Concept beleidsvoornemen. Beleidsvoorstellen. Probleem/oorzaak-analyse

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Concept beleidsvoornemen. Beleidsvoorstellen. Probleem/oorzaak-analyse"

Transcriptie

1 C12592 RWS ; * v.' m Concept beleidsvoornemen Beleidsvoorstellen Probleem/oorzaak-analyse Bloemlezing

2 S: s, ^ *

3

4 Voor kennis werpt vruchten af Deze rapportage is opgesteld door de Werkgroep Kennis. Zij geeft de bevindingen weer van een 'quick scan' van het kennisterrein binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het project is één van de activiteiten die plaatsvinden in het kader van de 'Agenda van de Toekomst' van de Bestuursraad. De rapportage is een voorteken van de kennisorganisatie in de 21e eeuw. Voorkennis werpt zijn vruchten af en zorgt voor kennis. De analyse en conclusies van deze rapportage geven een algemeen beeld van het kennisbeleid en opvattingen hierover binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en gelden in meer of mindere mate voor de afzonderlijke onderdelen van het ministerie. Opbouw van de rapportage De rapportage bestaat uit vijf delen. Wij staan kort stil bij de aanleiding voor deze rapportage. Vervolgens schetsen wij de belangrijke veranderingen en trends in de omgeving, waarna de uitgangssituatie kort beschreven wordt. De veranderingen en de uitgangssituatie vormen gezamenlijk de basis voor de analyse. De rapportage sluit af met enkele actiepunten en aanbevelingen. V

5 vt^lcar

6 Hoofdstuk 1: Aanleiding en introductie 1.1 Hoofdvraag 1.2 Werkwijze 1.3 Probleembesef 1.4 Wat is kennis? 1.5 Waarom kennis? 1.6 Wat is het probleem? Hoofdstuk 2: Veranderingen in de omgeving 2.1 Ontstaan van informatie-samenleving 2.2 Veranderingen in het kennisparadigma 2.3 Veranderingen in beleid en besluitvorming Hoofdstuk 3: Uitgangspositie 3.1 V&W doet veel aan kennis 3.2 Deskundigheid en vakmanschap 3.3 Georganiseerde aanbiedersmarkt 3.4 Kennisinstituten vormen betrouwbare partners 3.5 Toepassingsgerichte oriëntatie * ' Hoofdstuk 4: Analyse 4.1 Gedeelde visie op kennis ontbreekt 4.2 Doelen van kennisontwikkeling variëren 4.3 Organisatie van kennisontwikkeling moeilijk veranderbaar 4.4 Te grote afhankelijkheid van kennis Hoofdstuk 5: Aanbevelingen 5.1 Ontwikkel een visie op kennis 5.2 Organiseer kennis flexibeler 5.3 Kies positie op 'kennis voor de markt' 5.4 Maak kennis onafhankelijker Deelnemers werkconferenties Colofon

7 , r H CT1 ïcrociiicïie Op haar 'Agenda van de Toekomst' heeft de Bestuursraad van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat het onderwerp 'Kennis' gezet. Een eerste aanleiding vormt de 'Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998)', een financieel overzicht van de uitgaven aan kennis. Een tweede aanleiding is de kennisnota die de directie Kennis in 2000 uitbrengt. De Bestuursraad geeft middels de rapportage 'Voor kennis' mede richting aan die nota. hooiusiuk I

8 Aanleiding en introductie 1.1 Hoofdvraag De opdracht aan de werkgroep Kennis luidde: 'Verken het thema kennis'. Hoewel het belang van dit onderwerp in alle gesprekken hierover onomstreden bleek, heeft het enige tijd gekost de hoofdvraag scherp te krijgen. De inventarisatie van de huidige kennisinvesteringen - de eerste stap in dit project - beantwoordde veel vragen naar feiten. Tegelijkertijd riep deze inventarisatie nieuwe vragen op. De kernvraag was hoe de gegevens te waarderen. Een referentiekader is immers afwezig. Verrichten we als ministerie voldoende strategisch onderzoek? Hoe bepaal je dat? Zijn we in staat ruimte te maken voor nieuwe thema's? En zijn we in staat met minder belangrijke kennisonderdelen te stoppen? De inventarisatie resulteerde daarmee in een door de leden van de Bestuursraad vrijwel unaniem geformuleerde hoofdvraag: 'Verricht het Ministerie van Verkeer en Waterstaat - met het oog op de veranderende omgeving - de adequate kennisinvesteringen?'. 1.2 Werkwijze De werkgroep Kennis heeft zich ten doel gesteld de hoofdvraag te beantwoorden en voorstellen ter verbeteringen te doen. Hierbij is gebruik gemaakt van de genoemde 'Verkenning Kennisinvestering V&W'. Ook de rijkdom aan informatie van het Project Kennisbeleid - een project ter voorbereiding van de komende nota 'Kennisbeleid' - is gebruikt. De hoofdvraag is in eerste instantie gesteld aan de vragers van kennis binnen V&W: de beleidsdirecties en regionale directies. Op basis van de reacties is vervolgens gesproken met de belangrijkste aanbieders van kennis binnen en buiten V&W. Deze gesprekken hebben de vier thema's opgeleverd die centraal staan in deze rapportage. 1.3 Probleembesef Een van de constateringen is geweest, dat met name de vragers onvoldoende gestructureerd nadenken over kennis. Kennis en kennisbeleid krijgen weinig aandacht en raken ondergesneeuwd door korte-termijn-problemen. Gebrek aan kennis en kennisbeleid wordt kennelijk niet als een echt probleem ervaren. Deze rapportage trekt geen conclusies, maar formuleert acties en aanbevelingen. Als deze acties worden uitgevoerd, is een begin gemaakt met het actief voeren van een kennisbeleid en van kennismanagement op V&W-niveau. 1.4 Wat is kennis? Voor een goed begrip van het fenomeen 'kennis' is het belangrijk een eenduidige definitie te verwerven. Volgens de opstellers van deze rapportage is 'kennis' meer dan 'gegevens' en ook meer dan 'informatie'. Data op zich zijn zonder betekenis (zoals zomaar getal 5). Data worden informatie als ze betekenis krijgen (5 meter boven NAP). Kennis wordt pas echt relevant als er een handelingsperspectief aan gekoppeld kan worden (urgent: stormvloedkering sluiten). 'Kennis' is dus een ruim begrip, want om te

9 Aanleiding en introductie handelen zijn vakmanschap/deskundigheid, ervaring, vaardigheden en attitudes nodig. In onze visie is kennis een competentie van mensen voor effectief handelen. Kennis kan expliciet gemaakt zijn en zijn opgeslagen in bijvoorbeeld documenten of op Cd-rom. Kennis zit ook in hoofden van mensen en uit zich in het gedrag van mensen. Daarmee strekt kennismanagement zich automatisch uit tot strategisch personeelsbeleid en vice versa. Alhoewel het twee zijden van dezelfde medaille zijn, gaat deze rapportage niet in op de relatie en samenhang van kennismanagement en personeelsbeleid. Waarom kennis? 1.5 Kennis dient meerdere doelen. Deze doelen zijn in meer of mindere mate herkenbaar binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Kennis dient in ieder geval ter onderbouwing van beleid en uitvoering. Daarnaast is kennisontwikkeling gericht op het verwerven van nieuwe inzichten, het ontstaan van nieuwe concepten en daarmee eigenlijk op innovatie en vooruitgang. Een derde betekenis van kennis is dat het een polyloog (veelstemmigheid) creëert. Dé waarheid bestaat immers niet. Ten vierde is er een toenemende erkenning van kennis - naast arbeid, kapitaal en grondstoffen - als productiefactor: kennis om (meer)waarde te genereren. Wat is het probleem? 1.6 In de hoofdvraag ligt de vraag besloten of Verkeer en Waterstaat voldoende is voorbereid op de veranderende omgeving. Er doen zich op het terrein van kennis veranderingen voor in de omgeving van V&W die nieuwe eisen stellen aan het kennisbeleid en de kennisorganisaties. Als gevolg van internationalisering, sociaal-culturele ontwikkelingen en de opkomst van de kenniseconomie, verandert de waarde van kennis en de rol die kennis speelt in bedrijfs- en beleidsprocessen. Trefwoorden in deze ontwikkeling zijn: kennis en handelen raken met elkaar verweven, kennisontwikkeling is een interactief proces, er is geen monopolie op kennis en kennis is niet meer altijd lang houdbaar. Aangezien V&W altijd veel aan kennis en kennisontwikkeling gedaan heeft, is er een goede uitgangspositie. Tegelijkertijd is er een aantal problemen. Aan de vraagkant (beleid en uitvoering) ligt het probleem in het ontbreken van een samenhangende visie op en een duidelijke doelstelling van het kennisbeleid. Aan de aanbodkant is het probleem dat de organisatiestructuur historisch is bepaald. Het is onduidelijk of deze structuur de optimale organisatievorm is en voldoende tegemoet komt aan veranderende eisen. Het laatste probleem, waarvoor zowel aanbod- als vraagzijde verantwoordelijk zijn, vormt de te grote afhankelijkheid van kennis. Deze problemen beletten V&W zich aan te passen aan de nieuwe situatie die vraagt om het flexibel, meerstemmig ontwikkelen van kennis in interactie met andere landen, departementen, organisaties en mensen. Als onze kennis niet 'goed' is, is ons handelen niet effectief.

