Tips & Trucs ArchiCAD : Numeriek werken, tijdelijke hulplijnen en snappunten

Transcriptie

1 Tips & Trucs ArchiCAD : Numeriek werken, tijdelijke hulplijnen en snappunten Door gebruik te maken van de Tracker (Coördinaten invoerbox), kunt u in ArchiCAD numeriek een lengte invoeren of een begin- of eindpunt bepalen. Met behulp van de Guidelines (automatische tijdelijke hulplijnen) of de Shift toets kunt u orthogonaal werken, onder een vaste hoek en eventueel refereren aan andere punten. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende mogelijkheden. De Tracker (Coördinaten invoerbox) De Tracker verschijnt automatisch wanneer er een element getekend wordt. In eerste instantie zijn alleen de eerste twee waardes zichtbaar (Distance en Angle). Door een x of y op het toetsenbord in te tikken, worden ook de overige waarden zichtbaar. De Tracker bevat de volgende waarden: d of r Distance de lengte a Angle de hoek x X Coördinaat voor de x-richting - horizontaal y Y Coördinaat voor de y-richting - verticaal z Z Coördinaat de hoogte De d (of r), a, x, y en z zijn de letters op het toetsenbord waarmee de waarde geactiveerd kan worden voor het invoeren van de juiste waarde. Met de TAB toets kunt u van boven naar beneden door de waardes heenlopen en met SHIFT+TAB loopt u van beneden naar boven door de waardes. Als de Tracker niet zichtbaar wordt, ook niet na het intikken van x of y, dan staat de Tracker waarschijnlijk uit. Zet de Tracker knop in de knoppenbalk AAN. Als standaard niet de Distance en Angle zichtbaar worden maar de X en Y coördinaten, geef dan in het uitklapmenu naast de Trackerknop in de knoppenbalk aan: Prefer Polar Coordinates in Tracker. Dit kan alleen tijdens het tekenen aangegeven worden. Uitklapmenu Tracker Voordat u begint met tekenen kunt u in dit uitklapmenu aangeven of de waardes in de Tracker relatief ten opzichte van het beginpunt van het element weergegeven moeten worden of absoluut ten opzichte van het absolute nulpunt (het zwarte kruisje). Dit wordt grafisch zichtbaar door de subtiele zwarte hulplijn naar het absolute nulpunt. Relatieve coördinaten in Tracker Absolute coördinaten in Tracker 1 van 7 ArchiCAD T&T

2 Numeriek invoeren Voor het numeriek invoeren moet u de volgende stappen uitvoeren: Klik, met het gereedschap actief, op het gewenste beginpunt en neig in de richting waarin het element getekend moet worden. Laat vervolgens de muis los. De Tracker komt tevoorschijn en de Distance is vet aangegeven. Als u de lengte wilt ingeven, kunt u direct naar stap 3 gaan. Als u een andere waarde wilt ingeven, toetst u eerst de gewenste coördinaat in op het toetsenbord (x, y, a of z) Toets vervolgens de waarde in (eventueel met een ervoor voor een negatieve waarde) Herhaal stap 2 en 3 eventueel voor een andere coördinaat Voorbeeld 1: Klik op beginpunt en laat muis los Toets x Typ 1400 Toets y of druk op de TAB toets Typ -800 Voorbeeld 2: Klik op beginpunt en laat muis los Typ 1500 Toets a of druk op de TAB toets Typ 15 Numeriek invoeren met behulp van Guide Lines Een makkelijk hulpmiddel bij het numeriek invoeren is de Guide Line (automatische tijdelijke hulplijn). Met de Guide Lines kunt u orthogonaal werken of onder een bepaalde hoek. Hierdoor hoeft u alleen de lengte in te voeren. Standaard verschijnen de Guide Lines in de richting; horizontaal, verticaal en om de 15 graden. Klik op het gewenste beginpunt Beweeg met de muis in de gewenste richting De oranje Guide Line verschijnt en de cursor verandert in een wit potlood met een streep erin, de hoek is bepaald Laad de muis los Typ de gewenste lengte in Wanneer u met de Guide Lines werkt, kunt u altijd met de Distance (lengte) werken. U hoeft dan niet te bedenken welke coördinaat u moet gebruiken (horizontaal: x, verticaal: y) en of de waarde positief of negatief moet zijn, omdat een lengte altijd positief is. Bovendien kunt u de waarde direct ingeven, omdat de invoer van de lengte al actief is. Als de Guide Lines niet verschijnen, dan staan de Guide Lines waarschijnlijk uit. U kunt de Guide Lines weer aanzetten met de desbetreffende knop in de knoppenbalk. Uitklapmenu Guide Lines 2 van 7 ArchiCAD T&T

