Beroepscompetentieprofiel. Assistent medewerker mode/ maatkleding/ interieur

Transcriptie

1 Beroepscompetentieprofiel Assistent medewerker mode/ maatkleding/ interieur

2 Beroepscompetentieprofiel Algemene informatie datum: juni 2011 versie: 1.1 Onder regie van kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven Ontwikkeld door: Brondocument(en) Legitimering beroepscompetentieprofiel door: Mogelijke functiebenamingen: handwerker medewerker opmaak plakker strijker Beroepsbeschrijving Beroepscontext/ werkzaamheden Rol en verantwoordelijkheden Complexiteit Kenniscentrum Handel, afdeling Educatieve Diensten & Projecten, in opdracht van Vakraad MITT. 1. Handboek Functiewaardering Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (juli 2005). 2. Beroepscompetentieprofiel Medewerker productievoorbereiding (10 juni 2003) 3. Beroepscompetentieprofiel Assistent-medewerker productie (10 juni 2003). 4. Interviews met bedrijven (voorjaar 2011). Het beroepscompetentieprofiel is geaccordeerd in de bestuursvergadering van de Vakraad MITT, d.d De assistent medewerker mode/maatkleding/interieur werkt bijvoorbeeld in een kop-staartbedrijf of op een afdeling van een (verander) atelier waar bijvoorbeeld gordijnen, vitrages, dekbedden en (kussen) hoezen/accessoires gemaakt, veranderd/aangepast worden. Meestal is in het atelier een ruimte waarin onder andere één of meerdere snijtafels, strijk- en persapparatuur, lock-, stik- en naaimachines staan. De assistent medewerker mode/maatkleding/interieur verzamelt de benodigde materialen en verricht een aantal naaitechnische basisvakhandelingen en hij controleert of hij zijn werk goed heeft gedaan. Nadat de vakhandelingen zijn uitgevoerd worden de te hergebruiken stoffen teruggebracht. De assistent medewerker mode/maatkleding/interieur heeft een uitvoerende functie gericht op het voorbereiden van productie en op het maken, het veranderen of aanpassen van stof met behulp van apparatuur. Hij is verantwoordelijk voor het op een nauwkeurige wijze verzamelen van materialen en het op deskundige wijze verrichten van vakhandelingen aan de stof. Hij werkt, weliswaar onder toezicht, zelfstandig aan een opdracht. De complexiteit van het beroep assistent medewerker mode/maatkleding/interieur wordt met name bepaald door de verschillende opdrachten die hij krijgt. Hij past bij het uitvoeren van opdrachten 2

3 standaardprocedures toe, zoals bij het ophalen van de juiste stof, het bedienen of het gebruiken van apparatuur en het verrichten van de vakhandelingen. Bij het verrichten van de vakhandelingen aan de stof doet hij een beroep op zijn kennis van materialen en de werking van apparatuur. Typerende beroepshouding Trends/innovaties Marktontwikkelingen De assistent medewerker mode/maatkleding/interieur is vakkundig, alert op afwijkingen, flexibel en kan zich een voorstelling maken van het beoogde resultaat. Het verrichten van naaitechnische handelingen vereist nauwkeurig en systematisch werken. Vaak moet het werk onder tijdsdruk gedaan worden. Hij signaleert problemen of dilemma s en reageert hier gepast op, bijvoorbeeld door een collega of een leidinggevende om hulp of advies te vragen. Met betrekking tot mode en maatkleding: In Nederland komt de laatste jaren vanuit het bedrijfsleven steeds meer aandacht voor het ambacht van kleermaker/coupeur. Bedrijven hebben behoefte aan medewerkers die de technieken beheersen om kleding (op maat) te maken. Kennis over het product, de productie, kwaliteit en finishing van producten staat steeds meer centraal. Daarnaast is in de mode-industrie steeds meer vraag naar patroonmakers, coupeurs en fittingspecialisten (Bron: HTNK, 2010). Tegelijk met de toenemende vraag naar bepaalde medewerkers, signaleert Kenniscentrum Handel (KCH) een afname in het aantal werknemers van bedrijven in de mode-industrie. Deze daling is deels te wijten aan natuurlijk verloop, maar ook doordat bedrijven moesten anticiperen op de recessie. Door de recessie hebben medewerkers mode/maatkleding hun kans gezien en hebben een eigen herstel- / verstelatelier opgericht. Klanten laten hun kleding eerder herstellen en verstellen dan dat zij nieuwe kleding aanschaffen (Bron: KCH, 2011). Vanaf 2006 neemt het aantal bedrijfsvestigingen in de mode-industrie toe, vooral de kleinere ateliers met minder dan tien werknemers. Het aantal middelgrote en grote vestigingen in de mode-industrie blijft ongeveer stabiel met ongeveer 80 bedrijven (Bron: KCH, 2011). Naar aanleiding van deze ontwikkeling kan verwacht worden dat er voldoende arbeidsmarktperspectief is voor werknemers in de modeindustrie. De verwachting is dat er meer vraag komt naar specialisten op het gebied van mode/maatkleding en productiecoördinatoren die de schakel zijn in het productieproces. (Bron: KCH, 2011). Met betrekking tot interieur: Vanaf 2004 daalt de werkgelegenheid in de gehele textielsector. Die daling is niet gelijk verdeeld over alle subsectoren, want de sector interieurtextiel groeit ten opzichte van de productie en veredeling van textiel. Bedrijven in de interieurtextiel produceren steeds minder bulk en meer rechtstreeks voor de klant om niet te veel voorraad over te houden en snel te kunnen inspelen op de wensen van de klant. Klantcontact en gevoel voor de marktontwikkelingen zijn zodoende nog belangrijker. De bedrijven maken veel nieuwe collecties en richten zich meer en meer op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Een aantal bedrijven in de interieurtextiel kiest ervoor om de productie 3

4 van gordijnen in het buitenland te laten plaatsvinden. Andere bedrijven kiezen juist voor het zelf ontwerpen van interieurtextiel en de verkoop. Wetgeving/ overheidsregulering Technologische ontwikkelingen De assistent medewerker mode/maatkleding/interieur dient bijvoorbeeld bij het werken met apparatuur rekening te houden met voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbo. Er zijn geen trends of ontwikkelingen op het gebied van de regelgeving voor veiligheid, milieu en arbo. Met betrekking tot mode/maatkleding: In de mode-industrie vindt bij middelgrote en grote ondernemingen een toename plaats in het gebruik van computerprogramma s (Adobe CS4, Illustrator, Indesign). Van de werknemers wordt verwacht dat ze hiermee kunnen werken (Bron: HTNK, 2010). Met betrekking tot interieur: In de textielsector worden nieuwe materialen ontwikkeld en gebruikt. Zo wordt er steeds meer technisch textiel gebruikt, bijvoorbeeld door, antistatische draden in de stof te weven en stof met verhoogde brandwerendheid. Deze introductie van nieuwe vezels/stoffen geeft aanleiding tot nieuwe productontwikkelingen. Er is toenemende vraag naar kwalitatief hoogwaardige confectie en exclusieve producten. De productie van interieurtextiel wordt steeds meer geautomatiseerd. Daardoor versnelt de doorlooptijd van het interieurtextiel aanzienlijk en worden hogere kwaliteitseisen gehaald. De machines waarmee gewerkt wordt worden nauwkeuriger ingesteld. Bedrijfsorganisatorische Ontwikkelingen Met betrekking tot mode/maatkleding: Door het anticiperen van bedrijven op de recessie, moeten overgebleven werknemers hetzelfde werk blijven doen. Doordat veel productiewerkzaamheden worden uitbesteed is het arbeidsperspectief in kop-staartbedrijven minder hoog dan voorheen. Toch is er voldoende arbeidsmarktperspectief door verwachte vacatures vanwege de vergrijzing (Bron: KCH, 2011). Met betrekking tot interieur: Kleinere gordijnenateliers worden overgenomen door grotere ateliers/ concurrenten. Hierdoor hebben kleinere ateliers de mogelijkheid om meer geautomatiseerd te kunnen werken. Internationale Ontwikkelingen Met betrekking tot mode/maatkleding: Naar verwachting worden de loonkosten van productieateliers (in het buitenland) steeds hoger. Hoe de mode- en interieurindustrie daarmee om zal gaan is nog onduidelijk (Bron: AFF, 2011). Op het gebied van maatkleding vindt jaarlijks een internationale conferentie plaats om informatie te delen en ontwikkelingen met elkaar af te stemmen (Bron: BvK, 2011). Met betrekking tot interieur: De productie van gordijnen en vitrages worden door een aantal bedrijven verplaatst naar het buitenland om de kosten laag te houden. Andere bedrijven die zich meer op nichemarkten bevinden, maken de gordijnen en vitrages in Nederland om deze specialistische producten 4

5 Loopbaanmogelijkheden sneller aan de klant aan te kunnen bieden. De assistent medewerker mode/maatkleding/interieur kan doorgroeien naar de functies basismedewerker mode/maatkleding, allround medewerker mode/maatkleding, costumier, allround medewerker confectie, allround medewerker verstelatelier, basismedewerker interieurtextiel, allround medewerker interieurtextiel. 5

6 Assistent medewerker mode /maatkleding/ interieur Overzicht van het beroepscompetentieprofiel Kerntaak Werkproces Kwalificatie 1. Voert vakhandelingen aan stoffen uit 1.1 Bereidt het uitvoeren van de vakhandelingen X voor 1.2 Voert de vakhandelingen van de werkopdracht X uit 1.3 Voert gebruikersonderhoud aan apparatuur uit X 1.4 Rondt de werkopdracht af X 6

7 Beschrijving van de kerntaken Kerntaak 1 Voert vakhandelingen aan stoffen uit Kerntaak 1 Voert vakhandelingen aan stoffen uit Werkprocessen bij kerntaak 1 Beschrijving kerntaak: De assistent medewerker mode/maatkleding/interieur leest op de werkbon welke opdracht moet worden uitgevoerd. Hij verzamelt onder andere het patroon, de (toile)stof, het garen en de fournituren en brengt deze naar de werkplek. Hij stemt met een collega/de leidinggevende de volgorde van te verrichten vakhandelingen af. De assistent medewerker mode/maatkleding/interieur verricht vakhandelingen om de opdracht te vervaardigen of aan te passen door de stof af te tekenen, te bewerken, te naaien, te plakken en/of te strijken. Hierbij houdt hij rekening met de materiaalkenmerken en de verwerkingseisen. Hij stelt, in overleg met een collega of de leidinggevende, de apparatuur in. Daarna bedient hij de apparatuur en voert de vakhandelingen van de werkopdracht uit. Een eventuele storing aan de apparatuur of een andere afwijking/probleem meldt hij aan de leidinggevende of een ervaren collega. De assistent medewerker mode/maatkleding/interieur voert voorafgaand aan het gebruik van apparatuur een standaardcontrole uit op de werking, de reinheid en de veiligheid van de apparatuur en van de werkplek. Bij een afwijking en/of een probleem informeert hij de leidinggevende of een ervaren collega. Binnen de grenzen van zijn bevoegdheid maakt hij (delen van) apparatuur stofvrij en oliet deze. De assistent medewerker mode/maatkleding/interieur controleert zijn eindproduct. Hij controleert onder andere of het patroon, de maten en het materiaalgebruik overeen komen met de beschrijving op de werkbon. Na het uitvoeren van de opdracht verwijdert hij reststof aan de apparatuur en beoordeelt of de stof hergebruikt kan worden. Daarna vervoert hij de te hergebruiken materialen naar de daarvoor bestemde plaats en ruimt de werkplek op. Tot slot meldt hij, bijvoorbeeld in een volgsysteem, dat de vakhandelingen zijn verricht. 1.1 Bereidt het uitvoeren van de vakhandelingen voor 1.2 Voert de vakhandelingen van de werkopdracht uit 1.3 Voert gebruikersonderhoud aan apparatuur uit 1.4 Rondt de werkopdracht af 7

8 Toelichting: Vakhandelingen aan interieurtextiel kan de assistent medewerker interieur verrichten aan gordijnen, vitrages, dekbedden en (kussen)hoezen/ accessoires. De stof om de vakhandelingen op toe te passen worden door een ervaren collega, bijvoorbeeld een allround medewerker, geknipt/gesneden. Inzicht in het patroon is belangrijk omdat het patroon sommige aanpassingen niet toelaat. Een assistent medewerker mode/maatkleding assisteert bij het maken van rokken, pantalons, blouses en japonnen. Tijdens een standaardcontrole op stof en interieurtextiel let de assistent medewerker mode/maatkleding/interieur onder andere op kleur(nummer), weefstructuur, weeffouten, vleug en dessin. Materiaalkenmerken hebben bijvoorbeeld betrekking op kleur(nummers), vleug, dessin, rek, draadrichting. Het instellen van apparatuur heeft bijvoorbeeld betrekking op maatvoering van het materiaal. 8

9 Totaal overzicht proces-competentie-matrices In de proces-competentie-matrix wordt aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen van een kerntaak. De kruisjes in de tabellen zijn wit op zwart gemarkeerd indien deze bij alle uitstromen van toepassing zijn. 9

10 Bedrijfsmatig handelen Ondernemend en commercieel handelen Gedrevenheid en ambitie tonen Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Plannen en organiseren Leren Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Materialen en middelen inzetten Vakdeskundigheid toepassen Formuleren en rapporteren Presenteren Overtuigen en beïnvloeden Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Samenwerken en overleggen Aandacht en begrip tonen Begeleiden Aansturen Beslissen en activiteiten initiëren Proces-competentie-matrix kerntaak 1 Voert vakhandelingen aan stoffen uit. Kerntaak 1 Voert vakhandelingen aan stoffen uit Competenties A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Werkprocessen 1.1 Bereidt het uitvoeren van de vakhandelingen voor 1.2 Voert de vakhandelingen van de werkopdracht uit 1.3 Voert gebruikersonderhoud aan apparatuur uit 1.4 Rondt de werkopdracht af X X X X X X X X X X X X 10