Onderwijs- en examenregeling. bacheloropleiding Criminologie. m.i.v. 1 september 2002

Transcriptie

1 Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding Criminologie m.i.v. 1 september 2002 Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid

2 Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Criminologie m.i.v. 1 september 2002 tevens bevattende de door de examencommissie opgestelde regels en richtlijnen Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 1 Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling... 1 Artikel 2 Begripsbepalingen... 1 Artikel 3 Doel van de opleiding... 2 Artikel 4# Voltijds / deeltijds... 2 Artikel 5# Het examen van de opleiding... 2 Hoofdstuk 2 Het bachelorexamen... 3 Artikel 6 Samenstelling bachelor... 3 Artikel 7# Invulling vrij keuzeonderdeel... 4 Artikel 8# Volgorde tentamens... 4 Hoofdstuk 3 Toegang tot het masterexamen criminologie... 7 Artikel 9 Toegang tot het masterexamen... 7 Hoofdstuk 4 Tentamen: stof en inhoud... 8 Artikel 10* Bekendmaking en omschrijving van de tentamenstof... 8 Artikel 11# Eisen te stellen aan de inhoud van een tentamen... 8 Hoofdstuk 5 Het afleggen van tentamens Artikel 12# Aantal tentamenmogelijkheden per jaar Artikel 13* Vorm van tentamens Artikel 14* Bekendmaking tijdstip en plaats tentamens Artikel 15* Voorwaarden deelname tentamens Artikel 16* Aanmelding voor tentamens en examens Artikel 17* Tussentijdse tentamens Artikel 18* De wijze waarop een tentamen wordt afgenomen Artikel 19* Algemene bepalingen over de orde tijdens schriftelijke tentamens Artikel 20* Het betreden en verlaten van de ruimte waarin een schriftelijk tentamen wordt afgenomen Artikel 21* Specifieke bepalingen over de orde tijdens schriftelijke tentamens Hoofdstuk 6 Frauderegeling Artikel 22* Fraude en wangedrag; verboden Artikel 23* Fraude en wangedrag; sancties... 16

3 Hoofdstuk 7 Tentamenuitslag Artikel 24# De beoordeling van een tentamen Artikel 25# De nabespreking Artikel 26# Inzage Artikel 27# Bekendmaking en registratie van de uitslag van een tentamen Artikel 28* Vaststelling van de uitslag van een tentamen Artikel 29# De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens Hoofdstuk 8 Vrijstellingen Artikel 30# Vrijstellingen Hoofdstuk 9 Studiebegeleiding Artikel 31# Studievoortgang Artikel 32# Studiebegeleiding Hoofdstuk 10 Examenuitslag Artikel 33* Vaststelling van de uitslag van een examen Artikel 34* Judicia Artikel 35* Het getuigschrift Hoofdstuk 11 De examencommissie Artikel 36 Samenstelling van de examencommissie Artikel 37 Verzoeken en beschikkingen Artikel 38 Beroepsregeling Hoofdstuk 12 Slot- en invoeringsbepalingen Artikel 39 Hardheidsclausule Artikel 40 Wijzigingen Artikel 41 Bekendmaking Artikel 42 Inwerkingtreding... 28

4 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Criminologie, verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), verder te noemen: de faculteit. De faculteit werkt in deze opleiding samen met de faculteiten der rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit en de Universiteit Leiden. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW; wet van 8 oktober 1992; Stb. 1992/ 593; nadien gewijzigd); b. student: degene, die als zodanig is ingeschreven aan de EUR en derhalve de rechten geniet, zoals bedoeld in art van de wet; c. extraneus: degene, die als zodanig is ingeschreven aan de EUR en derhalve de rechten geniet, zoals bedoeld in art van de wet; d. bachelor: de bacheloropleiding, zoals bedoeld in de wet; e. master: de masteropleiding, zoals bedoeld in de wet; f. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, zoals bedoeld in art. 7.3 van de wet; g. onderwijs- en examenregeling: de regeling, zoals bedoeld in artikel 7.13 van de wet; h. examencommissie: de commissie, zoals bedoeld in art van de wet; i. tentamen: een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek, zoals bedoeld in art eerste lid van de wet; j. examen: het geheel der tentamens, als bedoeld in art tweede lid van de wet. Indien de tentamens van de tot de bacheloropleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen behaald; k. examinator: degene die ingevolge art derde lid van de wet bevoegd is tot het afnemen van tentamens in het desbetreffende onderdeel; l. examinandus: degene, die een bepaald tentamen of examen moet afleggen; m. geëxamineerde: degene, die een bepaald tentamen of examen heeft afgelegd; n. CBE: het College van Beroep voor de Examens van de EUR, zoals bedoeld in artikel 7.60 van de wet; o. deel van de tentamenstof: de inhoud van hoorcolleges, werkgroepen en literatuur. Onder de inhoud van hoorcolleges en werkgroepen wordt mede begrepen hetgeen via audiovisuele middelen onder de aandacht is gebracht. Onder litera -1-

5 tuur wordt verstaan: (delen van) boeken, tijdschriftartikelen, syllabi en jurisprudentie; p. studiepunt: een door de student aan zijn studie te besteden tijdseenheid zoals bedoeld in artikel 7.4 van de wet. Een studiepunt, in deze regeling verder ects 1 te noemen, is gelijk aan 28 uren studie volgens onderstaande norm: 1. één aangeboden contactuur hoorcollege of werkgroep per week gedurende één semester geldt voor één uur. Per semester mag het totaal van de uren de 60 niet overschrijden; 2. het bestuderen van zes originele boekpagina's literatuur van gemiddelde zwaarte telt voor 1 uur; 3. het bestuderen van 3 pagina's jurisprudentie telt voor 1 uur; q. scriptie: een onderwijseenheid, als bedoeld in art. 7.3 van de wet; r. certificaatonderwijs: deelnemen aan onderdelen van het reguliere onderwijsprogramma door anderen dan studenten of extranei, met als doel in die onderdelen tentamen af te leggen en daarvan een bewijs (certificaat) te ontvangen. Artikel 3 Doel van de opleiding Met de bacheloropleiding Criminologie wordt beoogd studenten op te leiden die een discipline overstijgende kennis hebben van criminaliteit en criminaliteitsbeheersing, de vaardigheden bezitten om onderzoek te doen in dit veld en in beleidsfuncties de vertaalslag kunnen maken tussen het normatieve kader waarin de jurist werkt en de empirische categorieën die worden gehanteerd door de sociale wetenschapper. Artikel 4# Voltijds / deeltijds De opleiding wordt zowel in voltijdse als in deeltijdse vorm verzorgd. De cursusduur van de voltijdse opleiding bedraagt 3 jaar. De cursusduur van de deeltijdse opleiding bedraagt 4,5 jaar. Artikel 5# Het examen van de opleiding In de opleiding kan het bachelorexamen worden afgelegd, met een omvang van 180 ects. 1 Ects is de afkorting van European Credit Transfer System. -2-

6 Hoofdstuk 2 Het bachelorexamen Artikel 6 Samenstelling bachelor Het bachelor-examen van de opleiding omvat de volgende verplichte onderdelen (totaal 180 ects): Lid 1 Lid 2 Lid 3 Aan de eisen van het eerste jaar van de bacheloropleiding Criminologie wordt voldaan door het behalen van: a) een propedeutisch getuigschrift dan wel bewijs van het met goed gevolg behaald hebben van alle onderdelen van het eerste jaar van de bacheloropleiding van één van de opleidingen, zoals opgenomen in het HOOP-gebied Recht (cluster B) van het CROHO, dan wel b) een propedeutisch getuigschrift dan wel bewijs van het met goed gevolg behaald hebben van alle onderdelen van het eerste jaar van de bacheloropleiding van één van de hierna volgende opleidingen uit het HOOP-gebied Gedrag en Maatschappij (cluster D) van het CROHO, te weten: Algemene sociale wetenschappen; Psychologie; Pedagogische wetenschappen; Culturele antropologie en sociologie van de niet-westerse samenlevingen; Sociaalculturele wetenschappen; Sociologie; Politicologie; Bestuurskunde. Het tweede jaar van de bacheloropleiding Criminologie bestaat uit: Synchronisatiefase: a. Voor studenten met een getuigschrift zoals bedoeld in lid 1, onder a. van dit artikel: inleidingen in de sociologie, psychologie en methoden & technieken 15 ects b. Voor studenten met een getuigschrift zoals bedoeld in lid 1, onder b van dit artikel: Inleiding tot de rechtswetenschap, Inleiding Strafrecht en Criminologie, Inleiding Publiekrecht 15 ects Inleiding Criminologie 6 ects Beschrijvende Criminologie 4 ects Verklarende Criminologie 4 ects Theoretische Criminologie 6 ects Methoden en Technieken van Criminologisch onderzoek 6 ects Formeel Strafrecht 7 ects Rechtsfilosofie 6 ects Europees recht 6 ects Applicatie wiskunde (facultatief) - ects Het derde jaar van de bacheloropleiding Criminologie bestaat uit: Materieel Strafrecht 7 ects Sociale cohesie en solidariteit 5 ects -3-

7 Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit 6 ects Aard, omvang en schade van criminaliteit 6 ects Preventie en bestraffing van criminaliteit 6 ects Strafrechtelijke rechtshandhaving 5 ects Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit 7 ects Keuzevak (vrij keuzeonderdeel) 6 ects Onderzoeksvaardigheden 12 ects Artikel 7# Invulling vrij keuzeonderdeel Lid 1 Het vrije keuze-onderdeel, met een studiebelasting van ten minste 6 ects, kan naar eigen belangstelling worden gekozen uit alle keuze-onderdelen die de faculteit in haar onderwijsprogramma's aanbiedt, dan wel, na goedkeuring van de examencommissie en met inachtneming van het hierna in de volgende leden gestelde, uit onderdelen van het onderwijsprogramma van een andere faculteit, universiteit of buitenlandse universiteit. Lid 2 Ten aanzien van keuze-onderdelen die behoren tot het aanbod aan buitenfacultaire keuze-onderdelen van zusterfaculteiten, geldt dat deze onderdelen, ongeacht hun ects, kunnen worden ingebracht voor maximaal 6 ects per onderdeel. Lid 3 Ten aanzien van de inbreng en erkenning van in het buitenland behaalde studieresultaten en de cijferwaardering voor deze studieresultaten, geldt hetgeen is bepaald in de regeling "Studeren in het buitenland: Inbrengregeling" welke is gepubliceerd in de studiegids of op de voor studenten toegankelijke internetpagina s van de faculteit. Deze regeling is tevens verkrijgbaar bij de studieadviseurs en bij het secretariaat van de afdeling Onderwijs en Studentenzaken van de faculteit. Lid 4 Een verzoek tot inbreng van een keuze-onderdeel dat niet behoort tot de onderwijsprogramma's van de faculteit dient te worden gedaan voor de aanvang van het trimester of semester waarin het onderdeel voor het eerst moet worden afgelegd. Het verzoek dient te worden vergezeld van alle bescheiden die nodig zijn voor de toetsing van het in te brengen onderdeel, zoals literatuurlijsten, studiegidsteksten, aantal punten dat aan het onderdeel elders is toegekend en de periode waarin dit onderdeel wordt gevolgd. De examencommissie beslist of een keuze-onderdeel kan worden ingebracht en voor hoeveel ects. Artikel 8# Volgorde tentamens Lid 1 De examinandus die niet alle onderdelen van het eerste jaar van de bacheloropleiding, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 van deze regeling, met goed gevolg heeft afgelegd, heeft geen toegang tot de tentamens van onderdelen van het tweede jaar van de bacheloropleiding, behoudens in de gevallen als voorzien in de leden 2, 3 en 4 van dit artikel. -4-

8 Lid 2 Voor examinandi die het eerste jaar van de bacheloropleiding Nederlands recht van de EUR volgen geldt dat zij toegang tot het afleggen van tentamens van onderdelen van het tweede jaar van de bacheloropleiding Criminologie hebben: - indien voor ten minste zes onderdelen van het eerste jaar van de bacheloropleiding Nederlands recht een voldoende is behaald; - indien voor ten minste vijf onderdelen van het eerste jaar van de bacheloropleiding Nederlands recht een voldoende is behaald te weten te onderdelen Inleiding tot de rechtswetenschap, Inleiding publiekrecht, Inleiding strafrecht/inleiding strafrecht en criminologie, Inleiding rechtssociologie en één van de drie onderdelen: Inleiding fiscaal recht, Inleiding Internationaal recht, Integratievak. Voor examinandi die het eerste jaar van een bacheloropleiding van de faculteit der Sociale Wetenschappen van de EUR volgen geldt dat zij toegang tot het afleggen van tentamens van onderdelen van het tweede jaar van de bacheloropleiding Criminologie hebben: - indien zij op grond van de Onderwijs- en examenregeling van de opleiding die zij volgen recht zouden hebben op het volgen van onderdelen van het tweede jaar van de betreffende opleiding én - zij minstens twee van de drie sociaal-wetenschappelijke synchronisatievakken zoals bedoeld in art. 6, lid 2, onder Synchronisatiefase, onderdeel a. hebben behaald De examinandus mag gedurende maximaal 1 jaar, te rekenen vanaf het begin van het eerste semester dat aan de eisen van één van bovenstaande regelingen is voldaan, per semester maximaal twee tentamens van onderdelen van uitsluitend het tweede jaar van de bacheloropleiding Criminologie afleggen. Lid 3 Examinandi dienen alle synchronisatievakken in het tweede jaar van de bacheloropleiding te hebben behaald alvorens zij worden toegelaten tot de tentamens van onderdelen in het derde jaar van de bacheloropleiding criminologie. Lid 4 Examinandi dienen de onderdelen Inleiding Criminologie en Theoretische Criminologie in het tweede jaar van de bacheloropleiding te hebben te hebben behaald, alvorens zij worden toegelaten tot deelname aan de tentamens van de onderdelen Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit, Aard, omvang en schade van criminaliteit, Preventie en bestraffing van criminaliteit, en Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit in het derde jaar van de bacheloropleiding. Lid 5 Examinandi dienen het onderdeel Methoden en technieken van criminologisch onderzoek in het tweede jaar van de bacheloropleiding te hebben behaald alvorens zij worden toegelaten tot deelname aan de tentamens van het onderdeel Onderzoeksvaardigheden in het derde jaar van de bacheloropleiding. Lid 6 De examencommissie kan, in afwijking van het eerste en tweede lid, een examinandus in daarvoor in aanmerking komende gevallen toegang verlenen tot het afleggen van door haar nader te bepalen tentamens van het tweede en derde jaar -5-

9 van de bacheloropleiding voordat hij of zij alle onderdelen van het eerste jaar met goed gevolg heeft afgelegd. De examencommissie kan daarbij bepalen dat de toegang geldt voor een door haar te bepalen termijn of onder door haar te bepalen voorwaarden. -6-

10 Hoofdstuk 3 Toegang tot het masterexamen criminologie Artikel 9 Toegang tot het masterexamen De examinandus die alle onderdelen van het bachelorexamen, zoals bedoeld in artikel 6 van deze regeling, met goed gevolg heeft afgelegd, heeft zonder verdere voorwaarden toegang tot het onderwijs en de tentamens van de masteropleiding Criminologie van de EUR, de Vrije Universiteit of de Universiteit Leiden. -7-

11 Hoofdstuk 4 Tentamen: stof en inhoud Artikel 10* Bekendmaking en omschrijving van de tentamenstof Lid 1 De examinator draagt er zorg voor dat bij de aanvang van elk semester of trimester, doch uiterlijk 10 weken voorafgaande aan de datum waarop het tentamen is vastgesteld, voor het betreffende onderdeel een overzicht wordt gepubliceerd van de tentamenstof. Deze publicatie vindt zo mogelijk plaats in de studiegids. De examinator geeft bij de publicatie zo veel mogelijk aan, hoe de studiebelasting zoals bedoeld in art. 2, onder p, van het desbetreffende onderdeel over de verschillende onderdelen van de tentamenstof is verdeeld. De examinator mag de voor het desbetreffende onderdeel voorgeschreven studiebelasting met maximaal 10% overschrijden, mits hij daarvoor bijzondere redenen kenbaar maakt. Lid 2 Als delen van de tentamenstof kunnen, behalve hoorcollege- of werkgroeptentamenstof, door de examinator slechts die delen voorgeschreven worden die daadwerkelijk aan het begin van de onderwijsperiode van het betreffende examenonderdeel beschikbaar zijn. Lid 3 Wijzigingen in de aanvankelijk vastgestelde en gepubliceerde tentamenstof worden door de examinator onverwijld ad valvas, in Erasmus Magazine en op de facultaire onderwijssite gepubliceerd. Zij hebben geen gelding indien, op een daartoe strekkend verzoek van een rechtstreeks belanghebbende, door de examencommissie wordt beslist dat voor de door de examinator voorgestelde wijzigingen onvoldoende redenen bestaan. Bij deze uitspraak kan de examencommissie de examinator tevens aanwijzingen geven omtrent de tentamenstof waarin wel mag worden getentamineerd. De belanghebbende dient zijn verzoek schriftelijk en binnen drie weken nadat de wijzigingen zijn gepubliceerd in te dienen bij de examencommissie. De examencommissie beslist zo spoedig mogelijk op het desbetreffende verzoek. Lid 4 Tegen overschrijding van de studiebelasting of het voorschrijven van nietbeschikbare delen van de tentamenstof, kan door iedere rechtstreeks belanghebbende zo spoedig mogelijk schriftelijk bezwaar worden ingediend bij de examencommissie. De examencommissie beslist zo spoedig mogelijk op het desbetreffende bezwaarschrift. Indien het bezwaar gegrond bevonden wordt, kan de examencommissie aan de examinator aanwijzingen geven in welke omvang en in welke mate de tentamenstof getentamineerd mag worden. Artikel 11# Eisen te stellen aan de inhoud van een tentamen Lid 1 De vragen en opgaven van een tentamen mogen de volgens artikel 10 van deze regeling opgegeven tentamenstof niet te buiten gaan. -8-

12 Lid 2 De in lid 1 bedoelde vragen en opgaven dienen gespreid te zijn over meer dan de helft van de tentamenstof. Zonodig wordt aangegeven hoe gedetailleerd het antwoord van de examinandus moet zijn. Lid 3 Vragen of opgaven die betrekking hebben op tentamenstof die uitsluitend in de colleges is aangeboden, mogen niet meer dan 25% van de tentamenomvang uitmaken. Lid 4 Op het opgavenformulier wordt bekendgemaakt hoeveel punten per vraag of onderdeel van een vraag behaald kunnen worden en bij welk aantal punten een voldoende wordt behaald. Lid 5 De duur van het tentamen is zodanig dat de examinandus naar redelijke maatstaven gemeten in de gelegenheid is de vragen te beantwoorden en de opdrachten te maken. Lid 6 Indien examinator en examinandus daarmee instemmen, kunnen tentamens ook in een andere taal dan het Nederlands worden afgenomen. Indien de examinator daarmee instemt, mag de examinandus op in het Nederlands gestelde (open) tentamenvragen ook in een andere taal antwoorden. Lid 7 De examinator verstrekt desgevraagd en tijdig voor het afnemen van een schriftelijk tentamen een proeftentamen. -9-

13 Hoofdstuk 5 Het afleggen van tentamens Artikel 12# Aantal tentamenmogelijkheden per jaar Voor alle onderdelen van het bachelorexamen wordt ten minste tweemaal per jaar de gelegenheid gegeven tot het afleggen van tentamens. Artikel 13* Vorm van tentamens Lid 1 Elk onderdeel van het bachelorexamen wordt schriftelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders bepaalt. De keuze-onderdelen van het bachelorexamen kunnen schriftelijk, mondeling, door middel van een schriftelijk werkstuk of door middel van een combinatie van deze drie vormen, getentamineerd worden. Lid 2 Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte examinandi wordt de gelegenheid geboden de onderdelen op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. Tentaminering geschiedt bij voorkeur op hetzelfde tijdstip dan wel in dezelfde periode als waarop/waarin het tentamen op reguliere wijze wordt getentamineerd. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 14* Bekendmaking tijdstip en plaats tentamens Lid 1 Van elk schriftelijk tentamen, behoudens van dat welk ingevolge artikel 17 (Tussentijdse tentamens) van deze regeling is vastgesteld, worden datum, tijdstip en plaats van het afnemen, tijdig, in ieder geval aan het begin van het studiejaar, door het Bureau Studenten Administratie bekendgemaakt. Lid 2 De bekendmaking als bedoeld in het voorgaande lid geschiedt door een mededeling ad valvas en op de voor studenten toegankelijke internetpagina s van de faculteit, dan wel in Erasmus Magazine. De tentamenperiodes staan vermeld in deel III van de studiegids (jaarindeling en collegerooster) en op de voor studenten toegankelijke internetpagina s van de faculteit. De tentamendata staan vermeld in het in de studiegids opgenomen tentamenrooster en op de voor studenten toegankelijke internetpagina s van de faculteit. Het tentamenrooster wordt tevens in de vitrines in de gang bij het Bureau examens Faculteit der Rechtsgeleerdheid opgehangen. Eventuele aanvullingen op en/of wijzigingen in het tentamenrooster worden bekendgemaakt in Erasmus Magazine, op de voor studenten toegankelijke internetpagina s van de faculteit of opgehangen in de vitrines in de gang bij het Bureau examens Faculteit der Rechtsgeleerdheid (AB-04). De examenzalen -10-

14 worden op de dag van het tentamen in het gebouw waar het tentamen wordt afgelegd op een bord en op eventueel aanwezige monitoren aangegeven. Lid 3 De in het eerste lid bedoelde data en tijdstippen worden zodanig vastgesteld, dat samenvallen in tijd van tentamens zoveel mogelijk wordt voorkomen. Lid 4 Mondelinge tentamens worden op een door de examinator te bepalen datum en tijdstip afgenomen. Behoudens uitzonderingen moet men mondelinge tentamens aanmelden bij het Bureau examens Faculteit der Rechtsgeleerdheid en wel uiterlijk 3 weken voor de dag waarop het tentamen plaatsvindt. Artikel 15* Voorwaarden deelname tentamens Voor een geldige deelname aan een tentamen is vereist dat de examinandus bevoegd is om het betreffende tentamen af te leggen. Onverminderd het gestelde in artikel 8 (Volgorde tentamens) van deze regeling is bevoegd de examinandus die: - is ingeschreven als student of extraneus voor het studiejaar waarin het tentamen wordt afgelegd; - zich tijdig en deugdelijk heeft aangemeld voor een tentamen. Lid 2 Een examinandus die voor hetzelfde onderdeel vier keer een onvoldoende heeft behaald, dient eerst een gesprek met de studieadviseur over zijn studievoortgang te voeren alvorens hij zich kan inschrijven om opnieuw tentamen in het betreffende vak af te leggen. Artikel 16* Aanmelding voor tentamens en examens Lid 1 Aanmelding voor tentamens dient te geschieden bij het Bureau examens Faculteit der Rechtsgeleerdheid binnen een bepaalde termijn en derhalve voor een bepaalde datum. Deze data staan vermeld in de studiegids en worden aan het begin van het studiejaar en/of aan het begin van een semester of trimester door het Bureau examens Faculteit der Rechtsgeleerdheid bekend gemaakt. Lid 2 De aanmelding vindt plaats door middel van computeropgave, door afgifte of inzending van het voor het desbetreffende tentamen bestemde aanmeldingsformulier of op andere door de universiteit opengestelde wijze. Het gedagtekende afschrift van het aanmeldingsformulier geldt tevens als oproep voor het desbetreffende tentamen. Lid 3 Het hoofd van het Bureau Studentenadministratie kan van de in lid 1 bedoelde data afwijken tot uiterlijk twee werkdagen voor de dag waarop het tentamen dient te worden afgelegd, mits de deugdelijke voorbereiding van de tentamenzitting niet in gevaar wordt gebracht als gevolg van deze afwijking. Het hoofd van het Bureau Studentenadministratie brengt voor de afwijking administratiekosten in rekening van Euro 13,50 per tentamen. Het hoofd van het Bureau Studentenadministratie doet hiervan mededeling aan de examencommissie. -11-

15 Lid 4 Wie zich niet tijdig of deugdelijk heeft aangemeld voor een schriftelijk tentamen, kan niet aan het betrokken tentamen deelnemen. Wanneer in strijd met het bepaalde in een van de voorgaande leden van dit artikel toch wordt deelgenomen aan het tentamen, stelt de examinator of de examencommissie geen uitslag vast. Lid 5 Per tentamenperiode in de bachelorfase kan de examinandus zich voor ten hoogste zes schriftelijke tentamens aanmelden. Wanneer de studieprestaties van de examinandus of bijzondere omstandigheden zulks rechtvaardigen, kan de examencommissie op gemotiveerd verzoek een aanmelding voor meer dan zes schriftelijke tentamens toestaan. Lid 6 De aanmelding voor het bachelorexamen geschiedt tegelijk met de aanmelding voor het eerste tentamen van de bacheloropleiding. Artikel 17* Tussentijdse tentamens Lid 1 In geval van zeer bijzondere omstandigheden kan de examencommissie aan een examinandus op diens verzoek, toestemming verlenen tot het in een andere vorm dan zoals bepaald in artikel 13 (Vorm van tentamens), dan wel op een ander tijdstip of op een andere plaats dan zoals vastgesteld krachtens artikel 14 (Bekendmaking tijdstip en plaats tentamens) van deze regeling, afleggen van een schriftelijk tentamen. Lid 2 Op het verzoek wordt door de examencommissie binnen 4 weken na indiening gemotiveerd beslist. Deze termijn kan met ten hoogste 4 weken worden verlengd. Lid 3 Indien de examencommissie de in het eerste lid bedoelde toestemming heeft gegeven, dient de examinandus zich binnen veertien dagen na dagtekening van de schriftelijke toestemming, bij de examinator van het desbetreffende onderdeel te melden om met hem of haar een nadere afspraak te maken omtrent datum, tijd en plaats van het af te leggen tentamen. De desbetreffende examinator bepaalt, zonodig in overleg met de examencommissie, datum, tijdstip, plaats en vorm van het af te leggen tentamen. Lid 4 Indien het in lid 1 bedoelde verzoek betrekking heeft op het afleggen van het laatste tentamen voor het kunnen behalen van het bachelorexamen en tevens voldaan is aan de scriptie-eis, kunnen deze omstandigheden gelden als de in het eerste lid bedoelde zeer bijzondere omstandigheden, mits de examinandus in de tentamenperiode voorafgaande aan het verzoek, heeft deelgenomen aan het tentamen of het hertentamen. Op deze grond wordt echter, behoudens zeer bijzondere omstandigheden, geen toestemming verleend tot het afleggen van een tussentijds tentamen indien binnen 13 weken, te rekenen vanaf het moment van indiening van het verzoek, een reguliere tentamenronde voorhanden is. Een dergelijk verzoek kan niet eerder worden ingediend dan wanneer alle andere studieonderdelen met voldoende resultaat zijn afgelegd. Lid 5 Verhindering om tijdens de schriftelijke herkansingsronde van tweede- en derde jaars bachelortentamens in augustus aan een tentamen deel te nemen wegens ziekte kan gelden als in het eerste lid bedoelde zeer bijzondere omstandigheid, -12-

16 met dien verstande dat geen aanspraak op een tussentijds tentamen bestaat indien, ondanks ziekte, toch aan het tentamen is deelgenomen. Op deze grond kan toestemming worden verleend tot het afleggen van een tussentijds tentamen indien de examinandus heeft deelgenomen aan de voorafgaande tentamenronde in december/januari of mei/juni en hij zich uiterlijk op de dag van het hertentamen telefonisch of per ziek heeft gemeld bij het Centraal Secretariaat van de faculteit. Verzoeken op deze grond dienen binnen 4 weken na de tentamendatum van het door ziekte niet afgelegde hertentamen onder overlegging van een doktersverklaring te geschieden. Indien door ziekte niet kan worden deelgenomen aan meerdere tentamens, wordt de toestemming tot het afleggen van een tussentijds tentamen gegeven voor ten hoogste 4 onderdelen. Zulk een tussentijds tentamen dient, in beginsel, binnen twee maanden na de originele tentamendatum te worden afgelegd. Artikel 18* De wijze waarop een tentamen wordt afgenomen Lid 1 Elk tentamen wordt afgenomen en beoordeeld door een door de examencommissie aangewezen examinator. Lid 2 Een mondeling tentamen wordt afgenomen door ten minste één examinator. Op verzoek van de examinandus wordt het tentamen bijgewoond door een ander lid van het wetenschappelijk personeel en wordt van de gang van zaken tijdens het afnemen van het mondeling tentamen een schriftelijk verslag gemaakt dat gedurende 3 maanden wordt bewaard. Lid 3 Een mondeling tentamen wordt van niet meer dan twee examinandi tegelijk afgenomen, behoudens hetgeen bepaald is in lid 4. Lid 4 Indien een mondeling tentamen deel uitmaakt van de beoordeling van een collectief geschreven werkstuk, kunnen verscheidene examinandi, voorzover zij de opstellers van dat werkstuk zijn, tegelijk worden getentamineerd. Lid 5 Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de examinator anders heeft bepaald, of de examinandus daartegen bezwaar heeft gemaakt. Artikel 19* Algemene bepalingen over de orde tijdens schriftelijke tentamens Lid 1 Tijdens een schriftelijk tentamen is ten minste één examinator aanwezig in één van de ruimtes waar het schriftelijk tentamen wordt afgenomen. Lid 2 Namens de examencommissie zijn daartoe aangestelde surveillanten belast met de handhaving van de orde tijdens het schriftelijk tentamen. De surveillanten dienen eventuele aanwijzigingen van de examinator op te volgen. De examinator kan tevens surveillant zijn. Lid 3 De examinandus dient de aanwijzigingen van de examinator of de surveillant op te volgen. Wanneer de examinandus de aanwijzingen van de examinator of de -13-

17 surveillant niet opvolgt of geen gehoor geeft aan een verzoek van één van hen, kan de examinator hem uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen, met als gevolg dat er geen uitslag wordt vastgesteld. Lid 4 Het is niet toegestaan te roken in de tentamenruimte. Lid 5 In gevallen waarin voorzien is in een deugdelijk opbergsysteem, mogen jassen en tassen niet in de tentamenruimte worden meegenomen. Artikel 20* Het betreden en verlaten van de ruimte waarin een schriftelijk tentamen wordt afgenomen Lid 1 Alleen de examinandus die zich tijdig en deugdelijk heeft aangemeld voor een schriftelijk tentamen, kan deelnemen aan het desbetreffende tentamen en wordt toegelaten tot de tentamenruimte. Lid 2 De toelating tot de tentamenruimte is mogelijk tot 15 minuten na aanvang van het desbetreffende tentamen. De examinandus die na aanvang van het desbetreffende tentamen alsnog wordt toegelaten tot de tentamenruimte, draagt er zorg voor dat hij zo min mogelijk overlast bezorgt aan de al aanwezige examinandi. Lid 3 De examinandus mag de tentamenruimte niet eerder verlaten dan één uur na aanvang van het tentamen. De student die voor afloop van het tentamen de tentamenruimte verlaat, draagt er zorg voor dat hij zo min mogelijk overlast bezorgt aan de nog aanwezige examinandi. Lid 4 De examinandus kan op zijn verzoek en met toestemming van de examinator of de surveillant, tussentijds de ruimte verlaten wegens toiletbezoek, vanaf één uur na aanvang van het tentamen tot een half uur voor het einde van het tentamen. Deze toestemming wordt slechts verleend aan één student tegelijk. In bijzondere gevallen kan de examinator of de surveillant van deze regels afwijken ten gunste van de examinandus. Artikel 21* Specifieke bepalingen over de orde tijdens schriftelijke tentamens Lid 1 Op verzoek van de examinator of de surveillant moet de examinandus zich tijdens het tentamen legitimeren met een geldig bewijs van inschrijving (collegekaart) of een ander rechtsgeldig legitimatiebewijs (bijv. paspoort of rijbewijs). Lid 2 Op de tafel van de examinandus mogen uitsluitend aanwezig zijn: het geldig bewijs van inschrijving (collegekaart) of een ander rechtsgeldig legitimatiebewijs, het bewijs van aanmelding, de opgave(n), het papier om de opgave(n) uit te werken, schrijfgerei en liniaal. Met toestemming van de examinator mag er voorts aanwezig zijn: een rekenmachine, literatuur en ander studiemateriaal, alles uitsluitend voor eigen gebruik. Lid 3 Indien door de examinator raadpleging van wetgeving of andere bronnen tijdens een tentamen is toegestaan, mag de tekst niet voorzien zijn van aantekeningen, tenzij deze door de examinator uitdrukkelijk zijn toegestaan. -14-

18 Lid 4 Indien raadpleging van wetgeving of andere bronnen tijdens het tentamen is toegestaan en indien aantekeningen in de tekst zijn toegelaten, geeft de examencommissie of de examinator hieraan bekendheid bij de publicatie als bedoeld in artikel 14 (Bekendmaking en omschrijving van de tentamenstof) van deze regeling en door vermelding van deze feiten op het tentamenformulier. Lid 5 De examinandus is verplicht het materiaal dat hij voorhanden heeft, op verzoek van de examinator of de surveillant, te tonen en desgevraagd te overhandigen. Lid 6 Alleen het papier dat de EUR verstrekt, mag worden gebruikt bij een schriftelijk tentamen. Het gebruik van eigen papier is niet toegestaan. Lid 7 De examinandus dient zijn naam, handtekening en studie-/examennummer te plaatsen op elk vel papier dat wordt ingeleverd. De examinator of de surveillant controleert of dit naar behoren is gebeurd voordat hij het tentamen in ontvangst neemt. De uitwerking van de opgave(n) dient te worden ingeleverd bij de examinator of de surveillant. -15-

19 Hoofdstuk 6 Frauderegeling Artikel 22* Fraude en wangedrag; verboden Het is de examinandus verboden: a. aan het tentamen deel te nemen zonder daartoe gerechtigd te zijn; b. tijdens het tentamen boeken, syllabi, aantekeningen of andere geschriften waarvan raadpleging niet uitdrukkelijk krachtens artikel 21 (Specifieke bepalingen over de orde tijdens schriftelijke tentamens) van deze regeling is toegestaan, bij zich te hebben en/of te raadplegen; c. tijdens het tentamen bij mede-examinandi af te kijken of met hen, op welke wijze dan ook, binnen of buiten de tentamenruimte, informatie uit te wisselen; d. zich tijdens het tentamen uit te geven voor iemand anders; e. zich op het tentamen door iemand anders te laten vertegenwoordigen; f. de hem of haar uitgereikte vragenformulieren en/of antwoordformulieren te verwisselen of met anderen uit te wisselen; g. zich, voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen is vastgesteld, in het bezit te stellen van de vragen of opgaven van het desbetreffende tentamen; h. door op enige andere wijze bedrieglijk handelen of nalaten, het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. i. tijdens het tentamen voorgeprogrammeerde reken-machines, computers, buzzers, mobiele telefoons, alsmede apparaten met vergelijkbare functies voorhanden te hebben. Artikel 23* Fraude en wangedrag; sancties Lid 1 De examinandus die handelt in strijd met het bij of krachtens de artikelen 19, 20, 21, 22 van deze regeling bepaalde of gelegenheid geeft tot handelingen in strijd met het bij of krachtens de artikelen 19, 20, 21, 22 van deze regeling bepaalde, maakt zich schuldig aan fraude. Ten aanzien van alle tentamens geldt dat hij of zij die door op enige wijze bedrieglijk handelen of nalaten het vormen van een juist oordeel over zijn kennis, inzicht of vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt, zich schuldig maakt aan fraude. Lid 2 Wanneer bij of ten aanzien van het afleggen van een tentamen fraude wordt geconstateerd of ernstig vermoed, deelt de examinator of de surveillant dit terstond mede aan de examinandus en maakt daarvan aantekening op het door de examinandus in te leveren werk. Tevens neemt de examinator eventuele bewijsstukken in. Lid 3 Zo spoedig mogelijk na afloop van het tentamen waarbij de fraude is geconstateerd of - indien de examinator niet onmiddellijk kan vaststellen of de examinandus fraude heeft gepleegd - zo spoedig mogelijk nadat de examinator naderhand de fraude heeft vastgesteld, maakt de examinator een schriftelijk verslag met be -16-

20 trekking tot de fraude. Indien de examinandus heeft geweigerd eventuele bewijsstukken te overhandigen wordt dit in het schriftelijk verslag vermeld. De examinator verstrekt dit verslag aan de voorzitter van de examencommissie en kan een voorstel doen inzake de op te leggen sanctie(s). De voorzitter van de examencommissie stelt de examinandus in de gelegenheid schriftelijk commentaar op het verslag te leveren. Lid 4 Afhankelijk van de ernst van de gepleegde fraude, herhaalde fraude daaronder begrepen, kan de voorzitter van de examencommissie de volgende sancties opleggen: 1. Berisping; 2. De beslissing dat voor de betrokken student geen uitslag van het betreffende tentamen wordt vastgesteld; 3. Uitsluiting van het desbetreffende tentamen voor ten hoogste één jaar; 4. Uitsluiting van één of meer tentamenronden; 5. Een combinatie van bovenstaande maatregelen. Lid 5 De voorzitter van de examencommissie deelt de examinandus de opgelegde sanctie(s) mee. Lid 6 Een sanctie wegens examenfraude opgelegd door de examencommissie van een zusterfaculteit, is eveneens van kracht aan deze faculteit voor dezelfde periode (met een maximum van één jaar) en voor dezelfde of overeenkomstige onderdelen. -17-

21 Hoofdstuk 7 Tentamenuitslag Artikel 24# De beoordeling van een tentamen Lid 1 Als een tentamen door meer dan één examinator wordt afgenomen en beoordeeld, dragen de examinatoren er zorg voor dat zij beoordelen aan de hand van dezelfde normen. Lid 2 Voor elk schriftelijk tentamen worden de per vraag of per onderdeel maximaal te behalen punten van te voren bekend gemaakt op het tijdens het tentamen uitgereikte vragenformulier. Lid 3 Bijstelling van de beoordelingsnormen nadat het tentamen is afgenomen, geschiedt niet ten nadele van de examinandus. Lid 4 De examinator draagt er zorg voor dat, zo spoedig mogelijk na afloop van een tentamen dat geheel of ten dele uit multiple-choice vragen bestaat, een modelbeantwoording van de multiple-choice vragen wordt bekendgemaakt. Artikel 25# De nabespreking Lid 1 Na beoordeling van een scriptie of werkstuk of van een schriftelijk tentamen, vindt er een nabespreking plaats op een door de examinator vast te stellen plaats en tijdstip. In geval van een schriftelijk tentamen worden plaats en tijdstip van de nabespreking zo mogelijk op het opgavenformulier vermeld. Lid 2 Een nabespreking kan zowel individueel als collectief plaatsvinden. Een nabespreking vindt bij voorkeur plaats na afloop van de tentamencyclus waarin het desbetreffende tentamen is afgenomen. Lid 3 Bij de nabespreking wordt de beoordeling toegelicht, waarbij er voldoende tijd dient te zijn om de tentamenantwoorden te bespreken en om met de examinator over de mogelijke tentamenantwoorden en de gehanteerde normen van gedachten te wisselen. Lid 4 Onmiddellijk nadat een mondeling tentamen is afgenomen vindt een nabespreking plaats tussen de examinator(en) en de examinandus. Hetgeen gesteld is in de vorige leden van dit artikel geldt, voorzover van toepassing, ook voor mondelinge tentamens. Artikel 26# Inzage Lid 1 Binnen een termijn van twee maanden die aanvangt op de dag na de bekendmaking van de tentamenuitslag of, indien die dag valt in een academische vakantie of onderwijsvrije periode, op de eerste dag na afloop daarvan, kan de geëxamineerde op verzoek inzage krijgen in zijn of haar beoordeelde werk. De geëxami -18-

22 neerde evenals alle andere belangstellenden kunnen, gedurende de in de vorige volzin bedoelde termijn, tevens kennis nemen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van de normen die bij de beoordeling zijn gehanteerd. Lid 2 De inzage of kennisname geschiedt op een door de examencommissie dan wel door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. De belangstellende wordt in de gelegenheid gesteld om, indien hij of zij dat wenst, de ter inzage gelegde stukken of delen daarvan tegen betaling te fotokopiëren, met dien verstande dat het maken van fotokopieën van het beoordeelde werk alleen is toegestaan aan de geexamineerde wiens werk het betreft. Lid 3 Beoordeelde tentamens worden ten minste één jaar bewaard. Artikel 27# Bekendmaking en registratie van de uitslag van een tentamen Lid 1 De uitslag van een mondeling tentamen wordt op de dag dat het desbetreffende tentamen is afgenomen aan de geëxamineerde medegedeeld. Lid 2 De uitslag van de beoordeling van een scriptie of werkstuk wordt de geëxamineerde, behoudens onvoorziene omstandigheden, mondeling of schriftelijk medegedeeld binnen 4 weken nadat het werkstuk bij de examinator is ingeleverd. Lid 3 De uitslag van een schriftelijk tentamen wordt de geëxamineerde zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 4 weken na de datum waarop het betreffende tentamen is afgelegd, medegedeeld. Lid 4 Het Bureau examens Faculteit der Rechtsgeleerdheid wordt uiterlijk 4 weken na de datum waarop een tentamen is afgelegd in het bezit gesteld van de tentamenuitslagen. Het draagt zorg voor de registratie van de uitslag van de tentamens. Lid 5 De in de vorige leden bedoelde uitslag wordt ad valvas bij de examenadministratie bekendgemaakt. Tevens worden aan het eind van elk trimester of semester de in dat trimester of semester behaalde uitslagen door het Bureau examens Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de examinandus toegestuurd. Lid 6 Te allen tijde kan de geëxamineerde verlangen dat hem/haar een verklaring wordt uitgereikt, waaruit de uitslag van één of meer tentamens blijkt. Hij/zij dient een daartoe strekkend verzoek te richten aan het Bureau examens Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Artikel 28* Vaststelling van de uitslag van een tentamen Lid 1 Een tentamen is met een voldoende resultaat afgelegd indien het cijfer 6 of hoger, dan wel een daarmee gelijkstaande waardering is verkregen. Lid 2 Een afgelegd tentamen kan opnieuw worden afgelegd. De hoogste uitslag telt. Lid 3 Onder het met voldoende resultaat afgelegd hebben van een tentamen moet mede worden begrepen het krijgen van vrijstelling voor het afleggen van dat tentamen. -19-

23 Artikel 29# De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens Lid 1 De met een voldoende resultaat afgelegde onderdelen van het bachelorexamen hebben een geldigheidsduur van 8 jaar. Lid 2 Op verzoek van de examinandus kan de examencommissie de geldigheidsduur van een met voldoende resultaat afgelegd onderdeel verlengen. -20-

24 Hoofdstuk 8 Vrijstellingen Artikel 30# Vrijstellingen Lid 1 Op verzoek van een belanghebbende kan door de examencommissie vrijstelling worden verleend van het afleggen van een tentamen van een onderdeel, indien de door de verzoeker aan één van de faculteiten van de EUR, een andere universiteit of een hogeschool behaalde examens of onderdelen daarvan, de verzochte vrijstelling rechtvaardigen. Lid 2 Het verzoek om vrijstelling gaat per onderdeel vergezeld van: - gewaarmerkte afschriften van diploma's en cijferlijsten; - alle bescheiden die nodig zijn voor de toetsing van de gevraagde vrijstelling, zoals literatuurlijsten, studiegidsteksten en syllabi; - een kwantitatieve indicatie van eerdere studiebelasting, - een opgave van de aan de examinandus reeds eerder verleende vrijstelling voor één of meer tentamens; - opgave van de studiefase en het jaar waarin het tentamen is afgelegd. Lid 3 Er wordt geen vrijstelling verleend indien de geldigheidsduur van het examenonderdeel elders is verstreken. Lid 4 In beginsel wordt geen gedeeltelijke vrijstelling van tentamens verleend. De examencommissie kan hiervan in bijzondere gevallen afwijken. Lid 5 Op verzoek van een belanghebbende kan door de examencommissie vrijstelling worden verleend van het afleggen van een tentamen van een onderdeel, indien de door de belanghebbende aan de faculteit in het kader van het certificaatonderwijs behaalde certificaten de verzochte vrijstelling rechtvaardigen. De te verlenen vrijstellingen kunnen maximaal 40 ects betreffen. Lid 6 Indien voor een studiejaar standaardvrijstellingsregelingen gelden voor onderdelen, worden deze regelingen gepubliceerd in de studiegids. Bij het indienen van een verzoek voor een standaardvrijstelling kan worden volstaan met het overleggen van een (gewaarmerkte) kopie van het behaalde diploma alsmede een bewijs, bijvoorbeeld een cijferlijst, waarop alle behaalde onderdelen en de datum waarop ze zijn gehaald staan vermeld. Indien de geldigheidsduur van de grond waarop vrijstelling wordt verleend reeds is vervallen of zal vervallen binnen de termijn waarop het bachelorexamen kan worden behaald, wordt het verzoek in beginsel afgewezen. Lid 7 Indien de examinandus vrijstelling verzoekt op grond van resultaten behaald aan een zusterfaculteit in een periode dat betrokkene aan de eigen faculteit was uitgesloten van tentamens wegens examenfraude, wordt vrijstelling niet verleend. Lid 8 In geval van een vrijstelling wordt in beginsel het cijfer overgenomen dat elders is toegekend. De examencommissie kan hiervan gemotiveerd afwijken. -21-

25 Lid 9 Standaardvrijstellingen hebben een geldigheidsduur van 8 jaar, te rekenen vanaf 1 september van het cursusjaar waarin de studie wordt aangevangen. De niet-standaard vrijstellingen hebben eveneens een geldigheidsduur van maximaal 8 jaar, doch hierbij wordt gerekend vanaf de datum waarop het diploma op grond waarvan de vrijstelling wordt verleend met voldoende resultaat is behaald, dan wel het tentamen op grond waarvan de vrijstelling wordt gevraagd is afgelegd. Deze termijnen kunnen in bijzondere gevallen worden verlengd indien de examencommissie heeft vastgesteld dat de indertijd getoetste stof nog voldoende actueel is. Lid 10 De decaan stelt jaarlijks een lijst met standaardvrijstellingen vast, die wordt gepubliceerd in de studiegids en op internet. -22-

26 Hoofdstuk 9 Studiebegeleiding Artikel 31# Studievoortgang Ten minste éénmaal per jaar ontvangt eenieder die dat betreffende studiejaar is ingeschreven voor de opleiding, een overzicht van de door hem/haar behaalde resultaten in relatie tot de onderwijs- en examenregeling van de opleiding. Artikel 32# Studiebegeleiding De decaan draagt zorg voor de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen binnen en buiten de opleiding. -23-

27 Hoofdstuk 10 Examenuitslag Artikel 33* Vaststelling van de uitslag van een examen Lid 1 Geslaagd voor het bachelorexamen als bedoeld in artikel 6 van deze regeling, is de examinandus die alle onderdelen met een voldoende resultaat heeft afgerond, dan wel hiervoor vrijstelling heeft gekregen. Lid 2 Als datum van afstuderen geldt de datum van de vaststelling van de uitslag van het laatste onderdeel van het bachelorexamen, mits de examinandus zich binnen acht weken na die datum middels het hiervoor bestemde formulier (te verkrijgen bij de examenadministratie) heeft aangemeld voor de uitreiking van het getuigschrift als bedoeld in artikel 35 lid 1 (Het getuigschrift) van deze regeling. In andere gevallen geldt als datum van afstuderen de datum waarop de examencommissie de einduitslag van het bachelorexamen vaststelt. Lid 3 Het bachelorexamen heeft een onbeperkte geldigheidsduur. Artikel 34* Judicia Lid 1 'Zonder bezwaar' geslaagd voor een examen is de examinandus van wie het gewogen gemiddelde van de resultaten van alle tentamens van dat examen gemiddeld ten minste zes bedraagt. Lid 2 'Zonder enig bezwaar' geslaagd voor een examen is de examinandus, van wie het gewogen gemiddelde van de resultaten van alle tentamens van dat examen gemiddeld ten minste zeven bedraagt. Lid 3 'Met genoegen' geslaagd voor een examen is de examinandus, van wie het gewogen gemiddelde van de resultaten van alle tentamens van dat examen gemiddeld ten minste zeven en een half bedraagt. Lid 4 'Cum laude' of 'met lof' geslaagd voor een examen is de examinandus, van wie het gewogen gemiddelde van de resultaten van alle tentamens van dat examen gemiddeld ten minste acht en een kwart bedraagt. Lid 5 Het judicium wordt verleend door de examencommissie. Artikel 35* Het getuigschrift Lid 1 Als bewijs dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt vanwege de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het getuigschrift wordt ondertekend door de voorzitter van de examencommissie (of door een door de voorzitter aan te wijzen lid van de examencommissie) en door de (pro)decaan. Lid 2 Bij het getuigschrift wordt een afzonderlijke cijferlijst verstrekt waarop de tot het examen behorende onderdelen worden vermeld. Verder worden vermeld de niet -24-

28 tot het examen behorende onderdelen waarin op verzoek van de examinandus is geëxamineerd, mits die onderdelen met goed gevolg zijn afgelegd en in voorkomende gevallen welke bevoegdheid daaraan is verbonden. Lid 3 De cijferlijst wordt ondertekend door ten minste één van de overeenkomstig het eerste lid aangewezen leden van de examencommissie. -25-

29 Hoofdstuk 11 De examencommissie Artikel 36 Samenstelling van de examencommissie Lid 1 De decaan benoemt de leden van de examencommissie uit de leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs in de opleiding zijn belast. Lid 2 De examencommissie bestaat uit vier leden en een voorzitter. De decaan benoemt één van de leden tot voorzitter. Lid 3 De secretaris, niet-lid, van de commissie wordt door de decaan aangewezen. Hij/zij heeft in de commissievergaderingen een raadgevende stem. Lid 4 De examencommissie kan personen die geen zitting hebben in de commissie uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen. Deze personen hebben in de commissievergaderingen een raadgevende stem. De decaan kan de vergaderingen van de examencommissie bijwonen. Hij/zij heeft in de commissievergaderingen een raadgevende stem. Artikel 37 Verzoeken en beschikkingen Lid 1 Onverminderd het gestelde in deze regeling ten aanzien van termijnen voor het indienen van verzoeken en de bescheiden die daarbij moeten worden overgelegd, dient elk verzoek dat op grond van deze regeling wordt ingediend zo spoedig mogelijk, schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend. Lid 2 Alle correspondentie dient te worden gericht aan: Examencommissie Criminologie t.a.v. de secretaris, kamer L6-012 Postbus DR Rotterdam Lid 3 Onverminderd het gestelde in deze regeling ten aanzien van de termijnen waarop de examencommissie beslist op bepaalde verzoeken, beslist de examencommissie zo spoedig mogelijk. Elke beschikking van de examencommissie wordt schriftelijk en gemotiveerd genomen. Lid 4 De examencommissie beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Lid 5 De examencommissie kan de uitoefening van één of meer van haar bevoegdheden opdragen aan één of meer leden van de commissie, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet. Dit lid of deze leden legt/leggen hierover periodiek verantwoording af in de vergadering van de examencommissie. -26-