Studie van de rol van het CALU gen en GGCX gen in de oogsymptomen bij pseudoxanthoma elasticum.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studie van de rol van het CALU gen en GGCX gen in de oogsymptomen bij pseudoxanthoma elasticum."

Transcriptie

1 Academiejaar Studie van de rol van het CALU gen en GGCX gen in de oogsymptomen bij pseudoxanthoma elasticum. Liesje VAN DEN BOSSCHE Promotor: Dr. O. Vanakker Scriptie voorgedragen in de 2de Master in het kader van de opleiding tot MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

2 Academiejaar Studie van de rol van het CALU gen en GGCX gen in de oogsymptomen bij pseudoxanthoma elasticum. Liesje VAN DEN BOSSCHE Promotor: Dr. O. Vanakker Scriptie voorgedragen in de 2de Master in het kader van de opleiding tot MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

3 De auteur(s) en de promotor geven de toelating deze scriptie voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze scriptie. Datum Van den Bossche Liesje Dr. O. Vanakker

4 Voorwoord Beste lezer Wanneer u dit leest wil dit zeggen dat, ondanks vele lastige momenten en tegen mijn persoonlijke verwachtingen in, deze masterproef toch tijdig klaar is geraakt. Vanaf de eerste uitleg over de masterproef wist ik meteen dat ik voor experimenteel onderzoek wilde kiezen. Ik wilde graag eens proeven van het wetenschappelijk onderzoek op experimentele basis, in plaats van opnieuw het werk van anderen te verwerken. Ondanks het feit dat de medische genetica een relatief nieuwe discipline is, is deze zeer veelbelovend voor het ontwikkelen van een betere patiëntenzorg in de toekomst. Hier wilde ik graag mijn steentje toe bijdragen. Na het lezen van de korte inleiding over PXE was mijn nieuwsgierigheid meteen geprikkeld. Ondanks het feit dat de causale mutaties van deze ziekte reeks gekend zijn, is er nog steeds geen afdoende verklaring voor de zeer grote fenotypische variabiliteit van deze aandoening. Het is daarom onmogelijk de klinische gevolgen van deze ziekte voor de patiënt te voorspellen, waardoor zowel patiënt als arts met een grote onzekerheid te kampen hebben. De identificatie van bepaalde factoren die deze fenotypische verschillen kunnen verklaren, zou de arts in staat kunnen stellen om patiënten beter op te volgen en complicaties vroeger te kunnen detecteren, wat uiteraard zou leiden tot een betere klinische outcome voor de patiënt. Ik heb gedurende de voorbije 2 jaar niet alleen heel veel bijgeleerd over de praktische zijde van de moleculaire genetica, maar minstens evenveel over zelfstandig werken, plannen en omgaan met de onvermijdelijke tegenslagen. Dit verliep, zoals u waarschijnlijk wel kan vermoeden, niet altijd van een leien dakje. Daarom wil ik u nu graag, met veel trots en voldoening, uitnodigen tot het kritisch lezen van deze masterproef, waar ik zo veel tijd en energie heb ingestoken. Ik hoop dat u er iets aan heeft! Graag wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om nog een aantal mensen te bedanken. In de eerste plaats wil ik mijn promotor, dr. Vanakker, bedanken omdat hij mij de kans heeft gegeven om aan dit onderzoek mee te werken en op deze manier kennis te maken met dit

5 interessante vakgebied. Bovendien kon ik met vragen en praktische problemen steeds bij hem terecht en werd ik ook zeer goed begeleid voor het schrijven van de eigenlijke tekst. Ook aan de medewerkers van het CMGG ben ik heel veel dank verschuldigd. Als student zonder praktijkervaring was het niet altijd even eenvoudig om alle proeven op zelfstandige basis uit te voeren, maar ik kon bij problemen steeds terecht bij alle medewerkers van het bindweefsellabo. In het bijzonder wil ik graag Charlotte Opsomer bedanken voor de opleiding en alle begeleiding gedurende de beginfase van deze masterproef en Karen Wettinck voor de verdere begeleiding en opvolging van de resultaten. Bij haar kon ik steeds aankloppen indien er problemen waren of indien ik hulp nodig had en werd ik altijd meteen geholpen. Ook prof. Coucke wil ik bedanken voor de immer vriendelijke en oppeppende woorden! Tot slot bedank ik nog alle mensen die geholpen hebben met het schrijven, het nalezen en het verbeteren van deze tekst. Zonder de hulp van al deze mensen was het mij nooit gelukt om deze masterproef tot een goed einde te brengen. Daarom: Heel erg bedankt iedereen!!

6 Inhoudsopgave Lijst met afkortingen... Abstract... 1 Inleiding Doel van het onderzoek Pseudoxanthoma elasticum Algemeen Epidemiologie Symptomen Huidsymptomen Cardiovasculaire aantasting Oogsymptomen Anatomie (15) Veranderingen PXE-like diseases Histologie Diagnose Aanpak Algemeen Huid Cardiovasculair oculair Algemene maatregelen Anti-VEGF therapie Pathogenese Overervingspatroon Moleculaire genetica ABCC De metabole hypothese De PXE cel hypothese Fenotypische variatie... 17

7 Modifiers Inleiding CALU en GGCX GGCX CALU Hypothese: de rol van CALU en GGCX in de ernst van de oogsymptomen bij PXE 21 Methodologie Studiepopulatie Patiënten DNA Technieken Polymerase chain reaction Doel Techniek Gebruikte materialen Standaardprotocol Primers Ontwikkeling Voorwaarden Ontwerp Overzicht gebruikte primers CALU GGCX Optimalisatie van de primers Standaardconditie Optimalisatie Sequencing Doel en gebruikte methode Techniek Gebruikte materialen Sequenering Zuivering Sequentie-analyse... 33

8 4. Statistiek Resultaten Eigenschappen van de patiëntencohorte Definitieve PCR condities CALU GGCX Algemene beschrijvende statistiek CALU GGCX Oculaire aantasting CALU GGCX Mogelijks klinisch relevante Polymorfismen CALU rs : c. *4 A>G GGCX rs : c C>T (p. Ar406=) rs : c G>T Polymorfismen beschreven in de literatuur CALU rs : c C>T rs : c.*4 A>G GGCX rs699664: c.974 G>A (p. Arg325Gln) Invloed op huid- en cardiovasculaire symptomen Huidaantasting Cardiovasculaire aantasting Discussie Conclusie Bijlage... 57

9 Lijst met afkortingen Afkorting Betekenis PXE Pseudoxanthoma elasticum GAG s Glycosaminoglycanen MGP Matrix Gla-proteïne GGCX Gamma-glutamyl carboxylase CALU Calumenine VKORC1 Vitamin K epoxide reductase complex subunit 1 MRP6 Multidrug resistance-associated protein VEGF Vascular endothelial growth factor PCR Polymerase chain reaction dntp s Deoxyribonucleoside trifosfaten SNP Single nucleotide polymorfisme ddntp s Dideoxyribonucleoside trifosfaten UTR Untranslated region CMGG Centrum voor Medische Genetica Gent AMD Age related macular degeneration ABCC6 ATP-binding cassette sub-familie C lid 6 ELN Elastine FBN Fibriline LOX Lysyl Oxidase ATP Adenosinetrifosfaat NBF Nucleotide Binding Folds mrna Messenger RNA (ribonucleïnezuur) VKORC1 Vitamine K epoxide reductase complex subunit 1 DNA Desoxyribonucleïnezuur DMSO Dimethylsulfoxide RR mix Ready Reaction Mix POP Performance Optimized Polymer CCD Charge-coupled device TD Touch-down INR International Normalized Ratio

10 Abstract Doel: Pseudoxanthoma elasticum (PXE, OMIM no ) is een autosomaal recessieve multisysteemaandoening gekenmerkt door een overdreven mineralisatie van de elastinevezels in het bindweefsel van huid, ogen en cardiovasculair systeem. De causale mutaties voor PXE bevinden zich in het ABCC6 gen, maar deze bieden echter geen verklaring voor de zeer grote intra- en interfamiliale fenotypische variabiliteit die zo typisch is bij deze aandoening. Het doel van deze masterproef is om na te gaan wat de eventuele rol is die het CALU en het GGCX gen spelen met betrekking tot de ernst van de oogaantasting bij PXE. Methode: In deze studie werd bij 32 klinisch en histologisch bewezen PXE patiënten gescreend naar SNP s in zowel het CALU als het GGCX gen. Deze screening gebeurde door middel van directe sequenering van zowel de exonen als delen van de flankerende intronen van beide genen. De patiënten werden onderverdeeld op basis van 2 verschillende classificaties, namelijk de visusscore en de nood aan anti-vegf medicatie. Resultaat: In totaal werden in deze studiepopulatie 17 SNP s aangetroffen, waarvan er 6 in het CALU en 11 in het GGCX gen voorkwamen. Een aantal van deze varianten bleek significant vaker voor te komen in de studiepopulatie van PXE patiënten ten opzichte van de Europese populatie. Dit was het geval voor de CALU SNP s C G>A (rs , p=0,009), C C>T (rs , p=0,009) en C.*4 A>G (rs , p=0,021). Deze varianten bleken daarenboven vaker voor te komen bij patiënten met een ernstige vorm van huidaantasting ten opzichte van de mildere vormen. Voor de GGCX varianten kon dit niet worden aangetoond. Met betrekking tot de oogsymptomen kon voor geen enkel van de aangetroffen polymorfismen statistisch worden aangetoond dat zij vaker of net minder vaak zouden voorkomen bij patiënten met een ernstige oculaire aantasting. De resultaten voor de GGCX variant C.1218 C>T (rs ) waren evenwel veelbelovend, gezien deze SNP bijna significant (p=0,054) meer voorkwam bij patiënten met ernstige oogsymptomen. Conclusie: Hoewel een aantal van de aangetroffen SNP s significant meer voorkomen in de studiepopulatie ten opzichte van de Europese populatie, kon in deze studie geen majeure modifier worden geïdentificeerd die de grote fenotypische variatie op vlak van oogsymptomen zou kunnen verklaren. Er is tot op heden geen evidentie om aan te nemen dat een screening naar mutaties binnen CALU en GGCX enig klinisch voordeel voor de patiënten zou kunnen opleveren. 1

