DE WISSELMARKT. Begrippen. - vreemde valuta (VV) = deviezen =
|
|
- Roel Verbeek
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De wisselmarkt - 1 van 16 DE WISSELMARKT Inleiding De meeste landen hebben hun eigen munt. Alleen die munt heeft betaalkracht in dat land. Welke problemen spruiten hieruit voort voor de internationale handel? Begrippen - vreemde valuta (VV) = deviezen = - sleutelvaluta = munt die internationaal aanvaard wordt als betaalmiddel - wisselmarkt = geheel van de vragers en aanbieders van en naar een vreemde munt Wat versta je onder a) een vrije, zwevende of vlottende wisselkoers b) een vaste wisselkoers c) een stabiele wisselkoers d) spilkoers e) plafondkoers f) bodemkoers Welke voordelen heeft een stabiele wisselkoers? Wat versta je onder a) aankoopkoers b) verkoopkoers c) middenkoers Hoe ontstaat de wisselkoers (prijs) in een systeem van vlottende wisselkoersen?
2 De wisselmarkt - 2 van 16 Met welke marktvorm kan je de wisselmarkt vergelijken? Waarom? Hoe komt de koers (prijs) tot stand bij stabiele wisselkoersen? Hoe gebeurt een internationale betaling? a) Import Een Belgische importeur koopt voor 1 mio. dollar goederen in de VS. Hoe gebeurt de betaling? De Belg koopt... bij een Belgische bank en betaalt hiermee zijn verkoper. Hij biedt... aan en vraagt.... Zou er ook geld moeten gewisseld worden, indien de prijs uitgedrukt was in EUR? Bij import zal er vraag zijn naar VV en aanbod van EUR. b) Export Een Amerikaan koopt in België voor 2 mio. EUR witloof. Hoe gebeurt de betaling? De Amerikaan koopt... bij een Amerikaanse bank en betaalt hiermee zijn Belgische verkoper. Hij biedt... aan en vraagt.... Bij export zal er aanbod zijn van VV en vraag naar EUR. Taak: Breng tegen volgende les de wisselkoersen mee uit een krant.
3 1. Prijsvorming bij vrije wisselkoersen 1/ De vraag naar VV Wie zijn de vragers naar VV of wie koopt er VV? Hoe verloopt de vraag (-curve) naar VV? Waarom? De wisselmarkt - 3 van 16 Welke gevolgen heeft een koersdaling van de VV (= koersstijging invoer? Stel dat de koers van de $ daalt van 1 naar 0.8 EUR. ) op de Onze invoer uit de VS zal... Waarom?... De vraag naar VV zal... De koers van de VV zal... Toon dit aan op een grafiek. Voorwaarde: de ingevoerde goederen moeten prijselastisch zijn. Leg uit. 2/ Het aanbod van VV Wie biedt VV aan of wie verkoopt VV? Hoe verloopt de aanbodcurve van VV? Waarom? Welke gevolgen heeft een koersdaling van de VV (= koersstijging... ) op de uitvoer? Stel dat de koers van de $ daalt van 1 naar 0.8 EUR. De uitvoer zal... Waarom?... Het aanbod van VV zal... De koers van de VV zal... Welke voorwaarde moet dan wel voldaan zijn? Waarom? Stel dit grafisch voor.
4 De wisselmarkt - 4 van 16 3/ Welke invloed oefenen volgende factoren uit op de positie van de vraag- en/of aanbodcurve van VV? a) Inflatie Stel dat de prijzen in ons land sneller stijgen dan in het buitenland. Gevolg? b) Intrestvoeten Stel dat de intrestvoeten in ons land sneller stijgen dan in het buitenland. Gevolg? c) Koopkracht Stel dat de inkomens en de koopkracht in het buitenland sneller stijgen dan bij ons. Gevolg? d) Voorkeur van de consument Stel dat we nu liever producten 'Made in Belgium' kopen dan buitenlandse. Gevolg? e) Productiviteit Stel dat de productiviteit in buitenlandse ondernemingen sterker stijgt dan in de onze. Gevolg? f) Speculatie Stel dat we een devaluatie van de EUR verwachten. Gevolg? Vragen en oefeningen 1. Geef de muntpariteit van de belangrijkste landen met de EUR. 1 = $ 1 = 1 = Y 2. Welke gevolgen op de wisselkoers van de VV (bv. het ) heeft: a) een hogere inflatie in België dan in VK; b) stijging van de intresten in VK; c) sterkere voorkeur van de Britten voor onze producten ; d) stijging van de koopkracht van de Belgen t.o.v. de Britten; e) stijging van de Belgische productiviteit. 3. Verklaar: de vraag naar en het aanbod van VV hebben een afgeleid karakter. 4. Welke nadelen heeft een systeem van vlottende wisselkoersen voor de internationale handel?
5 2. Prijsvorming bij stabiele wisselkoersen De wisselmarkt - 5 van Instrumenten om een stabiele wisselkoers te handhaven Welke maatregelen kan de overheid nemen om dat te beletten dat de koers van een munt zakt? Zie: Monetair beleid in de Eurozone. 1E Openmarktverrichtingen Het verrichten van steunaankopen, d.i. het opkopen van zijn eigen munt. De overheid kan eventueel zelfs VV gaan lenen in het buitenland om steunaankopen te doen. Welke gevolgen hebben steunaankopen op de koers van de eigen munt? Leg uit aan de hand van een grafiek. De centrale bank kan hier een goede zaak aan doen. Verklaar. 2E Het verhogen van de basisrente In de E12 bepaalt de ECB de repo of refi-rente en de bodem- en plafondrente. 1/ Het basisinstrument waarmee de ECB structurele liquiditeitsverstrekking verricht is de refi of repo (repurchase agreements - de ECB koopt contant effecten van een bank voor 2 weken en verkoopt ze gelijktijdig terug op termijn aan dezelfde tegenpartij tegen de repo-rente - nu = 2%). 2/ De ECB verstrekt op het einde van de dag liquiditeiten aan kredietinstellingen met een liquiditeitstekort en neemt liquiditeiten op van banken met een liquiditeitsoverschot. Door de marginale kredietfaciliteit kunnen eindedagtekorten gefinancierd worden en door de depositofaciliteit kunnen eindedagoverschotten belegd worden (resp. 1 en 3%). Welke gevolgen heeft een verhoging van de basisrente door de ECB? Welke gevolgen heeft een verhoging van het intrestpeil? a) op de koers van de munt? op de inflatie? b) op de economie? op de begroting? op de aandelenkoersen? Wanneer onze munt dreigde door de bodemkoers te zakken (zie: EMS) en deze maatregelen niet hielpen konden we voor 1999 onze munt devalueren. Wat versta je onder - devaluatie: een plotse officieel aangekondigde waardevermindering van de munt (een overheidsbeslissing - de spilkoers daalt) Een revaluatie is het omgekeerde van een devaluatie. - depreciatie: daling van de waarde van een munt door het spel van vraag en aanbod (geen overheidsbeslissing - de spilkoers blijft) Een appreciatie is het omgekeerde van een depreciatie. Noot: Theoretisch kan de overheid ook de invoer van goederen beperken, d.w.z. protectionistische maatregelen nemen. Dit lokt echter vaak tegenmaatregelen uit en is in strijd met de GATT-akkoorden. Verklaar.
