Besluit. Maatschap Nijhof de heer Nijhof Oude Boekeloseweg SH HAAKSBERGEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Nijhof,

Transcriptie

1 Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle Maatschap Nijhof de heer Nijhof Oude Boekeloseweg SH HAAKSBERGEN Inlichtingen bij Cootje Jonkman telefoon jh.jonkman@overijssel.nl Zaaknummer Z-HZ_NB Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning 1 Geachte heer Nijhof, U heeft een aanvraag om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (verder Nbwet) toegezonden. Deze hebben we op 20 juni ontvangen. De aanvraag betreft het in werking hebben van een varkens- en pluimveehouderij aan de Oude Boekeloseweg 112 te Haaksbergen. In deze brief geven wij onze beslissing weer. Besluit Wij verlenen u een vergunning 2 voor het in werking hebben van een varkens- en pluimveehouderij aan de Oude Boekeloseweg 112 te Haaksbergen. De motivering hiervoor is in bijlage 1 weergegeven. Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: de technische situatietekening van de nieuwe situatie d.d. 18 juli 2010, voor het laatst gewijzigd op 30 juli 2010, behorende bij de aanvraag kenmerk 2013/ De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. Wij verbinden aan deze vergunning de volgende voorschriften: 1. Het bedrijf van Maatschap Nijhof aan de Oude Boekeloseweg 112 te Haaksbergen mag maximaal de hier vermelde depositie veroorzaken met de aangevraagde activiteiten: 1 EDO-kenmerk 2013/ Op basis van art. 19d Bijlagen Bijlage 1 verzending

2 2 Grens Vogelrichtlijn- en/of habitattypen in Habitatrichtlijngebied Coördinaten grens VR-gebied en/of habitattypen X Y N-depositie Buurserzand en Haaksbergerveen Vochtige heide ,7 Zure vennen ,0 Droge heide ,1 Jeneverbesstruwelen ,9 Vochtige alluviale bossen ,3 Witte Veen Herstellende hoogvenen ,2 Droge heiden ,0 Hoogveenbossen ,1 Vochtige heide ,1 Sallandse Heuvelrug Grens van het gebied ,2 Engbertsdijksvenen Grens van het gebied ,2 De depositie, afkomstig van de inrichting is berekend op de volgende aantallen en stalsysteem: stalnr Diersoort Aantal RAVcode Emissiefactor 1 Kraamzeugen 78 D ,3 647,4 1a Gespeende biggen D ,13 209,3 2 Guste en dragende zeugen 228 D ,2 957,6 Guste en dragende zeugen 72 D ,2 302,4 Dekberen 2 D ,5 11,0 Vleesvarkens 14 D ,5 35,0 3 Vleesvarkens 11 D ,5 38,5 4 Overig rundvee 6 A7 9,5 57,0 5 Vleeskuikens E5.10 0, ,5 6 Vleeskuikens E5.10 0, ,5 7a Vleesvarkens D , ,0 9 Vleeskuikens E5.10 0, ,5 Totaal 8.036,7 2. Vergunninghouder dient door middel van een registratie, zoals bedoeld in Regeling identificatie en registratie 2003 en/of aanvulling dan wel de opvolger van genoemde regeling, op verzoek van de toezichthouder aan te tonen dat de in de bovenstaande voorwaarde genoemde depositie niet worden overschreden als gevolg van toename van de dieraantallen. Wanneer de houder van de vergunning handelt in strijd met de voorschriften, kan deze vergunning op grond van artikel 43 lid 2 van de Nbwet worden gewijzigd of ingetrokken.

3 Tot slot Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze beslissing, dan kunt u bellen met Cootje Jonkman op telefoonnummer Afschriften Een afschrift van dit besluit wordt verzonden aan Burgemeester en Wethouders van Haaksbergen en het ministerie van Economische Zaken. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel, Lars Wuijster, teamleider Vergunningverlening Bijlagen: Bijlage 1 Overwegingen bij het besluit 3 Niet mee eens? Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten van Overijssel. Hoe u dat moet doen kunt u hieronder lezen. Rechtsmiddel Binnen zes weken, ingaand op de dag na de datum van verzending van dit besluit, kan een belanghebbende een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Overijssel, team Juridische Zaken, postbus 10078, 8000 GB Zwolle (telefoon ). Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat in ieder geval: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. U kunt het bezwaarschrift ook per elektronisch formulier verzenden. Dit formulier kunt u vinden op Voor de behandeling van een bezwaarschrift bij de provincie Overijssel is geen griffierecht verschuldigd. Voor inlichtingen over de bezwaarprocedure kunt u zich wenden tot de provinciaal medewerker die bij het besluit is vermeld. Indien spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een bezwaarschrift heeft ingediend.

4 Overwegingen bij het besluit Bijlage 1 Deze vergunning bestaat uit het besluit en de overwegingen. In deze bijlage zijn de overwegingen opgenomen. Het besluit en de overwegingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De overwegingen zijn als volgt opgebouwd: A WEERGAVE VAN DE FEITEN A1 Vergunningaanvraag A1.1 Projectomschrijving A1.2 Periode A1.3 Onderliggende documenten A1.4 Aanvullende gegevens A1.5 Aanvraag en Natura 2000 A2 Bevoegdheid 4 A3 Procedure A3.1 Betrokkenheid andere provincie bij Natura 2000-gebied A4 Vergunningplicht B TOETSING B1 Inhoudelijke beoordeling Stap 1: toets aan artikel 19f Stap 2: beoordeling maatregelen Stap 3: vaststellen overige effecten Stap 4: toets aan artikel 19e Conclusie toetsing B2 Zienswijzen B2.1 Bespreking van ingediende zienswijzen C SLOTCONCLUSIE

5 A WEERGAVE VAN DE FEITEN A1 Vergunningaanvraag A1.1 Projectomschrijving Maatschap Nijhof vraagt een vergunning aan voor het in werking hebben van een varkens- en pluimveehouderij aan de Oude Boekeloseweg 112 te Haaksbergen. Er vindt geen uitbreiding of nieuwbouw van stallen plaats. Ook worden geen emissiearmesystemen toegepast. Een overzicht van het aangevraagde veebestand is in tabel 1 weergegeven. 5 Tabel 1: aangevraagde situatie stalnr Diersoort Aantal RAVcode Emissiefactor 1 Kraamzeugen 78 D ,3 647,4 1a Gespeende biggen D ,13 209,3 Guste en dragende zeugen 228 D ,2 957,6 Guste en dragende zeugen 72 D ,2 302,4 2 Dekberen 2 D ,5 11,0 Vleesvarkens 14 D ,5 35,0 3 Vleesvarkens 11 D ,5 38,5 4 Overig rundvee 6 A7 9,5 57,0 5 Vleeskuikens E5.10 0, ,5 6 Vleeskuikens E5.10 0, ,5 7a Vleesvarkens D , ,0 9 Vleeskuikens E5.10 0, ,5 Totaal 8.036,7 A1.2 Periode De vergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde tijd. A1.3 Onderliggende documenten Voor de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende documenten meegezonden: aanvraagformulier d.d. 18 juni 2013; een toelichting op het project; AAgro-Stacksberekeningen van de vergunde situaties; AAgro-Stacksberekeningen van de gewenste situatie; kaarten met toets- en emissiepunten voor AAgro-Stacksberekeningen; Hinderwetvergunning d.d. 4 juli 1989 met kenmerk 89-14; melding d.d. 6 april 1994 op grond van artikel 8.19 Wet milieubeheer; melding d.d. 6 november 1995 op grond van artikel 8.19 Wet milieubeheer; milieuvergunning d.d. 2 november 2004 met kenmerk ;

6 milieuvergunning d.d. 17 mei 2011 met kenmerk ; tekening van de gewenste situatie. Stukken bedrijf B. Scholten, Witteweg 1 te Langeveen AAgro-Stacksberekeningen van de vergunde situatie; AAgro-Stacksberekeningen van de gewenste situatie; melding d.d. 12 juni 2013 op grond van het Activiteitenbesluit; kaarten met toets- en emissiepunten voor AAgro-Stacksberekeningen; Overeenkomst overdracht ammoniak d.d. 25 april 2013; Hinderwetvergunning d.d. 20 juni 1990 met kenmerk 617; melding d.d. 15 april 1998 op grond van het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer. 6 Stukken bedrijf J.M.F. Morsink, Rondweg 30 te Enter AAgro-Stacksberekeningen van de vergunde situatie; AAgro-Stacksberekeningen van de gewenste situatie; kaarten met toets- en emissiepunten voor AAgro-Stacksberekeningen; brief d.d. 4 juni 2013 gemeente Wierden over het verzoek intrekking milieuvergunning; verzoek d.d. 13 mei 2013 om intrekking van de milieuvergunning; Overeenkomst overdracht ammoniak d.d. 25 april 2013; Hinderwetvergunning d.d. 11 januari 1994 met kenmerk ; milieuvergunning d.d. 29 februari 2000 met kenmerk ; milieuvergunning d.d. 26 augustus 2004 met kenmerk ; milieuvergunning d.d. 27 februari 2007 met kenmerk A1.4 Aanvullende gegevens Er zijn geen aanvullende gegevens gevraagd. A1.5 De aanvraag en het Natura 2000-gebied Uw bedrijf heeft invloed op verschillende Natura 2000-gebieden, waarvan het Natura gebied Buurserzand en Haaksbergerveen het dichtst bij uw bedrijf ligt (ca m). A2 Bevoegdheid De betrokken Natura 2000-gebieden liggen volledig op het grondgebied van provincie Overijssel, zodat wij bevoegd zijn om te beslissen op de vergunningaanvraag 3. A3 Procedure De vergunningprocedure is uitgevoerd in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk VIII van de Nbwet en de hiervoor relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht. A3.1 Betrokkenheid andere provincie De betrokken Natura 2000-gebieden liggen volledig binnen de begrenzing van provincie Overijssel. Overeenstemming met een andere provincie is in dit geval niet aan de orde. 3 Art 2 Nbwet

7 A4 Vergunningplicht Op basis van de aanvraag en de daarbij behorende bijlagen en tekeningen hebben we beoordeeld of de aangevraagde bedrijfsveranderingen de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied en/of beschermd natuurmonument kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor een gebied is aangewezen. Wij hebben geconstateerd dat de activiteit negatieve effecten hebben op habitats in Natura 2000-gebieden die gevoelig zijn voor stikstof. De activiteit leidt mogelijk tot een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats. Er is geen sprake van een project of handeling conform een vastgesteld beheerplan. Verder is er geen sprake van bestaand gebruik, in overeenstemming met art. 1 van de Nbwet. Daarmee is deze activiteit vergunningplichtig in het kader van art. 19d Nbwet. Uit de nadere afweging moet blijken voor het voorliggende project of een vergunning kan worden afgegeven. B B1 TOETSING Inhoudelijke beoordeling 7 Effecten op Natura 2000-gebied De aangevraagde activiteiten hebben een (mogelijke) negatieve invloed op de aanwezige habitattypen en/of soorten in omliggende Natura 2000-gebieden voor wat betreft de factoren verzuring en vermesting. Hieronder wordt uw aanvraag getoetst aan de beoordelingskaders vanuit de Nbwet. Stap 1: Toets aan artikel 19f Rondom uw bedrijf bevinden zich meerdere voor stikstof gevoelige Natura 2000-gebieden. Daarvan ligt het Natura 2000-gebied Buurserzand en Haaksbergerveen het dichtst bij. Aangezien uw bedrijf stikstof uitstoot en de achtergronddepositie van stikstof hoger is dan de kritische depositiewaarden van de betrokken gebieden zijn significant negatieve effecten op voorhand niet uit te sluiten. In overeenstemming met art. 19f is een passende beoordeling dan aan de orde. Uit jurisprudentie 4 blijkt dat er uitzonderingen zijn voor die gevallen, waarbij de stikstofdepositie niet toeneemt ten opzichte van de milieuvergunde situatie op het tijdstip van aanwijzing 5 van een beschermd gebied. In die situatie is een passende beoordeling niet noodzakelijk en kan een vergunning worden verleend. Voor alle Habitatrichtlijngebieden in Overijssel gaat het dan om de datum van 7 december De aanwijzingen als Vogelrichtlijngebied zijn in Overijssel van eerdere datum. Aangezien het om verschillende data gaat moeten we in de beoordeling die stikstofgevoelige Vogelrichtlijngebieden betrekken waarvan de aanwijzingsdatum verschillen. In overeenstemming met de uitspraak van de Raad 4 ABRvS 31 maart 2010, zaaknummer /1 5 Voor speciale beschermingszones in de zin van de Vogelrichtlijn, die zijn aangewezen voor afloop van de omzettingstermijn van de Habitatrichtlijn gelden de bepalingen van artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn vanaf 10 juni 1994

8 van State van 7 september geldt voor gebieden die voor 10 juni 1994 zijn aangewezen deze datum als toetsingsmoment. Uw bedrijf heeft, naast de invloed op de Habitatrichtlijngebieden Buurserzand en Haaksbergerveen en Witte Veen, tevens invloed op één of meerdere Vogelrichtlijngebieden, te weten Engbertsdijksvenen en Sallandse Heuvelrug. Deze gebieden zijn op 2 mei 1989 respectievelijk 24 maart 2000 door toenmalige ministeries thans ministerie van EZ, aangewezen als Vogelrichtlijngebieden. Gelet op bovengenoemde uitspraak van de Raad van State moeten wij voor het Vogelrichtlijngebied Engbertsdijksvenen 10 juni 1994 als toetsingsdatum aanhouden. Op deze datum had u een Hinderwetvergunning van 4 juli 1989 met kenmerk Op 6 april 1994 en 6 november 1995 had u een melding op grond van artikel 8.19 van de Wet milieubeheer. Omdat deze meldingen niet leidden tot een wijziging van de emissie of veebezetting is op de datum van aanwijzing van het Vogelrichtlijngebied Sallandse Heuvelrug ook de situatie volgens de Hinderwetvergunning van 4 juli 1989 bepalend. In tabel 2 zijn de milieuvergunde aantallen op 10 juni 1994 en 24 maart 2000 weergegeven. 8 Tabel 2: Milieu-vergunde aantal op 10 juni 1994 en 24 maart 2000 stalnr Diersoort Aantal RAVcode Emissiefactor 1 Kraamzeugen 54 D ,3 448,2 2 Kraamzeugen 66 D ,3 547,8 Dekberen 6 D ,5 33,0 3 Kraamzeugen 50 D ,3 415,0 Vleesvarkens 25 D ,5 87,5 4 Vleeskuikens E , ,0 totaal 2.691,5 Op de datum van het plaatsen van de Habitatrichtlijngebieden Buurserzand en Haaksbergerveen en Witte Veen op de lijst van communautair belang had u een milieuvergunning van 2 november In tabel 3 zijn de milieuvergunde aantallen op 7 december 2004 weergegeven. 6 ABRvS zaaknummer /1

9 Tabel 3: Milieu-vergunde situatie op 7 december 2004 stalnr Diersoort Aantal RAVcode Emissiefactor 1 Kraamzeugen 75 D ,3 622,5 1a Guste en dragende zeugen 165 D ,2 693,0 Biggen 990 D ,16 158,4 Guste en dragende zeugen 72 D ,2 302,4 2 Dekberen 2 D ,5 11,0 Vleesvarkens 14 D ,5 35,0 3 Vleesvarkens 11 D ,5 38,5 5 Vleeskuikens E , ,0 6 Vleeskuikens E , ,0 7 Vleesvarkens D , ,0 Totaal 8.036,8 9 Om te beoordelen of de depositie in de nieuwe situatie op de Vogelrichtlijngebieden Engbertsdijksvenen en Sallandse Heuvelrug dan wel de Habitatrichtlijngebieden Buurserzand en Haaksbergerveen en Witte Veen ten opzichte van de aanwijzingsdatum is toegenomen zijn depositieberekeningen van beide situaties uitgevoerd en in tabel 4 weergegeven. In overeenstemming met de vastgestelde beleidsregel 7 vindt de beoordeling van de depositieberekeningen plaats na afronding op 1 decimaal. Tabel 4: N-depositie van het bedrijf in mol/ha/jr Grens Vogelrichtlijn- en/of habitattypen in Habitatrichtlijngebied Coördinaten grens VR-gebied en/of habitattypen X Y 10 juni N-Depositie maart dec nieuwe situatie Buurserzand en Haaksbergerveen Vochtige heide ,0 5,7 Zure vennen ,4 6,0 Droge heide ,1 4,1 Jeneverbesstruwelen ,8 3,9 Vochtige alluviale bossen ,1 3,3 Witte Veen Herstellende hoogvenen ,4 1,2 Droge heiden ,2 1,0 Hoogveenbossen ,2 1,1 Vochtige heide ,3 1,1 Sallandse Heuvelrug Grens van het gebied ,1 0,2 Engbertsdijksvenen Grens van het gebied ,1 0,2 7 beleidsregel Vergunningverlening Natuurbeschermingswet 1998 voor veehouderijen, Besluit van 16 juli 2013

10 Conclusie stap 1: Uit de gegevens die u heeft aangeleverd (zie tabel 2, 3 en 4) blijkt dat de depositie ten opzichte van 10 juni 1994 en 24 maart 2000 toeneemt en ten opzichte van 7 december 2004 afneemt. Indien er sprake is van een toename van stikstofdepositie zijn significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden niet uit te sluiten en is een passende beoordeling noodzakelijk. Stap 2: Beoordeling maatregelen U treft maatregelen om de stikstofdepositie op habitattypen binnen de omringende Natura 2000-gebieden niet te laten toenemen. U kiest daarbij externe salderingsmaatregelen. Wij zien de beschrijving van de maatregelen, in combinatie met depositieberekeningen waarin duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de situaties met en zonder salderen, als een passende beoordeling. 10 U wilt gebruik maken van de ammoniakemissie van de volgende agrarisch bedrijven: 1. B. Scholten, Witteweg 1 te Langeveen; 2. J.M.F. Morsink, Rondweg 30 te Enter. Omdat in de aangevraagde situatie alleen de depositie op de Vogelrichtlijngebieden toeneemt, beoordelen wij onderstaand alleen de effecten op de Vogelrichtlijngebieden van emissieovername. Ad 1. Op 12 juni 2013 is een melding op grond van het Activiteitenbesluit ingediend bij de gemeente Tubbergen waarbij is medegedeeld dat dit bedrijf gedeeltelijk wordt beëindigd. Daarin is ook aangegeven dat de vrijgekomen ammoniak wordt verplaatst naar uw locatie. Op 25 april 2013 heeft u een overeenkomst gesloten waarbij u van B. Scholten 174,2 kg emissie overneemt. Op de toetsingsdatum voor Engbertsdijksvenen als Vogelrichtlijngebied had het bedrijf aan de Witteweg 1 te Langeveen een Hinderwetvergunning van 20 juni 1990 met kenmerk 617. In tabel 5 zijn de milieuvergunde aantallen op 10 juni 1994 weergegeven. Tabel 5: Vergunde aantal op 10 juni 1994 bedrijf Scholten Stalnr Diersoort Aantal RAVcode Emissiefactor kg NH3/jr kg NH3/jr A Melkkoeien 13 A ,5 123,5 Vrouwelijk jongvee 15 A3 3,9 58,5 C Melkkoeien 20 A ,5 190,0 Vrouwelijk jongvee 26 A3 3,9 101,4 D Vrouwelijk jongvee 9 A3 3,9 35,1 Totaal 508,5 Op de toetsingsdatum voor Sallandse Heuvelrug als Vogelrichtlijngebied had het bedrijf aan de Witteweg 1 te Langeveen een melding van 15 april 1998 op grond van het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer. Deze melding was ook van toepassing op de toetsingsdatum voor de Habitatrichtlijngebieden. In tabel 6 zijn de milieuvergunde aantallen op 24 maart 2000 en 7 december 2004 weergegeven.

11 11 Ad 2. Op 14 mei 2013 is een melding op grond van het Activiteitenbesluit ingediend bij de gemeente Wierden waarbij is medegedeeld dat dit bedrijf geheel wordt beëindigd. Daarin is ook aangegeven dat de vrijgekomen ammoniak mede wordt verplaatst naar uw locatie. Op 25 april 2013 heeft u een overeenkomst gesloten waarbij u van J.M.F. Morsink 756,0 kg emissie overneemt. Op de toetsingsdatum voor Engbertsdijksvenen als Vogelrichtlijngebied had het bedrijf aan de Rondweg 30 te Enter een Hinderwetvergunning van 11 januari 1994 met kenmerk In tabel 7 zijn de milieuvergunde aantallen op 10 juni 1994 weergegeven. Tabel 6: Vergunde aantal op 24 maart 2000 en 7 december 2004 bedrijf Scholten Stalnr Diersoort Aantal RAVcode Emissiefactor kg NH3/jr kg NH3/jr Vleesstieren 8 A6 7,2 57,6 A Vleeskalveren 8 A ,5 20,0 Vrouwelijk jongvee 11 A3 3,9 42,9 C Melkkoeien 22 A ,5 209,0 Vleesstieren 16 A6 7,2 115,2 D Vrouwelijk jongvee 9 A3 3,9 35,1 Totaal 479,8 Tabel 7: Vergunde aantal op 10 juni 1994 bedrijf Morsink Stalnr Diersoort Aantal RAVcode Emissiefactor kg NH3/jr kg NH3/jr A Vleesvarkens 26 D ,5 91,0 B Vleesvarkens 160 D ,5 400,0 C Vleesvarkens 178 D ,5 623,0 D Vleeskalveren 120 A ,5 300,0 E Vleeskalveren 68 A ,5 170,0 Vleesstieren 27 A6 7,2 194,4 F Vleesstieren 28 A6 7,2 201,6 G Vleesstieren 60 A6 7,2 432,0 H Vleesstieren 90 A6 7,2 648,0 K Vleeskalveren 100 A ,5 250,0 Totaal 3.310,0 Op de toetsingsdatum voor Sallandse Heuvelrug als Vogelrichtlijngebied had het bedrijf een milieuvergunning van 29 februari 2000 met kenmerk In tabel 8 zijn de milieuvergunde aantallen op 24 maart 2000 weergegeven.

12 Tabel 8: Vergunde aantal op 24 maart 2000 bedrijf Morsink 12 Stalnr Diersoort Aantal RAVcode kg NH3/jr kg NH3/jr A Vleesvarkens 96 D ,5 336,0 B Vleesvarkens 112 D ,5 392,0 C Vleesvarkens 112 D ,5 392,0 D Vleeskalveren 150 A ,5 375,0 E Vleeskalveren 134 A ,5 335,0 F Vleeskalveren 35 A ,5 87,5 G Vleeskalveren 50 A ,5 125,0 H Vleeskalveren 160 A ,5 400,0 K Vleeskalveren 208 A ,5 520,0 L Vleeskalveren 130 A ,5 325,0 N Vleesvarkens 55 D ,5 192,5 Totaal 3.480,0 Op de toetsingsdatum voor de Habitatrichtlijngebieden had het bedrijf een milieuvergunning van 26 augustus 2004 met kenmerk In tabel 9 zijn de milieuvergunde aantallen op 7 december 2004 weergegeven. Tabel 9: Vergunde aantal op 7 december 2004 bedrijf Morsink Stalnr Diersoort Aantal RAVcode Emissiefactor Emissiefactor kg NH3/jr kg NH3/jr A Vleesvarkens 100 D ,5 350,0 B Vleesvarkens 100 D ,5 350,0 C Vleesvarkens 100 D ,5 350,0 D Vleeskalveren 150 A ,5 375,0 E Vleeskalveren 134 A ,5 335,0 F Vleeskalveren 35 A ,5 87,5 G Vleeskalveren 50 A ,5 125,0 H Vleeskalveren 160 A ,5 400,0 K Vleeskalveren 180 A ,5 450,0 L Vleeskalveren 180 A ,5 450,0 P Vleeskalveren 203 A ,5 507,5 Totaal 3.780,0 Om te beoordelen of de depositie van het bedrijf van Maatschap Nijhof in de nieuwe situatie, dus inclusief de van B. Scholten en J.M.F. Morsink overgenomen emissie, ten opzichte van de toetsingsdata voor de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden is toegenomen, zijn depositieberekeningen van deze situaties uitgevoerd en in tabel 10 en 11 weergegeven. Deze depositieberekeningen beschouwen wij als een passende beoordeling als bedoeld in artikel 19f. Aanvrager heeft geen depositieberekeningen overgelegd van de effecten van de ammonakaankoop op de habitattypen. Wij hebben zelf voor de habitattypetoets een berekening gemaakt.

13 Tabel 10: N-depositie VR gebieden van gecombineerde bedrijven van Maatschap Nijhof, B. Scholten en J.M.F. Morsink in mol/ha/jr. Grens Vogelrichtlijngebied Coördinaten grens VR-gebied N-Depositie 10 juni 1994/24 maart 2000 Scholten 10 juni 1994/24 maart 2000 Morsink 10 juni 1994/24 maart 2000 Nijhof nieuwe situatie effect Sallandse Heuvelrug Grens van het gebied ,0 0,1 0,1 0,2 0,0 Engbertsdijksvenen Grens van het gebied ,1 0,1 0,1 0,2-0,1 13 Tabel 11: N-depositie HR gebieden van de gecombineerde bedrijven Maatschap Nijhof, B. Scholten en J.M.F. Morsink in mol/ha/jr. Habitats in Habitatrichtlijngebieden Coördinaten grens habitattypen N-Depositie 7 dec 2004 Scholten 7 dec 2004 Morsink 7 dec 2004 Nijhof nieuwe situatie Buurserzand en Haaksbergerveen Vochtige heide ,0 0,0 7,0 5,7-1,3 Zure vennen ,0 0,0 7,4 6,0-1,4 Droge heide ,0 0,0 5,1 4,1-1,0 Jeneverbesstruwelen ,0 0,0 4,8 3,9-0,9 Vochtige alluviale bossen ,0 0,0 4,1 3,3-0,8 Witte Veen Herstellende hoogvenen ,0 0,0 1,4 1,2-0,2 Droge heiden ,0 0,0 1,2 1,0-0,2 Hoogveenbossen ,0 0,0 1,2 1,1-0,1 Vochtige heide ,0 0,0 1,3 1,1-0,1 effect Conclusie stap 2: Uit vorenstaande gegevens blijkt dat de stikstofdepositie door de te nemen maatregelen in de aangevraagde situatie gelijk of lager is dan het niveau ten tijde van de aanwijzing als Vogelrichtlijngebied of plaatsing op de lijst van gebieden van communautair belang. Stap 3: vaststellen overige effecten Gezien de afstand ten opzichte van het Natura 2000-gebied Buurserzand en Haaksbergerveen en het feit dat er geen bouwwerkzaamheden plaatsvinden, zijn er geen andere effecten te verwachten. Stap 4: toetsing aan art. 19e Uit de toetsing van uw aangevraagde project blijkt dat er door de maatregelen geen sprake is van negatieve gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen. Wij zien geen aanleiding om

14 de gevraagde vergunning te weigeren. Er zijn geen andere vereisten relevant die weigering zouden rechtvaardigen. Conclusie toetsing Uit de toetsing komt naar voren dat er ten opzichte van aanwijzing van het Vogelrichtlijngebied en het plaatsen op de lijst van gebieden van communautair belang geen toename van stikstofdepositie is. Maatschap Nijhof neemt hiervoor voldoende salderingsmaatregelen door overname van emissie van B. Scholten en J.M.F. Morsink. Er zijn geen andere effecten op het Natura 2000-gebied te verwachten. Er zijn geen belemmeringen om de vergunning af te geven op basis van deze toetsing. B2 Zienswijzen 14 B2.1 Bespreking van ingediende zienswijze Het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen is gedurende een termijn van 8 weken in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken 8. De gemeente heeft binnen de gestelde termijn geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze uit te brengen. C Slotconclusie Uit de beoordeling van de aanvraag van de varkens- en pluimveehouderij van Maatschap Nijhof aan Oude Boekeloseweg 112 te Haaksbergen blijkt dat er, door het nemen van maatregelen, geen sprake is van een verslechtering van de kwaliteit van gebieden ten opzichte van de relevante aanwijsdata. De aangevraagde situatie is passend beoordeeld. Vergunning in het kader van de Nbwet kan, onder voorwaarden, worden verleend. 8 In overeenstemming met art. 44, lid 3 Nbwet