Energiezuinig suppleren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Energiezuinig suppleren"

Transcriptie

1 Energiezuinig suppleren Innovatie-initiatieven Actorenanalyse Interviews Eindrapport Rijkswaterstaat, Waterdienst Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 9 december 2011

2

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Opdracht Aanleiding en doel Werkwijze en leeswijzer Beleidskader zandsuppleties Beleidsuitgangspunten suppleren Carbon Footprint Rijkswaterstaat Conventionele suppletieprocessen Suppletieproces Optimalisatiemogelijkheden van huidige wijze van suppleren Innovatie suppletietechnieken Inleiding Alternatieve energievoorziening Alternatieve suppletietechnieken De Zandpunaise Zandwindmolen Ecobeach Zand injecteren onder het strand Leidingennetwerk voor de kust Innovatie in strategie Patentenonderzoek Sandbypass-systemen Resultaten externe interviews en workshop Interviews Workshop Samenvatting, conclusie en aanbevelingen Samenvatting Conclusie Aanbevelingen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bronnen Factsheets (Bron: RWS) Verslagen externe interviews Verslag workshop Minimaal theoretisch energiegebruik Beschrijving bypasses Pagina 3 van 23

4 Inhoudsopgave (vervolg) Bijlage 7: Bijlage 8: Oude patenten Actoranalyse Pagina 4 van 23

5 1 Inleiding 1.1 Opdracht RWS heeft aan Grontmij opdracht verleend voor het inventariseren van energiezuinige suppletietechnieken. Die inventarisatie is door Grontmij uitgevoerd door een bureaustudie, het afnemen van interviews en het bijwonen van een workshop. Parallel is de inventarisatie van energiezuinige technieken bij RWS zelf intern uitgevoerd. Deze inventarisaties en de resultaten van de workshop zijn in dit rapport samengebracht. 1.2 Aanleiding en doel Deelprogramma Kust van het Deltaprogramma (DP Kust) heeft de opdracht gekregen om onderzoek te doen naar een duurzame en efficiënte handhaving van de veiligheid van het achterland tegen overstroming vanuit zee (Deltaprogramma 2011, 2010). Bovenstaande verwachting heeft geleid tot de volgende vraag in de kennisagenda van het Deltaprogramma Kust: Welke mogelijkheden zijn er (bekend) om energiezuiniger te suppleren? (Kennisagenda DP Kust, 2011). Het onderzoek dient als input voor de opstelling van de Nationale Visie Kust (Plan van Aanpak deelprogramma Kust, 2010) en voor het onderzoek Alternatieve Lange termijn Suppletiestrategieën (ALS). De Waterdienst (WD) van Rijkswaterstaat is via Beleidsadvisering en ondersteuning verantwoordelijk voor de uitvoering van dit onderzoek. Jaarlijks wordt ongeveer 25 miljoen m³ zand gewonnen, waarvan ongeveer de helft voor gebruik als ophoogzand op land en de andere helft voor de kustverdediging (vooroever- of strandsuppletie). Sinds vooroeversuppleties worden toegepast, is de zandwinning voor kustverdediging sterk toegenomen. De verwachting is dat Nederland nog decennia de kust zal suppleren. Ook wordt verwacht dat in de toekomst het benodigde suppletievolume ten behoeve van veiligheid zal toenemen. Bovendien is er de behoefte om veiligheid te combineren met ruimtelijke kwaliteit en ontwikkelingsmogelijkheden. Meer zand suppleren betekent hogere kosten. Kosteneffectiviteit is een belangrijk aandachtspunt bij het ontwikkelen van alternatieve suppletiestrategieën. Naast een stijging in kosten kan het ook leiden tot een vergroting van negatieve milieueffecten. Doel van het onderzoek is in beeld brengen welke energiezuinige / duurzame suppletietechnieken kunnen bijdragen aan de duurzame en efficiënte handhaving van de veiligheid. Daartoe is een inventarisatie gemaakt van innovatieve uitvoeringstechnieken, lopende onderzoeken en kennis in het kader van Energiezuinig / Duurzaam Suppleren. De innovaties kunnen aan drie behoeftes invulling geven: 1. duurzamere technieken voor CO 2 -reductie en vermindering van de negatieve milieueffecten; 2. innovatieve technieken voor de uitvoering van huidige en alternatieve suppletiestrategieën in de toekomst; 3. besparing in kosten voor korte termijn uitvoering en lange termijn beleid. De focus ligt op uitvoeringstechnieken in het totale suppletieproces, van winning tot vervoer en suppletie. Pagina 5 van 23

6 Inleiding 1.3 Werkwijze en leeswijzer Voor het uitvoeren van de opdracht is eerst verkend welke spelers actief zijn op het gebied van suppleren en is verkend welke spelers daarbuiten een innovatieve bijdrage zouden kunnen leveren (actoranalyse bijlage 8) Om te onderzoeken wat op het gebied van energiezuinig / duurzaam suppleren mogelijk is, is in hoofdstuk 2 eerst het huidige beleidskader weergegeven. Dat kader geeft de verwachte suppletieomvang in tijd en plaats weer. Dat kader is zeer relevant voor innovaties. Er moet immers inzicht ontstaan in de mogelijkheden tot het terugverdienen van investeringen in innovaties. Ter informatie is in hoofdstuk 2 ook de Carbon Footprint van Rijkswaterstaat opgenomen. Die geeft een beeld van het relatieve aandeel van zandsuppleties. Innovaties kunnen uitgaan van andere suppletieconcepten of kunnen juist bestaande suppletietechnieken verbeteren. Om die innovaties te kunnen beoordelen is het nodig om inzicht te hebben in de bestaande suppletietechniek met sleephopperzuigers. In hoofdstuk 3 wordt die suppletietechniek op hoofdlijnen beschreven en wordt aangegeven hoe de verschillende aspecten van het suppletieproces doorwerken in kosten en energiegebruik. Daarmee kan worden gezocht naar optimalisaties van het huidige proces en / of kan worden aangegeven waar het mogelijk loont om innovaties te initiëren. Het project is gestart met een inventarisatie binnen de overheid, uitgevoerd door Rijkswaterstaat (RWS) zelf. Dit is gedaan door middel van interviews met RWS-medewerkers en literatuurstudie van de resultaten van het voormalige Water Innovatieprogramma (WINN) en het Corporate Innovatie Programma. Gelijktijdig is er door Grontmij een inventarisatie uitgevoerd naar aanvullende kennis bij marktpartijen en kennisinstellingen. Ook die is uitgevoerd door interviews en een literatuurstudie/internetzoektocht. Deze resultaten vormen de basis voor hoofdstuk 4 en 5. Beide inventarisaties hebben zich niet alleen gericht op de baggermaatschappijen, maar ook een bredere blik gehad naar aanverwante markten en kennisinstellingen. Na de inventarisatie werd toegevoegde waarde gezien in een afsluitende workshop, waarbij de brede insteek van de actoranalyse is doorgetrokken. De workshop is voorbereid en georganiseerd door Linkit. De resultaten van de workshop zijn te vinden in hoofdstuk 5 en bijlage 4. Het resultaat van de opdracht is in hoofdstuk 6 in de vorm van een aantal conclusies en aanbevelingen weergegeven. Pagina 6 van 23

7 2 Beleidskader zandsuppleties 2.1 Beleidsuitgangspunten suppleren De beleidsuitgangspunten voor de huidige situatie van suppleren zijn: Zandwinning is, afgezien van enkele uitzonderingen, alleen toegestaan zeewaarts van de doorgaande NAP -20 meter lijn; Suppletiebehoefte (12 miljoen m 3 ) is gebaseerd op in stand houden basiskustlijn (BKL). Dit is vertaald naar: 8 miljoen m 3 voor handhaving BKL door suppleties voor duinveiligheid; 4 miljoen m 3 voor handhaving BKL door laten meegroeien kustfundament. Bovenstaand beleid gaat nog niet uit van de voorspelde klimaatveranderingen. Verwacht wordt dat het beleid op termijn aangepast wordt aan de nieuwe inzichten voor zeespiegelstijging en kustmorfologie. Meegroeien met de (relatieve) zeespiegelstijging kan betekenen dat er meer gesuppleerd moet worden om het kustfundament op niveau te houden. Inzichten in de kustmorfologie kunnen betekenen dat er bijvoorbeeld anders wordt omgegaan met de NAP -20 meter lijn en de BKL-lijn. Volgens het Tweede deltaprogramma wordt bij een matige zeespiegelstijging verwacht dat de zandbehoefte als volgt zal toenemen: 2010 = 12 mln m 3 /jr; 2050 = 30 mln m 3 /jr; 2100 = 65 mln m 3 /jr. 2.2 Carbon Footprint Rijkswaterstaat Grondverzet (28%), baggeren (7% + 2%) en kustsuppleties (11%) zijn samen goed voor ongeveer de helft van alle CO 2 -emissies van Rijkswaterstaat. Door in te zetten op minder m 3, kilometers en emissie per m 3 liggen er kansen om de kosten en de milieueffecten van grondverzet en baggeren te verlagen. Figuur 3.3: Carbonfootprint waterstaat.aspx Pagina 7 van 23

8 Beleidskader zandsuppleties In het programma RWS Duurzaam werd het verbinden van innovatieve kennis en vernieuwende projecten binnen Rijkswaterstaat (RWS) gestimuleerd door middel van themasessies in Duurzaam Avontuur. Een van de thema s was Inkoop en Baggeren. Een belangrijk deel van de totale CO 2 -uitstoot door RWS wordt veroorzaakt door de uitstoot van baggerschepen op de Noordzee. Vanaf 2011 gaat RWS CO 2 -reducerende maatregelen belonen via de EMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving). Scores op de CO 2 -prestatieladder en/of internationale certificaten worden geaccepteerd als bewijsmiddel. De CO 2 -prestatieladder wordt later uitgelegd. Daarnaast zijn er op de lange termijn mogelijkheden tot kostenbesparing en besparing in CO 2 -uitstoot door het verminderen van de vaarafstanden, hergebruiken van baggermaterieel uit de vaargeulen voor kustsuppleties, meer en diepere onderwatersuppleties in plaats van strandsuppleties en scheepsinnovaties zoals zuinige motoren en het Nieuwe Varen. Onder dit laatste wordt bewuster varen bedoeld, waarbij de bestuurder weet hoe hij zuiniger moet varen (Rijkswaterstaat Intranet, Duurzaam Avontuur, 2011). Scheepsinnovaties of uitvoeringsinnovaties zijn bij Duurzaam Avontuur niet aan bod gekomen. In een workshop (2010) is geprobeerd innovatieve uitvoeringstechnieken boven tafel te krijgen in een casus met huidig beleid en aanbestedingsprocedure en contracten. Daar zijn geen vernieuwingen boven tafel gekomen. Een brede steun voor de toepassing van de CO 2 -prestatieladder was wel een resultaat (Bron: gesprekken met Harald Versteeg, o.a. op 27 oktober 2011). Om aannemers te stimuleren duurzamer te werken, is de CO 2 -prestatieladder ingevoerd. Deze systematiek, oorspronkelijk van ProRail, is verder ontwikkeld voor gebruik door meerdere opdrachtgevers in de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) sector. De CO 2 -prestatieladder is een instrument waarmee opdrachtgevers op efficiënte wijze kunnen beoordelen hoe serieus een opdrachtnemend bedrijf werk maakt van planmatige CO 2 -reductie. De ladder stimuleert bedrijven tot klimaatvriendelijk opereren en produceren. Hoe meer een bedrijf zich inspant om CO 2 - uitstoot te reduceren, hoe hoger het scoort op de ladder en hoe meer kans het bedrijf maakt op gunning van projecten (Rijkswaterstaat Intranet, CO 2 -prestatieladder, 2011). Er worden vijf treden onderscheiden, waarbij no.5 de hoogste trede is. Grofweg behelzen deze de volgende inspanning: 1. carbon footprint van bedrijf is in kaart gebracht. 2. maatregelen voor reductie van CO 2 zijn opgesteld. 3. maatregelen voor reductie van CO 2 worden uitgevoerd. 4. kennis over verduurzaming van het bedrijf/ de sector worden transparant gedeeld met de sector. 5. er wordt samengewerkt met een NGO voor de reductie van CO 2 uitstoot in de sector. Bij een aanbesteding kan Rijkswaterstaat er voor kiezen een minimale trede uit te vragen als knock-out -criterium, of een fictieve korting toekennen aan de tredes volgens de EMVI-methode (Economisch Meest Voordelige Inschrijving). De CO 2 -prestatieladder is bij Rijkswaterstaat voor het eerst toegepast bij de aanbesteding van het Onderhoud grote vaargeulen. Pagina 8 van 23

9 3 Conventionele suppletieprocessen In dit hoofdstuk wordt de huidige suppletieproces op hoofdlijnen beschreven en wordt aangegeven hoe de verschillende aspecten van het suppletieproces doorwerken in kosten en energiegebruik. Het energieverbruik van fossiele brandstoffen is een maat voor de CO 2 -uitstoot. In paragraaf 2.3 wordt een overzicht gegeven van de CO 2 -uitstoot van RWS. Voor het besparen van energie (en dus CO 2 -uitstoot) in het huidige suppletieproces, is in paragraaf 3.3. aangegeven waar de optimalisatiemogelijkheden liggen. 3.1 Suppletieproces De zandsuppleties langs de kust worden uitgevoerd met sleephopperzuigers. Het suppletieproces bestaat uit zandwinning, varen en suppleren. De wijze van suppleren kan per opdracht fundamenteel verschillen. Suppleren kan door dumpen, rainbowen of strandsuppletie. Uiteraard zijn er binnen het suppletieproces nog allerlei uitvoeringsvariaties mogelijk. Dit zijn echter optimalisatievarianten van de uitvoering. Het zijn geen wezenlijk andere uitvoeringswijzen. Met de bestaande middelen (de sleephopperzuigers) wordt geoptimaliseerd door bijsturing van de volgende vrijheidsgraden: grootte en type sleephopperzuiger (ook mede afhankelijk van de inzetmogelijkheden); winningslocatie (korrelgrootte zand); winningsdiepte; winningsafstand; vaarsnelheid. In Economische en milieukundige effecten van zandwinstrategie (Blueconomy, febr. 2010) is o.a. aangegeven hoeveel brandstof (stookolie) nodig is. Dat is voor een situatie van 4 miljoen m 3 suppletie en een vaarafstand van 30 km (enkele reis) weergegeven in figuur 3.1. Pagina 9 van 23

10 Conventionele suppletieprocessen Brandstofverbruik bij suppleren mln kg 4 3 dumping sailing dredging vooroever rainbowen strandsuppletie wijze van suppleren Figuur 3.1: Brandstofverbruik voor een case van 4 miljoen m3 suppletie en 30 km varen De CO 2 /uitstoot is direct gerelateerd aan het brandstofgebruik. RWS heeft de CO 2 /uitstoot van haar werkzaamheden geïnventariseerd. Dat is in paragraaf 2.3 aangegeven. Uit figuur 3.1 is af te leiden dat het energiegebruik van dumpen in de vooroever beperkt is. Daarmee wordt circa 15% - 20% brandstofverbruik bespaard. Die wijze van suppleren wordt al zoveel mogelijk toegepast. De natuurlijke processen van golfwerking en stroming brengen het zand immers al naar het strand. Strandsuppleties kunnen vanwege het extra energieverbruik beter vermeden worden. Ter illustratie wordt in figuur 3.2 door raadslid Kees Stam van de gemeente Heemskerk de vooroeversuppletie gemotiveerd richting strandtenthouders. Pagina 10 van 23

11 Conventionele suppletieprocessen Figuur 3.2 Effect vooroeversuppletie op strand (bron: NHD, 8 nov. 2011) Uit figuur 3.1 is ook af te leiden dat het energiegebruik voor het transporteren (varen) circa 2 maal zo groot is als het energiegebruik voor winnen (dredging). Het ligt hierdoor voor de hand om voor energiebesparingen te concentreren op het transport van zand. Met een energiebeschouwing kan indicatief bepaald worden welke energiebesparingen in theorie maximaal mogelijk zijn. Daarbij is verondersteld dat het zand 20 m omhoog gebracht moet worden en circa 10 km naar de kust verplaatst moet worden. Als aangenomen wordt dat er geen energie nodig is voor het overwinnen van wrijvingen (wat uiteraard in de praktijk niet het geval is), dan blijken de volgende energiehoeveelheden nodig. In bijlage 5 is de onderbouwing aangegeven. Tabel 3-1 Energieverbruik zandsuppletie Theoretisch minimum energieverbruik Energieverbruik sleephoppers k Watt h / m 3 k Watt h / m 3 Verticaal Horizontaal Veel minder dan Het lage theoretische energieverbruik van het horizontale transport komt door de zeer lage benodigde snelheid van het zandtransport. Verondersteld is dat een zandkorrel er een jaar over mag doen om bij de kust te komen. Het zwakke punt in deze benadering is dat het geldt voor alle zandkorrels die gezamenlijk de suppletiebehoefte van 12 miljoen m 3 vormen. Het met een zeer lage snelheid transporteren van 12 miljoen m 3 naar de kust is met de huidige technieken niet reëel. Het zou een armada van schepen vergen. Hoewel de beschouwing alleen ter illustratie dient, laat ze wel zien dat innovaties in het horizontale transport in potentie veel kunnen opleveren. 3.2 Optimalisatiemogelijkheden van huidige wijze van suppleren Het doel is het zoeken naar innovatieve energiezuinige suppletietechnieken. Suppletie met hoppers wordt op grote schaal toegepast en is kapitaalintensief. Dit heeft de markt al gestimu- Pagina 11 van 23

12 Conventionele suppletieprocessen leerd om veel aandacht te besteden aan kostenbesparingen, mede door brandstofverbruik te reduceren. De techniek wordt mondiaal toegepast en de Nederlandse baggervloot is wereldwijd actief. Het zal dus niet meevallen om daar iets nog beters naast te zetten. Daarom is ook gekeken naar de (energie) optimalisatiemogelijkheden van de huidige wijze van suppleren. Deze zijn in tabel 3.2 weergegeven. In kolom 1 is het te optimaliseren aspect in het suppletieproces weergegeven. In kolom 2 is op hoofdlijnen de huidige werkwijze weergegeven en in de kolommen 3 en 4 zijn de effecten op kosten en energiegebruik weergegeven als het betreffende aspect in het suppletieproces wordt gevarieerd. Tabel 3.2 Optimalisatiemogelijkheden huidige wijze van suppleren Suppletie aspect Huidige situatie Effect kosten Effect CO 2 uitstoot / Formaat schepen Vaarafstand Vaarsnelheid Diepte zandwinning Losmethode De grootte van het schip kent beperkingen in de bevaarbaarheid van ondiepe wateren. Schepen die momenteel worden ingezet variëren van een capaciteit van m 3 tot m 3 (blue economy) die variëren per suppletie methode. De enkele vaarafstanden zijn ca km van winning naar dumping. Er wordt relatief snel gevaren omdat de exploitatiekosten van een baggerschip hoog zijn. Er kan oppervlakkig worden gewonnen tot ca. 2 m diepte of incidenteel juist diep (zandwinputten). De laatste jaren verschuift de wijze van suppleren naar dumpen / klappen in de vooroever. Grotere schepen: Hoe groter het schip, hoe meer zand per reis getransporteerd kan worden. Het brandstofverbruik is daarbij in absolute zin wel meer maar per m 3 zand minder. Als schepen verder uit de kust kunnen blijven voor suppletie kunnen er grotere schepen worden ingezet % van de kosten per m 3 bestaan uit transportkosten. Hoe verder gevaren wordt hoe duurder het wordt. De kosten nemen relatief per kilometer wel af. De kosten nemen door minder snel varen aanzienlijk toe. Als dieper wordt gewonnen dan verkleint het wingebied waardoor er minder ver gevaren hoeft te worden. Afhankelijk van de vaarafstanden en de diepte van het te winnen zand kunnen energie/ en CO 2 -uitstootbesparing worden gehaald van ca. 4% tot 10%.(conclusie Blue economy) Voor het suppleren van de kust zijn 3 methodes voor handen: walpersen (strandsuppletie), klappen (vooroever suppletie) en rainbowen (hoge vooroever). De kosten van vooroever suppleties zijn het laagst, die van walpersen (strandopspuiting) het hoogst. energieverbruik Groter schip: minder uitstoot Grotere vaarafstand: meer uitstoot Minder snel varen: minder uitstoot Dieper winnen: minder uitstoot CO 2 uitstoot: -dumpen, weinig -rainbowen, groot -strandsuppletie, zeer groot Pagina 12 van 23

13 Conventionele suppletieprocessen Suppletie aspect Huidige situatie Effect kosten Effect CO 2 uitstoot / energieverbruik Zandsamenstelling Het verpompen van fijn zand vergt minder brandstof dan grof zand. Bovendien slijt het materieel minder snel. Fijner zand: minder uitstoot. Fijner zand is echter minder stabiel op strand/vooroever daardoor meer suppletie nodig en dus meer uitstoot Inzet Materieel (inclusief mobilisatie) Inzet van schepen wordt bepaald door de aannemer. Beschikbaarheid Grote kostendragers zijn de afschrijving, onderhoud en mobilisatie van materieel. Type schip is van belang voor uitstoot en energiekosten. en kosten per m 3 zijn de belangrijkste factoren voor inzet. Wanneer het materieel efficient kan worden ingezet (icm nabijgelegen projecten ed) worden geen extra kosten gemaakt voor mobilisatie en inefficiënt gebruik van schepen. Afstemmen vraag en aanbod Vaargeulonderhoud gebruiken voor suppletie Goede afstemming verlaagt de kosten. Betere afstemming: minder uitstoot. Combinatie onderhoud en suppletie scheelt 1 maal baggeren. Risico op hogere uitstoot is de mogelijk grotere vaarafstand. Milieueisen aan baggerschepen Kan kostenverhogend werken. Schonere baggerschepen: minder uitstoot Pagina 13 van 23

14 4 Innovatie suppletietechnieken 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de gevonden ideeën over alternatieve suppletietechnieken. Vanuit bestaande bronnen is geïnventariseerd welke alternatieve energievoorzieningen in ontwikkeling zijn (paragraaf 4.2) en welke alternatieve suppletietechnieken zijn gevonden (paragraaf 4.3). Het zijn niet alleen innovaties in techniek die kunnen bijdragen aan het energiezuiniger / duurzamer suppleren. Ook de suppletiestrategie is van belang. Daar wordt binnen RWS al aandacht aan besteed. In paragraaf 4.4. wordt dat met een paar voorbeelden geïllustreerd. Aanvullend is onderzocht of er patenten zijn die alternatieve suppletietechnieken beschrijven (paragraaf 4.5). Sand-bypass-systemen kunnen een voorbeeld zijn voor een alternatieve vorm van suppleren. Daarom wordt daar in paragraaf 4.6 kort op ingegaan. Vanuit de interviews zijn er geen markante nieuwe innovatieve suppletietechnieken naar voren gekomen. Ook als die er wel zouden zijn, is het niet waarschijnlijk dat de betrokken partijen die innovaties zouden melden. Innovatie is immers een onderscheidend element voor concurrentie. 4.2 Alternatieve energievoorziening Zowel voor de conventionele suppletieprocessen als voor innovaties, kan de toepassing van duurzame energie bijdragen aan het doel van energiezuinig suppleren. Daarmee wordt misschien niet minder energie verbruikt dan bij de huidige technieken, maar is er voldoende energie voorhanden. Enkele technieken voor het opwekken van duurzame energie op en rond de Noordzee zijn bij WINN aan bod gekomen. Het Rijkswaterstaat (RWS)-programma WINN (WaterINNovatie) richtte zich van 2002 t/m 2010 op innovaties in waterbeheer en gebiedsontwikkeling. Dit programma is in 2011 opgegaan in het RWS Corporate Innovatieprogramma. Een van de thema s van WINN was Energie uit water. De volgende innovatieve technieken van duurzame energieopwekking in en rond de Noordzee zijn daar naar voren gekomen: Blue Energy. Met behulp van osmose wordt energie opgewekt uit het verschil in zoutconcentratie van zeewater en rivierwater. Dit systeem is het meest rendabel wanneer zoutgradiënten groot zijn, bijvoorbeeld bij sluizencomplexen (IJmuiden, Terneuzen) en de Afsluitdijk. Er zijn twee technieken, zogenoemd RED en PRO. In de studie van Ecofys (2010, blue energy), is de RED techniek nog niet rendabel door de beperkte levensduur van de membranen. Getijdenverval. Ecofys (2010, getijdenverval) heeft de mogelijkheden van energieopwekking door getijdenverval bekeken voor de Brouwersdam, wanneer het getij opnieuw geïntroduceerd zou worden in het Grevelingenmeer. Doordat de getijslag niet zo groot is, zou de kosten-batenanalyse alleen gunstig uitvallen wanneer er subsidies in het spel zijn. Getijstroom. Het principe is dat de stroming die ontstaat door het getij gebruikt kan worden om energie op te wekken. Verschillende systemen zijn hiervoor ontwikkeld: C-energy (ook wel Wave Rotor genoemd), Tocardo en Seagen zijn in Nederland de bekendste. Van belang is een voldoende hoge stroomsnelheid, die niet overal langs de Nederlandse kust bereikt wordt. Ten tijde van het afronden van de studies in het kader van WINN, waren geen van de systemen ver genoeg ontwikkeld voor toepassing. Golfenergie. Voor het opwekken van energie uit de golfbeweging komen meerdere systemen in aanmerking. In het kader van WINN zijn de volgende systemen beschouwd: Archimedes Waveswing, C-Energy (ook voor getijdenenergie), Pelamis, Wave Dragon en Seabased. Bij afronding van het onderzoek voor WINN is er geconcludeerd dat er nog veel techniek ontwikkeld moet worden. Omdat de golfenergie lager is dan in Portugal, waar enkele van de systemen getest zijn, zal de opbrengst in Nederland lager zijn. Om golfenergie voor Nederland interessant te maken, moet gekeken worden naar lichtere installaties die ontwor- Pagina 14 van 23

