft de minister van begroting en mijzelf ermee belast de juridische grondslagen van een eventuele perequatie te onderzoeken. Daar wordt momenteel aan gewerkt. Ik stel voor dat we hierop terugkomen nadat het onderzoek is afgerond. De heer Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : Als ik het goed begrepen heb, denkt de Staat er niet aan de kosten van die aanpassing op zich te nemen. Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Enerzijds staat een Europese verordening zulks in de weg, anderzijds is er het probleem van de juridische haalbaarheid van een perequatie. De heer Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : Er moet worden nagedacht over andere middelen om de uitbetaling van de pensioenen te waarborgen. Er kan misschien een pensioenfonds worden opgericht. Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Die structurele kwestie is nog niet aan de orde geweest. Het gaat hier het om een juridische kwestie die moet worden geregeld. JAARRESULTATEN VAN DE NMBS Vraag van de heer Bart Somers tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de recente verklaringen van de afgevaardigde bestuurder van de NMBS in verband met de resultaten van de NMBS" (nr. 711) De heer Bart Somers (VLD) : Afgevaardigd bestuurder Schouppe van de NMBS verklaarde enig tijd geleden in de pers dat het binnenlands treinvervoer in het voorbije jaar met drie procent toenam, terwijl het internationaal reizigersvervoer met zeven procent steeg. Hij was zelfs lichtjes euforisch over de resultaten. Had hij die informatie niet rechtstreeks aan onze commissie moeten bezorgen? Wat zijn de juiste resultaten inzake binnenlands en internationaal reizigers- en goederenvervoer? Wat zijn de financiële resultaten? Indien zich een stijging voordeed, waaraan was die te danken? Welke extra investeringen waren daartoe nodig? Met hoeveel procent nam de totale mobiliteit toe? Wat is daarin het aandeel van het spoor? Hoeveel bedroeg de stijging van het individueel autogebruik en van het goederenvervoer over de weg? Welke conclusies trekt de minister uit al deze resultaten? Welke maatregelen zijn noodzakelijk? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : De resultaten zijn nog niet officieel. Voor de eerste tien maanden van 1999 was er een stijging van het reizigersverkeer en een daling van het goederenverkeer. Het vierde kwartaal 1999 voor het goederenverkeer blijkt beter dan voor 1998, zodat de daling toch beperkt blijft. De verbetering van de regelmaat van het treinverkeer had een positieve invloed op de verkoop van tickets, passen en aanverwante producten. Vooral de zomermaanden waren erg goed. Er waren geen extra investeringen nodig voor deze resultaten. De verbeterde resultaten zijn ook te danken aan het inzetten van nieuwe treinstellen en de verdere inspanningen op het vlak van de dienstverlening. Voor het internationale personenvervoer werden geen nieuwe infrastructurele middelen ingeschakeld. Voor het goederenverkeer werden nieuwe rijtuigen in gebruik genomen en werden verschillende oude rijtuigen verbeterd. Voor het woon-werkverkeer zien we dat het marktaandeel van het spoor verschilt naargelang de afstand die moet worden afgelegd. Twaalf procent van het woonwerkverkeer gebeurt per spoor voor een afstand kleiner dan 10 km. Dit aandeel stijgt tot 40 procent voor afstanden groter dan 35 km. He spoor neemt 30 procent van het woon- werkverkeer naar Brussel voor zijn rekening. Het marktaandeel van het goederenverkeer per spoor is slechts bekend tot het jaar ,5 procent van het

