Belfius Plan Medium, Fund of Funds

Transcriptie

1 Belfius Plan Medium, Fund of Funds FCP GBF Rapport semi-annuel au 30 avril 2013 Halfjaarverslag op 30 april 2013 Fonds commun de placement de droit belge, à nombre variable de parts Catégorie Instruments financiers et liquidités Openbaar gemeenschappelijk beleggingsfonds naar Belgisch recht met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Categorie Financiële instrumenten en liquide middelen

2 FCP GBF Rapport semi-annuel au 30 avril 2013 Halfjaarverslag op 30 april 2013 Aucune souscription ne peut être acceptée sur la base du présent rapport. Les souscriptions ne sont valables que si elles sont effectuées après la remise à titre gratuit du prospectus ou du document d informations clés pour l investisseur. Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig indien ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van het prospectus of het document met essentiële beleggersinformatie.

3 INFORMATIONS GENERALES SUR LA SOCIETE D INVESTISSEMENT 1. ORGANISATION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF INFORMATIONS GENERALES SUR LA SOCIETE D INVESTISSEMENT 1. ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING 1.1. Date de constitution du Fonds commun de Placement 1.1. Oprichtingsdatum van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds 19 mai mei Type de gestion Fonds commun de Placement ayant désigné une Société de gestion, conformément à l article 11 1 er de la loi Société de gestion Avenue des Arts, Bruxelles Conseil d Administration de la Société de gestion Président Naïm ABOU-JAOUDE Président du Comité Exécutif Administrateurs passifs Jean-Yves MALDAGUE Président du Comité de Direction Luxembourg Membre du Comité Exécutif Daniel GILLET Administrateur indépendant Administrateurs actifs Tanguy DE VILLENFAGNE Membre du Comité Exécutif Il exerce également les activités suivantes : Président du Comité de Direction Belgium Helena COLLE Conseiller du Comité Exécutif Elle exerce également les activités suivantes : Membre du Comité de Direction Belgium Mandats d administrateurs dans différents OPC Vincent HAMELINK Membre du Comité Exécutif Il exerce également les activités suivantes : Membre du Comité de Direction Belgium Mandats d administrateurs dans différents OPC 1.2. Beheertype Gemeenschappelijk Beleggingsfonds die, overeenkomstig artikel 11 1 van de wet, een Beheervennootschap heeft aangesteld Beheervennootschap Kunstlaan, Brussel Raad van Bestuur van de Beheervennootschap Voorzitter Naïm ABOU-JAOUDE Voorzitter van het Uitvoerend Comité Passieve bestuurders Jean-Yves MALDAGUE Voorzitter van het Directiecomité Luxembourg Lid van het Uitvoerend Comité Daniel GILLET Onafhankelijk bestuurder Actieve bestuurders Tanguy DE VILLENFAGNE Lid van het Uitvoerend Comité Hij oefent tevens volgende functies uit : Voorzitter van het Directiecomité Belgium Helena COLLE Raadgever van het Uitvoerend Comité Zij oefent tevens de volgende functies uit : Lid van het Directiecomité Belgium Bestuursmandaten in diverse ICB s Vincent HAMELINK Lid van het Uitvoerend Comité Hij oefent tevens de volgende functies uit : Lid van het Directiecomité Belgium Bestuursmandaten in diverse ICB s 3

4 1. ORGANISATION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 1. ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Myriam VANNESTE Global Head of Distribution Elle exerce également les activités suivantes : Membre du Comité de Direction Belgium Mandats d administrateurs dans différents OPC Henric VAN WEELDEN Membre du Comité Exécutif Il exerce également les activités suivantes : Membre du Comité de Direction Belgium Commissaire de la Société de Gestion Deloitte Réviseurs d entreprises / Bedrijfsrevisoren S.C. s.f.d. S.C.R.L., dont les représentants permanents sont Messieurs Bernard De Meulemeester et Bart Dewael Berkenlaan 8b 1831 Diegem 1.4. Commissaire Deloitte Réviseurs d entreprises / Bedrijfsrevisoren S.C. s.f.d. S.C.R.L., dont le représentant permanent est Monsieur Maurice Vrolix Berkenlaan 8b 1831 Diegem 1.5. Promoteur(s) Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Avenue des Arts, Bruxelles 1.6. Dépositaire Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles 1.7. Gestion financière du portefeuille Avenue des Arts, Bruxelles 1.8. Gestion administrative et comptable RBC Investor Services Belgium S.A. Place Rogier Bruxelles Pour certaines fonctions de l administration liées à l activité d Agent de Transfert : Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Les fonctions de l administration liées à l activité de Montage sont assurées par la Société de Gestion. Myriam VANNESTE Global Head of Distribution Zij oefent tevens de volgende functies uit : Lid van het Directiecomité Belgium Bestuursmandaten in diverse ICB s Henric VAN WEELDEN Lid van het Uitvoerend Comité Hij oefent tevens volgende functies uit : Lid van het Directiecomité Belgium Commissaris van de Beheervennootschap Deloitte Bedrijfsrevisoren / Réviseurs d entreprises B.V. o.v.v.e. C.V.B.A., vast vertegenwoordigd door de heer Bernard De Meulemeester en de heer Bart Dewael Berkenlaan 8b 1831 Diegem 1.4. Commissaris Deloitte Bedrijfsrevisoren / Réviseurs d entreprises B.V. o.v.v.e. C.V.B.A., vast vertegenwoordigd door de heer Maurice Vrolix Berkenlaan 8b 1831 Diegem 1.5. Promotor(s) Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel Kunstlaan, Brussel 1.6. Bewaarder Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel 1.7. Financieel portefeuillebeheer Kunstlaan, Brussel 1.8. Administratief en boekhoudkundig beheer RBC Investor Services Belgium N.V. Rogierplein Brussel Voor bepaalde functies van de administratie verbonden aan de activiteit van Transferagent : Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel De functies van de administratie verbonden aan de activiteit van Montage worden door de Beheervennootschap verzekerd. 4

5 1. ORGANISATION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 1. ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) 1.9. Service financier Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Distributeur(s) Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Classe(s) d action Compartiment Belfius Plan Medium, Fund of Funds Classe C (Capitalisation) 1.9. Financiële dienst Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel Distributeur(s) Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel Aandelenklasse(n) Compartiment Belfius Plan Medium, Fund of Funds Klasse C (Kapitalisatie) 5

