UPI012 Beheer en Bedrijfsvoering van Elektrotechnische Installaties versiedatum Blz. 2/

Transcriptie

1

2 Blz. 2/

3 Blz. 3/ Inhoud 1 Doel Doelgroep Toepassingsgebied Definities/Afkortingen Referenties Werkwijze Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Commissie BEI Installatieverantwoordelijke Operationeel Installatieverantwoordelijke/Werkverantwoordelijke (OIV/WV) Ploegleider (PL) Vakbekwaam Persoon (VP) Voldoende Onderricht Persoon (VOP) Leek Bedrijfsvoering Extern Personeel Medewerker Kennismanagement Derden Opleiding en training Opleidingsvereisten Procedure periodieke instructies Herhalingsfrequenties periodieke instructies Aanwijzingen Vereisten en criteria Criteria voor aanwijzing derden Type aanwijzingen Aanwijzing Installatieverantwoordelijken Overige aanwijzingen Tijdelijke aanwijzingen Procedure aanwijzen derden Het aanwijzingsdocument Intrekken of verlopen van verstrekte aanwijzing Sleutelbeheer Werkinstructies Raamopdrachten Formulieren/Hulpmiddelen Ingangsdatum Bijlagen Toegang tot elektrotechnische bedrijfsruimten Hoogspanningsruimten met blanke spanningvoerende delen Hoogspanningsruimten met gesloten installaties Openlucht hoogspanningsinstallaties met blanke spanningvoerende delen Laagspanningsruimten met blanke delen Laagspanningsruimten met gesloten installaties Accuruimten Ruimten met bijzondere risico s Procesbeschrijvingen Verstrekken aanwijzing Intrekken aanwijzing Verstrekken en intrekken van aanwijzingen volgens de verkorte porcedure... 24

4 Blz. 4/ Doel UPI012 heeft tot doel om voor Essent Energie Productie de bepalingen voor het in veilige staat houden van elektrotechnische installaties, het veilig uitvoeren van werkzaamheden aan en in de nabijheid van elektrotechnische installaties en het beheersen van elektrotechnische gevaren vast te leggen. De bepalingen zijn gebaseerd op de geldende (inter)nationale normen en op de 'lessons learned' van elektrotechnische incidenten binnen en buiten Essent Energie Productie. 2 Doelgroep Deze instructie is van toepassing voor iedere interne en externe medewerker die werkzaamheden uitvoert aan of in de nabijheid van elektrotechnische installaties en voor alle medewerkers die betrokken zijn bij het beheer van deze installaties. Daarnaast geldt deze instructie evenzo voor medewerkers die met elektrische arbeidsmiddelen te maken hebben. Iedereen die opmerkingen heeft met betrekking tot UPI012 worden verzocht deze in te brengen bij de voorzitter van de Commissie BEI. 3 Toepassingsgebied De toepassing van UIP012 is voor alle vestigingen van Essent Productie verplicht voorgeschreven. Dit omvat ook projecten op deze vestigingen die door derden of andere bedrijfsonderdelen dan Business Unit Productie worden uitgevoerd.

5 Blz. 5/ Definities/Afkortingen Elektrotechnische installatie NEN-EN NEN 3840 NEN 3140 BEI-BS IV OIV WV BD PL VP VOP P-MT Commissie BEI HSE een installatie waarbij sprake is van: - een nominale elektrische wisselspanning hoger dan 50 V tussen de fasen of tussen een fase en aarde, en/of - een nominale elektrische gelijkspanning hoger dan 120 V tussen de polen of tussen een pool en aarde, en/of - een vermogen dat kan worden ontwikkeld van 200 VA of meer, ongeacht de spanning. Bedrijfsvoering van elektrotechnische installaties (Europese norm) Aanvullende Nederlandse bepalingen voor hoogspanningsinstallaties Aanvullende Nederlandse bepalingen voor laagspanningsinstallaties Branchesupplement Bedrijfsvoering Elektrotechnische installaties voor energie- en productiebedrijven (product van O&O fonds Energie- en Nutsbedrijven) Installatieverantwoordelijke Operationeel Installatieverantwoordelijke Werkverantwoordelijke Bedieningsdeskundige Ploegleider Vakbekwaam Persoon Voldoende Onderricht Persoon Management Team Business Unit Productie Commissie van deskundigen op elektrotechnisch gebied Health, Safety and Environment 5 Referenties NEN-EN NEN3140:2011 NEN3840:2011 UPI 001 UPI 002 UPI 003 UPI 103 BEI-BS, 2003 Schakelplan Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Algemene bepalingen Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Aanvullende Nederlandse bepalingen voor laagspanningsinstallaties Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Aanvullende Nederlandse bepalingen voor hoogspanningsinstallaties Werkvergunning Taak/Risicoanalyse Veiligstellen van Installatiedelen Persoonlijke Beschermingsmiddelen Bedrijfsvoering Elektrische Installaties Branchesupplement Schakelplan (Doc2Energy-link) Voor toegepaste termen die in dit document niet zijn gedefinieerd wordt verwezen naar de definities in NEN 1010 en andere relevante normen.