10 as. De belangrijkste verandering in onze omgeving is het ontstaan van de informatie-samenleving. De informatie-samenleving wordt gekenmerkt door het grote economische en maatschappelijke belang van kennis en informatie. Toegang tot informatie en kennis is een belangrijke voorwaarde voor het maatschappelijk en economisch functioneren. De ontwikkeling en algemeen verbreide toepassing van informatie- en communicatietechnologie (ICT) spelen hierbij een grote rol. hoof ds luk

11 Veranderingen in de omgeving 2.1 Ontstaan van informatie-samenleving Hoewel de informatie-samenleving niet mogelijk is zonder ICT, is ze niet te reduceren tot ICT. Sociaal-culturele ontwikkelingen, voortschrijdende internationalisering en de opkomst van een kenniseconomie zijn belangrijke ontwikkelingen die bepalend zijn voor en bijdragen aan de informatie-samenleving Sociaal-culturele ontwikkelingen Een informatie-samenleving kan niet ontstaan zonder veranderingen in de samenleving zelf. Een van de belangrijkste veranderingen die na WO-II in de westerse landen is opgetreden, is de democratisering van het onderwijs: kinderen uit meer rangen en standen kregen toegang tot voortgezet onderwijs. Het opleidingsniveau van de bevolking is gestaag gestegen. Dit leidde tot de opkomst van een sterke middenklasse. Deze ontwikkeling werd gestimuleerd door de opkomst van de massamedia, die velen een blik op een wijdere wereld bood. Zoals de jaren zestig en zeventig hebben laten zien, gingen de veranderingen met horten en stoten. Op diverse fronten werd gemorreld aan de bestaande gezagsverhoudingen en werden hiërarchieën vervangen door overleg en onderhandeling tussen min of meer gelijkwaardige partners. Deze emancipatoire en egalitaire verworvenheden zijn niet altijd structureel geweest, maar zijn opgenomen in het westerse normen- en waardepatroon. In het beleidsproces vertaalt zich dat in de sterk toegenomen behoefte aan inbreng van burgers en daarmee in het belang van participatieve besluitvorming. Een andere belangrijke sociaal-culturele ontwikkeling is het opkomen van de individualisering. We worden steeds afkeriger van groepsarrangementen. Het aantal alleenwonenden neemt toe. CAO-afspraken moeten ruimte bieden aan individuele regelingen van werktijden en salaris. De flexibilisering leidt tot nieuwe organisatievormen met als toekomstbeeld de netwerkorganisatie, bestaande uit een tijdelijk verband van zelfstandig werkenden. Een en ander heeft ook geleid tot een grotere mobiliteit, zowel in sociaal als in geografisch opzicht. Mobiliteit, internationalisering en de mogelijkheden van ICT leiden tot een andere organisatie van tijd en ruimte, bijvoorbeeld een 24-uurseconomie, telewerken, wereldwijde Internet-communities, maar ook veel fysieke mobiliteit en de daarmee verbonden problemen. Door de sociaal-culturele ontwikkelingen zijn de rol en betekenis van kennis toegenomen. Kennis is gedemocratiseerd. Kennis is niet langer macht, want besluiten moeten in samenspraak met vele anderen (andere departementen, actiegroepen enzovoorts) genomen worden. In dit proces brengen meerdere partijen kennis in Internationalisering De ontwikkeling van kennis heeft in toenemende mate een internationaal karakter. Dit heeft een aantal oorzaken.

12 ' Veranderingen in de omgeving Veranderende geopolitieke verhoudingen Naast de opkomst en val van landen en machtsblokken kenmerken de geopolitieke verhoudingen zich door de opkomst van diverse internationale organisaties die de vrije uitwisseling van goederen, mensen en kennis bevorderen. Nationale overheden verliezen een deel van hun beleidsruimte aan deze internationale instellingen. Hierbij valt te denken aan het toenemend belang van 'Brussel', de Europese Bank en de GATT. De Europese Commissie speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van kennisontwikkeling (Vijfde Kaderprogramma). ' * Problemen vergen internationale aanpak Een aantal problemen zoals rond milieu, water en normering (telecommunicatie) kan alleen internationaal worden aangepakt. Op beleidsniveau speelt Europa dan ook een steeds belangrijkere rol in de regelgeving. Zo is de nieuwe Telecom-wet voor een belangrijk deel gebaseerd op Europese regelgeving. Dit betekent dat landen zich nauwelijks van elkaar kunnen onderscheiden op basis van fiscale of juridische mogelijkheden. De laatste onderwerpen waarmee een land kan 'concurreren' met andere Europese landen bij het aantrekken van (nieuwe) bedrijvigheid, zijn de kennisintensiteit en het innovatievermogen. > ICT leidt ertoe dat de grotere complexiteit die gepaard gaat met geografisch gespreide productieprocessen kan worden beheerst. Verplaatsing van onderdelen van het proces naar andere landen is dus mogelijk. Dit heeft soms geleid tot verplaatsing van arbeid naar 'lage-lonen landen', maar zeker ook tot een groei van het aantal buitenlandse vestigingen in Nederland. Bedrijven willen toch graag in de buurt van hun afzetmarkt zitten. Hoge ontwikkelkosten, korte terugverdientijd Een derde oorzaak van de toenemende internationalisering op het kennisterrein zijn de hoge kosten van het ontwikkelen van nieuwe technologieën en producten in combinatie met de kortere terugverdientijd als gevolg van korte productcycli (zie kenniseconomie). Dit dwingt ondernemingen tot het aangaan van allianties op wereldvlak Kenniseconomie Een derde belangrijke verandering in de omgeving is de opkomst van de kenniseconomie. 'Hoe technologischer de maatschappij wordt, hoe belangrijker kennis over mensen en maatschappelijke verhoudingen wordt' (Jacobs, Het Kennisoffensief, 1999). Toch - aldus Jacobs - wordt de kenniseconomie gedomineerd door discussies over technologie. Zijns inziens komt dit doordat de kenniseconomie tot stand is gekomen als gevolg van technologie. Dat neemt niet weg dat menselijke kennis noodzakelijk is om optimaal van die technologie gebruik te maken. Jacobs onderscheidt vier stadia in de ontwikkeling van de kenniseconomie. Het eerste stadium is de informatisering als gevolg van een brede toepassing van ICT. De kenmerken zijn onder meer een sneller(e) transport en uitwisseling en verwerking van informatie.

13 Veranderingen in de omgeving Dit creëert mogelijkheden voor het samentrekken van bedrijfsprocessen met als gevolg het tweede stadium: kortere productcycli, waarbij productspecificaties voortdurend worden aangepast op basis van (massale) klantspecificaties. Product- en procesinnovaties lopen in elkaar over en kennis van bijvoorbeeld markten en levenspatronen wordt belangrijker. Korte levenscycli leiden tot specialiseren en combineren, het tot stand brengen van goed op elkaar inspelende netwerken. Hierbij wordt veel kennis uitgewisseld. Onderling vertrouwen is daarbij onmisbaar. Het derde stadium kent een toenemend belang van immateriële elementen in de economie: marketing, design, gebruiksvriendelijkheid en entertainment. Immateriële kennis is bovendien minder snel te imiteren dan gematerialiseerde kennis. Voor het kennisbeleid wordt het dan ook des te belangrijker om op deze ontwikkeling in te spelen. Dat kan door meer aandacht te besteden aan immateriële kennis en door kennisnetwerken tot stand te brengen. De kennisnetwerken behoren tot het vierde stadium: de netwerkeconomie. 2.2 Veranderingen in het kennisparadigma Toenemende complexiteit en een mondige bevolking betekenen dat besluiten in samenspraak met vele anderen genomen moeten worden. In dit proces brengen meerdere partijen kennis in. Het monopolie op kennis is daardoor definitief voorbij. Meerdere perspectieven zijn mogelijk, meerstemmigheid is zelfs noodzakelijk om nieuwe ideeën op te doen. Door het uitwisselen en bediscussiëren van ideeën en ervaringen wordt nieuwe kennis gecreëerd; interactie en betrokken zijn bij een netwerk: daar gaat het om. Het paradigma op kennis verandert dan ook. Het standpunt dat er zoiets bestaat als 'de beste kennis' of'de beste oplossing' (af te meten aan een objectieve maatstaf) is verlaten. Kennisontwikkeling wordt meer gezien als een iteratief proces, tot stand gekomen door interactie met meerdere partijen (en meerdere stemmen) en niet lang houdbaar. Dit betekent ook dat V&W niet meer het monopolie op kennis heeft of dat dit het beste zou zijn: we zijn één van de stemmen in het koor. V De eerder genoemde korte productcyclus leidt ertoe dat kennis vaak al doende moet worden opgedaan (learning by doing). Handelen en kennis raken steeds meer met elkaar verbonden. Dit betekent overigens niet dat 'kennis en kennisontwikkeling' nu de doelstelling worden. Binnen V&W zal het handelen bijna steeds voorop blijven staan. Door de noodzaak van uitwisseling, maar ook de enorme toegankelijkheid van bronnen en informatie, is het niet mogelijk of vruchtbaar om kennis tot exclusief eigendom te maken. De houdbaarheid is kort. Voorbeeld uit deprakrijk: Linux Linux is een computerbesturingssysteem waarbij dankbaar gebruik wordt gemaakt van kennis in de samenleving door de mogelijkheden die internet met de aangesloten communities als netwerk biedt.