3 In het Uitklapmenu kunt u eventueel een bepaalde groep van Guide Lines UIT zetten. Main-direction Guide Lines Horizontale en verticale hulplijnen Relative-direction Guide Lines Hulplijnen om de 15 graden Incremental Angles Halve hoek hulplijnen tussen twee andere hulplijnen in Grafisch de lengte bepalen Methode 1: Guide Lines Om grafisch de lengte te bepalen van een element kunnen er ook tijdelijke hulplijnen opgeroepen worden, zodat hieraan gerefereerd kan worden. Door met de muis tijdelijk stil te staan op de rand van een element, tekent ArchiCAD automatisch een oneindige Guide Line over het element. Vervolgens kan het te tekenen element tot aan deze hulplijn getekend worden. Beweeg met de muis naar de rand van de wand waaraan gerefereerd moet worden (in dit geval de kleine wand loodrecht op de richting van de te tekenen wand) een Guide Line verschijnt, Beweeg vervolgens met de muis in de gewenste richting (over een nieuwe horizontale Guide Line) naar de eerste Guide Line. De cursor zal in een Haakse hoek (loodrecht teken) veranderen, Klik om het eindpunt van de wand te bepalen. Methode 2: Shift-toets De Shift toets methode kan ook uitstekend gebruikt worden om het eindpunt te refereren aan een ander element en is zelfs sneller. Beweeg met de muis in de gewenste richting (over de Guide Line), Druk de Shift toets in (de richting wordt vastgehouden) en houd deze vast, Beweeg met de muis naar het referentiepunt (de gestippelde referentielijn wordt zichtbaar), Klik op het referentiepunt als de cursor verandert in een zwart potlood (eindpunt). Een eindpunt numeriek bepalen ten opzichte van een referentiepunt in het model Wanneer het eindpunt van een element op een bepaalde afstand van een ander element af moet liggen. Kunt u dit punt grafisch aanwijzen en ArchiCAD de extra afstand laten optellen of aftrekken van dat punt. Bijvoorbeeld een wand moet 500 mm onder een ander element eindigen. Voorbeeld 1: Bepaal grafisch het referentiepunt de lengte tot dit punt wordt zichtbaar in de Tracker (1300), Typ in 500, Op het moment dat u - intoetst trekt ArchiCAD de 500 mm van de lengte (1300) af, de nieuwe waarde wordt zichtbaar in de Tracker (800) Druk op ENTER, om te bevestigen dat u klaar bent. Voorbeeld 2: Vraag een Guide line op door de wand waaraan gerefereerd moet worden Beweeg met de muis over de Guide line tot de wand loodrecht op de Guide line staat (loodrecht teken) Typ in 500, (of 500+, als de wand 500 langer moet worden dan het referentiepunt), De nieuwe waarde wordt zichtbaar in de Tracker (1485) Druk op ENTER, om te bevestigen dat u klaar bent. 3 van 7 ArchiCAD T&T

4 Een beginpunt numeriek bepalen ten opzichte van een referentiepunt in het model Vaak zal het beginpunt van een element bepaald moeten worden ten opzichte van een ander element. U kunt hier een hulplijn voor gebruiken, maar u kunt ook direct numeriek de afstand invoeren. U hoeft dan niet te switchen tussen de gereedschappen en uw model komt niet vol onnodige hulplijnen te staan. Voorbeeld 1: een wand plaatsen op een bepaalde afstand van een andere wand Activeer het gewenste gereedschap en stel het naar wens in, Beweeg met de cursor naar het referentiepunt (de cursor verandert in een vinkje), Laat de muis los, zonder te klikken! Toets de gewenste coördinaat in (x als het beginpunt op dezelfde horizontale lijn ligt als het referentiepunt of y als het beginpunt op dezelfde verticale lijn ligt als het referentiepunt), De absolute waarde van deze coördinaat is in de Tracker zichtbaar (16925) Typ de gewenste afstand t.o.v. het referentiepunt, Typ (minteken) als de afstand van de absolute waarde moet worden afgetrokken en + (plusteken) als de afstand bij de absolute waarde moet worden opgeteld, De afstand wordt bij de absolute waarde in de Tracker opgeteld (17425) Herhaal stap 3, 4 en 5 eventueel voor de tweede coördinaat (x of y), te bevestiging, en maak het element af, Voorbeeld 2: raam plaatsen met referentiepunt: Activeer het Raam gereedschap en stel het naar wens in, Kies voor de plaatsingsmethode: Raam plaatsen met hoekpunt, Beweeg de muis naar het referentiepunt, tot het vinkje zichtbaar is, Laat muis los, Toets x, (of y bij een verticale verplaatsing in de wand) Typ 500+,, de twee-ogige cursor verschijnt om te bepalen aan welke zijde van dit punt het raam geplaatst moet worden, Klik twee maal (twee-oog en één-oog cursor) om raam te plaatsen. Voorbeeld 3: dimensionering op bepaalde afstand plaatsen: Activeer het Dimensioneringsgereedschap en stel het naar wens in, Klik op alle punten die gedimensioneerd moeten worden, Dubbelklik als u gereed bent, de plaatsingscursor (hamer) en een feedbacklijn verschijnen en de dimensioneringslijn kan gepositioneerd worden. Beweeg met de muis naar de rand van de wand (mercedes cursor) waaraan u wilt refereren, Toets y, (of x bij een verticale dimensioneringslijn en dus een horizontale verplaatsing) de Tracker verschijnt en de absolute waarde van y wordt zichtbaar Typ 300, ArchiCAD trekt 300 van de absolute waarde van y af, de nieuwe waarde is zichtbaar 4 van 7 ArchiCAD T&T

5 , de dimensioneringslijn komt exact 300 mm onder de wand, het referentiepunt, te staan uiteraard kan er ook aan een andere dimensioneringslijn gerefereerd worden. Voorbeeld 4: kolommen plaatsen + vermenigvuldigen: Activeer kolomgereedschap met plaatsingspunt/ankerpunt linksboven Beweeg met de muis naar het beginpunt van de wand (vinkje) Toets y (of x bij een horizontale verplaatsing) Type 500 de kolom wordt met zijn ankerpunt 500 mm onder de wand geplaatst Selecteer de kolom Kies Multiply in het petpalet: Drag (2 kopieën + distribueren) Kies de rechterbovenhoek van de kolom als startpunt Beweeg met de muis naar rechts Druk Shift toets in (richting staat vast) Beweeg naar muis naar het eindpunt van de wand Klik op het eindpunt Wanneer typ ik de -/+ voor het getal (-300) en wanneer na het getal (300-)? Wanneer het +/- teken voor het getal staat, blijft het een echt getal, een echte definitieve waarde die u wilt invullen. Y=-300 wil dus zeggen dat de cursor in de y richting (verticaal) 300 onder het beginpunt van het element (relatief werken) of het absolute nulpunt (absoluut werken) komt te staan. Wanneer het +/- teken achter het getal wordt ingetypt, gaat ArchiCAD voor u rekenen! ArchiCAD telt dan het getal op bij het referentiepunt waar u met uw muis boven hangt, of trekt het er vanaf. Begin- of eindpunt bepalen met behulp van Speciale Snappunten ArchiCAD bevat de mogelijkheid om Speciale Snappunten te tonen waarop de cursor met een vinkje reageert. Het knopje om de Speciale Snappunten aan te zetten zit in de knoppenbalk. In het uitklapmenu naast het knopje kan er gekozen worden welke Speciale Snappunten getoond moeten worden: Half = Middelpunt het element wordt opgedeeld in twee delen Divisions = Delen het element wordt opgedeeld in gelijke delen (in dit geval 3) Percent = Percentage het element wordt opgedeeld in twee delen x% en (100-x)% (in dit geval 20% en 80%) Distance = Afstand om een bepaald aantal mm verschijnt er een snappunt, startend vanaf het dichts bijzijnde eindpunt van het element (in dit geval om de 1000 mm) Indien u de waarde voor de snappunten wilt wijzigen, kunt u onderin het uitklapmenu kiezen voor: Set Special Snap Values Daarnaast kunt u ook aangeven of de Snappunten over de gehele lengte van het element verdeeld moeten worden, of over het gedeelte tussen twee kruispunten. De Snappunten blijven enkele seconden in beeld en verdwijnen vervolgens weer. Along Entire Element, Divisions 5 Between Intersection Points, Divisions 5 5 van 7 ArchiCAD T&T

