Wet van 7 juli 1993, houdende herziening van de Wet rijonderricht motorrijtuigen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wet van 7 juli 1993, houdende herziening van de Wet rijonderricht motorrijtuigen"

Transcriptie

1 Wet van 7 juli 1993, houdende herziening van de Wet rijonderricht motorrijtuigen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels inzake de bevoegdheid tot het geven van onderricht in het besturen van motorrijtuigen te herzien; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Hoofdstuk I. Begripsbepalingen Artikel 1 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994, niet zijnde een brommobiel; brommobiel: bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een carrosserie; bijscholing: rijonderricht na de eerste afgifte van een certificaat als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, gericht op het hernieuwd verkrijgen van een certificaat als in dat onderdeel bedoeld; instituut: instituut, bedoeld in artikel 2; motorrijtuigcategorie: categorie van motorrijtuigen vastgesteld op grond van artikel 118, tweede lid, van de Wegenverkeerswet; motorrijtuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994; Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu; richtlijn rijbewijzen: de bij ministeriële regeling aangewezen richtlijn; rijbewijs: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994; rijonderricht: onderricht, gericht op het bijbrengen, behouden of verbeteren van de rijvaardigheid of geschiktheid om aan het verkeer deel te nemen als bestuurder van een motorrijtuig, waarvoor een rijbewijs is vereist; scholing alcoholslotprogramma: individueel of groepsgewijs onderricht gericht op de bevordering van de geschiktheid in het kader van het alcoholslotprogramma, bedoeld in artikel 132b, van de Wegenverkeerswet 1994; scholing educatieve maatregel: onderricht gericht op de bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid in het kader van een door het CBR krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aan betrokkenen opgelegde verplichting zich te onderwerpen aan educatieve maatregelen; stage: na het examen te volgen rijonderricht gericht op het verkrijgen van een certificaat als bedoeld in artikel 13, onderdeel a; toets: proef ter beoordeling van de vakbekwaamheid van rijinstructeurs. Hoofdstuk II. Het instituut Artikel 2 1. Onze Minister wijst een instituut aan dat is belast met: a. het afnemen van het examen rijinstructeur, met uitzondering van de examens, bedoeld in het vijfdezesde lid, b. het afnemen van de geschiktheidstest, bedoeld in artikel 9, vierde lid, c. de beoordeling van de stage en de aanwijzing van de stagebegeleiders, d. de praktijkbeoordeling in het kader van de praktische bijscholing, bedoeld in artikel 12b, e. de vaststelling van de leerdoelen en de inhoud van de theoretische bijscholing, f. de certificering van de cursussen die aan de leerdoelen en de inhoud, bedoeld in onderdeel e, voldoen, g. het verlenen van de ontheffing, bedoeld in artikel 12b, vierde lid, h. de beoordeling van de examens in het kader van het herintrederstraject, bedoeld in artikel 12c, 1 Zoals het luidt na iwt van trekkerrijbewijs (33 781, nr. 2)