15 Innovatie suppletietechnieken pen zijn voor minder extreme golfslag en dichter voor de kust toepasbaar zijn of slim geïntegreerd kunnen worden met bestaande structuren (bijvoorbeeld windparken en offshore platforms). Waterstof als brandstof. IHC Merwede heeft in 2010 een proef gedaan met het gebruik van uitsluitend waterstof als brandstof voor een baggerschip. De energie werd opgewekt met het brandstofcelaggregaat Purity van Bredenoord. Het gebruik van waterstof als brandstof is uitstootvrij. Bij ontbranding komen warmte, elektriciteit en schoon water vrij. Tijdens de test bleek dat de installatie bestand was tegen de zware omstandigheden waarin de energie moet worden opgewekt. Waterstof kan op grote schaal worden geproduceerd zelfs met behulp van alternatieve energiebronnen zoals wind (bron: Met uitzondering van de laatste is dus alleen de energieopwekking bekeken. Hoe de energie opgeslagen kan worden of via een netwerk gebruikt kan worden bij het suppleren, is nog niet bekend. Het direct koppelen van duurzaam gewonnen energie aan suppleties kan belemmeringen opleveren. De investeringen in duurzame aanpassingen kunnen waarschijnlijk effectiever besteed worden aan separate duurzame energiewinning. 4.3 Alternatieve suppletietechnieken De Zandpunaise Damen Shipyards (Rikke van Berk) heeft de Zandpunaise ontwikkeld. Een futuristisch idee dat in 1990 voor de Nederlandse kust voor het eerst in prototypevorm is toegepast. De essentie van het idee is het onbemand volledig onder water brengen van het winningsproces. Hoewel het apparaat functioneerde lagen economische belangen ten grondslag aan de beperkte toepassing van de PUNAISE. Het patent is opgesplitst in een gebruikersdeel en een fabricagedeel, De Groot (later Damen Shipyard) bezat de alleenrechten om de PUNAISE te produceren en de aannemer bezat het deel van het gebruik, door tegenstrijdige belangen van beide partijen bleef grootschalig gebruik van de PUNAISE uit. Damen Shipyard heeft bij navraag aangegeven, dat ze nu over andere en / of aanvullende ideeën beschikken (mondelinge mededeling). Figuur 4.1 Zandpunaise Zandwindmolen Een zandwin(d)molen is een windmolen die semipermanent voor de kust staat opgesteld. De windmolen levert de (elektrische) energie voor de aandrijving van een zandpomp. De zandpomp zuigt een zand-watermengsel aan en transporteert dit door leidingen naar de kust. Dit voorziet in de benodigde zandsuppleties langs de kust. Het concept is in figuur 3.2. en figuur 3.3 gevisualiseerd. Het concept is niet eerder toegepast. Er zijn nog verschillende onderzoeksvragen. Het concept is ook geschikt voor andere locaties waar structureel transport van sediment gewenst is (bijvoorbeeld verzandende havens e.d.). Het door Grontmij bedachte concept wordt verder op haalbaarheid getoetst door RWS, IHC Dredging en Deme Dredging. Pagina 15 van 23

16 Innovatie suppletietechnieken ZANDWIN(D)MOLEN molengang windmolen windmolen > 20 m zandpomp opvoerpomp Figuur 4.2.: Conceptuele weergave van de zandwin(d)molen Figuur 4.3: Zandwin(d)molens langs de Nederlandse kust Ecobeach Het Ecobeach-systeem is feitelijk geen suppletietechniek en past daarmee niet binnen de focus van dit onderzoek zoals beschreven in hoofdstuk 1. Het is een techniek die beoogt om het strand beter vast te houden en daarmee de suppletiebehoefte te beperken. Het valt daarmee in dezelfde categorie als hangende stranden en strekdammen. Omdat er toch vaak verwezen werd naar Ecobeach tijdens de interviews, is het concept hier wel opgenomen ter verklaring. Op het strand bij Egmond aan Zee is van 2006 t/m 2010 een proef uitgevoerd met het systeem Ecobeach. De proef is gezamenlijk uitgevoerd door Rijkswaterstaat en de Koninklijke BAM Groep. In de proefvakken worden in de lengterichting om de 100 meter verticale drainagebui- Pagina 16 van 23

17 Innovatie suppletietechnieken zen aangebracht die in zeerichting ongeveer 10 meter uit elkaar staan. De buizen komen tot circa 25 centimeter onder het oppervlak ( laatst geraadpleegd op 24 nov 2011). Doel van de drainagebuizen is een breder strand. Zand dat op de vooroever wordt gesuppleerd en door natuurlijke processen naar het strand wordt gebracht, wordt door het systeem vastgehouden. Dat zou betekenen dat op plaatsen waar strandsuppleties gewenst zijn, een vooroeversuppletie in combinatie met het Ecobeach-systeem zou volstaan. Dat resulteert in korte vaarafstanden. Of het systeem inderdaad een breder strand oplevert, is nog niet aangetoond. Ten tijde van oplevering van dit rapport is de eindrapportage nog niet definitief Zand injecteren onder het strand In het kader van een innovatieweek bij de Haagse Hogeschool (november 2009) is door Rijkswaterstaat een casus ingebracht. Doel van de casus was het bedenken van creatieve oplossingen om de huidige suppletie van de Nederlandse stranden en duingebieden te vereenvoudigen en te versnellen. Dit met zo min mogelijk invloed op de omgeving waar er gesuppleerd wordt. Naast methoden om de oorzaken van erosie weg te nemen (bijvoorbeeld golfbrekers voor de Nederlandse kust) zijn er ook twee innovatieve suppletietechnieken voorgesteld (Bron: Haagse Hogeschool, Eindrapport Innovation Event - Team 98: Rijkswaterstaat 4. Op te vragen bij RWS DNZ Michael de Bruijn). Het eerste idee betreft het injecteren van suppletiezand onder het strand. Het concept werkt als volgt: op zee wordt een baggerschip gekoppeld aan buizen onder de grond naar de kust. Een of meerdere pompen worden gebruikt om het zand naar de kust te pompen. Eenmaal onder de kust, wordt het zand onder de kust geïnjecteerd. Voordelen zijn ongestoorde recreatie en gebruik van bestaande technieken. Knelpunten zijn de permanente leidingen (onderhoud, verstoppingen) en grote onzekerheden ten aanzien van veiligheid. Zo kan er drijfzand ontstaan. Waarschijnlijk kost deze methode meer energie dan de huidige uitvoeringsmethode (klappen). Omdat een technische haalbaarheidsstudie ontbreekt, en het idee in dit kader niet verder ontwikkeld wordt, wordt aangeraden het idee ter inspiratie voor andere innovaties te gebruiken. Figuur 4.4 Zandinjectiesysteem Leidingennetwerk voor de kust Het andere idee waar de studenten van de Haagse Hogeschool mee kwamen was een leidingennetwerk voor de kust. De studenten zien een grote leiding evenwijdig aan de kust voor zich, met kustdwarse aftakkingen zee- en landwaarts. De zeewaartse aftakkingen komen uit op deponeerplatforms, waar de baggerschepen op aansluiten en hun zand het netwerk inpompen. De landwaartse aftakkingen zijn afgesloten met kleppen die centraal te bedienen zijn. Regelen van de kleppen bepaalt op welke locatie een hoeveelheid zand gesuppleerd wordt. De suppletie betreft een vooroeversuppletie. Voordelen zijn de verkorte vaarafstand door de zeewaartse aftakkingen en de mogelijkheid tot gebruik van meerdere wingebieden voor de suppletie van 1 kustvak, de mogelijkheid tot het gelijktijdig lossen van meerdere schepen en de flexibiliteit in tijd en ruimte. Knelpunten zitten in onbekende technieken, de energie benodigd voor het pompen van het zand door de leidingen en het ontbreken van een opslagmogelijkheid van zand. Ook hier ontbreekt een technische haalbaarheidsstudie en de mogelijkheid om het concept verder te ontwikkelen. Ook dit idee, een netwerk van leidingen voor de kust, kan daarom gebruikt worden ter inspiratie van andere innovaties. (Bron: Haagse Hogeschool, Eindrapport Innovation Event - Team 98: Rijkswaterstaat 4. Op te vragen bij RWS DNZ Michael de Bruijn). Pagina 17 van 23

18 Innovatie suppletietechnieken Figuur 4.5 Kustleidingnetwerk 4.4 Innovatie in strategie Binnen Rijkswaterstaat zijn er verschillende projecten die zich bezig houden met innovatieve uitvoeringsstrategieën voor suppleties. Dit zijn Zandwinstrategie en Zandhonger Oosterschelde. - Doel van het project Zandwinstrategie is het ontwikkelen van een strategie en bijbehorende strategische keuzes voor de zandwinning in de Noordzee. Met het oog op toekomstige ontwikkelingen in vraag en aanbod wil Rijkswaterstaat duurzaam beheer van de zandvoorraad borgen. In de nabije en verre toekomst moet zand betaalbaar en duurzaam gewonnen kunnen worden. Het project richt zich niet op het verduurzamen van zandwinning omdat er al voldoende lopende initiatieven zijn. Aan de hand van een aantal gesprekken met verantwoordelijke projectleiders wordt een overzicht gemaakt van lopende initiatieven. Bij elk initiatief worden de volgende aspecten geïnventariseerd: verwachte verduurzamingseffecten (kwalitatief mogelijk, CO 2 -reductie, Milieu Kosten Indicator), termijn waarop het gaat spelen, reeds behaalde resultaten, knelpunten, kansen, gevolgen voor de zandwinstrategie en het perspectief voor korte, middellange en lange termijn. - In het kader van de MIRT Verkenning Zandhonger Oosterschelde is er op 9 november 2011 een werkatelier georganiseerd door Rijkswaterstaat. De bijeenkomst Zandsuppleties Oosterschelde op maat werd ondersteund door het RWS Corporate Innovatieprogramma. In de verkenning wordt gezocht naar haalbare en betaalbare oplossingsrichtingen voor de zandhongerproblematiek in de Oosterschelde. In de scope is al voorgesorteerd op suppletie- en beschermingsoplossingen die de effecten van de zandhonger moeten tegengaan. In het werkatelier werd met ingenieursbureaus en baggeraars ingegaan op de vernieuwingsopgaven in het project en onder welke condities en randvoorwaarden de creativiteit van marktpartijen optimaal aangewend kan worden. Resultaat is het opstarten van een dialoog tussen Rijkswaterstaat en baggeraars over de eisen die RWS stelt en de risicotoedeling. Innovaties zijn nog niet aan bod gekomen bij het werkatelier.(bronnen: Uitnodiging oriënterende bijeenkomst Zandsuppleties Oosterschelde op maat en gesprekken met Ed Berendsen, o.a. op 27 oktober 2011 en 18 november 2011) 4.5 Patentenonderzoek Gezocht is naar patenten die handzaam kunnen zijn voor het suppletieproces. In bijlage 7 is de meest essentiële tekening van de gevonden patenten opgenomen. In tabel 4.1 is een overzicht weergegeven van de gevonden patenten. Het idee van de submersible dredge wordt toegepast bij de verdere ontwikkeling van diepzee mijnbouw. Het basisidee van een submersible dredge is een voorziening die onbemand op de zeebodem delfstoffen wint. Dat kan bijvoorbeeld een rijdend onderwatervoertuig zijn of een varend voertuig (duikbootprincipe). Voor het transport van de delfstof van grote diepte (orde duizenden meters) naar het wateroppervlak Pagina 18 van 23

19 Innovatie suppletietechnieken zijn ook speciale voorzieningen nodig. Deze technieken kunnen een bron zijn voor een alternatieve suppletietechniek. Het idee van drains in het strand lijkt op het idee van Ecobeach dat paragraaf 4.5 is beschreven. Van de andere ideeën zijn bij ons geen gebruikservaringen bekend. Daarvoor is een verdere inventarisatie nodig. Tabel 4.1 Overzicht gevonden patenten Patent Jaartal Essentie van de claim Submersible dredge 1972 Rijdend baggerwerktuig op de zeebodem Floating boom 1970 Beperken erosief langstransport Onderwater voorziening voor baggeren 1978 Onderwaterwerkruimte voor baggerpomp en bediening Drains in strand 1987 Onderdruk creëren in strand ter bevordering sedimentatie Strandopbouw 1987 Lamellensysteem dat zand opvangt en vasthoudt Onderstroom reductie 1991 De erosieve onderstroom richting zee wordt gereduceerd door een bypass systeem Zandstabilisatie 2002 Door het nathouden van het strand is er minder zandverlies door verwaaiing 4.6 Sandbypass-systemen Op plaatsen waar veel zandtransport langs de kust is, bestaat het probleem van verzandende havens of riviermondingen. In de wereld zijn op verschillende plaatsen systemen gebouwd die het zand bovenstrooms oppakken en benedenstrooms weer dumpen (zie bijlage 6). Deze sandbypass-systemen functioneren soms al tientallen jaren. Daaruit kan opgemaakt worden dat de systemen technisch voldoende goed werken en economisch rendabel zijn. Zandbypasssystemen vervullen vergelijkbare functies als de zandsuppleties naar de kust. Daarom is gezocht naar deze bypasstechnieken. In tabel 4.2 zijn een aantal sandbypass systemen opgesomd. Tabel: 4.2 Sandbypass-systemen Bron: World-wide sand bypassing systems: data report. De bypasses die semipermanent zijn, gebruiken nagenoeg allemaal het jet-pompsysteem. Uit de tijdsduur dat de bypasses in gebruik zijn (zie bijlage 6, overzichtstabel), blijkt dat ze naar behoren functioneren. De exploitatiekosten zijn lastig te herleiden. Bij enkele systemen worden exploitatiekosten van 1,- tot 3,- per m 3 genoemd. Pagina 19 van 23

20 5 Resultaten externe interviews en workshop Parallel aan de inventarisatie van innovaties via interne interviews bij RWS en de bureaustudie naar openbare bronnen (hoofdstuk 4) zijn er ook bij verschillende externe partijen interviews gehouden. De inventarisatie van energiezuinige / duurzame suppletietechnieken is afgerond met de organisatie van een workshop. De workshop is voorbereid en georganiseerd door Linkit. In dit hoofdstuk is het resultaat van de interviews en de workshop weergegeven. 5.1 Interviews In het algemeen wordt de technologische insteek van energiezuinig suppleren als te beperkt gezien. De bedrijven zoeken meer ruimte in de wijze van aanbesteden en in de contractvormen en de kennisinstituten zoeken meer ruimte in de brede context van de problematiek van het gehele kustfundament. Uit de interviews zijn geen duidelijk nieuwe technologische ideeën / concepten naar voren gekomen. Het is ook de vraag (zeker bij bedrijven) of ze nieuwe technologische ideeën willen delen. Vanuit concurrentieoverwegingen zullen ze goede ideeën eerst zelf willen ontwikkelen (al of niet met intellectuele bescherming) en pas bij voldoende voorsprong of bescherming naar buiten willen brengen. Bij de kennisinstituten Deltares, TU Delft, TNO en TU Twente en bij de bedrijven Deme Dredging, IHC Dredging en Boskalis zijn interviews afgenomen. Het volledige verslag van de interviews is in bijlage 3 opgenomen. Hieronder zijn de hoofdresultaten van de interviews opgesomd. Baggerbedrijven 25 tot 40% van de kosten per m 3 zijn energiekosten. Ondanks het relatief hoge energieverbruik bij varen (zie figuur 3.1), kan het nagenoeg nooit uit om langzamer te gaan varen vanwege de besparing op brandstof. De afschrijving van het equipment en lasten zijn daarvoor te hoog. De drive is voor de baggerbedrijven al zeer groot om energiekosten te besparen. Ze geven aan dat in het traject met het huidige equipment weinig meer te optimaliseren valt. Wel zien ze mogelijkheden als de randvoorwaarden in tijd en ruimte anders zijn. Bijvoorbeeld langetermijncontracten voor beheer en onderhoud (rond 10 jaar of langer) of uitbesteden van complete kustvakken / winlocaties. Waarderen van energie gebruik / CO 2 -emissie door meenemen in EMVI-criteria zal het energiegebruik / CO 2 -emissie licht kunnen verbeteren. Dat zal echter alleen werken als de opdrachtgever dat in financiële zin waardeert (het is dan de vraag of het CO 2 -voordeel dan opweegt tegen de hogere baggerkosten, zie ook paragraaf 2.3 Carbon Footprint RWS). Baggerbedrijven zijn wel bereid te innoveren als ze de zekerheid hebben dat ze die innovaties op termijn terugverdienen. Eenmalige specifieke eisen bij uitvragen zijn vaak te risicovol. Kennisinstituten Deze zijn zeer geïnteresseerd in de totale context van kustfundament, kustverdediging en willen graag meedenken vanuit die optiek. Dat vergt een langetermijnvisie, die wel 50 tot 200 jaar vooruit reikt. Die aanpak conflicteert met de jaarbudgettenaanpak. Pagina 20 van 23

21 Resultaten externe interviews en workshop De denkwijze van suppleren zou kunnen zijn: elke mm zeespiegelstijging / bodemdaling moet volledig gecompenseerd worden in het kustfundament / kustzone. Dat vergt rond de 7 miljoen kuub per mm. Aangegeven wordt dat naast het pleisters plakken bij de kwetsbare zones (rond de 4-6 miljoen kuub) er ruimte zou moeten zijn voor een langetermijnstrategie van suppleties (de overige ongeveer 8 14 miljoen kuub); Totaal toekomst rond de miljoen kuub. Is er ook politieke ruimte (lees budget) voor de noodzakelijke langetermijnaanpak? Bij een dergelijk aanpak zijn ook andere maatschappelijke meerwaarden van belang. Pilotdenken wellicht gebruiken (daar is vaak eenvoudiger draagvlak voor te krijgen). 5.2 Workshop Op 22 november 2011 is een workshop gehouden. Hier waren RWS, kennisinstituten, ingenieursbureaus, baggerbedrijven en baggerequipementbouwers bij aanwezig. Helaas konden offshore- en windenergiebedrijven niet aanwezig zijn vanwege het samenvallen met een windenergie bijeenkomst. Het verslag van de workshop is in bijlage 4 opgenomen. Hieronder zijn de belangrijkste resultaten van de workshop opgesomd: Resultaten innovatie: Er zijn enkele nieuwe suppletie-ideeën genoemd: Andere brandstof; Zandbus (Deltares); Zandpunaise doorontwikkelen; Stelsel buisleidingen (Nederland aan het zandinfuus); Middels vanes (bodemschermen) een netto kustgericht zandtransport initiëren (Grontmij); Getijde-transportband (Grontmij); Gebruikmaken van onderwaterstroming; Onbemande zeilboten / zonne-energieboten; Windhopper zeil/vlieger; Betere efficiency door specifiek equipment per taak (IHC Dredging); Zandwinning met een crawler en op strand spuiten. Het wordt gewaardeerd dat innovatie op de agenda staat bij RWS en bij Delta Programma Kust. De baggerbedrijven geven aan dat innovaties uiteraard goed zijn, maar dat het niet moet leiden tot innovatie om de innovatie. Primair moet het suppletieproces renderend zijn. De huidige technieken voldoen goed. Aangegeven wordt dat varend transport (energetisch) voordeliger is dan transport door buisleidingen. Wat wordt verwacht van de overheid? Innovatie stimuleren; Onderzoek en innovaties aan de markt overlaten, eerlijke kosten-batenverdeling; Meetbare en realistische eisen t.a.v. duurzaamheid; Kennisdeelsessies organiseren in kleiner verband en op thema. Wat wordt van het bedrijfsleven verwacht? Meer kennisoverdracht van uitvoering naar beleid; Vervolg op Ecoshape; Initiatief nemen en met voorstellen komen; Meedenken in langetermijnontwikkelingen. Wat is essentieel voor de toekomst? langetermijnkust(veiligheid)strategie; langetermijnbeslissingenpolitiek het goede behouden. Niet innoveren om het innoveren; relatie overheid en bedrijfsleven continu vorm blijven geven. Pagina 21 van 23

22 6 Samenvatting, conclusie en aanbevelingen 6.1 Samenvatting De Nederlandse kust wordt veilig gehouden met zandsuppleties op de vooroever en het strand. Door autonome ontwikkelingen en door klimaatverandering wordt verwacht dat in de toekomst de benodigde suppletiehoeveelheden zullen toenemen. Daardoor zullen kosten, energiegebruik en emissies toenemen. Dat was voor RWS en Deltaprogramma Kust (DP Kust) de aanleiding om te inventariseren of er ontwikkelingen zijn op het gebied van energiezuiniger / duurzamer suppleren. Die inventarisaties zijn zowel intern binnen RWS als extern bij markpartijen en kennisinstituten uitgevoerd. Aansluitend op de inventarisaties is een workshop georganiseerd. Hier worden de resultaten kort samengevat. Uit de interne inventarisaties van RWS zijn duurzame alternatieven voor de energieopwekking naar voren gekomen (vanuit het WINN (WaterINNovatie) programma). Het opslaan en aanwenden van de energie voor suppleren vormden geen onderdeel van het WINN programma. Of het mogelijk is om die alternatieve energievormen te gebruiken is nog niet in technische en financiële zin onderzocht. De gevonden alternatieve ideeën voor energiezuinig suppleren zijn de Zandpunaise, de Zandwindmolen, Ecobeach, zand injecteren onder het strand en een leidingnetwerk voor de kust. De laatste twee ideeën zijn nog erg pril en niet uitgewerkt. Van de Zandpunaise is een prototype in bedrijf geweest. Het is niet geheel duidelijk waarom dat prototype geen vervolg heeft gekregen. Het concept Zandwindmolen wordt verder door Grontmij, IHC Merwede en Deme Dredging getoetst op technische en financiële haalbaarheid. Voor Ecobeach loopt een proefproject. Het resultaat wordt binnenkort gerapporteerd. Uit de externe interviews komt naar voren dat de baggerbedrijven energiewinst zien in andere contractvormen en dat de kennisinstituten energiewinst zien in het aanpassen van de suppletiestrategieën. Bij de workshop zijn nog enkele aanvullende nieuwe ideeën naar voren gekomen. De technische en financiële haalbaarheid van die ideeën is onbekend. Een eerste verkenning (samen met de inbrenger van het idee) kan uitwijzen of het zinvol is om die ideeën op te pakken. Naast de zoektocht naar nieuwe ideeën is ook globaal gekeken of de huidige suppletievorm met sleephopperzuigers verder verbeterd kan worden. De baggerbedrijven zien mogelijkheden in andere contractvormen. Bijvoorbeeld meer accent op langjarige onderhoudscontracten. Dan kan het voor de bedrijven lonend zijn om specifiek (energiezuiniger) equipement in te zetten. Dat beeld wordt bevestigd door de baggerequipementbouwers. De kennisinstituten zien mogelijkheden in het optimaliseren van suppletiestrategieën (in tijd en ruimte kijken waar winning en dumping het meest effectief is). Dat kan echter soms op gespannen voet staan met de huidige beleidslijnen (winning dieper dan NAP -20 m en handhaven Basis KustLijn). Ze verwachten echter dat er winst te behalen is door nog beter aan te sluiten bij de natuurlijke processen van sedimentatie en erosie. De inventarisatie heeft diverse inzichten opgeleverd. De vraag is hoe verder? RWS / DP Kust heeft de bedrijven uitgenodigd om met concrete voorstellen te komen. Voor de bedrijven is het Pagina 22 van 23

23 Samenvatting, conclusie en aanbevelingen dan van belang wat ze van de overheid kunnen verwachten. Hoe beloont de overheid initiatieven? Aspecten als intellectueel eigendom en terugverdienkansen zijn daarbij van eminent belang. Als die niet voldoende gewaarborgd zijn is het voor bedrijven niet aantrekkelijk om (samen met de overheid) in dergelijke risicovolle projecten te stappen. De overheid kan zelf ook initiatief nemen tot het initiëren van innovaties. Ze zal zich dan moeten beperken tot een begeleidende rol. Het onderzoek en de innovaties worden aan de markt overgelaten. Een concreet genoemd voorbeeld was het organiseren van kennisdeelsessies tussen verschillende partijen in een kleiner verband, met de hoop dat daaruit concrete initiatieven voortvloeien. Ook bij dergelijke kennisdeelsessies moet duidelijk zijn hoe intellectueel eigendom en terugverdienkansen voor de betrokkenen geregeld zijn. 6.2 Conclusie Nieuwe innovaties voor energiezuinig / duurzaam suppleren die al in de praktijk inzetbaar zijn, zijn niet pasklaar voorhanden. Wel zijn er voldoende ideeën die aantrekkelijk genoeg zijn voor een eerste vervolgstap. Duidelijk is gebleken dat RWS, kennisinstituten en markt bereid zijn om die vervolgstap op te pakken. Om dat te kunnen doen is het belangrijk om de wederzijdse verwachtingen (tussen overheid en bedrijfsleven) duidelijk te maken. De uitdaging voor het vervolg ligt dan ook in het vorm geven van die wederzijdse verwachtingen. Bijvoorbeeld in de vorm van een bondig set van rolverdelingen en spelregels. 6.3 Aanbevelingen Aan overheid: Ontwikkel een visie over hoe Energiezuinig Suppleren een onderdeel kan zijn van de Nationale Visie Kust en kan bijdragen aan een duurzamere uitvoering. Creëer een aantrekkelijk speelveld voor innovaties: waarborgen intellectueel eigendom; waarborgen terugverdienkansen; aanbieden proefprojecten / pilots; goede koppeling tussen beleidskennis en uitvoeringskennis door samenwerking tussen Deltaprogramma Kust en Rijkswaterstaat; Maak de beschikbare middelen en netwerken zo concreet mogelijk. Neem ook zelf het initiatief tot (vervolg)overleg met bedrijfsleven. Betrek de offshore-industrie en de windmolenbranche nog beter (door beperkte middelen en drukke agenda s tot nu toe nog slechts beperkt gelukt). Durf ook in te gaan op ervaringsinitiatieven. Dus niet eerst volledig alles uitstuderen, maar soms enigszins opportunistisch aan de slag gaan. Uiteraard met een relatief groot risico op falen. Accepteer dat risico als het beheersbaar is en communiceer het vooraf. Aan bedrijfsleven: Maak gebruik van de geboden kans om met ideeën te komen. De overheid geeft aan dat er diverse innovatieprogramma s zijn. Zoek samenwerkingsverbanden met belendende marktpartijen en/of juist met partijen met een geheel andere invalshoek. Geef zelf actief bij de overheid aan welke randvoorwaarden nodig zijn om initiatieven / innovaties te ontplooien. Pagina 23 van 23

24 Bijlage 1 Bronnen

25 Bijlage 1 : Bronnen Deltaprogramma Werk aan de Delta. Investeren in een veilig en aantrekkelijk Nederland, nu en morgen. Ministerie van VenW, Ministerie van LNV, Ministerie van VROM, september Bijlage 1, Kennis en Innovatie, p83 & p92. Kennisagenda DP Kust/Totaaloverzicht. Concept versie dd 30 mrt IenM BSK Kennisagenda DP Kust stuurgroep (2).xlsx Deltaprogramma Deelprogramma Kust. Plan van Aanpak, definitief concept. Projectteam DP Kust, 31 mei Hoofdstuk 5, Kennisagenda, p31 &32. Alternatieve Lange Termijn Suppletiestrategieën. KPP Onderzoeksplan 2011 ten behoeve van het Deltaprogramma Kust. Deltares, Aanmeldingsnotitie m.e.r. Winning Suppletiezand Noordzee. Google Patenten (internet) World-wide sand bypassing systems: data report. PK Boswood and RJ Murray, Coastal Services technical report R20, Conservation technical report No. 15, ISSN August 2001 Haagse Hogeschool, Eindrapport Innovation Event - Team 98: Rijkswaterstaat 4.

