Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen"

Transcriptie

1 Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Deel 2 Budgettaire analyse van instrumenten Geert Goeyvaerts & Frank Vastmans Promotor: Erik Buyst

2 Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Deel 2 Budgettaire analyse van instrumenten Geert Goeyvaerts & Frank Vastmans Promotor: Erik Buyst KU Leuven Centrum voor Economische Studiën Onderzoek in opdracht van het Agentschap Wonen-Vlaanderen

3 2014 CES-KU Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by mimeograph, film or any other means, without permission in writing from the publisher.

4 Inhoudsopgave Lijst figuren 7 Lijst tabellen 9 Inleiding De IPCAL-data De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen Berekening Resultaten Conclusie Het gebruik van fiscale woonvoordelen De evolutie in het gebruik van fiscale woonvoordelen De dynamiek van het gebruik: de in-, uit- en tussenstroom De instroom De tussenstroom De uitstroom Conclusie Het fiscaal woonvoordeel op het niveau van het individu De verhoogde belastingvermindering van het bouwsparen De bijkomende interestaftrek De aftrek enige eigen woning (de woonbonus) Een vergelijking van het bouwsparen en de woonbonus in een standaardsituatie Conclusie De budgettaire ramingen voor de fiscale woonvoordelen Het model Het schatten van het toekomstig gebruik De kost van de fiscale woonvoordelen Resultaten Conclusie Budgettaire ramingen voor de registratierechten en de onroerende voorheffing Registratierechten De onroerende voorheffing Conclusie Samenvatting 98 BIJLAGEN 102 Bijlage 1 Codes IPCAL-data Woonfiscaliteit 103 Bijlage 2 Vergelijking IPCAL-steekproef en geaggregeerde IPCAL-data 104 Bijlage 3 Informatietabellen 105 Bibliografie 107 v

5

6 Lijst figuren Figuur 2.1 Figuur 3.1 Figuur 3.2 Figuur 3.3 Figuur 3.4 De evolutie van de minderontvangsten als gevolg van de fiscale woonvoordelen, Vlaams Gewest (in miljoenen euro) 22 De evolutie van het aantal gebruikers van de fiscale woonvoordelen, Vlaams Gewest (duizenden) 26 Het procentueel aantal gebruikers van de bevolking van het bouwsparen en de woonbonus per leeftijd, Vlaams Gewest 27 De leeftijdsverdeling van de instroom van het bouwsparen en de woonbonus, Vlaams Gewest 33 De evolutie van de totale procentuele* instroom per leeftijdscategorie, Vlaams Gewest 34 Figuur 3.5 De evolutie van het aantal hypothecaire kredieten volgens hun doel, België 34 Figuur 3.6 De totale procentuele* instroom per leeftijd, Vlaams Gewest 35 Figuur 3.7 Figuur 3.8 De leeftijdsverdeling van de uitstroom van het bouwsparen en de woonbonus, Vlaams Gewest 49 De evolutie van de totale procentuele* uitstroom per leeftijdscategorie, Vlaams Gewest 50 Figuur 3.9 De totale procentuele* uitstroom per leeftijd, Vlaams Gewest 50 Figuur 4.1 De evolutie van het voordeel van het bouwsparen en de woonbonus in een standaardsituatie 70 Figuur 5.1 De verdeling van nieuw afgesloten hypothecaire kredieten over 7 looptijdcategorieën per leeftijdsklasse bij het aangaan van het krediet, Vlaams Gewest Figuur 5.2 De totale stopkans per leeftijd en per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 80 Figuur 5.3 De evolutie van het verwacht aantal gebruikers van het bouwsparen onder de veronderstelling van lineaire afbouw, Vlaams Gewest (in duizenden) 87 Figuur 5.4 Figuur 5.5 Figuur 5.6 Figuur 6.1 De evolutie van de geraamde minderontvangsten van het bouwsparen onder de veronderstelling van lineaire afbouw, Vlaams Gewest (in miljoenen euro) 87 De evolutie van het verwacht aantal gebruikers van de woonbonus onder drie veronderstellingen voor de start- en stopkansen, Vlaams Gewest (in duizenden) 88 De evolutie van de geraamde minderontvangsten van de woonbonus onder drie veronderstellingen voor de start- en stopkansen, Vlaams Gewest (in miljoenen) 88 Werkelijk en geschat aantal verkopen onroerend goed, Vlaams Gewest (in duizenden) 93 Figuur 6.2 Werkelijke en geschatte registratierechten, Vlaams Gewest (in miljoenen euro) 93 Lijst figuren 7

7 Figuur 6.3 Figuur 6.4 Evolutie van de jaarlijkse procentuele toename van het aantal woongelegenheden en het aantal huishoudens, Vlaamse Gewest De evolutie van de verwachte inkomsten uit de onroerende voorheffing voor het Vlaamse gewest (in miljoenen euro) 96 Lijst figuren 8

8 Lijst tabellen Tabel 1.1 Tabel 2.1 Tabel 2.2 Tabel 2.3 Tabel 2.4 De onderverdeling van de belastingplichtigen in 18 categorieën op basis van hun woonplaats en het gebruik van een fiscaal woonvoordeel 13 De minderontvangsten als gevolg van de fiscale woonvoordelen per inkomstenjaar, Vlaams Gewest (in miljoenen euro) 20 De som van de minderontvangsten van het bouwsparen en de woonbonus per inkomstenjaar, Vlaams Gewest (in miljoenen euro) 20 De minderontvangsten als gevolg van de fiscale woonvoordelen per inkomstenjaar volgens de berekeningen van de FOD Financiën, Vlaams Gewest (in miljoenen euro) 21 De minderontvangsten als gevolg van het bouwsparen per inkomstenjaar, België en Vlaams Gewest (in miljoenen) 21 Tabel 3.1 Het aantal gebruikers van de fiscale woonvoordelen per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 25 Tabel 3.2 De combinatie van de bijkomende interestaftrek en andere woonvoordelen, Vlaams Gewest 26 Tabel 3.3 Het aantal gebruikers van het bouwsparen per inkomstenjaar, België en Vlaams Gewest 27 Tabel 3.4 De instroom van het bouwsparen en de woonbonus per leeftijdscategorie en inkomstenjaar, Vlaams Gewest 32 Tabel 3.5 De totale* instroom per leeftijdscategorie en inkomstenjaar, Vlaams Gewest 33 Tabel 3.6 Tabel 3.7 Tabel 3.8 De tussenstroom van het bouwsparen naar de woonbonus per leeftijdscategorie en inkomstenjaar, Vlaams Gewest 39 De tussenstroom van de woonbonus naar het bouwsparen per leeftijdscategorie en inkomstenjaar, Vlaams Gewest 40 Het cumulatief gebruik bij de overgang van het bouwsparen naar de woonbonus per leeftijdscategorie en inkomstenjaar, Vlaams Gewest 43 Tabel 3.9 Het totaal cumulatief gebruik van het bouwsparen en de woonbonus per leeftijdscategorie en inkomstenjaar, Vlaams Gewest 44 Tabel 3.10 Tabel 3.11 Het cumulatief gebruik buiten de overgang van het bouwsparen naar de woonbonus per leeftijdscategorie en inkomstenjaar, Vlaams Gewest 45 De uitstroom van de woonbonus en het bouwsparen per leeftijdscategorie en inkomstenjaar, Vlaams Gewest 48 Tabel 3.12 De totale* uitstroom per leeftijdscategorie en inkomstenjaar, Vlaams Gewest 49 Tabel 4.1 Tabel 4.2 Gemiddelde uitgaven, voordeel en tarief van het bouwsparen per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 57 De verdeling van de gebruikers van het bouwsparen over de inkomensschijven* per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 58 Lijst tabellen 9

9 Tabel 4.3 Tabel 4.4 Tabel 4.5 Tabel 4.6 Tabel 4.7 Tabel 4.8 Tabel 4.9 Tabel 4.10 De verdeling van de minderontvangsten van het bouwsparen over de inkomensschijven per inkomstenjaar, Vlaams Gewest (in miljoenen) 58 Gemiddelde uitgaven, voordeel en tarief van het bouwsparen per inkomensschijf, Vlaams Gewest 59 Gemiddelde uitgave en voordeel van de bijkomende interestaftrek per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 61 De verdeling van de gebruikers van de bijkomende interestaftrek voor nieuwbouw over de inkomensschijven per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 62 De verdeling van de gebruikers van de bijkomende interestaftrek voor renovatie over de inkomensschijven per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 62 Gemiddelde bedragen van de bijkomende interestaftrek per inkomensschijf, Vlaams Gewest 63 Gemiddelde uitgaven, voordeel en tarief van de woonbonus per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 65 De verdeling van gebruikers woonbonus over de inkomensschijven per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 66 Tabel 4.11 De verdeling van de minderontvangsten van de woonbonus over de inkomensschijven per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 66 Tabel 4.12 Gemiddelde bedragen van de woonbonus per inkomensschijf, Vlaams Gewest 67 Tabel 4.13 Een vergelijking van het fiscaal voordeel van het bouwsparen en de woonbonus 69 Tabel 4.14 De bedragen van de drie verschillende grenzen van het bouwsparen voor het individu en koppel 70 Tabel 5.1 Vergelijking gemiddelde annuïteit koop, bouw en renovatie en het maximaal bedrag 75 Tabel 5.2 Tabel 5.3 Tabel 5.4 Tabel 5.5 Tabel 5.6 De verdeling van nieuw afgesloten hypothecaire kredieten over 7 looptijdcategorieën per leeftijdsklasse bij het aangaan van het krediet, Vlaams Gewest De gemiddelde uitgave, het wettelijk maximum en het gemiddeld aandeel voor de gebruikers van de woonbonus per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 84 De waarden van de verschillende parameters voor de budgettaire schattingen van de woonbonus 86 De geraamde minderontvangsten van de woonbonus onder de drie veronderstellingen voor de start- en stopkansen voor het Vlaams Gewest De geschatte budgettaire uitgave van het bouwsparen, de woonbonus en het totaal voor het Vlaams Gewest Tabel 0.1 De IPCAL-code van de fiscale woonvoordelen 103 Tabel 0.2 Tabel 0.3 Vergelijking van de IPCAL-steekproef met de geaggregeerde gegevens, Vlaams Gewest Vergelijking inkomensverdeling IPCAL-steekproef en geaggregeerde gegevens, Vlaams Gewest Lijst tabellen 10

