Zelfreflectie en zelfsturing, toch een brug te ver? Hoe kunnen we maatwerk leveren aan studenten op basis van het ontwikkelingsniveau?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zelfreflectie en zelfsturing, toch een brug te ver? Hoe kunnen we maatwerk leveren aan studenten op basis van het ontwikkelingsniveau?"

Transcriptie

1 Zelfreflectie en zelfsturing, toch een brug te ver? Hoe kunnen we maatwerk leveren aan studenten op basis van het ontwikkelingsniveau? Dit hoofdstuk beschrijft de exploratiefase van een onderzoek naar het sociaal-emotioneel ontwikkelingsstadium van studenten en de relatie met studie- en loopbaanbegeleiding. De onderzoeksvraag luidt: In hoeverre sluit de studie- en loopbaanbegeleiding binnen Fontys Hogescholen aan op het sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau van studenten? Om het sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau te meten, is de ZinnenAanvulLijst-Curium ingezet; op dit moment het enige valide en betrouwbare schriftelijke meetinstrument om het ontwikkelingsniveau te meten van kinderen en jongeren tussen de 8 en 25 jaar, ontwikkeld door Westenberg (2000). Dit instrument is gebaseerd op de Amerikaanse versie (WUSC) van Loevinger (1976). In dit artikel beschrijf ik de aanleiding voor het onderzoek, de theorie van de egoontwikkeling, de onderzoeksvragen, de opzet en de resultaten van deze eerste fase van het onderzoek. INLEIDING In het Nederlandse onderwijs bestaan grote problemen op het gebied van motivatie, voortijdige schooluitval en studierendement. Van de studenten in het hbo is 41 procent binnen twee jaar ofwel geswitcht naar een andere opleiding of hbo-instelling, ofwel helemaal gestopt met studeren in het hoger onderwijs. Van de hbo-studenten die in 1999 met een voltijdstudie begonnen, had 36 procent na zes jaar nog geen diploma behaald. (Luken 2008). Het huidige hbo onderwijs vraagt een toenemende mate van zelfstandigheid, zelfreflectie en volwassen gedrag en steeds vaker wordt de vraag gesteld of studenten aan deze verwachtingen kunnen voldoen. Uit onderzoek (Westenberg, 2009) blijkt dat de rijping van de hersenen doorgaat tot in de late adolescentie en daarmee ook de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van metacognitie (het vermogen om te reflecteren op het eigen leerproces) en de psychosociale ontwikkeling. Achterstand, of relatieve onrijpheid op deze gebieden, kan tot schooluitval leiden. Luken (2008) geeft aan dat zelfsturing binnen hun studie de meeste jongeren en veel jong volwassenen op dit moment boven de pet gaat. Het is belangrijk dat zij dit vermogen ontwikkelen, maar dat de mate waarin het ontwikkelbaar is, nog onderzocht moet worden. Het feit dat zelfsturing belangrijk is, wordt algemeen erkend, maar er wordt voorbijgegaan aan de vraag of studenten dit vermogen (al) bezitten en in hoeverre dit te ontwikkelen is. Men vertrekt te veel vanuit vooronderstelling dat deze kwaliteiten aanwezig zijn, en houdt te weinig rekening met de daadwerkelijke beginsituatie van de student en hoe de kloof overbrugd moet worden. Zelfstandigheid, zelfreflectie en zelfsturing zijn vermogens en vaardigheden die zich ontwikkelen gedurende de adolescentie en de volwasenheid. Deze psychosociale ontwikkeling kan vanuit verschillende ontwikkelingspsychologische theorieën beschreven worden. Kohlberg spreekt over de morele ontwikkeling in zeven stadia, 1

2 Erikson beschrijft de theorie van de psychosociale ontwikkeling en Piaget beschrijft de verschillende stadia van de cognitieve ontwikkeling van een kind. Leiper (in: Schlund e.a., 2005) onderneemt pogingen om de theorieën van Erikson en Piaget met elkaar in verband te brengen en Kegan (1994) borduurt voort op de theorie van Piaget en geeft aan dat de ontwikkeling voor vele mensen niet stopt bij het formeel-operationele stadium van Piaget (wat doorgaans rond het vijftiende jaar bereikt wordt), maar dat er nog twee bewustzijnsstadia (kunnen) volgen, waarbij het laatste stadium, als het bereikt wordt, zich pas na het veertigste levensjaar manifesteert. Loevinger (1976) heeft het ego-ontwikkelingsmodel beschreven. Het is een empirisch model wat in staat is verschillen tussen adolescenten op een gedifferentieerde manier te bepalen en te beschrijven. Hieronder volgt een theoretische beschrijving van het begrip ego-ontwikkeling, met als basismateriaal het proefschrift van Schlundt Bodien & Nelck-da Silva Rosa (2005). De ego-ontwikkeling Loevinger (1976) omschrijft de term ego als een organiserend principe, een algemeen referentiekader, waarmee allerlei ervaringen (waarnemingen, gevoelens, ideeën, gedragingen) van een individu door de tijd heen aaneengesmeed worden tot een consistent en betekenisvol geheel. Volgens Loevinger is het ego geen statische eigenschap maar een aan verandering onderhevige activiteit, waarbij de verandering zich voltrekt volgens een vast patroon van hiërarchisch geordende ontwikkelingsstadia. Zo wordt het abstracte en moeilijk grijpbare egobegrip geconcretiseerd in de beschrijving van de ego-ontwikkeling en biedt de beschrijving van de ontwikkelingsstadia een heldere definitie van het egobegrip (Westenberg c.s., 2000). Deze beschrijving volgt verderop in het hoofdstuk. Het ego is volgens Loevinger de sturende kracht van een individu waarmee hij zijn wereld structureert en ervaart. Die structuur brengt eenheid in het geheel van de controle van impulsen, de stijl van omgaan met anderen, de aard van betrokkenheid van de persoon op zichzelf en zijn wijze van cognitief functioneren. Volgens haar manifesteert de organiserende activiteit van het ego zich vooral op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling: interpersoonlijke stijl, bewuste preoccupaties, impulscontrole en morele ontwikkeling. De ontwikkeling kan beschreven worden in algemene kenmerken, verdeeld over negen stadia. Een nieuw stadium betekent niet meer of minder van hetzelfde, maar een introductie van andere begrippen. Het ontwikkelingsverloop van de ego-ontwikkeling wordt gekenmerkt door een continu, door mijlpalen gemarkeerd proces. Volgens Westenberg c.s.(2000) verloopt de ontwikkeling van de ene mijlpaal naar de andere in drie periodes: een periode van relatieve stabiliteit (i.e.. het ontwikkelingsstadium) wordt gevolgd door een periode van geleidelijke verandering, die via een kortere periode van plotselinge en ingrijpende veranderingen overgaat in de volgende periode van relatieve stabiliteit (i.e. het volgende ontwikkelingsstadium). In tegenstelling tot oudere stadiatheorieën gaat de theorie van Loevinger ervan uit dat niet alle ego-ontwikkelingsstadia door iedereen op ongeveer dezelfde leeftijd worden doorlopen. Haar uitgangspunt dat men in elk willekeurig egostadium kan vastlopen, geeft het verschil aan met nu zo langzamerhand verouderde ontwikkelingsmodellen, die vrijwel zonder uitzondering veronderstellen dat ontwikkelingsstadia door iedereen op ongeveer dezelfde leeftijd gepasseerd worden en dat uiteindelijk alle stadia doorlopen zullen worden, onverschillig of men daar al dan niet aan toe is. Daarnaast zijn er grote individuele verschillen in het eindniveau van ego-ontwikkeling dat iemand in de loop van zijn leven bereikt. Sommige mensen stagneren bijvoorbeeld in de 2

3 vierde (Conformistische) fase, bij anderen gaat de ontwikkeling verder. Over het algemeen functioneert een volwassene in het vijfde (Zelfbewuste) stadium. Meetinstrument Voor het vaststellen van de ego-ontwikkelingsstadia van een persoon gebruikt Loevinger de in haar onderzoek beschreven en gevalideerde Sentence Completion Test (SCT), een zinnenaanvullijst met 36 stammen. Het basismateriaal van haar empirisch onderzoek wordt gevormd door reacties hierop (Loevinger, 1998). Mensen blijken deze zinnen op structureel verschillende manieren aan te vullen. Volgens Loevinger (1976, 1987, 1998) representeren die verschillende structuren verschillende referentiekaders waarmee mensen tegen zichzelf, anderen en de wereld om hen heen aankijken. Door de bestudering van kinderen in hun ontwikkeling tot in de volwassenheid kon een hiërarchie in die structuren worden vastgesteld. Loevinger benadrukt dat de ego-activiteit al begint voordat er sprake kan zijn van taal. Hierdoor is het eerste stadium niet toegankelijk met de zinnenaanvulmethode en kan er geen beschrijving van worden gegeven op basis van onderzoek met de zinnenaanvullijst. In de Nederlandse versie van de scorehandleiding (Westenberg c.s., 2000) is er eveneens een beperking aan het andere uiteinde van het ontwikkelingsspectrum: de drie hoogste stadia (d.w.z. egostadium 7, 8, 9) komen bij kinderen en jongeren vrijwel niet voor. Op basis van het Nederlandse onderzoek bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 8 tot 25 jaar (Westenberg c.s., 1998, 2000) kan een adequate beschrijving worden gegeven van het tweede tot en met het zesde egostadium. In Nederland is de SCT gevalideerd in Curium, Academisch Centrum voor Kinder- en jeugdpsychiatrie (Universiteit Leiden) door Westenberg (2000) en draagt het de naam ZAL-C (ZinnenAanvulLijst-Curium). De beschrijving van de egostadia van Westenberg c.s. (2000) is gebaseerd op een grote steekproef 8- tot 25-jarigen (N = 2.773) die representatief is voor autochtone kinderen en jongeren in Nederland. De meeste ontwikkelingstheorieën benadrukken gemiddelde verschillen tussen leeftijdsgroepen: een 13 jarige doet of denkt zus, en de 17 jarige doet of denkt zo. De meeste persoonlijkheidstheorieën daarentegen, benadrukken individuele verschillen binnen elke leeftijdscategorie: de ene persoon van 13 jaar doet of denkt zus en een andere 13-jarige doet of denkt zo. Door de nadruk op ontwikkelingsverschillen binnen elke leeftijdscategorie slaat de theorie van Loevinger een brug tussen ontwikkelingspsychologie en persoonlijkheidsleer (Westenberg, Blasi, & Cohn, 1998). In de beschrijving van de egostadia wordt de nadruk gelegd op de unieke aspecten van elk stadium zonder een vergelijking te maken met aangrenzende stadia. Elk stadium bevat unieke elementen en wordt in andere termen beschreven. Dynamiek van de ego-ontwikkeling Volgens Westenberg c.s. (1998, 2000) lijken de nieuwe begrippen die in elk stadium geïntroduceerd worden, een reactie te vormen op het voorgaande stadium. De kwetsbaarheid en afhankelijkheid van de Impulsieve persoon maken bijvoorbeeld plaats voor een haast overdreven gevoel van onaantastbaarheid en zelfredzaamheid bij de Zelfbeschermende persoon. En waar bij de Zelfbeschermende persoon het eigenbelang op de voorgrond staat, zijn dat bij de Conformistische persoon de wensen van anderen. Deze Conformistische gerichtheid op sociaal wenselijk gedrag maakt plaats voor de Zelfbewuste 3