6 Blz. 6/ Werkwijze 6.1 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De verantwoordelijkheid voor de productie-installaties van Essent Energie is door de Directie per locatie belegd bij de Clustermanagers. Zij zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van de mensen en middelen, nodig voor het in veilige toestand houden van installaties en apparatuur en voor het veilig uitvoeren van werkzaamheden. Conform de Arbowet dienen werkzaamheden altijd veilig te worden uitgevoerd. Op het gebied van elektrotechnische installaties houdt Essent hiervoor de norm NEN-EN , NEN3140, NEN3840 aan in combinatie met het BEI Branchesupplement Commissie BEI De commissie BEI heeft de volgende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden: - Beleidsvoorbereiding t.b.v. Directie Productie en/of Clustermanager - Implementatie van de normen NEN-EN , NEN3140/3840 en het BEI-BS - Toezien op de naleving van de in normen vastgelegde instructies. - Begeleiden van het opzetten van specifieke werkinstructies t.a.v. de bedrijfsvoering van elektrotechnische installaties - Het beheer van UPI012. Iedere jaar wordt het document in maart ge-reviewed en waar nodig aan de laatste inzichten aangepast en na instemming van de proceseigenaar ingevoerd. - Fungeren als procescoördinator voor alle instructies en procedures in het kader van genoemde normen - Beoordelen van incidenten gerelateerd aan de bedrijfsvoering van elektrotechnische installaties en het initiëren van de benodigde acties. Registratie vindt plaats door de afdeling HSE. - Fungeren als aanspreekpunt ten behoeve van vragen en problemen gerelateerd aan het beheer van elektrotechnische installaties - Bewaken van wijzigingen van normen en wetten op het gebied van beheer van elektrotechnische installaties en het implementeren van deze wijzigingen in de organisatie van Essent Energie Productie en aanverwante afdelingen - Gevraagd of ongevraagd verstrekken van adviezen m.b.t. veiligheid en PBM s, opleiding en toetsing, beheer van installaties, aanwijsbeleid, sleutelbeheer en dergelijke. - Verzorgen van een halfjaarlijkse rapportage ten behoeve van het P-MT Vergaderfrequentie De Commissie BEI komt minimaal 6 maal per jaar bijeen Deelnemers De Commissie BEI bestaat tenminste uit de volgende deelnemers - Een voorzitter uit de afdeling Techniek/Elektrotechniek - Een vakdeskundige uit de afdeling Techniek/Elektrotechniek - Een (Operationeel) Installatieverantwoordelijke / Werkverantwoordelijke van iedere cluster - Minimaal een vertegenwoordiger namens het Managementteam Productie/Bedrijfsvoering uit de afdeling Asset Management - Een ARBO deskundige van de afdeling HSE - Een vertegenwoordiger van de afdeling Kennismanagement (op afroep) Installatieverantwoordelijke De Clustermanager is verantwoordelijk voor de elektrotechnische bedrijfsinstallaties en is Installatieverantwoordelijke in de zin van NEN-EN , NEN3140/3840 en het BEI-BS Alle elektrotechnische installaties en arbeidsmiddelen op de betreffende locatie vallen onder de verantwoordelijkheid van de Installatieverantwoordelijke. De clustermanager kan deze installatieverantwoordelijkheid eenmalig delegeren; zie hiertoe 6.4. Vervanging bij afwezigheid van de installatieverantwoordelijke (wegens vakantie/ziekte/etc.) wordt in de aanwijzingen van de betreffende OIV of WV voorzien. In de betreffende aanwijzing worden de taken vermeld die tijdens vervanging worden waargenomen. Indien de verantwoordelijkheden voor een installatie in het kader van de EN zijn opgedragen aan een derde, dan is deze derde verantwoordelijk voor de aanwijzing van de IV.

7 Blz. 7/ De taken van de installatieverantwoordelijke worden onderverdeeld in de volgende soorten: Configuratiebeheer Onder configuratiebeheer wordt verstaan het in veilige toestand brengen en houden van elektrotechnische bedrijfsinstallaties, het uitvoeren van verplichte en benodigde inspecties, het onderhoud en het beheer van de benodigde materialen, gereedschappen, tekeningen en documentatie. Het configuratiebeheer wordt door de Clustermanager gedelegeerd aan de Installatieverantwoordelijke van de betreffende eenheid. Werkzaamheden waarvoor een elektrotechnische opleiding relevant is, worden in opdracht van de Installatieverantwoordelijke door deskundigen uitgevoerd, zoals vastgelegd in NEN-EN , NEN3140/3840 en het BEI-BS Veiligheidsmaatregelen Onder te nemen veiligheidsmaatregelen voor elektrotechnische of niet-elektrotechnische werkzaamheden wordt enerzijds verstaan dat de installatie of delen daarvan in een zodanige toestand wordt overdragen, dat zonder gevaar de werkzaamheden aan de installatie uitgevoerd kunnen worden: het veiligstellen. Anderzijds wordt eronder verstaan dat de installatie of delen daarvan na beëindiging van elektrotechnische of niet-elektrotechnische werkzaamheden in een zodanige toestand wordt overdragen, dat zonder gevaar de installatie of delen daarvan in bedrijf genomen kunnen worden: het paraatstellen/normaliseren. De te nemen veiligheidsmaatregelen voor de werkzaamheden zijn door de Clustermanager gedelegeerd aan de Vergunningverlener van de betreffende productie-eenheid (UPI001; UPI003). De elektrotechnische schakel- en vrijmaakwerkzaamheden zullen worden uitgevoerd door, of in opdracht van, personen met een aanwijzing als Werkverantwoordelijke. Deze Werkverantwoordelijken werken in opdracht van de Vergunningverlener van de betreffende productie-eenheid. De Installatieverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid (kwantiteit en de kwaliteit) van de middelen (bijv. aardingsgarnituur, meetstokken, schakelplan) benodigd bij veiligstellen/normaliseren Aanwijzingenbeheer Onder het aanwijzingenbeheer wordt verstaan: - het persoonlijk machtigen van personeelsleden door de Installatieverantwoordelijke voor het uitvoeren van werkzaamheden aan elektrotechnische bedrijfsinstallaties, evenals het intrekken van deze machtigingen. De bevoegdheden van de aangewezen personen zijn gekoppeld aan de soort aanwijzing zoals vastgelegd in de NEN-EN , NEN3140/3840 en het BEI-BS. Registratie vindt plaats in het SAP KP3 systeem van afdeling Kennismanagement. Hiertoe behoort ook het beheer van de originele aanwijzingsdocumenten voorzien van een stempel van de afdeling Kennismanagement. - het op peil houden van het benodigde aantal bevoegde personen; hiertoe wordt een aanwijsbeleid opgesteld waarin per functie de benodigde aanwijzingen en bevoegdheden zijn verwoord Sleutelbeheer Onder het sleutelbeheer wordt verstaan het uitgeven en innemen van sleutels die toegang verlenen tot elektrotechnische bedrijfsruimten en elektrotechnische installatiedelen en sleutels die gebruikt worden om elektrotechnische installatiedelen te vergrendelen Schakelplannen, werkinstructies en raamopdrachten De Installatieverantwoordelijke is verantwoordelijk voor het keuren van elektrotechnische schakelplannen, werkinstructies en raamopdrachten. Indien deze door de IV zelf zijn opgesteld dan dienen deze door een tweede deskundige (OIV/WV) te worden beoordeeld. Een goedkeuring is benodigd in combinatie met de werkvergunning om werkzaamheden conform de instructie/opdracht uit te mogen voeren. De bewaartermijn van schakelplannen is tot minimaal drie maanden nadat de schakelsituatie weer genormaliseerd is Operationeel Installatieverantwoordelijke/Werkverantwoordelijke (OIV/WV) Per vestiging worden ten minste twee medewerkers aangewezen als Operationeel Installatieverantwoordelijke. De Installatieverantwoordelijke delegeert de operationele taken naar

