REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP. Parantee Zuiderlaan Gent T F

Transcriptie

1 Parantee Zuiderlaan Gent T F info@parantee.be REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP Goedgekeurd op 27 september 2011 onder auspiciën van :

2 INHOUD INHOUD... 1 LIJST DER AFKORTINGEN... 2 CONTACTGEGEVENS FEDERATIES... 3 INLEIDING... 4 HET SPEELREGLEMENT... 5 BIJLAGEN REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

3 LIJST DER AFKORTINGEN ITF IVT KBTB VE-tennis International Tennis Federation Individuele vaardigheidstesten Koninklijke Belgische Tennis Bond Tennis voor personen met een verstandelijke handicap REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

4 CONTACTGEGEVENS FEDERATIES PARANTEE Secretariaat p/a Huis van de Sport Zuiderlaan 13 B-9000 GENT Tel: +32 (0) Fax: +32 (0) Web: Verantwoordelijke Commissie G-Tennis Vlaanderen: Ann Lavrysen Gsm: +32 (0) g-tennis@telenet.be Criteriumverantwoordelijke VE-tennis: Linda Goffings Gsm: +32 (0) VE-tennis@telenet.be VLAAMSE TENNISVERENIGING (VTV) Algemeen Secretariaat VTV Louizapoortgalerij 203 bus Brussel Tel: +32 (0) Fax: +32 (0) info@vtv.be Web: It takes less time to do a thing right Than it does to explain why you did it wrong REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

5 INLEIDING Tennissers met een verstandelijke handicap kunnen in Vlaanderen deelnemen aan recreatieve VE-tennis tornooien. Om geïnteresseerden wegwijs te maken in de stappen die genomen dienen te worden om aan dergelijke wedstrijden deel te nemen of om deze zelf te organiseren, stelde Parantee samen met de Vlaamse Tennisvereniging (VTV) dit reglement voor VE-tennis samen. We vestigen graag de aandacht op het belang van ethisch verantwoord gedrag in de sport. Dit kan niet genoeg benadrukt worden. Daarom stelde Parantee een ethisch charter op waarin de gedragsregels voor iedereen op en rond het sportterrein bepaald worden. Dit charter maakt integraal deel uit van het reglement en kan geraadpleegd worden op Heb je als organisator, begeleider of jurylid nog vragen betreffende de deelname aan een wedstrijd, dan kan je voor verdere info terecht bij: Parantee vzw, , Vlaamse Tennisvereniging vzw, , REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

6 HET SPEELREGLEMENT Artikel 1 De criteriumtornooien VE-tennis worden gespeeld volgens de regels van ITF (International Tennis Federation) en KBTB (Koninklijke Belgische Tennis Bond). Artikel 2 De inschrijvingen voor de criteriumtornooien VE-tennis gebeuren bij de criteriumverantwoordelijke (zie kalender) vóór 22 uur van de vijfde dag voorafgaand aan het tornooi. Artikel 3 Een speler die niet aanwezig kan zijn bv. wegens ziekte, dient steeds de criteriumverantwoordelijke telefonisch te verwittigen. Een speler die afwezig is (wo) of forfait moet geven, verliest de wedstrijd met 4-0. Indien men tijdens de wedstrijd moet stoppen (wo), behoudt men de punten die men tot op dat moment behaald heeft, maar verliest men in elk geval de wedstrijd met ten minste 1 punt verschil met de tegenstrever. Artikel 4 Voorwaarden om te mogen deelnemen aan een criteriumtornooi VE-tennis: 1. Afleveren van een attest verstandelijke handicap (IQ < 75) (zie bijlage 4) 2. Bewijs lidmaatschap van een club aangesloten bij VTV/Parantee. Artikel 5 Het inschrijvingsgeld voor een criteriumtornooi VE-tennis bedraagt vijf euro. Het inschrijvingsgeld gaat volledig naar de organiserende club die hiermee een aandenken/medaille en/of consumptiebon voor alle deelnemers voorziet. Artikel 6 Tenniskledij is verplicht. Artikel 7 Bij de wedstrijden is het van belang dat er eerlijk wordt gestreden. Om dit mogelijk te maken vindt er in het VE-tennis een indeling plaats op basis van individuele vaardigheden die verband houden met de (verstandelijke) handicap en het sociaal-emotionele gedrag. REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

