Sociale netwerksites. Maakt het gebruik van sociale netwerksites jongeren gelukkig?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sociale netwerksites. Maakt het gebruik van sociale netwerksites jongeren gelukkig?"

Transcriptie

1 Sociale netwerksites Maakt het gebruik van sociale netwerksites jongeren gelukkig? Bachelorscriptie Lieke Hanegraaf ANR: Begeleider: Dr. M.L. Antheunis Tweede lezer: Dr. P.J. van der Wijst Tilburg University Communicatie- en informatiewetenschappen Bedrijfscommunicatie en digitale media Faculteit Geesteswetenschappen 17 januari 2011

2 Samenvatting Het doel van deze studie was antwoord geven op de vraag of jongeren gelukkig worden door het gebruik van sociale netwerksites. In dit onderzoek is gekeken naar de relatie tussen het aantal vrienden op de sociale netwerksite, de verbondenheid met de sociale netwerksite, de hoeveelheid tijd die men spendeert op de sociale netwerksite en geluk. Daarnaast is onderzocht of er een verschil is tussen gebruikers van de sociale netwerksite uit de eerste en tweede klas van de middelbare school en de mate waarin zij gelukkig zijn. Aan het onderzoek hebben 2594 leerlingen, waarvan 2297 met een account op Hyves, deelgenomen door middel van het invullen van een vragenlijst. Uit de resultaten is gebleken dat er geen invloed is van verbondenheid met sociale netwerksites en het aantal vrienden op sociale netwerksites op hoe gelukkig de gebruiker van de sociale netwerksite zich voelt, dus jongeren voelen zich niet meer of minder gelukkig door het gebruik van de sociale netwerksite. Voor de hoeveelheid tijd die de gebruiker spendeert op de sociale netwerksite heeft het onderzoek uitgewezen dat jongeren zich niet gelukkiger voelen door het gebruik van de sociale netwerksite. Daarnaast is er geen verschil gevonden tussen de mate waarin gebruikers uit de eerste en tweede klas zich gelukkig voelen. De conclusie van het onderzoek is dat jongeren niet meer of minder gelukkig worden van het gebruik van sociale netwerksites als het aantal vrienden op de sociale netwerksite en de verbondenheid met de sociale netwerksite als determinanten van geluk worden genomen. Gebruikers van de sociale netwerksite worden niet gelukkiger naarmate zij meer tijd op de sociale netwerksite doorbrengen en tenslotte heeft het onderzoek uitgewezen dat de klas waarin de gebruiker van de sociale netwerksite zit geen modererend effect heeft op de relatie tussen de tijd die de gebruiker op de sociale netwerk doorbrengt en geluk. Er is dus geen verschil tussen eerste- en tweedeklassers en de mate waarin zij zich gelukkig voelen. II

3 Inhoudsopgave Samenvatting II 1. Inleiding 1 2. Theoretisch kader Sociale netwerksites Geluk en levenstevredenheid Effect sociale netwerksites op geluk Verbondenheid, tijd en vrienden Eersteklassers versus tweedeklassers Conceptueel model 9 3. Methode Procedure Steekproef Metingen Resultaten Correlaties tussen variabelen van het onderzoek Testen van de hypotheses Discussie Theoretische en praktische implicaties Toekomstig onderzoek Conclusie Literatuur Bijlage 25 III

4 1. Inleiding Sociale netwerksites zijn erg populair. Zo blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau InSites Consulting dat wereldwijd 940 miljoen mensen actief zijn op tenminste één sociale netwerksite. Facebook is de meest gebruikte netwerksite (InSites Consulting, 2010). In Nederland zijn ruim 10 miljoen mensen lid van Hyves en dat maakt Hyves de populairste sociale netwerksite van Nederland (Hyves, 2010). In 2006 was 60% van de Nederlanders lid van een sociaal netwerk zoals bijvoorbeeld Schoolbank of Hyves (Marketingfacts, 2006) en in 2010 bracht 79% van de internetgebruikers een bezoek aan een sociale netwerksite (InSites Consulting, 2010). Uit deze cijfers blijkt dat het aantal gebruikers van sociale netwerksites in Nederland blijft stijgen. Eén van de redenen dat sociale netwerksites zo populair zijn, is dat de websites gebruikt worden om te communiceren met bekenden en/of om nieuwe mensen te leren kennen (Ellison, Steinfield & Lampe, 2007) en het voordeel van dit communicatie medium is dat de communicatie op afstand plaats kan vinden (Gross, Juvonen & Gable, 2002). De sociale netwerksites zijn een manier om de behoefte aan het vormen en in stand houden van relaties met anderen te bevredigen (Baumeister & Leary, 1995). De maatschappij maakt zich zorgen over het gebruik van sociale netwerksites door jongeren en het effect dat het gebruik heeft op het geluk van de jongeren. Het gebruik van sociale netwerksites en het gebruik van internet in het algemeen is onderdeel geworden van het dagelijkse leven van jongeren en ouders vragen zich af of het niet beter is dat jongeren sociale activiteiten gaan ondernemen (IVO, 2008). Voor jongeren is het gebruik van sociale netwerksites een sociale activiteit, omdat sociale netwerksites als communicatiemiddel worden ingezet naast de originele face-to-face contacten. Sociale netwerksites worden gekenmerkt door het anonieme karakter en de eenvoud waarmee iedereen lid kan worden, waardoor het voor jongeren die sociaal minder vaardig zijn, gemakkelijker is om contacten te leggen. Dit kan echter ook negatieve gevolgen hebben, omdat negatieve acties zoals pesten eenvoudiger uitgevoerd kunnen worden en daar worden jongeren niet gelukkig van (IVO, 2008). Uit verschillende onderzoeken blijkt dat goede relaties met anderen een belangrijke bron vormen voor de tevredenheid en het geluk van mensen. Zo vonden Diener en Selegman (2002) dat gelukkige mensen goede sociale relaties hebben en weinig tijd alleen doorbrengen. De ongelukkige mensen in dit onderzoek hebben daarentegen sociale relaties die significant 1

