Schoolplan

Transcriptie

1 KONOT stafbureau Lyceumstraat 2B I, 7572CP Oldenzaal tel: fax: Bron van ontwikkeling Schoolplan Brin-nummer 09BB00 Profietstraat GR Ootmarsum Tel:

2 Inhoud Voorwoord? Inleiding Functies van schoolplan Bronnen Procedure opstellen en vaststellen schoolplan Missie, visie, ambitie en identiteit Missie, visie, ambitie en identiteit van Stichting Konot Missie, visie, ambitie en identiteit van basisschool de Meander Korte karakteristiek en populatie van de school Schoolomgeving en trends Missie Ambitie Identiteit Visie op het kind Tot ontwikkeling komen Visie op de maatschappij Visie op onderwijs Ons onderwijs voorop Hoe staan we ervoor? Adaptief onderwijs Handelingsgericht werken Oriëntatie op jezelf en de wereld Aanbod in relatie tot de kerndoelen, referentieniveaus en canon geschiedenis

3 3.3 Identiteit Schoolspecifieke ontwikkeling Opbrengstgericht werken Leeromgeving Passend en boeiend onderwijs Met een ondersteunende werkomgeving Onze leer-kracht Identiteit Schoolspecifieke ontwikkelingen Opbrengstgericht werken Leeromgeving Passend en boeiend onderwijs Onze fundamenten Kwaliteitszorg De cyclus van plannen en evalueren Systematische feedback op onze plannen en kwaliteitsinstrumenten Personeel & Organisatie Schoolorganisatie Financiën Beleidsrijke inzet middelen en reserves Sponsoring Facilitaire zaken Huisvesting Voorzieningen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en LGF, etc Vierjarenplanning Schoolplan

4 Voorwoord Het schoolplan is een beleidsdocument voor leerkrachten, stichting Konot, ouders en de inspectie van het onderwijs. In dit schoolplan beschrijven wij de koers en plannen met betrekking tot de gewenste ontwikkelingen voor de komende vier jaren. Door zowel adaptief als handelingsgericht te gaan werken zal ons onderwijs voor elk kind passend worden. Hierbij zal het inrichten van het onderwijs boeiend worden door het creëren van een rijke leeromgeving en afwisselend onderwijs aanbod. Op deze manier willen wij recht doen aan de verschillende talenten van de leerlingen. Het waarborgen van de kwaliteit van onderwijs willen wij realiseren door opbrengstgericht te gaan werken op basis van gegevens, doelen stellen en hierop het onderwijs aanbod afstemmen. Deze samenhang en afstemming in het aanbod en ontwikkeling kenmerkt zich in het kennis willen delen met elkaar. Onderwijs geeft leerlingen een kans om zich in de toekomst een plaats te verwerven in de sterk veranderende, mondiaal georiënteerde maatschappij. Als een professionele leergemeenschap zien wij kansen en mogelijkheden voor leerlingen, leerkrachten en directie om zichzelf te ontwikkelen. Ontwikkelen doe je niet alleen, niet voor jezelf, maar voor een gezamenlijke duurzame toekomst. Kortom basisschool de Meander wil een bron van ontwikkeling zijn voor allen die betrokken zijn bij onze ambitie: Leren om te leven, leven om te leren. Huub van der Wal 4

5 1. Inleiding 1.1 Functies van schoolplan Dit schoolplan heeft voor ons verschillende functies. Ten eerste geeft het richting aan de ontwikkeling van onze school voor de komende vier jaren. Naast de zaken die specifiek zijn voor onze school, hebben we in dit plan de binnen Konot gezamenlijk afgesproken ontwikkelingsrichting (zoals verwoord in het strategisch beleidsplan ) voor onze eigen school uitgewerkt. Daarbij zijn de vragen waar staan we nu en wat willen we over vier jaar bereikt hebben leidend geweest. Ten tweede leggen we in dit schoolplan verantwoording af ten aanzien van de verplichtingen die ons door de Wet op het Primair Onderwijs, de kerndoelen voor 2006 en door de Wet op de referentieniveaus (2010) zijn gesteld. Het schoolplan heeft hiermee zowel een interne (team, ouders, bestuur) als een externe (onder andere inspectie) verantwoordings- en planningsfunctie. 1.2 Bronnen Voor het samenstellen van dit schoolplan hebben we gebruik gemaakt van verschillende bronnen: Strategisch beleidsplan Konot Wet op het Primair Onderwijs Wet op de referentieniveaus Kerndoelen 2006 (SLO) Brede school ontwikkeling (Kinderplaza de Bres) Borgdocument Bron van ontwikkeling J. van Remundt (2008). In goede handen: handboek voor levensbeschouwelijke communicatie en identiteit : Eburon Uitgeverij B.V. 1.3 Procedure opstellen en vaststellen schoolplan In het voorafgaande schooljaar zijn er diverse kwaliteitsinstrumenten ontwikkeld en afgenomen op alle scholen van Konot zoals: Risico inventarisatie en evaluatie/medewerkerstevredenheidsonderzoek (2009) Leerlingentevredenheidsonderzoek (2009) Oudertevredenheidsonderzoek (2010) Kwaliteitsmonitor ( ) Schoolzelfevaluatie ( ) Evaluatie schoolplan (2011) De uitkomsten van deze kwaliteitsonderzoeken zijn besproken met het team. Besluitvorming ten aanzien van de verbeterdoelen van de school voor de aankomende vier jaar heeft plaatsgevonden tijdens de teamvergaderingen. Gedurende het schooljaar heeft Konot haar strategisch beleidsplan geformuleerd. Daar waar het strategisch beleidsplan van invloed is op de schoolontwikkeling van de komende jaren, is dit opgenomen in het schoolplan. Dit schoolplan is het resultaat van een samenspel tussen de directie van basisschool de Meander, het team en het College van Bestuur van Konot. Ons schoolplan is voorgelegd aan de MR en op wanneer? hebben zij met dit plan ingestemd. Tot slot heeft het CvB van Konot op. dit plan vastgesteld. 5