2 i. het afnemen van de toets, bedoeld in artikel 21, derde lid, ji. het afnemen van het examen docent scholing educatieve maatregel en van het aanvullend examen docent scholing alcoholslotprogramma, kj. het bijhouden van het register, bedoeld in artikel 4, lk. de ongeldigverklaring van certificaten, bedoeld in artikel 15, eerste lid, ml. de vaststelling van de tarieven voor de activiteiten, bedoeld in de onderdelen a tot en met d, en f tot en met ij. 2. Op het instituut is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van toepassing. 3. Het instituut voert de taken, genoemd in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, en f tot en met j, uit overeenkomstig het daarvoor geldende reglement. Het instituut stelt dit reglement vast met inachtneming van de regels, bedoeld in het derdevierde lid. 4. Onze Minister stelt, het instituut gehoord, regels met betrekking tot de uitvoering door het instituut van de taken, genoemd in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, en f tot en met j. 5. Onze Minister kan rijksgecommitteerden aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de uitvoering door het instituut van de taken, genoemd in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, en h tot en met j. Onze Minister kan een rijksgecommitteerde schorsen of ontslaan wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de vervulde functie, dan wel wegens andere zwaarwegende redenen. Onze Minister stelt regels voor het door de rijksgecommitteerden uitgeoefende toezicht. 6. Het examen militair rijinstructeur afgenomen door of vanwege Onze Minister van Defensie, alsmede het examen politierijinstructeur afgenomen door of vanwege hetzij Onze Minister van Veiligheid en Justitie, hetzij Onze Minister van Binnenlandse Zaken, dienen te worden afgenomen overeenkomstig een door Onze Minister goedgekeurd examenreglement waarin tevens het namens Onze Minister te houden toezicht op de examens is geregeld. 7. Het instituut onthoudt zich van actieve deelname aan opleidingen gericht op het afleggen van de examens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, en h tot en met j. 8. Het voor het uitvoeren door het instituut van de taken, genoemd in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, en h tot en met j te betalen tarief bestaat mede uit een vergoeding van de kosten van de in het vijfde lid bedoelde rijksgecommitteerden. Het instituut draagt het in de eerste volzin bedoelde, vast te stellen deel van het tarief dat de vergoeding van de kosten van de rijksgecommitteerden betreft aan hen af overeenkomstig bij regeling van Onze Minister vast te stellen regels. Artikel 3 1. Tegen een besluit van het instituut kan een belanghebbende administratief beroep instellen bij de in het tweede lid bedoelde commissie. 2. De commissie bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter, en drie plaatsvervangende leden. De leden en plaatsvervangende leden worden door Onze Minister benoemd en ontslagen. Zij zijn niet werkzaam bij of ten behoeve van het instituut. Onze Minister stelt hun beloning vast. 3. In afwijking van artikel 7:28 van de Algemene wet bestuursrecht is voor de behandeling van het beroep een bedrag verschuldigd, indien het beroep is gericht tegen een besluit ter zake van: a. de toelating tot het examen rijinstructeur of het examen docent educatieve maatregel of het aanvullend examen docent scholing alcoholslotprogramma, of b. de uitslag van het examen rijinstructeur of het examen docent educatieve maatregel of het aanvullend examen docent scholing alcoholslotprogramma. 4. De hoogte van het bedrag en de wijze van betaling worden vastgesteld bij ministeriële regeling. 5. Indien de commissie het beroep gegrond acht, wordt het bedrag aan de indiener van het beroepschrift terugbetaald. 6. Onze Minister stelt een reglement van orde vast met betrekking tot de door de commissie te volgen procedure. 7. Het instituut verstrekt aan de commissie de gegevens die zij voor de uitvoering van haar taak nodig oordeelt. Artikel 4 1. Het instituut houdt een register betreffende de afgifte en de ongeldigverklaring van certificaten. 2. In het kader van het register verwerkt het instituut gegevens betreffende de afgifte en de ongeldigverklaring van certificaten, gegevens omtrent de door het instituut verrichte taken,

3 bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met d, f tot en met j, en de gegevens als bedoeld in artikel 12, derde lid, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van deze wet of de daarop berustende bepalingen. Artikel 5 1. Uit het register worden aan: a. de daartoe door Onze Minister aangewezen ambtenaren, die zijn belast met de uitvoering van deze wet, en b. de in artikel 24a en de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren, de gegevens verstrekt die zij voor de uitvoering van hun taak behoeven. 2. Aan andere personen dan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren en degenen omtrent wie gegevens in het register zijn opgenomen, kunnen op aanvraag en tegen betaling van het door het instituut voor de behandeling van de aanvraag vastgestelde tarief, uit het register gegevens worden verstrekt. Verstrekt worden slechts gegevens omtrent de afgifte en de geldigheid van certificaten. 3. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn gehouden om in bij algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen mededeling te doen van feiten die van belang zijn voor het bijhouden van het register. Artikel 6 Indien het instituut is of wordt ontbonden dan wel indien zich andere omstandigheden voordoen ten gevolge waarvan het instituut naar het oordeel van Onze Minister niet in staat is de in artikel 2, eerste lid, genoemde werkzaamheden te verrichten, draagt Onze Minister er zorg voor dat deze werkzaamheden naar behoren worden uitgevoerd. Hoofdstuk III. Rijonderricht 1. Bevoegdheid tot het geven van rijonderricht Artikel 7 1. Degene die bedrijfsmatig rijonderricht geeft in het besturen vanvoor enige motorrijtuigcategorie is in het bezit van een door het instituut afgegeven certificaat voor de motorrijtuigcategorie B als bedoeld in de richtlijn rijbewijzen. Daarnaast is degene die bedrijfsmatig rijonderricht geeft voor de in de richtlijn rijbewijzen genoemdevoor enige motorrijtuigcategorieën in het bezit van een door het instituut afgegeven certificaat voor die desbetreffende motorrijtuigcategorie. 2. In afwijking van het eerste lid is geen certificaat vereist voor: a. de voertuigintroductie in een voor de bestuurder nieuw motorrijtuig van de categorieënvoor C, C1, CE, C1E, D, D1, DE of D1E als bedoeld in de richtlijn rijbewijzen; b. het theoretische rijonderricht, anders dan het vak verkeer, voor het rijbewijs in de motorrijtuigcategorieën C, C1, D of D1, en de theoretische scholing en theoretische bijnascholing in het kader van de vakbekwaamheid vaan bestuurders als bedoeld in de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders van die motorrijtuigcategorieën, voor zover de betrokken docent voldoet aan de bekwaamheidseisen bedoeld in artikel , tweede lid, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en; c. het rijonderricht in het kader van een door het CBR opgelegde verplichting zich te onderwerpen aan een scholing educatieve maatregel, en; d. rijonderricht aan bestuurders als bedoeld in de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders in het kader van nascholing als bedoeld in artikel 7 van die richtlijn voor zover wordt voldaan aan het bepaalde bij of krachtens artikel 151f van de Wegenverkeerswet Het certificaat dient: a. geldig te zijn voor het rijonderricht dat wordt gegeven, b. te voldoen aan de bij regeling van Onze Minister vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering, en c. behoorlijk leesbaar te zijn. 4. In afwijking van het eerste lid, tweede volzin, is degene die bedrijfsmatig rijonderricht geeft voor

