Interculturele communicatieve competentie: directheid in verzoeken
|
|
- Michiel de Ridder
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Interculturele communicatieve competentie: directheid in verzoeken ROB LE PAIR & HUBERT KORZILIUS 1 Inleiding Theoretische achtergronden Onderzoeksvragen en onderzoeksmethode Onderzoeksvragen Proefpersonen Methode en dataverzameling Variabelen in het onderzoek Onderzoeksinstrument en dataverzameling Resultaten, conclusies en discussie Gebruik van relatief directe verzoekstrategieën Gebruik van preconditiestrategieën Vergelijking van directheid en indirectheid tussen groepen taalsprekers Directheid en indirectheid in relatie met situationele factoren Tot slot Bibliografie Samenvatting In deze bijdrage worden de resultaten besproken van een onderzoek naar interculturele communicatieve competentie van Nederlandse leerders van het Spaans, bij het produceren van verzoeken. Centraal staat de vraag in welke opzichten verzoekstrategieën in het Spaans verschillen van verzoekstrategieën in het Nederlands, en hoe het verzoekgedrag van Nederlandse leerders van het Spaans te karakteriseren is (pragmalinguïstische competentie). In een experimentele setting zijn situaties aangeboden waarin verzoeken werden geproduceerd. De verzoekproductie van drie groepen proefpersonen (moedertaalsprekers Nederlands, moedertaalsprekers Spaans en Nederlandse leerders van het Spaans) wordt geanalyseerd vanuit een taalhandelingsperspectief (indirectheid), waarbij de invloed van contextfactoren in de analyse wordt betrokken. 1 Inleiding Bij taalgebruik in het algemeen, en in het bijzonder in een context met sprekers met een verschillende moedertaal, is naast de linguïstische competentie - taalbeheersing in engere zin: syntaxis, woordenschat, idioomkennis, correcte uitspraak - de communicatieve competentie een minstens even belangrijke factor (zie bijv. Thomas, 1983). Bij de interactie tussen spreker en aangesprokene kunnen een juiste woordkeus en formulering onder meer aanduiden hoe de spreker zijn relatie tot de aangesprokene waarneemt of hoe de spreker wil dat die relatie wordt waargenomen. Communicatieve competentie houdt dus meer in dan linguïstisch correct taalgebruik, zij veronderstelt ook inzicht in wanneer, hoe en in relatie met wie taaluitingen passend en effectief zijn en vaardigheid in het toepassen van deze inzichten. Als onderdeel van communicatieve competentie hanteren gesprekspartners bewust en onbewust communicatiestrategieën die de gepastheid en effectiviteit van de interactie beïnvloeden. Het hanteren van beleefdheidsstrategieën om bijvoorbeeld een verzoek gepast en effectief te formuleren, door te kiezen voor een meer directe of juist een meer indirecte formulering, is een vaardigheid waarin de interpersoonlijke functie van taalgebruik duidelijk naar voren komt. Een spreker zal in het algemeen een
2 OVER DE GRENZEN VAN DE TAALBEHEERSING verzoek zo helder en expliciet mogelijk willen formuleren, in overeenstemming met Grice s (1975) Cooperative Principle, maar er tevens voor willen zorgen dat zijn relatie met de aangesprokene niet geschaad wordt door het doen van het verzoek. Een verzoek kan opgevat worden als een taalhandeling waarmee de spreker de aangesprokene zover wil krijgen dat deze een handeling uitvoert (of de verplichting op zich neemt een handeling uit te voeren) die in het algemeen in het belang van de spreker is en die van de aangesprokene een zekere moeite of inspanning vergt (Searle, 1969, 1976; Haverkate, 1979; Le Pair, 1997). Daarmee wordt de aangesprokene in meer of mindere mate lastig gevallen met het verzoek, en afhankelijk van de zwaarte van het verzoek, zal de spreker een bepaalde mate van gezichtsbescherming moeten tonen, om de negative face van de hoorder te beschermen. Brown & Levinson (1978, 1987) hebben deze negative face wants omschreven als de behoefte met rust gelaten te worden, de handelingsvrijheid te behouden, de individuele onafhankelijkheid niet bedreigd te zien. De bedreiging van de negative face van de aangesprokene is inherent aanwezig in het verzoek, en daarmee is het spanningsveld geschetst waarin een verzoekuiting gerealiseerd wordt: Clarity in conversational behavior is conceptualized as a concern about achieving a primary goal in the most explicit and the shortest way possible; face support is conceptualized as a concern about achieving a primary goal without hurting the hearer s desired social image and feelings (Kim, 1993: 137). Het idee dat voorkeuren voor bepaalde verzoekstrategieën per cultuur zouden kunnen verschillen is gebaseerd op twee veronderstellingen: ten eerste kan cultuur A in het algemeen een voorkeur hebben voor meer direct geformuleerde verzoeken (clarity georiënteerd) in vergelijking met cultuur B (face-support georiënteerd); en ten tweede kan een spreker in cultuur A in een concrete situatie een voorkeur hebben voor een indirect geformuleerd verzoek en meer gezichtsbescherming willen tonen, terwijl een spreker in cultuur B in dezelfde situatie het verzoek directer en met minder gezichtsbescherming zou formuleren. Want in een interactiesituatie kunnen situationele factoren (bijvoorbeeld machtsafstand, sociale afstand en situationele context ) invloed hebben op de strategiekeuze. Maar de rol die deze factoren spelen kan in cultuur A verschillen van cultuur B. Samenvattend kunnen twee doelstellingen van dit artikel onderscheiden worden: op de eerste plaats inzicht krijgen in verschillen en overeenkomsten tussen het Spaans en het Nederlands in de strategiekeuzen bij het produceren van verzoeken, en in de verzoekproductie van Nederlandse leerders van het Spaans zich verhoudt tot de beide groepen moedertaalsprekers. Met andere woorden, indien zich verschillen voordoen tussen het Spaans en het Nederlands in het gebruik van verzoekstrategieën, passen Nederlandse leerders van het Spaans zich dan aan, en zo ja, in welke opzichten, aan het verzoekgedrag van de Spaanse moedertaalsprekers? Op de tweede plaats willen we inzicht krijgen in de rol die situationele factoren spelen bij de verzoekproductie van de drie sprekersgroepen. Hierbij staat de pragmalinguïstische competentie van leerders van het Spaans centraal, en behoort daarmee tot het domein van in-