6 2. Missie, visie, ambitie en identiteit 2.1 Missie, visie, ambitie en identiteit van Stichting Konot Goed onderwijs in een bijzondere school; veilig en uitdagend! Binnen de Konot-scholen bieden we de kinderen enerzijds de veiligheid en anderzijds de uitdaging, beide nodig om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Het veilige klimaat kenmerkt zich door een prettige leer- en werkomgeving. In een school- en klassenklimaat waarin het kind zich veilig kan voelen, komt het tot leren; veiligheid is een voorwaarde voor leren. Uitdaging bieden vinden wij belangrijk, omdat het naar ons idee de opdracht is van het onderwijs om daadwerkelijk een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kinderen. Voor het ene kind betekent dat op zoek gaan naar dat ene kleine stapje dat het verder brengt in zijn ontwikkeling, voor een ander betekent het op zoek gaan naar extra uitdagingen. Elke Konot-school zal bij het combineren van veiligheid en uitdaging zijn eigen weg zoeken, zijn eigen accenten leggen en zich hierop blijven ontwikkelen. Zo werken we ieder aan goed onderwijs in een bijzondere school, waarbij het onderstaande voor leerlingen, ouders en leerkrachten het uitgangspunt is. Onze Katholieke grondslag geeft ons de mogelijkheid om de tradities waarin ouders, leerlingen en leerkrachten staan, als belangrijke inspiratiebron te zien. Deze tradities geven ons belangrijke waarden mee van waaruit we communiceren en handelen. Deze waarden zijn: solidariteit gelijkheid vrijheid gemeenschapszin Vanuit onze tradities stellen we aan elkaar zes levensvragen: 1. Wat is de mens? 2. Hoe leven de mensen met elkaar samen? 3. Wat is goed en kwaad? 4. Wat is de betekenis van lijden en dood? 5. Wat is ruimte? 6. Wat is tijd? Door te leren nadenken en communiceren vanuit deze vragen en onze tradities, kunnen we voor ieder van ons en onze gemeenschap een eigen en een gemeenschappelijke samenhang ontwikkelen. Deze werkwijze op scholen biedt een mogelijkheid tot perspectief in buitengewone omstandigheden, een kader tot vertellen van verhalen en hanteren van rituelen. 2.2 Missie, visie, ambitie en identiteit van basisschool de Meander Korte karakteristiek en populatie van de school Basisschool de Meander is een katholieke basisschool in het cultuurhistorische stadje Ootmarsum. De basisschool is in 2004 ontstaan als gevolg van een fusie tussen de Sint Jozefschool en de Scheepersschool. De school maakt samen met 21 andere scholen deel uit van de Stichting Katholiek Onderwijs Noord Oost Twente (Konot). 6

7 Onze basisschool is gehuisvest in het schoolgebouw de Bres, de brede school te Ootmarsum. In dit gebouw zijn ook ondergebracht de PC basisschool n Profiet en kinderdagverblijf Nijntje Pluis. Ouders De meeste ouders zijn gemiddeld tot hoog opgeleid (middelbaar beroepsonderwijs of hoger beroepsonderwijs). Veel leerlingen komen uit gezinnen waarvan beide ouders werkzaam zijn. De betrokkenheid van de ouders is over het algemeen goed. Gezien de positie van de school in de gemeenschap laten wij in principe alle leerlingen tot onze school toe. Wij vragen van de ouders wel dat zij instemmen met de katholieke identiteit van de school. Ons onderwijs kan worden gekenmerkt als een leerstofjaarklassensysteem, waarbij zo veel mogelijk wordt ingespeeld op de onderwijsbehoeften van de kinderen. Leerlingen Op basisschool de Meander zitten voornamelijk leerlingen van Nederlandse afkomst. De leerlingen kennen overwegend een stabiele thuissituatie waar normen en waarden gelden die wij ook op school hanteren. De samenstelling van de leerling-populatie biedt onze school voldoende mogelijkheden om de doelstellingen die passen bij een school als de onze te verwezenlijken. De demografische ontwikkelingen in de komende jaren hebben tot gevolg dat er sprake zal zijn van een behoorlijke terugloop van het aantal leerlingen dat onze school zal gaan bezoeken. Wij dienen de komende jaren rekening te houden met een afname van het aantal leerlingen van tussen de 10% tot 15%. Deze afname heeft invloed op de personele bezetting en het gebruik van het schoolgebouw Schoolomgeving en trends Basisschool de Meander ontwikkelt zich verder als brede school met als partners Kindercentrum Nijntje Pluis, Stichting Trimaran, de gemeente Dinkelland, Hogeschool Saxion en stichting Konot. Door deze samenwerking zien wij mogelijkheden om ook andere instellingen aan deze ontwikkeling te betrekken. Hierbij kan gedacht worden aan de bibliotheek, de sportverenigingen en culturele organisatie in de stad Ootmarsum. In de snel veranderende wereld om ons heen kan de basisschool niet meer functioneren als solitaire instelling, maar maakt zij deel uit van een snel veranderende omgeving. De wereld van de kinderen is groter door de mondialisering en vraagt om een leeromgeving die gericht is op internationalisering. Onderzoek heeft aangetoond dat door opbrengstgericht werken de resultaten verbeteren. Dit heeft tot gevolg de wij de komende vier jaren onze resultaten willen stabiliseren of verbeteren door planmatig en systematisch opbrengstgericht te gaan werken op basis van data feedback. Leerlingen vragen om een aanbod dat tegemoet komt aan hun onderwijsbehoeften en leerbehoeften. Om het aanbod passend te krijgen werken wij volgens de cyclus van handelingsgericht werken. Door de aangekondigde bezuinigingen van 300 miljoen euro op passend onderwijs komt het voldoen aan de zorgplicht onder druk te staan. Het huidige samenwerkingsverband zal met ingang van 1 augustus 2012 opgaan in een nieuw veel groter samenwerkingsverband Twente Zuid. Het behalen van hoge resultaten en het realiseren van een goed aanbod voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vraagt om investeringen in het onderwijs en niet om meer bezuinigingen. 7

8 2.2.3 Missie Onze basisschool wil voor de leerlingen een onuitputtelijke bron zijn voor hun ontwikkeling. Om die bron te kunnen zijn zullen ook de leerkrachten en directie zich voortdurend blijven professionaliseren Ambitie Leven om te leren, leren om te leven. Wij willen kinderen en team uitdagen om zich doorlopend en continu te ontwikkelen voor de toekomst Identiteit De Meander als bron van leven. Wij willen onze leerlingen op hun levensweg verhalen en levenservaring meegeven vanuit de christelijke traditie. De levensbeschouwelijke grondtoon uit zich ook in onze kernwaarden van waaruit wij werken: 1. Respect 2. Betrokkenheid 3. Ontwikkeling Leerlingen, leerkrachten en ouders willen in samenhang met elkaar deze kernwaarden uitstralen naar hun omgeving. Elkaar kunnen vertrouwen op basis van wederzijds respect is een voorwaarde om middels het stellen van goede vragen aan elkaar, verbondenheid en een open luisterhouding te creëren. Op deze wijze zijn wij met elkaar in staat dezelfde taal te spreken en elkaar te kunnen begrijpen. Er ontstaat herkenning en erkenning wat leidt tot in beweging komen. Dit biedt kansen op het willen en kunnen naleven van geldende waarden en normen in onze maatschappij. Dit is nodig om onze kernwaarden te verbinden met onze ambities Visie op het kind Zoals een beek meandert en -geholpen door de natuur- zijn eigen weg zoekt, zo zoeken kinderen naar hun eigen weg van ontwikkeling, daarbij geholpen door ouders en leerkrachten. Zij helpen het kind mede-eigenaar te worden van zijn eigen leerproces. Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind(eren) en voeren daarover de regie. De ontwikkeling van een kind heeft ook te maken met de eigenwaarde van dat kind Tot ontwikkeling komen Ieder kind is van nature nieuwsgierig, een basale voorwaarde om in het leven een onderzoekende, betrokken houding te blijven ontwikkelen. Om als kind tot ontwikkeling te kunnen komen zijn er voorwaarden nodig die de betrokkenheid vergroten. De ontwikkeling van een kind heeft ook te maken met de eigenwaarde van dat kind. Mede-eigenaar zijn van een leerproces leidt tot motivatie. Als kinderen gemotiveerd zijn, zijn ze tot veel in staat. Kinderen hechten echter ook belang in het hebben van eigen keuzevrijheid. Voor de leerlingen willen we een uitnodigende omgeving creëren, waarin ze leerkrachten en leeftijdsgenoten ontmoeten, die veilig en vertrouwd zijn waardoor ze met plezier naar school gaan en blijven gaan. Wij stimuleren bij de kinderen het nemen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en zich ook verantwoordelijk te voelen voor de andere kinderen. We zorgen voor structuur, regels en routines. Deze zijn essentieel voor het aangaan van een relatie. 8

