Geitenmelkprijsvergelijking

Transcriptie

1 Geitenmelkprijsvergelijking

2 COLOFON Opdrachtgever LTO Nederland Vakgroep Melkgeitenhouderij Postbus 29773, 2502 LT Den Haag augustus 2012 Uitvoerder Productschap Zuivel Postbus 755, 2700 AT Zoetermeer telefoon fax Vormgeving omslag Willemijn de Lint, Haarlem Bestellingen Het rapport kan worden gedownload via of besteld worden via: telefoon Overname van tekst is toegestaan met bronvermelding: LTO Geitenmelkprijsvergelijking Geitenmelkprijsvergelijking

3 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding en leeswijzer Melkprijzen Melkprijsvergelijking Toelichting berekening melkprijzen Algemeen Toelichting per afnemer Ontwikkeling melkprijzen vanaf Melkprijzen 2006 t/m Ontwikkeling voorschotmelkprijzen t/m april Vergelijking geiten- en koemelkprijzen Bijlage 1. Doel, gehanteerde methode en uitgangspunten Bijlage 2. Melkprijzen 2011 bij jaarleveranties van , en kg Bijlage 3. Kengetallen van de Nederlandse melkgeitenhouderij en de productie van geitenmelk Geitenmelkprijsvergelijking

4 Voorwoord Het zou me onderhand verbazen als dit een voorwoord zou worden dat sprak over een rustig afgelopen jaar, goede prijzen en uitmuntende resultaten. De laatste jaren hebben immers in het teken gestaan van hectiek, media-aandacht en zorgen. Grote zorgen welteverstaan. Zorgen over ons imago, over onze kost- en opbrengstprijs, kortom over ons voortbestaan. We zijn nog niet van de agenda af, zowel politiek als maatschappelijk liggen we onder vuur. Als u eerlijk aan mij vraagt, verdient deze sector dit? Dan is mijn antwoord nee! Zelden heb ik een sector van dichtbij mee mogen maken met zoveel passie en ambitie. Zoveel trots en gedrevenheid. Zoveel vasthoudendheid. Goede ondernemers, maar met het tij niet mee. Toch troost ik mij met de gedachte dat mensen het verschil maken. Mensen in uw omgeving, maar ook uzelf. Van een hoge melkprijs worden we blij, maar mensen maken ons gelukkig. Over goede technische resultaten zijn we tevreden, maar we willen ze maar wat graag delen met anderen om ons heen. Andersom werkt het ook zo, niet de sector is goed bezig. Dat bent u als individuele ondernemer. U bepaalt voor een deel het imago en de uitstraling van de sector. Door uw bedrijf, uw product of uw plaats in de samenleving. Een bekend lied spreekt van het verleggen van een steen in de rivier waardoor deze anders stroomt dan voorheen. U, beste ondernemers, u bepaalt mede de loop van de rivier. Door het bijdragen van uw steentje aan de sector, op welke manier dan ook. Wees u bewust dat uw inzet gevolgen kan hebben voor een groter geheel, zowel positief als negatief. Als we de kracht die in onze sector schuil gaat kunnen bundelen en inzetten voor een hoger doel dan kan de loop van de rivier wel eens behoorlijk veranderen. We hebben namelijk alleen maar keien van ondernemers in onze sector. Ik wens u allen toe dat de toekomst zal worden wat u er van verlangt. Dat het u brengen zal wat u wenst. Privé en in het bedrijf. Maar vooral ook : Wees de verandering die je in de wereld wilt zien. Het zou wel eens de eerste steen kunnen worden. Jeannette van de Ven, Voorzitter LTO Melkgeitenhouderij Geitenmelkprijsvergelijking

5 1. Inleiding en leeswijzer In opdracht van de LTO vakgroep Melkgeitenhouderij wordt door het Productschap Zuivel vanaf januari 2007 een melkprijsvergelijking voor geitenmelk uitgevoerd. De uitkomsten worden tweemaandelijks gepubliceerd op de internetsite van het Productschap Zuivel ( De vergelijkbare melkprijzen worden berekend voor een standaardbedrijf. Bij de gekozen methode wordt op basis van de door de verschillende afnemers gehanteerde uitbetalingssystemen een melkprijs berekend. Deze melkprijs zou een melkgeitenhouder ontvangen wanneer de melk met een bepaalde vet- en eiwitsamenstelling, kwaliteit, hoeveelheid en productiepatroon zou zijn geleverd aan de desbetreffende afnemer. Benadrukt moet worden dat het géén vergelijking is van de gemiddeld uitbetaalde melkprijzen. De gemiddeld door een geitenzuivelonderneming uitbetaalde melkprijs is afhankelijk van de werkelijke samenstelling, kwaliteit en hoeveelheid van de geleverde melk. Ook kunnen op basis van de berekende melkprijzen geen conclusies worden getrokken over de prestaties van de ondernemingen. Hierbij spelen immers veel meer factoren dan alleen de uitbetaalde melkprijs een rol. Na afloop van het kalenderjaar wordt een melkprijsvergelijking gepresenteerd met de berekende melkprijzen voor het desbetreffende jaar. Deze jaarlijkse melkprijsvergelijking verschijnt wanneer de (meeste) nabetalingen over het voorgaande kalenderjaar bekend zijn en dus verwerkt kunnen worden in de berekende melkprijzen. Doordat sommige ondernemingen de hoogte van hun (definitieve) melkprijs baseren op de melkprijzen van andere ondernemingen, kunnen er nog nabetalingen en/of correcties plaatsvinden na verschijning van dit rapport. In deze publicatie zijn in hoofdstuk 2 de berekende melkprijzen voor het kalenderjaar 2011 weergegeven (paragraaf 2.1) en een toelichting op de berekende melkprijzen per onderneming (paragraaf 2.2). In hoofdstuk 3 is de ontwikkeling van de melkprijzen vanaf 2006 weergegeven. In paragraaf 3.1 staan de berekende melkprijzen voor de kalenderjaren 2006 t/m 2011 en in paragraaf 3.2 de ontwikkeling van de voorschotmelkprijzen in 2012 ten opzichte van voorgaande jaren. In hoofdstuk 4 is een vergelijking gemaakt tussen de geiten- en koemelkprijzen. In bijlage 1 wordt het doel, de gehanteerde methode en de uitgangspunten van de melkprijsvergelijking nader beschreven. In bijlage 2 worden de melkprijzen 2011 voor een jaarlijks geleverde hoeveelheid melk van , en kg weergegeven. In bijlage 3 staan enkele kengetallen van de Nederlandse melkgeitenhouderij en de productie van geitenmelk. Geitenmelkprijsvergelijking

6 2. Melkprijzen Melkprijsvergelijking 2011 In tabel 1 staan de berekende melkprijzen voor het kalenderjaar 2011 en een vergelijking met In deze tabel zijn de nabetalingen over de in 2011 geleverde melk verwerkt voor zover deze door de melkgeitenhouders uiterlijk in mei 2012 zijn ontvangen. Dit geldt ook voor de melkprijzen 2010, waarin dus ook alle nabetalingen tot en met mei 2012 zijn verwerkt. Tabel 1 Melkprijzen 2011 en 2010 In euro per 100 kg standaardmelk bij een jaarleverantie van kg (exclusief BTW en inclusief nabetalingen t/m mei 2012) Melkprijs 2011 Rang 2011 Melkprijs 2010 Rang BGNN 43, ,25 1 3,26 Amalthea 41, ,67 6 5,31 CBM 41, ,82 3 3,10 HGM 41, ,30 4 3,59 Henri Willig 41, ,06 2 2,60 De Jong Cheese 41, ,43 7 5,97 Bettinehoeve 40, ,17 5 2,62 Milkconnect 40, ,17 8 7,39 Gemiddeld (rekenkundig) 41,71 37,48 4,23 NB De melkprijzen van HGM en Henri Willig en daarom ook het gemiddelde van 2011 wijken af van de vorige publicatie Geitenmelkprijsvergelijking 2010 vanwege latere nabetalingen, zie paragraaf voor een verdere toelichting. Na het prijsdal in 2010 hebben de melkprijzen zich in de loop van 2011 hersteld en is de gemiddelde melkprijs met 4,23 (ofwel 11,3%) gestegen naar 41,71 per 100 kg standaardmelk. Ondanks deze forse stijging ligt de melkprijs in 2011 nog steeds onder het gemiddelde van de voorgaande jaren (zie paragraaf 3.1). De ranglijst wordt (opnieuw) aangevoerd door BGNN. Amalthea is gestegen naar de 2 e positie, terwijl CBM en HGM dezelfde positie op de ranglijst hebben als vorig jaar. Henri Willig en De Jong Cheese volgen op de 5 e en 6 e plaats, waarbij het opvalt dat de verschillen tussen de nummers 2 t/m 6 relatief gering zijn. Bettinehoeve en Milkconnect sluiten de rij, ondanks dat de melkprijs van laatstgenoemde in 2011 het meest is gestegen. Geitenmelkprijsvergelijking

7 2.2 Toelichting berekening melkprijzen Algemeen Bij het berekenen van de definitieve melkprijs over 2011 worden alle betalingen meegenomen die betrekking hebben op de in het kalenderjaar 2011 geleverde hoeveelheid melk en uitgekeerd zijn t/m 31 mei Naast het maandelijkse melkgeld betreft dit ook de incidentele betalingen en de nabetalingen. Onder incidentele betalingen worden bijvoorbeeld de kwaliteitstoeslagen van CBM verstaan, die per kwartaal worden uitgekeerd. Ook prijsverhogingen met terugwerkende kracht worden als incidentele betaling verwerkt. Nabetalingen betreft betalingen die zijn uitgekeerd na afloop van het kalenderjaar Toelichting per afnemer Coöperatie BGNN B.A ,74 42,99 Voorschot melkgeld 3.131,70 0,52 Nabetaling april ,44 43,51 Melkprijs BGNN heeft met de melkgeldafrekening van december 2011 een voorschotnabetaling gedaan van 1 per 100 kg (incl. BTW). Omdat deze betaling is gedaan gedurende het kalenderjaar is deze als incidentele betaling verwerkt in de berekende voorschotmelkprijs. Met de melkgeldafrekening van april 2012 betaald in mei 2012 heeft BGNN een nabetaling over 2011 uitgekeerd van 0,55 inclusief BTW ofwel 0,52 exclusief BTW 1 per 100 kg standaardmelk. Over 2010 heeft BGNN geen voorschotnabetaling gedaan en was de nabetaling met de melkgeldafrekening van april ,19 per 100 kg. Amalthea, coöperatie van geitenhouders u.a ,50 39,34 Voorschot melkgeld 8.271,00 1,26 Voorschotnabetaling januari ,50 1,38 Definitieve nabetaling mei ,00 41,97 Melkprijs Gedurende 2011 heeft Amalthea met terugwerkende kracht de melkprijzen verhoogd en reeds een voorschotnabetaling gedaan. Deze prijsverhogingen zijn verwerkt in de berekende voorschotmelkprijs. Met de melkgeldafrekeningen van januari 2012 (voorschot) en in mei 2012 (definitief) hebben de melkgeitenhouders die aan Amalthea leveren, een nabetaling ontvangen. De nabetaling is als volgt: voorschot definitief Kwaliteitsbonus per kg melk (incl. BTW) 0,064 Nabetaling per kg vet (incl. BTW) 0,1087 0,12076 Nabetaling per kg eiwit (incl. BTW) 0,2397 0,25926 Per kg standaardmelk (excl. BTW) 1,26 1,38 De totale nabetaling over 2011 is 2,64 (2010: 2,21) per 100 kg. 1 Uitgaande van 5,374% BTW (Landbouwforfait) Geitenmelkprijsvergelijking

8 CBM, Coöperatieve Belangenvereniging Melkgeitenhouderij Midden Nederland u.a ,60 41,34 Maandelijks melkgeld 537,19 0,09 Kwartaal toeslagen 1 e klasse melk ,79 41,43 Voorschot melkgeld 2.954,31 0,49 Voorschotnabetaling januari ,10 41,92 Melkprijs Voor melk zonder kortingspunten keert CBM per kwartaal een kwaliteitstoeslag uit. Voor het standaardbedrijf met 1 e klasse melk is in 2012 in totaal 537,19 berekend ofwel 0,09 per 100 kg melk. Omdat de melkprijsvergelijking is gebaseerd op een standaardbedrijf met 1 e klasse melk zijn deze toeslagen verwerkt in de berekende melkprijs. CBM heeft over 2011 met de melkgeldafrekening van januari 2012 een voorschotnabetaling uitgekeerd van 0,066 per kg vet en eiwit ofwel 0,49 per 100 kg standaardmelk. Over 2010 heeft CBM geen nabetaling uitgekeerd. HGM, Holland Geiten Melk B.V ,10 40,38 Voorschot melkgeld 5.460,00 0,91 Nabetaling maart ,00 0,60 Planningsbonus ,10 41,89 Melkprijs HGM heeft met de melkgeldafrekening van maart 2012 een nabetaling over 2011 uitgekeerd van 0,91 per 100 kg. Daarnaast is in mei 2012 de planningsbonus van 0,60 per 100 kg uitgekeerd. Hiermee komt de totale nabetaling over 2011 op 1,51 per 100 kg standaardmelk. Met ingang van 2011 heeft HGM een planningsbonus ingevoerd. De melkgeitenhouders doen vooraf een productieopgave. Indien de werkelijk geleverde hoeveelheid melk hoger is dan 75% en lager dan 125% van de productieopgave krijgen de melkgeitenhouders een bonus van 0,3 cent per kg geleverde melk. Ligt de geleverde hoeveelheid tussen de 90 en 110% dan is de bonus 0,6 cent. Aangezien het overgrote deel (meer dan 2/3) van de melkgeitenhouders de maximale bonus heeft ontvangen is in de berekende melkprijs een bonus van 0,60 opgenomen. In december 2011 is de planningsbonus en een nabetaling van 0,17 per 100 kg over 2010 uitgekeerd. Na verwerking hiervan is de berekende melkprijs over 2010 gestegen van 37,53 (vorige publicatie) naar 38,30 per 100 kg melk. In december 2011 hebben de melkgeitenhouders, die aan HGM leveren ook nog een nabetaling gehad over de in 2009 geleverde melk van 0,23. Deze is verwerkt in de melkprijs van 2009 die daarmee uitkomt op 44,81, zie paragraaf 3.1. Kaasmakerij Henri Willig B.V ,50 41,65 Melkprijs Geitenmelkprijsvergelijking

9 Henri Willig heeft over 2011 geen nabetaling uitgekeerd. Wel heeft Henri Willig met de melkgeldafrekening van augustus 2011 over 2010 een nabetaling uitgekeerd van 0,28 2 per 100 kg. Deze nabetaling is verwerkt in de berekende melkprijs 2010, die daarmee uitkomt op 39,06 (was 37,78 in de vorige publicatie).. Bettinehoeve B.V ,01 39,81 Voorschot melkgeld 522,00 0,09 Nabetaling 1 e klasse melk januari ,23 0,89 Prijscorrectie maart ,24 40,79 Melkprijs Achteraf heeft Bettinehoeve de melkprijzen over 2011 verhoogd met 0,05 per kg vet en 0,201 per kg eiwit ofwel 0,89 per 100 kg standaardmelk. Deze prijscorrectie is uitbetaald met de melkgeldafrekening van maart Naast deze nabetaling hebben de melkgeitenhouders na afloop van 2011 ook de kwaliteitstoeslag voor 1 e klasse melk ontvangen van 0,09 per 100 kg melk. De Jong Cheese ,49 40,04 Voorschot melkgeld 8.160,00 1,36 Nabetaling ,49 41,40 Melkprijs De Jong Cheese heeft met het melkgeld van januari 2012 een nabetaling uitgekeerd van 1,36 per 100 kg melk. Vorig jaar werd de kwantumtoeslag na afloop van het kalenderjaar uitgekeerd, maar vanaf 2011 ontvangen de melkgeitenhouders deze toeslag met het maandelijkse melkgeld. Milkconnect B.V ,08 40,55 Melkprijs Milkconnect keert geen nabetalingen uit.. 2 Op basis van nadere details wijkt dit bedrag iets af van de in de vorige publicatie Geitenmelkprijsvergelijking 2010 aangekondigde nabetaling van 0,32 per 100 kg standaardmelk. Geitenmelkprijsvergelijking

10 /100 kg 3. Ontwikkeling melkprijzen vanaf Melkprijzen 2006 t/m 2011 In tabel 2 staan de berekende melkprijzen vanaf 2006 inclusief alle t/m 31 mei 2012 uitgekeerde nabetalingen. Hieruit blijkt, dat de melkprijzen in 2011 lager waren dan het gemiddelde in de voorgaande 5 jaar (2006 t/m 2010). Sinds 2006 zijn de jaarlijkse melkprijzen in 2007 en 2008 eerst gestegen met respectievelijk 7,0% (t.o.v. 2006) en 8,2% (t.o.v. 2007), maar vervolgens in 2009 gedaald met 7,6% en in 2010 met 15,4%. Tabel 2 Melkprijzen 2006 t/m 2011 In euro per 100 kg standaardmelk bij een jaarleverantie van kg (exclusief BTW en inclusief alle nabetalingen t/m 31 mei 2012 ontvangen) gem BGNN 42,13 45,84 48,31 46,07 40,25 44,52 43,51 HGM 41,78 44,35 48,22 44,81 38,30 43,49 41,89 Henri Willig 41,85 44,22 48,55 43,65 39,06 43,47 41,65 CBM 40,73 44,90 48,46 43,67 38,82 43,32 41,92 Bettinehoeve 40,59 43,77 48,25 45,61 38,17 43,28 40,79 De Jong Cheese 41,47 44,57 47,39 45,53 35,43 42,88 41,40 Milkconnect 48,35 33,17 40,76 40,55 Amalthea 41,36 42,46 46,34 36,73 36,67 40,71 41,97 Gemiddeld (rekenkundig) 41,42 44,30 47,93 44,30 37,48 43,09 41,71 t.o.v. vorig jaar 2,88 3,63-3,63-6,82 4,23 idem% 7,0% 8,2% -7,6% -15,4% 11,3% 3.2 Ontwikkeling voorschotmelkprijzen t/m juni 2012 Uit grafiek 1 blijkt dat de melkprijzen sinds het dal van medio 2011 duidelijk zijn hersteld en momenteel (juni 2012) niet alleen veel hoger zijn dan vorig jaar, maar ook boven het gemiddelde van 2006 t/m 2010 liggen. Grafiek 1 Ontwikkeling maandelijkse voorschotprijzen vanaf januari 2006 t/m juni 2012 In euro per 100 kg standaardmelk jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec gem06-10 Geitenmelkprijsvergelijking

11 mei-06 jul-06 sep-06 nov-06 jan-07 mrt-07 mei-07 jul-07 sep-07 nov-07 jan-08 mrt-08 mei-08 jul-08 sep-08 nov-08 jan-09 mrt-09 mei-09 jul-09 sep-09 nov-09 jan-10 mrt-10 mei-10 jul-10 sep-10 nov-10 jan-11 mrt-11 mei-11 jul-11 sep-11 nov-11 jan-12 mrt-12 mei-12 /100 kg 4. Vergelijking geiten- en koemelkprijzen Gebaseerd op de uitkomsten van deze geitenmelkprijsvergelijking en de door FrieslandCampina sinds 2006 jaarlijks uitbetaalde melkprijzen, kan geconcludeerd worden dat de afgelopen jaren de geitenmelkprijs gemiddeld zo n dubbeltje per kg hoger ligt dan de koemelkprijs. Omdat melk van zowel geiten als koeien wordt verwerkt tot zuivelproducten lijkt het interessant om te zien of er ook een relatie is tussen ontwikkeling van de maandelijks uitbetaalde melkprijzen. Hiertoe zijn de gemiddelde Nederlandse geitenmelkprijzen vergeleken met de melkprijzen van FrieslandCampina. Omdat de hoogte van de maandelijks uitbetaalde melkprijzen van veel factoren afhankelijk is, is gekozen om het belangrijkste onderdeel van de melkprijs, namelijk de vet- en eiwitwaarde met elkaar te vergelijken. In grafiek 2 zijn de berekende vet- en eiwitwaarden van FrieslandCampina (gebaseerd op 4,41% vet en 3,47 eiwit) vergeleken met de gemiddelde vet- en eiwitwaarden van de verwerkers uit deze geitenmelkprijsvergelijking (bij de gemiddelde gehalten van 4,11% vet en 3,40% eiwit). Grafiek 2 Vet- en eiwitwaarde geitenmelk en FrieslandCampina In euro per 100 kg geitenmelk met 4,11% vet en 3,40% eiwit respectievelijk koemelk met 4,41% vet en 3,47% eiwit Geitenmelk FrieslandCampina Allereerst moet opgemerkt worden, dat de melkprijs bestaat uit meer dan alleen de vet- en eiwitwaarde en daarom uit grafiek 2 geen conclusies kunnen worden getrokken betreffende het absolute prijsverschil tussen geiten- en koemelk. Opvallend zijn de vaak tegengestelde prijsbewegingen van geiten- en koemelk en de grotere schommelingen van de koemelkprijzen. De record koemelkprijzen eind 2007 en de daarop ook historische prijsval in de loop van 2009 komen duidelijk tot uitdrukking in grafiek 2. De geitenmelkprijzen bewegen in deze jaren in dezelfde richting. Wel met enige vertraging ten opzichte van koemelk, maar veel minder heftig. Wanneer de koemelkprijzen zich eind 2009 en in 2010 herstellen, blijven de geitenmelkprijzen dalen. Pas in de loop van 2011 beginnen de geitenmelkprijzen weer te stijgen. Deze stijging zet in 2012 duidelijk door, terwijl de koemelkprijzen weer dalen. Geitenmelkprijsvergelijking

12 Bijlage 1: Doel, gehanteerde methode en uitgangspunten Doel Het doel van de geitenmelkprijsvergelijking is om te komen tot meer transparantie in de door de afnemers uitbetaalde melkprijzen. Dit gebeurt door de uitbetaalde melkprijzen van afnemers van Nederlandse geitenmelk met elkaar te vergelijken. Methode en uitgangspunten Bij de gekozen methode wordt op basis van de door de verschillende afnemers gehanteerde uitbetalingssystemen berekend welke prijs een melkgeitenhouder zou ontvangen wanneer de melk met een bepaalde vet- en eiwitsamenstelling, kwaliteit, hoeveelheid en productiepatroon zou zijn geleverd aan de desbetreffende afnemer. Voor het verkrijgen van informatie over de uitbetalingssystemen en -bedragen is gebruik gemaakt van afschriften van melkgeldafrekeningen van melkgeitenhouders, alsmede aanvullende informatie van melkgeitenhouders en afnemers. De vergelijkbare geitenmelkprijs wordt berekend voor een standaardbedrijf. Het standaardbedrijf wordt gekenmerkt door een jaarlijks geleverde hoeveelheid melk van kg en een standaardproductiepatroon met maandelijks variërende hoeveelheden melk, vet- en eiwitgehalten. Tabel 4 Standaardproductiepatroon Jan Feb Mrt April Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec Totaal % 5,20 5,60 7,90 8,80 10,00 10,30 10,40 10,30 9,30 8,50 7,20 6, kg %vet 4,50 4,60 4,50 4,20 4,00 3,90 3,70 3,80 3,90 4,10 4,30 4,50 4,108 %eiwit 3,70 3,60 3,60 3,40 3,30 3,20 3,20 3,20 3,30 3,50 3,60 3,70 3,404 De jaarlijks gemiddelde vet- en eiwitgehalten van het standaardbedrijf zijn 4,108 respectievelijk 3,404%. Het standaardbedrijf levert jaarlijks in totaal kg vet en eiwit. In de melkprijsvergelijking wordt uitgegaan van 1 e klas melk. Deze melk voldoet aan de volgende criteria: - Geen melkvreemde bacteriegroeiremmende stoffen; - Kiemgetal < per ml; - Geen sporen van boterzuurbacteriën. Aangezien de verplichte PZ-heffing 3 geen invloed heeft op verschillen in melkprijzen tussen ondernemingen en niets te maken heeft met de uitbetalingscapaciteit van de ondernemingen, wordt deze heffing niet meegenomen bij het berekenen van de melkprijs. 3 De PZ-heffing op geitenmelk ten laste van de melkgeitenhouder is 6 cent per 100 kg. Geitenmelkprijsvergelijking

13 Geïnvesteerd vermogen Bij de berekening van de definitieve melkprijzen heeft geen correctie plaatsgevonden voor het door de leden in de geitenzuivelonderneming geïnvesteerde vermogen. Indien er bij een coöperatie sprake is van ledenfinanciering en de leden zouden over het door hun ingebrachte kapitaal geen marktconforme vergoeding krijgen, dan is de hoogte van de melkprijs niet alleen een vergoeding voor de geleverde melk maar ook voor het geleverde kapitaal. In dat geval zou de melkprijs hiervoor gecorrigeerd moeten worden. Omdat de deelnemende coöperaties in het algemeen een marktconforme vergoeding betalen over het door de leden in de coöperatie geïnvesteerd vermogen, zijn de melkprijzen niet gecorrigeerd. In deze publicatie is dit per coöperatie verder toegelicht. HGM, Bettinehoeve, Henri Willig, De Jong Cheese en Milkconnect zijn private ondernemingen, waarbij de leveranciers niet hoeven te investeren in de onderneming. Een eventuele correctie van de melkprijs voor geïnvesteerd vermogen is bij deze ondernemingen daarom niet aan de orde. Geitenmelkprijsvergelijking

14 Bijlage 2: Melkprijzen 2011 bij jaarleveranties van , en kg In tabel 5 staan de berekende melkprijzen 2011 voor het standaardbedrijf met een jaarleverantie van kg, alsmede bij een jaarleverantie van en kg. Tabel 5 Melkprijzen 2011 bij een jaarleverantie van , en kg In euro per 100 kg standaardmelk Amalthea 41,33 41,97 42,13 0,80 BGNN 43,23 43,51 43,65 0,43 CBM 41,72 41,92 42,02 0,30 Bettinehoeve 39,97 40,79 41,51 1,54 HGM 41,37 41,89 42,18 0,81 Henri Willig 41,43 41,65 41,76 0,33 De Jong Cheese 41,08 41,40 41,63 0,54 Milkconnect 40,05 40,55 40,80 0,75 Gemiddeld (rekenkundig) 41,27 41,71 41,96 0,69 De hoogte van de berekende melkprijs is afhankelijk van de jaarlijks geleverde hoeveelheid melk door het bedrag aan ingehouden vaste kosten en eventuele kwantumtoeslagen. Grotere bedrijven ontvangen een hogere toeslag en/of kunnen de vaste inhoudingen per maand uitsmeren over een grotere hoeveelheid melk waardoor de berekende melkprijs per 100 kg toeneemt. Geitenmelkprijsvergelijking

15 Bijlage 3: Kengetallen van de Nederlandse melkgeitenhouderij en de productie van geitenmelk Na een geleidelijke groei in de afgelopen jaren en de sterke afname in 2010 is in 2011 de omvang van de Nederlandse melkgeitenhouderij en de productie van geitenmelk weer iets gestegen. In 2011 waren er 329 (2010:334) bedrijven met 100 en meer melkgeiten, terwijl het totale aantal melkgeiten met bijna is toegenomen naar Grafiek 2 Ontwikkeling aantallen melkgeiten (x 1.000) en bedrijven met meer dan 100 melkgeiten vanaf bedrijven geiten (x 1.000) Bron: Productschap Zuivel, Statistisch Jaaroverzicht 2011 De totale geschatte geitenmelkproductie is in mln kg ofwel 3 mln kg meer dan in Grafiek 3 Ontwikkeling productie van geitenmelk in Nederland vanaf 2000 Schatting Bron: Productschap Zuivel, Statistisch Jaaroverzicht 2011 Geitenmelkprijsvergelijking