11 Inleiding 1. Doel van het onderzoek De bedoeling van deze studie is het aantonen van een mogelijk verband tussen varianten in het CALU en GGCX gen en de oogsymptomen bij pseudoxanthoma elasticum. Dit heeft als uiteindelijke doel het vinden van een verklaring voor de grote inter- en intrafamiliale fenotypische variatie van deze ziekte door middel van het eventuele identificeren van deze genen als genetische modifiers. 2. Pseudoxanthoma elasticum 2.1. Algemeen Pseudoxanthoma elasticum (PXE) is een autosomaal recessieve multisysteemaandoening die gepaard gaat met ectopische mineralisatie en fragmentatie van de elastinevezels in het bindweefsel. De klinische manifestaties van deze ziekte komen voornamelijk tot uiting ter hoogte van de huid, de ogen en het cardiovasculair systeem (1-3). De aandoening wordt veroorzaakt door een mutatie in het ABCC6 gen, dat codeert voor een transporter eiwit (ABCC6) dat voornamelijk voorkomt ter hoogte van de lever, de nieren en de darm (1). Opvallend bij deze aandoening is de grote intra- en interfamiliale variabiliteit van de symptomen, die onvoldoende kan worden verklaard door de ABCC6 mutaties (1, 2) Epidemiologie De prevalentie van PXE is niet precies gekend en de schattingen variëren zeer sterk naar gelang de studie (1, 2, 4, 5). Er wordt geschat dat de ziekte in de populatie voorkomt bij 1/ à 1/ personen, en dit met een dragerschap van 1/150 tot 1/300 (1). De Klinische manifestaties van de aandoening zijn meestal niet aanwezig bij geboorte, maar treden progressief op en worden gewoonlijk pas herkenbaar rond de tweede of derde levensdecade (1). 2

12 2.3. Symptomen Pseudoxanthoma elasticum is een multisysteem aandoening gekarakteriseerd door een abnormale mineralisatie van bindweefsel, en meer specifiek de elastinevezels, in welbepaalde organen waaronder de huid, de ogen en de arteriële bloedvaten (1, 2). Er kan worden gesteld dat PXE een aandoening is met een aanzienlijke morbiditieit en zelfs occasionele mortaliteit (door cardiovasculaire complicaties) Huidsymptomen De meeste gevallen van PXE worden gediagnosticeerd in de leeftijdscategorie 10 tot 15 jarigen. Nochtans kan soms reeds huidaantasting opgemerkt worden bij baby s of op peuterleeftijd (6-8). Deze vroegtijdige aantasting is echter zeer subtiel en asymptomatisch, waardoor er sprake is van een gemiddelde vertraging in het diagnostisch proces van 9 jaar (5, 6). De primaire huidaantasting die wordt teruggevonden bij PXE patiënten bestaat uit kleine, geelachtige papeltjes die voornamelijk voorkomen ter hoogt van de buigzijden van ledematen en hals. Deze kleine laesies vloeien uiteindelijk samen tot grotere plaques van niet-elastische, lederachtige huid met een gelige kleur (2, 3, 5) (Figuur 1). Ook andere gebieden zoals de elleboog- en knieplooien, oksels, liezen en het gebied rond de navel zijn frequent aangetast (5). Hoewel deze huidlaesies asymptomatisch zijn, vormen zij vaak een esthetisch probleem. Naargelang de ziekte verder evolueert kan de aangetaste huid namelijk laks worden, rimpelen en uiteindelijk in plooien gaan hangen (5). Veralgemeende ernstige hyperlaxiteit van de huid kan voorkomen, maar is zeldzaam (9). In heel uitzonderlijke gevallen en bij vergevorderde ziekte is het mogelijk dat calciumdepots doorbreken doorheen de huid, in dit geval spreekt men van perforerende PXE (8). Ook de mucosa, en dan voornamelijk het slijmvlies van de onderlip, vertoont frequent aantasting o.v.v. een geelachtige reticulaire tekening (5). In sommige gevallen, vooral wanneer PXE vermoed wordt in afwezigheid van duidelijke huidaantasting, is het nuttig om een biopt te nemen van littekens of huid ter hoogte van de flexorzijde van de ledematen (10). 3

13 Figuur 1: klinische huidmanifestaties van PXE Op de figuur zijn geelachtige papels, confluerend tot grotere niet-elastische niet elastische plaques te zien ter hoogte van de hals (A) en elleboogplooi (B) bij een PXE patiënt. Figuur 2: Uitgebreide esthetisch storende huidaantasting Cardiovasculaire aantasting De cardiovasculaire symptomen ontstaan door mineralisatie en degeneratie van de elastische lamina interna en externa van de middelgrote arteriën (2, 5). Klinisch is een intermittente claudicatio vaak het eerste teken van een vroegtijdig optredende atherosclerose. Deze claudicatio komt uiteindelijk voor bij tot 30% van de PXE patiënten. Aantasting en vernauwing ernauwing van de coronairen en renale hypertensie komen bij PXE patiënten voor op jongere leeftijd dan de normale populatie. Dit kan leiden tot angina pectoris, acuut myocard infarct, congestief hartfalen, nierfalen en stroke op jonge leeftijd (2, ( 3, 5). Hoewel deze symptomen gewoonlijk niet worden teruggevonden voor de derde à vierde levensdecade, evensdecade, zijn er toch gevallen gerapporteerd van ernstige cardiovasculaire aantasting bij kinderen (5, 6, 11, 12). Echocardiografisch kunnen soms calcificaties aangetoond worden ter hoogte van het endocard van zowel atria als ventrikels en de hartkleppen. Calcificatie van de hartkleppen kan leiden tot 4

14 prolaps of stenose en uiteindelijk zelfs tot een restrictieve cardiomyopathie. Ook verkalkte thrombi kunnen soms in het hart worden aangetroffen (5). 20 Echografie van de nier toont een karakteristieke hypo-echogeniciteit met een gespikkeld patroon, wat waarschijnlijk overeenkomt met verkalkte zones in de renale arteriën. Ook ter hoogte van de milt en pancreas kan soms met echografie een dergelijk patroon worden aangetoond (5, 13). Een andere ernstige complicatie van de cardiovasculaire aantasting bij PXE is het optreden van spontane bloedingen, voornamelijk ter hoogte van het gastro-intestinaal stelsel. Deze bloedingen gebeuren vaak zeer plots en zonder waarschuwing en komen ook voor bij kinderen en adolescenten (11). Ze worden veroorzaakt doordat de uitgebreide calcificatie van de submucosale arteriën deze vaten broos en kwetsbaar maakt. De bloedingen kunnen ook voorkomen ter hoogte van andere organen zoals het cerebrovasculair systeem, de baarmoeder, urinewegen of zelfs gewrichten(14). Deze complicatie werd beschreven bij ongeveer 10% van de PXE patiënten(5) Oogsymptomen Anatomie (15) De wand van de oogbol bestaat uit 3 grote lagen: - Het harde oogvlies of de sclera - Het vaatvlies of de uvea - Het netvlies of de retina De sclera is een dik en bindweefselkapsel dat voornamelijk bestaat uit collageen en enkele elastinevezels. Dit weefsel staat, samen met de intra-oculaire druk, in voor het in stand houden van de vorm van de oogbol. Aan de voorzijde van de oogbol wordt de sclera onderbroken door het doorzichtige hoornvlies, de cornea. Samen met de lens zorgt de cornea voor de breking van het licht waardoor de focus van de lichtstralen op het netvlies terechtkomt. De uvea vormt in het voorste deel van de oogbol de iris en het corpus cilliare en in het achterste deel de choroïdea of het vaatvlies. Deze laag staat in voor de voeding van het oog. De choroïdea bestaat uit 3 lagen: - De buitenste laag met grote bloedvaten: lamina vasculosa 5

15 - De middelste laag met capillairen: choriocapillaris - De binnenste laag: de membraan van Bruch De membraan van Bruch bestaat op zijn beurt uit 5 verschillende lagen, van buiten naar binnen: - De basale membraan van de choriocapillaris - Buitenste collageenzone - Centrale band van elastinevezels - Binnenste nenste collageenzone - De basale membraan van het retinaal pigmentepitheel De elastinerijke centrale zone van dit membraan verklaart waarom deze is aangetast bij het merendeel van de PXE patiënten (zie verder). De binnenste bekleding van de oogbol wordt gevormd gevo door de retina of het netvlies. In het voorste deel van de oogbol is de retina opgebouwd uit pigmentepitheel (pars caeca) en in het achterste deel (pars optica) bevinden zich de lichtgevoelige zintuigcellen, namelijk de staafjes en de kegeltjes. Figuur 3: Doorsnede doorheen de verschillende lagen van de oogbol 6