8 8 BV 50 COM goederenverkeer gebeurde toen via de weg, 14,6 procent per spoor, 11,9 procent over het water en 2,9 procent gebeurde door middel van pijpleidingen. In 2000 zullen er nog andere wijzigingen plaatsvinden binnen de klantencategorieën. Er zullen verschillende initiatieven worden genomen om de diensten naar de verschillende klanten toe te verbeteren. De openstelling van het Europese spoorwegnetwerk vormt een uitdaging voor de NMBS, die tot verdere investeringen in materieel en personeel noodzaakt. De heer Bart Somers (VLD) : Ik dank de minister voor de cijfers. De stijging is verheugend, maar blijft marginaal. Verdere inspanningen zijn nodig om de NMBS een structureel marktaandeel te doen veroveren. MORATORIUM OP NIEUWE RIJSCHOLEN Vraag van mevrouw Pierrette Cahay-André tot de viceeerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "het moratorium op de erkenning van nieuwe rijscholen" (nr. 713) Mevrouw Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC) : Sinds 1988 is er een moratorium op de erkenning van nieuwe rijscholen. In december 1998 liet de toenmalige staatssecretaris voor Veiligheid weten dat hij geen nieuwe rijscholen meer zou erkennen omdat hij het noch uit pedagogisch noch uit economisch oogpunt noodzakelijk achtte dat de sector van de autorijscholen in België zou uitdijen. Nochtans zouden nog recentelijk scholen zijn erkend. Beantwoorden deze aan de criteria inzake levensvatbaarheid, kwaliteit en goed beheer waarmee het moratorium ontdoken kan worden? Welke Europese richtlijnen zouden een wijziging van het koninklijk besluit betreffende de erkenning opleggen? Binnen welke termijn moeten die richtlijnen in Belgisch recht worden omgezet? Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Er is inderdaad een beginselakkoord voor vier nieuwe rijscholen in het Waalse Gewest op grond van artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 maart Aanvragers moeten niet alleen aantonen dat aan de technische vereisten voldaan wordt, ze moeten ook bewijzen dat hun project economisch voldoende levenskansen heeft. Mijn departement heeft een berekeningsmethode uitgewerkt aan de hand waarvan enkele scholen nog konden worden erkend. Er is geen Europese richtlijn die een wijziging van de erkenningsvoorwaarden zou opleggen. Wel proberen wij ons te conformeren aan de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie. Een tiental jaren geleden werden de erkenningscriteria een stuk strenger gemaakt, met name op het stuk van de economische levensvatbaarheid van de scholen. Vandaag stellen we vast dat het vooropgestelde doel niet bereikt werd. Het lijkt me niet erg verantwoord om criteria met betrekking tot levensvatbaarheid op te leggen. Mijns inziens moeten we meer oog hebben voor de pedagogische kwaliteiten van de scholen. De huidige wetgeving moet worden aangepast. Voorts moet de overheid erop toezien dat het commerciële aspect niet de enige drijfveer wordt. De pedagogische kwaliteit is van primordiaal belang. De thans geldende voorwaarden moeten door strengere kwaliteitsvereisten worden vervangen. Ik heb mijn bestuur gevraagd met de betrokken sector om de tafel te gaan zitten en mij concrete voorstellen te doen. Mevrouw Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC) : Uw antwoord doet mij versteld staan. U heeft vier voorlopige erkenningen verleend. Loopt u nu niet op de feiten vooruit? Had u de sector niet beter éérst geraadpleegd? Als de sector economisch ten onder dreigt te gaan, zal de kwaliteit van de instructie er ook op achteruitgaan. De sector wil een breed overleg met u voeren en is niet a priori tegen nieuwkomers gekant. Voorzitter : de heer Jacques Chabot ERKENNING VAN VAKBONDEN DOOR DE NMBS Vraag van de heer Francis Van den Eynde tot de viceeerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de erkenning van bepaalde vakbonden door de NMBS" (nr. 746) De heer Francis Van den Eynde (VL.BLOK) : Enkele maanden geleden beloofde de minister de niet-erkenning van de VSOA door de NMBS te onderzoeken en zo nodig bij te sturen. Sinds 1 januari heeft de liberale VSOA drie NMBS-afgevaardigden en ontvangt de bond een jaarlijkse toelage van 6 miljard frank. De militaire OVS wordt echter nog steeds als niet-aangenomen bond beschouwd, ondanks de belofte van 4 november. Vanwaar deze verschillende behandeling?