7 Deze waardebepaling gebeurt aan het begin van het seizoen door de Commissie G-Tennis en blijft een volledig seizoen geldig. Spelers worden voor wedstrijden ingedeeld in niveaus: - Niveau 1: Hier gelden de reguliere tennisregels en wordt er gespeeld op een groot terrein met gele door ITF goedgekeurde tennisballen. - Niveau 2: Hier gelden aangepaste tennisregels. De bal mag twee keer botsen en een voetfout bij service is toegelaten. Er wordt gespeeld op een groot terrein met stage één tennisballen. - Niveau 3: Hier gelden zeer eenvoudige spelregels. Er wordt gespeeld op een miditerrein (lengte = 18 m), maar over de volledige breedte van het enkelveld (8.23 m) en een nethoogte van 91.4 cm (= hoogte maxi tennis) met stage drie tennisballen. De indeling gebeurt op basis van hun individuele vaardigheidstesten (IVT), waarop punten gegeven worden zie artikel 18 Niveau 1: IVT 180 punten Niveau 2: IVT 140 of < 180 punten Niveau 3: IVT < 140 punten De individuele vaardigheidstesten (IVT) worden door de trainer/begeleider afgenomen. De trainer heeft inzicht in het sportprestatieniveau van de tennissers met een verstandelijke handicap en vult dit waarheidsgetrouw in. Bij het invullen van de vaardigheidstest is er ook plaats voor opmerkingen. De trainer kan hier bijkomende beperkingen noteren die bij wedstrijden een duidelijke rol kunnen spelen. Indien de resultaten van deze testen niet voorhanden zijn, wordt de speler na spelbeoordeling ingedeeld in één van de drie niveaus door de criteriumverantwoordelijke. Artikel 8 Er is één tennisranglijst voor VE-tennis waar alle spelers per niveau geordend worden op basis van de verdiende punten in de tornooien. Na elk criteriumtornooi VE-tennis wordt deze ranglijst aangevuld met de behaalde punten. De toekenning van de punten per tornooi gebeurt door de criteriumverantwoordelijke volgens onderstaande tabel. REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

8 1 e hoogste aantal punten: 25 punten 5 e hoogste aantal punten: 14 punten 2 e hoogste aantal punten: 20 punten 6 e hoogste aantal punten: 11 punten 3 e hoogste aantal punten: 18 punten 7 e en 8 e hoogste aantal punten: 9 punten 4 e hoogste aantal punten: 16 punten Vanaf 9 e plaats: 5 punten Het toekennen van het verdiende aantal punten gebeurt als volgt: Men kijkt eerst naar het aantal gewonnen wedstrijden. Indien het aantal gewonnen wedstrijden tussen twee of meer spelers gelijk is, kijkt men verder voor niveau 1, 2 en 3* naar wie meest aantal spelletjes/punten* gewonnen heeft naar wie minst aantal spelletjes/punten* tegen heeft Bij ex aequo van het verdiende aantal punten per tornooi worden dezelfde punten toegekend aan de betrokken spelers welke overeenkomt met de laagste scoreplaats voor die spelers. Bij ex aequo in de ranglijst aan het einde van het seizoen, bepalen respectievelijk het aantal deelgenomen tornooien en de resultaten van het laatst deelgenomen tornooi. Aan het einde van het seizoen wordt ook de winnaar van het criterium bekend gemaakt. Dit is de speler die de hoogste score behaalde over de 3 niveau s. Artikel 9 De criteriumverantwoordelijke maakt in samenspraak met de wedstrijdleider van de organiserende club de wedstrijdtabellen op en verwittigt de spelers wanneer zij hun wedstrijden zullen spelen. De tabel wordt opgesteld rekening houdend met de resultaten van vorige tornooien en/of de score van de individuele vaardigheidstest (IVT). Men tracht er ook voor te zorgen dat bij het opstellen van de tabel spelers kunnen spelen tegen spelers van andere clubs. De wedstrijdtabellen worden als volgt samengesteld. 1. Tabel - niveau 1 2. Tabel - niveau 2 3. Tabel - niveau 3 Artikel 10 De wedstrijden beginnen stipt. De spelers moeten minstens een kwartier voor de aanvang van hun eerste wedstrijd speelklaar zijn. Indien een speler niet speelklaar is vijf minuten na het fluitsignaal, dan verliest de speler de wedstrijd (wo). Indien een van de spelers afwezig REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

