Aanvragen voor programmatie, rationalisatie, overheveling, herstructurering schooljaar

Transcriptie

1 Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel MEDEDELING referentienr. : M-VVKSO datum : gewijzigd : contact : Dienst Personeel en schoolbeheer, patrick.deboutte@vsko.be, Aanvragen voor programmatie, rationalisatie, overheveling, herstructurering schooljaar Inhoudstafel 1 Inleiding Reglementering Statuut DPCC-SO Aanvullende toelichting bij de structuurwijzigingen Programmatie Omzetting Afbouw Overheveling Herstructurering van scholen Interne planningsprocedure Planningsprocedure Overzicht van de mogelijke structuurwijzigingen Welke structuurwijzigingen vallen onder de interne planningsbevoegdheid? Externe planningsprocedure Aanvragen Meldingen Globaal structuurplan Realisatie van een globaal structuurplan Actualiseren of bijsturen van een goedgekeurd globaal structuurplan Scholen die niet (meer) behoren tot een scholengemeenschap Scholengemeenschappen in een gewijzigde samenstelling Planningscriteria...17

2 2 1 Inleiding Wijzigingen aan het bestaande studieaanbod van het secundair onderwijs (programmeren; rationaliseren) en aan de structuren van de secundaire scholen (fuseren; herstructureren; overhevelen) zijn aan een reglementering onderworpen. Sinds kort is een grondig gewijzigde programmatieregelgeving in voege. De overheid maakt niet langer onderscheid tussen specifieke en niet-specifieke structuuronderdelen. Het huidig studieaanbod is voortaan ingedeeld in vier categorieën: 1. Structuuronderdelen die niet programmeerbaar zijn; 2. Structuuronderdelen die vrij programmeerbaar zijn; 3. Structuuronderdelen die programmeerbaar zijn mits goedkeuring van de Vlaamse regering; 4. Structuuronderdelen die geprogrammeerd worden op basis van een inruiloperatie ( omvorming ). Voorliggende planningsmededeling beschrijft de procedures die toegepast moeten worden bij de structuurwijzigingen. Er wordt een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds de interne planningsprocedure (punt 5) en anderzijds de externe planningsprocedure (punt 6). - De interne planningsprocedure is eigen aan het katholiek onderwijs. De Diocesane Plannings- en Coördinatiecommissie van het secundair onderwijs (DPCC-SO), gevestigd in Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt en Mechelen, neemt een beslissing over de aanvraag tot structuurwijziging op basis van de adviezen van de scholengemeenschap en op basis van het planningsadvies van het VVKSO. - De externe planningsprocedure situeert zich in de schoot van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi). Alle structuurwijzigingen in scholen die tot een scholengemeenschap behoren, moeten in overeenstemming zijn met de afspraken over de ordening van een rationeel onderwijsaanbod die binnen de scholengemeenschap worden gemaakt. Voor een aantal structuurwijzigingen is een goedkeuring vereist van de Vlaamse regering die beslist op basis van adviezen van de Vlaamse onderwijsraad (VLOR) en van de administratie/inspectie. De interne planningsprocedure gaat steeds vooraf aan de externe planningsprocedure. In beide planningsprocedures dient men verschillende indieningsdata in het oog te houden Het VVKSO zal telkens als een nieuwe datum zich aandient, attenderen via de Flits. Er wordt verwezen naar de Bijlage 4 van de planningsmededeling met een dubbel overzicht van alle indieningsdata, ook de data die voorkomen in de planningsprocedures voor het basis- en voor het buitengewoon onderwijs. Deze Mededeling wordt ook bezorgd aan de voorzitter en de leden van de DPCC s-so.

3 3 Bijzondere aandacht wordt gevestigd op volgende punten met betrekking tot de interne planningsprocedure: 1 Elke aanvraag is pas ontvankelijk als ze uitgaat van het bestuur van de scholengemeenschap (statuut DPCC, art ). De voorzitter ondertekent de aanvraag pas na goedkeuring binnen de scholengemeenschap en nadat de adviezen van het medezeggenschapscollege en van het onderhandelingscomité zijn ingewonnen. Ook eventuele bezwaarschriften tegen een aanvraag of het aantekenen van beroep bij de centrale beroepscommissie tegen een DPCC-SO-beslissing gaan uit van het bestuur van de scholengemeenschap. Aanvragen van scholen gewoon secundair onderwijs die niet behoren tot een scholengemeenschap, gaan uit van het schoolbestuur. 2 De afbouw of opheffing van een structuuronderdeel moet niet gemeld worden aan het AgODi. Het VVKSO zelf registreert de afbouw of opheffing via de voorbereiding van de spoedtelling of via de spoedtelling zelf op 1 september. Een aanvraag aan VVKSO-DPCC is derhalve ook niet noodzakelijk. 3 Elke eerder aangevraagde en goedgekeurde maar om welke reden dan ook niet-gerealiseerde structuurwijziging op 1 september 2014, moet opnieuw aangevraagd worden, bij VVKSO/DPCC en bij het AgODi. 2 Reglementering Deel IV Specifieke bepalingen betreffende het voltijds gewoon secundair onderwijs Titel 1 Bepalingen betreffende de scholen (art. 124 tot 206) van de Codex Secundair Onderwijs; Ministeriële omzendbrief SO 17 van 20 augustus 1992 Gefinancierde en gesubsidieerde internaten: programmatie, rationalisatie en omkadering; Ministeriële omzendbrief SO 42 van 21 juni 1995 Scholen voltijds secundair onderwijs; Ministeriële omzendbrief SO 51 van 31 juli 1998 Rationalisatienormen; Ministeriële omzendbrief SO 52 van 31 juli 1998 Vrijwillige fusies van scholen; Ministeriële omzendbrief SO 60 van 5 februari 1999 Studieaanbod voltijds secundair onderwijs; Ministeriële omzendbrief SO 61 van 5 februari 1999 Programmatie, omvorming, overheveling en afbouw in het voltijds secundair onderwijs; Ministeriële omzendbrief SO 62 van 30 april 1999 Scholengemeenschappen secundair onderwijs.

4 4 3 Statuut DPCC-SO De bisschoppen hebben eertijds hun beslissende bevoegdheid in verband met de problemen die behoren tot de planning van het katholiek secundair onderwijs, overgedragen aan de Diocesane Plannings- en Coördinatiecommissie (DPCC). De DPCC s, twee per diocees (een DPCC-BaO die bevoegd is voor het vrij katholiek gewoon én buitengewoon basisonderwijs en een DPCC-SO die functioneert voor het vrij katholiek gewoon én buitengewoon secundair onderwijs), beslissen over de aanvaarding of de weigering van de aanvragen in het raam van het algemeen beleid dat op centraal niveau wordt uitgestippeld en op grond van de gemotiveerde adviezen van de scholengemeenschappen en van het betrokken Verbond. Dit betekent dat de schoolbesturen zich schikken zowel naar de voorgeschreven interne planningsprocedure als naar de beslissing die ter zake wordt getroffen door de DPCC. Dit betekent ook dat de schoolbesturen enkel de aanvraagdossiers die door de DPCC zijn goedgekeurd, naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) kunnen doorsturen. De interne planningsprocedure van het katholiek onderwijs is nauwkeurig beschreven in het Statuut van de DPCC. De volledige tekst van het Statuut van de DPCC-SO vormt samen met een begeleidend schrijven van de voorzitter van het Bureau van de ARKO de Mededeling M-VVKSO : Diocesane Plannings- en coördinatiecommissie gewoon en buitengewoon secundair onderwijs (DPCC-SO). Statuut. 4 Aanvullende toelichting bij de structuurwijzigingen 4.1 Programmatie Programmatie is de oprichting van een op 1 oktober van de twee voorafgaande schooljaren niet georganiseerd structuuronderdeel. Herprogrammeren is derhalve pas noodzakelijk als een structuuronderdeel twee schooljaren na mekaar niet is ingericht in de eerste graad, in het aanvangsleerjaar van de tweede en de derde graad, als specialisatiejaar bso, als Se-n-Se van de derde graad tso en kso of als voorbereidend leerjaar op het hoger onderwijs aso en kso. De datum van 1 oktober is belangrijk om te weten of een structuuronderdeel als opgericht beschouwd kan worden of niet. Indien op 1 oktober van een schooljaar én het voorafgaand schooljaar geen leerlingen ingeschreven zijn in het eerste leerjaar van een structuuronderdeel van de tweede/derde graad, dan wordt dit beschouwd in afbouw te zijn. Het schooljaar daarop kan deze studierichting dus niet ingericht worden op het niveau van het tweede leerjaar. Een structuuronderdeel waarvoor op 1 oktober geen leerlingen zijn ingeschreven, kan nadien in de loop van het schooljaar niet meer worden heropgestart. De programmatie van een structuuronderdeel dat zich over meerdere leerjaren van een bepaalde graad uitstrekt, gebeurt hetzij progressief, leerjaar na leerjaar, te beginnen met het eerste, hetzij door gelijktijdige opstart van de verschillende leerjaren. Scholen die op 1 september 2014 een structuuronderdeel opgericht hebben op het niveau van het eerste leerjaar van een graad, kunnen op 1 september 2015 dit structuuronderdeel op het niveau van het tweede leerjaar verder uitbouwen zonder enige procedure, noch naar de DPCC, noch naar het AgODi. Hierna worden de -reeds in de inleiding opgesomde- soorten programmaties kort becommentarieerd: Structuuronderdelen die niet programmeerbaar zijn De lijst van niet-programmeerbare structuuronderdelen is opgenomen in de bijlage 2 van de ministeriële omzendbrief SO 61.

5 5 Het heeft geen zin niet-programmeerbare structuuronderdelen aan te vragen. Afwijkingen zijn niet voorzien, behalve om de studiecontinuïteit van de leerlingen te garanderen, i.c. de programmatie van een derde graad, aansluitend op de tweede graad die twee jaar eerder werd geprogrammeerd. De oprichting van niet-programmeerbare structuuronderdelen is ook niet mogelijk via omvorming (zie ook punt 4.2). Structuuronderdelen die vrij programmeerbaar zijn De lijst van vrij programmeerbare structuuronderdelen (soms gekoppeld aan een reeds bestaand studieaanbod) is opgenomen in de bijlage 3 van de ministeriële omzendbrief SO 61. Voor deze initiatieven volstaat een melding aan het AgODi (zie ook punt 6.2.1).! Let wel: een aantal vrij programmeerbare structuuronderdelen blijft DPCC-materie (zie ook punt 5.3). Structuuronderdelen die programmeerbaar zijn mits goedkeuring van de Vlaamse regering Onder deze categorie vallen alle andere structuuronderdelen die niet vermeld zijn in de bijlagen 2 en 3 van de ministeriële omzendbrief SO 61 en die ook niet op basis van een inruiloperatie geprogrammeerd zullen worden. In SO 61 staan enkele planningscriteria: - De programmatie van structuuronderdelen die in aantal gelimiteerd zijn, is niet mogelijk; bv. studiegebied Maatschappelijke veiligheid: het maximum van 8 vrije scholen is reeds ingevuld. bv. derde graad bso Onthaal en recreatie: het maximum van 3 vrije scholen is reeds ingevuld. - De programmatie moet beantwoorden aan een behoefte inzake onderwijsaanbod binnen de onderwijszone; - De programmatie vult een nood in op de arbeidsmarkt; - De programmatie garandeert de studiecontinuïteit van leerlingen; - De programmatie is in overeenstemming met een eventueel onderwijsconvenant Voor deze initiatieven moet een aanvraag ingediend worden bij het AgODi (zie ook punt 6.1.2).! Let wel: niet alle structuuronderdelen die een goedkeuring behoeven van de Vlaamse regering, zijn DPCCmaterie (zie ook punt 5.3). Structuuronderdelen die geprogrammeerd worden op basis van een inruiloperatie ( omvorming ) De programmatie van een structuuronderdeel op basis van een inruiloperatie is vergelijkbaar met wat vroeger als omvorming werd omschreven. Een omvorming is de opheffing van een bestaand structuuronderdeel in een school en de gelijktijdige vervanging door een ander structuuronderdeel in deze school óf in een andere school van de scholengemeenschap. Een omvorming leidt bijgevolg nooit tot een verhoging van het aantal structuuronderdelen. Bij de omvorming moet met volgende voorwaarden rekening gehouden worden: - Omvormen gebeurt de facto progressief, leerjaar na leerjaar, te beginnen met het eerste leerjaar van de graad; - De school die het omgevormde structuuronderdeel opricht, moet reeds beschikken over het studiegebied waaronder het omgevormde structuuronderdeel ressorteert; - Men kan niet omvormen vanuit of naar OKAN / Se-n-Se / Specialisatiejaren bso. Omvormen van een Se-n-Se of een Specialisatiejaar bso naar een ander Se-n-Se of Specialisatiejaar bso kan ook niet; bv. specialisatiejaar bso Fotolassen kan niet omgevormd worden naar specialisatiejaar bso Pijpfitten-lassenmonteren. De programmatie van Fotolassen moet door de Vlaamse regering goedgekeurd worden en Pijpfitten-lassen-monteren zal simultaan afgebouwd worden. - Omvormen naar niet-programmeerbare structuuronderdelen is niet mogelijk; - Omvormen naar structuuronderdelen die in aantal gelimiteerd zijn, is ook niet mogelijk.

6 6 bv. studiegebied Maatschappelijke veiligheid: het maximum van 8 vrije scholen is reeds ingevuld. bv. derde graad bso Onthaal en recreatie: het maximum van 3 vrije scholen is reeds ingevuld. Voor deze initiatieven volstaat een melding aan het AgODi (zie ook punt 6.2.2).! Let wel: een aantal omvormingen blijft DPCC-materie (zie ook punt 5.3). 4.2 Omzetting Een omzetting is een door de overheid verplichte aanpassing van de benaming van een structuuronderdeel. Een structuuronderdeel is in principe slechts omzetbaar naar één ander structuuronderdeel. Voor het schooljaar voorziet de overheid geen omzettingen. 4.3 Afbouw Afbouw van een structuuronderdeel is de opheffing ervan zonder enige impact op het overige onderwijsaanbod van de school. In het belang van de leerling kan de afbouw van een studierichting van de tweede of derde graad of van het hoger beroepsonderwijs verpleegkunde slechts progressief, leerjaar na leerjaar, verlopen, beginnend met het eerste leerjaar van de betrokken graad of het hoger beroepsonderwijs. Er hoeft geen mededeling van afbouw naar het AgODi gestuurd te worden, ook niet naar VVKSO/DPCC. 4.4 Overheveling Bij een overheveling wordt een deel van het onderwijsaanbod van de ene naar de andere instelling overgebracht, al dan niet op grond van een onderlinge uitwisseling. Komen voor overheveling in aanmerking: een volledige eerste graad; een volledig studiegebied, dit wil zeggen alle structuuronderdelen van de tweede en de derde graad, met inbegrip van de specialisatiejaren bso, Se-n-Se, voorbereidende leerjaren op het hoger onderwijs en voor het studiegebied Personenzorg hoger beroepsonderwijs; Elke overheveling gebeurt in één keer (dus niet progressief) en op 1 september. Een overheveling wordt gemeld aan het AgODi (zie ook punt 6.2.5). De overheveling is DPCC-materie. De verklaring aan het AgODi geeft aan de overheveling een definitief karakter. Uit de overheveling vloeien immers financierings- of subsidiëringsrepercussies voort. 4.5 Herstructurering van scholen Toelichting bij de fusie, afsplitsing, afbouw, overname van scholen is voorzien in de VVKSO-Mededelingen Herstructureringsdossier (M-VVKSO ) en Stappenplan herstructurering van instellingen (M-VVKSO ). Sinds kunnen enkel nog scholen tot stand worden gebracht door een fusie van bestaande scholen, onmiddellijk gevolgd door afsplitsing waarbij de herstructurering uiteindelijk niet resulteert in een groter aantal scholen. Bedoelde splitsing slaat op een afsplitsing van de volledige eerste graad, of van een of meer volledige studiegebieden, of van de eerste graad én een of meer studiegebieden. Elke school die hieruit ontstaat, moet op 1 februari van het voorafgaande schooljaar 100 % bereiken van de toepasbare rationalisatienorm.

7 7 De afsplitsing van de eerste graad en/of studiegebied(en) heeft voortaan voor gevolg dat geen enkel structuuronderdeel van die eerste graad en/of van het studiegebied nog kan worden aangeboden in de oorspronkelijke school. De herstructurering van een eerstegraadschool en een bovenbouwschool kan dus niet resulteren in een eerstegraadschool en een zesjarige school. Het is bv. wel mogelijk om twee zesjarige scholen te herstructureren tot één eerstegraadsschool en één bovenbouwschool. Een herstructurering van scholen wordt gemeld aan het AgODi (zie ook punten en 6.2.4). De herstructurering is DPCC-materie. 5 Interne planningsprocedure 5.1 Planningsprocedure De interne planningsprocedure voor het vrij katholiek secundair onderwijs ziet er uit als volgt: Scholengemeenschap: adviesbevoegdheid VVKSO: adviesbevoegdheid DPCC-SO: beslissingsbevoegdheid Elke aanvraag gaat uit van de scholengemeenschap, niet van de individuele school. De aanvraag wordt opgesteld aan de hand van het recto-verso formulier, opgenomen als Bijlage 1 bij deze Mededeling. De voorzitter van het bestuur van de scholengemeenschap 1 verzamelt de aanvragen van de scholen die behoren tot de scholengemeenschap en legt ze na ruggenspraak met de coördinerend directeur en/of met de raad van directeurs ter bespreking voor aan het bestuur van de scholengemeenschap. Het bestuur van de scholengemeenschap keurt de aanvragen goed conform aan de in het contract of statuut vastgelegde besluitvorming (d.w.z. bij consensus of bij het vereist aantal stemmen). De goedgekeurde aanvragen worden door de voorzitter van het bestuur van de scholengemeenschap bezorgd aan de voorzitters van het medezeggenschapscollege, respectievelijk het onderhandelingscomité van de scholengemeenschap De voorzitter van het medezeggenschapscollege van de scholengemeenschap (MCSG) legt de aanvraag voor advies voor aan het MCSG. Deze raadpleging wordt bekrachtigd door invulling van rubriek III op de keerzijde van het aanvraagformulier. De voorzitter plaatst zijn handtekening voor eensluidend afschrift. Bij een verdeeld of een ongunstig advies zal een uittreksel uit het verslag van de vergadering van het MCSG aan het aanvraagdossier toegevoegd worden met vermelding van de standpunten van de verschillende geledingen.! Let wel: Indien er binnen de scholengemeenschap geen medezeggenschapscollege is opgericht, hoeft de rubriek III niet ingevuld te worden De voorzitter van het onderhandelingscomité van de scholengemeenschap (OCSG) legt de aanvraag voor advies voor aan het OCSG. Deze raadpleging wordt bekrachtigd door invulling van rubriek IV op de keerzijde van het aanvraagformulier. De voorzitter én de secretaris plaatsen hun handtekening voor eensluidend afschrift. Bij een verdeeld of een ongunstig advies zal het protocol van niet-akkoord van het OCSG aan het aanvraagdossier toegevoegd worden met vermelding van de standpunten van de verschillende geledingen Na ontvangst van de adviezen van het medezeggenschapscollege en van het onderhandelingscomité van de scholengemeenschap worden de aanvraagformulieren door de voorzitter van het bestuur van de scholengemeenschap gehandtekend en ingediend bij het VVKSO en bij de voorzitter van de DPCC-SO, ten laatste 1 Met bestuur van de scholengemeenschap wordt bedoeld: het schoolbestuur dat álle scholen van de scholengemeenschap beheert of het comité van afgevaardigden van schoolbesturen van de scholengemeenschap (CAIM).

8 8-15 september 2014 voor de initiatieven onder punt 5.3.1; - 30 november 2014 voor de initiatieven onder punt De modaliteiten om aanvraagdossiers in te dienen, worden toegelicht in de Bijlage 3 bij deze Mededeling. De DPCC-SO beslist autonoom over de ontvankelijkheid van laattijdig ingediende dossiers. Scholengemeenschappen die samengesteld zijn uit scholen van twee verschillende diocesen, dienen hun aanvraagdossiers in bij beide betrokken DPCC s-so De DPCC-SO inventariseert de aanvragen. Alle aangrenzende scholengemeenschappen van het eigen diocees én van andere diocesen, desgevallend álle scholengemeenschappen van het eigen diocees worden tijdig in kennis gesteld van de ingediende aanvragen. Binnen de scholengemeenschap worden alle betrokken scholen geïnformeerd die op hun beurt alle eigen geledingen op de hoogte brengen. De scholengemeenschappen krijgen daarna de gelegenheid om binnen een termijn van 10 kalenderdagen bij de DPCC-SO een gemotiveerd bezwaarschrift tegen één of meer aanvragen in te dienen. De bezwaarschriften gaan uit vanwege het bestuur van de scholengemeenschap De DPCC-SO legt, hetzij op eigen initiatief, hetzij op basis van de ontvangen bezwaarschriften, vast voor welke aanvragen en met welke scholengemeenschappen voorafgaandelijk overleg noodzakelijk is. De DPCC- SO nodigt de betrokken scholengemeenschappen uit in overleg te treden. Minstens de aanvrager en de bezwaarmaker worden uitgenodigd om te participeren aan het scholengemeenschapoverstijgend overleg Na ontvangst van het verslag met de resultaten van het scholengemeenschapoverstijgend overleg wordt een advies door het VVKSO opgesteld en gestuurd naar de voorzitter van de DPCC-SO Na ontvangst van de planningsadviezen van het VVKSO neemt de DPCC-SO, eveneens op basis van de resultaten van het scholengemeenschapoverstijgend overleg, een beslissing binnen de grenzen van haar bevoegdheid. M.b.t. aanvraagdossiers van scholengemeenschappen die samengesteld zijn uit scholen van twee verschillende diocesen, plegen de DPCC s-so onderling overleg vooraleer eenzelfde beslissing te nemen. Het is finaal de DPCC-SO van het diocees waarin de aanvragende school gelegen is, die de beslissing schriftelijk formuleert ten behoeve van het bestuur van de scholengemeenschap Iedere beslissing van de DPCC-SO wordt zo spoedig mogelijk en ten laatste binnen een termijn van 10 kalenderdagen via meegedeeld aan het bestuur van de scholengemeenschap dat de aanvraag indiende, evenals aan het bestuur van de scholengemeenschap dat een bezwaarschrift heeft ingediend. Elke beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd. Het bestuur van de scholengemeenschap licht onverwijld de andere participanten van de scholengemeenschap in over de beslissing, in eerste instantie het schoolbestuur van de school waar de aanvraag zou gerealiseerd worden. Het schoolbestuur informeert op zijn beurt alle geledingen binnen de school. De beslissing wordt ook meegedeeld aan het VVKSO. Het betreft een initiële beslissing. Deze initiële -positieve of negatieve- beslissing wordt automatisch omgezet in een definitieve -positieve of negatieve- beslissing als er binnen een termijn van 7 kalenderdagen geen beroep wordt aangetekend Indien het bestuur van de scholengemeenschap dat de aanvraag indiende, óf het bestuur van de scholengemeenschap dat een gemotiveerd bezwaarschrift formuleerde, het niet eens is met een negatieve, respectievelijk positieve beslissing van de DPCC-SO, kan het binnen een termijn van 7 kalenderdagen per aangetekend schrijven of per beroep aantekenen bij een centrale beroepscommissie met zetel in Brussel (te sturen naar de heer Lieven Boeve, voorzitter van de centrale beroepscommissie, Guimardstraat Brussel lieven.boeve@vsko.be). Van een eventueel beroep wordt onmiddellijk kennis gegeven aan alle betrokken partijen (de aanvrager of de bezwaarmaker, de DPCC-SO, het VVKSO ). De centrale beroepscommissie doet binnen een termijn van 21 kalenderdagen een gemotiveerde uitspraak over de ontvankelijkheid en over de gegrondheid van het beroep.

9 9 Bij gegrondheid verzoekt de centrale beroepscommissie de DPCC-SO om de aanvraag opnieuw inhoudelijk te bespreken. Als de DPCC-SO bij haar oorspronkelijke beslissing blijft, motiveert de DPCC-SO waarom ze bepaalde argumenten van de centrale beroepscommissie niet in aanmerking neemt. Binnen hetzelfde werkjaar kan een bestuur van de scholengemeenschap voor eenzelfde dossier slechts eenmaal in beroep gaan. Als de DPCC-SO haar initiële beslissing wijzigt, kan tegen deze nieuwe beslissing niet opnieuw beroep aangetekend worden, noch door de aanvrager, noch door de bezwaarmaker. 5.2 Overzicht van de mogelijke structuurwijzigingen programmatie van een eerste leerjaar A en een eerste leerjaar B; programmatie van een basisoptie en van een beroepenveld (al of niet op basis van een inruiloperatie); De hercombinatie van bestaande beroepenvelden wordt niet beschouwd als een programmatie. programmatie van aso-, bso-, kso- en tso-studierichtingen in het eerste leerjaar van de tweede graad en in het eerste leerjaar van de derde graad (al of niet op basis van een inruiloperatie); programmatie van specialisatiejaren bso; programmatie van een naamloos leerjaar (met tenminste 28 uren algemene vakken in de basisvorming); programmatie van Se-n-Se tso of kso; programmatie van een voorbereidend leerjaar op het hoger onderwijs aso of kso; programmatie van een studiegebied; Er is sprake van de programmatie van een studiegebied als een school nog geen enkele studierichting organiseert van het desbetreffend studiegebied, noch op het niveau van de tweede graad, noch op het niveau van de derde graad. programmatie van totaal nieuwe structuuronderdelen; overhevelen van eerste graden of studiegebieden; herstructurering van scholen (fusie, afsplitsing, afbouw, ); oprichting van nieuwe vestigingsplaatsen en herschikking/herlokalisering van het onderwijsaanbod over de bestaande vestigingsplaatsen; wijziging aan de samenstelling van scholengemeenschappen (bv. toetreding van een BuSO-school); wijzigingen aan het internaatsaanbod; wijzigingen aan het buso-aanbod; oprichting van een centrum deeltijds onderwijs; wijzigingen aan het opleidingenaanbod van centra deeltijds onderwijs; oprichting van onthaalonderwijs OKAN; overdracht van een vrije katholieke school aan de gemeente/provincie of overname van een gemeentelijke/provinciale school. De wijzigingen van schoolbesturen van scholen (oprichting van een nieuwe vzw; fusie van schoolbesturen; splitsing van schoolbesturen...).

10 Welke structuurwijzigingen vallen onder de interne planningsbevoegdheid? Binnen de interne planningsprocedure wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds structuurwijzigingen die DPCC-materie zijn en anderzijds structuurwijzigingen die behoren tot de planningsbevoegdheid van de scholengemeenschap zijn. De planningsbevoegdheid van de scholengemeenschap werd vastgelegd bij de goedkeuring van het globaal structuurplan en beschreven in een Fiche. Scholengemeenschappen zonder goedgekeurd globaal structuurplan beschikken niet over eigen planningsbevoegdheid. Het onderscheid bevoegdheid DPCC en bevoegdheid scholengemeenschap was tot voor kort in belangrijke mate gebaseerd op de indeling van het studieaanbod in specifieke en niet-specifieke structuuronderdelen. De overheid heeft deze indeling verlaten en hanteert voortaan de volgende vier categorieën: 1. Structuuronderdelen die niet programmeerbaar zijn; 2. Structuuronderdelen die vrij programmeerbaar zijn; 3. Structuuronderdelen die programmeerbaar zijn mits goedkeuring van de Vlaamse regering; 4. Structuuronderdelen die geprogrammeerd worden op basis van een inruiloperatie ( omvorming ). Het onderscheid bevoegdheid DPCC en bevoegdheid scholengemeenschap is op basis van de nieuwe programmatieregelgeving geherformuleerd Bevoegdheid DPCC eerste planningsronde, in te dienen voor 15 september 2014 nieuwe studiegebieden (óók als het studiegebied via vrije programmatie tot stand komt). derde leerjaren van de derde graad (Se-n-Se tso en kso; Specialisatiejaar bso; Voorbereidend leerjaar op het hoger onderwijs aso of kso; Naamloos leerjaar ); Let wel: derde leerjaren van de derde graad kunnen nooit via vrije programmatie of op basis van een inruiloperatie tot stand komen. Voor elke programmatie is een goedkeuring vereist van de Vlaamse regering. De programmatie van een aantal laagfrequente studierichtingen binnen bestaande studiegebieden (óók als de studierichting via vrije programmatie of op basis van een inruiloperatie tot stand kan komen). Deze laagfrequente studierichtingen worden hierna opgesomd per studiegebied.

11 11 Studiegebied Auto Beeldende kunsten Bouw Chemie Hout Land- en tuinbouw Mechanica-elektriciteit Personenzorg Podiumkunsten Sport Toerisme Voeding Laagfrequente studierichtingen Tweewielers en lichte verbrandingsmotoren bso Vrachtwagenchauffeur bso Alle studierichtingen kso Bouwplaatsmachinist bso Farmaceutisch-technisch assistent tso Houtbewerking-snijwerk bso Paardrijden en -verzorgen bso Natuur- en groentechnische wetenschappen tso Kunststofverwerking bso Industriële ICT tso Kunststoftechnieken tso Podiumtechnieken tso Vliegtuigtechnieken tso Gezondheids- en welzijnswetenschappen tso Jeugd- en gehandicaptenzorg tso Muziek kso Woordkunst-drama kso Sportwetenschappen aso Alle studierichtingen aso en tso in combinatie met topsport Onthaal en recreatie bso Onthaal en public relations tso Toerisme tso Alle studierichtingen bso en tso De programmatie van studiegebieden en studierichtingen die niet voorkomen in het katholiek onderwijs (Bv. Ballet; Maritieme opleidingen; Muziekinstrumentenbouw; Duurzaam wonen; Mechanisch onderhoud; Productieoperator; Dans ) Bevoegdheid DPCC tweede planningsronde, in te dienen voor 30 november 2014 overheveling van eerste graden of studiegebieden; herstructurering van scholen (fusie, afsplitsing, afbouw, ); oprichting van nieuwe vestigingsplaatsen en herschikking/herlokalisering van het onderwijsaanbod op de bestaande vestigingsplaatsen; wijziging aan de samenstelling van scholengemeenschappen; wijzigingen aan het internaatsaanbod; Wijzigingen aan het aanbod van internaten zijn eveneens onderworpen aan de interne planningsprocedure. De besturen of de beheerders van de vrije internaten nemen daartoe rechtstreeks contact met de directeur van de Dienst Internaten van het VSKO (tel ). wijzigingen aan het buso-aanbod; Ook wijzigingen aan het aanbod van buso-scholen zijn onderworpen aan de interne planningsprocedure. Deze scholen ontvangen rechtstreeks vanuit het VVKBuO een eigen planningsmededeling, met eigen richtlijnen en eigen aanvraagformulieren. Aanvragen van buso-scholen die behoren tot een scholengemeenschap, gaan net zoals van de so-scholen trouwens uit van het bestuur van de scholengemeenschap. De aanvraag van een buso-school die tot een scholengemeenschap so wil toetreden, gaat uit van het schoolbestuur van de buso-school. Deze aanvraag is voor de DPCC-SO en het VVKBuO pas ontvankelijk als het initiatief besproken en goedgekeurd is in de schoot van de ontvangende scholengemeenschap. Aan de aanvraag wordt het advies van het medezeggenschapscollege (indien opgericht) en van het onderhan-

12 12 delingscomité van de scholengemeenschap toegevoegd. Over dergelijke aanvragen zal een gemeenschappelijk advies uitgebracht worden door het VVKBuO en het VVKSO. oprichting van een centrum deeltijds onderwijs; overdracht van een vrije katholieke school aan de gemeente/provincie of overname van een gemeentelijke/provinciale school Bevoegdheid scholengemeenschap Structuuronderdelen van de eerste graad (1A, 1B, basisopties, beroepenvelden) zijn niet onderworpen aan de interne planningsprocedure. Men hoeft geen dossier in te dienen bij VVKSO-DPCC. Structuuronderdelen van de tweede en derde graad binnen bestaande studiegebieden van de school, met uitzondering van - de studierichtingen die opgesomd zijn in de tabel onder alle derde leerjaren van de derde graad, zijn niet onderworpen aan de interne planningsprocedure. Men hoeft geen dossier in te dienen bij VVKSO- DPCC. Wijzigingen aan het opleidingenaanbod van centra deeltijds onderwijs zijn niet onderworpen aan de interne planningsprocedure. Men hoeft geen dossier in te dienen bij VVKSO-DPCC. De oprichting van onthaalonderwijs OKAN is niet onderworpen aan de interne planningsprocedure. Men hoeft geen dossier in te dienen bij VVKSO-DPCC. De wijzigingen van schoolbesturen van scholen (oprichting van een nieuwe vzw; fusie van schoolbesturen; splitsing van schoolbesturen...) worden -behoudens in geval van overmacht- twee maanden vooraf ter kennis gebracht van de DPCC-SO. Indien de wijziging van schoolbesturen ingaat op 1 september, wordt het dossier - behoudens in geval van overmacht - vóór 1 mei daaraan voorafgaand aan de DPCC-SO overgemaakt. De DPCC-SO beschikt over het initiatiefrecht om over de wijzigingen van schoolbesturen adviezen te formuleren ten behoeve van de betrokken scholen. Een Model Verklaring van wijziging van schoolbestuur is als bijlage toegevoegd aan de ministeriële omzendbrief SO 51. Deze verklaring wordt ook naar het AgODi gestuurd Totaal nieuwe structuuronderdelen Een totaal nieuwe basisoptie, beroepenveld, studierichting, specialisatiejaar, Se-n-Se, voorbereidend leerjaar is nog niet door de Vlaamse regering toegevoegd aan het erkend en financierbaar/subsidieerbaar studieaanbod van het gewoon secundair onderwijs met volledig leerplan en derhalve in nog geen enkele secundaire school georganiseerd. De Vlaamse regering kan, afhankelijk van maatschappelijke, onderwijskundige of technologische ontwikkelingen of afhankelijk van arbeidsmarktbehoeften, nieuwe structuuronderdelen vastleggen. Ze kan hiertoe zelf het initiatief nemen of onderbouwde voorstellen in overweging nemen die door scholen/scholengemeenschappen óf door derden worden ingediend. Het al dan niet opportuun zijn om een nieuw structuuronderdeel aan het studieaanbod toe te voegen, wordt bekeken vanuit de Vlaamse onderwijscontext en niet vanuit de lokale schoolcontext. De schoolcontext is immers pas een relevante factor, indien het om programmaties van structuuronderdelen gaat (Ministeriële omzendbrief SO 60). In een context waar gepleit wordt voor een reductie van het aantal structuuronderdelen, ligt zo leert de ervaring de programmatie van totaal nieuwe structuuronderdelen momenteel niet voor de hand. De school of scholengemeenschap die de aanvraag overweegt van een voorstel van totaal nieuw structuuronderdeel, neemt zo snel mogelijk contact met het VVKSO. Samen met de initiatiefnemer zal het VVKSO het voorstel van nieuw structuuronderdeel ten gronde onderzoeken. Als dit inhoudelijk onderzoek positief uitvalt, kan de interne planningsprocedure ingeleid worden. Het dossier wordt ingediend bij VVKSO en DPCC-SO ten laatste 15 mei 2014.

13 13 6 Externe planningsprocedure Binnen de externe planningsprocedure wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds initiatieven die moeten aangevraagd worden bij het AgODi en anderzijds initiatieven die aan het AgODI moeten gemeld worden. Voor een aantal aanvragen/meldingen wordt het standpunt opgevraagd van de lokale personeelsvertegenwoordiging, nl. een protocol van de onderhandeling over de aanvraag op het niveau van het LOC. Hier wordt wel degelijk het LOC op schoolniveau bedoeld, niet het OCSG. Er is geen modelformulier beschikbaar. Voor een aantal aanvragen/meldingen wordt een uittreksel opgevraagd van het proces-verbaal waaruit moet blijken dat het initiatief conform is aan de afspraken die binnen de scholengemeenschap zijn gemaakt. Voor het opstellen van het proces-verbaal kan gebruik gemaakt worden van het in Bijlage 2 van deze Mededeling opgenomen modelformulier. 6.1 Aanvragen Totaal nieuwe structuuronderdelen De externe planningsprocedure voor totaal nieuwe structuuronderdelen uitgaande van scholen/scholengemeenschappen óf van derden (onderwijskoepels, bedrijfssectoren, socio-culturele of maatschappelijke verenigingen, sociale partners...) wordt beschreven in de Ministeriële omzendbrief SO 60. Een dossier met voorstel wordt per aangetekend schrijven vóór 30 september 2014 gestuurd naar het Departement Onderwijs en Vorming, Instellingen en Leerlingen Secundair en Volwassenenonderwijs, Koning Albert IIlaan 15, 1210 Brussel. Het dossier wordt opgebouwd aan de hand van een format, beschreven in punt 6 van de Ministeriële omzendbrief SO Programmatie van structuuronderdelen die programmeerbaar zijn mits goedkeuring van de Vlaamse regering De aanvragen tot programmatie van structuuronderdelen -goedgekeurd door de DPCC-SO of ressorterend onder de bevoegdheid van de scholengemeenschap zelf (zie ook punt 5.3)- worden vóór 30 november 2014 door het schoolbestuur ingediend bij het AgODi aan de hand van het formulier Aanvraag van de programmatie van een structuuronderdeel, bijlage 6 van de ministeriële omzendbrief SO 61. Op dit formulier is het volledig adres vermeld, de criteria ter motivering van de programmatie en de bewijsstukken die aan het aanvraagdossier moeten toegevoegd worden Onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) De aanvragen tot programmatie van het structuuronderdeel Onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) worden vóór 1 mei 2015 door de scholengemeenschap (en niet door het individueel schoolbestuur!) ingediend bij het AgODi aan de hand van het formulier Aanvraag van programmatie Onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers, de bijlage 7 van de ministeriële omzendbrief SO Oprichting van een centrum deeltijds onderwijs De programmatie van een centrum deeltijds onderwijs wordt vóór 1 mei 2015 per gewoon schrijven aan het AgODi aangevraagd.

14 In gebruik nemen van nieuwe vestigingsplaatsen De aanvragen tot het in gebruik nemen van een nieuwe vestigingsplaats -goedgekeurd door de DPCC-SO- worden vóór 31 maart 2015 door het schoolbestuur ingediend bij het AgODi aan de hand van het formulier Aanvraag van een of meer vestigingsplaatsen, waarvan het model als bijlage 1 is opgenomen in de ministeriële omzendbrief SO Wijzigingen aan het buso-aanbod Wijzigingen aan het buso-aanbod worden voortaan ook aangevraagd bij het AgODi vóór 30 november Ter zake wordt verwezen naar de (nog te publiceren) planningsmededeling van het VVKBuO. 6.2 Meldingen Structuuronderdelen die vrij programmeerbaar zijn De structuuronderdelen die vrij programmeerbaar zijn -goedgekeurd door de DPCC-SO of ressorterend onder de bevoegdheid van de scholengemeenschap zelf (zie ook punt 5.3)- worden vóór 1 mei 2015 door het schoolbestuur gemeld aan het AgODi aan de hand van het formulier Verklaring van programmatie van vrij programmeerbare structuuronderdelen, bijlage 4 van de ministeriële omzendbrief SO Structuuronderdelen die geprogrammeerd worden op basis van een inruiloperatie ( omvorming ) De structuuronderdelen die geprogrammeerd worden op basis van een inruiloperatie ( omvorming ) - goedgekeurd door de DPCC-SO of ressorterend onder de bevoegdheid van de scholengemeenschap zelf (zie ook punt 5.3)- worden vóór 1 mei 2015 door het schoolbestuur gemeld aan het AgODi aan de hand van het formulier Verklaring van programmatie van structuuronderdelen op basis van een inruiloperatie, bijlage 5 van de ministeriële omzendbrief SO Fusie van scholen Het schoolbestuur stuurt een Verklaring van fusie, waarvan het model als bijlage 1 is opgenomen in de ministeriële omzendbrief SO 51, in bij het AgODi vóór 1 mei Herstructurering van scholen Bij fusie, gevolgd door afsplitsing stuurt het schoolbestuur vóór 1 mei 2015 in bij het AgODI - een Verklaring van fusie waarvan het model als bijlage 1 is opgenomen in de ministeriële omzendbrief SO én een Verklaring van afsplitsing waarvan het model als bijlage 1 is opgenomen in de ministeriële omzendbrief SO 61.

15 Overheveling van eerste graad of van studiegebied Het schoolbestuur stuurt een Verklaring van overheveling, waarvan het model als bijlage 8 is opgenomen in de ministeriële omzendbrief SO 61, in bij het AgODi vóór 1 mei Afbouw van een school Het schoolbestuur stuurt een Melding van afbouw, waarvan het model als bijlage 2 is opgenomen in de ministeriële omzendbrief SO 51, in bij het AgODi vóór 1 mei 2015; Wijzigingen aan de samenstelling van de scholengemeenschap De betrokken schoolbesturen sturen een Melding van een nieuwe of wijziging van een bestaande scholengemeenschap van secundaire scholen, waarvan het model als bijlage is opgenomen in de ministeriële omzendbrief SO 62, in bij AgODi vóór 31 maart 2015; Wijzigingen aan het internaatsaanbod De programmatie van een internaat of de fusie tussen twee internaten wordt vóór 15 mei 2015 gemeld aan het AgODi aan de hand van de formulieren Programmatie van een internaat, respectievelijk Verklaring van fusie van internaten, waarvan de modellen als bijlagen 4 en 1 zijn opgenomen in de ministeriële omzendbrief SO 17; Voor wijzigingen aan internaatsbesturen is een formulier Verklaring van wijziging van internaatsbestuur voorzien (zie bijlage 6 van de ministeriële omzendbrief SO 17 - Er is geen indieningsdatum vermeld) Opleidingenaanbod van centra deeltijds onderwijs Sinds het schooljaar is de programmatie van een opleiding volledig vrij en kan die programmatie op elk tijdstip van het schooljaar. Geen enkele programmatie behoeft dus een overheidsgoedkeuring. De programmatie wordt aan het AGODI gemeld, uiterlijk één maand voorafgaand aan de effectieve start van de opleiding, per gewoon schrijven. Ter zake wordt verwezen naar punt van de ministeriële omzendbrief SO/2008/08 Stelsel van leren en werken. Voor bijkomende informatie kan men Linda Wouters contacteren (tel ) Wijziging van schoolbesturen Het schoolbestuur stuurt een Verklaring van wijziging van schoolbestuur, waarvan het model als bijlage 3 is opgenomen in de ministeriële omzendbrief SO 51, in bij het AgODi. Er is geen indieningsdatum vermeld Afbouw van structuuronderdelen Er hoeft geen mededeling van afbouw te worden ingestuurd.

16 16 7 Globaal structuurplan 7.1 Realisatie van een globaal structuurplan Het behoort tot één van de belangrijkste bevoegdheden van de scholengemeenschappen om afspraken te maken over de ordening van een rationeel onderwijsaanbod (cf. Codex SO, art. 57). Daarom werden reeds bij de aanvang van de eerste legislatuur (in 1999) de scholengemeenschappen door het VVKSO uitgenodigd om werk te maken van een globaal structuurplan dat een voldoende rationeel, gedifferentieerd, herkenbaar en stabiel onderwijsaanbod omvat, gespreid over de verschillende scholen van de scholengemeenschap. Intussen beschikken de meeste scholengemeenschappen over een goedgekeurd globaal structuurplan. De goedkeuring van een globaal structuurplan impliceert dat de betrokken scholengemeenschappen een stuk beslissingsbevoegdheid verwerven inzake planning. Zij worden ten dele ontslagen van de interne planningsprocedure (VVKSO DPCC-SO) en kunnen voortaan in principe hun studieaanbod binnen de goedgekeurde studiegebieden vrij reduceren, aanvullen of vervolledigen, met inachtneming weliswaar van een aantal beperkingen (zie bovenvermeld punt 5.3.1). 7.2 Actualiseren of bijsturen van een goedgekeurd globaal structuurplan Er wordt voor een structuurplan geen houdbaarheidsdatum vastgelegd. Maar het VVKSO en de DPCC s-so beseffen zeer goed dat een globaal structuurplan geen statisch gegeven is dat het studieaanbod van een scholengemeenschap onveranderd vastlegt voor de eerstvolgende tien jaar. Elke scholengemeenschap behoudt dus de mogelijkheid om haar structuurplan te actualiseren of bij te sturen. De aanvragen tot programmatie van een structuuronderdeel of tot herstructurering van scholen die niet vermeld zijn in het globaal structuurplan, hoeven niet automatisch vertaald te worden in een totaal nieuw structuurplan. Het ligt wel voor de hand dat het VVKSO en de DPCC-SO elke bijkomende structuurwijziging zullen beoordelen binnen het kader van het eerder goedgekeurd globaal structuurplan. Een aantal scholengemeenschappen heeft intussen uit eigen beweging het initiatief genomen om het eerder ingediende en goedgekeurde globaal structuurplan te actualiseren of bij te sturen. Deze oefening resulteert vaak in een addendum, toe te voegen aan het oorspronkelijk globaal structuurplan. Totnogtoe besliste de scholengemeenschap zelf of het addendum opnieuw ter advies aan het VVKSO en ter goedkeuring aan de DPCC-SO werd voorgelegd. 7.3 Scholen die niet (meer) behoren tot een scholengemeenschap Scholen die niet (meer) behoren tot een scholengemeenschap, beschikken niet (langer) over eigen planningsbevoegdheid (zie ook punt 5.3.3). Het niet behoren tot een scholengemeenschap geeft geen vrijgeleide om onbeperkt te programmeren. Alle structuurwijzigingen in deze scholen zijn onderworpen aan de interne planningsprocedure. De aanvraag gaat uit van het schoolbestuur en wordt ingediend met een advies van het LOC (of ondernemingsraad) en van de schoolraad. Deze aanvraag wordt net zoals alle andere aanvragen van scholen die behoren tot een scholengemeenschap, door het DPCC-secretariaat geïnventariseerd en gecommuniceerd naar alle scholengemeenschappen van het diocees (desgevallend naar scholengemeenschappen van een aangrenzend diocees). De scholengemeenschappen krijgen de kans om een bezwaar te maken tegen de ingediende programmatie. Ook de scholen die niet behoren tot een scholengemeenschap, kunnen een gemotiveerd bezwaarschrift indienen tegen programmaties die door scholengemeenschappen worden ingediend.

17 Scholengemeenschappen in een gewijzigde samenstelling Een wijziging aan de samenstelling van een scholengemeenschap geeft geen vrijgeleide om onbeperkt te programmeren, noch aan de scholengemeenschap in haar nieuwe samenstelling, noch aan de school die uit haar scholengemeenschap is getreden en tot een andere scholengemeenschap is toegetreden. De investering in het tijdens de eerste, tweede of derde legislatuur door de DPCC goedgekeurd globaal structuurplan van scholengemeenschappen met een gewijzigde samenstelling vanaf 1 september 2014 wordt niet zomaar ongedaan gemaakt. Het globaal structuurplan behoudt zijn goedkeuring en blijft als dusdanig erkend. Maar het ligt voor de hand dat de betrokken scholengemeenschap de eventuele impact van de toetreding van een school of van de uittreding van één of twee scholen op haar studieaanbod onder de loep moet nemen. Dit kan resulteren in een addendum dat aan het oorspronkelijke structuurplan wordt toegevoegd (zie ook punt 7.2). Nieuw opgerichte scholengemeenschappen verwerven pas planningsbevoegdheid na goedkeuring door de DPCC van een nieuw globaal structuurplan. 8 Planningscriteria Scholen met programmatie-intenties vragen terecht inzage van de eigen interne planningscriteria die gehanteerd worden bij de adviesverstrekking door het VVKSO en bij de besluitvorming door de DPCC-SO. Algemeen geldt alvast volgend planningscriterium: het VVKSO is van oordeel dat het moeilijk verdedigbaar is om -in volle voorbereidingsperiode naar het toekomstig secundair onderwijs en vóór de herverkaveling van scholengemeenschappen/scholengroepen- snel nog door middel van de programmatie van nieuwe studiegebieden een voorafname te realiseren op het te wijzigen onderwijsveld. In het (recente) verleden zijn planningscriteria geformuleerd en gepubliceerd o.m. met betrekking tot de studierichtingen Jeugd- en gehandicaptenzorg tso, Gezondheids- en welzijnswetenschappen tso, Informaticabeheer tso en Humane wetenschappen aso, evenals tot de specialisatiejaren bso Kinderzorg, Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige, Logistiek en de Se-n-Se Apotheekassistent tso, Animatie in de ouderenzorg tso. In Bijlage 5 van de Mededeling wordt een aantal planningscriteria summier hernomen. Deze bijlage wordt binnenkort herwerkt. Bijlagen M-VVKSO B01: Aanvraag voor programmatie, rationalisatie, overheveling, herstructurering, (doc) M-VVKSO B02: Model "Proces-verbaal van de scholengemeenschap" (doc) M-VVKSO B03: Modaliteiten indienen aanvraagodossiers (pdf) M-VVKSO B04: Indieningsdata planningsdossiers BaO BuO SO (te realiseren vanaf 1 september 2015) (pdf) M-VVKSO B05: Planningscriteria Vrij Katholiek Secundair Onderwijs (pdf)