Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Algemene Raad Europese Raad Nr. 141 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 26 januari 1995 De algemene Commissie voor Europese Zaken 1 en de vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken 2 hebben op 8 december 1994 overlegd met de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken over: het verslag van de Algemene Raad d.d. 28 en 29 november 1994 (zie bijlage I); de agenda voor de Europese Raad d.d. 9 en 10 december 1994 (zie bijlage II). Van het gevoerde overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. 1 Samenstelling: Leden: Van der Linden (CDA), Blauw (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Weisglas (VVD), Terpstra (CDA), Verspaget (PvdA), De Hoop Scheffer (CDA), Ter Veer (D66), voorzitter, Ybema (D66), Van Middelkoop (GPV), Leers (CDA), Sipkes (GroenLinks), Van Rooy (CDA), Woltjer (PvdA), ondervoorzitter, Hendriks, Voûte-Droste (VVD), Schuurman (CD), Hessing (VVD), Van den Bos (D66), Van Oven (PvdA), Hoogervorst (VVD), Rouvoet (RPF), Van Waning (D66), Houda (PvdA) en Rehwinkel (PvdA). Plv. leden: Bukman (CDA), De Korte (VVD), Van Traa (PvdA), Blaauw (VVD), Verhagen (CDA), Van der Ploeg (PvdA), De Jong (CDA), Hirsch Ballin (CDA), De Graaf (D66), Van den Berg (SGP), Van der Hoeven (CDA), M.B. Vos (GroenLinks), Hillen (CDA), Sterk (PvdA), Boogaard (AOV), O.P.G. Vos (VVD), Poppe (SP), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Roethof (D66), Crone (PvdA), Verbugt (VVD), Leerkes (U55+), Adelmund (PvdA) en Lilipaly (PvdA). 2 Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Linden (CDA), Blaauw (VVD), Weisglas (VVD), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), H. Vos (PvdA), Van Traa (PvdA), ondervoorzitter, Verspaget (PvdA), De Hoop Scheffer (CDA), Ybema (D66), Apostolou (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Valk (PvdA), Sipkes Vragen en opmerkingen uit de commissie De heer Van der Linden (CDA) benadrukte dat het in de komende periode van groot belang is om het vertrouwen van de burgers in de EU te vergroten. Dat vereist veel aandacht voor fraudebestrijding, uitgavenbeheersing en politiële en justitionele samenwerking. Hij betreurde het dat door de VVD-fractie is gedreigd om zich tegen ratificatie van het eigen-middelenbesluit te verzetten als de hogere Nederlandse EU-bijdrage niet goed verdedigbaar blijkt te zijn. In dezen past Nederland bescheidenheid, omdat het jarenlang ruimschoots van de Europese samenwerking heeft geprofiteerd. Wel verbond hij ratificatie van het eigenmiddelenbesluit aan de voorwaarde, dat op de Eurotop wordt vastgesteld dat de (door de CDA-fractie steeds principieel bestreden) VK-compensatie wordt afgeschaft en dat door de regering prominent aandacht wordt gevraagd voor een adequate bestrijding van fraude met en oneigenlijk gebruik van Europese middelen. In dit verband verwees hij naar bezwaren van zijn fractie tegen verdubbeling van de structuurfondsen en zette hij vraagtekens bij de besteding ervan. (GroenLinks), Bukman (CDA), voorzitter, Boogaard (AOV), Woltjer (PvdA), Hessing (VVD), Van den Bos (D66), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), Verhagen (CDA), Roethof (D66), Rouvoet (RPF) en Van den Doel (VVD). Plv. leden: Leers (CDA), Hirsch Ballin (CDA), Korthals (VVD), Van der Stoel (VVD), Voûte- Droste (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Dijksma (PvdA), Lilipaly (PvdA), Gabor (CDA), De Graaf (D66), Van Gijzel (PvdA), Van den Berg (SGP), Houda (PvdA), Rosenmöller (GroenLinks), Deetman (CDA), Hendriks, Van Oven (PvdA), Hoogervorst (VVD), Dittrich (D66), Brinkman (CDA), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Van Waning (D66), Leerkes (U55+) en Bolkestein (VVD). 5K0278 ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat s-gravenhage 1995 Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

2 Het aanvaarden van het strategiedocument voor de toetreding van landen van Midden- en Oost-Europa tot de EU vond de heer Van der Linden een belangrijk politiek signaal. Op grond van welke motieven is besloten om vertegenwoordigers van deze landen alsnog uit te nodigen in het kader van de Top? Hij was voor een gedifferentieerde benadering van deze groep landen. De Europese stabiliteit zou erbij gediend zijn als Oosteuropese landen meer toegang kregen tot de EU-markt en een hoogwaardig en consequent beleid ten aanzien van Rusland werd gevoerd. Het verloop van de recente CVSE-top bevestigt de noodzaak van dit laatste. Met een evenwichtige behandeling van de landen van Middenen Oost-Europa en die rond de Middellandse Zee stemde hij in, al betreurde hij het zeer dat de Commissie aan laatstgenoemde regio een vrijwel niet te realiseren financiële bijdrage in het vooruitzicht heeft gesteld. Verder zag hij graag in het Middellandse-Zeebeleid aandacht werd geschonken aan de terugkeer van migranten. Interne veiligheid en bestrijding van de criminaliteit zag de heer Van der Linden als toetsstenen voor de geloofwaardigheid van de EU. In dit verband vroeg hij een toelichting op de problemen rondom EUROPOL. Wordt de illegale handel in nucleair afval niet effectief aangepakt door onderlinge verschillen van mening? Dit dient hoogste prioriteit te krijgen. Ten slotte vroeg de heer Van der Linden of uitstel van de aanleg van de Betuwelijn financiering uit hoofde van de Transeuropese Netwerken (TEN s) in gevaar brengt. Ook pleitte hij er nog voor om bij de bespreking van de nieuwe Azië-strategie een relatie te leggen met de APEC-conferentie. De heer De Hoop Scheffer (CDA) zag de komende Eurotop als een laatste kans om één lijn te trekken in het beleid ten aanzien van het voormalige Joegoslavië. Als een van de grootste troepenleveranciers moet Nederland mede de toon bepalen in het debat over de toekomst van de humanitaire hulp in dit gebied. Uitgangspunt is, dat humanitaire hulp moet worden geboden zolang het kan. Ook is het van eminent belang dat wordt benadrukt dat de EU met één stem dient te spreken. Het is desastreus voor de toekomst van de militaire hulpverlening als bewindslieden van EU-lidstaten zich verschillend uitlaten over mogelijke terugtrekking van troepen. Hiervoor geldt: «samen uit, samen thuis». Het mag nooit zover komen dat sommige landen troepen terugtrekken, terwijl Nederlandse troepen gedwongen zijn om te blijven, simpelweg omdat ze niet weg kunnen van de plek waar zij zich bevinden. Ook mag niet worden ingestemd met een politiek die uitgaat van creatie van een Groot-Servië. Ten slotte vond de heer De Hoop Scheffer het Nederlandse aanbod voor deelname aan een vredesmacht voor Nagorno-Karabach volstrekt voorbarig. De heer Woltjer (PvdA) vond het ook van eminent belang dat tijdens de Eurotop overeenstemming wordt bereikt over de politiek ten aanzien van het voormalige Joegoslavië. Mits het uit veiligheidsoverwegingen verantwoord is, moet UNPROFOR ter plaatse blijven om humanitaire hulp te verlenen en haar stabiliserende rol te vervullen. Meer in het algemeen vroeg hij welke gevolgen het mislukken van de CVSE-top en de huidige situatie binnen de NAVO hebben voor de opstelling tegenover de landen in Midden- en Oost-Europa. Teleurstellend vond de heer Woltjer het dat de hoge verwachtingen die door het Duitse Voorzitterschap waren gewekt, niet zijn waargemaakt. Hieruit leidde hij af dat Europa op het moment in een dal zit en met grote problemen kampt. Symptoom hiervan is de enorme discussie die is ontstaan over het wel of niet uitnodigen van vertegenwoordigers van de landen van Midden- en Oost-Europa bij de Top. De bijeenkomst die nu na afloop van de Top wordt georganiseerd is een wel erg mager resultaat van de enorme inzet van het Duitse Voorzitterschap in deze. Een ander Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

3 symptoom is het ontbreken van concrete resultaten van het al lang op het programma staande Witboek-Delors. Er is eigenlijk alleen aandacht voor coördinatie van maatregelen op nationaal niveau, terwijl het in het licht van de hoge werkloosheid in Europa juist belangrijk zou zijn om ook voortgang te maken met Europese stimuleringsprogramma s. Hij had de indruk dat dit mede is veroorzaakt door de strakke Nederlandse houding inzake de financieringsproblematiek. Op dit punt moet in Essen een doorbraak worden bereikt. De heer Woltjer had begrip voor de Europees-politieke overwegingen die ten grondslag liggen aan het Middellandse-Zeebeleid, maar vroeg wel aandacht voor de problemen die kunnen voortvloeien uit de financiering ervan. Hoe groot is de kans dat Griekse blokkades tegen de totstandkoming van een douane-unie tussen de EU en Turkije tijdens de Top kunnen worden weggenomen? In dit verband vroeg hij de regering om tijdens de Top uiting te geven aan haar ongenoegen over de vonnissen die zijn uitgesproken tegen een achttal parlementariërs met een Koerdische achtergrond. De heer Woltjer benadrukte het belang van de totstandkoming van het EUROPOL-verdrag voor de veiligheid binnen de EU. Uit de geannoteerde agenda maakte hij op dat van het Franse Voorzitterschap in dezen geen voortvarende aanpak mag worden verwacht. Over ontwikkelingen rondom EUROPOL wenste hij geïnformeerd te blijven. Zal tijdens de Top aandacht worden besteed aan de rol die EUROPOL kan spelen bij de aanpak van de illegale handel in nucleaire produkten? Hoe denkt de regering hierover? De heer Woltjer vroeg of de per 1 januari 1995 voorziene uitbreiding van de EU op de tocht is komen te staan door de weigering van het Spaanse parlement om de toetredingsverdragen te ratificeren zolang niet tegemoet is gekomen aan Spaanse eisen op het gebied van de visserij. De heer Van den Bos (D66) vond dat het dieptepunt van de malaise in de internationale politiek bereikt is, nu de roep om terugtrekking van UNPROFOR steeds luider wordt. Hij benadrukte dat de redenen die voor terugtrekking worden aangevoerd (de geloofwaardigheid van de VN, de magere resultaten, de grote gevaren voor het personeel en de hoge kosten van de operatie) even goed kunnen worden gebruikt om UNPROFOR ter plekke te handhaven. Alvorens terugtrekking te overwegen, zou moeten worden bezien of de kwetsbaarheid van de troepen kan worden verkleind en moet worden gekeken naar mogelijke andere taken, structuur en middelen. Met voorgaande sprekers was hij het eens dat voor UNPROFOR moet worden uitgegaan van het principe «samen uit, samen thuis». Hoewel de Contactgroep bij het zoeken naar diplomatieke oplossingen voor het conflict alleen nog maar slechte opties resten, mag de oplossing nooit bestaan uit vorming van een groot- Servische eenheidsstaat. Het leek hem echter niet reëel om elke relatie tussen Servië en de Bosnische Serviërs uit te sluiten. Wat Bosniërs en Kroaten wordt toegestaan, kan moeilijk aan de Bosnische Serviërs onthouden worden. In het kader van een evenwichtige behandeling van alle betrokken partijen sloot hij bepaalde vormen van geïnstitutionaliseerde contacten tussen de Bosnische Serviërs en Servië (bijvoorbeeld op monetair of cultureel gebied) niet uit. Het verontrustte de heer Van den Bos niet dat Nederland in de EU thans netto betaler is geworden. In het verleden is Nederland lange tijd netto ontvanger geweest en ook nu nog profiteert het onevenredig van de interne markt. Kunnen deze voordelen worden gekwantificeerd, zodat een evenwichtig beeld ontstaat van de Nederlandse positie binnen Europa? Tegenover bezwaren tegen Nederlandse deelname aan een vredesmacht voor Nagorno-Karabach stelde de heer Van den Bos dat Nederland in het verleden steeds heeft aangedrongen op vergroting van de rol van de CVSE bij vredesmissies. Als aan de recent door de minister-president Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

4 geformuleerde voorwaarden wordt voldaan, dient tegen die achtergrond een Nederlandse deelname aan de vredesmacht voor Nagorno-Karabach niet op voorhand te worden uitgesloten. Een nader standpunt van de regering in dezen wachtte hij af. Wel vroeg hij nog of Nederland militair in staat is om een bijdrage te leveren en zo ja, waaruit die dan zou kunnen bestaan. De heer Van Middelkoop (GPV) had waardering voor de heldere opzet van de agenda voor de Eurotop. Bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid was het hem opgevallen dat in het algemeen niet voldoende inzichtelijk is hoe het Europese beleid zich verhoudt tot het nationale. Wat is bijvoorbeeld de status van het rapport van het Economic Policy Committee (EPC) en welke verplichtingen vloeien daar op nationaal niveau uit voort? Wat is ten opzichte van het nationale beleid de toegevoegde waarde van de door de Sociale Raad geïdentificeerde vier actieterreinen? (laatste alinea blz. 2 geannoteerde agenda) Uit de beantwoording van eerder door hem gestelde vragen maakte de heer Van Middelkoop op dat uitstel van de Betuwelijn geen financiële risico s oproept, maar hoe ligt dit nu de Commissie en enkele lidstaten (welke?) het nodig achten om nieuwe communautaire financieringsinstrumenten voor de TEN s te introduceren? Het mag niet zo zijn dat een Europese bijdrage in de financiering van dit soort belangrijke projecten wordt misgelopen omdat men niet op de hoogte was van de financieringsmogelijkheid of omdat er te laat voor is gekozen. De heer Van Middelkoop drong erop aan tijdens de Eurotop aandacht te vragen voor het optreden van het Turkse leger tegen de Koerdische bevolking en voor het proces tegen een achttal parlementariërs met een Koerdische achtergrond. Hij zou het op prijs stellen als hierover in de slotverklaring duidelijke uitspraken werden gedaan. Hoewel de heer Van Middelkoop het ermee eens was dat de Nederlandse deelname aan UNPROFOR zo lang mogelijk moet worden gehandhaafd, wees hij erop dat de primaire verantwoordelijkheid voor UNPROFOR als zodanig ligt bij de VN en de NAVO, en niet bij de EU. Gezien de rol die de EU destijds heeft gespeeld bij het ontstaan van Bosnië-Herzegovina zou hij het politiek, volkenrechtelijk en moreel onverteerbaar vinden als door de EU werd meegewerkt aan de opdeling van dit land of als het ontstaan van een Groot-Servië in enigerlei vorm werd geaccepteerd. Nederland moet hier krachtig stelling tegen nemen. De heer Van Middelkoop ging ervan uit dat de Kamer nog een verslag krijgt over de recente CVSE-top. Hoewel hij de kans dat het ooit echt zover komt niet groot achtte, oordeelde hij op voorhand niet negatief over een eventuele Nederlandse deelname aan een vredesmacht voor Nagorno- Karabach. De CVSE moet hiervoor dan wel de primaire verantwoordelijkheid dragen. Hij drong erop aan om voorzichtig te zijn met publieke uitspraken hierover. De heer Weisglas (VVD) deed het genoegen uit de voorlaatste alinea van blz. 2 van de geannoteerde agenda te kunnen constateren dat het EPC zich schaart achter de kernpunten uit het regeerakkoord van de huidige coalitie. Zullen deze tijdens de Eurotop worden onderstreept? Hij stemde in met afwijzing van nieuwe financieringsinstrumenten voor de TEN s. Vanuit welke invalshoek zal de heer Delors de discussie hierover openen? Met de minister van Buitenlandse Zaken was de heer Weisglas het eens dat uitbreiding van de EU met landen van Midden- en Oost-Europa alleen kan in combinatie met aanpassing van de EU-zelf. Het baarde hem zorg dat overige lidstaten kennelijk niet voelen voor een debat over dit soort aanpassingen. Is er werkelijk geen steun voor het Nederlandse standpunt? Wanneer komt de analyse van de Commissie over de financiële gevolgen van de toetreding? Ook hij benadrukte het belang van een grotere toegang van Oosteuropese landen tot de EU-markt. Vooral gaat het dan Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

5 om produkten als staal, textiel en kleding. Blijft de inzet van de Nederlandse regering op dit punt ongewijzigd? Met de politieke inzet die schuilgaat achter het Middellandse-Zeebeleid stemde de heer Weisglas in. Wel bespeurde hij een nuanceverschil tussen de uitspraak van het kabinet dat financiering van hulpverlening aan landen rondom de Middellandse Zee moet passen in het overeengekomen kader en de passage in het verslag van de Algemene raad van 28 en 29 november, waaruit blijkt dat er sprake is van financiering, rekening houdend met de afgesproken perspectieven en een evenwichtige verhouding tussen de verschillende regio s in de wereld. Hoe beoordeelt de regering dit? Gezien de nauwe betrokkenheid van de Europese burger bij de in het geding zijnde onderwerpen betreurde de heer Weisglas het zeer dat geen vorderingen zijn gemaakt bij de samenwerking op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken. Wordt inmiddels aan een werkplan voor 1995 gewerkt? Zal Nederland tijdens de Eurotop aandringen op concrete stappen op dit gebied? Hij drong erop aan een extra impuls te geven aan het werk van het Molitor Comité en sloot zich aan bij opmerkingen over de aanpak van illegale handel in nucleair materiaal. Ook stemde hij in met de Nederlandse opstelling inzake het EUROPOL-verdrag. Vastgehouden moet worden aan opneming van voldoende juridische waarborgen voor de burger en aan voldoende democratische controle op activiteiten van EUROPOL. Ook de heer Weisglas vond dat de Eurotop moet worden gebruikt om te overleggen over een eensluidend standpunt over UNPROFOR. Nederland moet zich daarbij actief opstellen. Men staat voor het dilemma dat de UNPROFOR-troepen enerzijds buitengewoon nuttig humanitair werk verrichten, maar anderzijds door hun aanwezigheid en kwetsbaarheid voor gijzelname het uitvoeren van acties verhinderen. Ondanks het grote belang van de humanitaire activiteiten van UNPROFOR kan (uitgaande van het principe «samen uit, samen thuis») op langere termijn gezamenlijke terugtrekking van troepen niet worden uitgesloten. Partijen zullen zich daarbij ook terdege rekenschap moeten geven van de gevolgen van terugtrekking van UNPROFOR. Zo kan het ertoe leiden dat de opgevallen plaatsen worden opgevuld door troepen uit landen met een Islamitische achtergrond, met alle gevolgen van dien. De heer Weisglas sloot zich aan bij vragen over de uitzending van een vredesmacht naar Nagorno-Karabach. Terughoudend was hij over het institutionaliseren van de CVSE en het toedelen van een centralere plaats aan deze organisatie in de Europese veiligheidsarchitectuur. Zal de harde (begrijpelijke) Russische opstelling tegenover uitbreiding van EU, WEU en NAVO met landen van Midden- en Oost-Europa ertoe leiden dat wat minder voorrang wordt gegeven aan uitbreiding van de NAVO? In dit verband wees hij op persberichten waaruit blijkt dat de heer Delors zich zeer kritisch heeft uitgelaten over de voortvarendheid waarmee van Amerikaanse zijde wordt aangedrongen op vervroegde toetreding van bedoelde landen tot de NAVO. Mevrouw Sipkes (Groenlinks) hoopte dat de korte passage die in de geannoteerde agenda aan het conflict in het voormalige Joegoslavië wordt besteed, niet betekent dat de EU in deze een «low profile» gaat aanhouden. De Eurotop moet er zich niet toe beperken om de rijen te sluiten, maar moet ook eensgezind de verantwoordelijkheid op zich nemen om dit conflict te helpen oplossen. Zij bepleitte een forse Nederlandse inzet in deze. UNPROFOR moet op een verantwoorde manier zijn taak kunnen uitvoeren. Gezien de tot nu toe gebleken problemen bij het beschikbaar stellen van troepen betwijfelde zij het zeer dat op korte termijn troepen beschikbaar komen die nodig zijn voor de terugtrekking van UNPROFOR. Worden al troepen teruggetrokken? Is er een noodscenario? Welk perspectief hebben de humanitaire acties als Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

6 UNPROFOR zich terugtrekt? Wat gebeurt er als besloten wordt om UNPROFOR niet terug te trekken? Is het waar dat UNPROFOR militairen voedt die bij het conflict betrokken zijn? Mevrouw Sipkes betreurde het zeer dat de CVSE van een platform waarop Oost en West met elkaar spraken, is verworden tot het platform van de «koude vrede». Welke invloed heeft het verloop van de CVSE-top op de toetreding van de landen van Midden- en Oost-Europa tot EU, WEU en NAVO? Tijdens de Eurotop dient Nederland prominent het Turkse optreden tegen de Koerdische minderheid aan de orde te stellen. Voor het voeren van een politiek van verschroeide aarde is geen enkele rechtvaardiging te geven. Ook kan niet worden toegelaten dat parlementariërs worden veroordeeld, alleen maar omdat zij politiek opkomen voor de rechten van een minderheid. Naar aanleiding van passages in de geannoteerde agenda over crisispreventie OAE vroeg mevrouw Sipkes aandacht voor Franse schendingen van het in maart 1994 door de EU afgekondigde wapenembargo tegen Soedan. Daarbij wees zij erop dat Frankrijk het eerste halfjaar van 1995 optreedt als EU-voorzitter. Ten slotte vond mevrouw Sipkes het niet juist om thans te pleiten voor verlaging van de bijdrage aan de EU, omdat Nederland netto betaler is. Wel drong zij aan op een betere controle van EU-middelen. Hulp aan landen van Midden- en Oost-Europa is nodig, maar evenzeer moet er aandacht zijn voor evenwichtige hulpverlening aan de landen in het Middellandse-Zeegebied. Het antwoord van de bewindslieden De minister-president was buitengewoon beducht voor het dominoeffect dat het gevolg kan zijn van uitlatingen die de afgelopen tijd door vertegenwoordigers van sommige landen zijn gedaan over een mogelijke terugtrekking van UNPROFOR-troepen. De gemeenschappelijke zaak wordt geen goede dienst bewezen door dit soort eenzijdige, verwarring scheppende uitspraken. Daarom zal Nederland tijdens de Eurotop met kracht naar voren brengen dat UNPROFOR een essentiële functie vervult en behoort te kunnen blijven vervullen, en dat landen bereid moeten zijn om gezamenlijk gestalte te geven aan een verantwoorde uitvoering van humanitaire hulpverlening, daarbij uitgaande van het principe «samen uit, samen thuis». Bij dit laatste tekende hij aan dat er zich ondanks deze nadrukkelijke politieke samenhang in de praktijk omstandigheden kunnen voordoen waarin door anderen genomen beslissingen niet automatisch door Nederland kunnen worden of behoeven te worden gevolgd. In de huidige situatie achtte hij het niet verstandig om hierover een diepgaande casuïstieke discussie te voeren; voorop staat het appèl op saamhorigheid. Over de recente CVSE-top krijgt de Kamer nog een verslag. Mede door het gebrek aan mogelijkheden om een eensluidend standpunt in te nemen over het voormalige Joegoslavië kende deze Top een teleurstellende uitkomst. Desondanks zijn op enkele terreinen toch vorderingen gemaakt. De minister benadrukte dat het kabinet eensluidend denkt over eventuele Nederlandse deelname aan een vredesmacht voor Nagorno-Karabach. Deelname hieraan wordt niet uitgesloten, omdat Nederland vindt dat vredestaken in deze regio onder gezamenlijke verantwoordelijkheid moeten worden verricht. Dit mag niet geheel of overwegend aan Rusland worden overgelaten. Voor eventuele deelname moet wel worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Hij sloot niet geheel uit dat over dit onderwerp tijdens of en marge van de Eurotop zal worden gesproken. Hierbij tekende de heer De Hoop Scheffer aan dat hij zich vooralsnog niet politiek gebonden acht aan het kabinetsstandpunt in deze. De minister vond parallelle toetreding van de landen van Midden- en Oost-Europa tot EU, WEU en NAVO van groot belang. De Eurotop zal Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

7 hierover uitsluitsel moeten geven, maar vooralsnog had hij de indruk dat binnen de EU in den brede het uitgangspunt wordt gedeeld dat voor toetreding niet alleen eisen moeten worden gesteld aan de toetredende landen, maar dat ook de EU zichzelf op een aantal terreinen moet aanpassen. De Commissie zou er goed aan doen om de gevolgen van toetreding van deze landen te analyseren. Het witboek-delors is nog volledig actueel en zal dit in de komende jaren ook blijven. In dit verband benadrukte de minister dat er ondanks de glorende economische opleving structureel weinig is verbeterd aan de tekortkomingen die de Europese economie in mondiaal verband vertoont. Aanpassing aan nieuwe omstandigheden blijft geboden. De conclusie dat nog onvoldoende inzichtelijk is hoe het Europese beleid zich verhoudt tot het nationale, verbaasde hem, aangezien het kabinetsbeleid in vergaande mate de sporen draagt van de inbreng die het vorige kabinet heeft gehad bij de opstelling van het witboek. Zowel in het nationale als het Europese beleid wordt aandacht besteed aan de versterking van de economische structuur, de bestrijding van langdurige werkloosheid, de integratie van economisch en sociaal beleid en het verstandig omgaan met het milieu. Voor het beleid in de komende jaren achtte hij het van groot belang om afspraken te maken over een goede verdeling tussen wat afzonderlijke landen kunnen doen en wat op Europees niveau wordt aangepakt. In antwoord op de interruptie van de heer Van der Linden, dat de Commissie sommige landen veel te mild beoordeelt als het gaat om het halen van de EMU-criteria, benadrukte de minister dat door Nederland wordt bepleit om vast te houden aan criteria van financieel-economische degelijkheid, echter zonder daarbij uit het oog te verliezen dat ook voldoende resultaten worden bereikt bij het bedwingen van (langdurige) werkloosheid. Overigens wees hij erop dat uiteindelijk niet de Commissie, maar de Ecofin-Raad en de Europese Raad bepalen welke landen zich kwalificeren voor de derde fase van de EMU. Reeds enkele jaren pleit de Commissie voor financiering van de TEN s via een beroep op de kapitaalmarkt. Nederland verzet zich hiertegen, omdat de noodzaak hiervan niet is aangetoond en omdat gevreesd moet worden dat dit landen ertoe zal verleiden om minder gedisciplineerd te zoeken naar mogelijkheden om hun deel van de financiering van grote projecten te leveren via verschuivingen binnen de eigen begroting. Om te voorkomen dat een dergelijk mechanisme zich voordoet op het vlak van kredietgaranties, pleit Nederland ervoor om deze zoveel mogelijk te plaatsen in het kader van het bestaande EU-instrumentarium (Europees Investeringsfonds en de EIB). De Christophersen-groep plaatst de Betuwelijn nog steeds hoog op de lijst van grote vervoersprojecten. Financiering uit hoofde van de TEN s komt derhalve niet in gevaar door enig uitstel van de beslissing over deze lijn. Ook een onverhoopt andere wijze van financiering van de TEN s zal geen gevolgen hebben; het is namelijk altijd voordeliger om voor eigen financiering te zorgen dan om duur geld van de EU te lenen. Nederland is er voor om vuil- en afvalverwerking, alsmede daaraan gelieerde vormen van grensoverschrijdende milieuproblemen bij de TEN s te betrekken, mits dit kan worden ingepast in het bestaande financiële kader. De minister bevestigde dat tegenover het netto-betalerschap van Nederland ook vele economische voordelen staan. Daarbij gaat het niet alleen om de voordelen die de open Nederlandse economie heeft van de interne markt, maar ook om afgeleiden daarvan, zoals de aantrekkelijkheid van Nederland als «Gateway to Europe». Het schrijven van een notitie hierover hield hij af, omdat ervaring leert dat dit soort zaken moeilijk nauwkeurig is te kwantificeren. Overigens benadrukte hij dat het lidmaatschap van de EU meer inhoud heeft dan alleen een boekhoudkundige. Van de kanttekeningen van de heer Van der Linden bij de behandeling van het eigen-middelenbesluit nam hij kennis, waarbij hij erop aandrong om de discussie hierover te voeren op inhoudelijke Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

8 gronden en de besluitvorming niet afhankelijk te maken van inwilliging van gestelde voorwaarden. Tijdens de Eurotop zal Nederland wederom krachtig aandacht vragen voor de bestrijding van fraude binnen de EU. Fraudebestrijding zal effectiever worden naarmate het desbetreffende beleid van de afzonderlijke lidstaten beter een plaats krijgt in de aanpak op EU-niveau. In het kader van de samenwerking op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken heeft het Voorzitterschap de ambitie om eerdere afspraken tussen de betrokken ministers verder vorm te geven en dit uit te werken in vervolgafspraken. De minister schaarde zich achter pleidooien voor de totstandkoming van het EUROPOL-verdrag. Probleem is, dat Frankrijk een nogal afwijkende opvatting heeft over de wijze waarop EUROPOL haar werk moet doen. Als hierover geen overeenstemming wordt bereikt is een mogelijk besluit van de Eurotop tot uitbreiding van het takenpakket van EUROPOL in feite een lege huls. Verder ligt er nog het probleem van de democratische controle. Het Nederlandse standpunt in deze is mede ingegeven door een recente discussie hierover met de Kamer. Ten slotte baarde het de minister zorg, te moeten constateren dat de laatste tijd de Europese gezindheid wat lijkt af te nemen. Zeker ook gezien de verkiezingen waarmee dit land te maken had, vond hij het te gemakkelijk om de schuld hiervan geheel af te wentelen op het Duitse Voorzitterschap; Europa wordt door àlle leden gevormd. Hij was ervan overtuigd dat men het in de volgende eeuw zal betreuren als nu niet de kans wordt gegrepen om als een verenigd Europa lijnen naar de toekomst te trekken. De minister van Buitenlandse Zaken bevestigde dat Nederland zich tijdens de Eurotop actief zal opstellen in het overleg over UNPROFOR. Nederland verzet zich al enige maanden tegen het in het openbaar speculeren op een eventuele terugtrekking van UNPROFOR. Dit onverlet latend, worden in het kader van een verantwoorde inzet van Nederlandse troepen achter de schermen al wel voorbereidingen getroffen voor een eventuele terugtrekking. In dat verband waarschuwde ook hij ervoor, niet al te zeer uit te gaan van automatische toepassing van het principe «samen uit, samen thuis». In het licht van het komende overleg zou het niet tactisch zijn om zich daar geheel op vast te leggen, zeker niet gezien het bijzonder grote belang van de hulpverlening voor de burgerbevolking in Bosnië. Verder bevinden de Nederlandse militairen zich in een andere positie, die een ander soort evacuatiemaatregelen vergt. Dit soort redenen noopt tot een zeer genuanceerde benadering van een onverhoopte terugtrekking van UNPROFOR. Zolang dit echter niet nodig is, voelt Nederland zich verplicht om maximale condities te creëren voor een goede uitvoering van de taken door UNPROFOR. Gedachten over het ontstaan van een Groot-Servië zijn voortgekomen uit speculaties van Amerikaanse zijde over een eventuele confederatie tussen Bosnische Moslims en de Kroaten. Aanvankelijk achtte Amerika het confederatiemodel ook toepasbaar aan Servische zijde, maar daarvan is men thans teruggekomen. Een confederatie is staatkundig en volkenrechtelijk absoluut niet in overeenstemming met een begrip als «integriteit van de staat». In de recente vergadering van de Contactgroep (waarin Nederland bij monde van de heer Kinkel een rol heeft gespeeld) is dan ook geen gevolg gegeven aan de aanhoudende Russische aandrang om het woord «confederatie» in het slotcommuniqué op te nemen. Thans wordt ervan uitgegaan dat beide kampen «special relations» mogen onderhouden, die evenwichtig van aard moeten zijn. De minister ontkende ten stelligste, gretig troepen beschikbaar te hebben gesteld voor een vredesmacht voor Nagorno-Karabach. Mocht het ooit tot een echte aanvraag komen, dan zal worden bezien of kan worden voldaan aan de voorwaarden die zijn verbonden aan honorering ervan. Ook benadrukte hij dat in het kabinet volstrekte overeenstemming bestaat over de principiële bereidheid om deel te nemen aan een vredesmacht Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

9 voor Nagorno-Karabach. Het Nederlandse standpunt in deze is ingegeven door de wens om de OVSE zo sterk mogelijk te maken. Onder andere speelde daarbij de gedachte dat een sterkere OVSE het voor Rusland gemakkelijker zou kunnen maken om in te stemmen met vervroegde toetreding van sommige Midden- en Oosteuropese landen tot de NAVO. Nu de NAVO niet meer in haar bestaan wordt bedreigd en zij ook niet meer ondergeschikt dreigt te worden gemaakt aan de OVSE, zag hij geen grote bezwaren om de OVSE een duidelijke positie te geven in het Europese veiligheidsbeleid. Nu zeker is dat het strategiedocument door de Eurotop zal worden aanvaard, is er geen bezwaar meer tegen uitnodiging van vertegenwoordigers van de landen van Midden- en Oost-Europa. Tijdens de geplande bijeenkomst, waarvoor geen agenda is vastgesteld, zal verslag worden gedaan over de tijdens de Eurotop gehouden discussie over de toetreding van deze landen. De Zuideuropese landen verzetten zich ertegen om nu reeds te bezien welke aanpassing van de structuurfondsen en het gemeenschappelijk landbouwbeleid nodig is voor toetreding van landen van Midden- en Oost-Europa. Daarom is de Commissie opgedragen om te inventariseren welke gevolgen toetreding van deze landen zal hebben voor de EU in haar huidige opzet. Overigens deelde hij mede dat financiering van hulpverlening aan landen rond de Middellandse Zee binnen het vastgestelde plafond moet blijven. In de geest van het initiatief van president Mitterrand zal Nederland zich ervoor inspannen om te bereiken dat in de slotverklaring van de Eurotop stelling wordt genomen tegen de Turkse houding tegenover de Koerdische minderheid. Daarnaast zal het Nederlandse ongenoegen over de aan een achttal parlementariërs opgelegde gevangenisstraffen worden overgebracht aan de Turkse ambassadeur. Naar aanleiding van de Spaanse houding inzake ratificering van het eigen-middelenbesluit vond de minister het verontrustend te constateren dat EU-lidstaten met een steeds groter gemak uit eigenbelang blokkades opwerpen. Niet alleen Spanje maakt zich hieraan schuldig; Italië deed het in verband met het melkquotum en doet het nu in de kwestie-slovenië, terwijl Griekenland het doet in verband met Macedonië en Albanië. De minister zegde toe, zich in te zetten om te pogen dit ontij te keren. Van schending van het wapenembargo tegen Soedan door Frankrijk was de minister niet op de hoogte. Via de dialoog tussen Europa en Soedan en de vredesdialoog in het kader van de IGAT tracht Nederland een vreedzame oplossing van het conflict aldaar te bevorderen. De voorzitter van de algemene Commissie voor Europese Zaken, Ter Veer De voorzitter van de vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken, Van Traa De griffier voor dit verslag, Teunissen Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

10 BIJLAGE I Aan de Voorzitter van de Algemene Commissie voor EU-zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 29 november 1994 Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij aan te bieden het verslag van de Algemene Raad d.d. 28/29 november De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, M. Patijn Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

11 Verslag van de Algemene Raad d.d. 28/29 november 1994 Aan de Raad werd van Nederlandse zijde deelgenomen door Minister Van Mierlo en Staatssecretaris Patijn. 1. Voorbereiding Europese Raad 9/10 december te Essen 1.1. Witboek over Groei, Concurrentievermogen en werkgelegenheid V.w.b. het Witboek Groei, Concurrentievermogen en Werkgelegenheid kondigde Commissievoorzitter Delors aan een discussie in twee tafelrondes te willen initiëren, één algemene en een tweede inzake de werkgelegenheidssituatie in de Unie. De Commissie zal in ieder geval nog verslagen over de informatiemaatschappij en de TEN s uitbrengen. De discussie zal plaatsvinden aan de hand van 5 fiches over concurrentiekracht van de Unie, informatiemaatschappij, plan van aktie inzake werkgelegenheid, TEN s en bevordering werkgelegenheid op lokaal niveau. Van de zijde van het voorzitterschap werd omtrent behandeling van dit punt op de Europese Raad geen nadere mededelingen gedaan Betrekkingen met Midden- en Oost-Europa De Algemene Raad voerde een uitgebreide discussie inzake het nieuwe strategiedocument ter voorbereiding van de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa op hun toekomstig lidmaatschap. De afgelopen maanden is in Raadskader gesproken over diverse deelonderwerpen van deze strategie, welke vervolgens door het voorzitterschap samengevoegd zijn in een alomvattende strategie. De nieuwe Unie-strategie zal de betrekkingen tussen de EU en de geassocieerde landen verder ontwikkelen langs de lijnen van de Europa-akkoorden en de conclusies van Kopenhagen. Naast modaliteiten voor een gestructureerde dialoog op eerste en derde pijler terreinen en de voorbereiding van de MOE-landen op hun deelname aan de Europese interne markt, is in het document onder meer sprake van samenwerking op het gebied van transport, milieu, onderwijs en cultuur, handels- en investeringsbevordering (o.a. witboeken) en financiële samenwerking (PHARE). Een strategie-document is voornamelijk bedoeld als een politiek signaal. Van harde financiële toezeggingen en concessies ter ondersteuning van de handel en de ecounomische groei is geen sprake. Nederland heeft tijdens de Algemene Raad benadrukt dat van Nederlandse zijde groot belang gehecht wordt aan een referentie aan alle noodzakelijke interne EU-aanpassingen (institutioneel, GLB, structuurbeleid). Voor een aantal zuidelijke lid-staten bleek dit echter onaanvaardbaar. De Raad heeft de Commissie nu verzocht een studie te verrichten naar de effecten van een mogelijke uitbreiding. De Raad sprak uiteindelijk zijn goedkeuring uit over het document. Alleen de cumulatie van oorsprongregels zal nog, aan de hand van een nog te verschijnen Commissie-document, in Coreper besproken dienen te worden. 1.3 Middellandse Zeebeleid De Raad finaliseerde de tekst van het Raadsrapport t.b.v. de Europese Raad inzake het toekomstige Unie-beleid t.a.v. de Middellandse Zee. Het rapport benadrukt het belang van vrede, stabiliteit en ontwikkeling in de MZ-regio. D.m.v. een mengeling van hulp, handel en politieke dialoog dient de EU haar betrekkingen met deze regio te intensieveren. Daarnaast wordt de onderlinge samenwerking in de MZ-regio zelf benadrukt. Tevens wordt er stil gestaan bij een aantal lopende ontwikkelingen in betrek- Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

12 kingen tussen de EU en de MZ-regio (Turkije-douane unie; Algerijeinstabiliteit; Malta en Cyprus-toetredingsverzoeken). T.a.v. de financiële samenwerking met de MZ-regio werd besloten geen concrete bedragen te noemen. De tekst roept wel op tot een substantiële financiële samenwerking rekening houdend met de afgesproken financiële perspectieven en met een evenwichtige verhouding tussen de verschillende regio s in de wereld Sector samenwerking Justitie en Binnenlandse Zaken Dit onderwerp is niet inhoudelijk besproken, omdat de JBZ-raad van 30 november zich nog over de voorliggende rapporten dienen te buigen Subsidiariteit Inhoudelijke bespreking vond niet plaats omdat Commissiedocument nog niet beschikbaar was Illegale handel in radio-actieve materialen De Raad heeft een notitie van het Coreper inzake de illegale handel in nucleaire materialen goedgekeurd. Deze notitie zal vervolgens worden voorgelegd aan de Europese Raad van Essen. Het rapport van het Coreper stelt twee categorieën van maatregelen voor ter bestrijding van de nucleaire smokkel: samenwerking binnen de EU; o.a. uitwisseling van informatie tussen EU-partners, onderlinge assistentie op technisch gebied, douane-, justitieen politiesamenwerking. samenwerking met landen van waaruit het nucleair materiaal afkomstig is assistentie bij de ontwikkeling van een boekhouding voor nucleair materiaal, en bij de beveiliging van deze stoffen. 2. Latijns-Amerika Dit dossier is een A-punt geworden. 3. De nieuwe Azië-strategie De Raad nam zonder discussie het ontwerp-rapport aan waarin de Azië-strategie van de EU wordt neergelegd. Besloten werd dit rapport als annex aan de conclusies van de Europese Raad te Essen te hechten. 4. Noord-Ierland De Raad nam kennis van een mededeling van Commissievoorzitter Delors betreffende een extra steunprogramma voor het vredeproces in Noord-Ierland, dat de Commissie aan de Europese Raad van Essen voor zal leggen. Het zou hier gaan om een pakket maatregelen ten bedrage van 300 MECU voor de periode van 3 jaar, vooral gericht op binnensteden en grensoverschrijdende samenwerking. 5. Voormalig Joegoslavië De Raad veroordeelde de grove schending van de beveiligde zone rondom Bihac, alsmede de voortdurende artilleriebeschietingen van de stad door de Bosnische Serviërs De Raad stelde dat de door de VN aangewezen beveiligde gebieden dienden te worden gerespecteerd en dat de Bosnische Servische troepen zich onverwijld dienden terug te trekken. De Raad benadrukte dat alle relevante VR-res. moesten worden uitgevoerd. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

13 Ministers spraken bezorgdheid uit dat vijandelijkheden ook elders in Bosnië-Herzegovina zouden oplaaien. De Raad riep op tot een staak-hetvuren, dat zou moeten leiden tot een beëindiging van de vijandelijkheden in geheel Bosnië-Herzegovina. Ministers spraken waardering uit voor het feit dat de Unprofor troepen hun werk met zoveel inzet bleven doen ondanks de gevaarlijke omstandigheden. Zij riepen op tot herstel van de bewegingsvrijheid van die eenheden, die thans werden gehinderd. Zij benadrukten daarnaast het belang van vrije toegang van humanitaire goederen. Ministers onderstreepten het belang van coherentie in de Contact Groep voor het verdere verloop van het vredesproces. De huidige ontwikkelingen vroegen om een extra diplomatieke inspanning. Te dien einde zal een Ministeriële bijeenkomst van de Contact Groep (EU troika, VK, Rusland, VS) op 2 december a.s. in Brussel bijeenkomen. De Raad herhaalde de eis aan de Bosnische Serviërs het vredesplan en de kaart van de Contact Groep te accepteren. Daarna gold dat door alle partijen aanvaarde territoriale veranderingen op basis van de 51 49% verdeling van het grondgebied van Bosnië-Herzegovina mogelijk waren. Ministers waren het eens over een parallelle behandeling van de Bosnisch Kroatische en Bosnisch Servische entiteiten. Zij onderstreepten het belang van een wederzijdse erkenning van Servië/Montenegro, Kroatische en Bosnië-Herzegovina. 6. Oekraïne Het besluit inzake een gemeenschappelijke positie t.a.v. Oekraïne is als A-punt door de Raad aangenomen. Tijdens de lunch is gesproken over de politieke wenselijkheid van macro-financiële steun aan Oekraïne. Het voorzitterschap benadrukte het grote belang van een dergelijke steun aan Oekraïne en drong er bij de lid-staten die nog een reserve hebben op dit onderwerp op aan, zich soepeler op te stellen. Dit onderwerp zal tijdens de eerstvolgende EcoFin Raad opnieuw aan de orde komen. 7. Stabiliteitspact Dit onderwerp werd slechts zeer kort door de Raad besproken. De Raad besloot tot het houden van een Interim Conferentie op ministerieel niveau en marge van de CVSE top te Boedapest. De Raad benadrukte tevens het belang van een goede afsluiting van de regionale ronde tafels. 8. CVSE De Raad besprak, met het oog op de komende top te Boedapest, de recente ontwikkelingen betreffende CVSE vredeshandhaving in Nagorno- Karabach en de Russische opstelling dienaangaande. De Raad bevestigde de noodzaak van het versterken van de rol van de CVSE bij vredeshandhaving. Ministers onderstreepten het belang van nadrukkelijke EU-betrokkenheid bij de top. 9. Nieuwe overeenkomsten met Israël, Marokko en Tunesië Commissaris Marin deed kort verslag van de stand van zaken in de onderhandelingen over nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met Israël, Marokko en Tunesië. De onderhandelingen met Israël en Tunesië bevinden zich in de eindfase. Met Tunesië is het enige majeure hangpunt Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

14 de olijfolie, waarvoor de Commissie zegt een compromis in de maak te hebben. De hangpunten met Israël betreffen volgens Marin voornamelijk de handel in landbouwproducten en de kwestie van de liberalisering van de markten voor overheidsaankopen. De besprekingen met Marokko verlopen nog steeds zeer stroef. 10. Egypte Dit punt werd te elfder ure van de agenda geschrapt. 11. Syrië Dit dossier is een A-punt geworden. 12. Betrekkingen met de ACS-landen De Raad rondde de voorbereidingen af van de Ministeriële onderhandelingsronde tussen de ACS-landen en de EU op 30 november en 1 december. De Raad benadrukte daarbij het belang van de herziening van Lomé IV als middel om de onderlinge betrekkingen een nieuw elan te geven. 13. Betrekkingen met Turkije De Raad heeft een Commissie-verslag aangehoord over de stand van zaken m.b.t. de totstandkoming van de douane unie. Op technisch niveau zijn de meeste problemen hetzij oplosbaar voor de bijeenkomst van de Associatie Raad van 19 december a.s. Op het politieke vlak zal de houding van Griekenland doorslaggevend zijn. Vooralsnog vertoont Griekenland geen flexibiliteit. Dit dossier zal naar verwachting ook op de agenda van de Europese Raad in Essen staan. 14. Slovenië De Italiaanse Minister heeft de Algemene Raad geïnformeerd over de stand van zaken in de bilaterale onderhandelingen tussen Italië en Slovenië inzake de problemen tussen beide landen, die momenteel goedkeuring van het mandaatvoorstel voor onderhandelingen inzake een Europa-akkoord met Slovenië in de weg staan. De Italiaanse minister sprak de wens uit dat spoedig een akkoord gesloten zou kunnen worden tussen zijn land en Slovenië. 15. Albanië Nadat Griekenland zijn bezwaren tegen de uitbetaling van de eerste tranche (ad. 15 MECU) van de macro-economische steun had opgeheven, stemde de Raad ermee in dit bedrag vrij te geven. Tegelijkertijd gaf de Raad een verklaring uit waarmee Albanië werd opgeroepen het proces van economische en politieke hervormingen voort te zetten, m.n. op het gebied van de mensenrechten. 16. Baltische Staten Het mandaatsvoorstel van de Commissie voor onderhandelingen met de drie Baltische Staten inzake Europa-akkoorden is als A-punt door de Algemene Raad goedgekeurd. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

15 17. Betrekkingen met de voormalige Sowjetunie Het besluit tot ondertekening van het partnerschaps- en samenwerkingsakkoord met Moldavië werd als A-punt door de Raad goedgekeurd. Vervolgens werd dit akkoord en marge van de Algemene Raad door de voorzitters van de Raad en de Commissie alsmede door de President van Moldavië (Snegur) en de twaalf lid-staten ondertekend. Namens Nederland tekende Staatssecretaris Patijn. De akkoorden met Kyrgyzstan en Kazachstan zijn niet aan de orde gekomen. 18. Uruguay Ronde Commissaris Brittan gaf een voortgangsrapportage van de implementatie wetgeving die momenteel in Raadskader wordt voorbereid. De Algemene Raad van 19 december dient terzake besluiten te nemen. Tevens riep het Voorzitterschap alle lidstaten op de ratificatieprocedures met voortvarendheid te voltooien, zodat de Gemeenschap en de lidstaten op 1 januari a.s. de instrumenten van ratificatie in Genève kan deponeren. 19. OESO-scheepsbouw Ondanks eerdere signalen dat Parijs zich soepeler zou opstellen inzake de goedkeuring van de EU van onderhavige overeenkomst, bleek tijdens de Raad dat Frankrijk nog niet in staat was zijn reserves op te geven. Naar verwachting zal de Raad op 19 december zich opnieuw over deze overeenkomst buigen. 20. Algemene Preferenties voor de periode Dit dossier werd te elfder ure van de agenda afgevoerd. 21. Textiel Dit dossier is een A-punt geworden. 22. Staal Dit dossier is een A-punt geworden. 23. Betrekkingen met het Europees Parlement Voorzitterschap deed in het kort verslag van een verkennend gesprek dat hij met vertegenwoordigers van het EP had gehad. Daaruit was naar voren gekomen dat bij het Parlement een grotere bereidheid tot compromisvorming is ontstaan, nu ook de Raad in de laatste weken op de punten comitologie en enquêterecht meer flexibiliteit heeft opgebracht. Het voorzitterschap is voornemens en marge van de komende Algemene Raad op 18 december EP en Commissie uit te nodigen voor een interinstitutionele conferentie, waar mogelijk kan worden overgegaan tot tekening van interinstitutionele akkoorden t.a.v. deze twee onderwerpen. 24. Richtlijn kiesrecht gemeenteraden Onderwerp is van de agenda afgevoerd met het oog op een beter voorbereide bespreking op de komende Algemene Raad van 18 december 25. Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie Verordening is als A-punt vastgesteld. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

16 24. Groenboek over de internationale handel en het milieu De Raad riep de Commissie op op korte termijn een dergelijk Groenboek aan de Raad te overhandigen. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

17 BIJLAGE II Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 6 december 1994 Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij aan te bieden de geannoteerde voorlopige agenda van de Europese Raad d.d. 9/10 december De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, M. Patijn Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

18 Geannoteerde voorlopige agenda van de Europese Raad, d.d. 9/10 december Voorbereiding Europese Raad d.d. 9/10 december Witboek Groei, Concurrentievermogen en Werkgelegenheid De Raad zal het Witboek Groei, Concurrentievermogen en Werkgelegenheid en de daarbij voortvloeiende initiatieven bespreken ten vervolge op de Europese Raad van Korfoe. In het kader van het Witboek is gedurende de afgelopen zes maanden een groot aantal initiatieven ondernomen. Hoewel het ontbreekt aan een gedegen overzicht van het voorzitterschap, kan thans worden aangegeven welke aandachtsgebieden in dit verband aan de orde zullen komen. Verbetering werkgelegenheid De Europese Raad van Korfoe heeft in zijn conclusies aandacht besteed aan de maatregelen die de Lid-Staten genomen hebben of zullen nemen ter verbetering van de werkgelegenheidssituatie. De Lid-Staten werden aangespoord stappen te ondernemen. Sedert dien is dit onderwerp in raadskader voortdurend aan de orde geweest. Aan de Europese Raad van Essen zullen over dit onderwerp de volgende documenten voorliggen: 1. Rapport van de Commissie inzake de werkgelegenheidssituatie; 2. Rapport van de Commissie m.b.t. vernieuwingen inzake het scheppen van arbeidsplaatsen; balans en vooruitzichten van plaatselijke acties; 3. Rapport van de Commissie inzake Concurrentievermogen; voorwaarden voor economische groei en schepping van werkgelegenheid; 4. Rapport van de Ecofin Raad over de werkgelegenheid; 5. Rapport van de Sociale Raad over werkgelegenheidsbeleid in de Lidstaten; 6. Rapport van het Economic Policy Committee (EPC); 7. Interim rapportage van de Commissie inzake wettelijke en administratieve vereenvoudiging (Molitor-comité). Voorts zal het Voorzitterschap trachten een synthesedocument over dit onderwerp te produceren. De steeds terugkerende boodschap is dat ondanks een conjuncturele opleving in de Unie de Europese economie, en i.h.b. de arbeidsmarkt structurele hervormingen behoeft. Ter verbetering van de situatie op de arbeidsmarkt dienen op nationaal niveau maatregelen te worden getroffen. V.w.b. de Nederlandse situatie wijst het rapport van het EPC op problemen als de hoge werkloosheid onder laag opgeleiden, de hoge wig, de restrictieve beschermende procedures op de arbeidsmarkt en het relatief genereuze stelsel van sociale uitkeringen. In algemene zin heeft de Sociale Raad vier actieterreinen geïdentificeerd: 1) verbreding van beroepskwalificaties, 2) flexiblisering van de arbeidsmarkt, 3) bestrijding van de langdurige werkloosheid en 4) doelmatig gebruik van de middelen voor werkgelegenheidsbeleid. Het Midden- en Klein Bedrijf is een sector die aangemerkt is als een belangrijke potentiële bron van nieuwe werkgelegenheid, doch die gehinderd wordt door allerlei wettelijke en procedurele obstakels. Het zgn. Molitorcomité buigt zich thans over het thema deregulering, m.n. in de Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

19 MKB-sector, en zal een eerste interim-rapport uitbrengen aan de Europese Raad van Essen. Tenslotte zal de Ecofin van de Europese Raad verslag uitbrengen van de voortgang in de implementatie van de door de Ecofin Raad van juli jl. vastgestelde Globale Richtsnoeren voor het Economisch Beleid. Transeuropese Netwerken (TEN s) De Europese Raad van Korfoe heeft de eerste lijst van 11 grote vervoersprojecten, zoals gepresenteerd door de Christophersen-groep, geaccordeerd (Aan deze lijst is inmiddels een drietal projecten toegevoegd). Aan de Europese Raad van Essen liggen de volgende documenten voor: 1. Eindrapport van de Christophersen Groep inzake TEN s; 2. Voortgangsrapportage van de Commissie inzake TEN s in de energieen transportsector; 3. Rapport van de EcoFin Raad inzake TEN-financiering. In de beraadslagingen en het rapport van de Christophersen-Groep aan de Europese Raad figureren drie kwesties prominent: 1. de wijze van financiering van TEN s; De Commissie en enkele lidstaten zien een noodzaak voor het introduceren van nieuwe communautaire financieringsinstrumenten voor de TEN s (EU-garanties en Euro-bonds). Nederland is hier tegen. De EIB heeft aangegeven dat de financieringsbehoefte gedekt kan worden met de bestaande middelen. Commissievoorzitter Delors heeft al aangegeven deze kwestie in Essen aan de orde te zullen stellen. 2. de aansluiting met derde landen Nederland onderkent het belang van goede netwerkverbindingen met Oost-Europa, mits deze passen binnen de bestaande financiële instrumenten. De prioritaire aandacht voor dergelijke TEN-projecten dient met name als een politiek signaal te gelden. 3. het al of niet incorporeren van milieunetwerken in de TEN s. Nederland heeft zich tot op heden terughoudend opgesteld ten aanzien van de introductie van milieunetwerken in de TEN s, aangezien deze categorie niet in de TEN-bepalingen van het VEU genoemd worden, en dit bovendien een ongewenste druk op het invoeren van communautaire financiering d.m.v. kapitaalmarktmiddelen zou creëren. De Informatiesamenleving Ter opvolging van het aan de Europese Raad van Korfoe gepresenteerde Bangemann-rapport inzake de informatiesamenleving, waarin de grote lijnen voor een Europese strategie voor de ontwikkeling van een informatie- en telecommunicatietechnologie en de daarbij behorende diensten worden aangegeven, presenteerde de Commissie eind juli jl. ter nadere uitwerking daarvan een actieplan. De totstandbrenging van een goed regelgevend kader, nodig voor de feitelijke totstandbrenging van een interne markt op dit terrein, vormt de kern van het actieplan. Dit kader is nodig ter ondersteuning van de inspanningen van de particuliere sector, die zo concludeerde reeds het Bangemann-rapport het voortouw dient te nemen bij de totstandkoming van de informatiesamenleving door middel van het plegen van de noodzakelijke investeringen. Over het actieplan nam de Industrie-/Telecommunicatie Raad conclusies aan, die zich o.a. richten op een versnelde liberalisering van de telecommunicatie-infrastructuur. Over het tijdpad van deze liberalisering van de infrastructuur bereikte de Telecom Raad van 17 november jl. een accoord: deze zal uiterlijk per zijn beslag dienen te krijgen, Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

20 waarbij overigens wel de vier cohesielanden een derogatieperiode van 5 jaar en Luxemburg een van 2 jaar werd toegestaan. De Commissie zal in Essen verslag uitbrengen over de voortgang in de tenuitvoerlegging van het Bangemann-rapport sedert de Top van Korfoe. Ook in de Ecofin Raad van 5 december zal dit onderwerp nog aan de orde komen ter laatste voorbereiding op de Europese Raad van Essen Betrekkingen met de LMOE De Europese Raad zal gevraagd worden het strategie-document ter voorbereiding van de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa op hun toekomstig lidmaatschap aan te nemen. De afgelopen maanden is in Raadskader gesproken over verschillende onderdelen van deze strategie. De strategie bevat onder meer modaliteiten voor een gestructureerde dialoog op het gebied van de eerste en derde pijler, voorbereiding van de LMOE op hun deelname aan de Europese interne markt (harmonisatie van wetgeving, witboeken), handels- en investeringsbevordering, samenwerking op het gebied van milieu, transport, cultuur, onderwijs, grensoverschrijdende samenwerking en financiële samenwerking (PHARE). N.B. De LMOE zijn alsnog door het voorzitterschap voor een ontmoeting met hun EU-collega s uitgenodigd op de tweede dag na de vergadering van de Europese Raad. 1.3a. Betrekkingen met de Middellandse Zeeregio Het Voorzitterschap is voornemens een algemeen politiek debat te voeren over de toekomstige relatie tussen de EU en de MZ-regio. Dit debat zal mede op basis van de Commissie mededeling, gepresenteerd in oktober jl., plaatsvinden. De Algemene raad van 28 november jl. heeft een rapport aan de Europese Raad goedgekeurd, met ontwerp-conclusies t.b.v. de Europese Raad. In het rapport wordt het tweesporen-beleid van de Commissie ondersteund. Ten eerste dient de relatie EU-MZ-regio verdiept en verbreed te worden (hulp, handel en politieke dialoog). Ten tweede dient de MZ-regio zelf de onderlinge samenwerking op verschillende terreinen te verbeteren. Het rapport laat, bij wijze van compromis, vooralsnog de totale omvang van de financiële hulp aan de MZ-regio in het midden. Niet uitgesloten moet worden dat enkele zuidelijke lidstaten dit specifieke punt alsnog in Essen zullen opbrengen. 1.3b. Betrekkkingen EU Turkije Naar verwachting zal het Voorzitterschap een serieuze poging wagen de laatste, m.n. politieke bezwaren van Griekenland tegen de totstandkoming van de douane unie tussen de EU en Turkije uit de weg te ruimen. Griekenland heeft op dit dossier een dubbele koppeling aangebracht. Ten eerste koppelt het zijn instemming met de douane unie aan het overeenkomen (en bekendmaken) van een datum waarop de toetredingsonderhandelingen tot de EU van Cyprus zouden moeten beginnen. Ten tweede koppelt het de hervatting van de financiële samenwerking met Turkije (geen onderdeel van de douane unie maar wel een voorwaarde voor Turkije) aan de bereidheid van Ankara constructief mee te werken aan de kwestie-cyprus. Beide koppelingen worden niet door de overige lidstaten gedeeld Samenwerking op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken De Europese Raad wordt verzocht kennis te nemen van een viertal tussentijdse verslagen betreffende uiteenlopende terreinen van samen- Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 434 (R 1550) Goedkeuring van het op 17 januari 1995 te Antwerpen tot stand gekomen Verdrag inzake de samenwerking op het gebied van cultuur,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 21 501-02 Algemene Raad 21 501-03 Begrotingsraad Nr. 142 1 Samenstelling: Leden: Van der Linden (CDA), Blauw (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Weisglas