26 Bijlage 2 Factsheets Bron RWS)

27 Factsheet Blue energy Algemene informatie naam idee type idee beschrijving idee bedrijfsnaam eigenaar contactpersonen bij eigenaar Blue energy (RED en PRO) bron van duurzame energie Blue energy (RED) is een methode om energie op te wekken m.b.v. osmose, gebaseerd op het verschil in zoutconcentratie van zeewater en rivierwater. RED (Reverse Electrodialysis) en PRO (Pressure Retarded Osmosis) zijn de twee methoden. Ecofys, Deltares Ecofys heeft onderzoek gedaan naar de terugverdientijden van RED. Deltares heeft onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van PRO in het Noordzeekanaal (bij Ijmuiden). Ecofys: Maarten van de Berg, Fieke Geurts, Nico Stolk. Deltares: C.M. Swinkels, A.C. Bijlsma, S. Hommes Beschrijving Blue Energy categorie eigenaar kennisinstelling Rijkswaterstaat (RWS) betrokken ja Onderzoek Ecofys in het kader van WINN (Water INNovatie) programma Energie uit Water. Onderzoek Deltares: ook in het kader van WINN, met betrokkenheid van Dienst Noord- Holland (DNH) onderaannemers nee stakeholders ja Voor toepassing in Ijmuiden: Voornaamste stakeholders: Rijkswaterstaat Dienst Noord-Holland, Havenbedrijf A'dam, Eneco. Verder betrokken: Provincie Noord-Holland, Gemeente Velsen, Corus, Milieufederatie Noord- Holland, Waternet, Schiphol Group, CVG, ORAM, Klimaatbureau A'dam fase in innovatieproces ontwikkeling van concept producten en resultaten tot nu toe kosten-batenanalyse ontwikkeltijd concept tot uitvoering 5-10 jaar termijn van toepasbaarheid toepasbaarheid in RWS Kustlijnzorg onbekend Het draait om alternatieve manieren om energie op te wekken. Waar deze energie voor wordt gebruikt is niet gespecificeerd. Wanneer opslag van deze energie mogelijk op bijvoorbeeld schepen wordt het echt interessant voor projecten binnen Kustlijnzorg. Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) gegevens kosten suppletie hoger In de studie van Ecofys (2010) is RED nog niet rendabel kosten aanleg en onderhoud niet bekend Uitgedrukt in energie, niet geld kosten beheer niet bekend Membranen hebben een beperkte levensduur en moeten na 5 jaar vervangen worden baten CO2 reductie niet bekend CO2 intensiteit: 42g/kWh baten geldelijk niet bekend Energieterugverdientijd: 29,5 jaar baten maatschappelijke belangen Geheel duurzame energie Impact op suppletiestrategieen Pagina 1 van 28

28 Factsheet Blue energy Beoordeling Blue Energy Beschrijving Blue Energy Innovatie of optimalisatie innovatie toelichting: optimalisatie van bestaande technieken of innovatie voor nieuwe uitvoeringstechnieken hoeveelheid nvt waar - kustlangs nvt Uitgaande van opslag van de duurzame energie in accu of aansluiting op energienet waar - kustdwars anders, nl nvt logistieke planning - winning mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie in accu of aansluiting op energienet logistieke planning - transport mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie in accu of aansluiting op energienet logistieke planning - suppletie mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie in accu of aansluiting op energienet toepassingsduur na ingebruikname flexibele Energieterugverdientijd is 29,5 jaar projectduur tijdsplanning nvt type kust anders, nl nvt Aansluiting bij Deltaprogramma principes meegroei - Er is een minmale ondergrens zijn voor het afvoerdebiet wanneer PRO wordt toegepast bij het sluizencomplex van Ijmuiden. In de toekomst kan het minimum debiet afnemen door klimaatverandering (bv toename van drogere zomers). basiszekerheid 0 natuurlijke dynamiek - Scherpe zoet-zoutgradient gewenst door onnatuurlijke scheiding van wateren ruimtelijke kwaliteit 0 financiering + aansluiting bij adaptief deltamanagement 0 nvt Kansen People Planet Profit Aansluiting bij onderzoek Alternatieve Langetermijn Suppletiestrategieen (ALS) Aansluiting bij Topsector Water nvt Duurzame energie Techniek is volop in ontwikkeling, energetische terugverdientijd zou terug moeten kunnen naar 3 jaar. Nederland loopt voorop in de ontwikkeling in RED. Pilot is mogelijk in Noordzeekanaal (beschutte condities en goed bereikbaar) voor kennisontwikkeling. Wereldwijd is er veel potentieel voor de toepassing. nvt Blue Energy toepassing bij het sluizencomplex IJmuiden kan Speerpunt Water en Energie Pagina 2 van 28

29 Factsheet Blue energy Knelpunten People Planet nvt Zoutgradient in Noordzeekanaal horizontaal en verticaal niet groot genoeg voor rendement PRO-systeem. Zoutgradient in het sluizencomplex bij Ijmuiden is wel groot genoeg, mits het vul- en ledigsysteem wordt aangepast. In tijden van waterschaarste moet een Blue Energy centrale concurreren om watertoelevering met functies als peilbeheer, navigatie, drinkwater en irrigatie. De prioriteit zal dan waarschijnlijk niet bij energieproductie liggen. Profit Techniek is energetisch/economisch gezien nog niet rendabel (fabricage membranen kost teveel energie). Grootschalige implementatie heeft nog tijd nodig. Nu zitten de projecten nog in pilot fase. Beoordeling Blue Energy Drijvende krachten Het idee/project heeft eigenaars met doorzettingsmacht ja Meerdere bedrijven zijn al bezig met technische ontwikkelingen en haalbaarheidsstudies. In Noorwegen is de eerste pilot eind 2010 al afgerond. Het idee/project heeft politieke steun ja duurzame energie, er wordt vanuit overheid meegedacht over mogelijke pilots (Ijmuiden) Aanbeveling voor vervolg Voor energiezuinig suppleren zou aangenomen kunnen worden dat wanneer suppletietechnieken energie van het net gebruiken, een deel hiervan duurzaam is gewonnen. Bovendien is de haalbaarheid van het gebruik van accu's, opgeladen met duurzame energie, of oplaadpunten op zee interessant. Deltares raadt aan een kosten-batenanalyse te maken en vervolgonderzoek te doen in project "Energieleverend gemaal Ijmuiden". Voor een pilotproject in het sluizencomplex Ijmuiden moet er aanvullend technisch en fysisch onderzoek gedaan worden. Ook Ecofys raadt aan te investeren in R&D. Bronnen Deltares, Blue Energy Noordzeekanaal. Verkenning naar een Blue Energy centrale langs het Noordzeekanaal. Status: definitief. Ecofys, Water als duurzame energiebron. Aanbevelingen en energieterugverdientijden van acht technologieen. Pagina 3 van 28

30 Factsheet CO2 Ladder Algemene informatie naam idee type idee beschrijving idee bedrijfsnaam eigenaar CO2 Prestatieladder project ter stimulatie van innovaties/energiezuinigheid instrument in aanbestedingsproces als stimulans (beloning voor eigen initiatieven) voor CO2 reductie voor bedrijven en projecten. Bedrijf krijg certificaat niveau 1 = carbon footprint in kaart; niveau 2 = reductiemaatregelen opstellen; niveau 3 = reductiemaatregelen uitvoeren; niveau 4 = kennis transparant delen; niveau 5 = samenwerken voor reductie) Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO) Beschrijving contactpersonen bij eigenaar contactpersoon bij Rijkswaterstaat Dienst Noordzee (DNZ): Matijs Burger (voor invullen factsheet) categorie eigenaar anders, nl Onafhankelijke stichting Rijkswaterstaat (RWS) betrokken ja CO2 prestatieladder is als effectief instrument uit project Duurzaam Avontuur gevolgd, al toegepast in baggercontract 'Grote Geulen'. andere actoren betrokken nee (onderaannemers) andere actoren betrokken (stakeholders) ja Prorail & Rijksgebouwendienst als aanbesteders, bedrijven als opdrachtnemers hebben certificaten nodig uitgewerkt concept toegepast fase in innovatieproces producten en resultaten tot nu toe ontwikkeltijd concept tot uitvoering reeds in uitvoering termijn van toepasbaarheid nu-2020: gaan implementeren; : toepassen, markt heeft tijd nodig om te innoveren; andere suppl. strategieen, prikkelende werking evalueren. toepasbaarheid in RWS Kustlijnzorg programma beoogd Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) gegevens kosten suppletie toename Door toepassen van EMVI worden criteria gewaardeerd in geld (gunningsvoordeel), wat een hogere aanbestedingsprijs tot gevolg kan hebben. kosten aanleg en onderhoud bij systeem nvt kosten beheer bij systeem baten CO2 reductie (indien mogelijk kwantitatief) baten geldelijk (indien mogelijk kwantitatief) baten maatschappelijke belangen nvt afname uitstoot, niet gekwantificerd geen geen opdrachtnemers stimuleren om CO2 reductie als bedrijf en in het project te bewerkstelligen. Impact op suppletiestrategieen Innovatie of optimalisatie optimalisatie toelichting: optimalisatie van bestaande technieken of innovatie voor nieuwe uitvoeringstechnieken hoeveelheid nvt Pagina 4 van 28

31 Factsheet CO2 Ladder Beschrijving Beoordeling waar - kustlangs nvt waar - kustdwars anders, nl nvt logistieke planning - winning nvt logistieke planning - transport nvt logistieke planning - suppletie nvt toepassingsduur na ingebruikname flexibele projectduur tijdsplanning nvt type kust anders, nl nvt Aansluiting bij Deltaprogramma principes meegroei Toelichting (toelichting principes (uit Nationaal Kader Kust) in opmerkingen) 0 basiszekerheid 0 natuurlijke dynamiek 0 ruimtelijke kwaliteit 0 financiering - Je betaalt waarschijnlijk een hogere prijs voor aansluiting bij adaptief deltamanagement Kansen People Planet Profit Aansluiting bij onderzoek Alternatieve Langetermijn Suppletiestrategieen (ALS) Aansluiting bij Topsector Water 0 duurzaamheid in de aanbesteding (EMVI) (Toelichting duurzaamheidsaspecten in opmerkingen) Uniform over GWW sector & andere opdrachtgevers (Prorail, Rijksgebouwendienst) Ook internationaal profijt van inspanningen Aanzet tot innovatie, bedrijven kiezen zelf hun inspanning CO2 Bedrijven reductie worden stimuleren afgerekend op inzet Bedrijf wordt gestimuleerd tot innovatie voor meer opdrachten nvt Kan aansluiten bij speerpunten Maritieme Wereldtop en Winnen Knelpunten People Planet Profit nvt Prijs voor RWS ligt hoger CO2 reductie voorlopig beperkt omdat bedrijven zelf hun nvt Drijvende krachten Het idee/project heeft eigenaars met doorzettingsmacht ja SKAO, meerdere overheidsinstellingen gebruiken het (uniform) Het idee/project heeft politieke steun ja Meerdere overheidsinstellingen gebruiken het (uniform), sluit aan bij EMVI Aanbeveling voor vervolg Bronnen Bedrijven worden gestimuleerd actief aan de slag te gaan met duurzaamheid. Welke effecten dit heeft op de CO2-reductie in de baggermarkt is nog onbekend. De CO2-prestatieladder zal bij meerdere baggercontracten moeten worden ingezet om de effecten te ervaren. Matijs Burger, RWS DNZ SKAO, CO2 Prestatieladder, samen zorgen voor minder CO2. Hoe werkt de CO2-Prestatieladder 2.0? Pagina 5 van 28

32 Factsheet Ecobeach Beschrijving Algemene informatie naam idee Ecobeach type idee innovatieve uitvoeringstechniek beschrijving idee Een grid van drainagepaaltjes in het strand zorgen voor een breder strand. Dat het systeem zand zou vasthouden op het strand of zelfs erosie zou verminderen is niet aangetoond noch ontkracht. Wanneer dat wel het geval zou zijn, wordt de vaarafstand verkort (vooroever suppleties zijn voldoende). bedrijfsnaam eigenaar BAM contactpersonen bij eigenaar Ad van 't Zelfde categorie eigenaar marktpartij Rijkswaterstaat (RWS) betrokken ja Ecobeach is onderdeel van het vroegere WINN en Eigen Initiatief. Zou in 2011 afgerond moeten worden. andere actoren betrokken (onderaannemers) andere actoren betrokken (stakeholders) ja ja Deltares is verantwoordelijk voor het vaststellen van het effect van het systeem (is het zandvolume toegenomen?) TU Delft, Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit Amsterdam zijn betrokken bij ontwikkelen van theorieen over de werking fase in innovatieproces ontwikkeling van concept producten en resultaten tot nu toe pilotproject Egmond aan Zee. Het systeem is al verwijderd, discussie loopt nu of de toename van het zandvolume wel of niet binnen de natuurlijke trend valt ontwikkeltijd concept tot uitvoering 0-5 jaar termijn van toepasbaarheid nu toepasbaarheid in RWS Kustlijnzorg onbekend programma Met de voorlopige conclusies (volumetoename valt binnen natuurlijke trend) ziet de Rijkswaterstaat het systeem niet bijdragen aan veiligheid. Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) gegevens kosten suppletie afname Strandsuppleties kunnen uitgevoerd worden als vooroeversuppleties. Vervolgens zou het strand dan breder worden. kosten aanleg en onderhoud bij systeem laag Precieze kosten niet bekend. Plaatsing relatief eenvoudig. Onderhoud in 5 jarige pilot niet nodig geweest. kosten beheer bij systeem laag Drainagepaaltjes moeten soms terug geduwd baten CO2 reductie (indien mogelijk kwantitatief) baten geldelijk (indien mogelijk kwantitatief) baten maatschappelijke belangen onbekend onbekend breder strand worden in het zand. Als vaarafstand verkleind wordt (vooroever suppleren in plaats van strand) neemt CO2 uitstoot af. Is niet gekwantificeerd. Impact op suppletiestrategieen Innovatie of optimalisatie innovatie toelichting: optimalisatie van bestaande technieken of innovatie voor nieuwe uitvoeringstechnieken hoeveelheid geen impact waar - kustlangs geen impact waar - kustdwars vooroever Pagina 6 van 28

33 Factsheet Ecobeach logistieke planning - winning logistieke planning - transport logistieke planning - suppletie toepassingsduur na ingebruikname tijdsplanning type kust geen impact geen impact vooroever minimale projectduur geen impact Hollandse Kust minimale projectduur waarbij CO2 reductie wordt behaald niet bekend. Systeem verwijderen is relatief eenvoudig. Aansluiting bij Deltaprogramma principes Toelichting (toelichting principes (uit Nationaal Kader Kust) in opmerkingen) meegroei + meegroei met zeespiegelstijging mogelijk basiszekerheid + breder strand natuurlijke dynamiek - natuurlijke processen worden gebruikt. Op welke wijze het systeem zou werken (wetenschappelijk theorie) niet bekend ruimtelijke kwaliteit 0 financiering + Gemeentes zouden systeem aan kunnen aansluiting bij adaptief deltamanagement schaffen voor recreatiedoeleinden 0 Legt geen directe beperkingen op aan planning van maatregelen Kansen (Toelichting duurzaamheidsaspecten in opmerkingen) Beoordeling People Planet Profit Aansluiting bij onderzoek Alternatieve Langetermijn Suppletiestrategieen (ALS) Aansluiting bij Topsector Water Knelpunten People Planet Profit Kustveiligheid wordt niet verkleind bij toepassen van systeem. Installatie systeem is relatief eenvoudig. Bredere stranden leiden tot meer recreatie. Recreatie is bijna ongehinderd door systeem. Als het systeem iets van zand vasthoudt (hoe weinig ook), dan is het winst. Er hoeft minder gesuppleerd te worden. nvt. Uitgaande van de voorlopge conclusies heeft het geen effect op kustveiligheid, alleen op recreatie. De pilot binnen WINN en Eigen Initiatief was een mooi voorbeeld van samenwerking binnen de Gouden Driehoek om tot (duurzame) innovaties te komen. Drainagepaaltjes kunnen boven het strand uitsteken. Dit kan gevaarlijk zijn voor recreanten. De paaltjes kunnen door de aannemer eenvoudig terug geduwd worden. Bij verwijderen systeem kan drijfzand optreden. Dit resulteerde in een ongeluk met een paard. Voor zover de resultaten nu laten zien heeft het systeem geen effect op kustveiligheid nvt Werking systeem is niet aangetoond. Systeem is omstreden in Denemarken. Drijvende krachten Het idee/project heeft eigenaars met ja BAM heeft patent op systeem. doorzettingsmacht Het idee/project heeft politieke steun nee Werking is nog niet aangetoond of verklaard. Pagina 7 van 28

34 Factsheet Ecobeach Aanbeveling voor vervolg De afronding van de pilot Ecobeach is nog bezig. Voorlopig kan de werking van het systeem niet worden verklaard of aangetoond. Het lijkt erop dat het systeem geen extra aanzanding veroorzaakt, hooguit het zand op het strand vasthoudt. Daarmee heeft het systeem weinig toegevoegde waarde voor Energiezuinig Suppleren anders dan dat wellicht vooroeversuppleties op meer plaatsen toegepast kunnen worden. Bronnen Definitief eindrapport pilot Ecobeach is nog niet opgeleverd. Pagina 8 van 28

35 Factsheet Getijdenverval Beschrijving Algemene informatie naam idee getijdenverval type idee bron van duurzame energie beschrijving idee Ecofys heeft de energieterugverdientijden berekent van een turbine in de Brouwersdam wanneer het getij opnieuw geintroduceerd wordt in het Grevelingenmeer. Uitgegaan is van een getijdenverschil van 0,7 meter. Voor de berekeningen is uitgegaan van de huidige turbines in de Franse getijdencentrale in La Rance. bedrijfsnaam eigenaar Ecofys contactpersonen bij eigenaar Maarten van de Berg, Fieke Geurts, Nico Stolk categorie eigenaar kennisinstelling Rijkswaterstaat (RWS) betrokken ja Ecofys is door Deltares ingehuurd in het kader van Water Innovatie (WINN) programma Energie uit Water andere actoren betrokken nee (onderaannemers) andere actoren betrokken (stakeholders) ja Rijkswaterstaat Zeeland, Provincie Zeeland, waterschappen en natuurorganisaties voor getijherintroductie in Grevelingenmeer ontwikkeling van concept fase in innovatieproces producten en resultaten tot nu toe kosten-batenanalyse ontwikkeltijd concept tot uitvoering 5-10 jaar Incl. nemen van besluit over herintroductie van getij. Met het huidige beheer (sluizen open) zijn de stroomsnelheden en dus de opbrengsten minder hoog. termijn van toepasbaarheid toepasbaarheid in RWS Kustlijnzorg programma onbekend Het draait om alternatieve manieren om energie op te wekken. Waar deze energie voor wordt gebruikt is niet gespecificeerd. Wanneer opslag van deze energie mogelijk op bijvoorbeeld schepen wordt het echt interessant voor projecten binnen Kustlijnzorg. Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) gegevens kosten suppletie niet bekend afhankelijk van de kosten van aanleg en onderhoud kan deze energie goedkoper zijn dan de huidige brandstof kosten aanleg en onderhoud bij systeem niet bekend investeringen in aanleg en onderhoud zijn uitgedrukt in energie, niet in geld. kosten beheer bij systeem niet bekend investeringen in beheer zijn uitgedrukt in energie, niet in geld. baten CO2 reductie (indien mogelijk niet bekend CO2-intensiteit: 27 g/kwh kwantitatief) baten geldelijk (indien mogelijk kwantitatief) GJ Conservatieve jaarproductie, gebaseerd op studie " Synergie" (geen bronvermelding gevonden). Energieterugverdientijd: 6,3 jaar. Subsidie onmisbaar om kosten-batenanalyse van conventionele energie te benaderen baten maatschappelijke belangen Impact op suppletiestrategieen Innovatie of optimalisatie innovatie toelichting: optimalisatie van bestaande technieken of innovatie voor nieuwe uitvoeringstechnieken Pagina 9 van 28

36 Factsheet Getijdenverval Beschrijving hoeveelheid nvt waar - kustlangs nvt Uitgaande van opslag van de duurzame energie in accu of aansluiting op energienet waar - kustdwars anders, nl nvt logistieke planning - winning mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie in accu of aansluiting op energienet logistieke planning - transport mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie in accu of aansluiting op energienet logistieke planning - suppletie mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie toepassingsduur na ingebruikname flexibele Energieterugverdientijd is 3,6 jaar projectduur tijdsplanning nvt type kust anders, nl nvt Aansluiting bij Deltaprogramma principes Toelichting (toelichting principes (uit Nationaal Kader Kust) in opmerkingen) meegroei 0 Meegroeimogelijkheden met zeespiegelstijging en Brouwersdam niet bekend basiszekerheid 0 natuurlijke dynamiek + Zeker wanneer uitgegaan wordt van herintroductie van het getij in het Grevelingenmeer ruimtelijke kwaliteit + Ecologie wordt hersteld bij herintroductie getij. Eventueel moeten oevers aangepast worden, afhankelijk van het geintroduceerde getijverschil Beoordeling financiering + aansluiting bij adaptief deltamanagement 0 nvt Kansen People Planet Profit (Toelichting duurzaamheidsaspecten in opmerkingen) nvt Duurzame energie gelijktijdig met herstel ecologische waarden in Grevelingenmeer. Positieve effecten op ecologie (vis en vogels) Veel bestaande technieken, dus snel toepasbaar. Volgens Ecofys is getijdenenergie voor Nederland redelijk interessant. Er zijn voldoende bestaande dammen om de techniek te installeren Aansluiting bij onderzoek Alternatieve Langetermijn nvt Suppletiestrategieen (ALS) Aansluiting bij Topsector Water Speerpunt Water en Energie. Bij speerpunt Winnen op Zee wordt gesproken over infrastructuur voor het winnen van grondstoffen op zee. Dit zou een mogelijk gebruik van die infrastructuur kunnen zijn. Knelpunten People Planet Herintroductie van getij is nog geen genomen besluit Overheid moet innovatie ondersteunen. Ook negatieve effecten op vogels. Pagina 10 van 28

37 Factsheet Getijdenverval Profit Energieterugverdientijd ligt met 6,3 jaar redelijk hoog, terwijl de technieken al ver ontwikkeld zijn (dus weinig winst op die 6,3 te halen). Brouwersdam zou aangepast moeten worden. Energieopbreng lager dan in Engeland door kleiner getijdeverschil. Subsidies onmisbaar om de kosten-baten analyse vergelijkbaar met conventionele energie te maken. Beoordeling Drijvende krachten Het idee/project heeft eigenaars met doorzettingsmacht nee Het idee/project heeft politieke steun ja Duurzame energie In de studie van Ecofys worden geen eigenaren aangegeven. Er zijn studies die lopen/afgerond over turbines in de Afsluitdijk. Aanbeveling voor vervolg Bronnen Voor energiezuinig suppleren zou aangenomen kunnen worden dat wanneer suppletietechnieken energie van het net gebruiken, een deel hiervan duurzaam is gewonnen. Bovendien is de haalbaarheid van het gebruik van accu's, opgeladen met duurzame energie, of oplaadpunten op zee interessant. Volgens Ecofys is getijdenenergie voor Nederland interessant. In de Brouwersdam kunnen verschillende turbines overwogen worden. Ecofys, Water als duurzame energiebron. Aanbevelingen en energieterugverdientijden van acht technologieen. Royal Haskoning, Tidal Energy - lessons learnt from the United Kingdom and Opportunities for the Netherlands. Status: final report Pagina 11 van 28

38 Factsheet Getijstroom Beschrijving Algemene informatie naam idee getijstroom energie type idee bron van duurzame energie beschrijving idee Getijdenstroming gebruiken om energie op te wekken. Een aantal systemen werken vergelijkbaar: C-energy (ook bekend onder de naam Wave Rotor), Seagen. C-energy wordt geplaatst bij bestaande constructies op zee. Ecofys heeft de terugverdientijden van deze energiebron uitgerekend, op cradle-to-cradle wijze (van winning en vervaardiging grondstoffen tot recycling). De resultaten zijn vnl. gebaseerd op een studie van de C-energy in de Westerschelde bij Borssele en de Seagen in Ierland. Deltares heeft een pilot uitgevoerd met de Tocardo, een waterturbine, in een van de uitwateringssluizen van het Stevinsluizencomplex in de Afsluitdijk. bedrijfsnaam eigenaar De Wave Rotor is ontwikkeld door C-energy i.s.m. Ecofys en de Seagen is ontwikkeld door Marine Current Turbines. contactpersonen bij eigenaar Ecofys (voor studie van terugverdientijden): Maarten van de Berg, Fieke Geurts, Nico Stolk categorie eigenaar marktpartij Rijkswaterstaat (RWS) betrokken ja Ecofys is door Deltares ingehuurd in het kader van Water Innovatie (WINN) programma Energie uit Water andere actoren betrokken nee (onderaannemers) andere actoren betrokken ja C-Energy, Marine Current Turbines (stakeholders) fase in innovatieproces uitgewerkt concept Met de Wave Rotor zijn proeven gedaan in de Westerschelde, de Seagen is geinstalleerd in Noord-Ierland. producten en resultaten tot nu toe pilotproject Doelen proef Wave Rotor: 1) het aantonen van de economische potentie van energieopwekking en -levering uit golven en getijdenstromingen 2) evaring opdoen in de realisatie en installatie van een dicht bij de kust liggende turbine 3) het monitoren en analyseren van het operationele gedrag, de prestaties en opbrengsten Seagen is geinstalleerd als permanente installatie ontwikkeltijd concept tot uitvoering 0-5 jaar Seagen is reeds in gebruik termijn van toepasbaarheid nu toepasbaarheid in RWS Kustlijnzorg programma niet Het draait om alternatieve manieren om energie op te wekken. Waar deze energie voor wordt gebruikt is niet gespecificeerd. Wanneer opslag van deze energie mogelijk op bijvoorbeeld schepen wordt het echt interessant voor projecten binnen Kustlijnzorg. Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) gegevens kosten suppletie niet bekend afhankelijk van de kosten van aanleg en onderhoud kan deze energie goedkoper zijn dan de huidige brandstof Pagina 12 van 28

39 Factsheet Getijstroom Beschrijving Beoordeling kosten aanleg en onderhoud bij systeem kosten beheer bij systeem baten CO2 reductie (indien mogelijk kwantitatief) baten geldelijk (indien mogelijk kwantitatief) baten maatschappelijke belangen niet bekend niet bekend 45,6 ton CO2 reductie C-energy kan op bestaande constructies op zee worden geinstalleerd jaarlijkse energieopbrengst 390 GJ. CO2 reductie komt overeen met circa 0,1% van suppletie emissies energieterugverdientijden energieterugverdientijd voor Seagen: 1,5 jaar energieterugverdientijd voor C-energy: 3,7 jaar (afhankelijk van optredende stroomsnelheden) De Tocardo levert een vermogen van 35 kw bij een watersnelheid van circa 3 m/s. geheel duurzame "Er opwekking wordt afgeraden van energie economische berekeningen Impact op suppletiestrategieen Innovatie of optimalisatie innovatie toelichting: optimalisatie van bestaande technieken of innovatie voor nieuwe uitvoeringstechnieken hoeveelheid nvt waar - kustlangs nvt Uitgaande van opslag van de duurzame energie waar - kustdwars anders, nl nvt logistieke planning - winning mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie in accu of aansluiting op energienet logistieke planning - transport mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie in accu of aansluiting op energienet logistieke planning - suppletie mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie toepassingsduur na ingebruikname flexibele projectduur terugverdientijden 1,5 en 3,7 jaar tijdsplanning nvt type kust anders, nl nvt Aansluiting bij Deltaprogramma principes Toelichting (toelichting principes (uit Nationaal Kader Kust) in opmerkingen) meegroei + meegroeien met zeespiegel mogelijk basiszekerheid 0 natuurlijke dynamiek + natuurlijke dynamiek om energie op te wekken ruimtelijke kwaliteit 0 financiering + aansluiting bij adaptief deltamanagement 0 nvt Kansen (Toelichting duurzaamheidsaspecten in opmerkingen) People nvt Planet geheel duurzame energie-opwekking Profit Ontwikkeling van techniek en vorming van consortia, o.a. in de Gouden Driehoek C-energy kan zowel uit getijstroom als golven energie opwekken Aansluiting bij onderzoek Alternatieve Langetermijn nvt Kleine veschillen Suppletiestrategieen in stroomsnelheid (ALS) hebben een groot effect op de Aansluiting bij Topsector Water Speerpunt Water en Energie. Bij speerpunt Winnen op Zee wordt gesproken over infrastructuur voor het winnen van grondstoffen op zee. Dit zou een mogelijk gebruik van die infrastructuur kunnen zijn. Knelpunten People Planet Profit nvt Getijdestroomsnelheden in Nederland lager dan bij locaties in Ierland "Verder onderzoek naar de impact van de installaties op vissen en zeehonden van belang." Techniek in Nederland nog in pilot fase Pagina 13 van 28

40 Factsheet Getijstroom Drijvende krachten Het idee/project heeft eigenaars met doorzettingsmacht Het idee/project heeft politieke steun ja ja Aanbeveling voor vervolg Voor energiezuinig suppleren zou aangenomen kunnen worden dat wanneer suppletietechnieken energie van het net gebruiken, een deel hiervan duurzaam is gewonnen. Bovendien is de haalbaarheid van het gebruik van accu's, opgeladen met duurzame energie, of oplaadpunten op zee interessant. Beoordeling "Getijdenstroom energie is voor Nederland redelijk interessant, maar bevindt zich nog in de pilot fase. De techniek kan toegepast worden op platsen waar de sroming (eventueel kunstmatig) groter is dan 2 m/s. Om de techniek verder te ontwikkelen is het nodig om proefinstallaties voor langere tijd (tot vijftien jaar) financieel te ondersteunen. De energiebedrijven en offshore industrie zouden hier een belangrijke rol in kunnen spelen. Buitenlandse energiebedrijven hebben zich vaak gebonden aan de ontwikkeling van een bepaalde installatie, in Nederland is dit nog niet het geval." (Ecofys, 2010) Aanbevelingen voor een eventuele vervolgpilot voor de Tocardo richten zich op het uitbreiden van de vermogenscurve, het vaststellen van het efficientiepunt, snelheden berekenen en meten en hydrodynamische gegevens t.a.v. de effecten van de turbine op de omgeving. (Deltares, 2010) Bronnen Ecofys, Water als duurzame energiebron. Aanbevelingen en energieterugverdientijden van acht technologieen. Website C-energy. Sep 2011 ( Pagina 14 van 28

41 Factsheet Golfenergie Beschrijving Algemene informatie naam idee Golfenergie type idee bron van duurzame energie beschrijving idee Opwekken van energie uit golven op zee. Een aantal systemen beschouwd: Archimedes Waveswing, C- energy, Pelamis, wave dragon, Seabased. Ecofys heeft de terugverdientijden van deze energiebron uitgerekend, op cradle-to-cradle wijze (van winning en vervaardiging grondstoffen tot recycling). De resultaten zijn vnl. gebaseerd op een studie van de Pelamis voor de kust van Portugal. bedrijfsnaam eigenaar Technologieen zijn door verschillende bedrijven ontwikkeld, Ecofys de terugverdientijd berekend contactpersonen bij eigenaar Ecofys: Maarten van de Berg, Fieke Geurts, Nico Stolk categorie eigenaar marktpartij Rijkswaterstaat (RWS) betrokken ja Ecofys is door Deltares ingehuurd in het kader van Water Innovatie (WINN) programma Energie uit Water andere actoren betrokken nee (onderaannemers) andere actoren betrokken (stakeholders) fase in innovatieproces producten en resultaten tot nu toe ontwikkeltijd concept tot uitvoering 0-5 jaar termijn van toepasbaarheid nu toepasbaarheid in RWS Kustlijnzorg programma niet ja De bedrijven die de technologieen hebben ontworpen, bv Teamwork Technology (Archimedes Waveswing) ontwikkeling van concept kosten-batenanalyse Het draait om alternatieve manieren om energie op te wekken. Waar deze energie voor wordt gebruikt is niet gespecificeerd. Wanneer opslag van deze energie mogelijk op bijvoorbeeld schepen wordt het echt interessant voor projecten binnen Kustlijnzorg. Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) gegevens kosten suppletie niet bekend afhankelijk van de kosten van aanleg en onderhoud kan deze energie goedkoper zijn dan de huidige brandstof kosten aanleg en onderhoud bij systeemnog niet bekend kosten beheer bij systeem baten CO2 reductie (indien mogelijk kwantitatief) baten geldelijk (indien mogelijk kwantitatief) baten maatschappelijke belangen nog niet bekend, aansluiting op energienet of plaatselijke accu energie in golf op Noordzee ver (meer dan 30 km) uit kust: 10-13kW per golf terugverdientijd Pelamis voor Nederlandse kust: +/- 15 jaar geheel duurzame opwekking van energie, geen horizonsvervuiling Impact op suppletiestrategieen Innovatie of optimalisatie innovatie toelichting: optimalisatie van bestaande technieken of innovatie voor nieuwe uitvoeringstechnieken hoeveelheid nvt waar - kustlangs nvt Uitgaande van opslag van de duurzame energie of gebruik van accu's waar - kustdwars anders, nl nvt logistieke planning - winning mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie of gebruik van accu's Pagina 15 van 28

42 Factsheet Golfenergie Beschrijving Beoordeling logistieke planning - transport mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie of gebruik van accu's logistieke planning - suppletie mogelijk Uitgaande van opslag van de duurzame energie toepassingsduur na ingebruikname flexibele projectduur Terugverdientijd: 15 jaar, Levensduur jaar, in studie is uitgegaan van 20 jaar tijdsplanning nvt type kust anders, nl nvt Aansluiting bij Deltaprogramma principes opmerkingen) meegroei + meegroeien met zeespiegelstijging mogelijk basiszekerheid 0 natuurlijke dynamiek + natuurlijke dynamiek op Noordzee ruimtelijke kwaliteit 0 financiering + aansluiting bij adaptief deltamanagement 0 Kansen People Planet Profit ontwikkeling van techniek Aansluiting bij onderzoek Alternatieve Langetermijn nvt Suppletiestrategieen (ALS) Aansluiting bij Topsector Water Knelpunten People Planet Profit Toelichting (toelichting principes (uit Nationaal Kader Kust) in (Toelichting duurzaamheidsaspecten in opmerkingen) geen vervuiling van horizon door beperkte omvang van installatie icm afstand va geheel duurzame energie Speerpunt Water en Energie. Bij speerpunt Winnen op Zee wordt gesproken over infrastructuur voor het winnen van grondstoffen op zee. Dit zou een mogelijk gebruik van die infrastructuur kunnen zijn. nvt nvt Nog veel techniek die ontwikkeld moet worden. Vanwege minder intensieve golfslag op de Noordzee zal de opbrangst voor eenzelfde type systemen in Nederland altijd lager liggen dan in bv. Portugal. Om golfenergie voor Nederland interessant te maken, moet gekeken worden naar lichtere installaties die ontworpen zijn voor Drijvende krachten Het idee/project heeft eigenaars met doorzettingsmacht nee techniek moet ontwikkeld worden Het idee/project heeft politieke steun nee niet bekend Aanbeveling voor vervolg Voor energiezuinig suppleren zou aangenomen kunnen worden dat wanneer suppletietechnieken energie van het net gebruiken, een deel hiervan duurzaam is gewonnen. Bovendien is de haalbaarheid van het gebruik van accu's, opgeladen met duurzame energie, of oplaadpunten op zee interessant. Het gebruik van golfenergie in Nederland is op de korte termijn nog niet interessant. Er lopen lange termijn studies zoals FLOW (Far and Large Offshore Wind) en er is onderzoek gedaan naar energie uit de brandingszone (Deltares, 2009). Pagina 16 van 28

43 Factsheet Golfenergie Bronnen Deltares, WINN: De energieproducerende, duurzame dijk. Concept (24 december 2009). Ecofys, Water als duurzame energiebron. Aanbevelingen en energieterugverdientijden van acht technologieen. Pagina 17 van 28

44 Factsheet Injecteren Beschrijving Injecteren Algemene informatie naam idee Injecteren onder de grond (door buizen) type idee innovatieve uitvoeringstechniek beschrijving idee Op zee wordt een baggerschip gekoppeld aan buizen onder de grond naar de kust. Een of meerdere pompen worden gebruikt om het zand naar de kust te pompen. Eenmaal onder de kust, wordt het zand onder de kust geinjecteerd. bedrijfsnaam eigenaar Studenten Haagsche Hogeschool Delft contactpersonen bij eigenaar RWS Dienst Noordzee (DNZ), Michael de Bruijn categorie eigenaar kennisinstelling Rijkswaterstaat (RWS) betrokken ja RWS (DNZ) is opdrachtgever van deze opdracht bij het Innovation Event van de Haagse Hogeschool onderaannemers nee stakeholders nee fase in innovatieproces concept/schetsmatige visie producten en resultaten tot nu toe conceptbeschrijving ontwikkeltijd concept tot uitvoering 5-10 jaar er zijn technische uitdagingen geidentificeerd, m.n. met het oog op veiligheid termijn van toepasbaarheid toepasbaarheid in RWS Kustlijnzorg niet het concept is niet door Rijkswaterstaat opgepakt voor verdere ontwikkeling Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) gegevens kosten suppletie onbekend kosten aanleg en onderhoud onbekend volgens studenten minimaal: buizen liggen onder de grond; verstoppingen zijn moeilijk op te lossen kosten beheer onbekend baten CO2 reductie onbekend baten geldelijk onbekend baten maatschappelijke belangen onbekend recreatie op zee en aan de kust heeft geen last van buizen, bulldozers zijn ook niet nodig. Impact op suppletiestrategieen Innovatie of optimalisatie innovatie toelichting: optimalisatie van bestaande technieken of innovatie voor nieuwe uitvoeringstechnieken hoeveelheid variabel kan continu en incidenteel, afhankelijk van inzet baggerschepen waar - kustlangs punt afhankelijk van leidingen waar - kustdwars strand onder strand logistieke planning - winning vrij te bepalen aanvoer door baggerschepen logistieke planning - transport logistieke planning - suppletie leidingen injectie vanuit leidingen gevaar voor drijfzand toepassingsduur na ingebruikname permanente minimale installatieduur onbekend installatie tijdsplanning variabel kan continu en incidenteel, afhankelijk van inzet baggerschepen type kust anders, nl niet gespecificeerd Pagina 18 van 28

45 Factsheet Injecteren Beoordeling Injecteren Aansluiting bij Deltaprogramma principes meegroei + door vrijheden in continu/incidenteel suppleren is er meegroeimogelijkheid, beperkt door de capaciteit van de leidingen en pompen. basiszekerheid + strandbreedte kan continu gehandhaafd worden natuurlijke dynamiek 0 mogelijkheid tot incidenteel suppleren geeft enige mogelijkheid tot natuurlijke dynamiek ruimtelijke kwaliteit + recreatie wordt niet gehinderd, mits technische veiligheidsuitdagingen (bv drijfzand) worden opgelost financiering 0 aansluiting bij adaptief deltamanagement Kansen People Planet Profit Aansluiting bij onderzoek Alternatieve Langetermijn Suppletiestrategieen (ALS) Aansluiting bij Topsector Water + zeer flexibel in tijd en omvang, niet flexibel in locatie concept gaat uit van bestaande technieken, geen overlast voor recreatie wordt niet gehinderd na aanleg is enige vrijheid in tijd beschikbaar (afwachten, meegroeien, anticiperen), locatie langs Nederlandse kust nog onbekend Bij speerpunt Winnen op Zee wordt gesproken over infrastructuur voor het winnen van grondstoffen op zee. Dit zou een mogelijk gebruik van die infrastructuur kunnen zijn. Knelpunten People Planet Profit drijfzand is een mogelijk technisch knelpunt permanente leidingen Het concept kost waarschijnlijk meer energie dan klappen (dumpen van zand op de vooroever door het schip over het midden open te klappen) nvt Drijvende krachten Het idee/project heeft eigenaars met nee geen actieve eigenaren van het concept doorzettingsmacht Het idee/project heeft politieke steun anders, nl nvt Aanbeveling voor vervolg Bronnen De permanente leidingen zijn een optie, technische haalbaarheid van aansluitingen en pompen niet bekend (niet beschreven). Injecteren onder de grond: vernieuwend idee maar technische haalbaarheid is niet bekend. Doordat het idee geen eigenaar heeft en zich in conceptuele fase Haagse Hogeschool, Eindrapport Innovation Event - Team 98: Rijkswaterstaat 4. Pagina 19 van 28

46 Factsheet Leidingennetwerk Beschrijving Algemene informatie naam idee Leidingennetwerk voor de kust type idee innovatieve uitvoeringstechniek beschrijving idee Evenwijdig aan de kust ligt een grote leiding met kustdwarse aftakkingen zee- en landwaarts. De zeewaartse aftakkingen komen uit op deponeerplatforms, waar de baggerschepen op aansluiten en hun zand het netwerk inpompen. De landwaartse aftakkingen zijn afgesloten met kleppen die centraal te bedienen zijn. Regelen van de kleppen bepaalt op welke locatie een hoeveelheid zand gesuppleerd wordt. De suppletie betreft een vooroever (onderwater)suppletie. bedrijfsnaam eigenaar Studenten Haagsche Hogeschool Delft, in opdracht van Rijkswaterstaat Dienst Noordzee (RWS DNZ) contactpersonen bij eigenaar RWS DNZ, Michael de Bruijn categorie eigenaar kennisinstelling Rijkswaterstaat (RWS) betrokken ja RWS is opdrachtgever van deze opdracht bij het Innovation Event van de Haagse Hogeschool andere actoren betrokken nee (onderaannemers) andere actoren betrokken nee (stakeholders) fase in innovatieproces concept/schetsmatige visie producten en resultaten tot nu toe conceptbeschrijv ing ontwikkeltijd concept tot uitvoering 5-10 jaar termijn van toepasbaarheid toepasbaarheid in RWS Kustlijnzorg programma niet het concept is niet door Rijkswaterstaat opgepakt voor verdere ontwikkeling Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) gegevens kosten suppletie onbekend is niet beschouwd, vaarafstand wordt kleiner kosten aanleg en onderhoud bij systeem onbekend is niet beschouwd, aanleg vast leidingensysteem, pompstations en rock dumping over de leidingen. Onderhoudskosten worden laag ingeschat kosten beheer bij systeem onbekend is niet beschouwd, bediening op afstand baten CO2 reductie (indien mogelijk onbekend is niet beschouwd kwantitatief) baten geldelijk (indien mogelijk onbekend is niet beschouwd kwantitatief) baten maatschappelijke belangen onbekend is niet beschouwd, er wordt uitgegaan van vooroeversuppleties Impact op suppletiestrategieen Innovatie of optimalisatie innovatie toelichting: optimalisatie van bestaande technieken of innovatie voor nieuwe uitvoeringstechnieken hoeveelheid variabel afhankelijk van de aanvoer van schepen. Een opslag is niet beschouwd waar - kustlangs puntsgewijs afhankelijk van de locaties van de landwaartse leidingen Pagina 20 van 28

47 Factsheet Leidingennetwerk Beschrijving Beoordeling waar - kustdwars vooroever logistieke planning - winning vrij te bepalen logistieke planning - transport verkort transport wordt verkort doordat het alleen plaatsvindt tussen winplaats en zeewaarts eind van leidingen logistieke planning - suppletie vanuit leidingen toepassingsduur na ingebruikname permanente installatie minimale installatieduur voor CO2 reductie niet beschouwd tijdsplanning variabel afhankelijk van inzet schepen en evt. toevoegen van opslag aan concept type kust Hollandse Kust m.n. Hollandse kust door vooroeversuppletie, Waddenkust komt wellicht minder in aanmerking voor permanent leidingenstelsel Aansluiting bij Deltaprogramma principes Toelichting (toelichting principes (uit Nationaal Kader Kust) in opmerkingen) meegroei + Afhankelijk van capaciteit leidingen en pompen kan er gesuppleerd worden naar behoefte basiszekerheid + Strandbreedte kan continu gehandhaafd worden natuurlijke dynamiek + en - +: suppleren op vooroever, natuur doet het werk. -: Leidingen met steenbestortingen verstoren natuurlijke dynamiek. Verder liggen de suppletielocaties voor langere tijd vast. ruimtelijke kwaliteit 0 financiering 0 aansluiting bij adaptief deltamanagement + Flexibel in omvang en tijd, maar niet in locatie Kansen (Toelichting duurzaamheidsaspecten in opmerkingen) People Weinig tot geen overlast van het systeem Planet Vaarafstanden verkorten door lossen op zee. Onafhankelijk van het weer suppleren. Meerdere schepen kunnen tegelijk hun lading lossen. Natuur doet het werk Profit Weinig onderhoudskosten, mogelijkheid voor opslag nog onderzoeken, geen overlast voor recreatie Aansluiting bij onderzoek Alternatieve Langetermijn na aanleg is enige Suppletiestrategieen vrijheid in tijd beschikbaar (ALS) (afwachten, meegroeien, anticiperen), locatie langs Nederlandse kust nog onbekend Aansluiting bij Topsector Water Bij speerpunt Winnen op Zee wordt gesproken over infrastructuur voor het winnen van grondstoffen op zee. Dit zou een mogelijk gebruik van die infrastructuur kunnen zijn. Knelpunten People Planet Profit - Weinig flexibiliteit door permanent aangelegde onderdelen. Risico voor ecologie wanneer er wordt uitgegaan van continu suppleren. Nog veel onbekende technieken toe te passen. Duur in aanschaf, zowel leidingen als pompen aanleggen Pagina 21 van 28

48 Factsheet Leidingennetwerk Beoordeling Drijvende krachten Het idee/project heeft eigenaars met doorzettingsmacht nee geen actieve eigenaren van het concept Het idee/project heeft politieke steun anders, nl nvt Aanbeveling voor vervolg Bronnen De permanente leidingen zijn een optie, technische haalbaarheid van aansluitingen en pompen niet bekend (niet beschreven). Idee wordt echt interessant als er mogelijkheden voor opslag van het zand zijn. Doordat het idee geen eigenaar heeft en zich in conceptuele fase Haagse Hogeschool, Eindrapport Innovation Event - Team 98: Rijkswaterstaat 4. Pagina 22 van 28

49 Factsheet Zandwin(d)molen Beschrijving Algemene informatie naam idee Zandwin(d)molen type idee innovatieve uitvoeringstechniek beschrijving idee Een windmolen staat semipermanent voor de kust opgesteld en levert (elektrische) energie voor de aandrijving van een zandpomp. De zandpomp zuigt een zand-water mengsel aan en transporteert dit door grote leidingen naar de kust. Dit voorziet in de benodigde zandsuppleties langs de kust en is ook geschikt voor andere locaties waar structureel transport van sediment gewenst is (bv. verzande havens). bedrijfsnaam eigenaar Grontmij contactpersonen bij eigenaar Jan Kollen categorie eigenaar marktpartij Rijkswaterstaat (RWS) betrokken ja Zandwin(d)molen is een project bij WINN, zal mogelijk ondergebracht worden bij het Coorporate Innovatie Programma andere actoren betrokken (onderaannemers) ja andere actoren betrokken (stakeholders) nee fase in innovatieproces ontwikkeling van concept producten en resultaten tot nu toe Milieueffectrapportage (MER) voor de technische en financiele haalbaarheid zullen andere marktpartijen worden betrokken (ervaring met zandtransport door pijpleidingen, zandpompen, windmolens in Noordzee, resp. ideeel gerichte financiele instellingen schaduwmer (startnotitie in format) in concept gereed, haalbaarheidsstudies zullen in dezelfde fase worden ontwikkeld ontwikkeltijd concept tot uitvoering 5-10 jaar voorstel tot vervolg omvat eerst laboratoriumproeven en experimenten op kleine schaal termijn van toepasbaarheid toepasbaarheid in RWS Kustlijnzorg programma beoogd Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) gegevens kosten suppletie niet bekend financiele haalbaarheid nog niet bekend kosten aanleg en onderhoud bij niet bekend financiele haalbaarheid nog niet bekend systeem kosten beheer bij systeem niet bekend financiele haalbaarheid nog niet bekend baten CO2 reductie (indien mogelijk niet bekend financiele haalbaarheid nog niet bekend kwantitatief) baten geldelijk (indien mogelijk niet bekend financiele haalbaarheid nog niet bekend kwantitatief) baten maatschappelijke belangen niet bekend financiele haalbaarheid nog niet bekend Impact op suppletiestrategieen Innovatie of optimalisatie innovatie toelichting: optimalisatie van bestaande technieken of innovatie voor nieuwe uitvoeringstechnieken hoeveelheid variabel afhankelijk van wind waar - kustlangs punt puntbronnen en puntwinning waar structurele erosie optreedt waar - kustdwars vooroever geen uitspraken over specifieke uitvoering logistieke planning - winning punt klein oppervlak en diep, of groot oppervlak en ondiepe winning logistieke planning - transport leidingen op of onder bodem logistieke planning - suppletie punt Pagina 23 van 28

50 Factsheet Zandwin(d)molen Beschrijving Beoordeling toepassingsduur na ingebruikname permanente installatie geef minimale installatieduur waarbij CO2 reductie wordt behaald tijdsplanning continu bij voldoende wind wordt gewonnen en gesuppleerd, nog geen uitspraken over opslag van energie/zand type kust anders, nl niet gespecificeerd, kan overal langs Nederlandse kust Aansluiting bij Deltaprogramma principes Toelichting (toelichting principes (uit Nationaal Kader Kust) in opmerkingen) meegroei 0 Voorlopig nog niet gedacht over uitbreiding van concept na aanleg basiszekerheid + Continue aanvoer natuurlijke dynamiek 0 Puntbronnen zijn waarschijnlijk niet optimaal voor natuurlijke dynamiek, hoewel er wel sprake is van natuurlijke spreiding ruimtelijke kwaliteit 0 financiering 0 aansluiting bij adaptief deltamanagement Kansen People Planet Profit Aansluiting bij onderzoek Alternatieve Langetermijn Suppletiestrategieen (ALS) Aansluiting bij Topsector Water - Flexibiliteit in de ruimte is beperkt door het gebruik van leidingen over de bodem. Over de flexibiliteit van suppleren in de tijd is nog niets bekend. (Toelichting duurzaamheidsaspecten in opmerkingen) Geen vervuiling van uitzicht door schepen Schone energie Meerdere bedrijven betrokken bij uitwerking concept. Energiebedrijven willen groen imago. Rechtstreekse Geschikt voor suppleren aandrijving op van 1 locatie de pomp voor door langere de windmolen periode. Flexibiliteit van suppleren in tijd niet bekend. Plaats in Corporate Innovatieprogramma: stimulering van Knelpunten People Planet Profit Moet belangrijk aspect zijn bij ontwerp suppletiestrategie: weinig hinder voor recreatie Weinig flexibiliteit door permanent aangelegde onderdelen, risico voor ecologie wanneer er wordt uitgegaan van continu suppleren. Nog veel onbekende technieken toe te passen. Flinke startinvestering vereist Drijvende krachten Het idee/project heeft eigenaars met doorzettingsmacht ja Corporate Innovatieprogramma, Grontmij heeft andere marktpartijen benaderd voor kennisuitwisseling Het idee/project heeft politieke steun ja Corporate Innovatieprogramma Aanbeveling voor vervolg De Zandwindmolen wordt binnen het Corporatie Innovatieprogramma uitgewerkt. Een pilot is nog niet gepland. Grontmij heeft wel al de basis gelegd voor allianties met marktpartijen die verschillende kennis leveren die Grontmij zelf niet heeft. Pagina 24 van 28

51 Factsheet Zandwin(d)molen Bronnen Grontmij, Milieu-effecten Zandwin(d)molen. MER Startnotitie. Concept (30 mei 2011) Pagina 25 van 28

52 Factsheet Zandwinstrategie Beschrijving Algemene informatie naam idee Zandwinstrategie, vervolgactie duurzaamheid en innovatie type idee project ter stimulatie van innovaties/energiezuinigheid beschrijving idee Doel vervolgproject: het tijdig verkrijgen van informatie omtrent de verduurzaming van zandwinning, baggeren en kustsuppleties voor zover relevant voor de zandstrategie. Dit project rich zich niet direct op het verduurzamen van zandwinning omdat er al voldoende lopende initiatieven zijn. Aanpak: a.h.v. een aantal gesprekken met verantwoordelijke projectleiders wordt een overzicht gemaakt van lopende initiatieven (duurzaam inkopen RWS, dieper winnen, Zandmotor, Ecobeach, RWS innovatieplatform) Bij elk wordt geinventariseerd: verwachte verduurzaamheidseffecten (kwalitatief mogelijk, CO2 reductie, MKI), termijn waarop het gaat spelen, reeds behaalde resultaten, knelpunten, kansen, gevolgen voor zandwinstrategie (duurzaamheidsdoelstellingen, gevolgen voor kostenontwikkeling, natuur en andere aspecten), perspectief voor korte, middellange en lange termijn bedrijfsnaam eigenaar Rijkswaterstaat (RWS) Dienst Noordzee (DNZ) en Waterdienst (WD) contactpersonen bij eigenaar Michael de Bruijn & Erik Evers categorie eigenaar overheid Rijkswaterstaat (RWS) betrokken ja Uitvoering onderzoek andere actoren betrokken (onderaannemers) nee Voor andere vervolgacties wel, niet voor vervolgacties duurzaamheid en innovatie andere actoren betrokken (stakeholders) ja IDON, Deltaprogramma Kust, Kustlijnzorg, Stichting Noordzee, initiatiefnemers voor zandwinning fase in innovatieproces stimuleren van VOLGEN, tijdig verkrijgen van informatie conceptontwikkel omtrent de verduurzaming van zandwinning, ing (projectmatig) baggeren en kustsuppleties voor zover relevant voor de zandstrategie producten en resultaten tot nu toe geen De visie voor zandwinstrategie is ontwikkeld, nu bezig met formulering strategie ontwikkeltijd concept tot uitvoering 0-5 jaar termijn van toepasbaarheid nu toepasbaarheid in RWS Kustlijnzorg programma beoogd Dit project, zowel het beheer op de Noordzee als innovatieve technieken, is opgestart vanuit Dienst Noordzee vanwege de betrokkenheid bij uitvoering van Kustlijnzorg Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) gegevens kosten suppletie niet bekend Mogelijke prioritering op basis van winning met minimale kosten kosten aanleg en onderhoud bij nvt systeem kosten beheer bij systeem nvt baten CO2 reductie (indien mogelijk kwantitatief) niet bekend Mogelijke prioritering op basis van winning met minimale effecten voor milieu,of minimale effecten voor natuur baten geldelijk (indien mogelijk nvt kwantitatief) baten maatschappelijke belangen nvt Pagina 26 van 28

53 Factsheet Zandwinstrategie Impact op suppletiestrategieen Beoordeling Beschrijving Innovatie of optimalisatie optimalisatie Beiden Er wordt gekeken naar innovaties, hoe die strategieen kunnen beinvloeden (prijs, hoeveelheden, duurzaamheid) hoeveelheid nvt waar - kustlangs nvt waar - kustdwars anders, nl nvt logistieke planning - winning ja Winlocatie wordt bepaald door strategie logistieke planning - transport ja Duurzaamheid bij transport wordt meegenomen in strategieen logistieke planning - suppletie nvt toepassingsduur na ingebruikname flexibele projectduur tijdsplanning nvt type kust anders, nl nvt, gehele Nederlandse kust Aansluiting bij Deltaprogramma principes meegroei 0 basiszekerheid 0 natuurlijke dynamiek 0 ruimtelijke kwaliteit 0 financiering 0 aansluiting bij adaptief deltamanagement 0 Toelichting (toelichting principes (uit Nationaal Kader Kust) in opmerkingen) Kansen (Toelichting duurzaamheidsaspecten in opmerkingen) People Kustveiligheid is harde randvoorwaarde (apart belang) Planet Ecologische functies Noordzee vallen niet onder duurzaamheid, maar zijn apart belang in overwegingen (natuur) Profit Aan zandwinning is een hele keten van bedrijvigheid gekoppeld (is benoemd als apart belang). Aansluiting bij onderzoek Alternatieve Langetermijn De opbrengsten Suppletiestrategieen van het project Zandwinstrategie (ALS) en de verduurzamingsaspecten daarbinnen zijn nuttig voor ALS. Het kan randvoorwaarden voor strategieen opwerpen. Aansluiting bij Topsector Water nvt. Het project Zandwinstrategie richt zich meer op 3D ruimtelijke ordening op de Noordzee dan dat het innovatie stimuleert of toepast. Knelpunten People Planet Profit nvt Zandvoorraad voldoende groot, maar bepaalde soorten zand zijn schaars Zandwinning kost veel energie veroorzaakt veel uitstoot van CO2 en andere emissies Op zandwinlocaties kunnen ook andere economische belangen een rol spelen (gas/winning, windenergie, kabels en leidingen, visserij) (is apart belang) Drijvende krachten Het idee/project heeft eigenaars met doorzettingsmacht ja Brede betrokkenheid binnen RWS Dienst Noordzee en Waterdienst Pagina 27 van 28

54 Factsheet Zandwinstrategie Het idee/project heeft politieke steun ja Beoordeling Aanbeveling voor vervolg Bronnen Zowel het project Energiezuinig Suppleren als Zandwinstrategie maken een inventarisatie van innovatieve uitvoeringstechnieken. Er is besloten van elkaars kennis en opbrengsten gebruik te maken. Het is van belang elkaars werk in de gaten te blijven houden ivm de workshop die bij beide projecten gehouden worden. Hoe de projectopbrengsten van Zandwinstrategie kunnen bijdragen aan het Deltaprogramma Kust (en ALS) na afloop van project Energiezuinig Suppleren is nog niet bekend, afgezien van informatie-overdracht via informele lijnen. Link tussen projecten wordt wel belangrijk geacht. Rijkswaterstaat, Concept achtergronddocument zandwinstrategie Concept (15 maart 2011). Auteurs: Michael de Bruijn, Ad Stolk, Erik Evers, Evert Schut Rijkswaterstaat, Projectplannen vervolgacties zandwinstrategie. Concept (2 mei 2011). Pagina 28 van 28

55 Bijlage 3 Verslagen externe interviews

56 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews Deme Dredging; TU Delft; Deltares; IHC Dredging; Boskalis; TU Twente; TNO.

57 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 1) Besprekingsverslag Plaats en datum Referentienummer Kenmerk De Bilt, 30 september Plaats en datum bespreking 27 september 2011 Aanwezig Deme (de Vries &vd Wiel): Jan-Mark van Mastwijk, George Pars Grontmij: Jan Kollen, Arjen van den Ouden Afwezig - Kopie aan - Betreft Energiezuinig suppleren Energie zuinig suppleren Deme (de Vries & van de Wiel) Grontmij heeft opdracht van RWS om te inventariseren bij kennisinstituten en marktpartijen welke mogelijkheden er zijn om energiezuinig te suppleren. RWS wil intern en extern in beeld brengen hoe energiezuinig suppleren kan bijdragen aan de duurzame en efficiënte handhaving van de veiligheid van de Nederlandse kust. Daarvoor wil RWS een inventarisatie maken van innovatieve uitvoeringstechnieken, lopende onderzoeken en kennis in het kader van Energiezuinig Suppleren. Het gesprek vindt plaats met Jan Mark van Mastwijk (algemeen Directeur) en George Pars namens Deme, in Nederland vertegenwoordigt door De Vries & van der Wiel. Kan er nog geoptimaliseerd worden naar energiegebruik binnen de conventionele suppletieprocessen? Jan Mark geeft aan dat de prijs per kuub zand al geoptimaliseerd is en dat daar nauwelijks rek meer in zit. Alleen wanneer nog grotere schepen worden ingezet zal de prijs in grote projecten nog scherper kunnen. Wanneer echter de projectgrenzen worden verbreed (randvoorwaarden inzet in tijd e.d. wijzigen) dan zijn er wel mogelijkheden. Het betreft dan dus voornamelijk meer vrijheden in de contractvorm en de wijze van uitzetten in de markt. Zo zijn er efficiency voordelen te behalen bij een juiste combinatie van werken (win-win effect) en door het handig afbakenen van projectgrenzen. Is er op het gebied van CO 2 uitstoot nog optimalisatie denkbaar binnen conventionele suppletieprocessen? Voor wat betreft de CO 2 uitstoot kunnen de verbruikstromen nog verder worden geïnventariseerd om te zien wat de grote verbruikers zijn en of deze kunnen worden geoptimaliseerd binnen het baggerproces. Dit gebeurt momenteel in het kader van de CO 2 -prestatieladder. Het le-

58 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 2) vert echter geen directe kostenbesparing op en zal dus niet direct leiden tot veel innovatie. Wanneer CO 2 reductie specifiek onderdeel is van de EMVI criteria en er dient bijvoorbeeld budget gereserveerd te worden voor onderzoek dan kan dit wel tot verbeteringen leiden. Het is hierin wel belangrijk dat de criteria onderscheidend zijn zodat er daadwerkelijk verschil gemaakt kan worden. Nu is dat vaak niet het geval. Hoe zien jullie de toekomst van het suppleren in termen van energie/co 2 en marktwerking? Voor standaard kustlijnzorg heeft het eenvoudig aanbesteden van percelen volgens E&C systematiek de voorkeur waarbij de win- en suppletie percelen dicht bij elkaar liggen. Ook het toestaan van win-win mogelijkheden kan leiden tot kostenreductie. Overigens zijn de ervaringen met MARS (Monitoring And Registration System) zeer goed voor opdrachtnemer en opdrachtgever. Dit systeem meet de hoeveelheid sediment per baggerschip, zodat productie en voortgang goed kan worden bijgehouden. Overige punten Aan het eind van het gesprek komt ter sprake dat het noemen van technische innovaties lastig is voor commerciële partijen. Deme geeft aan dat veel van de bedrijfsvoering en baggerprocessen bekend is in de markt en bij opdrachtgevers. Interessant is wellicht om de vraag maatschappelijk te benaderen. Deme zal nadenken hoe RWS de maatschappelijke vraag van energiebesparing / CO 2 reductie het beste kan worden uitgevraagd bij marktpartijen.

59 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 3) CONCEPT Besprekingsverslag Plaats en datum Referentienummer Kenmerk De Bilt, 12 oktober Plaats en datum bespreking 11 oktober 2011 Aanwezig TU Delft: Marcel Stive, Cees van Rhee Grontmij: Jan Kollen, Arjen van den Ouden Afwezig Kopie aan Sanne v.d. Heuvel Betreft Gesprek m.b.t. Energiezuinig suppleren langs de Nederlandse kust Energie zuinig suppleren Dit verslag heeft betrekking op een interview in het kader van het onderzoek Energie Zuinig suppleren dat Grontmij uitvoert voor Rijkswaterstaat Waterdienst. RWS wil intern en extern in beeld brengen hoe energiezuinig suppleren kan bijdragen aan de duurzame en efficiënte handhaving van de veiligheid van de Nederlandse kust. Daarvoor wil RWS een inventarisatie maken van innovatieve uitvoeringstechnieken, lopende onderzoeken en kennis in het kader van Energiezuinig Suppleren. Het gesprek vindt plaats met Prof.dr. ir. M.J.F. Stive (waterbouwkunde) en Prof.dr.ir. Cees van Rhee (waterbouwkunde / werktuigbouwkunde, maritieme techniek). Kan er nog geoptimaliseerd worden naar energiegebruik binnen de conventionele suppletieprocessen? Cees van Rhee geeft aan dat de baggermaatschappijen al worden gestimuleerd in de huidige contracten om de kuubprijs zo laag mogelijk te krijgen. Aangezien deze eenheidsprijs voor 30 tot 40% wordt bepaald door het brandstofverbruik geeft dit genoeg stimulans om hierin te optimaliseren. Hieruit blijkt overigens wel dat optimaliseren op afstand van winlocatie en dumplocatie in tijd en ruimte erg veel invloed kan hebben. Dit betreft echter een optimalisatie die contract gestuurd is en heeft weinig tot geen relatie met techniek. Marcel Stive voegt toe dat energiezuinig suppleren niet los gezien kan worden van kosten en contractvorm. Is er op het gebied van CO2 uitstoot nog optimalisatie denkbaar binnen conventionele suppletieprocessen? Er is in het verleden veel nagedacht over innovatieve methodes. Echter, deze methodes worden in de meeste gevallen kapot gerekend omdat deze niet direct besparing opleveren. Het is

60 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 4) essentieel dat voor dit soort methodes een pilot wordt gemaakt. Vaak komt het niet verder dan een KBA waaruit blijkt dat met de huidige kennis de innovatie niet haalbaar is. Cees van Rhee geeft aan dat hij in de tijd dat hij voor Van Oord werkte een keer gekeken heeft naar het gebruik van electromotoren op baggerschepen aangedreven door Accu s. Technisch bleek het goed haalbaar te zijn. Economisch bleek dit conform de huidige cijfers niet haalbaar omdat een container met accu s in prijs gelijk is aan het schip zelf en een afschrijvingtijd heeft van 1,5 jaar. In de huidige markt wordt geoptimaliseerd naar productie binnen het baggerproces. Dit levert de goedkoopste eenheidsprijs. Wanneer naar energieverbruik /CO2 uitstoot geoptimaliseerd zou worden zou de prijs per kuub aanzienlijk stijgen. Langzamer varen zou bijvoorbeeld behoorlijk schelen in energie maar doordat minder wordt geproduceerd nemen de kosten per eenheid toe. Hoe zien jullie de toekomst van het suppleren in termen van energie/co2 en marktwerking? Cees van Rhee geeft aan dat contracten die moeten leiden tot innovatie in het verleden ook averechts gewerkt hebben. Hij geeft het voorbeeld van milieu baggeren tbv opschonen Ketelmeer. Hierin werd marktpartijen gevraagd een baggermethode te ontwikkelen die tot op de millimeter nauwkeurig een dun laagje van de bodem kan schrapen. Twee maatschappijen hebben daarvoor schepen/methodes ontwikkeld die konden baggeren met de voorgeschreven nauwkeurigheid. Rijkswaterstaat heeft na afloop van dit project de eisen weer versoepeld omdat de markt nu te smal geworden was om een project in gezonde concurrentie uit te schrijven. Het gevolg was dat de conventionele methode en schepen weer werden toegepast en 2 maatschappijen nu een schip in de vloot hebben dat nooit meer is ingezet. Wanneer de baggerwerkzaamheden worden benaderd vanuit lifecycle kosten kan op basis van kosten en energieverbruik nog veel worden verbeterd. Het is dan van belang de grenzen van de conventionele contracten en regelgeving te verbreden. Indien bijvoorbeeld lange termijn contracten worden afgesloten (10-15 jaar) dan kunnen marktpartijen zelf flexibeler plannen. Een ander voorbeeld van een contractvorm die tot energie/kosten besparing zou kunnen leiden is DBFM (design, build, finance, maintain). In Argentinië wordt zo bijvoorbeeld de rivier de Paraná onderhouden waarbij het gecontracteerde bedrijf tol heft voor het bevaren van de rivier, waarmee het onderhoud wordt bekostigd. Overig punten Grontmij legt het idee van een workshop voor. Marcel Stive geeft aan dat het goed is om dit te doen in de vorm van een case. Er zou bijvoorbeeld gekeken kunnen worden naar het kustbeheer over 50 jaar. Wat zijn dan de randvoorwaarden (beschikbaarheid zand kustnabij, zeespiegelniveau, hoeveelheid te suppleren zand, brandstofprijzen). Een punt dat altijd terug komt in de discussies over cases in de verre toekomst is de discontovoet. Op basis hiervan blijven jaarlijkse investeringen rendabel en zou het niet per sé lonen om een lange termijn oplossing te zoeken. Om deze discussie goed te voeren tijdens bovengenoemde workshop is het verstandig een econoom uit te nodigen die een en ander kan toelichten. Carel Eijgenraam, inmiddels gepensioneerd, wordt vaker voor dergelijke workshops uitgenodigd. Hij heeft een Koninklijke onderscheiding gekregen voor zijn werk bij het CPB en is ondermeer betrokken bij Veiligheid Nederland in Kaart. Het Marsdiep zou daarnaast een goede case vormen omdat de erosie die daar plaatsvindt kan leiden tot het verdwijnen ervan. Wat gaat er gebeuren als deze voordelta verdwenen is? Wordt dan Texel geërodeerd?

61 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 5) CONCEPT Besprekingsverslag Plaats en datum Referentienummer Kenmerk De Bilt, 13 oktober Plaats en datum bespreking 11 oktober 2011 Aanwezig Deltares: Jan Mulder, Arno Talmon (schuift later aan) Grontmij: Jan Kollen, Arjen van den Ouden Afwezig Kopie aan Sanne v.d. Heuvel Betreft Gesprek m.b.t. Energiezuinig suppleren langs de Nederlandse kust Energie zuinig suppleren Dit verslag heeft betrekking op een interview in het kader van het onderzoek Energie Zuinig suppleren dat Grontmij uitvoert voor Rijkswaterstaat Waterdienst. RWS wil intern en extern in beeld brengen hoe energiezuinig suppleren kan bijdragen aan de duurzame en efficiënte handhaving van de veiligheid van de Nederlandse kust. Daarvoor wil RWS een inventarisatie maken van innovatieve uitvoeringstechnieken, lopende onderzoeken en kennis in het kader van Energiezuinig Suppleren. Het gesprek vindt plaats met Dr. Jan Mulder (Unit Kust- en Zeesystemen). Dr. Ir. Arno Talmon schuift later aan om mee te denken over specifieke technische aspecten. Kan er nog geoptimaliseerd worden naar energiegebruik binnen de conventionele suppletieprocessen? Jan Mulder geeft aan dat hij al vanaf het begin betrokken is geweest bij de zandmotor. Dit is een innovatief kustverdedigingproject en heeft kunnen plaatsvinden omdat het is aangemerkt als pilot. Een pilot is nodig in dit soort gevallen om het haalbaar te maken. Hij benadrukt dat wanneer een (nieuw) idee geoptimaliseerd moet worden er in de praktijk getest moet worden. Om na te gaan of de zandmotor ook echt energiezuinig is dient het bekeken te worden in termen van energieverbruik. Dit is nog niet gebeurd. Eigenlijk moet gezocht worden naar het antwoord op de vraag: wat is energiezuiniger, in één keer heel veel zand, of steeds een klein beetje? Het continu voeden van de kust noemt Jan Mulder Kustlijn irrigatie. Dit is bedoeld als duurzame methode of strategie om de kustlijn ook met een stijgende zeespiegel veilig te houden. De vraag is hoe dit kan worden gerealiseerd.

62 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 6) Jan Mulder heeft niet het idee dat er nog veel geoptimaliseerd kan worden in de techniek binnen de huidige randvoorwaarden (markt/regelgeving). Hij geeft aan dat het belangrijker is om de suppletiestrategie opnieuw tegen het licht te houden. Hoe zien jullie de toekomst van het suppleren in termen van energie/co2 en marktwerking? Momenteel dient RWS 8 miljoen kuub jaarlijks te suppleren om te voldoen aan de BKL. Dit is het pleisters plakken. Daarnaast dient in de toekomst rekening gehouden te worden met een zeespiegelstijging. Deltares heeft de opdracht gekregen om de lange termijn strategie voor kustonderhoud te onderzoeken. Jan Mulder geeft aan dat wanneer per jaar 20 mio kuub gesuppleerd wordt er naast pleisters plakken 12 mio kuub over blijft om de kust verder te versterken en mee te groeien met de zeespiegel. Hierin liggen mogelijkheden voor nieuwe contractvormen met aannemers en voor innovatieve suppletiestrategieën Overige punten en onconventionele ideeën Jan Mulder geeft aan dat een tijd terug een pilot is geweest met de zandpunaise. De punaise is een zandzuiger die zich zelf ingraaft en daarmee zand oppompt. Hierbij zou het zand goedkoop gedumpt kunnen worden door baggerschepen op een locatie uit de kust waar de punaise vervolgens het zand kan opzuigen en transporteren naar de kust. Arno Talmon (specialist baggertechniek en leidingen) bevestigt dat de conventionele technieken vrijwel volledig zijn geoptimaliseerd in termen van mengsel, leiding diameter en stroomsnelheden. Hij geeft aan dat voor nieuwe methodes (zoals de punaise en de zandwindmolen) nog steeds rekening gehouden moet worden met belangrijke randvoorwaarden. Zo kan de diameter van de leiding een beperking vormen omdat bij gebruik van kleine leidingen te veel weerstand optreedt. Hij geeft aan dat een elektrische aandrijving (pomp) zelfs beter zou kunnen zijn dan met fossiele brandstoffen. Maar ook zal er op één of andere manier zand voor de inlaat gebracht moeten worden. Arno Talmon geeft aan dat een baggermethode met stationaire pijpleidingen theoretisch mogelijk is maar dat de belangrijkste uitdaging de mobiliteit van de in- en uitlaat zijn, en dat het zand verder gehaald zal moeten worden dan de reikwijdte van het inlaatpunt. Dit betekent namelijk dat er o.m. gewerkt moet worden met flexibele leidingen en draaipunten. Deze slijten veel harder en zijn dus minder duurzaam. Jan Mulder geeft aan dat de Workshop een goed idee is en dat het belangrijk is om vooraf een duidelijk doel vast te stellen. De workshop zou kunnen bestaan uit 2 delen: Wat is de meest efficiente manier om 1 kuub zand te verplaatsen? Hoe houden we de komende 100 jaar de Nederlandse kust veilig (onderzoek deltares als case, lange termijn strategie)?

63 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 7) Besprekingsverslag Plaats en datum Referentienummer Kenmerk De Bilt, 31 oktober Plaats en datum bespreking 15 oktober 2011 Aanwezig IHC: Dingeman van Woerden, Vincent Toet, Bernardete Castro (MTI), Erik van der Blom Grontmij: Jan Kollen, Arjen van den Ouden Afwezig Kopie aan Sanne v.d. Heuvel Betreft Gesprek m.b.t. Energiezuinig suppleren langs de Nederlandse kust Energie zuinig suppleren Dit verslag heeft betrekking op een interview in het kader van het onderzoek Energie Zuinig suppleren dat Grontmij uitvoert voor Rijkswaterstaat Waterdienst. RWS wil intern en extern in beeld brengen hoe energiezuinig suppleren kan bijdragen aan de duurzame en efficiënte handhaving van de veiligheid van de Nederlandse kust. Daarvoor wil RWS een inventarisatie maken van innovatieve uitvoeringstechnieken, lopende onderzoeken en kennis in het kader van Energiezuinig Suppleren. Het gesprek vindt plaats met: Dingeman van Woerden: hoofd afdeling Development & Innovation Vincent Toet: Technisch Adviseur IHC Erik van der Blom: Manager development & Innovation Bernadette Castro: Sr projectleider (MTI), duurzaamheid specialist Kan er nog geoptimaliseerd worden naar energiegebruik binnen de conventionele suppletieprocessen? Dingeman van Woerden geeft aan dat al jaren wordt geoptimaliseerd in energieverbruik. Dit is nagenoeg core business van IHC, de bouwers van oa baggerschepen. De belangrijkste energie verbruikers zijn de aandrijving van de motor, de pompen en het snijproces. De winst zit waarschijnlijk niet meer in de optimalisatie van het conventionele baggerproces maar in geheel nieuwe processen en technieken. Om deze tot ontwikkeling te laten komen dienen de randvoorwaarden geschapen te worden.

64 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 8) Daarnaast is met slim management veel te winnen. Wanneer efficiënt gebruik gemaakt kan worden van bijvoorbeeld getijdenstroming (diepgang) kan het operationeel proces zoveel mogelijk worden geoptimaliseerd. Is er op het gebied van CO2 uitstoot nog optimalisatie denkbaar binnen conventionele suppletieprocessen? De optimalisatie is voor een deel op productie maar er wordt ook al geoptimaliseerd op ondermeer CO 2 uitstoot. Hier worden gecompliceerde modellen voor gebruikt. Er zijn nog geen directe aanvragen vanuit de markt voor schepen die zijn geoptimaliseerd voor CO 2 uitstoot maar er wordt al wel geanticipeerd op de noodzaak vanuit de overheid om over te gaan op schepen met minder uitstoot. Ook op andere vormen van uitstoot (roet bijvoorbeeld) gebeurt dit nu al. Duurzaamheid is inmiddels in het verlengde van economische haalbaarheid komen te liggen op het gebied van optimalisatie. Daarnaast wordt opgemerkt dat lage kosten, energiezuinigheid en duurzaamheid niet samen opgaan. Momenteel kost duurzaamheid meer dan wanneer voor kosten wordt geoptimaliseerd. Zo is bekend dat een een m 3 strandsuppletie duurder is dan een vooroeversuppletie. De strandsuppletie biedt echter meer rendement omdat vrijwel de hele kuub zand op het strand aankomt. Het gebruik van een andere brandstof kan enorm schelen. Wanneer bijvoorbeeld aardgas gebruikt wordt ipv olie scheelt dit al snel 25% in uitstoot. Dit wordt nog niet toegepast omdat de infrastructuur daar nog niet op is ingesteld. Schepen kunnen momenteel niet efficiënt gas bunkeren (locatie). Hoe zien jullie de toekomst van het suppleren in termen van energie/co2 en marktwerking? Aannemers zijn bereid om te investeren in duurzaam materieel. Hier is echter een risico mee gemoeid en dat risico wil een marktpartij niet dragen. Een nieuwe contractvorm biedt hierin mogelijkheden. Wanneer een de contracten voor langere tijd worden afgesloten kunnen specifieke schepen voor een specifieke opdracht/locatie gebouwd worden. Hierin valt nog veel winst te halen in termen van efficiëntie en dus energie. Overig punten Voor de workshop hebben de partijen met wie Grontmij samenwerkt voor de Zandwin(d)molen liever niet dat dit idee wordt gebruikt als case. Een aantal concurrenten zal namelijk aan tafel zitten en dat is in dit stadium niet verstandig.

65 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 9) Besprekingsverslag Plaats en datum Referentienummer Kenmerk De Bilt, 4 november Plaats en datum bespreking 1 november 2011 Gesprek met Boskalis BV Nederland: M.F.J. van Hoogstraten Grontmij: Arjen van den Ouden Afwezig Kopie aan Sanne v.d. Heuvel, Jan Kollen Betreft Gesprek m.b.t. Energiezuinig suppleren langs de Nederlandse kust Energie zuinig suppleren Dit verslag heeft betrekking op een interview in het kader van het onderzoek Energie Zuinig suppleren dat Grontmij uitvoert voor Rijkswaterstaat Waterdienst. RWS wil intern en extern in beeld brengen hoe energiezuinig suppleren kan bijdragen aan de duurzame en efficiënte handhaving van de veiligheid van de Nederlandse kust. Daarvoor wil RWS een inventarisatie maken van innovatieve uitvoeringstechnieken, lopende onderzoeken en kennis in het kader van Energiezuinig Suppleren. Het gesprek vindt plaats met Marcel van Hoogstraten, bedrijfsleider bij Boskalis. Kan er nog geoptimaliseerd worden naar energiegebruik binnen de conventionele suppletieprocessen? De marges binnen de huidige bagger/suppletie markt worden gehaald met het slim inzetten van materieel en het zo optimaal inzetten van energie. Het optimaliseren van conventionele processen gebeurt dus continu. Hoe zien jullie de toekomst van het suppleren in termen van energie/co2 en marktwerking? Marcel geeft aan dat de markt en RWS al meerdere gesprekken hebben gehad over dit onderwerp. Het komt steeds uit op de zelfde conclusie: laat de mogelijkheden aan de markt door de contracten daarop in te stellen. In de contracten voor het baggeren van vaargeulen gebeurt dit al (nieuwe waterweg). Wanneer het initiatief bij de markt wordt gelegd dan volgt de innovatie vanzelf. Wanneer C02 uitstoot of duurzaamheid onderdeel is van de uitvraag en het maakt echt verschil in de beoordeling dan zal dat zeker wat opleveren. Een meerjarig contract is een goed voorbeeld om de markt te stimuleren. Voor de zomer (2011) is door RWS een marktconsultatie georganiseerd mbt het suppleren van de Nederlandse kust. Hierin heeft RWS ook aangegeven de contractduur mee te zullen nemen. Hier is nog geen terugkoppeling over geweest.

66 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 10) In het verleden zijn wel initiatieven op het gebied van technische innovatie geweest maar als er nauwelijks werk is voor een zeer specifiek baggerwerktuig dan is het de investering niet waard. Een voorbeeld van zo n techniek is het onderzuigen (niet relevant op suppletiewerkzaamheden). Het probleem is dat nieuwe ontwikkelingen in de huidige markt niet los komen. Het maken van een pilot project heeft ook een kleine kans van slagen als niet duidelijk is of het daarna nog wordt toegepast. Ook hier dient namelijk de investering in het materieel te worden terugverdiend op de lange termijn. Het is belangrijk om de markt uit te dagen zelf met oplossingen te komen. Dit moet dan wel de investering en het risico waard zijn. Dit is in de conventionele contracten niet mogelijk. Overige punten en onconventionele ideeën Op de uitnodiging voor een workshop geeft Marcel aan dat het afhankelijk is van de agenda van de workshop of hij tijd kan vrijmaken om te komen. Wanneer het de bedoeling is om met een aantal marktpartijen nieuwe ideeën te gaan verzinnen tijdens de workshop dan ziet hij daar de meerwaarde niet van in omdat geen enkele marktpartij zijn goede ideeën gaat weggeven aan de concurrent.

67 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 11) CONCEPT Besprekingsverslag Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Alkmaar, 2 november Plaats en datum bespreking Enschede, 1 november 2011 Aanwezig TU Twente: Jan Ribberink, Pieter Roos Grontmij: Jan Kollen Afwezig Kopie aan Sanne v.d. Heuvel Betreft Gesprek m.b.t. Energiezuinig suppleren langs de Nederlandse kust Energie zuinig suppleren Dit verslag heeft betrekking op een interview in het kader van het onderzoek Energie Zuinig suppleren dat Grontmij uitvoert voor Rijkswaterstaat Waterdienst. RWS wil intern en extern in beeld brengen hoe energiezuinig suppleren kan bijdragen aan de duurzame en efficiënte handhaving van de veiligheid van de Nederlandse kust. Daarvoor wil RWS een inventarisatie maken van innovatieve uitvoeringstechnieken, lopende onderzoeken en kennis in het kader van Energiezuinig Suppleren. Het gesprek vindt plaats met dr. ir. Jan S. Ribberink (Associate professor) en dr. ir. Pieter Roos. Pieter Roos is gepromoveerd bij prof. Suzanne Hulscher, hoogleraar van de WEM-MFS groep. Deze groep is gespecialiseerd in onderzoek naar morfodynamica van structuren op de zeebodem. Kan er nog geoptimaliseerd worden naar energiegebruik binnen de conventionele suppletieprocessen? TU Twente richt zich niet op dit type vragen. Overig punten TU Twente kan bijdragen in het denken over toekomstige lange termijn ontwikkelingen van het kustfundament. Dat kan een bijdrage leveren voor de lange termijn suppletiestrategieën. Als concreet voorbeeld is het wenselijk om aandacht te geven aan de -20 m dieptelijn als harde beleidsgrens voor de winning. Is dat een logische diepte die overal nodig is? Aangegeven dat Imaris (Floris Groenedijk) een concept bedacht heeft dat gebruik maakt van wind-setup (actie navragen Jan Kollen).

68 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 12) Wijst op analoge by-pass technieken bij haven en riviermondingen. Noemt als voorbeeld goldcoast Australie. Geeft aan dat de problematiek van energiezuinig en duurzaam ook goed past bij de SET groep van V.d. Meer van de TU Twente (sustainable, energie, transport).

69 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 13) CONCEPT Besprekingsverslag Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Alkmaar, 15 november Plaats en datum bespreking Delft, 2 november 2011 Aanwezig TNO: Wouter Kruijt, Pieter D. Boersma Grontmij: Jan Kollen Afwezig Kopie aan Sanne v.d. Heuvel Betreft Gesprek m.b.t. Energiezuinig suppleren langs de Nederlandse kust Energie zuinig suppleren Dit verslag heeft betrekking op een interview in het kader van het onderzoek Energie Zuinig suppleren dat Grontmij uitvoert voor Rijkswaterstaat Waterdienst. RWS wil intern en extern in beeld brengen hoe energiezuinig suppleren kan bijdragen aan de duurzame en efficiënte handhaving van de veiligheid van de Nederlandse kust. Daarvoor wil RWS een inventarisatie maken van innovatieve uitvoeringstechnieken, lopende onderzoeken en kennis in het kader van Energiezuinig Suppleren. Het gesprek vindt plaats met de heer Wouter Kruijt (Director Maritime and Offshore), Pieter d. Boersma (Business Line Manager, Maritime and Offshore). TNO richt zich in het Noordzeegebied vooral op vaart op en in zee, baggerprocessen (optimalisaties), energie optimalisaties, life cycle analysis. Ze pakt dergelijke project Multi disciplinair op. TNO geeft aan het begin van het gesprek aan dat ze het lastig vindt om eventuele innovaties te melden. Enerzijds omdat ze in dat geval er zelf wat mee zou doen en anderzijds omdat ze in opdracht van baggerbedrijven werkt aan optimalisaties van baggerprocessen. Uiteraard kan ze eventuele innovaties dan niet melden. TNO haalt haar middelen voor ca. 90% vanuit de markt en voor ca. 10% vanuit de rijksoverheid. Haar belangen liggen dus relatief veel bij de markt/ Kan er nog geoptimaliseerd worden naar energiegebruik binnen de conventionele suppletieprocessen?

70 Bijlage 3 : Verslagen externe interviews (Vervolg 14) Dat gebeurt al volop. Het betreft vooral optimalisaties van onderdelen in het baggerproces. Is er op het gebied van CO2 uitstoot nog optimalisatie denkbaar binnen conventionele suppletieprocessen? Ja, doch een bredere kijk is wenselijk. Een totale LCA analyse inclusief alle emissies geeft een maatschappelijk beter beeld. Hoe zien jullie de toekomst van het suppleren in termen van energie/co2 en marktwerking? Marktwerking en innovaties kunnen op meerdere manieren gestimuleerd worden. Het is daarbij belangrijk dat RWS aangeeft wat ze wil gaan waarderen. Zich alleen richten op CO2 emissie reductie is wellicht te beperkt. Als voorbeeld wordt gegeven dat het bijvoorbeeld mogelijk is om te stimuleren om schonere brandstof te gaan gebruiken. De kosten van het schoonmaken van de brandstof en andere aspecten van schoonmaken moeten dan wel meegewogen worden. Het kan ook een optie zijn om de schepen te voorzien van emissie reducerende voorzieningen. Overig genoemde punten Goede EMVI criteria; Onderhoud meenemen; TNO wil graag meedenken in concepten en die op een eerlijke manier met elkaar vergelijken; Type contracten, nieuwe concepten toelaten; Inzicht vergroten door proefprojecten / pilots.

71 Bijlage 4 Verslag workshop

72 Besprekingsverslag Plaats en datum Referentienummer Kenmerk De Bilt, 25 november Plaats en datum bespreking Zeetoren Hoek van Holland, Aanwezig Equipment bouwers (2) Bernadete Castro IHC Dredging Dick Stander IHC Dredging kennisinstellingen (3) Frank van den Berg TNO Jaap van Thiel de Vries Deltares Pieter Roos TU Twente ingenieursbureaus (6) Jeroen van Herk LINKit consult Karel van den Wijngaard LINKit consult Jan Kollen Grontmij Arjen van den Ouden Grontmij Luitze Perk Arcadis Roelof Moll Royal Haskoning Rijksoverheid (7) Sanne van den Heuvel Rijkswaterstaat Ranie Kapoerchan Rijkswaterstaat Joris Geurts van Kessel Rijkswaterstaat Titia Kalker Rijkswaterstaat Janneke van Berlo Rijkswaterstaat Emmy Bolsius Deltaprogramma Kust Marianne Walgreen Deltaprogramma Kust Baggeraars (10) Cees van de Graaf Baggerbedrijf de Boer - Dutch Dredging Pieter Albers Baggerbedrijf de Boer - Dutch Dredging Marcel van Hoogstraten - Boskalis Martijn Zwakhals Boskalis Francis Verhees Jan de Nul Bart Praet Jan de Nul Jeroen Terlingen Van den Herik Jauk Stro Deme Dredging Jaap Wiersma Van Oord Arie Faasse Van der Kamp International Dredging BV Betreft Workshop energiezuinig suppleren, Hoek van Holland

73 Referentienummer Pagina van 10 Programma 1) Introductie (presentaties) 1.1) Presentatie Emmy Bolsius Deltaprogramma Kust) 1.2) Presentatie Joris Geurts van Kessel (Rijkswaterstaat) 1.3) Presentatie Sanne van den Heuvel (Rijkswaterstaat) 1.4) Presentatie Jan Kollen (Grontmij) 2) Klaag muur 3) Brainstormsessie duurzaam suppleren 4) Afsluiting 5) Borrel 1 Introductie Dit betreft het verslag van de workshop Energiezuinig Suppleren georganiseerd door het Deltaprogramma Kust en Rijkswaterstaat. Door de effecten van klimaatverandering verwacht Rijkswaterstaat (RWS) in de toekomst grotere volumes zand te zullen suppleren aan de Noordzee kust. Hogere kosten en een toename van CO2-uitstoot zijn de gevolgen. Daarom heeft het Deltaprogramma Kust (DP Kust) opdracht gegeven voor een inventarisatie van innovatieve technieken voor duurzame uitvoering van de zandsuppleties voor de Nederlandse kust. Daarbij wordt gekeken naar de keten van zandwinning, transport en suppletie. Het doel van de workshop is nieuwe uitvoeringstechnieken boven tafel te krijgen en de haalbaarheid ervan (zowel voor korte termijn, als voor 2050 en verder) te achterhalen. Het Corporate Innovatieprogramma van RWS en Directie Noordzee zullen aanwezig zijn voor het vervolgtraject. Er is ruimte om binnen het Corporate Innovatieprogramma de technieken verder uit te werken in een business case, met het streven een pilot op te zetten. 2 Presentaties Namens het Deltaprogramma Kust heeft Emmy Bolsius een presentatie gegeven waarin zij is ingegaan op de ambities van het DP Kust en hoe een duurzame aanpak van het kustbeheer, zeker ook voor de lange termijn, daar in past (Bijlage 1). De lange termijn visie is niet los te zien van de realiteit en innovatieve ontwikkelingen die op korte termijn spelen en bedacht worden. Dit is een van de redenen dat deze workshop samen met RWS is georganiseerd. Deltaprogramma staat voor lange termijn beleid, RWS richt zich met name op de korte termijn (uitvoering). De nadrukkelijke uitnodiging van Deltaprogramma aan de aanwezigen (m.n. de markt) is om mee te denken over de toekomst. Het is de bedoeling om binnen het programmateam Kust een plaats beschikbaar te stellen voor een vertegenwoordig vanuit de markt. Momenteel wordt er aan Nationale Visie Kust gewerkt met uitvoeringsprogramma voor De Deltawet legt hierbij de basis voor experimenteerruimte. Vanuit het Deltafonds, waaruit ook het geld voor Kustbeheer beschikbaar wordt gesteld, zal vanaf 2020 jaarlijks één miljard euro beschikbaar zijn. Ook vóór 2020 zal er, op aanvraag en in overleg, al geld beschikbaar worden gesteld voor pilot projecten die leiden tot energiezuiniger suppleren langs de Nederlandse kust. Joris Geurts van Kessel geeft een inleiding namens Rijkswaterstaat. Hij benadrukt het belang van een goede samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstituten. Ook geeft hij aan dat het goed is om plannen en visies op te stellen en dat het daarbij erg belangrijk is om stil te staan bij de implicaties daarvan. Bijvoorbeeld, wat gaat er gebeuren als de Zandmotor blijkt te werken? Worden er dan meerdere Zandmotors langs de kust gelegd? De impuls van het DP kust vergt een nieuwe inrichting van het onderhoud en beheer, een andere denkwijze.

74 Referentienummer Pagina van 10 Naar aanleiding van de inleiding van Joris ontstaat een interessant discussie over schaalvergroting die bevestigt dat de oplossingen niet eenduidig maar complex zijn. De uitdaging is gezamenlijk te komen tot een verbetering van het kustbeheer voor de toekomst. Sanne van den Heuvel van RWS licht de studie toe die door Grontmij en RWS is uitgevoerd. Doel van de studie was het inventariseren van innovatieve suppletietechnieken door middel van een bureastudie en interviews. Uit het onderzoek zijn geen innovatieve technieken naar voren gekomen die niet al bekend waren. Bovendien optimaliseert de markt de bestaande technieken nog elk moment. Wanneer meer vrijheid wordt verkregen binnen de uitvoeringscontracten schept dat de mogelijkheden om op grote schaal te innoveren. Jan Kollen van Grontmij is met een idee gekomen voor het totale proces: de zandwin(d)molen. Hij geeft hier een korte toelichting op. 3 Klaagmuur (Positief/ Negatief) In het volgende programmaonderdeel van de dag wordt de aanwezigen gevraagd één positieve en één negatieve ervaring op een flip-over te schrijven. In Bijlage 1 van dit verslag zijn de resultaten opgenomen. Veel negatieve opmerkingen hebben betrekking op de huidige contracten die weinig ruimte laten voor innovativiteit en veel papierwerk met zich mee brengen. Ontwikkelingen die als positief worden ervaren zijn de betrokkenheid van het Deltaprogramma in samenwerking met Rijkswaterstaat voor het duurzame suppleren. Daaruit blijkt dat innovatie op de politieke agenda staat. 4 Brainstormsessie duurzaam suppleren In het volgende onderdeel zijn de aanwezigen in drie groepen verdeeld. Per groep zijn 6 thema s besproken (Grootschalig vs kleinschalig suppleren, Technische oplossing, andere aanpak, planning & contracten, energiezuinig, Nieuw/ anders). Per thema zijn de ideeën achteraan het verslag weergegeven. Er blijken een aantal conceptuele ideeën te zijn, bv het gebruik van stroming voor het transport van zand en het gebruik van winden zonne-energie voor de aandrijving van schepen. De meeste oplossingen liggen echter binnen optimalisatie van energiegebruik binnen de conventionele technieken. Er zijn veel ideeën over het gebruik van grootschalige suppleties in combinatie met gerichte kleinschalige suppleties. Over de duur van de contracten is niet iedereen het eens. De aannemers uit het MKB geven aan behoefte te hebben aan kortere contractduren dan de grote aannemers. In Bijlage 2 van dit verslag zijn de resultaten van de brainstormsessie opgenomen. 5 Afsluiting In het laatste actieve deel van de middag werd de aanwezigen gevraagd invulling te geven aan de volgende 3 vragen: - Wat wil je van de overheid? De markt ziet graag dat de overheid de innovaties overlaat aan het bedrijfsleven. De overheid moet wel de regierol nemen, bijvoorbeeld door financiële bijdragen en ruimte in de contracten. - Wat wil je van het bedrijfsleven? De overheid wenst van de markt dat ze mee denkt en zelf initiatief neemt (bijvoorbeeld Ecoshape). - Wat is essentieel voor de toekomst? Essentieel is in elk geval het lange termijn denken, verschaffen van continuïteit en samenwerking tussen markt en overheid. Daarnaast is het zaak de geleerde lessen niet uit het oog te verliezen, er gaat al heel veel goed! De resultaten van de laatste ronde zijn in bijlage 3 opgenomen. Ter afsluiting worden de belangrijkste conclusies van de dag besproken. Veel van de aanwezige partijen bereid zijn om mee te denken.

75 Referentienummer Pagina van 10 Daarnaast is zowel door Rijkswaterstaat als het Deltaprogramma Kust uitgesproken dat een vervolg van deze middag zeer gewenst is. Als er ideeën leven in de markt, is er de mogelijkheid deze uit te werken tot business case binnen het Corporate Innovatie Programma van Rijkswaterstaat. Bovendien zijn zowel DP Kust als RWS bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden om pilots op te starten m.b.t. Energiezuinig Suppleren. In de huidige tijdgeest is meer dan ooit ruimte voor innovatief denken bij de overheid. Met deze boodschap wordt de dag afgesloten. Tijdens een hapje en drankje na afloop is nog lang nagepraat.

76 Referentienummer Pagina van 10 Bijlage 1 Presentatie Deltaprogramma Kust, Emmy Bolsius

77 Deltaprogramma Kust Duurzaam suppleren in Deltaprogramma Kust 22 november 2011 workshop energiezuinig suppleren Emmy Bolsius programmadirecteur Kust 1

78 Werkterrein: Noordzeekust Kustfundament 365 km lang Deelprogramma Waddengebied Landzijde: Binnenduinrand Zeezijde: doorgaande -20m dieptelijn Deelprogramma Zuidwestelijke Delta Deelprogramma Veiligheid Deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering Deelprogramma Rijnmond- Drechtsteden 2

79 Onze ambitie voor de kust: Veilig Economisch Sterk Mooi Visie op veiligheid en ruimtelijke ontwikkeling voor lange termijn (2050 en 2100) en verbinden met aanpak op korte termijn (2020) 3

80 Naar een veilige, ec. sterke en mooie kust Deltaprogramma Kust Hoofdlijn Deltascenario s Vol Stoom Deltaprogramma Basiswaarde Zacht waar kan, hard waar het moet Rust Warm Duurzaamheid Conclusie: Kust heeft groeiende zandbehoefte 2010 = 12 mln m3 /jr 2050 = 30 mln m3 /jr? 2100 = 65 mln m3 /jr? Zanddilemma: Betaalbaarheid en duurzaamheid 4

81 Innovatie-opgave energiezuinig(-er) suppleren Dilemma Duurzaamheid van aanpak met zand onder druk toename in winning, transport en suppletie van zand toename energieverbruik bij schaarste aan fossiele energie toename CO 2 uitstoot en kosten 5

82 Innovatie-opgave energiezuinig(-er) suppleren Dilemma Duurzaamheid van aanpak met zand onder druk toename in winning, transport en suppletie van zand toename afname energieverbruik en gebruik duurzame energie toename afname CO 2 uitstoot en kosten Ambitie Zacht waar het kan in toekomst meest duurzame en betaalbare aanpak voor een veilige, ec. sterke en mooie kust Innovatievragen Kan de keten van zandwinning, transport en suppletie energiezuiniger, zodat een betere, efficiëntere en goedkopere manier van suppleren ontstaat? Duurzamer technieken voor uitvoering van suppleties? Duurzamer technieken voor CO 2 reductie? 6

83 Vervolg stappen in Deltaprogramma Kust Alternatieve duurzame uitvoeringtechnieken voor lange termijn Effect technieken op hoeveelheid, moment en plek van suppleren A.L.S. Uitvoeringstechnieken kansrijke strategieën (en welke niet) Voorkeurstrategie in Nationale Visie Kust Praktijk is onderdeel Uitvoeringsprogramma

84 Wat heeft het Deltaprogramma te bieden? Deltawet Deltawet 8 Deltafonds Deltafonds Deltacommissaris Deltacommissaris

85 Wat heeft Deltaprogramma Kust te bieden? Continuïteit: Onderzoeksbudget lange termijn visie kust Samenwerking Samenwerking topsector topsector water Experimenteerruimte Experimenteerruimte? Rijk Rijk en en regio regio aan aan 1 1 tafel tafel Podium voor innovatieve projecten 9

86 Referentienummer Pagina van 10 Bijlage 2 Klaagmuur (positief/ negatief) Positief Negatief Innovatie sleepzuigers Versnippering contracten Al veel gebeurd qua energiezuiniger werken korte termijn contracten = geen optimale op schepen equipment Duidelijke contracten lange uitvoeringstermijn dus optimaal in te plannen Uitvoeringstermijn te hard voorgeschreven Contractvorm uitvoeringstermijn Papieren rompslomp veel te groot vroeger 1 ordner nu 2 meter ordners voor zelfde werk Maatwerk (steeds meer) Papierwinkel aanbestedingen Meer uitvoeringsvrijheid bedrijven Duurzaamheid wordt kwestie van scoren op indicatoren = bureaucratie Innovatie op politieke agenda CO2 prestatieladder niet relevant voor suppleties. Internationale norm meer aangewezen EMVI criteria niet transparant, meetbaar, objectief. Deltaprogramma <-> denken <-> doen. Ruimte Kustlijnzorg sterk sectoraal ingestoken, zowel voor pilots bij markt als overheid. Vooruitgang = betrek- Koppelen van suppleren aan creëren duurzame ruimtelijke kwaliteit (Zwakke Schakel Noord-Holland) ken meer partners en meer belangen Onvoldoende inlevingsvermogen in hoe de markt werkt 100 jaar vooruitkijken Meer accent en wisselwerking beleid <-> strategie <-> uitvoering Verbinding lange termijn korte termijn Willingness to invest Geen EMVI bij Zandmotor Suppletie losgekoppeld van veiligheid Lange termijn visie gaat van start. Nieuwe Inzetten op natuurlijke processen kan beter kansen Bewustwording/ lange termijn visie kustsuppleties Steeds minder zand over grotere oppervlakte Lange termijn visie Innovaties beperken zich tot optimalisaties. Techniek uitontwikkeld. Ook in licht van lange termijn? - Meerjaren suppletie programma Innovatie zonder toepassing - eindgebruiker - Zandstrategie voor de toekomst Continuïteit. Lange termijnvisie De hele keten betrekken: kennisinstellingen, equipment, uitvoerder, opdrachtgever Deze middag Grote aanwezigheid marktpartijen vandaag We horen vandaag de praktijk en daar gaat het om Uitvoeringskennis aan tafel Building with Nature. Energie uit systeem halen Building with Nature. ECOSHAPE (innovatief/creatief)

87 Referentienummer Pagina van 10 Bijlage 3 Brainstormsessie duurzaam suppleren 1. grootschalig vs. kleinschalig Continu vooroever suppleren (Arie Faasse, Van der Kamp) Geen kustsuppleties, alleen vooroevers (Jan Kollen, Grontmij) Afhankelijk van locatie: - vooroever - strand - zandmotor Grootschalig à la Zandmotor (Jan Kollen, Grontmij) Zandmotor optimaliseren 2. technische oplossingen <geen post-its> 3. andere methoden Inzet van bodemschermen voor bijsturen van noord-zuid langstransport voor de NH kust, richting kust VANE(S) à la rivieren (Jan Kollen, Grontmij) Getijde transportband (Jan Kollen, Grontmij) Gebruik maken van onderwaterstroming Zand dumpen in Marsdiep Onbemande zeilboten ( + zonnepanelen) voor onderhoudsbaggeren & suppleren 4. planning en contracten -20m grens heroverwegen Herverdeling zand binnen kustfundament Contract maximaal 10 pagina s Meerjarige contracten Niet te grote contracten. Maar wel: in percelen (concurrentie) 5. energiezuinig Windenergie veel te duur. Andere brandstof? Mobilisaties vermijden 6. nieuw < geen post-its, wel schets van mogelijke toekomst: Stel je voor, onbeperkte voorraad op Noordzee. Zandmotoren waar we continu suppleren, een eenmalige zandmotor. Twee plekken waar het onveilig is door structurele erosie en locaties waar er niet meer gesuppleerd wordt. Wat ga je dan anders doen dat duurzamer en energiezuiniger is? Groep 2 1. grootschalig vs. kleinschalig Grootschalig met langere tijdfactor -> beter voor het milieu Meer natuur zijn werk laten doen Veel locaties druppelsgewijs zand toevoegen -> kustfundament Overslagstation zand (Arjen van den Ouden, Grontmij) 2. technisch

88 Referentienummer Pagina van 10 Zandbus (Jaap van Thiel de Vries, Deltares) Punaise doorontwikkelen Stelsel buisleidingen Nederland aan het infuus! Wegnemen oorzaak: - golfbrekers - eilanden voor de kust - getijdestromen -> energie opwekken 3. andere aanpak Flexibele BKL mogelijk maken (Arjen van den Ouden, Grontmij) Beleid basiskustlijn: erosie waar het kan Dynamisch kustbeheer (Jaap van Thiel de Vries, Deltares) Zacht-hard discussie/vraagstuk 4. planning en contract Zorg voldoende uitvoeringstijd = flexibiliteit Vroegtijdig betrekken markt ivm terugverdientijd innovatie Contract jaar, DBFM? Binnen vastgestelde grenzen (Arjen van de Ouden, Grontmij) 5. energiezuinig Windhopper zeil/vlieger Stromingen zijn werk laten doen Zoek alternatieven voor transport per schip t.b.v transitieperiode: efficiënte generatoren, laatste gasvelden -> op elektriciteitsgrid 6. nieuw <geen post-its> Groep 3 1. grootschalig vs. kleinschalig Combinatie van: 1. grootschalige suppleties 10 jaar vooruit te voorzien & nog flexibeler te kiezen wanneer precies 2. kleinschalige suppleties maatwerk binnen het kustfundament te verplaatsen (meer) Flexibele methodes in tijd en plaats en hoeveelheid Flexibiliteit dus groot- en kleinschalig combineren Grootschalig suppleren: grote schepen werken economisch voordelig Probeer de projecten zo groot mogelijk aan te besteden om de aanpak methode zo ruim mogelijk te houden Grootschalige contracten -> efficiënte uitvoering 2. techniek Specifiek equipment per taak -> mogelijk verdubbeling efficiency!!! (Bernadete Castro, IHC Merwede) Dieper winnen (6 ipv 2m) -> langer op dezelfde plek mogelijk. Wat levert dit op? Ook kijken naar behoud van huidige technieken! (technologie ontwikkeling) 3. aanpak Zonder schepen in Noordzee Zand beter vasthouden op strand Effecten op lange termijn kunnen voorspellen Bouwer/ontwerper van equipment betrekken in ontwerpproces/aanpak Deltaprogramma Optimalisatie sediment afvoer

89 Referentienummer Pagina van 10 Erosie-business! Combi aanpak met zand voor/uit Belgische kust 4. planning en contracten Suppleren voor ook andere doelen dan veiligheid (mooi -> natuur; economisch sterk -> recreatie verblijf) 20-jaar plan en contract Langjarige contracten, flexibel Eenvoudige contracten lange uitvoeringsduur = optimale schip Lange uitvoeringstermijnen zodat slecht weer kan opgevangen worden Aanbestedingsproces vereenvoudigen. Alleen de noodzakelijke documenten toevoegen Geen langlopende contracten: laat de dynamiek van de markt spelen RWS niet enige opdrachtgever -> naar uitvoeringsorganisatie met bredere groep belanghebbenden bij kust Uitvoerders zelf laten bepalen wat/wanneer versterkt moet worden. Belonen naar minste aantal verplaatste m3. Richtlijn uitgevaardigd door RWS. Leg de verantwoordelijkheid voor de uitvoeringsmethodiek bij de uitvoerder Private partijen aan de wal, projectontwikkelaars van kustlocaties wat kan hun rol zijn. Langjarige beheerafspraken strandonderhoud etc. Meer samenwerking overheden onderling om planning te optimaliseren. Helpt dit? 5. energiezuinig Focus niet alleen op turbidity/doorzicht maar juist op het totale pakket duurzaam (Luitze Perk, Arcadis) Kijken naar de totale energie besparing Elektrisch schip op windenergie Gasolieverbruik per m3 suppletie ipv abstracte CO2-prestatieladder Brandstofverbruik mee loggen in MARS: effectieve uitstoot is meetbaar. GEEN CO2-ladder: is theorie Energiezuinig = minder MJ per m3 sand -> hoge dichtheid baggeren -> hoge dichtheid transport in leiding of duurzame energiebron Moderne schepen waarvan verbruiken lager liggen belonen Moderne schepen Aandrijving van equipment: - korte termijn: gas, bio-brandstoffen (?) - lange termijn: zond, wind, - energie-management systemen 6. nieuw/anders Probeer golfenergie en kustverdediging/afslag te combineren Kijken naar toegevoegde waarde Omhoog brengen van zand minimaliseren Grotere vooroevers met grotere schepen en sproeipontons Kustverdediging dmv eilanden/onderwaterbermen Met een crawler zand winnen en op het strand spuiten

90 Referentienummer Pagina van 10 Bijlage 4 Wat wil je van de overheid? Ook! Denken aan belangen MKB (Arie Faasse) Financieel steun voor innovatie (niet alleen subsidie) -> Voorbeeld: NOx Fund in Noorwegen (Bernadete Castro, IHC Merwede) Stimuleren open innovatie Onderzoek ook overlaten aan bedrijfsleven (onderdeel van contract maken) Kennisdeelsessies organiseren. Bijeenkomsten organiseren voor stakeholders om gezamenlijk de uitdaging te beoordelen (Dick Stander, IHC Merwede Regierol voor eerlijke kostenbaten verdeling Centrale regie overheid (Jaap Wiersma, Van Oord) Meetbaar en realistische eisen tav duurzaamheid Ruimte om het zelf te doen (binnen de grenzen) (Arjen van den Ouden, Grontmij) Investeren in innovatieve onderzoeksprogramma s (Pieter Roos, Universiteit Twente) Integrale kaders voor suppleren Update/upgrade kustbeleid. Nieuw toetsinstrument (Jaap van Thiel de Vries, Deltares) Wat wil je van het bedrijfsleven? Creativiteit/meedenkkracht Vervolg op Ecoshape (BwN) (Pieter de Roos, Universiteit Twente) Initiatief nemen -> met voorstellen komen: hoe meer te doen voor hetzelfde geld Innoveren (Bernadete Castro, IHC Merwede) Meer aandacht kennis/expertise overdracht vanuit uitvoering naar beleid/overheid over grote kustprojecten (Maasvlakte, Zandmotor, suppl. Ameland, etc,?) Meedenkkracht voor lange termijn, los van direct k.t. bedrijfsbelang In gesprek gaan (blijven) met ketenpartners Wat is essentieel voor de toekomst? Lange termijn politieke beslissingen (nu = kabinet) Lange termijn visie waarin: techniek, markt en beleid optimaal worden gecombineerd en gestimuleerd (Arjen van den Ouden, Grontmij) Leren van het verleden. Niet veranderen om te veranderen (Arie Faasse, Van der Kamp) In gesprek blijven marktoverheid Alle stakeholders betrekken in het kader van duurzaam suppleren (oa expertise IHC Merwede tav innovatie en equipment ontwerpkennis) (Dick Stander, IHC Merwede) Verdiep je in elkaars perspectief en zoek de verbinding Samen met overheid, kennis, bedrijfsleven in gesprek blijven over nieuwe kansen en ontwikkelingen Naar totale toegevoegde waarde kijken (Jaap Wiersma, Van Oord) Innoveren in de keten (integraal) Niet alleen de focus leggen op de suppletie, betrek de omgeving! Flexibiliteit & bredere blik naar andere belangen, partijen en functies in de kust Kennis van het kustsysteem (Jaap van Thiel de Vries, Deltares) Zeespiegeldaling

91 Bijlage 5 Minimaal theoretisch energiegebruik

92 Bijlage 5 : Minimaal theoretisch energiegebruik In deze bijlage wordt berekend hoeveel energie er nodig is voor het suppleren van zand en wat de theoretisch minimale energiebehoefte is. Voor 4 miljoen m 3 zand is ca. 5 tot 6,5 miljoen kg brandstof nodig (figuur 3.1). De energieinhoud van stookolie bedraagt ongeveer 36 MJ per liter, dat komt overeen met 10 kwh per liter of 11 kwh per kg. Dus ongeveer 55 tot 72 miljoen kwh. Per m 3 wordt dat dan kwh (5-6 kwh voor verticaal en 9-12 kwh voor horizontaal) Om te onderzoeken hoeveel energie minimaal benodigd is voor de zandsuppleties is een (niet realistische) aanname gedaan dat er geen wrijvingsverliezen voorkomen bij het transport. Verondersteld is dat het zand 20 m omhoog gebracht moet worden en dat het 10 km naar de kust moet worden gebracht. Uitgegaan is van 12 miljoen m 3 zand. Verticaal: Zand moet van 21 m diepte naar 1 m diepte. Het zand kan onder water blijven. Soortelijk gewicht zand onder water is ca kg/ m 3. Hierin is: E p : de potentiële energie van het voorwerp (J) m: de massa van het voorwerp (kg) g: de valversnelling op het aardoppervlak (m/s 2 ) h: de hoogte van het voorwerp t.o.v. de beginhoogte (m) Ep = = J per m 3, dus voor jaarlijks = 3, J = 1, kwh Ep = J / m3 = , kwatt h / m3 = 0,917 k Watt h / m3 (1) (J = Watt.s = 0,001 kwatt.s = 0,001 / 3600 k.watt h = 2, kwatt h) Horizontaal: Aangenomen is dat in één jaar 12 miljoen m3 zand naar de kust gebracht moet worden. Om die 12 miljoen m3 te verplaatsen is dus een jaar beschikbaar. Daaruit kan de minimale transportsnelheid worden afgeleid. Verondersteld is dat er alleen energie nodig is om die snelheid te bereiken. Kinetische energie of bewegingsenergie is een vorm van energie die een lichaam heeft doordat het beweegt. De kinetische energie van een bewegend voorwerp is evenredig met de massa m van het object en het kwadraat van de grootte v van de snelheid: Hierin is:

93 Bijlage 5 : Minimaal theoretisch energiegebruik (Vervolg 1) E kin : de kinetische energie van het voorwerp (J) m: de massa van het voorwerp (kg) v: de snelheid van het voorwerp (m/s) m = m3 * 1650 kg / m3 = kg v = 10 km / = 0, m/s Ek = 1/2 m v 2 = 995, J (per jaar) = 2, kwh (per jaar voor 12 miljoen m3) Ek = ½ m v 2 = ½ 1650 * (0,00317) 2 = 8, J per m 3 = 2,31E-11 kwh / m3 (2) Uit de beschouwing kan afgeleid worden dat vooral het transport naar de kust veel energie vraagt ten opzichte van de (niet realistische) berekening van de minimale benodigde hoeveelheid energie.

94 Bijlage 6 Beschrijving bypasses

95 Bijlage 6 : Beschrijving bypasses Nerang River, Australië

96 Bijlage 6 : Beschrijving bypasses (Vervolg 1) Dawesville en Mandarah inlet, Australie Indian River, Delaware, USA

97 Bijlage 6 : Beschrijving bypasses (Vervolg 2) Bron: De kosten zijn veelal niet gegeven. Van enkele bypasses zijn ze 1-3 / m3.

Ecobeach. Natuurlijke aanwas van het strand

Ecobeach. Natuurlijke aanwas van het strand Ecobeach Natuurlijke aanwas van het strand De natuur doet haar werk De drainagebuizen zorgen voor de aanwas van zand. Ze hebben een doorsnee van tien centimeter en zijn twee of drie meter lang. De buizen

Nadere informatie

Dutch Coastline Challenge. Op weg naar 2 e Bijeenkomst 22 juni 2017

Dutch Coastline Challenge. Op weg naar 2 e Bijeenkomst 22 juni 2017 Dutch Coastline Challenge Op weg naar 2 e Bijeenkomst 22 juni 2017 Bevindingen 1 e bijeenkomst: Ons gezamenlijk verhaal Klimaatverandering beheerst het nieuws en de eerste zichtbare effecten staan bij

Nadere informatie

Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage

Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage Eindrapportage CO 2 -Prestatieladder Pagina 1 van 8 Van Oord CO 2 -Presatieladder Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. -

Nadere informatie

Strandsuppletie Scheveningen Eindrapport CO 2 -Prestatieladder 2015 week 1-26 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. CO 2 -Presatieladder

Strandsuppletie Scheveningen Eindrapport CO 2 -Prestatieladder 2015 week 1-26 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. CO 2 -Presatieladder Eindrapport CO 2 -Prestatieladder Pagina 1 van 10 CO 2 -Presatieladder Strandsuppletie Scheveningen Eindrapport CO 2 -Prestatieladder 2015 week 1-26 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2.

Nadere informatie

Ecobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, 3-10-2014. Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult

Ecobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, 3-10-2014. Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult Ecobeach Een duurzaam strand door drainage Brouwersdam, 3-10-2014 Bas Reedijk Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult Inhoud Wat is Ecobeach De ervaring met Ecobeach bij Egmond Toepassing van Ecobeach

Nadere informatie

Zandsuppleties en Morfologie langs de Nederlandse kust

Zandsuppleties en Morfologie langs de Nederlandse kust Zandsuppleties en Morfologie langs de Nederlandse kust Sander Boer, Landelijke Kustdagen 2014 Inhoud presentatie Verankering in beleid en wetgeving Kustlijnzorg Toekomstige uitdaging Kustversterking Hondsbossche

Nadere informatie

Ketenanalyse ophoogzand voor MNO Vervat

Ketenanalyse ophoogzand voor MNO Vervat DEFINITIEVE RAPPORTAGE Ketenanalyse ophoogzand voor MNO Vervat Betrokkenen: John Kerstjens Sander Hegger Maxim Luttmer MNO Vervat Groep Vestiging Rotterdam, november 2010 Rapportage Ketenanalyse ophoogzand

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Duurzaamheid. Ervaringen van een Rijkswaterstaat medewerker. Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Duurzaamheid. Ervaringen van een Rijkswaterstaat medewerker. Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam Duurzaamheid Ervaringen van een Rijkswaterstaat medewerker Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam Duurzaamheid maatschapelijke meerwaarde leveren PPP samenhang (met alle maatschappelijke doelen)

Nadere informatie

Kustlijnzorg in Nederland

Kustlijnzorg in Nederland Kustlijnzorg in Nederland Aanleiding, uitvoering en ontwikkeling 25 september 2017 Harry de Looff RWS-WVL Inhoud Waarom Kustlijnzorg? Wat en hoe Kustlijnzorg? Ontwikkelingen en vragen 2 RWS INFORMATIE

Nadere informatie

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER FEBRUARI 2010 PILOTPROJECT ZANDMOTOR Het klimaat verandert en de druk van de zee op de Nederlandse kust neemt toe. Daarnaast is in de Zuidvleugel van de Randstad grote behoefte

Nadere informatie

Veiligheidsbuffer Oesterdam [Periode 2013] Datum Projectvoortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder Pagina 1 van 7

Veiligheidsbuffer Oesterdam [Periode 2013] Datum Projectvoortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder Pagina 1 van 7 Projectvoortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder Pagina 1 van 7 CO 2 -Prestatieladder Veiligheidsbuffer Oesterdam 2013 Eindrapportage 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. - 5.C.3. Van Oord

Nadere informatie

Welkom. Ecobeach Wetenschappelijk traject Workshop 10 september 2008. namens: BAM RIJKSWATERSTAAT WINN DELTARES

Welkom. Ecobeach Wetenschappelijk traject Workshop 10 september 2008. namens: BAM RIJKSWATERSTAAT WINN DELTARES Welkom Ecobeach Wetenschappelijk traject Workshop 10 september namens: BAM RIJKSWATERSTAAT WINN DELTARES Programma Inleiding Voorstellen Terugkoppeling Wat is ecobeach? Innovatieve aspecten ecobeach Wat

Nadere informatie

Deelnemers van Duurzame Leverancier streven naar een CO2-reductie van 20% in het jaar 2020 (t.o.v. 2010)

Deelnemers van Duurzame Leverancier streven naar een CO2-reductie van 20% in het jaar 2020 (t.o.v. 2010) Actieve deelname aan initiatieven Dit document beschrijft de actieve deelname van Pilkes aan het initiatief Duurzame Leverancier, Nederland CO2 neutraal en het initiatief van SKAO (CO2-Prestatieladder).

Nadere informatie

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Door de vastgestelde energie- en klimaatdoelstelling binnen Europa om in 2050 energieneutraal te zijn, is het voor de hele samenleving maar met name voor bedrijven

Nadere informatie

DEELNAME AAN INITIATIEVEN VERSIE: 01 21/05/2013

DEELNAME AAN INITIATIEVEN VERSIE: 01 21/05/2013 Heereweg 1a 2161 AB Lisse 0252-417788 DEELNAME AAN INITIATIEVEN VERSIE: 01 21/05/2013 Conform niveau 3 op de CO 2-prestatieladder 2.0 Status Versie/ Datum Opgesteld Geautoriseerd Akkoord (werkvoorbereider)

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Nieuwsbrief CO2-Prestatieladder. Q1, Q2 en Q3 2017

Nieuwsbrief CO2-Prestatieladder. Q1, Q2 en Q3 2017 sbrief CO2-Prestatieladder Q1, Q2 en Q3 2017 Wij hebben als Kleywegen groep de CO2-Prestatieladder geïmplementeerd. De CO2-Prestatieladder is een instrument dat bedrijven helpt bij het reduceren van CO2.

Nadere informatie

2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. - 5.C.3.

2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. - 5.C.3. Projectvoortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder Pagina 1 van 8 CO 2 -Prestatieladder Bestortingen Ontgrondingskuilen in en nabij de Oosterscheldekering 2014 Eindrapportage 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1.

Nadere informatie

rapportage CO₂-footprint initiatieven 2013 Gebroeders van der Poel B.V.

rapportage CO₂-footprint initiatieven 2013 Gebroeders van der Poel B.V. Gebroeders van der Poel B.V. 1 Inhoud: 1 Inleiding 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Betrokkenen 3 1.3 Doelstelling 3 2 Inventarisatie sector- en keteninitiatieven 4 3 Rapportage management overleg 5 3.1. Algemeen

Nadere informatie

Groen-Punt Groep B.V.

Groen-Punt Groep B.V. Conform 3.D.1 & 3.D.2 November 2014 Groen-Punt Groep B.V. Groen-aannemingsbedrijf Punt B.V. Groen Punt Uitzendorganisatie B.V. Chroomstraat 1d 3067 GN Rotterdam INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING DEELNAME INITIATIEVEN...

Nadere informatie

Uiterwaardvergraving Meinerswijk 2014 Eindrapportage 2.A B B B C C C.3. CO 2 -Presatieladder

Uiterwaardvergraving Meinerswijk 2014 Eindrapportage 2.A B B B C C C.3. CO 2 -Presatieladder Eindrapportage CO 2 -Prestatieladder Pagina 1 van 9 CO 2 -Presatieladder Uiterwaardvergraving Meinerswijk 2014 Eindrapportage 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. - 5.C.3. Combinatie GMB

Nadere informatie

Duurzaam inkopen bij Rijkswaterstaat. Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam. Wat doen we zelf. Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Duurzaam inkopen bij Rijkswaterstaat. Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam. Wat doen we zelf. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Duurzaam inkopen bij Rijkswaterstaat Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam Wat doen we zelf 2 1 Doel Duurzaam Inkopen: Gebruik maken van inkoopproces om opdrachtnemers aan te zetten tot leveren

Nadere informatie

Onderhoudsbaggerwerk Maasgeulen & IJmuiden Voortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder 2014 2015

Onderhoudsbaggerwerk Maasgeulen & IJmuiden Voortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder 2014 2015 Voortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder 2014 2015 Pagina 1 van 9 CO 2 -Presatieladder Onderhoudsbaggerwerk Maasgeulen & IJmuiden Voortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder 2014 2015 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2.

Nadere informatie

Energie beoordelingsverslag 2015 11-02-2016

Energie beoordelingsverslag 2015 11-02-2016 Energie beoordelingsverslag 2015 11-02-2016 Energie Beoordelingsverslag 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden

Nadere informatie

CO2 prestatieladder. Het CO2-verbruik reduceren binnen de gehele organisatie. Inzicht. Doelstelling CO2-reductie

CO2 prestatieladder. Het CO2-verbruik reduceren binnen de gehele organisatie. Inzicht. Doelstelling CO2-reductie CO2 prestatieladder Het CO2-verbruik reduceren binnen de gehele organisatie Inzicht De CO2-emissie (footprint) van J. van Etten Holding geeft de totale hoeveelheid CO2- productie die vrijkomt onder andere

Nadere informatie

W & M de Kuiper Holding

W & M de Kuiper Holding 2 januari t/m juni 2018 2 Pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Overzicht -emissie gegevens 3 Vergelijking met voorgaande jaren 4 3 -gerelateerd gunningsvoordeel 5 4 Doelstellingen 5 Reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Inzicht - Footprint. Jaaroverzicht 2018

Inzicht - Footprint. Jaaroverzicht 2018 Inzicht - Footprint Jaaroverzicht 2018 Inhoudsopgave Inzicht - Footprint... 1 1. Inleiding... 3 2. Afbakening... 4 2.1 Uitbreiding organisatie... 4 3. Directe en indirecte emissies (scope 1 en 2)... 4

Nadere informatie

Onderhoudsbaggerwerk Zeeuwse Havens Perceel 5

Onderhoudsbaggerwerk Zeeuwse Havens Perceel 5 BAGGERBEDRIJF DE BOER HOLDING B.V. Onderhoudsbaggerwerk Zeeuwse Havens Perceel 5 CO₂ Prestatieladder - EMVI Project 2.A.1-3.B.2-3.C.1-3.C.2 In deze rapportage staat beschreven hoe de CO₂-footprint voor

Nadere informatie

Suppleties Vlieland CO2-PR 2018 Suppletiecontract 4, zaaknummer

Suppleties Vlieland CO2-PR 2018 Suppletiecontract 4, zaaknummer Suppleties Vlieland CO2-PR 2018 Suppletiecontract 4, zaaknummer 11.55.0 01-01-2018 t/m 1-12-2018 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Introductie 1.1. Rapportageperiode 1.2. Taken en verantwoordelijkheden 1..

Nadere informatie

Project Afsluitdijk. Landelijke vastgoeddag. 24 oktober RWS Informatie

Project Afsluitdijk. Landelijke vastgoeddag. 24 oktober RWS Informatie Project Afsluitdijk Landelijke vastgoeddag 24 oktober 2017 Korte film Film Afsluitdijk https://www.youtube.com/watch?v=d3bryscf3cm Wat vooraf ging. Brede verkenning Planuitwerking met uitgebreide partipatie

Nadere informatie

Suppleties Texel & Ameland CO2-PR S Suppletiecontract 7 Texel & Ameland, zaaknummer

Suppleties Texel & Ameland CO2-PR S Suppletiecontract 7 Texel & Ameland, zaaknummer CO2-PR S1-2018 Suppletiecontract 7 Texel & Ameland, zaaknummer 11.55.02 01-01-2018 t/m 0-06-2018 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Introductie 1.1. Rapportageperiode 1.2. Taken en verantwoordelijkheden 1..

