COMMISSIE TER BEGELEIDING VAN DE POLITIEHERVORMING OP LOKAAL NIVEAU

Transcriptie

1 COMMISSIE TER BEGELEIDING VAN DE POLITIEHERVORMING OP LOKAAL NIVEAU TWEEDE EVALUATIEVERSLAG APRIL 2005 page 1

2 INHOUDSOPGAVE : DEEL I : DE BEGELEIDINGSCOMMISSIE : EEN OVERZICHT INLEIDING SAMENSTELLING COMMISSIE MAKEN DEEL UIT VAN DE COMMISSIE : WERDEN ALS PERMANENTE DESKUNDIGEN TOEGEVOEGD AAN DE VERGADERING: OPDRACHT VAN DE COMMISSIE OVERZICHT HUIDIG RAPPORT EN BEHANDELDE ONDERWERPEN DEEL II : STAND VAN ZAKEN EERDER BEHANDELDE THEMA S HET FINANCIERINGSMECHANISME VAN DE LOKALE POLITIE DE INITIËLE AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE ALGEMEEN IN HET BIJZONDER DE SOCIALE DOTATIE Met betrekking tot de sociale dotatie I : Met betrekking tot de sociale toelage II : BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER DE FEDERALE DOTATIE DE SOCIALE TOELAGE I INTRAZONALE VERDEELSLEUTEL VASTSTELLINGEN NIEUWE AANBEVELINGEN HET ARRONDISSEMENTEEL INFORMATIEKRUISPUNT (AIK) INITIËLE AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE HET ALGEMEEN CONCEPT AIK HET CONCEPT BESTUURLIJKE POLITIE HET TECHNISCHE LUIK HET PERSONEEL DE AANSTURING DOOR DE BESTUURLIJKE EN GERECHTELIJKE OVERHEDEN BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER NIEUWE AANBEVELINGEN HET COMMUNICATIE- EN INFORMATIECENTRUM (CIC) N.V. ASTRID INITIËLE AANBEVELINGEN/VOORSTELLEN VAN DE COMMISSIE INZAKE HET CIC EN DE N.V. ASTRID page 2

3 DE DIENSTVERLENING DOOR HET CIC HET NETWERK NV ASTRID EN DE RADIO-APPARATUUR BESTAFFING CIC OP HET VLAK VAN INFORMATIEVERSTREKKING BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER VASTSTELLINGEN VAN DE COMMISSIE VERANTWOORDELIJKHEIDSDOMEIN NV ASTRID Op het vlak van abonnementen en materieel Op het vlak van voldoende dekking Op het vlak van de CAD-viewer VERANTWOORDELIJKHEIDSDOMEIN FEDERALE POLITIE Op het vlak radio(procedures) VERANTWOORDELIJKHEIDSDOMEIN LOKALE POLITIE Op het vlak van radiodiscipline ervaringen CICOV (Oost-Vlaanderen) NIEUWE AANBEVELINGEN VERANTWOORDELIJKHEIDSDOMEIN NV ASTRID VERANTWOORDELIJKHEIDSDOMEIN FEDERALE POLITIE VERANTWOORDELIJKHEIDSDOMEIN LOKALE POLITIE VERANTWOORDELIJKHEIDSDOMEIN FEDERALE REGERING DE WERKING VAN HET SOCIAAL SECRETARIAAT VAN DE GEÏNTEGREERDE POLITIE (S.S.G.P.I.), DE CENTRALE DIENST VOOR VASTE UITGAVEN (C.D.V.U.) EN DE BIJZONDER REKENPLICHTIGEN INITIËLE AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE INZAKE SAMENWERKING SSGPI CDVU BIJZONDER REKENPLICHTIGE: PROCESTEKENING, ANALYSE EN BIJSTURING VAN DE OUTPUT INZAKE STATUUT BIJZONDERE REKENPLICHTIGEN BESLISSINGEN MINISTERRAAD VAN 30/31 MAART MET BETREKKING TOT VERHOUDING SSGPI CDVU-BIJZONDER REKENPLICHTIGE MET BETREKKING TOT HET STATUUT VAN DE BIJZONDER REKENPLICHTIGE : EVOLUTIE VAN HET DOSSIER INZAKE DE WERKING EN VERHOUDING SSGPI CDVU Communicatie tussen de partners : Verzelfstandigd en geïntegreerd secretariaat (voorheen SSGPI): Definitieve mandaten / bestanden aan te leveren door de CDVU: Boetestelsel RSZPPO : Versterkingen en procedures CDVU Regularisatie 2001 : loonverwerking van de politie, rapport Deloitte en Touche INZAKE HET STATUUT BIJZONDER REKENPLICHTIGE Opdracht Momentele hinderpalen en kritische succesfactoren Uitgewerkt voorstel subcommissie NIEUWE AANBEVELINGEN INZAKE SSGPI CDVU BIJZONDER REKENPLICHTIGE INZAKE HET STATUUT VAN DE BIJZONDER REKENPLICHTIGE page 3