9 BV 50 COM Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : We hebben nooit aan de OVS beloofd dat wij hen zouden laten erkennen. Daartoe moeten immers een aantal voorwaarden voldaan zijn. De bond moet alle statutaire bedienden van de maatschappij toelaten, hij moet deel uitmaken van een nationale interprofessionele organisatie met leden en aangesloten zijn bij de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven ; tot slot moeten de betalende leden 10 procent uitmaken van het statutaire personeel van de maatschappij. De samenstelling van de nationale paritair commissie wordt alle zes jaren vernieuwd. De organisaties die geen zitting hebben in deze commissie, kunnen geen erkenning krijgen. Het NMBS-reglement bepaalt dat de aangenomen organisaties dezelfde behandeling krijgen als de erkende, met de uitzondering dat ze niet over bestendig afgevaardigden beschikken. Zowel VSOA als OVS hebben het statuut van aangenomen organisatie en hebben dus geen bestendig afgevaardigden. De NMBS probeert de best mogelijk relatie te onderhouden met de diverse personeelsorganisaties. (Verder in het Frans) Ik heb geen officiële informatie over de subsidiëring van de vrijgestelden. Ik weet niet op welke wettelijke grondslag die regeling steunt. Ik ben legalist. Ik heb me nooit tegen de erkenning van die vakbond verzet. Ik zal inlichtingen inwinnen. Representativiteit is voor mij de basis van de sociale onderhandeling, corporatistische ontsporingen moeten echter worden vermeden. De heer Francis Van den Eynde (VL.BLOK) : Ik betwist uiteraard de erkenning van de VSOA niet. Ik betreur de strenge erkenningsnormen, die volgens mij in strijd zijn met de grondwettelijke vrijheid van vereniging. Ik heb mijn informatie gehaald van de vakbonden en uit De Morgen van 10 januari. Ik hoop dat de minister mij binnen enkele weken meer informatie kan verschaffen. Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Er werd mij officieel niets meegedeeld. STAKINGSVERBOD BIJ DE NMBS Vraag van de heer Francis Van den Eynde tot de viceeerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "het stakingsrecht in het licht van het gerechtelijk door de NMBS bedongen stakingsverbod" (nr. 747) De heer Francis Van den Eynde (VL.BLOK) : De NMBS heeft zich, om een eventuele staking op 3 en 4 december te vermijden, gewapend net twee arresten van het hof van beroep van Luik en een beschikking van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. De NMBS heeft dus op die manier een mogelijke staking laten verbieden. Dit staat scherp in tegenstelling met de verklaringen van de minister van Mobiliteit in de Kamer. Zij verklaarde dat voor haar het stakingsrecht heilig was en dat ze dus geen enkele maatregel zou treffen om de staking te verhinderen. Hoe komt het dat het beleid van de NMBS zo sterk verschilt van de verklaringen van de verantwoordelijke minister? Wat denkt de minister van de werkwijze van de NMBS? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : De bestuursorganen van de NMBS hebben een rechtsvordering ingesteld voor alle rechtbanken van eerste aanleg tegen treinbestuurders die op 3 en 4 december het treinverkeer zouden verhinderen of de toegang tot de stations bemoeilijken. Volgens de wet van 21 maart 1991 op de overheidsbedrijven kunnen de bestuursorganen in rechte optreden zonder akkoord van de minister. Wij leven in een rechtsstaat. Het stakingsrecht wordt gerespecteerd.daarnaast kan de NMBS naar de rechter stappen. De minister komt slechts tussenbeide in de relaties tussen de NMBS en zijn werknemers in de gevallen die de wet bepaalt. Dat neemt niet weg dat ik het soms niet eens ben met de gedelegeerd bestuurder. De heer Francis Van den Eynde (VL.BLOK) : Ik ben het met de minister eens wanneer zij verklaart dat de NMBS het recht heeft om naar de rechtbank te gaan. Wanneer echter de NMBS beslist om naar verschillende rechtbanken te stappen, is dit op politiek vlak een zeer ernstige zaak. Bovendien heeft de NMBS op geen enkel moment de bevoegde minister terzake geconsulteerd. Voorzitter : de heer Francis Van den Eynde VERGUNNING VAN SCHEEPSAGENT Vraag van de heer Luc Sevenhans tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de vergunning van scheepsagent" (nr. 748) De heer Luc Sevenhans (VL. BLOK) : Ik stelde op 30 september 1998 en 21 april 1999 reeds vragen over het

