HERMENEVS. De voorgeschiedenis van een fabel
|
|
- Bruno van der Wal
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HERMENEVS VIERENVEERTIGSTE JRG., No. 2, NOV./ DEC 1972 De voorgeschiedenis van een fabel Bepaalde fabels hebben een taai leven, zoals uit een oppervlakkige vergelijking van La Fontaine s motieven met de Griekse verzameling Aesopica snel zal blijken. Men kan het materiaal van Aesopus ook volgen in Syrische, Arabische en Turkse tradities. Maar ook de collectie-aesopus zelf was het eindpunt van een lange overlevering. We kunnen één van de bekendse fabels van Aesopus, die over de Mug en de Stier, volgen tot in het Nabije Oosten. Een groot kleitablet, geschreven in het zesde jaar van koning Sargon II van Assyrië (= 716 v. Chr.), gevonden in Assur, geeft een reeks anecdotes, waaronder ook een aantal over dieren fabels, zouden wij zeggen 1. Kolom I van de achterzijde van dit kleitablet geeft de volgende fabel: Een diqdiqqu-vogel, toen het was gaan zitten op een olifant, zei Vriend, ben ik vermoeiend? Dan ga ik wel weg naar de irrigatieplaats. De olifant antiroordde de diqdiqqu-vogel: Toen je ging zitten merkte ik niets wat ben je eigenlijk, al met al? en of je nu wegvliegt, merk ik ook niet. Deze Assyrische fabel van het Vogeltje en de Olifant heeft op zijn beurt weer een voorloper in een collectie spreekwoorden, anecdotes en fabels uit het begin van het tweede millennium voor Christus. Deze collectie is geschreven in het Sumerisch, een taal die rond 2000 v.chr. al niet meer werd gesproken. De text van deze fabel is slecht bewaard gebleven en luidt in de vertaling van E. I. Gordon, die hem in 1958 uitgaf, als volgt. The elephant boasted about himself, (saying) There is nothing like me in existence! Do not...! The wren (?) (then) answered him, (saying) But I, in my (own) small way, was created just as you were! 49
2 Deze vertaling is nogal onzeker. Spreekwoorden en fabels behoren tot de moeilijkste Sumerische texten: de exacte betekenis van deze fabel zal duidelijk worden, wanneer een kleitablet uit de Yale Babylonian Collection zou worden gepubliceerd, waarop de Sumerische text van deze fabel, gevolgd door een vertaling in het Babylonisch, te vinden is. In ieder geval zien we, hoe de tegenstelling groot klein, geïllustreerd aan het vogeltje en de olifant, hier een geheel andere uitwerking krijgt. In 1927 wees E. Ebeling erop, dat de eerstgeciteerde Assyrische fabel een vroege versie is van Aesopus De Mug en de Stier, die als volgt luidt: Een mug zette zich op de horen van een stier en na een lange tijd gezeten te hebben, toen hij weg zou vliegen, vroeg hij de stier, of deze inmiddels wilde dat hij wegging. De stier zei ten antwoord: Och, ik merkte het niet, toen je kwam en ik zal het ook niet merken, wanneer je weggaat (Perry, Aesopica I, no. 137; vgl. Babrius no. 84). Nu is het merkwaardig, dat een Griekse dichter uit keizer Hadrianus tijd, Mesomedes van Creta, een wat andere versie van deze fabel in een klein gedicht vertelt. Hier gaat het over een mug en een olifant: Een mug, op een oor van een olifant zijn nietige vleugeltjes zwaaiend, zei de domme woorden Ik vlieg weg, want je kunt mijn gewicht niet torsen. Maar de olifant zei, laaiend van plezier, Och, ik merk niets, noch toen je neerstreek, noch wanneer je wegvliegt, mug. Er zijn twee mogelijkheden, om deze tussenvorm tussen de Assyrische fabel en die van Aesopus te verklaren: óf hier leggen we de vinger op een zelfstandige traditie, naast Aesopus en Babrius, óf Mesomedes eigen creativiteit maakte van een stier een olifant. Keren we nog een moment terug naar Mesopotamië. Het is nog maar sinds kort, dat we weten dat het een vogeltje is, dat op de olifant zit. Men heeft altijd aan een insect (bloedzuiger) gedacht, totdat R. Borger bewees, dat het de vogel diqdiqqu is, wat met winterkoninkje vertaald wordt, omdat dat ook een kleine vogel is en in het moderne Iraq voorkomt. Er kan echter ook worden gedacht aan een specifiek vogeltje, dat altijd bij olifanten te vinden was, iets wat wc ook opmerken bij karbouwen en neushoorns. De Syrische olifant was vóór onze jaartelling in het Nabije Oosten bekend, maar is verdwenen. Men kan zich voorstellen, dat het beeld van het vogeltje op de olifant, vertrouwd voor de Sumeriërs en Assyriërs, met het uitsterven van de olifant zinledig werd en dat de 50
3 Grieken het vervingen door dat van de mug en de stier. De strekking bleef dezelfde. 2 Frans Halslaan 55 Oegstgeest M. Stol 1 Vgl. La Fontaine in het voorwoord van zijn Fables: Aristote n admet dans la fable que des animaux; il en exclut les hommes et les plantes- Cette règle est moins de nécessité que de bienséance, puisque ni Esope, ni Phèdre, ni aucun des fabulistes, ne l a gardée. 2 Inmiddels verneem ik van de heer C. B. F. Walker (London), dat een kleitablet, gedateerd in 70 voor Chr., de Assyrische fabel bevattend, gepubliceerd wordt in deel 51 van Cuneiform Texts from Babylonian tablets in the British Museum. Dit is een nieuw en welkom vast punt in de lange periode sinds de Assyrische text van 716 v. Chr. Literatuur. De Assyrische fabel in: W. G. Lambert. Babylonian Wisdom Literature, Oxford 1960, p (regel 50-54) en p De Sumerische: E. I. Gorden, Journal of Cuneiform Studies 12(1958) p Mesomedes. E. Heitsch, Die griechischen Dichterfragmente der römischen Kaiserzeit I, 1961, p. 31 no.11. Vgl. M. Stol. Le roitelet et l elephant (Revue d Assyriologie 65(1971) p. 180). 51
4 Toegang tot de Oude Komedie De graecus kan misschien vrij veel vertellen over de Attische komedie; hij kent in ieder geval heel wat namen. De leek kent er maar twee, Aristophanes en Menander en dat ligt in de rede, want alleen van deze twee zijn complete of vrijwel complete stukken overgeleverd. Aristophanes (ws ), de grootste vertegenwoordiger van wat men aanduidt als oude komedie, en Menander ( ), de belangrijkste dichter van de zgn. nieuwe komedie, verschillen hemelsbreed. Het werk van Menander doet ons niet vreemd aan; geen wonder: bijna heel het Europese blijspel is er uit geboren, en men ziet het er in gepraeformeerd. Maar de oude komedie is een eigenlijk nooit herhaald verschijnsel, beperkt tot het Athene van de laatste vier decennia der vijfde eeuw v.chr. (reeds de laatste twee bewaarde stukken van Aristophanes, geschreven na 400, horen er eigenlijk niet meer bij), een mengsel van revue, musical en politiek cabaret. Menander geniet tegenwoordig (weer) grote belangstelling (die versterkt wordt door het feit, dat niet lang geleden grote stukken van hem in papyri teruggevonden zijn). Ook van de kant van leken. En terecht, want hij is een knap dramaturg en een groot woordkunstenaar. Gezien het aantal vertalingen, dat er verschijnt, is de belangstelling voor Aristophanes niet minder groot. Maar tot hem (en heel de oude komedie) is de toegang veel moeilijker. Belemmerend werken hier a) de vele toespelingen (de actualiteit van het politieke cabaret!), b) de op het eerste gezicht soms onoverzichtelijke opbouw der stukken, c) de dikwijls grove en soms ronduit obscene grappen. Het eerste is een echte moeilijkheid. Hier worden we gelukkig geholpen door de scholia, verklarende aantekeningen op de rand van onze handschriften; die gaan terug op de commentaren van de Alexandrijnse philologen. Meestal via twee of drie intermedia, en soms zonder juist begrip, maar we zijn dankbaar voor wat ze bieden: zonder hun hulp zou heel veel totaal onbegrijpelijk blijven. Alleen komt nu de vraag op: moet men de met die hulp opgediepte geleerdheid voorleggen aan de honnête homme, die Aristophanes wil lezen? Dan verplicht men hem een boek te hanteren, dat per bladzijde twee regels tekst biedt met dertig regels commentaar hij zal het zeer terecht wegleggen. Maar volledigheid zou hier misplaatst zijn: men kan toch 52