8 Blz. 8/ deze medewerkers. De Operationele Installatieverantwoordelijke combineert deze taken met zijn werkvoorbereidingstaken (o.a. opstellen schakelplannen) als WV. De OIV/WV is verantwoordelijk voor: - Het in opdracht van Bedrijfsvoering vrijschakelen en veiligstellen van installatiedelen. - Het inspecteren en vervolgens gereed opleveren van elektrotechnische installatiedelen na werkzaamheden. - Het opstellen van schakelbrieven en schakelprocedures - Het veilig uitvoeren van de (schakel)werkzaamheden - Het organiseren, bewaken en handhaven van de werkveiligheid bij elektrotechnische werkzaamheden. - Het geven van instructies en opdrachten voor de uitvoering van elektrotechnische werkzaamheden - Keuren, bij afwezigheid van deiv, van schakel- en werkinstructies. - Het houden of regelen van toezicht op de uitvoering van (niet) elektrotechnische werkzaamheden aan of in de nabijheid van elektrotechnische installaties Ploegleider (PL) Per vestiging wordt indien nodig een aantal Technici aangewezen als Ploegleider. Dit gebeurt per klus en wordt vastgelegd in het werkplan. De Ploegleider is ter plaatse belast met het toezicht op en de leiding van aan hem door de OIV/Werkverantwoordelijke toegewezen klussen. De Ploegleider dient tenminste een aanwijzing als een Vakbekwaam Persoon te hebben Vakbekwaam Persoon (VP) Een ieder die werkzaamheden uit moet voeren aan elektrotechnische installaties dient een aanwijzing te hebben als Vakbekwaam Persoon Voldoende Onderricht Persoon (VOP) Personen die toegang tot elektrotechnische bedrijfsruimten hebben, maar geen elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren, dienen een aanwijzing als Voldoende Onderricht Persoon te hebben. Werkzaamheden die wel zijn toegestaan worden specifiek vermeld op de aanwijzing Leek Alle personen anders dan IV, WV, VP, PL of VOP dienen te worden beschouwd als leek Bedrijfsvoering Personen werkzaam binnen de afdeling Bedrijfsvoering hebben toegang tot elektrotechnische bedrijfsruimten en bedienen tevens de eindverbruikers van elektrotechnische installaties vanuit de procesbesturing (d.w.z. op afstand, vanuit de controlekamer). Tevens zijn zij bevoegd laagspanningsschakelaars van eindverbruikers te schakelen en de verbruikers vrij te geven voor mechanische werkzaamheden. Hiertoe krijgen zij een aanwijzing als Voldoende Onderricht Persoon. De werkzaamheden die zijn toegestaan worden specifiek vermeld op de aanwijzing. Van de afdeling Bedrijfsvoering kunnen uitsluitend de teamleiders en/of vervangend teamleiders, die hiervoor geïnstrueerd zijn, de bevoegdheid krijgen om hoogspanningsschakelaars van eindverbruikers uit te rijden en te blokkeren en de betreffende verbruikers vrij te geven voor mechanische werkzaamheden. Dit wordt als extra bevoegdheid op hun aanwijzing genoteerd. Op vestigingen waar medewerkers van Bedrijfsvoering elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren, anders dan bedieningswerkzaamheden, kunnen daartoe opgeleide en geïnstrueerde (hoofd)werktuigkundigen en Teamleiders een aanwijzing krijgen als Vakbekwaam Persoon Extern Personeel Externe medewerkers die elektrotechnische werkzaamheden verrichten dienen tenminste in het bezit te zijn van een (tijdelijke) aanwijzing als Vakbekwaam Persoon. Externe medewerkers die toegang dienen te krijgen tot ruimten waarin elektrotechnische installaties staan opgesteld dienen tenminste in het bezit te zijn van een (tijdelijke) aanwijzing als Voldoende Onderricht Persoon. Deze aanwijzing(en)

9 Blz. 9/ word(t)(en) verstrekt door de Installatieverantwoordelijke. Er vindt geen registratie plaats in het SAP KP3 systeem Medewerker De medewerker is verantwoordelijk voor: - Het naleven van de inhoud van de BEI en de bedrijfseigen instructies. - Bewaken van de geldigheidstermijn van de aanwijzingen en vereiste opleidingen - Goed beheer van de aan hem uitgereikte sleutels Kennismanagement De afdeling Kennismanagement is verantwoordelijk voor: - De registratie van de aanwijzingen in het SAP KP3 systeem. - Het verzorgen en organiseren van de benodigde opleidingen en herhalingsinstructies N.B.: Deze opleidingen zijn verplicht. Bij onaangekondigde afwezigheid, worden de direct leidinggevende, de Installatieverantwoordelijke en de clustermanager ingelicht. - Het bewaken van de herhalingstermijn van de opleidingen - Het archiveren van de opleidingsgegevens Derden De directie van buitenfirma s, die voor Essent werkzaamheden verrichten die vallen onder NEN-EN en NEN3140/3840, is verantwoordelijk voor de aanwijzing van hun medewerkers en het beschikbaar stellen van mensen en middelen, nodig voor het in veilige toestand houden van installaties en apparatuur en voor het veilig uitvoeren van werkzaamheden.