4 gerichtheid op eigenheid; de passief-observerende houding van de Zelfbewuste persoon wordt ingeruild voor de veranderingsgerichte instelling van de Verantwoordelijke persoon. Het is net alsof in een volgend stadium de balans doorslaat naar de andere kant (Westenberg c.s., 2000). Het extreme onkwetsbaarheidgevoel en onafhankelijkheidsstreven van de Zelfbeschermende persoon kan zelfs leiden tot het nemen van onverantwoorde risico s en het negeren van nuttige adviezen. In het Conformistische stadium wordt de extreme positie op deze dimensie verlaten en teruggebracht tot functionele proporties: de thema s fysieke kwetsbaarheid/ onkwetsbaarheid en fysieke afhankelijkheid/zelfstandigheid raken geïntegreerd in de persoonlijkheid. Andere aspecten, zoals het grote belang van sociale acceptatie, gaan dan een dominante rol spelen. Verder zeggen Westenberg c.s. (2000, p. 15) hierover: In de diverse tegenbewegingen lijkt een algemene noemer aanwezig te zijn, een wederkerende verwisseling in het relatieve belang van interpersoonlijke afhankelijkheid versus onafhankelijkheid : in het Impulsieve stadium ligt de nadruk op afhankelijkheid, in het Zelfbeschermende stadium op onafhankelijkheid, in het Conformistische stadium weer op afhankelijkheid, in het Zelfbewuste stadium op onafhankelijkheid, enzovoorts. (zie ZALC, handleiding en responscategorieën, Westenberg c.s., 2000). Westenberg c.s. (2000) beklemtoont dat de tegenbewegingen niet als eenvoudige tegenstellingen opgevat moeten worden. De onaantastbaarheid van de Zelfbeschermende persoon is bijvoorbeeld niet precies het omgekeerde van de kwetsbaarheid van de Impulsieve persoon. In elk volgend stadium wordt de tegenreactie ingebed in een nieuw patroon van kenmerken, waardoor de betekenis van de terminologie verandert. De onafhankelijkheid in het Zelfbeschermende stadium is bijvoorbeeld heel anders dan die in het Zelfbewuste stadium. Westenberg, & Gjerde (1999) wekken de suggestie dat transities verwacht mogen worden als de sociale omgeving erom vraagt. Zij geven bijvoorbeeld aan dat het referentiekader van (jonge)zelfbeschermende en Conformistische adolescenten waarschijnlijk uitgedaagd wordt door de dagelijkse omgang met adolescenten in hogere egostadia dan zij, terwijl de sociale noodzaak hiervoor ontbreekt wanneer zij omringd zijn door personen in hun eigen of een lager stadium (Westenberg & Gjerde, 1999). Deze analyses van het ontwikkelingspatroon vormen slechts een eerste aanzet tot het bereiken van een volwaardige trans-stadiatheorie. Onduidelijk is nog wat het exacte ontwikkelingspatroon is en wat de aanzet is tot elke ontwikkelingssprong. Van belang is dat de sociale omgeving (ouders, leeftijdgenoten, leerkrachten) iemand ongeacht zijn leeftijd op het juiste niveau taxeert, zodat er overeenstemming ontstaat (Westenberg, 2002). M.b.v. de resultaten van dit onderzoek kan antwoord gegeven worden op de vraag in hoeverre Fontys Hogescholen rekening houdt met het niveau van de student. 4

5 Impulsieve Stadium, E(gostadium) 2 Kernbegrippen van het Impulsieve stadium zijn impulsiviteit, kwetsbaarheid en afhankelijkheid. Controle speelt hierbij een belangrijke rol. Impulsieve personen worden beheerst door impulsen en zijn bang voor wraak. Ze hebben sterke behoefte aan andere mensen, maar als voorwerpen van afhankelijkheid, manipulatie en nuttig gebruik. Ze beschouwen die anderen als helemaal goed of als helemaal slecht en zijn niet in staat tot een mengeling van deze uitersten. Het heden is het enige wat voor hen telt, verleden of toekomst spelen geen rol, want wat die inhouden gebeurt niet nu. In dit licht is begrijpelijk dat Impulsieve personen actiegericht zijn, zonder enige reflectie op motieven en gevoelens. Hun wijze van redeneren gaat nogal eens in cirkels, ze maken geen onderscheid tussen oorzaak en gevolg. Lichamelijke (met name seksuele en agressieve) ervaringen zijn bewuste preoccupaties. Externe dwang helpt langzaam maar zeker de kinderlijke impulsen te beteugelen en vervolgens zelf te beheersen. Van kinderen of adolescenten die in het Impulsieve stadium blijven hangen zegt men dat ze niet te controleren of te corrigeren zijn. Zelfbeschermend stadium, E3 Dit stadium ontleent zijn naam aan de zeer karakteristieke eigenschap van kwetsbaarheid, het wordt gemarkeerd door de eerste pogingen van het kind om zijn eigen impulsen te beheersen. Anders dan in het Impulsieve stadium beseft men in dit stadium dat regels functioneel zijn, maar voor Zelfbeschermende personen staat eigenbelang voorop en zijn regels er om dit te bevorderen. Gesnapt worden is een bewijs van een foute handelwijze en niet een kwestie van zelf afkeuren wat men heeft uitgehaald, men wijt zijn fouten liever aan andere mensen of omstandigheden. Zelfbeschermende kenmerken zijn preoccupatie met controle zowel over eigen gevoelens en emoties als over andere mensen en situaties (wrevel over controle door anderen, voorkeur voor eigen beheer); najagen van hedonistische doelen (geen school of werk, het leven een feest), een opportunistische moraal (niet in de problemen komen als voornaamste zorg) en een bestraffende houding (stipte controle en strenge, wrede gevolgen). Zelfbeschermende mensen gunnen ook anderen hun vrijheid en genot. Er is begrip voor personen die buiten hun schuld in moeilijkheden verkeren, bijvoorbeeld in een oorlogssituatie. De Zelfbeschermende reactie blijft echter afstandelijk, want uiteindelijk moet ieder mens zichzelf kunnen redden. Alleen als het om bekenden gaat, zijn Zelfbeschermende personen geneigd om te helpen. Relaties zijn instrumenteel en worden getoetst aan het profijtbeginsel. In sociale interacties neemt competitie een belangrijke plaats in. Zelfbeschermende personen vergelijken zichzelf met anderen in competitieve termen, zij willen de besten zijn en staan kritisch tegenover anderen, die ze al snel stom of gek noemen. Conformistisch stadium, E4 De conformistische status betekent een mijlpaal voor het ego, voor de eerste keer ontwikkelt zich de vaardigheid om eigen welzijn te identificeren met dat van een groep (de familie, of later de leeftijdgenoten). Een dergelijke stap vereist vertrouwen in zichzelf en de wereld. Conformisten accepteren de regels van iemands referentiekader (naar conventionele of onconventionele normen), niet uit angst voor straf, maar vanwege goedkeuring door de groep waartoe ze behoren. Leden van de eigen groep zijn vertrouwd en geliefd, die van andere groepen worden nogal eens gewantrouwd, gestereotypeerd en afgewezen. Wederzijdse relaties zijn gebaseerd op gelijkheid, ze zijn gericht op samenwerking en staan ten dienste van het gemeenschappelijk belang. De Conformistische impulscontrole wordt gestuurd door de preoccupatie met sociale aanvaarding en angst voor afwijzing. De schuld van mislukken - op sociaal terrein, op school of in het werk - ligt bij de persoon zelf. Innerlijk leven percipiëren Conformisten in termen van globale emoties (bijvoorbeeld lief en gelukkig of gemeen en verdrietig), werk zien ze als een plicht. Het gevoel van eigenwaarde wordt bepaald door sociale eigenschappen en capaciteiten, zoals vriendelijkheid en vrolijkheid, behulpzaamheid en eerlijkheid. Terwijl men de schuld van problemen bij zichzelf legt, ziet de Conformist zichzelf vooral door de ogen van anderen: succes of falen wordt bepaald door de reacties van anderen. Gezien het belang van sociale acceptatie en relaties weegt het oordeel van anderen zwaar. Kritiek op gedrag of uiterlijk is 5