9 is kijkt men tussen de andere spelers naar een evenwaardige tegenspeler. Die tegenspeler kan dan voor die wedstrijd wel geen punten verdienen. Artikel 11 Alle wedstrijden duren 20 minuten. Bij het affluiten wordt het laatste punt nog uitgespeeld. Bij gelijkstand speelt men nog één punt om de winnaar te bepalen. Notatie: Niveau 1 en 2: volledig gespeelde games alsook de punten, bv Niveau 3: aantal behaalde punten bv Bij niveau 1 en 2 is de telling per game 0, 15, 30, 40, game (zonder voordeel of no ad ). Bij de stand mag de ontvanger kiezen of er links of rechts geserveerd zal worden. Dus bij wint de speler die het volgende punt scoort de game. De games worden doorgeteld tot het einde van de speeltijd. De speler die aan de leiding staat bij het affluiten, wint de wedstrijd. Bij niveau 3 start het spel door de bal, van achter de basislijn met een bovenhandse of onderhandse opslag, met of zonder bots, in een servicevak van de tegenstander geslagen. Er zijn twee opslagbeurten mogelijk en bij let (bal raakt met de opslag het net en valt toch binnen) mag de opslag hernomen worden. Er wordt om beurten opgeslagen. Na de opslag wordt er een balwisseling opgebouwd waarbij de bal na een of twee botsen of zonder botsen wordt teruggespeeld. Het is foutief de bal in het net of buiten de lijnen te slaan. Indien de bal de lijn raakt, is hij goed. De telling per wedstrijd is 0,1,2,3,4 enz. De punten worden doorgeteld tot het einde van de speeltijd. De speler met het meeste punten wint de wedstrijd. Artikel 12 De speler kan terecht bij de criteriumverantwoordelijke voor opmerkingen of vragen. Artikel 13 De Commissie G-Tennis zorgt voor het nodige materiaal (tennisballen, terreinafbakeningsmateriaal, scorekaarten, ). Artikel 14 Na afloop van het criteriumtornooi VE-tennis geven de criteriumverantwoordelijke en/of de wedstrijdleider de resultaten door aan het secretariaat van Parantee (info@parantee.be). De resultaten worden op de website van Parantee geplaatst ( REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

10 Artikel 15 De wedstrijdleider behoudt het recht om in zijn/haar functie bijkomende beslissingen te nemen om een vlot verloop van het criteriumtornooi VE-tennis te waarborgen en in het algemeen belang van de spelers. Artikel 16 Indien er sprake is van over inschrijving worden de inschrijvingen vervroegd stopgezet. Men spreekt van over inschrijving indien er geen drie wedstrijden van 20 minuten per ingeschreven deelnemer kunnen plaats vinden. Artikel 17 Gedurende de tennisevenementen voor personen met een verstandelijke handicap zullen er foto s/filmpjes worden gemaakt. De link naar deze foto s/filmpjes komen op de website Het beeldmateriaal kan door VTV/Parantee ook gebruikt worden voor promotionele doeleinden voor het VE-tennis. Indien iemand bezwaar heeft tegen het gebruik van dit beeldmateriaal of een vermelding in een persbericht, dan kan hij/zij dit melden via het adres Artikel 18 - Individuele vaardigheidstest De trainer moet het soort bal dat bij iedere individuele vaardigheidstest (IVT) wordt gebruikt nauwkeurig omschrijven. Dit kan een traditionele tennisbal zijn, een stage 1 of stage 3 tennisbal. a. Forehand Volley De speler staat ongeveer één meter van het net waarbij de aangever aan de andere kant halverwege de servicelijn en het net staat. Iedere speler krijgt vijf pogingen om een bal goed over het net te slaan. De aangever werpt iedere bal onderhands naar de forehandkant van de speler. De speler behaalt tien punten als hij in het achterveld slaat op of tussen de basislijn, de servicelijn en de zijlijnen voor enkelspelen. De speler behaalt vijf punten als de bal in een van de twee servicevakken wordt geslagen. b. Backhand Volley Hetzelfde als de forehand volley, met als enige verschil dat de speler de ballen op de backhand krijgt. Iedere speler krijgt vijf pogingen. REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

