Thema 4 Boodschappen doen, de weg vragen

Transcriptie

1 Thema 4 Boodschappen doen, de weg vragen 4A Een kilo tomaten, alstublieft 1 Woorden en grammatica 1 de aardappels 2 de rozen 3 de kiwi s 4 de tomaten 5 de paprika s 6 de kersen 7 de hamburgers 8 de aubergines 9 de druiven 10 de garnalen 11 de mandarijnen 12 de pompoenen 13 de courgettes 14 de bananen 15 de bonen 16 de mango s 17 de wortels 18 de aardbeien 19 de kazen 20 de ananassen 21 de tulpen 22 de uien 23 de citroenen 24 de bloemkolen 25 de krokussen 26 de pruimen 27 de pepers 28 de frambozen 29 de appels 30 de preien 3 Luisteren 1 6,20 6 0, , , , ,50 3 8,99 8 6, , ,40 9 1, , , Luisteren groente of fruit prijs 1 een kilo bananen 2,50 2 een pond druiven 1, gram aardbeien 1,80 4 ananas 1,25 5 een bosje tulpen 5,99 6 bloemkool 3,40 7 een kilo appels 2,35 8 een kilo jonge kaas 9, gram frambozen 2,79 10 een hamburger 0,80 Boom uitgevers Amsterdam, 2015 Van start 1

2 6 Lezen 1 waar 2 niet waar 3 niet waar 4 niet waar 5 waar 6 waar 7 niet waar 8 waar 9 niet waar 10 waar 8 Woorden Bij de slager (V = verkoper, K = klant) V: Wie kan ik helpen? K: Mij, de hamburgers zijn vandaag in de aanbieding, zie ik. V: Ja, dat klopt, bij aankoop van drie hamburgers krijgt u de vierde gratis. K: Oké, dan neem ik er vier. V: Anders nog iets? K: Ja, ik wil graag een hele kip. Vanavond maak ik kippensoep. V: Oh lekker. Alstublieft, een hele kip. Anders nog iets? K: Ja, nog een pond gehakt, alstublieft. V: Prima, dat was het? K: Ja, dat was het. V: Wilt u een tasje? K: Ja graag. V: Dat is dan 14,30, alstublieft. K: Alstublieft, vijftien euro. V: Met zeventig cent terug. Een hele fijne dag! K: Hetzelfde, tot ziens! 9 Luisteren Oefening 9 Bij de visboer Bij de groentekraam Bij de fruitkraam - 4 zalmmoten gram garnalen gram krabsalade - 2 stukjes kabeljauw - 5 uien - 2 kilo aardappels - 2 rode paprika s - 1 aubergine - 1 kilo appels - 6 peren - 5 kiwi s - 1 mango Boom uitgevers Amsterdam, 2015 Van start 2

3 12 Luisteren B 14 Woorden 1 groot d klein 2 zacht a hard 3 zuur b zoet 4 mooi e lelijk 5 rot c vers 1 laag b hoog 2 moeilijk c makkelijk 3 gezond a ongezond 4 leeg e vol 5 oud d jong 1 zwaar e licht 2 kort d lang 3 duur a goedkoop 4 breed b smal 5 goed c slecht 1 dun c dik 2 donker b licht 3 lekker a vies 4 nat e droog 5 warm d koud 15 Woorden 1 geel 2 oranje 3 groen 4 rood 5 bruin 6 grijs 7 wit 8 blauw 9 goud/zilver 10 paars 17 Grammatica 1 zure 2 gezonde 3 moeilijke 4 jonge 5 oude 6 zware 7 verse 8 dunne 9 lekkere 10 goedkope Boom uitgevers Amsterdam, 2015 Van start 3

4 18 Grammatica 1 groene 2 dik 3 vol 4 brede 5 gele 6 dure 7 blauwe 8 goed 9 groot 10 lekkere 19 Grammatica 1 Ja, dat is een makkelijke oefening. 2 Ja, dat is een goedkope banaan. 3 Ja, dat is een oude man. 4 Ja, dat is jonge kaas. 5 Ja, dat is een dure auto. 6 Ja, dat is een mooi boek. 7 Ja, dat is een groot huis. 8 Ja, dat is verse vis. 9 Ja. dat is een rotte appel. 10 Ja, dat is een gezond kind. 4B Waar is het winkelcentrum? 24 Luisteren en lezen Dialoog 1 Dialoog 2 1 niet waar 2 niet waar 3 waar 4 niet waar 1 waar 2 niet waar 3 waar 4 niet waar 25 Woorden Bij de informatiebalie van een winkelcentrum Baliemedewerker: Goedemiddag, mevrouw. Kan ik u helpen? Ja graag. Ik zoek een kledingwinkel. Is die hier in het winkelcentrum? Baliemedewerker: Jazeker, er zijn hier twee kledingzaken, C&A en H&M. Oké. Waar kan ik ze vinden? Baliemedewerker: C&A is hier op de begane grond. U loopt hier rechtdoor tot het eind van de gang en daar gaat u linksaf. C&A is dan de tweede winkel aan uw rechterhand. Dank u. En de andere kledingwinkel, H&M? Baliemedewerker: H&M is op de tweede etage. Kijk, hier is de roltrap naar boven. Boven gaat u rechtsaf. Dolcis is de tweede winkel aan uw linkerhand. Fijn, dank u wel. Baliemedewerker: Graag gedaan. 27 Luisteren fragment 1 = kaart 3, fragment 2 = kaart 1, fragment 3 = kaart 2 Boom uitgevers Amsterdam, 2015 Van start 4

5 31 Grammatica 1 Daar 2 er 3 Daar 4 Daar 5 daar/er 6 Hier 7 daar/er 8 Daar 9 Hier 10 daar/er 32 Grammatica en woorden naam soort winkel producten Albert Heijn supermarkt groente, fruit, vlees, vis, brood, frisdrank, bier, wijn, boter, melk, yoghurt, pinda s, chips,... Bruna boekwinkel boeken, kranten, tijdschriften, kaarten, papier, potloden, pennen, enveloppen, agenda s,... C&A kledingzaak jurken, rokken, broeken, T-shirts, jassen, sokken, colberts, overhemden, ondergoed,... Etos drogisterij aspirine, shampoo, make-up, tandpasta, tandenborstels, scheerschuim, parfum,... Gall & Gall slijterij wijn, bier, frisdrank, jenever, whisky, likeur, rum, champagne, wodka, prosecco,... Gamma bouwmarkt hout, metaal, gereedschap, verf, kwasten, spijkers, schroeven, behang, lampen,... IKEA woonwarenhuis kasten, stoelen, banken, bedden, servies, lampen, tafels, kussens, matrassen, gordijnrails,... Media Markt elektronicazaak huishoudelijke apparaten, computers, tablets, smartphones, tv s, audioapparatuur,... Van Haren schoenenzaak schoenen, sokken, laarzen, sandalen, slippers, pantoffels, sportschoenen, veters,... HEMA warenhuis boeken, servies, kleding, wijn, brood, pennen, papier, batterijen, handdoeken, lampen, Grammatica en woorden 1 Zijn 2 Wij, Ons 3 u, u 4 We, Hun, onze 5 jij, je 6 Haar, ze 7 Mijn, Ze 8 Hij, hem 9 Ik, me 10 Ze, ze Boom uitgevers Amsterdam, 2015 Van start 5

6 34 Lezen 1 Vaak op de eerste of laatste zondag van de maand en rond feestdagen. Veel gemeenten hebben zelfs elke zondag een koopzondag. 2 Je kunt op de website jouw stad selecteren voor een overzicht van de geopende winkels. 3 Meestal op donderdag- of vrijdagavond. 4 Een woonboulevard is een soort winkelcentrum waar de winkels allerlei producten voor jouw woning of tuin verkopen. 5 Bijna altijd vind je daar een supermarkt, drogisterij en slijterij. Ook zie je er vaak winkels met tabak en huishoudelijke artikelen, en natuurlijk kledingwinkels en schoenenzaken. Boom uitgevers Amsterdam, 2015 Van start 6