3 INTERCULTURELE COMMUNICATIEVE COMPETENTIE: DIRECTHEID IN VERZOEKEN terlanguage pragmatics (Kasper & Dahl, 1991; Kasper & Blum-Kulka, 1993; Kasper, 1996). 2 Theoretische achtergronden In dit onderzoek vormen de indirectheid van de taaluiting en Leech s tact maxim de twee criteria op basis waarvan verzoekstrategieën worden geordend. De mate van indirectheid wordt voornamelijk bepaald door de wijze waarop de taaluiting de illocutieve strekking van een verzoek krijgt. Een belangrijk criterium hiervoor is het refereren aan geslaagdheidsvoorwaarden waaraan een taaluiting moet voldoen om geldig te zijn als verzoek (Searle, 1975; Gordon & Lakoff, 1975; Labov & anshel, 1977; Morgan, 1978; Leech, 1983). Een uitgebreide bespreking van het probleem van indirecte taalhandelingen in relatie tot beleefdheid is te vinden in le Pair (1994: 41-43, 1996; 1997: 61-83). Tabel 1 Verzoekstrategieën in oplopende mate van indirectheid Strategie 1. imperatief 2. performatief werkwoord 3. statement van verplichting 4. statement van wil/wens 5. suggestie 6. refereren aan precondities 7. hint Refereren aan geslaagdheidsvoorwaarden + voorbeeld meest directe vorm om illocutieve strekking te coderen; essentie van verzoek wordt direct verwoord door de modus van het werkwoord. Zet het raam open directe vorm om illocutieve strekking te coderen; essentie van verzoek wordt direct verwoord door semantisch relevant werkwoord. Ik verzoek je het raam open te zetten geen direct / expliciet refereren aan essentiële voorwaarde, maar impliciet via redelijkheidsvoorwaarde. Je moet het raam openzetten verzoekkracht wordt geïmpliceerd doordat spreker refereert aan spreker-georiënteerde oprechtheidsconditie. Ik wil dat je het raam open zet kracht van verzoek /suggestie via refereren aan redelijkheidsconditie; min of meer geconventionaliseerde directief, niet per se impositief. Zou je het raam niet open zetten Waarom zet je het raam niet open? refereren aan precondities: a. non-obviousness (handeling) Zet je het raam open? b. bereidheid (aangesprokene) Wil je het raam open zetten? c. mogelijkheid (aangesprokene). Kun je het raam open zetten? uiting wordt slechts als verzoek geïnterpreteerd indien de hoorder over voldoende context-informatie beschikt. t Is hier bloedheet Regulerende werking van het tact maxim geen; gebiedende wijs laat geen optionality toe ik gebied / vraag / verzoek je is stellende zin; het semantische aspect en de modus van het werkwoord maken het verzoek minder impositief dan de gebiedende wijs de directheid van 1. en 2. ontbreekt; maar negeren van verzoek is moeilijk door de presentatie van het verzoek als een (morele) verplichting optionality bestaat weliswaar, maar deze impliceert het negeren van wil / wens van spreker de kosten-baten dimensie kan gemanipuleerd worden: gevraagde handeling kan gepresenteerd worden alsof deze in het belang van aangesprokene is. de vraag-constructie geeft de aangesprokene optionality doordat hij de mogelijkheid heeft a. de toekomstige handeling b. zijn bereidheid c. zijn in staat zijn te betwijfelen of te ontkennen aan hoorder wordt veel optionality verleend: hij hoeft de taaluiting niet als verzoek op te vatten Een verzoek is geslaagd als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - redelijkheidsvoorwaarde: er ligt een rationeel motief ten grondslag aan het verzoek;
4 OVER DE GRENZEN VAN DE TAALBEHEERSING - oprechtheidsvoorwaarde (spreker-georiënteerd): de spreker wenst daadwerkelijk dat de hoorder aan het verzoek zal voldoen; - non-obviousness-voorwaarde (handeling-georiënteerd): het verzoek moet een toekomstige handeling betreffen, die niet toch al - zonder verzoekuiting - door de hoorder zou worden uitgevoerd; - bereidheidsvoorwaarde (hoorder-georiënteerd): de spreker moet de verwachting hebben dat de aangesprokene bereid is aan het verzoek te voldoen; - mogelijkheidsvoorwaarde (hoorder-georiënteerd): de spreker moet de verwachting hebben dat de aangesprokene in staat is aan het verzoek te voldoen. 3 Onderzoeksvragen en onderzoeksmethode 3.1 Onderzoeksvragen De tweeledige doelstelling die hierboven is beschreven kan vertaald worden in vier onderzoeksvragen. 1 Welke directe strategieën worden door de sprekersgroepen moedertaalsprekers Nederlands in het Nederlands, door moedertaalsprekers Spaans in het Spaans, en door de Nederlandse leerders Spaans in het Spaans gekozen bij het realiseren van verzoekuitingen? 2 Welke indirecte strategieën worden door de drie sprekersgroepen gekozen om een verzoek te uiten? 3 In hoeverre verschillen de drie sprekersgroepen in de mate van indirectheid van de verzoekuitingen? Met de vierde onderzoeksvraag willen we inzicht krijgen in de verschillen die er tussen de drie sprekersgroepen optreden in de mate van indirectheid van verzoekuitingen onder invloed van situationele factoren. 4 Welke invloed hebben de situationele factoren machtsafstand, sociale afstand en situationele context op de mate van indirectheid van de verzoekuitingen van de drie sprekersgroepen? 3.2 Proefpersonen Om de taalproductietaken te laten uitvoeren is gezocht naar proefpersonen met ongeveer gelijke achtergrond (afgezien van taal en cultuur). Dit heeft geresulteerd in de volgende drie groepen proefpersonen. Een groep van 92 moedertaalsprekers Spaans heeft de taalproductietaken uitgevoerd. Deze proefpersonen hebben de Spaanse nationaliteit, zij zijn geboren en opgegroeid in Spanje, spreken het Spaans als moedertaal, en volgen een universitaire talenstudie (Engels, Duits of Spaans). Deze proefpersonen zijn afkomstig van de universiteiten van Valencia, Barcelona en Alcalá de Henares (bij Madrid). Hun leeftijd varieerde van 19 tot 23 jaar, en 77% van hen is van het vrouwelijk geslacht.
5 INTERCULTURELE COMMUNICATIEVE COMPETENTIE: DIRECTHEID IN VERZOEKEN Een groep van 63 moedertaalsprekers Nederlands heeft aan het taalproductie-experiment deelgenomen. Deze proefpersonen hebben de Nederlandse nationaliteit, zij zijn geboren en opgegroeid in Nederland, spreken het Nederlands als moedertaal, en volgen een universitaire talenstudie. Deze proefpersonen zijn afkomstig van de opleiding Bedrijfscommunicatie Letteren aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hun leeftijd varieerde van 20 tot 24 jaar, en 78% van hen is van het vrouwelijk geslacht. De groep Nederlandse leerders van het Spaans bestond uit 36 proefpersonen, met Nederlandse nationaliteit en met het Nederlands als moedertaal. Hun leeftijd varieert van 21 tot 25 jaar en 83% van hen is van het vrouwelijk geslacht. Zij hadden op het moment van de afname van het experiment 2½ tot 3½ jaar Spaans gevolgd, met een intensiteit van 4½ uur per week, met de onderdelen grammatica, luister- en spreekvaardigheid, tekstbegrip en schrijfvaardigheid, bedrijfstaal mondeling, bedrijfstaal schriftelijk en cultuurkunde bij de opleiding Bedrijfscommunicatie Letteren aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. 3.3 Methode en dataverzameling Variabelen in het onderzoek Omdat verondersteld wordt dat de keuze van verzoekstrategieën afhangt van sociaal-culturele factoren en van de situationele context waarin het verzoek gerealiseerd wordt, is de mate van indirectheid van verzoeken gedefinieerd als de afhankelijke variabele in dit onderzoek. De kern van het verzoek wordt gecodeerd op een schaal van oplopende indirectheid, die loopt van 1 (de meest directe strategie) tot 7 (de meest indirecte strategie), zoals in tabel 1 is weergegeven. We laten hier buiten beschouwing de rol van interne en externe markeringen zoals de voorwaardelijk wijs, het gebruik van alstublieft en van verzachtende partikels zoals maar, misschien en eventjes. De onafhankelijke variabelen (zie figuur 1) zijn - naast de cultuur en moedertaal van de proefpersonen - de situationele factoren die verondersteld worden van invloed te zijn op de keuze van de spreker voor de gezichtsbeschermende strategieën waarmee hij het verzoek gepaard laat gaan (Brown & Levinson, 1978). De onafhankelijke variabelen zijn P (machtsafstand; drie waarden: spreker heeft meer autoriteit of minder autoriteit dan de hoorder, of zij zijn gelijk wat betreft autoriteit), S (sociale afstand; twee waarden: spreker en hoorder kennen elkaar goed, of zij kennen elkaar niet) en C (situationele context; twee waarden: een zakelijke/institutionele of een alledaagse niet-institutionele context). Deze zijn weergegeven in het onderzoeksdesign.
6 OVER DE GRENZEN VAN DE TAALBEHEERSING S 2QGHU]RHNVGHVLJQ S S SÃ ÃPDKW ÃVSUHNHUÃÃKRRUGHU ÃVSUHNHUÃ ÃKRRUGHU ÃVSUHNHUÃ!ÃKRRUGHU V V V V V V VÃ ÃVRLDOHÃDIVWDQG ÃODDJ KRRJ Ã ÃRQWH[W ÃDOOHGDDJV ÃLQVWLWXWLRQHHO VLWXDWLHV YHU]RHNSURGXWLH iguur 1 Twaalf situatietypen, met elk een unieke PSC-combinatie Onderzoeksinstrument en dataverzameling Om de verzoekproductie van Nederlandse en Spaanse proefpersonen op een betrouwbare manier te kunnen vergelijken is een taalproductietaak ontwikkeld voor de twee groepen proefpersonen. Deze taalproductietaak is een mondelinge Discourse Completion Test (DCT), waarbij een proefpersoon mondeling reageert op een schriftelijk aangeboden stimulus. Hiermee is tegemoet gekomen aan een aantal bezwaren die tegen andere vormen van de DCT zijn ingebracht (Rose 1992; 1994; Hartford & Bardovi-Harlig 1992, Bardovi-Harlig & Hartford, 1993). De mondelinge reacties zijn op audio-cassettes vastgelegd. De stimulus bestond uit een schriftelijke beschrijving van een situatie waarin meestal twee personen voorkwamen. De respondent verplaatst zich in de rol van één van beide personen, namelijk de persoon die de spreker is in de betreffende situatie, en die een verzoek doet aan de aangesprokene. Elke proefpersoon reageerde op 12 verzoeksituaties. Om te voorkomen dat proefpersonen op de automatische piloot verzoeken zouden produceren werden 8 situaties toegevoegd waarin een andere taalhandeling dan een verzoek werd uitgelokt, die gespreid over het aanbod als afleider fungeerden. De respondent in situatietype 6 bijvoorbeeld speelt de rol van de spreker die naar aanleiding van de situatie en de aan het einde gestelde vraag een verzoek doet aan de aangesprokene: Jij en je collega, John Molenaar, zijn allebei reclame-manager en werken momenteel voor dezelfde klant. Jullie klant heeft een korte presentatie georganiseerd om een nieuw product te introduceren; de presentatie vindt morgen plaats. Het is van belang dat één van jullie naar die presentatie gaat. Je hebt het erg druk deze week en bent niet in staat om zelf te gaan. Wat zeg je tegen je collega? In dit voorbeeld is de machtsverhouding tussen spreker en aangesprokene aan te duiden als statusgelijken (beiden zijn reclame-manager), is de sociale afstand tussen hen klein (ze kennen elkaar goed), en betreft het een institutionele context. Van elke situatie in de DCT is een Nederlandse versie (voor de moedertaalsprekers Nederlands) en een Spaanse versie (voor de leerders Spaans en de moedertaalsprekers Spaans) gemaakt. Om niet alleen de vergelijking van de verzoekproductie tussen Nederlandse en Spaanse proefpersonen betrouwbaar te maken, maar om er tevens voor te zorgen dat de mogelijke invloed van de factoren machtsafstand, sociale afstand en situationele
7 INTERCULTURELE COMMUNICATIEVE COMPETENTIE: DIRECTHEID IN VERZOEKEN context systematisch geanalyseerd kon worden, zijn deze factoren in elke situatie gecontroleerd, volgens de systematiek die weergegeven is in figuur 1. Zo wordt elke situatie gekenmerkt door een unieke combinatie ( PSC-combinatie ) van machtsafstand, sociale afstand en situationele context. 4 Resultaten, conclusies en discussie 4.1 Gebruik van relatief directe verzoekstrategieën Een vergelijking tussen de moedertaalsprekers Nederlands, de moedertaalsprekers Spaans en de leerders Spaans laat zien dat er zich op het niveau van de relatief directe strategieën (1-5) een aantal belangrijke verschillen voordoen tussen de drie groepen (zie tabel 2). De meest directe strategie, waarin een imperatief wordt gebruikt, wordt door moedertaalsprekers Spaans veel gekozen (in 8,7% van alle verzoekuitingen) in vergelijking met moedertaalsprekers Nederlands (bij wie het gebruik van de gebiedende wijs te verwaarlozen is), terwijl de leerders Spaans tot ruim 3% komen. Het gebruik van de imperatief door moedertaalsprekers Spaans komt in 11 van de 12 situatietypen voor, overigens in de helft van alle gevallen in de situatie feestje thuis (gekenmerkt door: autoriteit bij spreker, lage sociale afstand, alledaagse situatie). Verder blijkt dat de imperatief in 87% van de gevallen gebruikt werd in een situatie waarin de spreker autoriteit heeft over de hoorder (P3) of spreker en hoorder statusgelijken zijn (P2). In bijna 80% van de situaties was er sprake van een kleine sociale afstand (S1). De indruk die wordt gewekt is dat moedertaalsprekers Spaans minder behoefte hebben aan het tonen van gezichtsbescherming wanneer er sprake is van een lage sociale afstand, en/of wanneer de aangesprokene niet meer autoriteit heeft dan de spreker. Tabel 2 requenties verzoekstrategieën door moedertaalsprekers Nederlands (NS-NL), moedertaalsprekers Spaans (NS-ES) en nonnative speakers Spaans (NNS-ES) * Strategie Totaal (%) (N=2216) NS-NL (%) (N=689) NS-ES (%) (N=1098) NNS-ES (%) (N=429) 1 Imperatief 5,4 0,1 8,7 3,3 2 Performatief 0,7 0,3 1,0 0,2 3 Statement van verplichting 2,1 0,3 3,2 2,8 4 Statement van wil / wens 4,4 2,6 5,6 4,7 5 Suggestie 11,8 2,3 17,4 2,8 6 Preconditie 74,8 93,0 63,6 84,6 7 Hint 0,8 1,3 0,5 1, , * De strategieën boven de stippellijn zijn de relatief directe strategieën, onder de stippellijn staan de indirecte strategieën. Wanneer in tabel 2 gekeken wordt naar de overige relatief directe strategieën, te weten performatief, verplichting, wil/wens-statements en suggesties, dan zien we dezelfde tendens als bij het gebruik van de imperatief: bij elk van deze
8 OVER DE GRENZEN VAN DE TAALBEHEERSING strategieën vertoont de groep moedertaalsprekers Spaans een aanmerkelijk hoger percentage dan de moedertaalsprekers Nederlands, en liggen de frequenties van de leerders Spaans wat hoger dan van de moedertaalsprekers Nederlands. De leerders Spaans blijven ruim achter in directheid bij de groep moedertaalsprekers Spaans. Bij de verschillende strategieën die als relatief direct kunnen worden aangemerkt (1-5 in tabel 2), wordt de grootste discrepantie tussen de moedertaalsprekers Nederlands en de Nederlandse leerders Spaans aan de ene kant en de moedertaalsprekers Spaans aan de andere kant, gevonden in het gebruik van suggesties (2,3% respectievelijk 2,8% tegenover 17,4% bij de moedertaalsprekers Spaans). Naar ons idee kan dit op zijn minst voor een deel verklaard worden door enkele pragmalinguïstische verschillen tussen het Nederlands en het Spaans. Een verschil doet zich in ieder geval voor in suggesties van het type a ver si ( es kijken of ), een constructie die in het Nederlands niet bestaat als verzoek, maar in het Spaans frequent gebruikt wordt (en door Koike 1996 niet genoemd werd). Maar ook in suggesties van het type waarom niet lijkt er sprake van een cross-linguïstisch pragmatisch verschil tussen het Nederlands en het Spaans, aangezien in het Nederlands een waarom niet -uiting vaak ongeduld of irritatie uitdrukt, hetgeen in het Spaans veel minder vaak het geval is. En ook suggesties van het type als je/u zijn in het Nederlands ongebruikelijk als verzoekuiting, maar in het Spaans relatief populair: 8,5% van alle verzoekuitingen bestond uit een constructie van het type si podía mirarme el resumen que he realizado de las prácticas ( als u de samenvatting van de stage kon nakijken die ik gemaakt heb ). 4.2 Gebruik van preconditiestrategieën Wat onmiddellijk opvalt in de verdeling van hoofdstrategieën (zie tabel 2) is het zeer frequente gebruik van strategie 6, bijv. kun(t) je (u)? / wil(t) je (u)? / zou u het erg vinden?, etc. Deze strategie is in veel talen de meest gebruikte om een verzoek te realiseren (zie bijvoorbeeld Blum-Kulka 1989; Blum- Kulka & House, 1989; Van der Wijst, 1996; Van Mulken, 1996; ukushima, 1996). Omdat in deze strategie expliciet gerefereerd wordt aan de hoordergeoriënteerde bereidheidsvoorwaarde of de mogelijkheidsvoorwaarde, wordt met het gebruik van dit type verzoekuitingen enige handelingsvrijheid geboden aan de aangesprokene (hij kan zonder veel gezichtsverlies afzien van inwilliging van het verzoek), terwijl de spreker toch on-omwonden de illocutieve strekking van een verzoek duidelijk maakt: er is sprake van geconventionaliseerde indirectheid (Searle, 1975; Morgan, 1978; Haverkate, 1994; Geis, 1995) of van uitingen die idioom-status bereikt hebben (Sadock, 1974; Brown & Levinson, 1978). 4.3 Vergelijking van directheid en indirectheid tussen groepen taalsprekers Van de proefpersonen is per situatie de mate van indirectheid van het verzoek vastgesteld, waarbij lage scores een directe strategie inhouden, en hoge scores
9 INTERCULTURELE COMMUNICATIEVE COMPETENTIE: DIRECTHEID IN VERZOEKEN een indirecte strategie. Aangezien de verdeling van de mate van indirectheid geen normaalverdeling is - een ruime meerderheid van taaluitingen bevindt zich aan de rechterkant van de indirectheidsschaal, i.e. het gebied met de meest indirecte strategieën -, is een transformatie toegepast door z-scores te berekenen van de mate van indirectheid. De statistische berekeningen zijn uitgevoerd op deze z-scores. Een repeated measures-analyse, uitgevoerd met behulp van het General Linear Model (GLM) leert dat de drie groepen significant van elkaar verschillen op de afhankelijke variabele indirectheid ((2,188) = 81.28; p <.01). Met een Post-hoc analyse werd gekeken door welke groepen het gevonden groepseffect bepaald werd. Daaruit bleek dat alleen de groep moedertaalsprekers Spaans verantwoordelijk was voor het significante groepseffect. De groepen moedertaalsprekers Nederlands en Nederlandse leerders Spaans verschillen onderling niet significant op de variabele indirectheid, terwijl de groep moedertaalsprekers Spaans bij het formuleren van verzoeken significant directer is dan de moedertaalsprekers Nederlands ((1,188) = ; p <.01) en eveneens directer is dan de leerders Spaans ((1,188) = 81.17; p <.01). In figuur 2 wordt dit resultaat geïllustreerd, en is ook te zien dat dit resultaat voor de afzonderlijke situaties geldt, met uitzondering van de supermarktsituatie waarin moedertaalsprekers Spaans en Nederlands niet verschillen in indirectheid. 1,5 Gemiddelde Z-score in 12 situaties 1,0,5 0,0 -,5-1,0-1,5 D ouane B e jaa rde Ov erw erken e es tje thuis rraad Papiervoo ssa rkt-ka Superma Re cla me -ca mpagne ren Buren-kinde tte n P o s tpakke u R eisburea Sta gerapport Huis werk-hulp NS_NL NS_ES NNS_ES iguur 2 Gemiddelde z-scores van de mate van indirectheid van moedertaalsprekers Nederlands (NS-NL), moedertaalsprekers Spaans (NS- ES) en leerders Spaans (NNS-ES); een hogere z-score staat voor een meer indirecte strategie 4.4 Directheid en indirectheid in relatie met situationele factoren Van de situationele factoren machtsafstand tussen spreker en aangesprokene (P), sociale afstand tussen spreker en aangesprokene (S) en situationele context (C: zakelijke of alledaagse context) werd verwacht dat die van invloed zouden kunnen zijn op het niveau van indirectheid van een verzoekuiting. Een centrale vraag in dit onderzoek is in welke mate er zich verschillen voordoen
10 OVER DE GRENZEN VAN DE TAALBEHEERSING tussen de drie sprekersgroepen (moedertaalsprekers Nederlands, moedertaalsprekers Spaans en leerders Spaans) wat betreft het effect van de situationele factoren op de indirectheid van de verzoekuiting. De factoren P, S en C zijn binnen-proefpersoon factoren en bovendien heeft elke proefpersoon verzoeken geproduceerd in twaalf situaties die elk door een combinatie van P-, S- en C- waarden gekenmerkt wordt die in elke situatie samen voorkomen (zie figuur 1). Daarom is een variantie-analyse met gebruikmaking van repeated measures in het General Linear Model uitgevoerd. Daarin vormen P, S, C en sprekersgroep de onafhankelijke variabelen, en de z-score als maat voor indirectheid de afhankelijke variabele. Deze heeft de volgende resultaten opgeleverd. Er is geen significant effect gevonden van de factor situationele context (C). We zien hier dat in formele situaties (C2) niet meer indirecte strategieën gebruikt worden dan in alledaagse situaties (C1). Er is een signifant hoofdeffect van de factor machtsafstand ((2,187) = 40.28; p <.001) en van de factor sociale afstand ((1,188) = 16.61; p <.001. Er is eveneens sprake van een significant interactie-effect tussen machtsafstand en sociale afstand : (2,187) = 28.80; p <.001. Eveneens zijn er significante effecten gevonden bij de interactie tussen machtafstand en sprekersgroep ((4,374) = 3.72; p <.01) en sociale afstand en sprekersgroep ((2,188) = 25.62; p <.001). Tenslotte blijkt er een drieweginteractie te bestaan tussen machtsafstand, sociale afstand en sprekersgroep ((4,374) = 6.04; p <.001). Aangezien deze drieweginteractie het meest genuanceerde (maar ook gecompliceerde) beeld geeft van de invloed van de situationele factoren op de indirectheid van de verzoekuitingen per sprekersgroep, beschrijven we deze invloed met behulp van figuur 3. iguur 3 Directe en indirecte strategieën onder invloed van machtsafstand en sociale afstand bij de drie sprekersgroepen. Het blijkt van belang te zijn een onderscheid te maken tussen situaties met een kleine sociale afstand tussen spreker en aangesprokene (S1) en situaties waarin tussen hen een grote sociale afstand bestaat (S2).
11 INTERCULTURELE COMMUNICATIEVE COMPETENTIE: DIRECTHEID IN VERZOEKEN 1. Spreker en aangesprokene kennen elkaar goed (S1) In S1-situaties neemt het gebruik van directe strategieën toe, bij moedertaalsprekers Spaans en leerders Spaans, in situaties waarin de spreker autoriteit heeft over de aangesprokene (P3) in vergelijking met P1 en P2. Bij de moedertaalsprekers Nederlands is er nauwelijks sprake van deze tendens. In situaties waarin de aangesprokene autoriteit heeft over de spreker (P1) zien we bij geen van de drie sprekersgroepen een hogere proportie van indirecte strategieën in vergelijking met situaties waarin spreker en aangesprokene statusgelijken zijn (P2). Kennelijk zijn de moedertaalsprekers Spaans vooral gevoelig voor autoriteit bij de spreker. De Nederlandse leerders van het Spaans volgen de moedertaalsprekers Spaans in deze tendens, ook al blijven de verzoekuitingen van de Nederlandse leerders Spaans in alle situaties op een meer indirect niveau dan die van de Spanjaarden. 2. Spreker en aangesprokene kennen elkaar niet (S2) In S2-situaties volgen de leerders Spaans niet de tendens die te zien is bij de moedertaalsprekers Spaans, namelijk een min of meer gelijk blijvende mate van indirectheid in alle S2-situaties. In dit type situaties vertonen de twee Nederlandse groepen dezelfde tendens: wanneer spreker en aangesprokene statusgelijken zijn (P2) in vergelijking met P1-situaties, waarin de aangesprokene autoriteit heeft, worden meer directe strategieën gebruikt. Deze toenemende directheid bij een toenemende autoriteit van de spreker doet zich niet voor bij de moedertaalsprekers Spaans, die in dit type situaties niet gevoelig lijken te zijn voor een verschillende autoriteitsrelatie tussen spreker en aangesprokene. Ook in absolute zin ontlopen de Nederlandse groepen elkaar nauwelijks wat betreft het niveau van indirectheid. In tegenstelling tot de S1- situaties lijken alle drie de groepen nauwelijks gevoelig te zijn voor autoriteit bij aangesprokene (P3) in vergelijking met spreker en aangesprokene zijn statusgelijken (P2): de indirectheid neemt in de drie groepen zelfs licht toe. Maar net als in alle S1-situaties zijn de Spanjaarden directer in hun verzoeken dan de Nederlanders. Vanuit het perspectief van de leerders Spaans kan samenvattend gesteld worden dat zij in situaties met spreker en aangesprokene als bekenden van elkaar de moedertaalsprekers Spaans volgen in de gevoeligheid voor autoriteit van spreker over aangesprokene, daarbij weliswaar niet de mate van directheid halen die moedertaalsprekers Spaans vertonen, maar wel de mate van indirectheid van de moedertaalsprekers Nederlands loslaten ten gunste van meer directe strategieën. Maar wanneer spreker en aangesprokene onbekenden van elkaar zijn lijken de leerders Spaans hun verzoekgedrag als moedertaalsprekers Nederlands te realiseren. 5 Tot slot De beantwoording van de eerste drie onderzoeksvragen betreft de verzoekstrategieën die gebruikt worden door de drie groepen proefpersonen. De Nederlandse leerders van het Spaans blijken in het Spaans verzoekstrategieën te gebruiken die wat betreft de mate van (in)directheid overeenkomen met de
12 OVER DE GRENZEN VAN DE TAALBEHEERSING verzoeken die moedertaalsprekers Nederlands in het Nederlands produceerden. Moedertaalsprekers Spaans gebruiken meer directe strategieën, met name meer imperatief-constructies en een groter scala aan suggesties die als verzoek geuit worden. De indruk van Spanjaarden die directer zijn wordt nog versterkt wanneer we beseffen dat het Spaans niet beschikt over mitigerende partikels als maar, even en eens waarmee een Nederlandse imperatief verzacht geuit kan worden. We dienen hierbij te beseffen dat indirectheid niet hetzelfde is als beleefdheid (Blum-Kulka, 1987). Om meer inzicht te krijgen in de gerealiseerde beleefdheid is onderzoek nodig naar de perceptie van het gebruik van directe en indirecte strategieën. Bovendien zou dan het effect van allerlei lexikale markeringen (zoals het gebruik van alstublieft ) en syntactische markeringen (zoals het gebruik van de voorwaardelijke wijs zou u ) moeten worden geanalyseerd. De vierde onderzoeksvraag betreft de rol van situationele factoren bij de realisering van verzoeken. De analyses laten zien dat de context waarin de interactie plaatsvindt (alledaags versus zakelijk) geen invloed heeft op de mate van directheid van het verzoek. De factoren machtsafstand en sociale afstand daarentegen zijn wel van invloed op het directheidsniveau van de verzoekuiting. Deze invloed blijkt vrij gecompliceerd van aard, en voor de verschillende sprekersgroepen op een verschillende manier te verlopen. Dit resultaat nuanceert de bevinding dat Spanjaarden zonder meer directer zijn in hun verzoeken. Daartoe dient de invloed van autoriteit tussen spreker en aangesprokene, en de sociale afstand tussen hen zorgvuldig en in onderlinge samenhang in ogenschouw te worden genomen. Indien taalbeheersing eerder wordt opgevat als communicatieve competentie, met name in een vreemde taal en cultuur, dan als linguïstische competentie alleen, is het einde van de taalbeheersing nog lang niet in zicht. Bibliografie Bardovi-Harlig, K. & B. Hartford (1993). Refining the DCT: comparing open questionnaires and dialogue completion tasks. Pragmatics and language learning, Monograph Series, Blum-Kulka, S. (1987). Indirectness and politeness in requests: same or different. Journal of Pragmatics, 11, ( ). Blum-Kulka, S. (1989). Playing it safe: the role of conventionality in indirectness. In: S. Blum-Kulka, J. House & G. Kasper (eds.). Cross-cultural pragmatics: requests and apologies. Norwood, NJ: Ablex. Blum-Kulka, S. & J. House (1989). Cross-cultural and situational variation in requesting behavior. In: S. Blum-Kulka, J. House & G. Kasper (eds.). Cross-cultural pragmatics: requests and apologies. ( ). Norwood, NJ: Ablex. Brown, P. & S. Levinson (1978). Universals in language usage: politeness phenomena. In: E. Goody (ed.). Questions and politeness: strategies in social interaction. (56-289). Cambridge: Cambridge University Press. Brown, P. & S. Levinson (1987). Politeness: some universals in language usage. Cambridge: Cambridge University Press.