5 zwakker zijn dan gemiddeld. Een ander voorbeeld van een onderzoek dat heeft uitgewezen dat goede relaties belangrijk zijn voor geluk is de studie van Myers (2000). Uit deze studie blijkt dat mensen meer gelukkige gevoelens tonen wanneer ze samen zijn met anderen. Daarnaast hebben mensen elkaar nodig om te overleven en blijkt dat mensen met sterkte sociale relaties minder gevoelig zijn voor ziektes en stress, waardoor ze gelukkig zijn. De meningen over de vraag in hoeverre het gebruik van sociale netwerksites invloed heeft op geluk zijn verdeeld. Zo laat onderzoek zien dat het gebruik van de sociale netwerksites in relatie staat tot het creëren en behouden van het sociaal kapitaal (Steinfield, Ellison & Lampe, 2008). Met sociaal kapitaal worden de voordelen bedoeld die men haalt uit de relatie met andere personen (Lin, 1999). Ander onderzoek toont echter aan dat de afstand binnen sociale relaties groter wordt door het gebruik van internet. Uit onderzoek is gebleken dat de mensen die de meeste uren doorbrachten op internet meer geïsoleerd, eenzaam en depressief raakten (Kraut, Patterson, Lundmark, Kiesler, Mukophadhyay & Scherlis, 1998). De populariteit van sociale netwerksites en de mogelijke invloed op ons dagelijks bestaan is de wetenschap niet ontgaan. Steinfield, Ellison en Lampe (2008) hebben gekeken naar het gebruik van sociale netwerksites door adolescenten die studeren aan de universiteit, en de relatie met het zelfrespect en het sociaal kapitaal. Uit dit onderzoek blijkt dat sociale netwerksites een positieve bijdrage leveren aan het onderling verbinden van individuen uit verschillende netwerken en dat zelfrespect hiermee in verband staat. Eerder hebben dezelfde onderzoekers gekeken naar de relatie tussen het gebruik van Facebook en het creëren en behouden van het sociaal kapitaal (Ellison, Lampe & Steinfield, 2007). Uit deze studie is gebleken dat er een sterk verband bestaat tussen het gebruik van Facebook door universitaire studenten en de bestaande, hechte banden tussen mensen binnen een netwerk, de banden tussen individuen uit verschillende netwerken en het behoud van het sociaal kapitaal. Ook is er eerder onderzoek gedaan naar de consequenties van sociale netwerksites voor het zelfrespect en welzijn van adolescenten in de leeftijd van tien tot negentien jaar oud. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat het zelfrespect en het welzijn wordt vergroot wanneer men positieve feedback op zijn of haar internetprofiel krijgt en dat het zelfrespect en het welzijn wordt verminderd wanneer men negatieve feedback krijgt (Valkenburg, Peter & Schouten, 2006). Er bestaan dus al verschillende wetenschappelijke onderzoeken die hebben gekeken naar het gebruik van sociale netwerksites en de invloed hiervan op het leven van de gebruiker. Deze studies worden echter gekenmerkt door tekortkomingen. Ten eerste richten deze studies zich met name op adolescenten in de leeftijd van tien tot twintig jaar oud. Ten tweede doen 2

