DEEL II AANBEVELINGEN VOOR GOEDE VACCINATIEPRAKTIJK IN HET CLB
|
|
- Ludo Koenraad Verstraeten
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DEEL II AANBEVELINGEN VOOR GOEDE VACCINATIEPRAKTIJK IN HET CLB VWVJ - Standaard Vaccinaties
2 DEEL II: Aanbevelingen voor goede vaccinatiepraktijk in het CLB 1 Vaccinatiebeleid in het CLB 2 Vaccinbeheer 2.1 Bestelling 2.2 Levering 2.3 Bewaring en belang van koudeketen Het FIFO (first in first out) principe Bewaartemperatuur Richtlijnen voor een goede bewaring Soorten koelmedia Temperatuurcontrole Onderhoud van de koelkast Koudeketenincident Besluit 3 Vaccinatietechniek 3.1 Algemene principes 3.2 Vaccinator 3.3/4 Intramusculaire vaccinatietechniek 3.5 Subcutane vaccinatie 3.6 Ontsmetting 3.7 Aspiratie 3.8 Verwijderen medisch afval 3.9 Materiaal 4 Veiligheid bij het vaccineren 4.1 Veiligheid van de gevaccineerde 4.2 Veiligheid van de vaccinator en derden Standaard Vaccinaties VWVJ september 2008
3 1 Vaccinatiebeleid in het CLB De basis voor een levenslange immuniteit tegenover een groep belangrijke infectieziekten wordt gelegd in de leeftijdsperiode van 0-18 jaar. Het Vlaamse basisvaccinatieschema bevat de aanbevolen vaccinaties om basisimmuniteit op te wekken bij de ganse bevolking met vermelding van de leeftijd waarop deze bij voorkeur worden toegediend. In Vlaanderen verlopen de vaccinaties in principe via twee kanalen. (1) enerzijds kan elke arts een individuele patiënt vaccineren; (2) anderzijds zijn er de georganiseerde preventieve diensten (Kind en Gezin, CLB, arbeidsgeneeskunde), die voor de verschillende leeftijdsperioden een vaccinatieopdracht toegewezen kregen: Kind en Gezin vaccineert de kinderen tijdens de voorschoolse leeftijdsperiode (0 3 jaar); de CLB s vaccineren de schoolgaande kinderen en jongeren (2,5 18 jaar); de arbeidsgeneeskundige diensten staan in voor de opvolging en het vervolledigen van de vaccinatiestatus bij (volwassen) werknemers, waarvoor een beroepsrisico bestaat (Hep A, Hep B, tetanus en rabiës). Wettelijke verplichting In België is voor de algemene bevolking slechts één vaccinatie wettelijk verplicht: nl. deze tegen poliomyelitis. Het KB van 26 oktober 1966 stelde de inenting tegen poliomyelitis verplicht vanaf 1 januari Volgens dit KB moest de inenting beginnen tijdens de vierde levensmaand en voltooid zijn vóór de leeftijd van 18 maanden. Het ministerieel besluit van 27 oktober 1966 bepaalde dat hierbij het levend verzwakt oraal vaccin (OPV) moest gebruikt worden. Vanaf 1 januari 2001 werd beslist het oraal poliovaccin te vervangen door het verbeterd inspuitbaar geïnactiveerd poliovaccin (IPV) en de eerste inenting in het basisvaccinatieschema te vervroegen naar de leeftijd van 2 maanden (Ministeriële besluiten van 18 september en 10 oktober 2000). VWVJ - Standaard Vaccinaties Deel II-1 1/4
4 In navolging van dit KB heeft het gemeentebestuur een meldingsplicht aan de Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Overtredingen kunnen worden overgemaakt aan het Parket van de bevoegde Procureur des Konings. Vaccinatieopdracht van het CLB In het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding behoort het aanbieden van vaccinaties en inhaalvaccinaties tot het verzekerd CLB-aanbod. D.w.z. dat elk CLB verplicht is dit aan te bieden aan elke schoolgaande jongere. Elke meerderjarige leerling (18 jaar) of verantwoordelijke van de minderjarige leerling heeft het recht het vaccinatieaanbod te weigeren en heeft de mogelijkheid de vaccinatie te laten uitvoeren door een arts van zijn /haar keuze. De school heeft de plicht volledige medewerking te verlenen aan de organisatie en de uitvoering van het vaccinatiebeleid. Het CLB heeft de plicht om met de schoolorganisatie rekening te houden. De toepassing van het basisvaccinatieschema wordt voor het CLB geconcretiseerd in het Ministerieel besluit tot bepaling van het vaccinatieschema ten behoeve van de centra voor leerlingenbegeleiding (de meest recente versie dateert van 15 maart 2004) (zie bijlage 5). Dit besluit vormt de basis voor de uitvoering van de vaccinatieopdracht van de CLB s. Rekening houdend met het Vlaamse vaccinatieschema, worden de vaccinaties aangeboden in leerjaren waarin algemene of gerichte consulten plaatsvinden: In het eerste leerjaar van het basisonderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs, in het leerjaar waarin het kalenderjaar begint dat de leerling zeven jaar wordt, wordt het vaccin tegen difterie-tetanus -kinkhoest-poliomyelitis (DTPa-IPV) aangeboden. In het vijfde leerjaar van het basisonderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs, in het leerjaar waarin het kalenderjaar begint waarin de leerling elf jaar wordt, wordt het vaccin tegen mazelen-bof-rubella aangeboden. In het eerste jaar secundair onderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs, in het leerjaar waarin het kalenderjaar begint dat de leerling dertien jaar wordt, worden de VWVJ - Standaard Vaccinaties Deel II-1 2/4
5 drie dosissen voor vaccinatie tegen hepatitis B aangeboden aan leerlingen die hiertegen nog niet werden ingeënt. In het derde jaar secundair onderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs in het leerjaar waarin de leerling vijftien jaar wordt, wordt het vaccin tegen difterie tetanus (dt) aangeboden. Naar aanleiding van elk algemeen en gericht consult wordt de vaccinatiestatus van alle begeleide leerlingen nagekeken en worden zo nodig inhaalvaccinaties aangeboden. Het centrum biedt minstens de inhaalvaccinaties aan die betrekking hebben op de vaccins tegen mazelen, bof en rode hond, tegen poliomyelitis, difterie, tetanus en eventueel kinkhoest, tegen hepatitis B (voor zover de betreffende kinderen reeds in aanmerking kwamen voor vaccinatie met gratis vaccins) en tegen meningokokken van serogroep C. Het CLB heeft de opdracht de meerderjarige leerling (d.w.z. 18 jaar) of de ouders, de voogd of de persoon die de minderjarige leerling onder zijn hoede heeft schriftelijk in te lichten over de aard en de bedoeling van de aangeboden vaccinatie. Een vaccinatie wordt pas toegediend nadat men hiervoor van de meerderjarige leerling of de ouders, de voogd of de persoon die de minderjarige leerling onder zijn hoede heeft een schriftelijke toestemming heeft ontvangen. Deze toestemming kan worden gegeven voor meerdere vaccinaties tegelijk, maar is niet langer dan twee jaar geldig. Het CLB streeft ernaar een vaccinatiegraad van minstens 95% te bereiken bij de leerlingen die het begeleidt. Het CLB houdt van iedere begeleide leerling op een gestandaardiseerde wijze de vaccinatietoestand bij. De beschikbare vaccinatiegegevens worden op verzoek en minstens in het schooljaar van toediening schriftelijk meegedeeld aan de meerderjarige leerling of de ouders, de voogd of de persoon die de minderjarige leerling onder zijn hoede heeft. Op verzoek worden de beschikbare gegevens tevens meegedeeld aan de behandelende arts. VWVJ - Standaard Vaccinaties Deel II-1 3/4
6 Op basis van een epidemiologische verheffing van meningokokkeninfecties is de Vlaamse overheid op 20 november 2001 met een vaccinatiecampagne gestart waaraan de CLB s hun medewerking verleend hebben. Tot 31 december 2004 werd aan alle cohortes van 1 tot en met 18 jaar een vaccin tegen meningokokken van serogroep C aangeboden. Vanaf 1 januari 2005 geldt de hoger vermelde aanbeveling voor het aanbieden van de inhaalvaccinatie van meningokokken van serogroep C van kinderen tot en met 18 jaar die nog niet gevaccineerd werden in het kader van de gratis campagne. Voor brieven aan ouders zie bijlage 3. CLB-vaccinatieteam Om de vaccinatieopdracht in het CLB vlot en correct te kunnen uitvoeren, is het wenselijk dat per vestigingsplaats een team van één arts en één verpleegkundige verantwoordelijkheid draagt voor het vaccinatiebeleid. Dit houdt ondermeer in: - zorgen voor de bestelling van de vaccins - zorgen voor een correcte bewaring van de vaccins (alle personeelsleden van het CLB moeten op de hoogte zijn van de koudeketenrichtlijnen) - zorgen voor een correct vaccinstockbeheer - zorgen voor de bestelling en de opvolging van al het materiaal dat nodig is bij het vaccineren (zoals kleefpleisters, naaldcontainers, urgentiekit.) - een aanspreekpunt vormen wanneer er zich problemen zouden voordoen - de omzendbrieven en richtlijnen van de administratie Gezondheidszorg en van het departement Onderwijs, die verband houden met de vaccinatieopdracht, bijhouden en doorgeven aan de andere vaccinatoren van het CLB. - wijzigingen in de Standaard Vaccinaties opvolgen en doorgeven aan de andere vaccinatoren van het CLB. VWVJ - Standaard Vaccinaties Deel II-1 4/4
7 2 Vaccinbeheer (1;19;120; ) 2-1 Bestelling Ten behoeve van de CLB s worden door de Vlaamse overheid anno 2009 volgende vaccins gratis ter beschikking gesteld: Infanrix hexa: gecombineerd hexavalent DTPa-IPV-Hib-HBV-vaccin MMR VAXPRO: vaccin tegen mazelen-bof-rubella NeisVac-C : vaccin tegen meningokokken van serogroep C Infanrix -IPV: een gecombineerd tetravalent DTPa-IPV- vaccin Engerix -B 20μg/ml: vaccin voor volwassenen tegen hepatitis B Tedivax pro Adulto: vaccin tegen tetanus en difterie (verlaagde dosis) Boostrix : vaccin tegen tetanus, difterie (verlaagde dosis) en pertussis (verlaagde dosis) IMOVAX POLIO: vaccin tegen poliomyelitis Prevenar : geconjugeerd vaccin tegen pneumokokken Sinds het schooljaar kan het bestellen van vaccins op een eenvormige manier via het elektronische systeem van de Vlaamse Gemeenschap,Vaccinnet. Vaccinnet is een bestelen distributiesysteem voor vaccins die door de Vlaamse overheid ter beschikking gesteld worden aan artsen-vaccinatoren in het kader van haar programmatisch vaccinatiebeleid. Dit bestelsysteem is gekoppeld aan een registratiesysteem voor vaccinaties. Vaccinaties toegediend door de CLB s worden sinds het schooljaar in Vaccinnet geregistreerd. Vaccinstocks Het is belangrijk de vaccinstocks tot een minimum te beperken door slechts deze hoeveelheid vaccins te bestellen die nodig zijn voor een maand vaccineren. Hierdoor vermijdt men een teveel aan vaccins of het aanleggen van een grote vaccinstock. Een te grote voorraad vaccins in de koelkast verhoogt het risico op vaccinverlies door: Standaard Vaccinaties VWVJ juni 2009 Deel II-2 1/10
