Opleidingsprofiel. Film en Televisie. Werkgroep Opleidingsprofiel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opleidingsprofiel. Film en Televisie. Werkgroep Opleidingsprofiel"

Transcriptie

1 Opleidingsprofiel Film en Televisie Werkgroep Opleidingsprofiel Film en Televisie oktober 2002

2 Voorwoord In het kader van landelijke procedures die voor alle HBO-opleidingen gelden, is in het kunstvakonderwijs in 2001 een begin gemaakt met het omzetten van de beroepsprofielen in opleidingsprofielen in de vorm van competentiegerichte opleidingskwalificaties. Het document dat u ter hand heeft genomen is het opleidingsprofiel voor het domein Film en Televisie. Het is gebaseerd op de beroepsprofielen en startkwalificaties uit het rapport Profiel van de sector Audiovisueel - Bijlage 1B bij het eindrapport Beroep Kunstenaar van de Projectorganisatie Kunstvakonderwijs (1999). Voorts is rekenschap gegeven van enkele belangrijke ontwikkelingen in het onderwijs en zijn ook de algemene eisen en procedures voor HBO-opleidingen van toepassing. Dit laatste betekent onder meer dat dit profiel en de daarin beschreven kwalificaties ter validering worden voorgelegd aan de beroepspraktijk. Worden de gemeenschappelijke opleidingskwalificaties voldoende herkend en sluiten ze aan bij de beroepseisen zoals geformuleerd in het beroepsprofiel? Uiteindelijk wordt elk opleidingsprofiel bestuurlijk vastgesteld door alle hogescholen die de desbetreffende opleiding verzorgen. Het opleidingsprofiel Film en Televisie biedt de opleiding, studenten, docenten, beroepspraktijk en bestuurders inzicht in de kwalificaties waaraan elke afgestudeerde film en televisiemaker moet voldoen. Het opleidingsprofiel en de daarin opgenomen opleidingskwalificaties zijn sturend en richtinggevend voor het curriculum. Binnen het kunstvakonderwijs zijn in totaal tien nieuwe opleidingsprofielen opgesteld, die tezamen inzicht geven in de structuur en samenhang van de kwalificaties van afgestudeerden van de initiële kunstopleidingen op HBO-niveau. Voor inzicht in de samenhang van de afzonderlijke opleidingsprofielen wordt verwezen naar de notitie Naar een Kwalificatiestelsel Kunstonderwijs van het sectoraal adviescollege kunstonderwijs. Omwille van de zelfstandige leesbaarheid is een aantal algemene zaken in de opleidingsprofielen opgenomen. Het opleidingsprofiel Film en Televisie is opgesteld door een werkgroep bestaande uit Claire van Daal, Meindert Kok (beide stafmedewerker van de Nederlandse Film en Televisie Academie), Harriët Kuipers (onderwijskundige, Savant Learning Partners) onder voorzitterschap van Leo Capel (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en co-auteur van het rapport Profiel van de sector Audiovisueel van de Projectorganisatie). Fons Schneijderberg was als extern adviseur van het sectoraal adviescollege kunstonderwijs bij de werkgroep betrokken. In het domein Film en Televisie is er één bekostigde HBO-kunstvakopleiding: de Nederlandse Film en Televisie Academie 2

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 2 1. Inleiding 4 2. Herindeling Kunstvakonderwijs 6 3. Status en werkwijze 8 4. Uitgangspunten Explicitering van de eisen Competentiegerichte benadering Visie op beroep en werkveld Positie in het onderwijsveld Competentiegerichte opleidingskwalificaties Film en Televisie Algemene competenties en gedragsindicatoren Gedragsindicatoren per functie 24 3

4 . 1. Inleiding Een opleidingsprofiel geeft aan op welke opleidingskwalificaties een curriculum minimaal gebaseerd moet zijn en over welke competenties een afgestudeerde student in elk geval moet beschikken. Daarnaast zijn opleidingsprofielen belangrijk in de communicatie over opleidingen met derden. Het kunstvakonderwijs ontwikkelt momenteel een kwalificatiestelsel waarin voor de verschillende domeinen competentiegerichte opleidingskwalificaties worden vastgelegd en waarin tevens gestructureerd overleg met het werkveld over de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt wordt verankerd. Herstructurering Kunstonderwijs Het opstellen van opleidingsprofielen gebeurt in het kader van de herstructurering van het kunstonderwijs, die weer past in het bredere ontwikkelingsperspectief van het hoger onderwijs. De profielontwikkeling is een gefaseerd proces, waarvoor de algemene vergadering van de HBO-raad in 1997 het stramien bepaalde (zie Stramien Opleidingskwalificaties HBO). Het opleidingsprofiel (inclusief opleidingskwalificaties) is de middelste stap in het proces: het is de vertaling van het beroepsprofiel en de grondslag voor opleidingscurricula. De profielontwikkeling heeft verschillende, gerelateerde doelen. Ze faciliteert een eenduidiger begrippenapparaat, en daarmee een betere in- en externe communicatie en een betere meetbaarheid en vergelijkbaarheid van opleidingen. Voorts dient zij een betere kwaliteit en kwaliteitszorg van het onderwijsaanbod: de operatie zal namelijk leiden tot meer gestructureerde en transparante structuren, minder versnippering en meer en betere (lees: gestructureerde, doorzichtige, doelmatige, flexibele en samenhangende) afstemming van de opleidingen op elkaar én de beroepspraktijk. Al deze factoren zullen de verankering van het kunstvakonderwijs in de maatschappij ten goede komen. Projectorganisatie Kunstvakonderwijs In het kader van de herstructurering is in 1997 de Projectorganisatie Kunstvakonderwijs geïnstalleerd. Een van de opdrachten was om beroepsprofielen en startkwalificaties op te stellen voor het kunstonderwijs. Uitgangspunt hierbij was om te starten in de beroepspraktijk: het beschrijven van die beroepen waar het kunstvakonderwijs in principe voor zou moeten opleiden. Per kunstdiscipline zijn daartoe beroepsprofielen beschreven, zodat op grond van deze beschrijvingen kon worden bekeken hoe het onderwijsaanbod in het kunstonderwijs zich verhield ten opzichte van de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Om de vergelijkbaarheid van de beroepsinformatie uit de verschillende sectoren te vergroten en een vertaling mogelijk te maken naar eindtermen en curricula is door de Projectorganisatie gewerkt met een format; een vast stramien waarin de informatie beschreven moest worden. Daarin is een onderscheid gemaakt tussen beroepsprofiel en startkwalificatie. Met beroepsprofiel wordt in dit verband bedoeld een beschrijving van de activiteiten die een beroepsbeoefenaar ontplooit na een aantal jaren praktijkervaring. Bij de startkwalificaties is de jonge professional die net een kunstvakopleiding achter de rug heeft het uitgangspunt. In het beroepsprofiel is op activiteitenniveau een indeling gemaakt in de vier dimensies van het professioneel kunstenaarschap: de artistieke, de theoretische, de technische en de maatschappelijke dimensie. Bij de startkwalificaties gaat het om de kwalificaties waar een beginnend kunstenaar over moet beschikken om een succesvolle start in de beroepspraktijk te kunnen maken. Hier geldt de indeling in kennis en inzicht, vaardigheden en attitude. 4

5 De kwaliteit en de bruikbaarheid van het ontwikkelde materiaal zijn door de Projectorganisatie in verschillende werkconferenties getoetst en zowel vertegenwoordigers van de beroepspraktijk als van het kunstonderwijs bleken zich in grote mate in het eindresultaat te kunnen vinden. In mei 1999 heeft de Projectorganisatie haar rapport Beroep Kunstenaar gepresenteerd. Kwalificatiestelsel Kunstonderwijs De Projectorganisatie Kunstvakonderwijs heeft zich niet meer bezig gehouden met de vertaling van de beroepsprofielen in opleidingsprofielen. Hiervoor is in 2001 een vervolgtraject gestart onder regie van de HBO-raad, passend binnen de gangbare HBO-procedures, met het sectoraal adviescollege kunstonderwijs in een aansturende en coördinerende rol. Allereerst zijn er vijf op het beroepenveld afgestemde domeinen onderscheiden: Beeldende Kunst en Vormgeving, Film en Televisie, Muziek, Theater en Dans. Binnen deze domeinen zijn de zg. disciplinenetwerken benaderd om te komen tot het opstellen van de opleidingsprofielen. Per profiel is een werkverband ingesteld onder supervisie van de disciplinenetwerken. In dit proces speelt de afstemming met de beroepspraktijk een belangrijke rol. Om de dialoog met de beroepspraktijk gestalte te geven is er een convenant afgesloten tussen de HBO-raad (als vertegenwoordiger van de betrokken hogescholen) en de Federatie van Kunstenaarsverenigingen (als vertegenwoordiger van de beroepspraktijk). In het convenant is onder andere vastgelegd dat de beroeps- en opleidingsprofielen periodiek worden voorgelegd aan het beroepenveld. De profielen zullen uiteindelijk na een marginale toets door het bestuur van de HBO-raad, en advisering door het sectoraal adviescollege kunstonderwijs, door de betrokken hogescholen op bestuurlijk niveau worden vastgesteld. In de politieke en bestuurlijke besluitvorming zijn de beroepsprofielen van de Projectorganisatie tot vertrekpunt verklaard voor de ontwikkeling van het kwalificatiestelsel voor het kunstvakonderwijs. De doelstelling is om te komen tot een transparant, samenhangend geheel. Toekomst De bestuurlijke kaders zijn momenteel sterk in ontwikkeling. Dit heeft ook zijn weerslag op het opstellen van opleidingsprofielen. Bovendien is dit de eerste keer dat er een opleidingsprofiel voor de domeinen in het kunstonderwijs wordt opgesteld. Daarnaast zijn er natuurlijk de ontwikkelingen in de beroepspraktijk zelf die van invloed kunnen zijn op het opleidingsprofiel. Dit geeft dan ook de relatieve betekenis aan van gemaakte keuzes en uitwerkingen. Actualiseren en aanscherpen van zowel beroepsprofiel als opleidingsprofiel zal in de toekomst nodig zijn. 5