10 Tabel 0.4 De grenzen van de vijf inkomensschijven en hun respectievelijke tarieven 105 Tabel 0.5 De verdeling van belastingplichtigen over de inkomensschijven per inkomstenjaar, Vlaams Gewest 105 Lijst tabellen 11

11 Inleiding Dit tweede deel van het onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen vormt het budgettaire luik van de studie. Het literatuuronderzoek uit het eerste deel wordt hier verder aangevuld met bevindingen op basis van data-analyse, budgettaire berekeningen en ramingen. Naar aanleiding van de zesde staatshervorming worden verschillende bevoegdheden uit de woonfiscaliteit van het federale niveau naar het niveau van de deelstaten overgedragen (Di Rupo 2011). In dit gedeelte richten we ons voornamelijk op de fiscale voordelen met betrekking tot uitgaven voor het verwerven of behouden van de eigen woning: de verhoogde vermindering voor het bouwsparen, de bijkomende interestaftrek en de aftrek enige eigen woning. De bedoeling is om de lezer een grondig inzicht te geven in de budgettaire kost en het gebruik van deze drie fiscale instrumenten van het woonbeleid. Voor deze analyse zullen we vaak een beroep doen op de gegevens uit de belastingaangiften. De FOD Economie heeft de fiscale gegevens van de FOD Financiën omgevormd tot een opvraagbare dataset, de zogenaamde IPCAL-data. Het is de meest aangewezen bron voor een kwantitatief onderzoek van de woonfiscaliteit. Naast de totale kost en het gebruik van deze drie voordelen zullen we ook de grootte van het voordeel op het niveau van het individu bespreken. Op dit vlak bestaan er enkele belangrijke verschillen tussen het oude systeem dat bestaat uit de verhoogde vermindering van het bouwsparen en de bijkomende interestaftrek, en het nieuwe systeem van de aftrek voor de enige eigen woning. De analyse van de huidige budgettaire uitgaven wijst ons op de grote kost van deze fiscale stimuli. In een ex-post statische berekening schatten we de budgettaire uitgave voor de woonbonus en het bouwsparen in 2011 samen op 1.296,80 miljoen, goed voor 8,5% van de totale bevoegdheidsoverdracht. Daar staat wel een gebruik door personen, of 28,85% van alle belastingplichtigen, tegenover. Het totaal aantal gebruikers is sinds 2006 met gestegen. Er is echter weinig of geen toename in de instroom van de jongste leeftijdscategorie, waar het grootste deel van de eigendomsverwerving plaatsvindt. Integendeel, het aantal daalt zelfs tijdens de jaren van de financiële crisis ondanks de verdubbeling van het financiële voordeel sinds de hervorming van Het herstel in de totale instroom wordt volgens ons gedreven door een grote toename in het aantal renovaties onder impuls van de economische herstelmaatregelen. Dit tweede deel start in het eerste hoofdstuk met een korte beschrijving van de IPCAL-data. Vervolgens presenteren we u in het tweede hoofdstuk de cijfers met betrekking tot de budgettaire uitgaven van de fiscale woonvoordelen. In hoofdstuk drie gaan we dieper in op het gebruik van deze instrumenten. Zowel de evoluties in het totaal aantal gebruikers als in de in- en uitstroom van de systemen worden besproken. Vervolgens blijven we in het vierde hoofdstuk even stilstaan bij de verschillen van de financiële voordelen op individueel niveau. Tot slot maken we in hoofdstukken vijf en zes ramingen voor de budgettaire evolutie van de fiscale woonvoordelen, de registratierechten en de onroerende voorheffing op de korte en lange termijn voor het Vlaams Gewest. Inleiding 12

12 1. De IPCAL-data In dit deel van het onderzoek gebruiken we data uit verschillende bronnen. Eén van deze bronnen verdient echter een korte toelichting: de IPCAL-data. De FOD Economie heeft de gegevens van de belastingaangiften van de FOD Financiën omgevormd tot een bevraagbare dataset. Deze data vormen de natuurlijke basis voor een onderzoek over de woonfiscaliteit en zullen hier dan ook maximaal benut worden. In bijlage 1 vindt u een lijst terug van de verschillende instrumenten en onderdelen van de woonfiscaliteit waarover we data hebben opgevraagd. De IPCAL-databank is longitudinaal opvraagbaar, dit wil zeggen dat we de gegevens van eenzelfde belastingplichtige voor verschillende jaren kunnen opvragen. Hierdoor is het onder andere mogelijk om de dynamiek in het gebruik van de voordelen in kaart te brengen. Zo kan men bijvoorbeeld berekenen hoeveel personen tijdens een bepaald jaar van een woonvoordeel genieten, terwijl ze het jaar voordien er nog geen gebruik van maakten. Een ander voorbeeld bestaat erin na te gaan of een belastingplichtige zijn domiciliëring heeft veranderd of niet. We hebben bij onze opvraging de belastingplichtigen over 18 categorieën verdeeld op basis van hun woonplaats en gebruik van de woonvoordelen over een periode van 2 opeenvolgende jaren. In tabel 1.1 vindt u deze opdeling terug. Een belastingplichtige maakt gebruik van het bouwsparen indien het bedrag onder de IPCAL-code 7917 groter is dan 0. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de woonbonus, maar dan onder IPCAL-code Als een persoon in één of beide jaren van zowel het bouwsparen als de woonbonus gebruik maakt, zullen we hem onder de categorie van de woonbonus plaatsen. Stel dat iemand in jaar t-1 van het bouwsparen gebruik maakte, maar daarna in jaar t overschakelde naar de woonbonus en terzelfdertijd het bouwsparen blijft genieten, dan zal hij in categorie 2 of 11 terechtkomen afhankelijk van zijn verhuisgedrag. Het gebruik van de woonbonus domineert met andere woorden het gebruik van het bouwsparen. We zullen in de volgende hoofdstukken nog vaak terug verwijzen naar deze tabel. Tabel 1.1 De onderverdeling van de belastingplichtigen in 18 categorieën op basis van hun woonplaats en het gebruik van een fiscaal woonvoordeel Voordeel Jaar t Woonplaats Jaar t-1 bouwsparen woonbonus geen voordeel Dezelfde gemeente in jaar t en t-1 Verschillende gemeente in jaar t en t-1 bouwsparen woonbonus geen voordeel bouwsparen woonbonus geen voordeel Hoofdstuk 1 De IPCAL-data 13

13 2. De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen Als gevolg van het institutioneel akkoord voor de zesde staatshervorming zullen bepaalde federale bevoegdheden inzake woonbeleid worden overgedragen aan de gewesten. Eén van deze bevoegdheden zijn de fiscale uitgaven met betrekking tot huisvesting (Di Rupo 2011): 1. De verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen 2. De bijkomende interestaftrek 3. De aftrek voor de enige eigen woning Zoals u al in het eerste deel van dit onderzoeksrapport kon lezen, kan een eigenaar aanspraak maken op deze fiscale subsidies mits hij een hypothecaire lening is aangegaan om de verwerving of verbouwing van zijn woning te financieren. De drie instrumenten behoren tot twee verschillende systemen van fiscale voorkeursbehandeling voor eigenaar-bewoners. De twee eerste voordelen zijn een onderdeel van het oude systeem dat van toepassing is op leningen die dateren van vóór Het laatste voordeel vervangt de twee voorgaande, en is van toepassing op leningen die gesloten zijn vanaf In dit hoofdstuk zullen we de budgettaire kost van deze drie uitgaven berekenen. Het opzet van deze oefening is om het verlies aan inkomsten voor de overheid te meten als gevolg van het bestaan van de instrumenten. De minderontvangsten zijn immers een belangrijk element in de kosten-batenanalyse van een afwijking van een neutrale fiscale behandeling 1. We starten met een toelichting over onze methodologie en gaan vervolgens over tot de bespreking van de resultaten. 2.1 Berekening Onze methodologie steunt op de principes van de minderontvangsten-methode (Hoge raad van Financiën 2002; Federale Overheidsdienst Financiën 2012). Volgens deze methode wordt het bedrag geraamd van de inkomsten die een overheid niet kon innen omwille van het bestaan van een bepaald fiscaal voordeel. Het is een statische ex-post berekening waarbij geen rekening wordt gehouden met mogelijke gedragseffecten. Indien een belastingplichtige gebruik maakt van één van de woonvoordelen, zal hij in vele gevallen minder belastingen moeten betalen dan wanneer hij er geen gebruik van maakt. Het bedrag dat men aan belastingen bespaart, is een opbrengst voor de belastingplichtige. De overheid zal zijn inkomsten hierdoor zien dalen, het voordeel vormt dus een kost voor de overheid. Het totale verlies aan inkomsten is in principe gelijk aan de som van de opbrengsten voor alle belastingplichtigen. Deze berekening wordt beknopt weergegeven door de volgende formule: 1 Deel 1 Literatuur en instrumenten, hoofdstuk 5, sectie 1 Hoofdstuk 2 De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen 14

14 Waarbij: (1) - het totale verlies aan inkomsten voor de overheid door het gebruik van het fiscaal voordeel FV - de opbrengst voor belastingplichtige i door het gebruik van het fiscaal voordeel FV - n: het totaal aantal belastingplichtigen dat gebruik maakt van het fiscaal voordeel FV We berekenen eerst hoeveel inkomsten iedere belastingplichtige wint door gebruik te maken van één van bovenstaande subsidies. Deze berekening is enerzijds afhankelijk van de juridische regelgeving die het instrument vorm geeft en anderzijds van de verschillende karakteristieken die eigen zijn aan de situatie van de belastingplichtige in kwestie. Het is de wisselwerking tussen deze twee elementen dat de grootte van de opbrengst voor de belastingplichtige zal bepalen. Zoals u later in dit deel zal kunnen lezen, zijn er enkele verschillen in de manier waarop de grootte van deze drie voordelen wordt bepaald. Eén van die verschillen zullen we nu al even toelichten. Er bestaan verschillende mogelijke toepassingswijzen om belastingplichtigen een fiscaal voordeel toe te kennen. Zo kennen we onder andere: een aftrek, een belastingvermindering, een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van bepaalde soorten inkomsten en een belastingkrediet 2. De grootte van het fiscaal voordeel voor een individuele belastingplichtige kan naargelang de gebruikte toepassingswijze sterk verschillen. In onze lijst van fiscale uitgaven met betrekking tot huisvesting vinden we één belastingvermindering, het bouwsparen, en twee aftrekken terug, de bijkomende interestaftrek en de woonbonus. Bij een belastingvermindering berekent men eerst de te betalen belastingen, waarna men het bedrag van de vermindering hiervan aftrekt. De vermindering tast de belastbare grondslag niet aan, maar beperkt zich tot de belasting waarop zij wordt aangerekend. De berekening van de grootte van de belastingvermindering wordt door de wet bepaald en kan sterk verschillen naargelang de specifieke maatregel. Een aftrek is een bedrag dat van één bepaald inkomen 3 of van het gezamenlijk inkomen van de belastingplichtige wordt afgetrokken voordat men de te betalen belastingen berekent. Hierdoor daalt de belastbare grondslag, waardoor ook het bedrag van de te betalen belastingen kan dalen. Om te weten hoe men het individuele voordeel van de verhoogde belastingvermindering van het bouwsparen moet berekenen, is het noodzakelijk om naar de desbetreffende regelgeving te gaan kijken. Artikel van het Wetboek der Inkomstenbelasting bepaalt hieromtrent het volgende: De verhoogde vermindering wordt berekend tegen het voor de belastingplichtige aangerekende hoogste belastingtarief als vermeld in artikel Deze lijst is niet exhaustief 3 Bv. roerende inkomsten, onroerende inkomsten, beroepsinkomsten, diverse inkomsten,.. 4 Versie aanslagjaar 2004 Hoofdstuk 2 De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen 15

15 Ingeval de bijdragen en betalingen die voor de verhoogde vermindering in aanmerking komen betrekking hebben op meer dan één belastingtarief wordt voor elk deel van die bijdragen en betalingen het overeenstemmende tarief in aanmerking genomen. De eerste paragraaf van dit artikel doet vermoeden dat de berekening een eenvoudige vermenigvuldiging is van het aangegeven bedrag met de marginale aanslagvoet van de belastingplichtige. Als we echter verder kijken, lezen we in paragraaf twee dat dit niet altijd het geval is. In de Commentaar op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 vinden we hierover het volgende terug 5 : In de praktijk wordt de verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen als volgt bepaald: 1 de basisbelasting berekenen op het belastbare inkomen, d.w.z. op het GBI wat de alleenstaande betreft, en op het afgezonderd beroepsinkomen, enerzijds, en het resterend gezinsinkomen, anderzijds, wat de echtgenoten betreft; 2 de basisbelasting berekenen op hetzelfde inkomen, verminderd met de respectieve uitgaven die voor de verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen in aanmerking komen; 3 het verschil maken tussen de respectieve resultaten (1-2 ). Het onder 3 verkregen resultaat stemt in principe overeen met de verhoogde vermindering. Men berekent de grootte van de verhoogde vermindering van het bouwsparen alsof het een aftrek zou zijn. Het voordeel voor de belastingplichtige wordt dus op eenzelfde manier bepaald voor de verhoogde vermindering van het bouwsparen als voor de bijkomende interestaftrek en de aftrek enige eigen woning. Een belangrijk verschil is dat de verhoogde vermindering een ondergrens kent van 30% van de in aanmerking komende uitgaven 6 : Wanneer het bedrag van de verhoogde vermindering echter lager is dan 30 % van het bedrag van de voor de berekening van die vermindering in aanmerking genomen uitgaven, wordt de vermindering verhoogd tot 30 %, dit ten einde op zijn minst een vermindering te verlenen die overeenstemt met de minimale vermindering die in het kader van het lange termijnsparen wordt toegekend. We kunnen de opbrengst van de drie fiscale voordelen voor een individuele belastingplichtige op een gelijkaardige wijze berekenen. De uitgaven die in aanmerking komen voor het voordeel worden van de inkomsten van het individu afgetrokken. De belastingplichtige moet dus geen belastingen betalen op dit bedrag. We moeten er wel rekening mee houden dat men hierdoor in een lagere inkomensschijf terecht kan komen. In dat geval valt slechts een gedeelte van de uitgave in de hoogste inkomensschijf. Men kan het voordeel berekenen door de som te nemen van de gedeelten van de uitgaven vermenigvuldigd met het overeenstemmende belastingtarief. Hoe groter het gedeelte van de uitgave dat in de hoogste schijf terecht komt, hoe groter het voordeel voor de belastingplichtige. Deze berekening wordt door de volgende formule weergegeven: 5 Nummer 145/17/35 Commentaar op het Wetboek der Inkomstenbelastingen Nummer 145/17/37 Commentaar op het Wetboek der Inkomstenbelastingen 1992 Hoofdstuk 2 De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen 16

16 { [( ) ] ( ) (2) Waarbij: - : de opbrengst voor belastingplichtige i door het gebruik van het fiscaal woonvoordeel FV - : het gezamenlijk netto belastbaar inkomen van belastingplichtige i - : de totale uitgave van belastingplichtige i dat in aanmerking komt voor het gebruik van FV - : de ondergrens van de hoogste inkomensschijf s waar de som van en terechtkomt - : het belastingtarief dat van toepassing is op de hoogste inkomensschijf s (het marginaal belastingtarief) We geven een eenvoudig voorbeeld: Indien persoon x tijdens het inkomstenjaar van 2011 een gezamenlijk netto belastbaar inkomen verdient van ( ) en gebruik kan maken van de woonbonus aan het maximale bedrag van ( ), dan bedraagt zijn voordeel: [( ) ] ( ) We hebben deze berekening eerst uitgevoerd voor iedere individuele belastingplichtige afzonderlijk. Daarna werden deze individuele opbrengsten gesommeerd zoals in formule (1) om tot het totale verlies aan inkomsten voor de overheid te komen. De resultaten van deze berekeningen worden in de volgende sectie besproken. 2.2 Resultaten Tabel 2.1 geeft een overzicht van de resultaten van bovenstaande berekeningen. We hebben twee berekeningen uitgevoerd voor zowel het bouwsparen als de woonbonus. In de tweede berekening veronderstellen we dat de individuele kost van een woonvoordeel gelijk is aan nul indien de belastingplichtige geen belastingen betaalt. We willen op deze wijze rekening houden met de mogelijkheid dat de belastingplichtige wegens het gebruik van een woonvoordeel bepaalde belastingverminderingen en aftrekken niet volledig kan benutten. Wanneer men het woonvoordeel laat wegvallen, zal men deze onbenutte aftrekken en verminderingen mogelijks wel kunnen gebruiken. Hierdoor ligt de individuele kost voor deze personen een stuk lager. Deze aanpassing zorgt echter voor een onderschatting van de minderontvangsten aangezien in veel gevallen het woonvoordeel, gezien zijn grootte, niet volledig zal vervangen kunnen worden door andere verminderingen. De werkelijke totale minderontvangsten zou dus tussen deze twee bedragen moeten liggen. De kost met een aanpassing voor onbenutte belastingverminderingen vormt de ondergrens, terwijl de uitgave zonder aanpassing de bovengrens is. We zien dat de uitgave voor de aftrek enige eigen woning de laatste zeven jaar sterk gestegen is, terwijl die voor de verhoogde belastingvermindering over dezelfde periode is afgenomen. Deze resultaten zijn niet verrassend aangezien men in 2005 de overgang heeft gemaakt van het oude naar het nieuwe systeem. Figuur 2.1 geeft het verschil in de dynamiek van beide uitgaven grafisch weer. De Hoofdstuk 2 De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen 17

17 uitgave voor de aftrek enige eigen woning stijgt jaarlijks gemiddeld met 125 miljoen, terwijl de verhoogde vermindering slechts met 30 miljoen daalt. Hierdoor neemt de totale kost met 95 miljoen per jaar toe. Belangrijker is echter de vaststelling dat de budgettaire kost voor beide systemen in totaal is toegenomen, zie tabel 2.2. De totale uitgave voor het bouwsparen en de woonbonus steeg over zes jaar tijd van 755 miljoen euro tot miljoen euro, een toename van meer dan 70%. Het aantal gebruikers nam slechts met 10% toe over dezelfde periode 7. Er bestaat dus op zijn zachtst gezegd een kleine discrepantie tussen de groei in de uitgaven en de toename in het gebruik. Een dergelijke stijging in de uitgave roept heel wat vragen op. Ten eerste stelt zich de vraag of er meer mensen eigenaar zijn geworden van een eigen woning of hun bestaande woning verbouwd hebben als gevolg van deze voordelen. Hebben de fiscale woonvoordelen dergelijk gedrag op een efficiënte manier gestimuleerd? 8 Ten tweede moet men zich afvragen of het doel de middelen verantwoordt. Met andere woorden, wegen de mogelijke positieve effecten van een verhoogd eigenwoningbezit op tegen een uitgave van meer dan één miljard euro? Een afwijking van de neutrale behandeling in het belastingsysteem is immers enkel gerechtvaardigd indien de baten groter zijn de kosten. Het is echter niet evident om op deze laatste vraag een eenduidig antwoord te formuleren aangezien de baten, vaak onder de vorm van positieve externaliteiten 9, moeilijk te kwantificeren zijn. Het antwoord zal onder meer afhankelijk zijn van het gewicht dat door de beleidsmaker aan deze externaliteiten wordt gegeven 10. Tenslotte speelt de vraag of deze situatie hoe dan ook houdbaar is. Een groei van 70% op 6 jaar tijd kan op de lange termijn voor zware budgettaire uitdagingen zorgen 11. In tabel 2.4 vindt u de uitgaven met betrekking tot het bouwsparen voor de periode van 1995 tot 1999 voor België en Vlaanderen. De absolute groei in de totale uitgave van het bouwsparen en de woonbonus in de periode van is dubbel zo groot als deze van De totale uitgave is op 15 jaar tijd bijna verdriedubbeld met een verdubbeling in de laatste 6 jaar. Deze bedragen tonen alvast aan dat de kost van de fiscale voorkeursbehandeling voor eigenaar-bewoners sinds de hervorming in 2005 in sterkere mate toeneemt dan voordien. Tot slot willen we onze resultaten vergelijken met die uit de Inventaris van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat beïnvloeden van de studie- en documentatiedienst van de FOD Financiën. We verwezen al in het eerste deel van dit onderzoek naar deze cijfers. U kunt ze terugvinden in tabel 2.3. Zij volgen ook de minderontvangsten-methode (Federale Overheidsdienst Financiën 2012), maar berekenen de uitgaven op basis van het microsimulatiemodel SIRe. Het voordeel van dit microsimulatiemodel is dat men veel nauwkeurig verschillende mechanische effecten in de belastingberekening kan simuleren. Het nadeel is dat ze gebruik moeten maken van een steekproef uit de IPCAL-data, terwijl wij onze eenvoudigere berekening op de volledige databank hebben uitgevoerd. De resultaten van de FOD Financiën kunnen afwijken van de werkelijke kost van de instrumenten indien hun steekproef niet representatief 12 is. 7 Zie hoofdstuk 3. 8 De efficiëntie van de instrumenten wordt in het derde deel Effectenmeting onderzocht. 9 Effecten op derden die geen deel uitmaken van de (economische) transactie/handeling die plaats vindt. 10 Zie hoofdstuk 6 in deel 1 voor een bespreking van de kosten en baten van de fiscale voorkeurbehandeling van eigenwoningbezitters. 11 In het vijfde hoofdstuk zullen we een model ontwikkelen op basis waarvan we de budgettaire evolutie kunnen inschatten. 12 We hebben een vergelijking gemaakt van de IPCAL-steekproef die door de FOD Financiën wordt gebruikt bij hun berekeningen en de aggregeerde gegevens uit de IPCAL-database die wij gebruiken voor het inkomstenjaar Deze staat in de bijlagen. Hoofdstuk 2 De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen 18

18 Anderzijds hebben wij in onze berekeningen niet exact alle mechanische effecten kunnen verwerken, waardoor ook deze resultaten van de werkelijke cijfers zullen afwijken. Indien we onze bedragen met die van de FOD Financiën vergelijken, stellen we vast dat deze bijna altijd hoger uitvallen. De uitgaven voor het bouwsparen verschillen zeer sterk in de periode vóór Onze uitgave is meer dan 100 miljoen groter dan die van de FOD Financiën tijdens de jaren van 2005 tot Voor de woonbonus noteren we een veel kleiner verschil van ongeveer 13 miljoen in 2005, maar dit loopt wel sterk op tot 80 miljoen in Vanaf 2009 wordt het verschil tussen de resultaten plots veel kleiner. Onze bovengrens van de woonbonus ligt in dat jaar slechts 7,5 miljoen hoger dan het cijfer van Financiën, terwijl onze ondergrens 12 miljoen lager ligt. De volgende jaren is onze bovengrens zelfs kleiner. Voor het bouwsparen beschikken we jammer genoeg niet over een cijfer van de FOD Financiën voor 2009, maar in 2010 en 2011 bedraagt het verschil nog slechts de helft van de jaren vóór Hoofdstuk 2 De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen 19

19 Tabel 2.1 De minderontvangsten als gevolg van de fiscale woonvoordelen per inkomstenjaar, Vlaams I. ABSOLUTE CIJFERS Gewest (in miljoenen euro) Bouwsparen Bouwsparen* Interestaftrek Woonbonus Woonbonus* ,92 681,80 52,66 75,61 73, ,80 670,39 43,31 191,57 187, ,25 642,06 39,33 307,67 298, ,83 610,49 33,04 432,45 418, ,37 573,53 23,27 563,29 543, ,13 528,24 13,99 681,44 657, ,01 500,78 9,94 826,27 796,02 II. ABSOLUTE GROEI Bouwsparen Bouwsparen* Interestaftrek Woonbonus Woonbonus* ,12-11,41-9,34 115,96 113, ,55-28,33-3,98 116,10 110, ,42-31,57-6,29 124,78 120, ,46-36,96-9,77 130,84 124, ,24-45,29-9,28 118,15 113, ,12-27,46-4,05 144,83 138,47 III. PROCENTUELE GROEI Bouwsparen Bouwsparen* Interestaftrek Woonbonus Woonbonus* ,75% -1,67% -17,75% 153,37% 154,49% ,79% -4,23% -9,20% 60,60% 59,06% ,85% -4,92% -15,98% 40,56% 40,49% ,92% -6,05% -29,58% 30,25% 29,84% ,81% -7,90% -39,89% 20,98% 20,94% ,08% -5,20% -28,94% 21,25% 21,06% Bron: IPCAL-data, eigen verwerking *In deze berekening veronderstellen we dat de individuele kost van een woonvoordeel gelijk is aan nul indien de belastingplichtige geen belastingen betaalt. We willen op deze wijze rekening houden met de mogelijkheid dat bepaalde belastingverminderingen en aftrekken in de situatie met het woonvoordeel niet volledig gebruikt kunnen worden. Voor de bijkomende interestaftrek hebben we deze aanpassing niet gemaakt. Tabel 2.2 De som van de minderontvangsten van het bouwsparen en de woonbonus per inkomstenjaar, Vlaams Gewest (in miljoenen euro) TOTAAL TOTAAL* GROEI GROEI* PROCENT. PROCENT.* ,53 755, ,37 857,77 103,84 102,34 13,53% 13,55% ,91 940,10 83,54 82,33 9,59% 9,60% , ,21 93,37 89,11 9,78% 9,48% , ,21 94,38 88,00 9,00% 8,55% , ,80 72,91 68,58 6,38% 6,14% , ,80 117,71 111,01 9,68% 9,36% Bron: IPCAL-data, eigen verwerking Hoofdstuk 2 De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen 20

20 Tabel 2.3 De minderontvangsten als gevolg van de fiscale woonvoordelen per inkomstenjaar volgens de I. ABSOLUTE CIJFERS II. GROEI berekeningen van de FOD Financiën, Vlaams Gewest (in miljoenen euro) Bouwsparen Interestaftrek Woonbonus Totaal* ,55 50,45 59,88 644, ,24 42,01 164,97 737, ,79 31,80 250,49 757, ,15 29,67 351,25 844, ** 23,87 555, ,91 14,39 694, , ,03 13,15 827, ,90 Bouwsparen Interestaftrek Woonbonus Totaal* ,31-8,44 105,09 92, ,45-10,21 85,52 20, ,64-2,13 100,76 87, ,80 204, ,48 138, ,88-1,24 133,45 114,57 III. PROCENTUELE GROEI Bouwsparen Interestaftrek Woonbonus Totaal* ,11% -16,73% 175,50% 14,40% ,44% -24,30% 51,84% 2,72% ,69% -6,70% 40,23% 11,50% ,55% 58,23% ,72% 24,94% ,99% -8,62% 19,22% 9,81% Bron: Inventaris van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat beïnvloeden (Studie- en documentatiedienst FOD Financiën ) *Totaal: de som van de uitgaven van het bouwsparen en de woonbonus (idem tabel 2.1) **Het cijfer van de uitgave voor het bouwsparen van 2009 ontbreekt in de inventaris Tabel 2.4 De minderontvangsten als gevolg van het bouwsparen per inkomstenjaar, België en Vlaams Gewest (in miljoenen) BELGIË VLAAMS GEWEST Totaal Groei Procentueel Totaal Groei Procentueel ,32 315, ,46 50,15 10,51% 348,13 33,10 10,51% ,05 45,59 8,64% 378,21 30,09 8,64% ,98 67,93 11,85% 423,05 44,83 11,85% ,63 65,65 10,24% 466,37 43,33 10,24% Bron: Hoge Raad van Financiën (2002), eigen verwerking *We passen een verdelingssleutel van 2/3 toe voor het Vlaams Gewest Hoofdstuk 2 De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen 21

21 Figuur 2.1 De evolutie van de minderontvangsten als gevolg van de fiscale woonvoordelen, Vlaams Gewest 1400 (in miljoenen euro) Bouwsparen Bouwsparen* Interestaftrek Woonbonus Woonbonus* Totaal Totaal* Bron: IPCAL-data, eigen verwerking 2.3 Conclusie In dit tweede hoofdstuk berekenden we de minderontvangsten van de drie fiscale voordelen met betrekking tot huisvesting die met de zesde staatshervorming zullen worden overgedragen. Zowel in onze resultaten als die van de FOD Financiën zien we een daling in de kost van de verhoogde belastingvermindering van het bouwsparen en de bijkomende interestaftrek. Anderzijds is een er zeer sterke stijging in de uitgave van de aftrek voor de enige eigen woning dat sinds 2005 in voege is. De absolute afname in de minderontvangsten van het bouwsparen ligt wel veel lager dan de toename in de uitgave van de woonbonus. Hierdoor is hun totale kost met 70% gestegen van 755,43 miljoen in 2005 tot miljoen in Vervolgens zagen we dat de jaarlijkse groei in de totale kost van 2005 tot 2011 dubbel zo groot was als de jaarlijkse groei van 1995 tot Nochtans lag de groei in het totaal aantal gebruikers een stuk hoger tijdens deze laatste jaren in vergelijking met de recente periode 14. We stellen dus vast dat de totale minderontvangsten voor het stimuleren van het eigenwoningbezit sinds 2005 sterk zijn toegenomen, ondank het feit dat het aantal gebruikers veel minder sterk gestegen is over dezelfde periode. Op het eerste zicht blijkt de woonbonus dus een stuk meer te kosten, hoewel het nieuwe systeem niet meer mensen er heeft toe aangezet om er gebruik van te maken. 13 Van 644,43 miljoen tot 1.281,90 miljoen volgens de berekeningen van de FOD Financiën. 14 Zie volgend hoofdstuk. Hoofdstuk 2 De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen 22

22 3. Het gebruik van fiscale woonvoordelen In het tweede hoofdstuk van dit deel gaven we u een overzicht van de budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen. Het leek ons echter zinloos om deze cijfers te presenteren zonder daarnaast ook informatie te geven over het gebruik hiervan. In dit derde hoofdstuk willen we het gebruik van de fiscale woonvoordelen in het Vlaams Gewest zo goed mogelijk in kaart brengen. Belastingplichtigen zullen zelden slechts één jaar lang deze voordelen benutten. De duur van het gebruik is namelijk gekoppeld aan de looptijd van hun hypothecair krediet. Om aanspraak te kunnen maken op één van de woonvoordelen moet de looptijd minimaal 10 jaar bedragen 15. Doordat de meeste belastingplichtigen het systeem niet snel verlaten, heeft er zich over de jaren heen een grote groep van gebruikers gevormd. De grootte van deze groep is afhankelijk van de in- en uitstroom van belastingplichtigen. Zo zal het aantal aangroeien indien er meer mensen starten met gebruik te maken van één van de voordelen dan dat er mensen zijn die ermee stoppen. De IPCAL-data kan longitudinaal worden opgevraagd, dit wil zeggen dat de fiscale gegevens van eenzelfde belastingplichtige over meerdere jaren heen kunnen worden vergeleken. Op die manier is het mogelijk om de veranderingen in het gebruik van de woonvoordelen te documenteren. De analyse zal dus niet beperkt blijven tot een statische berekening van het jaarlijks aantal gebruikers, maar we zullen dieper ingaan op enkele dynamische aspecten van het gebruik van de voordelen zoals de in- en de uitstroom. We starten met een beeld te schetsen van de evolutie van het gebruik over de periode van 2005 tot De evolutie in het gebruik van fiscale woonvoordelen In tabel 3.1 kunt u het jaarlijks aantal gebruikers van de drie fiscale uitgaven inzake huisvesting terugvinden. Zoals verwacht zien we soortgelijke trends als in het vorige hoofdstuk. Het aantal belastingplichtigen dat gebruik maakt van de verhoogde vermindering voor het bouwsparen en de bijkomende interestaftrek is over de periode van 2005 tot 2011 afgenomen. Aan de andere kant is het gebruik van de aftrek enige eigen woning sterk toegenomen. Vervolgens zien we dat het aantal gebruikers in 2011 ongeveer gelijk verdeeld is over het oude systeem van het bouwsparen en de bijkomende interestaftrek, en het nieuwe systeem van de woonbonus. We beschouwen het bouwsparen en de bijkomende interestaftrek als twee onderdelen van één systeem. De cijfers in tabel 3.2 tonen aan dat veruit de meerderheid van de belastingplichtigen die van de bijkomende interestaftrek gebruik maken, ook van het bouwsparen genieten. Om dubbeltellingen te vermijden hebben we enkel naar de gebruikers van het bouwsparen gekeken om het totaal te berekenen. De jaarlijkse absolute afname in het gebruik van het bouwsparen is gemiddeld gezien kleiner dan de jaarlijkse absolute toename van het aantal gebruikers in de woonbonus. Het positieve verschil zorgt 15 Art WIB 2004 (bouwsparen), art. 104, 9 WIB 2004 (bijkomende interestaftrek) en art. 115, 3 WIB 2014 (woonbonus) Hoofdstuk 3 Het gebruik van fiscale woonvoordelen 23

23 ervoor dat het aantal gebruikers van het bouwsparen en de woonbonus in totaal gestegen is. Enkel in 2007, het startjaar van de financiële crisis, is de afname van in het bouwsparen groter dan de toename in de woonbonus waardoor het totaal gebruik daalt. Figuur 3.1 toont de evolutie van de drie voordelen en het totaal gebruik van het bouwsparen en de woonbonus. Het totaal gebruik zien we slechts zeer licht stijgen in om daarna in sterkte toe te nemen met een eindsprint in In dit laatste jaar stijgt het aantal gebruikers in één klap met , groter dan de som van de toenames in de afgelopen vier jaren. Overheen de gehele tijdspanne zijn er meer belastingplichtigen die van het bouwsparen of de woonbonus genieten. Indien we naar het procentueel gebruik kijken in het tweede deel van de tabel, merken we dat deze stijging overeenkomt met 1,28% van alle belastingplichtigen en dat in totaal 28,85% 16 gebruik maakt van het bouwsparen of de woonbonus. De vraag is echter waaraan we de stijging in het totale gebruik moeten toeschrijven. Dit aantal kan enkel stijgen indien er meer belastingplichtigen starten met gebruik maken van deze voordelen dan dat er zijn die het systeem verlaten. De instroom moet met andere woorden groter zijn dan de uitstroom. Dit zien we ook terug in onze resultaten: de absolute afname in het bouwsparen is vanaf 2007 beginnen dalen en de absolute toename in de woonbonus is in dezelfde periode vrij stabiel gebleven. De stijging in het totaal aantal gebruikers is echter geen recent fenomeen. De cijfers uit tabel 3.3 bewijzen dat het aantal belastingplichtigen dat een beroep doet op het fiscaal voordeel voor de verwerving van een eigen woning, al zeker sinds de jaren negentig in de lift zit. De procentuele groei tijdens de periode van 1995 tot 1999 is gemiddeld gezien zelfs een stuk hoger dan die van de recente jaren. Dit verschil in groei kan aan verschillende factoren te wijten zijn. Zo kan de financiële crisis een belangrijke rol hebben gespeeld in de daling tijdens 2007 en de trage stijging in de jaren nadien. Om de mogelijke oorzaken te achterhalen zullen we de in- en uitstroom in de volgende secties van dit hoofdstuk verder analyseren. Figuur 3.2 toont ons tenslotte het procentueel aantal gebruikers van de bevolking per leeftijd. We zien dat het gebruik piekt tijdens de leeftijd van 34 tot 41 jaar. In deze leeftijdscategorie maakt ongeveer 60% van de bevolking gebruik van één van de systemen. Het procentueel aantal gebruikers in deze leeftijdscategorie ligt in 2011 een procentpunt lager dan in 2006 en Aan de andere kant zien we dan weer dat het percentage gebruikers voor de oudere leeftijden over de jaren heen is gestegen. Deze trend kan opnieuw het resultaat zijn van een combinatie van factoren. De gemiddelde looptijd kan over de jaren heen zijn toegenomen, waardoor de belastingplichtigen langer gebruik kunnen maken van de woonvoordelen. Daarnaast kan ook de instroom voor deze leeftijden zijn toegenomen. Over het algemeen stellen we vast dat het leeftijdspatroon in het gebruik vrij stabiel is gebleven. 16 Dit cijfer is echter een overschatting aangezien jaarlijks een aantal belastingplichtigen van beide voordelen kunnen profiteren. In sectie presenteren we de cijfers met betrekking tot de cumulatie van het bouwsparen en de woonbonus. Hoofdstuk 3 Het gebruik van fiscale woonvoordelen 24

24 Tabel 3.1 Het aantal gebruikers van de fiscale woonvoordelen per inkomstenjaar, Vlaams Gewest I. ABSOLUTE AANTALLEN Bouwsparen Interestaftrek Woonbonus Totaal Belastingpl II. GROEI Bouwsparen Interestaftrek Woonbonus Totaal Belastingpl III.PROCENTUELE GROEI Bouwsparen Interestaftrek Woonbonus Totaal Belastingpl ,99% -11,81% 96,12% 2,26% 1,59% ,20% -11,08% 48,26% -0,31% 1,15% ,36% -12,39% 32,15% 0,97% 1,05% ,92% -17,05% 26,14% 1,65% 0,76% ,92% -23,21% 19,08% 0,92% 0,89% ,59% -18,67% 18,26% 3,82% -0,74% IV. AANDEEL VAN HET TOTAAL AANTAL AANGIFTEN Bouwsparen Interestaftrek Woonbonus Totaal ,35% 5,49% 2,23% 27,57% ,46% 4,76% 4,30% 27,75% ,06% 4,19% 6,30% 27,36% ,09% 3,63% 8,24% 27,33% ,26% 2,99% 10,31% 27,57% ,41% 2,27% 12,17% 27,59% ,35% 1,86% 14,50% 28,85% Bron: IPCAL-data, eigen verwerking *Som van de gebruikers van het bouwsparen en de woonbonus, maar niet de bijkomende interestaftrek Hoofdstuk 3 Het gebruik van fiscale woonvoordelen 25

25 Tabel 3.2 De combinatie van de bijkomende interestaftrek en andere woonvoordelen, Vlaams Gewest I. ABSOLUTE AANTALLEN Bouwsparen Woonbonus Geen woonvoordeel Totaal Nieuwbouw Renovatie Nieuwbouw Renovatie Nieuwbouw Renovatie Nieuwbouw Renovatie II. VERDELING Bouwsparen Woonbonus Geen woonvoordeel Nieuwbouw Renovatie Nieuwbouw Renovatie Nieuwbouw Nieuwbouw % 94% 1% 1% 4% 5% % 95% 1% 1% 4% 5% % 93% 1% 1% 6% 6% % 92% 1% 1% 7% 7% % 91% 1% 1% 7% 7% % 91% 2% 2% 7% 7% % 91% 2% 2% 8% 7% Bron: IPCAL-data, eigen verwerking Figuur 3.1 De evolutie van het aantal gebruikers van de fiscale woonvoordelen, Vlaams Gewest (duizenden) Bouwsparen Interestaftrek Woonbonus Totaal* Bron: IPCAL- data eigen verwerking Hoofdstuk 3 Het gebruik van fiscale woonvoordelen 26

26 Tabel 3.3 Het aantal gebruikers van het bouwsparen per inkomstenjaar, België en Vlaams Gewest BELGIË VLAAMS GEWEST Totaal Groei Procentueel Totaal Groei Procentueel ,11% ,11% ,94% ,94% ,38% ,38% ,32% ,32% Bron: Hoge Raad van Financiën (2002) *We passen een verdeelsleutel toe van 2/3 voor het Vlaams Gewest Figuur 3.2 Het totaal aandeel gebruikers van de bevolking van het bouwsparen en de woonbonus per leeftijd, Vlaams Gewest 70% 60% 50% % % 20% % 0% Bron: IPCAL-data, eigen verwerking Hoofdstuk 3 Het gebruik van fiscale woonvoordelen 27

27 3.2 De dynamiek van het gebruik: de in-, uit- en tussenstroom De wisselwerking tussen de in- en de uitstroom bepaalt de veranderingen in het totaal aantal gebruikers. Beide zijn niet constant in de tijd, maar onderhevig aan veranderingen die geïnduceerd worden door verschillende factoren. Zo kunnen aanpassingen in de regelgeving omtrent de voordelen een groot effect hebben op de grootte van deze stromen. Indien men bijvoorbeeld het toepassingsgebied van een voordeel uitbreidt, mag men redelijkerwijze verwachten dat de jaarlijkse instroom stijgt. Daarnaast zijn er ook exogene factoren die de stromen beïnvloeden doordat ze de handelingen die aanleiding geven tot het gebruik van de voordelen, afremmen of stimuleren. Indien de banken de loan-to-value ratio s verlagen, zullen mogelijks minder mensen een woning kunnen verwerven en zal de instroom dalen. Zowel de in- en uitstroom zijn dus blootgesteld aan verscheidene factoren die tegelijkertijd op hen kunnen inspelen. Het netto-effect van iedere endo- en exogene factor is echter moeilijk te kwantificeren. In dit onderzoek zullen we ons beperken tot een beschrijvende analyse van de tendensen van de in- en uitstroom. Dit onderzoek is niet enkel gericht op de evolutie van het gebruik van de voordelen en de factoren die daarin een rol spelen. We zijn ook geïnteresseerd in het effect van de fiscale woonvoordelen op het gedrag van economische agenten. Zo zouden we bijvoorbeeld willen weten of het bouwsparen en de woonbonus een grote invloed heeft gehad op de eigendomsverwerving. In het derde deel van deze studie zullen we nog dieper ingaan op de impact van de woonfiscaliteit op verschillende deelmarkten. Hier proberen we al even de koppeling te maken tussen het gebruik van de voordelen en het gedrag op de woningmarkt. We willen weten of een gebruiker van de woonbonus een persoon is die voor de eerste keer de woningmarkt betreedt of iemand die doorstroomt van een kleine naar een grotere woning. De IPCAL-data biedt ons enkel informatie over het gedrag van belastingplichtigen op fiscaal vlak. Het zegt weinig over de economische handelingen die achter deze fiscale gegevens schuil gaan. We weten bijvoorbeeld of een belastingplichtige in een bepaald jaar van de woonbonus gebruik maakte, maar we weten niet wat deze persoon precies heeft gedaan opdat hij van dit voordeel kon genieten. We zouden de economische handelingen van de belastingplichtige op de woningmarkt willen identificeren aan de hand van zijn gedrag op fiscaal vlak. Dit is echter geen gemakkelijke oefening. Er zijn enkele zaken die we met zekerheid kunnen afleiden uit de IPCAL-data. Het genot van de fiscale woonvoordelen is immers afhankelijk van het vervullen van bepaalde wettelijke voorwaarden. Zo weten we dat men voor het gebruik van de woonbonus een hypothecair krediet moet aangaan met het doel om een enige eigen woning te verwerven, te behouden of te verbouwen. Daarnaast weten we ook dat dit krediet een minimale looptijd van 10 jaar moet hebben. Deze voorwaarden bieden ons dus een beetje informatie, maar niet genoeg om het gedrag met zekerheid te kunnen situeren op de woningmarkt. We zullen bepaalde veronderstellingen moeten maken om economische handelingen aan fiscale handelingen te kunnen koppelen. Deze assumpties maken we op basis van de fiscale gegevens en de leeftijd van de belastingplichtigen. Daarbovenop kunnen we gebruik maken van het onderscheid tussen de instroom en de tussenstroom. De hervorming van heeft er voor gezorgd dat 17 De overgang van het oude systeem van het bouwsparen naar het nieuwe systeem van de aftrek enige eigen woning. Hoofdstuk 3 Het gebruik van fiscale woonvoordelen 28

De budgettaire analyse

De budgettaire analyse De budgettaire analyse Geert Goeyvaerts Centrum voor Economische Studiën KU Leuven 1. De budgettaire kost van de fiscale woonvoordelen De kost van de fiscale woonvoordelen per inkomstenjaar, Vlaams Gewest

Nadere informatie

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Voorwoord Geert Goeyvaerts, Marietta Haffner, Kristof Heylen, Katleen Van den Broeck, Frank Vastmans (coördinator) en Sien Winters Promotor: Erik Buyst Onderzoek

Nadere informatie

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus.

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus. Gepubliceerd op Wikifin (https://www.wikifin.be) Wat is de woonbonus? Wie een hypothecaire lening afsluit om een woning te kopen of bouwen, kan vaak genieten van bepaalde belastingvoordelen gekoppeld aan

Nadere informatie

De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud. 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning... 2

De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud. 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning... 2 Inhoudstafel DEEL I. De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning........... 2 1.1. De woningfiscaliteit is slechts gedeeltelijk geregionaliseerd.................

Nadere informatie

Personenbelasting als potentieel beleidsinstrument

Personenbelasting als potentieel beleidsinstrument Personenbelasting als potentieel beleidsinstrument simulatiemodel 17-12-2012 Lucas Huybrechts Simulatie nieuwe beleidsmaatregelen 1. simulatiemodel 2. regionale opcentiemen 3. belastingverminderingen 4.

Nadere informatie

Geert Goeyvaerts & Erik Buyst

Geert Goeyvaerts & Erik Buyst VIVES BRIEFING 2019/01 De impact van de btwverlaging naar 6% op sloop en heropbouw Geert Goeyvaerts & Erik Buyst KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, Steunpunt Wonen KU Leuven, Faculteit

Nadere informatie

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing 1. Voor wie? 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen 2.1. Een lening gesloten vanaf 1 januari 2005...5

Nadere informatie

Verbist: Wonen in Vlaanderen

Verbist: Wonen in Vlaanderen Wonen in Vlaanderen Gerlinde Verbist Slotconferentie FLEMOSI IWT-project (SBO-project 90044) 16 september 2013 wordt gefinancierd door Inhoud 1. Woonbeleid in Vlaanderen 2. Data en model 3. Voordeel van

Nadere informatie

Budgettaire projecties van een regionalisering van de Woonbonus

Budgettaire projecties van een regionalisering van de Woonbonus Project B1: Budgettaire projecties van een regionalisering van de Woonbonus André Decoster Kris De Swerdt KULeuven Faculteit ETEW Mei 2014 Algemeen secretariaat Steunpunt beleidsrelevant Onderzoek Fiscaliteit

Nadere informatie

WEBINAR Aangifte 2016

WEBINAR Aangifte 2016 WEBINAR Aangifte 2016 18 mei 2016 Aangiftetermijnen Papier TOW 30 juni (do) 13 juli (wo) TOW mandataris 27 oktober (do) taalgebruik in aangifte met betrekking tot (m.b.t.) als kunnen worden beschouwd overeenkomstig

Nadere informatie

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

Regionalisering woonfiscaliteit

Regionalisering woonfiscaliteit Regionalisering woonfiscaliteit Fiscale voordelen voor het verwerven of behouden van een eigen woning zijn sinds 2014 een regionale aangelegenheid. Voor alle andere woningen blijven de federale gunstregimes

Nadere informatie

Kinderarmoede en huisvesting. Gerlinde Verbist. Werken rond de structurele oorzaken van kinderarmoede COLLOQUIUM - KBS.

Kinderarmoede en huisvesting. Gerlinde Verbist. Werken rond de structurele oorzaken van kinderarmoede COLLOQUIUM - KBS. Kinderarmoede en huisvesting Gerlinde Verbist Werken rond de structurele oorzaken van kinderarmoede COLLOQUIUM - KBS 12 juni 2014 Inhoud 1. Kinderarmoede en woonstatus 2. Financiële maatregelen wonen 3.

Nadere informatie

Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming. Luc De Greef

Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming. Luc De Greef Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming Luc De Greef 1. Algemeen Bijzondere financieringswet van 6 januari 2014 (B.S. 31.1.2014) kader waarbinnen de 3 gewesten en de federale

Nadere informatie

Deel 1 werking van de woningmarkt. Studiedag Woonfiscaliteit 24 juni 2014 / Campus Sint Lucas Brussel

Deel 1 werking van de woningmarkt. Studiedag Woonfiscaliteit 24 juni 2014 / Campus Sint Lucas Brussel Deel 1 werking van de woningmarkt Frank vastmans CES Studiedag Woonfiscaliteit 24 juni 2014 / Campus Sint Lucas Brussel overzicht een goed begrip van de woningmarkt helpt om ideeën rond het hervormen van

Nadere informatie

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan 15 1860 Meise

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan 15 1860 Meise Federale Overheidsdienst FINANCIEN Afz.: Ontvangkantoor Londerzeel Stationsstraat 90 B 2 1840 Londerzeel Algemene administratie van de FISCALITEIT CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan

Nadere informatie

1.2. Aankoop door de vennootschap

1.2. Aankoop door de vennootschap 1.2. Aankoop door de vennootschap 1.2.1. Registratierechten Net zoals uzelf moet uw vennootschap in principe ook registratierechten betalen op de aankoop van het gebouw dat als gezinswoning zal dienen.

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Afz.: Infocenter Gent Gaston Crommenlaan 6 B Gent. DELLAERT Kristof FELS Ellen Stationsstraat AALST

Afz.: Infocenter Gent Gaston Crommenlaan 6 B Gent. DELLAERT Kristof FELS Ellen Stationsstraat AALST Federale Algemene Administratie van de Fiscaliteit Rep.-Nr. : 987654320 pagina : / 5 Overheidsdienst FINANCIEN Afz.: Infocenter Gent Gaston Crommenlaan 6 B3 9050 Gent DELLAERT Kristof FELS Ellen Stationsstraat

Nadere informatie

8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf

8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf 1 8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf De gelijktijdige combinatie tijdens hetzelfde jaar en bij dezelfde belastingplichtige van enerzijds de aftrek voor enige eigen woning en anderzijds de belastingvermindering

Nadere informatie

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2011 en 2012 -

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2011 en 2012 - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Studentenarbeid Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2011 en 2012 - Ik heb gewerkt als student.

Nadere informatie

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2010 en

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2010 en EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Studentenarbeid Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2010 en 2011 - Ik heb gewerkt als student.

Nadere informatie

Het bedrag in uw voordeel :

Het bedrag in uw voordeel : Federale Overheidsdienst FINANCIEN FISCALITEIT Afz.: Gent Gaston Crommenlaan 6 B 09 9050 Ledeberg DELLAERT Kristof FELS Ellen Stationsstraat 5 9300 AALST pagina : /5 Mevrouw Ellen Fels, Mijnheer Kristof

Nadere informatie

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen Forum for the Future - November 2017 - Maurice De Mey De cruciale vraag Is op het moment van betaling van interest, kapitaal en/of premie van de individuele

Nadere informatie

Lieven Van Belleghem

Lieven Van Belleghem Praktische Belastingservice voor Bank Verzekering Accountancy Lieven Van Belleghem Indexering fiscale bedragen aj. 2018 aj. 2019 Indexcoëfficiënt belastingvrije som en bestaansmiddelen = aj.2018 = 1,7761

Nadere informatie

Trends op de Vlaamse woningmarkt

Trends op de Vlaamse woningmarkt Trends op de Vlaamse woningmarkt Sien Winters KU Leuven - HIVA Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 2013. Wat leert ons het Grote Woononderzoek 2013 Brussel, Vlaams Parlement, De Schelp 3 maart 2015 www.steunpuntwonen.be

Nadere informatie

Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy

Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy Lieven Van Belleghem Indexering fiscale bedragen aj. 2017 aj. 2018 Indexcoëfficiënt belastingvrije som en bestaansmiddelen = aj.2017 =

Nadere informatie

nr. 279 van WILLEM-FREDERIK SCHILTZ datum: 5 juni 2018 aan BART TOMMELEIN Onroerende voorheffing - Inkomsten en vrijstellingen

nr. 279 van WILLEM-FREDERIK SCHILTZ datum: 5 juni 2018 aan BART TOMMELEIN Onroerende voorheffing - Inkomsten en vrijstellingen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 279 van WILLEM-FREDERIK SCHILTZ datum: 5 juni 2018 aan BART TOMMELEIN VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Onroerende

Nadere informatie

3.163,01 BE6256789123 GKCC BEBB

3.163,01 BE6256789123 GKCC BEBB Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Terugzendadres voor de Post: ONTVANGK. AALST VLAANDERENSTRAAT 9300 AALST DELLAERT Kristof FELS Ellen Stationsstraat 5 9300 Aalst

Nadere informatie

DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN... 17

DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN... 17 Inhoud DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN... 17 1 Case 1: Een koppel huurt een woning. Ze gaan verhuizen naar een nieuw aangekochte woning die nog verbouwd wordt... 17 1.1 Geval A: het betreft een feitelijk

Nadere informatie

9.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf

9.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf 1 9.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf De gelijktijdige combinatie tijdens hetzelfde jaar en bij dezelfde belastingplichtige van enerzijds de aftrek voor enige eigen woning en anderzijds de belastingvermindering

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Samenvatting : Commentaar over de forfaitaire beroepskosten op winst ingevoerd door de wet van 26.03.2018

Nadere informatie

Doorrekening varianten aanpassing aflossingseis Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën

Doorrekening varianten aanpassing aflossingseis Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën CPB Notitie 9 mei 2018 Doorrekening varianten aanpassing aflossingseis Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën CPB Notitie Aan: Ministerie van Financiën Datum: 9 mei 2018 Betreft: Doorrekening

Nadere informatie

Air bnb. Voorbeelden uit de praktijk

Air bnb. Voorbeelden uit de praktijk Air bnb Voorbeelden uit de praktijk Disclaimer Deze brochure werd voorbereid door Ernst & Young Tax Consultants CVBA (EY) op vraag van Airbnb. Deze brochure is uitsluitend bedoeld voor informatieve doeleinden

Nadere informatie

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Circulaire AAFisc Nr. 6/2015 (nr. Ci.RH.331/633.998) dd. 03.02.2015 Personenbelasting Bijzondere

Nadere informatie

Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn?

Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn? Inhoudstafel Voorwoord... 1 Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn? 1. Belastingen besparen?.... 5 1.1. Alle kosten van onroerende goederen in principe aftrekbaar... 5 1.1.1.

Nadere informatie

Een nieuw beleidsinstrument voor de Vlaamse overheid: regionale opcentiemen op de personenbelasting

Een nieuw beleidsinstrument voor de Vlaamse overheid: regionale opcentiemen op de personenbelasting Brussel 6 december 2012 Een nieuw beleidsinstrument voor de Vlaamse overheid: regionale opcentiemen op de personenbelasting A. Decoster, K. De Swerdt, W. Sas (CES KULeuven) Inhoud 1. Fantasi 2. Is onze

Nadere informatie

DE KLOOF TUSSEN DE TOTALE ONTVANGSTEN EN DE RIJKSMIDDELEN: EEN ANALYSE VAN DE PERIODE

DE KLOOF TUSSEN DE TOTALE ONTVANGSTEN EN DE RIJKSMIDDELEN: EEN ANALYSE VAN DE PERIODE DE KLOOF TUSSEN DE TOTALE ONTVANGSTEN EN DE RIJKSMIDDELEN: EEN ANALYSE VAN DE PERIODE 2000-2006 EVELIEN VANALME Adviseur van Financiën 1 1. Algemeen besluit In deze studie staat de toenemende kloof tussen

Nadere informatie

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2016 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2016 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2016 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN 1. DERDE PIJLER Pensioensparen Langetermijnsparen 940 euro/jaar 2.260 euro/jaar Beperkt tot 15% op belastbaar beroepsinkomen tot 1.880

Nadere informatie

Afz.: ONTVANGK. DIKSMUIDE WOUMENWEG DIKSMUIDE. SADEGHI Dariush Lange Veldstraat(D) Diksmuide

Afz.: ONTVANGK. DIKSMUIDE WOUMENWEG DIKSMUIDE. SADEGHI Dariush Lange Veldstraat(D) Diksmuide Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Afz.: ONTVANGK. DIKSMUIDE WOUMENWEG 49 8600 DIKSMUIDE SADEGHI Dariush Lange Veldstraat(D) 24 8600 Diksmuide Aanslagbiljet personenbelasting

Nadere informatie

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2017 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2017 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2017 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN 1. DERDE PIJLER Pensioensparen Langetermijnsparen 940 euro/jaar 2.260 euro/jaar Beperkt tot 15% op belastbaar beroepsinkomen tot 1.880

Nadere informatie

Indexering aj. 2016 aj. 2017

Indexering aj. 2016 aj. 2017 Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy Lieven Van Belleghem Indexering aj. 2016 aj. 2017 Indexcoëfficiënt belastingvrije som en bestaansmiddelen = aj.2016 = 1,7321 / aj.2017

Nadere informatie

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2013 en 2014 -

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2013 en 2014 - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Studentenarbeid Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2013 en 2014 - Ik heb gewerkt als student.

Nadere informatie

2) Wanneer gaan de verschillende maatregelen in? Per 1 januari 2013

2) Wanneer gaan de verschillende maatregelen in? Per 1 januari 2013 Oktober 2012 Nieuws hypotheekrenteaftrek Zoals het er nu voorstaat zal er vanaf 2013 alleen aftrek worden genoten voor hypotheekrente bij minimaal een annuïtaire aflossing. Op dit moment mag je nog de

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2014 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2014 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2014 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN 1. DERDE PIJLER Pensioensparen Langetermijnsparen 950 euro/jaar 2.280 euro/jaar Beperkt tot 15% op belastbaar beroepsinkomen tot 1.900

Nadere informatie

Personenbelasting en aanvullende belastingen - Belasting

Personenbelasting en aanvullende belastingen - Belasting Federale verheidsdienst FINANCIEN Afz.: Team Inning Antwerpen 2 Kruisbogenhofstraat 24 2500 Lier Algemene Administratie van de Fiscaliteit Rep.-Nr. : pagina : 1 / 5 Personenbelasting en aanvullende belastingen

Nadere informatie

Bijlage 1: bouwstenennotitie schenk- en erfbelasting

Bijlage 1: bouwstenennotitie schenk- en erfbelasting Bijlage 1: bouwstenennotitie schenk- en erfbelasting 1. Inleiding bouwstenen voor schenk- en erfbelasting Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2014 zijn in zowel de Tweede als de Eerste Kamer diverse

Nadere informatie

Een zelfstandige valt onder dezelfde tarieven van personenbelasting dan een loontrekkende.

Een zelfstandige valt onder dezelfde tarieven van personenbelasting dan een loontrekkende. 40. Voorafbetalingen zelfstandige 40.7 Zelfstandige Een zelfstandige valt onder dezelfde tarieven van personenbelasting dan een loontrekkende. De zelfstandige is echter niet verplicht bedrijfsvoorheffing

Nadere informatie

Betaalbaarheid van het residentieel vastgoed in functie van het inkomen

Betaalbaarheid van het residentieel vastgoed in functie van het inkomen Betaalbaarheid van het residentieel vastgoed in functie van het inkomen Auteur: Frank Maet Belfius Research Op basis van de vastgoedprijsdata per gemeente en de statistische reeksen m.b.t. de fiscale inkomens

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

Deel IV, Profielschetsen van 13 centrumsteden

Deel IV, Profielschetsen van 13 centrumsteden Onderzoeks- en vormingsopdracht Vastgoedprijzen en woningaanbod in de centrumsteden Deel IV, Profielschetsen van 13 centrumsteden Frank Vastmans In opdracht van Agentschap voor Binnenlands Bestuur Team

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Samenvatting : Commentaar op het Vlaamse decreet van 07.07.2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand Wie kan aanspraak maken op deze belastingvermindering? Om aanspraak te maken op deze belastingvermindering

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2011 Wouter Vanderbiesen November 2013 Methodologisch Rapport Steunpunt Werk en Sociale Economie Parkstraat 45 bus

Nadere informatie

Onderzoek Immpact. Sven Damen, KU Leuven. Frank Vastmans, KU Leuven. Erik Buyst, KU Leuven

Onderzoek Immpact. Sven Damen, KU Leuven. Frank Vastmans, KU Leuven. Erik Buyst, KU Leuven Onderzoek Immpact Sven Damen, KU Leuven Frank Vastmans, KU Leuven Erik Buyst, KU Leuven 15 september 2017 Deel 2: Werkelijke woonkost nieuwbouw Voor het toekennen van een hypothecair krediet wordt als

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 1,2% in het 4 e kwartaal van 2007. De stijging van de prijs per m 2 is met 0,3% veel lager. De stijging

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Onderwerp Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 Afdeling 3. Belastingvermindering voor de eigen woning Datum 24 oktober 2014 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Energiebesparende uitgaven Groene lening Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) L UNION FAIT LA FORCE - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Milieuvriendelijke belastingen De laatste jaren

Nadere informatie

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning CPB Notitie Datum : 27 augustus 2004 Aan : de SP, de heer E. Irrgang SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning 1 Inleiding De SP-fractie heeft het CPB gevraagd de budgettaire en koopkrachteffecten te

Nadere informatie

Algemene informatie. Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

Algemene informatie. Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN Algemene informatie Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN Hypotheekvormen Er zijn verschillende vormen van hypotheken. Welke hypotheek het beste bij u past, is afhankelijk

Nadere informatie

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd Page 1 of 6 Home > Addendum dd. 18.11.2014 bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/574.945) dd. 09.10.2008 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst

Nadere informatie

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis WIB: Art. 178/1 KB/WIB: Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis VCF: Art. 2.1.4.0.1. 1 WIJZIGINGEN KB/WIB WIJZIGINGEN

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN 1-32

DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN 1-32 INHOUD DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN 1-32 1 Een koppel huurt een woning. Ze gaan verhuizen naar een nieuw aangekochte woning die nog verbouwd wordt 3-9 2 Een koppel huurt een woning. Ze gaan verhuizen

Nadere informatie

FISCALE INKOMENSSTATISTIEKEN ALS BRON VAN WONINGMARKTONDERZOEK. Frank Vastmans, Roel Helgers, Kobe Hendrickx & Erik Buyst

FISCALE INKOMENSSTATISTIEKEN ALS BRON VAN WONINGMARKTONDERZOEK. Frank Vastmans, Roel Helgers, Kobe Hendrickx & Erik Buyst FISCALE INKOMENSSTATISTIEKEN ALS BRON VAN WONINGMARKTONDERZOEK Frank Vastmans, Roel Helgers, Kobe Hendrickx & Erik Buyst FISCALE INKOMENSSTATISTIEKEN ALS BRON VAN WONINGMARKTONDERZOEK Frank Vastmans,

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

Europese en praktische haalbaarheid

Europese en praktische haalbaarheid Spoor A2: REGIONALISERING VENNOOTSCHAPSBELASTING: BELASTBARE BASISMODEL Europese en praktische haalbaarheid A. Haelterman KULeuven 2 september 2008 Algemeen secretariaat Steunpunt beleidsrelevant Onderzoek

Nadere informatie

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2018 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2018 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2018 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN 1. DERDE PIJLER Pensioensparen Langetermijnsparen 960 euro/jaar 2.310 euro/jaar Beperkt tot 15% op belastbaar beroepsinkomen tot 1.920

Nadere informatie

Voorstel van vereenvoudigde aangifte Inkomstenjaar 2018 (aanslagjaar 2019)

Voorstel van vereenvoudigde aangifte Inkomstenjaar 2018 (aanslagjaar 2019) FD FINANCIËN Afz.: B 92500-9050 GENT Voorstel van vereenvoudigde aangifte Inkomstenjaar 2018 (aanslagjaar 2019) Mevrouw Mijnheer Bij deze brief ontvangt u een voorlopige belastingberekening op basis van

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting Brussel, 21 juni 2017 Nieuwe thema-analyse van Belfius Research Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting Het is voldoende bekend dat de vergrijzing een grote

Nadere informatie

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat Jef Smulders & Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid Faculteit Sociale Wetenschappen Tel: 0032 16 32 32 70 Parkstraat

Nadere informatie

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent www.cibweb.be DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING De benchmark voor de evolutie

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar

Nadere informatie

Met huidig bericht wordt enkel ingegaan op een aantal praktische vragen die voor dergelijke, in 2014 gesloten leningen, worden gesteld.

Met huidig bericht wordt enkel ingegaan op een aantal praktische vragen die voor dergelijke, in 2014 gesloten leningen, worden gesteld. Verduidelijkingen omtrent de voorwaarden waaraan in 2014 gesloten leningen moeten voldoen, om in aanmerking te kunnen komen voor de gewestelijke belastingvermindering voor enige woning (woonbonus) Vanaf

Nadere informatie

VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, mei BRUSSEL BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2006

VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, mei BRUSSEL BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2006 VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, 26-27 16 mei 2007 1000 BRUSSEL BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2006 De nieuwe reglementering (namelijk de uitbreiding van

Nadere informatie

VR DOC.0453/2BIS

VR DOC.0453/2BIS VR 2018 0405 DOC.0453/2BIS Ontwerp van decreet tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting,

Nadere informatie

BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) Identiteit:... Repertoriumnr.:... Ondernemingsnr. of nationaal nr.:... BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Algemene informatie hypotheken (starter)

Algemene informatie hypotheken (starter) Algemene informatie hypotheken (starter) Wij zetten de belangrijkste begrippen voor u op een rijtje: Hypotheekvormen... 2 Annuïteitenhypotheek... 2 Lineaire hypotheek... 2 Leningvormen... 2 Doorlopend

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2013 Wouter Vanderbiesen September 2015 Methodologie Steunpunt Werk en Sociale Economie Parkstraat 45 bus 5303-3000

Nadere informatie

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist.

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist. BEGROTING 2017 door het College van Burgemeester en Schepenen VERSLAG EN COMMENTAAR van dhr. C. Beoziere, Schepen van Financiën Het project van de begroting 2017 werd opgesteld in overeenstemming met het

Nadere informatie

nr. 372 van DANIËLLE VANWESENBEECK datum: 7 maart 2018 aan PHILIPPE MUYTERS Winwinleningen - Stand van zaken

nr. 372 van DANIËLLE VANWESENBEECK datum: 7 maart 2018 aan PHILIPPE MUYTERS Winwinleningen - Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 372 van DANIËLLE VANWESENBEECK datum: 7 maart 2018 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Winwinleningen - Stand van zaken De Winwinlening is

Nadere informatie

Bevolkingsprognoses Antwerpen

Bevolkingsprognoses Antwerpen Bevolkingsprognoses Antwerpen -2030 Pieter Rotthier (BZ/SSO) Datum: 18/04/2008 Verantwoordelijke uitgever:bz/sso 2 / 73 Inhoudstafel Inhoudstafel...3 1 Inleiding: evaluatie prognose 2006-2026...4 2 Waarnemingen,

Nadere informatie

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Directie Statistieken, Budget en Studies Stat@rva.be Inhoudsopgave: 1 INLEIDING 1 2 EVOLUTIE VAN DE VERGOEDE VOLLEDIGE

Nadere informatie

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan 15 1860 Meise

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan 15 1860 Meise Federale Overheidsdienst FINANCIEN Afz.: ONTVANGKANTOOR LONDERZEEL STATIONSSTRAAT 90/2 1840 LONDERZEEL Algemene administratie van de FISCALITEIT CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan

Nadere informatie

INHOUD. Huwelijk en fiscus

INHOUD. Huwelijk en fiscus Hoofdstuk 1. De periode voorafgaandelijk aan het huwelijk......... 1 Sectie 1. Het samenwonen van de toekomstige echtgenoten... 3 A. het vertrek uit de ouderlijke woonst... 3 B. Betaling van een onderhoudbijdrage....

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat Jef Smulders & Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid Faculteit Sociale Wetenschappen Tel: 0032 16 32 32 70 Parkstraat

Nadere informatie

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie Eigenschappen Titel : FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie Trefwoorden : onroerend inkomen Datum van het document : 30/04/2019 Publicatiedatum : 30/04/2019 Datum Fisconet plus : 30/04/2019 Notes Geef

Nadere informatie

Hervorming Sociale Bijdragen 2015

Hervorming Sociale Bijdragen 2015 Hervorming Sociale Bijdragen 2015 De reden van de hervorming van de sociale bijdragen is het gevolg van de bestaande kritiek op de kloof van 3 jaar tussen het behalen van de inkomsten en de inning van

Nadere informatie

Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) Vragen en antwoorden

Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) Vragen en antwoorden Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) 2019 Vragen en antwoorden Algemene informatie over de berekeningsmethode 1. Waarom is de berekeningsmethode die in de bijdrageperiode

Nadere informatie

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Periode 2008-2017 Directie Statistieken, budget en studies Stat@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING

Nadere informatie

Verslag van het Rekenhof over de gewestelijke fiscale uitgaven van het aanslagjaar 2015

Verslag van het Rekenhof over de gewestelijke fiscale uitgaven van het aanslagjaar 2015 Verslag van het Rekenhof over de gewestelijke fiscale uitgaven van het aanslagjaar 2015 Uitvoering van artikel 81ter, 1, van de financieringswet 1 Inleiding In uitvoering van artikel 81ter, 1 van de financieringswet

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Verhoogde belasting vrije som voor personen met beperkt inkomen: 7.380,00 euro (7.350,00)

Verhoogde belasting vrije som voor personen met beperkt inkomen: 7.380,00 euro (7.350,00) De geïndexeerde bedragen voor aanslagjaar 2016 werden door de Federale Overheidsdienst Financiën bekendgemaakt en gepubliceerd in het Belgisch staatsblad. Wij geven u een overzicht van de belangrijkste

Nadere informatie

Energiebesparende uitgaven Groene lening

Energiebesparende uitgaven Groene lening JAAR 2013 (AANSLAGJAAR 2014): a. Belastingvermindering voor uitgaven = overdracht van het vorige jaar: Saldo vorig jaar: 190 Maximumbedrag van de vermindering is niet bereikt: 3 810 Geen saldo meer b.

Nadere informatie