10 10 BV 50 COM ontwerp van KB dat voorziet in de vergunning van scheepsagent, een zeer gewichtig dossier dat al vijftien jaar oud is. Op 28 september 1999 antwoordde de minister dat het ontwerp-kb klaar was en dat de nodige adviezen er waren. Het dossier zou zo vlug mogelijk aan de Ministerraad worden voorgelegd. Is er dan eindelijk een minister gevonden die het probleem ernstig neemt? Wat is de stand van zaken? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Het ontwerp van KB werd mij op 15 december door het Bestuur van het Vervoer te water voorgesteld om voor te leggen aan de Ministerraad. Daarin werden twee elementen opgenomen : enerzijds de wet betreffende het statuut van tussenpersonen met betrekking tot het goederenvervoer, anderzijds de Europese richtlijn betreffende de maatregelen ter bevordering van de inschakeling van loontrekkenden binnen dat vervoer. Aan dit ontwerp van KB worden nog een aantal andere KB's gekoppeld : de vergunning van commissionair expediteur, de vergunning van vervoerscommissionair en de vergunning van vervoersmakelaar. Mijn kabinet heeft het Bestuur van het Vervoer te water gevraagd enige verbeteringen naar vorm aan te brengen. Daarna worden de ontwerpen van KB voorgelegd aan de Ministerraad en voor advies overgemaakt aan de Raad van State. De heer Luc Sevenhans (VL. BLOK) : Ik vraag de minister druk op de ketel te zetten om dit dossier op korte termijn af te ronden. De voorzitter : De heer Frédéric heeft zijn vraag nr. 776 ingetrokken. IJZEREN RIJN Vraag van de heer Luc Sevenhans tot de vice-eerste minister van Mobiliteit en Vervoer over "de IJzeren Rijn" (nr. 782) De heer Luc Sevenhans (VL. BLOK) : Het internationaal statuut van de Yzeren Rijn wordt door zeven bilaterale, multilaterale en Europese verdragen bepaald. België heeft volgens deze verdragen recht op de reactivering en de modernisering van de IJzeren Rijn langs het historisch tracé. Deze verdragen primeren op het Nederlands recht, aangezien ze tot het internationaal en Europees recht behoren. Dit impliceert dat de noodzaak van een vertragend milieueffectenrapport irrelevant is. De eerste minister onderschrijft deze stelling door zijn verklaring van 17 december 1999 dat er over zes maanden treinen over de IJzeren Rijn kunnen rijden. Hoe evalueert de minister de uitspraak van de eerste minister binnen het dossier? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Ook ik wil dit dossier zo snel mogelijk doen vooruitgaan. België en Duitsland nemen hetzelfde standpunt in, wat positief is. Het tracé moet echter in overeenstemming worden gebracht met de veiligheidsnormen, wat enige tijd in beslag kan nemen. Ik werk in dit dossier nauw samen met de premier en de Vlaamse minister-president. De heer Luc Sevenhans (VL. BLOK) : De NMBS heeft zelf aangevoerd dat de termijn van zes maanden haalbaar was. Ik merk dat de vice-eerste minister bij de NMBS te rade is gegaan voor haar antwoord. De voorzitter : het incident is gesloten. TEWERKSTELLING VAN VROUWEN BIJ DE NMBS Vraag van mevrouw Fientje Moerman tot de vice-eerste minister van Mobiliteit en Vervoer over "de foute informatie verstrekt naar aanleiding van de parlementaire vraag over de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke werknemers bij de NMBS" (nr. 777) Mevrouw Fientje Moerman (VLD) : Op 8 december ondervroeg ik de minister over de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke werknemers bij de NMBS. Er werken nauwelijks 6 procent vrouwen. De minister wees onder meer op het geringe aantal vrouwelijke leerlingen in de richting A2 en voorts verwees ze naar de Gemeenschappen. Uit een NMBS-bericht van 4 februari 1999 blijkt echter dat alle diploma's middelbaar onderwijs toegang geven tot de proeven. De minister verschafte dus onjuiste informatie aan het Parlement. Wat is daarvan de reden? Welke maatregelen overweegt de minister om het onevenwicht weg te werken? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Ik was inderdaad slecht geïnformeerd over de vereiste diploma's voor de proeven van treinbestuurder, vandaar ook dat mijn conclusie onjuist was. De recrutering blijft problematisch : voor het laatste examen daagden 760 mannen op tegenover 15 vrouwen. Zo is het moeilijk om een evenwichtige tewerkstelling op te bouwen. De werkomstandigheden vormen als uitleg een onvoldoende argument. Bij het NMBS-kader, dat de strategie bepaalt, werken alleen mannen. Ik kan de NMBS niet