6 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING Mesdames, Messieurs, Nous avons l honneur de vous présenter les comptes semi-annuels arrêtés au 30 avril 2013 du Fonds commun de Placement Belfius Plan Medium «Funds of Funds» Date de lancement du compartiment et prix de souscription des parts Le Fonds commun de Placement a été lancé le 7 juin La période de souscription initiale a été fixée du 7 mai au 7 juin 1998 et le prix de souscription initial à 247,89 EUR Cotation en bourse Non applicable Information aux actionnaires Belfius Plan Medium «Fund of Funds» (ex-cordius Medium Risk) est un Fonds commun de Placement belge à nombre variable de parts, conformément à la loi du 3 août 2012 relative à certaines formes de gestion collectives de portefeuille d investissement. Ce «Fund of Funds» est un organisme de placement collectif en valeurs mobilières et liquidités soumis aux dispositions de l article 7 alinéa 1, 2 de la susdite loi et à ses arrêtés royaux d exécution. Le «Règlement de Gestion» de ce fonds a été déposé auprès de l Autorité des Services et Marchés Financiers. L objectif du fonds réside dans la composition d un portefeuille diversifié de parts d autres organismes de placement du type ouvert Vue d ensemble des marchés Pendant l été 2012, la dégradation des perspectives d exportations comme celle des commandes de biens d équipement aux États-Unis devient inquiétante. Pourtant, anticipant un troisième plan d assouplissement quantitatif de la Réserve fédérale, la Bourse entame une remontée. La consommation des ménages résiste toutefois et le rythme des créations d emplois s accélère. De plus, les excès du marché de l immobilier résidentiel semblent être résorbés : les mises en chantiers se redressent et les prix se stabilisent. Le ralentissement de l économie mondiale pèse néanmoins sur les exportations américaines et l investissement productif fléchit. Malgré un dernier trimestre particulièrement faible la croissance aura été voisine de 2 en moyenne sur l année et le S&P 500 aura progressé de 13, les taux à 10 ans revenant eux à 1,75. Début 2013, après une amélioration au premier trimestre des enquêtes auprès des entreprises (secteur des services à 55,2 et secteur manufacturier à 52,9 en moyenne au premier trimestre), les enquêtes ISM pointent en avril vers un léger ralentissement dans le secteur manufacturier (50,7) comme dans celui des services (53,1). Toutefois, le marché du travail reste bien orienté sur les premiers mois de l année avec une moyenne de près de créations d emplois permettant à la masse salariale d accélérer (+4 en rythme annuel sur les trois derniers mois). Sur la deuxième partie de l année 2012, l évolution des indices boursiers de la zone euro va être sans rapport avec celle de la conjoncture : alors que cette dernière se détériore, la Bourse va progresser de presque 25. Cette divergence s explique pour une bonne part par la déclaration, faite fin juillet par Mario Draghi, annonçant que la Banque centrale européenne (BCE) fera «tout ce qu il faut» pour sauver l euro. La validation du Mécanisme Européen de Stabilité par la Cour constitutionnelle Dames, Heren, Wij hebben het genoegen het halfjaarverslag per 30 april 2013 van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds Belfius Plan Medium «Funds of Funds» aan de aandeelhouders voor te leggen Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds werd gelanceerd op 7 juni De initiële inschrijvingsperiode liep van 7 mei t.e.m. 7 juni 1998 en de inschrivingsprijs bedroeg 247,89 EUR Beursnotering Niet van toepassing Informatie aan de aandeelhouders Belfius Plan Medium «Fund of Funds» (ex-cordius Medium Risk) is een Belgisch Gemeenschappelijk Beleggingsfonds met een veranderlijk aantal rechten van deelneming, volgens de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuille. Deze «Fund of Funds» is een gemeenschappelijk beleggingsfonds, volgens de categorie effecten en liquiditeiten, onderworpen aan de bepalingen van het artikel 7 alinéa 1, 2 van de bovenvermelde wet en zijn uitvoeringsbesluiten. Het «Beheerreglement» van dit fonds werd neergelegd bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten. De doelstelling van het fonds bestaat erin een gediversifieerde portefeuille samen te stellen van rechten van deelneming van andere beleggingsinstellingen van het open type Algemeen overzicht van de markten In de zomer van 2012 werd de verslechtering van de exportvooruitzichten, onder andere die voor kapitaalgoederen in de Verenigde Staten, verontrustend. Nochtans begon de beurs aan een opwaartse klim, vooruitlopend op een derde kwantitatief versoepelingsplan van de Fed. De gezinsconsumptie hield stand en de werkgelegenheidsgroei versnelde. Bovendien leken de overschotten van de woonhuizenmarkt weggewerkt : het aantal nieuwe werven nam toe en de prijzen stabiliseerden zich. De vertraging van de wereldeconomie zette echter de Amerikaanse export onder druk en de productie-investeringen begonnen te dalen. Ondanks de bijzonder zwakke prestaties in het laatste kwartaal schommelde de gemiddelde groei op jaarbasis rond 2, terwijl de S&P vooruitgang boekte en de 10-jaarsrente terugkeerde naar 1,75. Na een verbetering van de cijfers van de enquêtes bij de bedrijven tijdens het eerste kwartaal van 2013 (gemiddeld 55,2 voor de dienstensector en 52,9 voor de verwerkende nijverheid) wezen de ISM-cijfers in april op een lichte vertraging voor de verwerkende nijverheid (50,7) en voor de diensten (53,1). De arbeidsmarkt bleef de eerste maanden van het jaar echter in goeden doen met een gemiddelde schepping van bijna banen, waardoor de loonmassa omhoog kon gaan (+4 op jaarbasis over de laatste drie maanden). In het tweede deel van 2012 stond de evolutie van de beursindexen in de eurozone los van die van de conjunctuur : de beurs boekte bijna 25 terreinwinst, terwijl de conjunctuur verslechterde. Deze tegenstrijdigheid kon voor een goed deel worden verklaard door de aankondiging, eind juli, van Mario Draghi «dat de Europese Centrale Bank (ECB) alles in het werk zou stellen om de euro te redden». De bekrachtiging van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) door het Duitse 6