6 2. Herindeling Kunstvakopleidingen Met ingang van het studiejaar worden de kunstvakopleidingen die geregistreerd staan in het Centraal Register voor Opleidingen Hoger Onderwijs anders ingedeeld. Daarbij zijn de volgende algemene uitgangspunten gehanteerd: Er worden brede opleidingsprofielen gedefinieerd. Dit is met het oog op een zo groot mogelijke inzichtelijkheid in het opleidingenaanbod, op voldoende flexibiliteit in het vormgeven van nieuwe opleidingsvarianten, als ook op het op langere termijn creëren van voldoende perspectief op een eenduidig bekostigingsarrangement. Er is gekozen voor een beschrijving van het opleidingsprofiel in de vorm van competenties. Onder het niveau van de opleiding worden twee niveaus onderscheiden, te weten de uitstroomprofielen en daarbinnen een verdere specialisatiemogelijkheid. Binnen de domeinen Beeldende Kunst, Muziek, Dans en Theater zijn voor de docentenopleidingen eigen opleidingsprofielen opgesteld. Schema Het bovenstaande heeft geleid tot het volgende opleidingenaanbod Domein Beeldende Kunst en Vormgeving Film en TV Muziek Theater Dans Opleiding (CROHO-geregistreerd) Opleiding Autonome Beeldende Kunst Opleiding Vormgeving Opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Opleiding Film en TV Opleiding Muziek Opleiding Docent Muziek Opleiding Theater Opleiding Docent Drama Opleiding Dans Uitstroomprofiel Profiel Visuele Communicatie Profiel Productontwerp Profiel Ruimtelijk ontwerp Profiel Musicus Profiel Muziektechnologie Profiel Compositie Profiel Acteur Profiel Theatermaker Profiel Danser Profiel Choreograaf Opleiding Docent Dans CROHO = het wettelijk Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs Deze nieuwe indeling heeft uitsluitend betrekking op de eerste fase. De toekomstige Bachelorfase dus. Voor elk van de opleidingen is een opleidingsprofiel met opleidingskwalificaties opgesteld, met waar van toepassing een verbijzondering naar uitstroomprofielen. In feite is er dus sprake van in totaal 16 profielen. Daarmee is voldaan aan het uitgangspunt van brede gedefinieerde opleidingen. Het vaststellen van opleidingskwalificaties leidt bij deze indeling automatisch tot een beschrijving op een hoog aggregatieniveau. Het betekent tevens dat de opleidingskwalificaties van toepassing zijn op alle 6

7 afgestudeerde studenten binnen een bepaald domein of uitstroomprofiel. Dat wil niet zeggen dat er geen mogelijkheid meer zou zijn om af te studeren in een bepaald specialisme. Vrijwel alle bestaande afstudeerrichtingen in het kunstvakonderwijs (met een enorme variatie in benaming) zijn bij de conversie bij één van de genoemde opleidingen of uitstroomprofielen ondergebracht. Het verschil is echter dat ze niet (meer) allemaal apart worden geregistreerd. Voor Film en Televisie zijn vooralsnog geen aparte uitstroomprofielen gedefinieerd. In hoofdstuk 5 zal hier verder op worden ingegaan. 7

8 3. Status en Werkwijze Het opleidingsprofiel Film en Televisie is opgesteld door een kleine werkgroep. Hieronder volgt een beschrijving van de werkwijze van de werkgroep en de keuzes die tijdens het werkproces zijn gemaakt. Voor de werkgroep was het rapport over de Audiovisuele sector van de Projectorganisatie het vertrekpunt, maar niet alle in dat rapport beschreven beroepsprofielen behoren tot het domein Film en Televisie. Na de afbakening (die in hoofdstuk 5 wordt beschreven) zijn de volgende beroepsprofielen van de Projectorganisatie als uitgangspunt genomen voor het opleidingsprofiel Film en Televisie: scenarioschrijver, regisseur één-camera techniek, producent, cameraman één-camera producties, editor, sounddirector, production designer. Ook de formatontwikkelaar, lichtontwerper, regisseur meer-camera techniek behoren tot het domein Film en Televisie, maar deze beroepsprofielen hebben in de formulering van het opleidingsprofiel geen grote rol gespeeld aangezien er geen afstudeerrichtingen voor deze functies bestaan (zie hoofdstuk 5). De werkgroep zich heeft onder begeleiding van Harriët Kuipers van Savant Learning Partners verdiept in competenties en competentiegericht onderwijs. Uitgangspunt was om te komen tot een breed opleidingsprofiel. Dat was nog niet zo eenvoudig omdat op het eerste gezicht de verschillen tussen alle specialisten die op de set staan veel groter zijn dan de overeenkomsten. De oplossing bleek voor een groot deel in het formuleren van competenties zelf gezocht te moeten worden. Een voorbeeld: wie in een crew wil meedraaien dient ambachtelijk goed geschoold te zijn. Beheersing van het vak opent de weg naar creativiteit. Zo zal een cameraman de ideeën van een regisseur moeten kunnen vertalen in bijvoorbeeld een passende cameravoering en een bepaalde sfeer, maar dat kan alleen wanneer deze cameraman over een 'breed handelingsrepertoire' beschikt en dat op de juiste manier kan toepassen. 1 Het ligt natuurlijk voor de hand dat dit geldt voor alle beroepen binnen het domein Film en Televisie. 'Ambachtelijk vermogen' is dus een belangrijke competentie. Op deze manier heeft de werkgroep een beperkt aantal overkoepelende competenties vastgesteld. Ze zijn in algemene termen geformuleerd en van algemene gedragsindicatoren voorzien. Iedere student in het domein Film en Televisie zal hier uiteindelijk aan moeten voldoen. Dat neemt niet weg dat het ambachtelijk vermogen van een cameraman anders is dan dat van bijvoorbeeld de producent. In de werkgroep ontstond daarom het idee om naast de algemene formulering van de competenties en gedragsindicatoren, waar nodig per functie specifieke gedragsindicatoren toe te voegen. Daarmee ontstaat een volledig beeld. Het geeft het beroepsveld meer en specifiekere informatie om de competenties te kunnen beoordelen en voor de opleiding is het een instrument om de curricula te toetsen en eventueel bij te stellen. 1 Van de cameraman op dit niveau wordt overigens nog meer verwacht, namelijk dat hij eigen ideeën heeft over de vormgeving en een scheppende en artistieke bijdrage kan leveren aan het eindproduct. Deze competentie is apart beschreven als creërend vermogen'. 8

9 Competenties en algemene gedragsindicatoren De beroepsprofielen en de startkwalifcaties zijn in Beroep Kunstenaar/Profiel van de sector Audiovisueel uitgebreid beschreven. Per beroepsprofiel zijn door letterlijk te knippen en te plakken, allerlei beschrijvingen gegroepeerd. Daarbij is de oorspronkelijke indeling bij het beroepsprofiel (in artistiek fundament, theoretisch fundament, technische vaardigheden, maatschappelijke toerusting) en bij de startkwalificatie (kennis en inzicht, vaardigheden en attitude) losgelaten. Het groeperen had tot gevolg dat allerlei aspecten van het vak bij elkaar werden gezet. Daaruit kwam een bepaalde samenhang naar voren. De bewerking van alle beroepsprofielen leverde de werkgroep overzicht en inzicht op, waardoor de gemeenschappelijke competenties uit het materiaal konden worden gedestilleerd. Door ook de resultaten van andere netwerken in ogenschouw te nemen is voor het domein Film en Televisie uiteindelijk de volgende competentieset gedefinieerd: creërend vermogen, visie, vermogen tot samenwerken en communiceren, ambachtelijk vermogen, planmatig en resultaat gericht werken, flexibiliteit, ondernemerschap, omgevingsgerichtheid, lerend vermogen, reflectief vermogen en innovatief vermogen. De volgende stap was om voor de vastgestelde competenties algemene gedragsindicatoren te formuleren. Om aan het brede opleidingsprofiel te voldoen zijn dit beschrijvingen op een hoog aggregatieniveau, maar ze maken niettemin heel duidelijk over welke competenties alle studenten in dit domein moeten beschikken. In paragraaf 7.1 zijn de competenties en algemene gedragsindicatoren beschreven. Hiermee is strikt genomen aan de opdracht voor de beschrijving van een breed opleidingsprofiel Film en Televisie voldaan. Competenties en aanvullende gedragsindicatoren per functie Het feit dat ondanks de overeenkomende competenties het specialisme heel verschillend kan zijn, is tot uitdrukking gebracht in aanvullende gedragsindicatoren per functie in paragraaf 7.2. Deze moeten gelezen worden als een toevoeging: na de (herhaling van de) algemene beschrijving volgt per functie een opsomming van de aanvullende (specifieke) gedragsindicatoren. Deze criteria zijn een handreiking aan de afstudeerrichtingen binnen het domein Film en Televisie. Aangezien voor de formatontwikkelaar, regisseur meer-camera techniek en lichtontwerper momenteel geen afstudeerrichtingen in het kunstvakonderwijs zijn, zijn hiervoor geen aanvullende gedragsindicatoren opgesteld. Wel opgenomen zijn aanvullende gedragsindicatoren voor een nieuwe functie: interactieve multimedia/visual effects. 9

10 4. Uitgangspunten 4.1 Explicitering van de eisen Het kwalificatiestramien HBO stelt algemene eisen aan de opleidingskwalificaties. Hieronder een opsomming van de eisen voorzien van een toelichting op welke wijze het kunstonderwijs hieraan wil voldoen. De opleidingskwalificaties dienen door het beroepenveld herkend te worden. De opleidingskwalificaties vormen een rechtstreekse vertaling van de startkwalificaties uit de verschillende beroepsprofielen. De beroepsprofielen zijn in nauwe samenwerking met het beroepenveld opgesteld en ook door hen erkend. De opleidingsprofielen zijn ook weer ter toetsing aan het beroepenveld voorgelegd. De opleidingskwalificaties dienen het hbo-niveau duidelijk te specificeren. In de omschrijving en in de gekozen gedragsindicatoren is het HBO-niveau geëxpliciteerd. Dit uit zich in allerlei vormen van analytisch vermogen, probleemoplossend vermogen, visionair en creërend vermogen. Het kunstonderwijs hecht hier zeer veel belang aan, ook om de positionering ten opzichte van MBO en WO in haar profielen aan het licht te brengen. Daarnaast zijn drie algemene HBO-competenties van toepassing: lerend vermogen, reflectief vermogen en innovatief vermogen. Ook in deze competenties komt het HBOniveau tot uiting. De opleidingskwalificaties dienen toekomstgericht te zijn. Competenties en competentiegerichte opleidingskwalificaties hebben een langere ''houdbaarheidsdatum'' dan de ''oude'' opleidingskwalificaties, die veelal in termen van kennis en vaardigheden gesteld waren. Niets veroudert immers sneller dan kennis. Belangrijk is dat bij het opstellen van de opleidingskwalificaties voortdurend de vraag is gesteld naar de toekomstgerichtheid. Waar mogelijk zijn de te verwachten toekomstige ontwikkelingen in het vakgebied opgenomen in de opleidingskwalificaties. De opleidingskwalificaties dienen helder en waar mogelijk niet te gedetailleerd geformuleerd te zijn en waar van toepassing aan te sluiten bij internationale ontwikkelingen. Omdat de opleidingskwalificaties geformuleerd zijn in termen van waarneembaar gedrag, laat de helderheid niet te wensen over. De mate van detaillering is voortdurend een punt van aandacht geweest. Teveel detaillering is niet goed, omdat er te weinig sturing uit volgt en ook omdat dat de 'houdbaarheid' niet ten goede komt. Te weinig detaillering echter leidt tot ongewenste vaagheid. De opleidingskwalificaties dienen observeerbaar en meetbaar te zijn. Deze laatste eis aan de opleidingskwalificaties is van groot belang. Op de observeerbaarheid van de als gedragsindicatoren geformuleerde opleidingskwalificaties valt weinig af te dingen. Niet alle opleidingskwalificaties zijn echter direct meetbaar. Om meetbaarheid te verkrijgen moeten de opleidingskwalificaties een criterium bevatten. Er is gekozen om die criteria niet 'kwantitatief' te benoemen, daar dit de 'houdbaarheid' en de 'toepasbaarheid' voor de verschillende onderwijsinstellingen niet ten goede komt. Opleidingskwalificaties, direct gericht op artistieke prestaties zijn observeerbaar, aantoonbaar. De meetbaarheid is echter lastiger: hoe goed of hoog moet die prestatie zijn, wanneer is goed goed genoeg? Er is voor gekozen om hier niet al te stringente uitspraken over te doen. Dit wordt, binnen de marges die het HBO-niveau stelt, overgelaten aan de verschillende onderwijsinstellingen zelf. 10

11 4.2 Competentiegerichte benadering Waren de beroepsprofielen en de daaraan gekoppelde startkwalificaties van de Projectorganisatie Kunstvakonderwijs als het ware klaar voor gebruik omdat de opleidingen heel direct hun eigen opleidingseindtermen konden toetsen aan de startkwalificaties, met de ontwikkeling naar een Kwalificatiestelsel Kunstonderwijs is gekozen voor een andere opzet waarin competenties centraal staan. Een opzet die voor het kunstvakonderwijs nieuw is, maar aansluit bij ontwikkelingen in het overige HBO. Voor een goed begrip van competenties en de gevolgen voor het onderwijs wordt in deze paragraaf speciaal ingegaan op competentiegericht opleiden en leren. Competenties Tot voor kort was het niet ongewoon de opleidingskwalificaties onder te verdelen in kennis, houding en vaardigheden. Al deze aspecten zijn immers essentieel voor het beroepshandelen. Echter het opsplitsen van het handelen in deze aspecten bracht in het onderwijs het risico met zich mee dat deze in de afzonderlijke onderwijsprogramma's te veel verzelfstandigd werden. Daarmee ontwikkelden studenten onvoldoende het vermogen om later in de beroepspraktijk te handelen op basis van de bekwaamheid om deze aspecten in hun samenhang toe te passen. Houdingsaspecten en technieken werden doorgaans onvoldoende onderbouwd met kennis. Kennisaspecten werden moeizaam vertaald in houding en vaardigheden. Met andere woorden: voldoende beheersing van die afzonderlijke kennis- en vaardigheidsdoelen was geen garantie dat een student in staat was om in complexe beroepssituaties adequaat te handelen. Een aanpak waarbij de opleidingskwalificaties vanuit competenties zijn geformuleerd, draagt die valkuilen veel minder in zich. Een competentie is een vermogen of bekwaamheid die is opgebouwd uit een combinatie van kennen, kunnen, zijn en willen. In plaats van min of meer los van elkaar geformuleerde eindtermen met de gebruikelijke indeling kennis, vaardigheden en houding, ligt het accent op de combinatie die maakt of iemand succesvol is. Een voorbeeld: een aankomende regisseur kan nog zoveel afweten van decoupage, filmgeschiedenis en dramaturgie (kennen), en de ambitie hebben om een hele goede regisseur te worden (willen), als hij absoluut geen overtuigingskracht heeft en niet kan samenwerken (zijn) en op de set niet kan inspelen op (on)verwachte gebeurtenissen (kunnen), zal hij toch geen resultaat halen. Hiermee hangt samen dat bij elke competentie gedragsindicatoren worden benoemd: welk waarneembaar gedrag zou een afgestudeerde student (bij deze competentie) moeten kunnen laten zien? Van het begrip 'competentie' bestaan veel omschrijvingen. Het kunstonderwijs heeft gekozen voor de omschrijving dat iemand competent is als hij in staat is op basis van kennis, vaardigheden en houdingen keuzes te maken uit zijn handelingsrepertoire die tot resultaat hebben dat de probleemstellingen die zich in de verschillende beroepscontexten aan hem voordoen adequaat passend in de situatie worden aangepakt, conform zijn rol en verantwoordelijkheid. Dat vermogen wordt zichtbaar door te kijken naar gemaakte keuzes, verantwoording daarvan en reflectie daarop. Referentiepunt bij competentiegericht leren is de concrete beroepspraktijk. In de beroepspraktijk bestaat het werk uit het uitvoeren van relatief complexe taken. Om dat werk goed te kunnen doen, moet de betrokken professional niet alleen in staat zijn om op eigen initiatief kennis en vaardigheden te verwerven die daarvoor nodig zijn, maar moet hij ook in staat zijn om blijvend te leren van opgedane ervaringen en om methodisch te experimenteren. 11

