Thema: Er is voor alles in het leven een (geschikte) tijd

Transcriptie

1 Thema: Er is voor alles in het leven een (geschikte) tijd Liturgie voor de viering op 3 april 217 om 1. uur in de Marktpleinkerk met de Catechesegroep Gehandicapten Hoofddorp Voorganger: ds A.J.O. van der Wal Muzikale medewerking: de 4Uband o.l.v. Andre Kastelein Muzikaal moment door de 4U-band Welkom en mededelingen door de ouderling van dienst Intochtslied: Psalm 33: 1.8 1

2 1. Kom nu met zang en roer de snaren, gij volk, dat leeft van 's Heren recht. Hijzelf heeft zijn getrouwe scharen een lofzang in de mond gelegd. Word'als nooit tevoren door wie Hem behoren t feestlied ingezet! Meld de blijde mare bij de klank der snaren, steek de loftrompet. 8. Wij wachten stil op Gods ontferming, ons hart heeft zich in Hem verheugd. Hij komt te hulp en geeft bescherming, zijn heil'ge naam is onze vreugd. Laat te allen tijde / uwe liefd'ons leiden, uw barmhartigheid. God, op wie wij wachten, / geef ons moed en krachten nu en voor altijd. Gelegenheid tot stil gebed Bemoediging Vredegroet Aansteken van de kaars van de Catechesegroep 2

3 Lied: Lied van het licht: 1 en 2 2. Mensen kijken naar de sterren. Maar dat licht is ver en koud. Steek een kaars aan. Die vertelt je van het Licht dat van ons houdt. Refrein: Het wordt anders. Het wordt lichter. Het wordt licht voor jou en mij en voor iedereen op aarde. Het wordt licht. God is dichtbij. Kaars aansteken voor Marijke. Hierna wordt Mag ik dan bij jou? gezongen door Dineke en Bart Waar hebben we het over gehad? Drempelgebed 1.Mensen kijken in het donker naar een wereld vol verdriet. Steek een kaars aan. Die vertelt je van het Licht dat je straks ziet. Refrein: Het wordt anders. Het wordt lichter. Het wordt licht voor jou en mij en voor iedereen op aarde. Het wordt licht. God is dichtbij 3

4 2. Vieren is met open handen vrij ontvangen wat er komt. wat verkild is en verstomd, Aan nieuw vuur laten ontbranden. 3. Vieren is je laten dragen door genade, door elkaar door een lied en een verhaal er is ruimte voor je vragen. 4

5 Het Woord gehoord We zingen: 2. Wij geven Gods verhalen door en wie zich openstelt ervaart misschien een beetje licht door wat er wordt verteld. 3. Straks zoeken wij elkaar weer op En elk heeft zijn verhaal Het licht verbindt ons met elkaar. Het is voor allemaal. De kinderen nemen het licht mee en gaan naar de kinderverteldienst 5

6 Zingen: Lied 845 als lezing van Prediker 3 Tijd van vloek, en tijd van zegen tijd van droogte tijd van regen dag van oogsten tijd van nood tijd van stenen tijd van brood. Tijd van liefde nacht van waken uur der waarheid dag der dagen toekomst die gekomen is woord dat vol van stilte is. Tijd van troosten tijd van tranen tijd van mooi zijn tijd van schamen tijd van jagen nu of nooit tijd van hopen dat nog ooit. Tijd van zwijgen zin vergeten nergens blijven niemand weten tijd van kruipen angst en spijt zee van tijd en eenzaamheid. Wie aan dit bestaan verloren nieuw begin heeft afgezworen wie het houdt bij wat hij heeft sterven zal hij ongeleefd. Tijd van leven om met velen brood en ademtocht te delen wie niet geeft om zelfbehoud leven vindt hij honderdvoud. 6

7 Schriftlezing: Lucas 15: 2-32 verhaal van de verloren zoon (Tekst uit de Kijkbijbel) Jezus vertelt nog een verhaal. Een vader heeft twee zoons. Allebei werken ze bij hem op het land. Op een dag zegt de jongste zoon tegen zijn vader: Vader, als u later doodgaat, krijg ik een deel van alles wat u bezit. Kan ik dat nu alvast krijgen? Dat kan, zegt zijn vader en hij verdeelt zijn bezit tussen zijn twee zoons. Kort daarna verkoopt de jongste alles. Dan gaat hij met het geld op reis naar een ver land. Ver van huis leeft hij er vrolijk op los. Hij maakt al zijn geld op. Nu heeft hij niets meer te eten. De mensen gooien hem overal uit! En dan komt er in dat land ook nog hongersnood. Hij trekt er op uit. Met veel moeite kan hij werk krijgen bij een boer. Die stuurt hem zijn land op. Hij mag op de varkens passen. Wat heeft hij een honger! Hij zou het varkensvoer wel willen opeten! Maar niemand geeft hem wat Dan denkt hij bij zichzelf: De knechten die bij mijn vader op het land werken, hebben meer dan genoeg te eten. En ik? Ik sterf hier van de honger. Weet je wat, ik ga terug naar mijn vader. Ik zeg: Noem me maar niet langer uw zoon. Mag ik als knecht bij u komen werken? Hij gaat terug. En wie staat op hem te wachten? Zijn vader! Als zijn vader hem ziet komen, krijgt hij tranen in zijn ogen. Hij holt naar zijn zoon toe, slaat zijn armen om hem heen en kust hem. Vader, zegt de zoon, ik heb verkeerd gedaan. 7

8 Noem me maar niet langer uw zoon. Maar zijn vader roept tegen de knechten: Mijn zoon is weer terug! Vlug, haal voor hem de mooiste kleren die we in huis hebben. Doe hem een ring om zijn vinger en trek hem een paar sandalen aan. We gaan feestvieren! Even later komt de oudste zoon thuis van zijn werk. Hij hoort muziek en vraagt wat er aan de hand is. Uw broer is thuisgekomen, zegt een van de knechten. Dan wordt hij heel erg boos. Het is niet eerlijk, zegt hij tegen zijn vader. Ik heb altijd hard gewerkt, maar ik heb nog nooit iets moois van u gekregen. Mijn broer heeft er maar vrolijk op los geleefd. En nu die terugkomt, maakt u meteen een feestmaal voor hem klaar. Maar jongen, zegt zijn vader, jij bent toch altijd bij mij. En alles wat van mij is, is net zo goed van jou. Wees blij en kom ook feestvieren. Begrijp het toch: ik had een zoon verloren, ik was hem helemaal kwijt. Maar nu heb ik hem weer terug! 8

9 Zingen: Lied 388: Voor ieder van ons een plaats aan de tafel, voor iedere vrouw, voor iedere man. Niet minder of meer, de een of de ander: het delen van macht is deel van ons plan. Refrein 9

10 3. Voor jong en voor oud een plaats aan de tafel, want iedere stem geeft klank aan het koor. Een hand zoekt een hand, de jongste de oudste; ze vinden elkaar en niemand gaat voor. Refrein Uitleg en verkondiging Zingen: Geroepen om te zingen: 187 k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God. Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, zijn vrede woont in mij. k Zie naar Hem op en k weet: Hij is mij steeds nabij. De kinderen komen terug uit de kinderverteldienst Het Woord beantwoord Mededelingen door de ouderling van dienst 1

11 Dankgebed en voorbeden stil gebed gezamenlijk gezongen Onze Vader (Lied 371) 11

12 12

13 Inzameling van de gaven: 1. Diaconie (catechese gehandicapten) 2. Wijkkerk Tijdens de collecte zingen we ons bloklied: Maak een vrolijk geluid voor de Heer Maak een vrolijk geluid voor de Heer Of je thuis bent, of buiten op straat Maak een vrolijk geluid voor de Heer met de bel van je fiets op de maat Want een vrolijk geluid maakt Hem blij Doe je mee, want ook jij hoort erbij Zing en fluit Roep het uit Maak een vrolijk geluid voor de Heer Maak een vrolijk geluid voor de Heer Of je bruin bent, of sproetig of blond Maak een vrolijk geluid voor de Heer met je hand of je voet of je mond Want een vrolijk geluid maakt je blij Ben je ziek of gezond, kom erbij Ook je stem Is van Hem Maak een vrolijk geluid voor de Heer 13

14 Maak een vrolijk geluid voor de Heer Of je thuis bent, of buiten op straat maak een vrolijk geluid voor de Heer Met de bel van je fiets op de maat Want een vrolijk geluid maakt Hem blij Dat Hij jubelt met jou en met mij Zing en fluit Roep het uit Maak een vrolijk geluid voor de Heer De kinderen uit de crèche komen binnen Slotlied: Lied 416: Ga met God en Hij zal met je zijn Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn: bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn: in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met je zijn. 14

15 Slotwoord en zegen De uitgangscollecte is bestemd voor: Centraal kerkenwerk Na de dienst is er koffie en thee en limonade Er is vanavond geen dienst Ieder een goede zondag en een goede week toegewenst! 15