7 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) allemande et la mise en place du programme annoncé d achats d obligations (OMT) ont nettement réduit la probabilité d un scénario catastrophe dans la zone euro. La dégradation de la conjoncture se poursuit néanmoins et gagne le «cœur» de la zone euro : au quatrième trimestre l activité se contracte fortement et, en moyenne sur l année, le PIB aura baissé de 0,5 alors que la Bourse aura connu une hausse de 13. Bien que la paralysie politique dans laquelle se trouve l Italie après les élections de fin février 2013, ne peut qu inquiéter, les tensions sur le marché des obligations italiennes restent contenues. Surtout, l absence de contagion aux autres pays en difficulté l Espagne en particulier témoigne de la crédibilité du mécanisme (OMT) mis en place. En conclure que la crise que traverse la zone euro est terminée semble toutefois prématuré. En effet, alors que les écarts d évolution ont été grandissants entre pays du «centre» et de la «périphérie» depuis plusieurs années, le risque est qu aujourd hui, ces écarts se creusent entre pays du «centre»... fragilisant plus encore l ensemble de la zone... l activité au premier trimestre 2013 se contractant de 0,2 et ce pour le sixième trimestre consécutif. Enfin, les autorités européennes ont récemment accepté de retarder le retour du déficit vers 3 du PIB dans certains pays de la zone euro. L effort de réduction du déficit structurel reste néanmoins trop élevé. En France, par exemple, malgré un retour à 3 repoussé à 2015 (au lieu de 2013), la restriction budgétaire s est accentuée en 2013 et devrait être maintenue à un niveau élevé en A l exception notable de l Allemagne, la politique budgétaire reste ainsi très restrictive dans la plupart des pays de la zone euro. grondwettelijk hof en de invoering van het aangekondigde obligatieaankoopprogramma (OMT) hebben duidelijk de kans op een rampscenario in de eurozone verkleind. De conjunctuurverslechtering hield niettemin aan en bereikte ook de kern van de eurozone : de activiteit in het vierde kwartaal kromp sterk en het bbp daalde met gemiddeld 0,5 op jaarbasis, terwijl de beurs het 13 beter deed. Ook al zorgde de politieke patstelling in Italië na de verkiezingen van eind februari 2013 voor onrust, de spanning op de Italiaanse obligatiemarkt bleef beperkt. Vooral het feit dat andere landen in moeilijkheden met name Spanje buiten schot bleven, bewees de geloofwaardigheid van het ingevoerde mechanisme (OMT). Het lijkt evenwel voorbarig om hieruit te besluiten dat de crisis in de eurozone daarmee is bezworen. Terwijl de verschillen in ontwikkeling tussen de kernlanden en de perifere landen al meerdere jaren toenemen, bestaat vandaag het risico dat de kernlanden onderling uit elkaar gaan groeien, waardoor de hele zone nog kwetsbaarder zou worden. Tijdens het eerste kwartaal van 2013 liep de activiteit terug met 0,2, en dat voor het zesde kwartaal op rij. Ten slotte hebben de Europese overheden recent bepaalde landen van de eurozone uitstel gegeven om het overheidstekort opnieuw te beperken tot maximaal 3 van het bbp. De inspanning om het structurele tekort te beperken, blijft echter te groot. Hoewel het overheidstekort in Frankrijk bijvoorbeeld pas in 2015 opnieuw beperkt zal worden tot 3 (in plaats van in 2013), werden de budgettaire beperkingen in 2013 opgeschroefd en zullen deze zich ook in 2014 laten voelen. Met uitzondering van Duitsland blijft het budgettaire beleid in de meeste landen van de eurozone hiermee erg restrictief Objectif et lignes de force de la politique de placement Objectif du compartiment L objectif du fonds est de faire bénéficier l investisseur de l évolution des marchés d actions et d obligations au travers d un portefeuille d Organismes de Placement Collectif (OPC) sélectionnés par le gestionnaire sur base de la stabilité et de la pérennité de leurs performances relatives à l univers de gestion. Le fonds mettra l accent sur un équilibre entre les investissements en OPC d obligations et en OPC d actions Doel en krachtlijnen van het h beleggingsbeleid Doel van het compartiment Het fonds heeft als doel de belegger te laten profiteren van de evolutie van aandelen- en obligatiemarkten en dit via een portefeuille met Instellingen voor Collectieve Beleggingen (ICB) die door de beheerder worden geselecteerd op basis van de stabiliteit en bestendigheid van hun rendementen in verhouding tot het beleggingsuniversum. Het fonds zal de nadruk leggen op een evenwicht in de beleggingen in obligatie ICB s en in aandelen ICB s Politique de placement du compartiment Beleggingsbeleid van het compartiment Catégories d actifs autorisés : Categorieën van toegelaten activa : Les actifs de ce fonds seront investis principalement en parts d autres OPC de type ouvert. Les actifs du fonds pourront également être investis accessoirement au travers des autres catégories d actifs mentionnées dans le règlement de gestion. Ainsi, à titre accessoire, les actifs pourront, par exemple, être placés en instruments du marché monétaire, dépôts et/ou liquidités. Opérations sur instruments financiers dérivés autorisées : Le fonds pourra également avoir recours, dans le respect des règles légales en vigueur, à l utilisation de produits dérivés ; comme par exemple des options, des futures et des opérations de change à terme et ce, tant dans un but d investissement que dans un but de couverture. L investisseur doit être conscient du fait que ces types de produits dérivés sont plus volatils que les produits sous-jacents. Stratégie particulière : Le Fonds sera investi principalement en parts d autres organismes de placement collectif de la gamme Dexia De activa van dit fonds zullen voornamelijk worden belegd in rechten van deelneming van andere ICB s van het open type. De activa van dit fonds kunnen eveneens bijkomstig belegd worden in de andere categorieën van activa die vermeld staan in het beheerreglement. Zo kunnen de activa bijkomstig belegd worden in bijvoorbeeld geldmarktinstrumenten, deposito s en/of liquide middelen. Toegelaten derivatentransacties: Met inachtneming van de geldende wettelijke regels, mag het fonds ook gebruikmaken van afgeleide producten zoals bijvoorbeeld opties, futures en wisselverrichtingen op termijn en dit zowel ter verwezenlijking van beleggingsdoelstellingen als ter risicodekking. De belegger moet zich bewust zijn van het feit dat dit soort afgeleide producten volatieler is dan de onderliggende instrumenten. Bepaalde strategie : Het fonds zal voornamelijk belegd worden in rechten van deelneming van andere instellingen voor collectieve beleggingen 7

