HET FISCAAL VISITATIERECHT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET FISCAAL VISITATIERECHT"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar HET FISCAAL VISITATIERECHT Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Dupont Jasper (studentennummer: ) Promotor: Prof. Dr. Michel Maus Commissaris: Mevr. Sylvie De Raedt

2 Dankwoord 2

3 Dankwoord Dankwoord De masterproef wordt traditioneel beschouwd als het orgelpunt van de opleiding. Zo zie ik het ook. Deze masterproef liet mij toe om een grondige kennis te verwerven in een welbepaalde materie, namelijk het fiscaal visitatierecht. Het schrijven ervan zou echter niet mogelijk zijn geweest zonder de hulp van een aantal mensen. In dit dankwoord wil ik hen dan ook nadrukkelijk bedanken voor hun steun. Bijzondere dank gaat uit naar mijn promotor, prof. Dr. Michel Maus, voor het aanreiken van dit uitdagende onderzoeksonderwerp. Daarnaast wil ik ook mijn ouders bedanken, om twee redenen. In de eerste plaats omdat zij mij de kans hebben gegeven om deze opleiding aan te vatten. Daarnaast ook omdat zij de tijd hebben willen vrijmaken om deze masterproef na te lezen. Tot slot wens ik ook mijn vrienden te bedanken voor hun morele steun. Eén persoon verdient eervolle vermelding. Mathias Rosseel reikte een aantal interessante artikels aan die goed van pas kwamen bij het schrijven van de scriptie. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave DEEL I. Situering, begrip en doelstellingen van de fiscale visitatie Hoofdstuk 1. Situering en begrip Afdeling I. Algemene situering Afdeling II. Begrip Hoofdstuk 2. Doelstellingen van de fiscale visitatie Afdeling I. Onregelmatigheden in de aangifte Afdeling II. Bestrijding van fiscale fraude DEEL II. Draagwijdte van het fiscaal visitatierecht Hoofdstuk 1. Algemene beperkingen van de draagwijdte Afdeling I. Inleiding Afdeling II. Het legaliteits- en doelgebondenheidsbeginsel Het legaliteitsbeginsel Het doelgebondenheidsbeginsel Afdeling III. De onderzoekstermijnen De onderzoekstermijnen in de inkomstenbelasting A. De gewone onderzoekstermijn van drie jaar B. De aanvullende onderzoekstermijn van vier jaar in geval van aanwijzingen van fraude De onderzoekstermijnen in de BTW Afdeling IV. Het territorialiteitsbeginsel Afdeling V. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur Hoofdstuk 2. Onderzoek naar de draagwijdte van art. 319 WIB Afdeling I. Algemeen Afdeling II. Personele draagwijdte Afdeling III. Inhoudelijke draagwijdte Afdeling IV. Beperkingen voor de aanvang van de fiscale visitatie Algemeen De controlerende ambtenaren A. Belast met het verrichten van een controle of een onderzoek betreffende de toepassing van de inkomstenbelasting B. In het bezit zijn van een aanstellingsbewijs

5 Inhoudsopgave 3. Plaats van de visitatie A. Algemeen B. Beroepslokalen C. Privélokalen Algemeen Voorwaarden Tijdstip van de visitatie A. Algemeen B. Beroepslokalen Principe Uitzondering voor kantoren van titularissen van vrije beroepen, ambten of posten C. Privélokalen Verplichting tot het verlenen van toegang? Afdeling V. Beperkingen tijdens de fiscale visitatie Algemeen Vaststelling aard en belangrijkheid werkzaamheden, en nazicht bestaan, aard en hoeveelheid voorwerpen en voorraden van alle aard, m.i.v. installaties en rollend materieel Onderzoek van de boeken en de bescheiden die zich in de beroepslokalen bevinden A. De vroegere situatie B. De situatie sinds de wet van 19 mei 2010 houdende fiscale en diverse bepalingen Is de voorlegging nog vereist? Een actief zoekrecht? Inbeslagname van de aangetroffen documenten? C. Verhouding tussen fiscaal visitatierecht en boekenonderzoek Nazicht van de betrouwbaarheid van de geïnformatiseerde inlichtingen, gegevens en bewerkingen A. Draagwijdte B. Verruimingen van de draagwijdte in de rechtspraak Algemeen Vrije inzage in computergegevens Recht op kopiename Afdeling VI. Miskenning van de spelregels Hoofdstuk 3. Onderzoek van de draagwijdte van art. 63 WBTW Afdeling I. Algemeen Afdeling II. Personele draagwijdte Afdeling III. Inhoudelijke draagwijdte Afdeling IV. Beperkingen voor de aanvang van de fiscale visitatie Algemeen De controlerende ambtenaren

6 Inhoudsopgave A. Bevoegd om de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde te controleren 62 B. In het bezit zijn van een aanstellingsbewijs Plaats van de visitatie A. Algemeen B. Beroepslokalen C. Privélokalen Algemeen Voorwaarden Tijdstip van de visitatie A. Algemeen B. Beroepslokalen C. Privélokalen Verplichting om toegang te verlenen? A. Algemeen B. Art. 63, eerste lid WBTW C. Art. 63, derde lid WBTW Afdeling V. Beperkingen tijdens de fiscale visitatie Algemeen Onderzoek van de boeken en stukken die zich in de beroepslokalen bevinden A. Algemeen B. Moet de voorlegging worden gevraagd? C. Beschikken de BTW- ambtenaren over een actief zoekrecht? Nazicht van de betrouwbaarheid van de geïnformatiseerde inlichtingen, gegevens en bewerkingen A. Algemeen B. Evolutie in de rechtspraak Vrije inzage van computergegevens Recht op kopiename Recht om de gemaakte kopieën mee te nemen? Vaststelling aard en belangrijkheid werkzaamheden en het daarvoor aangestelde personeel, alsook van de koopwaren en goederen, m.i.v. productie- en vervoermiddelen Afdeling VI. Miskenning van de spelregels Hoofdstuk 4. Evolutie naar een fiscaal huiszoekingsrecht? Afdeling I. Inleiding Afdeling II. Vergelijking De gerechtelijke huiszoeking Vergelijking met de fiscale visitatie A. Ruimer dan huiszoeking op vlak van doelstelling en tijd B. Beperkter dan huiszoeking op vlak van plaats en voorwerp

7 Inhoudsopgave 3. Schematische vergelijking Afdeling III. De wet en de administratieve commentaren over het fiscaal visitatierecht A. Analyse van de voorbereidende werkzaamheden en de administratieve commentaren bij art. 319 WIB B. Analyse van de voorbereidende werkzaamheden en de administratieve commentaren bij art. 63 WBTW Afdeling IV. Tegenstrijdige rechtspraak Afdeling V. Reactie van de rechtsleer Afdeling VI. Quo vadis? Onaangepastheid van het huidig juridisch kader inzake het fiscaal visitatierecht A. Ter inleiding: de werkgroep CLERFAYT B. Bezwaren tegen het fiscaal huiszoekingsrecht in het huidig juridisch kader Onvoldoende procedurele waarborgen Onaangepaste sanctioneringsmechanismen Onvoldoende juridische vorming van de fiscale ambtenaren De lege ferenda DEEL III. Algemeen besluit Bibliografie Wetgevende documenten Belgische wetgeving Voorbereidende werkzaamheden Parlementaire vragen Administratieve bronnen Andere Rechtspraak Rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Belgische rechtspraak Rechtsleer Boeken Tijdschriften Andere bronnen

8 Woord vooraf Woord vooraf 1. De fiscale visitatie is zonder twijfel één van de meest in het oog springende onderzoeksbevoegdheden van de fiscale administratie. Ruw geschetst laat zij de fiscus toe om bij de belastingplichtige op bezoek te gaan met de bedoeling bepaalde vaststellingen te doen, teneinde een correcte belastingheffing te kunnen verzekeren 1. Het hoeft geen uitgebreid betoog dat een dergelijk onderzoeksrecht zeer ingrijpend kan zijn. De masterproef zal zich dan ook toeleggen op de volgende onderzoeksvraag: hoe ver reiken de bevoegdheden van de fiscale administratie in het kader van een fiscale visitatie? 2. Vooraleer op deze vraag een antwoord te bieden, zal de fiscale visitatie in een eerste deel gesitueerd worden binnen het ruimer geheel van de fiscale procedure. Ook zal een algemene omschrijving van de fiscale visitatie worden geboden, en zal worden onderzocht welke doelstellingen dit controlerecht nastreeft. In het tweede deel zal vervolgens de draagwijdte van het fiscaal visitatierecht nader worden onderzocht. Er kan nu al worden opgemerkt dat de fiscale visitatie zijn neerslag vindt in tal van fiscale wetboeken. Dit is een rechtstreeks gevolg van het feit dat er op vandaag nog steeds geen uniforme procedurewetgeving bestaat. Zo verleent de Algemene wet Douane en Accijnzen de douaneambtenaren het recht om goederen, voertuigen, personen of gebouwen ter plaatse of aan den lijve te visiteren, met het oog op de vaststelling van douane- en/of accijnsmisdrijven, inzonderheid sluikinvoer 2. Verder wordt in het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen een visitatierecht toegekend aan de belastingdiensten in het raam van de verkeersbelastingen 3, de belasting op de spelen en de weddenschap 4, de belasting op de automatische ontspanningstoestellen 5 en de belasting op de inverkeersstelling 6. Ook het Wetboek van de met zegel gelijkgestelde taksen voorziet in een toegangsrecht bij een controle van de belasting voor aan aanplakking. 1 M. MAUS, Hoort wie klopt daar kinderen Een onderzoek naar de draagwijdte van het fiscaal visitatierecht in de inkomstenbelastingen, AFT 2006, (37) Zie art. 182 Algemene wet inzake douane en accijnzen. 3 Zie art. 39 Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. 4 Zie art. 58 Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. 5 Zie art. 106 Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. 6 Zie art Wetboek van de met zegel gelijkgestelde taksen. 8

9 Woord vooraf Het zou evenwel te ver reiken om de fiscale visitatie voor elk van deze belastingen afzonderlijk te bespreken. Ik zal mij dan ook beperken tot een uiteenzetting van de draagwijdte van het fiscaal visitatierecht in het kader van de inkomstenbelastingen en in het kader van de BTW. De keuze om uitgerekend deze belastingen te bespreken, is ingegeven door een drietal redenen, te weten: 1) De inkomstenbelasting en de BTW zijn de voornaamste belastingen. Belastingen op tewerkstelling en consumptie vormen voor de Staat veruit de belangrijkste bron van inkomsten. Dit blijkt duidelijk uit de cijfers van de Nationale Bank van België. In 2012 bedroegen de fiscale ontvangsten in totaal miljoen euro. De inkomstenbelasting vertegenwoordigde miljoen euro van dit totaalbedrag. De BTW op haar beurt bedroeg miljoen euro 7. Dit betekent dat de inkomstenbelasting en de BTW samen goed zijn voor 85 procent van de totale fiscale ontvangsten. 2) De fiscale visitatie werd in de inkomstenbelasting en in de BTW zeer sterk uitgewerkt door de wetgever. 3) Zowel in de inkomstenbelasting als in de BTW geeft het toegangsrecht vaak aanleiding tot betwistingen in de rechtspraak. Dit is niet geheel onlogisch, gelet op het ruime personele toepassingsgebied van de fiscale visitatie. Deze betwistingen zorgen voor verduidelijkingen en in bepaalde gevallen zelf voor verruimingen van de draagwijdte van dit toegangsrecht. In het kader van de inkomstenbelasting vindt men de fiscale visitatie op twee plaatsen terug. In de eerste plaats kent art. 319 WIB92 een visitatierecht toe aan de ambtenaren die belast zijn met een onderzoek van de aangifte. Daarnaast kent ook art. 476 WIB92 aan de personeelsleden van het Kadaster een visitatierecht toe met het oog op de bepaling van het kadastrale inkomen. Er kan nu reeds worden onderstreept dat in deze masterproef enkel de draagwijdte van de fiscale visitatie ex art. 319 WIB92 zal worden besproken. Met betrekking tot de visitatie ex art. 476 WIB92 werd immers geen casuïstiek aangetroffen, wat doet vermoeden dat er rond dit visitatierecht in de praktijk slechts weinig betwistingen bestaan. Inzake de BTW wordt de fiscale visitatie wettelijk geregeld door art. 63 WBTW. Dit recht bestaat niet enkel voor wat betreft onroerende goederen, maar ook voor wat betreft vervoermiddelen. In deze masterproef zal enkel de draagwijdte van het visitatierecht worden besproken in de mate dat het betrekking heeft op onroerende goederen, teneinde de vergelijking met art. 319 WIB92 te bewerkstelligen. 3. Tot slot wordt in een laatste deel afgerond met een algemeen besluit omtrent de huidige draagwijdte van het fiscaal visitatierecht. 7 Zie (consultatie 8 maart 2013). 9

10 DEEL I. Situering, begrip en doelstellingen van de fiscale visitatie DEEL I. Situering, begrip en doelstellingen van de fiscale visitatie 4. In dit eerste algemeen deel zal het fiscaal visitatierecht gekaderd worden binnen het ruimer geheel van de fiscale procedure. In dit verband zal ook een omschrijving van het begrip fiscale visitatie geboden worden (hoofdstuk 1). Daarnaast zullen ook de doelstellingen van het fiscaal visitatierecht nader worden toegelicht (hoofdstuk 2). 10

11 DEEL I. Situering, begrip en doelstellingen van de fiscale visitatie Hoofdstuk 1. Situering en begrip Afdeling I. Algemene situering 8 5. Zoals alle andere terreinen van wetgeving valt het belastingrecht principieel uiteen in materieel en formeel belastingrecht. Het materiële belastingrecht beslaat het geheel van regelen die bepalen hoeveel belasting er is verschuldigd. Het formeel fiscaal recht regelt de wijze waarop de belastingschuld wordt vastgesteld. Bij de bepaling van de (formele) belastingschuld komt het erop aan de wettelijk verschuldigde belasting zoveel mogelijk te benaderen. Daartoe is vereist dat de overheid kennis krijgt van alle gegevens die relevant zijn voor de bepaling van de belastingschuld. De door de belastingplichtige ingediende aangifte vormt evident het uitgangspunt voor de heffing van de belasting. De aangifte is bekleed met een vermoeden van juistheid, hetgeen impliceert dat zij geacht wordt overeen te stemmen met de werkelijkheid. De fiscus moet niettemin de kans krijgen om de aangifte op haar juistheid te kunnen controleren, en tevens niet-aangegeven belastbare materie op te sporen. Het is immers niet denkbeeldig dat de aangifte onjuistheden bevat. Om controle mogelijk te maken kan de overheid in de eerste plaats kijken en luisteren naar wat er gebeurt (bv. door foto s en ander beeldmateriaal te nemen 9 ), zonder dat zij evenwel mag kijken of luisteren op een verboden manier (bv. door binnen te dringen op privé-eigendom, door brieven te openen, door iemand tot spreken te dwingen) 10. Van de aldus bekomen inlichtingen kan dan gebruik worden gemaakt op dezelfde manier en volgens dezelfde procedure als de gewone burger, dus als getuige. Daarnaast heeft de fiscale wetgever ook een aantal speciale onderzoeksbevoegdheden aan de administratie toegekend. Die rechten zijn vaak zeer onschuldig (bv. het stellen van vragen, waarop moet geantwoord worden op gevaar van een ambtshalve aanslag), maar kunnen ook zeer ver gaan, zelfs tot het huiszoekingsrecht en tot het recht van arrestatie. De onderzoeksmachten laten de administratie toe zich een beeld te vormen met betrekking tot de fiscale toestand van de belastingplichtige M. DE JONCKHEERE, M. DELANOTE, M. MAUS, E. VAN DOOREN, De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 2012, 63; A. SPRUYT, De rechten van onderzoek van de fiscus terzake inkomstenbelastingen, in M. STORME, S. VAN CROMBRUGGE (eds.), Actuele problemen van fiscaal recht, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, 1989, ; A. TIBERGHIEN, Inleiding tot het Belgisch fiscaal recht, Antwerpen, Kluwer, 1986, Vr. en Antw. Kamer , 11 juli 2005, (Vr. nr. 685 T. PIETERS). 10 Zie bijv. Gent 2 mei 2006, Fiscoloog 2006, nr. 1041, 11; Rb. Brussel 13 april 2000, Fiscoloog 2000, nr. 755, A. TIBERGHIEN, Inleiding tot het Belgisch fiscaal recht, Antwerpen, Kluwer, 1986,

12 DEEL I. Situering, begrip en doelstellingen van de fiscale visitatie 6. In het Wetboek der Inkomstenbelastingen (hierna afgekort weergegeven: WIB92) werden de onderzoeksbevoegdheden van de fiscale administratie ondergebracht in Hoofdstuk III. Onderzoek en controle van Titel VII. Vestiging en invordering van de belastingen. Het wetboek maakt een onderscheid tussen verschillende categorieën van onderzoeksbevoegdheden. Een eerste categorie betreft de onderzoeksmachten ten aanzien van de belastingplichtige zelf. Het gaat om het boekenonderzoek, de vraag om inlichtingen en de fiscale visitatie. Een tweede categorie van onderzoeksrechten wordt uitgeoefend bij derden, waarbij een verder onderscheid wordt gemaakt tussen particuliere derden en de openbare sector. Het valt op te merken dat de onderzoeksbevoegdheden niet enkel kunnen worden uitgeoefend met het oog op de taxatie. Ook bij de behandeling van het bezwaarschrift en tijdens de invordering kunnen de fiscale ambtenaren van deze onderzoeksmachten gebruikmaken 12. In het Wetboek Belasting op de Toegevoegde Waarde (hierna afgekort weergegeven: WBTW) treft men de controlerechten aan in Hoofdstuk X. Bewijsmiddelen en controlemaatregelen. Het gaat om het boekenonderzoek, de vraag om inlichtingen en de fiscale visitatie. Opnieuw is het zo dat niet enkel de taxatieambtenaren, maar ook de met invordering belaste ambtenaren van deze bevoegdheden gebruik kunnen maken Zoals de titel van de masterproef laat uitschijnen, zal er in het bestek van deze masterproef uitgebreid worden ingegaan op één welbepaalde onderzoeksbevoegdheid van de fiscale administratie, namelijk de fiscale visitatie. Afdeling II. Begrip 8. Het begrip visitatie is een niet-alledaags begrip. De visitatie, afgeleid van het Franse visitation, wordt door het Van Dale-woordenboek omschreven als (1) bezoek (2) onderzoek, inspectie (3) het visiteren 14. Wat betreft de herkomst van dit begrip, leert Wikipedia dat het woord afstamt van visitare, wat Latijn is voor bezoeken. De term had oorspronkelijk betrekking op het onderzoek naar de gang van zaken in een bisdom of een klooster 15. Deze eerste algemene omschrijving geeft al een vrij goede indruk van wat een visitatie precies is: het gaat om een bezoekrecht. 12 Zie art. 374 en 319bis WIB Zie art. 63bis WBTW. 14 Zie 15 Zie (consultatie 6 november 2012). 12