14 Veranderingen in de omgeving De grondbeginselen zijn gelegd door een Finse student. Vervolgens is het wereldwijd door doe-het-zelvers verbeterd en uitgebouwd. Microsoft beschouwt het op dit moment als een van haar grootste concurrenten mede doordat Linux in feite ieders en daarmee niemands bezit is. Er wordt door Linux optimaal gebruik gemaakt van latent aanwezige kennis waarbij de gebruikers centraal staan. Veranderingen in beleid en besluitvorming 2.3 * Ook in het beleidsveld treden veranderingen op. Mede als gevolg van de toenemende complexiteit van de samenleving is de 'makende rol' van de centrale overheid bekritiseerd. Voormalige taken van de rijksoverheid zijn gedecentraliseerd of geprivatiseerd. Dit zou zijn weerslag moeten hebben op de investeringen van V&W in kennis: enerzijds omdat het ontwikkelen van kennis op bepaald gebied niet meer automatisch een overheidstaak is, anderzijds omdat bepaalde kennis nu niet meer bij het ministerie aanwezig is. Bovendien verandert de soort kennis die men nu in huis moet hebben. Er is meer behoefte aan (sectoroverschrijdende) kennis, bijvoorbeeld over marktordening en marktwerking, aanbestedingsprocessen en publiek-private samenwerking. De complexiteit manifesteert zich ook in de noodzaak onderwerpen en processen integraal te bezien. Mobiliteit moet bekeken worden in samenhang met ruimtelijke ordening en ICT. Er zijn meerdere onderdelen en departementen bij betrokken. Brede, integrale kennis is nodig. Het gezag en de rol van de overheid in de besluitvorming verandert en participatieve besluitvorming is noodzakelijk. Dat vraagt om nieuwe kennis over deze processen bij de overheid. De overheid moet de burger meer laten participeren en meer inhoud en inhoudelijke afwegingen neerleggen bij burgers. Participatie moet niet alleen gericht zijn op het creëren van een draagvlak, maar ook op het benutten van kennis bij de participerende organisaties en (groepen) mensen. *, -

15 Uit de omgevingsanalyse bleek dat er ten aanzien van kennis belangrijke veranderingen plaatsvinden op het sociaal-culturele, internationale en economische vlak. Door deze veranderingen worden ook andere eisen gesteld aan de kennisontwikkeling: meer aandacht voor 'zachte' immateriële kennis en voor integrale kennis. Daarnaast moet er ook meer aandacht zijn voor de ontwikkeling en uitwisseling van kennis in samenspraak met anderen om ons heen: samenwerking met bijvoorbeeld andere departementen, organisaties en Europa. Nu heeft het ministerie enkele sterke kanten die een goede uitgangspositie geven en als aanknopingspunten voor verdere verbetering kunnen dienen. X

16 Uitgangspositie 3.1 V&W doet veel aan kennis V&W doet veel aan kennis. Zo besteedt het ministerie per jaar een half miljard aan de instandhouding en ontwikkeling van kennis. Dit geld wordt besteed aan strategische kennis, bijdragen aan kennisinstituten, beleidsgerichte kennis, uitvoeringsgerichte kennis en basisinformatie. Het leeuwendeel van het budget is bestemd voor kennis ten behoeve van beleidsvoorbereiding. Bij de inventarisatie moet wel een kanttekening worden gemaakt. In de gepresenteerde cijfers is niet verdisconteerd dat een deel van de gespecialiseerde diensten zich bezighoudt met beleidsvoorbereiding en gedecentraliseerde uitvoeringstaken. Alle activiteiten van deze diensten zijn als 'kennis' gelabeld; en alleen als zodanig gelabelde activiteiten bij beleid als kennis. Basisinformatie Strategische kennis Bijdrage aan externe kennisinstituten Kennis voor de beleidsuitvoering Kennis voor de beleidsvoorbereiding FIGUUR: UITGAVEN AAN INSTANDHOUDING EN ONTWIKKELING KENNIS De nauwe betrokkenheid van V&W bij kennis blijkt niet alleen uit de uitgaven aan kennis. Het blijkt ook uit de organisatie-opzet. Er is een gemeenschappelijke visie dat het ministerie rust op drie pijlers: kennis, beleid en uitvoering. 3.2 Deskundigheid en vakmanschap Op sommige terreinen - bijvoorbeeld water - heeft Nederland een lange traditie van kennisontwikkeling. De kennisontwikkeling die gepaard ging met de grote projecten heeft geleid tot een internationaal gerenommeerde positie van ons land, maar ook van een aantal interne specialistische diensten en externe kennisinstituten. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft hiervan eveneens geprofiteerd. Specialisatie heeft ertoe geleid dat op sommige terreinen een verdieping van de kennisontwikkeling heeft plaatsgevonden. Er is dan ook veel gedetailleerde kennis in huis. Bij de uitvoerende externe partijen is het vakmanschap - het 'weten hoe' - over het algemeen zeer sterk. Het blijkt dat bij het verlenen van opdrachten het criterium 'vakmanschap' vaak niet selectief is: de partijen waarmee V&W werkt, zijn in het algemeen kwalitatief hoogwaardig.

17 Uitgangspositie Voor een aantal nieuwere terreinen binnen V&W - zoals telecommunicatie - geldt hetgeen is vermeld veel minder. Maar ook voor de bestaande terreinen verandert de situatie, bijvoorbeeld doordat kennisinstituten op afstand van het departement komen te staan (KNMI, WL). Georganiseerde aanbiedersmarkt 3.3 Met name voor de sectoren 'Water' en Verkeer & 'Vervoer' geldt dat de markt van kennisaanbieders redelijk georganiseerd is. Hoewel er veel partijen op die markt aanwezig zijn, is de structuur van de markt veelal inzichtelijk en herkenbaar. In de loop der tijd zijn vele samenwerkingsverbanden aangebracht tussen de diverse aanbieders en zijn duidelijke netwerken - vaak ook persoonlijke netwerken - ontstaan. Kennisinstituten vormen betrouwbare partners 3.4 De aan V&W gelieerde kennisleveranciers worden door de vragers naar kennis veelal als een betrouwbare partner beschouwd met wie goed overlegd kan worden over de inhoud van de vraag: 'Wat wil men weten en waarvoor?'. De geleverde producten zijn solide. De adviezen zijn goed doorwrocht en zijn relevant, in die zin dat de adviseurs zich inleven in de positie en verantwoordelijkheden van de opdrachtgever. Adviezen en nieuw ontwikkelde inzichten zijn onderbouwd en gebaseerd op betrouwbare feiten. De specialistische diensten vervullen - op basis van hun uitgebreide inzicht in de externe markt van kennisaanbieders - voor een aantal onderdelen in beleid en uitvoering de rol van onderzoeksmakelaar. Het hechte samenspel tussen kennis, beleid en uitvoering vormt een betrouwbare basis voor beleid en uitvoering. De situatie roept echter ook vragen op die later nog aan de orde komen, bijvoorbeeld over de onafhankelijkheid van kennis en het gevaar van een al te grote eenstemmigheid waardoor nieuwe en andere geluiden niet worden gehoord. Toepassingsgerichte oriëntatie 3.5 De aan het ministerie gelieerde kennisinstituten zijn in staat om met de vragers naar kennis mee te denken en met een gepaste oplossing te komen voor de problemen waarmee de vragers zijn geconfronteerd. De kennisinstituten zijn in de afgelopen jaren in toenemende mate vraaggestuurd gaan werken. Men is in staat om maatwerk te leveren. Tegelijkertijd is de organisatie zelf gericht op het snel toepassen en gebruiken van kennis, zowel in beleid als in uitvoering. Dit alles heeft ertoe geleid dat V&W op een aantal gebieden kan beschikken over een behoorlijk volume aan kennis. De vraag die zich echter opdringt is of de mensen en de organisatie voldoende voorbereid zijn op de ontwikkelingen die we hier hebben geschetst. 10

18 T"(M. BI Wc H t- De hoofdvraag van de Bestuursraad was of het Ministerie van Verkeer en Waterstaat met het oog op de veranderende omgeving de adequate kennisinvesteringen verricht. Een hiervan afgeleide vraag is of we kennis op de juiste wijze hebben georganiseerd. Om de vraag afdoende te beantwoorden hebben we eerst de veranderingen op het kennisterrein geschetst die repercussies hebben voor het ministerie. Vervolgens is de uitgangspositie van het ministerie kort geschetst. Tijdens de werkzaamheden van de werkgroep Kennis bleek al snel dat het niet mogelijk is om de hoofdvraag inhoudelijk te beantwoorden: er is geen eenduidig beeld. Het gebrek aan visie, de gebrekkige onderbouwingen van keuzes en de te geringe prioriteitstelling leiden ertoe dat aan de besluiten van de Bestuursraad omtrent de allocatie van middelen voor kennisinvesteringen de facto elke basis ontbreekt. In het verleden heeft de prioritering met name binnen de directoraten gelegen. hc 1 -' ^ *> f C: "tï ~'<l h ftf' /i,