8 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) investissant eux-mêmes essentiellement en actions et/ou valeurs mobilières assimilables aux actions, obligations et/ou valeurs mobilières assimilables telles que par exemple, obligations convertibles, obligations «investment grade», obligations à haut rendement, titrisations hypothécaires («mortgage-backed securities»), obligations liées à l inflation, etc, et/ou liquidités et instruments du marché monétaire. La part des actifs investie en OPC d actions pourra être, soit majoritaire, soit minoritaire et pourra être réduite fortement, voire être nulle, en fonction des attentes du gestionnaire quant à l évolution des marchés financiers et afin de réduire le risque pour l investisseur. En outre, le compartiment pourra investir une partie de ses actifs nets en OPC qui suivent eux-mêmes des stratégies spécifiques (tels que p.ex. matières premières, alternatives ou autres opportunités). Néanmoins, ces investissements seront toujours minoritaires. Tant les OPC détenus que les instruments financiers qui les composent pourront être libellés en toutes devises et feront ou non l objet d une couverture, en fonction des attentes du gestionnaire quant à l évolution du marché des changes. Les instruments financiers de ces OPC pourront être émis par des émetteurs des différentes régions du monde, en ce compris les pays émergents. Aucun organisme de placement collectif sélectionné ne représentera plus de 20 de l actif du Fonds. Les actifs pourront être détenus en toutes devises et feront ou non l objet d une couverture en fonction des attentes du gestionnaire quant à l évolution du marché des changes. Si la composition du portefeuille doit respecter des règles et limites générales prescrites par la loi ou le règlement de gestion, il n en reste pas moins qu une concentration de risques peut se produire dans des catégories d actifs plus restreintes. Caractéristiques des obligations et des titres de créance: Les valeurs à revenu fixe ou variable détenues par les OPC en position seront émises principalement par des émetteurs réputés de bonne qualité (investment grade : minimum BBB- et/ou Baa3 à l acquisition). Néanmoins, le fonds pourra détenir à titre accessoire des OPC investissant dans des obligations à haut rendement (rating inférieur à BBB- et/ou Baa3 à l acquisition). Les obligations des OPC en position seront principalement émises par des gouvernements, des institutions supranationales, le secteur public et/ou le secteur privé. Le gestionnaire pourra faire varier la duration globale du fonds dans une fourchette de 0 à 10 ans en fonction de ses attentes vis-à-vis de l évolution des taux d intérêt. La politique d investissement veille à assurer une diversification des risques du portefeuille. L évolution de la valeur nette d inventaire est toutefois incertaine car elle est soumise aux différents types de risque évoqués ci-dessous. Il peut en résulter une volatilité relativement importante de son cours. Description de la stratégie générale visant à couvrir le risque de change: Le fonds n a pas l intention de couvrir systématiquement l exposition au risque de change. Aspects sociaux, éthiques et environnementaux: La sélection des OPC n est pas particulièrement basée sur des critères sociaux, éthiques ou environnementaux Indice(s) et benchmark(s) Non applicable. uit het Dexia-gamma, die op hun beurt voornamelijk beleggen in aandelen en/of met aandelen gelijkgestelde effecten, obligaties en/of ermee gelijkgestelde effecten zoals bijvoorbeeld converteerbare obligaties, «investment grade»-obligaties, hoogrentende obligaties, geëffectiseerde hypothecaire leningen («mortgage-backed securities»), inflatiegelinkte obligaties, enz, en/of liquide middelen en geldmarktinstrumenten. Het gedeelte van de activa die in aandelen ICB s belegd wordt kan hetzij een meerderheid, hetzij een minderheid vertegenwoordigen en kan aanzienlijk worden verminderd, zelfs nul zijn, volgens de verwachtingen van de beheerder betreffende de evolutie van de financiële markten en om het risico voor de belegger te verkleinen. Daarenboven kan het compartiment een deel van zijn netto-activa beleggen in ICB s die zelf specifieke strategieën volgen (zoals bijvoorbeeld grondstoffen, alternatieve strategieën, of andere opportuniteiten). Niettemin zullen deze beleggingen steeds het kleinst zijn. Zowel de ICB s in portefeuille als de financiële instrumenten waaruit ze bestaan kunnen in alle munten uitgedrukt zijn en zijn al of niet gedekt, afhankelijk van de verwachtingen van de beheerder met betrekking tot de evolutie van de wisselmarkt. De financiële instrumenten van deze ICB s mogen uitgegeven worden door emittenten uit verschillende regio s ter wereld, ook uit groeilanden. Geen van de geselecteerde instellingen voor collectieve belegging maakt meer dan 20 uit van de activa van het Fonds. Het feit dat de samenstelling van de portefeuille weliswaar voldoet aan algemene, wettelijke en in het beheerreglement vermelde voorschriften en beperkingen, verhindert niet dat een risicoconcentratie kan ontstaan in bepaalde kleinere categorieën van activa. Kenmerken van de obligaties en schuldinstrumenten : De vastrentende of niet-vastrentende waarden in het bezit van de ICB s in portefeuille worden voornamelijk uitgegeven door emittenten met een erkende goede kwaliteit (investment grade : minimum BBB- en/of Baa3 op moment van aankoop). Het fonds mag aanvullend wel ICB s bevatten diebeleggen in hoogrentende obligaties (rating lager dan BBB- en/of Baa3 op moment van aankoop). De obligaties van de ICB s in portefeuille worden voornamelijk uitgegeven door overheden, supranationale instellingen, de openbare sector en/of de privé-sector. De beheerder kan de globale looptijd van het fonds doen schommelen in een vork van 0 tot 10 jaar, afhankelijk van zijn verwachtingen ten aanzien van de rente-evolutie. Het beleggingsbeleid is erop gericht de risico s van de portefeuille te spreiden. De evolutie van de netto-inventariswaarde is echter onzeker omdat ze onderworpen is aan de verschillende soorten risico s die hierna worden beschreven. Dit kan leiden tot een relatief hoge volatiliteit van de koers. Beschrijving van de algemene strategie ter dekking van het wisselrisico: Het fonds heeft niet de intentie om systematisch de blootstelling aan het wisselrisico in te dekken. Sociale, ethische en milieuaspecten: De selectie van de ICB s is niet specifiek gebaseerd op sociale, ethische of milieucriteria Index en benchmark Niet van toepassing. 8