6 bedriegend, maar wordt wel geaccepteerd, want kritiek bevat informatie die verdere aanpassingen mogelijk maakt. Zelfbewust stadium, E5 Centraal in dit stadium staat de reflectie op de eigen psychologie: in tegenstelling tot de stereotiepe denkwijze van Conformisten richten Zelfbewuste personen zich op eigen gevoelens, wensen en eigenschappen, die niet in overeenstemming hoeven te zijn met wat sociaal wenselijk is, maar het onderscheid benadrukken tussen hoe ik zou moeten zijn en hoe ik echt ben. Eigen gevoelens zijn zoals ze zijn en mogen niet veranderd worden, want de eigenheid staat voorop. De gerichtheid op het eigen psychologisch functioneren gaat samen met een behoefte aan eigenheid en opent zowel de weg naar differentiatie tussen een persoon zelf en de groep als tussen iemands reële en ideale zelf. Zo wordt ook een duidelijk onderscheid gemaakt tussen innerlijk en uiterlijk: innerlijke gevoelens worden als echt beleefd, uiterlijk gedrag als façade. Dit houdt niet in dat de buitenwereld onbelangrijk is. Zelfbewuste personen zijn gevoelig voor waardering en bezorgd over eventuele afwijzing en verlating door anderen. De zelfreflectie kent ook een evaluatieve component. Zelfverzekerdheid als uiting van vertrouwen in de eigen gevoelens en keuzes geldt als positief, onzekerheid weerspiegelt gebrek aan zelfvertrouwen, maakt kwetsbaar in het contact met anderen en is dus negatief. Kernbegrippen in dit stadium zijn toename van het zelfbewustzijn en waardering van veelvuldige mogelijkheden in een bepaalde situatie. Mensen in het Zelfbewuste stadium beseffen dat de werkelijkheid niet eenduidig is, maar dat van de persoon en de omstandigheden afhangt of iets goed is. Regels zijn richtlijnen,geen voorschriften en uitzonderingen op de regel zijn toegestaan. Het bieden van hulp bestaat niet in het opdringen van oplossingen, maar in het geven van aandacht en morele steun. Feitelijke hulp volgt alleen als die gewenst en mogelijk is. Verantwoordelijke stadium, E6 Loevinger (1976) merkt op dat slechts weinig jonge adolescenten dit stadium bereiken. Verantwoordelijke personen achten zichzelf verantwoordelijk voor de juistheid van hun opvattingen, de consequenties van hun gedrag, de inrichting van hun leven en de kenmerken van de eigen persoonlijkheid. Als gevolg hiervan leggen zij zich niet neer bij eventuele fouten of gebreken, maar richten ze zich op verandering en verbetering, niet uit angst voor verlies van de waardering van anderen, maar als gevolg van zorgvuldig overdenken van de argumenten en overwegingen. Al neemt men anderen serieus, zelfwaardering telt toch het zwaarste. Op grond van reflectie kunnen verantwoordelijke mensen kiezen voor eigen normen en waarden. Terwijl een Zelfbeschermende persoon regels volgt om straf te vermijden en een Conformistische persoon om bijval van de groep te oogsten, evalueert een Verantwoordelijke persoon regels en standaarden, lange termijndoelen en idealen naar de eigen ethische maatstaven. Zelfkennis en eerlijkheid tegenover zichzelf prevaleren boven oprechtheid tegenover de buitenwereld. In samenhang met de zelfsturende houding trachten zij negatieve emoties beheersbaar te maken of te verwerken door ze te analyseren, beredeneren of relativeren. Ze verzetten zich tegen eigenschappen zoals impulsiviteit en labiliteit, die het emotionele evenwicht verstoren. Verantwoordelijke personen tonen inzicht in de eigen psychologische dynamiek: eigenschappen en gevoelens zijn van invloed op gedrag en sociale contacten. Relaties zijn niet onveranderlijk, ze kunnen zich ontwikkelen en een mens kan daar zelf invloed op uitoefenen; vriendschappen moet men koesteren en soms moet men zich moeite getroosten om ze te behouden. Verantwoordelijke personen voelen zich schuldig bij het leed van anderen, vooral wanneer zij niet in staat zijn om hulp te bieden. Tegelijkertijd zijn ze beducht om zich op te dringen, want men kan iemand wel helpen zijn problemen zelf op te lossen, maar men kan dit niet voor hem doen. Ten opzichte van de samenleving benadrukken ze de mogelijkheid van verandering: men kan zich niet alleen als individu verzetten tegen maatschappelijke (voor)oordelen,men kan die ook beïnvloeden. Ook maatschappelijke ontwikkelingen kunnen gestuurd worden. De individualistische en autonome stadia kwamen onvoldoende voor in de Nederlandse steekproef van 8-25 jarigen om een volledige handleiding te maken; de handleiding is beperkt gebleven tot de ego-stadia E2 E6. Om een indruk te geven van de ego-ontwikkeling vanaf het Verantwoordelijke stadium, volgt hier een korte samengevoegde beschrijving van de Individualistische en Autonome stadia. 6

7 Individualistische en Autonome stadia (E7 & E8) Een op de voorgrond tredend kenmerk van de Individualistische en Autonome egostadia is de waardering van de menselijke individualiteit. Daarbij wordt niet langer de nadruk gelegd op een heel scala van aparte eigenschappen waarin mensen kunnen verschillen, maar ligt de nadruk eerder op de gehele persoon. Er is sprake van een gevoel van innerlijke eenheid, persoonlijke identiteit en een algemene levensvisie ( a broad view of live as a whole ). Bovendien gaat men de eigen identiteit en de verschillen tussen mensen accepteren en positief waarderen en verdwijnt de neiging tot zelfcorrectie volgens een ideaalbeeld. Men is minder gericht op ontwikkeling of verbetering en is meer gericht op het ontdekken van de totale persoonlijkheidsstructuur. Authenticiteit wint het van het streven naar perfectie. De waardering van de eigen individualiteit gaat samen met de acceptatie van innerlijke conflicten. In plaats van conflicten of problemen te willen oplossen, streeft men naar de onderkenning en acceptatie van het conflict en krijgt het een plaats in het totaalbeeld van de eigen persoonlijkheid. M.a.w.: de acceptatie van innerlijke conflicten vervangt het streven naar evenwicht en een verantwoordelijke oplossing van problemen. Zo kan geaccepteerd worden dat men emotioneel afhankelijk is van andere mensen, terwijl dat in tegenspraak lijkt met de behoefte aan materiële en fysieke onafhankelijkheid. Innerlijke conflicten en ambivalenties worden gezien als onvermijdelijke onderdelen van de human condition. Bij interpersoonlijke relaties staat respect voor elkaars individualiteit en authenticiteit op de voorgrond. Daarmee verdwijnt de soms al te ambitieuze en moralistische houding van het vorige stadium, als ook het mogelijk overdreven gevoel van verantwoordelijkheid voor het welzijn van anderen. De wat zware en serieuze levensopvatting van de Verantwoordelijke persoon maakt plaats voor een lichtere en humorvolle benadering van Individualistische en Autonome personen. Terwijl men de eigen emotionele afhankelijkheid jegens anderen onderkent en daar ook grotere waarde aan toekent, erkent men tegelijkertijd de autonomiebehoeften van anderen. De naam van het autonome stadium verwijst dan ook niet naar de eigen autonomiebehoefte, maar naar de erkenning van de autonomiebehoefte en individualiteit van anderen. Anderen wordt toegestaan fouten te maken en daarvan te leren. Geïntegreerde stadium (E9) Dit stadium komt zo weinig voor dat er op basis van zinaanvullingen geen betrouwbare beschrijving kan worden gegeven. Probably the best description of this stage is that op Maslow s Self-Actualizing person (Loevinger, 1976, p.26) 7

8 ONDERZOEKSVRAAG Zoals eerder aangegeven zou onderzocht worden in hoeverre de studie- en loopbaanbegeleiding binnen Fontys Hogescholen aansluit op het sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau van studenten. Begin november is echter vanuit HRM en Psychologie besloten dat vanwege bezuinigingen mijn werkzaamheden binnen de kenniskring stoppen per 1 januari In de overgebleven tijd kan ik het onderzoek niet afronden en derhalve de onderzoeksvraag niet beantwoorden. Omdat er op dit moment vanuit de orientatie/exploratie fase een aantal interessante resultaten bekend zijn, wil ik u deze niet onthouden. Ze zijn verwoord in de volgende deelvragen: 1. In welk ontwikkelingsstadium bevinden de volgende groepen zich? a. Fontys-studenten die zich melden bij het StudentenLoopbaanCentrum (SLC) met een keuzevraag? b. Fontys-studenten die het eerste jaar van het PABO volgen? c. Studie- en loopbaanbegeleiders van het Studenten Loopbaan Centrum en de opleiding HRM en Psychologie? 2. Hoe hebben de studenten van het PABO en het SLC de begeleiding ervaren? 3. Welke verbanden zijn er te leggen tussen ego-ontwikkeling en a. Geslacht b. Leeftijd c. Waardering van de studie- en loopbaanbegeleiding? 8