19 Analyse 4.1 Gedeelde visie op kennis ontbreekt Het ontbreken van een visie op kennis valt in vier deelproblemen uiteen. Ten eerste is er weinig visie op kennis bij beleid en uitvoering. Dit komt doordat we kennis vooral zien als informatie, feiten en analyses waarop we een beroep kunnen doen om te komen tot een potentiële oplossing van beleids- en uitvoeringsproblemen. Méér 'kennis' wordt als beter beschouwd. r Beleid en Uitvoering hebben geen zelfstandig kennisbeleid. Men denkt nauwelijks na over de kennis die in de toekomst nodig is en het beleid dat men moet voeren om de benodigde kennis te verwerven. Het kennisbeleid kent - voorzover aanwezig - een ad-hoc karakter. Het is direct een afgeleide van de plannen voor de huidige beleids- en uitvoeringsvraagstukken. Hierdoor lopen we altijd achter de feiten aan. Wat in dit verband nog wel de meeste zorgen baart, is dat deze situatie door de vragers naar kennis nauwelijks als een probleem wordt ervaren. Er is weliswaar sprake van een zeker onbehagen over het kennisbeleid binnen V&W (hetgeen de aanleiding vormde voor opname van 'Kennis' als onderdeel van de 'Agenda van de Toekomst'), maar dit heeft bij de vragers nog niet geleid tot het besef dat zij wel een visie op en beleid rond kennis zouden moeten ontwikkelen Kennis te veel beschouwd als kostenpost Vanwege de beperkte visie op kennis in relatie tot de eigen problemen wordt ook weinig nagedacht over de economische en maatschappelijke waarde van kennis en het effect daarvan op de werkprocessen. Het valt ook in meer algemene zin op dat binnen het ministerie 'kennis' nog vaak als kostenpost wordt beschouwd. Dit blijkt ondermeer uit de Verkenning Kennisinvestering. Op het moment dat kennis wordt beschouwd als een productiefactor wordt het geen kostenpost, maar een bron van meerwaarde. Dit geeft een geheel ander perspectief. De vragers naar kennis hebben - in tegenstelling tot de aanbieders - weinig zicht op de veranderende rol van kennis in de samenleving. Vragers realiseren zich te weinig dat kennis zich heeft ontwikkeld tot een product met een hoge economische en maatschappelijke waarde dat een belangrijke rol speelt in de concurrentie tussen bedrijven. De grote waarde van kennis leidt tot een hoge kennisintensiteit van de samenleving. Dit heeft eveneens invloed op werk- en leerprocessen, hetgeen zich het best laat uitdrukken in de kreet 'een leven lang leren'. 'Een leven lang leren' betekent meer dan zorgen voor een goed opleidingsplan voor medewerkers. Het vraagt ook om initiatieven ten behoeve van samenwerking in kennisnetwerken, om lange termijnprogramma's om kennis te stimuleren, om kennismanagement in de organisatie en het aantrekken en behouden van kennis - dat wil zeggen: van goede mensen - in de organisatie. Vragers hebben weinig zicht op deze veranderingen en/of hebben weinig besef dat deze veranderingen uiteindelijk ook hun werkprocessen zullen beïnvloeden. Ze ontwikkelen dan ook geen beleid om hierop te anticiperen. 11

20 Mr: Analyse Geen samenhang Er blijken grote verschillen te zijn tussen de onderdelen wat betreft hun rol-keuze en de organisatie van kennis. Enkele onderdelen hebben de ontwikkeling van kennis ondergebracht bij specialistische diensten of bij speciaal aan hen gelieerde instituten. Anderen betrekken kennis voornamelijk uit de externe kennisinfrastructuur. Sommige onderdelen hebben gekozen voor een rol als louter opdrachtgever (kennis voor het eigen beleid), anderen zien zichzelf als kennisontwikkelaar (met soms nadelige consequenties voor de innovativiteit van de sector), weer anderen kiezen ook voor een rol als kennismakelaar. Elke rol heeft doorgaans zijn eigen aansturingsmechanisme. De keuzes worden niet of nauwelijks onderbouwd. In sommige gevallen wordt een beroep gedaan op bestaande verschillen in de sector, maar uiteindelijk blijkt dat de verschillen historisch bepaald zijn. Het ontbreken van een goede onderbouwing wordt door velen binnen V&W onterecht niet als probleem beschouwd. Er lijkt een stilzwijgende afspraak te zijn, dat het kennisbeleid van de onderdelen de eigen verantwoordelijkheid is en anderen zich daar niet mee bemoeien. Dit non-interventiegedrag leidt ertoe dat gemaakte keuzes nauwelijks worden geëvalueerd. De vraag of de ooit gemaakte keuze nog wel aansluit bij de bestaande situatie wordt te weinig gesteld of met de antwoorden wordt te snel genoegen genomen. Dit gegeven leidt ertoe dat de onderlinge communicatie over kennis en de communicatie tussen vraag en aanbod vaak moeizaam verloopt. De aanbieders van kennis worden met verschillende rollen en aansturingsmechanismen geconfronteerd. Hierbij is niet altijd duidelijk welke rol de vrager op dat moment vervult. De gebrekkige onderbouwing van de verschillen kan ook politieke consequenties hebben. Een gebrekkige sturing en evaluatie kan ertoe leiden dat onze kennisinvesteringen onder politieke en financiële druk komen te staan en dat daartegen geen goed onderbouwd verweer mogelijk is Geen keuzeproces / duidelijke prioritering Het ontbreken van een heldere visie en van interne discussie over kennisontwikkeling leidt ertoe dat er geen keuzeproces is. Er wordt niet nagedacht over de waarde van kennis en dus is het ook moeilijk om na te gaan welke kennis wel en welke niet of later gestimuleerd moet worden, laat staan welke kennis vergeten kan worden. Het totaal aan investeringen in kennis wordt nauwelijks getoetst aan de hand van duidelijke criteria. Zo is er geen analyse van hetgeen nodig is (nieuwe gebieden bijvoorbeeld) of overbodig is. Ondanks het verdwijnen van een nationale luchtvaartindustrie wordt er nog veel geld besteed aan kennisontwikkeling op dit gebied. De afweging of dit terecht is, wordt niet gemaakt. Slechts een beperkt deel van de kennisinvesteringen gaat naar de impact van ICT op het terrein van V&W. Deze situatie reflecteert eerder de relatieve grootte van beleidsonderdelen dan het belang van het thema. De kennisontwikkeling vindt binnen organisaties plaats die rond bepaalde thema's zijn opgebouwd. Deze organisaties hebben de neiging te blijven voortbestaan zonder dat een evaluatie plaats vindt van de wenselijkheid. 12

21 Ar- De werkgroep kennis komt tot vier aanbevelingen. Ontwikkel een visie op Kennis, organiseer kennis flexibeler, kies positie op 'kennis voor de markt' en maak kennis onafhankelijker.

22 Analyse Uiteraard leidt deze situatie ertoe dat er overlappen bestaan tussen kennisinvesteringen, evenals er witte vlekken zijn. Doordat kennisontwikkeling gekoppeld wordt aan de beleids- en uitvoeringsproblemen van dat moment, is er te weinig prioriteit bij de ontwikkeling van lange termijn kennis. Hoewel dit bij de beleidsafdelingen wordt onderkend, is de vertaling naar het kennisbeleid blijkbaar problematisch en blijft de situatie voortbestaan. Klaarblijkelijk weegt als puntje bij paaltje komt het korte termijn belang zwaarder. 4.2 Doelen van kennisontwikkeling variëren Het is onduidelijk in welke mate V&W zich verantwoordelijk acht voor de kennisontwikkeling ten behoeve van andere doelen dan de eigen beleidsproblemen. Binnen de verschillende onderdelen van het ministerie wordt hierover verschillend gedacht. Enerzijds wijst men erop dat het ontwikkelen van de kennisinfrastructuur een belangrijke rol speelt in de (beleids-)concurrentie tussen landen, anderzijds wijst men erop dat V&W in het verleden teveel verantwoordelijk is geweest voor de innovatie hetgeen de sector heeft belemmerd om zelf dingen te ontwikkelen. Met de verschillende rollen die men kan spelen variëren vaak ook de aansturingsmechanismen. Een opdrachtgever stuurt aanzienlijk directer dan bijvoorbeeld een intermediair. Aan de aanbodzijde is het niet altijd even duidelijk welke rol V&W vervult. V* ' De keuze die wordt gemaakt met betrekking tot de scope wordt niet altijd onderbouwd. Er worden argumenten over marktfalen, maatschappelijke relevantie of juist marktwerking gebruikt. Het gaat hier echter meestal om meer ideologische beweringen dan om een duidelijke rationele weging van argumenten. 4.3 Organisatie van kennisontwikkeling moeilijk veranderbaar De organisatie van kennisontwikkeling (zowel wat betreft geld, mensen als instituties) is historisch bepaald en moeilijk te veranderen. Dit heeft enerzijds te maken met het ontbreken van een goede evaluatie en prioritering van onderwerpen en anderzijds met een 'natuurlijke' drang bij instituties om voort te blijven bestaan, ook als de bestaansgrond feitelijk is komen te vervallen. Dit geldt overigens niet alleen voor de specialistische diensten, maar ook voor de externe kennisinfrastructuur. V Naast de reeds bestaande instituties worden steeds nieuwe instituties opgericht om (vermeende) tekortkomingen van de bestaande infrastructuur op te vangen. Er is niets tegen een veelheid van meer of minder losse samenwerkingsverbanden, als ze maar niet verstarrend werken. Anders lijkt de situatie op die van een kerstboom waarin steeds meer ballen worden opgehangen zonder dat de oude ballen echter ooit van plaats veranderen. In dit proces ontbreekt een goede evaluatie van de totale kennisinfrastructuur: 'Welke onderwerpen worden waar besproken en waaraan geven wij prioriteit?'. De rigiditeit van de bestaande organisatie maakt het moeilijk om snel en flexibel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen (in termen van nieuwe onderwerpen) en op nieuwe processen van kennisvorming (de netwerken en interactiviteit die reeds eerder aan de orde zijn gekomen). 13