9 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) 2.7. Politique suivie pendant l exercice Le redressement des marchés boursiers initié en juin 2012 s est poursuivi au cours du quatrième trimestre de Au début du dernier trimestre de l année, les investisseurs attendaient avec impatience les résultats des élections présidentielles aux États-Unis, l évolution des débats concernant le mur fiscal, ainsi que le versement d une nouvelle tranche d aide financière à la Grèce. Après un accord consistant à réduire la dette grecque de 40 milliards d euros et à faire diminuer, d ici 2020, le taux d endettement du pays à 124 du produit intérieur brut (au lieu de 120 ), les investisseurs ont peu à peu retrouvé leur appétit pour les risques et le traditionnel rally de fin d année a débuté. Après une fin d année 2012 étonnamment vigoureuse, les marchés d actions ont poursuivi leur embellie au cours du premier trimestre Les investisseurs ont, durant les premiers jours boursiers de l année, poussé un soupir de soulagement après l accord conclu entre les Démocrates et les Républicains à propos du mur fiscal qui menaçait d enfoncer l économie américaine dans une récession. En outre, des nouvelles encourageantes en provenance du secteur bancaire européen ont été enregistrées ; en effet, les premiers remboursements à la Banque centrale européenne des premiers LTRO (les crédits à bons marchés octroyés par la BCE au secteur bancaire) ont dépassé les attentes, ce qui démontre le regain de santé du secteur bancaire au cours de l année écoulée. De même, la reprise observée sur le marché des fusions et acquisitions - comme en témoigne notamment la reprise de Heinz par Warren Buffett - a eu un impact positif sur le moral des investisseurs. Ce n est qu à partir de la mi-février que la volatilité sur le marché d actions à nouveau quelque peu augmenté, entraînant dès lors une légère correction. La cause de ces turbulences était à nouveau à rechercher dans le monde politique ; alors que le Premier ministre espagnol Rajoy se dépêtrait dans un scandale de corruption et que les élections italiennes menaient à une impasse politique, Chypre échappait quant à elle de peu à une faillite. Tant les bourses américaines qu européennes enregistrent de belles performances, imitées en cela par le Nikkei au Japon, qui a été considérablement soutenu par la baisse du yen japonais. Les pays émergents n ont cependant pas pu profiter de l embellie sur les marchés boursiers, en raison principalement des performances en retrait de la bourse chinoise, qui était mise sous pression, non pas tant en raison de mauvais chiffres de croissance, mais plutôt en raison de la crainte du marché à propos de resserrement anticipé de la politique monétaire. Les marchés d obligations ont bien entamé 2013, après leur performance impressionnante de l année passée. Lors des premières semaines de l année, les taux espagnol mais aussi italien ont continué de baisser, tandis que le taux des pays du noyau dur a été mis sous pression. En préambule aux élections législatives italiennes nous n avons pas non plus connu de nouveau stress à propos de la problématique des dettes européennes grâce à la crédibilité dont jouit la Banque centrale européenne auprès des investisseurs. Dans le courant de mars, le taux allemand est toutefois retombé à 1,30, suite à l inclusion par de nombreux investisseurs d un peu plus de sécurité dans leur portefeuille. Au cours de la période, nous avons maintenu notre vision constructive envers les actifs à risque, de même qu une diversification prononcée de la composante obligataire, avec notamment des titres de créance émis par des pays émergents, des obligations à haut rendement et des obligations convertibles. Nous vous informons qu aucun dépassement de politique d investissement n a été constaté durant l exercice comptable Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Het vierde kwartaal van 2012 was een voortzetting van de rally op de aandelenmarkten die in juni 2012 was gestart. Beleggers keken bij de aanvang van het laatste kwartaal van het jaar ongeduldig uit naar de uitslag van de presidentiële verkiezingen in de Verenigde Staten, de ontwikkeling van de debatten rond de fiscale afgrond én de betaling van een nieuwe schijf financiële steun aan Griekenland. Na een akkoord om de Griekse schuld met 40 miljard euro terug te dringen en de schuldgraad van het land tegen 2020 te doen afnemen tot 124 van het bruto binnenlands product, in plaats van 120, kwam de risicoappetijt van de beleggers stilaan wat terug en vatte de traditionele eindejaarsrally aan. Na een verrassend sterk 2012, hebben de aandelenmarkten hun opmars ook in het eerste kwartaal van 2013 voorgezet. Beleggers reageerden tijdens de eerste beursdagen van het jaar opgelucht na het akkoord tussen de Democraten en Republikeinen over de fiscal cliff die de Amerikaanse economie in een recessie dreigde te duwen. Bovendien kwam er ook bemoedigend nieuws voor de Europese bankensector, aangezien de eerste terugbetalingen van de eerste LTRO s (goedkope kredieten van de ECB verleend aan de bankensector) aan de Europese Centrale Bank de verwachtingen overtroffen, wat aantoont dat de gezondheid van de bankensector er het afgelopen jaar is op vooruitgegaan. Ook de heropflakkering van de fusie- en overnamemarkt, met onder meer de overname van Heinz door Warren Buffett, had een positieve impact op het beleggerssentiment. Pas vanaf midden februari nam de volatiliteit op de aandelenmarkten opnieuw wat toe met een kleine correctie tot gevolg. Het was opnieuw de politiek die roet in het eten gooide. Terwijl de Spaanse Eerste Minister Rajoy in een corruptieschandaal terechtkwam en de Italiaanse verkiezingen tot een politieke impasse leidden, kon Cyprus maar net aan een faillissement ontsnappen. Zowel de Amerikaanse als de Europese beurzen zetten een goede prestatie neer, evenals de Japanse Nikkei die sterk werd ondersteund door de daling van de Japanse Yen. De groeilanden konden echter niet profiteren van het verbeterde marktsentiment, voornamelijk door de zwakkere prestatie van de Chinese beurs. Die kwam onder druk te staan, niet zozeer door slechte groeicijfers, maar wel door de vrees van de markt voor een vroegtijdige verstrakking van het monetaire beleid. Ook de obligatiemarkten hebben 2013 goed gestart, na de indrukwekkende prestatie over het afgelopen jaar. In de eerste weken van het jaar, viel zowel de Spaanse als de Italiaanse rente verder terug, terwijl de rente van de kernlanden onder druk kwam te staan. Ook naar aanloop van de Italiaanse parlementsverkiezingen kenden we geen nieuwe stress met betrekking tot de Europese schuldenproblematiek, dankzij de geloofwaardigheid die de Europese Centrale Bank geniet bij de belegger. In de loop van de maart viel de Duitse rente echter wel opnieuw terug tot 1,30, aangezien heel wat beleggers toch wat extra veiligheid in hun portefeuille opbouwden. Tijdens periode handhaafden we onze constructieve visie ten opzichte van risicovolle activa, alsook een sterke diversificatie van het obligatiegedeelte met onder meer schuldpapier uit de groeilanden, high yield en converteerbare obligaties. Er werd geen enkele beleggingsovertreding vastgesteld gedurende het boekjaar. 9

10 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) 2.8. Politique future Nous conservons une surpondération dans les catégories d actifs à risque : les chiffres macro-économiques affichent des signes de faiblesse, notamment dans la zone euro, où les données chiffrées économiques sont à nouveau décevantes. Aux États-Unis également, l élan économique s est quelque peu tassé, même si les chiffres demeurent encore conformes à notre pronostic de croissance pour S agissant des pays émergents, nous partons toujours de l hypothèse d une accélération de la croissance économique au cours du deuxième semestre de l année. Cette année encore, les banques centrales apporteront leur soutien aux actifs à risque. Le bilan de la banque centrale américaine continuera à augmenter, à tout le moins au premier semestre de l année, la banque centrale européenne étant prête à entrer en scène en cas de besoin. Dans l intervalle, la Banque du Japon continue à adopter des mesures de relance impressionnantes afin de créer de la croissance économique et de l inflation. Dans l intervalle, la valorisation des marchés boursiers demeure intéressante ; tant le rapport cours/bénéfice que le rapport cours/valeur comptable affichent un niveau relatif historiquement bas. Par ailleurs, le rendement des dividendes attendu pour les actions est sensiblement plus élevé, surtout si l on tient compte des taux d intérêt historiquement bas. Conclusion : Grâce aux efforts des banques centrales, à la valorisation positive et à l absence d optimisme excessif, les marchés d actions ont tout le loisir de poursuivre leur croissance. La poursuite de la reprise dépend toutefois principalement d une baisse continue de la prime de risque basée sur une confiance croissante envers les responsables politiques européens et une amélioration soutenue des fondamentaux. Au niveau régional, nous adoptons une position neutre par rapport aux États-Unis et aux pays émergents, une position de sous-pondération par rapport à la zone euro et de surpondération au Japon Toekomstig beleid We blijven overwogen in risicovolle activaklassen: De macro-economische cijfers vertonen tekenen van zwakte, in het bijzonder in de Eurozone waar de economische cijfers opnieuw teleurstellen. Ook in de Verenigde Staten is het economische momentum verzwakt, maar de cijfers zijn nog altijd in lijn met ons groeiscenario voor Wat betreft de groeilanden gaan we nog altijd uit van een versnelling van de economische groei in de tweede helft van het jaar. De centrale banken zullen ook dit jaar steun blijven geven aan risicovolle activa. De balans van de Amerikaanse centrale bank zal blijven toenemen, op z n minst in de eerste helft van het jaar, en de Europese centrale bank staat klaar om in te springen indien nodig. Intussen heeft ook de Bank of Japan uitgepakt met indrukwekkende stimulimaatregelen om economische groei en inflatie te creëren. Intussen blijft de waardering van de aandelenmarkten aantrekkelijk. Zowel de koerswinstverhouding als de koersboekverhouding zijn historisch relatief laag. Bovendien is het verwachte dividendrendement voor aandelen significant hoger, zeker gezien de historisch lage rentevoeten. Conclusie : Er is ruimte voor een verdere stijging van de aandelenmarkten dankzij de inspanningen van de centrale banken, de aantrekkelijke waardering en een gebrek aan overdreven optimisme. De voorzetting van de rally is echter voornamelijk afhankelijk van een verdere daling van de risicopremie op basis van een toenemend vertrouwen in de Europese beleidsmakers én een verdere verbetering van de fundamentals. Op regionaal vlak zijn we neutraal ten opzichte van de Verenigde Staten en de groeilanden, onderwogen in de Eurozone en overwogen in Japan. 10

11 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) 2.9. Classe de risque L indicateur synthétique de risque et de rendement est calculé, conformément aux dispositions du Règlement 583/2010, sur la base de la volatilité (les hausses et baisses de sa valeur) sur une période précédente de cinq ans.cet indicateur est disponible, dans sa version la plus récente, dans les informations clés pour l investisseur. Il classe le fonds sur une échelle allant de 1 à 7. Plus le fonds est situé haut sur l échelle, plus le rendement possible est élevé, mais plus le risque de perte est important également. Le chiffre le plus bas ne signifie pas que le fonds ne présente aucun risque, mais que comparé à des chiffres plus élevés, ce produit offre en principe un rendement plus faible mais aussi plus prévisible. Les principales limites de l indicateur sont les suivantes : l indicateur de risque est calculé à partir des données passées, qui ne préjugent en rien de l évolution future. En conséquence, le degré de risque pourra évoluer dans le temps. Même si le fonds se situe dans la catégorie de risque la plus basse, l investisseur peut subir des pertes car aucune catégorie n est totalement exempte de risque. Ce compartiment se situe en classe 5. LE CONSEIL D ADMINISTRATION 2.9. Risicoklasse De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening 583/2010 op basis van de volatiliteit (stijging en daling van de waarde) op een voorafgaande periode van 5 jaar. De meest recente versie is terug te vinden in de essentiële beleggersinformatie. De synthetische risico- en opbrengstindicator rangschikt het compartiment op een schaal van 1 tot 7. Hoe hoger het compartiment gerangschikt is op de schaal, hoe hoger de potentiële opbrengst is, maar bijkomend is het verliesrisico eveneens hoog. Het laagste cijfer betekent niet dat het fonds risicoloos is, maar dat in vergelijking met hogere cijfers het product in principe een lagere opbrengst zal bieden met een hogere voorspelbaarheid. De voornaamste beperkingen van de synthetische risico- en opbrengstindicator zijn dat de historische gegevens die worden gebruikt voor de berekening van deze indicator, niet altijd een betrouwbare indicatie vormen van de toekomstige evolutie. Aldus kan de risicocategorie in de tijd variëren. Zelfs indien het compartiment gerangschikt in de laagste categorie is, kan de belegger nog steeds verliezen incasseren want geen enkele categorie is totaal risicoloos. Het compartiment is ondergebracht in klasse 5. DE RAAD VAN BESTUUR 11

12 3. BILAN 3. BALANS 30/04/2013 EUR 30/04/2012 EUR TOTAL ACTIF NET TOTAAL NETTO ACTIEF , ,36 I. Actifs immobilisés I. Vaste activa 0,00 0,00 II. A. Frais d établissement et d organisation A. Oprichtings- en organisatiekosten 0,00 0,00 B. Immobilisations incorporelles B. Immateriële vaste activa 0,00 0,00 C. Immobilisations corporelles C. Materiële vaste activa 0,00 0,00 Valeurs mobilières, instruments du marché monétaire, OPC et instruments financiers dérivés II. Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB s en financiële derivaten , ,40 A. Obligations et autres titres de créance A. Obligaties en andere schuldinstrumenten 0,00 0,00 B. Instruments du marché monétaire B. Geldmarktinstrumenten 0,00 0,00 C. Actions et autres valeurs assimilables à des actions C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren 0,00 0,00 D. Autres valeurs mobilières D. Andere effecten 0,00 0,00 E. OPC à nombre variable de parts E. ICB s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming , ,96 F. Instruments financiers dérivés F. Financiële derivaten , ,44 a. Sur obligations a. Op obligaties 0,00 0,00 ii. Contrats à terme (+/-) ii. Termijncontracten (+/-) 0,00 0,00 j. Sur devises j. Op deviezen ,28 ( ,47) ii. Contrats à terme (+/-) ii. Termijncontracten (+/-) ,28 ( ,47) m. Sur indices financiers m. Op financiële indexen , ,91 i. Contrats d option (+/-) i. Optiecontracten (+/-) ( ,00) ,00 ii. Contrats à terme (+/-) ii. Termijncontracten (+/-) , ,91 n. Sur instruments financiers dérivés n. Op financiële derivaten 0,00 0,00 i. Contrats d option (+/-) i. Optiecontracten (+/-) 0,00 0,00 III. Créances et dettes à plus d un an III. Vorderingen en schulden op méér dan één jaar 0,00 0,00 A. Créances A. Vorderingen 0,00 0,00 B. Dettes B. Schulden 0,00 0,00 IV. Créances et dettes à un an au plus IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar ( ,99) ( ,55) A. Créances A. Vorderingen , ,80 a. Montants à recevoir a. Te ontvangen bedragen , ,23 d. Autres d. Andere 1 679, ,57 B. Dettes B. Schulden ( ,71) ( ,35) a. Montants à payer (-) a. Te betalen bedragen (-) ( ,55) ( ,01) e. Autres (-) e. Andere (-) ( ,16) ( ,34) V. Dépôts et liquidités V. Deposito s en liquide middelen , ,56 A. Avoirs bancaires à vue A. Banktegoeden op zicht , ,56 B. Avoirs bancaires à terme B. Banktegoeden op termijn 0,00 0,00 C. Autres C. Andere 0,00 0,00 VI. Comptes de régularisation VI. Overlopende rekeningen ( ,17) ( ,05) A. Charges à reporter A. Over te dragen kosten 0,00 0,00 B. Produits acquis B. Verkregen opbrengsten 1 042, ,45 C. Charges à imputer (-) C. Toe te rekenen kosten (-) ( ,22) ( ,50) D. Produits à reporter (-) D. Over te dragen opbrengsten (-) 0,00 0,00 TOTAL CAPITAUX PROPRES TOTAAL EIGEN VERMOGEN , ,36 A. Capital A. Kapitaal , ,41 B. Participations au résultat B. Deelneming in het resultaat ,91 ( ,71) C. Résultat reporté C. Overgedragen resultaat 0,00 0,00 D. Résultat de l exercice (du semestre) D. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) , ,66 12

13 4. POSTES HORS BILAN 4. POSTEN BUITEN-BALANSTELLING 30/04/2013 EUR 30/04/2012 EUR I. Sûretés réelles (+/-) I. Zakelijke zekerheden (+/-) ,05 0,00 II. III. IV. A. Collateral (+/-) A. Collateral (+/-) ,05 0,00 b. Liquidités/dépôts b. Liquide middelen / deposito s ,05 0,00 B. Autres sûretés réelles B. Andere zakelijke zekerheden (+/-) 0,00 0,00 Valeurs sous-jacentes des contrats d option et des warrants (+) II. Onderliggende waarden van optiecontracten en warrants (+) , ,00 A. Contrats d option et warrants achetés A. Gekochte optiecontracten en warrants , ,00 B. Contrats d option et warrants vendus B. Verkochte optiecontracten en warrants , ,00 Montants notionnels des contrats à terme (+) III. Notionele bedragen van de termijncontracten (+) , ,56 A. Contrats à terme achetés A. Gekochte termijncontracten , ,89 B. Contrats à terme vendus B. Verkochte termijncontracten , ,67 Montants notionnels des contrats de swap (+) IV. Notionele bedragen van de swapcontracten (+) 0,00 0,00 A. Contrats de swap achetés A. Gekochte swapcontracten 0,00 0,00 B. Contrats de swap vendus B. Verkochte swapcontracten 0,00 0,00 V. Montants notionnels d autres instruments financiers dérivés (+) V. Notionele bedragen van andere financiële derivaten (+) 0,00 0,00 A. Contrats achetés A. Gekochte contracten 0,00 0,00 B. Contrats vendus B. Verkochte contracten 0,00 0,00 VI. Montants non appelés sur actions VI. Niet-opgevraagde bedragen op aandelen 0,00 0,00 VII. VIII. Engagements de revente résultant de cessions-rétrocessions Engagements de rachat résultant de cessions-rétrocessions VII. VIII. Verbintenissen tot verkoop wegens cessie-retrocessie Verbintenissen tot terugkoop wegens cessie-retrocessie 0,00 0,00 0,00 0,00 IX. Instruments financiers prêtés IX. Uitgeleende financiële instrumenten 0,00 0,00 A. Actions A. Aandelen 0,00 0,00 B. Obligations B. Obligaties 0,00 0,00 13

14 5. COMPTE DE RESULTATS 5. RESULTATENREKENING 30/04/2013 EUR 30/04/2012 EUR I. Réductions de valeur, moins-values et plus-values I. Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden , ,26 A. Obligations et autres titres de créance A. Obligaties en andere schuldinstrumenten 0,00 0,00 B. Instruments du marché monétaire B. Geldmarktinstrumenten 0,00 0,00 C. Actions et autres valeurs assimilables à des actions C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren 0,00 0,00 a. Actions a. Aandelen 0,00 0,00 D. Autres valeurs mobilières D. Andere effecten 0,00 0,00 E. OPC à nombre variable de parts E. ICB s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming , ,22 F. Instruments financiers dérivés F. Financiële derivaten , ,02 a. Sur obligations a. Op obligaties 0, ,94 ii. Contrats à terme ii. Termijncontracten 0, ,94 l. Sur indices financiers l. Op financiële indexen , ,08 i. Contrats d option i. Optiecontracten ( ,68) ,00 ii. Contrats à terme ii. Termijncontracten ,97 ( ,92) m. Sur instruments financiers dérivés m. Op financiële derivaten 0,00 0,00 i. Contrats d option i. Optiecontracten 0,00 0,00 G. Créances, dépôts, liquidités et dettes G. Vorderingen, deposito s, liquide middelen en schulden 0,00 0,00 H. Positions et opérations de change H. Wisselposities en - verrichtingen ( ,26) ( ,98) b. Autres positions et opérations de change b. Andere wisselposities en verrichtingen ( ,26) ( ,98) II. Produits et charges des placements II. Opbrengsten en kosten van de beleggingen 2 464, ,70 A. Dividendes A. Dividenden 0,00 0,00 B. Intérêts (+/-) B. Interesten (+/-) 3 014, ,38 b. Dépôts et liquidités b. Deposito s en liquide middelen 3 014, ,38 C. Intérêts d emprunts (-) C. Interesten in gevolge ontleningen (-) (549,80) (1 751,68) D. Contrats de swap (+/-) D. Swapcontracten (+/-) 0,00 0,00 E. Précomptes mobiliers (-) E. Roerende voorheffingen (-) 0,00 0,00 F. Autres produits provenant des placements F. Andere opbrengsten van beleggingen 0,00 0,00 III. Autres produits III. Andere opbrengsten 0, ,08 A. Indemnité destinée à couvrir les frais d acquisition et de réalisation des actifs, à décourager les sorties et à couvrir les frais de livraison A. Vergoeding tot dekking van de kosten van verwerving en realisatie van de activa, tot ontmoediging van uittredingen en tot dekking van leveringskosten 0,00 0,00 B. Autres B. Andere 0, ,08 IV. Coûts d exploitation IV. Exploitatiekosten ( ,27) ( ,38) A. Frais de transaction et de livraison inhérents aux placements (-) A. Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) ( ,22) ( ,54) B. Charges financières (-) B. Financiële kosten (-) 0,00 0,00 C. Rémunération due au dépositaire (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) (2 549,44) (6 176,02) D. Rémunération due au gestionnaire (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) ( ,94) ( ,70) b. Gestion administrative et comptable b. Administratief- en boekhoudkundig beheer ( ,94) ( ,70) E. Frais administratifs (-) E. Administratiekosten (-) (574,02) (662,56) F. Frais d établissement et d organisation (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) (7 269,46) 0,00 G. Rémunérations, charges sociales et pensions (-) G. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (- ) 0,00 0,00 H. Services et biens divers (-) H. Diensten en diverse goederen (-) ( ,94) ( ,52) I. Amortissements et provisions pour risques et charges (-) I. Afschrijvingen en voorzieningen voor risico s en kosten (-) 0,00 0,00 J. Taxes J. Taksen (72 172,23) (60 595,50) K. Autres charges (-) K. Andere kosten (-) ( ,02) (15 156,54)