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 21 501 02 Algemene Raad Nr. 167 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 21 501-06 Onderwijsraad Nr. 14 1 Samenstelling: Leden: Van der Linden (CDA), Blauw (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Weisglas (VVD), Terpstra (CDA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 22 112 Ontwerp-Richtlijnen Europese Commissie Nr. 48 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) 11662/99 LIMITE PUBLIC OJ/CONS 52 JAI 84 ONTWERP-NOTULEN Betreft: 2203e zitting van de Raad (justitie en binnenlandse zaken),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid 1 Nr. 127 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 22 054 Wapenexportbeleid Nr. 27 1 Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Linden (CDA), ondervoorzitter, Blaauw (VVD), Weisglas (VVD), Van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z23259 Datum 3 december

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 21 501-02 Algemene Raad Nr. 157 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 097 Europees voorstel: Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van een Europese stabilisatiefunctie voor

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 21 501-02 Algemene Raad Nr. 231 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 21 501-07 Ecofin-Raad Nr. 188 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 2 juni 1997

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1028 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 21 501-02 Algemene Raad Nr. 140 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 21 501-02 Algemene Raad Nr. 227 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1498 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD Brussel, 17.5.2010 COM(2010)233 definitief 2010/0125 (NLE) betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 21 501-09 Transportraad Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 30 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0359 (COD) 15201/17 NOTA van: aan: het voorzitterschap de Raad nr. vorig doc.: 9316/17 Nr. Comdoc.: 14875/16

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 501-08 Milieuraad Nr. 173 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176 42 (1995) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1995 Nr. 176 A. TITEL Protocol betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot het Akkoord tussen het Koninkrijk der

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I); RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 oktober 2003 (07.10) (OR. en) 13164/03 EEE 40 NOTA I/A-PUNT van: de Groep Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) d.d.: 2 oktober 2003 aan: COREPER II/de Raad Betreft:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 21 501-02 Algemene Raad Nr. 139 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-21 Jeugdraad Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 23 432 De situatie in het Midden-Oosten Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken Nr. 1771 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z08639 Datum 27 mei 2015

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 32 317 JBZ-Raad Nr. 270 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 600 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1998 Nr. 82

Nadere informatie

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0360 (COD) 15414/14 JUSTCIV 285 EJUSTICE 109 CODEC 2225 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité van

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 114 Goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (Trb. 2014, 207) 34 115 Goedkeuring

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 114 Goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel tot stand gekomen Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 200 20 32 37 JBZ-Raad AI VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 8 april 20 De vaste commissie voor de JBZ-Raad heeft in haar vergadering van 5 maart

Nadere informatie

NOTA "A"-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers

NOTA A-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2002 (07.06) (OR. fr,en,de) 9628/02 PUBLIC LIMITE ELARG 201 NOTA "A"-PUNT van: het Comité van permanente vertegenwoordigers aan: de Raad Betreft: UITBREIDING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) 15578/10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het

Nadere informatie

Notulen van de vergadering gehouden op donderdag 24 juli 1969 in de Trêveszaal, aangevangen 's morgens om tien uur en 's middags voortgezet

Notulen van de vergadering gehouden op donderdag 24 juli 1969 in de Trêveszaal, aangevangen 's morgens om tien uur en 's middags voortgezet MINISTERRAAD Nr. 4730 Notulen van de vergadering gehouden op donderdag 24 juli 1969 in de Trêveszaal, aangevangen 's morgens om tien uur en 's middags voortgezet Aanwezig; de vice-minister-president Witteveen

Nadere informatie

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren Fiche 4: Mededeling De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren b) Datum

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 oktober 2003 (03.11) (OR. it) 11051/4/03 REV 4 CORDROGUE 66

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 oktober 2003 (03.11) (OR. it) 11051/4/03 REV 4 CORDROGUE 66 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 oktober 2003 (03.11) (OR. it) 11051/4/03 REV 4 CORDROGUE 66 NOTA van: aan: Betreft: het Italiaanse voorzitterschap de horizontale Groep drugs Ontwerp-resolutie van

Nadere informatie

12722/01 HD/nj DG G NL

12722/01 HD/nj DG G NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2001 (OR. en) 12722/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0121 (CNS) ECOFIN 264 ENV 490 NIS 73 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 6512/04 DCL 1 JUSTCIV 28 DERUBRICERING van document: 6512/04 d.d.: 20 februari 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken Nr. 1188 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITEN- LANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD I. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2016 COM(2016) 816 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Stand van zaken en mogelijke verdere stappen met betrekking tot de situatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 648 Staat van de Europese Unie 2017 E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 9 september 2017 De Eerste Kamer heeft tijdens de plenaire

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 10.7.2017 JOIN(2017) 24 final 2017/0157 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie 10 april 2001 VOORLOPIGE VERSIE 2000/2243(COS) ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 21 501-02 Algemene Raad Nr. 160 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 22 februari 1996 De algemene commissie voor Europese Zaken 1 en de

Nadere informatie

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM Napels, 2 december 2003 AANBEVELING VAN HET EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM AAN DE VIde EURO-MEDITERRANE MINISTERSCONFERENTIE betreffende de oprichting van een Euro-Mediterrane

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 036 Goedkeuring van de op 20 november 1995 te Brussel tot stand gekomen Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand gebracht

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 18 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 40 A. TITEL 1) Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2 JAI 346 COMIX 469 COTER 60 ENFOPOL 159 USA 39 ASIM 57 COHOM 126 COJUR 15 POLGEN 97 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Raad datum:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 21.4.2017 JOIN(2017) 14 final 2017/0084 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Moldavië

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Moldavië RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 juni 2000 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 99/0213 (CNS) 9028/00 LIMITE ECOFIN 137 NIS 66 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad

Nadere informatie

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad tijdens de in hoofde genoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad tijdens de in hoofde genoemde bijeenkomst heeft aangenomen. Europese Raad Brussel, 16 juli 2014 (OR. en) EUCO 147/14 CO EUR 9 CONC 3 BEGEEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Bijzondere bijeenkomst van de Europese Raad

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 april 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken Nr. 1789 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Aan

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.4.2015 COM(2015) 183 final 2015/0095 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 600 X Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1998 Nr. 55 BRIEF VAN

Nadere informatie

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone Eurogroep 1. Economische situatie in de eurozone Toelichting: De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de economische situatie in de eurozone. De groei van de economie lijkt verder aan te trekken terwijl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 21 501-01 Interne Marktraad Nr. 68 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 21 501-04 Ontwikkelingsraad Nr. 50 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 12 december 1997 De algemene commissie voor Europese Zaken 1 en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2014 J VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 20 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2011 Nr. 47 A. TITEL Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

?? NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 mei 2004 (14.05) (OR. en) 9414/04 POLGEN 21

?? NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 mei 2004 (14.05) (OR. en) 9414/04 POLGEN 21 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 mei 2004 (14.05) (OR. en) 9414/04 POLGEN 21 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers / de Raad Verslag over de stand

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 september 2012

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 7223/04 DCL 1 JUSTCIV 42 DERUBRICERING van document: 7223/04 d.d.: 11 maart 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor een

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960

LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960 Behoort bij schrijven no. 557»6?3 LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960 S a m e n v a t t i n Op 1 en 2 oktober 19^0 hield de Socialistische Werkers Partij te Amsterdam een landelijke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 12 september 2016 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en consumentenzaken Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE-

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE PUBLIC ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4 NOTA van: van het voorzitterschap aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken Nr. 1411 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 27 januari 2017 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 21 501-07 Ecofin-Raad Nr. 261 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 16 september

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 266

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 266 15 (1965) Nr. 5 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1994 Nr. 266 A. TITEL Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, met

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2011/0431(APP) 3.9.2012 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad tot vaststelling van

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 mei 2016 (OR. en) 8792/1/16 REV 1 FISC 73 ECOFIN 383 NOTA I/A-PUNT van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e

Nadere informatie

2014D26661 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D26661 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D26661 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij vijf fracties de behoefte om aan de Minister President en de minister van Buitenlandse

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 Nr. 55 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Nadere informatie