11 BV 50 COM verplichten meer vrouwen aan te werven. Ikzelf en de twee vrouwen in de raad van bestuur zullen de NMBS een plan vragen om die tendens van onevenwicht te keren. Ik zal de NMBS ook vragen mij precieze cijfers per dienst over te maken. Wellicht biedt het beheerscontract middelen om druk uit te oefenen op de NMBS in dit verband. Mevrouw Fientje Moerman (VLD) : Ik ben blij dat de minister erkent dat de informatie die zij had verschaft, niet correct was. Binnen de nieuwe politieke cultuur is het noodzakelijk om fouten te erkennen en steeds de correcte informatie bekend te maken aan het Parlement. Ik heb de minister gevraagd welke maatregelen zij zou nemen om de discriminatie van vrouwen binnen een overheidsinstelling als de NMBS weg te werken. Is de minister bereid om dit op te nemen in het tweede beheerscontract? De minister is verantwoordelijk voor de NMBS en dus ook voor het nemen van antidiscriminatie-initiatieven. Dit is noodzakelijk in een periode waarin de werkloosheidsgraad onder laaggeschoolden zeer hoog is. Daarenboven ligt het aantal werkloze vrouwen hoger dan het aantal werkloze mannen. ONTSLAG VAN DE GEDELEGEERD BESTUURDER VAN HET BELGISCH INSTITUUT VOOR DE VERKEERSVEILIGHEID Vraag van de heer Jos Ansoms tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "het ontslag van de afgevaardigd beheerder van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid" (nr. 760) Vraag van de heer Lode Vanoost tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "het ontslag van de afgevaardigd beheerder van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid" (nr. 812) De heer Jos Ansoms (CVP) : De gedelegeerd bestuurder van het Instituut voor de Verkeersveiligheid werd onlangs ontslagen. De heer Vansnick heeft grote verdiensten voor de verkeersveiligheid in ons land. Als adviseur bij gewezen verkeersminister Jean-Luc Dehaene was hij architect van de wijzigingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer. Als gedelegeerd bestuurder heeft hij het BIVV op een uitstekend niveau gebracht. Hoe kan men hem dan een gebrek aan dynamisme verwijten? Wij vermoeden dan ook dat zijn ontslag een politieke afrekening is. Wat zijn de zeer concrete redenen voor dit ontslag? Welke nieuwe dynamiek wil de minister dan wel geven aan het BIVV, en in welk opzicht beantwoordde de heer Vansnick niet aan het noodzakelijk geachte profiel? Hoe ziet de minister de verhouding tussen de regering en het BIVV? Moet het BIVV gewoon een politiek verlengstuk zijn van de minister? Is zulks wel verantwoord in de institutionele en verkeerskundige context in ons land, waarbij alle bestuursniveaus en zelfs scholen en allerlei actiecomités een beroep moeten kunnen doen op het deskundig advies en de bijstand van het BIVV? De heer Lode Vanoost (Agalev-Ecolo) : Ik sluit me aan bij de vragen van collega Ansoms, al deel ik zijn commentaar zeker niet. Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Het BIVV is een VZW. De heer Van Snick heeft in december 1999 ontslag genomen als gedelegeerd bestuurder. Er komt nu een nieuwe raad van bestuur. Ik stel de kwaliteit van het werk dat door de oude ploeg geleverd werd geenszins ter discussie. Wij zullen met alle partijen overleg plegen. Voorts willen wij een samenwerking tot stand brengen tussen het kabinet, het bestuur en het BIVV. Vermits het BIVV een VZW is, hebben de raad van bestuur en de algemene vergadering er samen alles voor het zeggen. Aangezien het hier echter een heel belangrijke aangelegenheid betreft, moet al het mogelijk in het werk worden gesteld om tot een driehoeksoverleg te komen. De heer Jos Ansoms (CVP) : Ik had dit antwoord verwacht. Een belangrijk aantal beheerders in de raad van bestuur van de vzw vertegenwoordigt de regering. Welke opdracht gaf de regering hen omtrent het ontslag van de heer Vansnick? De minister wenst een nauwere samenwerking tussen kabinet en vzw. Wellicht stond de heer Vansnick die samenwerking in de weg. Zijn beleidsplan streeft voor de vzw meer onafhankelijkheid na. De heer Vansnick moest dus opstappen, of omdat hij de functie kreeg onder premier Dehaene, of omdat de minister met het BIVV een andere koers wil varen. Dat valt te betreuren. De heer Lode Vanoost (Agalev-Ecolo) : Ik vind het antwoord van de minister correct. De beslissingsstructuur van de vzw is niet gewijzigd in vergelijking met de vorige bestuursperiode. Het BIVV is niet structureel veranderd, dus de stelling dat men het BIVV meer in dienst wil stellen van de regering, gaat niet op.

12 12 BV 50 COM De beslissing van het BIVV is legitiem en moet niet betwist worden. Uit onze lange oppositiejaren hebben wij geleerd dat je een beslissing van de meerderheid wel kunt becommentariëren, maar dat je ze uiteindelijk moet aanvaarden. Minister Isabelle Durant (in het Frans) : De raad van bestuur heeft dat ontslag op 21 december jongstleden met een meerderheid van stemmen aangenomen. Het aspect samenwerking, indienstnemingen en vervangingen zal door het beheerscomité aan een apart orgaan worden toevertrouwd. De heer Jos Ansoms (CVP) : Uit de repliek van de heer Vanoost blijkt duidelijk dat het om een politieke beslissing gaat. De commissievergadering met vragen wordt gesloten om uur. Drukkerij St-Luc Nazareth Tel 09/