10 Blz. 10/ Opleiding en training Iedere clustermanager is verantwoordelijk voor de opleiding, training en toetsing van aan te wijzen personeel volgens de normen NEN-EN in combinatie met NEN3140, NEN3840, het BEI-BS en door de Commissie BEI bepaalde richtlijnen en kaders. Minimale vereisten zijn vastgelegd in de opleidingsmatrix zoals die in beheer is bij afdeling Kennismanagement Opleidingsvereisten Voor de eenduidige opleiding voor taken en beheer moeten de opleidingen voldoen en invulling geven aan de hieronder genoemde punten: In relatie tot laagspanningsinstallaties: - de norm NEN-EN in combinatie met NEN het branchesupplement Bedrijfsvoering Elektrische Installaties (BEI-BS) - de uniforme productie instructie UPI012 (dit document) - de relatie met UPI001, UPI002 en UPI003 - voor WV en VP: een periodieke praktijkinstructie per installatie te organiseren door de IV In relatie tot hoogspanningsinstallaties: - De norm NEN-EN in combinatie met NEN het branchesupplement Bedrijfsvoering Elektrische Installaties (BEI-BS) - de uniforme productie instructie UPI012 (dit document) - de relatie met UPI001, UPI002 en UPI003 - Voor WV en VP: een periodieke praktijkinstructie per installatie te organiseren door de IV Met betrekking tot IV, OIV/WV en VP (zowel hoog- als laagspanning): - Meerdaagse cursus (theorie en praktijk) welke wordt afgesloten met een theorie- en praktijkexamen waarbij de geëxamineerde bij goed gevolg een erkend certificaat ontvangt. Met betrekking tot VOP (zowel hoog- als laagspanning): - Een cursus van een dagdeel of een dag welke wordt afgesloten met een theorie-examen waarbij de geëxamineerde bij goed gevolg een certificaat Normenkennis BEI-BS ontvangt. - Een praktijkinstructie betrokken op de aanwijzing, te verzorgen door de IV In relatie tot EHBO bij elektriciteitsongevallen: - Eenieder die wordt aangewezen als IV, WV en/of VP dient een opleiding te volgen waarin zij geïnstrueerd worden over hoe te handelen bij ongevallen met elektriciteit. Hartreanimatie en toepassen van de AED dient onderdeel van de instructie te zijn. - De in het bedrijf aanwezige overige Bedrijfshulpverleners dienen ook geïnstrueerd te worden over hoe te handelen bij ongevallen met elektriciteit Procedure periodieke instructies De onder 6.2 genoemde criteria die vallen onder de procedure periodiek instructie worden meegenomen in het proces Borgen wettelijke opleidingen van de business unit Productie. De Opleidingscoördinator van de afdeling Kennismanagement genereert voorafgaand aan het samenstellen van het opleidingsbudget een overzicht per cluster van de certificaten die vallen onder de periodieke instructie(s). In overleg met de leidinggevenden van de medewerkers met een aanwijzing worden deze opgenomen in het opleidingsplan van het komende jaar. De Opleidingscoördinator organiseert de herhalingsinstructies, er wordt een uitnodiging gestuurd via Outlook ( ) naar de desbetreffende medewerker. Een overzicht van de verstuurde uitnodigingen wordt gestuurd naar de leidinggevende en clustermanager. De medewerker is zelf verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat hij/zij aanwezig is bij de geplande sessie. Bij verhindering zorgt de medewerker er zelf voor, in overleg met de leidinggevende en de Opleidingscoördinator, dat er een nieuwe sessie ingepland wordt. Dit moet binnen 3 maanden na de eerst geplande sessie gebeuren.

11 Blz. 11/ Herhalingsfrequenties periodieke instructies BEI Ongeacht de aanwijzing moet worden uitgegaan van een instructie-interval van maximaal 3 jaar. Deze geldt voor zowel hoog- als laagspanning: In de praktijk komt dit neer op een herhaling van de initieel gevolgde opleiding zoals genoemd onder in verkorte vorm Praktijkinstructies De Installatieverantwoordelijke zal twee maal per jaar een installatie gebonden praktijkinstructie organiseren. Deze praktijkinstructies worden door een ervaren IV of OIV/WV gegeven en zijn steeds toegespitst op een bepaald deel van de elektrotechnische installatie binnen een cluster. Door deze interactieve praktijkinstructies worden de overige personen met een aanwijzing op regelmatige wijze geïnstrueerd voor dat specifieke installatiedeel waarbij de nadruk ligt op de specifieke aandachtsgebieden die bij de betreffende installatie horen Incident Na een ernstig incident binnen het bedrijf moet iedereen met een aanwijzing binnen een jaar na het incident worden geïnstrueerd.

12 Blz. 12/ Aanwijzingen Vereisten en criteria Voordat een persoon kan worden aangewezen als Installatieverantwoordelijke, Werkverantwoordelijke, Bedieningsdeskundige, Ploegleider of Vakbekwaam Persoon is het noodzakelijk dat de criteria worden getoetst die van toepassing zijn op de desbetreffende aanwijzing: - Is de aan te wijzen persoon aantoonbaar in het bezit van de vereiste elektrotechnische opleiding? Voor hoogspanning: IV, WV, BD WEB-niveau 4 PL, WEB-niveau 3 VP WEB-niveau 2 Voor laagspanning: IV, WV WEB-niveau 4 PL WEB-niveau 3 VP WEB-niveau 2 - Is de persoon, indien hij de aanwijzing IV, OIV/WV of VP moet krijgen in het bezit van een geldig en erkend certificaat? - Is de persoon in het bezit van een certificaat Normenkennis /Essent Ways of Working? Toelichting: Om de medewerker bekend te maken met de Essent Ways of Working (in relatie tot bedrijfsvoering van elektrotechnische installaties en relevante Uniforme Productie Instructies) is het zaak dat de individuele medewerker de training BEI-VOP volgt (1 dagdeel) welke naast normenkennis ook de relevante Essent UPI s onder de aandacht brengt. Deze training wordt afgesloten met een toets. - Heeft de aan te wijzen persoon aantoonbaar voldoende ervaring met elektrotechnische werkzaamheden? - Heeft de aan te wijzen persoon voldoende inzicht en praktijkervaring in de installatie waarvoor hij als Installatieverantwoordelijke, Werkverantwoordelijke, Ploegleider of als Vakbekwaam Persoon zal worden aangewezen? - Heeft de aan te wijzen persoon voldoende inzicht in de mogelijke gevaren die op kunnen treden tijdens de werkzaamheden en de in acht te nemen voorzorgsmaatregelen? - Bezit de aan te wijzen persoon voldoende leidinggevende capaciteiten? Voordat een persoon kan worden aangewezen als Voldoende Onderricht Persoon is het noodzakelijk dat de volgende criteria worden getoetst: - Is de persoon in het bezit van een certificaat Normenkennis /Essent Ways of Working? Zie ook toelichting hierboven. - Welke in het bijzonder genoemde werkzaamheden mag de aan te wijzen persoon uitvoeren? - In welke installaties of delen van installaties mag de aan te wijzen persoon werkzaamheden uitvoeren? - In welke ruimten mag de aan te wijzen persoon werkzaamheden verrichten? Nadat alle criteria zijn getoetst kan de persoon worden aangewezen. De aanwijzing moet schriftelijk plaatsvinden met vermelding van bovengenoemde criteria. Het is niet voldoende om met een formulier de aanwijzing te regelen. De persoon die aanwijst (Installatieverantwoordelijke) moet ervan overtuigd zijn dat de persoon die wordt aangewezen aan de voorwaarde(n) voldoet. Ook de persoon die wordt aangewezen moet overtuigd zijn dat hij aan de voorwaarden voldoet en dat hij de noodzakelijke bevoegdheden, verantwoordelijkheden en middelen ter beschikking heeft gekregen (gereedschap en PBM). De aangewezen persoon dient de aanwijzing te ondertekenen, ten teken dat hij zich in staat acht de daaraan gekoppelde verantwoordelijkheden te kunnen dragen en de aanwijzing accepteert. Een aanwijzing is maximaal 3jaar geldig of korter indien opleidingen zijn verlopen. Het wordt vastgelegd op het aanwijzingsdocument Criteria voor aanwijzing derden Voor gedetacheerd personeel gelden de vereisten en criteria volgens Hoofdstuk