4 het besturen van een bromfiets in het bezit van een door het instituut afgegeven certificaat voor de motorrijtuigcategorieën A1, A2 en A als bedoeld in de richtlijn rijbewijzen en is degene die bedrijfsmatig rijonderricht geeft voor het besturen van een brommobiel in het bezit van een door het instituut afgegeven certificaat voor de motorrijtuigcategorie B als bedoeld in de richtlijn rijbewijzen. 5. In afwijking van het eerste lid is degene die bedrijfsmatig dan wel beroepsmatig rijonderricht geeft in het besturen van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid in het bezit van een door het instituut afgegeven certificaat voor de rijbewijscategorie T In afwijking van het derde lid, onderdeel a, is een certificaat als bedoeld in artikel 13, onderdeel a, alleen geldig voor het rijonderricht dat wordt gegeven onder directe begeleiding van de stagebegeleider. Artikel 8 1. Artikel 7 is niet van toepassing op militaire rijinstructeurs en politierijinstructeurs voor zover zij werkzaam zijn binnen hun dienstverband en zij in het bezit zijn van een door Onze Minister aangewezen diploma. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan onder daarbij te stellen voorwaarden worden bepaald dat in bepaalde uitzonderingsgevallen, welke verband houden met het verkrijgen van de bekwaamheid tot het geven van rijonderricht, tijdelijk wordt of kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7. Een beschikking waarbij toepassing wordt gegeven aan de eerste volzin, wordt tegen betaling van het daarvoor door Onze Minister vastgestelde tarief gegeven door het instituut. Artikel 8a 1. Onverminderd de artikelen 7, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden kan, ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, artikel 8b in werking worden gesteld. 2. Wanneer het in het eerste lid bedoelde besluit is genomen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer gezonden omtrent het voortduren van de werking van de bij dat besluit in werking gestelde bepaling. 3. Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan wordt bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de bepaling die ingevolge het eerste lid in werking is gesteld, onverwijld buiten werking gesteld. 4. Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, wordt de bepaling die ingevolge het eerste lid in werking is gesteld, buiten werking gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten. 5. Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking. 6. Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad. Artikel 8b [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip] Artikel 7 is niet van toepassing op militaire rij-instructeurs voor zover zij werkzaam zijn binnen hun dienstverband. 2. Afgifte van certificaten ten behoeve van het geven van rijonderricht Artikel 9 1. Het instituut geeft een certificaat voor het geven van rijonderricht slechts af: a. indien het de afgifte betreft aansluitend aan het examen ten behoeve van de stage als bedoeld 2 Trekkerrijbewijs (33 781, A)

5 in artikel 12a, aan degene die blijkens een door het instituut afgenomen examen voldoet aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen van bekwaamheid tot het geven van rijonderricht, b. indien het de afgifte betreft van een certificaat als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, aan degene die blijkens een door het instituut afgenomen examen en een door het instituut vastgestelde positieve beoordeling van de stage voldoet aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen van bekwaamheid tot het geven van rijonderricht, c. indien het de afgifte betreft van een certificaat als bedoeld in artikel 12b, eerste lid, of 12c, eerste lid, aan degene die voldoet aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen van bekwaamheid tot het geven van rijonderricht, d. aan degene aan wie op grond van de krachtens de artikelen 12a, derde lid, onderdeel a, en 12b, derde lid, onderdeel b, vastgestelde regels door het instituut een verlenging van de stage of de bijscholing is toegestaan, e. aan degene die in het bezit is van een niet langer dan zes maanden voor de afgifte afgegeven militair of politieinstructeursbewijs dat nog geldig is, f. aan de migrerende beroepsbeoefenaar, bedoeld in artikel 1 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties, die voldoet aan de vereisten voor de erkenning van beroepskwalificaties, bedoeld in artikel 5 van die wet. 2. De in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, bedoelde eisen van vakbekwaamheid kunnen verschillen naar gelang het betreft de verschillende categorieën van motorrijtuigen. 3. Een certificaat, afgegeven in het in het eerste lid, onderdeel e, bedoelde geval, kan alleen bevoegdheden verlenen die overeenkomen met die welke voortvloeien uit het desbetreffende instructeursbewijs. 4. Bij de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt bepaald dat voor het deelnemen aan het examen rijinstructeur een in die maatregel aangegeven niveau van vooropleiding is vereist. Personen die niet voldoen aan dit niveau van vooropleiding kunnen bij het instituut een geschiktheidstest afleggen. Bij een positief resultaat van die geschiktsheidstest kan worden deelgenomen aan het examen rijinstructeur. 5. Bij of krachtens de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot: a. de inrichting en de inhoud van de geschiktheidtest; b. de beoordeling van de competenties van de betrokkene en de wijze waarop die beoordeling plaatsvindt. Artikel 9a 3 1. In afwijking van artikel 9 voldoet de aanvrager die beschikt over een geldig certificaat als bedoeld in artikel 7, eerste lid, eerste volzin, voor alleen de motorrijtuigcategorie B, ten behoeve van het verkrijgen van het certificaat voor de motorrijtuigcategorie T, bedoeld in artikel 13, onderdeel a, subonderdeel 3, aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen. 2. In afwijking van artikel 9 voldoet de aanvrager die beschikt over een geldig certificaat als bedoeld in artikel 7, eerste lid, eerste volzin, voor alleen de motorrijtuigcategorie B, ten behoeve van het verkrijgen van het certificaat, bedoeld in artikel 13, onderdeel b, voor de motorrijtuigcategorie T, aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen. Artikel 9b 4 In afwijking van artikel 9 voldoet de aanvrager die mede beschikt over een geldig certificaat voor de categorie E bij C als bedoeld in artikel 7, eerste lid, tweede volzin, ten behoeve van het verkrijgen van het certificaat, bedoeld in artikel 13, onderdeel b, voor de categorie T, aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen. Artikel 10 3 Trekkerrijbewijs (33 781,A) 4 Trekkerrijbewijs (33 781, A)

6 1. Een certificaat voor het geven van rijonderricht vermeldt overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels de categorie of categorieën van motorrijtuigen waarvoor het is afgegeven. 2. Het instituut kan de uit het certificaat voortvloeiende bevoegdheden beperken op grond van de bekwaamheid van de aanvrager tot het geven van rijonderricht, door het stellen van eisen aan betrokkene of aan het motorrijtuig waarin hij rijonderricht geeft. Artikel Het instituut geeft bij wijziging van de omvang van de uit het certificaat voortvloeiende bevoegdheden een nieuw certificaat af waarop de geldigheidsduur van het eerder afgegeven certificaat wordt geplaatst. 2. Afgifte van het nieuwe certificaat geschiedt slechts tegen inlevering van het eerder afgegeven certificaat waarop de wijziging betrekking heeft. Artikel Het instituut geeft voor certificaten die versleten of geheel of gedeeltelijk onleesbaar zijn, dan wel verloren zijn geraakt of teniet zijn gegaan, tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief, vervangende certificaten af. Het instituut geeft voorts bij wijziging van de personalia van de houder van een certificaat een vervangend certificaat af. 2. Afgifte van een vervangend certificaat geschiedt slechts tegen inlevering van het eerder afgegeven versleten of geheel of ten dele onleesbaar geworden certificaat. 3. Indien het te vervangen certificaat verloren is geraakt of teniet is gegaan, dient een door de aanvrager ondertekende verklaring te worden overgelegd, dat het certificaat verloren is geraakt of teniet is gegaan. In de verklaring dienen de omstandigheden waaronder het certificaat verloren geraakt of teniet gegaan is, te worden omschreven. 4. Op het vervangende certificaat wordt door het instituut de geldigheidsduur van het vervangen certificaat geplaatst. 2a. Stage Artikel 12a 1. Degene die blijkens een door het instituut afgegeven certificaat voldoet aan de in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, bedoelde eisen van vakbekwaamheid, doorloopt na de afgifte van dat certificaat een stage door middel van het geven van rijonderricht in die motorrijtuigcategorie. Het voldoen aan de regels voor de stage in de motorrijtuigcategorieën B, C1, C, D1 of D wordt gelijkgesteld met het voldoen aan de regels voor de stage in de motorrijtuigcategorieën BE, C1E, CE, D1E of DE. 2. Het instituut kan stagebegeleiders aanwijzen. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot: a. de inhoud, de duur en de mogelijke verlenging van de stage in verband met bijzondere omstandigheden, en de wijze waarop die wordt doorlopen, b. de beoordeling van de stagiair en de wijze waarop de beoordeling plaatsvindt, c. de aanwijzing van stagebegeleiders. 2b. Bijscholing Artikel 12b 1. Degene die rijonderricht geeft en in het bezit is van een certificaat als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, of een instructeursbewijs als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993, zoals dat artikel gold op 1 januari 2008 volgt theoretische en praktische bijscholing voor het rijonderricht in de motorrijtuigcategorie waarvoor hij het certificaat of het instructeursbewijs heeft. Indien een rijinstructeur in het bezit is van een certificaat of een instructeursbewijs voor verschillende motorrijtuigcategorieën als bedoeld in de richtlijn rijbewijzen,

7 al dan niet in combinatie met het certificaat voor de categorie T 5, volgt hij voor één van die categorieën theoretische en praktische bijscholing. 2. Het instituut stelt de leerdoelen, de inhoud en de voorgeschreven werkwijze van de theoretische bijscholing vast, en kan de cursussen certificeren die aan de leerdoelen, de inhoud en de voorgeschreven werkwijze voldoen. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot: a. de omvang en de inhoud van de gecertificeerde cursussen, de verplichtingen van degenen die de gecertificeerde cursussen verzorgen, en de mogelijke verlenging van de theoretische bijscholing in verband met bijzondere omstandigheden, b. de omvang, de inhoud, de duur en de mogelijke verlenging van de praktische bijscholing in verband met bijzondere omstandigheden, c. de beoordeling van de competenties van degene die rijonderricht geeft en de wijze waarop die beoordeling plaatsvindt. 4. Het instituut kan degene die rijonderricht geeft ontheffing verlenen van de verplichting praktische bijscholing te volgen. Aan de ontheffing kunnen beperkingen en voorschriften worden verbonden. 2c. Herintreding Artikel 12c 1. Degene die blijkens het register, bedoeld in artikel 4, eerste lid, minder dan vijf jaar geleden beschikte over een geldig certificaat kan een herintrederstraject volgen. 1. Degene die beschikt over een certificaat of een instructeursbewijs, als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993, zoals dat artikel gold op 1 januari 2008 dat zijn geldigheid niet langer dan vijf jaar heeft verloren kan een herintrederstraject volgen. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot: a. de omvang en de inhoud van het herintrederstraject, b. de beoordeling van de competenties van de herintreder en de wijze waarop die beoordeling plaatsvindt. 3. Geldigheidsduur certificaten rijinstructeur Artikel 13 Een certificaat is geldig: a. 1. indien het wordt afgegeven aansluitend op het behalen van het examen voor de motorrijtuigcategorie B als bedoeld in de richtlijn rijbewijzen, voor de duur van twaalf achtereenvolgende maanden; 2. indien het wordt afgegeven aansluitend op het behalen van het examen voor de motorrijtuigcategorie A1, A2, A, C1, C, D1 of D als bedoeld in de richtlijn rijbewijzen, voor de duur van zestien achtereenvolgende maanden; 3. indien het wordt afgegeven aansluitend op het behalen van het examen voor de rijbewijsmotorrijtuigcategorie T, voor de duur van twaalf achtereenvolgende maanden. 6 In bijzondere bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te geven gevallen, kan de geldigheidsduur door het instituut eenmalig met ten hoogste vier achtereenvolgende maanden worden verlengd, b. in de overige gevallen: voor de duur van vijf achtereenvolgende jaren. In bijzondere bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te geven gevallen, kan de geldigheidsduur door het instituut eenmalig met ten hoogste twaalf achtereenvolgende maanden worden verlengd. Artikel 14 5 Trekkerrijbewijs (33 781, A) 6 Trekkerrijbewijs (33 781, A)

8 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 13 verliest een certificaat zijn geldigheid door: a. afgifte van een nieuw certificaat, b. afgifte van een vervangend certificaat, c. het onbevoegd aanbrengen van wijzigingen in het certificaat, of d. ongeldigverklaring, als bedoeld in de artikelen 15, 22, tweede lid, en 23, vijfde lid. 2. De houder van het certificaat dat zijn geldigheid heeft verloren, zendt dat certificaat aangetekend aan het instituut. Artikel Het instituut verklaart een certificaat ongeldig indien: a. het certificaat is afgegeven op grond van door de houder verschafte onjuiste gegevens en het niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de afgifte bekend zou zijn geweest, b. na afgifte van het certificaat blijkt dat het kennelijk abusievelijk aan de houder is afgegeven, c. het instituut de beoordeling van de stage als onvoldoende vaststelt, d. het instituut vaststelt dat de rijinstructeur onvoldoende bij de theoretische bijscholing aanwezig is geweest, of e. d. het instituut de beoordeling van ten minste de laatste van de in vijf jaar gevolgde praktische bijscholingen als onvoldoende vaststelt, of e. het rijbewijs van de houder voor de desbetreffende motorrijtuigcategorie zijn geldigheid heeft verloren overeenkomstig artikel 123b van de Wegenverkeerswet 1994 dan wel ongeldig is verklaard overeenkomstig artikel 124 van die wet. 2. De ongeldigverklaring, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met d en f is van kracht met ingang van de zevende dag, na de dag waarop de beschikking tot ongeldigverklaring is bekendgemaakt. 3. De ongeldigverklaring, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is van kracht acht weken na de dag waarop de beschikking tot ongeldigverklaring is bekendgemaakt dan wel, als dat eerder is, de datum waarop de termijn, bedoeld in artikel 13, is geëindigd. 3. De houder van het ongeldig verklaarde certificaat dient dat certificaat in te leveren bij het instituut zodra de ongeldigverklaring van kracht is geworden. Hoofdstuk IV. Scholing educatieve maatregel en scholing alcoholslotprogramma Artikel Degene die scholing educatieve maatregel geeft, alsmede degene die scholing geeft in het kader van het alcoholslotprogramma, dient in het bezit te zijn van een door het instituut afgegeven certificaat. 2. Het certificaat dient: a. geldig te zijn voor de scholing educatieve maatregel die wordt gegeven; b. te voldoen aan de door Onze Minister vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering; c. behoorlijk leesbaar te zijn. Artikel Een certificaat voor het geven van scholing educatieve maatregel wordt tegen betaling van het daarvoor door het instituut vastgestelde tarief afgegeven door het instituut. 2. Een certificaat voor het geven van scholing educatieve maatregel wordt slechts afgegeven aan degene die: a. een geldig diploma bezit van een bij algemene maatregel van bestuur aangegeven hoofdopleiding, die naar gelang van de te geven scholing educatieve maatregel kan verschillen, b. een bij algemene maatregel van bestuur aangegeven aantal jaren beroepservaring heeft die direct verband houdt met het in onderdeel a bedoelde diploma, en c. blijkens een door het instituut afgenomen examen voldoet aan bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde aanvullende eisen van bekwaamheid voor het geven van scholing educatieve maatregel, die naar gelang van de te geven scholing educatieve maatregel kunnen verschillen. 3. Een certificaat voor het geven van scholing in het kader van het alcoholslotprogramma wordt

9 tegen betaling van het daarvoor door Onze Minister vastgestelde tarief afgegeven door het instituut. 4. Een certificaat voor het geven van scholing in het kader van het alcoholslotprogramma wordt slechts afgegeven aan degene die: a. een geldig diploma bezit van een bij algemene maatregel van bestuur aangegeven hoofdopleiding, b. een bij algemene maatregel van bestuur aangegeven aantal jaren beroepservaring heeft die direct verband houdt met het onder a. bedoelde diploma, en c. blijkens een door het instituut afgenomen examen voldoet aan bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde aanvullende eisen van bekwaamheid voor het geven van scholing in het kader van het alcoholslotprogramma. Artikel 18 [vervallen] Artikel 19 Ten aanzien van certificaten ten behoeve van het geven van scholing educatieve maatregel en ten aanzien van certificaten ten behoeve van het geven van scholing in het kader van het alcoholslotprogramma zijn de artikelen en 14, onderdelen b, c en d, en 15, eerste lid, onderdelen a en b, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing. Artikel 20 Een certificaat voor het geven van scholing educatieve maatregel alsmede een certificaat voor het geven van scholing in het kader van het alcoholslotprogramma verliest zijn geldigheid met ingang van de datum waarop het in artikel 17, tweede lid, onderdeel a, bedoelde certificaat of diploma zijn geldigheid verliest. Hoofdstuk V. Maatregelen vakbekwaamheid Artikel Indien bij de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren een ernstig vermoeden bestaat dat de houder van een certificaat voor het geven van rijonderricht niet langer voldoet aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen van bekwaamheid doen zij daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het instituut onder vermelding van de feiten en omstandigheden die aan het vermoeden ten grondslag liggen. 2. Het instituut besluit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde schriftelijke mededeling, of betrokkene zich al dan niet dient te onderwerpen aan een onderzoek dat erop is gericht na te gaan of hij voldoet aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen van bekwaamheid. 3. Indien naar het oordeel van het instituut geen onderzoek vereist is, kan hij betrokkene overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels de verplichting opleggen tot het afleggen van een toets bij het instituut binnen een door hem vastgestelde termijn. De aan het afleggen van een toets verbonden kosten komen ten laste van betrokkene. 4. Voor zover het besluit, bedoeld in het tweede lid, inhoudt dat betrokkene zich dient te onderwerpen aan een onderzoek wordt daarbij bepaald door welke deskundige of door welke deskundigen het onderzoek zal worden verricht. 5. Het instituut deelt het besluit, bedoeld in het tweede, derde en vierde lid, mede aan degene die de schriftelijke mededeling, bedoeld in het eerste lid, heeft gedaan. Artikel Degene die zich ingevolge het in artikel 21, tweede lid, bedoelde besluit dient te onderwerpen aan een onderzoek is, behoudens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde

10 uitzonderingen, verplicht de daartoe vereiste medewerking te verlenen. Gelijke verplichting bestaat voor degene die ingevolge artikel 21, derde lid, een toets dient af te leggen. 2. Bij gebreke van de in het eerste lid bedoelde medewerking alsmede bij gebreke van een positief toetsresultaat binnen de krachtens artikel 21, derde lid, vastgestelde termijn besluit het instituut onverwijld tot ongeldigverklaring van het certificaat van de houder. Het instituut bepaalt daarbij op welk deel van de geldigheidsduur alsmede op welke in het certificaat aangeduide categorie of categorieën van motorrijtuigen de ongeldigverklaring betrekking heeft. 3. Het instituut deelt het besluit mede aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren. 4. De ongeldigverklaring is van kracht met ingang van de zevende dag na de dag waarop de beschikking tot ongeldigverklaring is bekendgemaakt. 5. De houder van het ongeldig verklaarde certificaat dient dat certificaat in te leveren bij het instituut zodra de ongeldigverklaring van kracht is geworden. Artikel Het onderzoek vindt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na de datum van bekendmaking van het in artikel 21, tweede lid, bedoelde besluit plaats. 2. De deskundige deelt de uitslag van het onderzoek zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken nadat het onderzoek is voltooid, schriftelijk mede aan het instituut, alsmede aan betrokkene. 3. Het instituut besluit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van de uitslag van het onderzoek, of hij het certificaat op grond van de uitslag al dan niet ongeldig verklaart. 4. Indien het instituut het certificaat niet ongeldig verklaart, kan hij betrokkene overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels de verplichting opleggen tot het afleggen van een toets bij het instituut binnen een door hem vastgestelde termijn. De aan het afleggen van een toets verbonden kosten komen ten laste van betrokkene. Artikel 22 is van overeenkomstige toepassing. 5. Voor zover het besluit bedoeld in het derde lid, inhoudt dat het certificaat ongeldig wordt verklaard, wordt daarbij bepaald op welk deel van de geldigheidsduur alsmede op welke in het certificaat aangeduide categorie of categorieën van motorrijtuigen de ongeldigverklaring betrekking heeft. Artikel 22, derde, vierde en vijfde lid, is van toepassing. Hoofdstuk VI. Toezicht en opsporing Artikel Degene die rijonderricht dan wel scholing educatieve maatregel of scholing alcoholslotprogramma 7 geeft is verplicht het hem afgegeven certificaat op eerste vordering van de in artikel 24a of de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren aan die ambtenaren behoorlijk ter inzage af te geven. 2. Indien rijonderricht dan wel scholing educatieve maatregel wordt gegeven in een motorrijtuig is de rijinstructeur onderscheidenlijk de docent educatieve maatregel verplicht dit motorrijtuig op eerste vordering van de in artikel 24a of de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren te doen stilhouden en het hem afgegeven certificaat aan die ambtenaren behoorlijk ter inzage af te geven. Artikel 24a Met het toezicht op de naleving van deze wet zijn belast de door Onze Minister aangewezen ambtenaren. Artikel 24b 7 Trekkerrijbewijs (33 781, A)

11 Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet. Hoofdstuk VII. Straf-, overgangs- en slotbepalingen Artikel Overtreding van de artikelen 7, 15, derde lid, 16, 22, vijfde lid, 24 en 27, eerste en tweede lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie. 2. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt, voor zover die overtreding bij die algemene maatregel van bestuur uitdrukkelijk als strafbaar feit is aangemerkt, gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie. 3. De in het eerste en tweede lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. Artikel 26 Bij veroordeling wegens overtreding van artikel 7 of van artikel 16 kan de rechter de openbaarmaking van zijn uitspraak gelasten. Artikel 26a Onze Minister kan wegens overtreding van de artikelen 7, 15, derde lid, 16, 24 en 27, eerste en tweede lid, een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste het bedrag van de derde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. Artikel Degene die rijonderricht geeft is verplicht het hem afgegeven instructeursbewijs dan wel bewijs van ontheffing op eerste vordering van de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren behoorlijk ter inzage af te geven. 2. Indien rijonderricht wordt gegeven in een motorrijtuig, is de rijinstructeur verplicht dit motorrijtuig op eerste vordering van de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren te doen stilhouden en het hem afgegeven instructeursbewijs dan wel bewijs van ontheffing aan die ambtenaren behoorlijk ter inzage af te geven. 3. Indien bij de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren een ernstig vermoeden bestaat dat de houder van een instructeursbewijs als bedoeld in artikel 27 kennelijk niet voldoet aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen van bekwaamheid, doen zij daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan Onze Minister onder vermelding van de feiten en omstandigheden die aan het vermoeden ten grondslag liggen. De artikelen 21, tweede tot en met vijfde lid, 22 en 23 zijn van overeenkomstige toepassing. 28 [Vervallen per ] Artikel 29 [Vervallen] Artikel 30 [Vervallen] Artikel 30a [Vervallen] Artikel 30b Indien in deze wet geregelde onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van de wet

12 nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur. Artikel 31 [Vervallen] Artikel 32 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld. Artikel 33 Deze wet kan worden aangehaald als "Wet rijonderricht motorrijtuigen" met vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin zij zal worden geplaatst. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te 's-gravenhage, 7 juli 1993 Beatrix De Minister van Verkeer en Waterstaat, J. R. H. Maij-Weggen Uitgegeven de vijfde augustus 1993 De Minister van Justitie a.i., J. E. Andriessen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 432 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 naar aanleiding van de evaluatie van de doeltreffendheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 182 Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 10 Wet van 3 december 2014 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering

Nadere informatie

motorrijtuigcategorie: categorie van motorrijtuigen vastgesteld op grond van artikel 118 van de Wegenverkeerswet 1994.

motorrijtuigcategorie: categorie van motorrijtuigen vastgesteld op grond van artikel 118 van de Wegenverkeerswet 1994. Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs en enkele verbeteringen) Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut!

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 16972 Wijziging van de Wegenverkeerswet (Verlenging geldigheidsduur en decentralisatie afgifte rijbewijzen) Nr. 13 HERDRUK NADER GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 322 Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 477 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van 4 mei 2009, houdende vaststelling van regels met betrekking tot het geven van rijonderricht in het besturen van motorvoertuigen (Besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009) Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 830 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 827 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/59/EG (vakbekwaamheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 324 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen Nr. 13 VOORSTEL VAN WET ZOALS HET LUIDT

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 324 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen Nr. 2 VOORSTEL VN WET Wij eatrix, bij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 433 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 830 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 428 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard alsmede wijziging van de Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 693 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 693 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 26 september

Nadere informatie

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden Concept ten behoeve van internetconsultatie juni 2016 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden Allen, die deze zullen zien of horen lezen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 16 25 872 (R1606) Herstel van gebreken en leemten in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 alsmede het laten vervallen van de verplichte

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 827 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/59/EG (vakbekwaamheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 *** Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen in verband met de invoer van een certificaat als bewijs

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 239 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 157 Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 321 Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de wijziging in de procedure betreffende de aanvraag en afgifte

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 31 291 Bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 20

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 291 Bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 397 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met een kentekenplicht voor landbouwen bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 279 26 287 Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 24 juni 1999 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 278 Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 naar aanleiding van de evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van deze

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 464 Wet van 28 oktober 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

Nadere informatie

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN (deze geconsolideerde versie is bedoeld als handreiking ten behoeve van de internetconsultatie; er kunnen op geen enkele wijze rechten aan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 19 Wet van 20 december 2001, houdende wijziging van de Binnenschepenwet, de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart, alsmede enkele andere

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 122 Wet van 25 februari 1999 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Arbeidsomstandighedenwet ter uitvoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 51 Wet van 10 februari 2017, houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 448 Wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 240 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 29 218 Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 523 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele aanverwante wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wet van houdende wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) B GEWIJZIGD

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 54 Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 569 Wijziging van de Wet op het notarisambt en enkele andere wetten in verband met onder meer een gewijzigde regeling van de legalisatie van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 300 Wet van 24 juni 2004 tot wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 506 Voorstel van wet van het lid Van Laar houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. WET van 24 juni 1993, houdende bepalingen inzake de rusttijden van bemanningsleden, de samenstelling van de bemanning en de vaartijden van schepen op binnenwateren WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 383 Wet van 28 augustus 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming anpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming VOORSTEL VN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de verbetering van de aanpak van fraude met identiteitsbewijzen en wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Beginselenwet

Nadere informatie

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen (Tekst geldend op: 23-02-2007) Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 93 Wet van 29 januari 2009 tot instelling van een College voor examens, alsmede houdende wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en de

Nadere informatie

Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg Geldend van t/m heden

Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg Geldend van t/m heden Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg Geldend van 01-01-2018 t/m heden Wet van 10 april 2008, houdende regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 165 Wet van 19 maart 2009, houdende tijdelijke regels voor experimenten met een gebiedsgerichte bestemmingsheffing ten behoeve van aanvullende

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Artikel 1

VOORSTEL VAN WET. Artikel 1 Opmerking Onderstaande concept wettekst is bedoeld voor de informele consultatieronde van het Wetsvoorstel Aanpak Misstanden Incassodienstverlening die loopt tot 1 september 2016. Deze informele consultatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 312 Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 44 Wet van 20 december 2007, houdende wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 429 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en de Geneesmiddelenwet in verband met de uitvoering van verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 871 Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 476 Wet van 6 september 2006 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met het vervallen van de Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 236 Voorstel van wet van de leden Duivesteijn en Santi tot wijziging van de Woningwet (landelijke ombudsman voor huurders) Nr. 2 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 509 Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 260 Wet van 7 juni 2012 tot wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met de invoering van een registratieplicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1982-1983 17 813 Uniforme regelen inzake de vervoersvoorwaarden van het openbaar vervoer (Wet vervoersvoorwaarden openbaar vervoer) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 798 Wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 257 Wet van 17 mei 1999, houdende regeling van de subsidiëring van politieke partijen (Wet subsidiëring politieke partijen) Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 440 (R 1990) Wijziging van de Paspoortwet in verband met een andere status van de Nederlandse identiteitskaart, het verlengen van de geldigheidsduur

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 313 Wet van 1 juli 1999, houdende wijziging van enkele onderwijswetten in verband met onder meer de bestrijding van seksueel misbruik en seksuele

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie