14 augustus 2016; Doopdienst; Immanuëlkerk; ds. Wim Barendrecht; Jan Flikweert; De kaarsen worden aangestoken Schriftwoord voor de zondag Zingen:

Transcriptie

1 14 augustus 2016; Doopdienst; Immanuëlkerk; ds. Wim Barendrecht; Jan Flikweert; De kaarsen worden aangestoken Moment van stilte voor persoonlijke bezinning Schriftwoord voor de zondag staande Loof de HEER, gedenk de wonderen die hij heeft gedaan. Tot in eeuwigheid zal hij gedenken zijn belofte aan duizend geslachten, het verbond dat hij sloot met Abraham. (Psalm 105) Zingen: Lied 105: 1 en 3 1. Loof God de Heer, en laat ons blijde zijn glorierijke naam belijden. Meld ieder volk en elk geslacht de wonderen die God volbracht. Gij die van harte zoekt de Heer, verblijd u, geef zijn naam de eer. staande 3. God, die aan ons zich openbaarde, regeert en oordeelt heel de aarde. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht tot in het duizendste geslacht. t Verbond met Abraham zijn vrind bevestigt Hij van kind tot kind. Antifoon: staande Loof de HEER. Tot in eeuwigheid zal hij zijn belofte gedenken. (Psalm 105) Klein Gloria Ere zij de Vader en de Zoon en de heilige Geest Als in den beginne, nu en immer en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen 1

2 Bemoediging en groet Kyriëgebed staande (gemeente gaat zitten) Glorialied: Lied en 2 1.Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde, die Gij steeds waart; dat bewijst Gij ook nu. Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. 2. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt; kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. Gebed bij de opening van de Schriften Kinderlied:God kent jou vanaf het begin Refrein 2

3 Refrein Refrein 3

4 (Hierna gaan de kinderen en de jongeren naar de nevendienst) Schriftlezing:Jesaja 43: 1 7 en 49: 14 16a Welnu, dit zegt de HEER, die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israël: Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen, ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij! Moet je door het water gaan ik ben bij je; of door rivieren je wordt niet meegesleurd. Moet je door het vuur gaan het zal je niet verteren, de vlammen zullen je niet verschroeien. Want ik, de HEER, ben je God, de Heilige van Israël, je redder. Voor jou geef ik Egypte als losgeld, Nubië en Seba ruil ik in tegen jou. Jij bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, en ik houd zo veel van je dat ik de mensheid geef in ruil voor jou, ja alle volken om jou te behouden. Wees niet bang, want ik ben bij je. Ik haal je nakomelingen uit het oosten terug, uit het westen breng ik jullie bijeen. Tegen het noorden zeg ik: Geef hier! Het zuiden gebied ik: Laat los! Breng mijn zonen terug van verre, mijn dochters van de einden der aarde, allen over wie mijn naam is uitgeroepen, en die ik omwille van mijn majesteit geschapen heb, gemaakt en gevormd. Sion zegt: De HEER heeft mij verlaten, mijn Heer is mij vergeten. Maar kan een vrouw haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij droeg? Zelfs al zou zij het vergeten,ik vergeet jou nooit. Ik heb je in mijn handpalm gegrift. Zingen: Lied 864: 1 en 3 1. Laat ons de Heer lofzingen, juich, al wie bij Hem hoort! Hij zal met trouw omringen 4

5 wie steunen op zijn woord. Al moet ge hier ook dragen veel duisternis en dood, gij hoeft niet te versagen, Hij redt uit alle nood. 3. Zou ooit een vrouw vergeten t kind dat zij in zich droeg, er niet van willen weten, wanneer het naar haar vroeg? Al zou u ook begeven uw moeder vroeg of laat, de Heer zweert bij zijn leven, dat Hij u niet verlaat. Uitleg en verkondiging Zingen: Lied 891: 1 en 2 5

6 2. Geef dat ik kan zien. Laat mij uw gezicht zien, Heer, dan ken ik uw liefde. U woont in mij. Heer, vernieuw mijn hart, want dan kan ik leven, Heer, zoals U dat wilt: in de kracht van uw liefde. Draag mij, Heer. Neem mij in uw armen. 6