16 Figuur 4: Anatomie van de oogbol Door middel van oftalmoscopie of fundoscopie kan de fundus (dit is de achterwand van de oogbol) in beeld worden gebracht. In de nasale helft bevindt zich de papilla nervi optici of de blinde vlek. Dit is de plaats waar alle zenuwvezels van de retina samenkomen en als N. Opticus de oogbol verlaten. Vanuit Vanuit de papil vertrekken de zijtakken van de d A. centralis retinae naar de rest van de retina en verzamelen de kleinere venen zich in de V. centralis retinae. Vele van deze vaatjes lopen in de richting van de macula, dit is het gebied van de retina waar het gezichtsvermogen het scherpst is. De macula macula bevat in zijn centrum een kleine groef: de fovea centralis. Figuur 5: Normale fundus 7

17 Veranderingen Ter hoogte van het oog is de eerste klinische manifestatie van PXE vaak het optreden van de zogenaamde peau d orange. Dit is een geelachtige, vlekkerige hyperpigmentatie van het netvlies. Deze hyperpigmentatie kan de meer ernstige vorm van oogaantasting, namelijk de verder besproken angioid streaks, tot 10 jaar vooraf gaan (5, 16). De meest karakteristieke manifestatie zijn de angioid gioid streaks. Dit zijn onregelmatige, roodbruine of grijze lijnen welke uitstralen vanaf de discus opticus naar de periferie. Deze lijnen zijn het resultaat van de typische degeneratie en mineralisatie van de elastinevezels, wat leidt tot scheuren in de membraan van Bruch (5, 16). Nieuwe bloedvaatjes afkomstig uit de choroïdea kunnen doorheen deze scheurtjes groeien. Doordat deze nieuwe gevormde vaatjes een stuk fragieler zijn, geven deze vaak aanleiding tot bloedingen. Deze bloedingen kunnen op hun beurt resulteren in een duidelijke visusdaling, of in extreme gevallen zelfs in centrale blindheid (2, 3, 5, 16). Figuur 6: Angioid streaks Fundus van een PXE patiënt met vergevorderde aantasting van het oog. Angioid streaks worden aangeduid door de zwarte pijlen. De typische oogaantasting is aanwezig bij alle PXE patiënten en komt meestal tot uiting rond de leeftijd van 15 tot 25 jaar (5, 6, 16). Het optreden van angioid straks is echter niet pathognomonisch monisch voor PXE. Deze kunnen ook teruggevonden bij o.a. haemoglobinopathieën (5). Andere, minder frequente vormen van oogaantasting zijn onder meer het voorkomen van colloïde lichaampjes (resten van afgestorven keratinocyten in de retina), r maculaire degeneratie, nervus ervus opticus drusen (witgele ( onregelmatigheden van de discus opticus) en uilenogen (gepaarde gehyperpigmenteerde vlekken op de retina) (5, 11, 16, 16 17). 8

18 PXE-like diseases De typische huidaantasting die bij PXE wordt aangetroffen, kan echter ook worden teruggevonden bij sommige patiënten met multipele stollingsfactordeficiënties. Dit is een autosomaal recessieve aandoening geassocieerd met mutaties in het GGCX gen (3). Er kan gesproken worden van een PXE-like syndroom, wat eerder werd beschreven door Vanakker et al. Dit syndroom wordt gekenmerkt door de typische PXE-achtige huidmanifestaties (die zich echter uitstrekken tot voorbij de flexieregio s van de ledematen), in combinatie met een milde retinopathie en een tekort aan vitamine K afhankelijke stollingsfactoren. Deze aandoening wordt veroorzaakt door een aantal loss of function mutaties in het GGCX gen dat codeert voor het gamma-glutamyl carboxylase (18, 19). (zie verder) Zowel de studie van Vanakker et al. als deze van Li et al. toonden aan dat deze loss of function mutaties in het GGCX gen kunnen resulteren in een te grote hoeveelheid van de inactieve vorm van een circulerende anti-mineralisatiefactor, namelijk het matrix Glaproteïne, wat kan leiden tot een abnormale mineralisatie van weke weefsels (zie verder) (3, 18). Opvallend is dat in bepaalde families mutaties voorkomen in zowel het ABCC6 als het GGCX gen. Deze bevinden suggereren een digenische overerving (3, 18) Histologie De histologie van PXE is karakteristiek. In huidbiopten kunnen gezwollen, samengeklonterde en gefragmenteerde elastinevezels worden aangetoond door middel van speciale kleuringen voor elastine (bijvoorbeeld orceïnekleuring) en calcium (bijvoorbeeld Von Kossa kleuring). Er is een duidelijke opstapeling van calciumfosfaat complexen, hoewel er geen abnormaliteiten in serum calcium of fosfaat concentraties kunnen worden aangetoond (1). Ook ter hoogte van de membraan van Bruch, endocard en andere organen kunnen gelijkaardige afwijkingen worden vastgesteld (2, 5). 9

19 Figuur 7: Histopathologie PXE huidbiopt Histopathologie van een huidlaesie op basis van de standaard kleuring Hematoxyline-Eosine Hematoxyline toont een opstapeling van fibrillair tot licht granulair eosinofiel materiaal tussen de normale collageenvezels (links). De Weigert (Elastinevezels, rechts) en Von Kossa kleuring (calciumneerslag, onder) tonen korte, gefragmenteerde elastinevezels met daarop kleine depots van calciumneerslag. Figuur 8: Orseïne kleuring voor elastinevezels Op het preparaat kan de typische histologie van PXE worden vastgesteld, namelijk een duidelijke klontering en fragmentatie van de elastinevezels. Ook elektronmicroscopisch kunnen karakteristieke afwijkingen worden aangetoond. In een eerste fase wordt een mineralisatie lisatie van de elastinevezels vastgesteld die begint vanuit de kern van de vezels en in een later stadium voortschrijdt naar de buitenste lagen. Uiteindelijk, nadat een maximale calcificatie wordt bereikt, treedt fragmentatie van de elastinevezels op (5, 6). 10

20 2.5. Diagnose Ondanks duidelijke diagnostische criteria (zie bijlage) is het tijdig diagnosticeren van PXE op klinische basis om meerdere redenen niet eenvoudig. Om te beginnen wordt de aandoening gekenmerkt door een grote inter- en intrafamiliale variabiliteit. Een volgende belangrijke reden is het laattijdig optreden van de typische symptomen. De symptomen zijn zo goed als nooit aanwezig bij de geboorte en treden meestal pas op rond de tweede of derde levensdecade. Bovendien worden PXE-achtige symptomen ook aangetroffen in een aantal andere (zowel erfelijke als aangeworven) ziekten, zoals sikkelcel anemie. Nochtans kan bij deze patiënten geen mutatie in het ABCC6 gen worden aangetoond (1). Om deze redenen wordt de diagnose van PXE vaak pas zeer laattijdig gesteld waardoor er op het moment van diagnose al zeer ernstige cardiovasculaire en oculaire symptomen aanwezig kunnen zijn (1, 2) Aanpak Algemeen Over het algemeen hebben patiënten met PXE een normale levensverwachting, maar mortaliteit en morbiditeit hangen sterk af van de uitgebreidheid van de aandoening. Vandaag de dag is er nog geen oorzakelijke behandeling beschikbaar. De hedendaagse aanpak bestaat daarom uit het aanpassen van de levensstijl om voornamelijk cardiovasculaire complicaties zo veel mogelijk te vermijden en regelmatige onderzoeken om eventuele complicaties vroegtijdig op te sporen. Hierbij is een vroegtijdige diagnose van kritisch belang! Huid In geval van uitgebreide huidaantasting die esthetisch storend is kan plastische chirurgie worden overwogen. Deze ingrepen mogen echter niet ondoordacht worden uitgevoerd gezien het risico op vertraagde wondheling en eventuele calcificatie van het littekenweefsel die bij PXE patiënten kan optreden (5). 11

21 Cardiovasculair PXE patiënten dienen een jaarlijks cardiovasculair onderzoek met bloeddrukmeting, perifere pulsaties en hartauscultatie te ondergaan. Bij afwijkingen moeten zij meteen worden doorgestuurd naar een cardioloog voor uitgebreider onderzoek(5). Preventie van cardiovasculaire complicaties dient voornamelijk te gebeuren door middel van aanpassing van de levensstijl waaronder een aangepast dieet, rookstop, en voldoende lichaamsbeweging. Om het risico op bloedingen te beperken is het belangrijk het gebruik van anti-aggregantia en anti-coagulantia zoveel mogelijk te beperken(5) oculair Algemene maatregelen Voor het vroegtijdig opsporen van de oculaire aantasting is een zes maandelijks of jaarlijks oftalmologisch onderzoek noodzakelijk. Tijdens dit onderzoek moet steeds een fundoscopie worden uitgevoerd, ook indien er slechts weinig of geen huidaantasting aanwezig is. De oculaire aantasting met de aanwezigheid van angioid streaks kan ernstige huidaantasting namelijk vooraf gaan. Bovendien bestaat er ook een kleine groep patiënten die geen huidsymptomen, maar wel oculaire aantasting zal ontwikkelen. Voor de evaluatie van de centrale visus wordt gebruik gemaakt van een Amsler grid (5). Uit recent onderzoek is gebleken dat de typische neovascularisatie op een effectieve en nietinvasieve manier kan worden aangepakt door het gebruik van anti-vascular endothelial growth factor of anti-vegf medicatie (5, 16) Anti-VEGF therapie Vascular endothelial growth factor is een signaalmolecule die door cellen wordt vrijgesteld indien de bloed- en dus zuurstoftoevoer in een bepaald weefsel onvoldoende dreigt te worden. Deze groeifactor stimuleert dan de aanmaak van nieuwe bloedvaten, de neo-angiogenese. Van Bevacizumab, een humaan monoklonaal antilichaam tegen VGEF, werd de effectiviteit in de behandeling van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie en choroïdale neovascularisatie ten gevolge van angioid streaks reeds bewezen (16). Een retrospectieve studie uit 2008 toonde aan dat het gebruik van intravitreaal Bevacizumab ook bij PXE patiënten veelbelovende resultaten oplevert, voornamelijk wanneer in een vroeg 12

22 ziektestadium met deze therapie werd gestart. Bij het gebruik van deze medicatie bij cardiaal belaste PXE patiënten dient wel aandacht te worden besteedt aan mogelijke cardiale bijwerkingen van deze therapie, hoewel deze zeer zeldzaam zouden zijn (16) Pathogenese De klinische kenmerken van pseudoxanthoma elasticum ontstaan door een ectopische mineralisatie en fragmentatie van elastine vezels, en dit voornamelijk ter hoogte van de middermis van de huid, het membraan van Bruch in het oog en de lamina elastica interna en externa van de middelgrote bloedvaten (2) Overervingspatroon PXE is een typisch voorbeeld van een ziekte met een autosomaal recessief overervingspatroon. In een diploïd organisme (2 allelen van elk gen) zoals de mens wil dit concreet zeggen dat een eigenschap of aandoening slechts tot uiting komt wanneer de mutatie in elk van de 2 allelen aanwezig is. Dit organisme is dan homozygoot recessief voor deze eigenschap. Een autosomaal recessieve aandoening zoals PXE kan bijgevolg enkel tot uiting komen wanneer beide ouders minstens 1 mutant allel dragen en beiden dit allel overdragen aan hun nakomeling. Een individu met slechts 1 mutant allel wordt een drager genoemd. In principe vertonen de dragers geen klinische kenmerken van de aandoening. Nochtans werden, weliswaar in een kleine studie, ook microscopische veranderingen in de huid van heterozygote dragers van een ABCC6 mutatie beschreven (20). Bovendien werd zelfs aangetoond dat heterozygote dragers van de mutatie in het ABCC6 gen (zie verder) in zeer uitzonderlijke gevallen ook ernstige manifestaties van de ziekte kunnen vertonen, en dit dan voornamelijk ter hoogte van de ogen (21). Er wordt ook gesuggereerd dat deze dragers een verhoogd risico hebben op vroegtijdige coronaire aantasting (22). Uit deze bevindingen kan worden afgeleid dat ook heterozygote dragers een (meestal) beperkt en subklinisch fenotype kunnen vertonen (2). We kunnen dus spreken van een verhoogde penetrantie van het mutante ABCC6 allel. 13

23 In sommige families komt PXE voor in twee of meer generaties waardoor verwarring kan ontstaan met een dominant overervingspatroon. We spreken in dit geval van pseudodominante overerving (5). Figuur 9: Autosomaal recessief overervingspatroon. Blauw: normale, dominante Roze: abnormale, recessieve allel allel Uit dezee vorm van overerving volgt dat beide ouders minstens drager moeten zijn van de ziekte en dat ook elk volgend kind van deze ouders 25% kans heeft op het ontwikkelen van de ziekte Moleculaire genetica Aangezien uit observaties van PXE patiënten bleek dat de primaire aantasting zich bevindt ter hoogte van de elastinevezels, werd in studies eerst voornamelijk gezocht naar veranderingen of mutaties in de genen die verantwoordelijk waren voor de synthese van van het elastinenetwerk waaronder ELN (elastine), FBN1 FBN en 2 (fibrilline) en LOX (lysyl oxidase). Na genetische analyse werden deze genen echter uitgesloten (23, 24). Bij verdere studies werd echter een duidelijke link aangetoond tussen de manifestaties van PXE en een bepaald gebied ter hoogte van de korte arm van chromosoom 16 (25). Onderzoek van de bestaande genoom databank abank toonde aan dat dit gebied 4 genen bevatte, waarvan geen enkele een directe link had met de extracellulaire matrix van bindweefsel in het algemeen of het elastine netwerk in het bijzonder. Systematische sequenering van deze 4 kandidaat genen resulteerde de uiteindelijk in de identificatie van het ABCC6 gen als hetgene waarin de oorzakelijke mutatie voorkwam (26). De kritische rol van het ABCC6 gen werd hierna bevestigd door studies met Abcc6 bcc6 -/- muizen, die na verloop van tijd de typische symptomen van PXE (waaronder progressieve mineralisatie) ontwikkelden (2). 14

24 ABCC6 Het ABCC6 gen is gelokaliseerd op de korte arm van chromosoom 16 (16p13.1) en bestaat uit 31 exonen. Het gen codeert voor een transmembraneuze efflux transporter die lid is van de ATP-binding cassette eiwitfamilie, namelijk de ABCC6 transporter (ook gekend onder de naam multidrug resistance-associated protein of MRP6). Het eiwit bevat 3 hydrofobe transmembraneuze domeinen bestaande uit 17 transmembraneuze helices en 2 intracellulaire nucleotide binding folds (NBF S) waarvan elk een aantal sterk geconserveerd Walker motieven bevat die cruciaal zijn in de functie van het eiwit als ATP-gestuurde transmembraneuze transporter (2) Het exacte substraat van deze transporter is tot op heden nog ongekend (2). Vandaag de dag werden al meer dan 300 verschillende mutaties in het ABCC6 gen beschreven, gaande van missense en nonsense mutaties tot grote deleties (5). De twee meest voorkomende mutaties in de caucasische populatie zijn p. R1141X in exon 24 (verantwoordelijk voor 30% van alle PXE mutaties) en een AluI-gemedieerde deletie van exon 23 tot 29 (20% van alle PXE mutaties). Identificatie van deze mutaties in het ABCC6 gen kan worden gebruikt ter bevestiging van de klinische diagnose, voor het opsporen van carriers en eventueel voor presymptomatische identificatie van patiënten met een familiale voorgeschiedenis van PXE (2). Het ABCC6 gen komt voornamelijk tot expressie in de lever en darm, minder ter hoogte van de proximale tubuli van de nier en heel weinig in de weefsels die worden aangetast bij PXE (1, 2, 5). Deze ontdekking leidde tot onduidelijkheid over het ontstaansmechanisme van PXE: hoe kunnen mutaties in een gen dat voornamelijk tot expressie komt in de lever leiden tot een abnormale mineralisatie van bindweefsel in de perifere weefsels? (2) De fysiologische rol van de ABCC6 transporter in vivo is nog niet precies gekend. Momenteel worden twee grote theorieën voorgesteld die het verband tussen een mutatie in het ABCC6 gen en het ontstaan van overdreven mineralisatie ter hoogte van de elastinevezels in de perifere weefsel zouden kunnen verklaren. 15

25 De metabole hypothese Een eerste hypothese, de metabole hypothese stelt dat door afwezigheid van een functionele ABCC6 transporter ter hoogte van de lever, er een tekort ontstaat van circulerende factoren die in de normale calcium en fosfaat homeostase verantwoordelijk zijn voor het tegenwerken van een abnormale mineralisatie (1, 2). Een aantal klinische en biologische bevindingen ondersteunen deze theorie. Zo zijn de klinische symptomen van PXE zo goed als nooit aanwezig in de jonge kindertijd. Bovendien kent de ziekte een traag progressief verloop, wat zou kunnen verklaard worden door een progressieve opstapeling van mineralen in de perifere weefsels door een tekort aan inhiberende factoren. Dit zelfde fenomeen kan men vaststellen in Abcc6-/- muizen, waarbij de symptomen afwezig zijn bij geboorte en pas optreden op de leeftijd van 4-5 weken (2). Bovendien blijkt serum van zowel PXE patiënten als van Abcc6-/- muizen niet in staat om overdreven calcium en fosfaat precipitatie te verhinderen (2). Het biologisch substraat van de ABCC6 transporter is tot op heden ongekend. Eerdere studie hebben echter een aantal eiwitten geïdentificeerd, waaronder fetuin-a en matrix Gla-proteïne, die zouden werken als zeer krachtige anti-mineralisatiefactoren (1)(zie verder voor de bespreking van het matrix Gla-proteïne) De PXE cel hypothese De tweede hypothese, namelijk de PXE cel hypothese stelt dat gebrek aan expressie van het ABCC6 gen in de cellen van de aangetaste weefsels, zoals fibroblasten, verantwoordelijk is voor een wijziging is het biosynthese profiel en de cel-cel en cel-matrix interacties van deze cellen. Deze wijzigingen zouden gepaard gaan met een verandering van de proliferatieve capaciteit van de aangetaste cellen (27). Ook deze hypothese kan worden verdedigd aan de hand van onderzoek. Het werd aangetoond dat fibroblasten van PXE patiënten een verhoogde synthese vertonen van zowel GAG s als elastine. Deze cellen hebben echter tegelijk ook een verhoogd degradatief potentieel wegens een verhoogde matrix metalloproteïnase-2 activiteit. Een ander bevinding die de cel theorie ondersteunt is dat de elastische structuren die worden aangetroffen in de huid van PXE patiënten morfologisch afwijkend zijn van normale elastinevezels (2). 16

26 Hoewel er tot op heden nog geen absolute duidelijkheid is omtrent het ontstaansmechanisme van PXE, is het toch de hypothese dat PXE een primair metabole ziekte zou zijn met secundaire aantasting van de elastinevezels die het meeste aanhang vindt (2) Fenotypische variatie Zoals hierboven beschreven kon het ABCC6 gen met vrij grote zekerheid worden geïdentificeerd als het causale gen vaan PXE. Opvallend is echter het variabele fenotypische spectrum: er is sprake van een zeer grote intraen interfamiliale variabiliteit in de ernst van de symptomen (1, 2, 5). Hiermee wordt bedoeld dat aantasting van elk van bovenstaande orgaansystemen predominant kan zijn in verschillende families. Zo kunnen patiënten uit een bepaalde familie zeer duidelijke oogsymptomen hebben, terwijl andere patiënten een zware huidaantasting vertonen zonder duidelijke oogsymptomen (hoewel anatomische oogletsels wel aanwezig zijn bij alle PXE patiënten, blijkt niet iedereen hier evenveel hinder van te ondervinden) (1, 2). Ook de leeftijd van het optreden van de eerste symptomen kan sterk verschillen zowel tussen families als binnen eenzelfde familie (5). Deze grote fenotypische variatie kan tot op heden niet genetisch worden verklaard. De vraag rijst hoe het mogelijk is dat een aandoening die wordt veroorzaakt door een gekende mutatie verantwoordelijk kan zijn voor zo veel inter- en intrafamiliale variabiliteit. Er dient dus te worden gezocht naar factoren (al dan niet genetisch) die een invloed kunnen hebben op het fenotype van een bepaalde patiënt. Dit zijn de zogenaamde modifiers Modifiers Inleiding Hierboven werd reeds vermeld dat de typische klinische manifestaties van PXE worden veroorzaakt door een abnormale mineralisatie en fragmentatie van elastinevezels. Het is daarom niet ondenkbaar dat mogelijke genetische modifiers moeten worden gezocht tussen de regulatoren van de calcium homeostase. Eerdere studies hebben een aantal eiwitten geïdentificeerd, waaronder fetuin-a en matrix Glaproteïne, die zouden werken als zeer krachtige anti-mineralisatiefactoren(1). 17

27 Het matrix Gla-proteïne (MGP) is een eiwit dat 5 Gla residu s bevat en wordt gesynthetiseerd ter hoogte van het bot, kraakbeen en weke weefsels zoals de longen, het hart en de nieren. Deze Gla residu s, die worden bekomen door een post-translationele carboxylatie door GGCX, zijn van essentieel belang voor de stabilisatie van de tertiaire structuur van het eiwit en op deze manier voor het behoud van zijn functie (28). Het is aangetoond dat MGP ook tot expressie komt in vasculaire gladde spiercellen en dat de MGP mrna synthese opgereguleerd is in gecalcifiërde atherosclerotische plaques (28, 29). Hoewel het exacte moleculaire mechanisme van de werking van MGP nog niet is opgeklaard, tonen recente studies aan dat MGP een zeer belangrijke rol speelt in de inhibitie van weke weefsels mineralisatie. Zo kan onder meer bij Mgp deficiënte muizen een ernstige calcificatie van de aortawand worden vastgesteld en dit reeds 8 weken na de geboorte (28). Er werd bovendien aangetoond dat er in de aangetaste huid van PXE patiënten een abnormale ratio van ongecarboxyleerd/gecarboxyleerd MGP aanwezig is, en dit in het voordeel van de ongecarboxyleerde vorm. Er is met andere woorden een overmaat van de ongecarboxyleerde, en dus niet actieve vorm aanwezig ten koste van de actieve vorm (3). Deze bevindingen kunnen een mogelijke verklaring bieden voor de abnormale mineralisatie van de elastinevezels in de huid CALU en GGCX In deze studie werd de rol van het GGCX- en het CALU gen nagegaan als eventuele modifiers bij PXE. De mogelijke link tussen deze twee genen en het optreden van een overdreven mineralisatie van elastinevezels wordt hieronder beschreven en draait rond de vitamine K pathway en het hierboven vermeldde MGP. Het belangrijkste mechanisme waarop CALU en GGCX mogelijks zouden kunnen worden gelinkt aan de overdreven mineralisatie is de gekende vitamine K pathway. De vitamine K pathway is het mechanisme dat instaat voor de post-translationele modificatie van belangrijke eiwitten waaronder een aantal van de stollingsfactoren. Een ander zeer belangrijk eiwit dat deze post-translationele modificatie ondergaat is het hierboven besproken MGP (30, 31). 18

28 Figuur 10: Schematische voorstelling van de vitamine K pathway (met toestemming overgenomen uit (26)). GGCX zet de Glu residu s om naar Gla residu s, wat van essentieel belang is voor de stabilisatie en dus functie van een aantal eiwitten waaronder stollingsfactoren. Vitamine K wordt in deze reactie reactie gebruikt als cofactor. cofactor Het vitamine K hydroquinone wordt hierbij omgezet tot vitamine K2,3 epoxide. Vitamine K epoxide reductase complex subunit 1 (VKORC1) reduceert vitamine K2,3-epoxide K2,3 epoxide terug naar het biologische actieve vitamine K hydroquinone, waarna dit opnieuw kan worden gebruikt (30, 31) GGCX Het GGCX gen is een gen dat bestaat uit 15 exonen en zich bevindt op de korte arm van chromosoom 2 (2p12). Het gen codeert voor het gamma-glutamyl gamma glutamyl carboxylase, een enzym dat verantwoordelijk is voor de post-translationele post translationele modificatie van eiwitten waarbij de GluGlu residu s sidu s worden omgezet tot Gla-residu s. Gla residu s. Eiwitten die op deze manier worden gemodificeerd zijn onder meer de stollingsfactoren, maar ook de krachtige mineralisatiemine -inhibitor MGP (32, 33). Het essentiële belang van deze post-translationele post translationele modificatie werd onder meer aangetoond door studies bij ratten waarvan de Ggcx activiteit werd geïnhibeerd door middel van Warfarine (een vitamine K antagonist). De ratten werden behandeld met zowel vitamine K als Warfarine, en dit op een zodanige manier dat de gamma-glutamyl gamma glutamyl carboxylatie in de lever op een normale manier kon doorgaan, doorgaan, terwijl deze in de perifere, weke weefsels werd geïnhibeerd. Dit leidde tot een grote hoeveelheid ondergecarboxyleerde, ondergecarboxyleerde, en dus minder werkzame Mgp in onder meer de wand van de aorta. Door het volgen van dit protocol werd reeds na 3 à 4 weken behandeling behandeling een duidelijke calcificatie van de lamina elastica interna en externa rna van de aorta vastgesteld (28). 19

29 Loss of function mutaties in het GGCX gen zijn bovendien de oorzaak van een door Vanakker et al. beschreven PXE-like syndroom, waarbij een minder actief GGCX kan lijden tot een tekort aan gecarboxyleerd en dus actief MGP, wat op zijn beurt aanleiding zou kunnen geven tot een abberante mineralisatie (3). Deze patiënten vertonen een uitgebreide op PXE lijkende huidaantasting in combinatie met een tekort aan vitamine K afhankelijke stollingsfactoren (19). Deze data suggereren dus dat het MGP een zeer potente inhibitor is van weke weefsels mineralisatie, maar dat het voor zijn werking zeer sterk afhankelijk is van de posttranslationele modificatie, uitgevoerd door GGCX CALU Het CALU gen bestaat uit 7 exonen en bevindt zich op de lange arm van chromosoom 7 (7q32.1). Dit gen codeert voor het eiwit calumenine dat deel uitmaakt van de familie van de EF-hand Ca2+ bindende eiwitten. Calumenine is een eiwit dat op verschillende manieren interfereert met de vitamine K pathway. In de eerste plaats inhibeert CALU VKORC1. VKORC1 of voluit, Vitamin K epoxide reductase complex subunit 1, is het enzym dat verantwoordelijk is voor de recyclage van gereduceerd vitamine K waardoor de vitamine K pathway zich steeds kan herhalen (30, 34). Verder verhindert CALU de transfer van gereduceerd vitamine K, wat een noodzakelijke cofactor is, van het VKORC1 naar GGCX (30). Tot slot wordt GGCX ook rechtstreeks door CALU geïnhibeerd (30, 34, 35). Het moleculaire mechanisme waarop CALU inwerkt op deze verschillende enzymen is tot op heden nog niet gekend. 20

30 Hypothese: de rol van CALU en GGCX in de ernst van de oogsymptomen bij PXE Het onderzoek naar CALU en GGCX als modifiers voor de klinische manifestaties van PXE kan dus verdedigd worden door volgende hypothese: Perifeer MGP is een bewezen sterke anti-mineralisatiefactor. Voor zijn optimale werking is dit eiwit afhankelijk van de post-translationele modificatie van zijn Glu residu s naar Gla residu s, wat gebeurt door het GGCX. Het GGCX is op zijn beurt afhankelijk van zijn essentiële cofactor, namelijk gereduceerd vitamine K, en staat op die manier in verband met de gekende vitamine K pathway. Deze pathway wordt negatief beïnvloed door CALU, en dit op een aantal verschillende niveaus. Een overexpressie of activerende mutatie van CALU kan op deze manier leiden tot een overdreven inhibitie van de vitamine K pathway en GGCX, waardoor er een tekort aan functioneel MGP ontstaat wat zou kunnen leiden tot een overdreven mineralisatie van perifere weke weefsels door een gebrek aan anti-mineralisatiefactoren. Ook een onderexpressie of inactiverende mutatie van GGCX leidt tot hetzelfde resultaat. Een bijkomende rationale voor het vermoeden van de rol van GGCX als mogelijke modifier bij PXE is dat eerder reeds werd aangetoond dat de typische huidaantasting met ectopische mineralisatie die wordt teruggevonden bij PXE, ook voorkomt, zij het in ernstigere mate, bij patiënten met multipele stollingsfactordeficiënties ten gevolge van mutaties in het GGCX gen (3). Daarnaast hebben net deze patiënten een opvallend milde retinopathie. 21

31 Methodologie 1. Studiepopulatie 1.1. Patiënten De in deze studie bestudeerde cohorte bestaat uit 32 patiënten met klinisch en histologisch aangetoonde PXE die worden opgevolgd in het centrum voor medische genetica Gent (CMGG). Van één van de patiënten (patiënt 10) bleek het beschikbare DNA staal echter van onvoldoende kwaliteit te zijn voor verdere analyse. Deze patiënt werd daarom uit de studie verwijderd. De overgebleven groep bestond uit 10 mannen en 22 vrouwen met een leeftijd variërend van 16 tot 74 jaar en dit met een gemiddelde van 43 jaar. Deze patiënten werden onderverdeeld volgens de ernst van hun oog-, huid- en cardiovasculaire aantasting. Voor de indeling van de ernst van de oogaantasting werd gebruik gemaakt van 2 verschillende classificatiesystemen. Ten eerste werden de patiënten ingedeeld volgens hun visus score. Een visus van minder dan 5 werd als ernstig beoordeeld. Het stellen van deze grens is louter arbitrair en kan worden verdedigd door het feit dat dit ook de grens is die wettelijk wordt gehanteerd voor het toekennen van een rijvaardigheidsattest. Bij de tweede indeling werd ook rekening gehouden met de nood die de patiënten hebben aan herhaalde toediening van anti-vegf medicatie (patiënten met nood aan deze medicatie vallen onder de groep ernstige aantasting) DNA Het DNA dat in dit onderzoek werd gebruikt voor moleculair onderzoek werd geëxtraheerd uit een perifeer bloedstaal volgens geëigende methoden. 22

32 2. Technieken 2.1. Polymerase chain reaction Doel De polymerase chain reaction of PCR is een techniek gebruikt voor de in vitro amplificatie van DNA sequenties en omvat automatische cycli van denaturatie, hybridisatie en elongatie of synthese. Deze techniek laat een gevoelige detectie en analyse toe van zeer kleine hoeveelheden DNA door een amplificatie van vooraf gekozen segmenten (36). Welke segmenten van het DNA geamplificeerd worden hangt af van de gebruikte primers (ontwerp zie verder). Aangezien de mens elk chromosoom dubbel heeft, worden gedurende deze reactie telkens 2 allelen tegelijk geamplificeerd (37) Techniek De polymerase chain reaction bestaat uit een reeks cyclische uitvoeringen van verschillende stappen (37) zoals weergegeven op onderstaande figuur. Figuur 11: Schematische voorstelling van de polymerase chain reaction. 1. Denaturatie: De dubbelstrengige DNA helix wordt gesplitst door verbreking van de waterstofbruggen door het staal te verwarmen tot een temperatuur van C. 2. Hybridisatie: Vervolgens wordt het staal dat nu enkelstrengig DNA bevat gedurende korte tijd afgekoeld naar de hybridisatie- of annealingtemperatuur. Het staal wordt net lang genoeg op deze temperatuur gehouden opdat de toegevoegde primers de kans krijgen om zich aan het enkelstrengig DNA te binden, maar niet lang genoeg om de denaturatie ongedaan te maken. 3. Elongatie: Synthese van een nieuwe DNA streng complementair aan het enkelstrengig DNA fragment waarop de primer gebonden is door een thermostabiel DNA 23

33 polymerase in de 5 -> 3 richting. De optimale temperatuur voor het taq-polymerase dat in deze studie werd gebruikt ligt tussen de 75 C en de 80 C. Na het doorlopen van de eerste cyclus is de hoeveelheid DNA verdubbeld. De producten ontstaan na deze eerste cyclus kunnen op hun beurt worden gebruikt als template in de volgende cyclus waardoor het aantal DNA kopieën elke cyclus verdubbeld. In totaal worden deze cycli van denaturatie, hybridisatie en elongatie zo een 30 tot 50 maal doorlopen, wat leidt tot een exponentiële amplificatie van de beginhoeveelheid DNA. Gewoonlijk worden echter niet meer dan 35 cycli doorlopen aangezien elke extra cyclus de kans op niet-specifieke amplificatie en ingebouwde fouten verhoogt. Doordat wordt gewerkt met een thermostabiel polymerase, hoeft dit niet na elke cyclus opnieuw worden toegevoegd maar kan de volledige reactie worden doorlopen met een éénmalige toevoeging van het enzym. In de praktijk wordt deze polymerase chain reactie uitgevoerd met behulp van een PCR toestel, waarbij alle temperaturen en tijden (?) handmatig kunnen worden geprogrammeerd. In deze studie werd gebruik gemaakt van het touch-down programma (TD-PCR) van het PCR toestel. Dit is een methode om niet-specifieke amplificatie van DNA zoveel mogelijk te vermijden. De specificiteit van de PCR reactie wordt voornamelijk bepaald door de hybridisatietemperatuur. Hoe hoger deze temperatuur hoe specifieker maar ook hoe moeilijker da primers aan het template DNA zullen binden. Een touch-down programma start daarom met de hoogste temperatuur (net onder de smelttemperatuur (Tm) van de primer. De hybridisatietemperatuur wordt daarna stapsgewijs verlaagd. Dit heeft als resultaat dat de fragmenten die eerst werden geamplificeerd de grootste specificiteit hebben. Aangezien zij elke cyclus opnieuw geamplificeerd worden zullen zij de fragmenten die pas werden geamplificeerd bij een lagere temperatuur en dus een lagere specifiteit hebben gemakkelijk overtreffen. Op deze manier verbetert touch-down PCR de specificiteit (bij hogere temperaturen) en ook de efficiëntie (bij lagere temperaturen) van de reactie. Na het doorlopen van de PCR dienen de bekomen resultaten gecontroleerd te worden alvorens verder te gaan met het sequeneren van de producten. Standaard gebeurt deze controle door middel van gelelektroforese. Dit is een techniek waarbij moleculen (of DNA-fragmenten) van elkaar worden gescheiden onder invloed van een elektrisch veld. Om deze moleculen te visualiseren kan onder meer gebruik gemaakt worden van ethidiumbromide. 24

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine

Nadere informatie

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine

Nadere informatie

Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is

Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is Samenvatting 229 230 Samenvatting Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is een vorm van beroerte die vaak op jonge leeftijd optreedt en meestal ernstige gevolgen heeft:

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

1 (~20 minuten; 20 punten)

1 (~20 minuten; 20 punten) TENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 27-01-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik

Nadere informatie

Algemene Samenvatting

Algemene Samenvatting Algemene Samenvatting e vitamine metaboliet 1,25-dihydroxyvitamine ( ) speelt een sleutelrol bij het handhaven van de calcium homeostase door middel van effecten op de darm, het bot en de nier. e metaboliet

Nadere informatie

OPEN VRAGEN. Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen. Deeltoets 2

OPEN VRAGEN. Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen. Deeltoets 2 Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen Deeltoets 2 OPEN VRAGEN Datum: donderdag 18 december 2014 Tijdstip: 13:00 uur tot 16:00 uur Naam Studentnummer 1 OPEN VRAGEN 35a

Nadere informatie

INFO VOOR PATIËNTEN PSEUDOXANTHOMA ELASTICUM

INFO VOOR PATIËNTEN PSEUDOXANTHOMA ELASTICUM INFO VOOR PATIËNTEN PSEUDOXANTHOMA ELASTICUM INHOUD 01 Wat is pseudoxanthoma elasticum? 4 02 Hoe vaak komt PXE voor? 5 03 Symptomen 5 04 Zwangerschap 12 05 Diagnose 12 06 Opvolging 13 07 Behandeling 14

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 169 Nederlandse samenvatting Het aantal ouderen boven de 70 jaar is de laatste jaren toegenomen. Dit komt door een significante reductie van sterfte op alle leeftijden waardoor een toename van de gemiddelde

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dikkedarmkanker is na longkanker de meest voorkomende doodsoorzaak ten gevolge van kanker in de westerse wereld. Dikkedarmkanker manifesteert zich na een accumulatie van verscheidene genetische veranderingen.

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Genetic studies of age-related macular degeneration Baas, D.C. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Genetic studies of age-related macular degeneration Baas, D.C. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Genetic studies of age-related macular degeneration Baas, D.C. Link to publication Citation for published version (APA): Baas, D. C. (2012). Genetic studies of age-related

Nadere informatie

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington 2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

STUDIE VAN DE ROL VAN HET VEGFA GEN IN DE

STUDIE VAN DE ROL VAN HET VEGFA GEN IN DE FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar 2011-2012 STUDIE VAN DE ROL VAN HET VEGFA GEN IN DE OOGSYMPTOMEN BIJ PSEUDOXANTHOMA ELASTICUM Eva DE VILDER Promotor: Prof. Dr. A. De Paepe

Nadere informatie

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NLRP12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NLRP12 gerelateerde terugkerende koorts

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Analyse van chromosomale afwijkingen in gastrointestinale tumoren In het ontstaan van kanker spelen vele moleculaire processen een rol. Deze processen worden in gang gezet door

Nadere informatie

Figuur 1: schematische weergave van een cel

Figuur 1: schematische weergave van een cel Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën

Nadere informatie

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke

Nadere informatie

Ziekte van von Hippel Lindau

Ziekte van von Hippel Lindau Ziekte van von Hippel Lindau Kenmerken De ziekte van von Hippel Lindau (VHL) is een zeldzame erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door goed- of kwaadaardige gezwellen (tumoren) op verschillende plaatsen

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek

Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek Familiaire Hypercholesterolemie (FH) is een van de meest voorkomende ernstige metabole aandoeningen die wij kennen. De incidentie

Nadere informatie

FAP (Familiale adenomateuse polyposis)

FAP (Familiale adenomateuse polyposis) FAP (Familiale adenomateuse polyposis) Kenmerken Familiale Adenomateuse Polyposis (FAP) wordt gekenmerkt door het vóórkomen van honderden tot duizenden poliepen in de dikke darm (colon en rectum). De eerste

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving Niet-technische samenvatting 2016491-2 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van ijzer op een hormoon dat betrokken is bij het calcium- en fosfaatmetabolisme (FGF23) bij chronische nierpatiënten.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 145 Nederlandse samenvatting De nieren hebben een belangrijke functie in het menselijk lichaam: ze zijn onder andere verantwoordelijk voor het zuiveren

Nadere informatie

Wat is Familiaire Exsudatieve Vitreoretinopathie?

Wat is Familiaire Exsudatieve Vitreoretinopathie? Wat is Familiaire Exsudatieve Vitreoretinopathie? U hebt te horen gekregen dat er bij u (of uw kind) mogelijk sprake is van familiaire exsudatieve vitreoretinopathie (FEVR). FEVR is een, weinig bekende,

Nadere informatie

Leeftijdsgebonden maculadegeneratie AMD. Dr. Anne Dewachter Dienst oogziekten

Leeftijdsgebonden maculadegeneratie AMD. Dr. Anne Dewachter Dienst oogziekten Leeftijdsgebonden maculadegeneratie AMD Dr. Anne Dewachter Dienst oogziekten AMD Visusverlies is een majeur probleem bij onze oudere populatie en heeft een significant impact op de functionele status en

Nadere informatie

Onderzoeksgroep Neurodegeneratieve Hersenziekten

Onderzoeksgroep Neurodegeneratieve Hersenziekten WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE ROL VAN GENETICA IN JONGDEMENTIE: FAMILIES, MUTATIES EN GENETISCHE TESTEN. Christine Van Broeckhoven Neurodegeneratieve Hersenziekten Groep, Department Moleculaire Genetica,

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands

Hoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands Hoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands 135 Inleiding Het stoppen van een bloeding bestaat uit twee processen: bloedstelping en bloedstolling. Tijdens de bloedstelping worden bloedplaatjes aan de beschadigde

Nadere informatie

Retinoblastoom en oogheelkundige screening

Retinoblastoom en oogheelkundige screening Retinoblastoom en oogheelkundige screening 1. Wat is retinoblastoom? 2 2. Verschijningsvormen 4 3. Erfelijkheid 5 3.1 Niet erfelijke vorm 5 3.2 Erfelijke vorm 6 3.3 Familiair of niet familiair 6 3.4 Eenzijdig,

Nadere informatie

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis

Nadere informatie

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen?

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? A: interfase B: profase C: anafase D: cytokinese 2. Een SNP (single nucleotide polymorphism)

Nadere informatie

Molecular Pathology for Pathologists. Pr P. Pauwels

Molecular Pathology for Pathologists. Pr P. Pauwels Molecular Pathology for Pathologists Pr P. Pauwels NGS moleculair pathologie rapport ontcijferen Nomenclatuur waarin gerapporteerd wordt: EGFR c.2573t>g, p.(leu858arg) Coderende sequentie Eiwit/proteïne

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 111 Dit proefschrift behandelt de diagnose van epidermolysis bullosa simplex (EBS) op DNA niveau en een eerste aanzet tot het ontwikkelen van gentherapie voor deze ziekte. Een

Nadere informatie

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb

Nadere informatie

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis geclassificeerd?

Nadere informatie

a. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P)

a. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P) HERTENTAMEN Eindtoets BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 16-08-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten

Nadere informatie

Toelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1

Toelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Structuren zoals de arm van een mens, de vleugel van een vleermuis en de vin van een dolfijn, bevatten dezelfde beenderen. Deze beenderen kennen eenzelfde embryonale oorsprong. Hoe worden

Nadere informatie

biologie vwo 2017-I Gespierder door gendoping

biologie vwo 2017-I Gespierder door gendoping Gespierder door gendoping Het overdragen van genetisch materiaal naar menselijke cellen voor de behandeling van ziektes bevindt zich nog in een experimenteel stadium. Deze techniek zou ook gebruikt kunnen

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 080237 Henneman boek.indb 171 03-11-2008 10:57:48 172 Samenvatting en conclusies In de algemene introductie van dit proefschrift worden de verschillende niet-invasieve technieken

Nadere informatie

Genetica en erfelijkheid van Alport syndroom

Genetica en erfelijkheid van Alport syndroom Genetica en erfelijkheid van Alport syndroom Arthur van den Wijngaard Afdeling Klinische Genetica, unit genoom diagnostiek Arthur Cecil Alport (1880 1959) Zuid-Afrikaanse arts beschreef voor het eerst

Nadere informatie

1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse

1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse 1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse 1.1 Inleiding Genetische kenmerken die afhangen van één enkel gen (meer precies : locus) noemen wij mendeliaans. Mendeliaanse kenmerken segregeren in families

Nadere informatie

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens! Voorwoord Beste geneeskundestudent, Voor je ligt de samenvatting van Blok 1.1.1 Deel 2 voor de studie geneeskunde. SlimStuderen.nl heeft de belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor

Nadere informatie

SAMENVATTING Samenvatting Coeliakie is een genetische aandoening waarbij omgevingsfactoren en meerdere genen bijdragen aan de ontwikkeling van de ziekte. De belangrijkste omgevingsfactor welke een rol

Nadere informatie

Samenvatting. Chapter 7.2

Samenvatting. Chapter 7.2 Samenvatting Chapter 7.2 Samenvatting In mijn proefschrift geef ik een overzicht van het Li-Fraumeni syndroom in Nederland, zowel klinisch als moleculair. Het belangrijkste doel van mijn studie was om

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Samenvat ting en Conclusies

Samenvat ting en Conclusies Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het

Nadere informatie

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus

Nadere informatie

HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007

HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007 HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007 NAAM: STUDENTNUMMER: CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 14 PAGINA S BEVAT. Veel succes! o Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken,

Nadere informatie

28 Testkruising testkruising = een kruising om te achterhalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is. Voorbeeld van een testkruising om te bepalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is

Nadere informatie

Risk factors for renal function abnormalities

Risk factors for renal function abnormalities Risk factors for renal function abnormalities Nederlandse samenvatting Dit proefschrift probeert mogelijke risicofactoren voor progressief nierfunctieverlies te identificeren in een niet-diabetische populatie.

Nadere informatie

Nederlandse SAMENVATTING

Nederlandse SAMENVATTING Nederlandse SAMENVATTING S Sarcoïdose Sarcoïdose, ook wel bekend als de ziekte van Besnier-Boeck, heeft een onbekende oorzaak. De ziekte kenmerkt zich door de aanwezigheid van ontstekingshaarden in diverse

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE

NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE Dementie komt veel voor, met name op oudere leeftijd. Dementie is een term die wordt gebruikt wanneer hersenfuncties zodanig zijn aangetast

Nadere informatie

Dit proefschrift beschrijft de rol van genetische factoren in het ontstaan van de ziekte van

Dit proefschrift beschrijft de rol van genetische factoren in het ontstaan van de ziekte van Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de rol van genetische factoren in het ontstaan van de ziekte van Hirschsprung (ook wel afgekort als HSCR). HSCR is een aangeboren afwijking gekenmerkt door de afwezigheid

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands. Jeroen Hagendoorn

Samenvatting in het Nederlands. Jeroen Hagendoorn Samenvatting in het Nederlands Jeroen Hagendoorn 159 Summary in Dutch Een uitgebreid netwerk van kleine vaten, die vloeistof en (afweer)cellen in één richting vervoeren, vormt het lymfesysteem. In een

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING X-gebonden creatine transporter deficiëntie. Creatine is een natuurlijke stof die vooral in de spieren zit. De stof heeft een belangrijke rol in de energiehuishouding van de cel. Creatine

Nadere informatie

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.

Nadere informatie

Cryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS)

Cryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Cryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS) Versie 2016 1. WAT IS CAPS 1.1 Wat is het? Cryopyrine-geassocieerde periodieke syndromen (CAPS) omvatten

Nadere informatie

te onderscheiden valt van FSHD (FSHD2). Omdat deze patiënten echter meer dan 10 D4Z4 repeats hebben kon eerder de diagnose van FSHD in een DNA test

te onderscheiden valt van FSHD (FSHD2). Omdat deze patiënten echter meer dan 10 D4Z4 repeats hebben kon eerder de diagnose van FSHD in een DNA test SAMENVATTING Facioscapulohumerale spierdystrofie (FSHD) is een erfelijke spierziekte die wordt gekenmerkt door verzwakking van de aangezichtspieren (facio), de spieren rond de schouderbladen (scapulo)

Nadere informatie

CARDIOGENETICA. Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013

CARDIOGENETICA. Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013 CARDIOGENETICA Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013 Inhoud Polikliniek Cardiogenetica DNA en mutaties Erfelijkheid en gedilateerde cardiomyopathie Taken Verpleegkundig

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING In dit proefschrift worden zowel farmaceutische aspecten als ook anti-tumor activiteit en cardiotoxiciteit van het cytostaticum cyclopentenyl cytosine (CPEC) onderzocht. CPEC is

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Introductie tot atherosclerose Cardiovasculaire aandoeningen zijn nog steeds de meest voorkomende als alle vormen van cardiovasculaire aandoeningen konden worden verholpen bekendste

Nadere informatie

Tentamen Genetica 22-10-2004 Studentnr:

Tentamen Genetica 22-10-2004 Studentnr: CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 11 PAGINA S BEVAT. Veel succes! Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken, maar beantwoord vragen 1-6 niet op blaadjes van vraag 7 en de daarop volgende. 1.

Nadere informatie

157 De ontdekking van de natuurlijke aanwezigheid van antisense oligonucleotiden in eukaryote cellen, die de expressie van specifieke eiwitten kunnen reguleren, heeft in de afgelopen tientallen jaren gezorgd

Nadere informatie

GENETISCHE COUNSELING SYLVIA DE NOBELE, GENETISCH COUNSELOR CENTRUM MEDISCHE GENETICA, UZGENT (CMGG) FAPA 19/11/2016

GENETISCHE COUNSELING SYLVIA DE NOBELE, GENETISCH COUNSELOR CENTRUM MEDISCHE GENETICA, UZGENT (CMGG) FAPA 19/11/2016 GENETISCHE COUNSELING SYLVIA DE NOBELE, GENETISCH COUNSELOR CENTRUM MEDISCHE GENETICA, UZGENT (CMGG) FAPA 19/11/2016 INHOUD 1. Erfelijke dikkedarmkanker 2. Betrokken genen en overerving 3. DNA, chromosomen

Nadere informatie

Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje

Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom MDO-praatje Casus Patient CutaanT-cel lymfoom, type mycosis fungoides met aanwijzingen voor lymfeklierbetrokkenheid (niet PA-bewezen). Buikproblemen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35456 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35456 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35456 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hassan, Suha Mustafa Title: Toward prevention of Hemoglobinopathies in Oman Issue

Nadere informatie

Samenvatting, discussie en vooruitzichten

Samenvatting, discussie en vooruitzichten Leuko-encefalopathie met betrokkenheid van de hersenstam en ruggenmerg en lactaatverhoging: moleculaire mechanismen, klinische aspecten en opening voor behandeling Samenvatting, discussie en vooruitzichten

Nadere informatie

DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008

DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een

Nadere informatie

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom)

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) Versie 2016 1. WAT IS MKD 1.1 Wat is het? Mevanolaat kinase deficiëntie is een genetische aandoening.

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting Bij patiënten die met antikanker geneesmiddelen worden behandeld wordt een grote interindividuele variabiliteit gezien in de antitumor werking en de bijwerkingen. Naast klinische

Nadere informatie

Newsletter April 2013

Newsletter April 2013 1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/18977 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/18977 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/18977 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Filali, Mariam el Title: Knowledge-based treatment in uveal melanoma Date: 2012-05-22

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting GENETISCHE EN RADIOLOGISCHE MARKERS VOOR DE PROGNOSE EN DIAGNOSE VAN MULTIPLE SCLEROSE Multiple Sclerose (MS) is een aandoening van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg)

Nadere informatie

Promotor: Prof. dr. E.J. Kuipers Prof. dr. E.W. Steyerberg. Co-promotors: Dr. W.N.M. Dinjes Dr. M.E. van Leerdam Dr. A. Wagner

Promotor: Prof. dr. E.J. Kuipers Prof. dr. E.W. Steyerberg. Co-promotors: Dr. W.N.M. Dinjes Dr. M.E. van Leerdam Dr. A. Wagner Samenvatting van het proefschrift Celine H.M. Leenen Diagnostic strategies for early Lynch syndrome detection Promotiedatum: 28 januari 2015 Universiteit: Erasmus Universiteit Rotterdam Promotor: Prof.

Nadere informatie

Witte stofafwijkingen

Witte stofafwijkingen Witte stofafwijkingen Wat zijn het, wat betekenen ze en wat moet je ermee? Ivo van Schaik, neuroloog 0 PresentationAMC.pptx Witte stof: wat is het? 1 PresentationAMC.pptx Witte stof: wat is het? 2 PresentationAMC.pptx

Nadere informatie

1 (~20 minuten; 15 punten)

1 (~20 minuten; 15 punten) HERTENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 20-04-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik

Nadere informatie

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom)

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) Versie 2016 1. WAT IS MKD 1.1 Wat is het? Mevanolaat kinase deficiëntie (MKD) is een genetische

Nadere informatie

Dutch Summary. Samenvatting

Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary Samenvatting 168 Samenvatting Ongeveer 1 op de 100 mensen kan geen pasta, brood of koekjes eten, omdat ze lijden aan de ziekte coeliakie. Coeliakie wordt veroorzaakt door een van de meest

Nadere informatie

SAMEN ME VAT A T T I T N I G

SAMEN ME VAT A T T I T N I G SAMENVATTING 186 Inleiding Het renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS) is een hormonaal systeem dat in belangrijke mate betrokken is bij de regulatie van bloeddruk en nierfunctie. Het RAAS is een

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 249 Migraine is een ernstige en veelvoorkomende hoofdpijnaandoening met grote impact op het leven van patiënten en hun familieleden. Een migraineaanval wordt gekenmerkt door matige tot ernstige hoofdpijn,

Nadere informatie

zeldzame aandoeningen -rare diseases

zeldzame aandoeningen -rare diseases zeldzame aandoeningen -rare diseases Kan een patiënt met een vreemde of onverklaarde klacht een zeldzame aandoening hebben? Een aandoening die ik (en vele andere artsen) niet kennen? Wat zijn zeldzame

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn er miljoenen mensen met diabetes mellitus, hetgeen resulteert in aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. Bekende oogheelkundige complicaties

Nadere informatie

Cryopyrine-geassocieerd periodiek syndroom (CAPS)

Cryopyrine-geassocieerd periodiek syndroom (CAPS) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Cryopyrine-geassocieerd periodiek syndroom (CAPS) Versie 2016 1. WAT IS CAPS 1.1 Wat is het? Cryopyrine-geassocieerde periodieke syndromen (CAPS) omvatten

Nadere informatie

Chapter. Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies. Samenvatting, discussie en perspectieven

Chapter. Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies. Samenvatting, discussie en perspectieven Chapter 7 Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies Samenvatting, discussie en perspectieven Samenvatting, discussie en perspectieven Samenvatting Ondanks belangrijke vooruitgang in de behandelingsmogelijkheden

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

Cover Page. Author: Rothuizen, Carolien Title: Tissue engineered blood vessels for hemodialysis vascular access Issue Date:

Cover Page. Author: Rothuizen, Carolien Title: Tissue engineered blood vessels for hemodialysis vascular access Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/42532 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Rothuizen, Carolien Title: Tissue engineered blood vessels for hemodialysis vascular

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 9 Beta2-glycoproteïne I ( ), ook wel bekend als apolipoproteine H (apoh), is een membraanadhesie eiwit dat in plasma circuleert (100-300 μg/ml) in een vrije- en een gebonden vorm. De molecuulmassa van

Nadere informatie

Chapter 11. Samenvatting

Chapter 11. Samenvatting Chapter 11 Samenvatting 11. Samenvatting Hoge plasmaspiegels van von Willebrand factor (VWF) en stollingsfactor VIII (FVIII) zijn geassocieerd met een verhoogd risico op het krijgen van zowel arteriële

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

Retinoblastoom en oogheelkundige screening

Retinoblastoom en oogheelkundige screening Retinoblastoom en oogheelkundige screening 1. Wat is retinoblastoom? 3 2. Verschijningsvormen 4 3. Erfelijkheid 4 3.1 Familiair of niet-familiair 5 3.2 Eenzijdig, niet-familiair 5 4. Kinderwens 6 5. Navelstrengbloed

Nadere informatie

Sam envatting en conclusies T E N

Sam envatting en conclusies T E N Sam envatting en conclusies T E N Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Sinds de zeventigerjaren van de vorige eeuw zijn families beschreven met dominant overervende herseninfarcten,dementie

Nadere informatie

Wat is glaucoom. Oogdruk

Wat is glaucoom. Oogdruk Glaucoom Deze folder geeft in het kort weer wat glaucoom is en wat de gevolgen kunnen zijn van te hoge oogdruk. Tevens wordt aangegeven wat daaraan gedaan kan worden. Wat is glaucoom Glaucoom is een oogziekte

Nadere informatie

Familiaire Mediterrane Koorts

Familiaire Mediterrane Koorts https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 247 Hartfalen is een complexe aandoening waarbij het hart niet in staat is om een voldoende bloedstroom te genereren waardoor weefsels en organen niet van voldoende voedingsstoffen

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2

Samenvatting Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Samenvatting In de Westerse wereld is prenatale diagnostiek een integraal onderdeel geworden van verloskundige zorg. Om chromosoom afwijkingen bij de foetus te kunnen vaststellen is een invasieve procedure,

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

Deze drie stappen vormen een cyclus die 25-40 keer herhaald wordt (Fig. 7.1.).

Deze drie stappen vormen een cyclus die 25-40 keer herhaald wordt (Fig. 7.1.). Hoofdstuk 7 Polymerase ketting reactie De polymerase ketting reactie (PCR) is een snelle in vitro methode voor de selectieve amplificatie van een specifiek geselecteerd deel van een DNA-sequentie. Dit

Nadere informatie