9 In school willen wij een rijke leeromgeving realiseren waardoor de leerlingen komen tot het nemen van initiatief. Dit roept nieuwsgierigheid op en prikkelt hun creativiteit. Kinderen komen zo tot verschillende oplossingsvaardigheden. Zij doen hier, alleen of samen met anderen, succeservaringen op. Kinderen ervaren dit het beste als er balans is in de omgang met elkaar. Wij willen aansluiten bij de onderwijsbehoefte, interesses en talenten van kinderen om hun motivatie te bevorderen. Voor het stimuleren van de ontwikkeling van het mede-eigenaar worden van hun leerproces en het kunnen nemen van initiatief is stellen van goede vragen en het hebben van een open luisterhouding een belangrijk speerpunt Visie op de maatschappij De maatschappij is er voor mensen. Samen zijn wij verantwoordelijk voor een maatschappij waarin voor het kind en volwassene een duurzame ontwikkeling mogelijk is. De samenleving, de plaats waar kinderen middenin staan, is een verzameling van mensen waarin ieder recht heeft op een menswaardig bestaan. Wij willen de leerlingen inzicht geven in de maatschappij met zijn complexe structuren en verhoudingen. In de school willen we een respectvolle en tolerante houding bij de leerlingen ontwikkelen. Wij willen samen met de kinderen een bijdrage blijven leveren aan een productieve, gezonde en zich steeds vernieuwende maatschappij Visie op onderwijs Our purpose is not just learning our children to read the word but most of all learning to read the world. (Paulo Freire) Passend bij onze visie op het kind en onze visie op de maatschappij willen wij als basisschool verder werken aan de ontwikkeling van passend en boeiend onderwijs om recht te kunnen doen aan de verschillen in kinderen op pedagogisch en didactisch gebied. Het beoogde effect is het realiseren van optimale resultaten. Voor dit continue proces van pedagogische, didactische en sociaal-emotionele ontwikkeling vinden wij het van belang dat leerkrachten een actieve betrokkenheid tonen om in te spelen op de onderwijs- en basisbehoeften van alle leerlingen. Vanuit een uitnodigende en rijke leeromgeving, die veilig, gestructureerd en vertrouwd moet zijn voor de leerlingen, kunnen leerkrachten en leerlingen elkaar ontmoeten. Binnen de context van het leren op school worden en voelen de kinderen zich vanuit een dialoog met de leerkracht mede-eigenaar van hun leerproces. Centraal staat het leren leren, het leren denken en het leren voor het leven: steeds weer met en van elkaar. Om dit alles te realiseren leveren de volgende aspecten voor ons een bijdrage aan kwalitatief goed onderwijs en aan hoge opbrengsten: Goede relaties tussen kinderen en leerkrachten waarbij sprake is van een combinatie van zorgzaamheid en hoge verwachtingen; Het kind zien als centrum van leren: aansluiten bij wat het kind nodig heeft; 9

10 Boeiend en betekenisvol onderwijs met een rijk scala aan didactische werkvormen; Leerkrachten die hoge opbrengsten nastreven omdat ze dat belangrijk vinden voor kinderen; Toetsresultaten gebruiken om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren; Het leren is gericht op het verbinden van de resultaten met de didactiek die de leerkracht inzet; Het doel van de activiteiten is zowel voor de leerkracht als voor de kinderen helder; Gericht en voortdurend leren binnen en buiten de context van het werk door elke leerkracht; Toepassen van vormen van teamleren: coaching, maatjeswerk, collegiale consultaties, intervisie, netwerken. Onze school wil dan ook een plek zijn waar leerlingen: De basisvaardigheden taal, lezen, rekenen en schrijven leren die ze nodig hebben in hun leven; Niet alleen het leren van kennis en ontwikkelen van vaardigheden, maar ook weten hoe hier mee om te gaan en toe te passen in een nieuwe situatie. Kortom het ontwikkelen van denkgewoonten; Zelfstandig leren te plannen en werken; Leren samenwerken door middel van coöperatieve werkvormen; De kans krijgen om in een rijke leeromgeving zichzelf en hun talenten verder te ontwikkelen, Zich kunnen voorbereiden op de toekomst. De school is eindverantwoordelijk voor de inrichting van het onderwijs, de opvoeding op school en voor de kwaliteit van het onderwijs. 3. Ons onderwijs voorop 3.1 Hoe staan we ervoor? Adaptief onderwijs In ons onderwijs heeft de afgelopen vier jaar het realiseren van adaptief onderwijs centraal gestaan. Uitgaande van de drie hoofdgebieden, de basale vaardigheden taal en rekenen, wereldoriëntatie en de creatieve vakken hebben wij inmiddels de leerlijnen taal, lezen waaronder begrijpend lezen en woordenschat, rekenen en wiskunde en techniek vastgesteld. Voor het onderdeel lezen is een bibliotheek in school ingericht waar boeken voor DUO lezen aanwezig zijn en informatieve boeken. De afspraken voor effectief klassenmanagement zijn geïmplementeerd en geborgd. Voor de fases van voor, tijdens en na het zelfstandig werken zijn heldere afspraken, regels en routines opgesteld waardoor een doorgaande lijn gewaarborgd kan worden. Ook ten aanzien van de organisatie van het werken op drie niveaus zijn criteria opgesteld voor de vakgebieden rekenen, taal, woordenschat,lezen en spelling. Het handelt hier om een overzicht van criteria voor differentiatie in instructie en verwerking waarbij we uitgaan van het convergente differentiatie model ofwel het directe instructiemodel. Hierbij gaan wij uit van het principe dat de leerlingen uit de rode leerroute (instructie onafhankelijke groep) ook behoefte hebben aan instructie op bepaalde leerstofonderdelen uit de reguliere leerstof én het verrijkingsmateriaal dat aangeboden wordt. 10

11 Voor het samenstellen van de drie niveau-/instructiegroepen wordt uitgegaan van de gegevens(data) die verkregen worden uit de methodetoetsen, Cito-toetsen, resultaten schriftelijk werk, sociaalemotioneel signaleringsinstrument en observaties. Voor de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en een eigen leerlijn worden individuele handelingsplannen in samenwerking met de IB-ers en ambulante begeleiders opgesteld die door de ouders worden ondertekend. De beschikbare lestijd wordt effectief en efficiënt ingezet. Hiervoor worden door de leerkrachten, afhankelijk van de jaargroep, gebruik gemaakt van een planbord, dagtaak, weektaak. Hierop is voor rekenen ook het werken op de drie niveaus zichtbaar Handelingsgericht werken Het handelingsgericht werken heeft ook bij ons zijn intrede gedaan en maakt ons adaptieve onderwijs passend voor elke leerling. Er wordt doelgericht en effectief omgegaan met de verschillen tussen de leerlingen. Het onderwijs aanbod wordt afgestemd op de onderwijsbehoeften van ieder kind. Hierbij richten wij ons niet zozeer op wat er mis is met een kind, maar meer op wat het nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken en welke aanpak een positief effect heeft. Het begrip afstemming staat centraal. Niet alleen afstemming op het kind, maar ook door rekening te houden met wensen, mogelijkheden en verwachtingen van school en ouders. Ouders worden gezien als educatieve partners. De leerkrachten hebben zich de cyclus van handelingsgericht werken eigen gemaakt: waarnemen begrijpen plannen realiseren De leerkrachten maken reeds voor rekenen een groepsplan voor een periode van weken. De groepen 3 werken eveneens voor lezen met een groepsplan. Drie keer per jaar wordt de cyclus van handelingsgericht werken doorlopen tijdens de groepsbesprekingen. Het clusteren van de leerlingen op basis van de gegevens levert de volgende indeling op in drie instructieniveaus: de instructieonafhankelijke, de instructiegevoelige en instructieafhankelijke leerlingen. Planbkwadraat Om te kunnen werken met een groepsplan hebben wij gekozen voor de groepsplanmodule in Planbkwadraat. Hierin wordt uitgegaan van drie leerroutes die gelijk opgaan met de instructieniveaus: de rode, de blauwe en groene leerroute. De leerlingen met een eigen leerlijn zitten in de gele leerroute. Voor de instructie onafhankelijke leerlingen (rode leerroute) is een doorgaande lijn voor verrijkingsmaterialen opgesteld wat betekent dat er naast de verrijkingsstof uit de rekenmethode ook ander aanbod kan worden afgestemd op de behoeften van deze leerlingen. Tijdens de klassenbezoeken in kader van het de schoolzelfevaluatie werd duidelijk dat het doelgericht onderwijs en de procesevaluatie nog aandacht behoeven. 11

12 Ten aanzien van het de leerlingen leren omgaan met het zelf corrigeren en/of beoordelen van het gemaakte schriftelijke werk, zijn op er elkaar afgestemde afspraken gemaakt voor groep 1 tot en met Oriëntatie op jezelf en de wereld Voor de geschiedenis en natuur en techniek zijn de methodieken vervangen en wordt het onderwijsaanbod per hoofdstuk geclusterd en in drie weken aangeboden. Hierdoor is het mogelijk om onderwijstijd te generen voor het werken met projecten binnen het domein van de zaakvakken. Techniekonderwijs heeft door het opstellen van een leerlijn techniek voor de groepen 1 tot en met 8 een plek gekregen in het onderwijsaanbod. Naast lessen zijn er ook per jaargroep twee excursies naar bedrijven en of instellingen uitgezocht die gerelateerd zijn aan de behandelde technieken/domeinen. Mede door middel van techniekonderwijs wordt de leerlingen op onze school een rijkere leeromgeving aangeboden en leren ze het belang van techniek inzien voor nu en in de toekomst. Tevens vergroot het de mogelijkheden op het ontwikkelen van zowel de cognitieve, onderzoekende als creatieve belangstelling en competentie van leerlingen. Uit het leerlingentevredenheidonderzoek is inmiddels gebleken dat de kinderen de zaakvakken boeiender vinden. De opbrengsten zullen de komen jaren nog moeten worden verbeterd. Culturele en creatieve ontwikkeling De invulling van de culturele en creatieve ontwikkeling van de kinderen heeft vorm gekregen in de Doe je ding middagen voor de groepen 3 t/m 8 en er worden projecten uit de methode Moet je doen, kunst en cultuur gegeven. De kinderen maken tijdens de Doe je ding middagen een keuze uit een rijk aanbod aan disciplines. Een eerste aanzet voor een brede talentontwikkeling van het kind. ICT Op het gebied van ICT is onze school in een stroomversnelling gekomen. Het ICT-netwerk is sterk uitgebreid en verbeterd met digitale schoolborden en een computerlokaal. Toepassingen in de vorm van Streetview voor het vak verkeer en project HELLO voor het vak geschiedenis zijn good-practises van eigentijds en ondernemend ICT onderwijs. Nieuw rapport Om beter in te kunnen spelen op het afleggen van verantwoording aan de ouders, hebben we een nieuw rapport ontwikkeld voor de groepen 1 tot en met 8 waarbij de resultaten van het LVS middels een aparte bijlage wordt opgenomen. Voor de ouders wordt inzichtelijk gemaakt dat we werken op drie niveaus. Er is een koppeling tussen het rapport en de ouderavonden. Bij de eerste ouderavond ligt de nadruk op de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. Tijdens de tweede ouderavond wordt tevens aandacht besteed aan de behaalde resultaten van het LVS. De derde ouderavond is facultatief. Ouderbetrokkenheid Onze school kent een actieve ouderbetrokkenheid. Dit is zichtbaar bij de Medezeggenschapsraad, de Oudervereniging, de klassenouders en deelname aan diverse groepsgebonden activiteiten en excursies. De communicatie met de ouders is verbeterd zo blijkt uit het oudertevredenheidonderzoek van

13 3.2 Aanbod in relatie tot de kerndoelen, referentieniveaus en canon geschiedenis Ons onderwijsaanbod richt zich op de kerndoelen zoals in 2006 in een Algemene maatregel van Bestuur vastgelegd. We houden rekening met de sinds 1 augustus 2010 ingevoerde referentieniveaus voor taal en rekenen (1F en 1S) en met de 50 vensters zoals eveneens sinds 1 augustus 2010 officieel vastgelegd in de canon van de Nederlandse geschiedenis (uitwerking kerndoel 52). Hieronder staat beschreven op welke wijze en in welke mate ons onderwijs voldoet aan de wettelijke kaders van de kerndoelen, de referentieniveaus en de canon geschiedenis en welke beleidsvoornemens daaruit voortvloeiend. Nederlands (taal en lezen) Het onderwijs in de Nederlandse taal is erop gericht dat kinderen in de beheersing van deze taal in en buiten school steeds competentere taalgebruikers worden. Naast schriftelijk onderwijs (geletterdheid, lezen, stellen en schrijven), blijft aandacht voor mondeling onderwijs van belang (woordenschat, relatie taal en denken, luisterstrategieën, voorlezen en vertellen). Tot slot is er aandacht voor taalbeschouwing, waaronder strategieën, omdat het kinderen gereedschappen geeft om over taal te praten en na te denken. Bij het omschrijven van de referentieniveaus is een onderverdeling in vier domeinen gemaakt: mondelinge taalvaardigheid, lezen, schrijven en taalbeschouwing/taalverzorging. Bij ons op school komen deze domeinen terug in de vakken taal (waaronder schrijven) en lezen. Methoden/materialen Volledigheid kerndoelen? Relatie met referentieniveaus Taal Groep 1-2 Schatkist Software Bas Groep 3 Veilig leren Lezen Groep 4-8 Taal op maat Software Voldoet aan kerndoelen Afstemming op referentieniveaus in ontwikkeling Schrijven Voorbereidend schrijven Schrijven Lezen Aanvankelijk lezen Voortgezet technisch lezen Groep 2 Pennenstreken Groep 3-4 Leerlijn Fijne motoriek Groep 3-8 Pennenstreken Groep 3 Veilig leren lezen Groep 4-8 Estafette groep 4-7 Software Groep 3-8 Voldoet aan kerndoelen Voldoet aan kerndoelen Afstemming op referentieniveaus in ontwikkeling 13

14 Begrijpend en studerend lezen Groep 4-8 Tekstverwerken Nieuwsbegrip Voldoet aan kerndoelen Afstemming op referentieniveaus in ontwikkeling Engels Het doel van Engels is om een eerste basis te leggen om te kunnen communiceren met moedertaalsprekers of anderen die buiten de school Engels spreken. Het gaat vooral om mondelinge communicatie over alledaagse en eenvoudige onderwerpen en het lezen van eenvoudige teksten. Het schrijven beperkt zich tot het kennismaken met een beperkt aantal woorden. Veder leren ze om woordbetekenissen en schrijfwijzen op te zoeken. Methoden/materialen Volledigheid kerndoelen? Engels Groep 7-8 Nieuwe methode Rekenen/Wiskunde Kinderen verwerven vertrouwdheid met getallen, maten, vormen, structuren en daarbij passende relaties en bewerkingen. Ze leren wiskundetaal te gebruiken en worden wiskundig geletterd en gecijferd. Dit betreft een samenhangend inzicht in getallen, maatinzicht, ruimtelijk inzicht, parate kennis, belangrijke referentiegetallen en maten, meten en meetkunde (in twee en drie dimensies). De volgende domeinen worden onderscheiden: wiskundig inzicht en handelen, getallen en bewerkingen en meten en meetkunde. Binnen de referentieniveaus spreekt men van getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Methoden/materialen Volledigheid kerndoelen? Relatie met referentieniveaus Rekenen Voorbereidend rekenen Groep 1-2 Schatkist Rekenrijk Aanvullende rekenmaterialen voor verrijking Voldoet aan kerndoelen Afstemming op referentieniveaus in ontwikkeling Wiskunde-rekenen Groep 3-8 Rekenrijk Maatwerk Met sprongen vooruit (groep 3-4) Verrijkingsmateriaal Aanvullende rekenmaterialen Dartel Voldoet aan kerndoelen Afstemming op referentieniveaus in ontwikkeling Oriëntatie op jezelf en de wereld In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Ze oriënteren zich op hun natuurlijke omgeving en op de verschijnselen die zich daarin voordoen. Ze oriënteren zich ook op de wereld, dichtbij en veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed. 14

15 Dit leergebied valt in vier delen uiteen: Bij mens en samenleving gaat het bij ons om het leren vervullen van rollen als consument, verkeersdeelnemer en burger in een democratische rechtstaat. Dit komt bij ons terug in de vakken/ontwikkelingsgebieden: gezond en redzaam gedrag, verkeer en burgerschap en het staatsinrichtinggedeelte bij geschiedenis. Bij natuur en techniek gaat het om jezelf, om dieren en planten en om natuurverschijnselen. Bij ons op school terug te vinden in de vakken : biologie/natuurkunde en techniek Bij ruimte gaat het om het ontwikkelen van een ruimtelijk wereldbeeld: bij ons terug te vinden bij het vak aardrijkskunde en topografie. Bij tijd gaat het om het ontwikkelen van een historisch wereldbeeld: bij ons terug te vinden bij het vak geschiedenis. Methoden/materialen Volledigheid kerndoelen? Volledigheid Canon Geschiedenis Mens en samenleving Groep 1-8 Schoolregels, groepsregels, gedragsregels Gezond en redzaam gedrag Burgerschap staatsinrichting Rondje verkeer Op voeten en fietsen Jeugdverkeerskrant Een doos vol gevoelens Een huis vol axen Groep 1-8 Schoolregels en groepsregels Delen uit de methode levensbeschouwing (Hellig hart) Groep 5-8 Delen uit de methodes Wijzer door de Wereld (oude versie) (aardijkskunde) en Brandaan (geschiedenis) Natuur en techniek Groep 1-2 Het vier seizoenenboek Themamappen Leskisten GGD Groep 3 Veilig de wereld in Leskisten GGD Groep 4-8 Naut Bakkaarten Leskisten GGD Groep 1-8 Voldoet aan kerndoelen Voldoet aan referentieniveaus Voldoet aan kerndoelen Voldoet aan kerndoelen 15

16 Aardrijkskunde en topografie Leerlijn techniek Techniekkasten Excursies Groep 5-8 Wijzer door de Wereld (oude versie) Aanvullende topografiematerialen Geschiedenis Groep 5-8 Brandaan Bakkaarten Boek: Van kennis naar vriendschap Canon van Ootmarsum Hello Voldoet aan kerndoelen Voldoet aan kerndoelen Beantwoordt aan Canon Geschiedenis Kunstzinnige oriëntatie (beeldende vorming en muziek/drama) Kinderen maken kennis met kunstzinnige en culturele aspecten in hun leefwereld. Dit gebeurt op school en via interactie met de (buiten)wereld. Ze kijken naar schilderijen en beelden, ze luisteren naar muziek, ze genieten van taal en beweging. Daarnaast leren ze zichzelf te uiten met behulp van verschillende materialen, door middel van tekeningen en werkstukken, ze leren liedjes en gebruiken ritme instrumenten en ze spelen en bewegen. Bij ons op school komt dit naar voren in de vakken beeldende vorming en muziek/drama. Methoden/materialen Volledigheid Kerndoelen Beeldende vorming Muziek Drama Dans Groep 1-8 Moet je doen Opdrachten Doe je ding Groep 1-8 Moet je doen Opdrachten Doe je ding Voldoet aan de kerndoelen Voldoet aan de kerndoelen Cultuur Cultuur moet je doen Cultuurprojecten Voldoet aan de kerndoelen Bewegingsonderwijs Het behouden van een actieve leefstijl is belangrijk binnen bewegingsonderwijs. Kinderen leren deel te nemen aan een breed scala van bewegingsactiviteiten, zodat ze een ruim bewegingsrepertoire opbouwen. Het gaat om bewegingsvormen als balanceren, springen, klimmen, schommelen, duikelen, hardlopen en bewegen op muziek en om spelvormen als tikspelen, doelspelen en spelactiviteiten waarbij het gaat om mikken, jongleren en stoeispelen. Methoden/materialen Volledigheid kerndoelen? 16

17 Bewegingsonderwijs Gymnastiek en atletiek Spel Beweging op muziek Groep 1-2 Bewegingsonderwijs voor jonge kinderen Groep 3-8 Basislessen spel- en gymnastiek Groep 1-2 Bewegingsonderwijs voor jonge kinderen Groep 3-8 Basislessen spel en gymnastiek Groep 1-2 Bewegingsonderwijs voor jonge kinderen Groep 3-8 Basislessen spel en gymnastiek Voldoet aan de kerndoelen Levensbeschouwelijke communicatie Onze katholieke grondslag geeft ons de mogelijkheid om de tradities waarin ouders, leerlingen en leerkrachten staan, als belangrijke inspiratiebron te zien. Deze tradities geven ons belangrijke waarden mee van waaruit we communiceren en handelen. Deze waarden zijn solidariteit, vrijheid en gemeenschapszin Vanuit onze tradities stellen we elkaar in het kader van levensbeschouwelijke communicatie zes levensvragen 1 Wat is de mens? 2 Hoe leven mensen met elkaar samen? 3 Wat is goed en kwaad? 4 Wat is de betekenis van lijden en dood? 5 Wat is ruimte? 6 Wat is tijd? Door te leren nadenken en communiceren vanuit deze vragen en onze tradities kunnen we voor ieder van ons en onze gemeenschap een eigen en een gemeenschappelijke samenhang ontwikkelen. Deze werkwijze biedt ons op school een mogelijkheid tot perspectief in buitengewone omstandigheden, een kader tot vertellen van verhalen en hanteren van rituelen. Methoden/materialen/werkwijze In hoeverre voldoet dat aan de invulling van het gesprek rondom de zes levensvragen? Hellig hart (wordt vervangen) Voldoet aan de invulling van het gesprek rondom de 6 levensvragen. Opstellen Leerlijn identiteit en identiteitsbeleid is een beleidsvoornemen. 3.3 Identiteit Onze katholieke grondslag geeft ons de mogelijkheid om de tradities waarin ouders, leerlingen en leerkrachten staan, als belangrijke inspiratiebron te zien. Deze tradities geven ons belangrijke waarden mee van waaruit we communiceren en handelen. Deze waarden zijn solidariteit, vrijheid en gemeenschapszin. Binnen de lessen levensbeschouwelijke communicatie geven we de kinderen de mogelijkheid om hun levensvragen te stellen en dat vormt het uitgangspunt om de verschillende levensbeschouwelijke tradities te onderzoeken. 17

18 We willen de kinderen voorbereiden op het leven in de huidige, ontzuilde samenleving. Hierbij heeft levensbeschouwelijke communicatie een link met het opvoeden van kinderen door ouders en groepsleerkrachten. We willen de kinderen zich bewust laten worden van hun eigen identiteit en de identiteit van de ander. Levensbeschouwelijke communicatie is bedoeld om kinderen van groep 1 t/m 8 te helpen om vroeg of laat eigen keuzes te laten maken om hun leven richting te geven. Levensvragen kunnen gesteld worden en dat vormt het uitgangspunt om de verschillende levensbeschouwelijke tradities te onderzoeken. Dit gebeurt door ervaringen te spiegelen aan verhalen uit de tradities, thema s die iedereen meemaakt (lijden, vriendschap, verdriet, blijdschap), vragen uit de tradities, moderne verhalen en media. Onze kinderen moeten zich kunnen ontwikkelen in een veilige leeromgeving. In het gedragsprotocol voor onze school hanteren wij de volgende vier schoolregels waarop wij toezien op naleving gedurende het gehele schooljaar: 1. Hoe beweeg ik mij in en om de school? 2. Hoe ga ik om met de ander? 3. Hoe ga ik om met mezelf? 4. Hoe ga ik om met materiaal? In de eerste week van een nieuw schooljaar is er specifieke aandacht voor de sociale processen in een groep. Dan worden ook de groepsregels door de leerkracht en de leerlingen op basis van de schoolregels opgesteld en gevisualiseerd. Als school zijn wij tegen zinloos geweld dat zich symboliseert in een tegel op de speelplaats met het bekende lieveheersbeestje. Dit symbool komt ook op de poster met de groepsregels. Tijdens de vieringen rondom Kerst en aan het einde van het schooljaar in de kerk blikken wij terug op de afgelopen periode maar willen dan ook verwachtingsvol vooruit kijken naar datgene wat gaat komen. Als school staan we ook stil bij momenten van verdriet en vreugde. Hiervoor is een gedenkhoek in de centrale hal. Het rouwprotocol geeft ons handvatten voor de momenten van rouw en verdriet. Ieder jaar wordt er een activiteit of project georganiseerd waarbij een goed doel centraal staat. Bij de start van het schooljaar wordt het goede doel vastgesteld. Aan het project van de 1 e H. Communie en H. Vormsel is een project verbonden dat jaarlijks door de kinderen en hun ouders wordt gekozen. 3.4 Schoolspecifieke ontwikkeling We willen inzetten op passend, boeiend en opbrengstgericht onderwijs. Hierbij dient de vraag centraal te staan wat het kind nodig heeft om zich zo te kunnen ontwikkelen om in de toekomst optimale kansen te hebben in een sterk veranderende maatschappelijke context Dit betekent als schoolorganisatie dat we de komende vier jaren ons verder ontwikkelen als een professionele leergemeenschap. Wij zijn vanuit ons hart als team en directie van de Meander betrokken bij het leren van de kinderen op onze school. Hierdoor is er een verbondenheid en een bereidheid tot samenwerking. We willen ons verder ontwikkelen in een lerende cultuur waarin het leren van belang is voor de professionele 18

19 ontwikkeling van leerlingen, maar ook voor leerkrachten en directie. Op hoofdlijnen richten we ons op de volgende ontwikkelingen: Bij het systematisch uitvoeren van de cyclus voor handelingsgericht werken zal het opbrengstgericht samenwerken en samen leren cruciaal zijn. Dit vraagt van ons verdere professionalisering van kennis en benodigde vaardigheden. Ouders hebben een belangrijke rol in de opvoeding en ontwikkeling van hun kind. Als educatieve partner zien wij ouders als gesprekspartner waarbij recht gedaan wordt aan ieders verantwoordelijkheid in de opvoeding en ontwikkeling van het kind. Niet alleen tijdens de oudergesprekken op school maar ons streven is nieuwe mogelijkheden te creëren om hierover met elkaar in gesprek zijn. Dit is bijvoorbeeld mogelijk middels een onderwijscafé, interactieve ouderavonden of peilingsbehoeften uitvoeren onder ouders. De communicatie voorziening aan ouders willen we verbeteren door de Kleine Tubant per mail te verspreiden. De website van onze school zal worden vernieuwd om deze nog meer als nieuwsbron te laten fungeren voor huidige en toekomstige ouders. Ouders hebben behoefte aan onderwijsarrangementen waarbij onderwijs en opvang op elkaar aansluiten en zijn afgestemd. Het al ontwikkelde brede schoolbeleid zal in de komende periode gerealiseerd kunnen worden. Huidige partners, die eveneens een duurzame brede schoolontwikkeling voorstaan hebben de intentie uitgesproken dit op de huidige locatie te willen realiseren. In deze duurzame brede schoolontwikkeling zal een rijke, betekenisvolle omgeving voor de kinderen opgezet worden. De maatschappij gaat verder dan alleen Nederland. Onze leerlingen zullen opgroeien in een internationaal gerichte omgeving. Als basisschool willen wij ons oriënteren op de mogelijkheden van internationalisering. Om ons internationaal communicatief te kunnen uitdrukken zullen wij in de komende vier jaar ons ook oriënteren op de mogelijkheid om Engels als tweede taal aan te bieden in de groepen 1 tot en met 6. Bij het onderhouden van deze contacten kan er gebruik gemaakt worden van moderne ICT componenten. Voor onze kinderen is het gebruik van deze middelen niet vreemd. In het onderwijs aanbod maken zij gebruik van software behorende bij de methodieken en kunnen zij Word en Powerpoint inzetten bij projectwerk en presentaties. Leerlingen ontvangen hierbij ondersteuning van de leerkrachten. Leerkrachten op hun beurt ontvangen begeleiding van de ICT-coördinatoren die in de afgelopen periode de opleiding van I-coach hebben gevolgd. Onze visie op techniekonderwijs maakt duidelijk dat techniek bij ons in een breder verband wordt ingezet en aangeboden. Dus niet slechts als informatiebron en communicatiemiddel maar ons techniekonderwijs levert een fundamentele bijdrage aan de ontwikkeling van de kinderen. Door het vertrouwd raken met technieken en de technische principes en materialen, ontwikkelen de kinderen naast kennis en vaardigheden ook verantwoordelijkheidsbesef en zelfvertrouwen. De leerlijn techniek zal de komende jaren worden geïmplementeerd en uitgebreid worden met een lessencyclus voor slimme leerlingen. Ootmarsum als stad staat regionaal en landelijk bekend om zijn kunst en cultuur. Als basisschool willen wij hier nog meer gebruik van gaan maken en onze kinderen laten kennis maken met verschillende vormen van kunst en het cultureel erfgoed in de directe omgeving van onze school. In het onderwijsaanbod zal de focus bij de creatieve, kunstzinnige vakken komen te liggen op het aanleren van disciplines, technieken en vaardigheden. Op cultureel gebied zal er invulling gegeven worden aan het cultuurbeleid van de gemeente Dinkelland. 19

20 In de gewenste samenwerking met het voortgezet onderwijs zijn de eerste ontwikkelingen zichtbaar die betrekking hebben op kennismaking, kennis nemen van elkaars werkwijze en zicht krijgen op het onderwijsaanbod in beide instellingen op het gebied van taal-lezen. De komende jaren zullen de contacten en verdere afstemming geïntensiveerd worden. 3.5 Opbrengstgericht werken Naast het handelingsgericht werken is opbrengstgericht werken voor ons een middel om de kwaliteit van ons onderwijs te waarborgen en te verbeteren. In het opbrengstgericht werken ligt ook de verbinding tussen de verschillende beleidsdomeinen waarmee wij als school dagelijks aan de slag zijn. Het versterken van de basisvaardigheden taal/lezen en rekenen en de specifieke aandacht voor passend onderwijs zijn geen onderscheiden eenheden in het ons schoolbeleid, maar vullen elkaar aan en versterken en verdiepen de kwaliteit van het onderwijs voor onze leerlingen. Centraal staan: Concrete doelstellingen voor de leerlingen waarin alle betrokken partijen er gericht aan werken deze doelen te bereiken door middel van kwalitatief goed onderwijs; Evaluatie van de opbrengsten; Bijstellen van de onderwijsleerprocessen. Om de opbrengsten van ons rekenonderwijs te verbeteren volgen wij een tweejarige training, opbrengstgericht werken op basis van prestatiefeedback, aan de universiteit Twente. Door deze teamscholing vergroten zich de vaardigheden voor opbrengst gericht te kunnen werken voor zowel directie, IB ers als leerkrachten. Tevens hebben wij ingezet op het verbeteren van de opbrengsten voor begrijpend lezen, woordenschat en het behouden van de goede resultaten voor technisch lezen door een taal/leestraject voor 3 jaar. Voor de gebieden technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat, spelling en rekenen en wiskunde gebruiken wij methode onafhankelijke toetsen van Cito waarbij wij hoge doelen stellen wat betreft de te behalen opbrengsten. Opbrengsten Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen maken wij gebruik van het signaleringsinstrument Zien! dat gekoppeld kan worden aan Parnassys. In de komende periode tot aan 2014 willen wij opbrengsten realiseren waarbij 85% van onze kinderen ABC scores behalen, waarvan 65% AB scores. Maximaal 15% van onze kinderen halen een D- of E- score. Op het gebied van technisch lezen willen nog hogere opbrengsten realiseren: eind groep 6 behalen 95% van onze kinderen een ABC score waarvan 80% AB en maximaal 5 % een D- of E- score. 20

21 3.6 Leeromgeving Om kinderen te kunnen stimuleren in hun ontwikkeling dienen wij hun leeromgeving bewust, rijk en betekenisvol in te richten. In deze uitnodigende en uitdagende omgeving is het voorwaardelijk dat het kind zich sociaal veilig en welkom voelt. In deze leeromgeving moet er ruimte zijn voor de kinderen om samen te leren en te werken aan hun eigen ontwikkeling. We willen boeiend onderwijs realiseren dat verzorgd wordt door de leerkracht die daarbij gebruik maakt van een verscheidenheid aan gereedschappen op het gebied van gedifferentieerde instructie, werkvormen en materialen. In een steeds meer multimediaal wordende omgeving speelt ICT een belangrijke rol. De digitale schoolborden kunnen daar uitstekend toe bijdragen. 3.7 Passend en boeiend onderwijs In een uitnodigende en uitdagende leeromgeving wordt ons onderwijs verzorgd volgens het directe instructiemodel. We onderscheiden instructie afhankelijke, instructie gevoelige en instructie onafhankelijke kinderen. In sommige gevallen is er een vierde instructie niveau. Het betreft hier kinderen met een beschreven onderwijsperspectief. Bij de verwerking wordt uitgegaan van het convergente differentiatie model. Er zijn momenten waarop een beroep wordt gedaan op de zelfstandigheid van kinderen. Deze zelfstandigheid houdt niet in dat kinderen individueel aan hun opdrachten werken. Kinderen leren het meest als ze samen werken met andere kinderen. Wij willen ons oriënteren op de mogelijkheden die coöperatief leren biedt om boeiend onderwijs te realiseren. Door regelmatig gebruik te maken van verschillende coöperatieve werkvormen wordt deze samenwerking gestimuleerd. Het werken aan projecten zal een vast onderdeel worden binnen ons onderwijs. Onze basisschool wil een plek zijn om voor zoveel mogelijk kinderen thuisnabij onderwijs te kunnen aanbieden. In het basiszorgprofiel wordt beschreven wat wij als onze mogelijkheden zien om aan te sluiten bij de behoeften van kinderen en hun wijze van leren. Middels het opstellen van groepsplannen voor taal, lezen en rekenen en voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte een onderwijsperspectief te beschrijven, zullen wij samen met ouders en eventuele externe begeleiders deze ontwikkeling volgen om optimale resultaten te behalen. Ouders worden gezien als educatieve partner en om die reden worden zij betrokken bij de cyclus van handelingsgericht werken. Op deze wijze blijven ouders betrokken vanuit hun verantwoordelijkheid en geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind met een beschreven ontwikkelingsperspectief. Daar waar nodig zullen kinderen worden verwezen naar een andere basisschool waar zij een beter op het kind afgestemd aanbod kunnen krijgen. 3.8 Met een ondersteunende werkomgeving De aandacht voor de kinderen en de groep als geheel is in handen van de groepsleerkracht. Leerkrachten die ondersteuning behoeven bij de uitvoering van de leerlingenzorg richten zich tot de interne begeleider van onze school. De interne begeleider zal zich ontwikkelen tot een consultatieve leerlingbegeleider. De hulpvraag van de leerkracht vormt de basis om een goede invulling te geven aan de hulpvraag van het kind. 21

22 De interne begeleider kan gebruik maken van een netwerk waarbij externe expertise kan worden bevraagd. Wij denken hierbij aan het samenwerkingsverband, de zorgadviesteams, ambulante begeleiders en de JGZ. Vanaf 1 augustus 2012 zal het huidige samenwerkingsverband ophouden te bestaan. Vanaf deze datum zal er een nieuw, veel groter, samenwerkingsverband zijn gevormd met de naam Twente Zuid. Samenwerkingspartners Konotberaad Konotstafmedewerkers identiteit, financiën, kwaliteitszorg, personeel, onderwijs Lokaal Educatieve Agenda (overleg met Gemeente Dinkelland, kinderdagcentra, voortgezet onderwijs en de basisscholen) Externe begeleiding schoolontwikkeling en ondersteuning Hoge School Edith Stein Kindercentum Nijntje Pluis Logopedie Jeugdgezondheidszorg ZAT (Zorgadviesteam) Bibliotheek Inspectie Parochie 4. Onze leer-kracht Om passend en boeiend onderwijs te realiseren zijn relatie, competentie en autonomie in het handelen van de leerkracht belangrijke eigenschappen die wij op de volgende manier terug willen zien: 1. Aandacht voor relatie betekent dat leerkrachten aan leerlingen laten weten dat: ze beschikbaar zijn en naar hen willen luisteren; ze de tijd nemen voor interacties met leerlingen; ze belangstelling tonen voor de achtergrond van de leerlingen en ze afspraken met leerlingen nakomen. 2. Aandacht voor competentie betekent dat: leerkrachten actief beurten geven aan leerlingen; ze ruimte geven aan verschillen in werk- en leerstijl; ze blijk geven van hoge verwachtingen, die aansluiten bij de mogelijkheden en talenten van de leerlingen. 3. Aandacht voor autonomie betekent dat : leerkrachten eigen initiatieven van leerlingen honoreren, stimuleren en waarderen; ze leerlingen uitdagen eigen oplossingen te bedenken ze leerlingen echte keuzes geven bij het maken van taken ze leerlingen de ruimte geven om mee te denken over de inrichting van de groep en andere voor hen belangrijke organisatorische zaken. ze leerlingen stimuleren in het ontwikkelen van een zelfstandige leer- en werkhouding 22

23 4.1 Identiteit Om onze identiteit gestalte te geven in de praktijk van alledag is het wenselijk dat de leerkracht zich bewust is van wat hem beweegt en dit gebruikt in zijn eigen levenshouding in het onderwijs. De drie kernwaarden van onze school: respect, betrokkenheid en ontwikkeling zien we terug in het dagelijks handelen van onze leerkrachten. De leerkracht voedt op deze wijze de wortels van het leven en onze christelijke tradities. De leerkrachten geven invulling aan: Leven om te leren, leren om te leven. 4.2 Schoolspecifieke ontwikkelingen Gezamenlijk willen wij werken in en aan een professionele leergemeenschap. Samen voelen wij ons verantwoordelijk voor het geheel. In de komende jaren zal het teamleren centraal staan waarbij de ontwikkeling gericht is op passend en boeiend onderwijs in een brede, duurzame context. De focus komt te liggen op opbrengstgerichtheid in plaats van activiteitengerichtheid. Niet wat we gaan doen maar wat wij de kinderen willen leren. Het doelgericht leren van kinderen geldt voor alle vakgebieden: taal, lezen, rekenen en wiskunde, zaakvakken en de vakken voor kunstzinnige vorming. 4.3 Opbrengstgericht werken Bij opbrengstgericht werken is de leerkracht in staat om zijn didactisch handelen te koppelen aan het te bereiken leerdoel. Op deze wijze is het mogelijk om aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de kinderen. De leerkracht is zich er van bewust dat hij het verschil kan maken in het leren van de kinderen. Leerkrachten kunnen opbrengsten structureel gebruiken om hun onderwijs te verbeteren. Dit laten zij zien door: gegevens te interpreteren en door deze naast standaarden te leggen (normgerichte doelen van school); doelen te stellen aan de eigen standaarden; kwalitatief goed onderwijs te geven; gegevens te verzamelen om vast te stellen of doelen bereikt zijn; gegevens te registeren waarna data analyse mogelijk is. Leerkrachten kunnen op basis hiervan groepsplannen opstellen voor de vakgebieden taal, lezen en rekenen en wiskunde. Voor sommige leerlingen zullen zij samen met de intern begeleider een ontwikkelingsperspectief schrijven dat resulteert in individuele handelingsplannen voor deze kinderen. Leerkrachten willen vanuit hun professionele rol weten wat kinderen geleerd hebben, hoe ze dit hebben gedaan en wat ze nodig hebben om tot betere resultaten te komen. Het uitwisselen van deze ervaringen en het praten over de opbrengsten biedt kansen om hun handelingsrepertoire te kunnen uitbreiden. In een maandelijks jaargroepoverleg zullen zij met elkaar de opbrengsten en hun aanbod bespreken. Binnen onze organisatie zijn er tevens 3 keer per jaar groepsbesprekingen. Tijdens deze besprekingen worden de opbrengsten op individueel, groeps- en schoolniveau per bouw besproken. Groepsplannen worden bijgesteld en actieplannen opgesteld. Opbrengsten kunnen zo verhoogd worden. Verder zal er elk jaar een schoolzelfevaluatie worden gehouden op bovenschoolsniveau. Hiervoor hebben we een kwaliteitsteam. 23