7 Draag mij, Heer. Sluit mij in uw hart. Bent U bij mij, dan vlieg ik als een arend, omdat uw Geest mij draagt. U geeft mij vleugels, Heer, met de kracht van uw liefde. Omdat uw Geest mij draagt. U geeft mij vleugels, Heer, met de kracht van uw liefde. (Onder het naspel komen de kinderen en jongeren terug uit de nevendienst en worden de dopelingen binnengedragen in de kerk.) Bediening van de doop Lied 357: wordt solo gezongen door Annemarie 7

8 2. Bij de bronnen staan wij stil, Jezus geeft voor nu en later jou het kostbaar levend water, jij mag in zijn woord voortaan steeds weer kopje onder gaan. 3. Hoor ons zingen in uw huis, lieve God, het kan niet zonder want het leven is een wonder, zingend voelen wij ons thuis, zijn we bij U kind aan huis. Presentatie Fred en Saskia Rijnenberg en Han en Magda Mosterd hebben de wens uitgesproken hun kind ten doop te houden. v: Welke naam hebben jullie aan je kind gegeven, waarmee het zich gekend mag weten bij God en bij mensen? v: Moge deze naam gegraveerd zijn in de handpalm van onze God en geschreven in zijn boek van het leven. Zingen: Dooplied 79:1 (GotZ) 8

9 Tijdens het dooplied worden de namen op de dooprol bevestigd. v: Ten overstaan van de gemeente vragen wij nu: Fred en Saskia Rijnenberg / Han en Magda Mosterd, verlangen jullie, dat Lieve / Bo Bastiaan gedoopt wordt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest? o: Ja Geloofsbelijdenis staande v: Stemt dan in met het belijden van de kerk en weet jullie ook gedragen door het geloof van de gemeente als zij achter jullie gaat staan en samen met jullie ons geloof belijdt. a: Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here; die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle; ten derden dage wederom opgestaan van de doden; opgevaren ten hemel, 9

10 zittende des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof éne heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving der zonden; wederopstanding des vleses; en een eeuwig leven. Amen. Doopgebed: Heer onze God, onze Vader, U hebt uw zoon Jezus Christus, aan ons gegeven als de goede herder, die ons allen kent bij onze naam. Wij danken U voor uw genade en uw trouw, voor het nieuwe leven dat U hebt geschapen, voor deze kinderen die geboren zijn in ons midden, en die U ons hebt toevertrouwd. U hebt hen oren gegeven om te horen, en ogen om te zien; zegen ook de mond van deze kinderen, dat zij mogen leren lachen en de taal spreken van de mensen; zegen de handen en de voeten, en moge zij aan den lijve ervaren dat alles goed is, wat U hebt gemaakt. Wij bidden U voor Lieve Rijnenberg en Bo Bastiaan Mosterd die het teken en zegel van de doop zullen ontvangen: dat hun ondergaan in en opstaan uit het water voor hen steeds een hoopvol teken mag zijn dat U van de wieg tot het graf, ja, van vóór de wieg tot voorbíj het graf hun bondgenoot en leidsman ten leven wilt zijn. U bent het immers die ons hebt 10

11 gezien eer wij geboren waren. Wij bidden u voor hen om veiligheid en beschutting in deze hardhandige wereld. Houd van hen af alles wat kwaad en onmenselijk is. Bescherm hen tegen verkeerde invloeden, sta niet toe, dat zij ooit worden vernield en misvormd. Maar mogen zij geborgen zijn bij hun ouders; en geef, dat wij die volwassen zijn, geen ergernis geven aan deze kinderen, maar hen binnenvoeren in de waarheid. En als de zonde ooit zijn macht over hen doet gelden, wees dan genadig, Heer onze God, U immers voorziet in alle schuld en alle tekort, en nog voordat deze mensenkinderen zondigen kunnen, bent U zelf de vergeving der zonden, door Jezus Christus, onze Heer. Amen. Zingen: Dooplied: 79:2 (GotZ) 2. Je bent al een tijdje bij mensen, je naam is bij ons al vertrouwd en dus is het tijd om te vieren, dat God die je kent, van je houdt. Refrein: Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op dit feest want jij wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Bediening van de doop Zegenbede en handoplegging v: Here God, schenk hen die gedoopt werden in uw naam, de gaven van uw Heilige Geest, opdat zij U dienen zullen als een mensen, die dood zijn geweest, maar nu leven. U komt de heerlijkheid toe, Vader, Zoon en Heilige Geest, nu en in eeuwigheid. Amen. 11

12 Zingen: Lied 359: 1 en 2 (Vers 1 wordt eenmaal voorgezongen door Annemarie) 2. Dopen is geloven dat een herder je verder bewaren zal en sparen, zo gaat God met jou mee. Aansteken van de doopkaars Jezus zegt: "Ik ben het licht der wereld." Jezus zegt ook: "Jullie zijn het licht der wereld." Aan zijn licht is ons licht ontstoken. We spreken hierbij als onze bede uit dat ook Lieve Rijnenberg en Bo Bastiaan Mosterd lichtdragers mogen zijn in dienst van hun Heer. Zingen: Dooplied: 79: 4 (GotZ) 4. Nu mag je gaan leven met mensen verbonden in liefde en trouw omdat zij vandaag bij dit dopen Gods Naam legden naast die van jou. 12

13 Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op dit feest want jij bent gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Aanvaarding v: Zo zijn de namen van deze kinderen nu verenigd met de Naam van de Heer onze God. (tot de ouders) v: Fred en Saskia Rijnenberg/ Han en Magda Mosterd, zijn jullie bereid Lieve / Bo Bastiaan te ontvangen als een kind van God en je door haar tegenwoordigheid in jullie huis te laten sterken in het geloof? En beloven jullie haar voor te gaan op de weg die ons gebaand is door Christus onze Heer? (tot de gemeente - staande) v. Wilt ook u Lieve Rijnenberg en Bo Bastiaan Monsterd ontvangen in uw midden om hen in woord en daad te bewaren bij het hartsgeheim van de gemeente opdat zij hun doop zullen leren beamen? a: Ja, dat beloven wij. Uitreiking van de doopoorkonde Dankzegging, voorbeden, stil gebed en Onze Vader Mededelingen en collecten Tijdens collecte zingen wij Lied 289: 1, 2 en 3 en Je wereld delen. Zingen: Lied 289: 1, 2 en 3 13

14 2. Heer, ik kom in uw stralend schijnsel, uit de schaduw in uw nabijheid; door uw Zoon mag ik staan in uw luister, 14

15 toets mij, test mij, verteer al mijn duister. Schijn op mij, schijn op mij. (Refrein) 3. Heer, hoe meer wij uw helder licht zien en de weerglans op ons gezicht zien, zal ons leven voor anderen stralen, het verhaal van uw liefde vertalen. Schijn in mij, schijn door mij. (Refrein) (Refrein) 15

16 (Refrein) Zingen: Slotlied : Lied 150a: 1, 2, 3 en 4 staande 1. Geprezen zij God! Gij engelenkoor dat steeds naar Hem hoort, prijs Hem om zijn Woord! Gij hemelen, loof Hem wiens hand alles schiep, die allen daarboven tot dankzegging riep. 2. Geprezen zij God! Gij allen op aard, aanbid Hem die u als kinderen aanvaardt. Loof Hem die uw Heer is met juichende stem. Beantwoord zijn liefde: leef altijd voor Hem! 3. Geprezen zij God! Laat alles wat leeft nu zingen voor Hem die alles ons geeft. Laat jubelen het orgel, laat harp en trompet de glorie doen klinken van Hem die ons redt. 4. Geprezen zij God! Ons lied is gewijd Aan Hem die altijd ons helpt en geleidt. Om zijn goede schepping, om hemels genot, Zijn gunst en vergeving: geprezen zij God! Wegzending en Zegen staande Na afloop van de dienst is er gelegenheid de doopouders te feliciteren voor in de kerkzaal. In de hal is er gelegenheid koffie, thee of limonade te drinken. 16