8 Straling en gezondheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "8 Straling en gezondheid"

Transcriptie

1 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid Straling en gezondheid 8.1 Inleiding Voorkennis 1 Ioniserende straling a Alfa-, bèta- en gamma-straling (of α-, β- en γ-straling). Een atoom kan door botsing met een α- of β-deeltje één of meer elektronen verliezen. Dit kan ook gebeuren wanneer een atoom γ-straling ontvangt. Een atoom dat één of meer elektronen te weinig (of teveel) heeft wordt een ion genoemd. Zodoende kan straling atomen ioniseren en spreken we over ioniserende straling. b De straling plant zich rechtlijnig voort. De straling kan een gas geleidend maken. Een lichtgevoelige film reageert op deze straling. Verschillende stoffen laten de straling in verschillende mate door. c Het lichaam ervaart neutrale atomen anders dan geïoniseerde atomen. Ionen geven een andere chemische reactie in het lichaam dan neutrale atomen. En door die chemische reacties kunnen cellen worden beschadigd. 2 Toepassingen a Mogelijke voorbeelden: Gezondheidszorg: doorlichten of bestraling van kankergezwellen. Industrie: controle lasnaden of dikten van materialen. Wetenschappelijk onderzoek: ouderdomsbepaling via C-14. b Bijvoorbeeld het doorlichten : Nut - onderzoeken zonder te opereren, met andere straling lukt dat niet. Risico - er kan gezond weefsel worden beschadigd. Veiligheidsmaatregelen - hoeveelheid straling zo klein mogelijk houden en andere delen van het lichaam goed afschermen. Risico s In die situatie Op dit moment Verkleinend A geen geen minder straling B klein weinig kort belichten, kleinere intensiteit (gevoeligere film) 4 Radioactiviteit A Onjuist. Er is een kans dat je ziek wordt. Hoe minder straling, des te kleiner de kans. B Juist. Met straling kan men sommige tumoren in zoverre vernietigen,dat de overlevingskansen sterk toenemen en de patiënt genezen wordt verklaard. C Onjuist. Dit zou voor α- of β-straling betekenen dat de isotopen van de stoffen waaruit het lichaam is opgebouwd veranderen in instabiele isotopen. Die kans is heel klein. Wel is het mogelijk dat de geïoniseerde atomen terugvallen naar hun grondtoestand en daarbij röntgenstralen uitzenden. Dit proces is afgelopen zodra de bestraling eindigt. D Juist. E Onjuist. Straling kun je niet opslaan. De bedoeling is dat de dosis zo groot is dat levende organismen in de levensmiddelen het niet overleven. F Juist. Als door het ongeluk radioactieve stoffen in de atmosfeer zijn gekomen, dan kunnen deze o.a. via regen weer terugkomen op het aardoppervlak (de zogenaamde 'fall out'). G Onjuist. Er zijn van nature radioactieve stoffen die in de bodem of de atmosfeer aanwezig zijn, denk aan uranium en C-14. De straling die zij uitzenden is dus ook van nature aanwezig. Daarnaast zendt de zon ook diverse soorten straling uit. H Onjuist. Radioactieve isotopen worden door de wind verspreid, niet de straling die de isotopen uitzenden. I Juist. De zon zendt voortdurend straling uit, evenals andere zonnen. Naast zichtbare straling bevat deze straling o.a. ultraviolette straling. Ook deze laatste straling werkt ioniserend. J Juist. Denk bijvoorbeeld aan de uraniummijnen. Vervolg op volgende bladzijde.

2 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid 115 Vervolg opgave 4. K Juist. De ioniserende straling kan het DNA in celkernen beschadigen evenals andere belangrijke delen. Het gevolg kan een ongeremde groei zijn van cellen die niet goed meer hun funktie kunnen uitoefenen. L Juist. Kinderen en zwangere vrouwen hebben te maken met veel celdelingen i.v.m. de groei. Als er cellen op DNA-niveau door straling beschadigd zijn, kunnen deze beschadigde cellen dus in korte tijd wegens de groeiprocessen van grote invloed worden. M Ten dele. De α-stralen en in mindere mate ook de β-stralen hebben een gering doordringend vermogen en zijn tegen te houden. De γ-stralen gaan er gewoon doorheen. Daarvoor vormen deuren en ramen geen bescherming. N Juist. Tenminste bij gelijke dikte. Om dezelfde hoeveelheid straling tegen te houden zou je van aluminium veel dikkere wanden moeten maken. O Juist. Net als iedere plaat houdt het de radioactieve stoffen tegen. P Onjuist. Radioactieve stoffen zijn instabiele isotopen en dus atomen. Als die vervallen, komt de straling er in de vorm van α-, β- en/of γ-stralen uit. Q Juist. R Juist. In verband met Q en R zul je in de komende paragrafen de grootheid halveringstijd t 1/2 leren kennen 8.2 Ioniserende straling Kennisvragen 7 a soort karakter doordringend vermogen ioniserend vermogen licht elektromagnetische straling (e.m.-straling) groot in 'doorzichtige' stoffen (glasvezelkabel) en in vacuum zeer klein röntgenstraling e.m.- straling groot klein α-straling kernen van klein groot heliumatomen β-straling elektronen matig matig γ-straling e.m.- straling groot klein b Röntgenstraling en de drie soorten kernstraling hebben een doordringend en een ioniserend vermogen. c De γ-straling. Zowel γ-straling als röntgenstraling zijn een vorm van elektromagnetische straling. Alleen is de stralingsenergie van γ-straling groter dan die van röntgenstraling. 8 Factoren: soort straling; de energie-waarde van de straling; soort materiaal waar de straling door heen gaat; de dikte van het materiaal. 9 A Soort straling: röntgenstraling. Gebruikt: röntgenstraling, omdat het doordringend vermogen groot is, terwijl verschillende materialen duidelijker op een verschillende manier geabsorbeerd worden. Bovendien is het minder gevaarlijk voor levende organismen. B Soort straling: röntgenstraling, γ-straling. Gebruikt: γ-straling, omdat deze straling een groter doordringend vermogen heeft en daardoor ook gemakkelijker door metalen heen gaat. C Soort straling: röntgenstraling, γ-straling. Gebruikt: röntgenstraling, omdat het doordringend vermogen groot is, terwijl verschillende weefsels duidelijker op een verschillende manier geabsorbeerd worden. Bovendien is het minder gevaarlijk voor de onderzochte persoon. Bij bestraling van een tumor wordt echter wel γ-straling gebruikt, omdat deze straling beter de tumorcellen kan beschadigen. 1 Lood, omdat dit metaal het beste de γ-straling absorbeert. 11 Een stof is radioactief en de straling is ioniserend. In de woorden radioactieve straling worden die twee woorden ten onrechte samengevoegd.

3 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid Een stukje film in een ondoorzichtig plastic doosje doen en bij het scherm houden. De straling gaat door het plastic en belicht de film. Je maakt hierbij gebruik van het doordringend vermogen van röntgenstraling (door het plastic heen) én van het ioniserend vermogen (de film wordt 'belicht'). Oefenopgaven 14 Stralingsbronnen A α- en γ-straling, want papier houdt al veel tegen (α-straling), terwijl lood duidelijk de γ-straling nog doorlaat. B β-straling, want papier houdt niets tegen en lood vrijwel alles. C β- en γ-straling, want aluminium houdt de helft tegen (β-straling) en lood laat nog iets door (γ-straling). D α-straling, want papier houdt vrijwel alles al tegen. 15 a α- of β- straling omdat het doordringend vermogen klein tot matig is. Juist bij α-straling is het ioniserend vermogen groot. b γ-straling omdat het doordringend vermogen groot is. Bovendien is de stralingsenergie groter dan van röntgenstraling zodat het effectiever is bij het beschadigen van tumorcellen. c Bij een tumor die diep in het lichaam ligt, moet de van buitenaf toegediende straling ook door gezond weefsel heen. En ook daar zal een deel van de straling geabsorbeerd worden én treedt er beschadiging op van gezonde cellen. Om te voorkomen dat dit weefsel teveel beschadigingen oploopt, wordt de tumor vanuit verschillende hoeken bestraald. 8. Stralingsbronnen Kennisvragen 17 Radioactief verval is een toevalsproces: je kunt dus niet voorspellen op welk moment een kern vervalt. Een kern vervalt ook in één keer. Een kern vervalt nooit voor de helft. Ook bij twee kernen kun je nog niet over halveringstijd spreken. Daar heb je volgens de regels van de statistiek veel meer kernen voor nodig. Bij 4 miljoen kernen is het vrij nauwkeurig vast te stellen op welk moment er nog 2 miljoen kernen van de radioactieve isotoop resteren. 18 I-11 heeft een halveringstijd heeft van 8, d. Dus na 8 dagen zal de jodium-isotoop nog voor 5% niet-vervallen zijn en zal de activiteit nog de helft zijn van 8 dagen geleden. Het begrip halveringstijd is voor mensen blijkbaar moeilijk te omschrijven. 19 a/b Zie BINAS tabel 25. isotoop straling halveringstijd U-28 α, γ 4, j Th-22 α, γ 1,4 1 1 j K-4 β, γ 1, j c Isotopen met een korte halveringstijd zijn sinds het ontstaan van de aarde allang vervallen tot stabiele isotopen. 2 t 1/2 = 8, d. Je ziet dat de activiteit in 8 dagen van naar verminderd is. 21 Diagram: zie de figuur hiernaast. Uit dit diagram is te bepalen dat: t 1/2 = 25 min. 8 A 7 (MBq) t (min)

4 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid Diagram: zie de figuur hiernaast. Uit dit diagram is te bepalen dat op t = 1 s de activiteit ca. 11 MBq is. A 7 (MBq) Om het vervaldiagram te tekenen gaan we er van uit dat de activiteit in het begin [ A() ] 1% is. Dit is de opgegeven activiteit. Na 1 de halveringstijd t 1/2 is de activiteit nog 5%, na 2 t 1/2 nog 25% enz. Dit levert het diagram op van hiernaast. Uit dit diagram kun je aflezen dat bij 2,5% de verlopen tijdsduur ca. 5, t 1/2 is. BINAS (tabel 25): voor Co-6 is t 1/2 = 5,27 jaar. Dus Δt = 5, 5,27 = 27,9 j. Afgerond: Δt = 28 j A(t) A() in % t (s) 24 Afname activiteit = 8 = 1 = Conclusie: de afname heeft plaats gevonden in de halveringstijd d.w.z. t 1/2 = 6, t 1/2 = 2, h , t (aantal t 1/2 ) Oefenopgaven 26 Activiteit en halveringstijd a De activiteit A en het aantal instabiele kernen N zijn recht evenredig: als er n zoveel kernen zijn, zullen er n zoveel per s vervallen. b Hoe groter de halveringstijd t 1/2,hoe minder atomen er per seconde vervallen. Je zou kunnen verwachten dat de activiteit A en t 1/2 omgekeerd evenredig zijn: dus verwachting A 1. t c en d Uit,69 N A = volgt dat t 1/ 2 - A en N recht evenredig én - A en t 1/2 omgekeerd evenredig zijn. (kbq) 16 e I-11 t 1/2 = 8, d. 12 6,69 N, A = = = 9,9 Bq 1 t1/ 2 8, 24 6 Afgerond: A = 4 Bq. 8 6 I-128 t 1/2 = 25 min 6,69 N, A = = = 18,4 1 Bq t1/ I Afgerond: A = 18,4 1 Bq = 18,4 kbq Voor het diagram: zie hiernaast. t (min) Zoals je wellicht opmerkt, begint de lijn voor I-11 heel laag en omdat de halveringstijd daarvan 8, dagen is zal in het tijdsverloop van 125 minuten ook geen merkbare daling optreden. f Een grotere t 1/2 maakt de activiteit A kleiner en zorgt ervoor dat de A minder snel afneemt. A I / 2 125

5 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid Koolstofdatering a Alleen voorwerpen die gemaakt zijn uit levend materiaal zijn geschikt voor de koolstofdateringsmethode omdat die materialen (b.v. hout) C-14 bevatten. b Papyrusrollen zijn gemaakt van papyrus, een plant die C-14 heeft opgenomen. c De activiteit is nog 1 % van de oorspronkelijke hoeveelheid d.w.z.,1 e deel van de oorspronkelijke hoeveelheid =,1 de oorspronkelijke activiteit Ga met je rekenmachine na hoe vaak je enz. moet herhalen om op ca.,1 uit te komen je zult merken dat je dan ergens tussen de en uit komt. 2 2 BINAS (tabel 25): t 1/2 = 57 jaar voor C-14. Er is dus een tijdsduur t verlopen tussen t = 6 t 1/2 = 6 57 = 48 jaar en t = 7 t 1/2 = 7 57 = 4 11 jaar Ouderdom is 5 à 4 duizend jaar. N.B. Nauwkeuriger kun je de ouderdom berekenen met behulp van de logaritmefunctie. Wiskundig geldt namelijk dat: log a = log a. Bij vraag c ga je dan als volgt te werk: 1% =,1 e deel. Je moet dus de wiskundige vergelijking,1 = oplossen. Door met de log-functie te werken, kun je opschrijven: (,1) log,1 = log log = - 2, = Uitkomst: = 6,644 t = 6,644 t 1/2 = 6, = 8 69 jaar verlopen. Afgerond: ouderdom is 8 duizend jaar. N.B. Je kunt het aantal keren de halveringstijd ook berekenen met behulp van het programma 'Solver' van de grafische rekenmachine: Bij vraag c ga je dan als volgt te werk: 1% =,1 e deel. Je moet vervolgens de wiskundige vergelijking,1 = oplossen, waarbij de gevraagde ouderdom Δt = t 1/2. Ga als volgt te werk: 1. Kies in het menu MATH de optie :Solver om het vergelijkingsscherm op te roepen. Wanneer je de optie Solver kiest, verschijnt één van deze twee schermen: - het vergelijkingsscherm wordt getoond wanneer de vergelijkingsvariabele eqn leeg is: in dit geval kun je de vergelijking invoeren (zie 2.). - het interactieve vergelijkingsscherm verschijnt wanneer je een vergelijking in de variabele eqn hebt opgeslagen: in dit geval moet je eerst de reeds ingevoerde vergelijking worden gewist of aangepast. Dit doe je door de -toets in te drukken en vervolgens op 'CLEAR' om de vergelijking te wissen. 2. Aangezien de Solver met de vergelijking = werkt, moet je bijvoorbeeld invoeren =,5 -,1. Om de variabele '' in te voeren kun je de toets 'X,T, F,n' gebruiken. Je krijgt dan uiteindelijk een scherm met:. Druk op de 'ENTER'- of -toets. Het interactieve vergelijkingsscherm wordt weergegeven. De vergelijking, die werd opgeslagen in eqn, verschijnt nu op de bovenste regel en is gelijk aan nul. Daaronder staat al de regel X=. Alleen bedenk goed dat dit nog niet de oplossing hoeft te zijn. Als je al eerder met de Solver hebt gewerkt dan vermeldt deze regel nog het antwoord van een vorige vergelijking. Je kunt deze wissen met de 'CLEAR'-toets (niet echt noodzakelijk!). Vervolgens laat je de nieuwe oplossing bepalen door de 'ALPHA'- en 'ENTER'-toets in te drukken (= SOLVE). Daarna verschijnt in je venster de oplossing: = 6, De ouderdom is dan Δt = 6,64 t 1/2 =. N.B. Voor de etra's die je rekenmachine je geeft ('bound =.enz) : zie bijbehorende handleiding. d Het percentage C-14 is wel heel klein geworden. De bepaling wordt dan onnauwkeurig. EQUATION SOLVER eqn: =.5^X -.1.5^X -.1= X = 6, bound= {-1E99,1 left - rt=

6 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid Besmetting a Bij uitwendige bestraling is alleen γ-straling eigenlijk goed te gebruiken aangezien deze straling een groot doordringend vermogen heeft. β-straling is hooguit te gebruiken bij bestralingen aan de oppervlakte. α-straling zou gebruikt kunnen worden als de α-bron in het lichaam aangebracht wordt vlak bij het te bestralen gedeelte (implantaat). b Cs-17 zendt β- en γ-straling uit. Aangezien Cs-17 dus ook γ-straling uitzendt, is deze dus goed in bestralingsapparaten te gebruiken. c Kernstraling in de vorm van γ-straling is voor het oog onzichtbaar. De gloed - dus zichtbare straling komt niet uit de kern maar uit andere delen van een atoom (zie hoofdstuk 8). d 1% =,1 e deel = (½) 6 à (½) 7 (zie ook opgave 26). BINAS (tabel 25): t 1/2 = 5 jaar voor Cs-17. I.v.m. bovenstaande afname moet er dus een tijdsduur t verlopen zijn tussen Δt minimaal = 6 t 1/2 = 6 5 = 21 jaar en Δt maimaal = 7 5 = 245 jaar. Het klopt dat er dus minstens 2 jaar verlopen moet zijn. N.B. Met behulp van de uitleg bij opgave 26 kun je nauwkeuriger bepalen dat een afname tot 1% tot stand komt in een tijdsduur van Δt = 6,64 5 = 2 jaar. 8.4 Stralingsdosis en -effecten Kennisvragen a Bron Straling Ontvanger radioactieve stof röntgenstraling ionisatie röntgenbuis kernstraling absorptie activiteit gray halveringstijd dosisequivalent isotoop sievert becquerel geiger-müllerteller instabiele kern radioactief verval b Deeltjes in de vorm van instabiele kernen vormen een bron Daarnaast bestaan α-straling en β-straling ook uit deeltjes namelijk He-kernen resp. elektronen. 1 De bron van straling is I-11 (in de spinazie). Deze bron heeft een activiteit van 2 Bq. N.B. Hoewel daar niets over geschreven wordt, mag je verwachten dat dit 2 Bq per kg spinazie is. Straling: deze bron zendt β-straling uit. Ontvanger: bij besmetting met I-11 kan deze straling cellen beschadigen. 2 Bij de dosis wordt er alleen gekeken naar de hoeveelheid stralingsenergie die per kg wordt geabsorbeerd. Bij het dosisequivalent wordt er ook rekening mee gehouden via welke vorm van straling de stralingsenergie wordt geabsorbeerd. Daarmee geeft het dosisequivalent beter aan wat de aangerichte schade is. Bij bestraling ontvangt het lichaam (of ander voorwerp) straling van buiten af: uitwendige bestraling. Bij besmetting komen er radioactieve stoffen in het lichaam en worden lichaamsdelen van binnenuit bestraald: inwendige bestraling. 4 Bij uitwendige bestraling bevindt de stralingsbron zich buiten het lichaam. Bij inwendige bestraling bevindt de stralingsbron zich in het lichaam. 5 a Halveringstijd is een eigenschap van een stralingsbron. b Bij A: er wordt gesproken over hoeveelheid radioactieve straling. Hier wordt de bron (radioactief) al verward met straling. c Bij C: dit blijkt duidelijk uit 'niet meer radioactief is'. d De halveringstijd is de tijd waarin de activiteit van een bepaalde radioactieve isotoop met de helft afneemt. 6 a A Zowel de bron ('radioactieve deeltjes') als de ontvanger ('op of in het lichaam') worden genoemd. B Hier wordt het in verband met straling ('straling') en ontvanger ('op de huid of in het lichaam') gebracht. C Hier wordt het alleen met de ontvanger in verband gebracht: 'stralingsdosis' en 'stralingsziekte'. b Uitspraak A is juist omdat hier wordt aangegeven dat de stralingsbron zich 'op of in het lichaam' bevindt.

7 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid 12 7 a Met behulp van tabel 25 van BINAS kun je vinden dat de isotopen als volgt straling uitzenden: C-14: β K-4: β, γ Ra-226: α, γ Rn-222: α. b In het lichaam zijn de α-stralers het gevaarlijkst (weegfactor 2), dus Ra-226 en Rn Estr D = BINAS (tabel 11): ρ water =,998 1 kgm - m = ρ V =, , 1 - = 1, kg m 2 E str is de geabsorbeerde stralingsenergie D = = 2, Gy Afgerond: D = 2 Gy 1, Estr 1,5 9 H = D Q en D = D = =,15 Gy ; weegfactor Q = 2 (α-straling). m 7 H =,15 2 =, Sv Afgerond: H =, Sv 4 Gegeven: op 1 km hoogte is H = 5 μsv per uur = Sv per uur a Stel de reis duurt 8 uur: H totaal = = Sv. b Door de grotere snelheid ben je minder lang onderweg. Blijkbaar is de afname van het dosisequivalent door de kortere tijdsduur even groot als de toename door de grotere stralingsintensiteit. Oefenopgaven 42 Stralingsenergie a Gegeven: H = 5 Sv in de vorm van γ-straling. Afgerond: H totaal = 4 μ Sv Estr D = Nieuwe onbekenden: D en m. m H = D Q. Voor γ-straling is de weegfactor Q = 1 D = 5 Gy. Neem aan dat m = 6 kg. Estr Estr D = 5 = Estr = 5 6 = 1 J Afgerond: E str = kj m 6 b Hoofdstuk 6: Q w = c w m w ΔT. Nieuwe onbekenden: c w. BINAS (tabel 11): c water = 4,18 1 Jkg -1 K = 4, ΔT ΔT = =,1196 C Afgerond: ΔT =,12 C 4, Conclusie: Een verhoging van,12 C is voor het lichaam ongevaarlijk. N.B. Bij vraag a werd ook duidelijk dat D = 5 Gy d.w.z. 5 J/kg. Je kunt dus ook voor Q w = 5 J nemen bij een massa m =1, kg. c γ-straling is veel meer gericht op één atoom: de energie komt dus geconcentreerder terecht. Daardoor heeft de γ-straling ook een ioniserende werking en dit geeft een heel ander effect in het lichaam. 4 Radiumverf a Ra-226 zendt volgens tabel 25 uit BINAS α- en γ-straling uit. b Kernstraling - in dit geval γ-straling - bestaat niet uit zichtbaar licht. c Door het likken is het vrijwel onvermijdelijk dat radioaktieve isotopen in het lichaam terecht komen bijvoorbeeld in de maag of in de darmen. Daarnaast ontvangen mond en tong ook regelmatig kernstraling. d Nauwelijks, de α-straling komt niet door de metalen achterplaat heen, de γ-straling echter wel via het venster (minder via de metalen achterplaat). e H- is volgens tabel 25 uit BINAS een β - -straler: β-straling heeft een minder schadelijke werking op de huid dan α-straling.

8 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid Jodiumtabletten a De schildklier zal radioactief jodium I-11 opnemen. Bovendien heeft I-11 vanwege de relatief korte halveringstijd juist in het begin een grotere activiteit. Daarom moet er meteen iets gedaan worden. b De schildklier raakt verzadigd met jodium en neemt daarna geen radioactief jodium meer op. c Het zou kunnen dat een vrouw die jodiumtabletten heeft geslikt en daarna toch nog radioactief jodium binnen krijgt, gevaar loopt dat dit in het vruchtwater terecht komt. De foetus loopt dan etra gevaar. d In een foetus vinden zeer veel celdelingen plaats. Beschadiging van het DNA (erfelijke informatie) zou dan gemakkelijk tot misvormingen kunnen leiden. e Omdat de halveringstijd t 1/2 = 8, d, is een week na het ongeluk is de hoeveelheid I-11 al sterk afgenomen. Door de grotere afstand van de bron is de concentratie jodium kleiner geworden. De radioactieve wolk is meer verspreid over een groter gebied. 8.5 Stralingsbescherming Kennisvragen 46 Bij een gesloten stralingsbron is de radioactieve stof in een omhulsel opgesloten. De stof kan niet vrijkomen. Veiligheidsmaatregelen zijn afstand houden en afscherming met een stof die de straling goed kan absorberen. Bij een open stralingsbron komen de radioactieve stoffen vrij in de leefomgeving of het milieu. Dat levert dan het gevaar op van besmetting.in dit geval bestaan de veiligheidsmaatregelen bij uitwendige besmetting vooral uit het grondig wassen van de kleding, je huid enz.. Bij inwendige besmetting zal er isolatie van de persoon (of voorwerp) moeten plaatsvinden tot de activiteit voldoende is afgenomen. 47 Het omhulsel zal de straling slechts gedeeltelijk absorberen afhankelijk van materiaalkeuze en dikte. Maar met name de γ-straling heeft een groot doordringend vermogen en zal ook gedeeltelijk door het omhulsel heen dringen. 48 a Nee, een gas verspreidt zich gemakkelijk door een ruimte. b Nee, een gas zal ook om de loden plaat heen gaan. 49 a Met dracht wordt de afstand bedoeld waarover straling van een bepaalde soort en energiewaarde in een bepaald soort stof volledig wordt geabsorbeerd. Het speelt een rol bij α- of β-straling. b De waarde hangt af van de kinetische-energie (en dus de snelheid) van de uitgezonden α-deeltjes. c β-deeltjes zijn veel kleiner dan α-deeltjes. Ze botsen daardoor minder gemakkelijk en hebben daarom ook een kleiner ionisatie-vermogen (weegfactor Q = 1). Doordat ze minder gemakkelijk botsen en dus hun energie minder gemakkelijk kwijtraken komen ze verder in de lucht. d Bij röntgen- of γ-straling is de absorptie door een stof nooit volledig. e Halveringsdikte van een materiaal wil zeggen dat de doorgelaten stralingsenergie met de helft afneemt als deze straling een plaat van dat materiaal passeert met een dikte gelijk aan de halveringsdikte. 5 Bij het doorlichten staat de patiënt een langere tijdsduur bloot aan de röntgenstraling. Vaak wil men in dat geval bewegingen in het lichaam (bijvoorbeeld het hart) waarnemen en dat kost tijd. 51 Ioniserende straling wordt gebruikt in de radiodiagnostiek voor onderzoek van een aandoening (diagnose) en in de radiotherapie voor behandeling van een aandoening. 52 Diktecontrole: bepaling van afmetingen van bijvoorbeeld een tumor. Controleren van het aangroeien van een botbreuk. Ook hier gaat men met behulp van diktecontrole na in hoeverre het bot overal even dik is. Volgen van gas- of vloeistofstromen: doorstroming van het bloed in een bepaald bloedvat bepalen. In beide gevallen probeert men de snelheid te bepalen. Ook bij orgaan-onderzoek: men gebruikt een bepaald soort tracer om na te gaan in welk deel van een orgaan wel of geen tracerstoffen terecht komen. Voedselconservering: in de radiotherapie probeert men met behulp van bestraling tumorcellen te doden. 5 Echoscopie, MRI.

9 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid a γ-straling, deze komt alleen het aluminium heen. α- en β-straling worden al volledig door een paar milimeter dik aluminium tegen gehouden. b De achtergrondstraling heeft een bijdrage van 14 tikken per min. De gemeten waarden moet je dus hiervoor corrigeren: I 2 18 (min -1 ) 16 d (cm) I (aantal/min) I cor (aantal/min) 2, , , , 14 c d 1/2 kun je bepalen uit het verschil in d tussen bijvoorbeeld I = 1 en I = 5. Hieruit blijkt d 1/2 = 6,2 à 6, cm Na elke halveringsdikte is de doorgelaten hoeveelheid 1 / 2 de oorspronkelijke hoeveelheid. De dikte van de plaat is 1 cm = 1 mm = 1 d 1/2. De doorgelaten hoeveelheid is: 1 1 =, = de oorspronkelijke hoeveelheid ongeveer,1 % (=,1 e deel) wordt nog doorgelaten %,2 e deel wordt doorgelaten. I doorgelaten = ,2 à 6, cm d (cm) I opvallend, waarbij d 6,4 = =. d1/ 2 d1/ 2 Dus je krijgt de volgende wiskundige vergelijking op te lossen:,2 =. Bij opgave 26 is uitgelegd hoe je die met de logaritme-funktie of met de grafische rekenmachine 6,4 6,4 kunt bepalen: = 2,22 2,22 = d1/ 2 = = 2,76 mm Afgerond: d 1/2 = 2,8 mm d1/ 2 2,22 57 a Zie de figuur hiernaast. b Het diagram laat een dalende kromme grafieklijn zien. Het zou kunnen zijn dat het een omgekeerd evenredig verband is. Daarvoor moet je nagaan of I r = constant is. Controle met behulp van een aantal meetpunten: 88,2 = 17,6; 22,4 = 8,8; 7,7 = 4,9. Conclusie: het is duidelijk geen omgekeerd I (s -1 ) evenredig verband. 4 Andere mogelijkheid: het zou een omgekeerd kwadratisch evenredig verband kunnen zijn. Controle: in dit geval zou dan 2 c I r = constant ( of I = ). 2 r ,2 2 =,52 ; 4, 2 =,6 ; ,4 2 =,52; 14,5 2 =,5; r (cm) 9,6 2 =,24; 7,7 2 =,4. Conclusie: de getallen schommelen enigszins, er is geen duidelijk toe- of afname te constateren. Het lijkt terecht om te concluderen dat het een omgekeerd kwadratisch evenredig verband is. c α- en β-straling wordt veel sterker geabsorbeerd in de lucht. Het verschijnsel van absorptie maakt dat er waarschijnlijk een ander verband uitkomt dan dan vraag b

10 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid 12 Oefenopgaven 59 Afscherming a Dit moet γ-straling zijn omdat α- en β-straling geen 1 m door de lucht bereiken. De dracht door deze straling is veel kleiner. b 1 mm is 1 = 2, 94 de halveringsdikte d1/2.,4 D.w.z. de doorgelaten hoeveelheid is 2,94 =,1 de oorspronkelijke hoeveelheid. Dan is de ontvangen dosis achter het loodgordijn,1,1 1 - =,1 1-4 Gy Afgerond: D =,1 mgy 6 Voedseldoorstraling a Röntgen- en γ-straling geven geen reactie met de kern, waardoor eventuele radioaktieve isotopen zouden kunnen ontstaan. b Het beeld dat straling het voedsel radioactief zou kunnen maken of er ongewenste chemische reacties in zouden kunnen ontstaan. c (Bespreek de meningen in de klas) 61 Diagnostiek en therapie Bij diagnotisch onderzoek wordt bijvoorbeeld een scintigram gemaakt. Hiervoor is niet veel tijd nodig. Het lichaam van de patiënt hoeft dus niet lang straling uit te zenden. Dus gebruikt men radioactieve isotopen met een korte halveringstijd. Hoe korter de halveringstijd is, hoe beter dit ook voor het lichaam is. Isotopen met een korte halveringstijd hebben in het begin ook een relatief grote activiteit en geven dus ook een grotere intensiteit aan straling. Dit betekent dat je ook minder radioactief materiaal nodig hebt. Bij therapie is over het algemeen de behandelingsduur langer zijn: de gebruikte isotopen moeten voor langere tijd een constante hoeveelheid straling uitzenden. 62 Stralingstoepassingen A γ-straling: α- en β-straling wordt in het lichaam geabsorbeerd; open bron: het verplegend personeel moet goed afgeschermd worden; Door de korte halveringstijd is het afval in de vorm van ontlasting niet groot. Eventueel kan de ontlasting worden opgevangen en speciaal verwerkt. B γ-straling: α- en β-straling is waarschijnlijk minder geschikt wegens de korte dracht in het lichaam; open bron: het verplegend personeel moet goed afgeschermd worden; Afval in de vorm van ontlasting: deze kan worden opgevangen en speciaal verwerkt. C β of γ-straling :omdat een huidtumor aan de oppervlakte zit zou ook β-straling gebruikt kunnen worden; gesloten bron: het verplegend personeel moet goed afgeschermd worden; wel afval: bij gebruik van een isotoop met grote t 1/2 moet het goed verwerkt worden als de bron niet meer bruikbaar is. D γ-straling: α- en β-straling komen niet door de verpakking heen; gesloten bron: het personeel moet goed afgeschermd worden; wel afval: bij gebruik van een isotoop met grote t 1/2 moet het goed verwerkt worden als de bron niet meer bruikbaar is. E γ- of röntgenstraling: α- en β-straling komen niet door het staal heen; gesloten bron met een goede afscherming i.v.m. onnodige straling naar omgeving; wel afval: bij gebruik van een isotoop met grote t 1/2 moet het goed verwerkt worden als de bron niet meer bruikbaar is. F β-straling: γ- of röntgenstraling is minder geschikt omdat deze nauwelijks door papier geabsorbeerd worden terwijl α-straling er weer niet door heen komt; verder als E. G γ-straling: α- en β-straling komen niet door het materiaal van de pijpleiding heen; open bron: het personeel moet goed afgeschermd worden; geen afval: men moet gebruik maken van isotopen met een hele kleine t 1/2. H als E. I γ- of röntgenstraling; gesloten bron i.v.m. het mogelijk contact met het voedsel: het personeel moet goed afgeschermd worden; wel afval (γ- bron) dat op de juiste manier moet worden opgeslagen.

11 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid Afsluiting Oefenopgaven 68 Diktecontrole Oriëntatie: Gevraagd: 4,5 mm dikte d 5,5 mm? Gegeven: (I,d)-diagram en (I,)-diagram. Planning: In het (I,d)-diagram kun je nagaan tussen welke waarden de intensiteit I mag schommelen, terwijl je in het (I,)-diagram kunt nagaan of die grenzen overschreden worden. Uitvoering: Bij d = 4,5 mm kun je aflezen dat I = 8% en bij d = 5,5 mm dat I = 77%. In het (I,)-diagram kun je zien dat de waarde niet uitkomt boven de 8%, maar wel onder de 77%. Controle: Conclusie: De onderzochte plaat moet worden afgekeurd want hij is op één plek duidelijk dikker dan 5,5 mm. 69 Schildklieronderzoek Oriëntatie: Gevraagd: I-11 of I-12? Gegeven: vervaldiagram van I-11 en I-12. Bij schildklieronderzoek is het van belang dat de patiënt een jodumisotoop toegediend krijgt met een zo klein mogelijke halveringstijd t 1/2, omdat dit isotoop het snelst uitgewerkt is. Bovendien is er vanwege de grotere activiteit in het begin ook minder nodig. Door de grotere activiteit kan er toch een goed scintigram gemaakt worden, terwijl de patiënt het voordeel heeft dat de ontvangen dosis zo laag mogelijk blijft. Planning en uitvoering: Uit het vervaldiagram is gemakkelijk af te lezen dat I-12 de kleinste halveringstijd heeft namelijk ongeveer een halve dag (= ca. 12 uur) terwijl I-11 een t 1/2 van 8 dagen heeft. Controle: Conclusie: I-12 is het meest geschikt. (N.B. BINAS (tabel 25): t 1/2 = 1, uur voor I-12.) 7 Ouderdomsbepaling Oriëntatie: Gevraagd: ouderdom van grafweefsel en van Dode-Zee-rollen. Gegeven: percentage C-14: 1, 1-1 %; diagram voor ouderdomscorrectie; grafweefsel: percentage C-14:,5 1-1 % ; Dode-Zee-rollen: percentage C-14:, %. Planning: Het grafweefsel blijkt nog slechts de helft van het oorspronkelijke aantal te bevatten. Voor dit weefsel zou volgens de koolstofdateringsmethode een ouderdom van 1 t 1/2 gelden. Je kunt dan uitrekenen uit welke tijdsperiode het stamt en vervolgens met behulp van het correctie-diagram nagaan hoeveel jaren er bij geteld moeten worden. 1,77 1 e Voor de Dode-Zee-rollen ligt het getal wat moeilijker: in het linnen is nog =,77 deel 1 1, 1 van het oorspronkelijke aantal C-14 over. Om de ouderdom te weten te komen moet je dan de wiskundige vergelijking,77 = oplossen, waarbij de gevraagde ouderdom Δt = t 1/2. Uitvoering: BINAS (tabel 25): t 1/2 = 57 jaar voor C-14. Grafweefsel: ouderdom is 57 jaar d.w.z. het stamt uit 57-2 = 727 v.chr. Bij deze ouderdom moet volgens het diagram van fig. 16 gecorrigeerd worden met + 8 jaar, d.w.z. de ouderdom is = 65 jaar. Het stamt dus uit ca v.chr. Afgerond: Ouderdom ca. 6,6 eeuwen dus van ongeveer 4,5 eeuwen v.chr. Dode-Zee-rollen met behulp van de rekenmethode zoals die bij opgave 26 beschreven is kun je uitrekenen dat =,77 en de ouderdom Δt =,77 57 = 216 jaar d.w.z. ze stammen uit 157 v. Chr. Volgens het correctiediagram varieert het percentage koolstof in die periode blijkbaar nogal: correctie tussen de en - 8. We nemen het gemiddelde van - 4 jaar. D.w.z. de ouderdom is = 212 jaar. Dat zou betekenen dat ze uit ca.117 v.chr.stammen. Afgerond: Ouderdom ca. 21 eeuwen dus van ca. 1 eeuw v.chr. Vervolg op de volgende bladzijde.

12 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 8 Straling en gezondheid 125 Vervolg opgave 7. Controle: Conclusie: volgens de ENCARTA-encyclopedie is de cultuur van het oude Egypte van ca. 4 v.c. tot aan het begin van de Romeinse overheersing ( v.c.) gedateerd. Het zou dus betekenen dat het grafweefsel nog van een eeuw eerder stamt. Dat is natuurlijk mogelijk. Over de Dode-Zeerollen wordt vermeld dat deze sinds 1947 aan de westzijde van de Dode Zee zijn gevonden en dat ze te dateren zijn tussen de 2de eeuw v.c. en de 2de eeuw n.c.. Dat betekent dat de berekende uitkomst dus ook heel goed mogelijk is. N.B. Je zou in plaats van het berekenen ook kunnen werken met een diagram waarbij C14 je de verhouding uitzet als funktie C12 van de tijd (= het vervaldiagram van C-14). Vervolgens kun je uit dit diagram de niet gecorrigeerde ouderdom halen. Zie verder het diagram hiernaast. 71 Ziekenhuisafval Oriëntatie: 2,1 à 2,2 ca 5,7 Gevraagd: opslagtijd t opslag (= t o ). Gegeven: gebruik van isotoop Tc-99 met t 1/2 = 6, uur; het afval is ongevaarlijk als A e A =,1 deel van oorspronkelijke hoeveelheid A t A =,1 t. Planning: om t o te weten te komen moet je de wiskundige vergelijking,1= oplossen, waarbij de gevraagde t o = t 1/2 = 6, uur. Uitvoering: Met behulp van de rekenmethode zoals die bij opgave 26 beschreven is, kun je uitrekenen dat = 9,97 en dus t o = 9,97 6, = 59,8 uur Afgerond: t o = 6 uur Conclusie: Dit lijkt een redelijke tijd. Verhouding C-14 / C-12 in 1-1 % 1,,9,8,7,6,5,4,,2, t (eeuw) 72 Diepvriesspinazie Oriëntatie: Gevraagd: Is besmette spinazie na een 'paar maanden' al weer te eten. Gegeven: besmetting met I-11; direkt na besmetting A = 25 Bq/kg; voedsel is veilig als A = 1 Bq/kg. Planning: De vraag is na hoeveel tijd Δt is A t 1 = =,52 A 25. Het gemakkelijkste is om als antwoord te geven: iets korter dan 1 t 1/2 van I-11. Nauwkeuriger is het om de tijdsduur Δt te berekenen: je moet de wiskundige vergelijking,52 = oplossen, waarbij de gevraagde Δt = t 1/2. Uitvoering: BINAS (tabel 25): t 1/2 = 8, d voor I-11. Met behulp van de rekenmethode zoals die bij opgave 26 beschreven is, kun je nagaan dat in de vergelijking,52 = de waarde voor =,94 en dus Δt =,94 8, = 7,55 dagen Afgerond: Δt = 7,6 dagen Controle: Conclusie: Na ruim een week is de activiteit al onder de norm gekomen. Dus na een paar maanden kun je de spinazie zeker weer veilig eten.

Ioniserende straling - samenvatting

Ioniserende straling - samenvatting Ioniserende straling - samenvatting Maak eerst zélf een samenvatting van de theorie over ioniserende straling. Zorg dat je samenvatting de volgende elementen bevat: Over straling: o een definitie van het

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli 2006 5,5 66 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde samenvatting hoofdstuk 3 ioniserende straling 3. 1 de bouw van de atoomkernen. * Atoom: - bestaat

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Samenvatting H5 straling Natuurkunde Samenvatting H5 straling Natuurkunde Deze samenvatting bevat: Een begrippenlijst van dikgedrukte woorden uit de tekst Belangrijke getallen en/of eenheden (Alle) Formules van het hoofdstuk (Handige) tabellen

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting door een scholier 1947 woorden 26 augustus 2006 6,5 102 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting Natuurkunde VWO

Nadere informatie

Begripsvragen: Radioactiviteit

Begripsvragen: Radioactiviteit Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.6 Radioactiviteit Begripsvragen: Radioactiviteit 1 Meerkeuzevragen Ioniserende straling 1 [H/V] Op welke

Nadere informatie

Ioniserende straling. Straling en gezondheid. Sectie natuurkunde - Thijs Harleman 1

Ioniserende straling. Straling en gezondheid. Sectie natuurkunde - Thijs Harleman 1 Ioniserende straling Straling en gezondheid Sectie natuurkunde - Thijs Harleman 1 Inleiding: Fukushima Het kernongeluk van Fukushima vond plaats in de kerncentrale Fukushima I in Japan, in de dagen volgend

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let

Nadere informatie

Dosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e

Dosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e 13 Dosisbegrippen stralingsbescherming 1 13 Ioniserende straling ontvanger stralingsbron stralingsbundel zendt straling uit absorptie van energie dosis mogelijke biologische effecten 2 13 Ioniserende straling

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A)

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Aan het einde van de repetitie vind je de lijst met elementen en twee tabellen met weegfactoren voor het berekenen van de equivalente en effectieve

Nadere informatie

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern. Uitwerkingen 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is evenveel negatief

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Domein B2

Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting door R. 1964 woorden 2 mei 2017 7,1 4 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Domein B. Beeld- en geluidstechniek Subdomein B2. Medische beeldvorming 1. Uitzending,

Nadere informatie

a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van

a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van Toets v-08 Radioactiviteit 1 / 5 1 Protactinium 238 U vervalt in veel stappen tot 206 Pb. a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic

Nadere informatie

H8 straling les.notebook. June 11, 2014. Straling? Straling: Wordt doorgelaten of wordt geabsorbeerd. Stralingsbron en straling

H8 straling les.notebook. June 11, 2014. Straling? Straling: Wordt doorgelaten of wordt geabsorbeerd. Stralingsbron en straling Stralingsbron en straling Straling? Bron Soorten straling: Licht Zichtbaarlicht (Kleuren violet tot rood) Infrarood (warmte straling) Ultraviolet (maakt je bruin/rood) Elektromagnetische straling Magnetron

Nadere informatie

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern. Uitwerkingen 1 Opgave 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Opgave 3 Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is

Nadere informatie

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen.

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. SO Straling 1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. 2 Waaruit bestaat de elektronenwolk van een atoom? Negatief geladen deeltjes, elektronen. 3 Wat bevindt zich

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 Tijdsduur: Versie: A Vragen: 24 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je alle

Nadere informatie

Examentraining 2015. Leerlingmateriaal

Examentraining 2015. Leerlingmateriaal Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok IV Medische beeldvorming (B2) WAN Domein B: Beeld- en geluidstechniek Subdomein B2: Straling en gezondheid

Nadere informatie

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica Wat zie je? PositronEmissieTomografie (PET) Nucleaire geneeskunde: basisprincipe Toepassing van nucleaire geneeskunde Vakgebieden

Nadere informatie

Bestaand (les)materiaal. Loran de Vries

Bestaand (les)materiaal. Loran de Vries Bestaand (les)materiaal Loran de Vries Database www.adrive.com Email: ldevries@amsterdams.com ww: Natuurkunde4life NiNa lesmateriaal Leerlingenboekje in Word Docentenhandleiding Antwoorden op de opgaven

Nadere informatie

Stabiliteit van atoomkernen

Stabiliteit van atoomkernen Stabiliteit van atoomkernen Wanneer is een atoomkern stabiel? Wat is een radioactieve stof? Wat doet een radioactieve stof? 1 Soorten ioniserende straling Alfa-straling of α-straling Bèta-straling of β-straling

Nadere informatie

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel.

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel. H7: Radioactiviteit Als een bepaalde kern van een element te veel of te weinig neutronen heeft is het onstabiel. Daardoor gaan ze na een zekere tijd uit elkaar vallen, op die manier bereiken ze een stabiele

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde havo I

Eindexamen natuurkunde havo I Opgave 1 Lord of the Flies Lees eerst de tekst in het kader. Er bestaan twee soorten brillenglazen: - bolle (met een positieve sterkte) en - holle (met een negatieve sterkte). In de figuren hiernaast is

Nadere informatie

Groep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Groep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Groep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Meerkeuzevragen + bijbehorende antwoorden aansluitend op hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 3, Kromlijnige bewegingen (Systematische Natuurkunde) Vraag 1 Bij een horizontale worp

Nadere informatie

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev. NATUURKUNDE KLAS 5, INHAALPROEFWERK H7, 02/12/10 Het proefwerk bestaat uit 2 opgaven met samen 32 punten. (NB. Je mag GEEN gebruik maken van de CALC-intersect-functie van je GRM!) Opgave 1: Kwiklamp (17

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Radioactiviteit

Hoofdstuk 1: Radioactiviteit Hoofdstuk 1: Radioactiviteit Inleiding Het is belangrijk iets te weten over wat we in de natuurkunde radioactiviteit noemen. Ongetwijfeld heb je, zonder er direct mee in aanraking te zijn geweest, er ergens

Nadere informatie

p na = p n,na + p p,na p n,na = m n v 3

p na = p n,na + p p,na p n,na = m n v 3 Kernreactoren Opgave: Moderatorkeuze in een kernsplijtingscentrale a) Er is geen relevante externe resulterende kracht. Dat betekent dat er geen relevante stoot wordt uitgeoefend en de impuls van het systeem

Nadere informatie

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Examen HAVO 2009 tijdvak 1 donderdag 28 mei totale examentijd 3 uur tevens oud programma natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 14 In dit deel van het examen staan vragen waarbij

Nadere informatie

Scriptie Natuurkunde Rontgenstraling en mammografie

Scriptie Natuurkunde Rontgenstraling en mammografie Scriptie Natuurkunde Rontgenstraling en mamm Scriptie door een scholier 1848 woorden 19 maart 2002 6,7 84 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Röntgenonderzoek Röntgenonderzoek is een term die valt binnen de

Nadere informatie

Basiskennis inzake radioactiviteit en basisprincipes van de stralingsbescherming

Basiskennis inzake radioactiviteit en basisprincipes van de stralingsbescherming Basiskennis inzake radioactiviteit en basisprincipes van de stralingsbescherming Nucleair?? Radioactiviteit?? Ioniserende straling!! Wat is dat? Basisprincipes Waar komen we radioactiviteit/ioniserende

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.4 Activiteit en halveringstijd Activiteit = Het aantal vervalreacties per seconde 1 A t = A 0 Met 2 A(t) de activiteit na t seconden

Nadere informatie

Straling. Onderdeel van het college Kernenergie

Straling. Onderdeel van het college Kernenergie Straling Onderdeel van het college Kernenergie Tjeerd Ketel, 4 mei 2010 In 1946 ontworpen door Cyrill Orly van Berkeley (Radiation Lab) Nevelkamer met radioactiviteit, in dit geval geladen deeltjes vanuit

Nadere informatie

1 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw

1 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw 1 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj 2018 2 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj 2018 1-3 Atoombouw en verval 4,5 Wisselwerking van straling met materie en afscherming 6-9 Röntgentoestellen,

Nadere informatie

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018 H78 kort les.notebook June 05, 2018 Hoofdstuk 7 en Materie We gaan eens goed naar die stoffen kijken. We gaan steeds een niveau dieper. Stoffen bijv. limonade (mengsel) Hoofdstuk 8 Straling Moleculen water

Nadere informatie

Uitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 13 december 2010

Uitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 13 december 2010 Embargo 3 december 00 Uitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 3 december 00 - - Embargo 3 december 00 Vraagstuk 37 Cs in wilde zwijnen Vraag 750 Bq na 5 dagen Volgens

Nadere informatie

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING NIRAS Brussel, 01-01-2001 1. Radioactiviteit en ioniserende straling Alles rondom ons

Nadere informatie

natuurkunde havo 2018-I

natuurkunde havo 2018-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Scheepsradar maximumscore uitkomst: s =,9 0 4 m Elektromagnetische golven bewegen met de lichtsnelheid. De afstand die 8 4 het signaal

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Uitwerkingen opgaven hodstuk 5 5.1 Kernreacties Opgave 1 a Zie BINAS tabel 40A. Krypton heeft symbool Kr en atoomnummer 36 krypton 81 = 81 36 Kr 81 0 81 De vergelijking voor de K-vangst is: 36Kr 1e 35X

Nadere informatie

Radioactiviteit. Een paar gegevens:

Radioactiviteit. Een paar gegevens: Radioactiviteit Een paar gegevens: 1 MeV = 1,6 10 13 J. In de stralingshygiëne kent men aan -straling een weegfactor 20 toe; aan - en -straling een weegfactor 1. Plutonium-238 zendt -stralen uit. De halveringstijd

Nadere informatie

Praktische stralingsbescherming

Praktische stralingsbescherming Praktische stralingsbescherming VRS-D/MR nj 2018 1-3 Atoombouw en verval 4,5 Wisselwerking van straling met materie en afscherming 6-9 Röntgentoestellen, ingekapselde bronnen 10 Grootheden en eenheden

Nadere informatie

Grootheden en eenheden TMS MR & VRS-d Stijn Laarakkers

Grootheden en eenheden TMS MR & VRS-d Stijn Laarakkers Grootheden en eenheden TMS MR & VRS-d 2018 activiteit dosis Stijn Laarakkers Overzicht Wat is dosimetrie Indirect/direct ioniserend Exposie Geabsorbeerde dosis Equivalente dosis Effectieve dosis Inwendige

Nadere informatie

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid /stralingsbeschermingsdienst 8385-I dictaat september 2000 RADIOACTIEF VERVAL Voor een beperkt aantal van nature voorkomende kernsoorten en voor de meeste kunstmatig gevormde nucliden wijkt de neutron/proton

Nadere informatie

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Domein F: Moderne fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Bereken de energie van het foton in ev. E = h c/λ (1) E = (6,63 10-34 3 10 8 )/(589

Nadere informatie

Natuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV

Natuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV Natuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV 12.1 Een deel van het elektromagnetische spectrum is infrarood, dit zit naast het zichtbare licht en wordt vaak warmtestraling genoemd. Alle voorwerpen zenden

Nadere informatie

Deze methoden worden vaak naar elkaar toegepast. Extraheren -> Filtreren -> Indampen.

Deze methoden worden vaak naar elkaar toegepast. Extraheren -> Filtreren -> Indampen. Samenvatting door Lotte 2524 woorden 19 juni 2015 7,4 82 keer beoordeeld Vak NaSk 1 1 Stoffen gebruik je bij alles wat je doet. Veel van deze stoffen komen uit de natuur, deze zijn vaak niet zuiver maar

Nadere informatie

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. Domein E: Materie en energie Subdomein: Energie 1 De dichtheid van een kubus P is 10 keer zo groot als de dichtheid van een kubus Q. De ribbe van kubus Q is 10 keer zo groot als de ribbe van kubus P. Hoe

Nadere informatie

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H7 --- 26/11/10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven; totaal 32 punten. Opgave 1: gasontladingsbuis (4 p) In een gasontladingsbuis (zoals een TL-buis) zijn het gassen die

Nadere informatie

Vraagstuk 1: Lektest van een 106 Ru/ 106 Rhbron

Vraagstuk 1: Lektest van een 106 Ru/ 106 Rhbron Examen stralingsbescherming deskundigheidsniveau 4A/4B p. 1 Vraagstuk 1: Lektest van een 106 Ru/ 106 Rhbron De activiteit van een 106 Ru/ 106 Rh bron is opgedampt op een zeer dun folie. Bij de jaar lijkse

Nadere informatie

Opgave: Eigenschappen van straling a) Gammastraling, röntgenstraling, bètastraling, alfastraling.

Opgave: Eigenschappen van straling a) Gammastraling, röntgenstraling, bètastraling, alfastraling. Deeltjesstraling Opgave: Eigenschappen van straling a) Gammastraling, röntgenstraling, bètastraling, alfastraling. In het algemeen geldt: Alfastraling kan worden afgeschermd door een velletje papier. In

Nadere informatie

6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie

6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie Opgave 1 a Zie figuur 6.1. Figuur 6.1 Als je met het vliegtuig gaat, ontvang je de meeste straling, omdat je je op een

Nadere informatie

Inleiding stralingsfysica

Inleiding stralingsfysica Inleiding stralingsfysica Historie 1896: Henri Becquerel ontdekt het verschijnsel radioactiviteit 1895: Wilhelm Conrad Röntgen ontdekt Röntgenstraling RadioNucliden: Inleiding Stralingsfysica 1 Wat maakt

Nadere informatie

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II In de reactor binnen in het reactorgebouw van een kerncentrale komt warmte vrij door kernsplijtingen. Die warmte wordt afgevoerd door het water in het primaire

Nadere informatie

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie H1: INLEIDING H2: STRALING - RADIOACTIVITEIT

Nadere informatie

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme Zonnestraling Samenvatting De Zon zendt elektromagnetische straling uit. Hierbij verplaatst energie zich via elektromagnetische golven. De golflengte van de straling hangt samen met de energie-inhoud.

Nadere informatie

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie Wisselwerking van ioniserende straling met materie Wisselwerkingsprocessen Energie afgifte en structuurverandering in ontvangende materie Aard van wisselwerking bepaalt het juiste afschermingsmateriaal

Nadere informatie

NATUURKUNDE - 5 VWO. e) Leg duidelijk uit waarom bij grote spanning de stroom constant wordt (RS in figuur 4.3)

NATUURKUNDE - 5 VWO. e) Leg duidelijk uit waarom bij grote spanning de stroom constant wordt (RS in figuur 4.3) NATUURKUNDE - 5 VWO PROEFWERK H7 11/12/09 Het proefwerk bestaat uit 2 opgaven met samen 12 onderdelen en 36 punten. NB. Je mag GEEN gebruik maken van de CALC-intersect-functie van je GRM! Opgave 1 Kwiklamp

Nadere informatie

Risico s en maatregelen bij stralingsongevallen

Risico s en maatregelen bij stralingsongevallen Risico s en maatregelen bij stralingsongevallen CBRN symposium 24 januari 2013 Dr. ir. C.H.L. (Chris) Peters Klinisch fysicus Coördinerend stralingsdeskundige JBZ Ioniserende straling Straling die in staat

Nadere informatie

natuurkunde havo 2017-I

natuurkunde havo 2017-I Molybdeen-99 In Petten staat een kerncentrale waar isotopen voor medische toepassingen worden geproduceerd. Eén van de belangrijkste producten is molybdeen-99 (Mo-99). Mo-99 wordt geproduceerd door een

Nadere informatie

Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk.

Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk. Het maken van een verslag voor natuurkunde Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige zinnen

Nadere informatie

Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven. Examen HAVO 2008 tijdvak 1 vrijdag 23 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 14 tot en met 23 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele

Nadere informatie

Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme

Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme 2 Geschiedenis -500 vcr.: ατοµοσ ( atomos ) bij de Grieken (Democritos) 1803: verhandeling van Dalton over atomen 1869: voorstelling van 92

Nadere informatie

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling TI83-werkblad Vergelijkingen bij de normale verdeling 1. Inleiding Een normale verdeling wordt bepaald door de constanten µ en σ. Dit blijkt uit het voorschrift van de verdelingsfunctie van de normale

Nadere informatie

6,1. Werkstuk door een scholier 1691 woorden 21 mei keer beoordeeld. Natuurkunde

6,1. Werkstuk door een scholier 1691 woorden 21 mei keer beoordeeld. Natuurkunde Werkstuk door een scholier 1691 woorden 21 mei 2002 6,1 171 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Inleiding. Pasgeleden las ik in de krant een artikel over een chirurg die een taartschijf had laten zitten bij

Nadere informatie

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 12 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij dit examen

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo I

Eindexamen natuurkunde 1 havo I Opgave 1 Tsjernobyl, ruim 20 jaar later In 1986 ontplofte in Tsjernobyl een kernreactor. Grote hoeveelheden radioactieve stoffen werden bij dit ongeluk de lucht in geblazen. Door de wind verspreidden de

Nadere informatie

21/05/2014. 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 3.1. 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels. (blijft onveranderd)

21/05/2014. 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 3.1. 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels. (blijft onveranderd) 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels 3.2 Halveringstijd Detectiemethoden voor radioactieve straling 3.4 Oefeningen 3.1 Soorten radioactieve

Nadere informatie

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Exact Periode 5. Dictaat Licht Exact Periode 5 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I Eindexamen natuurkunde -2 havo 200-I 4 Antwoordmodel Opgave Rolweerstand Maximumscore 5 voorbeeld van een juiste grafiek: F rol (N) 40 20 00 80 60 40 20 0 0 200 400 600 800 000 200 m (kg) de schaalverdeling

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II Eindexamen natuurkunde vwo 004-II 4 Beoordelingsmodel Opgave Brachytherapie Maximumscore voorbeeld van een antwoord: De -straling, want deze heeft het grootste ioniserend vermogen / een zeer korte dracht

Nadere informatie

Straling valt dus buiten de lesstof van de cursus Basisveiligheid (B-VCA)!

Straling valt dus buiten de lesstof van de cursus Basisveiligheid (B-VCA)! BIJLAGE STRALING Deze bijlage is voor personen die de veiligheidscursus - Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden (VOL-VCA) volgen. - 'Veiligheid voor Intercedenten en Leidinggevenden' (VIL-VCU) volgen.

Nadere informatie

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie Wat is straling? Radioactiviteit?

Nadere informatie

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen 1.1 Grootheden en eenheden Opgave 1 a Kwantitatieve metingen zijn metingen waarbij je de waarneming uitdrukt in een getal, meestal met een eenheid. De volgende metingen zijn kwantitatief: het aantal kinderen

Nadere informatie

- U zou geslaagd zijn als u voor het oefenexamen totaal 66 punten of meer behaalt (dus u moet minimaal 33 vragen juist beantwoorden).

- U zou geslaagd zijn als u voor het oefenexamen totaal 66 punten of meer behaalt (dus u moet minimaal 33 vragen juist beantwoorden). Technische Universiteit Delft Faculteit Technische Natuur Wetenschappen Reactor Instituut Delft Nationaal Centrum voor Stralingsveiligheid Afdeling Opleidingen Delft Oefenexamen 1, Stralingshygiëne deskundigheidsniveau

Nadere informatie

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig

Nadere informatie

1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten?

1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten? Domein F: Moderne Fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten? 2 Bekijk de volgende beweringen. 1 In een fotocel worden elektronen geëmitteerd

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I Eindexamen natuurkunde havo 2002-I Opgave Binnenverlichting uitkomst: R = 29 Ω P 5,0 De stroomsterkte door één lampje is: I = = = U 2 U 2 Uit U = IR volgt dat R = = = 29 Ω. I 0, 47 0,47 A. gebruik van

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2007-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2007-II Opgave 1 Radio op zonlicht en spierkracht De radio die in figuur 1 is afgebeeld, heeft een oplaadbare batterij. figuur 1 In de volle batterij is 2,67 kj energie opgeslagen. Bij een bepaalde stand van de

Nadere informatie

Radioactiviteit. Jurgen Nijs Brandweer Leopoldsburg 2012 APB Campus Vesta Brandweeropleiding

Radioactiviteit. Jurgen Nijs Brandweer Leopoldsburg  2012 APB Campus Vesta Brandweeropleiding Radioactiviteit Jurgen Nijs Brandweer Leopoldsburg Jurgen.nijs@gmail.com http://youtu.be/h3ym32m0rdq 1 Doel Bij een interventie in een omgeving waar er een kans is op ioniserende straling om veilig, accuraat

Nadere informatie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden: Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)

Nadere informatie

Opgave 1 Millenniumbrug

Opgave 1 Millenniumbrug Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:

Nadere informatie

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt: Uitwerkingen natuurkunde Havo 1999-I Opgave 1 Accu 3p 1. Het vermogen van de lampen wordt gegeven door P = VI. Dus de accu moet een stroom leveren van I = P/V = 100/12 = 8,33 A. De "capaciteit" wordt berekend

Nadere informatie

Examen HAVO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2007 tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur natuurkunde 1 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 73 punten te behalen.

Nadere informatie

Effecten van ioniserende straling

Effecten van ioniserende straling Faculteit Bètawetenschappen Ioniserende Stralen Practicum Achtergrondinformatie Effecten van ioniserende straling Equivalente dosis Het biologisch effect van ioniserende straling of: de schade aan levend

Nadere informatie

Exact Periode 5.2. Licht

Exact Periode 5.2. Licht Exact Periode 5.2 Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Kernfysica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Radioactiviteit enkele begrippen

Radioactiviteit enkele begrippen 044 1 Radioactiviteit enkele begrippen Na het ongeval in de kerncentrale in Tsjernobyl (USSR) op 26 april 1986 is gebleken dat er behoefte bestaat de kennis omtrent radioactiviteit voor een breder publiek

Nadere informatie

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen NATUURKUNDE Havo. Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen Schoolexamen Havo-5: SE3: Na code:h5na2 datum : 10 dec 2008 tijdsduur: 120 minuten. weging: 30%. Onderwerpen: Systematische Natuurkunde

Nadere informatie

natuurkunde oud programma havo 2015-I

natuurkunde oud programma havo 2015-I Opgave Train Whistle maximumscore v Een lage toon heeft een lage frequentie. Volgens λ = vt = hoort bij een f lage frequentie een grote golflengte. De klankkast met de grootste lengte, zal dus de laagste

Nadere informatie

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2002-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2002-II Eindexamen natuurkunde vwo 00-II Opgave Picknicktafel Maximumscore 5 uitkomst: N 3,8 Van werkelijkheid naar filmnegatief geldt:,dus. b v f b 3, 4 0, 050 Hieruit volgt b 0,0507 m. b 0,0507 N,490. v 3, 4

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1494 woorden 8 april 2014 7,8 97 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Grootheden en eenheden Kwalitatieve

Nadere informatie

Fysische grondslagen radioprotectie deel 2. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Fysische grondslagen radioprotectie deel 2. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum Fysische grondslagen radioprotectie deel 2 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie H1: INLEIDING H2: STRALING - RADIOACTIVITEIT

Nadere informatie

Uitwerkingen KeCo-selectie SET-D HAVO5 1

Uitwerkingen KeCo-selectie SET-D HAVO5 1 Uitwerkingen KeCo-selectie SET-D HAO5 1 KeCo W.2. (A) In een bekerglas wordt 400 ml water geschonken met een begintemperatuur van 1 C. In het water wordt een dompelaar geplaatst met een vermogen van 90

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II Eindexamen natuurkunde -2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I Eindexamen natuurkunde - vwo 009 - I Beoordelingsmodel Opgave Mondharmonica maximumscore 3 In figuur 3 zijn minder trillingen te zien dan in figuur De frequentie in figuur 3 is dus lager Het lipje bij

Nadere informatie

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie