Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar 2012-13"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Discriminatie binnen verzekeringen: de grens tussen geoorloofde differentiatie en discriminatie Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Pablo Tenret Studentennummer: Promotor Prof. Dr. Kristiaan Bernauw Commisaris: Prof. Jean Rogge

2 1. Inleiding 1 2. Normatief kader Europese normen Nationaliteitsdiscriminatie Geslachtsdiscriminatie Nieuwe richtlijnen op grond van artikel 13 EG-verdrag (nieuw artikel 19 VWEU) Richtlijn voor gelijke behandeling inzake ras Richtlijn algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep Richtlijn voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij toegang tot het aanbod van goederen en diensten Voorstel van kaderrichtlijn buiten arbeid Het Handvest van de Grondrechten Non-discriminatie als algemeen rechtsbeginsel van de Europese Unie Belgische normen Historiek De Antiracismewet van 30 juli Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen van 7 mei Antidiscriminatiewet van 25 februari Wet aanvullende pensioenen van 28 april Wet Verwilghen van 20 juli Belgische normatieve kader: de antidiscriminatiewetgeving van 10 mei Totstandkoming Toepassingsgebied Lijst van discriminatiegronden Onderscheid en discriminatie: direct of indirect Rechtvaardigingsgronden Open versus gesloten systeem van rechtvaardiging Verdere rechtvaardigingsmogelijkheden Open systeem van rechtvaardiging Bewijsregeling Sanctionering Stakingsvordering 42 I

3 Forfaitaire schadevergoeding Nietigheidsanctie Dwangsom, openbaarmaking van het vonnis en het contempt of court-misdrijf Bescherming tegen represailles Spanningsveld tussen verzekeringstechniek en discriminatieverbod De essentie van de verzekeringstechniek: segmentering, risicoselectie en tariefdifferentiatie Het beginsel van de contractvrijheid Kanssolidariteit versus subsidiërende solidariteit Anti-selectie en moral hazard Een nuancering van het anti-selectie argument De verzekeringstechnische groeps-benadering De mensenrechtelijke individualistische benadering De ethische verontwaardiging over de differentiatiecriteria bij segmentering Recht op verzekering? Uitwerking van de toetsingscriteria in verzekeringen Legitieme doelstelling Geschiktheid Objectiviteitscriterium Pertinentiecriterium Noodzakelijkheid Evenredigheidsbeginsel Criterium van de vergelijkbare doeltreffendheid Evoluties aangaande de toelaatbaarheid van genderdifferentiatie binnen verzekeringen Toepassingen van genderdifferentiatie binnen verzekeringen Geslacht en de levensverwachting Geslacht en het risico op een verkeersongeval Geslacht en het risico op hogere ziektekosten Het begin van het einde voor genderdifferentiatie: de Antidiscriminatiewet Een potentiële uitweg: het opt-out regime 82 II

4 5.4. Het einde van het einde: de zaak Test-Aankoop tegen de Belgische ministerraad Het arrest van 1 maart 2011: D-Day voor genderdifferentiatie binnen verzekeringen Conclusies van advocaat-generaal Juliane Kokott Verdict van het Hof van Justitie Uitspraak door het Grondwettelijk Hof Reacties op het verdict Beweegredenen van het Hof van Justitie: you can not have your pie, and eat it too Nasleep van het verdict: kijken naar de toekomst De Maya-apocalyps voor genderdifferentiatie: 21 december Richtsnoeren van de Europese Commissie Enkel voor nieuwe contracten Seksegerelateerde verzekeringspraktijken die in de toekomst mogelijk blijven Impact op bedrijfspensioenen Impact op gendergedifferentieerde sterftetafels Impact op de mogelijkheid tot differentiatie op grond van leeftijd en handicap Gevolgen voor de tarifering en het segmenteringsbeleid van verzekeraars Conclusie Bibliografie 114 III

5 VOORWOORD Er bestaat geen ergere vorm van van ongelijkheid dan de poging om ongelijke zaken gelijk te maken - ARISTOTELES De masterproef vormt een essentieel deel van de reis die een student moet afleggen op weg naar het behalen van zijn Master-diploma. De keuze van onderwerp zal dan ook bepalend zijn, in die zin dat een onderzoeksdomein dat de student prikkelt zich ongetwijfeld ook zal vertalen naar een werkstuk dat boeiender is dan indien dit niet het geval zou zijn. Het is deze overweging die mij heeft gebracht tot de keuze van het onderwerp Discriminatie binnen verzekeringen: de grens tussen geoorloofde differentiatie en discriminatie. De keuze van subtitel geeft aan waarom dit onderwerp mijn aandacht heeft getrokken. De grens tussen wat beschouwd wordt als een legitieme manier om onderscheiden te maken die eigen is aan de verzekeringsactiviteit en het negatief klinkend begrip discriminatie, alsook de verschuiving van deze grens binnen het recht vind ik uitermate interessant. Ik heb dan ook geprobeerd om binnen mijn masterproef deze verhouding verder te onderzoeken aan de hand van een analyse van zowel het normatieve kader als de argumenten pro en contra van de verschillende invalshoeken ten aanzien van het begrip discriminatie, aangevuld met een schets van de evoluties binnen het recht. Ik hoop dat ik er in geslaagd ben om dit op een coherente en informatieve wijze te doen. Graag wil ik mijn appreciatie uitdrukken voor de hulp die ik heb gekregen bij het schrijven van deze masterproef. Eerst en vooral wil ik mijn promotor professor Bernauw bedanken voor zijn raadgevingen die mij op het juiste pad hebben gezet in mijn zoektocht naar bronnen en die mij hebben geholpen om dit onderwerp te omkaderen. Verder wil ik ook graag mevrouw Rosa Corteville bedanken voor haar hulp bij het uitlenen van het doctoraatswerk Discriminatie en Verzekering door Dr. Yves Thiery. Ook Dr. Thiery zelf verdient een dankwoord. Zijn doctoraat vormde een onmisbaar sleutelstuk qua ondersteuning en begeleiding in mijn onderzoek van de wereld van discriminatie binnen IV

6 verzekeringen. Tenslotte wil ik ook graag mijn ouders bedanken voor hun steun en hun feedback bij het nalezen van deze masterproef. Hieronder vind u mijn masterproef. Ik hoop dat ik geslaagd ben in mijn opzet. Pablo Tenret V

7 1. INLEIDING 1. Tussen verzekeringen en het wettelijk verbod op discriminatie zal altijd een zeker spanningsveld bestaan. Een specifieke vorm van discriminatie lijkt immers inherent aan de verzekeringsactiviteit: een verzekeraar doet aan segmentering 1, wat hem toelaat om risico s in te delen in verschillende groepen. Dit proces laat hem toe om per groepering van een bepaald risico een andere tarifering en voorwaarden te vragen aan de verzekerde. Deze zaken noemt men verzekeringstechnisch respectievelijk risicoselectie en tariefdifferentiatie 2. In een zekere zin lijkt discriminatie dus tot de core business te behoren van de activiteit van een verzekeringsonderneming, een noodzakelijke voorwaarde om haar activiteiten te kunnen ontplooien. Toch impliceert differentiatie niet automatisch discriminatie. In elke vorm van differentiatie schuilt echter wel de mogelijkheid tot discriminatie Het is de bedoeling dit spanningsveld als rode draad te hanteren doorheen deze masterproef. Een algemene beschouwing van discriminatie binnen verzekeringen wordt opgevolgd door een meer grondige analyse van de evolutie van de principiële toelaatbaarheid van genderdifferentiatie binnen verzekeringen naar een a priori verbod van genderdiscriminatie. In deel 2 (Normatief kader) zal een situering van het begrip discriminatie gegeven worden binnen het normatieve kader inzake anti-discriminatiewetgeving op zowel het Europese als nationale niveau. Met name wordt er ingegaan op de Europese richtlijnen met het oog op bestrijding van discriminatie en de omzetting hiervan in nationaal recht. Hierna (deel 3: Spanningsveld tussen verzekeringstechniek en discriminatieverbod) zal een bespreking volgen van de noodzaak aan differentiatie als essentieel element van de verzekeringstechniek en het spanningsveld tussen enerzijds de verzekeringstechnische groeps-benadering en anderzijds de mensenrechtelijke individualistische benadering. 1 B. WEYTS, De Antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 en verzekeringen, T. Verz. 2007, dossier nr. 13, 8 ev. 2 Y. THIERY, De Antidiscriminatiewet: verzekeren over dezelfde kam?, TBH 2003, afl. 8, 647 ev. 3 Y. THIERY, De Antidiscriminatiewet: verzekeren over dezelfde kam?, TBH 2003, afl. 8,

8 In deel 4 (Uitwerking van de toetsingscriteria in verzekeringen) wordt er aandacht besteed aan de criteria die gehanteerd worden om differentiaties te rechtvaardigen door middel van het open systeem van rechtvaardiging. Deel 5 gaat in op de recente evoluties inzake de toelaatbaarheid van genderdifferentiatie, in het bijzonder naar aanleiding van de recente rechtspraak van zowel het Europese Hof van Justitie als het Grondwettelijk Hof. Na een duiding van het gebruik van het criterium van gender door verzekeraars bij het bepalen van hun segmenteringsbeleid, wordt de historische impact van deze rechtspraak besproken gesitueerd tegen de achtergrond van de Europese Genderrichtlijn. Vervolgens wordt ingegaan op de potentiële gevolgen van deze rechtspraak zowel binnen als buiten de verzekeringsector. Ten slotte wordt de masterproef afgesloten met een eindbeschouwing. 2

9 2. NORMATIEF KADER 2.1. EUROPESE NORMEN 3. De invloed van het Europees wetgevend niveau op de invulling van het begrip discriminatie in ons rechtsstelsel kan moeilijk overschat worden. Europese normen en rechtspraak zijn bepalend geweest voor de het discriminatieverbod. In dit onderdeel wordt eerst ingegaan worden op de oorspronkelijke invulling en hiernavolgende evolutie van dit concept binnen het Europese kader. 4. Om het Europese beginsel van gelijke behandeling en non-discriminatie te situeren dient men in eerste instantie te kijken naar haar veruitwendiging in het verbod van discriminatie op basis van nationaliteit of woonplaats en in het verbod van discriminatie op basis van geslacht binnen de arbeidssfeer Dit laatste verbod op geslachtsdiscriminatie werd aangevuld door een reeks richtlijnen, aangenomen op basis van het toenmalige art. 94 en 308 van het EG-verdrag, nu artikel 115 en 352 Verdrag betreffende de werking van Europese Unie (hierna VWEU) 5. Deze werden uitgevaardigd in het kader van de verdere realisatie van de gemeenschappelijke interne markt. 6. Een mijlpaal vond plaats met de invoering van artikel 13 van het EG-Verdrag, huidige artikel 19 VWEU, dat werd ingevoerd door het Verdrag van Amsterdam in Dit liet de Europese wetgever toe om maatregelen te nemen ter bestrijding van discriminatie op basis van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid. In navolging hiervan werden richtlijnen ingevoerd, waarvan de Rasrichtlijn (Richtlijn 2000/43/EG 6 ), de Kaderrichtlijn arbeid (Richtlijn 4 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 21 ev. 5 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming, Pb.L. 19 juli 2000, afl. 180, 22 (hierna Rasrichtlijn ). 3

10 EG 7 ) en de Genderrichtlijn (Richtlijn 2004/113/EG 8 ) hierna besproken zullen worden. 7. Het beginsel van niet-discriminatie kreeg een versterkte onderbouwing als burgerrecht dankzij de artikelen 6 en 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (hierna VEU 9 ). Artikel 6 VEU verwijst expliciet naar het Handvest van de Grondrechten 10 en benadrukt de erkenning van de rechten, vrijheden en beginselen die door het Handvest worden voorzien. Het stelt tevens dat het dezelfde juridische waarde als de Verdragen heeft. Het is dan ook bindend voor haar ondertekenaars, wat een verhoogde inroepbaarheid van het gelijkheidsbeginsel teweeg brengt Vaste rechtspraak van het Hof van Justitie bepaalt dat de verschillende verdragsbepalingen en bepalingen van secundair unierecht die discriminatie verbieden, zoals hierboven vermeld, een uiting vormen van het algemene gelijkheidsbeginsel als algemeen beginsel van het recht van de EU 12. Dit laat op zijn beurt de toepassing van het gelijkheidsbeginsel op private partijen toe, wat uiteraard relevant is gelet op de toepassing van het discriminatieverbod op de horizontale relaties tussen verzekerde en verzekeraar NATIONALITEITSDISCRIMINATIE 9. De rechtsgrond van het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit vinden we terug in artikel 12 EG-verdrag, nu artikel 18 VWEU: 7 Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep, Pb.L december 2000, afl. 303, 16 (hierna Kaderrichtlijn Arbeid ). 8 Richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten, Pb.L. 21 december 2004, afl. 373, 37 (hierna Genderrichtlijn) 9 Verdrag van 7 februari 1992 tot oprichting van de Europese Unie. Voor de geconsolideerde versie van 2006, zie Pb.C. 29 december 2006, afl. 321 E, 5 (hierna VEU). 10 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, Pb.C. 18 december 2000, afl. 364 en aangepast op 12 december te Straatsburg, Pb.C. 14 december 2007, afl. 303, 1 en opnieuw gepubliceerd in 2010; Pb.C. 30 maart 2010, afl. 83, 389 (hierna Handvest van de Grondrechten ) 11 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, HvJ 117/76, Ruckdeschel/Hauptzollamt Hamburg-St. Annen en 16/76, Diamalt/Hauptzollamt Itzehoe, gevoegde zaken 117/76 en 16/76, Jur. 1977, 1753, ov. 7; HvJ 810/70, Uberschär/Bundseversicherungsanstalt für Angestellte,, Jur. 1980, 2747, ov. 16; Zie Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 26, nr

11 Binnen de werkingssfeer van dit verdrag en onverminderd de bijzonder bepalingen daarin gesteld, is elke discriminatie op grond van nationaliteit verboden. Het wordt beschouwd als de meest fundamentele en tegelijkertijd meest algemene uitdrukkingsvorm van het gelijkheidsbeginsel Het Europese verbod op nationaliteitsdiscriminatie is nauw verbonden met de doelstelling van de realisatie van een interne gemeenschappelijke markt 14. Oorspronkelijk kreeg het dan ook hoofdzakelijk een invulling met het oog op het bestrijden en tenietdoen van protectionistische belemmeringen die door de lidstaten werden opgeworpen 15. Gaandeweg vond er echter een verschuiving en verruiming plaats 16, waarbij de werkingssfeer zich niet langer beperkte tot zuiver economische rechten, maar ook het recht op onderwijs, intellectuele-eigendomsrechten en het recht op juridische bescherming. Ook hebben de Europese instellingen, onder impuls van de rechtspraak van het Hof van Justitie een uitbreiding van het recht op gelijke behandeling voorzien, waardoor dit geldt voor alle Europese burgers 17. Het eindresultaat van deze evolutie is dat vandaag de dag Europese lidstaten verplicht zijn om alle voordelen die zij toekennen aan hun eigen onderdanen ook open te stellen voor marktdeelnemers uit andere lidstaten 18. Artikel 12 is dan ook een autonome rechtsbron geworden, met een toepassingsgebied dat breder is dan zuiver de gemeenschappelijke interne markt Belangrijk in het kader van deze masterproef is niet alleen de directe werking van artikel 12 EG-verdrag (nieuw artikel 18 VWEU) 20, maar vooral de vraag of dit artikel een horizontale werking heeft. Dit houdt in dat burgers zich niet alleen op dit artikel 13 P.J.G. KAPTEYN EN P. VERLOREN VAN THEMAAT, Het recht van de Europese Unie en van de Europese Gmeenschappen, Deventer, Kluwer, 2003, Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 28 ev. 15 G. MORE, The principle of Equal Treatment: From Market Unifier to Fundamental Right? in P. CRAIG EN G. DE BURCA (eds). The evolution of EU law, Oxford, Oxford University Press, 1999, Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 28 ev, nr D. DE PRINS, J. VRIELINK EN S. SOTTIAUX, Handboek discriminatierecht, Mechelen, Kluwer, 2005, 56 en HvJ 251/83, Haug-Adrio/frankvurter Versicherungs-AG,, Jur. 1984, 4277, ov. 14 (weigering van premiekorting in verzekering). 19 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 29, nr Zie HvJ 22/80, Boussac/Gerstenmeier,, Jur. 1980, 3427, ov. 9 5

12 kunnen beroepen tegen de overheid (verticale werking), maar ook tegen hun medeburgers 21. Indien men het verbod op discriminatie inzake nationaliteit wil kunnen toepassen op verzekeringen, zal een horizontale werking vereist zijn. Verzekeraars zijn immers private partijen, en het afsluiten van een verzekering is een horizontale transactie. 12. Door het invoeren van horizontaal toepasselijke nationale wetgeving inzake discriminatie 22 is deze vraag enigszins in belang afgenomen. Toch blijft het ook vandaag enigszins interessant om een erkenning van horizontale werking van het Europese nationaliteitsdiscriminatieverbod door het Hof van Justitie te onderzoeken, aangezien de nationale rechter in zijn interpretatievrijheid van het discriminatieverbod gebonden is door de interpretatie van het Hof. 13. De erkenning van horizontale werking is een geleidelijk proces geweest en werd niet onmiddellijk aanvaard 23. In de zaak Walrave-Koch 24 en Thieffry 25 werden reeds eerste aanstalten gemaakt, maar toch kon nog niet gesproken worden over een volkomen horizontaal toepasselijk discriminatieverbod. Een ondubbelzinnige bevestiging van de horizontale werking van het algemeen verbod op nationaliteitsdiscriminatie kwam pas er met het arrest Angonese van 6 juni Dit arrest sloeg echter op arbeidsrelaties, waardoor er twijfel bleef omtrent de toepassing van artikel 12 EGverdrag (nieuw artikel 18 VWEU) buiten arbeidsrelaties. Pas in het arrest Ferlini werden deze twijfels weggenomen J.H. GERARDS, Rechterlijke toetsing aan het gelijkheidsbeginsel, Den Haag, SDU Uitgevers, 2002, Zie art. 3 wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden, BS 8 augustus 1981, zoals gewijzigd door de wet van 10 mei 2007 tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden, BS 30 mei 2007 (hierna Antiracismewet ). 23 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 32, nr 45 ev. 24 HvJ 36/74, Walrave en Koch, Jur. 1974, 1405, ov. 21 en HvJ 71/76, Thieffry/ Conseil de l orde des avocats à la cour de Paris, Jur. 1977, 765, ov Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 33, nr. 46; HvJ C-281/98, Angonese/cassa di Risparmio di Bolzano, Jur. 2000, I Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 35, nr. 47; HvJ C-411/98, Ferlini/ Centre Hospitalier de Luxembourg,, Jur. 2000, I, 8089, ov

13 14. Het Hof rechtvaardigt in haar rechtspraak de toelaatbaarheid van horizontale werking door te verwijzen naar het concept van machtsuitoefening. Dhr. THIERY schrijft hierover 28 : Krachtens het arrest Ferlini kan iedere organisatie die ten opzichte van andere particulieren in een dusdanige verhouding staat dat zij hen bepaalde (contractuele) voorwaarden kan opleggen, immers onder het discriminatieverbod vallen. Deze rechtspraakt past in de tendens om de horizontale werking van grondrechten te verantwoorden op grond van het tegengewicht dat wordt geboden door de dominantie van de ene contractspartij ten opzichte van de andere. Daarbij kan eveneens worden gedacht aan de sector van de financiële dienstverlening. Indien de aanbieders van deze diensten (waaronder ook verzekeringsdiensten) in staat blijken om voorwaarden op te leggen met betrekking tot de toegang of de omvang van deze dienst, zal het verbod van nationaliteitsdiscriminatie wellicht probleemloos toepassing kunnen vinden. 15. De toepasbaarheid van artikel 12 EG-verdrag (nieuw artikel 18 VWEU) op verzekeraars bleek al in 1984 uit het door het arrest Haug-Adrion door het Hof van Justitie 29. Het Hof aanvaardde hier de toepassing van het nationaliteitsdiscriminatieverbod op de verhouding tussen consument en verzekeraar. In deze zaak ging het Hof van Justitie voor het eerst over tot een invulling van het discriminatiebegrip in verzekeringsrelaties 30. Zo stelde zij dat de verzekeraar zich had gebaseerd op objectieve verzekeringstechnische gegevens en op het objectieve criterium dat een voertuig onder douanekenteken is geregistreerd. Zij stond dan ook los van iedere overweging betreffende nationaliteit. Het feit dat de verzekeraar zich had gebaseerd op objectieve verzekeringstechnische gegevens was hier van cruciaal belang als verweermiddel. 28 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 35, nr HvJ 251/83, Haug-Adrion/ Frankfuter Versicherungs-AG, Jur. 1984, Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 37-38, nr

14 GESLACHTSDISCRIMINATIE 16. De invulling van de verplichting van artikel 157, lid 1 VWEU (oud artikel 141 EGverdrag) vormt een treffend voorbeeld van de verschuiving binnen de EU van een nadruk op marktrecht naar een progressief beleid met het oog op verwezenlijking van sociale doelstellingen 31. Dit artikel stelt: Iedere lidstaat draagt er zorg voor dat het beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke of gelijkwaardige arbeid wordt toegepast. Zoals reeds werd vermeld, nam men aanvankelijk aan dat deze bepaling een zuiver marktregulerende functie had, die de concurrentie moest stimuleren 32. Dit veranderde echter naar aanleiding van het arrest Defrenne II door het Hof van Justitie tijdens de jaren Het Hof merkt hierin op dat artikel 141 van het EG-verdrag naast een economisch doel ook een sociale functie heeft binnen de Europese Gemeenschap die niet slechts een economische unie is maar tevens de sociale vooruitgang en een voortdurende verbetering van de omstandigheden waaronder de volkeren van Europa leven en werken, moet verzekeren. 17. Het arrest Defrenne II bracht een golf van verandering teweeg binnen de Europese Gemeenschap. Aangespoord door dit arrest van het Hof van Justitie nam de Europese Commissie stappen om een uitgebreidere invulling van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen mogelijk te maken. Ondanks het feit dat in het EG-verdrag geen grondslag aanwezig was voor een bevoegdheid voor een optreden met maatregelen ter bestrijding van geslachtsdiscriminatie, werd hier een oplossing voor gevonden door zich te beroepen op de algemene bevoegdheidsbepalingen van artikel 308 en 94 EG-Verdrag (huidige artikel 115 en 352 VWEU). Deze artikelen laten maatregelen toe, die noodzakelijk zijn voor de werking van de gemeenschappelijke 31 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 38 ev. 32 J.M. BINON, L égalité de traitement entre hommes et femmes dans les régimes professionels de sécurité sociale : la «valse hésitation» du droit européen», Cahiers de droit Européen 1996, HvJ 43/75, Defrenne/Sabena, Jur. 1976,

15 markt of rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt 34. Dit liet de Europese wetgever toe om in de volgende jaren verschillende richtlijnen uit te vaardigen, met het oog op respectievelijk een omkadering van het verbod van loondiscriminatie tussen mannen en vrouwen, een uitbreiding naar andere domeinen dan de gelijke beloning, en zelfs een uitbreiding naar het domein van de sociale zekerheid De sterke nadruk op het verbod op geslachtsdiscriminatie werd nog eens extra in de verf gezegd door het Hof in haar latere rechtspraak 36, culminerend in het arrest van het Hof in de zaak Schröder, waarin zij zelfs stelde dat het economische doel van artikel 141 EG-verdrag (mededinging handhaven) ondergeschikt was aan de sociale doelstelling van het artikel als uitdrukking van een fundamenteel mensenrecht 37. Dit duidelijke engagement vond haar logische volgende stap in een bevoegdheidsuitbreiding voor de Raad door het Verdrag van Amsterdam, door middel van artikel 141, lid 3 (huidige artikel 157, lid 3 VWEU). Hierdoor kon zij expliciet maatregelen aannemen om de toepassing te waarborgen van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep, met inbegrip van het beginsel van gelijke beloning voor gelijke arbeid. 19. Deze evolutie liet de Raad toe om in samenwerking met het Europees Parlement de reeds bestaande richtlijnen omtrent geslachtsdiscriminatie samen te brengen, moderniseren en vereenvoudigen in 1 tekst 38, namelijk de Genderrichtlijn arbeid (Richtlijn 2006/54/EG). Deze richtlijn is van groot belang in het kader van deze 34 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 40; D. DE PRINS, J. VRIELINK EN S. SOTTIAUX, Handboek discriminatierecht, Mechelen, Kluwer, 2005, Richtlijn 75/117/EEG van de Raad van 10 februari 1975 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, Pb.L. 45, 19 februari 1975, 19; Richtlijn 76/207/EEG van de Raad van 9 februari 1976 betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, Pb.L. 39, 14 februari 1976, 40, zoals gewijzigd door de Genderrichtlijn arbeid; Richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978 betreffende de geleidelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid, Pb.L. 6, 10 januari 1979, HvJ 149/77, Defrenne/Sabena,, Jur. 1978, 1465, ov ; HvJ 75/82 en 117/82, Razouk en Beyound/Commissie, Jur. 1984, 1509, ov HvJ C-50/96, Deutsche Telekom/Schröder,, Jur. 2000, I, 743, ov Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 41. 9

16 masterproef, aangezien zij bij verzekeringsrelaties uitdrukkelijke uitzonderingen voorzag die het gebruik van naar het geslacht verschillende actuariële berekeningselementen onder bepaalde omstandigheden toelaat in ondernemings- en sectoriële regelingen inzake sociale zekerheid Dat het verbod tot genderdiscriminatie voorzien in artikel 141, 1 e lid van het EGverdrag directe werking heeft werd al bevestigd door het Hof van Justitie in haar arrest Defrenne II 40. Sindsdien is het inroepbaar voor de nationale instanties. Tegelijkertijd werd ook de horizontale werking bevestigd met de uitspraak dat het verbod tot genderdiscriminatie: niet slechts geldt voor overheidshandelingen, doch eveneens van toepassing is op alle overeenkomsten die een collectieve regeling van arbeid in loondienst inhouden, alsmede op contracten tussen particulieren. 41 Over de horizontale werking van dit verbod heeft dus, in tegenstelling tot het verbod tot nationaliteitsdiscriminatie, nooit enige twijfel bestaan. Tenslotte strekt het verdragsrechterlijk geslachtsdiscriminatieverbod zich ook uit tot instellingen die geen partij zijn bij de arbeidsovereenkomst, maar wel instaan voor de uitvoering van verplichtingen van de werkgever 42. Hierdoor vallen ook pensioenfondsen en groepsverzekeraars die bvb. voorzien in aanvullende regelingen van sociale zekerheid, onder het verbod van loondiscriminatie op grond van geslacht NIEUWE RICHTLIJNEN OP GROND VAN ARTIKEL 13 EG-VERDRAG (NIEUW ARTIKEL 19 VWEU) 21. Zoals reeds eerder werd vermeld, betekende het Verdrag van Amsterdam in 1997 een belangrijke stap voorwaarts voor de Europese Gemeenschap, aangezien de invoer van artikel 13 EG-verdrag (nieuw artikel 19 VWEU) de Raad de mogelijkheid gaf om 39 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 42, voetnoot nr HvJ 43/75, Defrenne/Sabena, Jur. 1976, 455, ov HvJ 43/75, Defrenne/Sabena, Jur. 1976, 455, ov Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 43; HvJ C-200/91, Coloroll Pension Trustees/ James Richard Russell, Jur. 1994, I, 4389, ov. 88; HvJ C-129/93, Fisscher/Voorhuis Hengelo en Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de detailhandel, Jur. 1994, I, 4583, ov J.-M. BINON, Le principe du traitement égal des sexes : ses incidences en assurance de personnes, De Verz. 1996, afl. 314, 10. ; Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011,

17 wetgeving uit te vaardigen met het oog op de bestrijding van discriminatie op grond van geslacht, ras, etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. Artikel 13 EG verdrag liet nu ook de mogelijkheid toe op te treden tegen discriminatie buiten de arbeidssfeer, wat niet mogelijk was op grond van het eerder besproken artikel 141 EG-verdrag 44. Op grond van deze nieuwe rechtsgrond werden reeds 3 richtlijnen uitgevaardigd, die hierna zullen besproken worden: de Rasrichtlijn van 29 juni 2000 (Richtlijn 2000/43/EG), de Kaderrichtlijn arbeid van 27 november 2000 (Richtlijn 2000/78/EG) en tenslotte de Genderrichtlijn van 14 december 2004 (Richtlijn 2004/113/EG). Bovendien is er nog een voorstel ingediend waarvan de wetgevende procedure nog niet is beëindigd, namelijk het voorstel van Kaderrichtlijn buiten arbeid. 22. Er moet worden opgemerkt dat aan dit artikel geen directe werking werd verleend. Toch zorgde het, dankzij de invoering van hierop gebaseerde richtlijnen, voor een basis van relatief uniforme bescherming in de EU. Er vond echter geen volledige harmonisering plaats. Er werd aan de lidstaten op belangrijke aspecten een keuzevrijheid gelaten inzake de omzetting van de artikel 19-Richtlijnen. THIERY verduidelijkt 45 : Zo kon worden geopteerd voor een grondspecifieke benadering, waar voor iedere discriminatiegrond of groep van discriminatiegronden een afzonderlijke wetgevende akte werd gepubliceerd (zie bv. het Verenigd Koninkrijk), dan wel voor een algemene benadering, waarbij alle te beschermen discriminatiegronden in één unieke gelijkebehandelingswet terechtkomen (zie bv. De Belgische antidiscriminatiewetgeving van 2003 of de Nederlandse Algemene Wet Gelijke Behandeling). Ook stond het de lidstaten vrij om naast de door de richtlijnen beschermde discriminatiegronden expliciet gronden toe te voegen (zoals bv. In België), of het toevoegen van gronden toe te laten via een expansieclausule (zoals bv. In de Finse, Hongaarse of Poolse wetgeving). De richtlijnen lieten de lidstaten eveneens vrij om te kiezen voor een geïntegreerde methode, waarbij het antidiscriminatierecht wordt gezien als een apart gecodificeerd 44 E. CARACCIOLO DI TORELLA, The Principle of gender equality, the goods and services directive and insurance: a conceptual analysis, MJ 2006, afl. 3, Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011,

18 geheel van normen, dan wel voor een specifieke verticale benadering, waarbij de nondiscriminatieregels worden geïmplementeerd in wetgeving die telkens andere toepassingsgebieden beheerst. Ook inhoudelijk lieten de richtlijnen de lidstaten op heel wat punten vrij om nadere keuzes te maken. Zo konden de lidstaten op bepaalde domeinen, met name in verzekeringsrelaties, keuzes maken omtrent de al dan niet rechtvaardigbaarheid van directe geslachtsdiscriminatie en stond het de lidstaten ook vrij om zelf een mix te bepalen van (voldoende doeltreffende) sanctiemechanismen. In het kader van de eerder aangehaalde verschuiving van het beginsel van nondiscriminatie naar een meer sociaal georiënteerd Europees mensenrechtenbeleid kan worden verwezen naar de voorstellen van richtlijn door de Commissie. Hierin wordt aangegeven dat niet enkel een bevorderde integratie van de interne markt wordt beoogd, maar ook de uitbouw van een Europees mensenrechtenbeleid 46. De richtlijnen zouden de sociale en economische cohesie helpen verbeteren, de fundamentele waarden die aan de Unie ten grondslag liggen vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en het beginsel van de rechtstaat versterken en verder ook bijdragen tot de ontwikkeling van de Unie als een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid 47. Ook blijft het de lidstaten toegestaan om te kiezen voor een ruimere bescherming van het gelijkheidsbeginsel dan datgene wat reeds werd voorzien in de richtlijnen 48. Deze voorzien slechts een minimumniveau waaraan moet worden tegemoet gekomen. 23. Het spreekt voor zich dat de richtlijnen op grond van artikel 13 EG-verdrag (huidig artikel 19 VWEU) grote gevolgen met zich meebrachten voor de verzekeringsindustrie 49. De anti-discriminatiecriteria die hierdoor werden opgelegd, en 46 J.-M. BINON, «Le principe d égalité de traitement en droit europeén et ses application à l assurance» in C. VAN SCHOUBROECK en H. COUSY (eds.), Discriminatie en Verzekering, Antwerpen, Maklu, 2007, 25 ; D. DE PRINS, J. VRIELINK EN S. SOTTIAUX, Handboek discriminatierecht, Mechelen, Wolters Kluwer België, 2005, Voorstel voor een Richtlijn van de Raad houdende tenuitvoerlegging van het beginsel van personen ongeacht ras of etnische afstamming, COM (2000) 328 def., Art. 6, lid 1 Rasrichtlijn, art. 8, lid 1 Kaderrichtlijn arbeid, art. 7 Genderrichtlijn en art. 6, lid 1 Voorstel van Kaderrichtlijn buiten arbeid. 49 J.M. BINON, L égalité de traitement en droit européen et ses applications à l assurance. Obligation morale ou croisade idéologique? in C. VAN SCHOUBROECK en H. COUSY (EDS.), Discriminatie in verzekering - Discrimination et assurance, Louvain-la-Neuve/Bruxelles : Academia-Bruylant, p. 22, nr 4. 12

19 de hieruit volgende nationale wetgeving legden immers beperkingen op aan de vrijheid van verzekeraars om om het even welke segmentatiegronden te hanteren 50. Zo werd het gebruik van frequent gehanteerde segmentatiegronden als geslacht, leeftijd en handicap in hoge mate beperkt RICHTLIJN VOOR GELIJKE BEHANDELING INZAKE RAS 24. De Rasrichtlijn (richtlijn 2000/43/EG) was de eerste richtlijn die werd ingevoerd op grond van artikel 13 EG-verdrag. Ze heeft als doel elke vorm van discriminatie, direct of indirect, op grond van ras of etnische afstamming te verbieden 51. Ze kent zowel een verticale als horizontale werking en haar toepassingsgebied beperkt zich niet uitsluitend tot arbeid en beroep 52, maar ook daarbuiten. Zo valt ook de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn onder haar toepassingsgebied 53. Deze richtlijn is dus van toepassing op verzekeringsdiensten. De Rasrichtlijn belet wel niet dat er aan zogenaamde positieve discriminatie wordt gedaan, waarbij een lidstaat specifieke maatregelen toepast om nadelen verband houdende met ras of etnische afstamming te voorkomen of compenseren RICHTLIJN ALGEMEEN KADER VOOR GELIJKE BEHANDELING IN ARBEID EN BEROEP 25. De Kaderrichtlijn arbeid (Richtlijn 2000/78/EG) werd enige tijd later aangenomen, op 27 november De werkingssfeer van deze richtlijn is minder uitgebreid dan de Rasrichtlijn, aangezien zij zich beperkt tot (directe en indirecte) discriminatie op basis van godsdienst, overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid in aangelegenheden van arbeid en beroep 55. Zij heeft betrekking op: de toegang tot arbeid in loondienst of als zelfstandige, ook in verband met de promotiekansen, de beroepsopleiding, werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden (met inbegrip van ontslag 50 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, Ov. 13 Rasrichtlijn. 52 Art.6, 1., a) tot d) Rasrichtlijn. 53 Art. 6.1, h) Rasrichtlijn. 54 Art. 5 Rasrichtlijn. 55 Art. 1 juncto art. 3 Rasrichtlijn. 13

20 en beloning) en lidmaatschap van en betrokkenheid bij organisaties van werkgevers of werknemers of andere beroepsorganisaties. 26. De richtlijn voorziet 3 rechtvaardigingsgronden voor een ongelijke behandeling: Indien er wezenlijke beroepskwalificaties vereist zijn 56, die gerechtvaardigd worden door de aard van het werk of wegens de context waarbinnen deze functie wordt uitgeoefend. Het doel dient steeds legitiem te zijn en het vereiste moet evenredig hieraan zijn. Indien de verschillen in behandelingen op grond zijn van leeftijd 57. In dit geval moeten zij objectief en redelijk gerechtvaardigd worden in het kader van de nationale wetgeving, met een legitiem doel. Ook dient de ongelijke behandeling een passend en noodzakelijk middel te zijn. Zoals bij de Rasrichtlijn is ook hier een uitzondering voorzien voor ongelijke behandeling in geval van positieve discriminatie 58. In dit geval zijn maatregelen door de lidstaten toegestaan met de bedoeling ongelijkheden te voorkomen of compenseren. Ook mogen de lidstaten specifieke maatregelen nemen met het oog op creëren van voorzieningen op de werkplaats voor personen met een handicap. 27. Voorzieningen voor gehandicapten zijn bovendien geen louter vrijblijvende mogelijkheid: artikel 5 van de Kaderrichtlijn arbeid legt een verplichting op aan de werkgever om te voorzien in redelijke aanpassingen, teneinde een gelijke behandeling te handhaven ten aanzien van personen met een handicap. Als deze maatregelen een onevenredige belasting zouden vormen voor de werkgever, dan kan deze gecompenseerd worden door beleidsmaatregelen van de lidstaten. 56 Art. 4.1 Kaderrichtlijn Arbeid. 57 Art. 6.1 Kaderrichtlijn Arbeid. 58 Art.7 Kaderrichtlijn Arbeid. 14

21 RICHTLIJN VOOR GELIJKE BEHANDELING VAN MANNEN EN VROUWEN BIJ TOEGANG TOT HET AANBOD VAN GOEDEREN EN DIENSTEN 28. Op 13 december 2004 werd de Genderrichtlijn aangenomen (Richtlijn 2004/113/EG). Het toepassingsgebied van deze richtlijn was het tegengaan van discriminatie op basis van geslacht voor domeinen die zich buiten de sfeer van arbeid en beroep bevindt. Zij is van toepassing op alle personen die goederen of diensten aanbieden en die zonder onderscheid des persoons publiekelijk beschikbaar zijn met betrekking tot zowel de overheidssector als de particuliere sector 59. Ook voor verzekeringen is zij dus relevant. 29. Deze richtlijn was bovendien van bijzonder belang omdat zij, naast een overgangsbepaling, onder druk van de verzekeringssector ook een specifieke mogelijkheid voorzag voor lidstaten om verschillen toe te staan in premies en uitkeringen voor individuele personen, op basis van relevante en nauwkeurige actuariële en statistische gegevens De overgangsbepaling kunnen we terugvinden in artikel 5, lid 1 van de Genderrichtlijn, welke stelt dat: In alle nieuwe contracten die na 21 december 2007 worden gesloten, het gebruik van sekse als een factor bij de berekening van premies en uitkeringen ( ) niet resulteert in verschillen in de premies en uitkeringen van individuele personen. Deze bepaling impliceert dat het gebruik van geslacht als criterium wel toegelaten bleef voor alle overeenkomsten die werden afgesloten voor 21 december 2007 en daarbij kon resulteren in verschillen in premies en uitkeringen van individuele personen 61. Het was de bedoeling van de Europese wetgever om de verzekeringsmaatschappijen voldoende tijd te laten om zich aan de nieuwe regelgeving aan te passen. 59 Art. 3.1 Genderrichtlijn. 60 Art. 5.2 Genderrichtlijn. 61 Zie ook ov. 18 van de Genderrichtlijn. 15

22 31. De zogenaamde opting-out clausule vinden we terug in artikel 5, lid 2 van de Genderrichtlijn. Deze liet de lidstaten toe om, voor 21 december 2007 te besluiten: proportionele verschillen in premies en uitkeringen voor individuele personen toe te staan in de gevallen waarin sekse een bepalende factor is bij de beoordeling van het risico op basis van relevante en nauwkeurige actuariële en statistische gegevens. Lidstaten die van deze mogelijkheid wensten gebruik te maken dienden dus aan verschillende voorwaarden te voldoen: de verschillen moesten proportioneel zijn, geslacht moest een bepalende factor zijn bij beoordeling van het risico én zij moesten erover waken dat dit gebeurde op basis van nauwkeurige gegevens die relevant zijn voor het gebruik van sekse als een bepalende actuariële factor, en dat deze regelmatig zouden worden geactualiseerd. Tenslotte werd ook een tijdsvoorwaarde opgelegd: zij moesten hiertoe over gaan voor 21 december Ook rustte bij hen de verplichting om tegen 21 december 2012 deze regeling te evalueren en hun evaluatie over te maken aan de Europese commissie. Verder in deze masterproef zal ingegaan op hoe de Belgische wetgever zich in concreto op deze opting-out clausule heeft beroept, alsook de navolgende rechtspraak hieromtrent door zowel het Belgische Grondwettelijke Hof als het Europees Hof van Justitie, die artikel 5, lid 2 buiten werking heeft gesteld. 32. Op de opting-out clausule bestond een uitzondering. Kosten die verband houden met zwangerschap en moederschap mochten in geen geval tot verschillen in premies en uitkeringen voor individuele personen leiden 62. Hieruit volgt dat, zelfs indien men op basis van actuariële gegevens kan aantonen dat vrouwen aan een hoger risico zijn onderworpen in bvb. de hospitalisatieverzekering omwille van de mogelijkheid tot zwangerschap, de premie voor een hospitalisatieverzekering niet mag verschillen voor mannen en vrouwen 63. De opting-out causule laat niet toe om het verboden karakter van een onderscheid op basis van zwangerschap of moederschap te omzeilen. De Europese wetgever legt hiermee uitdrukkelijk een solidariteit op tussen mannen en 62 Art. 5, lid 3 Genderrichtlijn. 63 Y. THIERY, Het Europees verbod van geslachtsdiscriminatie in verzekeringen: receptie en (anti)-conceptie in het lidstatelijk recht, Ius Commune Research School 2008, 5. 16

23 vrouwen, vanuit het idee dat de kost van voortplanting zowel door mannen als vrouwen samen moet worden gedragen. 33. Zowel directe als indirecte discriminatie worden door de Genderrichtlijn verboden 64. Ze houdt een vorm in van minimum-harmonisatie, maar sluit niet uit dat lidstaten positievere bepalingen uitvaardigen 65. Bovendien is er ook een non-regressie clausule aan verbonden: het is niet toegestaan om de uitvoering van de richtlijn te gebruiken als voorwendsel om de reeds in de lidstaten bestaande bescherming te verlagen VOORSTEL VAN KADERRICHTLIJN BUITEN ARBEID 34. In 2008, 4 jaar na het verschijnen van de Genderrichtlijn, werd door de Commissie een nieuw voorstel van richtlijn ingediend, met het oog op bescherming van discriminatie op grond van handicap, leeftijd, godsdienst of overtuiging en seksuele geaardheid buiten de arbeidssfeer. Deze zou van toepassing zijn op het vlak van toegang tot en het aanbod van goederen en diensten, alsook sociale bescherming, waaronder ook sociale zekerheid en gezondheidszorg, de sociale voordelen en onderwijs 67. Dit voorstel werd op 2 juli 2008 voorgelegd aan de Raad van Ministers en ter raadpleging aan het Europees Parlement HET HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN 35. Het Handvest van de Grondrechten kwam tot stand in 2000, wanneer het door de voorzitters van het Europees parlement, de Raad en de Commissie plechtig werd afgekondigd te Nice 68. Het vormt een belangrijke stap in het de evolutie van het gelijkheidsbeginsel van marktrecht naar een horizontaal werkend burgerrecht 69. Dit 64 Art. 4, lid 1 Genderrichtlijn. 65 Art. 7, lid 1 Genderrichtlijn. 66 Art. 7, lid 2 Genderrichtlijn. 67 Art. 3 van het Voorstel. 68 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, 7 december 2000, Pb.C. 364/1, 18 december Laatse officiële publicatie in 2010, na het Verdrag van Lissabon. Zie Pb.C. 30 maart 2010, afl 83, 389 (hierna Handvest van de Grondrechten ). 69 Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011,

24 beginsel wordt immers een belangrijke functie toegedicht. We vinden het terug in artikel 21: 1. Iedere discriminatie, met name op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, is verboden. 2. Binnen de werkingssfeer van de Verdragen en onverminderd de bijzondere bepalingen ervan, is iedere discriminatie op grond van nationaliteit verboden. Verder in het verdrag vinden we tevens een bevestiging van de gelijkheid van mannen en vrouwen (artikel 23 Handvest van de Grondrechten). De lijst van beschermingsgronden opgesomd door de Belgische horizontaal werkende antidiscriminatiewetgeving is rechtstreeks geïnspireerd op de opsomming van discriminatiegronden in het Handvest van de Grondrechten. 36. Het Handvest is van toepassing zowel op de instellingen en organen van de Europese Unie als de lidstaten, wanneer deze laatsten het Unierechten implementeren 70. Artikel 6, lid 1 VEU verwijst naar het Handvest en stelt uitdrukkelijk dat deze dezelfde juridische waarde heeft als de Verdragen. Deze grondrechten zijn dus juridisch bindend voor zowel de lidstaten als de instellingen en organen van de Unie, deze zijn verplicht tot eerbiediging van deze rechten ten opzichte van de burger. Ook nietburgers van een EU-lidstaat kunnen zich, met uitzondering van bepaalde rechten die samenhangen met Unie-burgerschap, beroepen op de grondrechten uit het Handvest tegen de genoemde overheden NON-DISCRIMINATIE ALS ALGEMEEN RECHTSBEGINSEL VAN DE EUROPESE UNIE 37. Artikel 6, lid 3 VEU bepaalt dat de grondrechten, zoals zij worden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij voortvloeien uit de constitutionele tradities die de 70 Zie art. 51 (1) Handvest van de Grondrechten. 18

25 lidstaten gemeen hebben, als algemene beginselen deel uitmaken van het recht van de Unie. Het Hof Van Justitie heeft dit artikel als rechtvaardiging gebruikt om, in combinatie met artikel 19, lid 1 VEU dat stelt dat het Hof van Justitie het recht moet eerbiedigen bij haar uitlegging en toepassing van de Verdragen, een machtiging af te leiden om zich te kunnen beroepen op deze algemene beginselen 71. In het licht hiervan bevestigt het Hof Van Justitie in haar rechtspraak dat het gelijkheidsbeginsel dient te worden opgevat als een dergelijk algemeen beginsel van het gemeenschapsrecht 72. Het Hof stelt dat dit beginsel terug te vinden is binnen zowel de grondslagen van het Verdrag zelf, als in de gemeenschappelijke rechtstradities van de lidstaten en in de door hen gesloten internationale verdragen 73. Deze erkenning van het gelijkheidsbeginsel als een algemeen beginsel van het gemeenschapsrecht kan op verschillende vlakken een invloed hebben op de anti-discriminatiewetgeving bij verzekeringsrelaties Men kan zich afvragen in welke mate de secundaire Uniewetgeving moet worden getoetst aan het algemene gelijkheidsbeginsel. Het Europees Hof van Justitie zou immers in staat zijn de invulling van de criteria uit de richtlijnen op grond van artikel 19 door de Europese wetgever te toetsen aan het algemene gelijkheidsbeginsel, en vervolgens zelf te beslissen of deze richtlijnen niet strijdig zijn met het algemene beginsel. Specifiek voor verzekeringsrelaties dient aandacht aan deze mogelijkheid te worden gegeven in het licht van de mogelijkheid voor de nationale lidstaten om zich te beroepen op een opt-out clausule bij het uitvaardigen van de Genderrichtlijn 75. Bij het Voorstel van Kaderrichtlijn buiten arbeid wordt in artikel 2, lid 7 voorzien in een gelijkaardige mogelijkheid voor de discriminatiegronden leeftijd en handicap Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 91. Zie ook T. TRIDIMAS, The general principles of EU law, Oxford, Oxford University Press, 2006, HvJ 117/76, Ruckdeschel/Hauptzollamt Hamburg-St. Annen en 16/76, Diamalt/Hauptzollamt Itzehoe, gevoegde zaken 117/76 en 16/76, Jur. 1977, 1753, ov. 7; HvJ 810/79, Uberschär/Bundseversicherungsanstalt für Angestellte, Jur. 1980, 2747, ov. 16; HvJ C-13/05, Sonia Chacón Navas/Eurest Colectividades, Jur. 2006, I, 6467, ov Zie HvJ C-46/93, Brasserie du Pêcheur/Bundesrepublik Deutschland en C-48/93, The Queen/Secretary of State for transport, ex parte: Factortame, gevoegde zaken C-46/93 en C-48/93, Jur. 1996, I, 1029, ov Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, Art. 5, lid 2 Genderrichtlijn; reeds besproken bij randnummer Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 95 ev. 19

26 Hoewel het de Europese wetgever wel degelijk is toegestaan om bepaalde gerechtvaardige uitzonderingen te voorzien op het beginsel van gelijke behandeling 77, blijft het nog steeds de taak van het Hof van Justitie (en niet de nationale rechter) om de geoorloofdheid van deze uitzonderingen te beoordelen 78. Het gelijkheidsbeginsel maakt als algemeen beginsel van het Unierecht immers deel uit van het primair recht van de Europese Unie, terwijl de richtlijnen secundair recht zijn. Uitzonderingen voorzien door de richtlijnen kunnen dus mogelijk opzij gezet worden door het Europees Hof van Justitie door zich te beroepen op het gelijkheidsbeginsel als algemeen beginsel van het Unierecht. In het kader van deze mogelijkheid heeft het Hof van Justitie zich op 1 maart 2011 moeten uitspreken in een prejudiciëel arrest op vraag van het Grondwettelijk Hof, over de vraag of de opt-out mogelijkheid voorzien door het de Genderrichtlijn niet strijdig was met het algemeen beginsel van gelijkheid en non-discriminatie. Dit wordt aangevoerd door de verbruikersvereniging Test-Aankoop. Op de uitspraak van het Hof van Justitie zal later in deze masterproef uitgebreid worden ingegaan. 39. Een 2 de interessante vraag is of men zich als particulier (bvb. een verzekerde) op het gelijkheidsbeginsel zou kunnen beroepen tegen een andere particulier (bvb. een verzekeraar), in de situatie dat een lidstaat tot laattijdige of foutieve omzetting van de richtlijnen is overgegaan. Aangezien Europese Richtlijnen per definitie geen horizontale werking kennen, kan er iets voor gezegd worden dat men in dit geval zou kunnen terugvallen op het algemeen beginsel als beginsel van het Unierecht, in de hypothese dat hieraan wel degelijk een horizontale werking is toegekend. Het Hof van Justitie heeft in de zaak Mangold bevestigd dat het wel inderdaad mogelijk is om in een geschil tussen particulieren zich te beroepen op een algemeen beginsel van het Unierecht, door middel van het buiten toepassing laten van een met dit beginsel strijdige nationale norm 79. Het Hof voorziet echter wel een extra voorbehoud. Een nationale rechter kan niet op zichzelf verplicht worden een nationale 77 Adv. Gen. SHARPSTON, concl. 30 november 2006 voor HvJ C-227/04 P, Lindorfer/Raad van de Europese Unie, Jur. 2007, I, 6767, ov Zie art. 267, lid 3 VWEU, betreffende de verplichting tot het stellen van een prejudiciële vraag. 79 HvJ C-144/04, Mangold/helm, Jur. 2005, I, 9981; Y. THIERY, Discriminatie en verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011,

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

GRONDWET EN GELIJKHEID

GRONDWET EN GELIJKHEID Factsheet Grondwet voor Europa GRONDWET EN GELIJKHEID April 2005 Platform Artikel 13 Factsheet Grondwet en Gelijkheid Deze factsheet bevat informatie over de gevolgen van de invoering van de Grondwet voor

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE De rechtsgrondslag voor de grondrechten op EU-niveau is lange tijd voornamelijk gelegen geweest in de verwijzing in de Verdragen naar het Europees Verdrag tot

Nadere informatie

Hospitalisatieverzekeringen: recente ontwikkelingen. Prof. B. Weyts Hoofddocent Universiteit Antwerpen Advocaat Balie Brussel

Hospitalisatieverzekeringen: recente ontwikkelingen. Prof. B. Weyts Hoofddocent Universiteit Antwerpen Advocaat Balie Brussel Hospitalisatieverzekeringen: recente ontwikkelingen Prof. B. Weyts Hoofddocent Universiteit Antwerpen Advocaat Balie Brussel 1 Geen verplichte verzekering Maar ruim verspreid. Talrijke problemen in praktijk:

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober A D V I E S Nr. 1.654 ------------------------------ Zitting van vrijdag 10 oktober 2008 ----------------------------------------------- IPA 2007-2008 - Non-discriminatie - Positieve acties x x x 2.278/1-1

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 31 832 Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling, het Burgerlijk Wetboek, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd

Nadere informatie

DISCRIMINATIE OP BASIS VAN HANDICAP EN GEZONDHEIDSTOESTAND IN DE ARBEIDSVERHOUDING

DISCRIMINATIE OP BASIS VAN HANDICAP EN GEZONDHEIDSTOESTAND IN DE ARBEIDSVERHOUDING DISCRIMINATIE OP BASIS VAN HANDICAP EN GEZONDHEIDSTOESTAND IN DE ARBEIDSVERHOUDING Anne RAHMÉ Frank HENDRICKX Othmar VANACHTER Aline VAN BEVER intersentia Antwerpen - Oxford INHOUD VOORWOORD. v HOOFDSTUK

Nadere informatie

2. Hoe kan je de strijd tegen discriminatie aangaan?

2. Hoe kan je de strijd tegen discriminatie aangaan? 2. Hoe kan je de strijd tegen discriminatie aangaan? Om de strijd tegen discriminatie op de werkvloer aan te gaan, kan je als militant beroep doen op een breed wettelijk kader. Je vindt hieronder de belangrijkste

Nadere informatie

INHOUD. VOORWOORD... v HOOFDSTUK 1. DISCRIMINATIE OP DE WERKVLOER EN DE WETTEN VAN 10 MEI 2007... 1

INHOUD. VOORWOORD... v HOOFDSTUK 1. DISCRIMINATIE OP DE WERKVLOER EN DE WETTEN VAN 10 MEI 2007... 1 INHOUD VOORWOORD....................................................... v HOOFDSTUK 1. DISCRIMINATIE OP DE WERKVLOER EN DE WETTEN VAN 10 MEI 2007........................................ 1 I. Inleiding

Nadere informatie

BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú

BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú De Socialistische Fractie in het Europees Parlement streeft naar de garantie dat iedereen zich volledig aanvaard voelt zoals hij of zij is, zodat we in onze gemeenschappen

Nadere informatie

STANDPUNT VERZEKERINGEN

STANDPUNT VERZEKERINGEN Illustratie 1 logo vrouwenraad STANDPUNT VERZEKERINGEN De Richtlijn 2004/113/EG verbiedt discriminatie op grond van geslacht bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten. Er mag dus geen gebruikgemaakt

Nadere informatie

DE ANTIDISCRIMINATIEWET GEVING & ONDERWIJS

DE ANTIDISCRIMINATIEWET GEVING & ONDERWIJS DE ANTIDISCRIMINATIEWET GEVING & ONDERWIJS Bijdrage voor de studiedag AgODi - VLOR, 16 december 2011 Marco Van Haegenborgh Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding GELIJKHEID EN NON-DISCRIMINATIE

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

Europese krijtlijnen voor een sociaal federalisme

Europese krijtlijnen voor een sociaal federalisme Europese krijtlijnen voor een sociaal federalisme prof. dr. Herwig VERSCHUEREN Universiteit Antwerpen De Europese context Overzicht De Europese spelers en hun instrumenten De Europese juridische krijtlijnen

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

#DUIDING KRACHTLIJNEN NON-DISCRIMINATIE LIBERFORM / DUIDING KRACHTLIJNEN NON-DISCRIMINATIE LIBERFORM.BE

#DUIDING KRACHTLIJNEN NON-DISCRIMINATIE LIBERFORM / DUIDING KRACHTLIJNEN NON-DISCRIMINATIE LIBERFORM.BE #DUIDING KRACHTLIJNEN NON-DISCRIMINATIE In het kader van de sectorconvenants 2018-2019, afgesloten tussen de Vlaamse regering en de sectoren, is antidiscriminatie een belangrijk thema. Een onderdeel hiervan

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2011/0431(APP) 3.9.2012 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad tot vaststelling van

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN SECRETARIAAT-GENERAAL Brussel, SG-Greffe(2008)D/ Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie Herrmann-Debrouxlaan 48 1160 Brussel Betreft:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/10/2014

Datum van inontvangstneming : 21/10/2014 Datum van inontvangstneming : 21/10/2014 Vertaling C-432/14-1 Zaak C-432/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 september 2014 Verwijzende rechter: Conseil de prud hommes de

Nadere informatie

Zwaarlijvigheid kan een handicap vormen in de zin van de richtlijn betreffende gelijke behandeling inzake arbeid

Zwaarlijvigheid kan een handicap vormen in de zin van de richtlijn betreffende gelijke behandeling inzake arbeid Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 183/14 Luxemburg, 18 december 2014 Pers en Voorlichting Arrest in zaak C-354/13 Fag og Arbejde (FOA), namens Karsten Kaltoft / Kommunernes Landsforening

Nadere informatie

Inhoud. HOOFDSTUK 1 Ontstaan van het begrip discriminatie op grond van nationaliteit 21

Inhoud. HOOFDSTUK 1 Ontstaan van het begrip discriminatie op grond van nationaliteit 21 Inleiding 11 DEEL I Het concept indirecte discriminatie op grond van nationaliteit in het Unierecht 17 Inleiding 17 HOOFDSTUK 1 Ontstaan van het begrip discriminatie op grond van nationaliteit 21 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17 IX Onderzoeksopzet 1 Hoofdstuk 1. Achtergrond 3 Hoofdstuk 2. Probleemstelling 7 Afdeling I. Academisch debat 7 Afdeling II. Eigen bijdrage academisch debat 9 Hoofdstuk 3. Onderzoeksvragen en -methodologie

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/09/2013

Datum van inontvangstneming : 09/09/2013 Datum van inontvangstneming : 09/09/2013 Vertaling C-354/13-1 Zaak C-354/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing in zaak C-354/13 overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK 201403327/1/A2. Datum uitspraak: 24 april 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vereniging Vrouwen Partij, gevestigd te Den Haag, appellante, het centraal stembureau voor

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 C-176/12-1 Zaak C-176/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2012 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 548 C5-2002/ /0242(CNS))

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 548 C5-2002/ /0242(CNS)) EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 16 december 2002 PE 316.394/10-24 AMENDEMENTEN 10-24 Ontwerpadvies (PE 316.394) Luciana Sbarbati inzake het voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

DISCRIMINATIE EN VERZEKERING

DISCRIMINATIE EN VERZEKERING DISCRIMINATIE EN VERZEKERING Yves THIERY intersentia Antwerpen - Cambridge INHOUD Dankwoord Voorwoord Afkortingen vii xi xxvii Inleiding: probleemstelling, opbouw en methode van het onderzoek 1 A. Probleemstelling

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Versie 2008 9 Erkenning van je rechten en hoe kan je ze verdedigen?

Versie 2008 9 Erkenning van je rechten en hoe kan je ze verdedigen? Versie 2008 9 Erkenning van je rechten en hoe kan je ze verdedigen? Verantwoordelijke Uitgever: Daniël Samyn, Dienst Beroepsopleiding, departement Onderwijs en Vorming, Koning Albert-II laan 15, 1210 Brussel

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 16.12.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0171/2012, ingediend door Klaus Träger (Duitse nationaliteit), over verschillende

Nadere informatie

Het bindend EU Handvest van de grondrechten Een naadloos web van grondrechtenbescherming in Europa? Amsterdam, 17 maart 2015

Het bindend EU Handvest van de grondrechten Een naadloos web van grondrechtenbescherming in Europa? Amsterdam, 17 maart 2015 Het bindend EU Handvest van de grondrechten Een naadloos web van grondrechtenbescherming in Europa? Amsterdam, 17 maart 2015 Sybe A. de Vries Jean Monnet leerstoel EU interne-marktrecht & grondrechten

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck stuk ingediend op 2198 (2013-2014) Nr. 1 3 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van decreet van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck houdende wijziging van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974.

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. B. N. O. WALRAVE, L. J. N. KOCH TEGEN ASSOCIATION UNION CYCLISTE INTERNATIONALE, KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE WIELREN UNIE EN FEDERATION ESPANOLA CICLISMO. (VERZOEK

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 1 maart 2011 (*)

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 1 maart 2011 (*) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Grote kamer)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Vertaling C-188/15-1 Zaak C-188/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 april 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING - ZAAK C-12/17 Voorwerp en grondslag van de prejudiciële verwijzing Verzoek krachtens artikel 267 VWEU

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN Stuk 653 (2000-2001) Nr. 8 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 4 maart 2002 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN Zie :

Nadere informatie

Date de réception : 10/01/2012

Date de réception : 10/01/2012 Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2002/73/EG.

Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2002/73/EG. Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2002/73/EG Voorstel van wet Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 19.5.2016 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Poolse Sejm inzake het voorstel

Nadere informatie

Stichting EJ van de Arbeid

Stichting EJ van de Arbeid Stichting EJ van de Arbeid.... 1.. VERKLARING GELIJKE BEHANDELING OP DE ARBEIDSMARKT december 1998 Publikatienr. 9/98 Colof on Uitgave: Stichting van de Arbeid Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

(2000/C 177 E/07) COM(1999) 565 def. 1999/0225(CNS) (Door de Commissie ingediend op 6 januari 2000)

(2000/C 177 E/07) COM(1999) 565 def. 1999/0225(CNS) (Door de Commissie ingediend op 6 januari 2000) C 177 E/42 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 27.6.2000 Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in werkgelegenheid en beroep (2000/C

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

INITIATIEFADVIES. betreffende de opmaak van een anti-discriminatie kaderordonnantie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

INITIATIEFADVIES. betreffende de opmaak van een anti-discriminatie kaderordonnantie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. INITIATIEFADVIES betreffende de opmaak van een anti-discriminatie kaderordonnantie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 20 april 2017 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Nadere informatie

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015 De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI woensdag 11 maart 2015 1 Quaedvlieg 2006 Het lijkt geen goed idee dat iedere individuele rechter in ieder individueel geval een eigen afweging

Nadere informatie

WETGEVING INZAKE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN

WETGEVING INZAKE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN WETGEVING INZAKE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN IN DE EUROPESE UNIE Europese Commissie Noch de Europese Commissie, noch enige persoon die optreedt in naam van de Commissie kan verantwoordelijk worden

Nadere informatie

Actualiteitscollege 18 december 2007

Actualiteitscollege 18 december 2007 DEEL I : college 1 Evolutie levensverwachting België 4 vrouwen mannen Why? Bron: FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Evolutie sterftekansen België 5 Bron: Isabelle Devos

Nadere informatie

Aanbeveling van. het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nr R/001

Aanbeveling van. het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nr R/001 Aanbeveling van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nr. 2018-R/001 betreffende de bescherming van mannelijke en vrouwelijke werknemers met gezinsverantwoordelijkheden tegen discriminaties

Nadere informatie

Internationaalrechtelijke aspecten personenkring werknemersverzekeringen

Internationaalrechtelijke aspecten personenkring werknemersverzekeringen Internationaalrechtelijke aspecten personenkring werknemersverzekeringen Deze bijlage bevat een korte aanduiding van enkele internationaalrechtelijke regelingen waarin voorschriften zijn opgenomen die

Nadere informatie

SAMENVATTING SYLLABUS

SAMENVATTING SYLLABUS SAMENVATTING SYLLABUS Julie Kerckaert Inleiding tot het Europees en internationaal recht Academiejaar 2014-2015 Inhoudsopgave Deel 2: Inleiding tot het Europees recht... 2 1. Het juridisch kader van het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep sociale vraagstukken Toetsing van de uitvoering door de lidstaten

Nadere informatie

INHOUD. Dankwoord... vii Voorwoord... xi Afkortingen... xxvii

INHOUD. Dankwoord... vii Voorwoord... xi Afkortingen... xxvii INHOUD Dankwoord......................................................... vii Voorwoord.......................................................... xi Afkortingen........................................................

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Goedkeuring en machtiging tot ondertekening van het Wijzigingsprotocol tot modernisering van het Verdrag

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 29.03.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1609/2008, ingediend door D. A. L. (Britse nationaliteit), over vermeende discriminatie

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 990 Uitvoering van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007,

Nadere informatie

nationale arbeidsraad

nationale arbeidsraad nationale arbeidsraad COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 38 QUATER -------------------------------------------------------------------------------- Zitting van woensdag 14 juli 1999 --------------------------------------------

Nadere informatie

DISCRIMINATIE IN VERZEKERINGEN

DISCRIMINATIE IN VERZEKERINGEN Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 MASTERPROEF van de opleiding Master in de rechten DISCRIMINATIE IN VERZEKERINGEN Promotor: Prof. Dr. BERNAUW Kris CARION Katrien 20020782

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 391 27 899 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake sociale zekerheid ter aanvulling van communautaire regelingen

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 Ontwerpadvies (PE 329.885) Carmen Cerdeira Morterero

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling de Europese Raad Onderwerp Richtlijn 2000/43/EG houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming Datum 29 juni 2000 Copyright and

Nadere informatie

Een nieuwe sociale Europese interne markt

Een nieuwe sociale Europese interne markt Een nieuwe sociale Europese interne markt Prof. mr. dr. E.R. Manunza Hanze Inkoopseminar 2013 On Moral Sentiments, people, profit & procurement Het thema van vandaag Solidariteit in ruime zin Bemoeilijken

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 27 oktober 2014 ADVIES 2014-83 met betrekking tot de weigering om een kopie te verstrekken van het

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016 Datum van inontvangstneming : 25/04/2016 Vertaling C-143/16-1 Zaak C-143/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 maart 2015 Verwijzende rechter: Corte suprema di cassazione (Italië)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET

Nadere informatie

Werkgroep "Antidiscriminatie" 2008-2009. Verslag. Juni 2009. Page 1 of 1

Werkgroep Antidiscriminatie 2008-2009. Verslag. Juni 2009. Page 1 of 1 Werkgroep "Antidiscriminatie" 2008-2009 Verslag Juni 2009 Page 1 of 1 Inleiding In maart 2006 bracht de Commissie voor Aanvullende Pensioenen het advies nr. 11 uit over de problematiek van de discriminatie

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 03 / 2004 van 15 maart 2004

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 03 / 2004 van 15 maart 2004 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hallepoortlaan 5-8, B-1060 Brussel Tel. : +32(0)2/542.72.00 Email : commission@privacy.fgov.be Fax.: : +32(0)2/542.72.12 http://www.privacy.fgov.be/ COMMISSIE VOOR DE

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2017 COM(2017) 830 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt verleend tot het

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Uw kenmerk 2014Z01109 Betreft Vragen

Nadere informatie

1 PB nr. C 24 van 31. 1. 1991, blz. 3. 2 PB nr. C 240 van 16. 9. 1991, blz. 21. 3 PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 32.

1 PB nr. C 24 van 31. 1. 1991, blz. 3. 2 PB nr. C 240 van 16. 9. 1991, blz. 21. 3 PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 32. Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing

Nadere informatie

ADVIES NR. 124 VAN 11 SEPTEMBER 2009 VAN HET BUREAU VAN DE RAAD VAN DE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN MET BETREKKING TOT DISCRIMINATIE INZAKE

ADVIES NR. 124 VAN 11 SEPTEMBER 2009 VAN HET BUREAU VAN DE RAAD VAN DE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN MET BETREKKING TOT DISCRIMINATIE INZAKE ADVIES NR. 124 VAN 11 SEPTEMBER 2009 VAN HET BUREAU VAN DE RAAD VAN DE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN MET BETREKKING TOT DISCRIMINATIE INZAKE LEVENSVERZEKERINGEN Advies nr. 124 van 11 september

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2013 COM(2013) 152 final 2013/0085 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd om in het belang van de Europese Unie het verdrag

Nadere informatie

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze

Nadere informatie

de positie van de verzekerde/patiënt in Nederland en daarbuiten in het licht van de voorgenomen wijziging van art 13 Zvw (EU-aspecten)

de positie van de verzekerde/patiënt in Nederland en daarbuiten in het licht van de voorgenomen wijziging van art 13 Zvw (EU-aspecten) de positie van de verzekerde/patiënt in Nederland en daarbuiten in het licht van de voorgenomen wijziging van art 13 Zvw (EU-aspecten) Jac Rinkes Workshop SKGZ 3-10-13 Zorgverzekeringswet Artikel 13 1.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11 Inhoudsopgave Voorwoord / 9 Inleiding / 11 1 Het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst / 13 1.1 Inleiding / 13 1.2 Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag / 13 1.3 Arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98 P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten (verzoek van het Kantongerecht te Nijmegen om een prejudiciële beslissing) Verplichte deelneming in

Nadere informatie

Handvest van de grondrechten van de EU

Handvest van de grondrechten van de EU Handvest van de grondrechten van de EU A5-0064/2000 Resolutie van het Europees Parlement over de opstelling van een handvest van de grondrechten van de Europese Unie (C5-0058/1999-1999/2064(COS)) Het Europees

Nadere informatie

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74 eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE PUBLIC Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74 OTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie

Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen PERSCOMMUNIQUÉ nr. 104/09 Luxemburg, 30 november 2009 Pers en Voorlichting Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie Het Verdrag

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE NL VERSLAG VAN DE COMMISSIE over de stand van de werkzaamheden in verband met de richtsnoeren betreffende staatssteun en diensten van algemeen economisch belang 1. DOEL VAN DIT VERSLAG In zijn conclusies

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20151016-212) Betreffende het voorontwerp van besluit tot wijziging van het besluit van de Regering van het

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0314 (NLE) 15405/15 ASIM 176 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

9336/16 dui/gar/as 1 DG B 3A

9336/16 dui/gar/as 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 3 juni 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0140 (CNS) 9336/16 VERSLAG van: aan: het voorzitterschap SOC 343 ANTIDISCRIM 30 JAI 476 MI 369 FREMP 87 het Comité

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0176/9. Amendement. Morten Messerschmidt namens de EFD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0176/9. Amendement. Morten Messerschmidt namens de EFD-Fractie 1.6.2011 A7-0176/9 9 Overweging E E. Het Verdrag van Lissabon heeft het mandaat van de leden van het Europees Parlement gewijzigd, door ze rechtstreekse vertegenwoordigers van de burgers van de Unie te

Nadere informatie