6 deze studies geen specifiek onderzoek naar het gebruik van sociale netwerksites en het effect hiervan op geluk en levenstevredenheid bij jongeren. In dit onderzoek is gekozen voor kinderen in de leeftijd van elf tot veertien jaar, omdat juist deze kinderen veel tijd doorbrengen op internet (Profnews, 2009). Bovendien is er in eerder onderzoek nog niet gekeken wat bij het gebruik van sociale netwerksites zorgt voor het effect op het geluk. Dit effect kan worden veroorzaakt door de hoeveelheid tijd die jongeren doorbrengen op de sociale netwerksite, het aantal vrienden op de sociale netwerksite en de verbondenheid met de sociale netwerksite (Steinfield et al., 2008). Het doel van deze studie is antwoord geven op de vraag of kinderen gelukkig worden van het gebruik van sociale netwerksites en of er verschil is tussen eerste- en tweedeklassers van de middelbare school. 3

7 2. Theoretisch kader 2.1 Sociale netwerksites Sociale netwerksites bieden internetgebruikers de mogelijkheid om een online profiel te creëren binnen een afgebakend systeem en de gebruiker heeft de keuze tussen het openbaar maken van het profiel of het afschermen van het profiel voor vreemden. Binnen het systeem kunnen de gebruikers zich verbinden met andere gebruikers waarmee ze een connectie hebben (Boyd & Ellison, 2008). Hoe de sociale netwerksite eruit ziet en hoe de connecties benoemd worden, kan per netwerksite verschillen. De kracht van sociale netwerksites zit in de mogelijkheid die gebruikers wordt geboden om hun sociale netwerk zichtbaar te maken, waardoor de gebruiker de eigen contactenlijst en de contactenlijst van andere gebruikers kan bekijken. Sociale netwerksites worden voornamelijk gebruikt om te communiceren met mensen die al onderdeel uitmaken van het sociale netwerk. De nadruk ligt op het organiseren van het sociale netwerk en daarom worden de websites betiteld als sociale netwerksites (Boyd & Ellison, 2008). 2.2 Geluk en levenstevredenheid In deze studie wordt er gekeken of het gebruik van sociale netwerksites invloed heeft op de mate waarin mensen gelukkig zijn. Geluk is een breed begrip en iedere onderzoeker gebruikt een ander woord om geluk aan te duiden. Welzijn, geluk, levenstevredenheid en levenskwaliteit zijn concepten die een verschillende betekenis hebben, maar ze worden allemaal gebruikt om het leven te beoordelen (Lewinsohn, Redner & Seeley, 1991). Van de hiervoor genoemde begrippen lijken geluk en levenstevredenheid op elkaar en deze begrippen zijn sterk gerelateerd. Zo kunnen geluk en levenstevredenheid allebei gedefinieerd worden als de mate waarin een individu zijn totale leven positief beoordeeld (Veenhoven, 1991). De sterke relatie blijkt uit het resultaat van het onderzoek van Campbell, Converse en Rodgers (1976). Deze studie heeft aangetoond dat wanneer iemand gelukkig is, men ook tevreden zal zijn over zijn of haar leven en dat iemand die tevreden is over zijn of haar leven ook gelukkig zal zijn. Wanneer er onderzoek wordt gedaan, moet er volgens Diener, Sandvik en Pavot (1991) gekeken worden naar de frequentie waarin positieve en negatieve ervaringen voorkomen. Dit is nodig omdat een veel voorkomend positief gevoel essentieel is om geluk te 4

8 creëren. Geluk is volgens de onderzoekers het gevolg van een positief gevoel wat meer voorkomt dan een negatief gevoel. In sommige onderzoeken worden de termen geluk en levenstevredenheid als één beschouwd, andere onderzoekers maken onderscheid tussen deze concepten. Zo stellen Argyle en Martin (1991) dat geluk vaak wordt beschouwd als een emotie, waar levenstevredenheid meer wordt gezien als de overtuiging en/of het idee van de persoon. Volgens Haller en Hadler (2006) is levenstevredenheid de uitkomst van een evaluatieproces waarbij ook wordt gekeken naar materiële zaken en de doelen van een persoon. De onderzoekers zien geluk als het gevolg van positieve ervaringen waarin sterke, persoonlijke relaties een groot aandeel hebben. In dit onderzoek zullen de concepten geluk en levenstevredenheid als één en hetzelfde begrip worden gebruikt, omdat deze concepten zo sterk gerelateerd zijn en het voor jongeren moeilijk is onderscheid te maken tussen deze twee concepten. 2.3 Effect sociale netwerksites op geluk Uit onderzoek is gebleken dat vriendschappen belangrijk zijn voor de tevredenheid over het leven. Vriendschappen, ook wel sociale relaties genoemd, beïnvloeden alle aspecten van geluk, respectievelijk tevredenheid, positief gevoel en het voorkomen van leed (Campbell et al., 1976). Mensen worden gemotiveerd om relaties met anderen op te bouwen, omdat dit de behoefte om erbij te horen bevredigt (Baumeister & Leary, 1995). De behoefte om erbij te horen hebben mensen vanaf het moment dat ze geboren worden en deze behoefte zorgt ervoor dat mensen een minimaal aantal relaties op willen bouwen en in stand willen houden. De belangrijkste functie van sociale netwerksites is het organiseren van het sociale netwerk en het communiceren met contacten uit het sociale netwerk (Boyd & Ellison, 2008). Via de sociale netwerksite kunnen gebruikers communiceren met reeds bestaande vrienden, maar ook nieuwe vriendschappen opbouwen en in stand houden, wat de behoefte om erbij te horen bevredigt. De sociale netwerksites richten zich op sociale relaties, welke belangrijk zijn voor het creëren van geluk (Campbell et al., 1976), waardoor het gebruik van een sociale netwerksite mogelijk van invloed is op geluk. Het is ook mogelijk dat sociale netwerksites op een negatieve manier van invloed zijn op het geluk van de gebruiker. Kraut et al. (1998) hebben onderzoek gedaan naar het effect van internetgebruik op sociale relaties en de psychologische consequenties. Het belangrijkste resultaat van dit onderzoek is dat de communicatie met familie afneemt naarmate men meer 5

9 gebruik maakt van internet. Op deze manier kan er afstand ontstaan tussen sociale relaties door het gebruik van internet. Ook bleek uit het onderzoek dat het gebruik van internet kan leiden tot eenzaamheid, depressie en stress (Kraut et al., 1998). Dat het gebruik van sociale netwerksites op een negatieve manier van invloed kan zijn op geluk blijkt ook uit een onderzoek dat is gedaan naar de beoordeling van het profiel van de gebruiker (Valkenburg et al., 2006). Het is mogelijk dat het profiel van een gebruiker negatief wordt beoordeeld, wat een negatieve invloed heeft op de zelfwaardering van de gebruiker. Wanneer de gebruiker negatieve feedback krijgt, zal hij of zij zich minder goed voelen en dit gevoel is een onderdeel van geluk (Valkenburg et al., 2006). 2.4 Tijd, vrienden en verbondenheid Het doel van deze studie is antwoord geven op de vraag of jongeren in de leeftijd van elf tot veertien jaar gelukkig worden van het gebruik van sociale netwerksites. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag moet het gebruik van sociale netwerksites en in de invloed hiervan op geluk worden gemeten. In dit onderzoek wordt het gebruik van de sociale netwerksites op drie manieren gemeten. Ten eerste door onderzoek te doen naar de tijd die gebruikers doorbrengen op de sociale netwerksite. Ten tweede door onderzoek te doen naar het aantal vrienden dat de gebruiker heeft op de sociale netwerksite en ten derde door de verbondenheid van de gebruiker met de sociale netwerksite te onderzoeken. De aspecten vriendschappen en tijd zijn onderdeel van verschillende onderzoeken die in het verleden zijn gedaan. Zo hebben Ellison et al. (2007; 2008) bijvoorbeeld de intensiteit waarmee men een sociale netwerksite gebruikt en het sociale netwerk dat men creëert op de sociale netwerksite onderzocht. De eerste manier om het gebruik van sociale netwerksites te meten is onderzoek doen naar de hoeveelheid tijd die men besteed aan het gebruik van sociale netwerksites. Bestaand onderzoek richt zich met name op het gebruik van internet in het algemeen en niet specifiek op sociale netwerksites. Wanneer iemand tijd op de sociale netwerksite doorbrengt, maakt hij of zij gebruik van internet en daarom worden de onderzoeken over het gebruik van internet in deze studie gebruikt voor het formuleren van de hypothese over de tijd die men doorbrengt op sociale netwerksites en het effect hiervan op geluk. Onderzoek heeft aangetoond dat sociaal kapitaal de levenstevredenheid en het sociale welzijn van mensen bepaalt (Bargh, Mc. Kenna & Fitzsimons, 2002) en dat het gebruik van internet gerelateerd is aan het welzijn en de tevredenheid van mensen. Steinfield et. al (2008) 6

10 hebben daarom onderzoek gedaan naar de relatie tussen het sociaal kapitaal en het gebruik van sociale netwerksites en uit dit onderzoek is gebleken dat de intensiteit waarmee sociale netwerksites worden gebruikt, bepalend is voor het vormen van sociale relaties. Nie (2001) heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen het sociaal kapitaal en het internet. Volgens de onderzoeker wordt het gebruik van internet gerelateerd met de vermindering en verhoging van het sociaal kapitaal. Dit komt voort uit de gedachte dat het gebruik van internet ten koste gaat van de tijd die mensen buiten de online wereld met elkaar doorbrengen (Nie, 2001). Dit wordt tegengesproken door resultaten uit verschillende onderzoeken. Zo blijkt dat internet een hulpmiddel is om de relaties met vrienden en familie in stand te houden en het netwerk uit te breiden (Howard, 2001). Ditzelfde resultaat komt voort uit onderzoek waaruit blijkt dat gebruikers die veel tijd spenderen op het internet, niet gebruiken als vervanging van face-to-face contact, maar als extra hulpmiddel om relaties in stand te houden (Wellman, Haase, Witte & Hampton, 2001). Online interacties zijn van toegevoegde waarde op interacties tussen personen, doordat gebruikers toch met elkaar communiceren, zonder dat zij minder tijd op internet door hoeven te brengen (Wellman et al., 2001). In 2002 is er een vervolgonderzoek gedaan op het onderzoek van Kraut et al. (1998) waarin participanten een computer en toegang tot internet kregen. Na twee jaar bleek er een kleine stijging te zijn wat betreft depressiviteit en eenzaamheid als een gevolg van de hoeveelheid tijd die de deelnemers op internet doorbrachten. De resultaten uit het vervolgonderzoek lieten zien dat deze negatieve effecten verdwenen waren en dat veel gebruik van internet juist een positief effect had op de psychologische en sociale uitkomsten. Een van de uitkomsten was zelfs dat hoe meer tijd deelnemers spendeerden op internet, des te meer tijd zij doorbrachten met familie en/of vrienden (Kraut, Kiesler, Boneva, Cummings, Helgeson & Crawford, 2002). Op basis van de studies naar het vormen en in stand houden van het sociaal kapitaal en sociale relaties en het verband met de tijd die gebruikers op internet spenderen en het effect hiervan op geluk, kan de volgende hypothese worden opgesteld: H1: Een grote hoeveelheid tijd besteden aan de sociale netwerksite heeft een positief effect op geluk. De tweede manier om het gebruik van sociale netwerksites te meten is het effect van het aantal vrienden van de gebruiker op geluk onderzoeken. Eerder in deze studie is al gesteld dat sociale relaties belangrijk zijn voor het sociaal kapitaal, omdat het sociaal kapitaal bestaat uit 7

11 de voordelen die men haalt uit de relatie met andere personen, waarvoor de relaties kwalitatief goed moeten zijn (Lin, 1999). Eerder onderzoek heeft gekeken naar de kwaliteit van de vriendschappen, de kenmerken van vriendschap en het aantal vrienden. Hieruit blijkt dat vriendschap een belangrijke bron is voor geluk (Myers, 2000; Argyle, 2001). Myers (2000) heeft aangetoond dat mensen gelukkigere gevoelens laten zien in samenzijn met anderen, waaruit blijkt dat goede sociale relaties belangrijk zijn. Dat het gaat om de kwaliteit van de vriendschap en niet de kwantiteit, blijkt ook uit onderzoek van onder andere Demir en Weitekamp (2007). Zij hebben meerdere onderzoeken uitgevoerd naar de relatie tussen vriendschap uit geluk (Demir & Weitekamp, 2007; Demir, Weitekamp & Özdemir, 2007). Uit deze onderzoeken is gebleken dat de kwaliteit van vriendschap meer invloed heeft op geluk dan het aantal vriendschappen, omdat het aantal vriendschappen niets zegt over de kwaliteit van de vriendschappen. Daarnaast is de kwaliteit van vriendschappen bepalend voor geluk, omdat de basisbehoefte van mensen om tevreden te zijn met het leven wordt bevredigd door de ervaringen die men haalt uit sociale relaties (Demir & Özdemir, 2009). De uitkomsten van deze eerdere studies worden ondersteund door het resultaat van onderzoek dat heeft aangetoond dat vriendschap een kwalitatieve relatie is, omdat vriendschap bestaat uit interacties tussen individuen over langere tijd en deze interacties invloed hebben op het individu (Hinde, 1997). De tweede hypothese luidt daarom: H2: Het aantal vrienden op de sociale netwerksite heeft geen invloed op de mate van geluk van de gebruiker. De laatste manier om het gebruik van sociale netwerksites te meten is kijken naar de verbondenheid met de sociale netwerksites. Met verbondenheid bedoelen we in deze studie de band en de affiniteit tussen de gebruiker en de sociale netwerksite (Encyclo, 2010). Verbondenheid is een nieuwe manier om het gebruik van sociale netwerksites te meten en Steinfield et al.(2008) hebben hier eerder onderzoek naar gedaan in hun studie naar het gebruik van sociale netwerksites door adolescenten. De verbondenheid met een sociale netwerksite onderzoeken is een goede manier om het gebruik van sociale netwerksites te meten, omdat het gebruik van sociale netwerksites helpt bij het creëren van sociaal kapitaal en het opbouwen van sociale relaties (Steinfield et al., 2008). Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar de verbondenheid met sociale netwerksites en daarom is het niet mogelijk om op basis van eerder onderzoek hypotheses te formuleren over de relatie tussen verbondenheid met de 8

12 sociale netwerksite en de mate van geluk. Verbondenheid is echter wel belangrijk voor het meten van het gebruik van sociale netwerksites en daarom wordt er in dit onderzoek een onderzoeksvraag geformuleerd om te kijken naar het effect van verbondenheid op het geluk. OV1: Is de mate van verbondenheid met de sociale netwerksite van invloed op het geluk van de gebruiker? 2.5 Eersteklassers versus tweedeklassers Naast het effect van de tijd die men doorbrengt op de sociale netwerksite, het aantal vrienden op de sociale netwerksite en de verbondenheid met de sociale netwerksite op geluk, wordt er in deze studie ook onderzocht of er een verschil bestaat tussen eerste- en tweedeklassers van de middelbare school die gebruik maken van de sociale netwerksite en de mate waarin zij zich gelukkig voelen. Dit wordt gedaan door te onderzoeken of klas een modererend effect heeft op de relatie tussen tijd, aantal vrienden, verbondenheid en geluk. Kinderen uit de eerste klas van de middelbare school zitten in een andere fase dan kinderen uit de tweede klas, omdat eersteklassers net van de basisschool in een nieuwe omgeving terecht komen. In deze nieuwe omgeving leren zij nieuwe mensen kennen en zullen zij nieuwe vriendschappen opbouwen. Tweedeklassers zitten al minstens een jaar langer op de middelbare school en zijn meer gewend aan de omgeving en hebben naar alle waarschijnlijkheid al nieuwe vrienden gemaakt. Er is echter nog geen eerder onderzoek naar gedaan en het is dan ook niet mogelijk om op basis van eerder onderzoek een hypothese te formuleren over de relatie tussen klas en de mate van geluk door het gebruik van sociale netwerksites. Om de relatie te onderzoeken is daarom een onderzoeksvraag geformuleerd. OV2: Is er een modererend effect van de klas waarin de gebruiker van de sociale netwerksite zit op de relatie tussen de tijd die men doorbrengt op sociale netwerksites, het aantal vrienden dat men heeft op de sociale netwerksite, de verbondenheid met de sociale en het geluk van de gebruiker? 2.6 Conceptueel model In dit onderzoek zal antwoord worden gegeven op de vraag of jongeren gelukkig worden van het gebruik van sociale netwerksites. Het theoretisch kader leidt tot de verwachting dat de 9

13 hoeveelheid tijd die men besteedt aan sociale netwerksites een positief effect heeft op hoe gelukkig de gebruiker zich voelt (H1). Daarnaast is gebleken dat niet de kwantiteit, maar de kwaliteit van vriendschappen van belang is, wat leidt tot de gedachte dat het aantal vriendschappen op sociale netwerksites geen invloed heeft op de mate van geluk van de gebruiker (H2). Naast tijd en vriendschappen is verbondenheid een belangrijk aspect om het gebruik van sociale netwerksites te meten. Omdat dit een nieuwe factor is waarnaar nog geen onderzoek is gedaan, wordt er in plaats van een hypothese een tweede onderzoeksvraag gebaseerd. Er zal in deze studie tevens antwoord worden gegeven op de vraag of verbondenheid met de sociale netwerksite van invloed is op het geluk van de gebruiker (OV1). Tot sluit wordt er in dit onderzoek aandacht besteed aan de vraag of klas een modererend effect heeft op de relatie tussen tijd, aantal vrienden, verbondenheid en geluk. Hier is nog geen specifiek onderzoek gedaan en daarom wordt er een derde onderzoeksvraag geformuleerd waarmee antwoord wordt gegeven op de vraag of er een verschil is tussen gebruikers van de sociale netwerksite uit de eerste en tweede klas van de middelbare school en de mate waarin de gebruiker gelukkig is (OV2). Figuur 1 Conceptueel model met hypotheses en onderzoeksvragen 10

14 3. Methode 3.1 Procedure Om de onderzoeksvraag te beantwoorden en de hypotheses te toetsen is er een schriftelijke enquête afgenomen onder jongeren tussen elf en veertien jaar. Er is gekozen voor een enquête omdat op deze manier jongeren gemakkelijk bereikt kunnen worden en er in korte tijd veel data verzameld kan worden. De enquête is niet online afgenomen, omdat er voor dit onderzoek is samengewerkt met middelbare scholen en deze gaven de voorkeur aan een schriftelijke enquête. Niet alle scholen hebben de beschikking over een computerlokaal en wanneer ze dit wel hebben, is het organisatorisch lastig om alle groepen in te plannen. De vragenlijst begon met een korte introductie. Hierin is uitgelegd dat het om een onderzoek van de Universiteit van Tilburg gaat wat bedoeld is voor jongeren tussen de elf en veertien jaar. Er is verteld dat het onderzoek gaat over vriendschappen, gevoelens en Hyves en dat de antwoorden vertrouwelijk en anoniem worden behandeld. Na de introductie begonnen de leerlingen met het invullen van het eerste deel van de vragenlijst, dat bestond uit algemene vragen over de respondent zelf. In deel twee werden er vragen gesteld over het gebruik van Hyves in de afgelopen maanden. Deel drie van de vragenlijst ging over de manier van communiceren met vrienden en de leerlingen moesten terug denken aan het afgelopen half jaar. Het vierde en tevens laatste deel van de enquête betrof vragen over de gevoelens en de vrienden van de respondent. Ter afsluiting van de vragenlijst kregen de respondenten bij de laatste vraag de ruimte om opmerkingen over de enquête te noteren. 3.2 Steekproef Aan het onderzoek namen 2594 respondenten deel, waarvan 1196 jongens (46,1%) en 1398 meisjes (53,9%). Deze personen waren afkomstig uit heel Nederland. De jongste respondent was geboren in 1999 en de oudste in 1994 en dus varieerde de leeftijd van de deelnemers van elf tot en met zestien jaar in plaats van veertien jaar oud. Van de respondenten zaten 1330 respondenten (51,3%) in de brugklas en 1264 respondenten zaten (48,7%) in de tweede klas van de middelbare school. Opleidingsniveau was verdeeld in vijf categorieën, namelijk VMBO, VMBO/HAVO, HAVO, HAVO/VWO en VWO/Atheneum/Gymnasium. Van de 2594 deelnemers zaten 665 (25,6%) personen op het VMBO, 654 (25,2%) personen op het 11

15 VMBO / HAVO, 156 (6%) personen op de HAVO, 397 (15,3%) personen op het HAVO / VWO en 722 (27,8%) personen volgden VWO, Atheneum of Gymnasium. Omdat dit onderzoek betrekking heeft over het gebruik van sociale netwerksites, is de jongeren gevraagd of ze een account op Hyves hadden, omdat dit de meest gebruikte sociale netwerksite in Nederland is. Van de 2599 deelnemers had 88,6%, wat gelijk staat aan 2297 personen, een account op Hyves. 3.3 Metingen Tijd op sociale netwerksite Na de introductie en de algemene vragen begonnen de respondenten met het invullen van de vragen over het gebruik van Hyves in de afgelopen maanden. De volgende vragen werden aan de respondenten gesteld: Hoeveel doordeweekse dagen (maandag t/m vrijdag) zat je de afgelopen zes maanden gemiddeld op Hyves?, Hoe lang zit je gemiddeld per dag op Hyves op die doordeweekse dagen (maandag t/m vrijdag)?, Hoe lang zit je gemiddeld op zaterdag op Hyves? en tot slot Hoe lang zit je gemiddeld op zondag op Hyves? De respondenten moesten deze open vragen beantwoorden door het aantal dagen en het aantal uren en minuten in te vullen. De vragen zijn opgesplitst omdat uit onderzoek is gebleken dat mensen zich door deze manier van bevragen tijdsbesteding het beste kunnen herinneren. Voor de analyses zijn de minuten bij elkaar opgeteld (M = , SD = ). Aantal vrienden op sociale netwerksite Om de variabele aantal vrienden te meten, moesten de deelnemers antwoord geven op de vraag hoeveel vrienden ze op Hyves hadden. Dit was een open vraag en daarom moesten de respondenten zelf een getal invullen. Het gemiddelde aantal vrienden was 241 (SD = ). Verbondenheid met sociale netwerksite De verbondenheid met Hyves werd gemeten aan de hand van vijf items, gebaseerd op de schaal over Facebook intensiteit (Ellison et al., 2007). De stellingen waren: Ik zit iedere dag op Hyves, Ik ben trots om andere mensen te vertellen dat ik lid ben van Hyves, Hyves maakt deel uit van mijn dagelijkse bezigheden, Ik voel me buitengesloten als ik een tijdje niet op Hyves ben geweest en Ik zou het heel erg vinden als Hyves zou stoppen. De antwoorden werden gegeven op een vijfpuntsschaal variërend van klopt helemaal niet tot klopt precies. De feitelijke samenhang van de items is gecontroleerd door middel van een 12

16 factoranalyse. De vijf items laadden op één component. De betrouwbaarheidsanalyse resulteerde in een betrouwbare schaal met een Cronbach s alpha van.74 (M = 9.87, SD = 3.18). Geluk Om de mate van geluk te meten moesten de respondenten antwoord geven op vijf stellingen. Voorbeelden van zo n stelling zijn: Mijn leven is zoals ik het wil en Ik wil niets aan mijn leven veranderen (als ik het over kon doen). Deze items zijn gebaseerd op een studie van Alfonso, Allison, Rader en Gorman (1996). De respondenten gaven antwoord aan de hand van een vijfpuntsschaal variërend van klopt helemaal niet tot klopt precies. Daarnaast werd geluk gemeten aan de hand van acht stellingen over hoe tevreden men was over het leven. Deze schaal is gebaseerd op onderzoek van Argyle et al. (1998). Voorbeelden van de items zijn Ik ben tevreden over alles in mijn leven en ik heb niet echt goede herinneringen aan vroeger. De respondenten gaven wederom antwoord op een vijfpuntsschaal variërend van klopt helemaal niet tot klopt precies. De feitelijke samenhang van de items is nagegaan door middel van een factoranalyse. In het theoretisch kader is onderbouwd dat geluk en levenstevredenheid samen worden genomen in deze studie. Dit wordt ondersteund door het resultaat van de factoranalyse. De vijf items van levenstevredenheid laadden samen met de drie items van geluk die betrekking hebben op het leven ( ik ben blij met het leven, ik ben tevreden over alles in mijn leven en ik ben heel gelukkig ) op één component. De betrouwbaarheidsanalyse resulteerde in een betrouwbare schaal met een Cronbach s alpha van.90 (M = 27.03, SD = 5.07). 13