12 Duidelijk is nu dat competenties geformuleerd zijn als vermogens: creërend vermogen, vermogen tot samenwerking, etc. Dat is wezenlijk voor de benadering die is gekozen. De student ontwikkelt zijn vermogens. Daarbinnen zijn allerlei uitingsvormen en ontwikkelingsniveaus mogelijk, die duidelijk worden uit het gedrag dat de student vertoont. Tot slot is het van belang nog iets nader in te gaan op een drietal competenties: lerend vermogen, reflectief vermogen en innovatief vermogen. Deze drie competenties zijn af te leiden uit de beroepskwalificaties, maar ze hebben daarnaast een prominente plaats gekregen omdat ze passen binnen het profiel van een hboopleiding. Lerend vermogen als wezenlijke voorwaarde om je blijvend te ontwikkelen en om de overige competenties een leven lang verder uit te bouwen. De competenties worden daarmee ook tot doorgroeicompetenties. Reflectief vermogen omdat reflecteren op jezelf en reflecteren op anderen voorwaarde is om tot bewuste gedragsverandering te komen. Innovatief vermogen tot slot is een typische HBO-competentie. Van een HBO-student mag verwacht worden dat hij heeft leren denken, dat hij een visie ontwikkeld heeft en dat hij dit alles zal aanwenden om in zijn werk innovatief te zijn. Opleidingskwalificaties in de vorm van gedragsindicatoren Hierboven is gesteld dat een competentie geformuleerd is als een vermogen, dat zich uit in bepaald gedrag. Bepaald gedrag is daarmee een indicator voor een bepaald ontwikkelingsniveau. Bij elke competentie zijn dan ook gedragsindicatoren geformuleerd die een helder beeld geven van de wijze waarop de betreffende competentie moet worden ingezet of toegepast. De gedragsindicatoren tezamen geven op hun beurt weer aan dat de student gekwalificeerd is om binnen een bepaald domein werkzaam te zijn. Met andere woorden: niet de competenties zelf, maar de gedragsindicatoren vormen de opleidingskwalificaties. Benadrukt moet worden dat de opleidingskwalificaties niet gerealiseerd kunnen worden zonder de daarvoor benodigde kennis, vaardigheden en attitude. Deze liggen dus besloten in de beschrijving van het gedrag. Van groot belang is voorts dat bij het beoordelen van competenties niet alleen het waarneembare gedrag in een specifieke situatie wordt beoordeeld, maar dat ook de overwegingen bij de keuzes die de student gemaakt heeft in de beoordeling worden betrokken. De verantwoording en reflectie moeten duidelijk maken welke elementen de student uit de context heeft geselecteerd, welke kennis, vaardigheden en houding een rol hebben gespeeld bij zijn beoordeling van de situatie en het gekozen gedrag. Competentiedomein Een competentiedomein is een overkoepelend gebied waarin een aantal voor de kunstenaar samenhangende competenties zijn ondergebracht. De volgende competentiedomeinen zijn onderscheiden binnen de opleidingsprofielen: - het artistiek competentiedomein - het vaktechnisch competentiedomein - het professioneel-maatschappelijk competentiedomein. Voor de kunstvakdocenten is er nog vierde domein toegevoegd: - het kunstpedagogisch competentiedomein De oorsprong van deze indeling heeft zijn grondslag in de beroepsprofielen. Daarin werden ze al onderkend, zij het dat in de beroepsprofielen ook nog een theoretisch domein benoemd werd. In de competentiebenadering is daar echter te weinig grond voor. Het artistiek competentiedomein benadert de kunstenaar als artiest, het vaktechnisch competentiedomein heeft de kunstenaar als vakman als invalshoek, het professioneel-maatschappelijk competentiedomein beschrijft de kunstenaar als een professional in zijn omgeving. Het kunstpedagogisch competentiedomein, toegevoegd bij de kunstvakdocent, beschrijft uiteraard de docentvermogens. Deze vier domeinen vormden een denkkader, een vertrekpunt om de competentieset voor de verschillende opleidingen binnen het kunstonderwijs te identificeren en vast te stellen. In hoeverre de domeinen een rol 12

13 zullen blijven spelen, bijvoorbeeld in de vormgeving van het onderwijs, is nog niet duidelijk. Daar wordt in de verschillende opleidingsprofielen ook verschillend mee omgegaan. In sommige profielen zijn competenties heel nadrukkelijk ondergebracht bij één domein, andere profielen schrijven competenties toe aan meerdere domeinen. Competentieset Elk opleidingsprofiel voor het kunstvakonderwijs hanteert een set competenties, die in wezen de opleidingskwalificaties clusteren. Het aantal competenties binnen de verschillende sets varieert van zeven tot dertien. Dat het er niet meer zijn, heeft te maken met de gewenste sturing die de competentieset moet hebben. Een groter aantal competenties leidt al snel tot een diffuse ontwikkeling. Onderwijsvisie Een opleidingsprofiel dient in te gaan op de visie op onderwijs, de onderwijsvorm die aansluit bij de kwalificaties. Met het intact laten van de verantwoordelijkheid van de hogescholen om dit profiel te vertalen naar hun onderwijsprogramma's, kan een aantal algemene uitspraken worden gedaan. In de formulering van competenties ligt een opvatting over opleiden en leren besloten. Competentiegericht opleiden en leren kenmerkt zich door: een integrale benadering van kennis, vaardigheden en attitude Onderwijs dat als kernbegrip competentie hanteert is gericht op een grotere integratie van theorie en praktijk, de beroeps- en persoonlijkheidsvorming, vaardigheden en deskundigheidsgebieden. Competentiegericht onderwijs vervangt het vakgericht denken door te denken vanuit de vraag: hoe kan de student een bepaalde, goed omschreven competentie verwerven. Competentiegericht opleiden vraagt dus om onderwijssettings waarin de student kennis, vaardigheden en attitudes op een geïntegreerde wijze ontwikkelt. worden aangeboden. Ontwikkeling van competenties vindt plaats in leeromgevingen waarin verantwoordelijk handelen verbonden is met de uitoefening van complexe activiteiten in authentieke werksituaties. Dat gebeurt in leeromgevingen waarin herkenbare contexten worden aangeboden, waar de aankomende professional gestimuleerd wordt om door middel van reflectie inzicht te geven in de wijze waarop hij zijn praktische ervaringen verbindt met theoretische kennis en de conclusies die hij daaruit trekt voor verdere ontwikkeling. zelfsturing en een op de student gericht curriculum Bij competentiegericht opleiden en leren staan begrippen centraal als zelfverantwoordelijkheid, zelfsturing en ontwikkeling van het lerend vermogen van de student. De (individuele) student staat centraal. Voorwaarde voor het ontwikkelen van competenties is ruimte voor studenten om hun eigen ontwikkeling binnen hun beroepsperspectief actief te sturen om zo al aanwezige competenties op een hoger niveau te brengen of nieuwe competenties te ontwikkelen. Zichtbaar maken van gedrag als basis van kwalificeren zegt iets over de toetsvorm en ook over de vorm van het onderwijs. Daarin dient ruim plaats gemaakt te worden voor praktijkleren, gekoppeld aan nagebootste of reële situaties in de beroepspraktijk. Voor het kunstonderwijs geldt daarbij dat de opleiding op veel gebieden al kenmerken vertoonde van een competentiegerichte aanpak. Dit bleef echter grotendeels impliciet. 13

14 5. Visie op beroep en werkveld Van audiovisuele sector naar Film en Televisie Het opleidingsprofiel Film en Televisie is afgeleid van de beroepsprofielen en startkwalificaties van de sector Audiovisueel, zoals vastgelegd en beschreven door de Projectorganisatie in rapport 1B bij Beroep Kunstenaar. Maar vergeleken met de brede opvatting over de audiovisuele sector die de Projectorganisatie hanteerde, is het opleidingsprofiel Film en Televisie versmald. Allereerst is het tweede, op zichzelf staande deel van het rapport, over het beroepsprofiel Fotograaf buiten beschouwing gelaten. Ook de beroepsprofielen Animator en de Interaction Designer zijn om verschillende redenen niet in de beschrijving van het opleidingsprofiel Film en Televisie opgenomen. Hoewel te verdedigen valt dat deze opleidingen binnen de audiovisuele sector vallen, is de inhoudelijke verwantschap met andere domeinen in het kunstvakonderwijs ook groot. Voor de animator geldt dat ze grotendeels voortkomt uit een beeldende traditie en aangezien de meeste animatieopleidingen aan academies voor beeldende kunsten zijn gesitueerd is er voor gekozen om dit beroep niet in het opleidingsprofiel Film en Televisie uit te werken. Voor Interaction Designer geldt een vergelijkbare redenering. Er is geen apart opleidingsprofiel voor de docent Audiovisuele Vormgeving ontwikkeld omdat er geen opleiding (meer) is op dit gebied. Dit heeft te maken met het feit dat het in het naaste verleden niet gelukt is om een bevoegdheid voor het vak te regelen op eerste of tweede graads niveau (in tegenstelling tot alle andere docentenopleidingen in de kunsten), wat de ontwikkeling van dit vak in met name het voortgezet onderwijs zeker niet heeft bevorderd. Kunstvakonderwijs Een belangrijke taak van de Projectorganisatie was om voor alle domeinen te bepalen welke beroepen tot het kunstvakonderwijs behoorde en welke niet. Daarbij werd de blik nadrukkelijk op de beroepspraktijk gericht en de ontwikkelingen die daar plaatsvonden en niet op het bestaande aanbod aan opleidingen. Het is bekend dat in de film- en televisiebranche mensen werkzaam zijn in allerlei verschillende functies vanuit hele verschillende achtergronden. Het is ook bekend dat bij de uitvoering vaak een grote groep operationele medewerkers betrokken is. Bij grote producties wordt de taakverdeling steeds verder uitgesplitst. Om te kunnen bepalen welke beroepen tot het kunstvakonderwijs behoren is daarom uitgegaan van het criterium dat er sprake moet zijn van een eigen artistieke bijdrage aan het eindproduct. In Beroep Kunstenaar/ Profiel van de sector Audiovisueel is dit reeds beschreven. 2 Dit betekent dat met name de sleutelfuncties waarin beslissingen worden genomen over de inhoud en de vorm tot het domein van het kunstvakonderwijs behoren. Uitvoerende medewerkers in studio's of op de set, journalistieke medewerkers, eindredacteurs, ingenieurs, programmeurs etc zijn dus niet de beroepen waartoe het kunstvakonderwijs opleidt. Voor het domein Film en Televisie heeft dit in zoverre consequenties dat er een aantal beroepen beschreven zijn waar tot op heden in het kunstvakonderwijs niet voor opgeleid wordt, maar die volgens de geformuleerde uitgangspunten van de Projectorganisatie daar in principe wel toe behoren. Het gaat dan om de regisseur meer-camera techniek, de lichtontwerper en de formatontwikkelaar. Verzamelnaam De film- én televisiemaker bestaat niet. In de film- en televisiewereld zullen weinig mensen rondlopen die zich met deze omschrijving van hun werk zullen voorstellen. Het is dus een verzamelnaam om het domein aan te geven. Film- en televisiemakers hebben gemeenschappelijk dat ze vanuit een bepaalde functie of specialisme een (scheppende en artistieke) bijdrage leveren aan een film- of televisieproductie. Men zal zich dus voorstellen als cameraman, regisseur, editor etc. Het feit dat men in teamverband een productie 2 Beroep Kunstenaar / Profiel van de sector Audiovisueel, blz 10, Afbakening 14