13 Blz. 13/ Voor personeel van derden die op basis van een aannemingsovereenkomst of inkoopopdracht werkzaamheden aan elektrotechnische installaties verrichten gelden de in dit Hoofdstuk genoemde vereisten en criteria. Het is niet toegestaan voor derden (uitgezonderd gedetacheerd personeel) om installaties uit- of inbedrijf te nemen en/of schakelwerkzaamheden te verrichten. In de aanwijzingen zullen de bevoegdheden omschreven worden. Nadat alle criteria zijn getoetst kan de externe medewerker worden aangewezen voor HS en/of LS. De aanwijzing moet schriftelijk plaatsvinden met vermelding van bovengenoemde criteria. Het is niet voldoende om met een formulier de aanwijzing te regelen. De persoon die aanwijst (Installatieverantwoordelijke) moet ervan overtuigd zijn dat de persoon die wordt aangewezen aan de voorwaarde(n) voldoet. Ook de persoon die wordt aangewezen moet overtuigd zijn dat hij aan de voorwaarden voldoet. De aangewezen persoon dient de aanwijzing te ondertekenen, ten teken dat hij zich in staat acht de daaraan gekoppelde verantwoordelijkheden te kunnen dragen en de aanwijzing accepteert. De aanwijzing is van tijdelijke aard. De van toepassing zijnde herhalingsfrequenties voor opleidingen blijven, zoals hiervoor vermeld onveranderd van kracht Vereisten Werkverantwoordelijke HS/LS Teneinde een contractormedewerker toegang te kunnen verstrekken om werkzaamheden in de hoedanigheid als Werkverantwoordelijke aan elektrotechnische installaties te verrichten gelden de volgende minimale eisen: - De contractormedewerker heeft een meerdaagse cursus Werkverantwoordelijke HS/LS gevolgd waarbij naast de theorie ook de praktijk wordt geëxamineerd. Het examen dient aantoonbaar met goed gevolg te zijn afgelegd. - De contractormedewerker heeft van zijn werkgever tenminste ook een Aanwijzing als Werkverantwoordelijke HS/LS. - De contractormedewerker is bekend met de UPI012 en relevante Uniforme Productie Instructies gerelateerd aan de bedrijfsvoering van elektrotechnische installaties. Hiertoe dient de individuele medewerker de Essent interne training BEI-VOP (E-Learning) te volgen. Deze training wordt afgesloten met een toets welke met goed gevolg dient te worden afgelegd Vereisten Vakbekwaam Persoon HS/LS Teneinde een contractormedewerker toegang te kunnen verstrekken om werkzaamheden in de hoedanigheid als Vakbekwaam Persoon Laagspanning aan n elektrotechnische installaties te verrichten gelden de volgende minimale eisen: - De contractormedewerker heeft een meerdaagse cursus Vakbekwaam Persoon HS/LS gevolgd waarbij naast de theorie ook de praktijk wordt geëxamineerd. Het examen dient aantoonbaar met goed gevolg te zijn afgelegd. - De contractormedewerker heeft van zijn werkgever tenminste ook een Aanwijzing als Vakbekwaam Persoon HS/LS. - De contractormedewerker is bekend met de UPI012 en relevante Uniforme Productie Instructies gerelateerd aan de bedrijfsvoering van elektrotechnische installaties. Hiertoe dient de individuele medewerker de Essent interne training BEI-VOP (E-Learning) te volgen. Deze training wordt afgesloten met een toets welke met goed gevolg dient te worden afgelegd Vereisten Voldoende Onderricht Persoon HS/LS Teneinde een contractormedewerker toegang te kunnen verstrekken om werkzaamheden in de hoedanigheid als Voldoende Onderricht Persoon LS aan elektrotechnische installaties te verrichten gelden de volgende minimale eisen: - De contractormedewerker heeft een instructie Voldoende Onderricht Persoon HS/LS gevolgd welke afgesloten is met een toets. De toets dient aantoonbaar met goed gevolg te zijn afgelegd.