11 c. Forehand Groundstroke De speler staat op of achter de basislijn. De aangever, die halverwege het net en de servicelijn aan dezelfde kant van het net staat, werpt de bal onderhands, zodat deze één keer stuit voordat de bal bij de forehandkant van de speler is. Iedere speler krijgt vijf pogingen. De speler behaalt tien punten als hij de bal in het achterveld slaat op of tussen de basislijn, de servicelijn en de zijlijnen voor enkelspelen. De speler behaalt vijf punten als hij de bal in een van de twee servicevakken slaat. d. Backhand Groundstroke Hetzelfde als bij de forehand groundstroke, met als enige verschil dat de speler de ballen op de backhand krijgt. Iedere speler krijgt vijf pogingen. e. Serveren - Rechterkant Iedere speler krijgt vijf pogingen om een goede service (de speler kiest of hij boven of onderhands opslaat de hoogste score telt) vanaf het rechtervak naar het rechter servicevak te slaan. Een bal die in het juiste servicevak landt telt voor tien punten. Er wordt een nul (0)-score genoteerd wanneer de speler een voetfout maakt of de bal niet in het servicevak krijgt. Er is sprake van een voetfout wanneer de speler op of over de basislijn stapt, of de denkbeeldige verlenging van het middenteken of de zijlijn. f. Serveren Linkerkant Hetzelfde als serveren naar de rechterkant, maar nu van de linkerkant naar het linker servicevak. Iedere speler mag vijf pogingen ondernemen. g. Afwissselen van basisslagen naar links en naar rechts De speler bevindt zich bij het serviceteken in het midden, op of achter de basislijn. De aangever, die aan dezelfde kant halverwege de servicelijn en het net staat, gooit de bal afwisselend naar de forehand- en backhandkant van de speler. Iedere worp moet neerkomen bij een punt halverwege de servicelijn en de basislijn en halverwege het serviceteken in het midden en de zijlijn voor het enkelspel. De speler mag eerst weer naar het middenteken terugkeren alvorens de volgende bal wordt aangegooid. Iedere speler mag tien pogingen ondernemen. De speler behaalt tien punten als de bal in het achterveld op of tussen de basislijn, de servicelijn en de zijlijnen voor het enkelspel wordt geslagen. De REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

12 speler behaalt vijf punten als de bal in een van de twee servicevakken wordt geslagen. h. Eindscore De eindscore van een speler wordt bepaald door de behaalde scores in elk van de zeven onderdelen waaruit de individuele vaardigheidstesten bestaat bij elkaar op te tellen. REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

13 BIJLAGEN REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

14 Scorekaart niveau 1 REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

15 Scorekaart niveau 2 REGLEMENT VOOR TENNISSERS MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP

16 COMMISSIE G-TENNIS OFFICIËLE SCOREKAART VE-TENNIS Scheidsrechter: Niveau 3 Speelduur: 5 opwarmen 20 wedstrijd 5 terrein Terrein: Miditerrein l= 18 m, b= 8.23 m, h= 91.4 cm Beginuur: Speler A Resultaat: Speler B Resultaat: Niveau 3: Hier gelden eenvoudige spelregels. Om het punt te starten wordt de bal, van achter de basislijn met een bovenhandse of onderhandse opslag met of zonder bots, in een servicevak van de tegenstander geslagen. Er zijn twee opslagbeurten mogelijk en bij let (bal raakt bij de opslag het net en valt toch binnen) mag de opslag hernomen worden. Er wordt om beurten opgeslagen. Na de opslag wordt er een balwisseling opgebouwd waarbij de bal na een of twee botsen of zonder botsen wordt teruggespeeld. Het is foutief de bal in het net of buiten de lijnen te slaan. Indien de bal de lijn raakt, is hij goed. De telling per wedstrijd is 0,1,2,3,4 enz. De punten worden doorgeteld tot het einde van de speeltijd. Alle wedstrijden duren 20 minuten. Bij het affluiten wordt het laatste punt nog uitgespeeld en genoteerd, bv Bij gelijkstand speelt men nog één punt om de winnaar te bepalen. De speler met het meeste punten wint de wedstrijd. Plaats een kruisje in de kolom van de speler telkens hij een punt maakt. Aantal speler A speler B Aantal speler A speler B