9 METHODE VAN ONDERZOEK Respondenten 29 studenten die zich gemeld hebben bij het SLC in de periode september-november PABO-studenten, onderzocht in de periode januari-april (deze PABO-studenten zijn onderzocht in een periode voorafgaand aan de officiële start van het onderzoek, als een soort van oriëntatie op en hernieuwde kennismaking met de ZAL-C.) 10 studie- en loopbaanadviseurs van het SLC en 5 studieloopbaanbegeleiders van HRM en Psychologie (vanaf nu beiden vallend onder de noemer: slbers) Meetinstrument Als meetinstrument voor de ego-ontwikkeling is de ZinnenAanvulLijst Curium (ZAL-C) gebruikt. De vragenlijst bestaat uit 32 vragen, die aangevuld dienen te worden, b.v.: Als een kind aldoor niet meedoet aan groepsactiviteiten Als ze kritiek op me hebben.. Onderwijs.. Daarnaast werd bij studenten van het SLC een vragenlijst afgenomen bestaande uit vragen m.b.t. de vraagstelling van de student en waardering van de ontvangen begeleiding. Bij de PABO-studenten werd gevraagd kort aan te geven wat ze eventueel anders zouden willen wat betreft de studie- en loopbaanbegeleiding (ook dit was een eerste opzet met als doel te komen tot een gestructureerde vragenlijst). 9

10 RESULTATEN 1. In welk ontwikkelingsstadium bevinden de volgende groepen zich? a. Fontys-studenten die zich melden bij het StudentenLoopbaanCentrum (SLC) met een keuzevraag? b. Fontys-studenten die het eerste jaar van het PABO volgen? c. Studie- en loopbaanbegeleiders van het Studenten Loopbaan Centrum en de opleiding HRM en Psychologie? Tabel 1: egostadia respondenten E2 E3 E4 E5 E6 totaal N % N % N % N % N % N % studenten SLC studenten PABO aantal slbers Grafiek1: egostadia respondenten E2 E3 E4 E5 E6 egostadium studenten SLC studenten PABO begeleiders Uit bovenstaande grafiek blijkt dat 45% van de PABO-studenten zich bevindt in het Conformistische stadium en 55 % in het Zelfbewuste stadium. Van de SLC-studenten bevindt de grote meerderheid (72%) zich in het Zelfbewuste stadium. De meeste slbers bevinden zich in het Zelfbewuste- en het Verantwoordelijke stadium. Tabel 2: gemiddelde score op egostadium Gemiddelde score op egostadium studenten PABO 4.55 studenten SLC 5.00 Slbers 5.40 De verschillen tussen het gemiddelde egostadium en de drie verschillende groepen zijn significant (p<0.05). 10

11 Grafiek 2: gemiddelde score op egostadium gemiddelde score op egostadium studenten PABO studenten SLC gemiddelde score op ego-stadium slbers 4 4,2 4,4 4,6 4,8 5 5,2 5,4 5,6 2. Hoe hebben de studenten de begeleiding ervaren? De PABO-studenten hebben geantwoord op de open vraag: wat mis je of heb je meer nodig van je studieloopbaanbegeleider? De tabel hieronder geeft de antwoorden weer: Tabel 3: verbeterpunten slb, volgens PABO-studenten N % Meer duidelijkheid wat betreft de opdrachten en verwachtingen 16 73% Meer struktuur, sturing en hulp bij zelfstandig werken 18 82% Betere begeleiding w.b. koppeling theorie-praktijk 2 9% Docenten beter afspraken nakomen en lessen voorbereiden 3 14% Opm.: aangezien het een open vraag betreft, hebben sommige studenten meerdere verbeterpunten genoemd, waardoor de totaalscore groter is dan het aantal studenten. Dit geldt ook voor de percentages, het totaal is meer dan 100%. Uit bovenstaande tabel blijkt dat de meeste PABO-studenten duidelijkheid, structuur en sturing missen. 73% van deze studenten geeft aan duidelijkheid wat betreft verwachtingen in het algemeen alswel binnen de opdrachten te missen. 82% van deze studenten geeft aan meer behoefte te hebben aan structuur, sturing en ondersteuning bij het zelfstandig werken. 11

12 De studenten van het SLC hebben onderstaande vragen beantwoord op een schaal van 0 tot 5 waarbij 0 helemaal niet en 5 helemaal wel inhoudt. 19 van de 29 studenten hebben het evaluatieformulier teruggestuurd; dit is 66%. Tabel 4: gemiddelde evaluatiescores van de SLC-studenten, op een vijfpuntsschaal Vragen Gemiddelde score Is je hulpvraag beantwoord 3.58 Heeft het SLC je vooruit geholpen 4.26 Ben je tevreden over de begeleiding 4.06 Is rekening gehouden met jouw behoefte 4.08 Had je behoefte aan duidelijke opdrachten 3.56 Kreeg je duidelijke opdrachten 3.75 Hebben je ouders invloed op je keuze 2.81 Hebben je broers/zussen invloed op je keuze 1.11 Hebben je vrienden invloed op je keuze 1.86 Heb je vertrouwen in je uiteindelijke keuze 3.47 Uit bovenstaande gegevens blijkt dat de studenten de begeleiding vanuit het SLC boven gemiddeld waarderen; de gemiddelde score op de vraag of de hulpvraag is beantwoord, is 3.58 en op de vraag of het SLC de student vooruit heeft geholpen Op tevredenheid wordt gemiddeld 4.06 gescoord. De invloed vanuit de directe omgeving op hun keuzeproces is minder dan gemiddeld; de ouders hebben de meeste invloed, broers en zussen het minst. 3. Welke verbanden zijn er te leggen tussen ego-ontwikkeling en geslacht, leeftijd en waardering van de studie- en loopbaanbegeleiding? a. Relatie ego-ontwikkeling en geslacht, gedifferentieerd naar afdeling/opleiding: Tabel 5: egostadia mannelijke en vrouwelijke respondenten E2 E3 E4 E5 E6 totaal N % N % N % N % N % N % mannen SLC mannen PABO vrouwen SLC vrouwen PABO

13 Grafiek 3: egostadia mannelijke en vrouwelijke respondenten E2 E3 E4 E5 E6 egostadium mannen SLC mannen PABO vrouwen SLC vrouwen PABO Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de onderzochte vrouwelijke studenten zich gemiddeld in een hoger stadium bevinden dan de mannelijke studenten. Tabel 6: gemiddelde score op egostadium van mannelijke- en vrouwelijke respondenten: Gemiddelde score op egostadium Mannelijke studenten 4.47 Vrouwelijke studenten 4.94 Dit verschil in gemiddeld egostadium tussen mannen en vrouwen, is significant (p<0.023). Grafiek 4: gemiddelde score op egostadium van mannelijke- en vrouwelijke respondenten: gemiddelde score op egostadium mannelijke studenten gemiddelde score op ego-stadium vrouwelijke studenten 4,2 4,4 4,6 4,8 5 13

14 b. Relatie ego-ontwikkeling en leeftijd, gedifferentieerd naar afdeling/opleiding: Tabel 7: egostadia jarige- en jarige respondenten E2 E3 E4 E5 E6 totaal N % N % N % N % N % N % jaar SLC jaar PABO jaar SLC jaar PABO Grafiek 5: egostadia jarige- en jarige respondenten jaar SLC jaar PABO jaar SLC jaar PABO E2 E3 E4 E5 E6 egostadium Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de meeste jarigen van het PABO in het Conformistische stadium zitten en de meeste jarigen van het SLC in het Zelfbewuste stadium. De meeste jarigen bevinden zich in het Zelfbewuste stadium. Een opmerking hierbij is dat er maar 1 student van het PABO tussen de jaar is. Vandaar de 100% score op stadium 5. 14

15 Tabel 8: gemiddelde score op egostadium van jarige- en jarige respondenten Gemiddelde score op egostadium studenten jaar 4.68 studenten jaar 5.06 Het verschil in het gemiddelde egostadium tussen de leeftijdscategorieën is significant (p=0.000). Grafiek 6:gemiddelde score op ego-stadium van jarige- en jarige respondenten gemiddelde score op egostadium jaar gemiddelde score op ego-stadium jaar 4,4 4,5 4,6 4,7 4,8 4,9 5 5,1 c. Relatie ego-onwikkeling en waardering studie- en loopbaanbegeleiding: Voor de PABO-studenten geldt: Tabel 9: egostadia PABO-studenten in relatie tot verbeterpunten E4 E5 N % N % Meer duidelijkheid wat betreft opdrachten en verwachtingen Meer struktuur, sturing en hulp bij zelfstandig werken Betere begeleiding wat betreft de koppeling theoriepraktijk Docenten beter afspraken nakomen en lessen voorbereiden Opm.: aangezien het een open vraag betreft, hebben sommige studenten meerdere verbeterpunten genoemd, waardoor de totaalscore groter is dan het aantal studenten. Dit geldt ook voor de percentages, de totale zijn meer dan 100%. Voor de interpretaties van de percentages: zie de toelichting bij grafiek 7. 15

16 Grafiek 7: egostadia PABO-studenten in relatie tot verbeterpunten duidelijkheid en structuur/sturing E4 E5 duidelijkheid struktuur/sturing Uit bovenstaande grafiek blijkt dat alle Conformistische- en 50% van de Zelfbewuste studenten meer behoefte hebben aan duidelijkheid; zowel wat betreft de verwachtingen vanuit de opleiding naar de student, als wel duidelijkheid wat betreft de afzonderlijke opdrachten. 90% van de Conformistische - en 75% van de Zelfbewuste studenten hebben behoefte aan meer structuur en sturing. Voor de SLC-studenten geldt: Tabel 10: egostadia SLC studenten in relatie tot waardering SLC-begeleiding Hulpvra ag beantwo ord Vooruit geholpe n Tevred en Rekening gehouden jouw behoefte Behoeft e duidelij ke opdrach ten Invloe d ouder s Invloe d vriend en Vertr ouwen in keuze E E E Opm.: De getallen geven per ontwikkelingsniveau de gemiddelde antwoorden op de vijfpuntsschalen weer. 16

17 Grafiek 8: egostadia SLC studenten in relatie tot waardering SLC-begeleiding 5 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 hulpvraag beantwoord vooruit geholpen tevreden rekening behoeftes behoefte a. duidelijke opdrachten vertrouwen in keuze 0 E4 E5 E6 Uit bovenstaande gegevens blijkt de positieve waardering van de SLC student voor wat betreft de ontvangen begeleiding. De figuur maakt zichtbaar dat de Conformistische studenten de meeste behoefte hebben aan duidelijke opdrachten. De Conformistische studenten vinden relatief vaak dat hun hulpvraag beantwoord is. FEEDBACK VAN SLBERS EN STUDENTEN OP HET MEETINSTRUMENT (de ZAL-C) Met de meerderheid van de slbers is de uitslag nabesproken en ze gaven aan dat het stadium waarin ze zich volgens de test bevinden en de beschrijving ervan, herkenbaar is. Dit geldt ook voor degenen die zich bevinden in een overgangsfase (bijvoorbeeld van het Zelfbewuste stadium op weg naar het Verantwoordelijke stadium, ook dit is te meten met de ZALC). De slbers waren allen erg geïnteresseerd in dit onderzoek en benieuwd naar de eventuele vervolgstappen. Zo leeft de vraag: Hoe kan ik mijn begeleiding aanpassen aan het ontwikkelingsstadium van mijn student? (dit hoofdstuk wordt afgesloten met de letterlijke feedback van een onderzochte slber). De onderzochte studenten hebben nadat ze het evaluatieformulier hadden ingevuld, de uitslag van de ZAL-C ontvangen en hieronder een aantal reacties: jeetje, ongelooflijk, dit klopt helemaal! (pabo-studente, E4) Hoe kun je dit nu zo precies weten, n.a.v. het aanvullen van een paar zinnen? (pabostudent, E5) nu snap ik waarom ik soms heel gevoelig ben voor wat mijn vrienden vinden en soms juist helemaal voor mezelf kies en doe wat ik vind (ook al vind ik dat eng) (pabostudente, E4, op weg naar E5) 17

18 In de beschrijving van de Zelfbewuste persoon kan ik me over het algemeen wel terug vinden. Alleen de sterke behoefte aan eigenheid voel ik minder sterk dan in de beschrijving naar voren komt (Marleen, E5) Ik herken de beschrijving van het zelfbewuste stadium (King, E5) Het stadium waar ik nu in blijk te zitten via de test klopt precies! Als ik het zo doorlees komt het mij allemaal bekend voor en kan ik me er goed mee vergelijken. Ook het zelfbewuste stadium sluit goed op mij aan (Gijs, E4 en op weg naar E5) Ik herken me in: de oriëntatie op het eigen psychisch functioneren impliceert niet dat de buitenwereld onbelangrijk is. Zelfbewuste personen zijn gevoelig voor waardering en bezorgd dat zij worden afgewezen. Maar het stukje over eigenheid en authenticiteit is juist een 'ver van mijn bed show'. Ik heb juist het idee me anders voor te doen, me beter voor te doen, dan ik misschien daadwerkelijk ben (Leonie, E5) het klopt wel dat ik voor mijn leeftijd als wijs of verantwoordelijk wordt gezien. Dat krijg ik vaak, van veel verschillende mensen, te horen. Het verbaast me dan ook niet dat ik hoger scoor dan 89% van mijn leeftijdgenoten. Ik kon me ook vinden in de waarde die ik hecht aan begrepen worden, gericht op verbetering/verandering (leergierig). Verschillen van opvatting zijn in mijn sociale contacten ook prima mogelijk, als er maar wederzijds respect is. Zelfontplooiing en zelfstandigheid vind ik dan ook erg belangrijk en als iets niet lukt betrek ik dat vrijwel altijd op mezelf (soms heel vervelend). Zeker ook als dit voortkomt uit mijn eigen labiliteit (in emoties). Ik kan me zorgen maken over anderen en ben vaak gefrustreerd als ik niet kan helpen. En dat breder maatschappelijk perspectief komt ook wel naar voren, ik studeer niet voor niets maatschappijleer. Ook kon ik me wel vinden in het feit dat ik ga voor de keuzes die ik gemaakt heb. Wel vind ik het ontzettend moeilijk om keuzes te maken die er toe doen. Ik kan wel knopen doorhakken in kleinere zaken maar als het om zaken gaat zoals studiekeuze, dan duurt dat een eeuwigheid. Misschien komt dat ook wel doordat ik weet dat als ik een keuze maak, ik daar ook voor 100% voor wil gaan, als je dat doet moet je wel een goede keuze maken. Overigens kon ik me niet zo goed vinden in de impulsiviteit. Ik ben vaak heel impulsief, wat bovenstaande soms best tegenspreekt. (Anneke, E6) De SLC medewerkers hebben, nadat ze de begeleiding met hun student hadden afgerond, de ZALC uitslag ontvangen van hun student. Hieronder volgt een evaluatie geschreven door Trudie, loopbaanadviseur van het SLC, respondent in dit onderzoek en ze heeft ook haar bijdrage geleverd als onderzoeksmedewerkster: Wat zijn de ervaringen van de adviseurs van het Studenten Loopbaancentrum met de vragenlijst ZALC? Herkent de adviseur bijvoorbeeld in het gesprek het stadium waarin iemand zit? Hieronder volgen van 4 collega s van het SLC de reacties. Het blijkt lastig te voorspellen in welk stadium iemand zit. Een stille student kan in een hoog stadium zitten, studenten die gemakkelijk over hun acties vertellen kunnen minder hoog scoren. Hieronder volgen wat voorbeelden van studenten met de inschatting die van te voren gemaakt is. Een student komt naar het SLC met de vraag: wat kan ik goed? De adviseur schat hem in het Conformistische stadium in. Later blijkt uit het onderzoek dat hij in het Zelfbewuste stadium zit. Voor de reden van de inschatting van de adviseur moeten we naar het verhaal van de student gaan. Deze student kiest in eerste instantie voor Informatica omdat hij veel met computers doet. Maar hij heeft verre van bewust voor Informatica gekozen. Zijn keuzestijl valt te typeren als de impulsieve stijl: ik weet niet wat ik moet gaan doen, ik kies het eerste wat in mij opkomt. Deze student heeft moeite zijn verhaal te vertellen, hij maakt een afwachtende, teruggetrokken indruk. Hij geeft aan wel bezig te willen zijn met de keuze voor een opleiding en 18

19 beroep, maar hij komt niet aan actie toe. De interventie bestaat eruit dat hij zich meer bewust wordt van de keuzes die hij maakt op basis van onbewuste processen. Ook formuleert hij met hulp van de adviseur de kleinst mogelijke actie in de richting van een beroepskeuze met de verwachting dat die eerste stap naar een omkering van zijn gedrag en naar een keuze leidt. Deze student komt bij de adviseur niet over als iemand in het Zelfbewuste stadium, het gedrag dat hij laat zien lijkt beter te passen in het Conformistische stadium. Veel verschil valt op te merken met een andere student die in het Zelfbewuste stadium zit en nuchter, actief en praktisch met haar beroepskeuze bezig is. Ze vertelt helder over haar motivatie voor een studie. In haar vrije tijd coacht ze een groep jongeren van 17/18 jaar met korfbal. Ze weet goed welke kant ze op wil, ze heeft daar ook al actie in ondernomen. Omdat een eerdere keuze minder goed aansloot zoekt ze bevestiging van haar nieuwe keuze en als ze die heeft gekregen kunnen we de begeleiding afsluiten. Bij deze student schat de adviseur wel correct het Zelfbewuste stadium. Weer een andere student heeft een heel normaal loopbaanbegeleidingtraject doorlopen, geen bijzonderheden of afwijkende observaties. Hij heeft heel serieus naar zichzelf gekeken, stond open voor andermans ideeën en was goed in staat te reflecteren op zijn gedrag. Toch zit hij in het Conformistisch stadium, terwijl de grote meerderheid van de studenten van het SLC die de ZALC heeft ingevuld in het Zelfbewuste stadium of Verantwoordelijke stadium zit. Voor de adviseur is het lastig de vinger te leggen op het verschil tussen deze student in het Conformistische stadium en andere studenten in het Zelfbewuste stadium. Het lijkt dus niet goed mogelijk voorafm in te schatten in welk stadium studenten zitten. Een inschatting van de uitslag van de ZALC is niet hetzelfde als een inschatting van de begeleider over de begeleiding die iemand nodig heeft. Als een student veel begeleiding nodig heeft, geven de loopbaanadviseurs die ook. Acties worden voorgestructureerd en stapjes besproken. Als de student zelfstandiger is geef je ondersteuning op het gevraagde gebied. Het blijkt uit de evaluaties dat de loopbaanadviseurs zeer goed in staat zijn aan te sluiten op de vraag, het verhaal en het ontwikkelingsniveau van de studenten. Over het algemeen zijn de reacties op de begeleiding zeer positief. Een verklaring voor de lastige inschatting van de stadia van de ZALC zou kunnen liggen in de grote verschillen op communicatief gebied. Een student die spontaan en open vertelt en communicatief sterk is komt zelfbewuster over dan een student die weinig kan vertellen. Dit kan los staan van het beleving- en gedragniveau dat ze laten zien in de vragenlijst van de ZALC. Zullen we de ZALC gaan gebruiken? In het voorkomende geval dat de begeleiding stokt en geen vooruitgang wordt geboekt kan het afnemen van de ZALC een verklaring bieden, waarna de begeleiding aangepast kan worden. (Trudie Koppelmans, loopbaanadviseur SLC). 19

20 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN Egostadia PABO-,SLC-studenten en SLBers De studenten die zich de afgelopen maanden gemeld hebben bij het StudentenLoopbaanCentrum bevinden zich gemiddeld in het Zelfbewuste stadium (gemiddeld 5.00) De eerstejaars PABO-studenten bevinden zich gemiddeld in het Conformistische stadium en zijn op weg naar het Zelfbewuste stadium (gemiddeld 4.55). Dit significante verschil zou verklaard kunnen worden door het feit dat de studenten van het SLC een versnelde transitie hebben gemaakt naar een volgend stadium omdat de situatie waarin ze verzeild zijn geraakt, nl. die van een verkeerde studiekeuze, hierom vraagt. In de periode voorafgaand aan de aanmelding bij het SLC zijn ze zich bewust geworden van het feit dat de huidige opleiding niet (meer) bij hen past. Ze ervoeren moeilijkheden, liepen tegen externe- en/of interne factoren aan, hebben nagedacht over de opleiding, wat gaat er niet goed, hoe komt dit, wat zegt dit over mezelf, wat kan ik (niet), wat wil ik (anders), etc.. Deze confronterende situatie zou de prikkel kunnen zijn om zich te ontwikkelen naar een volgend egostadium. De studie- en loopbaanbegeleiders bevinden zich gemiddeld in het Zelfbewuste stadium en zijn op weg naar het Verantwoordelijke stadium (gemiddeld 5.40). Lambie (2007) heeft school-counselors onderzocht met als onderzoeksvraag de eventuele relatie tussen burn-out en egostadium. Uit dit onderzoek blijkt een gemiddelde score van Lambie haalt een onderzoek aan van Zinn (1995), waaruit blijkt dat het Zelfbewuste stadium een minimaal niveau van ego functioneren is waarbij je de benodigde kwaliteiten hebt om een goede counselor te kunnen zijn. Manners en Durkin (2000) hebben onderzocht dat de meeste volwassenen in het Zelfbewuste stadium zitten en dat het moeilijk is om daarin nog te groeien. Aanbeveling: Het is zinvol dit bij Fontys Hogescholen te onderzoeken. Ik kan me voorstellen dat het hogere onderwijs een uitdagende omgeving kan zijn waarin leren, zelfbewustzijn en persoonlijke groei een positief bijdrage aan ego-ontwikkeling kunnen leveren en dat hierin toch nog een ontwikkeling te behalen is. Om dit goed te kunnen onderzoeken is een aangepaste versie van de ZALC nodig. De ZALC is namelijk ontwikkeld, betrouwbaar en valide bevonden voor jongeren t/m 25 jaar. De meeste SLBers zijn ouder dan 25 jaar. Hoe hebben de studenten de begeleiding ervaren? De SLC student geeft aan dat de begeleiding goed aansluit bij datgene wat ze nodig hebben (score tussen 4.00 en 4.25). De score op het gevoel vooruit geholpen te zijn is De score op de vraag of de hulpvraag is beantwoord is beduidend lager (3.58). In dit onderzoek is geen controlegroep opgenomen, bestaande uit bijvoorbeeld studenten met een keuzevraag zónder extra begeleiding/ondersteuning bij hun keuzeprobleem. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij de interpretatie van deze uitslag. De vraag is: wat wordt er nu werkelijk gemeten? Een aantal studenten heeft als extra opmerking aangegeven dat er naar ze geluisterd werd, dat de begeleider begaan en vriendelijk was en er werkelijke aandacht voor ze was. Uit de gegeven antwoorden blijkt dat de meeste studenten duidelijkheid, structuur en sturing missen. 20

21 Uit eerdere onderzoeken (Luken, 2009) blijkt dat studenten ontevreden zijn over de studieloopbaanbegeleiding die zij krijgen. Zo noemt Luken een aantal resultaten van verschillende onderzoeken: Een onderzoek dat in 2007 plaatsvond bij Hogeschool Zuyd: gemiddeld dertig procent van de studenten ervaart de studieloopbaanbegeleiding als positief Bevraagde hbo-studenten uit de Randstad geven aan dat de studieloopbaanbegeleiding de kleinste mate van tevredenheid oplevert, in vergelijking met andere aspecten (zoals bijvoorbeeld sfeer en kwaliteit docenten) en 858 studenten van de hogeschool van Arnhem en Nijmegen uiten hun waardering voor de studieloopbaanbegeleiding gemiddeld met het rapportcijfer 5,6. Bij de Haagse Hogeschool geeft 41 procent van de studenten aan dat de studieloopbaanbegeleiding niet bijdraagt aan de eigen ontwikkeling. De begeleiding vanuit het SLC is wat betreft vorm en inhoud anders dan de begeleiding vanuit het PABO en andere Fontys opleidingen. De SLC-begeleiding heeft als uitgangspunt de hulpvraag van de student. De respondenten hadden de volgende hulpvragen/wensen: Ik wil graag ondersteuning bij het maken van een nieuwe studie/loopbaankeuze Ik wil hulp bij het vinden van een opleiding die bij mij past Ik wil meer inzicht in mijn capaciteiten en talenten Ik wil weten waar mijn interesses liggen wat betreft vervolgopleiding Deze hulpvragen worden in samenspraak met de student omgezet in concrete stappen (b.v. testonderzoek, opdrachten m,b.t. zelfconceptverheldering, werkveldoriëntaties, etc.) met als doel te komen tot het antwoord op de vraag van de student. De studie- en loopbaanbegeleiding vanuit de opleidingen vertrekt vanuit een andere beginsituatie, en heeft een andere vorm en inhoud. Uit de notitie van HRM en Psychologie over studieloopbaanbegeleiding (Sweyen, Ras, Meerts, 2008,2009) blijkt dat het missiestatement van Fontys Hogescholen luidt: The learning community, een kwaliteitsstrategie. Fontys Hogescholen bevindt zich aan het einde van de invoering van het onderwijssysteem, Biloba, en het onderwijs binnen Fontys Hogescholen is hiermee vraaggericht en competentie gestuurd. Competentiegestuurd houdt in dat leren gestuurd wordt door competenties die de student moet ontwikkelen. Vraaggericht betekent dat het onderwijs moet inspelen op de vraag: wat heeft de student nodig om deze beroepscompetenties te ontwikkelen? Studie- en loopbaanbegeleiding is hierbij van fundamenteel belang gezien in het licht van de sociale interactie met de student en de studiemotivatie/uitvalpreventie. De slber ondersteunt de student bij het ontdekken van zijn talenten en bij het omzetten van deze talenten in competenties. Daarnaast ondersteunt de slber de student bij het benoemen van wat de student daarbij nodig heeft. M.a.w. studieloopbaanbegeleiding is erop gericht de student te begeleiden bij het loopbaancompetent worden. In deze notitie worden de taken van de slber ingedeeld in adviserend, monitorend, coachend, informerend en signalerend/doorverwijzend. Adviserend, monitorend en informerend hebben te maken met de studievoortgang en opleidingsspecifieke zaken. Signalerend en doorverwijzend heeft te maken met problematieken die de competentie van de slber te boven gaan. Coachend heeft betrekking op de ontwikkeling bij en van de student m.b.t. zijn beroepsidentiteit en zelfsturend vermogen. Aanbeveling: Het is zinvol in te zoomen op deze coachende taak en te onderzoeken of er een relatie te leggen is tussen het ego-stadium van de student en de vorm en inhoud van deze coachende taak. 21

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst SIPP persoonlijkheidsvragenlijst Deze vragenlijst bestaat uit een aantal stellingen. Deze stellingen hebben betrekking op de laatste 3 maanden. Door per stelling aan te geven in hoeverre u het hier bent,

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering Leiding geven aan verandering Mijn moeder is 85 en rijdt nog auto. Afgelopen jaar kwam ze enkele keren om assistentie vragen, omdat haar auto in het verkeer wat krassen en deuken had opgelopen. Ik besefte

Nadere informatie

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN Gratis PDF Beschikbaar gesteld door vlewa.nl Geschreven door Bram van Leeuwen Versie 1.0 INTRODUCTIE Welkom bij deze gratis PDF! In dit PDF

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 2 van 17 Naam: Maarten de Boer Afnamedatum: 16.12.2011 09:28 Normgroep: Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 3 van 17 NEO-PI-R Uitgebreide interpretatie van de resultaten

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Kiezen, ontwikkelen en testen

Kiezen, ontwikkelen en testen Kiezen, ontwikkelen en testen Lezing mini-symposium ter gelegenheid van 50 jaar Stichting Register Beroepskeuzeadviseurs Tom Luken Luken Loopbaan Consult, Amsterdam Fontys Hogeschool HRM en Psychologie,

Nadere informatie

Hoe Zeker Ben Ik Van Mijn Relatie

Hoe Zeker Ben Ik Van Mijn Relatie Hoe Zeker Ben Ik Van Mijn Relatie Weet jij in welke opzichten jij en je partner een prima relatie hebben en in welke opzichten je nog wat kunt verbeteren? Na het doen van de test en het lezen van de resultaten,

Nadere informatie

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens. D. Emo. Naam.

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens. D. Emo. Naam. Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Persoonlijkheidstest (MPT-BS) Status Voltooid Voltooid Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres

Nadere informatie

Uit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren.

Uit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren. Metawerk Fedor. Semester 1a Opdracht 1. Ik heb voor opdracht 1 de leerstijlentest van Kolb gemaakt. Deze test heeft als doel om te kijken op wat voor manier je het beste informatie kunt opnemen en verwerken.

Nadere informatie

Persoonlijkheidstesten

Persoonlijkheidstesten Persoonlijkheidstesten De gratis korte persoonlijkheid test De eerste test die ik heb gemaakt is een gratis test. Deze test bestaat uit één vraag waar wordt gevraagd een van de negen figuren te kiezen.

Nadere informatie

Beroepsmatige instelling Bij beroepsmatige instelling wordt gekeken naar wat u motiveert en welke doelstellingen u op werkgebied heeft.

Beroepsmatige instelling Bij beroepsmatige instelling wordt gekeken naar wat u motiveert en welke doelstellingen u op werkgebied heeft. Pagina 1 van 21 BIP-werkgerelateerde persoonlijkheidsvragenlijst Dit rapport geeft een overzicht van uw positie op de vier persoonlijkheidsdimensies die relevant zijn voor het functioneren in een werkomgeving:

Nadere informatie

1 Het sociale ontwikkelingstraject

1 Het sociale ontwikkelingstraject 1 Het sociale ontwikkelingstraject Tijdens de schoolleeftijd valt de nadruk sterk op de cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling is in die periode echter minstens zo belangrijk. Goed leren lezen,

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.

Nadere informatie

De Budget Ster: omgaan met je schulden

De Budget Ster: omgaan met je schulden De Budget Ster: omgaan met je schulden Budget Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Budget Ster MOTIVATIE EN VERANTWOORDELIJKHEID STRESS DOOR SCHULDEN BASISVAARDIGHEDEN STABILITEIT FINANCIEEL ADMINISTRATIEVE

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

de 9 mentale vaardigheden van een succesvolle atleet Topsport Limburg Sittard, 28 maart 2012 drs. Joep Teeken, VSPN -sportpsycholoog

de 9 mentale vaardigheden van een succesvolle atleet Topsport Limburg Sittard, 28 maart 2012 drs. Joep Teeken, VSPN -sportpsycholoog de 9 mentale vaardigheden van een succesvolle atleet Topsport Limburg Sittard, 28 maart 2012 drs. Joep Teeken, VSPN -sportpsycholoog doel inzicht krijgen in het belang van en ervaren van mentale vaardigheden

Nadere informatie

2 Training of therapie/hulpverlening?

2 Training of therapie/hulpverlening? Bewustwording wordt de sleutel voor veranderen Peter is een zeer opvallende leerling die voortdurend conflicten heeft met medeleerlingen en de schoolleiding. Bij een leerlingbespreking wordt opgemerkt

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training Assessoren en EVC-begeleiders training 19 februari 2009 en 15 januari 2010 Desirée Joosten-ten Brinke, CELSTEC, Open Universiteit Nederland Doel training Aan het einde van deze training weten de deelnemers:

Nadere informatie

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Begaafde leerlingen komen er vanzelf... toch? Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Teambijeenkomsten Anneke Gielis Begaafde leerlingen

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief

Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief 11-2-2015 1 Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief Facta, 12-02-2015 Saskia Kunnen Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit Groningen 11-2-20152 Programma Studiekeuze als ontwikkelingsproces:

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei 2006 1

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei 2006 1 Talenten Aanzien en Erkenning 3 Besluitvaardigheid 8 Confrontatie en Agitatie 4 Doelgerichtheid 4 Talenten Hulpvaardigheid 5 Ontzag 3 Orde en Netheid 4 Pragmatisme 6 Stressbestendigheid 7 Verantwoording

Nadere informatie

Oplossingsgericht en waarderend coachen.

Oplossingsgericht en waarderend coachen. Oplossingsgericht en waarderend coachen. Coaching is die vorm van professionele begeleiding waarbij de coach als gelijkwaardige partner de cliënt ondersteunt bij het behalen van zelfgekozen doelen. Oplossingsgericht

Nadere informatie

NATIONALE VEERKRACHTTEST

NATIONALE VEERKRACHTTEST NATIONALE VEERKRACHTTEST VEERKRACHT OPTIMISME PSYCHOLOGISCH KAPITAAL ZELF- VERTROUWEN HOOP Rapport Persoonlijke Veerkracht 1-10-2012 uitzenden professionals inhouse services employability payrolling outsourcing

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop. Bewust en positief omgaan met ADHD. Universiteit van Tilburg Forensische psychologie. 23 april 2010

Evaluatierapport. Workshop. Bewust en positief omgaan met ADHD. Universiteit van Tilburg Forensische psychologie. 23 april 2010 Evaluatierapport Workshop Bewust en positief omgaan met ADHD Universiteit van Tilburg Forensische psychologie 23 april 2010 Drs. Arno de Poorter (workshopleider) Drs. Anne van Hees (schrijver evaluatierapport)

Nadere informatie

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING We meten op onze school twee keer per jaar het sociaal-emotionele functioneren van onze leerlingen mee. Dat doen we met VISEON van Cito. Viseon staat voor Volg Instrument

Nadere informatie

Competenties De Fontein

Competenties De Fontein Competenties De Fontein We werken met de volgende 4 competenties: 1. Verantwoordelijkheid 2. Samenwerken 3. Organisatie en planning, zelfstandigheid 4. Motivatie - In klas 1 wordt gewerkt aan de volgende

Nadere informatie

Persoonlijkheidsprofiel. Anoniem

Persoonlijkheidsprofiel. Anoniem Anoniem 2012 1. Inleiding Dit is jouw persoonlijkheidsprofiel. Het profiel is gebaseerd op de antwoorden die jij hebt gegeven in de vragenlijst. Jouw antwoorden zijn vergeleken met die van een grote groep

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost Beantwoord eerst de volgende vragen: 1. Welke inzichten heb je gekregen n.a.v. het vorige deel en de oefeningen die je hebt gedaan? 2. Wat heb je er in de praktijk mee gedaan? 3. Wat was het effect op

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Procesadvisering Bijeenkomst 4

Procesadvisering Bijeenkomst 4 Procesadvisering Bijeenkomst 4 Inhoud Terugblik bijeenkomst 3 Hoofdstuk 4: De beleving van adviseur en geadviseerde Rolopvatting adviseur Cyclus van veranderingen Appriciative inquiry Weerstand bij veranderingen

Nadere informatie

Waarom ga je dat doen volgend jaar?

Waarom ga je dat doen volgend jaar? Waarom ga je dat doen volgend jaar? Susanne de Haar, Marlien Douma, Jan-Willem Kalhorn, Michiel Tolboom, Lotte Bonsel Begeleider: Marja ter Wal Inleiding Aan het einde van de middelbare school komt voor

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Definitie outplacement Outplacement is een geheel van begeleidende diensten en adviezen die in opdracht van

Nadere informatie

Coöperatie en communicatie:

Coöperatie en communicatie: Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij

Nadere informatie

Adolescentiepsychologie

Adolescentiepsychologie Adolescentiepsychologie B I J E E N K O M S T 6 M O R E L E O N T W I K K E L I N G Redmar Oosterkamp ML00327 r.oosterkamp@hr.nl Doel vandaag D E S T U D E N T K A N : D E T H E O R I E VA N K O H L B

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld APQ-vragenlijst 28 maart 2018 Bea Voorbeeld Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Wouter van Straten Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Wouter van Straten Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014 Naam: Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op alle afgeronde onderdelen. 2 Algemeen werk- en denkniveau Ver beneden - gemidde ld Ver bovengemidde ld Algemene

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen RV 1 Kinderen hebben vertrouwen in zichzelf. RV1.1 RV1.2 RV1.3 RV1.4 Ontdekken dat iedereen uniek is. Ik heb door dat iedereen

Nadere informatie

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden zeker gedeeltelijk niet 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Voor discussies heb ik geen tijd, ík beslis. Medewerkers met goede voorstellen

Nadere informatie

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. -----

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. ----- Test: Je persoonlijke afweerprofiel Met de volgende test kun je bepalen welk afweermechanisme je het meest gebruikt. Iedereen gebruikt alle afweervormen, maar er bestaan verschillen in de frequentie waarmee

Nadere informatie

Signaalkaart Werkgeluk

Signaalkaart Werkgeluk Naam: Datum: Herman Westerhof 16 februari 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2. Herman Westerhof... 3. Toelichting op de uitslag... 4. Tot slot... 3 5 6 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Op 16 februari 2013 heb

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Paul van der Voorbeeld 10 januari 2013

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Paul van der Voorbeeld 10 januari 2013 TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Paul van der Voorbeeld 10 januari 2013 Parkstraat 4 4818 SJ Breda T +31(0)76-5657286 I www.humanmobilitygroup.nl E info@humanmobility.nl Inhoudsopgave

Nadere informatie

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

Persoonlijkheidstest (PTA)

Persoonlijkheidstest (PTA) Persoonlijkheidstest (PTA) student 47 2013 TalentFocus 1. Inleiding Dit is jouw persoonlijkheidsprofiel. Het profiel is gebaseerd op de antwoorden die jij hebt gegeven in de vragenlijst. Jouw antwoorden

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven Situatie John volgt een opleiding coaching. Hij wil dat vak dolgraag leren. Beschikt ook over de nodige bagage in het begeleiden van mensen, maar

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk.

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk. Tevredenheidsonderzoek Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk. Stichting Buitengewoon leren & werken Prins Heerlijk Juni 2013 Stichting Buitengewoon

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 24.03.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 24.03.2016 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

EQ - emotionele intelligentie in kaart

EQ - emotionele intelligentie in kaart EQ - emotionele intelligentie in kaart 24-3-2014 BASISPROFIEL Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Het EQ rapport brengt iemands emotionele intelligentie in kaart. Dit is het vermogen

Nadere informatie

ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN

ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN EXCLUSIEF PROGRAMMA OVERZICHT 2016 LEF IN ACTIE Ontdek waarom het zo moeilijk is je hart te volgen en heb het lef dit toch te doen! De achtergrond van het programma Jij weet dat

Nadere informatie

Hoogbegaafdheid en onderpresteren

Hoogbegaafdheid en onderpresteren Hoogbegaafdheid en onderpresteren Onderwijs Praktijk Texel Hoogbegaafdheid en onderpresteren Veel kinderen weten niet dat leren leuk kan zijn en weten niet wat ze nodig hebben om zich minder ellendig te

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels We gebruiken op school voor het 4 de, 5 de en 6 de leerjaar de handleiding CONTACTSLEUTELS van uitgeverij De Sleutel. Kenmerken van Contactsleutels: Elk leerjaar beschikt

Nadere informatie

Diversiteit en beroepsvaardigheden Leer jezelf kennen Basishouding en diversiteit Discriminatie Gedrag bij diversiteit Pesten. Hoofdstuk 2: werken

Diversiteit en beroepsvaardigheden Leer jezelf kennen Basishouding en diversiteit Discriminatie Gedrag bij diversiteit Pesten. Hoofdstuk 2: werken Diversiteit en beroepsvaardigheden Leer jezelf kennen Basishouding en diversiteit Discriminatie Gedrag bij diversiteit Pesten Hoofdstuk 2: werken Werkwijze en opdrachten Boek en laptop nodig voor iedere

Nadere informatie

Doelstellingen van PAD

Doelstellingen van PAD Beste ouders, We kozen er samen voor om voor onze school een aantal afspraken te maken rond weerbaarheid. Aan de hand van 5 pictogrammen willen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen

Nadere informatie

Vul de enquête in. Bij deze enquête is het belangrijk dat elke vraag wordt ingevuld.

Vul de enquête in. Bij deze enquête is het belangrijk dat elke vraag wordt ingevuld. Dit is stap twee van de test die je in MOVE vindt op pagina 22 & 23. Wil je graag een realistisch beeld van hoe je ervoor staat op de 7 terreinen van je leven? Doe de check. Klopt jouw zelfbeeld met de

Nadere informatie

5. Overtuigingen. Gelijk of geluk? Carola van Bemmelen Food & Lifestylecoaching. Jouw leven op dit moment weerspiegelt exact jouw overtuigingen

5. Overtuigingen. Gelijk of geluk? Carola van Bemmelen Food & Lifestylecoaching. Jouw leven op dit moment weerspiegelt exact jouw overtuigingen 5. Overtuigingen Jouw leven op dit moment weerspiegelt exact jouw overtuigingen Een overtuiging is een gedachte die je hebt aangenomen als waarheid doordat ie herhaaldelijk is bevestigd. Het is niet meer

Nadere informatie

"The significant problems we have can not be solved at the level of thinking we were at when we created them."

The significant problems we have can not be solved at the level of thinking we were at when we created them. Levens Stijlen Inventarisatie De Levens Stijlen Inventarisatie (LSI) is een instrument waarmee mensen hun persoonlijke effectiviteit blijvend kunnen verbeteren. "The significant problems we have can not

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Disclaimer. Bedrijfsgegevens Cherryl Challenges

Disclaimer. Bedrijfsgegevens Cherryl Challenges Disclaimer Met alle kennis, zorg, aandacht en liefde is dit e-book voor jou voorbereid opdat jij het beste en mooiste resultaat behaalt. Ten allen tijde is het jouw keuze en verantwoordelijkheid om dit

Nadere informatie

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 JE ONBEWUSTE PROGRAMMEREN VOOR EEN GEWELDIGE TOEKOMST De meeste mensen weten heel goed wat ze niet willen in hun leven, maar hebben vrijwel geen

Nadere informatie

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN In deze huiswerkopdracht wordt uitgelegd wat leefregels en ik-ben-opvattingen zijn en het belang ervan bij het doorbreken van gewoontepatronen. Een voorbeeld van Marjolijn illustreert hoe leefregels en

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie

Datum: 5 september 2014

Datum: 5 september 2014 Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke

Nadere informatie

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN De meeste mensen, en dus ook leerlingen, praten niet alleen met anderen, maar voeren ook gesprekken met en in zichzelf. De manier waarop leerlingen over, tegen en in zichzelf

Nadere informatie

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie.

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie. Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie. Via dit mailadres kunt u ook informatie aanvragen over de docentenhandleiding

Nadere informatie

WORKSHOP JONGEREN MOTIVEREN

WORKSHOP JONGEREN MOTIVEREN WORKSHOP JONGEREN MOTIVEREN Onderwijssymposium ANAI Alkmaar Michiel Stadhouders 13 januari 2014 Programmavoorstel 60 minuten In tweetallen: wat is motivatie voor jou? 1. Jongeren & motivatie 2. Kijken

Nadere informatie

Pedagogisch contact. Verbondenheid door aanraken. De lichamelijkheid van pedagogisch contact. Simone Mark

Pedagogisch contact. Verbondenheid door aanraken. De lichamelijkheid van pedagogisch contact. Simone Mark Pedagogisch contact Verbondenheid door aanraken Simone Mark Mag je een kleuter nog op schoot nemen? Hoe haal je vechtende kinderen uit elkaar? Mag je een verdrietige puber een troostende arm bieden? De

Nadere informatie

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie Petri Embregts Participatie Geplande ratificatie VN verdrag voor rechten van mensen met beperking

Nadere informatie

Hoe gezond is mijn relatie?

Hoe gezond is mijn relatie? Hoe gezond is mijn relatie? Vraagt u zich wel eens af of u een gezonde relatie heeft? Maakt u zich zorgen over hoe het momenteel gesteld is met uw relatie? Wilt u hier meer inzicht in krijgen? Doe dan

Nadere informatie

Centrum voor Onderwijsinnovatie en Onderzoek. Fontys Hogescholen. Ivonne Jürgens Click Coaching&Consult

Centrum voor Onderwijsinnovatie en Onderzoek. Fontys Hogescholen. Ivonne Jürgens Click Coaching&Consult Fontys Hogescholen Ivonne Jürgens Click Coaching&Consult Praktijkbeschrijving studiekeuzegesprekken DEEL 1 Context beschrijving DEEL 2 Redeneerketen op basis van het algemene onderzoeksmodel DEEL 3 Operationali

Nadere informatie

Test. Leiderschapsdomeinen

Test. Leiderschapsdomeinen Test Leiderschapsdomeinen Werkwijze: Stel je je eigen situatie voor en kijk dan naar onderstaande 18 vraagpunten. Per vraagpunt heb je 10 punten om te verdelen over de domeinen: van 0 tot 10 punten per

Nadere informatie

Kinderen Ontwikkelen en Leren 201-2012. Bijeenkomst 11: ontwikkeling

Kinderen Ontwikkelen en Leren 201-2012. Bijeenkomst 11: ontwikkeling Kinderen Ontwikkelen en Leren 201-2012 Bijeenkomst 11: ontwikkeling Terugblik bijeenkomst 10 Presentatie ontwikkelingsgebieden Indeling ontwikkelingsgebieden Casus: stel je probleemverklaring op. Bijeenkomst

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Antreum RAPPORT TALENTENSPECTRUM. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 02 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT TALENTENSPECTRUM. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 02 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT TALENTENSPECTRUM Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 02 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Dit rapport is bedoeld om u te helpen analyseren op welk vlak uw talenten

Nadere informatie

Dé stappen om je doel te bereiken: de combinatie van de creatiespiraal en het enneagramprocesmodel. Ontspannen. Handelen

Dé stappen om je doel te bereiken: de combinatie van de creatiespiraal en het enneagramprocesmodel. Ontspannen. Handelen Van wens naar doel Dé stappen om je doel te bereiken: de combinatie van de creatiespiraal en het enneagramprocesmodel. Het combinatiemodel Ontspannen Doel bereiken Willen/wensen Verbeelden/ verheugen Geloven/

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 256-4 Datum 07.10.2014 Leerkrachtversie Informant: Neeltje Smit Leerkracht DESSA Interpretatie 3 / 20 INTERPRETATIE De DESSA biedt informatie

Nadere informatie

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Belbin Teamrollen Vragenlijst Belbin Teamrollen Vragenlijst Lindecollege 2009 1/ 5 Bepaal uw eigen teamrol. Wat zijn uw eigen teamrollen, en die van uw collega s? Deze vragenlijst kan u daarbij behulpzaam zijn. Zeven halve zinnen dienen

Nadere informatie

AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016

AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016 AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016 Instructie Leuk dat je interesse hebt voor de opleiding Toegepaste Psychologie

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding

Studieloopbaanbegeleiding Studieloopbaanbegeleiding Stand van zaken, knelpunten, uitwegen en de rol van de schoolpsycholoog Workshop Schoolpsychologencongres Amsterdam, 15 maart 2013 Tom Luken Luken Loopbaan Consult, Amsterdam

Nadere informatie

Blok 1 - Introductie

Blok 1 - Introductie Reflectie jaar 1 Algemeen Aan het begin van het eerste jaar kwamen een hoop nieuwe dingen op mij af. Na een jaar reizen had ik veel zin om aan de studie Voeding en Diëtetiek te beginnen en was erg benieuwd

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen

Rijksuniversiteit Groningen De adolescentiefase: over puberen, hersenontwikkeling, studiekeuze, risicogedrag en de relatie met ouders. Dr. Saskia Kunnen i.s.m. Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens Inhoud Inleiding 9 1 Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding 11 1.1 Het beroep Social Work 11 1.2 Beelden over leren mentale modellen 15 1.3 Competentiegericht leren 16 1.4 Een open leerhouding 17 1.5 Leren

Nadere informatie