13 INTERCULTURELE COMMUNICATIEVE COMPETENTIE: DIRECTHEID IN VERZOEKEN ukushima, S. (1996). Request strategies in British English and Japanese. In: K. Jaszczolt & K. Turner (eds.). Contrastive semantics and pragmatics, II. ( ). Oxford: Elsevier Science. Gordon, D. & G. Lakoff (1975). Conversational postulates. In: P. Cole & J. Morgan (eds.). Syntax and semantics, 3: speech acts. (83-106). New York: Academic Press. Geis, M. (1995). Speech acts and conversational interaction. Cambridge: Cambridge University Press. Grice, H. (1975). Logic and conversation. In: P. Cole & J. Morgan (eds.). Syntax and Semantics, 3: speech acts. (41-58). New York: Academic Press. Hartford, B. & K. Bardovi-Harlig (1992). Experimental and observational data in the study of interlanguage pragmatics. Pragmatics and Language Learning, Monograph Series, Haverkate, H. (1979). Impositive sentences in Spanish. Amsterdam: North-Holland Publishing Company. Haverkate, H. (1994). La cortesía verbal: estudio pragmalingüístico. Madrid: Gredos. Kasper, G. (1996). Introduction: interlanguage pragmatics in SLA. Studies in Second Language Acquisition, 18, Kasper, G. & M. Dahl (1991). Research Methods in interlanguage pragmatics. Studies in Second Language Acquisition, 13, Kasper, G. & S. Blum-Kulka (1993). Interlanguage pragmatics: an introduction. In: G. Kasper & S. Blum-Kulka (eds.). Interlanguage pragmatics. (3-17). New York/Oxford: Oxford University Press. Kim, M-S. (1993). Culture-based interactive constraints in explaining intercultural strategic competence. In: R. Wiseman & J. Koester (eds.). Intercultural communication competence: international and intercultural communication annual, XVII. ( ). Newbury Park, CA: Sage. Koike, D. (1996). Transfer of pragmatic competence and suggestions in Spanish foreign language learning. In: S. Gass & J. Neu (eds.). Speech acts across cultures: challenges to communication in a second language. ( ). Berlin/New York: Mouton de Gruyter. Labov, W. & D. anshel (1977). Therapeutic discourse: psychotherapy as conversation. New York: Academic Press. Leech, G. (1983). Principles of Pragmatics. Essex: Longman. Morgan, J. (1978). Two types of convention in indirect speech acts. In: P. Cole (eds.). Syntax and semantics, 9: pragmatics. ( ). New York: Academic Press. Mulken, M. van (1996). Politeness markers in rench and Dutch requests. In: K. Jaszczolt & K. Turner (eds.). Contrastive semantics and pragmatics, II. ( ). Oxford: Elsevier Science. Pair, R. le (1994). Pedir algo : communicatiestrategieën vanuit een pragmalinguïstisch perspectief. In: C. van Esch & M. Steenmeyer (eds.). Symposium Spaans in onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven, 5. (38-56). Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen. Pair, R. le (1996). Spanish request strategies: a cross-cultural analysis from an intercultural perspective. In: K. Jaszczolt & K. Turner (eds.). Contrastive semantics and pragmatics, II. ( ). Oxford: Elsevier Science.
14 OVER DE GRENZEN VAN DE TAALBEHEERSING Pair, R. le (1997). Verzoekstrategieën in het Spaans. Een cross-cultureel en intercultureel perspectief, Proefschrift Katholieke Universiteit Nijmegen. Rose, K. (1992). Speech acts and questionnaires: the effect of hearer response. Journal of Pragmatics, Rose, K. (1994). On the validity of discourse completion tests in Non-Western contexts. Applied Linguistics, Sadock, J. (1974). Toward a linguistic theory of speech acts. New York: Academic Press. Searle, J. (1969). Speech acts: an essay in the philosophy of language. Cambridge: Cambridge University Press. Searle, J. (1975). Indirect speech acts. In: P. Cole & J. Morgan (eds.). Syntax and semantics, 3: speech acts. (59-82). New York: Academic Press. Searle, J. (1976). A classification of illocutionary acts. Language in Society, 5, Thomas, J. (1983). Cross-cultural pragmatic failure. Applied Linguistics 4, 2, Trosborg, A. (1995). Interlanguage pragmatics: requests, complaints and apologies. Berlin/New York: Mouton de Gruyter. Wijst, P. van der (1996). Politeness in requests and negotiations. Dissertatie Katholieke Universiteit Brabant, Dordrecht: ICG Printing.
Schenk ns wat koffie voor me in. Een onderzoek naar de waardering van verzoeken tussen Surinamers en Nederlanders
Schenk ns wat koffie voor me in. Een onderzoek naar de waardering van verzoeken tussen Surinamers en Nederlanders Utrecht, juli 2008 Esther Laskewitz Voorwoord Voor u ligt het scriptieonderzoek over de
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/61004
Nadere informatieBeleefdheid: Het Belang van Erkenning
Emma van Bijnen ADR Instituut 1 Beleefdheid: Het Belang van Erkenning Beleefdheidstheorie Voor mediators is neutraliteit erg belangrijk. Net als elk ander mens heeft een mediator gevoelens en persoonlijke
Nadere informatieLuisteren: Elke taaluiting is relevant
Emma van Bijnen ADR Instituut 1 Luisteren: Elke taaluiting is relevant Niet de directe betekening van de bijdrage, maar de intentie van de spreker Er zijn ontelbaar veel verschillende dingen die partijen
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/18578
Nadere informatieSAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.
Nadere informatie53. Anders ga je met pensioen!
53. Anders ga je met pensioen! Alex Reuneker, Universiteit Leiden 1 Het bijwoord anders kent volgens Smessaert en Van Belle (2010) drie typen gebruik, als in (1)-(3). (1) Ze zullen zich morgen anders gedragen
Nadere informatieRonde 7. Pragmatiek in de taalbeschouwing. 1. Inleiding. 2. Taalhandelingen als institutionele handelingen
Ronde 7 William Van Belle KU Leuven Contact: william.vanbelle@arts.kuleuven.be Pragmatiek in de taalbeschouwing 1. Inleiding In de (toekomstige) eindtermen van de 2 e en 3 e graad van het secundair onderwijs
Nadere informatieVERZOEKEN IN HET NEDERLANDS EN SPAANS
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT LETTEREN STUDIERICHTING TAAL- EN LETTERKUNDE VERZOEKEN IN HET NEDERLANDS EN SPAANS Begeleider Prof. dr. W. Van Belle Leuven 2013-2014 Bachelorpaper ingediend door
Nadere informatieBeoordelen professionele en nietprofessionele. spreekvaardigheid hetzelfde?
Beoordelen professionele en nietprofessionele beoordelaars NT2- spreekvaardigheid hetzelfde? jubileumconferentie 20 jaar Staatsexamens Nederlands als tweede taal 31 augustus 2012 Klaartje Duijm k.duijm@uva.nl
Nadere informatieTransfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen
Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste
Nadere informatieTaal en communicatie - profielwerkstuk
Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair
Nadere informatieBilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma
Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Nederlandse samenvatting Tweetaligheid en cognitie: de verwerving van het Fries en het Nederlands Deze dissertatie is het resultaat
Nadere informatieHoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders
Hoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders 1 Programma Aanleiding + Twee typen leerders Theorie: Expliciet vs. impliciet Focus on Form: hoe? Processing
Nadere informatieSAMENVATTING (Summary in Dutch)
SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/142381
Nadere informatiePerrez, Julien. Document type : Thèse (Dissertation)
"Connectieven, tekstbegrip en vreemdetaalverwerving : een studie van de impact van causale en contrastieve connectieven op het begrijpen van teksten in het Nederlands als een vreemde taal / Connectives,
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatieDiscourse. 4. Discourse. Opdracht 4.1
4. Discourse Opdracht 4.1 Vraag: In voorbeeld (25) in dit hoofdstuk wordt een tekstfragment gepresenteerd waarin de samenhang ontbreekt. Teksten zonder samenhang zijn kenmerkend voor mensen met schizofrenie.