15 maakt is wel heel wezenlijk. De film- en televisiemaker onderscheidt zich daarmee van de AV-kunstenaar; hiermee wordt over het algemeen een beeldend kunstenaar bedoeld die zich met audiovisuele middelen uitdrukt. Om als specialisten in teamverband te kunnen samenwerken is - om elkaar te verstaan - een gemeenschappelijke taal vereist. Die gemeenschappelijke taal wordt gevormd door kennis van de geschiedenis, codes, wetten en normen van het metier, geleerd in de opleiding en uitgebouwd in de praktijk. Ook moeten teamleden inzicht hebben in elkaars vakgebied om effectief te kunnen communiceren en samenwerken. Sleutelfuncties De film- en televisiebranche kenmerkt zich door de bepalende rol van de techniek: zonder camera, licht en geluid is er niets, alleen met behulp van techniek kan een idee worden vormgegeven. De technische mogelijkheden bepalen deels de manier waarop er gewerkt wordt en wat voor soort producties er gemaakt kunnen worden. Technische vernieuwingen zorgen dan ook voortdurend voor nieuwe mogelijkheden, nieuwe productievormen, verandering in taakverdeling. Belangrijk is het onderscheid in de werkwijze tussen één-camera techniek en meer-camera techniek. De één-camera techniek is gangbaar bij speelfilm en hoogwaardig televisiedrama (single play, telefilms, bepaalde series) waar aan elk shot en elke scène veel aandacht wordt besteed. Het gaat over het algemeen om producties met redelijke budgetten. Ook documentaires of reclamefilm worden met de één-camera techniek opgenomen. Doel van deze werkwijze is om maximale greep te hebben op de inhoud en de vormgeving. Hier werken specialisten in een team samen waarbij het gaat om de volgende sleutelfuncties: scenarioschrijver, regisseur, producent, cameraman, sounddesigner 3, editor en production designer. 4 Met de opkomst van televisie is een andere manier van werken ontwikkeld: de meer-camera techniek. De essentie is dat er met verschillende camera's verschillende beelden gemaakt worden. De regisseur staat dan niet op de set maar zit in de regiekamer om de beelden die op verschillende monitoren zichtbaar zijn te combineren. Door te schakelen ontstaat de beeldvoering van het (televisie)programma. Allerlei soorten televisieprogramma's (muziek, sport, amusement, actualiteiten etc) worden op deze manier opgenomen. Een opvallend aspect is de herhaalbaarheid van de vorm: door het gebruik van hetzelfde decor, hetzelfde lichtplan, dezelfde cameraopstelling en dezelfde regievoering kunnen van een bepaald programma vele afleveringen worden gemaakt. De inhoud verandert, maar het concept (format, formule) blijft hetzelfde. De meer-camera techniek is er in principe op gericht om alles in een keer op te nemen. Vergeleken met de ééncamera techniek zijn er wat betreft de filmische vormgeving (cameravoering, decoupage, geluid en miseen-scène) minder mogelijkheden. Het merendeel van de medewerkers in de studio of in de regie- en controlekamers zijn uitvoerend aan het werk. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de cameramensen, die maar binnen bepaalde marges iets kunnen 'aanbieden' aan de regisseur. Er zijn door de Projectorganisatie vijf sleutelfuncties bij een meer-camera televisieproductie onderscheiden die gezien de artistieke en scheppende bijdrage aan de inhoud en vormgeving in principe in het domein film en televisie van het kunstvakonderwijs passen: de formatontwikkelaar, de regisseur meer-camera techniek, de lichtontwerper, de production designer en de producent. 5 3 De door de Projectorganisatie gehanteerde term sounddirector is hier vervangen door sounddesigner. De Projectorganisatie heeft met de benaming van sounddirector een omschrijving gekozen die voor de hele audiovisuele sector herkenbaar zou zijn (ook voor radio bijvoorbeeld). Zie in dit verband ook Beroep Kunstenaar / Profiel van de sector, blz. 66. Aangezien het opleidingsprofiel zich richt op Film en Televisie is gekozen voor de in deze sectoren meer gangbare term sounddesigner. 4 Zie ook Beroep Kunstenaar / Profiel van de sector Audiovisueel, blz 13, 14 5 Beroep Kunstenaar / Profiel van de sector Audiovisueel, blz 17, 18 15

16 Uitstroomprofielen Voor het opleidingsprofiel Film en Televisie zijn geen uitstroomprofielen gedefinieerd. Maar dat wil niet zeggen dat ze er in de toekomst niet kunnen komen. Een vrij logische indeling zou zijn om een profiel Film in te voeren, waarin dan het cluster van beroepen valt dat als sleutelfuncties is genoemd bij de manier van werken volgens de één-camera techniek. Daarnaast zou een profiel Televisie kunnen worden ontwikkeld dat zich richt op de sleutelfuncties in de meer-camera techniek. De belangrijkste reden om in deze eerste versie van de opleidingskwalificaties dit onderscheid niet aan te brengen is gelegen in het feit dat in het kunstvakonderwijs tot op heden niet wordt opgeleid voor sleutelfuncties voor deze kenmerkende manier van werken bij Televisie. Het beschrijven van opleidingskwalificaties voor een dergelijk uitstroomprofiel is dus (nog) niet aan de orde. De Nederlandse Film en Televisie Academie, de enige aanbieder van beroepsopleidingen in het domein Film en Televisie, heeft tot op heden geen afstudeerrichtingen die specifiek op de meer-camera techniek zijn gericht. Een van de redenen is dat veel televisieprogramma's en de manier waarop ze tot stand komen over het algemeen niet als kunstzinnig worden beoordeeld. De academie heeft het nooit tot haar taak gerekend om voor deze televisieberoepen op te leiden. In overleg en afstemming met het werkveld richt de academie zich op de zogenoemde kwaliteitstelevisie, uitgaande van de normen die de omroepen zelf en bijvoorbeeld het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties hiervoor hebben bepaald. In de praktijk worden deze producties vrijwel allemaal gemaakt volgens de een-camera techniek. Actuele ontwikkelingen In de beroepspraktijk wordt steeds vaker al in het ontwikkeltraject bepaald dat een deel van de productie zal worden vervaardigd door een combinatie live action opnames en digitale beeldbewerking. Dit betekent dat naast de opnames die met de camera worden gemaakt er ook beelden tot stand zullen komen door middel van de computer en digitale beeldbewerking. Dat kunnen bewerkingen zijn van reeds gemaakte opnames, maar ook volledig door de computer gemaakte beelden. Dit heeft tevens gevolgen voor de keuzes die gemaakt moeten worden tussen de mogelijke combinaties tussen live action en digitale beeldbewerking. Er is door deze ontwikkeling sprake van een grote uitbreiding van de creatieve mogelijkheden, maar waarbij technische en productionele haalbaarheid een belangrijke rol spelen. Deze specialist in visual effects denkt mee met de regisseur, cameraman, production designer en editor om een bijdrage te leveren aan het totale beeldconcept van de film. Ook het communiceren met de overige leden van de crew is belangrijk omdat het beste resultaat kan worden gehaald door daar in de opnames in de studio of op lokatie rekening mee te houden. In deze situatie is de visual effects coördinator verantwoordelijk voor een van de specialistische bijdragen aan de film. Dat er tegenwoordig erg veel mogelijk is, blijkt onder andere uit buitenlandse producties als 'Lord of the Rings' en 'The Philosophers Stone' (Harry Potter), maar ook uit de recente Nederlandse televisieserie 'De 9 Dagen van de Gier' of uit de Nederlandse speelfilm Minoes. Sinds de komst van de digitale montage worden beelden die met een 16mm of 35mm camera worden gemaakt gescand en gedigitaliseerd. Verder is er natuurlijk de voortgaande ontwikkeling dat digitale camera s steeds beter worden. Het feit dat al het beeldmateriaal digitaal is, maakt het in principe mogelijk om dit op een computer te bekijken, en maakt het ook mogelijk om als kijker op een andere manier door het materiaal heen te gaan. In een andere volgorde of door stukken over te slaan. Het is mogelijk om de kijker tot interactie te bewegen door in het scenario van de productie de interactie in te calculeren. Het is dan aan de kijker om bepaalde keuzes te maken. Het produceren van beeldmateriaal voor een dergelijk programma is vergelijkbaar met dat van een speelfilm, waarbij zowel live action opnames als digitale beeldbewerking mogelijk is. Extra is dat de interactie moet worden ontworpen en dat er elementen aan het programma kunnen worden 16

17 toegevoegd in combinatie met andere media zoals bijvoorbeeld teksten en stills. Hier liggen ook grote mogelijkheden voor documentairemakers. Zowel het maken van interactieve programma's als het verzorgen van visual effects is sterk in opkomst in het domein Film en Televisie. Deze actuele ontwikkelingen komen onder de titel interactieve multimedia/visual effects aan bod in één afstudeerrichting. 17

18 6. Positie in het onderwijsveld Hoger onderwijs Zoals voor elke hoger opgeleide is er ook voor de hoger opgeleide film en televisiemaker een aantal algemene eisen te formuleren. De hoger opgeleide beroepsbeoefenaar beschikt over de navolgende eigenschappen. Deze dienen in de programma s van de kunstvakopleidingen te worden aangeleerd, c.q. bevorderd. - De hoger opgeleide is in staat om op zijn handelen en denken te reflecteren door daar afstand van te nemen, te analyseren en te evalueren. - De hoger opgeleide heeft een voortdurende metapositie ten opzichte van zijn eigen plaats in samenleving en beroepsveld. - Hij kent de eigen kernkwaliteiten en de daarbij behorende valkuilen en uitdagingen. - Hij is in staat om het eigen denken en handelen te relativeren en daar met een (wijze) glimlach naar te kijken. - Het is daarbij vanzelfsprekend dat het eigen handelen en denken te allen tijde is te beredeneren en te verantwoorden, o.a. in heldere presentaties aan de omgeving. - Hij laat daarbij zien over een visie op de maatschappelijke rol van de hoger opgeleide te beschikken. - De hoger opgeleide beschikt over probleemoplossend vermogen, is in staat samenhang in denken en handelen te zien, te analyseren en te integreren. Hij doorziet complexe structuren en weet rode lijnen aan te brengen. - De hoger opgeleide neemt initiatieven en weet innovaties te bewerkstelligen. - Hij is vanuit die positie in staat om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep en kan de eigen beheersing van het beroep op peil houden o.a. door zelfstandig nieuwe kennis te verwerven. Creativiteit om de persoonlijke ontplooiing gaande te houden is daartoe een vereiste. - Hij opereert solo of in (multidisciplinair) teamverband (en kan dan leiding geven); is in staat om te functioneren in steeds wisselende situaties. - De onderliggende theorie is van academisch niveau en is geïnternaliseerd. Hij heeft een brede algemene ontwikkeling. - Op basis van kennis en mede vanuit beheersing van onderzoek weet hij wanneer dient te worden gesproken of gezwegen. Hij is zodanig communicatief, qua taalgebruik en houdingen, dat hij stimulerend kan werken in alle processen waarbij hij betrokken is. Relatie tot het wetenschappelijk onderwijs Het HBO-onderwijs onderscheidt zich van het wetenschappelijk onderwijs voornamelijk door zijn vakmatige en beroepsgericht oriëntatie. Dit onderscheid is in het domein Film en Televisie van het Kunstvakonderwijs in relatie tot het wetenschappelijk onderwijs noodzakelijkerwijs groot: waar in het wetenschappelijk onderwijs het cognitieve aspect de boventoon voert is in het kunstvakonderwijs vooral het artistieke aspect van belang. Relatie tot het middelbaar beroepsonderwijs Wat betreft de afbakening met het HBO zijn er in het domein Film en Televisie eigenlijk geen problemen. Niveau en taakverdeling zijn duidelijk. Er is bij elke productie een grote groep operationele medewerkers betrokken die geen inhoudelijke rol spelen in de voorbereiding en geen verantwoordelijkheid dragen voor de vormgeving. Het zijn de belichters en geluidstechnici, de cameramensen in een meer-camera situatie en allerlei andere assistenten die in een studio of op locatie een uitvoerende taak hebben. In principe zijn alle ontwerpen gemaakt en worden de aanwijzingen van de regisseur, sounddesigner en production designer 18

19 uitgevoerd. Door het uitvoerende karakter zijn dit beroepen op MBO-niveau. Voor de film- en televisiesector is het van belang dat deze beroepen ook door het MBO worden ondersteund. 19

20 7. Competentiegerichte opleidingskwalificaties Film en Televisie De competenties van het opleidingsprofiel Film en TV zijn verdeeld in drie domeinen: - artistiek competentiedomein - vaktechnisch competentiedomein - professioneel-maatschappelijk competentiedomein Per domein zijn een aantal competenties onderscheiden die essentieel zijn voor de opleiding Film en TV. Een aantal competenties is binnen meerdere competentiedomeinen van belang. De matrix hieronder geeft aan binnen welk domein een competentie vooral thuishoort. Domein Artistiek Vaktechnisch Professioneel Maatschappelijk Competenties Creërend vermogen Visie Vermogen tot samenwerken en communiceren Ambachtelijk vermogen Planmatig en resultaat gericht werken Flexibiliteit Ondernemerschap Omgevingsgerichtheid Lerend vermogen Reflectief vermogen Innovatief vermogen 20

21 7.1 Algemene competenties en gedragsindicatoren 1 Creërend vermogen De film en tv maker bezit het vermogen om vanuit zijn eigen specialisme scheppend om te gaan met intuïties, waarnemingen, indrukken en emoties door deze in artistieke ideeën om te zetten en in audiovisuele vorm weer te geven - creëert in gezamenlijkheid met anderen een (nieuw) verhaal in beeld en geluid - laat in zijn werk zien dat hij over een groot visueel en auditief voorstellingsvermogen beschikt - demonstreert in zijn scheppende werk zijn ideeën en betrekt daarbij zijn kennis van de bestaande beeld-, geluids- en dramacultuur - zet aantoonbaar zijn psychologisch en sociologisch inzicht in om een verhaal vorm te geven - levert een persoonlijk zichtbare bijdrage aan de totstandkoming van een productie, mede door de daar aan ten grondslag liggende artistieke keuzen - demonstreert vanuit zijn specialistische taak in woord en daad zijn fascinatie, zijn innerlijke noodzaak fantasie en verbeelding in te zetten bij het maken van audiovisuele producties 2 Visie De film en tv maker bezit het vermogen om opvattingen en overtuigingen op het eigen vakgebied te vormen, die te communiceren en zichtbaar te maken in audiovisuele producties. - ontwikkelt een eigen visie en kan deze mondeling, schriftelijk en beeldend toelichten gedurende het hele werkproces - weet zijn visie op de vorm en inhoud van het scenario dat hij in zijn discipline gaat gebruiken, en daarmee het artistiek en inhoudelijk einddoel en zijn persoonlijke stijlopvatting, aan betrokkenen duidelijk te maken - brengt ideeën overtuigend en licht deze toe in het collectief creatieve proces - heeft in zijn werk aantoonbaar inzicht in hoe het publiek zal reageren op de combinatie van beeld en geluid, zowel wat betreft de waarneming als de betekenisgeving (het constructieproces van de toeschouwer) 3 Vermogen tot samenwerken en communiceren De film en tv maker bezit het vermogen vanuit zijn eigen specialisme in samenwerking met de andere vakspecialisten een actieve bijdrage te leveren aan een gezamenlijk product of proces. Hij bezit hiertoe het vermogen om zijn handelen zowel verbaal, non-verbaal als in schrift effectief en efficiënt over te brengen, af te stemmen en te verantwoorden - gaat als teamworker professioneel om met verschillende partijen en belangen in het productieprocesgeeft een persoonlijke artistieke invulling aan zijn bijdrage in het team en communiceert zijn inbreng goed met de andere vakspecialismen vanuit een helder beeld van zijn eigen plaats en rol in het team - toont begrip, respect en waardering voor de bijdragen van de andere vakspecialisten en schakelt, waar nodig zijn oplossingsgerichtheid in - laat in zijn samenwerking en communicatie zien te beschikken over basiskennis van de andere disciplines waarmee tijdens de productie wordt samengewerkt - schat de risico's waaronder cast en crew moeten werken goed in en zorgt voor maximale veiligheid voor zichzelf en zijn omgeving 21

Opleidingsprofiel. Film en Televisie. Werkgroep Opleidingsprofiel

Opleidingsprofiel. Film en Televisie. Werkgroep Opleidingsprofiel Opleidingsprofiel Film en Televisie Werkgroep Opleidingsprofiel Film en Televisie oktober 2002 Voorwoord In het kader van landelijke procedures die voor alle HBO-opleidingen gelden, is in het kunstvakonderwijs

Nadere informatie

Competenties Regisseur. Competenties film en televisie

Competenties Regisseur. Competenties film en televisie Competenties Regisseur Competenties film en televisie De competenties van het opleidingsprofiel Film en TV zijn verdeeld in drie domeinen: - artistiek competentiedomein - vaktechnisch competentiedomein

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Muziek. Netwerk Muziek

Opleidingsprofiel. Muziek. Netwerk Muziek Opleidingsprofiel Muziek Netwerk Muziek oktober 2002 Voorwoord Voor u ligt het document Opleidingsprofiel Muziek. Dit landelijk gemeenschappelijk profiel is opgesteld door een voor dat doel in het leven

Nadere informatie

Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria:

Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria: Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria: Regie Documentaire Weet in een door de student zelf gemaakte film al basaal te boeien

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Dans. Uitstroomprofielen Danser & Choreograaf. Werkgroep Opleidingsprofielen Dans

Opleidingsprofiel. Dans. Uitstroomprofielen Danser & Choreograaf. Werkgroep Opleidingsprofielen Dans Opleidingsprofiel Dans Uitstroomprofielen Danser & Choreograaf Werkgroep Opleidingsprofielen Dans oktober 2002 Voorwoord Voor u ligt het document Opleidingsprofiel Dans. Dit landelijk gemeenschappelijk

Nadere informatie

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor

Nadere informatie

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Bladnummer 1 Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Bijlage 4 Preambule 1. Het hbo-kunstvakonderwijs streeft naar een goede afstemming van de opleidingen op de beroepspraktijk

Nadere informatie

Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst

Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst Overleg Beeldende Kunstonderwijs oktober 2002 Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst versie oktober 2002 pagina 2 van totaal 17 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Autonome Beeldende Kunst

Autonome Beeldende Kunst Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst Overleg Beeldende Kunstonderwijs oktober 2002 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Herstructurering Kunstonderwijs 3 1.2 Projectorganisatie Kunstvakonderwijs 3 1.3

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Theater. Uitstroomprofielen Acteur & Theatermaker. Werkgroep Opleidingsprofiel Theater

Opleidingsprofiel. Theater. Uitstroomprofielen Acteur & Theatermaker. Werkgroep Opleidingsprofiel Theater Opleidingsprofiel Theater Uitstroomprofielen Acteur & Theatermaker Werkgroep Opleidingsprofiel Theater oktober 2002 Voorwoord Voor u ligt het document Opleidingsprofiel Theater. Dit landelijk gemeenschappelijk

Nadere informatie

basiscompetenties 2de graad muziek

basiscompetenties 2de graad muziek basiscompetenties 2de graad muziek 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 2de graad muziek Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties muziek voor de 2 de graad van de langlopende studierichtingen

Nadere informatie

Competenties en Gedragsindicatoren

Competenties en Gedragsindicatoren Master Design Willem de Kooning Academie Competenties en Gedragsindicatoren Competentiegericht onderwijs De Master Design heeft competenties geformuleerd om de vormgeving, sturing en onderbouwing van het

Nadere informatie

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Bladnummer 1 Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Preambule 1. Het hbo-kunstvakonderwijs streeft naar een goede afstemming van de opleidingen op de beroepspraktijk

Nadere informatie

Cultuureducatie met Kwaliteit

Cultuureducatie met Kwaliteit ontwerp fourpack Cultuureducatie met Kwaliteit Onze ambities 1 2 3 Stappenplan Het kwadrant Drie domeinen 1 Intake 5 Scholingsactiviteiten VERBREDEN 2 Assessment 6 Meerjarenvisie In huis 3 Ambitiegesprek

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

CKV Festival 2012. CKV festival 2012

CKV Festival 2012. CKV festival 2012 C CKV Festival 2012 Het CKV Festival vindt in 2012 plaats op 23 en 30 oktober. Twee dagen gaan de Bredase leerlingen van het voortgezet onderwijs naar de culturele instellingen van Breda. De basis van

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd VISIE OP ONDERWIJS Associate degrees voltijd Voor u ligt de Visie op Onderwijs voor de Associate degree-opleidingen. Deze visie is tot stand gekomen met de partners in het mbo en het hbo in de regio. In

Nadere informatie

HBO-Master Kunsteducatie maart 2004 jv pagina 1/23. Werkgroep Opleidingsprofiel HBO Master Kunsteducatie. Netwerk KVDO, maart 2004

HBO-Master Kunsteducatie maart 2004 jv pagina 1/23. Werkgroep Opleidingsprofiel HBO Master Kunsteducatie. Netwerk KVDO, maart 2004 HBO-Master Kunsteducatie maart 2004 jv pagina 1/23 Werkgroep Opleidingsprofiel HBO Master Kunsteducatie Netwerk KVDO, maart 2004 HBO-Master Kunsteducatie maart 2004 jv pagina 2/23 Voorwoord Voor u ligt

Nadere informatie

basiscompetenties 3de graad muziek

basiscompetenties 3de graad muziek basiscompetenties 3de graad muziek 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 3de graad muziek Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties muziek voor de 3 de graad van de langlopende studierichtingen

Nadere informatie

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor De opleiding interior design & Styling - hbo bachelor Mensen zien hun omgeving steeds meer als een verlengstuk van hun persoonlijkheid.

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004

Opleidingsprofiel. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004 Opleidingsprofiel Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004 maart 2004/jv 1/ 27 Voorwoord Voor u ligt het document

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Januari 2015 Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Sector: Schilderen en Onderhoud en Afbouw Vastgesteld door: Paritaire Commissie Onderhoud, Schilderen en Afbouw Savantis Vaststellingsdatum:

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden Theoretisch kader: Zoals ik in mijn probleemanalyse beschrijf ga ik de vaardigheid creativiteit, van de 21st century skills onderzoeken, omdat ik wil weten op welke manier de school invloed kan uitoefenen

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004

Opleidingsprofiel. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004 Opleidingsprofiel Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004 maart 2004/jv 1/ 27 Voorwoord Voor u ligt het document

Nadere informatie

Voorbereiding hbo kunstonderwijs

Voorbereiding hbo kunstonderwijs Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo kunstonderwijs gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0184 Penvoerder: Sectorkamer ICT en creatieve industrie Gevalideerd door: Sectorkamer ICT en creatieve

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bladzijde 4/5 Bladzijde 4 Bladzijde 4 Bladzijde 5

Inhoudsopgave. Bladzijde 4/5 Bladzijde 4 Bladzijde 4 Bladzijde 5 Mediavormgeving Inhoudsopgave Wat doet een mediavormgever? - Waar werkt een mediavormgever - Welke taken verricht een mediavormgever? - Welke eigenschappen heeft een mediavormgever Typering beroepengroep

Nadere informatie

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING: beeldende vorming De DOELSTELLING van de -opdrachten & De BEOORDELING: Doelstellingen van de opdrachten. Leren: Thematisch + procesmatig te werken Bestuderen van het thema: met een open houding Verzamelen

Nadere informatie

Beoordelen in het HBO

Beoordelen in het HBO Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief

Nadere informatie

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, AL pleiding Academie voor Lichamelijke pvoeding Februari 2013 Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing Warming up Door de ervaringen als sociaal pedagogisch hulpverlener begreep

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren Jongeren leren organiseren Hoe kunnen jongeren regie hebben over eigen handelen en toch in verbinding zijn met alles om hen heen? Hoe verstaan jongeren de kunst om te bouwen aan netwerken, om een positie

Nadere informatie

PTA CKV havo Belgisch Park cohort

PTA CKV havo Belgisch Park cohort A. Schoolexamen CKV Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A: Verkennen Domein B: Verbreden Domein C: Verdiepen Domein D: Verbinden Het

Nadere informatie

Ook voor de basisschool zijn nieuwe er kerndoelen gemaakt die duidelijk aansluiten bij de kerndoelen van de onderbouw VO.

Ook voor de basisschool zijn nieuwe er kerndoelen gemaakt die duidelijk aansluiten bij de kerndoelen van de onderbouw VO. CKV kerndoelen en eindtermen Er zijn duidelijke doorlopende leerlijnen van het basisonderwijs naar de onderbouw en het onderbouw naar de bovenbouw. De betreffende, ook wettelijk verplichte kerndoelen en

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Docent Muziek (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Muziek Netwerk KVDO, maart 2004

Opleidingsprofiel. Docent Muziek (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Muziek Netwerk KVDO, maart 2004 Opleidingsprofiel Docent Muziek (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Muziek Netwerk KVDO, maart 2004 OPLEIDINGSPROFIEL DOCENT MUZIEK (BACHELOR) NETWERK KVDO MAART 2004 1 /29 Voorwoord Voor u ligt het

Nadere informatie

Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier

Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier Naam student: Studentnummer: Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier Bram Boonen Ellen Koop Datum 25 april 2013 Aanbieding Productcriteria Vormvereisten 1e aanbieding Assessmentdossier Het

Nadere informatie

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo)

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo) Kunst en cultuur (PO-havo/vwo) Sectoren kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo/vwo onderbouw exameneenheden havo/vwo bovenbouw exameneenheden Vakkernen 1. Produceren en presenteren 54:

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013 KIT: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs Zelfevaluatie-instrument voor docenten Website: www.kwaliteit-toetsprogramma.nl conceptversie 14-03-2013 In onderstaand schema vindt

Nadere informatie

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen WORKSHOP LEERLIJNEN Welkom en inleiding Wat is een leerlijn? Voorbeelden en achtergronden van leerlijnen cultuuronderwijs Leerlijnen in Flevoland: KIDD en De Culturele Haven Hoe bouw je een leerlijn? WORKSHOP

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

PTA CKV VWO, Belgisch Park, cohort

PTA CKV VWO, Belgisch Park, cohort A. Schoolexamen CKV Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A: Verkennen Domein B: Verbreden Domein C: Verdiepen Domein D: Verbinden Het

Nadere informatie

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENT GETOETST TOETSEN & EXAMINEREN IN HET HBO ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 4 OKTOBER 2016 1 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze Gespreksdocument Inleiding Het portfolio is gevuld met bewijslast voor de behaalde competenties op het gevraagde niveau Het laatste studiepunt wordt behaald met het schrijven van het gespreksdocument.

Nadere informatie

Bijlage III Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Beschrijving leerresultaten van gereguleerde kwalificaties

Bijlage III Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Beschrijving leerresultaten van gereguleerde kwalificaties Bijlage III Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Beschrijving leerresultaten van gereguleerde kwalificaties Beschrijvingen in leerresultaten van de diploma s de door het Ministerie van OCW gereguleerde

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

PTA CKV vwo Belgisch Park cohort

PTA CKV vwo Belgisch Park cohort PTA CKV vwo Belgisch Park cohort 018-019-00 A. Schoolexamen CKV Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A: Verkennen Domein B: Verbreden

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016 Ontwerpkaders: Onderwijs Versie 1.0/november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement h. Functie docent Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub h Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene

Nadere informatie

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Profiel Opleidingsmanager HBO-Rechten 10 mei 2017 Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Competenties directeur Nije Gaast

Competenties directeur Nije Gaast Competenties directeur Nije Gaast De s voor directeuren van Nije Gaast zijn vertaald in vijf basiss. De beschrijving is gebaseerd op de schoolleiderscompententies die landelijk zijn vastgesteld en zijn

Nadere informatie

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving.

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving. Context Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving. 4 Een herkenbare,

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Docent Drama (Bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Docent Drama Netwerk KVDO, maart 2004

Opleidingsprofiel. Docent Drama (Bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Docent Drama Netwerk KVDO, maart 2004 Opleidingsprofiel Docent Drama (Bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Docent Drama Netwerk KVDO, maart 2004 Opleidingsprofiel Docent Drama (bachelor) Netwerk KVDO maart 2004/jv 1 / 30 Voorwoord Voor u

Nadere informatie

Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2017

Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2017 Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2017 > Met zwarte of blauwe pen invullen > Kruis s één antwoord aan tenzij anders is aangegeven > Let op naar welke vraag u soms wordt doorverwezen Persoonlijke gegevens

Nadere informatie

Competenties van de klinisch psycholoog. Ger Keijsers

Competenties van de klinisch psycholoog. Ger Keijsers Competenties van de klinisch psycholoog Ger Keijsers Onderwerpen 1. achtergrond 2. CanMEDS 3. competenties KP 4. themakaarten 5. waterscheiding 6. implementatie Achtergrond competentiegericht opleiden

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Vormgeving. Overleg Beeldende Kunstonderwijs

Opleidingsprofiel. Vormgeving. Overleg Beeldende Kunstonderwijs Opleidingsprofiel Vormgeving Overleg Beeldende Kunstonderwijs oktober 2002 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Herstructurering Kunstonderwijs 3 1.2 Projectorganisatie Kunstvakonderwijs 3 1.3 Kwalificatiestelsel

Nadere informatie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding) Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden

Nadere informatie

Wervingsprofiel. Hoofd Onderwijs & Kwaliteit

Wervingsprofiel. Hoofd Onderwijs & Kwaliteit Wervingsprofiel Hoofd Onderwijs & Kwaliteit 3 mei 2019 Opdrachtgever De heer S. Maas, Hoofd P&O, MBO Utrecht Voor meer informatie over de functie Jessica van den Brink, senior adviseur Leeuwendaal Telefoon

Nadere informatie

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee. Onderwijsvernieuwing We doen er allemaal aan mee. Maar. Welke kant willen we op? Wat speelt er in mijn team? Wil iedereen mee? Waar liggen de interesses? Waar zit de expertise? WAARIN GA IK INVESTEREN?

Nadere informatie

FUWASYS Algemene Karakteristieken

FUWASYS Algemene Karakteristieken Blz. 1 Hoofdgroep karakter I Het betreft op zichzelf staande routinematige werkzaamheden, waarbij het effect van de werkzaamheden zich uitstrekt tot een beperkte groep medewerkers. Er zijn gedetailleerde

Nadere informatie

PTA ckv Havo, Belgisch Park, cohort

PTA ckv Havo, Belgisch Park, cohort Het eindexamen ckv bestaat uit een schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domeinen ckv Domein A: Verkennen Domein B: Verbreden Domein C: Verdiepen Domein D: Verbinden Domein

Nadere informatie

Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2016

Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2016 Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2016 > Met zwarte of blauwe pen invullen > Kruis s één antwoord aan tenzij anders is aangegeven > Let op naar welke vraag u soms wordt doorverwezen Persoonlijke gegevens

Nadere informatie

Cultuurbeleidsplan 2015-2019

Cultuurbeleidsplan 2015-2019 CBS Maranatha Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Cultuurbeleidsplan 2015-2019 1. Inleiding Dit is het cultuureducatieplan van de CBS Maranatha in Winschoten. Een plan dat is opgesteld om een bijdrage te leveren

Nadere informatie

PTA ckv VWO, Belgisch Park, cohort

PTA ckv VWO, Belgisch Park, cohort Domeinen CKV Het eindexamen ckv bestaat uit een schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A: Verkennen Domein B: Verbreden Domein C: Verdiepen Domein D: Verbinden Domein

Nadere informatie

Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk

Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk Reclame maken, doe je zo! Groep 6 Thema-overzicht Thema-overzicht Reclame maken, doe je zo! Groep 6 Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk Kern van het thema Het thema Functies

Nadere informatie

Leerling Gezel Meester Feedback. Zet in een kortcyclisch proces creatieve ideeën, specificaties en concepten om tot werkende prototypes

Leerling Gezel Meester Feedback. Zet in een kortcyclisch proces creatieve ideeën, specificaties en concepten om tot werkende prototypes Naam: Saskia Arends Datum: 16-09-2016 Realisatiekracht Beginner Kan nog geen ideeën snel omzetten tot prototypes Zet ideeën om tot werkende prototypes Zet in een kort cyclisch proces ideeën om tot werkende

Nadere informatie

10-8 7-6 5. De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen;

10-8 7-6 5. De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen; Henk MassinkRubrics Ontwerpen 2012-2013 Master Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam Beoordeeld door Hanneke Koopmans en Freddy Veltman-van Vugt. Cijfer: 5.8 Uit je uitwerking blijkt dat je je zeker

Nadere informatie

Bijlage 3: Format beschrijving opdrachten onderzoekend leren

Bijlage 3: Format beschrijving opdrachten onderzoekend leren Bijlage 3: Format beschrijving opdrachten onderzoekend leren Dit format is bedoeld voor docenten die onderzoekend-lerenopdrachten gaan maken voor het gebruik in hun eigen groep en/of voor gebruik door

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Vanuit het Albeda College een korte toelichting op de producten CCB en de deelnemers aan de opleiding Jeugdopbouwwerker

Vanuit het Albeda College een korte toelichting op de producten CCB en de deelnemers aan de opleiding Jeugdopbouwwerker september 2007 Vanuit het Albeda College een korte toelichting op de producten CCB en de deelnemers aan de opleiding Jeugdopbouwwerker In 2007 is door ons bij de projectleiding CCB een CD aangeleverd met

Nadere informatie

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs Ons Onderwijs Kwaliteit in onderwijs Voorwoord Bij Marianum staat de ontwikkeling van de leerling voorop. Wij staan voor aantrekkelijk en afgestemd onderwijs, gemotiveerde leerlingen en goede eindresultaten.

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Opleidingsprofiel MPPM

Opleidingsprofiel MPPM Opleidingsprofiel MPPM De ontwikkelingen in het beroepenveld Fysiek vooruitgangsdenken op basis van een eindontwerp in de ruimtelijke inrichting heeft in de loop van de afgelopen eeuw moeten plaatsmaken

Nadere informatie

Examenprofiel mbo. Entreeopleiding

Examenprofiel mbo. Entreeopleiding Eamenprofiel mbo Entreeopleiding Sector: Entreeopleiding Vastgesteld door: bestuur SBB Vaststellingsdatum: 24 maart 2016 Eamenprofielnummer: EXPRO.18 Eamenprofiel Entreeopleiding, versie maart 2016 1 Inleiding

Nadere informatie

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Competentieprofiel kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Generieke Competenties... 2 Affiniteit met kaderlidmaatschap... 2 Sociale vaardigheden... 2 Communicatie... 2 Lerend vermogen... 3 Initiatiefrijk... 3

Nadere informatie