4 9. OVERDRACHT GEBOUWEN LOKALE POLITIE VOORSTEL EN AANBEVELING DOOR DE COMMISSIE BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER NIEUWE AANBEVELINGEN DE INTERZONALE SAMENWERKING VAN DE LOKALE POLITIE INITIËLE VOORSTELLEN EN AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER VASTSTELLINGEN NIEUWE AANBEVELINGEN DE POSITIE EN WERKING VAN HET INTERMEDIAIR NIVEAU (DIRCO) INITIËLE AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER VERGADERING VAN 1 OKTOBER VERGADERING VAN 26 NOVEMBER Toelichting van deze nota De inleiding Hoofdstuk I: de geintegreerde werking Hoofdstuk II : steun aan de overheden en aan de politiezones Hoofstuk III: steun aan de gedeconcentreerde gerechtelijke dienst Hoofdstuk IV :eigen opdrachten van de dirco Hoofdstuk V : actieplan afleggen van rekenschap en verslaggeving VASTSTELLINGEN NIEUWE AANBEVELINGEN DE STEUNVERLENING VAN DE FEDERALE POLITIE AAN DE GEÏNTEGREERDE WERKING EN AAN DE LOKALE POLITIE INITIËLE AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE VASTSTELLINGEN VAN DE COMMISSIE VOORSTELLEN VAN DE COMMISSIE BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER NIEUWE VASTELLINGEN EN / OF AANBEVELINGENEN DE GEHYPOTHEKEERDE CAPACITEIT VAN DE LOKALE POLITIE VOORSTELLEN EN AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE VOORGESTELD CONCEPT : VERDERE UITWERKING VAN HET CONCEPT BEWAKING VAN HET CONCEPT : ROL VAN DE DIRCO BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER TUSSENTIJDSE EVALUATIE VAN DE NIEUWE MFO2 (SINDS AUGUSTUS 2004) NIEUWE VASTSTELLINGEN EN / OF AANBEVELINGEN DE OMZENDBRIEF PREV 19 INZAKE TECHNOPREVENTIEVE ADVISEURS page 4

5 14.1. INITIËLE AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE BESLISSINGEN BIJZONDERE MINISTERRAAD VAN 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER NIEUWE AANBEVELINGEN DE OPRICHTING VAN HET VEILIGHEIDSKORPS INITIËLE VOORSTELLEN EN AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER DE OPDRACHTEN VAN HET VEILIGHEIDSKORPS Herinnering : Bevoegdheden van de veiligheidsbeambte : organisatie van het korps De opleiding NIEUWE AANBEVELINGEN DE GESCO S VOORSTEL EN AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE DOSSIER NIEUWE VASTSTELLINGEN EN/OF AANBEVELINGEN DE ADVIESRAAD VOOR BURGEMEESTERS EN DE VASTE COMMISSIE VAN DE LOKALE POLITIE INITIËLE AANBEVELINGEN VOOR DE ADVIESRAAD VOOR DE VASTE COMMISSIE BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER EVOLUTIE ADVIESRAAD EVOLUTIE VASTE COMMISSIE NIEUWE AANBEVELINGEN HET BOETEFONDS INITIËLE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER NIEUWE VASTSTELLINGEN EN/OF AANBEVELINGEN VERHOGEN VAN DE OPERATIONELE INZETBAARHEID VAN DE POLITIE INLEIDING INITIËLE FICHE : BESPREKING EN DUIDING INZAKE VERHOGING OPERATIONELE INZETBAARHEID VAN DE POLITIE HET AIK : evolutie dossier HET CIC : verdere evolutie DE INTERZONALE SAMENWERKING evolutie van het dossier page 5

6 DE POSITIE EN DE WERKING VAN HET INTERMEDIAIR NIVEAU DIRCO verdere evolutie van het dossier STEUNVERLENING VANWEGE DE FEDERALE POLITIE : verdere evolutie GEHYPOTHEKEERDE CAPACITEIT : verdere evolutie HET VEILIGHEIDSKORPS : verdere evolutie DE AANDACHTSPUNTEN VAN HET TE ONDERHANDELEN STATUUT evolutie dossier HET BOETEFONDS : verdere evolutie HET VERMINDEREN VAN HET AANTAL KANTSCHRIFTEN evolutie van het dossier DE 2500 EQUIVALENTEN evolutie van het dossier- realisaties ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGING verdere evolutie DEEL III : OVERZICHT NIEUWE BEHANDELDE THEMA S + VERDERE WERKZAAMHEDEN POLITIEONDERWIJS : TYPE, STRUCTUUR EN ORGANISATIE CHRONOLOGIE WERKZAAMHEDEN FICHE POLITIEONDERWIJS BESPREKING EN DUIDING VAN HET PROBLEEM ANALYSE VAN HET PROBLEEM VERDERE EVOLUTIE FINANCIERING VAN DE ERKENDE SCHOLEN GLOBAAL ACTIEPLAN TER VERBETERING VAN HET POLITIEONDERWIJS VASTSTELLINGEN, VOORSTELLEN EN AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE VASTSTELLINGEN EN VOORSTELLEN VAN DE COMMISSIE INFORMATIEHUISHOUDING ANALYSE VAN HET PROBLEEM BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART EVOLUTIE VAN HET DOSSIER Inleiding Basisafhandelingssystemen De centrale ANG VASTSTELLINGEN VOORSTELLEN EN AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE SOCIALE DIENST VAN DE GEINTEGREERDE POLITIE (SSDGPI) SITUATIE VASTGESTELDE PROBLEMEN AANBEVELINGEN DE ADMINISTRATIEVE SANCTIES page 6

7 23.1. ANALYSE VAN HET PROBLEEM POLITIEREGLEMENT: ENKELE AANDACHTSPUNTEN BETREFFENDE DE GEVOLGEN VAN DE INVOERING ERVAN UITWERKING POLITIEREGLEMENT PERSONEELSOPLEIDING TECHNISCHE VASTSTELLINGEN ONDERSTEUNING VAN DE FEDERALE POLITIE RELATIE TUSSEN DE POLITIE EN DE SANCTIONERENDE AMBTENAAR FICHE HULPAGENTEN UNIFORMEN ANALYSE VAN HET PROBLEEM AANBEVELINGEN HET INTERVENTIEKORPS BESLISSING MINISTERRAAD VAN 30/31 MAART STAND VAN ZAKEN VAN HET DOSSIER HERKOMST VAN DE CAPACITEIT INZET Inzet algemeen Inzet gastzones : inzet dirco s VERDERE UITBOUW VAN HET INTERVENTIEKORPS AANBEVELINGEN DOOR DE COMMISSIE ORGANISATIE EN WERKING VAN DE LOKALE POLITIE ALGEMEEN KADER BESLISSINGEN MINISTERRAAD MAART EVOLUTIE DOSSIER AANBEVELINGEN AFLIJNING VAN DE OPDRACHTEN GERELATEERD AAN KERNTAKEN VAN POLITIE ANALYSE VAN HET PROBLEEM BESLISSINGEN MINISTERRAAD MAART VERDERE EVOLUTIE VAN HET DOSSIER VASTSTELLINGEN EN AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE DEEL IV : BIJLAGEN Anomaliën Uitgangspunten Aanbevelingen DEEL V: LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN page 7

8 TEN GELEIDE WOORD VOORAF In oktober 2003 stelde de begeleidingscommissie van de politiehervorming op lokaal niveau haar eerste evaluatierapport voor. De politiehervorming bevond zich nog in volle opstartfase met alle gekende problemen die een hervorming van die omvang kruiden. Toen ging de aandacht vooral naar de basisstructuren op financieel-, logistiek-, organisatorisch- en operationeel vlak. De samenstelling van de begeleidingscommissie en de gevolgde werkwijze, hebben ons toegelaten om de probleemvelden één voor één grondig aan te pakken, duidelijke lijnen te trekken en ook gerichte aanbevelingen te formuleren. Telkenmale werd daarbij gekozen voor een open, bij wijlen harde, maar steeds constructieve dialoog; ook met de talrijke genodigden die zorgden voor de nodige deskundige inbreng. Het heeft niet belet dat het eerste evaluatierapport met unanimiteit en zonder afwijkende minderheidsstandpunten werd goedgekeurd. Het positief onthaal door de beide voogdijministers en de positieve reacties in de commissies Binnenlandse Zaken van Kamer en Senaat, hebben ons gesterkt in de overtuiging dat de vaststellingen en aanbevelingen van het eerste evaluatierapport een beleidsmatig draagvlak hebben gekregen. Al deze elementen hebben de begeleidingscommissie sterk gemotiveerd om door te gaan op de ingeslagen weg. Het was voor de leden van begeleidingscommissie duidelijk dat we ernaar dienden te streven om de hervorming in de diepte uit te bouwen. De groeipijnen van de opstartfase lagen grotendeels achter de rug. Het kwam erop aan om te waken over de opvolging van de beslissingen en van de aanbevelingen uit het eerste rapport. Daarnaast kwam het er op aan te onderzoeken waar en hoe we verder de politiezorg en -werking kwalitatief en kwantitatief konden versterken en optimaliseren. U zult merken dat het merendeel van de themata die hierna page 8

9 TEN GELEIDE worden besproken, terugkoppelen naar de aanbevelingen voor het eerste evaluatierapport. De Ministerraad van 30 en 31 maart 2004 heeft de meeste van deze themata voorzien van een politieke besluitvorming waarop we verder hebben gebouwd. Op die manier heeft de begeleidingscommissie vorm en inhoud proberen te geven aan haar kerntaak: het begeleiden van het groeiproces dat een politiehervorming is. We hebben echter ook de vrijheid genomen om een aantal nieuwe themata aan te snijden. Ze werden ons aangeleverd in een opdrachtbrief van de beide voogdijministers en daarnaast zijn er ook enkele aandachtspunten die ons spontaan, bottom up, vanuit het werkveld werden aangereikt. De begeleidingscommissie heeft ook nu gewerkt volgens de met succes beproefde methode van de open dialoog met alle leden, waar nodig en nuttig aangevuld met externe partners, deskundig in de betrokken topic. Ook nu weer kunnen we een evaluatierapport voorstellen dat met unanimiteit is goedgekeurd. We zijn ervan overtuigd dat we op die manier opnieuw een draagvlak kunnen aanbieden voor de verdere uitdieping en optimalisering van de politiehervorming. Alle direct betrokken actoren en instanties zijn immers vertegenwoordigd in de begeleidingscommissie. Mijn dank gaat uit naar alle leden van de begeleidingscommissie voor hun grote bereidwilligheid en het enthousiasme waarmee ze verder hebben gewerkt aan het succes van de politiehervorming. Mijn dank gaat ook uit naar de talrijk externe deskundigen die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van de besluiten en aanbevelingen. De begeleidingscommissie is groepswerk. Tot slot gaat mijn dank uit naar de directeur en de medewerkers van CGL die vooral de laatste maanden, tegen een hels tempo, hebben gezorgd voor een page 9

10 TEN GELEIDE kwaliteitsvolle ondersteuning van de commissiewerkzaamheden. Zij geven gestalte aan de meerwaarde van ons model van een geïntegreerde politie. Wij hopen dat dit rapport voor de Minister van Binnenlandse Zaken en voor de Minister van Justitie een steun zal zijn bij hun belangrijke taak de politiehervorming op spoor te houden. Prof. Dr. Brice De Ruyver Voorzitter begeleidingscommissie page 10

11 DEEL I : EEN OVERZICHT DEEL I : DE BEGELEIDINGSCOMMISSIE : EEN OVERZICHT 1. INLEIDING De Commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau vindt haar oorsprong in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 257 sexies 1. Bij Koninklijk besluit van 21 maart 2003 werd de samenstelling, de werking, de activiteiten en de eindbeschikkingen vastgelegd. De Commissie werd in de plaats gesteld voor de duur van één jaar, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit. Het besluit trad in werking op datum publicatie in het Belgisch Staatsblad. 2 In oktober 2003 heeft de Commissie een eerste TUSSENTIJDS EVALUATIEVERSLAG neergelegd en bezorgd aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Het rapport bevatte de grondige analyse van 16 politionele thema s die geacht worden van primordiaal belang te zijn voor de efficiënte werking van de lokale politie in het bijzonder en voor de geïntegreerde politiedienst in het algemeen. Alle thema s werden door de Commissie grondig besproken en geanalyseerd. Daarbij kwamen een aantal onvolmaaktheden naar boven. Om aan deze onvolmaaktheden te verhelpen formuleerde de Commissie aanbevelingen. Alle aanbevelingen werden gehonoreerd door zowel de Ministers van Binnenlandse Zaken als van Justitie. 1 Zie verder rubriek 3. Opdracht van de Commissie. 2 B.S. : 28 april 2003 page 11

12 DEEL I : EEN OVERZICHT Het rapport werd tevens bezorgd aan de Commissies Binnenlandse Zaken van de Kamer 3 en van de Senaat 4, waar eveneens de Commissie de kans kreeg het tussentijds rapport toe te lichten. Last but not least werd het rapport gepubliceerd op de internetsite alwaar het grote politie -publiek er kon van kennis nemen. Alle verkregen replieken n.a.v. de publicatie, de hoorzittingen e.d.m., bevestigden zonder meer de gegrondheid, de pertinentie en de geldigheid van het rapport. Een aanzet tot verder werken, tot het verder zetten van de werkzaamheden van de Commissie was aan de orde. Bij Koninklijk besluit van 13 juli 2004 werd bepaald dat het gewenst is om de werkzaamheden van de Commissie te laten continueren. 5 De Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie vertrouwden tevens de opvolging van de werkzaamheden rond de aanbevelingen toe aan de Commissie. In het huidig rapport zullen een aantal nieuwe thema s worden aangeboord maar zal ook aandacht worden geschonken aan de implementering van de eerder geponeerde aanbevelingen. 2. SAMENSTELLING COMMISSIE 2.1. MAKEN DEEL UIT VAN DE COMMISSIE : Brice De Ruyver, Prof. dr., Voorzitter. Vertegenwoordiger van de Eerste Minister. De heer Paul Van Tigchelt, adjunct-kabinetschef van de Minister van Binnenlandse Zaken. Mevrouw Greet Spiessens, adviseur Minister van Binnenlandse Zaken. Fernand Koekelberg, Directeur-generaal SAT vertegenwoordiger van de Minister van Binnenlandse Zaken. 3. De Commissie werd gehoord door de Commissie Binnenlandse Zaken van de Kamer op 5 november De Commissie werd gehoord door de Commissie Binnenlandse Zaken van de Senaat op B.S.: 16 september page 12

13 DEEL I : EEN OVERZICHT Jean-Marie Van Branteghem, directeur CGL, vertegenwoordiger van de Minister van Binnenlandse Zaken. Pascal Petry, adviseur, vertegenwoordiger van de Minister van Justitie. Sophie Brouhon, adviseur, vertegenwoordiger van de Minister van Begroting. Joseph Servotte, adviseur, vertegenwoordiger van de Minister van Sociale Zaken. Willy De Meyer, adviseur, vertegenwoordiger van de Minister die de Regie der Gebouwen onder zijn bevoegdheid heeft, in casu de Minister van Financiën. Dirk Van Nuffel, Roland Vanreusel, Luc Demol en Patrick De Bruyn, korpschefs-hoofdcommissarissen van politie en respectievelijk voorzitter en vice voorzitters van de Vaste Commissie van de lokale politie. John Robert, vertegenwoordiger van de Waalse Vereniging van Steden en Gemeenten. Mark Suykens, Koen Van Heddeghem vertegenwoordigers van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten. Hildegard Schmidt, vertegenwoordiger van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. één waarnemer per Gewest : Ivo Driesen, Vlaams Gewest; Didier Rinskopf Hoofdstedelijk Gewest; David Volant en Pierre Glineur, Waals Gewest. Alain Duchatelet, directeur-generaal, vertegenwoordiger van de federale politie. in functie van de te behandelen thema s kan de voorzitter een beroep doen op experten. Ook de leden kunnen zich laten bijstaan door één of meerdere deskundigen WERDEN ALS PERMANENTE DESKUNDIGEN TOEGEVOEGD AAN DE VERGADERING: Véronique Paulus de Chatelet, gouverneur van het Administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, voor het College van Gouverneurs. Willy Bruggeman, voorzitter van de federale politieraad. Els Goddro, FOD Binnenlandse Zaken, directie-generaal ADVPB. Catherine De Bolle, korpschef-hoofdcommissaris lokale politie Ninove. Marc Garin, korpschef-hoofdcommissaris lokale politie Mons-Quévy. Jean-Marie Brabant, korpschef lokale politiezone Montgomery. Het secretariaat wordt waargenomen door het Administratief en Technisch secretariaat (SAT) van de Minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Sylvie Ricour en Anja Savonet. page 13

14 DEEL I : EEN OVERZICHT 3. OPDRACHT VAN DE COMMISSIE 1. De wettelijke opdrachten van de Commissie zijn : 6 Het berekenen van de meerkosten van de hervorming voor de politiezones; het verlenen van een advies, met betrekking tot de nieuwe opdrachten die worden toevertrouwd aan de politiediensten, over het politieniveau dat ermee belast moet worden en over hun budgettaire weerslag voor het ene of het andere politieniveau; de voorbereiding van een globale evaluatie van alle aspecten van de uit voering van de politiehervorming op lokaal niveau. Deze evaluatie omvat met name een monitoring van alle problemen die met de politiehervorming op lokaal niveau gepaard gaan. 2. Naar aanleiding van het neerleggen van het eerste tussentijds evaluatieverslag kreeg de commissie de bijkomende opdracht om de concretisering en de opvolging van de implementering van de aanbevelingen op te volgen en de stand van zaken dienaangaande mee te delen aan de Regering. 3. Door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie werd de Commissie andermaal duidelijk gemandateerd 7 om haar werkzaamheden te vervolgen. Meer in het bijzonder vroegen de Ministers aan de Commissie om een bijzondere aandacht te schenken aan : (a) de controle van de afwezigheden wegens gezondheidsredenen, (b) de tuchtregeling, (c) de vakbondsonderhandelingen, (d) mobiliteit, (e) beheer van de politionele informatie, (f) opleiding, 6 Zie wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 257 sexies. 7 Brief dd van de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, gericht aan de Commissie. page 14

15 DEEL I : EEN OVERZICHT (g) sociale dienst SSDGPI, (h) het Calog (i) problematiek van de kantschriften (j) problematiek boetefonds (k) rationalisering van de administratieve en sturende taken (administratieve vereenvoudiging) (l) bijzondere aandacht voor het AIK en het CIC 4. OVERZICHT HUIDIG RAPPORT EN BEHANDELDE ONDERWERPEN Het eerste tussentijdse evaluatieverslag oktober 2003, gaf een overzicht van de werkzaamheden van de commissie over de periode van oprichting tot en met 14 oktober In totaal werden 16 topics besproken, geanalyseerd en werden aanbevelingen gericht aan de Regering ter remediëring van de vastgestelde problemen. De Commissie is op haar eerder elan blijven verder werken en heeft tijdens talloze vergaderingen de eerder behandelde onderwerpen 8 terug besproken en een stand van zaken opgemaakt. Uiteraard worden bijkomende onderwerpen behandeld, zoals onder meer de informatiehuishouding, het politieonderwijs, waarover verder meer. Dit rapport omvat in hoofdzaak vijf delen, t.t.z. een (I) eerste inleidend gedeelte, (II) een stand van zaken wat betreft de implementering van de vroegere aanbevelingen, (III) een deel gewijd aan de nieuwe thema s om af te sluiten met een (IV) bijlagen en een laatste deel met (V) veel voorkomende afkortingen. In het eerste gedeelte bespreken we de begeleidingscommissie in het algemeen, verwijzen we naar de wet tot oprichting en naar de Koninklijke besluiten tot uitvoering ervan. Er wordt tevens verwezen naar de diverse mandaten die de leden verkregen door de Ministers én naar toelichtingen die werden verstrekt door de Commissieleden naar aanleiding van het neerleggen van het eerste rapport. 8 Zie rapport : COMMISSIE TER BEGELEIDING VAN DE POLITIEHERVORMING OP LOKAAL NIVEAU, EERSTE TUSSENTIJDS EVALUATIEVERSLAG, oktober 2003, niet gepubliceerd. page 15

16 DEEL I : EEN OVERZICHT In het tweede deel worden de 16 fiches, zoals neergeschreven in het eerste rapport behouden. Deze worden opnieuw weergegeven d.m.v. (a) een samenvatting van de destijds geponeerde aanbevelingen, (b) aangevuld met desgevallend een verwijzing naar de bijzondere Ministerraad van 30/31 maart 2004, (c) de verdere evolutie van het dossier met dan (d) aangevuld met vernieuwde of aangepaste aanbevelingen van de commissie. In het derde deel worden (a) de nieuw behandelde thema s beschreven, met telkens en indien relevant - een (b) verwijzing naar de Ministerraad van 30/31 maart 2004, (c) gevolgd door een eventuele aanbeveling voor het desbetreffend thema. Na het neerleggen van het rapport werd al een nieuwe fiche klaargestoomd, met name over het politieonderwijs. Deze fiche wordt toegevoegd als fiche 17. In het laatste deel worden bijlagen opgenomen om de lectuur van het rapport niet onnodig te verzwaren maar om toch de meer geboeide lezer niet van informatie te ontzien. Terwijl we in het laatste deel de veel voorkomende afkortingen uitschrijven. page 16

17 DEEL II : HET FINANCIERINGSMECHANISME DEEL II : STAND VAN ZAKEN EERDER BEHANDELDE THEMA S 5. HET FINANCIERINGSMECHANISME VAN DE LOKALE POLITIE 5.1. DE INITIËLE AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE ALGEMEEN De Commissie beveelt aan te vertrekken van de volgende principes : (a) De nieuw te berekenen financieringsnorm moet resulteren in een financieringswet, (b) De nieuwe normering, en uiteraard ook de wet, moeten alle criteria van toetsing kunnen doorstaan, zoals objectiviteit, gelijkheidsbeginsel enz. (c) We moeten er rekening mee houden dat volledig abstractie maken met het verleden onmogelijk is. Om historische redenen zullen bepaalde disproportionaliteiten steeds bepaalde hypotheken leggen op elk systeem, (d) De uitgangspunten, zoals vastgelegd in de akkoorden met de Verenigingen van steden en gemeenten en die voornamelijk berusten op de correctiemechanismen, zoals interzonale solidariteit, en begrip voor de precaire situatie van armlastige zones (gemeenten), zullen behouden blijven niettegenstaande de heterogene situatie van het verleden, (e) De nieuw uit te voeren technische berekeningen moeten idealiter vertrekken van de huidige budgettaire massa, zonder een verhoging uit te sluiten indien dit nodig mocht blijken. page 17

18 DEEL II : HET FINANCIERINGSMECHANISME De nieuwe federale dotatie moet ook rekening houden met de overige maatregelen geponeerd in dit verslag. Zo zullen de maatregelen met betrekking tot de oprichting van het veiligheidskorps, het boetefonds, het equivalent van 2500 eenheden (cf. Het Regeerakkoord), het verminderen van het aantal kantschriften, de heronderhandelingen van het statuut specifiek naar arbeidstijdorganisatie, het nieuwe HYCAP-systeem, enz..ook een positieve impact hebben ten opzichte van de budgettaire massa toegekend aan de lokale politie. (Zie hiervoor fiche over de verhoging van de inzetbaarheid van de politie.) Na beslissing van de Regering kan een technische werkgroep worden samengesteld die het conceptuele concreet in berekening brengt en kan ondertussen het wetgevend werk worden aangevat (financieringswet) IN HET BIJZONDER De Commissie stelt voor aan de Regering om de berekeningen uit te voeren op basis van dezelfde effectieven zoals gebruikt bij de initiële berekening. BESLUIT : De Commissie stelt dan ook voor om de federale dotatie voor de zones voor het jaar 2004, net dezelfde dotatie is als in 2003, mits indexering en rekening houdend met de geleidelijke invoering van de Brusselpremie (invoering vanaf 2003 en stijgend naar het maximale bedrag over 5 jaar). Het volledige systeem jaar 2003, met inbegrip van alle daarbijhorende aanpassingen (o.a. artikel 7...) wordt voorlopig bevroren, en toegepast op De Commissie stelt voor om de algemene principes en uitgangspunten van de subcommissie federale dotatie, wat betreft de evolutie naar een nieuw financieringsmechanisme, te honoreren. De Commissie stelt voor om dit concept verder te laten uitwerken met wetenschappelijke ondersteuning, gefinancierd door de FOD Binnenlandse Zaken DE SOCIALE DOTATIE Alhoewel de sociale dotaties op termijn van een verdeling volgens de loonmassa van de overgedragen ex-rijkswachters moeten evolueren page 18

19 DEEL II : HET FINANCIERINGSMECHANISME naar een verdeling volgens een algemene verdeelsleutel dienen deze dotaties steeds afzonderlijk geïdentificeerd te worden Met betrekking tot de sociale dotatie I : het systeem bevriezen voor 2004 stelt voor de zones geen problemen. te streven naar een nieuw financieringsmechanisme. de Commissie stelt voor om de reële op pensioenstelling van de overgedragen ex-rijkswachters op te volgen, hun aandeel in de dotatie te verdelen volgens de algemene verdeelsleutel en het resterende aandeel te blijven verdelen volgens de overgedragen loonmassa en dit tot de op pensioenstelling van de laatste overgedragen ex-rijkswachter. op dat ogenblik zal de totaliteit van de sociale dotatie I verdeeld worden volgens de algemene verdeelsleutel Met betrekking tot de sociale toelage II : de ongewijzigde voortzetting van dit stelsel heeft geen bijkomende invloed op de financiering van de zones BESLISSINGEN MINISTERRAAD 30/31 MAART 2004 Op de Ministerraad werd beslist om de aanbeveling van de commissie te volgen t.t.z. het financieringsmechanisme te herzien met als finaliteit te komen tot een financieringswet. Om een financieringswet voor te bereiden werden door de Ministerraad kredieten vrijgemaakt zodat beroep kan worden gedaan op wetenschappelijke ondersteuning EVOLUTIE VAN HET DOSSIER Op de Ministerraad van werd op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, en naar analogie met de aanbeveling, beslist om de federale dotatie, met zekere beperkingen, te bevriezen, voor de jaren 2004, 2005 en Meer specifiek werd het volgende beslist : page 19

20 DEEL II : HET FINANCIERINGSMECHANISME DE FEDERALE DOTATIE Voor 2004 : Het solidariteitsmechanisme wordt gedeeltelijk bevroren. De terugstorting van het normaal voorziene tweede twaalfde aan de zones die solidariteit verstrekten wordt beperkt tot de helft, zijnde ,53 euro. Het bedrag mag gecompenseerd worden door het federaal solidariteitsfonds (bevriezing van de federale dotatie met uitzondering van de solidariteitsverstrekkers). Voor 2005 en 2006 : Tijdens de jaren 2005 en 2006 wordt het terug te storten bedrag verdubbeld en eveneens gecompenseerd door het federale solidariteitsfonds, onverminderd de bevriezing. Voor 2007 en volgende : zoals beslist in de bijzondere Ministerraad van 30/31 maart 2004 wordt een nieuw financieringssysteem onderzocht voor de lokale politie. Dit systeem zal uitmonden in een financieringswet. Een budget voor wetenschappelijke ondersteuning is uitgetrokken. Verder werd in artikel 485 van de programmawet van 27 december het federaal solidariteitsfonds opgericht DE SOCIALE TOELAGE I Voor 2004 : Conform de aanbevelingen van de begeleidingscommissie werd de sociale toelage voor het jaar 2004 bevroren. Ook de indexatie werd bevroren. Dit laatste gegeven werd trouwens opgemerkt door de Adviesraad van Burgemeesters die zijn verontwaardiging terzake uitdrukte. 9 BS.: Gelet op de totale bevriezing is de sociale toelage 2004 (Koninklijk besluit van 5 december 2004) identiek aan de sociale toelage 2003 (Koninklijk besluit van 21 januari 2003). Zowel voor 2003 als voor 2004 bedroeg de totale enveloppe van de sociale toelage ,31 euro. De enveloppe werd telkens voor 10% verdeeld volgens de KUL-norm en voor 90% volgens de weddecoëfficiënt van augustus Tevens is voorzien in een solidariteitsmechanisme dat integraal wordt gedragen door de politiezones die zich in de situatie 1 of 3 bevinden en waarbij de page 20

21 DEEL II : HET FINANCIERINGSMECHANISME berekening volgens de verdeelsleutel 10/90 voordeliger is dan de berekening aan 100 % in functie van de weddecoëfficiënt. voor 2005: Conform het principe dat het verdelingsmechanisme KULnorm/weddecoëfficiënt jaarlijks progressief zal evolueren in het voordeel van de KUL-normverdeelsleutel, werd de verdeelsleutel voor 2005 federaal bepaald op 15% KUL-norm / 85% weddencoëfficiënt van de maand augustus Het solidariteitsmechanisme bleef ongewijzigd t.o.v en De enveloppe sociale toelage t.b.v ,31 euro werd naar 2005 verhoogd met 1,4 %, zijnde de stijgingscoëfficiënt 2005/2004 vastgelegd in de bijlage I bij de omzendbrief BC/430/2004/7 van 9 mei 2004 van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole. voor 2006 en volgende : De Ministerraad heeft hieromtrent nog geen beslissing genomen INTRAZONALE VERDEELSLEUTEL De Commissie stelt vast dat het Koninklijk besluit met betrekking tot de regeling een omstreden besluit is. De Commissie merkt op dat de uitgangspunten van de financieringswet, en meer specifiek het berekenen van de federale dotatie op niveau van de gemeenten, dit probleem mee zullen oplossen. De Federale dotatie zal niet langer per politiezone maar wel per gemeente worden vastgelegd. De verhouding tussen de verschillende dotaties, berekend per gemeente, wordt tevens de intrazonale verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdragen aan de zone VASTSTELLINGEN De Commissie stelt vast dat er in de meeste zones op financieel vlak enige stabiliteit bereikt is. De Commissie stelt evenwel vast dat sommige zones de wijze van financiering blijven betwisten, net zoals sommige zones met het bestaande financieringsmechanisme een bonus verwerven. Dit betekent dus dat de migratie naar de nieuwe financieringswet ook deze stabiliteit moet kunnen garanderen en dat zal moeten gezorgd worden voor een geleidelijke overgang page 21

22 DEEL II : HET FINANCIERINGSMECHANISME 5.5. NIEUWE AANBEVELINGEN De Verenigingen van Steden en Gemeenten maken een voorbehoud bij de huidige financiering in afwachting van de definitieve financieringswet in Daarom beveelt de Commissie aan om op zeer korte termijn volop verder werk te maken van het totstandkomen van een financieringswet, met inbegrip van het uitwerken van een minimale norm ter bepaling van de gemeentelijke dotatie. De Commissie dringt er op aan dat de Verenigingen en de Gewesten actief worden betrokken bij de werkgroep die de financieringswet voorbereidt. De Commissie beklemtoont dat hierbij tevens dient rekening te worden gehouden met bepaalde genomen en lopende initiatieven zoals het in plaatstellen van het interventiekorps, het Brussels fonds voor de Europese topontmoetingen, de reeds gedragen kost bestaffing CIC,.enz Wat de intrazonale verdeelsleutel betreft stelt de Commissie voor om, in afwachting van de financieringswet en de vooropgestelde berekening van de federale dotatie per gemeente, de mogelijkheid te onderzoeken om bepaalde gemeenten die zich in de intrazonale verdeelsleutel sterk benadeeld voelen er hiervoor gegronde argumenten kunnen inbrengen (bv. verschillende grootte, aard of andere zeer specifieke omstandigheden zoals een gevangenis of een asielcentrum) gevrijwaard zouden kunnen worden van buitensporige uitgaven. Hiervoor kan inspiratie gezocht worden bij de regeling ter bescherming van minderheidsaandeelhouders in het vennootschapsrecht. Hoe dan ook als bepaalde gemeenten gegronde argumenten menen te hebben om hun aandeel in de politiebegroting van een meergemeentezone te betwisten kunnen deze voorgelegd worden aan de bevoegde federale diensten. Het resultaat van dit onderzoek wordt onder de vorm van een advies overgemaakt aan de betrokken gemeenten en zone. page 22