Woon wijs! Convenant. aanpak onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude in Zaanstad. .. april april 2011

Transcriptie

1 Woon wijs! Convenant aanpak onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude in Zaanstad.. april april 2011 Zaanstad, april 2007

2 Aanleiding en problematiek Via dit convenant wordt de aanpak van onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude geregeld. In januari 2007 hebben betrokken partijen besloten Woon wijs!, de naam die de partners aan het traject hebben gegeven, voor de komende vier jaar voort te zetten en op onderdelen uit te bouwen. Uit de vorige convenantsperiode is gebleken dat actieve en gestructureerde aanpak van onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude nodig is. In de periode 1 april 2006 tot 1 april 2007 zijn er 358 meldingen gedaan van onrechtmatige bewoning. Van deze meldingen is er 86 keer sprake geweest van onrechtmatige bewoning. In al deze gevallen is de huurovereenkomst beëindigd. In 145 gevallen bleek er niets aan de hand te zijn. Van de resterende 127 gevallen wordt in de nabije toekomst nog aangetoond of sprake is van onrechtmatige bewoning. Onrechtmatige bewoning, ook wel illegale bewoning genoemd, is een verzamelbegrip voor een situatie die verschillende verschijningsvormen kent. In Zaanstad gaat het vooral om de situatie waarbij een woning geheel of gedeeltelijk wordt doorverhuurd zonder medeweten en toestemming van de verhuurder. De persoon op wiens naam het huurcontract staat bewoont de betreffende woning niet. Verder kan er ook sprake zijn van zogenoemde verkamering van een woning; ook wel illegale pensionvorming of beddenverhuur genoemd. Dit convenant regelt de aanpak van onrechtmatige bewoning in corporatiewoningen. Het gaat dus niet om woningen van particuliere verhuurders. De aanpak van onrechtmatige bewoning wordt gecombineerd met de aanpak van uitkeringsfraude. In het afgelopen jaar, waar het vorige convenant van toepassing op was, heeft een gecombineerde aanpak vruchten afgeworpen. In de periode 1 april 2006 tot 1 april 2007 zijn er 66 meldingen gedaan van uitkeringsfraude. Naar aanleiding van 30 meldingen is de WWB-uitkering opgeschort, beëindigd of is op de hoogte van het uitkeringsbedrag gekort. Verder zijn nog 5 meldingen in onderzoek en zijn 28 meldingen wegens onvoldoende bewijslast uitgesloten van nader onderzoek. Er is sprake van uitkeringsfraude wanneer een bijstandsuitkering wordt aangevraagd en ontvangen terwijl de ontvanger daar geen recht op heeft gezien zijn/haar feitelijke woon- en leefsituatie. Gebleken is dat uitkeringsfraude en onrechtmatige bewoning vaak samen gaan. In de meeste gevallen gaat het om de situatie dat iemand met een uitkering bij een partner intrekt en dit niet doorgeeft aan Sociale Zaken. Deze persoon verhuurt zijn of haar woning vervolgens door en hoeft zodoende de huur niet zelf te betalen en kan er bovendien nog eens op verdienen. Over het afgelopen jaar ging het in bijna 10 % van de meldingen zowel om een melding van onrechtmatige bewoning als om uitkeringsfraude. Door het succes en de bekendheid van Woon wijs! hebben andere partijen zich gemeld voor deelname. Dit convenant is uitgebreid met deelname van de belastingdienst en het kadaster. Verder heeft de politie aangegeven intensiever betrokken te willen zijn bij opsporing en informatieverschaffing.

3 Partijen hebben met dit convenant een aantal doelen voor ogen. Alle partijen willen een transparante en eerlijke woonruimteverdeling bevorderen zodat wachttijden voor een huurwoning af kunnen nemen. Ook streven partijen ernaar dat op een eerlijke basis een uitkering wordt verstrekt. Onrechtmatige bewoning en het bewust op onterechte gronden aanvragen en benutten van een uitkering zijn strafbare feiten die aangepakt en voorkomen dienen te worden. Een ander belang waar met name corporaties en gemeente aan hechten is actualisatie van bestanden. Door bestanden met elkaar te vergelijken kunnen verouderde gegevens of administratieve fouten aan het licht komen. Verder streven partijen ook naar een leefbare omgeving. Als onrechtmatige bewoning zich concentreert in een bepaalde buurt dan kan dit negatieve gevolgen hebben voor de sociale samenhang. Deze neemt af, of krijgt zelfs geen kans waardoor de buurt in een negatieve spiraal van overlast en vervuiling kan raken. De meerwaarde van een gezamenlijke aanpak is tenslotte dat efficiënt en kostenbesparend kan worden gewerkt. Bovendien zal een gezamenlijke aanpak meer publiciteit genereren in de media, hetgeen een preventieve werking heeft. Via Woon wijs! wordt gestructureerd en continu gewerkt aan het voorkomen en/of stoppen van onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude. Niet alleen op basis van meldingen volgt onderzoek en aanpak. Tijdens de komende convenantsperiode zal vaker een hele wijk of buurt in onderzoek worden genomen.

4 Partijen, 1. Parteon, ten deze vertegenwoordigd door haar hoofd woondiensten, de heer R. Meijrink; 2. Woningstichting Rochdale, ten deze vertegenwoordigd door haar vestigingsdirecteur, de heer P. Vreke; 3. Vereniging Zaandams Volkshuisvesting, ten deze vertegenwoordigd door haar bedrijfsdirecteur, de heer J.W. Pasdeloup; 4. Eigen Haard, ten deze vertegenwoordigd door haar directeur de heer P. Hildering; hierna te noemen: de corporaties; 6. De gemeente Zaanstad, ter zake van dit convenant op grond van artikel 171, tweede lid Gemeentewet vertegenwoordigd door wethouder P. Keijzer, hiertoe bij besluit van dd-mm-jjjj gemachtigd door de burgermeester, mevrouw., handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad van dd-mm-jjjj, besluitnummer.., hierna te noemen: de gemeente; 7. Regiopolitie Zaanstreek/Waterland, ten deze vertegenwoordigd door haar korpschef, de heer G.H.P.K. Huijser Van Reenen, hierna te noemen: de politie; overwegende dat partijen afspraken met elkaar willen maken over de gezamenlijke aanpak van onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude en dat deze aanpak in voorkomende gevallen gecombineerd kan zijn met de bestrijding van illegaal verblijf in Nederland; dat zij, met uitzondering van corporatie Eigen Haard, daartoe op 27 maart 2006 een convenant hebben ondertekend, dat betrekking had op de periode 1 april 2006 tot 1 april 2007; dat partijen de gezamenlijke afspraken en de aanpak zoals hierboven vermeld willen continueren door het ondertekenen van dit convenant dat betrekking heeft op de periode.. april 2007 tot.. april 2011; dat het kader voor dit convenant, evenals het vorige, wordt gevormd door de Huisvestingswet, de Huisvestingsverordening Zaanstad 1994 en het Convenant Woonruimteverdeling 2003, de Woningwet, de Bouwverordening en de Wet Werk en Bijstand c.a.; dat de gemeente bij de aanpak een coördinerende rol vervult zoals zij dit deed tijdens de vorige convenantsperiode en dat zij daartoe het centraal meldpunt inzet waar meldingen van onrechtmatige bewoning of uitkeringsfraude binnen kunnen komen;

5 dat deze meldingen zodanig worden geregistreerd en bijgehouden door de projectleider dat te allen tijde een actuele stand van zaken per melding kan worden verkregen; dat de vergelijking tussen de verschillende bestanden, waaronder de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA), de verhuurregistratie van de corporaties en de uitkeringsadministratie (GWS) van Sociale Zaken belangrijk onderdeel uitmaakt van de aanpak van onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude; dat om de vergelijking tussen bestanden te kunnen laten plaatsvinden partijen een privacyreglement hebben opgesteld, dat als Bijlage 1 bij dit convenant is gevoegd; dat dit convenant met de bijlagen is aangemeld bij de registratiekamer (College Bescherming Persoonsgegevens) Verklaren hun samenwerking bij de aanpak van onrechtmatige woonruimteverdeling als volgt vorm te geven: Artikel 1. Definities Onrechtmatige bewoning - van onrechtmatige bewoning is sprake: als de hoofdhuurder op wiens naam het huurcontract staat de betreffende woning niet minimaal 4 maanden per jaar zelf bewoont; als de hoofdhuurder op wiens naam het huurcontract staat de woning doorverhuurt aan anderen en daarvoor een vergoeding ontvangt en/of; als de hoofdhuurder op wiens naam het huurcontract staat zonder medeweten en toestemming van de corporatie de gehele of een deel van de woning doorverhuurt. Uitkeringsfraude - het willens en wetens onrechtmatig ontvangen van een bijstandsuitkering, terwijl de ontvanger daar, gezien zijn (woon- en leef)situatie geen recht op heeft. Huisvestingswet - in de Huisvestingswet wordt de gemeenteraad de mogelijkheid geboden regels op te stellen over het in gebruik nemen van die delen van de woningvoorraad waarvoor een verhoudingsgewijs lage huurprijs wordt gevraagd. Voor deze woningen wordt zoveel mogelijk voorrang gegeven aan woningzoekenden met een laag inkomen. Wet GBA - verplichtingen van de burger: zie artikel 65, artikel 66, artikel 68, artikel 70, 72 en artikel 100.

6 Convenant Woonruimte- Verdeling dit convenant bevat afspraken tussen gemeente Zaanstad en de Zaanse corporaties met betrekking tot de toewijzing van corporatiewoningen. Artikel 2. Doel Partijen stellen zich tot doel: 1. onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude verder terug te dringen door de gezamenlijke aanpak te continueren; 2. de verantwoordelijkheid voor de aanpak gezamenlijk te dragen; 3. de aanpak gestructureerd en continu te laten plaatsvinden. Artikel 3. Evaluatie en duur van het convenant Tijdens de vorige convenantsperiode is een stuurgroep in het leven geroepen. Dezelfde stuurgroep zal ook in deze periode overleg hebben. Per kalenderjaar zal het gaan om minimaal één stuurgroepoverleg, dat in het najaar van elk kalenderjaar plaatsvindt. De stuurgroep buigt zich over de voortgang en neemt besluiten die de voortgang zullen beïnvloeden. Het eerstkomende stuurgroepoverleg zal in het najaar van 2007 plaatsvinden. Afgesproken is dat de (on-)mogelijkheden van digitale bestandsvergelijking het belangrijkste agendapunt zal zijn. Nadat de stuurgroep akkoord is met het resultaat van de evaluatie over de voorgaande periode dan zal het convenant worden voortgezet tot aan het aflopen van de convenantsperiode. Mocht het zo zijn dat de voltallige stuurgroep of een van haar leden niet tevreden is over de evaluatieresultaten dan bestaat de mogelijkheid de samenwerking te ontbinden waarmee dit convenant vervalt. Partijen hebben echter aangegeven in ieder geval voor de duur van vier jaar met elkaar te willen samenwerken. Het convenant zal ingaan op.. april 2007 en eindigen op.. april Het convenant vervalt onmiddellijk indien zij in strijd is met voorschriften vanuit de overheid of regionale/stedelijke afspraken die betrekking hebben op de werkingssfeer van dit convenant. Artikel 4. Individueel belang Voor de verschillende partijen die zich hebben verbonden aan dit convenant is er naast het gezamenlijk belang een individueel belang. Voor de corporaties en de gemeente komt het op het volgende neer. Voor corporaties is er het voordeel dat woningen vrijkomen voor legale verhuur en dat er minder risico bestaat op aantasting van de leefbaarheid in wijken en buurten. Bovendien zal, na bestandsvergelijking, de eigen verhuurregistratie meer overeenkomen met de daadwerkelijke verhuringen. Voor de gemeente, sector Sociale Zaken, is er het voordeel dat door bestandsvergelijking onrechtmatig aangevraagde en verleende bijstandsuitkeringen kunnen worden stopgezet en teruggevorderd. Voor de gemeente, in het bijzonder de Dienst Publiek, heeft bestandsvergelijking (GBA en verhuuradministratie) als voordeel dat de GBA continu geactualiseerd wordt. Mede gezien het project Stroomlijning Basisgegevens (SBG) waarvan e.e.a. bij de wet GBA is vastgelegd, heeft de gemeente een sterkere verplichting de GBA actueel te houden.

7 Artikel 5. Taakverdeling en protocol De verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de deelnemende partijen is opgenomen in het vorige convenant. Kortheidshalve wordt daar naar verwezen. Artikel 7. Privacyreglement De privacy van de betrokken personen wordt gewaarborgd door een privacyreglement. In het privacyreglement is opgenomen dat gegevensuitwisseling van beide zijden mogelijk is. Uitwisseling van gegevens uit deze bestanden mag echter alleen geschieden wanneer dit tot doel heeft onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude aan te pakken. Het privacyreglement vormt Bijlage 1 van dit convenant. Artikel 9. Naleving en wijziging convenant Partijen onderschrijven de doelstelling en de taakverdeling waar dit convenant inclusief bijlagen op is gebaseerd. Tussentijdse wijzigingen of aanvullingen op het convenant zijn slechts geldig voor zover zij schriftelijk tussen alle partijen zijn overeengekomen. Dit convenant is niet in rechte afdwingbaar.

8 Aldus overeengekomen op.. april 2007 en ondertekend te Zaanstad door: Parteon Woningstichting Rochdale. R. Meijrink P. Vreke Eigen Haard Vereniging Zaandams Volkshuisvesting. P. Hildering J.W. Pasdeloup. Gemeente Zaanstad Regiopolitie Zaanstreek/Waterland.... P. Keijzer G.H.P.K. Huijser van Reenen

9 Bijlage 1 Privacyreglement voor onderzoek naar en registratie van gegevens onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude in Zaanstad Artikel 1 Definities. In dit reglement wordt verstaan onder: a. het project: een bij convenant opgericht samenwerkingsverband voor het onderzoek naar en de afdoening en voorkoming van fraude, specifiek benoemd als onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude. Het gaat in deze om het geheel of gedeeltelijk doorverhuren van de woning zonder medeweten en toestemming van de huurder. De persoon op wiens naam het huurcontract staat bewoont de betreffende woning niet. Daarnaast gaat het in deze om uitkeringen die op grond van de Wet Werk en Bijstand c.a. worden aangevraagd en/of uitgekeerd en waarop de aanvrager/ontvanger, gezien zijn woonen leefsituatie, geen recht heeft. Het project wordt uitgevoerd binnen de gemeentegrenzen van gemeente Zaanstad; b. de wet: Wet GBA; c. het convenant: het convenant betreffende de periode.. april 2007 tot.. april 2011, dat voor de aanpak van onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude is opgesteld en door de houders (gemandateerd) is goedgekeurd c.q. vastgesteld en ondertekend; d. het gebied: dit kan de gehele gemeente Zaanstad betreffen, maar zal meestal gebruikt worden ter aanduiding van een beperkt geografisch gebied binnen de gemeentegrenzen van Zaanstad waarop het project betrekking heeft; e. de deelnemer aan het project: de instantie die blijkens ondertekening van het convenant deelneemt aan het project; f. de deelregistratie: de voor ieder project gevoerde (geautomatiseerde) projectregistratie; g. de registratie: het totaal van deelregistraties; h. de geregistreerde: de natuurlijke persoon of rechtspersoon waarop de in de registratie opgenomen gegevens betrekking hebben; i. de houders: het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Zaanstad, de Raad van Bestuur van het Kadaster en de directies van de corporaties Parteon, Rochdale, ZVH en Eigen Haard; j. de beheerders: de directeuren van de Zaanse corporaties Parteon, Rochdale, ZVH en Eigen Haard en de Gebruikersraad van het Kadaster en de directeur Dienst Publiek van gemeente Zaanstad; k. de bewerker: de door de gezamenlijke houders aangewezen projectleider in dienst bij de Dienst Publiek gemeente Zaanstad. Artikel 2 Doel van de registratie. De registratie heeft tot doel de informatievoorziening binnen een project mogelijk te maken alsook te bevorderen met het oog op: a. het (strafrechtelijk) onderzoek naar fraude in een gebied; b. de afdoening van de onder artikel 1a vermelde fraude; c. de voorkoming van de onder artikel 1a vermelde fraude; d. het bewaken van de voortgang van het onder artikel 1a vermelde project;

10 e. de evaluatie van de tot standgebrachte samenwerking tussen de in het convenant genoemde deelnemers alsmede de hierdoor tot stand gebrachte resultaten. Artikel 3 Verbanden met andere registraties. 1. De registratie heeft in technische zin geen directe digitale verbinding met andere registraties. De registratie wordt via bestandsvergelijking actueel gehouden en met nieuwe informatie aangevuld. Artikel 4 Taken van de houder, de beheerder en de bewerker. 1. De houders hebben zeggenschap over de registratie, hetgeen inhoudt dat deze bindende aanwijzingen kunnen geven aan de beheerders en de bewerker. 2. De beheerders dragen namens de houders zorg voor een goede en doelmatige werking en een juist gebruik van de registratie conform de bepalingen van de wet en dit reglement. Voor de beheerders brengt dit met zich: de verstrekking van gegevens conform artikel 9 van dit reglement; afwikkeling van de in artikel 12, eerste lid en artikel 13, eerste lid, vermelde verzoeken conform de in die artikelen aangegeven procedure. 3. De beheerders treffen namens de houders de nodige voorzieningen van technische en organisatorische aard ter beveiliging van de registratie tegen verlies of aantasting van de daarin opgenomen gegevens, alsmede tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking daarvan. 4. De Dienst Publiek in de persoon van de bewerker is namens de beheerders het aanspreekpunt voor belanghebbenden. 5. De bewerker volgt de door de beheerders gegeven aanwijzingen die verband houden met het bepaalde in het tweede en derde lid op. 6. De bewerker is belast met het invoeren, wijzigen en verwijderen van gegevens. Artikel 5 Geregistreerden. In de registratie mogen slechts gegevens worden opgenomen over objecten en subjecten van onderzoek: a. een natuurlijk persoon of rechtspersoon die door een of meer deelnemers aan het project wordt betrokken bij een onderzoek ter voorkoming of bestrijding van strafbare feiten die erop zijn gericht ten onrechte of tot een te hoog bedrag een uitkering of voorziening op grond van de Wet Werk en Bijstand c.a. te verkrijgen; b. een natuurlijk persoon of rechtspersoon die door een of meer deelnemers aan een project wordt betrokken bij een onderzoek ter voorkoming of bestrijding van strafbare feiten die erop zijn gericht een woning zonder huurcontract, of in strijd met de voorwaarden van het huurcontract, in gebruik te nemen en te houden respectievelijk te geven; c. een natuurlijk persoon die door een of meer deelnemers aan een project wordt betrokken bij het onderzoek ter voorkoming of bestrijding van feiten die onterecht respectievelijk niet, respectievelijk niet juist zijn beschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens. Artikel 6 Opgenomen gegevens. 1. Omtrent de in artikel 5 vermelde natuurlijke personen kunnen de volgende gegevens worden opgenomen: a. de achternaam; b. de voornamen;

11 c. de geboortedatum, de geboorteplaats en het geboorteland; d. het sofinummer; e. de burgerlijke staat; f. de achternaam van de partner/huisgenoot respectievelijk de huisgenoten; g. de voornamen van de partner/huisgenoot respectievelijk de huisgenoten; h. de geboortedatum van de partner/huisgenoot respectievelijk de huisgenoten; i. het sofinummer van de partner/huisgenoot respectievelijk de huisgenoten; j. de inwonende kinderen; k. het adres (de straatnaam, het huisnummer en de etage) en het telefoonnummer; l. de woonplaats (de postcode en de gemeente); m. de uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand c.a.; n. de beschrijvingsdatum in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens; p. de ingangsdatum van het huurcontract; q. het vermoedelijke adres waarnaar de oorspronkelijke huurder is vertrokken. 2. Omtrent de adressen worden de volgende gegevens opgenomen: a. de eigenaar; b. de naam van de oorspronkelijke huurder c.q. de persoon op wiens naam het huurcontract staat. 3. Omtrent de onderzoeksaspecten wordt vastgelegd: a. de signalen van een mogelijk onrechtmatig verkregen bijstandsuitkering; b. de signalen van onder- en wederverhuur; c. de feitelijke bewoning en de afwijkingen hiervan ten opzichte van de beschrijvingen in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens; d. de datum van het huisbezoek; e. de aard en de resultaten van de handhavingsacties. Artikel 7 Herkomst en verkrijging van gegevens. Elk van de gegevens, vermeld in artikel 6, eerste lid, wordt door de bewerker verkregen van: a. één (of meer) deelnemer(s) aan het project, voorzover de terzake geldende wettelijke regeling verstrekking van het gegeven door deze toelaat ofwel daartoe verplicht; b. de natuurlijke persoon of rechtspersoon waarop het gegeven betrekking heeft; c. derden, voorzover de terzake geldende wettelijke regeling verstrekking van het gegeven door deze toelaat ofwel daartoe verplicht. Artikel 8 Verwijdering en vernietiging van gegevens. 1. De in artikel 6, eerste lid, vermelde gegevens worden door de bewerker uit de registratie verwijderd en vernietigd wanneer deze niet meer noodzakelijk zijn voor het doel van de registratie. Hiervan is in ieder geval sprake na verloop van zes maanden na afsluiting van het laatste proces-verbaal of rapport dat betrekking heeft op het in artikel 2, onder a, vermelde onderzoek. 2. Indien dit noodzakelijk is voor het doel van de registratie, kan door de beheerders worden besloten tot een incidentele afwijking van de in het eerste lid vermelde termijn. Dit besluit wordt schriftelijk vastgelegd en bij dit reglement gevoegd. Artikel 9 Verstrekking van gegevens. 1. Uit de registratie worden door de beheerders aan Sociale Zaken van de gemeente slechts die gegevens verstrekt die noodzakelijk zijn voor de bestrijding en voorkoming van uitkeringsfraude;

12 2. Uit de registratie worden door de beheerders aan de deelnemende sociale verhuurders slechts die gegevens verstrekt die noodzakelijk zijn voor bestrijding van onrechtmatige bewoning. Artikel 10 Aantekening van de verstrekking van gegevens. 1. Van een verstrekking van gegevens uit de registratie wordt door de bewerker aangetekend: a. de datum van verstrekking; b. de instantie of persoon waaraan de gegevens zijn verstrekt; c. een omschrijving van de verstrekte gegevens. 2. De in het eerste lid vermelde aantekening wordt door de bewerker ten minste één jaar bewaard. 3. De in het eerste lid vermelde aantekening kan achterwege blijven ingeval redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de geregistreerde daardoor niet in zijn belangen is geschaad. Daarvan is in ieder geval sprake indien deze natuurlijke persoon of rechtspersoon reeds in kennis is gesteld van de verstrekking. Artikel 11 Kennisgeving van de eerste opname in de registratie. De geregistreerde wordt niet schriftelijk of in welke vorm dan ook van de opname van zijn gegevens in de registratie in kennis gesteld, dit in het belang van: de opsporing en vervolging van strafbare feiten; inspectie, controle en toezicht door of vanwege overheidsorganen of andere organen met een publiekrechtelijke taak; Artikel 12 Kennisneming van opgenomen gegevens. 1. Een ieder, een rechtspersoon daaronder begrepen, kan een verzoek indienen om te vernemen, of van hem of haar gegevens in de registratie zijn opgenomen. Ook kan een ieder, een rechtspersoon daaronder begrepen, een verzoek indienen om, voor het geval hem of haar betreffende gegevens in de registratie zijn opgenomen, te vernemen welke deze gegevens zijn. 2. De in het eerste lid vermelde verzoeken dienen schriftelijk te worden gedaan en dienen ten minste te bevatten de volledige naam en het adres van de verzoeker alsmede, indien de verzoeker een natuurlijke persoon is, diens geboortedatum en, indien de verzoeker een rechtspersoon is, diens oprichtingsdatum. 3. De in het eerste lid vermelde verzoeken dienen ten aanzien van minderjarigen die de leeftijd van zestien jaren nog niet hebben bereikt en ten aanzien van onder curatele gestelden gedaan te worden door hun wettelijke vertegenwoordiger. 4. De in het eerste lid vermelde verzoeken dienen te worden gericht aan de bewerker. 5. De bewerker draagt namens de beheerders zorg voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van de verzoeker. Hij kan verlangen dat de verzoeker bescheiden overlegt waaruit diens identiteit blijkt. 6. Op de in het eerste lid vermelde verzoeken wordt binnen vier weken door de bewerker namens de beheerders een schriftelijke reactie gegeven. 7. Aan de in het eerste lid vermelde verzoeken kan geen gevolg worden gegeven indien dit noodzakelijk is met het oog op het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten, met het oog op het belang van inspectie, controle en toezicht door of vanwege overheidsorganen of andere organen met een publiekrechtelijke taak. 8. Ingeval aan het eerste verzoek, vermeld in het eerste lid, gevolg wordt gegeven geeft de schriftelijke reactie aan of gegevens over de verzoeker in de registratie zijn opgenomen. Ingeval ook aan het tweede verzoek, vermeld in het eerste lid, gevolg wordt gegeven, houdt de schriftelijke reactie tevens in welke gegevens over de verzoeker in de registratie zijn opgenomen. In dit geval wordt tevens de herkomst van deze gegevens aangegeven.

13 Artikel 13 Verbetering, aanvulling of verwijdering van opgenomen gegevens. 1. Degene aan wie op de voet van artikel 12, vijfde lid, kennis is gegeven van hem of haar betreffende in de registratie opgenomen gegevens, kan een verzoek indienen deze gegevens te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen, indien deze feitelijk onjuist, voor het doel van de registratie onvolledig of niet terzake doend zijn, dan wel in strijd met een wettelijk voorschrift in de registratie voorkomen. 2. Het in het eerste lid vermelde verzoek dient schriftelijk te worden gedaan en dient ten minste te bevatten de volledige naam en het adres van de verzoeker, alsmede, indien de verzoeker een natuurlijke persoon is, diens geboortedatum en, indien de verzoeker een rechtspersoon is, diens oprichtingsdatum. 3. Het in het eerste lid vermelde verzoek kan, onder overlegging van een bijzondere daartoe strekkende schriftelijke machtiging, namens de verzoeker worden gedaan door een ander. 4. Het in het eerste lid vermelde verzoek dient te worden gericht aan de bewerker. 5. De bewerker draagt namens de beheerders zorg voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van de verzoeker. Zij kunnen verlangen dat de verzoeker bescheiden overlegt waaruit diens identiteit blijkt. 6. Op het in het eerste lid vermelde verzoek wordt door de bewerker namens de beheerders binnen acht weken een schriftelijke reactie gegeven. 7. De schriftelijke reactie geeft aan, of, dan wel in hoeverre, aan het verzoek gevolg wordt gegeven. Een weigering om aan het verzoek gevolg te geven, is met redenen omkleed. 8.De bewerker draagt er namens de beheerders zorg voor dat een beslissing tot verbetering, aanvulling of verwijdering zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd. Artikel 14 Kennisgeving van verstrekking van gegevens aan derden. Aan derden worden geen gegevens uit de registratie verstrekt, dit met het oog het belang van het (strafrechtelijke) onderzoek. Artikel 15 Terinzagelegging van dit privacyreglement. 1. Dit reglement ligt ter inzage op: a het kantoor van Sociale Zaken van de gemeente, Stadskantoor, Ebbehout 29, 1507 EA Zaandam; b de publieksbalie van de Dienst Publiek, gemeente Zaanstad, Railpoint Office, Ebbehout 31, 1507 EA Zaandam; c. het kantoor van corporatie Parteon, Dick Laanplein 1, 1521 HT Wormerveer; d. het kantoor van Vereniging Zaandams Volkshuisvesting (ZVH), Peperstraat 86, 1502 AK Zaandam; e. het kantoor van Woningstichting Rochdale, Badhuisweg 1, 1506 PA Zaandam; f. het kantoor van Stichting Goed Wonen Assendelft (GWA), Dorpsstraat 756A, 1566 ES Assendelft. g. het kantoor van Woningstichting Eigen Haard, woonservicepunt Noord, Klaprozenweg 75, Amsterdam-Noord. Artikel 16 Inwerkingtreding van dit reglement. Dit privacyreglement treedt in werking met ingang van.. april 2007 en vormt de bijlage van het convenant Woon wijs!, aanpak onrechtmatige bewoning en uitkeringsfraude in Zaanstad. Dit privacyreglement is vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders van dd mm jjjj.