Zingen voor de dienst. Lied 476: 1, 3 en 4 Nu zijt wellekome

Transcriptie

1

2 Ds. Nelleke Beimers, voorganger Aly Brug, lector Gerrit Blekkenhorst, organist Marja Marskamp, muzikale medewerking Verder werken mee: Mariska Blekkenhorst, Henk Bosch, Freddie Schutte en Aafke Steenhuis Zingen voor de dienst Lied 476: 1, 3 en 4 Nu zijt wellekome 1 Nu zijt wellekome, Jesu, lieve Heer, 1 Gij komt van alzo hoge, van alzo veer. 1 Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer. 1 Hier al op dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer. Kyrieleis. 3 Herders op den velde hoorden een nieuw lied, 3 dat Jezus was geboren, zij wisten t niet. 3 Gaat aan gene straten en gij zult Hem vinden klaar. 3 Bet lem is de stede, daar is t geschied voorwaar. Kyrieleis. 4 Wijzen uit het oosten, uit zo verre land, 4 zij zochten onze Here met offerand. 4 Z offerden ootmoediglijk mirr, wierook ende goud 4 t eren van dat kinde, dat alle ding behoudt. Kyrieleis. Lied 482 Er is uit s werelds duistere wolken 1 Er is uit s werelds duist re wolken 2 De loden last die op ons drukte, 1 een groot licht stralend opgegaan 2 de stang, het juk, ons ongeluk, 1 wie wonen in het diepste donker, de zweep, de stok die diep deed bukken, 1 zij zullen in het zonlicht staan. verbrijzeld zijn ze, stuk voor stuk, 1 Glorie aan God, de overwinning verbrand de laarzen der soldaten 1 is ongekend, de vreugde groot; en elke mantel rood van bloed, 1 de aarde jubelt hoor ons zingen: 2 geen wapentuig meer door de straten 1 wij delen in een rijke oogst! de velden vol van overvloed. 2

3 3 Godlof, een kind is ons geboren, 3 een held zal onze koning zijn, 3 die raadsman, God-met-ons zal heten 3 die zoon zal ons tot vader zijn! 3 Vorst die met vrede ons wil kronen 3 van nu af tot in eeuwigheid, 3 de Eeuwige zal hem doen tronen 3 op recht en op gerechtigheid. Lied 485: Zeg eens herder, waar kom jij vandaan 1 Zeg eens herder, waar kom jij vandaan? 1 Ik heb eens gekeken in een oude stal, 1 daar zag ik een wonder, dat k vertellen zal. 2 Zeg eens herder, wat heb jij gezien? 2 k Zag een os en ezel bij een voederbak. 2 t Was er koud en donker, tocht kwam door het dak. 3 Zeg eens herder, zag je daar nog meer? 3 Ja, ik zag een kindje, huilend van de kou 3 en daarbij stond Jozef die t warmen wou. 4 Zeg eens herder, zag je soms nog meer? 4 k zag toen dat Maria t kind in d armen nam. 4 Os en ezel keken, ook een heel klein lam. 5 Zeg eens herder, is het lief en schoon? 5 Schoner dan het zonlicht, schoner dan de maan, 5 schoner dan de hemel, waar de sterren staan! 6 Zeg eens herder, heeft het iets gevraagd? 6 Ja, het vroeg om liefde, schatten vraagt het geen. 6 Laten wij nu allen gaan tot Hem alleen. Woord van welkom en mededelingen 3

4 Klokgelui en verstilling Lied 477: 1, 2 en 3 Komt allen tezamen 1 Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: 1 komt nu, o komt nu naar Betlehem! 1 Ziet nu de vorst der eng len hier geboren. 1 Komt, laten wij aanbidden, 1 komt, laten wij aanbidden, 1 komt, laten wij aanbidden die koning. 2 De hemelse eng len riepen eens de herders 2 weg van de kudde naar t schamel dak. 2 Spoeden ook wij ons met eerbied ge schreden! 2 Komt, laten wij aanbidden, 2 komt, laten wij aanbidden, 2 komt, laten wij aanbidden die koning. 3 Het licht van de Vader, licht van den beginne, 3 zien wij omsluierd, verhuld in t vlees: 3 goddelijk kind, gewonden in de doeken! 3 Komt, laten wij aanbidden, 3 komt, laten wij aanbidden, 3 komt, laten wij aanbidden die koning. Openingswoorden Lied 477: 4 4 O kind, ons geboren, 4 liggend in de kribbe, 4 neem onze liefd in genade aan! 4 U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! 4 Komt, laten wij aanbidden, 4 komt, laten wij aanbidden, 4 komt, laten wij aanbidden die koning. 4

5 De kaars wordt aangestoken door Emma Zoer Nog een kaars, want het is Kerst. Nu begint het feest. Van het Licht dat komen zal en er altijd is geweest. Kaarsenlied Kijk eens aan tekst: Hanna Lam, muziek: Barbara Zwaal 9 Kijk eens aan, kijk eens aan, steek maar al - le kaar - sen aan, hang de ster - ren in de bo - men want het kerst - feest is ge - ko - men God is goed voor ons ge - weest, vier van - daag het mooi - ste feest. 10 Alzo lief heeft God gedacht 10 dat een Kind de vrede bracht. 10 Eng len zongen in de hoge 10 herders durfden te geloven 10 dat de liefde overwint 10 door het wonder van dit Kind. Gebed 5

6 Glorialied 487 Eer zij God in onze dagen 1 Eer zij God in onze dagen, 1 eer zij God in onze tijd. 1 Mensen van het welbehagen, 1 roep op aarde vrede uit. 1 Gloria in excelsis Deo. 1 Gloria in excelsis Deo. 2 Eer zij God die onze Vader 2 en die onze koning is. 2 Eer zij God die op de aarde 2 naar ons toe gekomen is. 2 Gloria in excelsis Deo. 3 Lam van God, Gij hebt gedragen 3 alle schuld tot elke prijs, 3 geef in onze levensdagen 3 peis en vreê, kyrieleis. 3 Gloria in excelsis Deo. Moment met de kinderen, waarna kinderkring Bij het weggaan van de kinderen zingen we: 1 Wij gaan voor even uit elkaar 1 en delen nu het licht. 1 Dat licht vertelt ons iets van God. 1 Op hem zijn wij gericht. De bloemschikking: de geboorte van Jezus Vandaag vieren we dat het licht van God onder ons is komen wonen, gesymboliseerd in de uitbundige witte schikking met een witte ondergrond De hemel raakt de aarde herders gaan op weg ze zoeken wat engelen vertelden ze openen zich voor het Kind van belofte God kom met uw Geest raak ons aan met uw Licht 6

7 Het kerstevangelie volgens Lucas 2: 1-20 NBV De geboorte van Jezus 2 1 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2 Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. 3 Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. 4 Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. 6 Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. 8 Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. 9 Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. 10 De engel zei tegen hen: Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: 11 vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. 12 Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt. 13 En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 14 Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft. 15 Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt. 16 Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. 17 Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. 18 Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, 19 maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. 20 De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. 7

8 Lied 496 Een ster ging op uit Israël 2 De herders hebben het gezien 2 in de geboortestal: 2 daar was het vrede en sindsdien 2 zingt elk dat overal. 2 Daar was het leven argeloos, 2 verlosten waren zij. 2 Dor hout ging bloeien als een roos, 2 woestijn werd tot een wei. 3 Gij morgenster en mensenzoon, 3 breng ons de nieuwe tijd, 3 waarin de wereld wordt bewoond 3 door uw gerechtigheid. 3 Dan is uw heil aan ons geschied, 3 u allen even na, 3 dan zingt de schepping weer dit lied 3 tot in de gloria. Zijn wereldrijk door Mariska Blekkenhorst 8

9 Lied 491 Kind ons geboren Geen plaats door Henk Bosch Lied 491 Wees niet bang door Aafke Steenhuis Lied 491 Doek door Freddie Schutte, gelezen door Dimara Lied 491 Met eigen ogen door Nelleke Beimers 9

10 Lied 488 In den beginne was het woord 2 Hij werd geboren in de nacht 2 die al het licht heeft voortgebracht, 2 aan zon en maan zijn teugel legt, 2 Hij is de Heer, Hij werd een knecht. 4 Hij troont in onze lage staat 4 waar al wat leeft verloren gaat, 4 Hij kwam toen niemand naar Hem riep, 4 dit licht dat zoveel luister schiep. 3 Hij is de Heer, Hij werd een knecht, 3 op Hem wordt alle last gelegd, 3 Hij woont te midden van het kwaad, 3 Hij troont in onze lage staat. 5 Dit licht dat in het duister sliep 5 is God die ons bij name riep, 5 Hij roept totdat Hij wordt gehoord, 5 in den beginne was het woord. Dankgebed, voorbeden en Onze Vader Mededelingen Collecte Slotlied 478: 1, 2 en 4 Komt, verwondert u hier, mensen 1 Komt, verwondert u hier, mensen, 1 ziet, hoe dat u God bemint, 1 ziet vervuld der zielen wensen, 1 ziet dit nieuwgeboren kind! 1 Ziet, die t woord is, zonder spreken, 10 ziet, die vorst is, zonder pracht, ziet, die t al is, in gebreken, ziet, die t licht is, in de nacht, ziet, die t goed is, dat zo zoet is, wordt verstoten, wordt veracht.

11 2 Ziet, hoe dat men met Hem handelt, 2 hoe men Hem in doeken windt, 2 die met zijne godheid wandelt 2 op de vleugels van de wind. 2 Ziet, hoe ligt Hij hier in lijden zonder teken van verstand, die de hemel moet verblijden, die de kroon der wijsheid spant. Ziet, hoe tere is de Here, die t al draagt in zijne hand. 4 O Heer Jesu, God en mense, 4 die aanvaard hebt deze staat, 4 geef mij wat ik door U wense, 4 geef mij door uw kindsheid raad. 4 Sterk mij door uw tere handen, 4 maak mij door uw kleinheid groot, 4 maak mij vrij door uwe banden, 4 maak mij rijk door uwe nood, 4 maak mij blijde door uw lijden, 4 maak mij levend door uw dood! Zegen beantwoord met Ere zij God Ere zij God, ere zij God, in de hoge, in de hoge, in de hoge! Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Ere zij God in de hoge, ere zij God in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen, in de mensen een welbehagen, in de mensen een welbehagen, een welbehagen. Ere zij God, ere zij God in de hoge, in de hoge, in de hoge! Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Amen. Amen. 11

12