23 Analyse Te grote afhankelijkheid van kennis 4.4 Een laatste probleem dat zich voordoet in het kennisbeleid van V&W betreft de mate van onafhankelijkheid van kennis. De kennis die V&W benut ter onderbouwing van haar beleid wordt door anderen gepercipieerd als te sterk gestuurd door de belangen van het beleid en de uitvoering. Het gaat hierbij zowel om de wetenschappelijke integriteit als om de invloed op het proces van kennisontwikkeling. Zoals gemeld onder 'Verandering in paradigma van kennis', wordt kennis niet meer beschouwd als 'waar', of'de beste'. Er bestaat immers geen objectieve maatstaf waaraan dit kan worden afgemeten. Dit betekent dat kennis in principe altijd ter discussie kan worden gesteld, ook al is aan de eisen van wetenschappelijke integriteit voldaan. Dit laatste is overigens niet altijd het geval. Onwelgevallige informatie wordt - zo is ons gebleken - wel eens achtergehouden. JL De kritiek dat kennis niet onafhankelijk is, komt echter ook voort uit het gebrek aan diversiteit en aan aandacht voor de noodzaak kennis met de omgeving te ontwikkelen. Tegengeluiden en kennis uit andere organisaties dan V&W dringen te weinig door. Daardoor is de kennis die V&W gebruikt, altijd 'partijdige kennis'. Voor het vergroten van de betrouwbaarheid van de kennis middels het versterken van de onafhankelijkheid, zijn zowel aanpassingen in cultuur als structuur vereist. Er bestaat een sterke interactie tussen deze twee. 'ir* 14

24 Aanbevelingen 5.1 Ontwikkel een visie op kennis Van het ministerie mag eenheid van beleid worden verwacht. Dat betekent op het terrein van kennis dat er sprake moet zijn van een voor heel V&W geldende visie (paradigma, wensbeeld en strategie) en dat beslissingen over fasering en allocatie van schaarse middelen tegen die achtergrond genomen worden. Een en ander moet helder communicabel zijn. De minister moet ook politiek kunnen verantwoorden dat de beschikbare middelen optimaal worden gebruikt. Dit betekent niet dat nu een eenheidsworst ontstaat. De centrale (Bestuursraad-) sturing beperkt zich tot hoofdlijnen, de uitwerking per organisatiedeel: directoraat - meestal tevens beleidsveld - en directie, is maatwerk. Op directieniveau is de uitwerking van de Bestuursraad-besluitvorming niet alleen terug te vinden in de vorm van een eventuele bijstelling van de directievisie, maar ook in een meerjarenprogramma met betrekking tot kennisontwikkeling, facilitaire toerusting voor kennis-logistiek en strategisch personeelsbeleid dat bij veranderende (werk-)processen past. Vervolgens ontstaat er opnieuw eenheid van V&W-beleid doordat op directoraatrespectievelijk bestuursraadniveau keuzes omtrent bedrijfsvoering worden gemaakt inzake prioriteiten en eventuele her-allocatie van middelen, een en ander in het licht van de lange-termijn-strategie. Om te komen tot de noodzakelijke visie op kennis is eerst een inventarisatie nodig van de beschikbare kennis en de benodigde kennis. Daarnaast moet het non-interventie gedrag doorbroken worden. Er zijn daartoe twee acties geformuleerd. Actie la Elk directoraat stelt een kenniskaart 'Status Quo' samen als weergave van de actuele stand van kennis en onderzoek. Het samenstellen van een kenniskaart zet aan tot nadenken over kennis en over de betekenis van kennis in de eigen werkprocessen. K 4 Met de kenniskaart komt grondstof beschikbaar voor verdere afstemmingsprocessen, maar ontstaat ook de voedingsbodem voor het scheppen van draagvlak voor eventuele bijsturing. In die interactieve processen kan de kracht van de in V&W aanwezige veelstemmigheid worden benut. Daarmee wordt tevens een kennisstrategie opgebouwd. De kenniskaarten worden jaarlijks geactualiseerd, waarbij de evaluatie van de praktijk - waaronder de lopende kennisinvestering - wordt verwerkt. Met deze eerste stap - de inventarisatie - is er een basis gelegd voor kennisbeleid, maar is het probleem van de non-interventie nog niet opgelost. Actie lb Op de kenniskaarten van directies wordt collegiale auditing verricht waarbij de nadruk ligt op de argumentatie van de keuzes die een directoraat heeft gemaakt. De kernvragen bij de auditing zijn: 'Hoe is de visie tot stand gekomen?', 'Stemt de visie overeen met andere?', 'Hoe is de prioritering georganiseerd?' en 'Wat zijn de 15

25 Aanbevelingen belangrijkste thema's?' Een audit-team van het ene directoraat verricht de audit bij het andere directoraat. Dit verhoogt het kennisbewustzijn en de onderlinge samenhang en het maakt keuzes en keuzemomenten transparant. Men moet het eigen kennisbeleid in ieder geval aan één ander directoraat uitleggen en heeft zelf bij een ander directoraat 'in de keuken gekeken'. Hierdoor wordt de non-interventie doorbroken. De schets van de situatie nu is het vertrekpunt om de richting te bepalen voor de kennisontwikkeling in de komende jaren. De kenniskaarten en de audits vormen ook de basis voor een departementsbrede visie op kennis waarop onder andere besluiten over de prioriteitstelling gebaseerd kunnen worden. Organiseer kennis flexibeler 5.2 Aan kennis worden verschillende eisen gesteld. De dynamiek en flexibiliteit in de omgeving van V&W vragen om het sneller laten stromen van kennis in de organisatie. Routineprocessen vragen gegevens van een vast type. Repeterende processen vragen gegevens van een vaste soort, maar met maatwerk naar tijd, plaats en/of actoren. Door de interactie binnen die processen is de hier gebruikte kennis dynamisch. Vernieuwende processen vragen vaak maatwerkgegevens (informatie) en de actoren in het proces vormen kennis, die tevens het fundament vormt van het resultaat. Daarmee wordt kennis meer en meer mensenwerk en intermenselijk werk. De huidige wijze waarop kennis is georganiseerd, is niet automatisch en niet blijvend het goede antwoord op deze veelheid aan vragen. Actie 2 De flexibiliteit van de kennisorganisatie moet door de kennisaanbieders zelf continu worden verbeterd, waarbij een actiefparticiperende rol van de vraagkant nodig is. De directie Kennis neemt in eerste instantie het voortouw om op korte termijn tot een grotere flexibiliteit bij de kennisaanbieders te komen. Om de benodigde flexibiliteit te bereiken zijn vijf punten van belang. Geef bewust vorm aan werkprocessen in een open - interactieve - aanpak, want: - het optimaliseert de kansen voor snelle kennisontwikkeling (bron van nieuwe kennis, ervaringskennis groeit in mensen, gedeelde inzichten in organisaties); - het optimaliseert het gebruik van in de samenleving aanwezige kennis (zo mobiliseert het fileplan Rotterdam de kennis van gebruikers en functioneel betrokkenen); - het verhoogt het eigen vermogen om de kennisbehoeften te onderkennen en te formuleren. Een bewust gezochte 'veelstemmigheid' van het ingeschakelde (kennis-)netwerk is katalyserend voor die meerwaarde. Richt werving en vorming van V&W-ers op het verkrijgen van vaardigheden die nodig zijn bij interactieve werkwijzen. De organisatie wordt flexibeler en dynamischer door: - versterkt leervermogen in de organisatie; - verhoogde flexibiliteit van de inzetbaarheid van dit met ervaringskennis verrijkte arbeidspotentieel; - 'kameleon-achtige' omgang met de diversiteit aan inhoud en omgeving. 16

26 Aanbevelingen Kom tot (thematische) expertise-netwerken van interne en externe kennis. Dit houdt onze focus op onze strategische periferie actueel en dynamisch. De expertisenetwerken 'water', 'meervoudig bouwen' en 'ruimte' kunnen hierbij als voorbeeld dienen. Over een paar decennia zal zo'n aanpak wellicht gewoon zijn. Put systematisch uit en werk samen met de internationale kennismarkt. Dit moet een routine worden. De voornaamste internationale bronnen moeten via de fysieke kennisinfrastructuur en door de expertisenetwerken ontsloten blijven. Vertaal het bovenstaande per directoraat/directie naar de eigen kennisinfra. Vertaal het zowel intern als extern en formuleer een gewenste aanpak. De kennis speelt ook een cruciale rol in de afstemming van vraag en aanbod. 5.3 Kies positie op 'kennis voor de markt' Uit de gesprekken die we hebben gevoerd wordt duidelijk dat V&W mede verantwoordelijkheid neemt voor versterking van de marktsector, voorzover gerelateerd aan de V&W-beleidsvelden. Er zijn echter verschillende zienswijzen op wat dit inhoudt. Genoemd worden: - de impulsen in kennisontwikkeling en productinnovatie; - de verbetering van samenwerking en institutionele structuren binnen en tussen bedrijfstakken; - het katalyseren van het daarop inspelen door marktpartijen (bilaterale invloed, platforms, procesregie, enz.); - het faciliteren met projectsubsidie (ontwikkeling, prototyping, pilots, niches) waar en zolang de markt de risico's daarvan niet kan dragen ('infant-industry-argument'); - V&W draagt naar vermogen bij aan de internationale marketing en promotie van de gecumuleerde kennis in dezelfde marktsector, deels in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Er zijn ministeries en lagere overheden met een kennisbehoefte op het terrein van Verkeer en Waterstaat. De binnen het ministerie beschikbare kennis wordt om niet beschikbaar gesteld (gedeeld nut van algemene middelen). Op additionele, specifieke kennisbehoeften bij die partijen kan worden ingegaan door samenwerking als dat kosteneffectiever is dan separate uitbesteding. Dit alles is gericht op de V&W-beleidsvelden en kan worden geacht bij te dragen aan het totale beleidseffect daarop. Een deel van het V&W-topmanagement is van mening dat het daarbij moet blijven. Een ander deel interpreteert de publieke taak ruimer. De ontwikkeling van 'Nederland Kennisland' vraagt - ook breder dan in de voor V&W relevante marktsector - het kweken van een comparatieve kennisvoorsprong (ten opzichte van de Europese en mondiale omgeving). Daarom moet Verkeer en Waterstaat volgens hen geen kansen laten liggen om bij te dragen aan versterking van posities, potenties en netwerken in Nederland, ook als dat gaat om andere partijen dan de marktpartijen waar V&W gebruik van maakt. 17

27 Aanbevelingen Actie 3 Er zou een argumentatie moeten worden ontwikkeld om te bepalen in welke gevallen kennisontwikkeling ten behoeve van marktpartijen een effectief instrument van economisch (sector-)beleid is. Er zou consistentie moeten zijn met het economisch beleid dat voor andere sectoren wordt verricht. Maak kennis onafhankelijker 5.4 De kennis die V&W benut ter onderbouwing van beleids- of uitvoeringsbesluiten - met name daartoe geproduceerde onderzoeksrapporten of adviezen - wordt door anderen gezien als te sterk gestuurd door wat V&W vindt of wil. Om kennis onafhankelijker te organiseren zijn er zowel culturele als structurele aanpassingen nodig. Deze kunnen niet zonder elkaar. In de eerste plaats is het essentieel dat V&W prijs stelt op onafhankelijke kennis: de beleidsbepalers moeten gesteld zijn op feiten. Dit raakt de cultuur van beleid-maken in de kern. Om hiermee vertrouwd te raken, is een grote transparantie en open informatieuitwisseling met de omgeving nodig. Al eerder werd erop gewezen dat deze uitwisseling ook kennis oplevert. Door te laten zien dat er iets gedaan wordt met de ingebrachte informatie zal het ministerie aan vertrouwen winnen. Daarnaast moet de onafhankelijkheid sterker institutioneel worden verankerd. Dit kan de vorm krijgen van een publicatievrijheid, een vorm van 'statutaire' verankering van die onafhankelijkheid en bewaking en/of auditing door een wetenschappelijk forum. Uiteindelijk kan ook bezien worden of de financiering en positionering de onafhankelijkheid meer kunnen bevorderen. Deze aspecten worden meegenomen in actie 2. Ook op korte termijn is er meer duidelijkheid nodig. Actie 4 Er worden door de directie Kennis workshops georganiseerd rond de onafhankelijkheid van kennis en de daarmee samenhangende (gepercipieerde) betrouwbaarheid. Het is uit oogpunt van onafhankelijkheid aan te bevelen om bij belangrijke beslissingen vroegtijdig met betrokkenen te besluiten waar en op welke wijze de vereiste kennis wordt vergaard. Dit besluit zou expliciet politiek verankerd moeten worden. Daardoor is de wijze van kennisvergaring expliciet besproken en zal er minder twijfel zijn over de betrouwbaarheid van de gegevens. Er is een ontkoppeling ontstaan van het feitendebat met het waardendebat. Dit is voor beide onderdelen vruchtbaarder. Toekomstige actie De expliciete politieke verankering van hoe kennis te vergaren levert nu geen concrete actie op, maar bij het eerstvolgende grote project moet aan deze benadering vorm worden gegeven. 18

28 . ;.., « ,. :,':',,i';. ;.'',',,- 'li,' ' /,, '. Affa faur tuwd e+<_ ix. :. # /. ; ;. / : '..,".ji^t'.'v'.'. " ':''

29 Deelnemers Kennisconferentie 8 april 1999: Vragers naar kennis. KMPG drs. RR.E. Lekanne Deprez Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Goederenvervoer drs. K. Egas Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat- Generaal Goederenvervoer drs. W.F.S. Holleman Minsterie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Personenvervoer drs. H.J. Schartman Ministerie van Verkeer en Waterstaat plv. Secretaris-Generaal mw. mr. TJ. van Beek Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksluchtvaartdienst ir. R.C. Cadee Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksluchtvaartdienst/PONL mr. B. de Ruiter Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directie Strategie & Coördinatie drs. J.A.A. Dikmans Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post dr. G.A.A.M. Broesterhuizen Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post mw. drs. T.C.M. Weijers Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland ir. Th.F.J. van de Gazelle Rijkswaterstaat Hoofdkantoor Directeur Kennis prof. dr. J. de Jong Rijkswaterstaat Hoofdkantoor Directie Kennis drs. R.Vrugt Rijkswaterstaat Hoofdkantoor Directeur Uitvoering ir. P. Kieft Rijkswaterstaat RIZA ir. P. Stortelder

30 Deelnemers Kennisconferentie 29 april 1999: Aanbieders van kennis. 7 Centrum voor Transporttechnologie CTT ir. H. van Baaren CROW ir. K. Nije KNMI dr. ir. J.D. Opsteegh Maritiem Research Instituut Nederland MARIN ir. J.N. Dekker Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directie Strategie & Coördinatie drs. J.A.A. Dikmans Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post mw. drs. T.C.M. Weijers Ministerie van Verkeer en Waterstaat plv. Secretaris-Generaal mw. mr. T.J. van Beek Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium NLR drs. A. de Graaff Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer ir. E.J. van de Kaa Rijkswaterstaat Bouwdienst W. van Schelt Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde ir. P.H.A. Hoogweg Rijkswaterstaat Hoofdkantoor plv. directeur Kennis drs. C.T.M, van Teylingen Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee ir. D. Tromp Rijkswaterstaat RIZA ir. P. Stortelder Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV ir. F.C.M. Wegman Stratix Consulting Group B.V. ir. F.M.M, van Iersel TNO-FEL ir. P. Kuiper WL/Delft Hydraulics ir. J. Groen

31 WÊ vp&üur

32 'Voor kennis' is gemaakt onder verantwoordelijkheid van een projectteam onder leiding van drs. H. Schartman, trekker van het thema kennis op de 'Agenda van de Toekomst'. Het betreft mede een tussenproduct op weg naar het Kennisbeleid V&W. Aan de totstandkoming is bijgedragen door deelnemers aan een tweetal werkconferenties. Het projectteam is hen erkentelijk voor hun inzet. Projectteam drs. J.A.A. Dikmans (S&C) drs. K. Egas (DGG) drs. H. Schartman (DGP) ir. P. Stortelder (RIZA) drs. R. Vrugt (Directie Kennis) mw. drs. T.C.M. Weijers (DGTP) Projectsecretariaat Directie Kennis tel: ; fax Tekstredactie, vormgeving en productie In Essenza, Wassenaar Hoofdkantoor van de Waterstaat, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, september 1999

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE STRATEGISCH BELEID 2013 2014 NAAR EEN EFFICIËNT EN ZICHTBAAR CENTRUM VOOR REVALIDATIE UMCG Centrum voor Revalidatie Strategisch beleidsplan 2013-2014 Vastgesteld op 1 november 2012 Vooraf Met het strategisch

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode Zero Based Begroten De andere kant van de kaasschaafmethode Je moet de tijd nemen voor Zero Based Begroten, en je moet lef hebben Zero Based begroten legt een duidelijke relatie tussen de doelstellingen,

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Bantopa Terreinverkenning

Bantopa Terreinverkenning Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN

6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN 6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN INLEIDING Het Nieuwe Werken is in de afgelopen jaren op vele plekken geïntroduceerd om slimmer om te gaan met de beschikbare middelen binnen organisaties

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,

Nadere informatie

Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken

Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken Masterclass - Alliantievaardigheden Een praktische leidraad voor toekomstige alliantiemanagers Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen

Nadere informatie

Kennis ontwikkelen en kennis delen voor het omgevingsbeleid

Kennis ontwikkelen en kennis delen voor het omgevingsbeleid Kennis ontwikkelen en kennis delen voor het omgevingsbeleid Ruimteconferentie Workshop 11 21-05-2013 Jeannette Beck, Lia van den Broek, Olav-Jan van 1 Inhoud presentatie Context Kennis en decentralisatie

Nadere informatie

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen.

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen. Functiebeschrijving Functienaam Medewerker beleidsuitvoering II Normfunctienaam Medewerker beleidsuitvoering II Code Peildatum N03.03.04 1-1-2013 Functiereeks Beleid Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren

Nadere informatie

Regiegemeente Wendbaar met de blik naar buiten. Zichtbaar met de blik naar binnen. Auteur: Daan Platje VeranderVisie Datum: maart 2011 Pagina 1 van 7

Regiegemeente Wendbaar met de blik naar buiten. Zichtbaar met de blik naar binnen. Auteur: Daan Platje VeranderVisie Datum: maart 2011 Pagina 1 van 7 Regiegemeente Wendbaar met de blik naar buiten. Zichtbaar met de blik naar binnen. Auteur: Daan Platje VeranderVisie Datum: maart 2011 Pagina 1 van 7 Gemeentelijke regie Het Rijk heeft kaders opgesteld

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG Datum 20 december 2011 Onderwerp Raadsbrief: Sociale structuurvisie Categorie B Verseonnummer 668763 / 681097 Portefeuillehouder De heer Rensen en de heer

Nadere informatie

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen 1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 17 mei 2017 Ons kenmerk BB/U201700352 Lbr. 17/028 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) 3 Onderwerp Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering Samenvatting

Nadere informatie

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering waarom? externe drivers 1 Technologie Digitalisering Globalisering Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? externe drivers Voortgaande digitalisering veroorzaakt

Nadere informatie

Inwoners en organisaties in de burgersamenleving. Sociaal domein

Inwoners en organisaties in de burgersamenleving. Sociaal domein Betreft: Vragen m.b.t. Transformatie Agenda Sociaal Domein Datum : 14 augustus 2017 1 Inleiding De PAR is gevraagd een advies uit te brengen aangaande de Transformatie Agenda Sociaal Domein. Met nadruk

Nadere informatie

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015 Duurzame inzetbaarheid uitgangspunt personeelsbeleid Het voorstel is duurzame inzetbaarheid centraal te stellen in het personeelsbeleid om medewerkers van alle levensfasen optimaal inzetbaar te houden

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging

Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging 13-0010/mh/rs/ph Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging Gevraagde actie: - Deelt u de filosofie van Regie in eigen hand? - Bent u bereid

Nadere informatie

houdende instelling van een Adviescollege burgerluchtvaartveiligheid

houdende instelling van een Adviescollege burgerluchtvaartveiligheid Besluit van houdende instelling van een Adviescollege burgerluchtvaartveiligheid Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van, nr. HDJZ/LUV/2007-, Hoofddirectie Juridische Zaken, gedaan

Nadere informatie

Procesambitie 1 Wij gaan experimenteren met de in de wet geboden ruimte voor lokale afweging

Procesambitie 1 Wij gaan experimenteren met de in de wet geboden ruimte voor lokale afweging PROCESDOCUMENT 10 juli 2017 1 Inleiding Op 1 juli 2015 nam de Tweede Kamer het wetsvoorstel Omgevingswet aan. Het nieuwe stelsel bundelt 26 wetten tot 1 nieuwe wet. Maar niet alleen die omvang verandert.

Nadere informatie

EmployabilityDriver. Waarom een strategische discussie over employability beleid?

EmployabilityDriver. Waarom een strategische discussie over employability beleid? EmployabilityDriver Waarom een strategische discussie over employability beleid? We weten al een tijd dat door vergrijzing en ontgroening de druk op de arbeidsmarkt toeneemt. Het wordt steeds belangrijker

Nadere informatie

Visie op duurzaam Veranderen

Visie op duurzaam Veranderen Visie op duurzaam Veranderen Ruysdael Ruysdael is een gerenommeerd bureau dat zich sinds haar oprichting in 1994 heeft gespecialiseerd in het managen van veranderingen. Onze dienstverlening kent talloze

Nadere informatie

Gespreksvormen trendkaarten

Gespreksvormen trendkaarten RWS NEXT We leven in een snel veranderende wereld. Dit vraagt om veel flexibiliteit van organisaties. Een krachtige organisatie anticipeert voortdurend op ontwikkelingen in de omgeving en is daardoor goed

Nadere informatie

Het succes van samen werken!

Het succes van samen werken! White paper Het succes van samen werken! Regover B.V. Bankenlaan 50 1944 NN Beverwijk info@regover.com www.regover.com Inleiding Regover B.V., opgericht in 2011, is gespecialiseerd in het inrichten en

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 10-11-2011 Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE

Groengebied Amstelland AB 10-11-2011 Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE Groengebied Amstelland AB 10-11-2011 Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE Bestuurlijke begeleidingsgroep Visie Amstelland Aantal bijlagen:

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.1 Beleidsondersteuning

FUNCTIEFAMILIE 4.1 Beleidsondersteuning Doel van de functiefamilie Goed onderbouwde en kwalitatieve beleidsvoorstellen doen teneinde de beleidsbepaler(s) zoals bv de Vlaamse Regering, de functionele ministers in staat te stellen de juiste beleidsbeslissingen

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 Kwaliteitsvol jeugdwerk Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 In vogelvlucht Kwaliteitsvol jeugdwerk Toelichting bij de politieke discussie in de EU en het traject van de

Nadere informatie

De kracht van een goede opdracht

De kracht van een goede opdracht PREVIEW De kracht van een goede opdracht Het moment is nu Als er íets zeker is, dan is het wel dat dit een bijzonder interessante tijd is om bij een woningcorporatie te werken. Naast de sociale opgave

Nadere informatie

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen 28 hoofdstuk 1 achtergrond Structuurvisie 2020 keuzes samenvatting achtergrond ruimtelijk en sociaal kader inbreng samenleving thematisch van visie naar uitvoering bijlagen zones 1 2 3 4 5 6 7 29 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Bantopa Kennismaken met Samenwerken

Bantopa Kennismaken met Samenwerken Bantopa Kennismaken met Samenwerken Vernieuwen door Samenwerken Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking met andere bedrijven

Nadere informatie

HOE PRAKTISCH EEN GOEDE BEDRIJFSSTRATEGISCHE DISCUSSIE TE VOEREN?

HOE PRAKTISCH EEN GOEDE BEDRIJFSSTRATEGISCHE DISCUSSIE TE VOEREN? HOE PRAKTISCH EEN GOEDE BEDRIJFSSTRATEGISCHE DISCUSSIE TE VOEREN? Algelun [MKB] Advies postbus 41 8330 AA Steenwijk tel / fax (0521) 52 32 01 mobiel (0619) 95 52 87 KvK 54286964 secretariaat@algelunadvies.nl

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Steenwinkel Kruithof Associates Management en Informatica Consultants. Opzetten en inrichten Shared Service Center in de zorg

Steenwinkel Kruithof Associates Management en Informatica Consultants. Opzetten en inrichten Shared Service Center in de zorg Opzetten en inrichten Shared Service Center in de zorg Hoe zet je gezamenlijk een nieuw en succesvol (ICT) Shared Service Center (SSC) op? En hoe zorg je ervoor dat de samenwerking tussen de deelnemende

Nadere informatie

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM De tijd dat MVO was voorbehouden aan idealisten ligt achter ons. Inmiddels wordt erkend dat MVO geen hype is, maar van strategisch belang voor ieder

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR datum vergadering 17 juni 2010 auteur Daniëlle Vollering telefoon 033-43 46 133 e-mail dvollering@wve.nl afdeling Staf behandelend bestuurder drs. J.M.P. Moons onderwerp agendapunt Uitkomst en benutting

Nadere informatie

Projectleidersoverleg Rijk Omgevingswet. Veranderteam Rijk. Contactpersoon Ruben Tieman. Datum 30 maart Kenmerk.

Projectleidersoverleg Rijk Omgevingswet. Veranderteam Rijk. Contactpersoon Ruben Tieman. Datum 30 maart Kenmerk. Projectleidersoverleg Rijk Omgevingswet Veranderteam Rijk Contactpersoon Ruben Tieman Datum Integraliteit Het thema integraliteit is een van de uitgangspunten achter de Omgevingswet, maar tegelijk tot

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid Jaar van de Ruimte 2015 VvG congres 12 november 2014 Nathalie Harrems Directie Ruimtelijke Ontwikkeling Wat is er aan de hand? Tijdperk van de

Nadere informatie

Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting

Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting Achtergrond Aansluitend op de strategische doelstelling van Noorderlink 'Mobiliteit tussen Noorderlink organisaties bevorderen' gaan we de kracht van het netwerk

Nadere informatie

Hartelijk dank aan de Raad voor het Openbaar Bestuur voor dit advies over de relatie tussen decentrale overheden en Europa.

Hartelijk dank aan de Raad voor het Openbaar Bestuur voor dit advies over de relatie tussen decentrale overheden en Europa. Het gesproken woord geldt Speech VNG-voorzitter Jorritsma Rob, 25 november 2013 Hartelijk dank aan de Raad voor het Openbaar Bestuur voor dit advies over de relatie tussen decentrale overheden en Europa.

Nadere informatie

1 Visie op de webpresentatie

1 Visie op de webpresentatie 1 Visie op de webpresentatie De gemeente Eindhoven gaat haar presentatie op het web verbeteren We spreken met opzet over presentatie omdat de vorm wat ons betreft nog open is. Concreet betekent dit dat

Nadere informatie

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van een of

Nadere informatie

Presentatie evaluatie RAP

Presentatie evaluatie RAP Presentatie evaluatie RAP Regio Alkmaar PORA Wonen 5 november 2014 Dicky Sijpkens Agenda 1. Achtergrond van de evaluatie 2. Opzet van de evaluatie 3. Algemene bevindingen en verbetervoorstellen 4. Regio

Nadere informatie

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST concept DECEMBER 2003 GEMEENTE DIENST STEDELIJKE ONTWIKKELING CONCEPT versie december 2003 1 Gemeente Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling Met medewerking van: Dienst Stadsbeheer Ingenieursbureau Den

Nadere informatie

1. Doel profielschets Functie van de Raad van Commissarissen Algemeen Kwaliteitsprofiel 2

1. Doel profielschets Functie van de Raad van Commissarissen Algemeen Kwaliteitsprofiel 2 Stichting Mozaïek Wonen Profielschets Raad van Commissarissen Met ingang van 12-05-2016 Inhoudsopgave 1. Doel profielschets 1 2. Functie van de Raad van Commissarissen 1 3. Algemeen Kwaliteitsprofiel 2

Nadere informatie

In 7 stappen naar geïntegreerd rapporteren. Naar een toekomstbestendig mkb-bedrijf

In 7 stappen naar geïntegreerd rapporteren. Naar een toekomstbestendig mkb-bedrijf In 7 stappen naar geïntegreerd rapporteren Naar een toekomstbestendig mkb-bedrijf Colofon De tekst van deze brochure is tot stand gekomen met medewerking van NEMACC, het mkb-kenniscentrum waarin de NBA

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

NATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING. CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING

NATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING. CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING NATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING Versterking van de wetenschap en een betere benutting van de resultaten zijn een onmisbare basis, als Nederland

Nadere informatie

Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden,

Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden, Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Van Anne Mulder (VVD) en Renske Leijten (SP), Voorbereidingsgroep onderzoek Nederlandse belangenbehartiging in de EU betreft Verslag met

Nadere informatie

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst Leraar Schoolleider Bestuurder Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst.

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur SKPO Profielschets Lid College van Bestuur 1 Missie, visie SKPO De SKPO verzorgt goed primair onderwijs waarbij het kind centraal staat. Wij ondersteunen kinderen om een stap te zetten richting zelfstandigheid,

Nadere informatie

Managementgame Het Nieuwe Werken

Managementgame Het Nieuwe Werken Resultaten Managementgame Het Nieuwe Werken wwww.managementgamehetnieuwewerken.nl Leren door horen en zien, maar vooral doen en ervaren! 13 december 2011 drs. Lourens Dijkstra MMC CMC drs. Peter Elzinga

Nadere informatie

Route 1: Thematraining Omgaan met Reorganisaties

Route 1: Thematraining Omgaan met Reorganisaties SBI/GITP helpt (TR)MC s Defensie bij Reorganisatie en Sourcing MC s hebben de handen de komende tijd vol aan thema s als Reorganisatie en Sourcing. Specialisten van SBI/GITP kunnen de MC s hier doorheen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Raadsvoorstel. 3. Inleiding Raadsvoorstel Agenda nr. 6 Onderwerp: Reactie geven op de onderzoeksvraagstelling en uitwerking daarvan voor de evaluatie van de Metropoolregio Eindhoven Soort: Besluitvormend Opsteller: J. v.d. Kolk Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Hoe gebruiken we de Maritieme Strategie om maritieme innovatie te stimuleren?

Hoe gebruiken we de Maritieme Strategie om maritieme innovatie te stimuleren? Hoe gebruiken we de Maritieme Strategie om maritieme innovatie te stimuleren? Brigit Gijsbers - Directeur Maritieme Zaken, Ministerie van Infrastructuur en Milieu De Nederlandse Maritieme Strategie 2015-2025

Nadere informatie

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels 360 feedback 3.1 Student: M. camp Studentnummer: 11099003 Klas: WDH31 Datum: 2-02-2014 Personen welke de formulieren hebben ingevuld: - M. Camp - Menno Lageweg - Ir. S.W.L. van Herk - D.J. Jager M. Camp

Nadere informatie

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding Gemeentelijke regisseurs Regisseren en de kunst van de verleiding Van traditioneel management naar modern regisseren De gemeente heeft de regie dat gebeurt niet zomaar, en ook niet van de ene op de andere

Nadere informatie

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013 Tilburg University 2020 Toekomstbeeld College van Bestuur, april 2013 Strategie in dialoog met stakeholders Open voor iedere inbreng die de strategie sterker maakt Proces met respect en waardering voor

Nadere informatie

QUICK SCAN KWALITEITSZORG VRIJWILLIGERS ORGANISATIES (ZELFEVALUATIE)

QUICK SCAN KWALITEITSZORG VRIJWILLIGERS ORGANISATIES (ZELFEVALUATIE) vrijwilligers info juni 2003 QUICK SCAN KWALITEITSZORG VRIJWILLIGERS ORGANISATIES (ZELFEVALUATIE) informatie voor deelnemende organisaties Inleiding Vrijwilligersorganisaties zijn organisaties in beweging.

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Management. Analyse Sourcing Management

Management. Analyse Sourcing Management Management Analyse Sourcing Management Management Business Driven Management Informatie- en communicatietoepassingen zijn onmisbaar geworden in de dagelijkse praktijk van uw organisatie. Steeds meer

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

STRATEGISCH BELEIDSPLAN STRATEGISCH BELEIDSPLAN 2019-2020 ontmoeting.org Inhoud 1 Introductie... 2 2 Strategie 2019-2020... 4 2.1 Proces... 4 2.2 SWOT... 4 2.3 Strategische speerpunten... 5 2.4 Strategische doelen voor primair

Nadere informatie

Passend Leiderschap. Workshop AVS congres. Pieter Dekkers. 16 maart 2012

Passend Leiderschap. Workshop AVS congres. Pieter Dekkers. 16 maart 2012 Passend Leiderschap Workshop AVS congres Pieter Dekkers 16 maart 2012 1 Coproductie onderzoek 2 Opzet workshop 1. Introductie en kennismaking 2. Achtergrond 3. Onderzoeksmodel Passend Leiderschap 4. Krachtenveldanalyse

Nadere informatie

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap 10 Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Kim van der Hoeven 1. Inleiding Ontwikkelingen in maatschappij en samenleving denk met name aan de

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties prof dr wim derksen Aan de directeur Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de heer drs J.M.C. Smallenbroek zondag 23 november 2014 Geachte heer Smallenbroek, Op uw verzoek

Nadere informatie

Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam

Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam Robert t Hart / Geert Haisma 26 september 2013 r.hart@risicomanagement.nl / haisma@risicomanagement.nl 1www.risicomanagement.nl Visie risicomanagement Gemeenten

Nadere informatie

Innovatie support gids

Innovatie support gids Innovatie support gids Uw gids naar resultaat 1 Uw gids naar resultaat Innovatief duurzaam drukwerk Het drukwerk van deze gids is uitgevoerd in waterloos offset met inkt op plantaardige basis, dit resulteert

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Driedaagse Leergang. Kennisintensieve beleidsontwikkeling

Driedaagse Leergang. Kennisintensieve beleidsontwikkeling Driedaagse Leergang Kennisintensieve beleidsontwikkeling 6, 13 en 20 juni 2014 Den Haag Doelstellingen en doelgroep De doelgroep bestaat uit beleidsmedewerkers/stafmedewerkers bij beleidsinstanties (nationaal,

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

De gemeente van de toekomst

De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst Focus op strategie Sturen op verbinden Basis op orde De zorg voor het noodzakelijke Het speelveld voor de gemeente verandert. Meer taken, minder

Nadere informatie

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Studenten lerarenopleiding In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel

Nadere informatie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie Mr Roger VAN BOXTEL, Minister of City Management and Integration, Netherlands Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie 21-22 mei 2001 Enkel gesproken tekst geldt Tweede

Nadere informatie

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL RAADSVOORSTEL Registr.nr. 1423468 R.nr. 52.1 Datum besluit B&W 6juni 2016 Portefeuillehouder J. Versluijs Raadsvoorstel over de evaluatie van participatie Vlaardingen, 6juni 2016 Aan de gemeenteraad. Aanleiding

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

Stichting Innovatief Onderwijs Nederland

Stichting Innovatief Onderwijs Nederland Stichting Innovatief Onderwijs Nederland ONTZORGT SCHOLEN OP ICT De ION QuickScan heeft als primair doel om scholen voor te bereiden op digitalisering van het onderwijs binnen. U kunt direct met de resultaten

Nadere informatie

Cao Metalektro: die deal doen we samen

Cao Metalektro: die deal doen we samen Cao Metalektro: die deal doen we samen De drive om iets slimmer, sneller of beter te doen met de inzet van techniek, heeft de maakindustrie in ons land groot gemaakt. En daar zijn we trots op. Met technologische

Nadere informatie

Samen werken aan goed openbaar bestuur

Samen werken aan goed openbaar bestuur Samen werken aan goed openbaar bestuur SAMEN WERKEN AAN GOED OPENBAAR BESTUUR Gemeenten, provincies, waterschappen, het Rijk, de EU en hun samenwerkingsverbanden vormen samen het openbaar bestuur in ons

Nadere informatie

Flexibel werken en organiseren

Flexibel werken en organiseren Flexibel werken en organiseren Flexibel werken en organiseren Inhoud Inhoud Inleiding De kracht van flexibiliteit Differentiatie in ontwikkeling en doorstroom gebaseerd op organisatieverschillen Aspecten

Nadere informatie

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Strategisch leiderschapsprofiel voor specialisten

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Strategisch leiderschapsprofiel voor specialisten Strategisch leiderschapsprofiel voor specialisten Specialist: er zijn 4 hoofdrollen geïdentificeerd voor de specialist op het strategische niveau. Brandweer vakman leiderschap staat aan de basis van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal Vergaderjaar 1988-1989 20 214 Hoger onderwijs en onderzoek plan Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

In welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor

In welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor Ontwikkelteam Burgerschap Ronde Derde ronde () REFERENTIE BU000880 Naam Coen Gelinck Organisatie Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer (NVLM) E-mailadres coengelinck@nvlm.nl Namens wie geeft

Nadere informatie

Factsheet Competenties Ambtenaren

Factsheet Competenties Ambtenaren i-thorbecke Factsheet Competenties Ambtenaren Competenties van gemeenteambtenaren - nu en in de toekomst kennis en bedrijf Gemeenten werken steeds meer integraal en probleemgestuurd aan maatschappelijke

Nadere informatie

Samen sterk in het sociaal domein

Samen sterk in het sociaal domein Samen sterk in het sociaal domein Duurzaam organiseren van het sociaal domein door intergemeentelijke samenwerking In dit artikel gaan we in op de meerwaarde van samenwerking tussen gemeenten in het sociaal

Nadere informatie

CIVIC CROWDFUNDING VOOR EINDHOVEN

CIVIC CROWDFUNDING VOOR EINDHOVEN Raadsnummer 15R6401 CIVIC CROWDFUNDING VOOR EINDHOVEN Inleiding Crowdfunding is een vorm van financiering voor projecten en ondernemingen. Een grote groep mensen legt een klein bedrag in om een project

Nadere informatie

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR 20 AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING KOERS NOORD: OP WEG NAAR

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

R E L I G I O U S J O U R N A L I S M C O M M U N I T Y O F P R A C T I C E T I L B U R G C O B B E N H A G E N C E N T E R

R E L I G I O U S J O U R N A L I S M C O M M U N I T Y O F P R A C T I C E T I L B U R G C O B B E N H A G E N C E N T E R R E L I G I O U S J O U R N A L I S M C O M M U N I T Y O F P R A C T I C E T I L B U R G C O B B E N H A G E N C E N T E R 1 R E L I G I O U S J O U R N A L I S M C O M M U N I T Y O F P R A C T I C E

Nadere informatie