Minder spelers is beter op dit soort velden (7*7 en 5*5) om meer samenspel en ruimtebenutting te realiseren.

Transcriptie

1 Voetbalverenigingen collectief Kennemerland Koninklijke Nederlandse Voetbalbond Woudenbergseweg 56-58, 3707 HX Zeist Postbus 515, 3700 AM Zeist Tel: Fax: Eindhoven : 2 maart 2017 Uw kenmerk : Ons kenmerk : Behandeld door : Gerrit Rietveld Doorkiesnummer : gerrit.rietveld@knvb.nl Onderwerp : Nieuwe wedstrijdvormen voor pupillen Beste voorzitters, Vooruitlopend op ons overleg dat staat gepland op donderdag 9 maart a.s. om uur bij voetbalvereniging Onze Gezellen, doen we graag vast een aanzet van antwoorden op de door jullie gestelde vragen over de invoering van de nieuwe wedstrijdvormen voor pupillen. Wij kijken er naar uit om dit verder te bespreken op 9 maart. Minder spelers is beter op dit soort velden (7*7 en 5*5) om meer samenspel en ruimtebenutting te realiseren. Het uitgangspunt voor ons om te komen tot nieuwe wedstrijdvormen is het centraal stellen van het kind. We hebben daarbij gekeken naar de leeftijdsspecifieke kenmerken van het kind met betrekking tot de ontwikkeling en het spelplezier. Het onderzoek wijst uit dat de wedstrijdvormen 6 tegen 6 (O8 O10) en 8 tegen 8 (O11 O12) het beste aansluiten bij de leeftijdsspecifieke kenmerken van de kinderen in deze leeftijd. 4 kwart-velden op 1 voetbalveld is niet altijd ideaal. Geef clubs vrijheid van indeling. Een alternatief: 4 kwart-velden in de lengte richting in plaats van in de breedterichting zou wellicht een mogelijkheid zijn. Hiermee beperk je het aantal aan te schaffen, te verslepen en op te slaan nieuwe goaltjes. Verenigingen hebben zeer zeker de vrijheid om hun velden naar eigen inzicht in te delen. Als het organisatorisch voor de vereniging beter is om per speelhelft één kwart veld te gebruiken in de lengte richting, dan is dat uiteraard prima. Zolang het veld maar de juiste afmetingen heeft. De start van de nieuwe spelvormen kan eventueel voor een eerste periode zonder aanschaf van nieuwe doeltjes. Aanschaf pas nadat de spelvormen in de praktijk goed blijken te werken Het zal per vereniging verschillen of er extra materiaal benodigd is voor het organiseren van de nieuwe wedstrijdvormen. De vereniging kan zelf het beste inschatten of de organisatie mogelijk is met het huidige materiaal dat de vereniging tot haar beschikking heeft. De doelformaten (3 x 1m en

2 5 x 2m) blijven hetzelfde als in de huidige situatie. Voor Onder 6 en Onder 7 geldt dat wij het doelformaat 3 x 1m adviseren. Aangezien dit aanbod vooral intern binnen de vereniging wordt georganiseerd, is het ook aan de vereniging zelf of ze wel of geen gebruik maken van dit formaat. Platte pionnen worden veelal gebruikt. Welke eisen stellen we daaraan en welke voldoen? Ook ivm blessures (erop staan). Voor pionnen zijn er niet direct eisen. We hanteren als richtlijn dat ze door moeten buigen als men er op gaat staan, zodat blessures als verzwikking voorkomen worden. Het materiaal moet daarnaast niet zijn gemaakt van hard plastic, zodat het niet kan barsten of versplinteren. Een belijning aanbrengen kan niet bij huidige velden. Dan wordt het verwarrend bij 11 tegen 11 namelijk. Wij begrijpen dat de nieuwe wedstrijdvormen ervoor zorgen dat er meer wordt gevraagd van vrijwilligers, bijvoorbeeld als het gaat om het uitzetten van de velden. De KNVB zal waar nodig, verenigingen ondersteunen met het opmaken van een optimaal wedstrijdprogramma op basis van het aantal velden zodat de velden zo optimaal mogelijk kunnen worden uitgezet. Het uitzetten van de velden kan op verschillende manieren worden gedaan. Het belangrijkste is dat de afmetingen van de velden duidelijk en goed zichtbaar zijn. Voor spelers is het van belang dat het spel niet of zo weinig mogelijk wordt verstoord. We adviseren daarom om de 5 meter een hoedje te plaatsen. De maatvoering van de velden is zo uitgevoerd dat op een volledig veld twee 8 tegen 8 velden, op één 8 tegen 8 veld twee 6 tegen 6 velden, op een 6 tegen 6 veld twee 4 tegen 4 velden en op een 4 tegen 4 veld twee 2 tegen 2 velden kunnen worden uitgezet. Hierdoor kan een vereniging slim gebruik maken van eerder op de dag uitgezette of uit te zetten velden. Overigens is het wel toegestaan om op een kunstgras bijveld permanente belijning aan te brengen voor de diverse wedstrijdvormen. Van de KNVB vernemen we graag in hoeverre flexibele invoeringen, zoals hier met aantal voorbeelden aangegeven, mogelijk zijn. We gaan er immers vanuit dat de speelvreugde en verhoging van kwaliteit het eerste doel zijn. Duidelijkheid over een eigen, praktische inbreng is van belang. Uitgangspunten voor de nieuwe wedstrijdvormen zijn optimaal spelplezier en ontwikkeling van pupillen. Komend seizoen starten we met de nieuwe wedstrijdvorm 6 tegen 6 voor Onder 8 en Onder 9. We hanteren hierbij de kaders zoals toegelicht in het online magazine voor verenigingen: ( Medio seizoen 2017/ 18 vindt een evaluatie plaats in samenwerking met verenigingen, waarbij we kijken in hoeverre we de nieuwe wedstrijdvormen nog verder kunnen verbeteren. We gaan ervanuit dat de E-top verdwijnt met de invoering van de nieuwe spelvormen. Van de KNVB willen we weten wat komend seizoen het plan is met deze categorie. Volgend jaar verandert er niets voor deze leeftijdscategorie en het komend seizoen gaan we graag onder andere met jullie in gesprek en op onderzoek uit om te achterhalen met welke spelvorm we het beste de overgang naar het hele speelveld vorm kunnen geven. P. 2

3 De uiteindelijke aanschaf van extra doelen zal bij een sommige clubs financieel heel lastig zijn. De KNVB (met ING Bank) heeft toegezegd te ondersteunen en dat zien we graag bevestigd met een duidelijk initiatief dat verder gaat dan collectieve inkoop en crowdfunding. We hebben inderdaad toegezegd verenigingen te ondersteunen, en dat doen we door middel van collectieve inkoop van materialen en crowdfunding. Per vereniging verschilt het of en zo ja in welke mate er sprake is van de noodzaak om extra doelen aan te schaffen. In sommige gevallen kan het al helpen als we de vereniging ondersteunen bij het komen tot een optimale planning, waardoor aanschaf van materiaal niet nodig is. Verenigingen die wel materiaal nodig hebben, gaan we ondersteunen door middel van het faciliteren van collectieve inkoop. Op dit moment kunnen producenten / leveranciers zich aanmelden voor dit traject. Begin mei gaan wij concrete aanbiedingen van leveranciers communiceren naar verenigingen. Het staat verenigingen vrij hier wel/niet aan deel te nemen. Qua wedstrijd/velden-planning zien we de noodzaak van extra capaciteit voor planners bij de KNVB. De tool van de KNVB geeft enig inzicht (zie website) en moet verder worden ontwikkeld om clubs blijvend te ondersteunen bij de planning. Wat zijn de concrete plannen van de KNVB op dit gebied? Of en in hoeverre de nieuwe wedstrijdvormen extra capaciteit vragen voor planners bij de KNVB is zeker de vraag. Het is te verwachten dat bij het begin van de competitie meer vragen over en wijzigingen van de competitie zullen ontvangen. Wij zullen de in te zetten capaciteit/werkdruk constant monitoren zodat we continu een goede service naar de verenigingen kunnen garanderen. Deze maand gaan wij o.a. een pilot draaien met een zogenaamde service-desk. Het doel hiervan is om de bereikbaarheid en de eerstelijns vragen op te vangen zodat de competitieleiders (specialisten) hiervan worden vrijgespeeld hetgeen de kwaliteit van de competitie ten goede moet komen. Afschaffen van de competitie bij o8/o9 vinden wij geen positieve ontwikkeling. Wat is er nu leuker als je uit de mini`s komt om dan in een echte competitie te gaan spelen? We vragen of wel af waar dit idee vandaan komt. Tot nu toe merken we bij alle clubs dat de kinderen de competities leuk vinden. Verder denken we dat het belangrijk blijft om teams te kunnen herindelen. Te hoog of te laag ingedeelde teams moeten op hun niveau kunnen voetballen. Van de KNVB horen we graag hoe ze hier mee om wil gaan. Uit allerlei onderzoeken (van over de hele wereld) blijkt dat kinderen onder de 10 jaar nog niet bezig zijn om weken vooruit te kijken. Ze zijn vooral bezig met het hier en nu en de wedstrijd op de dag zelf en uiteraard willen ze die winnen. Maar mocht dat niet lukken, kunnen ze nog steeds net zo blij zijn door bijvoorbeeld die ene mooie actie, dat fantastische doelpunt of de gescoorde strafschop na afloop. Ook blijkt uit onderzoek dat winnen niet de belangrijkste drijfveer voor deze kinderen is om te gaan voetballen. Het bijhouden van een competitie en het toewerken naar een kampioenschap is vooral van waarde en belang voor de trainers, leiders en ouders. Het heeft helaas ook vaak als bijwerking dat het gedrag van deze volwassenen richting de kinderen en naar elkaar er niet positiever op wordt. In het belang van het spelplezier van de kinderen schaffen we daarom de rangen en standen af. Wel houden we de uitslagen bij. Zo kunnen we er op een dynamische manier voor zorgen dat teams van ongeveer dezelfde speelsterkte tegen elkaar spelen. P. 3