13 DEEL I. Situering, begrip en doelstellingen van de fiscale visitatie Natuurlijk mag men zich niet blind staren op deze algemene omschrijving. Wanneer nagegaan wordt hoe het begrip juridisch wordt omschreven, stelt men vast dat er in België geen uniforme procedurewetgeving bestaat: de globale regels inzake de fiscale procedure verschillen immers op drie niveaus, namelijk het niveau van de federale belastingen, het niveau van de regionale belastingen, en het niveau van de lokale belastingen. Bovendien bestaan er op elk beleidsniveau verschillende belastingen, waarvoor verschillende procedureregels gelden. Deze vaststelling noopt tot de conclusie dat we de fiscale visitatie niet op eenduidige wijze kunnen definiëren. Er zal belasting per belasting moeten worden nagegaan hoe het visitatierecht concreet wordt omschreven. Op 12 januari 2012 werd door STEVEN VANACKERE beloofd dat er werk zal worden gemaakt van een meer diepgaande harmonisering van de onderzoeks- en procedureregels met betrekking tot de federale belastingen 16. Er werd op heden echter nog geen voorstel tot aangepast wetboek ingediend. Het zou te ver reiken om voor elke belasting afzonderlijk het fiscaal visitatierecht te bespreken. Zoals in de inleiding werd aangegeven, zal ik mij in het bestek van deze masterproef toespitsen op een analyse van de fiscale visitatie in het kader van de inkomstenbelastingen en de fiscale visitatie in het kader van de BTW. Als men het WIB92 en het WBTW naast elkaar houdt, kunnen een aantal gemeenschappelijke elementen naar voren worden geschoven. De fiscale visitatie kan in het algemeen omschreven worden als een bezoekrecht, waarbij de belastingdiensten in staat worden gesteld om bepaalde onderzoekingen te doen in de beroepslokalen van de belastingplichtige teneinde een correcte belastingheffing te verzekeren. 16 Algemene beleidsnota Financiën, Parl.St. Kamer , 12 januari 2012, nr. 1964/030, 6. 13

14 DEEL I. Situering, begrip en doelstellingen van de fiscale visitatie Hoofdstuk 2. Doelstellingen van de fiscale visitatie 9. De fiscale visitatie streeft, net zoals de andere onderzoeksmachten van de fiscus, in hoofdzaak een dubbel doel na. Elk van beide doelstellingen vertrekt daarbij in wezen van dezelfde premisse. De wetgever heeft de vaststelling van de individuele belastingschuld initieel aan de belastingplichtige opgedragen, door middel van een belastingaangifte. Daarbij wordt vertrokken van de idee dat de belastingplichtige zijn aangifte juist en volledig invult, hetgeen zich vertaalt in een vermoeden van juistheid van de aangifte. Een dergelijk samenwerkingsmodel brengt evenwel gevaren met zich mee. Het is immers niet denkbeeldig dat de aangifte onjuistheden bevat. Deze onjuistheden kunnen gewild (fiscale fraude) of ongewild (onregelmatigheden) zijn. Net om die onjuistheden op te sporen heeft de wetgever het noodzakelijk geacht de administratie van een aantal onderzoeksbevoegdheden te voorzien. Afdeling I. Onregelmatigheden in de aangifte 10. Heel wat Belgische belastingen zijn aangiftebelastingen. De kans is reëel dat de belastingplichtige bij het invullen van zijn aangifte een vergissing begaat. Het correct invullen van een belastingaangifte is immers geen sinecure. Zo liet ALBERT EINSTEIN zich ooit ontvallen: the hardest thing in the world to understand is the income tax 17. De belastingcontrole wil er dan ook in de eerste plaats toe bijdragen eventuele fouten of weglatingen te beperken. Men gewaagt in dit verband van de pedagogische functie van de belastingcontrole 18. Afdeling II. Bestrijding van fiscale fraude 11. De fiscale visitatie wordt uiteraard ook aangewend om fraude te bestrijden. Fiscale fraude vormt in België immers nog steeds een wezenlijk probleem. Recent hebben de Katholieke Universiteit van Leuven, de Université libre de Bruxelles en de Université de Liège samen een onderzoek gedaan naar aangeven en niet-aangeven van inkomen en arbeid in opdracht van de POD Wetenschapsbeleid BELSPO en de FOD Sociale Zekerheid. Deze studie, de SUBLEC M. MAUS, S. MERCIER, A. DELAFONTEYNE, Fiscale controle in de praktijk, Brugge, Die Keure, 2009,

15 DEEL I. Situering, begrip en doelstellingen van de fiscale visitatie studie (Survey on the Black Economy) genaamd, wees uit dat 24,1% van de Belgische bevolking zijn belastingaangifte doelbewust niet correct invult 19. Hoewel dit onderzoek op beperkte schaal werd uitgevoerd, kunnen er toch een aantal belangrijke lessen uit deze studie worden getrokken. Een opvallende vaststelling is dat het gedrag van anderen een bepalende invloed kan hebben op onze eigen perceptie met betrekking tot belastingontduiking. Wanneer men van mening is dat de anderen meer frauderen, fraudeert men zelf ook meer. De oorzaken van belastingontduiking zijn legio. De hoge belastingdruk is veruit een van de belangrijkste beweegredenen 20. Niettemin zijn er ook andere, minder voor de hand liggende oorzaken, zoals de ongelijke verdeling van de belastingdruk, de willekeurige pakkans, de willekeurige afhandeling van fiscale fraudedossiers, de toenemende complexiteit van de fiscale wetgeving en de frequente wijziging van de bepalingen 21. De fiscale visitatie vormt een middel om belastingfraude zoveel mogelijk terug te dringen. Men zou in die optiek kunnen spreken van de afschrikwekkende functie van een belastingcontrole. De vrees om aan een belastingcontrole te worden onderworpen, kan bij de belastingplichtige een impuls wekken om zijn aangifte zo waarheidsgetrouw mogelijk in te vullen. 19 Zie J. PACOLET, S. PERELMAN, F. DE WISPELAERE, J. SCHOENMAECKERS, L. NISEN, E. FEGATILLI, E. KRZESLO, M. DE TROYER, S. MERCKX, Social and fiscal fraud in Belgium, Leuven, Acco, 2012, Arthur Laffer stelde ooit trop d impôt tue l impôt. Hiermee bedoelde hij dat een te hoge belastingdruk frauduleus gedrag in de hand werkt. 21 M. MAUS, S. MERCIER, A. DELAFONTEYNE, Fiscale controle in de praktijk, Brugge, Die Keure, 2009, 15 17; J. PACOLET, S. PERELMAN, F. DE WISPELAERE, J. SCHOENMAECKERS, L. NISEN, E. FEGATILLI, E. KRZESLO, M. DE TROYER, S. MERCKX, Social and fiscal fraud in Belgium, Leuven, Acco, 2012,

16 DEEL II. Draagwijdte van het fiscaal visitatierecht 12. In dit deel zal dieper worden ingegaan op de vraag hoe het fiscaal visitatierecht wettelijk wordt geregeld in de inkomstenbelasting en de BTW. Pro memorie kan hier nog even de onderzoeksvraag uit de inleiding worden herhaald: hoe ver reiken de bevoegdheden van de fiscale administratie in het kader van een fiscale visitatie?. 13. In het eerste hoofdstuk zullen een aantal algemene beginselen worden besproken, die een weerslag hebben op de draagwijdte van het fiscaal visitatierecht. Het gaat om het legaliteits- en doelgebondenheidsbeginsel, de onderzoekstermijnen, het territorialiteitsbeginsel en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. 14. In het tweede en derde hoofdstuk zal de draagwijdte van het fiscaal visitatierecht in de inkomstenbelasting respectievelijk de BTW worden besproken. Daarbij zal eerst het toepassingsgebied van beide regelingen worden besproken. Vervolgens komen de spelregels aan bod die bij een fiscale visitatie moeten worden nageleefd. Hierbij wordt vertrokken van de vaststelling dat de inhoudelijke draagwijdte van het fiscaal visitatierecht zowel in het kader van de BTW doorheen een aantal wetgevende evoluties steeds ruimer is geworden. Er zal worden aangetoond dat de wetgever de ruime inhoudelijke draagwijdte aan heel wat beperkingen heeft gekoppeld. Daarbij zal een onderscheid worden gemaakt tussen de beperkingen die gelden voor de aanvang van de fiscale visitatie, en deze die gelden tijdens de fiscale visitatie. Er zal ook telkenmale gewezen worden op de rechtspraak, die deze beperkingen steeds vaker uit het oog dreigt te verliezen. Tot slot zal worden afgerond met een korte bespreking van de gevolgen van de miskenning van deze beperkingen. 15. Het laatste hoofdstuk bouwt verder op de hoofdstukken twee en drie. In dit deel zal worden onderzocht zal worden onderzocht of het fiscaal visitatierecht even ver reikt als het gerechtelijk huiszoekingsrecht, zoals door bepaalde rechtspraak wordt voorgestaan. 16

