Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting servicekost (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 18 Uitvoeringswet huurprijz woonruimte) Woonruimte Purmerhoek VL CAPELLE AAN DEN IJSSEL Hierna te noem: de woonruimte Verzoeker Hierna te noem: huurder Zaaknummer Verzond op Verzond aan huurder verhuurder Wederpartij Hierna te noem: verhuurder Kern van de uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de stookkost over de periode van 14 oktober 2013 tot 1 januari 2014 bedraagt 487,27. De betalingsverplichting van de huurder voor de stookkost over het jaar 2014 bedraagt 411, I Verloop van de procedure De Huurcommissie ontving op 4 februari 2016 e verzoek van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de eindafreking van de stookkost over respectievelijk de periode van 14 oktober 2013 tot 1 januari 2014 het jaar 2014 te beoordel. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft e nader onderzoek lat uitvoer in juli Bij de verhuurder zijn de reking van de stookkost opgevraagd. Verhuurder heeft gegevs verstrekt. Deze reking zijn gecontroleerd. De resultat van het onderzoek zijn vastgelegd in e rapport van nader onderzoek. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder de verhuurder gestuurd. Pagina 1 van 6

2 II Zitting Gegevs zitting Zittingsdatum: 5 juli Correspondtie over de zitting De huurder de verhuurder zijn schriftelijk uitgodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Verklaring van de partij Korte samvatting verklaring huurder /of gemachtigde van de huurder: Ik verwijs naar mijn eerdere brief. Er zijn bijzondere omstandighed. Verhuurder maakt te hoge kost rekt te hoge ehed, terwijl de metertjes lop als er ge warmte wordt afgom. De bur wet niet dat zij de plintverwarming kunn uitzett. Er is nog niet afgerekd over 2015, omdat er nog onderzoek zoud lop. To ik in 2014 de reking kreeg over 2013, was ik heel erg geschrokk. Mijn radiator stond niet aan ging met 20 ehed omhoog. Over 2014 moet wel werkelijke kost bekd zijn bij verhuurder. We hebb gevraagd om e individuele meter die bij binnkomst meet. Het is esstieel te communicer over de plintverwarming. Het maandelijkse voorschot is in de huuroverekomst bepaald op 80. Dan mag e huurder ervan uitgaan dat de kost ook ongeveer zo hoog zijn. De eerste periode heeft huurder de meterstand niet gecheckt. De contractuele situatie is dat er warmte geleverd wordt die niet wordt gevraagd. Ik heb in 2014 maand de meterstand gefotografeerd. COU2G ENV Korte samvatting verklaring gemachtigde van de verhuurder: Ik heb via de site op internet gereageerd: met 2013 b ik het es met 2014 ones. Door de invoering van de Warmtewet word wij gezi als ergieleverancier. Dan geldt het maximumtarief van de Warmtewet, daar blijv wij onder. Het tarief o.b.v. de Warmtewet is met de huurdersorganisatie kort geslot. Het is ondolijk voor 2014 de factur van het hele bezit te lever als warmteleverancier. De meters functioner wel. Het warmtebedrijf kan dat check voor 100 à 200 op basis van ongelijk. In het geval van plintverwarming kan de meter minimaal oplop. Ik verwijs naar mijn eerder ingedide stukk het stuk van 30 augustus Het is niet gecommuniceerd aan de bewoners over het uitzett van de plintverwarming. Technisch gezi kan het uit, het is echter niet wselijk. Het systeem is geroveerd (zie brief van 5 mei 2015). In de slaapkamer keuk kan de plintverwarming uitgezet word. Over 2015 hangt de afreking nog ev in de lucht. We redd september niet, maar hop wel eerder dan vorig jaar af te rek. Het totale verbruik is gebruikers gerelateerd. Er is verschil in afreking in het complex. Pagina 2 van 6

3 III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafreking voor de stookkost. De Huurcommissie kan het bedrag verlag als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kost. Als er ge eindafreking is stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting van de huurder voor de onderzochte kostpost vast op basis van de aangetoonde daadwerkelijk gemaakte kost. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak alles wat op de zitting is besprok. Eindafreking stookkost De huurder heeft gedurde de periodes van 14 oktober 2013 tot 1 januari 2014 van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft over deze periodes e bedrag van respectievelijk 487, ,64 in reking gebracht. Deze kost zijn volgs de huuroverekomst tuss de huurder de verhuurder overegekom. Huurder maakt bezwaar teg de afreking van de servicekost over deze periodes. Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de stookkost over de periode van 14 oktober 2013 tot 1 januari 2014 vast te stell op 487,27. De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de stookkost over het jaar 2014 vast te stell op 411,59. Beoordeling Huurcommissie Periode 14 oktober 2013 tot 1 januari 2014, zaaknummer De verhuurder gaat akkoord met het rapport. De rapporteur komt op hetzelfde bedrag uit als de verhuurder. De huurder stelt dat de Huurcommissie moet uitgaan van de afsprak die in de huuroverekomst zijn vastgelegd, dat huurder niet hoeft te betal voor niet gewste warmte, dat de metertjes ook verbruik register als de radiator uit staan dat het systeem sowieso niet goed (heeft ge)werkt. De commissie vat dit op als e verzoek de redelijkheidstoets toe te pass. De commissie overweegt hieromtrt het volgde. Het beleid van de commissie is uit te gaan van de daadwerkelijk door verhuurder aangetoonde kost in relatie tot de verbruik van huurders. Niet is aangetoond dat het systeem in goemde periode mankemt vertoonde. De verhuurder heeft lat onderzoek of er onregelmatighed war. Daarvan is niet geblek. Op het aanbod van verhuurder om op basis van ongelijkheid de metertjes te lat controler, is huurder niet ingegaan. De commissie acht zich niet bevoegd uitspraak te do als het gaat om de vraag of er in deze zaak sprake is van dwaling. Huurder stelt dit, met e beroep op de afsprak die zijn gemaakt in de huuroverekomst. De commissie verwijst huurder hiervoor naar de rechtbank. Pagina 3 van 6

4 De commissie komt samgevat tot de conclusie dat zij in deze zaak ge aanleiding ziet om de redelijkheidstoets toe te pass. De Huurcommissie volgt daarom het rapport stelt de betalingsverplichting van de huurder over de periode van 14 oktober 2013 tot 1 januari 2014 conform de rapportage vast op 487,27. Periode 1 januari 2014 tot 1 januari 2015, zaaknummer Verhuurder heeft zich t aanzi van de kostpost stookkost op het principieel standpunt gesteld dat, nu de Warmtewet van toepassing is, zij niet gehoud is om factur, gegevs specificaties aan de Huurcommissie over het jaar 2014 te overhandig. Volgs verhuurder bestaat daartoe immers ge verplichting op grond van de Warmtewet. De commissie wijst verhuurder erop dat de Huurcommissie bevoegd is eig beleid vast te stell over hoe zij de geschill tuss huurder verhuurder behandelt die te mak hebb met de warmtelevering door stadsverwarming of blokverwarming (geschill die volg uit de Warmtewet). Het door de Huurcommissie vastgestelde uitvoeringsbeleid betreffde de Warmtewet luidt als volgt: Beleid van de Huurcommissie De warmtekost die vall onder de Warmtewet word door de Huurcommissie beoordeeld als "gewone servicekost". Dit houdt in dat de Huurcommissie bevoegd is uitspraak te do, zolang er e geschil is tuss e huurder e verhuurder. Daarnaast geld de afrek- inditermijn zoals ook bij de overige servicekost geld. E afreking moet dus binn e halfjaar na afloop van het kalderjaar verstrekt word partij kunn tot twee jaar hierna e verzoek bij de Huurcommissie indi. E verhuurder dit, zoals bij alle kostpost, de doorberekde kost aan te ton met factur. Als de verhuurder ge gegevs verstrekt, volgt de gebruikelijke werkwijze van de Huurcommissie. Bij e bemeterde situatie (wat vrijwel altijd het geval zal zijn) kan 50% van de KWR word toegepast. Bij e onbemeterde situatie (wat ook mogelijk is) kan het sanctieverbruik toegepast word. Verder kunn de doorberekde aangetoonde kost nog steeds getoetst word aan de redelijkheid. Naar het oordeel van de commissie, mede gelet op hetge is opgom in het uitvoeringbeleid van de Huurcommissie, is de bereking van de stookkost over 2014 in het rapport van nader onderzoek juist. De commissie gaat voorbij aan het betoog van de verhuurder volgt hier het beleid van de Huurcommissie. De Huurcommissie volgt daarom het rapport stelt de betalingsverplichting van de huurder over het hele jaar 2014 conform de rapportage vast op 411,59. Pagina 4 van 6

5 Conclusie/ Gevolg van deze uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de stookkost over de periode van 14 oktober 2013 tot 1 januari 2014 bedraagt 487,27. De betalingsverplichting van de huurder voor de stookkost over het jaar 2014 bedraagt 411,59. Legesbeoordeling inzake De partij die in het ongelijk wordt gesteld moet de leges betal. De Huurcommissie stelt de betalingsverplichting van huurder over de periode 14 oktober 2013 tot 1 januari 2014 vast op hetzelfde bedrag dat de verhuurder in reking heeft gebracht. De Huurcommissie merkt de huurder daarom aan als de in het ongelijk gestelde partij. De huurder moet de leges betal. Legesbeoordeling inzake De partij die in het ongelijk wordt gesteld moet de leges betal. De Huurcommissie stelt de betalingsverplichting van huurder over het jaar 2014 vast op e aanzilijk lager bedrag dat de verhuurder in reking heeft gebracht. De Huurcommissie merkt de verhuurder daarom aan als de in het ongelijk gestelde partij. De verhuurder moet de leges betal. Welk bedrag Volgs de wet betaalt e rechtspersoon 450,00 leges. E huurder, e verhuurder die ge rechtspersoon is, betaalt 25,00. COU2G ENV Pagina 5 van 6

6 IV Beslissing De betalingsverplichting van de huurder voor de stookkost over de periode van 14 oktober 2013 tot 1 januari 2014 bedraagt 487,27. De betalingsverplichting van de huurder voor de stookkost over het jaar 2014 bedraagt 411,59. Volgs de wet word huurder verhuurder geacht te zijn overegekom wat in deze uitspraak is vastgesteld, tzij e van h binn acht wek na verzding van deze uitspraak e beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om e uitspraak was verzocht. Bt u het niet es met de beslissing? Dan kunt u binn acht wek na de verzddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidde brief leest u hoe u dit kunt do. Legesveroordeling inzake De huurder moet 25,00 leges betal. De huurder heeft dit bedrag al betaald als voorschot. Legesveroordeling inzake De verhuurder moet 450,00 leges betal. De huurder krijgt het betaalde legesvoorschot terug. Deze uitspraak is zowel aan de verzoeker als aan de wederpartij gestuurd. ROTTERDAM, De Huurcommissie, mr. J.A.M. Schuurbiers C. Kwast-Vasthoud C.F. Jonker Zittingsvoorzitter Zittingsled Pagina 6 van 6