6 De wisselmarkt - 6 van 16 Leestekst i.v.m. devaluatie: Winnaars en verliezers 1/ Wie zijn de winnaars bij een devaluatie? 2/ Wie zijn de grote verliezers bij een devaluatie? Rechtstreekse gevolgen van een devaluatie voor de a) invoer: De invoer wordt duurder en zal dalen indien de ingevoerde producten prijselastisch zijn. b) uitvoer: De uitvoer wordt goedkoper en zal stijgen indien de uitgevoerde producten prijselastisch zijn. MAAR: Dit voordeel kan snel verloren gaan omdat een devaluatie vaak leidt tot inflatie. Verklaar. Wat kan de overheid doen om dit te beletten? Welk nadeel heeft de toetreding van ons land tot de EMU in dit verband? Vraag: Hoe kan de overheid beletten dat zijn munt te hard in waarde stijgt? Welke nadelen heeft een te sterke stijging van de koers van een munt?
7 De wisselmarkt - 7 van Van het Bretton Woodssysteem naar de EMU Tot WO II: gouden standaard. Bij internationale handel gebeurde de betaling eerst in goud, later met munten uit goud geslagen, daarna met convertibel papier geld. Na WO II: zwevende koersen. 1944: Conferentie van Bretton Woods 1 Bretton Woodssysteem: De bedoeling was stabiele i.p.v. zwevende of vlottende wisselkoersen te creëren, om de wereldhandel en de economische groei te bevorderen. Kenmerken van het Bretton Woodssysteem: a) de goudpariteit: de waarde van de valuta's van de deelnemende landen werd in een bepaald gewicht goud uitgedrukt. Goud kreeg een vaste waarde uitgedrukt in USD (1 USD = 0,88868 gram goud). Zo had elke munt ook een vaste verhouding t.o.v. de USD (dollar-pariteit). b) een bandbreedte van 2 %: elke munt mag maximaal 1 % van de dollarpariteit afwijken. Verklaar. c) De USD is volledig convertibel d) Bij een blijvend onevenwicht op de betalingsbalans mag elk land zijn goudpariteit maximaal met 10 % wijzigen. Grotere wijzigingen kunnen enkel met toestemming van het IMF. Op deze conferentie werd het IMF en de Wereldbank opgericht De Wereldbank heeft als doel langlopende leningen te verstrekken voor de ontwikkeling van de minst ontwikkelde landen (zie p. 32). Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) Oprichting: Het IMF werd in 1944 door de conferentie van Bretton Woods opgericht als toezichtsinstantie van het naoorlogs internationaal monetair stelsel. Doel: internationale monetaire stabiliteit bevorderen Het doel van de oprichting van het IMF was het bevorderen van een vlot internationaal handelsverkeer, gesteund op vaste wisselkoersen en een algemene convertibiliteit, d.m.v. de oprichting van een fonds van goud en deviezen waaruit landen met tijdelijke tekorten op hun handelsbalans kunnen putten om hun monetaire reserves aan te vullen. Leden: bijna alle landen (oorspronkelijk 30 leden, nu al 177 landenleden) Middelen: Het IMF beschikt over een 'pool' van deviezen en creëerde SDR's (1 SDR = +/- 45 BEF). De leden doen een inbreng volgens hun economisch belang. Meer dan de helft komt van de G7 en Saoedi-Arabië. De inbreng bepaalt ook de beslissingsmacht. Ieder land deed een bepaalde inbreng (quotum), deels (25%) in goud of een internationaal aanvaarde munt (goudschijf), deels (75%) in zijn eigen nationale munt. De Groep van Tien (G10) of Club van Parijs wil het IMF daarnaast nog deviezen lenen. Deze G10 zijn: VS, Duitsland, GB, Frankrijk, Italië, Japan, Canada, Nederland, Zweden en België. De 3 kleinste leden laat men tegenwoordig vaak thuis. Men spreekt dan over de G7. SDR's (Special Drawing Rights): De leden van het IMF mogen beroep doen op het IMF, oorspronkelijk alleen om tijdelijke tekorten op te vullen.
8 De wisselmarkt - 8 van 16 - Onvoorwaardelijk: voor 25 % van hun quotum (trekking in de goudschijf) plus het bedrag van de eigen munt dat door andere landen geleend werd bij het IMF (trekking in de supergoudschijf). - Voorwaardelijk: voor de resterende 75 % van hun quotum. - Speciale trekkingsrechten (STR's of SDR's): onder erg strenge voorwaarden verstrekt het IMF leningen. Enkel als een land geen andere uitweg meer ziet om uit zijn schulden te geraken, wendt het zich tot het IMF. Het IMF stelt namelijk erg zware voorwaarden. Het IMF legt dat land een zwaar saneringsprogramma op, waardoor sociale uitkeringen moeten worden afgeschaft, de lonen drastisch verminderd moeten worden, of de import van buitenlandse goederen moet worden bevroren. Dit stuit natuurlijk op weerstand bij de plaatselijke bevolking. Wanneer een land dat saneringsprogramma aanneemt geniet het echter terug de kredietwaardigheid van de grote Westerse banken. Vandaag is het IMF eigenlijk meer een bemiddelaar geworden tussen de schuldenlanden en de internationale banken. Evolutie van de activiteiten van het IMF : Het IMF beoogt wisselkoersstabiliteit en houdt toezicht op de Bretton Woodsakkoorden (tot '71) en geeft vooral kredieten aan industrielanden. Sinds 1978: Het IMF werd de bankier van de ontwikkelingslanden, het helpt de schuldenlanden. De OL zijn niet kredietwaardig genoeg voor de banken en lenen op lange termijn bij het IMF. Hiermee zit het IMF dus eigenlijk op het werkterrein van de Wereldbank. Over de internationale wisselkoersstabiliteit waakt nu de G7. Het IMF geeft nog wel beleidsaanbevelingen ter bevordering van de monetaire stabiliteit in de industrielanden. De industrielanden lenen niet meer bij het IMF maar op de internationale financiële markten. 1971: Ineenstorting van het Bretton Woodssysteem De USD werd na WO II de internationale betaalmunt bij uitstek, de sleutelvaluta (valuta die in het internationaal betalingsverkeer algemeen aanvaard wordt als betaalmiddel). Tengevolge van de immense kapitaaluitvoer stijgt het tekort op de betalingsbalans van de VS na 1965 zeer sterk. Door de grote hoeveelheid USD op de Europese wisselmarkten begon de koers van de USD sterk te dalen. Verschillende landen krijgen wantrouwen in de USD, en zetten hun dollars om in goud. Hierdoor begon de goudvoorraad van de VS sterk te dalen. Op 15 augustus 1971 schaft Richard Nixon de convertibiliteit van de dollar tegen goud af. Met een goedkopere dollar lag de wereld-markt voor de VS weer binnen handbereik dacht hij. Meteen verdween de basis van het Bretton Woodssysteem en lieten bijna alle landen hun munt vlotten. Na 25 jaar werd op die manier abrupt een einde gemaakt aan het Bretton Woodssysteem van stabiele wisselkoersen.
9 De wisselmarkt - 9 van 16 2 Monetaire evolutie na 1971: slangakkoord Overeenkomst van Washington (dec. '71) De Groep van Tien besloot terug te keren naar stabiele wisselkoersen. De prijs van het goud werd verhoogd en de bandbreedte verbreed tot 4,5 %. Leg uit. Akkoord van Bazel (april '72) België, Nederland, Luxemburg, West Duitsland en Denemarken sluiten het slangakkoord. Frankrijk, Italië en Ierland traden later toe. Zij sluiten het Slangakkoord: binnen de bandbreedte van 4,5 %, mag het wisselkoersverschil tussen de Europese valuta's maximaal 2,25 % zijn. Teken de 'Slang in de tunnel'. Leden: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Zweden, V.K. en Ierland. Overeenkomst van Parijs (maart '73) De dollar blijft zwak. De Slang-landen laten de dollar los, daardoor verdween de dollar-tunnel. De Europese valuta's begonnen te zweven tegenover de dollar. Verdere evolutie Uit de muntslang groeide het EMS. Later werden ook nog andere overeenkomsten gesloten o.a. in 1987 sloten de 5 belangrijkste industriële landen (G5) het Louvre Akkoord om de dollar niet verder te laten zakken. Noot: Dirty floating = gecontroleerd zweven.
10 De wisselmarkt - 10 van 16 3 Het Europees Monetair Systeem 1 ( ) De kern van het Europees Monetair Systeem is de overeenkomst tussen de centrale banken van de deelnemende landen om de waarde van hun respectievelijke munten binnen nauwe schommelingsmarges te houden tegenover elke andere deelnemende munt. Deelnemende landen: Benelux-landen ( 79: BEF en gulden), Duitsland ( 79: mark), Frankrijk ( 79: frank), Italië ( 79: lire, uit in 92 en terug in 96), Denemarken ( 79: kroon), Ierland ( 79: Ierse pond), Spanje ('89: peseta), Verenigd Koninkrijk ('90: Britse pond in en 92 uit) Portugal ( 92: escudo) en Oostenrijk (begin 95 trad de Oostenrijkse schilling toe). Finland ( 96) Het doel van het EMS is een zone van monetaire stabiliteit (prijs- en wisselkoersstabiliteit) in West-Europa tot stand te brengen, door stabiele wisselkoersen te creëren en het invoeren van een Europese valuta-eenheid, nl. de ECU om te komen tot monetaire integratie. Het EMS bevat twee bestanddelen: a) Het wisselkoersakkoord De deelnemende landen hebben onderling muntpariteiten (bilaterale spilkoersen) vastgesteld en de verplichting aangegaan deze pariteiten te verdedigen. D.w.z. zij hebben zich verbonden om de marktkoersen binnen beperkte fluctuatiemarges (2,25 %) rond de pariteit (spilkoers) te houden. Dit gebeurt door rechtstreekse tussenkomst op de wisselmarkt. Sinds 1 augustus 1993 werd die marge verruimd tot 15 % (behalve tussen Duitsland en Nederland). De NBB streefde naar een maximale afwijking van 1% t.o.v. de DEM (Band van Verplaetse). Alle landen van de EU, met uitzondering van Griekenland en Zweden (alhoewel hun munten wel in de ECU zitten) namen deel aan dit wisselkoersakkoord. In 1992 stapten het Engels Pond en de Italiaanse Lire uit het wisselkoersakkoord. Op 24/11/1996 stapte de Lire terug in het EMS (om kans te maken op toetreding in de EMU). Door voor elke munt de koers tegenover de andere munten te berekenen ontstaat een pariteitenrooster. Vanaf 6 maart 1995 (na devaluatie Spaanse peseta met 7% en Portugese escudo met 3.5%) golden volgende bilaterale spil- en interventiekoersen van de munten van de EU-lidstaten ten opzichte van de BEF: Munteenheid Plafondkoers Spilkoers Bodemkoers Nederlandse gulden Deense kroon Duitse mark Franse frank Ierse punt Spaanse peseta Portugese escudo Oostenrijkse schilling
11 De wisselmarkt - 11 van 16 b) Mechanisme van de afwijkingsindicator Het is een systeem om de positie van een munt te bepalen t.o.v. het geheel van de communautaire valuta's. De ECU was een muntkorf, een vaste hoeveelheid van alle Europese valuta's (bv. 8 % van een ECU bestaat uit BEF; 32 % uit DEM). Hiermee kan men de spilkoers van de ECU voor elke munt berekenen (bv. voor de BEF is de ECU-spilkoers +/- 39 BEF). Door voor alle munten de plafondkoers te nemen bekomt men de fictieve plafondkoers van de ECU. Analoog kan je de fictieve bodemkoers van de ECU berekenen. Het verschil tussen die fictieve plafondkoers en de spilkoers van de ECU wordt uitgedrukt in een % van de spilkoers. Dit verschil is het maximale afwijkingsinterval van de ECU. De European Currency Unit of ECU Binnen de EU worden sedert lang rekeneenheden gebruikt om er de schulden en vorderingen van de lidstaten in uit te drukken. Om al deze rekeneenheden te harmoniseren werd in '78 de Europese Rekeneenheid (ERE) omgedoopt tot ECU. De ECU wordt gedefinieerd als de som van een vast aantal eenheden van de valuta's van de EU-lidstaten ( een korfmunt): 1 ECU = O,6242 DEM + 0,08784 GBP + 1,332 FRF + 151,8 ITL + O,2198 NLG + 3,431 BEF en LUF + O,1976 DKK + O, IEP + 1,393 GRD + 6,885 SPP + 1,393 POS. De ecu was een korfmunt en is een gewogen gemiddelde van de wisselkoersen van alle EU-munten. Het gewicht van elke munt in de ECU wordt vastgesteld volgens het relatief belang van het BBP van iedere EU-lidstaat in het gezamenlijke BBP van de EU, alsmede het aandeel van iedere EU-lidstaat in de intracommunautaire handelsverrichtingen. Resultaten EMS: 1/ 1979 tot 1992 In 1992 kon men, na meer dan 10 jaar EMS, tevreden terugblikken op de bereikte resultaten. Er waren weliswaar enkele herschikkingen nodig geweest, maar de invloed hiervan bleef al bij al relatief beperkt. De grootste koersbewegingen in het EMS deden zich voor tijdens de eerste vier jaren, toen het systeem zijn evenwicht nog moest vinden. In die eerste vier jaren kwam er gemiddeld om de 7 maanden een herschikking van de spilkoersen. Daarna slechts gemiddeld één om de 18 maanden. De opmerkelijkste prestatie werd geleverd door de BEF en de Deense kroon: terwijl deze munten in de eerste 4 jaar nog in het peloton van de zwakke munten zaten, hebben zij na '83 aansluiting gevonden bij de DEM en de Nederlandse gulden. Dankzij de toegenomen wisselkoersstabiliteit werden speculatieve kapitaalstromen ontmoedigd. Deze wisselkoersstabiliteit was echter maar mogelijk als de economische prestaties, voornamelijk dan op het vlak van de inflatie, convergeren (gelijklopend zijn). Sinds 1983 is de inflatie in alle EMS-landen drastisch gedaald en is het verschil met Duitsland en Nederland (de landen met de laagste inflatie) aanzienlijk kleiner geworden. Uiteindelijk is het de bezorgdheid om de concurrentiekracht geweest die de zwakkere EMS-landen tot meer economische discipline heeft aangezet. Door de hardemuntpolitiek werden ze gedwongen interne saneringsmaatregelen te nemen, om een verslechtering van hun betalingsbalans te vermijden. We kunnen stellen dat de zwakkere EMS-landen de laatste jaren een merkwaardige saneringsinspanning geleverd hebben, die zich vertaald heeft in een grotere economische evenwichtigheid. De bereikte graad van wisselkoersstabiliteit is dus stevig onderbouwd en moest niet worden afgekocht met hogere renteverschillen met Duitsland. Het belangrijkste verschilpunt tussen de oorspronkelijke bedoelingen en de feitelijke ontwikkeling van het EMS is dat het systeem is uitgegroeid tot een DEM-zone. De DEM en niet de ECU is de spil geworden van het systeem. Bij EMS-spanningen zijn het steeds de zwakke munten geweest die hun rentetarieven moesten optrekken, terwijl de DEM-tarieven meestal onaangeroerd bleven. De werking van het EMS als een DEM-zone heeft tot gevolg dat de economische ontwikkelingen in Duitsland nu nog sterker overwaaien naar de andere EMS-landen. Deze moesten extra matigingsinspanningen leveren om hun munt aan de DEM te blijven koppelen.
12 De wisselmarkt - 12 van 16 Dit maakt het ook voor Duitsland niet makkelijk. Zij kunnen bv. geen DEM in omloop brengen om een stijging van hun munt in het EMS af te remmen en tegelijkertijd de binnenlandse inflatie beheersen. Het feit dat het EMS een DEM-zone werd is echter de beste garantie voor de ontwikkeling van het EMS tot een zone van munt-stabiliteit en draagt bij tot beperking van de inflatie en rente. (KB-weekberichten 10/3/89) 2/ Crisis Tussen juni 1992 en augustus 1993 beleefde het EMS de zwaarste crisis sinds zijn oprichting in 1979: - forse devaluaties van Spaanse peseta, Portugese escudo, Iers pond - loskoppeling Scandinavische munten (Finland, Zweden) van de ECU - uittreden van Britse pond en Italiaanse Lire uit het EMS, - EMS-schommelingsmarges werden verruimd tot 15% (behalve tussen NGL en DEM). Aanleiding: Het Deense referendum met als resultaat de verwerping van de Deense bevolking van 'Maastricht' op 2 juni Dieperliggende oorzaken: - uiteenlopende inflatieontwikkeling - verschillen in economische groei, werkloosheid, overheidsfinanciën Deze verschillen leiden tot de verwachting van een beleidswijziging in die zin dat de monetaire overheden hun belofte om de wisselkoersen stabiel te houden niet zouden kunnen nakomen. Domino-effect De gevolgen van de devaluatie van een munt voor de concurrentiepositie van andere landen zijn zwaarder, belangrijker naarmate de landen sterker geïntegreerd zijn op handelsvlak. De voornaamste handelspartners van een land met een gedevalueerde munt zijn vaak de volgende slachtoffers van speculatieve aanvallen tegen een munt. 3/ Augustus De vrees dat de verruiming van de EMS-marges zou leiden tot grotere wisselkoersvariabiliteit en verzwakking van de monetaire discipline in het EMS werd niet bewaarheid. Sinds eind '93 zitten de munten terug binnen hun vroegere marges. 2 De politieke wil om de convergentiecriteria te halen is duidelijk aanwezig. 3 Monetaire financiering van overheidstekorten is sinds 1/1/94 verboden. 4 Sinds begin 1994 tekent zich in alle EU-landen een duidelijk economisch herstel af. KB-weekberichten van 17 en 24 februari 1995: De weg naar de EMU na de EMS-crisis EMS-2 In september 1998 ging het EMS-2 van start. Hierin is de Deense kroon gekoppeld aan de euro. Voor de Deense kroon is de schommelingsmarge 2,25 %. Ook de Deens regering is gewonnen voor een deelname aan de muntunie, maar kreeg daarvoor geen fiat van de bevolking in een referendum. Zweden en Groot-Brittannië, de 2 andere pré-ins, nemen niet deel aan het EMS-2.
13 De wisselmarkt - 13 van 16 4 De EMU vanaf 1999: 1 EURO = 40,3399 BEF Het Comité-Delors moest de realisatie van een Europese Economische en Monetaire Unie voorbereiden (Witboek). Op 23/1/95 volgde Jacques Santer, Jacques Delors op (na 10 jaar voorzitterschap) als voorzitter van de Europese Commissie. Santer werd in 1999 opgevolgd door Romano Prodi. Het Verdrag van Maastricht Een belangrijke hinderpaal voor de handel in de Gemeenschap bleef bestaan: de nationale munten. Verklaar. Het Verdrag van Maastricht wil niet alleen een monetaire unie tot stand brengen, maar de EU ook uitbouwen tot een politieke unie, die ook bevoegdheden inzake o.a. buitenlands beleid en defensie zal krijgen. Voorwaarden om van een monetaire unie te kunnen spreken: 1/ Volledig convertibele munten; d.w.z. de ene munt moet steeds tegen de andere kunnen omgewisseld worden; 2/ Onherroepelijk vastgelegde wisselkoersen; 3/ Gemeenschappelijke monetaire politiek, landen moet afstand doen van hun autonomie over de monetaire politiek. De laatste 2 voorwaarden zijn in het EMS niet vervuld (wel in de...). Opdat de EURO een stabiele, sterke munt zou zijn stelde de EU een aantal voorwaarden waaraan de kandidaatdeelnemende landen moesten voldoen: de convergentiecriteria. De Maastricht-convergentiecriteria Doel: economisch en monetair beleid van de deelnemers op elkaar afstemmen. Om in aanmerking te komen voor deelname aan de monetaire unie, dient een EU-lid te voldoen aan volgende prijs-, wisselkoers- en begrotingscriteria: 1E Een stabiele munt die de laatste 2 jaar geen devaluatie onderging. De munt dient zich binnen de normale schommelingsmarges van het EMS te handhaven. 2E Een lage inflatie (maximaal 1,5 procentpunten hoger dan het gemiddelde van de 3 lidstaten met de laagste inflatie) 3E Een lage intrestvoet (maximaal 2 procentpunten hoger dan het gemiddelde van de 3 lidstaten met de laagste inflatie) (gemeten volgens het gemiddeld rendement van staatsobligaties) 4E Het begrotingstekort van de totale overheid mag maximum 3 % zijn van het BBP, tenzij het in aanzienlijke mate en voortdurend is afgenomen en de norm benadert, of van een uitzonderlijke en tijdelijke aard is en niet veel hoger ligt dan 3%. 5 Een overheidsschuld van maximaal 60% van het BBP. De brutoschuld van de totale overheid mag maximum 60 % zijn van het BBP, tenzij deze verhouding in voldoende mate afneemt en de norm in een bevredigend tempo benadert. Juni 1997: Top van Amsterdam: stabiliteitsplan (sancties worden voorzien indien de normen niet worden nageleefd na 1999).
14 De wisselmarkt - 14 van 16 Drie fasen om een E.M.U. tot stand te brengen Fase 1: Vanaf 1/7/1990 1/ De lidstaten stelden convergentieprogramma's op. Dit zijn meerjarenprogramma's met maatregelen die de lidstaten zullen treffen om te voldoen aan de Maastrichtconvergentiecriteria. 2/ Resterende kapitaalcontoles tussen EU-lidstaten werden afgeschaft. 3/ Mogelijkheid tot monetaire financiering alsook de geprivilegieerde toegang van de overheid tot de financiële instellingen werd afgeschaft. Fase 2: Start in 1994 Overdragen van nationale monetaire bevoegdheden aan de EU met oprichting van een Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) en een Europees Monetair Instituut (EMI) in Frankfurt, om een gemeenschappelijk monetair beleid uit te bouwen. Het EMI moet de oprichting voorbereiden van de ECB (Europese Centrale Bank), en toezicht houden op de budgettaire ontwikkeling in de lidstaten. Zij zal aanbevelingen opstellen wanneer ze buitensporige tekorten vaststelt. Begin 1998: Mei 1998 besliste een Europese Top wie mag deelnemen aan de EMU: 11 starters: Duitsland, Frankrijk, de Benelux, Oostenrijk, Finland en Ierland Italië, Spanje, Portugal starten op 1/1/99. Griekenland trad toe op 1/1/2001. Zweden, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk gaan niet onmiddellijk deelnemen. 1 juli 1998: ECB werd opgericht. Samen met de nationale centrale banken zal de ECB het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) vormen, dat bevoegd wordt voor het monetair beleid van de EU in 1999 (bepaling geldhoeveelheid en rentetarieven). Fase 3: Vanaf 1999 Timing invoering EURO: 1 1/1/99: Volledige onherroepelijke vastlegging van omrekeningskoersen (wissel-) tussen de valuta's van de deelnemende landen en de omrekeningskoersen met de EURO. Invoering van een eenheidsmunt, de EURO. De ECU-korf houdt op te bestaan. De EURO wordt een zelfstandige munt, uitgegeven door de ECB. 2 1/1/99-31/12/2001: Vanaf 1/1/99 kan elke girale betaling (cheques, overschrijvingen) in EURO gebeuren. Vanaf die dag kan men elke betaling in zowel BEF als EURO doen, ongeacht de munt waarin de factuur is uitgedrukt. Tijdens de overgangsperiode kan vrij kiezen om zijn rekening van BEF naar EURO om te schakelen. 3 1/1/2002: Vanaf 1/1/2002 moeten alle girale betalingen in EURO gebeuren. Ten laatste op 1/1/2002 wordt de EURO chartaal beschikbaar in de vorm van bankbiljetten en muntstukken. 4 1/3/2002: Ten laatste op 1/3/2002 worden de nationale bankbiljetten en munten als wettig betaalmiddel ingetrokken. Noot: De noteringswijze van onze wisselkoers is sinds 1/1/99 veranderd. Vroeger werd 1 eenheid van een VV uitgedrukt in een variabel aantal BEF s. Nu wordt 1 (onze munt) uitgedrukt in een variabel aantal VV.
15 De wisselmarkt - 15 van 16 Voor- en nadelen van een monetaire unie Voordelen 1E Geen wisselkoersrisico voor intra-emu handel: belangrijkste voordeel 2E Minder transactiekosten voor intra-emu handel (0.5 à 1% van het BBP) Geen kosten van het omwisselen van munten voor intra-emu handel, en kosten door de verwerking van vorderingen en schulden in verschillende munten in de administratie van ondernemingen dalen (eenvoudiger cashbeheer). Noot: iemand die vroeger met 1000 BEF alle EU-landen afreisde, niets kocht, maar telkens zijn geld liet wisselen, hield 300 BEF over. 3E Een grotere markttransparantie (de prijzen worden in dezelfde munt opgegeven) kan eveneens de internationale handel en indirect de economische groei bevorderen. Doordat de concurrentie gestimuleerd wordt, kunnen de prijzen dalen. 4E Minder inflatie en lagere rente (behalve voor Duitsland) Het verdwijnen van een onzekerheidspremie kan zich ook vertalen in lagere rentetarieven. De risicopremie voor een mogelijke devaluatie verdwijnt uit de rente. In de mate dat de ECB een op prijsstabiliteit gericht beleid voert, zal een lagere inflatie worden verwacht, wat zowel de inflatie als de rente zal doen dalen. --> meer investeringen > Verruiming geld- en kapitaalmarkt + eliminatie van speculatieve kapitaalbewegingen. Gevolg: 1/ stabielere export- en importprijzen --> meer internationale handel en meer consumptie Import wordt goedkoper --> lagere prijzen. Dit kan de internationale handel en indirect de economische groei bevorderen. 2/ risico s van investeringen worden beïnvloed door verwachte wisselkoersevoluties --> wisselrisico s dalen wat kan leiden tot meer investeringen en meer werkgelegenheid Nadelen 1E De mogelijkheid om door een devaluatie een aangetaste concurrentiepositie te herstellen vervalt. Door tot de EMU toe te treden doet een land immers afstand van zijn munt en een eigen monetair beleid. 2E Een begrotingsstimulans wordt minder efficiënt omdat vraagimpulsen vlugger naar het buitenland vloeien. 3E Als een land na de totstandkoming van de EMU een buitensporig begrotingstekort heeft, zal dit het intrestpeil beïnvloeden van alle leden. Dit wil men voorkomen door vooraf strikte begrotingsafspraken op te leggen. 4 Omschakeling van de nationale munt naar de EUR zal grote kosten vergen. Besluit Voor de meeste landen zal de monetaire unie meer voor- dan nadelen inhouden. Zie KB-Weekberichten: 48/5 en 6 van 5/2/93: Het Verdrag van Maastricht; 50/6 en 7 van 17/2/95: De weg naar de EMU; 50/31 van 17/11/95: Van korf-ecu naar eenheidsmunt; 52/1 van 10/1/97: Zie ginds komt de EURO. Met zijn allen naar de EMU 1+2
16 De wisselmarkt - 16 van 16
17 De wisselmarkt - 17 van 16 Vragen 1. Hoe kan de monetaire overheid beletten dat zijn munt de plafondkoers / bodemkoers overschrijdt? 2. Welke wijzigingen ondergaat de vraag- en/of aanbodcurve van VV als de productiviteit bij ons sterker stijgt dan in het buitenland? Welke gevolgen heeft dit voor de wisselkoers? Altijd? 3. In welke mate zijn de schuldenaars winnaars bij een devaluatie? 4. Waarom levert een devaluatie voor binnenlandse ondernemingen zowel winst als verlies op? 5. Verklaar het mechanisme van de afwijkingsindicator. 6. Bespreek de gevolgen van een koersdaling van de VV op de a) invoer b) uitvoer? 7. Het verrichten van steunaankopen om een munt te steunen kan voor de schatkist gunstige gevolgen hebben. Leg uit. 8. Welke gevolgen heeft een verhoging van de discontovoet? 9. De voordelen van een devaluatie kunnen snel uitgedoofd zijn. Verklaar. 10. Wie zijn de winnaars en de verliezers bij een devaluatie? 11. Wat is het doel van het IMF? 12. Welke instellingen werden opgericht tijden de conferentie van Bretton Woods? 13. Bespreek: het slangakkoord. 14. Welke 2 bestanddelen bevat het EMS? 15. Welke voordelen biedt de euro? 16. Was er voor ons een verschil tussen een devaluatie van de DEM en een revaluatie van de BEF met 3 %? Waarom? 17. Leg uit: risicopremie.
18 18. Bespreek: a) Geschiedenis: totstandkoming van de E.M.U. (synthese video) b) Voor- en nadelen van een monetaire unie. De wisselmarkt - 18 van 16
6, Het verband tussen de euro en de ecu De ecu. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december keer beoordeeld
Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december 2001 6,3 18 keer beoordeeld Vak Economie De euro in de praktijk. Hoofdstuk 1: De euro. 1.1 Begrip. Sinds 1 januari 1999 hebben de deelnemers aan de Europese
Nadere informatieIk ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;
Werkstuk door een scholier 2376 woorden 29 november 2001 7,3 29 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Euro
Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en
Nadere informatie1. Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;
Werkstuk door een scholier 2302 woorden 20 februari 2000 6 144 keer beoordeeld Vak Economie 1. Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in
Nadere informatieHOOFDSTUK 19: OEFENINGEN
1 HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN 1. Op de beurs van New York worden de volgende koersen genoteerd : 100 JPY = 0,8 USD ; 1 GBP = 1,75 USD en 1 euro = 0,9273 USD. In Tokyo is de notering 1 USD = 140 JPY. In Londen
Nadere informatieOpbouw van de Europese Monetaire Unie
Opbouw van de Europese Monetaire Unie Seminarie voor leerkrachten, NBB Brussel, 21 oktober 2015 Ivo Maes DS.15.10.441 Construct EMU 21_10_2015 NL Opbouw van de Europese monetaire unie 1. Beschouwingen
Nadere informatie= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.
1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7
Nadere informatieToetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase
Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere
Nadere informatieHOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT
1 HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT 1. PRIJSVORMING OP DE WISSELMARKTEN 1.1. Enkele begrippen Wisselkoers = prijs van de buitenlandse munt, uitgedrukt in nationale munt bv. wisselkoers () van de
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
or** ir ir * ie *ür* COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.12.1998 COM( 1998) 732 def. 98/0353 (CNB) Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de omrekeningskoersen tussen de euro
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie
Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie Praktische-opdracht door een scholier 3907 woorden 17 juni 2004 6,1 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvattingen: Deelvraag 1: De Economische en
Nadere informatieDeel 3. Wat doet de Europese Unie? 75
DEEL 3.4 DE EURO Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75 3.4. DE EURO DOEL - De leerlingen/cursisten ontdekken de voordelen van het gebruik van de eenheidsmunt: wisselen van geld is niet meer nodig, je spaart
Nadere informatieEindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen
Eindterm VWO Domein E Wisselkoers Domein E Wisselkoers Eindterm 19: e valuta (van e bepaald land): De vraag naar e valuta wordt bepaald door: a) Export op de lopde reking (van de betalingsbalans) Het buitland
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieHoofdstuk 24 Valutamarkt
Hoofdstuk 24 Valutamarkt Open vragen 24.1 Een valutahandelaar van een bank die in dollars handelt, krijgt op een gegeven moment de volgende gegevens op zijn beeldscherm (we gaan ervan uit dat het verschil
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.1.2004 COM(2004) 32 definitief 2004/0009 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD over de omrekeningskoersen tussen de euro en de munteenheden
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende
Nadere informatieHandel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8
betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste
Nadere informatie1950 De Verklaring van Schuman
Hoofdstuk 3 31 Van Gemeenschappelijke Markt tot euro 8 mei 1945 : de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) wordt beëindigd. Europa ligt in puin. De angst voor een herhaling van een dergelijk drama brengt politici
Nadere informatie6,9. Werkstuk door een scholier 1550 woorden 3 april keer beoordeeld. De euro
Werkstuk door een scholier 1550 woorden 3 april 2002 6,9 53 keer beoordeeld Vak Economie De euro Sinds 1 januari 2001 betalen we met de Euro. De euro is de gemeenschappelijke munt voor de landen die lid
Nadere informatieERRATUM Economische Topper 6 Algemene Economie
ERRATUM Economische Topper 6 Algemene Economie Er zijn enkele foutjes geslopen in de eerste druk van het leerwerkboek Economische Topper 6 Algemene economie. Hier vind je een overzicht per thema. Als je
Nadere informatieOnderzoek gunstige prijsligging.
Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?
Nadere informatieHoofdstuk 5: Wisselkoersen
Hoofdstuk 5: Wisselkoersen 1. Begrippen EUR/USD datum: 13/03/2014 23:56 Laatste koers 1.3869 USD % Verschil -0,25 % Vorig Slot 1.3904 Open 1.3904 Bid (biedkoers) 1.3868 Ask (laatkoers) 1.3870 Hoogste-laagtse
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale Handel
Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg
Nadere informatieValutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS
Valutamarkt De euro op koers Havo Economie 2010-2011 VERS 2 Hoofdstuk 1 : Inleiding Opdracht 1 a. Dirham b. Internet c. Duitsland - Ierland - Nederland - Griekenland - Finland - Luxemburg - Oostenrijk
Nadere informatie10889/10 VP/mg DG G I
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieProfielwerkstuk Economie De euro en de gevolgen voor de werkgelegenheid
Profielwerkstuk Economie De euro en de gevolgen voor de werkgelegenheid Profielwerkstuk door een scholier 2839 woorden 6 maart 2002 6,2 126 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Op 1 Januari 2002 was
Nadere informatieValutamarkt. fransetman.nl
euro in dollar wisselkoers Wisselkoers (ontstaat op valutamarkt) Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt Waardoor kan de vraag naar en het aanbod van veranderen? De wisselkoers van de euro in
Nadere informatie1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp.
Tekst lezen 1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 2. Er staan een aantal moeilijke woorden in de tekst. Hieronder staat een rijtje.
Nadere informatie1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur
Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van
Nadere informatieEuropa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering
Europa in crisis George Gelauff Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Opzet Baten en kosten van Europa Banken en overheden Muntunie en schulden Conclusie 2 Europa in crisis Europa veruit
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieDE EURO: EEN AANWINST VOOR DE TOEKOMST VAN EUROPA
ABN AMRO - INTERNATIONAAL EURO-BERICHT 3 MEI 1998 DE EURO: EEN AANWINST VOOR DE TOEKOMST VAN EUROPA De eurotop werd overschaduwd door de langdurige onderhandelingen over de benoeming van de eerste president
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1981-1982 17 125 Aanpassingen van middenkoersen in het kader van het Europees Monetair Stelsel 1981 Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter
Nadere informatie6,8. Als je de stof van 37.1 beheerst, kun je. Antwoorden door een scholier 3896 woorden 16 mei keer beoordeeld. Checklists Thema 8.
Antwoorden door een scholier 3896 woorden 16 mei 2003 6,8 37 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Checklists Thema 8. Als je de stof van 37.1 beheerst, kun je 1. het verschil uitleggen tussen een
Nadere informatie5,3. De bankbiljetten: Afmeting en kleuren van de biljetten: De munten: Afmeting, kleur, gewicht en rand van de munten.
Werkstuk door een scholier 2027 woorden 7 april 2000 5,3 62 keer beoordeeld Vak Economie HOE KOMT DE EURO ERUIT TE ZIEN? De bankbiljetten: De nieuwe reeks Europese bankbiljetten komt vanaf januari 2002
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 10 Een klein binnenland, een groot buitenland
Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 Een klein binnenland, een groot buitenland Paragraaf 1 Karakteristieken van het internationale handels- en betalingsverkeer Nederland heeft een relatief open economie.
Nadere informatieNaslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 8: Financiële stelsel. 8.1 Overzicht
Naslagwerk Economie van Duitsland 8.1 Overzicht Het Duitse bankenstelsel is anders georganiseerd dan in de meeste andere landen. Naast een centrale bank, de Bundesbank, de reguliere zaken en retailbanken
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 30.5.2000 COM (2000) 346 definitief 2000/0137 (CNS) 2000/0134 (CNS) 2000/0138 (CNB) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale handel
Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieHoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model
Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide
Nadere informatieHoofdstuk 7 Samenwerking in Europa
Hoofdstuk 7 Samenwerking in Europa Vroeger voerden Europese landen vaak oorlog met elkaar. De laatste keer was dat met de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). Er zijn in die oorlog veel mensen gedood en er
Nadere informatieMaak bij de beantwoording van de volgende vraag gebruik van onderstaande grafiek.
Opgave 1 M-vragen Maak bij de beantwoording van de volgende vraag gebruik van onderstaande grafiek. Euros to 1 RL 1 Is in de periode 31 maart 17 april sprake van een devaluatie van de euro ten opzichte
Nadere informatie6,4. Samenvatting door een scholier 1622 woorden 13 april keer beoordeeld. Praktische economie
Samenvatting door een scholier 1622 woorden 13 april 2004 6,4 26 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie MODULE 5 Hoofdstuk 1 Par. 1 Door de waarde van de in-en uitvoer te delen door het
Nadere informatieDe tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie.
Raad van de Europese Unie Brussel, 8 januari 2016 (OR. en) 8877/95 DCL 1 UEM 37 DERUBRICERING van document: d.d.: 14 juli 1995 nieuwe status: Betreft: ST 8877/95 RESTREINT Publiek Aanneming in de talen
Nadere informatiewisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?
wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? 1,3644 * 590 = $805 2300 is dan 1,3644 * 2300 =$3138,12 Hoeveel euro is $789? 1,3644 dollar = 1 euro $789 / 1,3644 =578,28 euro Bereken
Nadere informatieWETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 december 2005 (OR. en) 14883/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0145 (CNS) UEM 205 ECOFIN 370 OC 877 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING
Nadere informatiePerscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie
Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de
Nadere informatie6.5. Boekverslag door R woorden 31 maart keer beoordeeld. Inleiding. Toelichting bij de keuze van het onderwerp:
Boekverslag door R. 2282 woorden 31 maart 2003 6.5 226 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Toelichting bij de keuze van het onderwerp: We moesten voor het sectorwerkstuk een onderwerp kiezen die te
Nadere informatieAutoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant
IP/04/285 Brussel, 2 maart 2004 Autoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant Het jongste verslag over autoprijzen toont aan dat op alle markten de prijsconvergentie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 15 534 Wisselkoersarrangement Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 20
Nadere informatieRecepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België
Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van
Nadere informatieVerdieping: Kan een land failliet gaan?
Verdieping: Kan een land failliet gaan? Korte omschrijving werkvorm De leerlingen lezen fragmenten uit artikelen over wat het betekent als Griekenland failliet gaat en maken daar verwerkingsvragen over.
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieRecepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België
Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.6.2013 COM(2013) 345 final 2013/0190 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014 NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en geldtheorie
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en g Samenvatting door een scholier 1227 woorden 13 februari 2005 6,9 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 6: Geld en g 6.1: De
Nadere informatieHoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011
Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 3 oktober Grote Recessie was geen Grote Depressie Wereldhandel Aandelenmarkt 9 8 7 8 VS - S&P-5 vergelijking met crash 99 Wereld industriële
Nadere informatieEconomische vooruitgang
#EURoad2Sibiu Economische vooruitgang Mei 219 NAAR EEN MEER VERENIGDE, STERKERE EN DEMOCRATISCHERE UNIE De ambitieuze EU-agenda voor banen, groei en investeringen en de versterking van de eengemaakte markt
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale
Nadere informatieMichiel Verbeek, januari 2013
Michiel Verbeek, januari 2013 1 2 Eens of oneens? De bankiers zijn schuldig aan de kredietcrisis. De huidige economische crisis is het gevolg van de kredietcrisis van 2008. Als een beurshandelaar voor
Nadere informatieOntstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank
Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank GROEP / KLAS.. Naam: Ga www.schooltv.ntr.nl Zoek op trefwoord: EU Bekijk de clip Het ontstaan van de EU en maak de volgende vragen. Gebruik de pauzeknop
Nadere informatieopgenomen formulier gebruikt overeenkomstig de in de volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad
11. 1. 96 NL Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 8/ 11 VERORDENING (EG) Nr. 31/96 VAN DE COMMISSIE van 10 januari 1996 betreffende het certificaat van vrijstelling van accijnzen DE COMMISSIE
Nadere informatieFactsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?
Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde
Nadere informatieHoe is de EU tot stand gekomen?
Verslag door? 2035 woorden 4 februari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoe is de EU tot stand gekomen? de geschiedenis de EU is tegenwoordig niet meer weg te denken van politieke tot economische
Nadere informatieSectorwerkstuk Economie Euro
Sectorwerkstuk Economie Euro Sectorwerkstuk door een scholier 2135 woorden 2 februari 2007 6,1 79 keer beoordeeld Vak Economie Inhoud Inleiding Wat is de geschiedenis van de euro en wat zijn de echtheidskenmerken
Nadere informatieCentraal Planbureau 1 Europa in crisis
1 Europa in crisis Waarom dit boek? Vergelijkbaar met De Grote Recessie van 2 jaar geleden qua vorm en stijl qua beoogde doelgroep Euro-crisis ingrijpend voor ons dagelijkse leven / welvaart oplossing
Nadere informatieMONETAIRE POLITIEK. DE MONETAIRE POLITIEK IN DE EUROZONE Zie http://www.kuleuven.ac.be/alo-etew/monpol.htm http://www.ecb.int/
Monetaire politiek - 1 van 7 MONETAIRE POLITIEK DE MONETAIRE POLITIEK IN DE EUROZONE Zie http://www.kuleuven.ac.be/alo-etew/monpol.htm http://www.ecb.int/ 1. WIE VOERT HET MONETAIR BELEID IN DE EUROZONE?
Nadere informatieMODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!
MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! I.I De geboorte van de Europese Unie Zoals jullie waarschijnlijk wel weten zijn er de vorige eeuwen veel oorlogen in Europa geweest. Vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-II
Opgave 1 Uit een krant: Uitzendbranche blijft groeien Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de uitzendbranche in het eerste kwartaal van 1998 flink is gegroeid. In vergelijking
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord
Nadere informatieNaslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 9: Duitsland en de euro. 9.1 Overzicht
Naslagwerk Economie van Duitsland 9.1 Overzicht Eind jaren zestig werd in Europa hardop gesproken over een gezamenlijk economisch beleid met een gemeenschappelijke munt. In 1979 werd dit plan concreet
Nadere informatieInleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1
Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.6.2006 COM(2006) 320 definitief 2006/0109 (CNS) 2006/0110 (CNB) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 7/8 kern
Samenvatting Economie Hoofdstuk 7/8 kern Samenvatting door een scholier 1492 woorden 20 januari 2004 8 13 keer beoordeeld Vak Economie 7.1 Overheid in Enge zin: Overheid in Den Haag (Rijk) Overheid in
Nadere informatieSterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten
Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011
NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.5.2010 COM(2010) 239 definitief 2010/0135 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011 NL NL TOELICHTING
Nadere informatieDe Duurzaamheid van de Euro
Sustainable Finance Lab : De Duurzaamheid van de Euro #susfinlab www.sustinablefinancelab.nl De euro is niet houdbaar Arjo Klamer Munten komen en gaan Gevallen munten Papiermark (Duitsland) 1914-1924 Hyperinflatie
Nadere informatieLesbrief Buitenland 2
Lesbrief Buitenland 2 Hoofdstuk 1 Internationale handel 1.1 Uitvoer en invoer Invoervolume ( = importvolume): Uitvoervolume (= exportvolume): de hoeveelheid goederen en / of diensten gekocht uit het buitenland
Nadere informatieDe euro en de onderlinge handel in Europa
12 De euro en de onderlinge handel in Europa Inleiding Theoretische effecten van een gezamenlijke munt Wisselkoersen bij de komst van de euro Het effect van de euro op de buitenlandse handel De export
Nadere informatieE UROPEES MONETAIR INSTITUUT. CONVERGENTIEVERSLAG Verslag krachtens artikel 109 J van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap
E UROPEES MONETAIR INSTITUUT CONVERGENTIEVERSLAG Verslag krachtens artikel 109 J van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap maart 1998 Europees Monetair Instituut Postfach 16 03 19, D-60066
Nadere informatieBeknopte gids over de euro
Beknopte gids over de euro Economische en Financiële Zaken Over de euro De euro bestaat sinds 1999. Hij verscheen aanvankelijk alleen op loonstrookjes, rekeningen en facturen. Op 1 januari 2002 kwamen
Nadere informatieInternationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s
Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie
Nadere informatieDE BRIEVEN BRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE TIJDSLIJN
DE BRIEVEN BRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE TIJDSLIJN INTRO VOOR DE LEERKRACHT Deze tijdslijn illustreert het verhaal van de Europese Unie. U kunt de tijdslijn in verschillende stukken afdrukken
Nadere informatieExamen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt
Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Internationale handel
Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk
Nadere informatie1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:
Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt
Nadere informatieMiljoenennota Helmer Vossers
Helmer Vossers Helaas niet helemaal waar 8 5 1/2 2010 2011 69,5 66,0 0 1 3/4 Groei Werkloosheid Saldo 2010 Saldo 2011 Schuld 2011 (% bbp) (% beroepsbevolking) (% bbp) (% bbp) (% bbp) -4,0-6,3-5,8-5,6
Nadere informatieECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN
VOLTOOIING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE Bijdrage van de Commissie aan de Leidersagenda #FutureofEurope #EURoadSibiu ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN Figuur
Nadere informatieInternationale varkensvleesmarkt 2012-2013
Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatie5,4. Betoog door een scholier 2858 woorden 6 december keer beoordeeld. Nederlands. Een opstel over de euro. Een nog hechter Europa
Betoog door een scholier 2858 woorden 6 december 2001 5,4 49 keer beoordeeld Vak Nederlands Een opstel over de euro. Een nog hechter Europa Iedereen die naar het nieuws kijkt weet nu wel dat de euro in
Nadere informatie