14 Blz. 14/ De contractormedewerker heeft van zijn werkgever tenminste ook een Aanwijzing als Voldoende Onderricht Persoon HS/LS - De contractormedewerker is bekend met de UPI012 en relevante Uniforme Productie Instructies gerelateerd aan de bedrijfsvoering van elektrotechnische installaties. Hiertoe dient de individuele medewerker de Essent interne training BEI-VOP (E-Learning) te volgen. Deze training wordt afgesloten met een toets welke met goed gevolg dient te worden afgelegd. 6.4 Type aanwijzingen Aanwijzing Installatieverantwoordelijken Per cluster wordt één Installatieverantwoordelijke schriftelijk aangewezen door de clustermanager. Hiervoor wordt het formulier Verantwoordelijkhedendelegatie BEI gebruikt. De omvang van de verantwoordelijkheid van een IV wordt in dit formulier omschreven. De clustermanager zal een beoogde kandidaat voordragen aan de commissie BEI. De kandidaat zal eerst kunnen worden aangewezen nadat de Commissie BEI een positief advies afgeeft. De Commissie zal daarbij mede toetsen op de technisch inhoudelijke en persoonsgerichte competenties (stressbestendigheid, leidinggevend, etc.) alsook relevante opleiding en ervaring, waardoor hij of zij in staat is om de verantwoordelijkheid te dragen ten aanzien van de juiste veiligheidsmaatregelen en procedures bij de bedrijfsvoering van elektrotechnische installaties, alsmede bij het uitvoeren van elektrotechnische- en bedieningswerkzaamheden aan deze installaties. De installatieverantwoordelijke dient te beschikken over: - inzicht in de mogelijke gevaren tijdens en als gevolg van de werkzaamheden en de in acht te nemen voorzorgsmaatregelen; - kennis en inzicht om te allen tijde te onderkennen of het veilig is om de werkzaamheden voort te zetten Overige aanwijzingen De Installatieverantwoordelijke verzorgt de overige aanwijzingen (WV, OIV, VP, VOP, etc.) in de zin van de BEI voor zijn cluster. Aangewezenen hebben uitsluitend bevoegdheden voor de installaties die op hun aanwijzing zijn vermeld Tijdelijke aanwijzingen Voor tijdelijke aanwijzingen kan in een aantal gevallen de verkorte procedure worden toegepast. De OIV/WV verstrekt de tijdelijke aanwijzingen volgens de verkorte procedure. Beperking verkorte procedure De verkorte procedure kan alleen worden toegepast voor medewerkers die al in het bezit zijn van een aanwijzing. Deze kan bijvoorbeeld in geval van derden van hun werkgever zijn en in geval van Essent medewerkers van een andere locatie. Volgens de verkorte procedure kunnen aanwijzingen worden verstrekt met een niveau van ten hoogste Ploegleider. Tevens kan het niveau van de aanwijzing niet hoger zijn dan het niveau van de aanwijzing die persoon al in zijn bezit heeft. De verkorte procedure kan alleen worden toegepast voor werkzaamheden waarvan de omvang vooraf bekend is, dus niet voor regie werkzaamheden. Ook is het niet toegestaan voor verschillende klussen één verkorte aanwijzing te verstrekken. Een aanwijzing die volgens de verkorte procedure wordt verstrekt, heeft een maximale geldigheidsduur van drie maanden. De OIV/WV die de tijdelijke aanwijzing verstrekt heeft dit als bevoegdheid op zijn aanwijzing vermeld staan. De IV wordt door de OIV/WV geïnformeerd over tijdelijk verstrekte aanwijzingen. Tijdelijke aanwijzingen worden door de OIV/WV op eenzelfde wijze als reguliere aanwijzingen geadministreerd. Toetsing aanwijscriteria Alvorens een aanwijzing wordt verstrekt wordt getoetst of de aan te wijzen persoon een geldige aanwijzing heeft van zijn eigen werkgever. Het niveau van deze aanwijzing dient hoger of gelijk te zijn aan de het niveau van de te verstrekken verkorte aanwijzing. Indien hier niet aan is voldaan, kan de verkorte aanwijzing niet worden verstrekt en zal de medewerker geïnstrueerd en aangewezen moeten worden volgens de standaard procedure.

15 Blz. 15/ Procedure aanwijzen derden - Langdurige Raamovereenkomsten of projecten > 1 jr. De uitvoeringsverantwoordelijke van de firma wordt geïnstrueerd en aangewezen volgens de standaard procedure. De firma heeft de verantwoording haar eigen personeel conform NEN-EN en NEN3140/3840 te instrueren en aan te wijzen. De Installatieverantwoordelijke van Essent controleert de aanwijzingen van de firma. - Regie inhuur ter aanvulling van eigen personeel Instrueren en aanwijzen volgen standaard procedure - Kortstondige inhuur voor specifieke werkzaamheden Aanwijzing verstrekken volgens verkorte procedure voor gespecificeerde werkzaamheden. - Uitbestede klussen <1mnd Alle medewerkers aanwijzen volgens verkorte procedure. - Uitbestede klussen > 1mnd < 1 jaar De uitvoeringsverantwoordelijke van de firma wordt geïnstrueerd en aangewezen volgens de standaard procedure. De firma heeft de verantwoording haar eigen personeel conform NEN-EN en NEN3140/3840 te instrueren en aan te wijzen. De Installatieverantwoordelijke van Essent controleert de aanwijzingen van de firma per steekproef Het aanwijzingsdocument Het aanwijzingsdocument moet tenminste de volgende punten bevatten: - De naam en de geboortedatum of het personeelsnummer van de persoon. - De bedrijfsnaam - De functie van de persoon binnen het bedrijf en de afdeling. - De ingangsdatum en de einddatum van de aanwijzing. - In welke rol (IV, WV, VP, PL, VOP) de persoon wordt aangewezen. - Voor welke installatie(s) of delen van de installatie(s) de persoon wordt aangewezen. - Welke werkzaamheden de persoon mag uitvoeren. - Welke sleutels aan de persoon zijn uitgereikt - Plaats en datum van ondertekening van de aanwijzing. - De handtekening en naam en de functie van de persoon die aanwijst. - De handtekening en naam van de clustermanager (alleen voor aanwijzen IV van derde partij). - De handtekening en naam van de persoon die wordt aangewezen Intrekken of verlopen van verstrekte aanwijzing De IV is te allen tijde bevoegd om een verstrekte aanwijzing onderbouwd in te trekken. Hij kan dit doen indien hij ervan overtuigd is dat er niet is of meer wordt voldaan aan een of meer criteria die zijn vermeld onder paragraaf De IV brengt de betrokken persoon, diens leidinggevende, de clustermanager en afdeling Kennismanagement van deze intrekking schriftelijk op de hoogte. - De verstrekte sleutels die de persoon met de aanwijzing in zijn bezit heeft worden direct door de IV ingenomen. - De schriftelijke aanwijzing (origineel en kopie) wordt door de IV zichtbaar ongeldig verklaard en voor tenminste één jaar gearchiveerd.

16 Blz. 16/ Sleutelbeheer Het sleutelbeheer wordt per cluster door de Installatieverantwoordelijke uitgevoerd. Als voorwaarde wordt gesteld dat personen die toegang hebben tot elektrotechnische bedrijfsruimten minimaal een aanwijzing dienen te hebben als VOP. Uitgereikte sleutels zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen derhalve niet worden uitgeleend. Personen die toegang hebben tot elektrotechnische bedrijfsruimten met blanke hoogspanningsdelen moeten minimaal een aanwijzing hebben als VP, of een speciale instructie hebben gevolgd/ontvangen met betrekking tot de risico s van deze ruimten. Zie ook bijlage 9.1 Toegang tot elektrotechnische bedrijfsruimten.

17 Blz. 17/ Werkinstructies Conform de normen EN50110, NEN3140/380 en BEI-BS zijn diverse generieke en installatiespecifieke werkinstructies opgesteld. De IV draagt zorg voor het actueel houden en beschikbaar stellen van de juiste werkinstructies. 6.7 Raamopdrachten Raamopdrachten kunnen in door de IV aan te geven situatie worden gegeven. Een raamopdracht is een opdracht voor bepaalde tijd (maximaal één jaar) voor een aantal overzichtelijke en regelmatig optredende standaardhandelingen, waarbij geen sprake mag zijn van afwijkende situaties of omstandigheden. Een raamopdracht kan door een IV gegeven worden aan een BD, VP of VOP.