Nadere informatie

JM Vrij beheer b.v. Reductie onderzoek, doelstellingen en het energiemeetplan 2014-2020. AH Vrij Groen, Grond en Infra Vrij Materieel

JM Vrij beheer b.v. Reductie onderzoek, doelstellingen en het energiemeetplan 2014-2020. AH Vrij Groen, Grond en Infra Vrij Materieel JM Vrij beheer b.v. AH Vrij Groen, Grond en Infra Vrij Materieel onderzoek, en het energiemeetplan 2014-2020 Conform niveau 3 op de CO 2 -Prestatieladder 3.0 Documenten 1.B1.1, 3.B1.1 en 3.B2.2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

CO 2 Prestatieladder. Plan van Aanpak. Verkrijgen van niveau 4 op de CO 2 Prestatieladder

CO 2 Prestatieladder. Plan van Aanpak. Verkrijgen van niveau 4 op de CO 2 Prestatieladder CO 2 Prestatieladder Plan van Aanpak Verkrijgen van niveau 4 op de CO 2 Prestatieladder Auteur: Dhr. A.J. van Doornmalen Vrijgegeven: Dhr. A.J. van der Heul Datum: 28 februari 2012 Inhoud Plan van Aanpak...

Nadere informatie

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3. Jade Beheer Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.0 Document : Communicatieplan CO 2-prestatieladder Auteur : Jade

Nadere informatie

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Een uitdagend klimaat 20 20 2020 In 2020 moet de uitstoot van CO 2 in de EU met 20% zijn teruggebracht ten opzichte van het 1990 niveau.

Nadere informatie

CO 2 Communicatieplan Jade Beheer B.V.

CO 2 Communicatieplan Jade Beheer B.V. CO2 Communicatieplan 3.C.1-3.C.2 CO 2 Communicatieplan 2017 - Jade Beheer B.V. Jade Beheer B.V. 2017 Document Revisie/vrijgave Code Status CO2 Communicatieplan (3.C.1 & 3.C.2) 2.0-20170616 D.0010-00111100-00011111

Nadere informatie

Pagina 2 van 5. Financiële toelichting Lasten / baten Dekking in. Plan van aanpak Groene Energie in de Schappen

Pagina 2 van 5. Financiële toelichting Lasten / baten Dekking in. Plan van aanpak Groene Energie in de Schappen Adviescommissie 4 april 2011 Dagelijks bestuur 13 april 2011 Algemeen bestuur 14 december 2011 Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 22 Onderwerp: Groene Energie in Spaarnwoude Het algemeen bestuur besluit: 1.

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven

Sector- en keteninitiatieven Sector- en keteninitiatieven Conform 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1 Onderzoek naar initiatieven en toelichting op de actieve deelname aan het initiatief van Zwatra B.V. Auteur(s): R. Egas, directie & CO 2-functionaris,

Nadere informatie

2011 H2. Certificatie CO2-prestatieladder 2011 H1&H2 EMVI. Jaargang 2 NR. 3 24-02-12

2011 H2. Certificatie CO2-prestatieladder 2011 H1&H2 EMVI. Jaargang 2 NR. 3 24-02-12 2011 H2 2011 H1&H2 EMVI Certificatie CO2-prestatieladder Jaargang 2 NR. 3 24-02-12 Certificatie CO 2 -prestatieladder Halverwege 2011 is Baggerbedrijf de Boer Holding B.V. begonnen met het vaststellen

Nadere informatie

Reductieplan 2011-2013 (3-B-1)

Reductieplan 2011-2013 (3-B-1) Gebr. van der Lee Reductieplan 2011-2013 (3-B-1) CO²- Bewust Lelystad, januari 2013 Inhoudsopgave 1. Realisatie doelstellingen... 3 1.1 ontwikkelingen Gebr. van der Lee... 3 1.2 beleid en doelstellingen

Nadere informatie

Jaarplan 2019 Van Delft Holding Versie: , concept 1.0. Jaarplan CO November 2018

Jaarplan 2019 Van Delft Holding Versie: , concept 1.0. Jaarplan CO November 2018 Jaarplan CO 2 2019 November 2018 Inhoud 1. Reductiedoelstellingen... 3 2. Maatregelen en initiatieven... 4 2.1 Maatregelen... 4 2.2. Afwijkingen, corrigerende en preventieve maatregelen... 4 2.3. Initiatieven...

Nadere informatie

2012 H1. Het eerste half jaar EMVI H1 2012. Jaargang 2 NR. 4 08-10-12

2012 H1. Het eerste half jaar EMVI H1 2012. Jaargang 2 NR. 4 08-10-12 Het eerste half jaar 2012 H1 EMVI H1 2012 Jaargang 2 NR. 4 08-10-12 Het eerste half jaar Op 23 januari van dit jaar heeft Baggerbedrijf de Boer B.V. haar CO₂-certificaat behaald. Inmiddels zijn we alweer

Nadere informatie

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer,

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer, Van Spijker Infrabouw B.V. Aan: Externe belanghebbende van Van Spijker Infrabouw B.V. Van: Ester van Spijker / Gerrit Plaggenmars CC: Datum: 14 november 2016 Betreft: Voortgangsrapportage CO 2-prestatieladder,

Nadere informatie

Voortgangsrapportage

Voortgangsrapportage Projectomschrijving : Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage Opdrachtgever Auteur : Remmits Groep : R. van Eummelen Voor akkoord versie: 1.0 d.d.: 12-01-2019 Autorisatie: Auteur: Projectleider: Directeur:

Nadere informatie

Ideeën/ perspectieven en vragen

Ideeën/ perspectieven en vragen 1. Kun je warmte / koude uit zee halen? (4) 2. Zoet-zout overgang. Al dan niet met rivierwater. (3) 3. Waterverdamping is ook energievormconversie. (erdampen als bron van energie. (2) 4. Waterdamp kan

Nadere informatie

Onderhoudsbaggerwerk Maasgeulen & IJmuiden Voortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder 2014 2015 week 26

Onderhoudsbaggerwerk Maasgeulen & IJmuiden Voortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder 2014 2015 week 26 Voortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder 2014 2015 week 26 Pagina 1 van 9 CO 2 -Presatieladder Onderhoudsbaggerwerk Maasgeulen & IJmuiden Voortgangsrapport CO 2 -Prestatieladder 2014 2015 week 26 2.A.1.

Nadere informatie

Samen Werkt. Posities en kansen op de innovatiemarkt voor mobiliteit en water

Samen Werkt. Posities en kansen op de innovatiemarkt voor mobiliteit en water Samen Werkt Posities en kansen op de innovatiemarkt voor mobiliteit en water Samen Werkt Posities en kansen op de innovatiemarkt voor mobiliteit en water Wegen, water, spoor en luchtruim worden drukker.

Nadere informatie

Duurzaam Inkopen RWS. PIANOo congres Den Haag, 7 juni 2012. Leendert van Geldermalsen Projectmanager Duurzaam Inkopen RWS

Duurzaam Inkopen RWS. PIANOo congres Den Haag, 7 juni 2012. Leendert van Geldermalsen Projectmanager Duurzaam Inkopen RWS Duurzaam Inkopen RWS PIANOo congres Den Haag, 7 juni 2012 Leendert van Geldermalsen Projectmanager Duurzaam Inkopen RWS Wat vooraf ging Rijkswaterstaat wil in 2012 dé toonaangevende, publieksgerichte en

Nadere informatie

Energie uit water. Kwestie van kansen pakken

Energie uit water. Kwestie van kansen pakken Energie uit water Kwestie van kansen pakken Het best bewaarde geheim Energie uit water kan aan 10 procent van de elektriciteitsvraag in Nederland voldoen. Zo bleek uit een verkenning van winn. Volgens

Nadere informatie

Onderhoudsbaggerwerk Zeeuwse Havens Perceel E

Onderhoudsbaggerwerk Zeeuwse Havens Perceel E BAGGERBEDRIJF DE BOER HOLDING B.V. Onderhoudsbaggerwerk Zeeuwse Havens Perceel E CO₂ Prestatieladder - EMVI Project 2.A.1-3.B.2-3.C.1-3.C.2 In deze rapportage staat beschreven hoe de CO₂-footprint voor

Nadere informatie

Energie Managementprogramma t.b.v. externe communicatie voortgang in 2015.

Energie Managementprogramma t.b.v. externe communicatie voortgang in 2015. Energie Managementprogramma t.b.v. externe communicatie voortgang in 2015. Dit Energie Managementprogramma is vastgesteld op 22 mei 2015 1/9 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Algemene reductiedoelstelling

Nadere informatie

MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone

MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone Den Haag, 3 november 2014 Niels Hoefsloot Ruben Abma Inhoud presentatie 1. Onderzoeksmethode en uitgangspunten 2. Directe effecten 3. Indirecte/externe effecten

Nadere informatie

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Klaver Giant Groep. 3.D.1. Actieve deelname initiatieven ( ) Pagina 1 van 13

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Klaver Giant Groep. 3.D.1. Actieve deelname initiatieven ( ) Pagina 1 van 13 CO2-Prestatieladder Actieve deelname initiatieven Klaver Giant Groep 3.D.1. Actieve deelname initiatieven (2018.001) Pagina 1 van 13 Inhoudsopgave Inleiding en verantwoording... 3 1 Inventarisatie sector-

Nadere informatie

Start wetenschappelijk traject. Multiconsult bv

Start wetenschappelijk traject. Multiconsult bv Start wetenschappelijk traject 1 19-2-2014 Multiconsult bv Welkom wetenschappelijk traject ECOBEACH namens: BAM RIJKSWATERSTAAT WINN DELTARES 2 Programma Inleiding Voorstellen Terugkoppeling Wat is ecobeach

Nadere informatie

Rapportage voortgang

Rapportage voortgang Rapportage voortgang 2017-01 Project Rapportage voortgang 2017-01 Auteur Marjolein Hoefsloot Opdrachtgever Directie Hollander Techniek Datum 03-07-2017 Versie 1.0 Status Definitief Inhoudsopgave Inhoudsopgave...

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN ZAND BOVEN WATER LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer containers, grondstoffen en andere spullen worden via Rotterdam

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Wat hebben we geleerd? Dutch Coastline Challenge (over)leven in de Delta

Wat hebben we geleerd? Dutch Coastline Challenge (over)leven in de Delta Wat hebben we geleerd? Ambitie DCC We realiseren de opgave kustlijnzorg op een duurzame en efficiënte manier, door te investeren in het verbeteren en vernieuwen van de werkwijzen en daarvoor benodigde

Nadere informatie

Exploitatie Baggerspeciedepot Hollandsch Diep

Exploitatie Baggerspeciedepot Hollandsch Diep BAGGERBEDRIJF DE BOER HOLDING B.V. Exploitatie Baggerspeciedepot Hollandsch Diep CO₂ Prestatieladder - EMVI Project 2.A.1-3.B.2-3.C.1-3.C.2 In deze rapportage staat beschreven hoe de CO₂-footprint voor

Nadere informatie

Duurzaamheid bij RWS. Van visie naar praktijk. Annette Augustijn. Symposium Duurzame Infrastructuur 28 april 2011, Woerden

Duurzaamheid bij RWS. Van visie naar praktijk. Annette Augustijn. Symposium Duurzame Infrastructuur 28 april 2011, Woerden Ministerie van Infrastructuur en Milieu Duurzaamheid bij RWS Van visie naar praktijk Symposium Duurzame Infrastructuur 28 april 2011, Woerden Annette Augustijn Programmadirecteur Duurzaam RWS 28 april

Nadere informatie

Energiebeoordelingsverslag 2016

Energiebeoordelingsverslag 2016 Energiebeoordelingsverslag 2016 Datum: 7 maart 2017 Paraaf directie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden 4 3. Energieverbruik

Nadere informatie

Aanpak Duurzaam GWW- Aan de slag!

Aanpak Duurzaam GWW- Aan de slag! Aanpak Duurzaam GWW- Aan de slag! Johan van Dalen, ProRail, Cindy de Groot, Provincie Zuid-Holland Esther Veendendaal, RVO 5 juni 2014 Ontstaan van Duurzaam GWW Het begon met Duurzaam Inkopen Nu verder

Nadere informatie

Arnold Maassen Holding BV. Verslag energieaudit. Verslag over het jaar 2014. G.R.M. Maassen

Arnold Maassen Holding BV. Verslag energieaudit. Verslag over het jaar 2014. G.R.M. Maassen Arnold Maassen Holding BV Verslag energieaudit Verslag over het jaar 2014 G.R.M. Maassen Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Inventarisatie van energieverbruik en emissiebronnen... 3 3 Energieverbruik en CO 2 Footprint...

Nadere informatie

Samen zorgen voor minder CO2. Johan van Dalen, ProRail Symposium Duurzame Infrastructuur, RWS 28 april 2011

Samen zorgen voor minder CO2. Johan van Dalen, ProRail Symposium Duurzame Infrastructuur, RWS 28 april 2011 Samen zorgen voor minder CO2 Johan van Dalen, ProRail Symposium Duurzame Infrastructuur, RWS 28 april 2011 5 Agenda Waarom de CO2 Prestatieladder Kernpunten van de ladder Praktijkervaringen Prestatieladder

Nadere informatie

Energie Managementprogramma t.b.v. externe communicatie voortgang in 2017.

Energie Managementprogramma t.b.v. externe communicatie voortgang in 2017. Energie Managementprogramma t.b.v. externe communicatie voortgang in 2017. Dit Energie Managementprogramma is vastgesteld op 31 juli 2017 1/9 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Algemene reductiedoelstelling

Nadere informatie

Ketenanalyse uitbesteed transport. Goedgekeurd door: H. van Wijk

Ketenanalyse uitbesteed transport. Goedgekeurd door: H. van Wijk Ketenanalyse uitbesteed transport Goedgekeurd door: H. van Wijk Lars van Wijk Bedrijf: H. van Wijk transport- en aannemersbedrijf & H. van Wijk bestrating b.v. 25-05-2018 Inhoud Inleiding... 3 1. Doel

Nadere informatie

Verdiepen vaargeul Boontjes

Verdiepen vaargeul Boontjes BAGGERBEDRIJF DE BOER HOLDING B.V. Verdiepen vaargeul Boontjes CO₂ Prestatieladder - EMVI Project 2.A.1-3.B.2-3.C.1-3.C.2 In deze rapportage staat beschreven hoe de CO₂-footprint voor dit project wordt

Nadere informatie

Energie uit Water. - Hype of Kans - Marcel Bruggers Deltares 29 april 2010

Energie uit Water. - Hype of Kans - Marcel Bruggers Deltares 29 april 2010 Energie uit Water - Hype of Kans - Marcel Bruggers Deltares 29 april 2010 Duurzame Energie uit Water Laagverval waterkracht Aquatische biomassa Golfenergie Thermische energie uit de zee Getij-energie bassin/

Nadere informatie

CO 2 Prestatieladder. Ketenanalyse zand. Aspect(en): 4.A.1

CO 2 Prestatieladder. Ketenanalyse zand. Aspect(en): 4.A.1 CO 2 Prestatieladder Ketenanalyse zand Auteur: Dhr. A.J. van Doornmalen Vrijgegeven: Dhr. A.J. van der Heul Aspect(en): 4.A.1 Datum: 04 april 2014 Inhoudsopgave 1.0 Identificatie... 3 2.0 Doelstelling...

Nadere informatie

30196 Duurzame ontwikkeling en beleid. Brief van de minister van Infrastructuur en Milieu. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

30196 Duurzame ontwikkeling en beleid. Brief van de minister van Infrastructuur en Milieu. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 30196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 459 Brief van de minister van Infrastructuur en Milieu Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 juni 2016 Met deze brief informeer

Nadere informatie

Carbon footprint 2011

Carbon footprint 2011 PAGINA i van 12 Carbon footprint 2011 Opdrachtgever: Stuurgroep MVO Besteknummer: - Projectnummer: 511133 Documentnummer: 511133_Rapportage_Carbon_footprint_2011_1.2 Versie: 1.2 Status: Definitief Uitgegeven

Nadere informatie

OVERZICHT (KETEN)INITIATIEVEN VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

OVERZICHT (KETEN)INITIATIEVEN VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. OVERZICHT (KETEN)INITIATIEVEN VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. Opsteller Versie Status Referentie L. Deerns & B. Ketelaars 1605-CO2-DEF Definitief 1.D.1, 1.D.2, 3.D.1, 3.D.2, 5.C.1 & 5.C.2 Inhoudsopgave Inleiding...2

Nadere informatie

Energie Audit verslag 2019 Energie Management Actieplan 2016 t/m 2021

Energie Audit verslag 2019 Energie Management Actieplan 2016 t/m 2021 Energie Audit verslag 2019 Energie Management Actieplan 2016 t/m 2021 08-02-2019 Parafen van alle MT-leden: Onafhankelijke interne controle door KAM: 1 Energie Audit Verslag 2019/Energie Management Actieplan

Nadere informatie

Onderhoudsbaggerwerk Maasgeulen en IJmuiden

Onderhoudsbaggerwerk Maasgeulen en IJmuiden CO 2 -projectrapportage 2014 2016-H1 Pagina 1 van 8 CO 2 -Projectrapportage 2016-H1 Onderhoudsbaggerwerk Maasgeulen en IJmuiden 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. - 5.C.3. Van Oord Nederland

Nadere informatie

Aanleg van nutsvoorzieningen

Aanleg van nutsvoorzieningen 3: Analyse van GHG-genererende (ketens van) activiteiten Afdeling KAM Blad 1 van 11 Aanleg van nutsvoorzieningen Blad 2 van 11 Voorwoord In het kader van de gestelde eisen in de CO 2 -prestatieladder van

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie

Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie Mouwrik Waardenburg b.v. Steenweg 63 4181 AK WAARDENBURG tel. 0031 418 654 620 fax 0031 418 654 629 www.mouwrik.nl Opgesteld d.d.: Januari 2015 Revisie:

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave INLEIDING... 3 BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL... 5 TRANSPORT

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven

Sector- en keteninitiatieven Sector- en keteninitiatieven Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 18 april 2017 Versie: 3.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Onderzoek

Nadere informatie

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V.

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V. CO2-Prestatieladder Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V. Auteurs: De heer R.J.M. de Boer (Schilderwerken De Boer Obdam B.V.) De heer R.J. van Stralen (Schilderwerken De Boer

Nadere informatie

Energie Management ACTIE Plan

Energie Management ACTIE Plan 1. Inleiding Het Energie Management ACTIE Plan (EMAP) geeft weer hoe binnen Schulte en Lestraden B.V. de zogenaamde stuurcyclus (Plan-Do-Check-Act) wordt ingevuld om de prestaties en doelstellingen van

Nadere informatie

Energie beoordelingsverslag februari 2017

Energie beoordelingsverslag februari 2017 Energie beoordelingsverslag 2016 15 februari 2017 Datum:... Paraaf directie:... Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik

Nadere informatie

100 MW GETIJDENENERGIE 100% VOORSPELBAAR 100% FLEXIBEL

100 MW GETIJDENENERGIE 100% VOORSPELBAAR 100% FLEXIBEL TIDAL POWER 100 MW GETIJDENENERGIE 100% VOORSPELBAAR 100% FLEXIBEL In 2025 100.000 Zeeuwse huishoudens voorzien van duurzame electriciteit uit getijdenenergie met een totale CO2-reductie van 140.000 ton

Nadere informatie

3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2015(1) Ter Riele

3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2015(1) Ter Riele Datum: 11-09- Versie: 2 3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 (1) Ter Riele A.J.J ter Riele Directeur 1. Inleiding Middels deze rapportage wil Ter Riele B.V. (Ter Riele) de voortgang op de CO 2 reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Toenemende druk van de Zeespiegelstijging

Toenemende druk van de Zeespiegelstijging Break-out Sessie Scheldemonding Toenemende druk van de Zeespiegelstijging Youri Meersschaut (VO-MOW) en Gert-Jan Liek (RWS) Kennis vroegere onderzoeksagenda s Toename getijslag belangrijk onderwerp in

Nadere informatie

3.C.1 Voortgangrapportage CO H1 Ter Riele

3.C.1 Voortgangrapportage CO H1 Ter Riele Datum: 17-08-2016 Versie: 1 3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2016 H1 Ter Riele A.J.J ter Riele Directeur 1. Inleiding Middels deze rapportage wil Ter Riele B.V. (Ter Riele) de voortgang op de CO 2 reductiedoelstellingen

Nadere informatie

CO2 prestatieladder Actieve Deelname Initiatief 2015

CO2 prestatieladder Actieve Deelname Initiatief 2015 CO2 prestatieladder Actieve Deelname Initiatief 2015 Projectgegevens Opsteller TAJ van Deijzen Versie 2015-1 Status Definitief Datum CO2 verantwoordelijke TAJ van Deijzen 6-8-2015 Directievertegenwoordiger

Nadere informatie

Energie beoordelingsverslag 2016

Energie beoordelingsverslag 2016 Energie beoordelingsverslag 2016 Datum:... Paraaf directie:... Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden 4 3.

Nadere informatie

Movares Duurzaamheidsscan

Movares Duurzaamheidsscan Movares Duurzaamheidsscan Innovatief procesinstrument Grip op duurzaamheid in elke projectfase Grip op duurzaamheid van A tot Z. Dat is de ambitie van Movares. Voor veel mensen en partijen is duurzaamheid

Nadere informatie

Knelpunt 1: Elektrisch rijden wordt fiscaal zwaarder belast dan rijden op fossiele brandstoffen

Knelpunt 1: Elektrisch rijden wordt fiscaal zwaarder belast dan rijden op fossiele brandstoffen Inbreng Nuon voor de Ronde Tafel Elektrisch Rijden 9 juni 2016, Kamercommissie voor Economische Zaken Contact: alied.wessels.boer@nuon.com of joris.hupperets@nuon.com Samenvatting Randvoorwaarde voor elektrisch

Nadere informatie

Energiemanagementplan Actieplan 2017

Energiemanagementplan Actieplan 2017 Energiemanagementplan Actieplan 2017 Inhoud 1.0 De reductie doelstellingen... 3 1.1 Kwalitatieve reductieambitie... 3 1.2 Alternatieve brandstof doelstelling... 3 1.3 Kwantitatieve doelstelling... 3 2.0

Nadere informatie

Eiland voor een seizoen

Eiland voor een seizoen Eiland voor een seizoen Symbool voor een nieuwe kust Claire van Oeveren Kustbescherming weer aan de orde van de dag Naar een nieuw perspectief voor de Nederlandse kust De Kust heeft primair de functie

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL...

Nadere informatie

emissie [ton/halfjaar] [%] [ton/fte] [ton/fte] Aardgasverbruik Scope 1 12,92 13% 0,51 0,72 Brandstofverbruik zakelijk verkeer met leaseauto's Scope

emissie [ton/halfjaar] [%] [ton/fte] [ton/fte] Aardgasverbruik Scope 1 12,92 13% 0,51 0,72 Brandstofverbruik zakelijk verkeer met leaseauto's Scope Pagina 1 van 7 Inleiding Dit jaar is Speer Groep gestart met het monitoren en analyseren van haar energie-efficiency. In het kader hiervan is dit haar eerste jaarrapportage Energie-Efficiency. Doel van

Nadere informatie

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017 Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Elektriciteit 1. Scope/afbakening De productgroep Elektriciteit omvat alle elektriciteit die van het openbare net betrokken wordt door een

Nadere informatie

Sector initiatief. Hybride graafmachines en Shovels. Ouwejan & F. de Bruijn Infra b.v. Pijnacker Infra B.V. K. Wolleswinkel en K.

Sector initiatief. Hybride graafmachines en Shovels. Ouwejan & F. de Bruijn Infra b.v. Pijnacker Infra B.V. K. Wolleswinkel en K. Sector initiatief Hybride graafmachines en Shovels Bedrijven: Ouwejan & F. de Bruijn Infra b.v. Pijnacker Infra B.V. Auteur: K. Wolleswinkel en K. Lambregts Contact: H. Walberk (Pijnacker Infra B.V.) Datum:

Nadere informatie

Inzicht. Doelstelling CO2-reductie

Inzicht. Doelstelling CO2-reductie Loonbedrijf J. van Etten BV en Grondbewerkingsbedrijf Blijdorp BV zijn twee bedrijven die bij J van Etten Holding behoren. Loonbedrijf van Etten is één van de grootste tuinbouwloonbedrijven van Nederland,

Nadere informatie

Initiatieven Status: Definitief 3.D.1 & 3.D.2

Initiatieven Status: Definitief 3.D.1 & 3.D.2 Initiatieven 2016 Status: Definitief 3.D.1 & 3.D.2 Versie 2016/1 Uitgegeven door: Van Wijk Nieuwegein Copyright 2016 Van Wijk Nieuwegein Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

Nadere informatie

Memo Scope 1 32 % Scope 2 5 % Scope 3 6 %

Memo Scope 1 32 % Scope 2 5 % Scope 3 6 % Van Spijker Infrabouw B.V. Aan: Externe belanghebbende van Van Spijker Infrabouw B.V. Van: Ester van Spijker / Gerrit Plaggenmars CC: Datum: 6 april 2016 Betreft: Voortgangsrapportage CO 2-prestatieladder,

Nadere informatie

Heatpoint nieuwsbrief 4 juni 2013

Heatpoint nieuwsbrief 4 juni 2013 Heatpoint nieuwsbrief 4 juni 2013 Geachte relatie, In de vorige nieuwsbrief (nr.3 maart 2013) van Heatpoint hebben wij u uitgebreid geïnformeerd over de Innovation Award die wij hebben gewonnen. Samengevat

Nadere informatie

Impressie Regiotour MIRT in Noord Nederland 13 juni

Impressie Regiotour MIRT in Noord Nederland 13 juni Impressie Regiotour MIRT in Noord Nederland 13 juni Ron Lander en Nathalie Harrems openen de goed bezochte bijeenkomst in de schouwburg in Meppel. Naast het delen van kennis over de werkwijze in het Meerjarenprogramma

Nadere informatie