6 Snijpunten opzoeken met behulp van Guide Lines Voor het opzoeken van snijpunten van elementen voor de begin- of eindpunten van nieuwe elementen, kunnen de Guide Lines worden gebruikt. Per actie kunt u zoveel Guide Lines genereren als u nodig heeft. Na de actie zullen de Guide Lines automatisch weer verdwijnen. Guide Lines op randen: Door op een rand van een element (mercedes teken of potlood met streepje) stil de staan, verschijnt er een oneindig lange oranje hulplijn over de rand van dat element Hoekpunten: Door op een punt van een element stil te staan, verschijnen er blauwe suggestie hulplijnen. Door met de muis over een blauwe hulplijn heen te bewegen, kunt u van deze lijn een definitieve oranje hulplijn maken. Heeft u binnen enkele seconden geen keuze gemaakt, dan geeft ArchiCAD een andere keuzemogelijkheid voor Guide Lines door dat eindpunt. Snijpunten: De intelligente cursor van ArchiCAD reageert ook op de snijpunten (kruisje) van de Guide Lines. Voorbeeld: Ga met de cursor naar de rand van de wand (mercedes teken) bij A en sta even stil, een oranje Guide Line verschijnt Ga met de cursor naar het hoekpunt C en sta even stil, ArchiCAD geeft twee blauwe lijnen als suggestie Beweeg met de muis over de horizontale lijn, Doe hetzelfde voor punt D Teken vervolgens een nieuwe wand vanaf het snijpunt van 1 ste en 2 de Guide Line tot het snijpunt van de 1 ste en de 3 de Guide Line Guidelines verwijderen: Wanneer er te veel Guide Lines ontstaan, kunt u in het Uitklapmenu voor de Guide Lines in de knoppenbalk of in het menu dat verschijnt als je op de rechter muisknop drukt, kiezen voor Remove all Guide Lines Loodrecht en parallel werken met behulp van Guide Lines U kunt Guide Lines ook gebruiken om aan te geven dat u parallel of loodrecht op een bepaald element of een bepaalde richting wilt werken. Tijdens of voor het tekenen wijst u met de cursor het element aan waaraan u parallel wilt werken of vanwaar u loodrecht wilt werken. Door stil te staan op de rand van het element verschijnt er een dikke oranje Guide Line. Subtiele icoontjes geven nu automatisch aan wanneer het te tekenen element parallel ligt aan of loodrecht staat op deze dikke oranje Guide Line. Indien er meerdere Guide Lines zijn, is de laatst aangewezen lijn de dikke oranje Guide Line. 6 van 7 ArchiCAD T&T

7 Voorbeeld: Klik op het gewenste beginpunt van de wand Wijs de rand aan waaraan u loodrecht of parallel wilt werken, blijf even stilstaan, zodat er een dikke oranje Guide Line ontstaat Neig naar de juiste richting en let op de subtiele icoontjes die in de nieuwe Guidelines verschijnen (haakse hoek als loodrechtteken, twee evenwijdige lijnen als parallel teken) Coördinaten vastzetten (Alt toets) Met de Shift toets kunt u makkelijk de richting vastzetten. Met de Alt toets kunt u ook andere coördinaten vastzetten en vervolgens de overige coördinaten opzoeken. Op deze manier kunt u makkelijk uitlijnen. Bepaal grafisch (op de plattegrond) of numeriek (door een coördinaat in te voeren in de Tracker) de waarde van de coördinaat die u wilt vastzetten. (dit kan ook een coördinaat van een beginpunt zijn!) Druk de Alt toets + de coördinaat (x, y, r, a) die u wilt vast zetten in. De cursor kan alleen nog maar over een lijn met die vaste waarde bewegen, te zien door een subtiel puntje. Bepaal grafisch of numeriek de andere gewenste waarde (x, y, r, a) Door x vast te zetten kan de cursor alleen verticaal bewegen. De andere coördinaat kan grafisch door aan andere elementen te refereren of numeriek bepaald worden. Door y vast te zetten kan de cursor alleen horizontaal bewegen. Door d of r vast te zetten is de radiaal afstand vanaf het beginpunt bepaald. Door a vast te zetten is de hoek van de cursor beperkt en kan de lengte nog bepaald worden (grafisch of numeriek). Voorbeeld: horizontaal uitlijnen + hoek numeriek invoeren: Klik op het gewenste beginpunt Beweeg de muis naar het referentiepunt voor de verticale uitlijning Toets Alt y Toets a en typ 35 Instellingen van de Guide Lines In het menu Options / Work Environment / Guide Lines kan ingesteld worden hoe snel de Guide Lines getoond moeten worden en welke Guide Lines er getoond moeten worden. Onderin kan ingesteld worden om de hoeveel graden de Incremental Guide Lines getoond moeten worden (standaard om de 15 graden) Bij het tweede onderdeel kan ook een Fixed Angle ingesteld worden. Dit is vooral makkelijk als en gedeelte van uw project niet orthogonaal is maar onder een bepaalde hoek (Fixed Angle) staat. 7 van 7 ArchiCAD T&T