5 volstaan met op te merken, dat een door Aristophanes gehekelde persoon een mauvais sujet is, zonder zijn complete levensloop te beschrijven; en het is voldoende om aan te tekenen, dat ergens een parodistisch citaat van Euripides te vinden is, zonder dat men de gronden aangeeft, waarop het aan een bepaald fragment toegeschreven wordt. Het tweede bezwaar kan niet meer gelden: we weten langzamerhand genoeg over de opbouw van de oude komedie om haar inconsequenties en incongruenties te begrijpen en te waarderen. En wat er nog onzeker mag blijven in zake haar oorsprong, haar opbouw is duidelijk. Beneden worden werken genoemd, waarin men hierover zijn licht kan opsteken. En dan de obsceniteiten (in 1967 heeft mevrouw de Wit in het derde hoofdstuk van haar dissertatie over de Lysistrata uitstekend hierover geschreven). Zeker, in Aristophanes staan passages die ook de meest bevaren zeeman kunnen doen blozen. Nu zou men kunnen zeggen: we zijn intussen aan zo veel gewend geraakt, dat we daar niet meer van schrikken. Maar het argument zou niet deugen: in de huidige licentie proeft men te veel reactie (het protest van een blijkbaar nooit eindigende puberteit, als het niet de scatologie van een blijvende infantiliteit is). De vieze geestigheden van de Oude komedie ontspruiten uit een overvloed van levenskracht en levenslust. Niet in de litteratuur van onze tijd moet men een parallel zoeken, maar bij Rabelais. Wie geen Grieks kent kan sinds vorig jaar Aristophanes en de Oude komedie leren kennen uit mevrouw d Hane s vertaling van de Kikkers en de Wolken (in de Fibula-reeks). Naast deze verbleken alle oudere vertalingen van deze twee of andere stukken; hier komt Aristophanes werkelijk over. Wie nog wel wat Grieks kan lezen kan terecht in de editie van de Wolken die mevrouw de Wit vorig jaar in de Reduxserie gepubliceerd heeft, of in Bongenaar s editie van de Vogels (in de scriptores van Tjeenk Willink, 1938; verder heeft of had Brill nog bloemlezingen van den Duik en van Leeuwen). Als men wil weten, hoe het Grieks kan tintelen, moet men het maar eens wagen met de lectuur. Zó moeilijk is die namelijk niet. Erasmus wilde de griekse lectuur laten beginnen met aantrekkelijke schrijvers: hij adviseerde voor het proza Lucianus te nemen en voor de poëzie Aristophanes. En Erasmus was toch heus niet verstoken van alle didaktisch inzicht. Natuurlijk, de philologie kent geen gemakkelijke auteurs; ook in Aristophanes vindt ze in bijna elk vers wel een moeilijkheid. Maar daar behoeft de leek 53
6 zich niet om te bekommeren; die kan zonder overmatige inspanning de tekst begrijpen. Ik kan uit ervaring spreken: als leraar heb ik wel eens in het tweede jaar Grieks naast elkaar Aristophanes en de Anabasis gelezen. Dat ging (en Xenophon profiteerde ervan: als de leerlingen niet geruime tijd uitsluitend met de Anabasis bezig waren, konden ze gemakkelijker tot de waardering komen, die dit bijzonder knap geschreven boek verdient). De graeci hebben echt wel hun best gedaan om nict-vakgcnoten tot Aristophanes te brengen. Wat hier aan titels volgt is slechts een zeer beperkte selectie. Honoris causa mag J. van Leeuwen voorop gaan: deze grote kenner van Homerus en Aristophanes heeft in 1909 Een dichterleven gepubliceerd (in 1913 gevolgd door een populair en mijns inziens zeer geslaagd boek over Homerus). Niet voor leken geschreven, maar wel zeer leesbaar voor hen en uiterst waardevol is het stuk over de Oude komedie in M. Croiset s Histoire de la littérature grecque (III, 3e dr., 1913). G. Murrav s Aristophanes (1933) en O. Seel s Aristophanes oder Versuch über die Komödie (1960) zijn beide zeer aan te bevelen. Maar al deze geschriften worden overtroffen door K. J. Dover s dit jaar verschenen Aristophanic Comedy. Misschien schrikt een leek, als hij direct aan het begin stoot op zes bladzijden geschiedenis van de tekstoverlevering (die hoort er bij, vindt Dover terecht; ze is trouwens boeiend genoeg), maar hij behoeft niet bang te zijn: dit meesterwerk is voor hem bedoeld en het is van het begin tot het eind leesbaar. Ik ga hier geen recensie schrijven, zelfs geen aankondiging; niet al het goede van het boek opsommen noch de enkele punten noemen, waar ik met de schrijver van mening verschil. Alleen maar wijzen op dit werkelijk onschatbare hulpmiddel om tot begrip te komen van Aristophanes en de Oude komedie (terloops nog opgemerkt: Kassies, Sicking en mevrouw de Wit zullen toch wel met een zekere voldoening hun in het Nederlands geschreven dissertaties zien vermeld in Dover s select bibliography ), Wie Aristophanes gaat lezen zal kennis maken met een inventief dramaturg, een virtuoos met de taal en bovendien (het meest, maar niet uitsluitend) in de gezongen partijen een groot en gevoelig lyrisch dichter. Dan zou men de lezer ook nog zo graag zien genieten van het metrische raffinement. Nu is helaas de metriek een der lastigste onderdelen van ons vak. Gelukkig valt in de praktijk het lezen van griekse 54
7 verzen nogal mee (meestal ten minste er zijn heel onaangename uitzonderingen!), als men wil letten op de lengte der lettergrepen en daar is achter te komen. Dan dient men natuurlijk wel te weten, dat onze klemtoon niet deugt. Een illustratie met twee verzen uit het meest bekende koorlied van Sophocles mag als illustratie dienen (Antigone 781-2). Maar al te vaak hoort men: eróos anikáte machán eroós hos en ktémasi pípteis. Dat klinkt wel aardig; men hoort er vaag iets dactylisch in, en het lijkt uit de verte wel wat op de min of meer vertrouwde maatgang van het epos. Maar er deugt niets van. De vierde lettergreep van beide verzen is lang, en men moet lezen: ĕroōs ănikāte măchān ĕroōs hŏs ēn ktēmăsĭ pīptēis. Men behoeft geen metrische theorie te kennen en te weten, dat de verzen choriambisch zijn, om te horen, dat ze zó, om met de musici te spreken, staan. Maar soms kan enige kennis der theorie van nut zijn. Hier is een vers van Aeschylus (Choephoroi 585): polla men ga trephei. Men kan dit lezen als cretici ; dan hoort men: pōllă mēn gā trĕpheī. Daar zou men content mee zijn, als men niet uit de theorie iets wist over gesyncopeerde trochaeën. Dan probeert men: pōllă mēn /\ gā trĕpheī /\ deīnă deīmătoōn ăchē, en hoort, hoe de pauzes de kracht van deze geweldige inzet versterken. Hier hulpmiddelen noemen valt niet mee. Nogmaals, de materie is heel lastig, en ook de gewone graecus, die niet gespecialiseerd is in de metriek, loopt vaak genoeg vast. Een bekend handboek als W. J. W. 55
8 Koster s Traite de métrique grecque (1936, 4e dr. 1969) komt voor de leek niet in aanmerking. Inleidingen in de griekse metriek zijn er in de laatste dertig jaar minstens tien verschenen. C. J. Ruijgh s Hoofdzaken van de griekse metriek en prosodie (2e uitg. 1971) is glashelder; maar het stencil is niet in de handel. Veel kan men hebben aan het korte overzicht van J. D. Denniston in de Oxf. Class, Dict. (1949, 2e dr. 1970) Ik heb een zwak voor P. Masqueray s Traite de métrique grecque, al is in dit boek uit 1899 natuurlijk het een en ander verouderd. Als men niet te snel schrikt, kan men wel genoegen beleven van J. W. White, The Verse of Creek Comedy (1912, ongew. herdr. 1969). Op C. Prato I canti di Aristofane (1962) kan men aanmerkingen maken; maar de leek kan er in ieder geval van letterlijk ieder niet-gesproken vers van Aristophanes de metrische structuur beschreven vinden. Duitsekampweg 26c Wolfheze G. J. DE VRIES 56
9 De ontmoeting tussen Oedipus en Laius Toen mijn vader in 1937 in Boekarest was, huurde hij om wat van de omgeving te zien een taxi. Op een behoorlijk brede weg kwam hun op die tocht een boerenkar tegemoet. Op het moment dat die langs ging stopte de chauffeur, sprong uit de auto en ging staan schelden tegen de boer net zolang tot deze zijn kar van de weg trok en zelf ook in de berm ging staan. Toen stapte de chauffeur met een voldaan gezicht weer in. Mijn vader had dit met grote verbazing en ergernis aangezien en vroeg de man dus waarom hij op deze manier opgetreden was. Daarop kreeg hij het volgende antwoord: Een boer hoorde voor een heer van de weg af te gaan. Iemand die in een taxi reed, was een heer, en als chauffeur die wist hoe het hoorde, had hij de plicht gehad te zorgen dat aan zijn heer de eer bewezen werd die hem toekwam. Noemen we de chauffeur heraut, de passagier Laius en de boer Oedipus dan hebben we in dit gebeuren de situatie voor ons waarin Oedipus terecht kwam toen hij op de driesprong tussen Delphi en Thebe Laius en zijn gevolg ontmoette. Sophocles laat het Oedipus als volgt aan Jocaste vertellen (Oed. Rex ): Toen ik op mijn tocht bij deze driesprong kwam, kwamen mij een heraut en een man op een door veulens getrokken wagen, zoals waarover jij sprak, tegemoet. En zowel de voerman als de grijsaard zelf probeerden me met geweld van de weg af te drijven. Ik word razend en sla de man die me van de weg af wil werken, de voerman, neer. Maar als de grijsaard me langs de wagen ziet gaan, mikt hij en raakt me met zijn tweepuntige zweep midden op mijn hoofd. Ik heb het hem dubbel en dwars betaald gezet; in een ommezien treft hem mijn stok en valt hij achterover van de wagen. En ik dood ze allemaal. De afloop is dus anders dan bij het treffen in Roemenië. Maar Oedipus was ook geen boer maar een koningszoon, dus een heer. En hij had daarom evenveel recht om op de weg te blijven als iedere andere heer. Dat recht zouden Laius en zijn gevolg ook zeker erkend hebben wanneer zij geweten hadden dat hij een heer was. Maar dat wisten ze niet, en dat konden ze ook niet vermoeden want Oedipus reisde zonder gevolg, zelfs zonder ook maar één knecht en dat deed een heer niet. Bovendien zal zijn kleding er na alle omzwervingen wel niet meer erg koninklijk uitgezien hebben. 57