8 blootstelling aan extreme temperatuur (verwarming, bevriezing); vervallen vaccins; een verandering in een procedure of het beleid, met impact op toe te dienen vaccins; suboptimale bewaring in de koelkasten. 2-2 Levering De farmaceutische firma zorgt zelf voor het transport en de levering van de vaccins via een koerierdienst. Zij bewaken hierbij zeer sterk de continuïteit van de koudeketen. De leveringen van de vaccins gebeuren op het CLB tijdens de normale openingsuren. Vanaf het moment dat de verzendnota ondertekend wordt, is het CLB verantwoordelijk voor het bewaren van de koudeketen. Bij de levering zal het vaccinatieteam nagaan of de geleverde hoeveelheid overeenkomt met wat op de verzendnota staat en of de hoeveelheid vaccins overeenstemt met de bestelling. Op de verzendnota staan per vaccin vermeld: aantal, omschrijving, lotnummer en vervaldatum (Exp.). Onjuistheden moeten gemeld worden aan de buitendienst van de Gezondheidsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap waar de vaccins besteld zijn (adressen zie bijlage 9). Na ontvangst worden de vaccins onmiddellijk in de koelkast geplaatst volgens het first- infirst-out (FIFO) principe (zie verder Deel II-2-3-1). Om te vermijden dat vaccins ongecontroleerd worden afgeleverd, is het noodzakelijk dat iedereen die op een CLB permanentie doet op de hoogte is dat vaccins kunnen geleverd worden. Het is belangrijk hierover duidelijke afspraken te maken. VWVJ - Standaard Vaccinaties Deel II-2 2/10
9 2-3 Bewaring en belang van koudeketen Het FIFO (first in first out) principe De koelkasten moeten gevuld worden door de verantwoordelijke volgens het FIFO (first in first out) principe. Hierdoor zorgt men ervoor dat het vaccin waarvan de expiratiedatum het eerst afloopt, het eerst wordt gebruikt. Een goede methode is de recentste vaccins (langste houdbaarheidsdatum) links aan te vullen. De eerst te gebruiken vaccins zitten dus rechts. Zo ontstaat met de tijd een rotatie van de vaccins. De vaccins moeten per soort bewaard worden Bewaartemperatuur Bewaring van vaccins in niet optimale omstandigheden kan leiden tot verlies van de werkzaamheid, mislukking van de immunisatie en tot een toename van lokale reacties na vaccinatie. Vaccins zijn thermolabiele, biologische producten, geproduceerd via ingewikkelde biotechnologische en farmaceutische processen. Eens een vaccin zijn werkzaamheid verloren heeft door vb. blootstelling aan bevriezing of hitte kan deze niet herwonnen worden door het vaccin terug op de juiste temperatuur te brengen. Bewaren van vaccins op niet-adequate temperaturen kan op verschillende manieren de werkzaamheid aantasten: - te hoge bewaartemperatuur: wijziging van de eiwitstructuur van de antigenen is mogelijk waardoor de werkzaamheid van het vaccin vermindert of verloren gaat. - te lage bewaartemperatuur: o gevriesdroogde vaccins: de entstof zelf verdraagt een temperatuur lager dan +2 C. Dit geldt echter niet voor de reconstitutievloeistof. Bij bevriezing kan door uitzetting het glazen flesje, waarin de reconstitutievloeistof bewaard wordt, kraken. Hierdoor ontstaan scheurtjes in de wand met mogelijke contaminatie van de vloeistof. o vloeibare vaccins: naast de hoger vermelde contaminatie, kan door bevriezing de binding tussen adjuvans en antigeen verloren gaan waardoor de VWVJ - Standaard Vaccinaties Deel II-2 3/10
10 o immunogene werking sterk afneemt. Blootstelling aan vriestemperaturen kan een verandering van uitzicht geven van het vaccin, maar dit is niet zo voor elk vaccin. In het duidelijkste geval krijgt de vloeistof een vlokkerig uitzicht dat door opschudden niet meer homogeen te krijgen is. Vaccins moeten in de oorspronkelijke verpakking tussen de +2 C en +8 C, en bij voorkeur in het donker bewaard worden. Voor M-M-R VAX is bewaring in het donker zelfs noodzakelijk. Op basis van stabiliteitsstudies werden voor elk vaccin specifieke normen, in termen van duur van blootstelling aan temperaturen buiten de vooropgestelde grenzen, opgesteld. Belangrijk om weten is dat, bij de beoordeling van een koude-ketenbreuk, rekening moet gehouden worden met de gecumuleerde tijdsduur waarop de vaccins zich buiten de vooropgestelde temperatuurgrenzen (+2 C en +8 C) hebben bevonden. Daarom is het belangrijk dat vaccins die tijdelijk blootgesteld werden aan te lage of te hoge temperaturen zo snel mogelijk te gebruiken om dergelijke cumulatie van onderbrekingen van de koudeketen en vermindering van het immunogeen vermogen te vermijden Richtlijnen voor een goede bewaring Gebruik de koelkast uitsluitend voor de bewaring van vaccins. Het is niet juist in een koelkast waarin vaccins worden bewaard, levensmiddelen of andere zaken te bewaren. Bij gemengd gebruik zal een koelkast frequenter worden geopend, wat tot temperatuurschommelingen kan leiden. Plaats de koelkast niet in de volle zon of dicht bij een warmtebron. Gebruik een stopcontact dat uitsluitend dient voor de koelkast. Plaats eventueel een bordje met de waarschuwing dat de stekker niet uit het stopcontact mag gehaald worden of breng een rode beveiligingstape aan zodat het stopcontact niet per ongeluk wordt uitgetrokken. Gebruik het stopcontact nooit voor andere apparaten, vb. stofzuiger omdat de kans bestaat dat de stekker niet opnieuw wordt ingestoken. Vermijd de deur van de koelkast te frequent te openen. Vul de koelkast volgens het FIFO (first in fitst out) principe. (zie Deel II-2-3-1) Beperk de vaccinvoorraad door slechts de hoeveelheid vaccins te bestellen die nodig zijn voor één maand vaccineren. Standaard Vaccinaties VWVJ augustus 2006 Deel II-2 4/10
11 Laat ruimte tussen de vaccins en de wand van de koelkast om te voorkomen dat de vaccins bevriezen door contact met de wand en om ervoor te zorgen dat er voldoende luchtcirculatie is in de koelkast. Rangschik de vaccins per vaccinsoort. Geef iemand de verantwoordelijkheid over de controle van de koelkast. Controleer en registreer de temperatuur met een min./max. thermometer bij voorkeur dagelijks, maar in ieder geval op werkdagen. De voorkeur wordt gegeven aan koelkasten voor medische doeleinden Soorten koelmedia Koelkasten voor medische doeleinden Koelkasten voor medische doeleinden hebben het voordeel dat de temperatuur tussen nauwe grenzen ingesteld kan worden, vb. tussen +3 C en +5 C. De temperatuurschommelingen zijn bij deze koelkasten zeer gering dankzij de geforceerde koeling met een supplementair ventilatorsysteem. Deze koelkasten beschikken over een extern afleesbare digitale thermometer. De deur (kan in glas geleverd worden) beschikt niet over bergladen en kan afgesloten worden. Er is geen vriesvak aanwezig. De ontdooiing van het koelgedeelte gebeurt automatisch. Professionele koelkasten (grootte-orde van de prijs: koelkast van 431 liter kost 1100 zonder BTW) hebben een afzonderlijk verdampingssysteem dat versterkt wordt door een ventilator. Het koelsysteem van een professionele koelkast is, gezien het grote volume van de koelkast, hetzelfde als in een koelkamer. Een semi-professionele koelkast (grootte-orde van de prijs: koelkast van 500 liter kost 1000 zonder BTW, koelkast van 180 liter kost 600 zonder BTW) heeft ook een krachtig koelsysteem, maar functioneert met plaatverdamping zoals in huishoudkoelkasten. Koelkasten voor medische doeleinden kunnen beschikken over een elektronische temperatuurbewaking waarbij een alarm afgaat indien een van tevoren ingestelde temperatuurgrens wordt overschreden. Ook is het mogelijk de temperatuur continu in het geheugen op te slaan, zodat achteraf het temperatuurverloop gecontroleerd kan worden. VWVJ - Standaard Vaccinaties Deel II-2 5/10
12 Huishoudkoelkasten Huishoudkoelkasten hebben het nadeel dat de temperatuurschommelingen groter zijn. Zij beschikken niet over een temperatuurregistratie. Als men een huishoudkoelkast wil gebruiken, dan kiest men het best voor een koelkast zonder vriesvak om ijsvorming buiten het vriesvak en bevriezing van vaccins te voorkomen. Koelkasten met een vriescompartiment met een afzonderlijke deur vormen geen probleem voor ijsvorming. Enkele tips indien men toch een huishoudkoelkast gebruikt: Plaats de vaccins niet in de deur van de huishoudkoelkast, noch in de groentenlade, omdat de temperatuur daarin vaak hoger is dan in de rest van de koelkast. Plaats isomo-elementen of petflessen gevuld met zout water in de groentebak en de deur van de koelkast of wanneer er veel lege ruimte is om te vermijden dat bij openen van de koelkast een grote hoeveelheid warme lucht in koelkast komt. Breng een etiket aan op de flessen met de waarschuwing: Zout water niet drinkbaar (zout water=1 à 2 eetlepels zout per liter water). Als een koelkast een vriesvak heeft moet dit met een kunststofplaat worden afgeschermd. Plaats M-M-R VAX op het bovenste rek omdat het minder vriesgevoelig is dan de andere vaccins. Voorkom ijsvorming door de koelkast regelmatig te ontdooien. Standaard Vaccinaties VWVJ augustus 2006 Deel II-2 6/10
13 Figuur 3: Aanpassingen van een huishoudkoelkast voor veilige bewaring van vaccins (67). Koelboxen Bij vaccinatie in de school worden vaccins, gedurende maximum een halve dag, vervoerd in een isolatiedoos, koeltas of koelbox. Omdat het risico op onderkoeling reëel is, wordt het gebruik van koelelementen in koeltassen of boxen afgeraden. Op voorwaarde dat de vaccins maximaal een halve dag in een koeltas of -box worden opgeborgen, is min./max. temperatuurmeting overbodig. De ongebruikte vaccins worden na de vaccinatie op school onmiddellijk rechts vooraan terug in de koelkast geplaatst (volgens het FIFO principe, zie Deel II-2-3-1). Men zorgt ervoor deze vaccins bij de eerstvolgende zitting te gebruiken. Elektrische koelboxen zijn relatief duur en de ruimte voor vaccinopslag is beperkt. Deel II-2 7/10 VWVJ - Standaard Vaccinaties
14 2-3-5 Temperatuurcontrole Het opslaan van vaccins in de koelkast garandeert nog niet dat de vaccins werkelijk bij de juiste temperatuur zijn bewaard. De enige manier om hierover zekerheid te krijgen is het nauwkeurig volgen van het temperatuurverloop. De temperatuurmonitoring van de koelkast gebeurt met een minimum/maximumthermometer. De elektronische min./max. thermometer meet de temperatuur, memoriseert de hoogste en laagste waarde. Sommige modellen geven alarm wanneer de ingestelde boven- of ondergrens wordt bereikt. Het alarmtoestel werkt onafhankelijk van de netstroom. Het wordt gevoed via een batterij. Wanneer de ingestelde grenswaarden langer dan één uur worden overschreden, zal een visueel (verklikkerlampje) en een auditief signaal (zoemer) worden gegeven. Bij de handmatige min./max. thermometers geeft de kwikkolom de temperatuur op het moment van aflezen aan. De onderranden van de staafjes geven de uiterste temperaturen aan, die werden bereikt. Thermometers met continue registratie memoriseren de temperatuur de hele dag en geven dus een temperatuurverloop aan. Deze modellen zijn duurder dan hoger vermelde handmatige of elektronische modellen. De thermometer of de sonde van de elektronische thermometer wordt in het midden van de koelkast geplaatst (niet in de deur). Het aflezen van de minimum- en maximumtemperatuur is een taak van het CLBvaccinatieteam. Het gebeurt bij voorkeur elke werkdag op een vast moment. De afgelezen minimum- en maximumtemperatuur wordt op een temperatuurstaat genoteerd. Om, in geval van vaccinfalen, met terugwerkende kracht eventuele koudeketenincidenten te kunnen documenteren, is het belangrijk de registratieformulieren waarop afwijkende temperaturen (<2 C of >8 C) vermeld staan gedurende minstens 3 jaar te bewaren. De omstandigheden waarin het koudeketenincident zich voordeed, zouden beschreven moeten worden op het registratieformulier. VWVJ - Standaard Vaccinaties Deel II-2 8/10
15 Datum Tijd Min Max Naam CLB- Handtekening temperatuur temperatuur medewerker Onderhoud van de koelkast Technische problemen moeten onmiddellijk hersteld worden. De rubberen afdichtingen moeten in goede staat zijn zodat de deur zorgvuldig sluit. Koelkasten die niet frost free zijn moeten regelmatig ontdooid worden om ijsvorming tegen te gaan. Ijsvorming kan de efficiëntie en kracht van de koelkast verminderen. Als er een tweede koelkast met de juiste temperatuurinstelling beschikbaar is, dan wordt de vaccinvoorraad tijdens het ontdooien bij voorkeur daarin geplaatst. Is dit niet het geval, dan legt men de vaccins in een koelbox (met koelelementen en min./max. thermometer) Koudeketenincident Bij een stroomonderbreking van minder dan 4 uren moet de koelkastdeur gesloten blijven. Als de stroomonderbreking meer dan 4 uren duurt moeten de vaccins in een andere koelkast met juiste temperatuurinstelling of in voorgekoelde koelboxen met diepgevroren koelelementen (met min./max. thermometer) geplaatst worden. Indien de afgelezen minimum- en maximumtemperatuur buiten de grenzen van +2 C en +8 C valt, moet onmiddellijk contact opgenomen worden met de afdeling Toezicht Volksgezondheid of een meldingsformulier per verstuurd worden naar de contactpersoon vermeld op het meldingsformulier. Zodra de afdeling Toezicht Volksgezondheid uw melding ontvangen heeft, krijgt u advies over wat u met de vaccins moet doen en hoe de verloren gegane vaccins opnieuw besteld kunnen worden. Contactgegevens en het meldingsformulier kan u vinden via < infectieziekten en vaccinatie < vaccinatie voor professionelen < koudeketenproblemen. De betrokken vaccins worden, in afwachting van advies, in een gesloten zak met daarop vermeld koudeketenincident, in een koelkast met juiste temperatuurinstelling bewaard. Standaard Vaccinaties VWVJ juni 2009 Deel II-2 9/10
16 De Coördinatie Infectieziekten en Vaccinaties beschikt over stabiliteitsstudies van alle vaccins, die gratis geleverd worden en opgenomen zijn in het Vlaams basisvaccinatieprogramma. Op basis hiervan kunnen vaccinspecifieke adviezen gegeven worden in geval van koudeketenbreuk. Vernietiging van vaccins gebeurt uitsluitend na het advies van de Coördinatie Infectieziekten en Vaccinaties, niet op eigen initiatief. Bij falen van het vaccinbeheer in het CLB nam tot hiertoe de gezondheidheidsinspectie de verantwoordelijkheid van de kosten op zich. Omwille van de hoge kostprijs van vaccins, zeker van de nieuwste combinatievaccins en de geconjugeerde polysacchariden vaccins, is een correct vaccinbeheer essentieel. Dit veronderstelt naast het correct toepassen van de koudeketen richtlijnen ook een efficiënt stockbeheer Besluit Door het correct toepassen van de richtlijnen voor een goede bewaring kunnen veel koudeketenincidenten vermeden worden. Uit een analyse van alle aan de Coördinatie Infectieziekten en Vaccinatie gemelde koudeketenincidenten blijkt dat de meeste veroorzaakt worden door menselijke fouten zoals het uittrekken van de stekker, het uitschakelen van de schakelaar, het niet correct instellen van de temperatuur, onvoldoende temperatuurmonitoring, vaccins na levering niet onmiddellijk in de koelkast geplaatst, vaccins te lang vooraf gebruiksklaar gemaakt, bevriezing van vaccins door te volle koelkasten,... Het aantal gevallen van overmacht is beperkt. Het afsluiten van een verzekeringspolis tegen vaccinverlies is vaak verbonden aan het gebruik van koelkasten voor medische doeleinden of professionele medische koelkasten. Een investering, die vaak moeilijk ligt. Op middenlange termijn moet wel geopteerd worden voor een koelkast voor medische doeleinden (semi-professionele koelkast). Indien men nog beschikt over een huishoudkoelkast moet er nagegaan worden welke aanpassingen er eventueel nodig zijn om deze veiliger te maken. Bij iedere koelkast is een nauwkeurige temperatuurregistratie de enige garantie dat de vaccins wel degelijk op de juiste temperatuur zijn bewaard. Een geschikte koelkast voor het bewaren van de vaccins en een goede temperatuurregistratie bieden een goede garantie voor het behoud van de koudeketen, maar het goed bewaken en een goed management van de koudeketen zijn even belangrijk, wil men de koudeketenincidenten tot een minimum beperken. VWVJ - Standaard Vaccinaties Deel II-2 10/10
17 3 Vaccinatietechniek (17;19;48;120;163; ) 3-1 Algemene principes (1) Een goede voorbereiding begint bij het zorgen voor een rustige omgeving. Het is belangrijk de kinderen en jongeren gerust te stellen en te vertellen wat er gaat gebeuren. (2) Men vaccineert een kind zittend, bij eventueel flauwvallen verkleint men de kans op kwetsuren. Jonge kinderen zitten op de schoot bij de ouder of de begeleider. Men moet erop letten dat het te vaccineren kind voldoende geïmmobiliseerd is. (3) Bij vaccinatie op school zorgt men voor een geschikte ruimte. Men beschikt best over stromend water en een bedje, waar men kinderen die dreigen flauw te vallen kan neerleggen. Een telefoontoestel ter plaatse is ook belangrijk, zoniet brengt men zelf een GSM mee. (zie ook deel I 3-3: anafylactische shock) (4) Men verifieert steeds de identiteit van het kind en controleert de toestemmingsbrief op eventuele opmerkingen en/of contra-indicaties. (5) Voor een vlot verloop is het belangrijk dat alle benodigdheden zich binnen handbereik bevinden. (6) Alvorens te vaccineren controleert men steeds of men het juiste vaccin genomen heeft en kijkt men de bruikbaarheid van het vaccin na (kleur, vervaldatum). (7) De bijsluiter van elk vaccin vermeldt de juiste manier van toedienen. (voor wetenschappelijke en publieksbijsluiters van vaccins zie Vaccins met adjuvantia (o.a. dt, hepatitis B) moeten diep intramusculair ingespoten worden, omdat subcutane injectie met deze vaccins lokale irritatie kan veroorzaken en tot een minder efficiënte vaccinatie kan leiden. (8) Twee vaccins mogen slechts met elkaar vermengd worden indien dit uitdrukkelijk op de bijsluiter vermeld wordt. In geval van gelijktijdige, maar aparte toediening van meerdere vaccins, moeten verschillende injectieplaatsen gekozen worden. (9) Een routine klinisch onderzoek en het opmeten van de temperatuur zijn geen voorwaarden om een kind dat gezond lijkt, te vaccineren. (10) Handschoenen zijn niet nodig om vaccinaties toe te dienen tenzij het waarschijnlijk is dat er contact zal zijn met mogelijke lichaamsvochten of indien de vaccinator open letsels heeft aan de handen. VWVJ - Standaard Vaccinaties Deel II-3 1/7