18 Blz. 18/ Formulieren/Hulpmiddelen - Formulier Verantwoordelijkhedendelegatie BEI - Formulier Aanwijzing Laagspanning - Formulier Aanwijzing Hoogspanning - Formulier Tijdelijke Aanwijzing Laagspanning - Formulier Tijdelijke Aanwijzing Hoogspanning - Formulier Schakelplan 8 Ingangsdatum 01 oktober 2014

19 Blz. 19/ Bijlagen 9.1 Toegang tot elektrotechnische bedrijfsruimten 9.2 Procesbeschrijvingen

20 Blz. 20/ Toegang tot elektrotechnische bedrijfsruimten We onderscheiden binnen Essent de volgende Elektrotechnische Bedrijfsruimten: Hoogspanningsruimten met blanke spanningvoerende delen - Kenmerk: deze ruimten bevatten installatiedelen met een spanning hoger dan 1000VAC of 1500VDC. Niet alle spanningvoerende delen van deze installatie zijn zodanig afgeschermd dat het in aanraking komen met de hoogspanning (direct of door overslag) kan worden uitgesloten. - Manier van afsluiten: deze ruimten dienen te zijn afgesloten met gelijksluitende sloten per locatie waarvan alleen geregistreerde sleutels worden verstrekt. - Sleuteluitgifte: sleutels van deze ruimten mogen alleen worden verstrekt aan personen met aanwijzing van minimaal WV of aan personen die voor specifieke werkzaamheden deze ruimten moeten betreden. Voor deze laatste groep geldt dat zij aantoonbaar een instructie moeten hebben gevolgd waarin de specifieke gevaren van deze ruimten duidelijk zijn toegelicht. Op de aanwijzing wordt vermeld tot welke ruimten zij zich toegang mogen verschaffen en welke werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. - Toegang: deze ruimten mogen alleen worden betreden door of onder begeleiding van personen aan wie een sleutel van deze ruimten is toegekend. Bij het betreden van deze ruimten dient men altijd met minimaal twee bevoegde personen te zijn Hoogspanningsruimten met gesloten installaties - Kenmerk: deze ruimten bevatten installatiedelen met een spanning hoger dan 1000VAC of 1500VDC. Alle spanningvoerende delen van deze installatie zijn zodanig afgeschermd, dat het in aanraking komen met de hoogspanning is uitgesloten. Voorgeschreven minimale afstanden (spanningsafhankelijk) tot spanningvoerende delen dienen daarbij te zijn gerespecteerd. De afscherming van spanningvoerende delen is zodanig gemonteerd dat deze alleen met behulp van gereedschap (niet zijnde een standaard kastsleutel) is te verwijderen. - Manier van afsluiten: deze ruimten dienen te zijn afgesloten met gelijksluitende sloten per locatie waarvan alleen geregistreerde sleutels worden verstrekt. - Sleuteluitgifte: sleutels van deze ruimten mogen alleen worden verstrekt aan personen met aanwijzing van minimaal VP. Sleutels van deze ruimten mogen ook worden verstrekt aan personen met aan aanwijzing als VOP. Voor deze laatste groep geldt dat zij aantoonbaar een instructie moeten hebben gevolgd waarin de specifieke gevaren van deze ruimten duidelijk zijn toegelicht en waarin duidelijk wordt gemaakt welke werkzaamheden zij in deze ruimten mogen uitvoeren. Op de aanwijzing wordt vermeld tot welke ruimten zij zich toegang mogen verschaffen en welke werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. - Toegang: deze ruimten mogen alleen worden betreden door of onder begeleiding van personen aan wie een sleutel van deze ruimten is toegekend Openlucht hoogspanningsinstallaties met blanke spanningvoerende delen - Kenmerk: deze installaties, buiten in de open lucht opgesteld, bevatten installatiedelen met een spanning hoger dan 1000VAC of 1500VDC. De spanningvoerende delen van deze installatie zijn veelal niet afgeschermd. Daarom kan het in aanraking komen met de hoogspanning (direct of door overslag) niet worden uitgesloten. - Manier van afsluiten: deze ruimten dienen te zijn afgesloten met gelijksluitende sloten per locatie waarvan alleen geregistreerde sleutels worden verstrekt. - Sleuteluitgifte: sleutels van deze ruimten mogen alleen worden verstrekt aan personen met aanwijzing van minimaal WV of aan personen die voor specifieke werkzaamheden deze ruimten moeten betreden. Voor deze laatste groep geldt dat zij aantoonbaar een instructie moeten hebben gevolgd waarin de specifieke gevaren van deze ruimten duidelijk zijn toegelicht. Op de aanwijzing wordt vermeld tot welke ruimten zij zich toegang mogen verschaffen en welke werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. - Toegang: deze ruimten mogen alleen worden betreden door of onder begeleiding van personen aan wie een sleutel van deze ruimten is toegekend. Bij het betreden van deze ruimten dient men altijd met minimaal twee personen te zijn.