10 Het noodlot voltrok zich dus via een simpel misverstand. Van schuld in de gewone zin was daarbij geen sprake. Dat Oedipus van zich afsloeg en niet van de weg afging was volkomen normaal; maar ook het optreden van de heraut en van Laius zal, gezien in het licht van wat er zich zo n veertig jaar geleden bij Boekarest afspeelde, voor de feodale wereld waarin Laius en Oedipus leefden normaal geweest zijn. Juist dat vanzelfsprekende van het gebeuren accentueert de tragiek van het noodlot, het lot dat zich alle goede bedoelingen en bemoeiingen ten spijt voltrekken móet. Aan dat noodlot had Laius wel schuld, want het was hybris geweest tegen alle waarschuwing van de godheid in toch een zoon te verwekken. En omdat Oedipus volgens het orakel gedoemd was zijn vader te doden en zijn moeder te huwen (ook de Grieken wisten al dat de zonden der vaderen aan de kinderen bezocht zullen worden) was het wat hem betreft hybris te menen dat hij het hem toebedeelde lot kon ontlopen. Toch kon en mocht hij er ook niet, fatalistisch, in berusten. Vergelijken we hiermee de vorm waarin Pasolini in zijn Edipo Re dit treffen ensceneert: Laius en Oedipus reageren bij hem zodra ze maar een glimp van elkaar in de verte ontwaren onthutst - agressief, als uit een boos voorgevoel. Na eindeloos loeren en sluipen raken ze dan ten langen leste slaags met ecu paar formidabele zwaarden. Het is alles van een zo dik-opgelegde dramatiek dat het veel weg krijgt van rovertje spelen. Niets van dit alles in het sobere relaas bij Sophocles. Daar zien we voor ons een niets kwaads vermoedende, slechts met een stok bewapende Oedipus en een rustig reizend koninklijk gezelschap, dat pas agressief wordt op het ogenblik dat blijkt dat Oedipus door gewoon te passeren niet van plan is het niet de gepaste eerbied te behandelen. Natuurlijk kan de koninklijke stoet dat niet accepteren en even natuurlijk verweert Oedipus zich als hij van de weg afgeslagen wordt. Geen van beide partijen denkt er ook maar een ogenblik aan daarin de hand van het noodlot te zien. Juist de argeloosheid, dit ontbreken van ieder voorgevoel, maakt voor de toeschouwers, die het wél beseffen, de voltrekking van dat noodlot extra schrijnend. Een dergelijke tegenstelling vinden we vaak in de Griekse tragedie; in die vorm goot de Griek graag zijn gevoel voor dramatiek. Campanula 24 Dordrecht Th. A. VIJLBRIEF-CHARBON 58
11 Hoe het Grieks West-Europa bereikte I Deze uiteenzetting over de verspreiding van het Grieks in de westerse wereld wordt de lezers in vier gedeelten aangeboden. Het tweede, derde en vierde deel volgen in de overige afleveringen van deze jaargang. Een vraag, waarop het antwoord niet direct duidelijk is, is de vraag naar de oorsprong van onze huidige kennis van de klassieke Griekse taal en letterkunde. Wij zijn er aan gewend nu nog Grieks op het leerprogramma van onze gymnasia te zien staan, en wie zich in een Griekse auteur wenst te verdiepen grijpt naar een Teubner, Budé, Loeb of Oxfbrd uitgave, die hem of haar verzekert, dat de tekst zo zuiver mogelijk is en nog recentelijk herzien. Dit artikel 1 poogt in veel te kort bestek, en daardoor wellicht met teveel namen en feiten, antwoord te geven op de vraag: hoe zijn we aan die kennis van het Grieks gekomen, en: worden werkelijk alle ter beschikking zijnde bronnen gebruikt? In de eerste eeuwen van onze jaartelling werd er in het Romeinse Rijk ruimschoots aandacht besteed aan de Griekse litteratuur, terwijl ook de taal van de jonge Christelijke kerk aanvankelijk Grieks was. In 330 wordt Constanrinopel de hoofdstad van het Oost Romeinse Rijk, en met die datum begint de terugval van het Grieks in het Westen. Want parallel aan de politieke tweedeling van het Romeinse Rijk gaat een geestelijke tweedeling ontstaan: het Rijk van het Westen gaat de nadruk op het Latijn leggen, gevolgd door de Kerk, het Oosten wordt een Griekstalig Rijk met een Griekstalige Kerk. Een poging van Constantinopel om weer vat op Italië te krijgen leidt tot de oprichting van het Exarchaat van Ravenna ( ), maar dit bruggehoofd werd als een Fremdkörper ervaren, en de erbij behorende taal als de taal van een vreemde macht. Natuurlijk blijven er Griekse resten in de Christelijke eredienst over, en vindt men tot in lengte van jaren in Rome en Parijs Griekse kerkdiensten, maar het Grieks als (relatief) goed gekende taal raakt er uit. Sommige schrijvers spreken over de dood van het Grieks in Italië rond 700. Met Italië bedoelt men dan Noord en Midden Italië, daar in het Zuiden aanzienlijke Griekstalige gebieden zich handhaven. Italië zal uiteindelijk één van de twee kanalen zijn waarlangs het Westen weer kennis zal maken met de verworvenheden van de Griekse geest. 59
12 In West Europa kent men eeuwenlang slechts opflikkeringen van de Griekse taal, opflikkeringen die juist de nadruk leggen op de alom heersende duisternis. Theodorus, geboren te Tarsus, getogen te Athene, wordt aartsbisschop van Canterbury ( ) en sticht er een school ter bestudering van rijn moedertaal; deze school floreerde geruime tijd en oefende ruim twee eeuwen zijn invloed uit. Bourgondië blijkt in de 6e eeuw goede relaties met Constantinopel te hebben via kardinaal Stephanus. In de 9e eeuw zorgt Karel de Grote voor een korte opleving van de kennis van het Grieks. In Byzantium heeft namelijk Irene, weduwe van de laatste keizer en regentes voor haar zoon (de latere Constantinus VI) zichzelf tot keizerin uitgeroepen, iets wat als hoogst ongepast beschouwd werd. Teneinde haar positie te verstevigen komt ze met Karel overeen diens oudste dochter Rothrud zich te laten verloven met haar zoon Constantinus (781). Karel neemt dit zeer serieus en gaat zelf, met zijn dochter en haar toekomstig gevolg, Grieks leren van Petrus van Pisa en Paulus de Diaken, die van 782 tot 786 aan de hofschool te Aken verbonden was. Einhart, s keizers biograaf vertelt ons echter (boek III, par. 25), dat Karel het Grieks beter verstond dan dat hij het sprak. Alle moeite was vergeefs, want politieke moeilijkheden (met name betreffende Lombardië, het vaderland van Paulus de Diaken) leidden in 787 tot de verbreking van de verloving. Korte tijd later zaljohannes Scotus Erigena ( ), hoofd van de paleisschool van Karel de Kale, blijk ^cven het Grieks goed te kennen. Hij vertaalt o.a. de werken van de mysticus Dionysius de Areopagiet, -wiens werken door Paulus I aan Pippijn de Korte waren geschonken (rond 760), en in een ander exemplaar door de Byzantijnse keizer Michael de Stotteraar aan Lodewijk de Vrome ten geschenke waren gegeven (827). Afgezien van een grondige kennis van de Griekse kerkvaders en profane auteurs blijkt Plato de voorliefde van Johannes te zijn; onafhankelijk redenerend poogt hij Plato met de Christelijke leer te verzoenen, een poging die kennelijk te progressief werd geacht, daar zijn werk De divisione naturae (1681 te Oxford gepubliceerd) prompt op de kerkelijke Index terecht kwam. In de 10e eeuw huwt de Duitse keizer Otto II de Byzantijnse prinses Theophano; zij, en hun zoon Otto III, proberen ijverig het Oosterse hofceremonieel na te bootsen; aan de culturele waarden van het Oosten komen ze echter niet toe. In de 12e eeuw schittert Chartres nog even met een opleving van het platonisme, en terecht mag Engeland wijzen op Robcrt Grosseteste ( ) en Roger Bacon (
13 1294), doch in het algemeen genomen was de kennis van het Grieks in West Europa tot de 11e, 12c eeuw vrijwel verdwenen. Dat hierin verandering kwam danken wij aan twee grote stromingen, die naar tijd, plaats en inhoud sterk uiteenlopen. Via de Arabieren (school van Toledo, Sicilië) dringen de Griekse wijsbegeerte (vooral Aristoteles en de Neo-Platonici), de natuurwetenschappen en de medicijnen West Europa binnen, terwijl pas een phase later door een directe inwerking van Constantinopel op Italië (na haar val via Kreta) de Griekse taal en litteratuur, alsmede Plato in het Westen bekend worden. Achtereenvolgens zullen nu deze twee stromingen, die van bijzonder groot belang voor onze cultuurgeschiedenis zijn geweest, onder de loupe genomen worden. De stichter van de Islam, Mohammed wordt bij zijn dood successievelijk opgevolgd door zijn 4 naaste gezellen, die de titel van kalief (lett.: opvolger) aannemen. Reeds onder de 2e kalief, Omar ( ), beginnen de grote veroveringsoorlogen, welke de Arabieren uiteindelijk de heerschappij zullen opleveren over het Nabije Oosten, Perzië, het Byzantijnse Rijk, Noord Afrika, bijna geheel het Iberisch schiereiland en nog zoveel meer. Na de eerste 4 kaliefen, de zgn. Gouden Eeuw van de Islam, komt de macht in handen van de Omayaden ( ), die grotendeels vanuit Damascus regeerden. Onder hun bewind vindt de oversteek naar Spanje plaats (710) en bereikt de Islam India. Een revolte in Perzië maakt een einde aan deze periode en van 749 tot 1258 zijn de Abassiden aan de macht, met als politiek centrum Bagdad. Een kleinzoon van één van de laatste Omayaden weet echter te ontsnappen en hij is de stichter van de Spaanse Omayadendynasde ( ), die zijn voornaamste centra had in Córdoba en Sevilla. Na een halve eeuw van grote verdeeldheid in Spanje (de tijd van de Reyes de Taifas, zoals het in verspaanst Arabisch heet), heersen daar achtereenvolgens de Almoraviden ( ), de Almohaden ( ) en uiteindelijk de Nasriden of Banu-l-Ahmar ( ; hoofdstad Granada). Vanuit Tunis en Algiers beheersen de Aghlabiden, later de Fatimiden Sicilië ( ). Toen de Arabieren in de 7e eeuw hun veroveringstochten begonnen, viel hun een gehelleniseerd stuk wereld in handen: Egypte en het Nabije Oosten. Met deze wereld kwam een stuk helleense beschaving beschikbaar, die in de vorm waarin deze zich in die djd bevond, grote invloed op de Arabische denkers heeft uitgeoefend. Reeds onder Julius Caesar (48 v.chr.) was de befaamde bibliotheek van Alexandrië in 61
14 vlammen opgegaan; na hersteld te zijn, ging ook deze verloren, en de Arabieren kregen de 3e editie van de bibliotheek in handen, weliswaar met relatief weinig manuscripten, doch met een bloeiende Neo- Platonische school. De Arabieren raakten snel geïnteresseerd in de Griekse wijsbegeerte met zijn bijna duizend-jarige traditie van zelfstandig denken, en probeerden via deze wijsbegeerte tot een soort natuurlijke theologie (het bestaan van God verklaard uit de aardse werkelijkheid, met behulp van het eigen verstand) te komen. Zij lieten dan ook Griekstalige inwoners van de veroverde gebieden vertalingen maken van werken, die de Arabieren als nuttig of belangwekkend voorkwamen: over philosophie, medicijnen en natuurwetenschappen. Tussen de jaren 750 en 850 vond een enorme vertaalacdviteit in Damascus en Bagdad plaats. De kaliefen Al-Mansur ( ) en Al-Ma mun ( ) vroegen officieel de Byzantijnse keizers om manuscripten, terwijl de laatste in 830 in Bagdad het beroemde Bayt al Hikmah, het huis der wijsheid, opende: een grootse combinatie van bibliotheek, academie en vertaalbureau. Directeur van deze instelling werd één van de topfiguren van de 9e eeuw, Hunayn ibn Ishaq ( ), een Nestoriaans Christen, die samen met zijn zoon Ishaq en zijn neef Hubaysh ibn-al-hasan een waarlijk ongelofelijke activiteit ontplooide. Vele werken van Galenus (volgens Hunayn s eigen biographie 129 stuks!), Hippocrates, Dioscorides, Plato en Aristoteles werden door Hunayn in het Aramees vertaald, en vervolgens door anderen in het Arabisch (o.a. door de zoon, een eminent Arabist en, volgens de vakgeleerden, prachtig Aristoteles vertaler). Bijzonder aan deze arbeid was, dat Hunayn probeerde zoveel mogelijk manuscripten van ieder werk te verzamelen teneinde eerst een onberispelijke tekstcritische editie vast te stellen alvorens aan de vertaling ervan te beginnen (Hunayn noemt altijd nauwkeurig in zijn vertalingen alle gebruikte bronnen op). Een andere groep van vertalers, gespecialiseerd in wiskunde en astronomie stond onder leiding van Thabit-ibn- Qurrah ( ), een Sabier uit Harran (het oude Carrhae), terwijl op het eind van de 10e eeuw eenjacobitische, monophysitische, school onder Yahya ibn- Adi ( ) zich speciaal bezig hield met Aristoteles en de Neo-Platonici. Cabriellaan 4, Utrecht W. P. HEERE 1 Een bibliografie over de onderhavige materie bevindt zich aan het eind van de vier gedeelten van dit artikel. De in dit artikel voorkomende Griekse namen zijn verlatijnst. 62
15 Venerabile Donum Iets over de symboolwaarde van de gouden tak uit de Aeneis van Vergilius met betrekking tot de archetypische waarde van de daar weergegeven mythologie, als een analyse van magisch-religieus taalgebruik met behulp van de psychologie van Jung. De gewaagdheid van de aanpak (die hopelijk een uitdaging vormt tot diverse meningsuitingen) en de betrekkelijke actualiteit van de in dit artikel gebruikte psychologische kategorieën, alsook de jeugdige leeftijd van de auteur (die dit jaar eindexamen gymnasium heeft gedaan) waren voor de redactie even zovele aanleidingen om het te plaatsen. Voor een uitvoerig cultuurhistorisch onderzoek over hetzelfde voorwerp (niet: onderwerp!) zij de lezer verwezen naar de artikelenreeks van Prof. dr. H. Wagenvoort De gouden tak in Herm. 31 (1959/60) pp , en RED. Ergens in zijn studie over de religieuze projectie Als Ziende de Onzienhjke, naar ik meen in deel lila oflllb, schrijft de onlangs overleden godsdienst-psycholoog prof. dr. Han M. M. Fortmann, dat in de leefwereld en de gedachtengang van de Ouden, o.a. door het ontbreken van de Cartesiaanse splitsing tussen subject en object, zeer veel mythische en magische elementen aanwezig zijn, als een natuurlijke en ongedwongen zaak. Het zal duidelijk zijn, dat deze elementen zich vooral naar voren dringen, als wij te maken hebben met de weergave van een mythologische geschiedenis, zelfs wanneer het een cultuurepos als Vergilius Aeneis betreft. Ik geloof dan ook, dat wij voot het ontsluieren van de betekenis van de aurea virga uit het zesde boek van die heldenzang te rade mogen gaan bij die takken van wetenschap, die zich met mythisch taalgebruik en symboliek ten zeerste bezighouden; ik doel hier inzonder op de psychologie van C. G.Jung en de godsdiensthistorie of de fenomenologie van de godsdiensten. 1 De gouden tak treedt enkele malen op in de loop van de zesde zang der Aeneis ; ik acht het dienstig, deze plaatsen hier te citeren, en wel in de vertaling van dr. M. A. Schwartz, Vergilius: Aeneis, Haarlem 1969, derde druk. a. 133 Maar als uw hart zo vurig begeert tweemaal de Stygische wateren te bcvuicn, tweemaal de zwarte Tartarus te aanschouwen, als ge u wilt wagen aan deze onzalige taak, verneem dan eerst wat u te doen staat. In een donkere boom is verscholen een gouden tak met taaie twijg en lover van goud, geheiligd aan de 63
16 onderwereldse limo; hij is beschermd door het ganse woud en in schaduw gehuld in donkere valleien. Maar het is aan niemand vergund af te dalen in de holten der aarde, die niet eerst de goudgebladerde tak van de boom heeft geplukt. De schone Proserpina heeft bepaald, dat dit geschenk haar moet worden gebracht; als de eerste tak is afgerukt, verschijnt er een tweede van goud, ontbloeit een twijg van hetzelfde metaal. Richt uw zoekende blik omhoog en wanneer gij hem hebt gevonden, pluk hem volgens voorschrift met uw hand. Gewillig en gemakkelijk zal hij u volgen, als het lot u roept; anders kunt met geen kracht 149 gy hem overwinnen, niet hem breken met het hardste metaal. b. 185 Maar bij de aanblik van het onmetelijke woud werd zijn hart vervuld van droeve gedachten en hij bad: Als nu eens in een zo groot woud die gouden tak aan een boom zich vertoonde! Want de profetes heeft alles van u, Misenus, maar al te zeer naar waarheid voorspeld. Nauwelijks had hij deze woorden gesproken, of vlak voor zijn ogen kwamen twee duiven uit de hemel gevlogen en streken neer op de groene grond. De grote held herkende de aan zijn moeder gewijde vogels en bad verheugd: Als ergens een weg is, weest mijn gidsen, richt hoog in de lucht mijn schreden naar het woud, waar de kostbare boomtak de vruchtbare grond overschaduwt. Gij, goddelijke moeder, verlaat mij niet in de nood. Zo sprak hij en hij vertraagde zijn schreden, acht gevend wat voor tekens zij brachten en waarheen zij gingen. De vogels, telkens weidend, telkens vliegend, bleven zover vóór als de ogen van hen die volgden hen nog konden bespeuren. Toen zij waren gekomen bij de stinkende muil van Avemus, hieven zij zich snel omhoog en glijdend door heldere lucht zetten zij zich neer op de begeerde plek in de tweekleurige boom, waarvan de afstekende goudglans schitterde tussen de takken. Zoals vaak in de winterkoude in de bossen de mistel met nieuw loof ontbloeit, niet uit de eigen boom gezaaid, en de ronde stam met saffraangele bessen omklemt, zo blonk de glans van het gouden loof in de donkere eik, zo ritselde het metaalblad in de zachte wind. Dadelijk greep Aencas hem aan en begerig brak hij de aarzelende tak en bracht hij hem naar de grot van de profe- 211 tes, de Sibylle. c. 403 Hier is de Trojaan Aeneas, beroemd door vroomheid en wapens; hij daalt af in het diepe rijk van de schimmen om zijn vader te zoeken. Als de gedachte van zulk een trouwe liefde u niet ontroert, zie en herken deze twijg (zij toonde de twijg die onder haar kleed was verborgen). De storm van toom in Charons hart kwam tot rust en hij Het het bij deze woorden. Vol bewondering voor het eerbiedwaardig geschenk van de noodlotstwijg, sedert lang niet gezien, wendde 410 hij de blauwe steven en naderde hij de oever. d. 628 Toen de oude priesteres van Phoebus deze woorden gezegd had, voegde zij eraan toe:,nu schielijk op weg, volbreng de begonnen taak; wij moeten ons haasten. Ginds zie ik wanden, gesmeed in de smidse van de Cyclopen en poorten, gewelfd aan de ingang, waar het voorschrift gelast de geschenken te plaatsen. Zo sprak zij en samen voortgaand langs duistere paden, legden zij snel de afstand af en naderden zij de deuren. Aeneas haastte zich naar de ingang en be- 64
17 sprenkelde zich met fris water en hechtte de twijg aan de voorzij der poort. Eerst toen dit was volbracht en het geschenk aan de godheid gegeven, kwamen zij in het land van de vreugde, de groene bekoorlijke dreven van het bloeiende woud, de woonplaats der zaligen. Een wijdere hemel kleedt hier de velden in 641 purperen glans; zij kennen hun eigen zon, hun eigen sterren. 2 Voordat wij deze fragmenten nader kunnen bezien op de gegevens die rij ons leveren voor een interpretatie van het wezen van de gouden tak, dienen wij na te gaan, in hoeverre de gouden tak als archetypisch beeld in andere mythen en sprookjes voorkomt. Jung heeft dit archetype bestudeerd op grond van een Oosters geschrift 3 ; het lijkt mij juist, wanneer wij ons hier beperken tot de gedachtenwereld van het Westen. Daarvoor kunnen wij te rade gaan bij de oude Germaanse sprookjes, verzameld door de gebroeders Grimm. Enkele van deze sprookjes wil ik hier kort weergeven: e. In het sprookje van Vrouw Holle komt een meisje via een bron in een soort onderwereld terecht bij Vrouw Holle, die ze een tijdlang ijverig dient. 4 Als ze weer naar huis terugkeert, beloont Vrouw Holle het meisje met een regen van goud. Al het goud bleef aan haar hangen, zodat ze van onder tot boven ermee bedekt was. De stiefzuster van het meisje, die ook wel rijk wilde worden, maar niet ijverig was, werd met een regen van pek beloond: Het pek bleef aan haar vastkleven en ze kon het, zolang ze leefde, niet meer weg krijgen. f. Het sprookje van Eenoogje, Tweeoogje, Drieoogje vertelt van een vrouw met drie dochters, die resp. één, twee en drie ogen bezitten, terwijl Tweeoogje door haar zusters en moeder als uitvaagsel behandeld wordt, omdat ze als elke mens slechts twee ogen bezit. In haar verdriet ontmoet de laatste een vrouw, die haar geit toverkracht geeft. Na enige tijd ontdekken haar familieleden deze verbetering van de toestand echter, en doden de geit. Maar uit de ingewanden van de geit groeit, volgens voorspelling van de wijze vrouw, een boom met zilveren bladeren en gouden appels op, die terugwijken wanneer een ander dan Tweeoogje ze wil plukken. Een ridder ontdekt dit, en neemt Tweeoogje tot bruid, waarop prompt de wonderboom zich naar het ridderslot verplaatst. Tenslotte verzoenen de andere familieleden zich met Tweeoogje. 5 g. Een ander sprookje vertelt van twee verliefde mensen, Jorinde (zij) en Joringel (hij). Het meisje komt in een woud in de macht van een heks, die haar verandert in een vogel, iets wat zij met mooie jonge meisjes gewoon is te doen. Tortelduiven hadden het meisje tevoren getracht tegen het naderend onheil te waarschuwen. Joringel echter mag gaan, en heeft een eigenaardige droom. Hij trok over bergen en door dalen, zo droomde hij, en vond toen een bloodroode bloem, die in haar hartje een groote, mooie parel bewaarde. Hij plukte de bloem en (..) alles wat hij met de bloem aanraakte, werd uit de booze toovermacht der oude heks bevrijd. Ook droomde hij, dat hij op deze wijze zijn Jorinde weer terugkreeg. Joringel gaat natuurlijk naar de bloem op zoek, en vindt haar na negen dagen zoeken. De droom gaat dan geheel in vervulling, tot het grote geluk der beide gelieven. 6 65
18 De,,gouden tak geeft de toegang tot de onderwereld (zie a), wat Aeneas vurig verlangt. Ook de goud-regen van Vrouw Holle heeft met een toegang te maken: ze wordt uitgestort, wanneer de ijverige dienstmaagd naar de bovenwereld terugkeert (zie e). Het goud is echter niet voor iedereen weggelegd: Acncas moet door het lot worden geroepen; het meisje moet Vrouw Holle goed hebben gediend. In het sprookje is het goud echter een beloning,,post acta ; in de Aeneis stelt het een conditie ante acta voor. Voor Tweeoogje opent de gouden appel de weg naar het ridderslot (zie f ); hij wordt verkregen door toedoen van een wijze vrouw. Aeneas krijgt de gouden tak in handen met de hulp van de Sibylle. Vrouw Holle is hieraan niet zonder meer gelijk te stellen: zij heeft volledige macht over het goud, zoals Proserpina (zie a). Het terugwijken van de gouden appels komt overeen met het terugwijken van de gouden tak, voor wien het lot niet roept. Tortelduiven waarschuwden Jorinde en Joringel (zie g); ook duiven ( aves maternas, VI: 193) 7 wijzen Aeneas de weg. Zuiver goud wordt graag rood genoemd; en hoewel bloedrood ook een eigen betekenis heeft, meen ik hier de,,bloedrode bloem met een hart als een parel gelijk te mogen stellen aan de ramus aureus van Vergilius 8. Deze vormt hier dan de toegang tot Jorinde, maar is moeilijk bereikbaar (zoals de gouden tak, zie a); het kost Joringel negen dagen hem te bereiken, zoals ook de Styx de onderwereld negen maal omstroomt: noviens Styx interfusa, VI : Ik hoop hiermee nauwkeurig genoeg te hebben opgesomd, wat de overeenkomsten en verschillen zijn in het functioneren van de gouden tak of een overeenkomstig symbool in de Aeneis enerzijds en in enkele oude Germaanse sprookjes anderzijds. 10 De gouden tak is een archetypisch symbool, heb ik op grond van zijn functioneren binnen de Aeneis gesteld, en dat werd bevestigd door het voorkomen van een gelijksoortig archetype in andere mythischmagische verhalen, nl. de hierboven weergegeven sprookjes en het Oosterse mystieke document dat door Richard Wilhelm en Jung in vertaling werd gepubliceerd als Das Geheimnis der goldenen Blüte (vgl. noot 3). Op dit punt van onze beschouwing passen ons twee vragen: Wat verstaan wij hier onder,symbool?, en: Wat verstaan wij hier onder.archetype? Symbool, zoals deze term hier gebruikt wordt, zou ik willen definiëren als: een kenfunctie, waarbij in het een het andere verschijnt, 66
19 zich openbaart, maar niet plaatselijk aanwijsbaar (Fortmann); het symbool is de zichtbare uitdrukking van iets (transcendents) dat zonder dat symbool onkenbaar zou zijn; het symbool heeft deel aan de werkelijkheid van het beeld waarin het zich uitdrukt, maar tevens van het uitgedrukte; het symbool is de brug tussen een transcendente werkelijkheid en de fysische realiteit; het symbool is poly-valent, meerduidig, en machtig. 11 De term archetype gebruiken wij hier in de zin, diejung er zelf aan gaf; archetypen zijn dan algemeen-mcnsclijkc, instinctieve reacties en ervaringsgegevens, voortkomend uit het collectief onbewuste, ahw. overgeërfde patterns of behaviour, Bahnungen, die sterk met psychische energie geladen zijn en geconcretiseerd als symbolische voorstellingen zich aan ons kunnen voordoen. 12 Wellicht is het nuttig hier tevens te verklaren met betrekking tot de ondertitel, dat wij magisch daar ongeveer opvatten als,,zonder splitsing tussen subject en object, met een archaïsch, open wereldbeeld, en religieus als gericht op het transcendente. 13 Na aldus klaarheid te hebben willen scheppen in ons voornaamste begrippenmateriaal, moeten wij Zang VI van de Aeneis, in het licht van de hier aan de orde gestelde problematiek, nader analyseren. In de vijfde zang der Aeneis verschijnt, na grote moeilijkheden, de schim van Anchises aan zijn zoon Aeneas, die hem (Aeneas) oa. aanspoort af te dalen naar de onderwereld, om zijn vader te ontmoeten (V: ). In het zesde boek komt Aeneas dan in de omgeving van Cumae, een toegang tot de onderwereld, in Italië aan land (VI:1-13), waar hij een door Daedalus gebouwde tempel bewondert (VI: 14-33) en de Sibylle ontmoet, die hem offers laat brengen (VII: 33-41). Op Aeneas verzoek voorspelt de Sibylle hem de toekomst (VI: 42-97) en vertelt hem, hoe hij zijn vader Anchises kan ontmoeten en op welke voorwaarden hij in de onderwereld kan afdalen (VI : ; vgl. fragment a). Hierop volgt het verhaal van de begrafenis van de pasgestorven Misenus (VI : , ), onderbroken door het vinden van de gouden tak (VI : ; vgl. V). Na de begrafenis van Misenus vindt een offerplechtigheid plaats, waarop de afdeling in de onderwereld volgt (VI : ). Een aanroeping van de goden van de onderwereld onderbreekt het verhaal (VI : ), dat vervolgt met het binnengaan van de onderwereld (VI: ), in de richting van de Acheron en het Stygisch moeras (VI : ). Hier volgt een gesprek met de schim van Palinurus (VI : ), waarna 67
20 Aeneas en de Sibylle de Styx bereiken en van Charon weten te verkrijgen, dat hij hen overzet (VI : ; vgl. c). Het begin van de eigenlijke onderwereld wordt beschreven (VI : ), waar een ontmoeting met Dido plaatsvindt (VI : ) en met Deiphobus (VI: ). Aeneas bekijkt nu de burcht van de Tartaros (VI : ), en betreedt daarna het land der gelukzaligen (VI : ; vgl. d). Daar komt de ontmoeting met Anchises tot stand (VI : ), die zijn zoon inlicht over het lot van zijn nakomelingen (VI : ). Tenslotte verlaat Aeneas de onderwereld door de poort der valse dromen en zeilt naar de haven van Caieta (VI : ), hetgeen het einde betekent van de zesde zang. Dat is de opbouw van het verhaal, en het is nu ook duidelijk, welke plaats onze fragmenten vanuit een oogpunt van constructie daarin innemen. Wat zijn de elementen waaruit onze fragmenten zijn opgebouwd? De personen die daarin een rol vervullen, zijn Aeneas, de mythische Trojaanse held en stamvader der Romeinen; de Sibylle, de oude, wijze priesteres van Phoebus Apollo; luno, gelijkgesteld aan Proserpina/Persephone; Misenus, een van Aeneas gezellen; Venus/Aphrodi te, als moeder van Aeneas; Charon, de oude, onverzorgde, afschuwwekkende, grimmige, norse veerman in de onderwereld; Phoebus Apollo als de god die de Sibylle inspireert; en de Cyclopen als smeden der goden. Voorwerpen, planten, dieren en plaatsen die voorkomen zijn de Styx; de Tartarus; de gouden tak; een duister, onmetelijk woud; twee duiven; de stinkende muil van Avemus; de maretak; poorten aan de ingang van de Elyzeese Velden; en een wijdere hemel die de weiden in purperen glans kleedt. Deze laatste keuze zou natuurlijk nog met vele andere objecten kunnen worden aangevuld. Deze elementen, behalve de gouden tak zelf, wilde ik eerst graag afzonderlijk bekijken, om vanuit een goed begrip van alle met de gouden tak verbonden personen en voorwerpen meer licht op de problematiek van de betekenis van de ramus aureus te kunnen werpen. Aeneas: De held van het epos is een Trojaans vorst, de zoon van Anchises en Venus/Aphrodite, die door Vcrgilms als de stamvader der Romeinen wordt voorgesteld. In zijn persoon zijn, naar Vergilius beschrijving, in de kiem reeds alle elementen aanwezig, die later het Romeinse Volk machtig en eervol zouden maken. Het is niet nodig voor een goed begrip van de gouden tak verder op zijn persoon in te 68
Latijn en Grieks in de 21ste eeuw
Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het
Nadere informatieVoorwoord. Rome en de Romeinen
Voorwoord Rome en de Romeinen Dit verhaal speelt in Rome, ongeveer 2000 jaar geleden. Rome was toen een rijke stad, met prachtige gebouwen. Zoals paleizen voor de keizers, voor de Senaat en voor de grote
Nadere informatie1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8
[1] [2] [3] Johannes 3:16 1 Korintiёrs 1:9 Johannes 3:19 God wil met ons omgaan God wil met ons omgaan Zonde brengt scheiding [4] [5] [6] Romeinen 3:23 Marcus 10:45 Romeinen 5:8 Zonde brengt scheiding
Nadere informatieIs Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?
Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Genesis 20:1-12 1 Abraham
Nadere informatieOp weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon
Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn
Nadere informatie18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.
Inhoudsopgave Voorwoord 1. Een gebed bij het begin van het nieuwe jaar Ik ben met u 2. Gods hand 3. Zegen Vrede met God 4. In de kerk 5. Is Deze niet de Christus? Deze ontvangt zondaars 6. Echte vrienden
Nadere informatieDE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID
DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID Romeinen 8: 13 Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. 14
Nadere informatieDe renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!
De renaissance Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis. Deze term betekent letterlijk de wedergeboorte, en is een kunststroming uit
Nadere informatieGODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen
GODS GEZIN Studielessen voor 4-7 jarigen 2003 Geschreven door Beryl Voorhoeve en Judith Maarsen Oorspronkelijk bedoeld voor studie in kleine groepen in de Levend Evangelie Gemeente Gebruikte Bijbelvertaling
Nadere informatieWesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw
Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw Art lll, Handboek, Kerk vd Nazarener: Wij geloven in de Heilige Geest, de derde Persoon van de Drieeenige Godheid; dat Hij voortdurend aanwezig is en doeltreffend
Nadere informatieDe leerlingen van Jezus zijn in afwachting. Ze voelen het.. er staat iets volkomen nieuws te gebeuren. Het is immers Jezus die spreekt over zijn vertrek bij hen. Voorgoed of is er nog wel een toekomst
Nadere informatieLatijn: iets voor jou?
: n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de
Nadere informatieI. Het ontbreekt mij aan niets? Psalm 23 is een geliefde psalm van David. Hij is kort en krachtig. De eerste vers begint sterk:
Groot Nieuws 6 sep 2015 Ds. Stephen Overduin Psalm 23 Mij ontbreekt niets 231 Een psalm van David. De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. 2 Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij
Nadere informatieGemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God,
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God, We zijn vandaag bij elkaar om onze doden te herdenken. Vier namen zullen worden genoemd, vier mensen uit onze gemeente, die in het afgelopen
Nadere informatieGemeente in Christus,
meditatie voor 3 mei 2015 thema geloof EN wetenschap Gemeente in Christus, Misschien heb je wel eens gehoord van de film The Matrix, of misschien heb je m zelfs wel eens gezien. De film gaat over een kleine
Nadere informatieNeem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.
Doel B: Relatie met Jezus de Koning : studenten ontwikkelen zich, vanuit een persoonlijke overtuiging, als leerling, vertrouweling en toegewijde volgeling van Jezus op elk terrein van hun leven. Doel van
Nadere informatieOoit komt er een dag dat de hemel openbreekt en de doden zullen opstaan. Ooit komt er een dag dat U terug komt op een wolk en dat U kijkt met ogen,
Ooit komt er een dag dat de hemel openbreekt en de doden zullen opstaan. Ooit komt er een dag dat U terug komt op een wolk en dat U kijkt met ogen, stralend als de zon Ooit zal het zo zijn dat we leven
Nadere informatieWaarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en
1 De Bijbel open 2013 5 (02-02) Vandaag bespreken we een vraag over de betekenis van de Wet die God aan Israel gaf voor de christelijke gemeente van het Nieuwe Testament en dus voor ons. Is het zo dat
Nadere informatieJezus vertelt, dat God onze Vader is
Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.
Nadere informatieVoor de dienst zingen we:
Voor de dienst zingen we: Looft de Here, alle gij volken, prijst Hem, alle gij natiën, want zijn goedertierenheid is machtig over ons, en des Heren trouw is tot in eeuwigheid. Halleluja (8x) Ben je groot
Nadere informatieZondag 22 mei 2011 - Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & 20-25 // Johannes 14, 1-14
Zondag 22 mei 2011 - Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & 20-25 // Johannes 14, 1-14 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Twee prachtige lezingen vanochtend. Er
Nadere informatieNamen van God en van Christus in de eerste brief aan Timoteüs
Kris Tavernier Namen van God en van Christus in de eerste brief aan Timoteüs 1 Timoteüs 1-6 Het is mijn bedoeling in dit artikel een overzicht te geven van de namen van God en van Zijn Zoon Jezus, die
Nadere informatieAlpha Cursus IGGDS DE HOEKSTEN Woensdag 22 april 2015 Restaurant Algorfa Bijeenkomst 12 Waarom en hoe zou ik het anderen vertellen?
Alpha Cursus IGGDS DE HOEKSTEN Woensdag 22 april 2015 Restaurant Algorfa Bijeenkomst 12 Waarom en hoe zou ik het anderen vertellen? Inleiding Paul van der Laan 1. IJsbreker: GOED NIEUWS VERSPREIDT ZICH
Nadere informatieVanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april 2016 08:19
Velen hebben moeite met de tekenen en wonderen die in de Bijbel staan beschreven, ook met de opstanding van Christus uit de doden en met zijn hemelvaart. Maar als we daarmee moeite hebben, dan kunnen we
Nadere informatieHC zd. 22 nr. 32. dia 1
HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste
Nadere informatieVijf redenen waarom dit waar is
Les 14 Eeuwige zekerheid Vijf redenen waarom dit waar is In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Is de echte (ware) gelovige voor eeuwig veilig en geborgen in Christus? Voor
Nadere informatieGods verbondsbeloften aan Abraham deel 1
Gods verbondsbeloften aan Abraham deel 1 Het beginpunt Om het allemaal wat begrijpelijker te maken wat de Bijbel zegt en wat het bedoeld met wat het zegt beginnen we met Gods beloften aan Abram (later
Nadere informatieLiturgie Votum en Groet. Hemelhoog 561 Ik ben zo dankbaar
Liturgie 21-05-2017 Votum en Groet Zingen Hemelhoog 561 Ik ben zo dankbaar Jezus, hij kwam om ons leven te geven, Daarom verliet Hij zijn Vaderlijk huis. Hij gaf aan mij het eeuwige leven, Door te sterven
Nadere informatieIII. Het (mosterd)zaadje. Vrijdag
Het (mosterd)zaadje Vrijdag "... Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: 'Verplaats je van hier naar daar! en dan zal hij zich verplaatsen.
Nadere informatieAANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?
AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op
Nadere informatieAls wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Huwelijk Eucharistische gebeden 2. Eucharistisch Gebed XII-b Jezus, onze Weg. Brengen wij dank aan de Heer, onze God. Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil
Nadere informatieHC zd. 42 nr. 31. dia 1
HC zd. 42 nr. 31 weinig mensen zullen zeggen dat ze leven voor het geld geld maakt niet gelukkig toch zeggen we er graag achteraan: wel handig als je het hebt want waar leef ik voor? een christen mag zeggen:
Nadere informatieVoorwoord Met oprechte blijdschap schrijf ik het voorwoord voor dit boek. Ik ken Henk Rothuizen al vele jaren en heb hem zien opgroeien tot een man van God, met een bediening die verder reikt dan zijn
Nadere informatieverzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen
Zondag 52 Zondag 52 gaat over de zesde bede. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid. Amen. Lees de tekst
Nadere informatieGemeenteviering rond Jesaja 9:5b
Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b 1 Verkondiging Enkele kinderen vragen in de kerk: waarom vieren we kerst? En wat betekent het voor u? Reactie op de antwoorden Ja, waarom vieren we kerst? En wat betekent
Nadere informatieHET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE
Bijbel voor Kinderen presenteert HET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Janie Forest Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd
Nadere informatieNaam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel
Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij
Nadere informatieTOEN GOD ALLES MAAKTE
Bijbel voor Kinderen presenteert TOEN GOD ALLES MAAKTE Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: Bob Davies en Tammy S. Vertaald door: Erna van Barneveld
Nadere informatieDE GEBOORTE VAN JEZUS
Bijbel voor Kinderen presenteert DE GEBOORTE VAN JEZUS Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd door:
Nadere informatieGeloven in Jezus Christus
Geloven in Jezus Christus Zoon van God Jezus krijgt God een menselijk gezicht. Immanuel wordt Hij genoemd: God met ons. Het is de naam die Hij bij zijn geboorte krijgt. ZIn Daar begint zijn bijzondere
Nadere informatieWie kwaad smeden, komen zij niet op een dwaalweg? Wie goed doen, oogsten zij geen liefde en trouw?
Spreuken 3,3 Mogen liefde en trouw je nooit verlaten, wind ze om je hals, schrijf ze in je hart. Spreuken 14,22 Wie kwaad smeden, komen zij niet op een dwaalweg? Wie goed doen, oogsten zij geen liefde
Nadere informatieleren omgaan met Diversiteit In je gemeente
Bijbelstudie 1 Korintiërs Diversiteit in de kerk is van alle tijden. En nu onze cultuur en de kerk minder goed op elkaar aansluiten dan wel eens gedacht, worden we vaker bepaald bij de verschillen tussen
Nadere informatieOver de website en de boodschappen
Over de website en de boodschappen De website De website is opgericht om een reeks goddelijke boodschappen te publiceren waarvan een getrouwde moeder van een jong gezin, woonachtig in Europa, zegt dat
Nadere informatie1 Korintiërs 12 : 27. dia 1
1 Korintiërs 12 : 27 kerk in deze (21 e ) eeuw een lastige combinatie? want juist in deze tijd hoor je veel mensen zeggen: ik geloof wel in God maar niet in de kerk kerk zijn lijkt niet meer van deze tijd
Nadere informatiezondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar
Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.
Nadere informatieDe Bijbel open 2013 25 (29-06)
1 De Bijbel open 2013 25 (29-06) Vandaag bespreken we een vraag die ik kreeg over 1 Koningen 2. Daarin gaat het over de geschiedenis van Adonia, een oudere broer van Salomo, die zojuist koning was geworden.
Nadere informatieLIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen. Refrein
LIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen 19.00 uur LAAT HET FEEST ZIJN IN DE HUIZEN (Opw. 533) Laat het feest zijn in de huizen, mensen dansen op de straat, als het onrecht
Nadere informatieExamen VWO. Latijn Latijn. tijdvak 2 woensdag 22 juni 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VWO 2011 tijdvak 2 woensdag 22 juni 9.00-12.00 uur tevens oud programma Latijn Latijn Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn
Nadere informatieHeeft God het Kwaad geschapen?
Heeft God het Kwaad geschapen? Zondagavond 22 september 2013 (Genade & Waarheid Preek) Inleiding A. Genade & Waarheid Preken (Soms) Ingewikkelde of wettisch toegepaste onderwerpen bekeken vanuit Genade
Nadere informatieGemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Ik weet niet of het u is opgevallen, maar het trof mij dat de lezingen van vandaag vol tegenstellingen zitten: het begint al bij Jesaja 41: mensen zijn
Nadere informatie15 februari: Ik ben het brood dat leven geeft (Johannes 6:32-40)
Liturgisch bloemstuk bij de 40 dagen tijd en Pasen 2015 Elke week wordt één kaars gedoofd, van de kandelaar met 8 kaarsen. Er is elke week een boog bekleed met klimop, als beeld van het verbond van God
Nadere informatieDoel van Bijbelstudie
Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het
Nadere informatie3e Statie: Jezus valt voor de 1e maal onder het kruis.
1e Statie: Jezus wordt ter dood veroordeeld. De eerste plaats waar Jezus stil stond op de kruisweg, was het paleis van de Romeinse landvoogd Pontius Pilatus. De joodse leiders wilden Jezus uit de weg ruimen.
Nadere informatieDOPEN. Th ema s N i e u w L e v e n M a as tri ch t. Geloven = dopen
Th ema s N i e u w L e v e n M a as tri ch t DOPEN Geloven = dopen Op veel plekken in de bijbel wordt gesproken over dopen. Maar als je onbekend bent met dopen, waar moet je dan beginnen? We hopen dat
Nadere informatieWie is de Heilige Geest?
Wie is de Heilige Geest? De Heilige Geest is God, net als God de Vader en God de Zoon. Soms lijkt het of we over drie personen praten, maar het is allemaal dezelfde God. Hij is één. Net als water dat er
Nadere informatieDe gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten
De gelijkenis van de twee zonen Lees : Mattheüs 21:28-32 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel
Nadere informatieIn het voetspoor van...
In het voetspoor van... Bijbelse figuren en hun levensgeheim voor jongeren van 2 en 3 jaar drs. M. van Campen Zevende druk Zoetermeer Inhoud. Timotheüs - op school bij God 7 2. Adam - een gevallen mens
Nadere informatieE C C E H O M O. Weekoverweging. Ziet de mens *** in de oorsprong werd de mens twee om door lichamelijke eenwording nieuwe mensen voort te brengen
WEEK 18 1 Weekoverweging E C C E H O M O Ziet de mens *** in de oorsprong werd de mens twee om door lichamelijke eenwording nieuwe mensen voort te brengen in de ontplooiing worden mensen twee om door geestelijke
Nadere informatieGenieten van het echte leven
Genesis 3: 19 Tot de dag van je dood zul je zwetend het land bewerken om te kunnen leven. 1 De Hamvraag Mag ik genieten en wat is dan eigenlijk genieten? Het leven is toch vooral lol maken! X Het moet
Nadere informatie1. Gods eigendom. Op Toonhoogte 265
Jaarreeks 1: Jaarreeks 1: 1. Gods eigendom Abba, Vader, U alleen U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart. U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen U behoor ik toe.
Nadere informatieTijd van monniken en ridders (500 1000 n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
570 n Chr Profeet Mohammed geboren in Mekka 610 n Chr Openbaringen Allah via de aartsengel Gabriël, De woorden worden opgeschreven in de Koran 622 n Chr Vlucht Mohammed naar Medina, begin islamitische
Nadere informatieJohanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen
1 Gedichten, geïnspireerd door bomen Geheimen In het donker huizen bomen die overdag gewoner zijn. Wij slaan de bochten van een pad mee om en gaan, ontkomen aan het licht af op geheimen.kleine geluiden
Nadere informatieDe klassieke tijdlijn
De klassieke tijdlijn In de lessen geschiedenis heb je waarschijnlijk al gehoord over de tijdlijnen, of de historische periodes en waarschijnlijk ook over exacte datums zoals 476. In dit documentje kom
Nadere informatieHeer ik kom tot u Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart.
Toon mijn liefde Aan de maaltijd wordt het stil, als de meester knielen wil, en vol liefde als een knecht, elk apart de voeten wast en zegt: Dit is wat Ik wil dat jullie doen, dit is waarom Ik bij jullie
Nadere informatieJezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder
Jezus zoekt ruzie Inleiding Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want ik kom een wig drijven tussen een man en zijn vader,
Nadere informatie1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.
1 In het begin GENESIS 1:1-25 In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde. De aarde is nat en donker. God wil van de aarde iets heel moois maken.
Nadere informatieVan Bethlehem tot Golgotha
Van Bethlehem tot Golgotha Het Mysterie van Inwijding Esoterische Begrippen Elly Lichtenberg De Bijbel, een mystiek verhaal of..? Deel I De Bijbel: een mystiek verhaal of..? Is het evangelieverhaal juist?
Nadere informatieDe Bijbel open 2013 24 (22-06)
1 De Bijbel open 2013 24 (22-06) In Mattheus 16 komen we een bijzondere uitdrukking tegen. Jezus zegt daar tegen Petrus en de andere discipelen dat zij zullen binden en ontbinden. Dat roept bij iemand
Nadere informatieBijbelteksten Feest van Genade
Week 1 Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God. (Psalm 42:2) Mozes sloeg steeds buiten het kamp, op ruime afstand ervan, een tent op die hij de ontmoetingstent noemde.
Nadere informatieWaarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?
Les 5 - Redding Vier feiten die je moet kennen om het Evangelie goed te begrijpen In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? In
Nadere informatieOnze Vader. Amen. www.bisdomdenbosch.nl
Onze Vader Onze Vader Onze Vader, die in de hemel zijt, Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome, Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel, Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schuld,
Nadere informatieIiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal
Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal Op Toon Hoogte 182 Door Uw genade Vader Door Uw genade, Vader, mogen wij hier binnengaan. Niet door rechtvaardige
Nadere informatieJohannes 20:21 (NBG51): Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.
Preek door de week+ Zondag 21 mei 2017 Prediker: Wigle Tamboer Titel: Kom naar Hem toe... Bijbellezing: 1 Petrus 2:1-5, 9,10 (HSV) 1 Leg dan af alle slechtheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle
Nadere informatieHet huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15
Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen
Nadere informatieDe Bijbel open 2012 37 (22-09)
1 De Bijbel open 2012 37 (22-09) Onlangs kreeg ik een vraag over twee genezingen in de bijbel. De ene gaat over de verlamde man in Lukas 5 die door het dak van een huis tot Jezus wordt gebracht en door
Nadere informatieBijbel voor Kinderen. presenteert HET EERSTE PAASFEEST
Bijbel voor Kinderen presenteert HET EERSTE PAASFEEST Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Janie Forest Aangepast door: Lyn Doerksen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door:
Nadere informatieHet Jezusgebed. de woestijnvaders en het Jezusgebed
Het Jezusgebed de woestijnvaders en het Jezusgebed deel 3... door abba Yvan De vader of de abba is een vergeestelijkt iemand die de ziel van de mens kent door zijn eigen ervaring. Hij hoeft niet noodzakelijk
Nadere informatieOPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35
God en je naasten liefhebben LES 3 DEEL 5 DISCIPLE OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35 Wat leer
Nadere informatie1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26
1. Samuël de profeet Lezen: Handelingen 3:11-26 En ook al de profeten, van Samuël aan en die daarna gevolgd zijn, zovelen als er hebben gesproken, die hebben ook deze dagen tevoren verkondigd. Handelingen
Nadere informatieJohannes 14:1-3 en 28 - Hemelvaart: op weg naar thuis
Johannes 14:1-3 en 28 - Hemelvaart: op weg naar thuis Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op: hmveurink@gmail.com. Dan stuur ik ook de bijbehorende
Nadere informatieApostolische rondzendbrief
oktober 9, 2011 Jaargang 1, nummer 1 Lieve mensen, Zo bent u een voorbeeld voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje geworden. Wij zijn nu al weer een tijdje hier in het zuiden van Griekenland, in de
Nadere informatieNOACH EN DE ZONDVLOED
Bijbel voor Kinderen presenteert NOACH EN DE ZONDVLOED Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Tammy S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd
Nadere informatieOm mee te beginnen: boekfragment en opdrachten
Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten Bron: http://ninabrackman.blogspot.nl/p/de-alchemist-paulo-coelho.html Dit is een deel van een blog over De Alchemist van Paulo Coelho door Nina Brackman.
Nadere informatieBijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO
Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door: Bible
Nadere informatieDeel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties
Preek Gemeente van Christus, Het staat er een beetje verdwaald in dit hoofdstuk De opmerking dat ook Jezus doopte en leerlingen maakte. Het is een soort zwerfkei, je leest er ook snel overheen. Want daarna
Nadere informatieNadieh Jolyn Siekmans
Vlinder, fladderend in de lucht doe je hen de groeten in jouw vlucht als je ze boven de hoogste bomen wellicht zult tegenkomen Samenkomst voor het afscheid van Nadieh Jolyn Siekmans * 9 mei 1994 17 januari
Nadere informatieDe Bijbel open 2013 40 (12-10)
1 De Bijbel open 2013 40 (12-10) Er was eens een man die de studeerkamer van een predikant binnenkwam. Hij keek om zich heen en zag al die boeken staan die je in een studeerkamer aantreft. Toen zei die
Nadere informatieGemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Het valt mij steeds weer op: Wil je iets begrijpen van het evangelie van Matteüs, dan moet je het Oude Testament er bij houden. Op belangrijke momenten
Nadere informatieEr zijn drie manieren waarop men de toekomst probeert te voorspellen.
Een waarmerk De meeste mensen zijn benieuwd naar wat de toekomst zal brengen.vooral in spannende en angstige tijden, zoals onze tijd, is er veel vraag naar wat er staat te gebeuren. Er zijn drie manieren
Nadere informatieHoop in onzekere tijden. Daniël: Gebed & Antwoord
Hoop in onzekere tijden Daniël: Gebed & Antwoord Relatie met God God Aanbidden Zijn relatie met God Zijn Rol/Relatie in de wereld Hoe werd die band met God duidelijk? Daniël 2: 28 Maar er is een God in
Nadere informatieWie kreeg een opmerkelijke droom en welk indruk liet deze droom bij de koning achter?
De droom van koning Nebukadnezar. Wie kreeg een opmerkelijke droom en welk indruk liet deze droom bij de koning achter? Daniël 2:1 1 In het tweede regeringsjaar van Nebukadnezar had Nebukadnezar dromen.
Nadere informatieInhoud. Woord vooraf 9. 1. Ik haat de dood 11 Overdenking bij 1 Korintiërs 15: 1-7 42
Inhoud Woord vooraf 9 1. Ik haat de dood 11 Overdenking bij 1 Korintiërs 15: 1-7 42 2. Papa, ik ben bang dat jij ook dood gaat 44 Overdenking over 1 Korintiërs 15: 35-49 78 3. Ik ben mijzelf niet meer
Nadere informatieDE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS
Bijbel voor Kinderen presenteert DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd door: Bible for
Nadere informatieDe eerste zonde - ongehoorzaamheid
In de vorige studie is ingegaan op de rebellie in de hemel 1. De Bijbel openbaart niet wanneer deze rebellie heeft plaatsgevonden, maar die had wel zijn invloed op het leven van Adam en Eva in het paradijs
Nadere informatieWelkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom
Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Schriftlezing: Openbaringen 3 vers 14 t/m 22 Gezang 253 vers 1 (Bundel 1938) Psalm 67 vers 3 (Schoolpsalm) Psalm 65 vers 1 en 2 (Nieuwe Berijming) Psalm
Nadere informatieVoor christenen is de Bijbel met name een geloofsboek. Dat betekent
De Bijbel Een geloofsboek EWe kunnen vele wegen gaan met de Bijbel. De één ervaart het vooral als een mooi kunstobject. Vele kunstenaars hebben er inspiratie in gevonden om een kunstwerk te maken. We kennen
Nadere informatieGemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Heeft u m al gezien? Misschien al een stukje in gelezen? Dit jaar is er een bijzonder boek uitgekomen, en het haalde gelijk grote verkoopcijfers. Ik
Nadere informatie!""# $ $ %!#% & $ !"# $ - ()*+ $! ' - 33##&# $ # 56$$% ;! <!!"()=# !" &>11. Jesaja 9:1-6 Jeremia 31:31-37 Hebr. 8:1-13
Jesaja 9:1-6 Jeremia 31:31-37 Hebr. 8:1-13 1 Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht. 2 Gij hebt het volk vermenigvuldigd,
Nadere informatiepagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil
pagina 1 van 5 Home > Bronteksten > Plato, Over kunst Vert. Gerard Koolschijn. Plato, Constitutie (Politeia), Amsterdam: 1995. 245-249. (Socrates) Nu we [...] de verschillende elementen van de menselijke
Nadere informatieHET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE
Online Bijbel voor kinderen presenteert HET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE Geschreven door Edward Hughes Illustraties door Janie Forest and Lazarus Aangepast door Lyn Doerksen Alle Bijbelcitaten zijn
Nadere informatie