Digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders. Mr. J.A. de Swart

Transcriptie

1 Digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders Mr. J.A. de Swart

2 Beknopte geschiedenis Aanleiding voor het DBR : Noblesse Oblige (2009) & Paritas Passé (2012) Kabinetsbesluit (5 april 2013) - Oprichten centraal beslagregister - Verzoek aan KBvG om ontwerp en kostenbegroting te maken 3 fasen: Functioneel ontwerp Start zomer 2013 Afgerond januari 2014 Bouw/testen Start 1 april 2014 Eerste derdenbeslag ingeschreven op 19 december 2014 Uitrol/implementatie 50 kantoren in juni 2015 aangesloten Overige kantoren (ook zelfbouwers) zijn per 1 november 2015 aangesloten en kunnen uitwisselen. Deadline is gehaald Per 1 januari 2016 is DBR gestart

3 Regelgeving DBR Verordening Beslagregister voor gerechtsdeurwaarders Goedgekeurd door Staatssecretaris op 20 juli 2015 Eind oktober 2015 publicatie in Staatscourant 1 januari 2016 verbindend voor alle leden KBvG Reglement Beslagregister voor gerechtsdeurwaarders Goedgekeurd door ledenraad KBvG op 3 september 2015 Vaststelling door bestuur KBvG op 5 oktober januari 2016 verbindend voor alle leden KBvG

4 Structuur beslagregister Wat is het beslagregister? Het digitaal systeem voor de inschrijving van de door het bestuur van de KBvG bij Reglement aangewezen beslagen die zijn gelegd door een gerechtsdeurwaarder in het kader van de uitoefening van zijn wettelijke taak als openbaar ambtenaar (artikel 1 VO DBR). Wat is het doel van het beslagregister? - te voorkomen dat de schuldeiser, in onwetendheid omtrent de beslagpositie van de schuldenaar, proces- of executiekosten maakt, althans die kosten zoveel mogelijk te beperken; - te bevorderen dat de beslagvrije voet van de schuldenaar op de juiste wijze wordt vastgesteld en toegepast (artikel 3 VO DBR).

5 Wie heeft toegang? De gerechtsdeurwaarder en anderen, op zijn kantoor en onder zijn gezag werkzaam, die geautoriseerd zijn voor toegang tot het beslagregister, zowel ter inschrijving, wijziging, doorhaling als ter raadpleging en voor zover hiertoe noodzakelijk (artikel 9 lid 2 VO DBR). Wie is de verantwoordelijke voor het beslagregister? Systeemverantwoordelijke: Het bestuur van de KBvG is verantwoordelijk voor de inrichting en beheer. Uitvoering van technisch beheer door SNG (artikel 2 en 4 VO DBR).

6 Gegevensverantwoordelijke: De gerechtsdeurwaarder is de verantwoordelijke met betrekking tot de persoonsgegevens die hij heeft geregistreerd in het beslagregister. Mocht een gerechtsdeurwaarder de persoonsgegevens na raadpleging verder verwerken, dan is deze gerechtsdeurwaarder ook hiervoor de verantwoordelijke. De gerechtsdeurwaarders en het bestuur van de KBvG zijn, met betrekking tot de verwerking van de persoonsgegevens in het kader van het beslagregister, beiden (deel)verantwoordelijke in de zin van artikel 1, sub d, van de Wet bescherming persoonsgegevens (toelichting artikel 4 VO DBR). Consequentie: zowel bestuur van de KBvG als de gerechtsdeurwaarder moeten een melding doen bij het CBP (AP)!

7 Wie is de bewerker? In opdracht van het bestuur van de KBvG en van de gerechtsdeurwaarder is de SNG belast met de uitvoering van de gegevensverwerking in het beslagregister (artikel 5 VO DBR). Beveiliging: Het bestuur van de KBvG draagt zorg dat de bewerker aansluit bij de CBP Richtsnoeren Beveiliging van Persoonsgegevens en ISO Toegang wordt verkregen op basis van een system-to-system-koppeling. Identificatie en authenticatie op basis van PKI-cliëntcertificaat en uniek toegekend aansluitnummer. Versleutelde communicatie en automatische logging. Beveiliging jaarlijks getoetst middels een EDP-audit. Gebruik van het beslagregister tweejaarlijkse audit bij de gerechtsdeurwaarder door een externe auditor (artikel 8 Reg DBR).

8 Bewaren en vernietigen van gegevens Een in het beslagregister doorgehaalde inschrijving is uitsluitend te raadplegen door de gerechtsdeurwaarder die het betreffende beslag heeft doorgehaald. De gegevens met betrekking tot een inschrijving worden nog maximaal twee maanden na doorhaling daarvan in het beslagregister bewaard, waarna deze persoonsgegevens geautomatiseerd worden vernietigd (artikel 5 Reg. DBR).

9 Recht op inzage/correctie: De gerechtsdeurwaarder draagt zorg dat de schuldenaar of andere betrokkene de rechten, zoals neergelegd in de Wet bescherming persoonsgegevens, daadwerkelijk kan uitoefenen. Bij Reglement worden hierover nadere regels gesteld (artikel 4 VO DBR). Een schuldenaar of andere betrokkene kan zich met dergelijke verzoeken rechtstreeks wenden tot een gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder die een dergelijk verzoek ontvangt draagt zorg voor de deugdelijke vaststelling van de identiteit. De gerechtsdeurwaarder verstrekt de gegevens namens zichzelf als zijnde verantwoordelijke, Voor zover het persoonsgegevens betreffen met betrekking tot welke een andere gerechtsdeurwaarder verantwoordelijke is, doet hij dat namens deze andere gerechtsdeurwaarder (artikel 7 lid 3 Reg. DBR).

10 Gebruik beslagregister Inschrijving in het beslagregister De gerechtsdeurwaarder schrijft het door hem gelegde beslag binnen drie werkdagen na het gelegde beslag in het beslagregister in. Idem voor wijzigingen. Een werkdag is een dag, niet zijnde een zaterdag, zondag, algemeen erkende feestdag in de zin van de Algemene termijnenwet of een daarmee gelijkgestelde dag als bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid, van de Algemene termijnenwet (artikel 7 lid 3 VO DBR). De verplichte inschrijving van een beslag geldt alleen ten aanzien van een beslagsoort zoals nader omschreven bij Reglement (artikel 7 lid 4 VO DBR). De beslagsoort luidt: executoriaal derdenbeslag op een vordering tot periodieke betaling waaraan een beslagvrije voet is verbonden als bedoeld in artikel 475c van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering, daaronder begrepen executoriale derdenbeslagen op toeslagen als bedoeld in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (artikel 2 lid 1 Reg. DBR).

11 Welke gegevens worden ingeschreven: de datum van het beslag, de wijziging of de opheffing daarvan; de naam van het gerechtsdeurwaarderskantoor waaraan de inschrijvende gerechtsdeurwaarder is verbonden; het dossiernummer of ander kenmerk waaronder het beslag in de administratie van dat kantoor is opgenomen; het burgerservicenummer of, indien het een niet-natuurlijk persoon betreft het nummer van de Kamer van Koophandel, waarmee de schuldenaar kan worden geïdentificeerd; voor zover de inschrijving betrekking heeft op een verhaalsbeslag, de som tot verhaal waarvoor het beslag is gelegd (artikel 7 lid 5 VO DBR).

12 de SNG-aansluitcode van het gerechtsdeurwaarderskantoor; het nummer van de Kamer van Koophandel van de schuldenaar, indien hij is ingeschreven in het handelsregister van ondernemingen en rechtspersonen als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007; bij een derdenbeslag, het burgerservicenummer of rechtspersonen samenwerkingsverband informatienummer van de derde alsmede de hoogte van de toegepaste beslagvrije voet; de eventuele preferentie van de vordering tot verhaal waarvan het beslag is gelegd en de rechtsgrond van het gestelde voorrecht (artikel 2 lid 2 Reg. DBR).

13 Actualiteit van gegevens: De gerechtsdeurwaarder is verantwoordelijk voor de juistheid, volledigheid en actualiteit van de door hem in het beslagregister ingeschreven gegevens. Bij Reglement kunnen hierover nadere regels worden gesteld (artikel 4 VO DBR). Heeft de gerechtsdeurwaarder gerede twijfel omtrent de juistheid van de door een andere gerechtsdeurwaarder ingeschreven gegevens, dan deelt hij deze andere gerechtsdeurwaarder dat zo spoedig mogelijk mee, onder opgave van redenen (artikel 7 lid 7 VO DBR).

14 Raadpleging van het beslagregister De verplichte raadpleging van het beslagregister voorafgaand aan het verrichten van een reeds opgedragen ambtshandeling geldt alleen ten aanzien van ambtshandelingen zoals bij Reglement nader bepaald (artikel 8 lid 1 VO DBR). Welke ambtshandelingen: een op een verhaalsvordering betrekking hebbend exploot van dagvaarding, oproeping, of aanzegging die het geding inleidt; een executoriaal beslag van de aangewezen soort, met uitzondering van de betekening van een exploot van een zodanig beslag (artikel 4 lid 1 Reg. DBR).

15 Welke ambtshandelingen niet: exploten van dagvaarding, oproeping, of aanzegging die het geding inleiden die gelijktijdig betrekking hebben op een of meerdere vorderingen van niet-geldelijke aard (bijvoorbeeld huurvordering met ontbinding/ontruiming), tenzij de nevenvordering uitsluitend ziet op het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de vordering; ambtshandelingen die betrekking hebben op een conservatoir beslag, daaronder begrepen de betekening van een zodanig beslag, de betekening van de eis in de hoofdzaak en de eventuele betekening daarvan aan een derde en/of vennootschap; ambtshandelingen waarbij verzet, hoger beroep of cassatie wordt ingesteld of die betrekking hebben op derdenverzet of herroeping; alle spoedeisende zaken waarin een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist (artikel 4 lid 2 Reg. DBR).

16 Termijn: De termijn tussen de voorafgaande raadpleging en de daarop volgende ambtshandeling wordt nader bepaald bij Reglement (artikel 8 lid 2 VO DBR). De termijn als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Verordening is maximaal 28 dagen (artikel 4 lid 3 Reg. DBR).

17 Gevolgen raadpleging Indien blijkt dat ten aanzien van de schuldenaar gegevens zijn geregistreerd waaruit redelijkerwijs voorzienbaar is dat de vordering waarop de opgedragen ambtshandeling betrekking heeft bij onveranderde omstandigheden niet binnen drie jaren na die raadpleging op de schuldenaar zal kunnen worden verhaald, informeert de gerechtsdeurwaarder de opdrachtgever aantoonbaar omtrent dit vooruitzicht. Wenst de opdrachtgever dat de ambtshandeling wordt verricht, dan kan de gerechtsdeurwaarder de ambtshandeling slechts uitvoeren indien de opdrachtgever aantoonbaar heeft bevestigd dat hij bij zijn oorspronkelijk verzoek volhardt (artikel 8 lid 4 VO DBR). Voor de zogenoemde repeat-players is het mogelijk om met de gerechtsdeurwaarder van tevoren contractuele (werk)afspraken te maken over de informatie- en bevestigingsverplichting. (toelichting op artikel 8 lid 4 VO DBR).

18 Blijken ten laste van de schuldenaar meer beslagen te zijn gelegd, dan is de gerechtsdeurwaarder bevoegd de gerechtsdeurwaarder die het oudste executoriale beslag heeft gelegd, dan wel met de inning en verdeling van de executieopbrengst is belast, nadere inlichtingen te vragen en verstrekt de laatste deze onverwijld. De inlichtingen strekken niet verder dan nodig om een redelijke schatting van de verhaalbaarheid van de vordering te vergemakkelijken (artikel 8 lid 3 VO DBR).

19 Kosten: Bij inschrijving, wijziging of doorhaling: geen kosten verschuldigd aan SNG. Bij raadpleging: berichtprijs verschuldigd aan SNG. Berichtprijs 0,25 (voorheen 0,15) per bevraging. Handelingskosten conform BRP-bevraging: 1,27 ex btw. Kosten opnemen als verschot in kostenstaat bij ambtshandeling. Geen ambtshandeling (dgv of beslag gaat niet door na raadpleging DBR): kosten belasten bij opdrachtgever.

20 DBR 2.0 Verbetering onderlinge gegevensuitwisseling tussen kantoren. Actueler beeld van de beslagpositie. Minder administratieve handelingen en dus minder werkbelasting. Deze veranderingen komen eraan: actueel openstaand bedrag; datum laatste betaling; de drie laatste inhoudingen met datum; openstaand totaal preferent beslag; actualisatie minimaal 1 keer per maand (liever nog per week); beslagnummer vermelden bij een mutatiebericht. Verwacht tijdspad: realisatie uiterlijk eind 2017.

21