17 Hoofdstuk 1. Algemene beperkingen van de draagwijdte Afdeling I. Inleiding 16. Nog voor de draagwijdte van de artikelen 319 WIB92 respectievelijk 63 WBTW ten gronde worden, wordt al snel duidelijk dat er een hele reeks algemene beperkingen bestaan die een invloed hebben op de draagwijdte van het fiscaal visitatierecht. Deze algemene beperkingen vindt men niet terug in de artikelen 319 WIB92 en 63 WBTW, maar in de algemene bronnen van fiscaal recht. Het gaat om het legaliteits- en doelgebondenheidsbeginsel (afdeling II), de onderzoekstermijnen (afdeling III), het territorialiteitsbeginsel (afdeling IV) en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (afdeling V). Afdeling II. Het legaliteits- en doelgebondenheidsbeginsel 17. De fiscale controle gaat noodzakelijkerwijze gepaard met een inmenging van de fiscus in de sociale en economische levenssfeer van de belastingplichtige. De fiscale visitatie is hier een goed voorbeeld van. Dit onderzoeksrecht doet afbreuk aan een aantal fundamentele rechten en vrijheden van de belastingplichtige, zoals het recht op de onschendbaarheid van de woning. Het is dan ook van wezenlijk belang dat de onderzoeksmachten van voldoende waarborgen omgeven zijn om buitensporigheden te vermijden. In dit verband zullen het legaliteits- en doelgebondenheidsprincipe een belangrijke rol spelen. 1. Het legaliteitsbeginsel 18. Het legaliteitsbeginsel speelt vooreerst een belangrijke rol bij de toekenning van de fiscale onderzoeksbevoegdheden. Voornoemd beginsel brengt met zich mee dat de fiscus slechts tot onderzoekshandelingen kan overgaan voor zover er een wettelijke grondslag is waarop hij zich kan baseren. Dit betekent dat er steeds een tussenkomst van de wetgever nodig is opdat de fiscale administratie gerechtigd zou zijn onderzoekshandelingen te stellen. Het vereiste van een wettelijke grondslag is een noodzakelijk gevolg van het feit dat elke onderzoekshandeling een aantasting inhoudt van een aantal fundamentele rechten en vrijheden, zoals daar zijn het recht op persoonlijke vrijheid, het recht op onschendbaarheid van de woning, het recht op de eerbiediging van het privéleven het gezinsleven en het recht op de onschendbaarheid van het briefgeheim. De administratie kan slechts van deze principes afwijken voor zover er een formele wet is die haar 17

18 daartoe machtigt 22. Met betrekking tot de fiscale visitatie werd dit overigens uitdrukkelijk bevestigd door advocaat-generaal M. CORNIL: En principe, le domicile est inviolable, ainsi le veut l article 10 de la Constitution (thans art. 15 G.W.); aucune visite domiciliaire ne peut avoir lieu que dans les cas prévus par la loi et dans la forme qu elle prescrit 23. Dat de fiscale onderzoeksmachten door de wetgever moeten worden geregeld, blijkt verder ook nog uit art. 170 G.W., naar luid waarvan geen belasting kan worden ingevoerd dan door de beslissing van een democratisch verkozen vertegenwoordigend orgaan. Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat ook de fiscale controle een onderdeel vormt van het fiscaal legaliteitsbeginsel uit art. 170 G.W. 24, waardoor de regeling van de fiscale onderzoeksmachten door de wet moet gebeuren. Het is duidelijk dat de fiscale visitatie wettelijk werd geregeld 25. Het zal dan ook vooral op het vlak van de uitoefening van het fiscaal visitatierecht zijn dat het legaliteitsbeginsel een beperkende rol speelt. Het vereiste van een wettelijke grondslag van de fiscale onderzoeksmachten heeft immers tot gevolg dat zij als uitzonderlijke bevoegdheden moeten worden gecatalogeerd, aangezien de uitvoerende macht geen andere rechten heeft dan degene die haar werden toegekend 26. De bevoegdheden moeten derhalve beperkend worden geïnterpreteerd 27. Wanneer de administratie de draagwijdte van de haar toegekende onderzoeksmachten miskent, bezondigt zij zich aan machtsoverschrijding, hetgeen zonder meer tot de bewijsuitsluiting aanleiding geeft Het doelgebondenheidsbeginsel 19. Naast het legaliteitsbeginsel moet bij de uitoefening van een fiscale controle ook steeds rekening worden gehouden met het doelgebondenheidsbeginsel. Het doelgebondenheidsprincipe brengt met zich mee dat de administratie de haar toegekende onderzoeksbevoegdheden slechts kan aanwenden met het oog op de realisatie van de door de wetgever beoogde doelstelling M. MAUS, Ieder z n puupe en ieder z n toebak. Over legaliteit, doelgebondenheid en machtsafwending bij de fiscale controle (noot onder Antwerpen 14 maart 2006), TFR 2006, (676) M. MAUS, Ieder z n puupe en ieder z n toebak. Over legaliteit, doelgebondenheid en machtsafwending bij de fiscale controle (noot onder Antwerpen 14 maart 2006), TFR 2006, (676) Cass. 12 november 2009, F N, 25 Zie art. 319 WIB92, art. 63 WBTW. 26 A. MAST, J. DUJARDIN, M. VAN DAMME, J. VANDE LANOTTE, Overzicht van het Belgisch administratief recht, Mechelen, Kluwer, 2009, Antwerpen 21 september 1993, FJF 1994, 198; A. TIBERGHIEN, Inleiding tot het Belgisch fiscaal recht, Antwerpen, Kluwer, 1986, M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005, M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005,

19 Het doelgebondenheidsbeginsel houdt verband met het feit dat er in België verschillende fiscale administraties bestaan, die elk bevoegd zijn voor een afzonderlijke belasting. Het doelgebondenheidsbeginsel wil voorkomen dat de fiscale ambtenaren, die belast zijn met een onderzoek naar een welbepaalde belasting, hun onderzoeksbevoegdheden zouden aanwenden voor de controle van een andere belasting dan degene waarvoor zij bevoegd zijn. Toegepast op de fiscale visitatie, impliceert het doelgebondenheidsbeginsel dat het de fiscale administratie niet is toegelaten om naar aanleiding van een visitatie in het kader van de inkomstenbelasting een fiscaal onderzoek naar een andere belasting te voeren. Hetzelfde geldt uiteraard bij de uitoefening van een fiscale visitatie in het kader van de BTW. Wanneer de administratie haar onderzoeksbevoegdheden zou aanwenden voor een andere belastingwetgeving dan diegene waarvoor zij bevoegd is, is er sprake van machtsafwending, hetgeen tot de nietigheid van het fiscaal onderzoek aanleiding geeft 30. Uit het doelgebondenheidsprincipe vloeit voort dat de fiscus de belastingplichtige steeds moet informeren omtrent de belastingen die hij voornemens is te controleren. Hij zal ook de rechtsgrond moeten aangeven waarop hij zich baseert om de controle uit te voeren. Op die manier kan de belastingplichtige nagaan in hoeverre het doelgebondenheidsbeginsel door de fiscus wordt gerespecteerd Het spreekt vanzelf dat de doelgebondenheid de slagkracht van de fiscale administratie drastisch beperkt. Dit werd treffend geïllustreerd in een arrest van het Hof van Cassatie van 9 januari 1936, waarin werd geoordeeld dat het de administratie niet toegelaten was om naar aanleiding van een controle in het kader van de overdrachttaks een fiscaal onderzoek naar de registratierechten te voeren 32. De wetgever heeft hierop ingespeeld door te voorzien in een aantal uitzonderingen op het doelgebondenheidsbeginsel. Een eerste wettelijke uitzondering op het principe van de doelgebondenheid van de fiscale controle wordt gevormd door de regel van de universele aanwending van regelmatig verworven fiscale informatie. Deze regel laat de fiscale administratie toe om gebruik maken van informatie die door een andere fiscale administratie rechtmatig werd verkregen tijdens de controle van een specifieke belasting 33. Een tweede wettelijke uitzondering op het principe van de doelgebondenheid van de fiscale controle wordt gevormd door de regel van de subsidiaire 30 M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005, M. MAUS, Ieder z n puupe en ieder z n toebak. Over legaliteit, doelgebondenheid en machtsafwending bij de fiscale controle, TFR 2006, (676) M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005, M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005,

20 uitbreiding van het fiscaal onderzoek 34. Deze regel brengt met zich mee dat de fiscale administratie de onderzoeksbevoegdheden die haar werden toegekend met het oog op de controle van een welbepaalde belasting eveneens kan aanwenden voor de controle van andere belastingen 35. Afdeling III. De onderzoekstermijnen 21. De aangifte kan slechts gedurende een welbepaalde periode worden gecontroleerd. Dit betekent dat de fiscale visitatie slechts gedurende een welbepaalde termijn kan worden uitgeoefend. De beperking in de tijd van de fiscale visitatie komt de rechtszekerheid ten goede. De belastingplichtige verwerft immers de zekerheid dat hij na het verstrijken van een bepaalde periode niet meer zal worden verontrust door een onderzoekshandeling van de fiscale administratie De onderzoekstermijnen in de inkomstenbelasting A. De gewone onderzoekstermijn van drie jaar 22. Overeenkomstig art. 333, tweede lid WIB92 mag de fiscale visitatie zonder voorafgaande kennisgeving worden uitgeoefend gedurende het belastbaar tijdperk evenals binnen de termijnen bedoeld in art. 354, eerste lid WIB92. Dit impliceert dat de administratie op grond van art. 333 WIB92 in beginsel slechts gerechtigd is om een fiscale visitatie uit te oefenen gedurende het belastbaar tijdperk, en de daaropvolgende tijdspanne van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar. B. De aanvullende onderzoekstermijn van vier jaar in geval van aanwijzingen van fraude 23. De normale onderzoekstermijn kan met vier jaar worden verlengd wanneer er aanwijzingen van fraude zijn 37. Het volstaat dat de administratie over aanwijzingen van belastingontduiking beschikt. Dit is niet meer dan logisch. Indien de administratie op voorhand al het bewijs zou moeten leveren, zou het bijkomend onderzoek nog weinig zin hebben Zie art. 335 WIB M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005, M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005, Art. 333, derde lid WIB I. DE TROYER, L. VANDENBERGHE, Handboek fiscale procedure inkomstenbelastingen, Antwerpen, Intersentia, 2012,

21 Overeenkomstig art. 333, derde lid WIB kan de administratie haar onderzoeksbevoegdheden maar verlengen indien zij de belastingplichtige vooraf schriftelijk en op nauwkeurige wijze kennis heeft gegeven van de aanwijzingen inzake belastingontduiking waarover zij beschikt 39. Die voorafgaande kennisgeving is voorgeschreven op straffe van nietigheid van de aanslag. Daarenboven moet de voorafgaande kennisgeving uitdrukkelijk vermelden voor welke jaren de onderzoekstermijn verlengd wordt 40. Het is evenwel niet vereist dat de kennisgeving wordt gedaan voor het verstrijken van de gewone onderzoekstermijn van drie jaar. 2. De onderzoekstermijnen in de BTW 24. In tegenstelling tot het WIB92, bevat het WBTW geen termijnen gedurende dewelke de onderzoeksverrichtingen kunnen worden gesteld. De onderzoeksbevoegdheden worden in de praktijk slechts beperkt door het verloop van de verjaringstermijnen 41. Bijgevolg beschikt de administratie steeds over een onderzoekstermijn van 7 jaar. Niettemin bepaalt art. 84ter WBTW dat, wanneer de administratie gebruik wenst te maken van de zevenjarige verjaringstermijn in geval van fraude 42, zij de betrokkene voorafgaandelijk schriftelijk en nauwkeurig kennis moet geven van de vermoedens van belastingontduiking die tegen hem bestaan in de betreffende periode, en dit op straffe van nietigheid van de rechtzetting. Het is echter onduidelijk of deze verplichting ook moet worden nageleefd wanneer de administratie voornemens is om onderzoekshandelingen met betrekking tot frauduleuze verrichtingen te doen 43. Afdeling IV. Het territorialiteitsbeginsel 25. Het territorialiteitsprincipe creëert een ruimtelijke beperking van de fiscale visitatie. Vermits de fiscale normerende bevoegdheid beperkt is tot het grondgebied van de Staat 44, is ook de executiebevoegdheid strikt territoriaal begrensd 45. De executiebevoegdheid van de Staat kan 39 I. DE TROYER, L. VANDENBERGHE, Handboek fiscale procedure inkomstenbelastingen, Antwerpen, Intersentia, 2012, I. DE TROYER, L. VANDENBERGHE, Handboek fiscale procedure inkomstenbelastingen, Antwerpen, Intersentia, 2012, P. WILLE, M. GOVERS, BTW-praktijkboek, Mechelen, Kluwer, 2009, art. 81bis, 1, tweede lid, 4 WBTW 43 M. DE JONCKHEERE, M. DELANOTE, M. MAUS, E. VAN DOOREN, De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 2012, J. LAGAE, I. BEHAEGHE, internationale samenwerking tussen fiscale administraties in M. STORME, S. VAN CROMBRUGGE, Actuele Problemen van Fiscaal Recht, Antwerpen, Kluwer, 1989, 287; A. TIBERGHIEN, Inleiding tot het Belgisch fiscaal recht, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1986, 136; S. VAN CROMBRUGGE, De grondregels van het Belgisch Fiscaal Recht, Kalmthout, Biblo, 2011, A. TIBERGHIEN, Inleiding tot het Belgisch fiscaal recht, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1986, 136; M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005,

22 immers nooit verder reiken dan de situaties waarin de Staat een normerende bevoegdheid heeft 46. HINNEKENS verwoordt dit treffend als volgt: Soeverein op eigen jachtdomein, wordt hij [de Staat] evenwel aangemerkt als wildstroper als hij gaat jagen op dat van zijn buurman en even grote jager, of als hij er nog maar zijn wild gaat ophalen dat hij heeft neergeschoten vanop zijn eigen jachtterrein. 47 De administratie kan haar onderzoeksbevoegdheden, die een onderdeel vormen van deze executiebevoegdheid, derhalve enkel aanwenden op het Belgische grondgebied. Omgekeerd geldt ook dat een buitenlandse fiscale administratie geen onderzoeksmachten heeft op het Belgische grondgebied 48. Een en ander heeft tot gevolg dat de Belgische fiscus geen fiscale visitatie kan uitvoeren op het grondgebied van een andere Staat Het hoeft geen uitgebreid betoog dat het territorialiteitsprincipe een ernstige inperking vormt voor een gedegen fiscale controle, gelet op de toenemende internationalisering. Om hieraan tegemoet te komen, werd er op internationaal vlak een systeem van internationale fiscale samenwerking in het leven geroepen 50. Afdeling V. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur 27. Tot slot beperken ook de algemene beginselen van behoorlijk bestuur de slagkracht van de fiscale administratie. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn algemene rechtsbeginselen, i.e. beginselen waaromtrent een algemeen gedeelde rechtsopvatting bestaat dat zij fundamenteel zijn voor onze huidige samenleving, en die daarom rechtsregels moeten zijn 51. Zij moeten worden opgevat als criteria waaraan behoorlijk discretionair overheidshandelen moet beantwoorden en kan worden getoetst. In het fiscaal recht spelen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur slechts een beperkte rol. Het grondwettelijk legaliteitsbeginsel laat immers weinig ruimte voor discretionair overheidsoptreden. Dit verhindert nochtans niet dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zullen moeten worden nageleefd wanneer de administratie in haar verhouding tot de belastingplichtige 46 J. LAGAE, I. BEHAEGHE, internationale samenwerking tussen fiscale administraties in M. STORME, S. VAN CROMBRUGGE Actuele Problemen van Fiscaal Recht, Antwerpen, Kluwer, 1989, 289; M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005, L. HINNEKENS, Fiscale executiejurisdictie, RW , M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005, M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005, Zie uitgebreid M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, M. DE JONCKHEERE, M. DELANOTE, M. MAUS, E. VAN DOOREN, De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 2012, 3. 22

23 over een vrijheid van handelen beschikt. Het Hof van Cassatie en andere hogere rechtscolleges hebben dit al meermaals bevestigd Specifiek op het vlak van fiscale controle spelen voornamelijk het fairplay-beginsel, het verbod van machtsafwending en het zorgvuldigheidsbeginsel een rol 53. Het fairplay-beginsel houdt in dat het bestuur zich niet van onfatsoenlijke middelen mag bedienen om de burger te hinderen in het verkrijgen van zijn rechten. Een voorbeeld van de miskenning van dit beginsel betrof het volgende geval. De administratie der directe belastingen had een verrekijkeroperatie toegepast om de aard en de belangrijkheid van de werkzaamheden van de belastingplichtige te achterhalen. Hoewel dergelijke observaties op zich aanvaardbaar zijn in het licht van art. 319 WIB92, oordeelde het hof van beroep te Gent dat het fairplay-beginsel werd geschonden, nu de administratie drie jaar had gewacht om het verslag van de observatie over te maken aan de belastingplichtige 54. Het verbod van machtsafwending op zijn beurt houdt in dat de administratie geen andere onderzoeksmachten heeft dan degene die de wet haar heeft toegekend. Zij mag deze bevoegdheden daarenboven niet gebruiken voor andere doeleinden dan deze waarvoor die machten daadwerkelijk bedoeld zijn. Dit werd hoger reeds uiteengezet 55. Het zorgvuldigheidsbeginsel zal er onder meer toe leiden dat de fiscale visitatie niet tot gevolg mag hebben dat de belastingplichtige op enigerlei wijze wordt belemmerd in de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheid De naleving van de beginselen van behoorlijk bestuur is een substantiële vereiste voor de rechtsgeldigheid van de administratieve rechtshandelingen van het fiscaal bestuur. Miskenning van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft de nietigheid van de administratieve rechtshandeling tot gevolg hebben M. DE JONCKHEERE, M. DELANOTE, M. MAUS, E. VAN DOOREN, De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 2012, Zie M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005, Gent 2 mei 2006, Fiscoloog 2011, nr. 1041, Supra nr Com.IB 92, 319/3. 57 M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005,

24 Hoofdstuk 2. Onderzoek naar de draagwijdte van art. 319 WIB92 Afdeling I. Algemeen 30. Op vandaag luidt art. 319 WIB92 als volgt: Natuurlijke of rechtspersonen zijn gehouden aan de ambtenaren van de administratie der directe belastingen, voorzien van hun aanstellingsbewijs en belast met het verrichten van een controle of een onderzoek betreffende de toepassing van de inkomstenbelastingen, tijdens de uren dat er een werkzaamheid wordt uitgeoefend, vrije toegang te verlenen tot de beroepslokalen of de lokalen waar rechtspersonen hun werkzaamheden uitoefenen, zoals kantoren, fabrieken, werkplaatsen, werkhuizen, magazijnen, bergplaatsen, garages of tot hun terreinen welke als werkplaats, werkhuis of opslagplaats van voorraden dienst doen, ten einde aan die ambtenaren enerzijds de mogelijkheid te verschaffen de aard en de belangrijkheid van de bedoelde werkzaamheden vast te stellen en het bestaan, de aard en de hoeveelheid na te zien van de voorraden en voorwerpen van alle aard welke die personen er bezitten of er uit enigen hoofde onder zich hebben, met inbegrip van de installaties en het rollend materieel en anderzijds de bovenbedoelde ambtenaren in staat te stellen om alle boeken en bescheiden die zich in de voornoemde lokalen bevinden, te onderzoeken. De ambtenaren van de administratie der directe belastingen, voorzien van hun aanstellingsbrief, mogen, wanneer zij met dezelfde taak belast zijn, vrije toegang eisen tot alle andere lokalen, gebouwen, werkplaatsen of terreinen die niet bedoeld zijn in het eerste lid en waar werkzaamheden verricht of vermoedelijk verricht worden. Tot particuliere woningen of bewoonde lokalen hebben zij evenwel alleen toegang tussen vijf uur 's morgens en negen uur 's avonds en met machtiging van de rechter in de politierechtbank. De voormelde ambtenaren, voorzien van hun aanstellingsbewijs, mogen door middel van de gebruikte uitrusting en met de bijstand van de personen als vermeld in artikel 315bis, derde lid, de betrouwbaarheid nagaan van de geïnformatiseerde inlichtingen, gegevens en bewerkingen, door inzonderheid de voorlegging ter inzage te vorderen van stukken die in het bijzonder zijn opgesteld om de op informatiedragers geplaatste gegevens om te zetten in een leesbare en verstaanbare vorm. 24

25 Afdeling II. Personele draagwijdte 31. Op grond van art. 319 WIB92 kan de fiscale visitatie worden uitgevoerd bij alle natuurlijke en rechtspersonen die beroepslokalen en andere lokalen aanwenden om er hun werkzaamheden te ontplooien. In het verleden is de vraag gerezen of een fiscale visitatie ook kon worden toegepast om na te gaan of een persoon al dan niet aan één van de inkomstenbelastingen onderworpen was. Hierover bestonden uiteenlopende strekkingen. Sommige auteurs 58 waren van oordeel dat het betredingsrecht enkel gold ten aanzien van belastingplichtigen in de inkomstenbelasting, met uitzondering van de aan de rechtspersonenbelasting onderworpen subjecten. Deze zienswijze was wellicht gebaseerd op een letterlijke interpretatie van de wet, op grond waarvan de ambtenaren van de administratie der directe belastingen enkel een controle of een onderzoek konden verrichten betreffende de toepassing van de personenbelasting, van de vennootschapsbelasting of van de belasting van niet-inwoners. Andere auteurs 59 meenden daarentegen dat er op het vlak van het subject geen link moest worden gemaakt met de onderworpenheid aan de inkomstenbelasting. Anders dan bij het boekenonderzoek 60 en de vraag om inlichtingen 61, kon de visitatie volgens hen ook worden toegepast om na te gaan of een persoon al dan niet belastingplichtig is in de inkomstenbelasting. De wet van 19 mei 2010 houdende diverse en fiscale bepalingen 62 heeft deze discussie beslecht in het voordeel van de tweede strekking. Voortaan bepaalt art. 319 WIB92 dat de administratie een recht van vrije toegang heeft wanneer zij belast is met het verrichten van een controle of een onderzoek betreffende de toepassing van de inkomstenbelasting. Er dient te worden opgemerkt dat ook loontrekkenden het voorwerp kunnen uitmaken van een fiscale visitatie. Dit zal het geval zijn wanneer een belastingplichtige de aftrek van uitgaven aangaande zijn woning vraagt wegens beroepsredenen. Indien de belastingplichtige in dergelijk 58 C. AMAND, De onderzoeksmachten van de fiscus, Brussel, Ced. Samsom, 1989, 37; D. BRACKE, Het onderzoek bij de belastingplichtige inzake inkomstenbelastingen in S. VAN CROMBRUGGE (ed.), Gentse Geschriften. De fiscale controle, Kalmthout, Biblo, 1993, 32; A. COOLS, De toegang tot beroepslokalen van de fiscus: een kritische blik, Flashberichten fiscaal compendium 2004, (21) 22; J. PIETERS, Is de fiscus bevoegd tot huiszoeking? (noot onder Cass. 16 december 2003), AFT 2004, (26) 27; A. SPRUYT, De rechten van onderzoek van de fiscus terzake inkomstenbelastingen in M. STORME, S. VAN CROMBRUGGE (eds.), Actuele Problemen van Fiscaal Recht, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, 1989, M. MAUS, Hoort wie klopt daar kinderen Een onderzoek naar de draagwijdte van het fiscaal visitatierecht in de inkomstenbelastingen, AFT 2006, (37) Zie art. 315 WIB Zie art. 316 WIB BS 28 mei

26 geval weigert toegang te verlenen tot de woning kan dit tot gevolg hebben dat het beroepsmatig karakter van die uitgaven niet afdoende wordt aangetoond 63. Afdeling III. Inhoudelijke draagwijdte 32. Wat betreft de concrete inhoud van art. 319 WIB92, moet worden vastgesteld dat de inhoudelijke draagwijdte van dit artikel doorheen een aantal wetgevende hervormingen steeds ruimer is geworden. Het fiscaal visitatierecht zag voor het eerst het daglicht met art. 59 van de wet van 20 november 1962 houdende hervorming van de Inkomstenbelastingen 64. Met de invoering van dit artikel wou de wetgever aan de fiscale administratie de mogelijkheid geven zich een beeld te vormen van de belangrijkheid van de activiteit van de belastingplichtige, zijn voorraad grondstoffen, zijn gebruikte productie- en vervoermiddelen, enz. 65. De wetgever baseerde zich hierbij op de soortgelijke bevoegdheid waarover de collegae in het kader van de Douane en Accijnzen en in het kader van de belasting op de met het Zegel gelijkgestelde taksen reeds beschikten 66. Het valt op dat het visitatierecht in de beginfase zeer beperkt was 67. De fiscus kon enkel de bedrijfslokalen (zoals fabrieken, werkplaatsen, werkhuizen en magazijnen, bergplaatsen, garages of terreinen welke als werkplaats, werkhuis of opslagplaats van koopwaar dienst doen) van de belastingplichtige bezoeken, en dit tijdens de normale werkuren. Bovendien kon de visitatie slechts worden aangewend met het oog op de vaststelling van de werkzaamheden, het nazicht van de aard en de hoeveelheid koopwaar en de voorwerpen van alle aard met inbegrip van de productiemiddelen. Ingevolge art. 35 van de Wet van 22 december 1977 betreffende de budgettaire voorstellen werd het visitatierecht voor een eerste keer uitgebreid. Dit artikel voorzag in een temporele uitbreiding. De wetgever had immers geconstateerd dat het deel van de beroepsactiviteit, waarvan de belastingplichtige het resultaat wou verbergen, gewoonlijk buiten de normale werkuren werd 63 Vr. en Antw. Kamer , 8 februari 2010, 547 (Vr. nr. 7 D. VIJNCK). 64 BS 1 december Memorie van toelichting bij het wetsontwerp houdende hervorming van de inkomstenbelastingen, Parl.St. Kamer , nr. 264/1, Memorie van toelichting bij het wetsontwerp houdende hervorming van de inkomstenbelastingen, Parl.St. Kamer , nr. 264/1, M. MAUS, De fiscale controle, Brugge, Die Keure, 2005, BS 24 december

De draagwijdte van het fiscaal visitatierecht

De draagwijdte van het fiscaal visitatierecht De draagwijdte van het fiscaal visitatierecht 1 Wettelijke grondslag Art. 319 WIB92 Natuurlijke of rechtspersonen zijn gehouden aan de ambtenaren van de administratie der directe belastingen, voorzien

Nadere informatie

UA Tiberghien Belastingconferentie 15 oktober 2013 CASUS 3 DE DRAAGWIJDTE VAN DE FISCALE VISITATIE ANNO 2013, ONDUIDELIJKHEID TROEF.

UA Tiberghien Belastingconferentie 15 oktober 2013 CASUS 3 DE DRAAGWIJDTE VAN DE FISCALE VISITATIE ANNO 2013, ONDUIDELIJKHEID TROEF. CASUS 3 DE DRAAGWIJDTE VAN DE FISCALE VISITATIE ANNO 2013, ONDUIDELIJKHEID TROEF 11u00 11u45 VOORZITTER: Prof. dr. Bruno Peeters, UAntwerpen PANELLEDEN: Dhr. Albert Bouwen, Diensthoofd Informaticacel,

Nadere informatie

VISITATIERECHT OF HUISZOEKING: BEGRENZING VAN DE ONDERZOEKSBEVOEGDHEDEN VAN DE FISCUS

VISITATIERECHT OF HUISZOEKING: BEGRENZING VAN DE ONDERZOEKSBEVOEGDHEDEN VAN DE FISCUS UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2013 2014 VISITATIERECHT OF HUISZOEKING: BEGRENZING VAN DE ONDERZOEKSBEVOEGDHEDEN VAN DE FISCUS Masterproef voorgedragen tot het bekomen

Nadere informatie

HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW

HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW Fiscale Handboeken HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW 2013 Prof. Dr. Luk Vandenberghe (Universiteit Antwerpen) Antwerpen Cambridge Handboek fiscale procedure btw Luk Vandenberghe

Nadere informatie

HET RECHT VAN TOEGANG TOT DE BEROEPSLOKALEN IN INKOMSTENBELASTINGEN EN BTW

HET RECHT VAN TOEGANG TOT DE BEROEPSLOKALEN IN INKOMSTENBELASTINGEN EN BTW HET RECHT VAN TOEGANG TOT DE BEROEPSLOKALEN IN INKOMSTENBELASTINGEN EN BTW Aantal woorden: 23 547 Janice Galle Stamnummer : 01404799 Promotor: Prof. dr. A. Doolaege Co-promotor: Prof. dr. L. De Meyere

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

FISCALE VISITATIE VERSUS HUISZOEKING: BEGRENZING EN GEVOLGEN

FISCALE VISITATIE VERSUS HUISZOEKING: BEGRENZING EN GEVOLGEN UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 2016 FISCALE VISITATIE VERSUS HUISZOEKING: BEGRENZING EN GEVOLGEN Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord...v DEEL 1. AANGIFTE EN CONTROLE. Inleiding...3. Hoofdstuk 2. De aangifte als grondslag voor de btw-heffing...5

Inhoud. Voorwoord...v DEEL 1. AANGIFTE EN CONTROLE. Inleiding...3. Hoofdstuk 2. De aangifte als grondslag voor de btw-heffing...5 Voorwoord...v DEEL 1. AANGIFTE EN CONTROLE Inleiding...3 De aangifte als grondslag voor de btw-heffing...5 Controle en onderzoek... 11 1. Onderzoeksbevoegdheden... 11 A. Onderzoek van de boekhouding...

Nadere informatie

Valse facturen: voldoende aanwijzing van fraude of niet?

Valse facturen: voldoende aanwijzing van fraude of niet? Valse facturen: voldoende aanwijzing van fraude of niet? Onderzoek en controle Fiscale Actualiteit nr. 2017/10, pag. 1-5 De fiscus is gebonden aan strikte onderzoekstermijnen. Als de administratie onderzoek

Nadere informatie

De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen

De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen Hoofdstuk 9 De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen 9.1 Aangifteverplichting Belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de P.B., de Ven. B., de R.P.B. en de meeste B.N.I.'ers zijn

Nadere informatie

Fiscale controle. Termijn

Fiscale controle. Termijn Fiscale controle Over welke periode u nog gecontroleerd kan worden door de fiscus, hoe is het verloop van een fiscale controle, hoe wordt deze beëindigd, wat zijn uw rechten, maar ook uw plichten, u leest

Nadere informatie

REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT

REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN EN NAAR HET VERMOGEN Artikel 1 Wettelijke grondslag

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2011 F.10.0050.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0050.N W. H., eiser, met als raadsman mr. Michel Maus, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8000 Brugge, Leopold II-laan

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Eubelius Client Alert www.eubelius.com Onderwerp Nieuwe Programmawet gericht op betere inning van belastingen en fraudebestrijding. Nieuwe fiscale maatregelen in 2009 Datum 12 januari 2009 Copyright

Nadere informatie

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I Mr. Martin Denys & Mr. John Toury Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en

Nadere informatie

Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Wijze van conflictoplossing / -benadering

Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Wijze van conflictoplossing / -benadering Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Federale Overheidsdienst FINANCIEN Geert Callaert Fiscaal Bemiddelaar International Fiscal Association Brussel

Nadere informatie

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse. SCSZ/06/083 1 BERAADSLAGING NR. 06/042 VAN 16 MEI 2006 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID EN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID VAN DE PROVINCIALE

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen.

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. Gelet op de grondwet, de artikelen 1, 33, 35, 39 en 134; Gelet

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Bibliografie 1

INHOUDSTAFEL. Bibliografie 1 Bibliografie 1 Titel I. De aangifte en haar controle De aanslag en de aanslagtermijnen 3 Hoofdstuk 1. De aangifte inzake directe belastingen en B.T.W. 5 1. Directe belastingen 5 1.1. Vormvereisten van

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 116/2017 van 12 oktober 2017 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 116/2017 van 12 oktober 2017 A R R E S T Rolnummer 6503 Arrest nr. 116/2017 van 12 oktober 2017 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 319, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en artikel 63, eerste

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 februari 2016 ADVIES 2016-07 met betrekking tot de weigering om toegang te geven tot het volledige

Nadere informatie

Wetgeving. De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art. 116-131)

Wetgeving. De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art. 116-131) Didier Reynders, Vice-premier Ministre et Ministre des Finances Vice-eersteminister en Minister van Financiën Wetgeving De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art.

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! EXTERNE PUBLICATIES // 18.07.2015 Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! Auteurs: Stijn Lamote, Anouck Sandra Meerwaarden verwezenlijkt door

Nadere informatie

BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties.

BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties. ADVIES Nr 29 / 1997 van 5 november 1997 O. Ref. : 10 / A / 1997 / 014 BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties. De Commissie voor

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

Inhoudstafel. Deel I. DIRECTE BELASTINGEN 11

Inhoudstafel. Deel I. DIRECTE BELASTINGEN 11 Inhoudstafel Deel I. DIRECTE BELASTINGEN 11 Titel 1. De aangifte 13 Hoofdstuk 1. Doel van de aangifte en te vermelden gegevens 13 Hoofdstuk 2. De aangifteplichtigen 15 Afdeling 1. Principe 15 Afdeling

Nadere informatie

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121 Hoofdstuk 2 De misdrijven 63 152. In het fiscaal strafonderzoek gelden de gebruikelijke regels van het strafprocesrecht. De fiscus en het strafrechtelijk opsporingsapparaat opereren apart en zoals hierna

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Samenvatting : Deze circulaire beschrijft het mechanisme dat de woonstaat hanteert

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. TOELICHTING De kaaimantaks is een doorkijkbelasting in de personen- en de rechtspersonenbelasting waarbij inkomsten ontvangen door een juridische

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar 2012-2013

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar 2012-2013 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 FISCALE CONTROLE EN BEROEPSGEHEIM Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Stijn Plas (studentennr. 00801130)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 SEPTEMBER 2011 F.10.0119.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0119.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, tegen 1. G. M. en 2. M. G. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is

Nadere informatie

HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW

HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW Fiscale Handboeken HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW 2016 Prof. Dr. Ilse De Troyer (Universiteit Antwerpen, Faculteit Rechten; KU Leuven campus Brussel, Faculteit Economie en

Nadere informatie

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD, GEMEENTE GRIMBERGEN. Y484.01A UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 21 JANUARI 2009 ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf 2009.

Nadere informatie

Afdeling 24. Kosten eigen aan de werkgever

Afdeling 24. Kosten eigen aan de werkgever BEROEPSKOSTEN 61 4. BTW Volgens het Europese Hof van Justitie is factoring een dienstprestatie die uitgesloten is van de BTW-vrijstellingen voor financiële diensten: factoring is onderworpen aan BTW ongeacht

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 28 september 2015 ADVIES 2015-70 over de weigering om toegang te geven tot een geregistreerd huurcontract

Nadere informatie

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW Kris Heyrman TITEL VAN DE CONFERENTIE Advocaat-vennoot Dubois, Verlinden, Wauman Berkenlaan 45, 2610 Antwerpen Voornaam & Naam van de spreker tel:03.287.06.66

Nadere informatie

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 (AAFisc Nr. 30/2013) dd. 22.07.2013 Berekening van de Ven.B Rechtspersonenbelasting Berekening van de RPB Afzonderlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JUNI 2015 F.13.0146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0146.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21 xi Voorwoord bij de Reeks Grondslagen van het Fiscaal Recht. i Préface à la Collection Fondements de Droit Fiscal iii Woord vooraf v Avant-propos vii Dankwoord ix Afkortingen 1 Deel I Inleiding 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2014 F.13.0059.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0059.N STAD GENT, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 9000 Gent, Botermarkt 1, eiseres,

Nadere informatie

HET FISCAAL VISITATIERECHT VERSUS HET HUISZOEKINGSRECHT

HET FISCAAL VISITATIERECHT VERSUS HET HUISZOEKINGSRECHT HET FISCAAL VISITATIERECHT VERSUS HET HUISZOEKINGSRECHT Isabelle Van Langenhove Studentennummer: 01101960 Promotor: Prof. dr. Mark Delanote Commissaris: Dr. Sylvie De Raedt Masterproef voorgelegd voor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 JANUARI 2014 F.12.0197.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0197.F C. E., Mr. Xavier Thiébaut, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

Visitatierecht fiscus: beperkingen

Visitatierecht fiscus: beperkingen UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2013 2014 Visitatierecht fiscus: beperkingen Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen

Nadere informatie

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15 AFDELING I DE VASTSTELLING VAN HET BELEID TER BESTRIJDING VAN SOCIALE FRAUDE 1 1. Inleiding 1 2. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst 2 3. Arrondissementscellen 6 3.1. Samenstelling van de arrondissementscellen

Nadere informatie

Politiek compromis over getrapt systeem fiscaal bankgeheim

Politiek compromis over getrapt systeem fiscaal bankgeheim Fiscoloog 2011, afl. 1241, 3-6 9 maart 2011 Auteur: Filip Smet, advocaat Politiek compromis over getrapt systeem fiscaal bankgeheim Vorige week werd in de Commissie Financiën een compromis bereikt tussen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 MAART 2014 F.13.0007.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0007.F STAD LA LOUVIÈRE, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën http://minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/586.459 (AOIF 43/2007). Aftrek voor enige woning. Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. Kapitaalaflossing

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 NOVEMBER 2013 F.12.0204.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0204.N 1. F., 2. E., eisers, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000 Leuven,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 SEPTEMBER 2007 F.06.0035.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.06.0035.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen GROUPE SUCRIER,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 DECEMBER 2015 F.14.0073.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0073.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.378/3 van 31 oktober 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering

Nadere informatie

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014 GEMEENTE UKKEL Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014 De raad, Gelet op artikel 117 van de nieuwe

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 APRIL 2013 F.11.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0142.F N. D., Mr. Marc Levaux, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België F.11.0114.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0106.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, tegen LA CHARMILLE vzw, Mr. Hugues Michel, advocaat bij de balie van Charleroi. Nr. F.11.0114.F

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

Worden EBA-attesten ook door de AOIF geverifiëerd?

Worden EBA-attesten ook door de AOIF geverifiëerd? Worden EBA-attesten ook door de AOIF geverifiëerd? Auteur(s): Gerd D. Goyvaerts Editie: 1203 p. 9 Publicatiedatum: 28 april 2010 Zoals vorige week gesignaleerd, heeft de Administratie een omstandige circulaire

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 MEI 2016 F.14.0154.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0154.N 1. R. C., 2. S F, eisers, met als raadsman mr. Guy Poppe, advocaat bij de balie te Antwerpen, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T Rolnummer 4100 Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 12, 1, en 253 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.465/1 van 12 juli 2016 over een voorontwerp van decreet houdende instemming met 1 het aanvullende akkoord, gesloten te Straatsburg op 3 december 1974 tussen

Nadere informatie

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 Federale Overheidsdienst Brussel, 31 maart 2010 FINANCIEN ----------------------------------------- Personenbelasting. Administratie van de ondernemings- Bijzondere bijdrage

Nadere informatie

eisers tot cassatie van een arrest, op 25 november 1997 gewezen vertegenwoordigd door mr. Francis Marck, advocaat bij de balie

eisers tot cassatie van een arrest, op 25 november 1997 gewezen vertegenwoordigd door mr. Francis Marck, advocaat bij de balie 16 JUNI 2000 F.98.0029.N/1 F.98.0029.N 1. V. H., en zijn echtgenote, 2. B.A., eisers tot cassatie van een arrest, op 25 november 1997 gewezen door het Hof van Beroep te Antwerpen, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Deeleconomie: de btw-aspecten

Deeleconomie: de btw-aspecten Newsflash Deeleconomie: de btw-aspecten Eerder bespraken we al het nieuwe regime in de inkomstenbelasting voor inkomsten uit de deeleconomie. Activiteiten ontplooien in de deeleconomie heeft echter ook

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 september 2003 F.02.0037.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.02.0037.F.- GEMEENTE HERSTAL, Mr. Daniel Libin, advocaat bij de balie te Luik, tegen SPECTACLE, naamloze vennootschap, Mr. Jacques

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Uitvoering van overheidsopdrachten van werken

Uitvoering van overheidsopdrachten van werken 111 Uitvoering van overheidsopdrachten van werken Kennismaking met de algemene uitvoeringsregels en de algemene aannemingsvoorwaarden en duiding van de belangrijkste verschillen met het gemeen aannemingsrecht

Nadere informatie

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /1 van 6 december over

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /1 van 6 december over Hom: To :0025526701 20/12/2012 15:07 #294 P.002/006 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 52.382/1 van 6 december 2012 over een voorontwerp van decreet 'houdende instemming met 1 de overeenkomst tussen

Nadere informatie

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde.

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde. Page 1 of 5 Home > Circulaire AAFisc Nr. 22/2016 (nr. Ci.704.681) dd. 29.06.2016 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Circulaire

Nadere informatie

Een verkenning van de grondslagen van het ne bis in idem beginsel in het Belgisch belastingrecht

Een verkenning van de grondslagen van het ne bis in idem beginsel in het Belgisch belastingrecht Een verkenning van de van het ne bis in idem beginsel in het Belgisch belastingrecht Prof. dr. Anne Van de Vijver 17 november 2015 Overzicht Inleiding - Probleemstelling: dubbele belasting - Rechtstheoretisch

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Voorontwerp van decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van... tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. MEMORIE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JANUARI 2015 P.14.0564.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0564.N inverdenkinggestelde, eiseres, met als raadsman mr. toor te kiest,. _ advocaat bij de balie te Gent, met kan - waar de eiseres

Nadere informatie

Persoonlijke kopie van () HANDBOEK FISCALE PROCEDURE INKOMSTENBELASTINGEN

Persoonlijke kopie van () HANDBOEK FISCALE PROCEDURE INKOMSTENBELASTINGEN HANDBOEK FISCALE PROCEDURE INKOMSTENBELASTINGEN Fiscale Handboeken HANDBOEK FISCALE PROCEDURE INKOMSTENBELASTINGEN 2018 Prof. Dr. Ilse De Troyer (Universiteit Antwerpen, Faculteit Rechten; KU Leuven campus

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 F.14.0007.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0007.F 1. J. B. en 2. M. D., Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën,

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

1. Wanneer mag uw controleur onverwachts langskomen?

1. Wanneer mag uw controleur onverwachts langskomen? 1. Wanneer mag uw controleur onverwachts langskomen? 1.1. MAG UW CONTROLEUR EIGENLIJK WEL ONVERWACHTS LANGSKOMEN? Noch inzake de directe belastingen, noch inzake de btw bestaat er een bepaling die de controleambtenaren

Nadere informatie

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar. Beslissing BTW nr. E.T.119.318 dd. 28.10.2010 Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari 2011. Eerste commentaar. 1. Inleiding Ingevolge de wijzigingen van het Btw-Wetboek

Nadere informatie

Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht'

Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht' Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht' Bart Vereecke redacteur MoneyTalk en Trends 14/04/18 om 13:40 - Bijgewerkt op 15/04/18 om 00:57 Het Europees Hof van

Nadere informatie

H o o f d s t u k I. Algemeen. Afdeling 1. Situering van de problematiek inzake fiscale antimisbruikbepalingen bij de overdracht van ondernemingen

H o o f d s t u k I. Algemeen. Afdeling 1. Situering van de problematiek inzake fiscale antimisbruikbepalingen bij de overdracht van ondernemingen 1 H o o f d s t u k I Algemeen Afdeling 1 Situering van de problematiek inzake fiscale antimisbruikbepalingen bij de overdracht van ondernemingen Een vraag die de laatste jaren steeds meer gesteld wordt

Nadere informatie

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Besluit 22-06-2006 nr CPP2006-1404 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Sector Ontwerp. Aspectgebied Internationaal belastingrecht

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Academiejaar 2009-2010 samenvatting syllabus - Jeroen De Mets 1

Inkomstenbelasting. Academiejaar 2009-2010 samenvatting syllabus - Jeroen De Mets 1 Inkomstenbelasting Academiejaar 2009-2010 samenvatting syllabus - Jeroen De Mets 1 1. Inleiding A. Begrippen Definitie fiscaal recht 1 Algemeen begrip van de belasting Definitie Cassatie (+gemeenschappen/gewesten)

Nadere informatie

Aanslagtermijnen in de inkomstenbelastingen

Aanslagtermijnen in de inkomstenbelastingen Aanslagtermijnen in de inkomstenbelastingen Marc WAUMAN Advocaat Aanslagtermijn Begrip - periode waarin de belastingadministratie rechtsgeldig een aanslag mag vestigen - hierbuiten: verjaring Soorten:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 DECEMBER 2015 F.14.0020.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0020.N UVEDA nv, met zetel te 2140 Antwerpen (Borgerhout), Eliaertsstraat 25, eiseres, met als raadsman mr. Dirk Coudijzer, advocaat

Nadere informatie

Betreft: Voorontwerp van wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen (CO-A )

Betreft: Voorontwerp van wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen (CO-A ) 1/5 Advies nr. 165/2018 van 19 december 2018 Betreft: Voorontwerp van wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen (CO-A-2018-140) De Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna

Nadere informatie

FORMALITEITEN INDIENING BTW-LISTING ADVOCATEN BEROEPSGE- HEIM GELIJKHEIDSBEGINSEL Rechtspraak

FORMALITEITEN INDIENING BTW-LISTING ADVOCATEN BEROEPSGE- HEIM GELIJKHEIDSBEGINSEL Rechtspraak BTW FORMALITEITEN INDIENING BTW-LISTING ADVOCATEN BEROEPSGE- HEIM GELIJKHEIDSBEGINSEL Rechtspraak De feiten Artikel 60 van de wet van 30 juli 2013 heeft, met ingang van 1 januari 2014, de vroegere btw-vrijstelling

Nadere informatie

Reglement. Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële. Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015

Reglement. Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële. Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015 Reglement Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële rechtspersonen Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015 Bekendgemaakt op www.maldegem.be op 28 oktober 2015 Argumentatie Niet-commerciële

Nadere informatie

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke e autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 02 / 2004 van 15 maart 2004

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 02 / 2004 van 15 maart 2004 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hallepoortlaan 5-8, B-1060 Brussel Tel. : +32(0)2/542.72.00 Email : commission@privacy.fgov.be Fax.: : +32(0)2/542.72.12 http://www.privacy.fgov.be/ COMMISSIE VOOR DE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 OKTOBER 2013 F.11.0108.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0108.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, algemene administratie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 OKTOBER 2004 F.02.0016.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.02.0016.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, wiens kabinet gevestigd is te 1000 Brussel, Wetstraat 14,

Nadere informatie