18 (11) Registratie van de toegediende vaccins in het elektronisch dossier. 3-2 Vaccinator In het CLB gebeuren de inentingen door de CLB-arts en CLB-verpleegkundige. De CLB-verpleegkundige mag vaccins bereiden en toedienen in aanwezigheid van een arts (Koninklijk besluit van 6 juni 1997). 3-3/4 Intramusculaire vaccinatietechniek Consensusnota: Aanbevolen intramusculaire vaccinatietechniek a. Inleiding Een correcte vaccinatietechniek moet op een zo veilig mogelijke manier een adequaat immuunantwoord garanderen. Er bestaat onvoldoende internationale consensus over de correcte intramusculaire toediening van vaccins. Onderstaande aanbeveling voor intramusculaire vaccinatietechniek wil een houvast bieden voor de dagelijkse praktijk van het vaccineren. b. Methode De beschikbare wetenschappelijke literatuur werd opgespoord via Pubmed. Hiertoe werd voor de periode juni 2007 gezocht via een combinatie van de volgende trefwoorden: vaccination, immunization, injection site, needle size en injection technique. De abstracts van alle gevonden artikelen werden gelezen, de relevante artikelen werden integraal afgedrukt en doorgenomen. Van deze artikelen werden de relevante literatuurreferenties nagetrokken, werden opnieuw de abstracts doorgenomen en desgevallend de volledige artikelen bestudeerd. In de bestaande wetenschappelijke literatuur is geen eensgezindheid over alle onderdelen van de aanbeveling. Na herhaaldelijk overleg met enkele vaccinatie-experts, met name Prof. dr. Karel Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 1/12 Standaard Vaccinaties september 2008
19 Hoppenbrouwers (Jeugdgezondheidszorg, KULeuven) en Prof. dr. Pierre Van Damme (Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties, UA), werd een voorstel van consensusnota opgesteld. De consensusnota werd voorgelegd aan de medisch kwaliteitscoördinatoren van Kind en Gezin en het bestuur van de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg. Na intern overleg beslisten beide organistaties de consensusnota te ondersteunen. Op basis hiervan werd beslist dat het draagvlak voor de aanbeveling voldoende groot genoeg was om deze als norm voor correcte intramusculaire inenting aan alle vaccinatoren in Vlaanderen voor te stellen. c. Toedieningsroute De toedieningsroute van vaccins wordt gedeeltelijk bepaald door de aan- of afwezigheid van een adjuvans in het vaccin. Een adjuvans is een vaccincomponent die gebruikt wordt om het immuunantwoord tegenover het vaccin te helpen versterken. Vaccins die een adjuvans bevatten, moeten diep intramusculair toegediend worden. Indien deze vaccins subcutaan of intracutaan zouden worden toegediend, kunnen ze irritatie, inflammatie, granuloomvorming en weefselnecrose veroorzaken (1). De aanbevolen toedieningsroute wordt door de producent vermeld op de bijsluiter van het vaccin. Deze wordt bepaald tijdens de prelicentiestudies en houdt verband met de samenstelling en de immunogeniciteit van het vaccin (2). Afwijken van deze aanbeveling kan de doeltreffendheid van het vaccin verminderen (3) of de kans op bijwerkingen doen toenemen (4). d. Vaccinatietechniek d.1. Toedieningsplaats De voorkeursplaats bij kinderen onder één jaar is de dij (1;5). Voor de intramusculaire vaccinatie ter hoogte van de dij wordt de naald halfweg de dij anterolateraal in de vastus lateralis musculus quadriceps ingebracht (zie figuur 1). Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 2/12 Standaard Vaccinaties september 2008
20 vastus lateralis m. quadriceps Figuur 1: Anatomie van de vastus lateralis musculus quadriceps (6). Bij kinderen boven de leeftijd van één jaar, adolescenten en volwassenen is de voorkeursplaats de bovenarm (1;4;5). Een inenting ter hoogte van de musculus deltoideus betekent dat de te vaccineren persoon de bovenarm volledig ontbloot en dat de naald de spier penetreert halfweg tussen het acromion en de caudale aanhechting van de musculus deltoideus (zie figuur 2). De anterolaterale zijde van de dij blijft voor kinderen en adolescenten een optie wanneer meer dan 2 injecties worden toegediend tijdens één vaccinatiesessie of wanneer de bovenarm niet als toedieningsplaats kan worden gebruikt (vb. door gips, verband,...) (5). Figuur 2: Anatomie van de musculus deltoideus (6). De toediening van vaccins in de musculus gluteus werd verlaten omdat de gluteale regio bij zuigelingen vooral uit vetweefsel bestaat en omdat het theoretisch gevaar bestaat de nervus ischiadicus aan te prikken wanneer men niet in de bovenste buitenste kwadrant van de bilspier injecteert. Bij volwassenen moet men bovendien rekening houden met de sterk wisselende dikte van de subcutane vetlaag (6). Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 3/12 Standaard Vaccinaties september 2008
21 d.2. Injectietechniek, naaldlengte en naaldgauge (naalddiameter) d.2.1. Literatuuronderzoek d Injectietechniek Wereldwijd worden drie injectietechnieken aanbevolen: - De techniek aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) waarbij de huid wordt aangespannen tussen duim en wijsvinger en de naald ingebracht wordt onder een hoek van 90 ten opzichte van de lengte-as van het lidmaat (7); - De Amerikaanse techniek waarbij de spiermassa ter hoogte van de injectieplaats wordt samengedrukt en de naald onder een hoek van 45 ten opzichte van de lengte-as van het lidmaat wordt ingebracht (1). De naald moet gericht zijn naar inferior en posterior bij vaccinatie in de anterolaterale zijde van de dij. - De Australische techniek waarbij de spiermassa ter hoogte van de injectieplaats wordt samengedrukt en de naald onder een hoek van 60 ten opzichte van de huid wordt ingebracht (8). De naald moet gericht zijn naar de knie bij vaccinatie in de anterolaterale zijde van de dij en naar de schouder bij vaccinatie in de deltoidspier. De drie bovenstaande injectietechnieken vermelden niet of de naald al dan niet volledig moet worden ingebracht. Slechts twee studies die in het literatuuronderzoek besproken worden, geven hieromtrent precieze richtlijnen (9;10). Volgens het injectieprotocol in de studie (1997) van Poland moet een afstand van 2 tot 3 mm bewaard blijven tussen de huid en het aanzetstukje van de naald om te vermijden dat de naald in de arm zou verdwijnen indien de naald zou afbreken ter hoogte van het aanzetstukje (10). Cook en Murtagh bevelen in hun publicatie van 2002 het gebruik aan van een bepaalde naaldlengte afhankelijk van de gebruikte injectietechniek (9). Ze vermelden hierbij dat dit geldt op voorwaarde dat de naald volledig tot op de huidoppervlakte wordt ingebracht. Weinig publicaties definiëren wat met de term intramusculaire injectie precies bedoeld wordt. Een uitzondering hierop is Poland die spreekt over een penetratie van de naald in de deltoidspier van minstens 5 mm (10). Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 4/12 Standaard Vaccinaties september 2008
22 Cook en Murtagh bestudeerden in 2005 de invloed van de injectietechniek bij zuigelingen op de reactogeniciteit en op de tevredenheid van de ouders na vaccinatie (11). Er werden in totaal 375 kinderen gevaccineerd volgens het Australische vaccinatieschema met DTaP-HepB op de leeftijd van 2, 4 en 6 maanden en met DTaP op de leeftijd van 18 maanden. Het geconjugeerde Hib-vaccin werd op 2 en 4 maanden simultaan met DTaP-HepB toegediend in de contralaterale dij, volgens dezelfde injectietechniek. Dezelfde kinderen kregen op 2, 4 en 6 maanden ook het orale poliovaccin. De auteurs vergeleken drie injectietechnieken in de dij, met name (i) de techniek aanbevolen door de WGO met een 25 gauge, 16 mm lange naald, (ii) de Amerikaanse techniek met een 23 gauge, 25 mm lange naald en (iii) de Australische techniek met een 23 gauge, 25 mm lange naald (meer toelichting bij de betekenis van gauge, zie verder in paragraaf 2.1.2). Het voorkomen van de lokale (hematoom en roodheid/zwelling) en systemische nevenwerkingen (irritatie, koorts, onophoudelijk huilen, slaperigheid, braken/anorexia) in de loop van de eerste 24 uren na vaccinatie, en de graad van de tevredenheid van de ouders, werd geëvalueerd. De techniek aanbevolen door de WGO met een 25 gauge, 16 mm lange naald resulteerde in statistisch significant minder kinderen met irritatie (30%) vergeleken met de Australische techniek (45,5%) of de Amerikaanse techniek (49,2%), beide met een 23 gauge, 25 mm lange naald. Er werd ook een statistisch significant verschil gevonden tussen de drie technieken wat betreft hematoomvorming, en dit in het voordeel van de techniek aanbevolen door de WGO met een 25 gauge, 16 mm lange naald. Er was geen verschil te merken tussen de drie technieken wat betreft de tevredenheid van de ouders. d Naaldlengte en naaldgauge (naalddiameter) De noodzakelijke lengte van de naald wordt bepaald door: - de toe te passen vaccinatietechniek; - de dikte van het subcutaan vetweefsel en van het spierweefsel. De naald moet voldoende lang zijn om de spiermassa te penetreren, zoniet kan de immuunrespons nadelig worden beïnvloed en neemt de kans op het optreden van lokale bijwerkingen toe. De naald mag ook niet te lang zijn om beschadiging van neurovasculaire structuren of botweefsel te vermijden. Tabel 1 geeft een overzicht van de kenmerken van de naalden die het meest gebruikt worden voor een intramusculaire injectie. De kleur komt overeen met de buitendiameter (gauge) van de naald en heeft niets te maken met de lengte van de naald. Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 5/12 Standaard Vaccinaties september 2008
23 Tabel 1: Kenmerken van de meest gebruikte naalden voor intramusculaire inspuiting (12). Kleur Gauge (diameter) Lengte in mm (in inch) Oranje 25 G (0,5 mm) 16 mm (5/8 ) of 25 mm (1 ) Blauw 23 G (0,6 mm) 25 mm (1 ) of 30 mm (1 ¼ ) Groen 21 G (0,8 mm) 40 mm (1 ½ ) of 50 mm (2 ) Met het oog op de keuze van de meest geschikte injectienaalden voor vaccinatie van kinderen en volwassenen, werden drie studies uitgevoerd waarin de dikte van het subcutane weefsel werd gemeten ter hoogte van verschillende locaties en in verschillende leeftijdsgroepen. Cook en Murtagh voerden in 2002 echografische metingen uit van de dikte van het subcutaan vetweefsel en de spierlaag ter hoogte van de anterolaterale zijde van de dij bij Australische kinderen van 2, 4, 6 en 18 maanden oud (9) (Tabel 2). Tabel 2: Echografische metingen van de dikte van het subcutaan vetweefsel en van de spierlaag van de dij bij Australische kinderen (9). Leeftijd 2 maanden 4 maanden 6 maanden 18 maanden Aantal kinderen Dikte subcutaan vet 6 15,1 mm 6,5-13,5 mm 6,7-13,5 mm 5,2 14,4 mm Dikte spierlaag 6,2 14,3 mm 9,6 15,3 mm 10,1 17,1 mm 9,5 22,5 mm De auteurs besluiten hieruit dat de optimale naaldlengte voor intramusculaire injectie in de anterolaterale zijde van de dij van kinderen van 2, 4, 6 en 18 maanden afhangt van de gebruikte techniek. Volgens de auteurs is een naald van 16 mm voldoende voor de WGO-techniek en moet een naald van 25 mm gebruikt worden voor de Amerikaanse techniek, op voorwaarde dat voor beide technieken de naald volledig tot op de huidoppervlakte wordt ingebracht. Grosswasser en collega s voerden in 1997 echografische metingen uit van de dikte van de spierlaag en het subcutaan vet ter hoogte van de anterolaterale zijde van de dij en in de bovenarm halfweg tussen het acromion en de caudale aanhechting van de musculus deltoideus bij 58 Belgische kinderen Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 6/12 Standaard Vaccinaties september 2008
24 (13). De metingen werden uitgevoerd bij 40 zuigelingen van gemiddeld 12 weken oud (range 9 27 weken) en bij 18 peuters van gemiddeld 18 maanden oud (range weken) (Tabel 3). Tabel 3: Echografische metingen van de dikte van het subcutaan vetweefsel en van de spierlaag van dij en bovenarm bij Belgische kinderen (13). Weefsel Zuigelingen Peuters Dij dikte subcutaan vet 4,8 12 mm 4,8 11,6 mm dikte spierlaag 6,3 13,5 mm 6,4 11,8 mm Bovenarm dikte subcutaan vet dikte spierlaag 3,6-6,9 mm 3,4-7,5 mm Volgens de auteurs tonen de echografische metingen dat voor een intramusculaire injectie bij zuigelingen en peuters bij gebruik van de WGO-techniek best een 16 mm naald gebruikt wordt. Gebruik van een 25 mm naald met deze techniek houdt gevaar in voor de beschadiging van neurovasculaire structuren of botweefsel. Anderzijds vinden de auteurs de 25 mm naald geschikt voor de Amerikaanse intramusculaire injectietechniek. Ze raden het gebruik van de 16 mm naald af bij deze laatste techniek om het risico op subcutane inspuiting zo klein mogelijk te houden. Poland en collega s publiceerden in 1997 een studie met resultaten van een echografische meting van de dikte van de subcutane vetweefsel ter hoogte van de musculus deltoideus bij 220 gezondheidswerkers (126 vrouwen, 94 mannen) ouder dan 18 jaar (10). Ook gewicht, lengte, huidplooimeting en armomtrek werden bepaald. Hoewel in de steekproef de gemiddelde Body Mass Index (BMI) niet verschilde tussen vrouwen en mannen, is het subcutane vetweefsel bij vrouwen (gemiddeld 11,7 mm, range: 4,3-35,6 mm) significant dikker dan bij mannen (gemiddeld 8,3 mm, range: 3,7-21,1 mm) en hadden vrouwen een dikkere huidplooi ter hoogte van de deltoidspier (gemiddeld 34,7 mm) dan mannen (gemiddeld 17,2 mm). De resultaten van de echografische bepalingen in relatie tot het gewicht tonen dat een 16 mm naald de spier niet diep genoeg zou penetreren bij 17% van de mannen en bij 48,4% van de vrouwen. Een 25 mm naald zou voldoende zijn voor een intramusculaire injectie volgens het studieprotocol bij alle bestudeerde mannen (58 tot Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 7/12 Standaard Vaccinaties september 2008
25 118 kg). Voor vrouwen onder de 60 kg zou een 16 mm naald voldoende zijn, voor vrouwen tussen de 60 en 90 kg zou voor alle vrouwen, behalve één, een 25 mm naald voldoende zijn en voor vrouwen van meer dan 90 kg zou een naald van minimum 38 mm moeten gebruikt worden voor een intramusculaire injectie. Voor vrouwen tussen de 60 en 90 kg zou een 25 mm naald in drie gevallen het bot geraakt hebben. Een Canadese studie (1989) vergelijkt het effect van de toedieningsplaats en van de naaldlengte op het voorkomen van bijwerkingen na difterie-tetanus-pertussis-polio-vaccinatie op de leeftijd van 18 maanden (4). Vierenzeventig kinderen kregen het vaccin toegediend in de deltoidspier met een 25 gauge 16 mm naald, 64 kinderen in de anterolaterale zijde van de dij met een 25 gauge 16 mm naald en 67 kinderen op dezelfde plaats maar met een 25 gauge 25 mm naald. De auteurs vermelden de gebruikte vaccinatietechniek niet. Er was geen statistisch significant verschil tussen de drie groepen wat betreft systemische bijwerkingen. Ernstige pijn kwam significant vaker voor in de groep kinderen gevaccineerd in de dij (34,3% bij de 25 gauge 16 mm naald en 26,9% bij de 25 gauge 25 mm naald) dan in de arm (8,1%). Kinderen gevaccineerd in de dij hadden significant vaker verminderde beweeglijkheid van het lidmaat (46,8% bij de 25 gauge 16 mm naald en 51,5% bij de 25 gauge 25 mm naald) dan de kinderen gevaccineerd in de arm (25,6%). Roodheid en zwelling werd significant meer vastgesteld na vaccinatie in de arm dan in de dij. Het enige significant verschil dat werd vastgesteld met betrekking tot de naaldlengte was het frequenter voorkomen van roodheid en zwelling van de dij met een 25 gauge 16 mm naald dan met een 25 gauge 25 mm naald. In 2006 verschenen de resultaten van een studie van Diggle en collega s waarbij de immunogeniciteit en de reactogeniciteit werden vergeleken na vaccinatie met drie verschillende naalden (een 23 gauge 25 mm naald, een 25 gauge 25 mm naald en een 25 gauge 16 mm naald) (14). De studiepopulatie bestond uit 696 gezonde zuigelingen van 2, 3 en 4 maanden die gevaccineerd werden met een gecombineerd DTP-Hib-vaccin en een geconjugeerd MenC-vaccin volgens de techniek aanbevolen door de WGO in de dij. De resultaten tonen dat de reactogeniciteit wordt beïnvloed door de naaldlengte en niet door de naaldgauge, met minder lokale bijwerkingen na vaccinatie met een 25 mm naald dan met een 16 mm naald. Resultaten tonen ook aan dat noch de naaldgauge noch de naaldlengte de immunogeniciteit statistisch significant beïnvloeden bij gebruik van de WGO-techniek. Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 8/12 Standaard Vaccinaties september 2008
26 d.2.2. Internationale aanbevelingen voor vaccinatietechniek Het is belangrijk dat degene die vaccineert zich één injectietechniek eigen maakt. De techniek aanbevolen door de WGO (zie figuur 3) heeft de voorkeur (7). Deze techniek is gemakkelijker toe te passen omdat er geen twijfel kan ontstaan over de dikte van de huid- en spierplooi die moet gevormd worden en de naald niet schuin ten opzichte van het lidmaat moet worden ingebracht. Dit laatste is immers moeilijker gestandaardiseerd uit te voeren. De WGO adviseert een 23 gauge 25 mm naald te gebruiken bij intramusculaire vaccinatie in de dij van zuigelingen (7). De Centers for Disease Control and Prevention (CDC) adviseert bij pasgeborenen (eerste 28 dagen) en premature zuigelingen een 16 mm naald te gebruiken indien de WGO-techniek wordt toegepast (5). Gebaseerd op bovenstaande en op de recente studie van Diggle gaat de voorkeur voor intramusculaire vaccinatie in de dij bij zuigelingen (1-12 maanden) met de WGO-techniek uit naar een naald van 25 mm, zonder voorkeur voor de naaldgauge. Uitzondering hierop wordt gevormd voor de pasgeborenen (eerste 28 dagen) en de premature zuigelingen voor wie een naaldlengte van 16 mm voldoet bij toepassing van de WGO-techniek. Het literatuuronderzoek toont geen studies die specifiek handelen over de intramusculaire vaccinatietechniek voor kinderen of adolescenten. De CDC beveelt een mm naald aan indien wordt gevaccineerd in de deltoidspier en een mm naald indien gevaccineerd wordt in de anterolaterale zijde van de dij, dit afhankelijk van de dikte van de vetlaag en de dikte van de spier waarin gevaccineerd wordt (5). Ze vermelden dat voor intramusculaire vaccinatie van kinderen of adolescenten een 16 mm naald enkel gebruikt mag worden voor vaccinatie in de deltoidspier volgens de WGO-techniek. Op basis van de aanbeveling van de CDC wordt de intramusculaire vaccinatie bij kinderen en adolescenten (1-18 jaar) bij voorkeur uitgevoerd met de WGO-techniek in de deltoidspier met een naald van mm, afhankelijk van de dikte van de vetlaag en/of de dikte van de spier, en dit zonder voorkeur voor gauge. Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 9/12 Standaard Vaccinaties september 2008
27 De CDC adviseert voor intramusculaire vaccinatie in de deltoidspier van volwassen vrouwen en mannen onder de 60 kg met een mm naald, van vrouwen van kg en mannen van kg een mm naald en van vrouwen boven 90 kg en mannen boven 118 kg een 38 mm naald te gebruiken (5). Op basis van de studie van Poland en de aanbeveling van de CDC wordt de intramusculaire vaccinatie van volwassenen (>18 jaar) bij voorkeur uitgevoerd in de deltoidspier volgens de WGOtechniek met een 25 mm naald, zonder voorkeur voor gauge (10). Voor vrouwen die meer wegen dan 90 kg en mannen die meer wegen dan 118 kg wordt een 38 mm naald aanbevolen. e. Aanbeveling voor een correcte intramusculaire vaccinatietechniek Een correcte vaccinatietechniek moet op een zo veilig mogelijke manier een adequaat immuunantwoord garanderen. Internationaal worden verschillende vaccinatietechnieken aanbevolen. Er werd een consensustekst over de intramusculaire vaccinatietechniek ontwikkeld. De techniek aanbevolen door de WGO heeft de voorkeur. Figuur 3: Intramusculaire injectie van de naald volgens de techniek aanbevolen door de WGO (5). Voor kinderen jonger dan 12 maanden wordt aanbevolen te vaccineren in de anterolaterale zijde van de dij (zie figuur 1). Voor kinderen boven de leeftijd van één jaar, adolescenten en volwassenen wordt aanbevolen te vaccineren halfweg tussen het acromion en de caudale aanhechting van de musculus deltoideus (zie figuur 2). Tabel 4 vat de verschillende aspecten van de consensus voor intramusculaire vaccinatie samen. Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 10/12 Standaard Vaccinaties september 2008
28 Tabel 4: Overzicht van de consensus over de intramusculaire vaccinatietechniek. Leeftijd Toedieningsplaats Injectietechniek Naaldlengte naaldgauge 0-12 maanden anterolaterale dij WGO techniek 25 mm # 23G of 25G 1-18 jaar deltoidspier WGO techniek mm 23G of 25G > 18 jaar deltoidspier WGO techniek 25 mm* 23G of 25G # Voor pasgeborenen (eerste 28 dagen) en premature zuigelingen volstaat een 16 mm naald. Naaldlengte te kiezen volgens dikte van de de vetlaag en/of de spierlaag. Indien gekozen wordt om te vaccineren met een 16 mm naald, maar enkel 25 mm naalden voorradig zijn, kan een 25 mm naald gebruikt worden die men slechts voor ¾ inbrengt. * Voor vrouwen die meer wegen dan 90 kg en mannen die meer wegen dan 118 kg wordt een 38 mm naald aanbevolen. Bij afwezigheid van studies, of evidence-based aanbevelingen, die uitsluitsel geven over de vraag of de naald al dan niet volledig moet worden ingebracht bij vaccinatie, is de consensus om de naald systematisch volledig in te brengen. Om tot een aanbeveling te komen die uitsluitend gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek moet er in de toekomst meer onderzoek gedaan worden naar de optimale vaccinatietechniek bij kinderen en adolescenten (1-18 jaar) en naar de invloed van de vaccinatietechniek op het immuunantwoord. f. Referenties (1) American Academy of Pediatrics. Red Book: report of the Committee on Infectious Diseases. 27 ed. Elk Grove village: American Academy of Pediatrics, (2) Atkinson WL, Pickering LK, Watson JC, Peter G. General Immunization Pactrices. In: Plotkin, Orenstein, editors. Vaccines. Philadelphia: Saunders, 2004: (3) Shaw FE, Guess HA, Roets JM. Effect of anatomic injection site, age and smoking on the immune response to hepatitis B vaccination. Vaccine 1989; 7: (4) Ipp MM, Gold R, Goldback M. Adverse reactions to diphteria, tetanus, pertussis-polio vaccination at 18 months of age: effect of injection site and needle length. Pediatrics 1989; 83: (5) CDC. General Recommendations on Immunization. Recommendations of the Advisory Committee on Immunization Practices (ACIP). MMWR 2006; 55(RR-15). Deel II-3 2-4/7 Consensusnota: Aanbevolen IM vaccinatietechniek 11/12 Standaard Vaccinaties september 2008
Aanbevolen intramusculaire vaccinatietechniek. Anouk Vanlander Karel Hoppenbrouwers Tweede Referatendag Jeugdgezondheidszorg Leuven 7 december 2007
Aanbevolen intramusculaire vaccinatietechniek Anouk Vanlander Karel Hoppenbrouwers Tweede Referatendag Jeugdgezondheidszorg Leuven 7 december 2007 Inhoud van de presentatie Aanleiding en procedure voor
Nadere informatie3-3/4 Intramusculaire vaccinatietechniek Consensusnota: Aanbevolen intramusculaire vaccinatietechniek
(11) Registratie van de toegediende vaccins in het elektronisch dossier. 3-2 Vaccinator In het CLB gebeuren de inentingen door de CLB-arts en CLB-verpleegkundige. De CLB-verpleegkundige mag vaccins bereiden
Nadere informatieStandaard Vaccinaties 2013
VLAAMS WETENSCHAPPELIJKE VERENIGING VOOR JEUGDGEZONDHEIDSZORG VZW Standaard Vaccinaties 2013 VACCINEREN VOOR CLB Dr. Anouk Vanlander, wetenschappelijk medewerker VWVJ maart 2013, laatste update augustus
Nadere informatieTETRAVAC Geadsorbeerd difterie-, tetanus-, acellulair kinkhoest- en geïnactiveerd poliovaccin
BIJSLUITER Lees de hele bijsluiter aandachtig door voordat u uw kind laat vaccineren. - Bewaar deze bijsluiter totdat het vaccinatieprogramma is afgerond. Het kan nodig zijn om de bijsluiter nogmaals door
Nadere informatieStandaard Vaccinaties 2013
VLAAMS WETENSCHAPPELIJKE VERENIGING VOOR JEUGDGEZONDHEIDSZORG VZW Standaard Vaccinaties 2013 VACCINEREN VOOR CLB Dr. Anouk Vanlander, wetenschappelijk medewerker VWVJ maart 2013, laatste update december
Nadere informatieVADEMECUM VOOR HET CLB
VADEMECUM VOOR HET CLB VWVJ - Standaard Vaccinaties - 2005 INHOUD Basisvaccinatieschema Vlaanderen CLB basisvaccinatieschema Absolute en relatieve contra-indicaties Risico-analyse met betrekking tot ernstige
Nadere informatieRegel 1: Het is beter iemand als niet gevaccineerd te beschouwen dan foutief te denken dat hij/zij wel gevaccineerd is.
Inhaalvaccinatie 1. Basisregels INHAALVACCINATIE herziening Elk medisch consult vormt een gelegenheid om de vaccinatiestatus van iemand na te gaan en zo nodig aan te vullen. Voor schoolgaande kinderen
Nadere informatieVraag en Antwoord Vaccinatieschema & Inhaalvaccinatie
Vraag en Antwoord Vaccinatieschema & Inhaalvaccinatie Dr. Anouk Vanlander, VWVJ Dr. Geert Top, VAZG Prof. Dr. Heidi Theeten, UAntwerpen VRAAG Is er een aangepast vaccinatieschema voor vluchtelingen? Hoe
Nadere informatieProcedure voor vaccinatie door verpleegkundigen in CLB
Procedure voor vaccinatie door verpleegkundigen in CLB Inhoud 1 Doel... 1 2 Definities... 1 3 Afkortingen... 2 4 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden... 2 5 Toepassingsgebied... 3 6 Middelen... 3 7 Wettelijk
Nadere informatieHET RESPECTEREN VAN DE KOUDE KETEN
HET RESPECTEREN VAN DE KOUDE KETEN Vanaf het moment van ontvangst in de apotheek tot het afleveren aan de patiënt van temperatuursgevoelige producten is de apotheker verantwoordelijk voor het respecteren
Nadere informatieINTERUNIVERSITAIRE GGS-OPLEIDING JEUGDGEZONDHEIDSZORG
KU LEUVEN UNIVERSITEIT GENT UNIVERSITEIT ANTWERPEN VU BRUSSEL INTERUNIVERSITAIRE GGS-OPLEIDING JEUGDGEZONDHEIDSZORG DE INVLOED VAN DE NAALDLENGTE OP DE INCIDENTIE VAN NEVENWERKINGEN BIJ DE ROUTINEVACCINATIE
Nadere informatieVaccinatie voor asielzoekers. Provinciehuis 19 januari 2016
Vaccinatie voor asielzoekers Provinciehuis 19 januari 2016 Agenda 1. Partners aan tafel 2. Probleemstelling 3. Doelstelling 4. Vlaamse aanbevelingen en richtlijnen 5. Doelgroepen 6. Regionale afspraken
Nadere informatieVACCINATIEGRAAD IN VLAANDEREN 2016
VACCINATIEGRAAD IN VLAANDEREN 2016 Prof. dr. Corinne Vandermeulen Prof. dr. Karel Hoppenbrouwers Dr. Mathieu Roelants Prof. dr. Heidi Theeten Dr. Tessa Braeckman Mevr. Kirsten Maertens Dr. Stéphanie Blaizot
Nadere informatieWat was de praktijk in de CLB s inzake preventie en aanpak van ernstige anafylaxie in 2004? 15 december 2006 K. Hoppenbrouwers A.
Wat was de praktijk in de CLB s inzake preventie en aanpak van ernstige anafylaxie in 2004? 15 december 2006 K. Hoppenbrouwers A. Vanlander Overzicht Aanbeveling Hoge Gezondheidsraad De preventie en aanpak
Nadere informatieVaccinaties voor peuters van 14 maanden. Rijksvaccinatieprogramma
Vaccinaties voor peuters van 14 maanden Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland
Nadere informatiePERSCONFERENTIE VACCINATIEGRAADSTUDIE 8 februari 2016
PERSCONFERENTIE VACCINATIEGRAADSTUDIE 8 februari 2016 OPBOUW PERSCONFERENTIE 1. Intro en voorstelling sprekers 2. Voorstelling resultaten vaccinatiegraadstudie Prof. dr. Corinne Vandermeulen (KU Leuven)
Nadere informatieRisico minimalisatie materiaal betreffende testosteronundecanoaat voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Risico minimalisatie materiaal betreffende testosteronundecanoaat voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg De risico minimalisatie materialen voor testosteronundecanoaat zijn beoordeeld door het College
Nadere informatieVraag en Antwoord Vaccinatieschema & Inhaalvaccinatie
Vraag en Antwoord Vaccinatieschema & Inhaalvaccinatie Dr. Anouk Vanlander, VWVJ Prof. Dr. Heidi Theeten, UAntwerpen Vraag paramedisch werker CLB Kind uit Nederland, daar gevaccineerd op 4 jaar. Bij ons
Nadere informatieWorkshop 1 Vaccinatie: bescherming van individu en maatschappij. moderator Marleen Finoulst
Workshop 1 Vaccinatie: bescherming van individu en maatschappij moderator Marleen Finoulst Presentaties Adviezen Hoge Gezondheidsraad: Marc Van Ranst Individuele bescherming: antroposofische invalshoek:
Nadere informatie2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL TYPHIM Vi, 25 microgram/dosis, oplossing voor injectie Polyoside buiktyfusvaccin 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén dosis
Nadere informatieSymposium 25 jaar Vlaamse gezondheidszorg - 18.03.2006. dr. Geert Top Gezondheidsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. wat is Vaccinnet?
utopie of realiteit voor alle vaccinatoren? Symposium 25 jaar Vlaamse gezondheidszorg - 18.03.2006 dr. Geert Top Gezondheidsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap wat is Vaccinnet? web-based bestelsysteem
Nadere informatieCLB Noordwest-Brabant
1 ALGEMEEN Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) biedt gratis informatie, hulp en begeleiding aan leerlingen, ouders en school en werkt op een discrete wijze. Het CLB werkt samen met de school,
Nadere informatieBof Brief ouders (t.e.m. 4 de leerjaar)
246 DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB Bof Brief ouders (t.e.m. 4 de leerjaar) KORTE VERSIE VOOR MEER INFORMATIE ZIE ANDERE ZIJDE Beste ouder(s), Een medeleerling van uw dochter of zoon heeft dikoor (bof).
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. IMOVAX POLIO suspensie voor injectie Geïnactiveerd poliomyelitisvaccin.
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER IMOVAX POLIO suspensie voor injectie Geïnactiveerd poliomyelitisvaccin. Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie voor
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Poliomyelitisvaccin, suspensie voor injectie Poliomyelitisvaccin multidose, suspensie voor injectie
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Poliomyelitisvaccin, suspensie voor injectie Poliomyelitisvaccin multidose, suspensie voor injectie Inactivated poliomyelitis virus type 1, 2 en 3 Lees goed
Nadere informatieINSTRUCTIEBROCHURE. voor mensen die Metoject 50 mg/ml gebruiken
INSTRUCTIEBROCHURE voor mensen die Metoject 50 mg/ml gebruiken Inhoud Pagina Inleiding 3 Hoe wordt Metoject 50 mg/ml gebruikt? 4 Het vermijden van plaatselijke huidirritatie 7 Het vermijden van verharding
Nadere informatieVragenlijst in te vullen door verpleegkundigen voor alle diabetespatiënten die injecteren
Vragenlijst in te vullen door verpleegkundigen voor alle diabetespatiënten die injecteren Formulier voor diabetesverpleegkundige/educator Vul 1 formulier in per patiënt Codering: Nationale telefooncode
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Geïnactiveerd poliomyelitisvaccin.
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER IMOVAX POLIO suspensie voor injectie Geïnactiveerd poliomyelitisvaccin. Lees goedde hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
Nadere informatieVoorraadbeheer bij het CLB
Bachelor in het office management Afstudeerrichting Medical management assistant CAMPUS Turnhout Academiejaar 2012-2013 Voorwoord VOORWOORD Tijdens mijn stage bij CLB GO! Kempen is dit afstudeerproject
Nadere informatieStandaard Vaccinaties 2013
VLAAMS WETENSCHAPPELIJKE VERENIGING VOOR JEUGDGEZONDHEIDSZORG VZW Standaard Vaccinaties 2013 VACCINEREN VOOR CLB Dr. Anouk Vanlander, wetenschappelijk medewerker VWVJ, laatste update juli 2015 Inhoud 1
Nadere informatieVaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma
Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland worden
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Difterie- Tetanus-, Poliomyelitisvaccin, suspensie voor injectie 1ml en 10 ml Difterie (geadsorbeerd), Tetanus (geadsorbeerd), geïnactiveerd Poliomyelitis vaccin
Nadere informatie02.03.2013. Huisartsensymposium anno 2013. HAS AZ Monica 1
Huisartsensymposium anno 2013 1 Vaccinaties en zwangerschap 2 Aanpak van frequent voorkomende pre- en postnatale problemen 3 Coördinator dr. Ilse Vleminckx Vaccinaties en zwangerschap Dr. Els Van de Poel,
Nadere informatieHandboek Voedselveiligheid. Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Bijlage B KOELKETEN BEWAKING
Handboek Voedselveiligheid Vereniging van Nederlandse Voedselbanken Bijlage B KOELKETEN BEWAKING Juni 2014 Versie 1 Voor voedselveiligheid is de borging van de koelketen een belangrijk onderwerp. De temperatuur
Nadere informatieBD, BD logo and BD Micro-Fine are trademarks of Becton, Dickinson and Company. 2008 BD. Praktische tips bij het injecteren
BD, BD logo and BD Micro-Fine are trademarks of Becton, Dickinson and Company. 2008 BD. Praktische tips bij het injecteren Inhoud Introductie...3 Waar wordt insuline geïnjecteerd?...4 Keuze van de injectieplaats...5
Nadere informatieBIJSLUITER. REVAXiS suspensie voor injectie in vooraf gevulde spuit Difterie-, tetanus- en (geïnactiveerd) poliomyelitisvaccin (geadsorbeerd)
BIJSLUITER Lees deze bijsluiter aandachtig door alvorens het vaccin te gebruiken. - Bewaar deze bijsluiter; het kan nodig zijn hem nog eens door te lezen. - Indien u andere vragen hebt, of als u twijfelt,
Nadere informatie4.4 Contra-indicaties (5,10)
4.4 Contra-indicaties (5,10) Bij absolute contra-indicaties is vaccinatie meestal uitgesloten, in sommige gevallen kan overwogen worden toch in hospitaalmilieu te vaccineren. Bij relatieve contra-indicaties
Nadere informatieBijsluiter: informatie voor de gebruiker. ditekibooster,suspensie voor injectie in voorgevulde spuit
Page 1 of 6 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker ditekibooster,suspensie voor injectie in voorgevulde spuit Difterie, tetanus en kinkhoest (acellulair, component) vaccin (geadsorbeerd, verlaagd antigeengehalte)
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27158 31 augustus 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 augustus 2015, houdende regels
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Act-HIB 10 microgram/0,5 ml, poeder en oplosmiddel voor injecteerbare oplossing Geconjugeerd Haemophilus influenzae type b vaccin Lees goed de hele bijsluiter
Nadere informatieBIJSLUITER 3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
BIJSLUITER Vaxxitek HVT+IBD Suspensie en solvent voor suspensie voor injectie 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
Nadere informatieVaccinaties voor baby s van 6-9 weken, 3, 4 en 10-11 maanden. Rijksvaccinatieprogramma
Vaccinaties voor baby s van 6-9 weken, 3, 4 en 10-11 maanden Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen
Nadere informatieVaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma
Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland worden
Nadere informatieBijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nimenrix poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
NIMENRIX Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Nimenrix poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit Meningokokkengroep A, C, W-35 en Y conjugaatvaccin Lees goed de hele
Nadere informatieModule 1 Administrative Information of prescribing Information
Page 1 of 5 Package Leaflet Tetanus vaccin Page 2 of 5 Lees deze bijsluiter aandachtig door voordat u dit vaccin krijgt toegediend. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn deze nog eens door te lezen.
Nadere informatieVaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma
Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar Rijksvaccinatieprogramma Als je kind 9 jaar oud is, heeft het voor een aantal infectieziekten al bescherming opgebouwd. Vaccinaties tegen hib-ziekten, kinkhoest en
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL emulsie voor injectie voor varkens 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis van 2 ml bevat: Werkzaam bestanddeel:
Nadere informatieBijsluiter: informatie voor de gebruiker. difterie toxoïd, tetanus toxoïd, polio trivalente bulk
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Difterie- Tetanus-, Poliomyelitisvaccin, suspensie voor injectie difterie toxoïd, tetanus toxoïd, polio trivalente bulk Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit
Nadere informatieINJECTIEHANDLEIDING BETREFFENDE ASFOTASE-ALFA VOOR OUDERS EN ZORGVERLENERS VAN JONGE PATIËNTEN
INJECTIEHANDLEIDING BETREFFENDE ASFOTASE-ALFA VOOR OUDERS EN ZORGVERLENERS VAN JONGE PATIËNTEN Lees aandachtig de bijsluiter alvorens u asfotase-alfa gebruikt. Versie 1 - januari 2018 Inleiding Deze materialen
Nadere informatieAct-HIB 10 microgram/0,5 ml, poeder en oplosmiddel voor injecteerbare oplossing Geconjugeerd Haemophilus influenzae type b vaccin
ACT-HIB BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Act-HIB 10 microgram/0,5 ml, poeder en oplosmiddel voor injecteerbare oplossing Geconjugeerd Haemophilus influenzae type b vaccin Lees goed de hele
Nadere informatieStudietip Protocol : glycemie bepalen met digitale glucometer. Protocol optrekken insuline
Leerdoelen i Na het doorwerken van dit hoofdstuk kan je: Op vlotte en nauwkeurige wijze verschillende soorten insulines voorbereiden en toedienen Aangeven en demonstreren hoe een glucometer moet gebruikt
Nadere informatieBIJSLUITER Vaxxitek HVT+IBD Suspensie en solvent voor suspensie voor injectie
BIJSLUITER Vaxxitek HVT+IBD Suspensie en solvent voor suspensie voor injectie 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
Nadere informatieVOORBEREIDING VOOR HET MEDISCH CONSULT DOOR HET CLB IN HET 3de JAAR SO EN 15-JARIGEN IN HET BUITENGEWOON ONDERWIJS
VOORBEREIDING VOOR HET MEDISCH CONSULT DOOR HET CLB IN HET 3de JAAR SO EN 15-JARIGEN IN HET BUITENGEWOON ONDERWIJS Dokter, mag ik eens iets vragen? Het medisch consult van het 3de jaar SO. Het onderzoek
Nadere informatieNIMENRIX poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Product NIMENRIX poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit Farmaceutisch bedrijf (PFIZER) Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Nimenrix poeder en oplosmiddel voor
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Act-HIB 10 microgram/0,5 ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (Geconjugeerd) Haemophilus influenzae type b vaccin Lees goed de hele bijsluiter
Nadere informatieKinkhoest en zwangerschap
Kinkhoest en zwangerschap www.jijwij.nl Kinkhoest is een besmettelijke ziekte van de luchtwegen die vooral gevaarlijk is voor niet of onvolledig gevaccineerde baby s. Daarom maakt kinkhoestvaccinatie al
Nadere informatie1. Het vaccineren van asielzoekers, wie vaccineert wie en wanneer 2. Wie registreert de vaccinatiegegevens van asielzoekers en wanneer
Methodiek Leidraad Logo s voor het implementeren en coördineren van het vaccineren van moeilijk te bereiken groepen: asielzoekers (vs. 3/12/2015) in Vlaanderen Doelstelling: Ervoor zorgen dat asielzoekers
Nadere informatieHet staal en deze vragenlijst zullen volgens afspraak, later bij u thuis opgehaald worden.
Toestemmingsformulier tot deelname aan het onderzoek naar persistente organische stoffen (POPs) in moedermelk gecoördineerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) Studie uitgevoerd in samenwerking
Nadere informatieInformatie over het toedienen van insuline
Informatie over het toedienen van insuline Persoonlijk spuitschema van : zonder/met huidplooi loodrecht/schuin buik: (tijdstip) been: (tijdstip) bil: (tijdstip) arm: (tijdstip) 4/5/6 mm naald De diabetesverpleegkundige
Nadere informatiePatiënteninformatie. Vaccinaties bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa
Patiënteninformatie Vaccinaties bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa Inhoud Inleiding... 3 Moet ik mij laten vaccineren?... 3 NIET LEVENDE VACCINS (mogen altijd toegediend worden)... 4 Influenza
Nadere informatieOpdracht 4b: DOSSIERBESPREKING
Opdracht 4b: DOSSIERBESPREKING Namen: Maike de Groot & Mirthe van Loon Gegevens Mirthe: Groep: LV11-4AMC3 Studentnummer: 500527396 Stage afdeling: Docent begeleidster: Werkbegeleiders: Algemene interne,
Nadere informatieBescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma
Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waar tegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT - 1 - 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL NOBILIS NEWCAVAC 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis van 0,5 ml: Actieve substantie(s)
Nadere informatieInhaalvaccinaties: aanbeveling versus casuistiek
Referenties Hoge Gezondheidsraad vaccinatiefiche HGR 9111 Inhaalvaccinaties: aanbeveling versus casuistiek Dr Heidi Theeten Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties Vaccin en Infectieziekten Instituut
Nadere informatieUstekinumab. (Stelara )
Ustekinumab (Stelara ) Inhoud Inleiding 3 Wanneer wordt ustekinumab gebruikt en hoe werkt het? 3 Hoe wordt het gebruikt? 3 Mogelijke bijwerkingen 4 Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid 5 Andere
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN 1. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL Pentofel 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis van 1 ml : Actieve bestanddelen Geïnactiveerd kattenziekte
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER, 25 microgram / dosis, oplossing voor injectie Polyoside buiktyfusvaccin Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u of uw kind wordt gevaccineerd want
Nadere informatiePrikje met de juiste naald? Belangrijke punten bij toedienen van vaccins. Injectie route PRIKJE MET DE JUISTE NAALD 14/02/2014. Toedienen van vaccins
Prikje met de juiste naald? Belangrijke punten bij toedienen van vaccins Linda Diggle PhD Head of Healthcare Programmes Dept Volksgezondheid Jersey, Channel Islands Toedienen van vaccins Injectie route
Nadere informatieE-GOV en GEZONDHEIDSBELEID
E-GOV en GEZONDHEIDSBELEID DE VACCINATIEDATABANK Dr. Erwin Van Kerschaver Wetenschapellijk adviseur-hoofdarts Kwaliteitsconferentie 12-11-2003 K&G MISSIE ANNO 2000 Kind en Gezin wil, samen met haar partners,
Nadere informatie1. WAT IS TYPHERIX EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?
BIJSLUITER p. 1 / 6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER TYPHERIX Oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit Polysaccharide buiktyfusvaccin Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit vaccin
Nadere informatieProf. Pierre Van Damme, mijn promotor, die mij steunde bij de keuze van mijn onderwerp en met zijn expertise op het gebied van vaccinaties.
Dankwoord De uitvoering van dit project zou niet mogelijk zijn geweest zonder de onbaatzuchtige inzet van volgende personen, die mijn waardering en dank verdienen: Prof. Pierre Van Damme, mijn promotor,
Nadere informatieInformatiebrochure voor patienten met diabetes type I
Informatiebrochure voor patienten met diabetes type I Injecteren van insuline. De insuline wordt subcutaan toegediend. Om insuline toe te dienen hebt u insulineflacons en insulinespuiten of pennen nodig.
Nadere informatieKinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen
Samenvatting Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen Kinkhoest is een gevaarlijke ziekte voor zuigelingen en jonge kinderen. Hoe jonger het kind is, des te vaker zich restverschijnselen
Nadere informatievaccinatierapport 2009
vaccinatierapport 2009 Ingrid Testelmans, Stafmedewerker Databeheer preventieve gezinsondersteuning (PGO) Bea Buysse wetenschappelijk adviseur Inhoudsopgave INLEIDING EN SITUERING... 4 SCHEMA VAN DE AANBEVOLEN
Nadere informatieZachte en veilige injecties Tips en trucs voor het injecteren van insuline
Zachte en veilige injecties Tips en trucs voor het injecteren van insuline Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife. Tip 1 De pennaald die past Om de insuline goed te kunnen doseren, is het essentieel
Nadere informatieIntramusculaire injectiemethode
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Injecteren 9 Intramusculaire injectiemethode Bij intramusculaire injecties vindt de inspuiting (injectie) plaats in spierweefsel. De vloeistof
Nadere informatieMS Semen Storage Pro
MS Semen Storage Pro 150 4508425 NL MS Semenstorage PRO 150 Gebruiksaanwijzing... 3 4508425/11-01-2016/F Inhoud MS Semen Storage Pro 150... 1 Bepalingen... 3 Introductie... 4 MS Semen Storage... 5 Aanbevelingen...
Nadere informatieInformatiebrief voor ouders
Informatiebrief voor ouders Titel van het onderzoek Eerste vaccinatie van prematuur geboren kinderen
Nadere informatieSTAMARIL PASTEUR poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie Gestabiliseerd, verzwakt levend vaccin tegen gele koorts
BIJSLUITER Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens dit geneesmiddel te gebruiken. - Bewaar deze bijsluiter, misschien heeft u hem nog een keer nodig. - In geval van twijfel of aanvullende vragen,
Nadere informatieELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË
Amendement van het eliminatieplan voor mazelen in België ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Oktober 2006 Comité voor de eliminatie van mazelen en rubella in België INLEIDING In het nieuw `Strategisch plan
Nadere informatieVaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma
Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar Rijksvaccinatieprogramma Rond de vierde verjaardag krijgt je kind zijn of haar vijfde inenting tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP). Het Rijksvaccinatieprogramma
Nadere informatieRichtlijn Cold Chain Voor uitvoerende instellingen van het Rijksvaccinatieprogramma
Richtlijn Cold Chain Voor uitvoerende instellingen van het Rijksvaccinatieprogramma RIVM DVP versie april 2015 Pagina 1/8 Inhoud 1. Taken RIVM DVP ten aanzien van vaccinvoorziening 2. Houdbaarheid van
Nadere informatieZacht en veilig injecteren. Tips en trucs voor het injecteren van insuline.
Zacht en veilig injecteren. Tips en trucs voor het injecteren van insuline. Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife. Zacht en veilig injecteren Correcte injectietechniek De insuline wordt in het onderhuidse
Nadere informatie5 JAAR HPV-VACCINATIE IN VLAANDEREN
5 JAAR HPV-VACCINATIE IN VLAANDEREN Dr. Geert Top Infectieziektebestrijding en vaccinatie 5 JAAR HPV-VACCINATIEPROGRAMMA IN VLAANDEREN Kader en start vaccinatieprogramma Methode Resultaten Discussie Conclusies
Nadere informatieMeningitec suspensie voor injectie in voorgevulde spuit Meningokokken serogroep C oligosaccharide conjugaatvaccin (geadsorbeerd)
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Meningitec suspensie voor injectie in voorgevulde spuit Meningokokken serogroep C oligosaccharide conjugaatvaccin (geadsorbeerd) Lees goed de hele bijsluiter voordat
Nadere informatiePATIËNTENINFO. Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het schema van Kind en Gezin KINDERAFDELING
PATIËNTENINFO Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het schema van Kind en Gezin KINDERAFDELING Inhoud Beste ouder 1 Vaccinatie tegen meningokokken type B...4 Adviezen van de Hoge Gezondheidsraad...5 Kostprijs...5
Nadere informatieBescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma
Bescherm je kind tegen infectieziekten Rijksvaccinatieprogramma Bescherm je kind tegen ernstige infectieziekten Bijna alle kinderen in Nederland worden gevaccineerd tegen ernstige infectieziekten. Daarom
Nadere informatieGAMMANORM 165 mg/ml oplossing voor injectie. Humaan normaal immunoglobuline
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER GAMMANORM 165 mg/ml oplossing voor injectie. Humaan normaal immunoglobuline Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit
Nadere informatieZypAdhera. Informatie bestemd voor professionelen uit de gezondheidszorg en verpleegkundigen Risicobeleidsplan
De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel ZypAdhera. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie
Nadere informatieB ijsluiter NL P arvosuin - MR B. BIJSLUITER 1
B. BIJSLUITER 1 PARVOSUIN- MR Geïnactiveerd vaccin tegen parvovirose en vlekziekte bij varkens. 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK
Nadere informatieGolimumab (Simponi ) Bij colitis ulcerosa. Informatiefolder. NNIC folder Golimumab uitgave november 2014
Golimumab (Simponi ) Bij colitis ulcerosa Informatiefolder NNIC folder Golimumab uitgave november 2014 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen en MDL artsen binnen respectievelijk
Nadere informatieClexane : gebruik na een chirurgische ingreep. informatie voor patiënten
Clexane : gebruik na een chirurgische ingreep informatie voor patiënten INLEIDING Het is mogelijk dat u tijdens uw verblijf op de dienst traumatologie het geneesmiddel Clexane kreeg toegediend. De dosis
Nadere informatieKinkhoest vaccinatie. Ann Buyens. 16 november 2013
Kinkhoest vaccinatie Ann Buyens 16 november 2013 Kinkhoest Gramnegatieve coccobacillus Species: Bordetella pertussis, Bordetella parapertussis, Bordetella bronchiseptica, Bordetella avium, Bordetella hinzii,
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL ANTI-TETANUSSERUM 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Kwalitatief is een gezuiverd gemengd antiserum bekomen van
Nadere informatieZacht en veilig spuiten. Tips en trucs voor het injecteren van insuline.
Zacht en veilig spuiten. Tips en trucs voor het injecteren van insuline. Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife. Zacht en veilig spuiten Correcte injectietechniek De insuline wordt in het onderhuidse
Nadere informatiePatiënteninformatie. Behandeling met Adalimumab (Humira )
Patiënteninformatie Behandeling met Adalimumab (Humira ) Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 3 Werking van Adalimumab (Humira )... 3 Toedieningswijze... 4 Mogelijke bijwerkingen... 5 Vaccinaties... 6 Zwangerschap...
Nadere informatiePATIËNTENHANDLEIDING VOOR ZELFINJECTIE
De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel STRENSIQ. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie
Nadere informatieInformatie voor ouders over inenten tegen Rotavirus
Informatie voor ouders over inenten tegen Rotavirus De Gezondheidsraad adviseert om kwetsbare kinderen te vaccineren tegen de gevolgen van een darminfectie met het rotavirus. Het vaccin zit nog niet in
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN.2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN.1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL IMOVAX POLIO, Suspensie voor injectie Geïnactiveerd poliomyelitisvaccin..2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis van 0,5
Nadere informatieAanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema
kindergeneeskunde informatiebrochure Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema Inhoudstafel 1. Inleiding 4 2. Vaccinatie tegen meningococcen B 4 3. Vaccinatie tegen Varicella (windpokken) 5
Nadere informatie