21 Blz. 21/ Laagspanningsruimten met blanke delen - Kenmerk: deze ruimten bevatten installatiedelen met een spanning gelijk aan of lager dan 1000VAC of 1500VDC. Niet alle spanningvoerende delen van deze installatie zijn aanraakveilig (minimaal IP20) afgeschermd, waardoor het risico van aanraking van deze spanningvoerende delen bestaat. - Manier van afsluiten: deze ruimten dienen te zijn afgesloten met gelijksluitende sloten per locatie waarvan alleen geregistreerde sleutels worden verstrekt. - Sleuteluitgifte: sleutels van deze ruimten mogen alleen worden verstrekt aan personen met aanwijzing van minimaal WV of aan personen die voor specifieke werkzaamheden deze ruimten moeten betreden. Voor deze laatste groep geldt dat zij aantoonbaar een instructie moeten hebben gevolgd waarin de specifieke gevaren van deze ruimten duidelijk zijn toegelicht. Op de aanwijzing wordt vermeld tot welke ruimten zij zich toegang mogen verschaffen en welke werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. - Toegang: deze ruimten mogen alleen worden betreden door of onder begeleiding van personen aan wie een sleutel van deze ruimten is toegekend. Bij het betreden van deze ruimten dient men altijd met minimaal twee bevoegde personen te zijn Laagspanningsruimten met gesloten installaties - Kenmerk: deze ruimten bevatten installatiedelen met een spanning gelijk aan of lager dan 1000VAC of 1500VDC. Alle spanningvoerende delen van deze installatie zijn aanraakveilig (minimaal IP20) afgeschermd, waardoor er geen risico van aanraking van deze spanningvoerende delen bestaat. De afscherming, van deze delen, is zodanig gemonteerd dat deze alleen met behulp van gereedschap (niet zijnde een standaard kastsleutel) is te verwijderen. - Manier van afsluiten: deze ruimten dienen waar mogelijk te zijn afgesloten met gelijksluitende sloten per locatie waarvan alleen geregistreerde sleutels worden verstrekt.. - Sleuteluitgifte: sleutels van deze ruimten mogen alleen worden verstrekt aan personen met aanwijzing van minimaal VP. Sleutels van deze ruimten mogen ook worden verstrekt aan personen met aan aanwijzing als VOP. Voor deze laatste groep geldt dat zij aantoonbaar een instructie moeten hebben gevolgd waarin de specifieke gevaren van deze ruimten duidelijk zijn toegelicht en waarin duidelijk wordt gemaakt welke werkzaamheden zij in deze ruimten mogen uitvoeren. Op de aanwijzing wordt vermeld tot welke ruimten zij zich toegang mogen verschaffen en welke werkzaamheden mogen worden uitgevoerd.. - Toegang: deze ruimten mogen alleen worden betreden door of onder begeleiding van personen met een aanwijzing als VOP. Deze ruimten zijn ook als zodanig gemarkeerd Accuruimten - Kenmerk: in deze ruimten zijn accu s opgesteld, wat specifieke risico s met zich meebrengt. Ten eerste bevatten veel accu s de bijtende vloeistof accuzuur. Ten tweede produceren veel accu s waterstofgas (H 2 ), wat zeer explosiegevoelig is. Daarnaast bevatten deze ruimten installatiedelen met een spanning gelijk aan of lager dan 1000VAC of 1500VDC. Vaak zijn niet alle spanningvoerende delen van deze installatie aanraakveilig (minimaal IP20) afgeschermd, waardoor het risico van aanraking van deze spanningvoerende delen bestaat. Veelal betreft het delen met een (veilige) spanning, echter door de capaciteit van de accu s kan een zodanig groot vermogen worden ontwikkeld bij een kortsluiting, dat deze delen als gevaarlijk moeten worden aangeduid en beschouwd als niet afgeschermde spanningvoerende laagspanningsdelen. - Manier van afsluiten: deze ruimten dienen te zijn afgesloten met gelijksluitende sloten per locatie waarvan alleen geregistreerde sleutels worden verstrekt. - Sleuteluitgifte: sleutels van deze ruimten mogen alleen worden verstrekt aan personen met aanwijzing van minimaal VOP. Op de aanwijzing wordt vermeld tot welke ruimten zij zich toegang mogen verschaffen en welke werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. - Toegang: deze ruimten mogen alleen worden betreden door of onder begeleiding van personen aan wie een sleutel van deze ruimten is toegekend. Bij het betreden van deze ruimten dient men altijd met minimaal twee bevoegde personen te zijn. - Bijzonderheden: Op de toegangsdeuren van deze ruimten moet vermeld staan dat deze ruimten onder ATEX-normering vallen als gevolg van de mogelijke vorming van waterstofgas (H 2 ). Ook dient op de deuren vermeld te staan welke PBM s van toepassing zijn in deze ruimten.

22 Blz. 22/ Ruimten met bijzondere risico s Ruimten die in principe vallen in één van de bovenstaande categorieën, kunnen door bijzondere omstandigheden toch anders worden behandeld. Voorbeelden hiervan zijn laagspanningsruimten die niet op slot hoeven te zijn, maar door hun ligging bijvoorbeeld oneigenlijk gebruikt kunnen worden als schaftruimte of opslagruimte. In dit soort situaties kunnen strengere eisen gesteld worden aan de toegang tot deze ruimten. Ook kunnen ruimten bijzondere installaties bevatten die onder geen van bovenstaande categorieën vallen. Voor deze ruimten wordt, op basis van de aard van de risico s, een eigen toegangsbeleid opgesteld en vastgelegd. Voorbeelden hiervan zijn onder andere: startinrichtingen en bekrachtiginginstallaties (vanwege de extreem hoge gelijkstromen, gecombineerd met grote inductiviteiten (tot wel 1H), zijn deze niet in een boogvaste omkasting te realiseren), borstelbruggen, ruimten in of nabij installaties waarbij verhoogde elektrische- en/of magnetische veldsterkten kunnen optreden.

23 Blz. 23/ Procesbeschrijvingen Verstrekken aanwijzing Actie door: Actie richting: Aanmelding Installatieverantwoordelijke Kennismanagement Toewijzen in SAP KP3 Kennismanagement Opleidingscoördinator Installatieverantwoordelijke Toetsen criteria Installatieverantwoordelijke Verlenen aanwijzing met uitgifte sleutels en archivering origineel aanwijzingsdocument Installatieverantwoordelijke Clustermanager Aan te wijzen persoon Kopie ontvangst aanwijzingsdocument en registratie aflooptermijn Installatieverantwoordelijke Kennismanagement Opleidingscoördinator Signalering verlopen aanwijzingsdocument Kennismanagement Opleidingscoördinator Installatieverantwoordelijke Toetsing op criteria Installatieverantwoordelijke Aanmelding verlenging Installatieverantwoordelijke Kennismanagement Opleidingscoördinator

24 Blz. 24/ Intrekken aanwijzing Actie door: Actie richting: Intrekken aanwijzing en inname sleutels Installatieverantwoordelijke Kennismanagement Clustermanager Leidinggevende van medewerker Verwijderen registratie in SAP KP3 Kennismanagement Opleidingscoördinator Verstrekken en intrekken van aanwijzingen volgens de verkorte porcedure Het proces verstrekken en intrekken geldt voor interne en externe medewerkers. De Installatieverantwoordelijke verstrekt de aanwijzing voor een periode die nodig is om een bepaalde opdracht af te werken. De IV informeert de clustermanager over de status van de tijdelijke aanwijzingen. Het originele aanwijzingsdocument blijft in het bezit van de Installatieverantwoordelijke en wordt tenminste tot één jaar nadat de opdracht is afgerond en de aanwijzing is ingetrokken bewaard. Actie door: Actie richting: Verstrekken aanwijzing Installatieverantwoordelijke Clustermanager Intrekken aanwijzing Installatieverantwoordelijke Clustermanager