Nadere informatieCross-culturele analyse naar beleefdheid in. verzoeken. in Nederlands en Italiaans
!!!! Cross-culturele analyse naar beleefdheid in verzoeken in Nederlands en Italiaans!!!! Masterscriptie Interculturele Communicatie Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Alessandra Prete
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Wereldwijd is het aantal zeer jonge leerders van vreemde talen, met name van het Engels sterk toegenomen. China kent waarschijnlijk het grootste aantal zeer jonge EFL (English
Nadere informatieEerste hulp bij tweede taal: experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede-taalverwervers Bacchini, S.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Eerste hulp bij tweede taal: experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede-taalverwervers Bacchini, S. Link to publication Citation for published
Nadere informatieDirectheid in Nederlandse en Engelse e-direct mail
Directheid in Nederlandse en Engelse e-direct mail Bachelor eindwerkstuk Marieke Wiebenga Opleiding: Communicatieen informatiewetenschappen Faculteit: Geesteswetenschappen Studentnummer: 4164490 Begeleider:
Nadere informatieMarleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders
Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele
Nadere informatieDe leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.
A. LEER EN TOETSPLAN DUITS Onderwerp: Leesvaardigheid De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven
Nadere informatieCommunicating about Concerns in Oncology K. Brandes
Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale
Nadere informatieVaardigheden. 1. Q1000 Spelling- en grammatica 2. Q1000 Nauwkeurigheid 3. Q1000 Typevaardigheid 4. Q1000 Engels taalniveau
Vaardigheden Wat zijn vaardigheden? Vaardigheden geven aan waar iemand bedreven in is. Ze zijn meestal aan te leren. Voorbeelden van vaardigheden zijn typen en kennis van het Nederlands. Wat meet Q1000
Nadere informatieFeedback. Wat is feedback?
Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen
Nadere informatieDoorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid
Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid
Nadere informatieA1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde
Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking
Nadere informatieWeet u wanneer deze boerderij gebouwd is?
Taalkundige onderbouwing voor docenten van het lespakket Pragmatiek In dit bestand zal ik de wetenschappelijke onderbouwing van de lessenreeks Pragmatiek bespreken. Over het algemeen is de reeks gebaseerd
Nadere informatieT (toetsvorm): S = schriftelijk en O = opdracht/overig CW (cijferweging) B (beoordeling): V/O = voldoende/onvoldoende en C = cijfer
Studiejaar 1 Periode 1 Blok 1: Oriëntatie op markt * Kerncompetentie(s): 2, 3,, 7, 8, 9, 10 Integrale opdracht 1 (project marktverkenning/leren werken in projecten) MMVP14IOP1 4 Integrale opdracht 1 -
Nadere informatie2 of 3 MMVP2SLB1 1 O V/O 15
Studiejaar 1 Periode 1 Blok 1: Oriëntatie op markt Kerncompetentie(s): 2, 3,, 7, 8, 9, 10 Integrale opdracht 1 - Project (MKT/Onderzoek) Integrale opdracht 1 - Project (CMV-proces) Integrale opdracht 1
Nadere informatieSalarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers
Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt
Nadere informatieSemantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp
Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Samenvatting Semantisch versus lexicaal geslacht: synchrone en diachrone variatie in Germaanse geslachtscongruentie De meeste Germaanse talen, waaronder het
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieCooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools
Hoe kan de leerkracht het leerproces van leerlingen tijdens een coöperatief leren (CL) curriculum op multiculturele basisscholen optimaliseren? Moet de leerkracht de leerlingen zoveel mogelijk aansturen
Nadere informatieSamenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur
Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal
Nadere informatieOnderwijs- en examenregeling
Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29022 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lin, Chin-hui Title: Utterance-final particles in Taiwan Mandarin: contact, context
Nadere informatieGezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L. Link to publication Citation for published version (APA): Klijn, W. J. L. (2013).
Nadere informatieEngels is 'a piece of cake' met een Cambridge Certificate
Engels is 'a piece of cake' met een Cambridge Certificate DevelsteinCollege - Develsingel (gymnasium, atheneum, havo en vmbo-t) Develsingel 5, 3333 LD Zwijndrecht Postbus 377, 3330 AJ Zwijndrecht T: 078-619
Nadere informatieEen speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?
Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda
Nadere informatieThe Value of Deliberate Metaphor W.G. Reijnierse
The Value of Deliberate Metaphor W.G. Reijnierse Samenvatting De waarde van opzettelijke metaforiek Proefschrift W. Gudrun Reijnierse In de afgelopen dertig jaar zijn metaforen voornamelijk bestudeerd
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieStandaardrapportage (strikt vertrouwelijk)
Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Mevrouw Bea Voorbeeld Adviseur: De heer Administrator de Beheerder Datum: 19 juni 2015 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op alle afgeronde onderdelen.
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams
Nadere informatieOpleidingsspecifiek deel MA Engelse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding
Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over
Nadere informatieUniversity of Groningen. Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen
University of Groningen Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the
Nadere informatieEU-Speak _ leslla docenten
EU-Speak _ leslla docenten Wat heeft een docent nodig om de laaggeletterde volwassen immigrant te leren lezen en schrijven? EU-Speak 1 Partners: Engeland, Zweden, Denemarken, Duitsland, Spanje, Nederland
Nadere informatieWil Annemarie nog koffie? De acceptatie van het gebruik van de derdepersoonsaanspreekvorm in het Nederlands
Wil Annemarie nog koffie? De acceptatie van het gebruik van de derdepersoonsaanspreekvorm in het Nederlands Gerbrich de Jong en Femke Swarte (Rijksuniversiteit Groningen) In het Fries bestaan er twee mogelijkheden
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de
Nadere informatieExperimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden
Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden Onderzoek en Statistiek gemeente Nijmegen december 2016 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek Contactpersoon: Marieke Selten
Nadere informatieCitation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.
University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor
Nadere informatie1 Inleiding. 1.1 Inleiding
1 Inleiding 1.1 Inleiding Huisartsen en patiënten voeren dagelijks gesprekken met elkaar zowel in spreekkamers van huisartspraktijken als bij patiënten thuis. Het werk van de huisarts bestaat, naast het
Nadere informatieVOORBEELD VAN FEEDBACKRAPPORT SELOR TAALTEST
Dit rapport wordt ter informatie aangeboden om uit te leggen hoe Selor de taalcompetenties evalueert en hoe Selor feedback geeft in de feedbackrapporten voor kandidaten. Dit voorbeeld dekt niet alle mogelijke
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Cognitieve Taalkunde: eigenlijk toch wel een goede theorie. Hogeweg, L.; van Bergen, G.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Cognitieve Taalkunde: eigenlijk toch wel een goede theorie Hogeweg, L.; van Bergen, G. Published in: Addenda: artikelen voor Ad Foolen Link to publication Citation
Nadere informatieVroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA
Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA 7-12-2018 Inhoud Vroegdetectie in een relationeel perspectief Infant and Early Childhood
Nadere informatiedat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen
133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,
Nadere informatieCognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk?
Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk? M. J. Aartsen, TG. van Tilburg, C. H. M. Smits Inleiding Veel mensen worden in hun dagelijks leven omringd door anderen waarmee ze een
Nadere informatieNon-nativeness als spelbreker. Afscheidscollege prof. dr. Marinel Gerritsen 13 november 2014
Non-nativeness als spelbreker Afscheidscollege prof. dr. Marinel Gerritsen 13 november 2014 Veranderingen in het vakgebied interculturele communicatie Van vijf naar zestien waarden Vlaanderen verschilt
Nadere informatieExperience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda
Experience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda Samenvatting In medische advertenties proberen adverteerders consumenten ervan te overtuigen een bepaald
Nadere informatieSamenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen
Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in
Nadere informatieResearch in Higher Professional Education: A staff perspective. Mw. D.M.E. Griffioen
Research in Higher Professional Education: A staff perspective. Mw. D.M.E. Griffioen This chapter is part of: Griffioen, D.M.E. (2013). Research in Higher Professional Education: A Staff Perspective. Chapter
Nadere informatieDe sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid
Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen
Nadere informatieOnderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010
Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Latijns Amerika/ Spaans Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig
Nadere informatieRéférence bibliographique. "Prosodie en vreemdetaalverwerving : accentdistributie in het Frans en in het Nederlands als vreemde taal" Rasier, Laurent
"Prosodie en vreemdetaalverwerving : accentdistributie in het Frans en in het Nederlands als vreemde taal" Rasier, Laurent Abstract In recent years quite a lot of attention has been paid to the suprasegmental
Nadere informatieKennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting
Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten Uwe Matzat/Chris Snijders Technische Universiteit Eindhoven Management samenvatting De grote meerderheid
Nadere informatieSeksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie
Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond
Nadere informatieDe grenzen van de meeste
De grenzen van de meeste Koen Roelandt Promotoren: Hans Smessaert Dany Jaspers (HUB) 1 De grenzen van de meeste Inleiding Stand van zaken Toekomst 1 Inleiding 1. Kwantoren en hun waarheidsvoorwaarden 2.
Nadere informatieFactsheet Tweetalig Primair Onderwijs
Factsheet Tweetalig Primair Onderwijs Vervolgmeting schooljaar 2016/17 Maarten Wolbers Evelien Krikhaar Cindy Teunissen Rick de Graaff Sharon Unsworth Bianca Leest Karien Coppens Tessa Jenniskens Januari
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Het voornaamste doel van dit proefschrift is nieuwe methoden te ontwikkelen en te valideren om de effectiviteit van customization te kunnen bepalen en hoe dataverzameling kan worden verbeterd. Om deze
Nadere informatieFeedback middels formatief toetsen
Feedback middels formatief toetsen Studiedag Mbo Taalacademie Kim Schildkamp Contact: k.schildkamp@utwente.nl Formatief toetsen en feedback Waar denkt u aan bij de termen formatief toetsen en feedback?
Nadere informatieHoofdstuk Een Ontwikkelingsniveau 1 Leerdoelen en inhoud
Hoofdstuk Een Ontwikkelingsniveau 1 en inhoud 1.1 Studenten in Ontwikkelingsfase 1 van ICCTO zijn in staat om eenvoudig tekstmateriaal gerelateerd aan dagelijkse situaties te begrijpen. Zij zijn in staat
Nadere informatieHuiswerk, het huis uit!
Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting
Nadere informatieEen onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7
Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding
Nadere informatieRobuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid
Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De
Nadere informatieDOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.
BREASTFEEDING PERSONAL EFFICACY BELIEFS INVENTORY (BPEBI) Cleveland A.P., McCrone S. (2005) Development of the Breastfeeding Personal Efficacy Beliefs Inventory: A measure of women s confidence about breastfeeding.
Nadere informatieSPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO
SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 2 april 2019 De vakinformatie is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk
Nadere informatieBeoordelingscriteria scriptie Nemas HRM
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus
Nadere informatieNiveaus Europees Referentie Kader
Niveaus Europees Referentie Kader Binnen de niveaus van het ERK wordt onderscheid gemaakt tussen begrijpen, spreken en schrijven. Onder begrijpen vallen de vaardigheden luisteren en lezen. Onder spreken
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieSamenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s
Samenvatting Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s 166 Het doel van dit proefschrift was inzicht te krijgen in de vroege ontwikkeling van het gebruik van visuele informatie voor
Nadere informatieMerken als mensen. prof. dr. Peter Kerkhof Vrije Universiteit Amsterdam Mastersessie Humanizing Brands PvKO, 14 oktober 2015 @PeterKerkhof
Merken als mensen prof. dr. Peter Kerkhof Vrije Universiteit Amsterdam Mastersessie Humanizing Brands PvKO, 14 oktober 2015 @PeterKerkhof Merken als mensen The human brand Merken die als menselijk worden
Nadere informatieStigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer
Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons
Nadere informatieDecisional conflict. Ageeth Rosman Kennispoort 7 feb 2014
Decisional conflict Ageeth Rosman Kennispoort 7 feb 2014 Disclosure Belangenverstrengeling geen Financiering ZonMw KNOV Samenwerkende organisaties NVOG TNO AMC Inhoud presentatie Wat is decisional conflict?
Nadere informatieOnderwijs- en examenregeling
Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Taalwetenschap Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de
Nadere informatieKerndoelen - ERK. Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2. Library en ERK 6
Kerndoelen - ERK Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2 en ERK 6 1 2 Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ook wel ERK) In de kerndoelen die door de overheid zijn
Nadere informatie- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.
Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten
Nadere informatieHet Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen
REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172
Nadere informatie2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede
Taalfontein Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om
Nadere informatie1 JOURNALISTIEK. Opleidingsonderdeel andere instelling
Artesis Hogeschool (nu UA) Bachelor in de productontwikkeling Algemene economie 3 Economische inzichten Artesis Hogeschool (nu UA) Bachelor in de productontwikkeling Bedrijfseconomie 3 Economische inzichten
Nadere informatieNota Universiteitsraad
Nota Universiteitsraad UR nummer 15/073 Aan : College van Bestuur Van : Universiteitsraad Onderwerp : Engelse spreekvaardigheid van docenten Status : Ter bespreking Behandeling in : Commissie OOS, 9 juni
Nadere informatieLANGUAGE MANAGEMENT PEOPLE MANAGEMENT? Lieve Vangehuchten & Dieter Vermandere (Universiteit Antwerpen - dept. Taalkunde)
LANGUAGE MANAGEMENT OF PEOPLE MANAGEMENT? Lieve Vangehuchten & Dieter Vermandere (Universiteit Antwerpen - dept. Taalkunde) inspiratiesessie meertaligheid 2 MEERTALIGHEID de standaardvragen a) waarom meertaligheid?
Nadere informatieSAMENVATTING INTRODUCTIE
SAMENVATTING INTRODUCTIE Zorg rond het levenseinde Wanneer patiënten en hun familie worden geconfronteerd met een levensbedreigende aandoening wordt verbetering van de kwaliteit van leven van de patiënt
Nadere informatieS a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting
S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma
Nadere informatieHet ORWELL project: hoe leren basisschoolleerlingen Engels
Het ORWELL project: hoe leren basisschoolleerlingen Engels Judith Rispens J.E.Rispens@uva.nl Margreet van Koert, Patrick Snellings, Nihayra Leona, Maurits van der Molen, & Jurgen Tijms Inhoud ORWELL-project
Nadere informatie