4 De jeugdscheidsrechters die we opleiden willen we blijven inzetten. We willen graag dat er tijdens de wedstrijden scheidsrechters/spelleiders rondlopen per 1 of 2 wedstrijden die eea begeleiden. Wat is de visie van de KNVB? Voor de categorie Onder 8 en Onder 9 (en vanaf seizoen 2018/ 19 ook Onder 10) gaan we werken met een spelbegeleider bij elke wedstrijd. Voor de categorie Onder 11 en Onder 12 werken we met de pupillenscheidsrechter zoals we die nu ook kennen. De jeugdscheidsrechters kunnen ook gewoon ingezet worden als spelbegeleider/pupillenscheidsrechter bij deze leeftijdscategorieën. We stimuleren verenigingen dan ook juist om jeugd op te leiden als spelbegeleider of pupillenscheidsrechter. Op dit moment wordt een nieuwe opleiding tot spelbegeleider ontwikkeld, die bij aanvang van het nieuwe seizoen gereed is. Wat is de overweging om alleen o8/o9 in te voeren over HEEL Nederland ipv bijvoorbeeld alleen in een regio? Testen in één regio met alle o8/o9/o10/o11/o12 zou een goed beeld geven van mogelijkheden en onmogelijkheden. Vervolgens is het dan makkelijker om aanpassingen te realiseren. Bovendien vermindert dit de kans op foute investeringen van clubs. Uit het onderzoek onder verenigingen, dat we in december hebben gehouden, blijkt dat gefaseerde invoering de voorkeur heeft van de verenigingen. Daarnaast bleek ook dat de voorkeur uitging naar een landelijke invoering voor wat betreft de categorie Onder 8 en Onder 9. Slechts een enkele vereniging heeft in het onderzoek aangegeven dit als geschikt alternatief scenario te zien. Het is duidelijk dat er bij veel clubs vragen zijn over vele onderwerpen binnen dit project. De KNVB kan dit ondervangen door zich op te stellen als partner van de clubs en een continu bereikbare hulplijn op te zetten (zowel off- als online). Het volgende punt sluit hierop aan. De KNVB is er voor de clubs. Verenigingen die behoefte hebben aan ondersteuning (ongeacht welk thema) kunnen hiervoor terecht bij de verschillende adviseurs. Op ieder gebied heeft de KNVB een expert in dienst die verenigingen persoonlijk op weg helpt. Zowel bij grote als bij kleine vraagstukken staat hij of zij voor je klaar. Een aantal vraagstukken waar wij verenigingen bij kunnen helpen, zijn: Hoe ga ik om met de teamindeling bij de pupillen? Hoe maak ik een optimaal wedstrijdprogramma op basis van het aantal velden en kleedkamers? Hoe ga ik om met de belijning bij de nieuwe wedstrijdvormen? Hoe ga ik om met het vrijwilligersbeleid? Hoe zorg ik ervoor dat pupillen op het juiste niveau worden ingedeeld? Hoe creëer ik binnen mijn vereniging optimaal plezier en ontwikkeling bij pupillen? Hoe informeer ik iedereen binnen mijn vereniging over de vernieuwing? De KNVB heeft verenigingen in Nederland opgedeeld in achttien regio s om zo optimale ondersteuning te bieden. Iedere regio heeft een eigen verenigingsadviseur (VA), Technisch Jeugd Coördinator (TJC), Technisch Jeugd Coördinator Meiden- & vrouwenvoetbal en een medewerker Ondersteuning Clubarbitrage (MOCA). Verenigingen kunnen gebruik maken van de expertise van deze specialisten. Op knvb.nl/assist staat een overzicht van alle contactpersonen per regio. Op deze website staat verder een overzicht van de onderwerpen waar we verenigingen bij kunnen ondersteunen. Per onderwerp (o.a. wedstrijdzaken, voetbaltechnische zaken en scheidsrechterszaken) zijn er tal van nuttige documenten die verenigingen kunnen helpen. P. 4

5 Tenslotte het punt van samenwerking. We verwachten van de KNVB een meer proactieve houding om ons te informeren en te ondersteunen. Dat is bij recente veranderingen en in dit specifieke geval ondermaats en niet gericht op succesvolle invoering van de nieuwe spelvormen. We hebben als collectief, zoals bekend en besproken in ons overleg in oktober jl., daar ideeën over die we graag delen en waarbij samenwerking centraal staat. Een uitnodiging van de KNVB om dit verder vorm te geven, zien we graag tegemoet. We gaan graag het gesprek aan en zijn erg benieuwd naar jullie ideeën over hoe we de samenwerking en communicatie met verenigingen kunnen verbeteren. We gaan er vanuit dat dit aan bod komt tijdens het overleg op 9 maart a.s.. Met vriendelijke groet, KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND Gerrit Rietveld Projectleider nieuwe wedstrijdvormen voor pupillen P. 5