15 5. COMPTE DE RESULTATS(SUITE) 5. RESULTATENREKENING (VERVOLG) Produits et charges de l exercice (du semestre) Sous-total II+III+IV V. Bénéfice courant (perte courante) avant impôts sur le résultat Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV V. Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat ( ,33) ( ,60) , ,66 VI. Impôts sur le résultat VI. Belastingen op het resultaat 0,00 0,00 VII. Résultat de l exercice (du semestre) VII. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) , ,66 15

16 6. RESUME DES REGLES DE COMPTABILISATION ET D EVALUATION 6.1. Résumé des règles L évaluation des avoirs du Fonds commun de Placement est déterminée de la manière suivante, conformément aux règles établies par l arrêté royal du 10 novembre 2006 relatif à la comptabilité, aux comptes annuels et aux rapports périodiques de certains organismes de placement collectif publics à nombre variable de part : 1. Valeurs mobilières, instruments du marché monétaire et instruments financiers dérivés Les valeurs mobilières, instruments du marché monétaire et instruments financiers dérivés détenus par le Fonds commun de Placement sont évalués à leur juste valeur. Afin de déterminer la juste valeur, la hiérarchie suivante doit être respectée : a) S il s agit d éléments du patrimoine pour lesquels il existe un marché actif fonctionnant à l intervention d établissements financiers tiers, ce sont le cours acheteur et le cours vendeur actuels formés sur ce marché qui sont retenus. S il s agit d éléments du patrimoine négociés sur un marché actif en dehors de toute intervention d établissements financiers tiers, c est le cours de clôture qui est retenu. b) Si les cours visés au point a) ne sont pas disponibles, c est le prix de la transaction la plus récente qui est retenu. c) Si, pour un élément du patrimoine déterminé, il existe un marché organisé ou un marché de gré à gré, mais que ce marché n est pas actif et que les cours qui s y forment ne sont pas représentatifs de la juste valeur, ou si, pour un élément du patrimoine déterminé, il n existe pas de marché organisé ni de marché de gré à gré, l évaluation à la juste valeur est opérée sur la base de la juste valeur actuelle d éléments du patrimoine similaires pour lesquels il existe un marché actif. d) Si, pour un élément du patrimoine déterminé, la juste valeur d éléments du patrimoine similaires telle que visée au point c) est inexistante, la juste valeur de l élément concerné est déterminée en recourant à d autres techniques de valorisation, en respectant certaines conditions, notamment leur validité doit être régulièrement testée. Si, dans des cas exceptionnels, il n existe pas, pour des actions, de marché organisé ou de marché de gré à gré et que la juste valeur de ces actions ne peut être déterminée de façon fiable conformément à la hiérarchie décrite ci-dessus, les actions en question sont évaluées au coût. C est en fonction de l instrument sous-jacent que les instruments financiers dérivés (contrat de swap, contrat à terme et contrat d option) évalués à leur juste valeur sont portés dans les sous-postes au bilan et/ou hors bilan. Les valeurs sous-jacentes des contrats d option et des warrants sont portées dans les postes hors bilan sous la rubrique «II. Valeurs sous-jacentes des contrats d option et des warrants». Les montants notionnels des contrats à terme et des contrats de swap sont portés dans les postes hors bilan respectivement sous les rubriques «III. Montants notionnels des contrats à terme» et «IV. Montants notionnels des contrats de swap». 6. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS 6.1. Samenvatting van de d e regels De waardering van de tegoeden van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds wordt als volgt bepaald conform de regels van het koninklijk besluit van 10 november 2006 op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming: 1. Effecten, geldmarktinstrumenten en afgeleide financiële instrumenten De effecten, geldmarktinstrumenten en afgeleide financiële instrumenten in het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds worden gewaardeerd tegen hun waarde in het economisch verkeer. Om de waarde in het economisch verkeer te bepalen, moet de volgende hiërarchie in acht worden genomen: a) Als het gaat om vermogensbestanddelen waarvoor er een actieve markt bestaat die werkt door toedoen van derde financiële instellingen, worden de op die markt gevormde actuele aan- en verkoopkoers in aanmerking genomen. Gaat het om vermogensbestanddelen die verhandeld worden op een actieve markt zonder enige tussenkomst van derde financiële instellingen, dan wordt de slotkoers in aanmerking genomen. b) Als de in punt a) bedoeld koersen niet beschikbaar zijn, wordt de prijs van de recentste transactie in aanmerking genomen. c) Als er voor een bepaald vermogensbestanddeel een georganiseerde of een onderhandse markt bestaat, maar is die markt niet actief en zijn de koersen die er gevormd worden niet representatief voor de waarde in het economisch verkeer, of als er voor een bepaald vermogensbestanddeel geen georganiseerde noch onderhandse markt bestaat, dan wordt de waardering tegen de waarde in het economisch verkeer gedaan op basis van de actuele waarde in het economisch verkeer van gelijksoortige vermogensbestanddelen waarvoor er wel een actieve markt bestaat. d) Als de in punt c) bedoelde waarde in het economisch verkeer van gelijksoortige vermogensbestanddelen voor een bepaald vermogensbestanddeel onbestaande is, wordt de waarde in het economisch verkeer van dat bestanddeel bepaald door gebruik te maken van andere waarderingstechnieken, met inachtneming van bepaalde voorwaarden, zoals het regelmatig testen van hun rechtsgeldigheid. Als er in uitzonderlijke gevallen voor aandelen geen georganiseerde of onderhandse markt bestaat en de waarde in het economisch verkeer van die aandelen kan niet op betrouwbare wijze worden bepaald volgens de hierboven beschreven hiërarchie, worden de aandelen in kwestie gewaardeerd tegen kostprijs. De tegen hun waarde in het economisch verkeer gewaardeerde afgeleide financiële instrumenten (swapovereenkomst, termijnovereenkomst en optieovereenkomst) worden onder de subrubrieken in en/of buiten de balans geboekt volgens het onderliggende instrument. De onderliggende waarden van de optieovereenkomsten en van de warrants worden in de buitenbalansposten geboekt onder de rubriek «II. Onderliggende waarden van de optieovereenkomsten en van de warrants». De notionele bedragen van de termijnovereenkomsten en swapovereenkomsten worden respectievelijk in de buitenbalansposten geboekt onder de rubrieken «III. Notionele bedragen van de termijnovereenkomsten» en «IV. Notionele bedragen van de swapovereenkomsten». 16