17 4. Resultaten 4.1 Correlaties tussen variabelen van het onderzoek In tabel 1 zijn de correlaties weergegeven van de variabelen in deze studie te samen met de controle variabelen geslacht en klas. Wat opvalt is dat over het algemeen de verbanden of licht positief of licht negatief zijn en dat er geen sterke verbanden tussen de variabelen voorkomen. Uit de correlatietabel blijkt dat er een positief verband bestaat tussen geslacht en het aantal vrienden, de verbondenheid en de tijd die men doorbrengt op de sociale netwerksite. Daarnaast voelen meisjes zich meer verbonden met de sociale netwerksite en brengen zij meer tijd op de sociale netwerksite door dan jongens. Voor de klas waarin de gebruiker zit, geldt dat er een positief verband is met het aantal vrienden, de verbondenheid en de tijd. Dit betekent dat sociale netwerkgebruikers uit de tweede klas meer vrienden hebben, zich voelen meer verbonden met de sociale netwerksite en meer tijd spenderen op de sociale netwerksite. Daarnaast is er een hogere correlatie tussen het aantal vrienden en verbondenheid en tijd. Naarmate men meer vrienden heeft, voelt men zich meer verbonden met de sociale netwerksite en besteed men meer tijd op de sociale netwerksite. Er is een positief verband tussen verbondenheid en geslacht, klas, aantal vrienden en tijd. De gebruiker heeft dus meer vrienden op de sociale netwerksite en spendeert meer tijd op de sociale netwerksite, naarmate de gebruiker zich meer verbonden voelt met de sociale netwerksite. Tabel 1. Correlaties tussen variabelen van het onderzoek Geslacht Klas Aantal vrienden Verbondenheid Geluk Tijd Geslacht Klas Aantal vrienden.133**.256** Verbondenheid.152**.048*.366** Geluk -.089** -.057** Tijd.105**.045*.325**.495** -.047* * p <.05 ** p <.01 14

18 4.2 Testen van de hypotheses De eerste hypothese luidt: Het besteden van een grote hoeveelheid tijd aan de sociale netwerksite heeft een positief effect op geluk. Deze hypothese is getoetst door middel van een lineaire regressie met als onafhankelijke variabele tijd en als afhankelijke variabele geluk. Er is een negatief effect geconstateerd, waaruit opgemaakt mag worden dat een grote hoeveelheid tijd besteden aan de sociale netwerksite een negatief effect heeft op geluk (B = -.00, SE =.00; β = -.05, p <.001). De eerste hypothese moet met deze resultaten worden verworpen. De tweede hypothese stelt dat het aantal vrienden op de sociale netwerksite geen invloed heeft op de mate van geluk. Een lineaire regressie met aantal vrienden als onafhankelijke variabele en geluk als afhankelijke variabele leverde geen effect op (B = -.00, SE =.00; β = -.02, ns). Dit betekent dat het aantal vrienden op een sociale netwerksite niet van invloed is op de mate van geluk van de gebruiker. De tweede hypothese moet dus worden verworpen. De eerste onderzoeksvraag van deze studie was of de mate van verbondenheid met de sociale netwerksite van invloed is op het geluk van de gebruiker. Om antwoord te geven op deze vraag is een lineaire regressie uitgevoerd met verbondenheid als onafhankelijke variabele en geluk als afhankelijke variabele. Deze regressieanalyse leverde geen effect op, waardoor geconcludeerd kan worden dat verbondenheid geen effect heeft op geluk (B = -.03, SE =.03; β = -.02, ns). Tot slot wilde deze studie onderzoeken of klas een modererend effect heeft op de relatie tussen de tijd die iemand spendeert op de sociale netwerksite, het aantal vrienden op de sociale netwerksite, verbondenheid met de sociale netwerksite en geluk. Echter is er alleen een effect gevonden voor tijd op geluk. Daarom is er alleen bij dat effect gekeken of er sprake is van moderatie. Uit het General Linear Model met geluk als afhankelijke variabele en tijd en klas als onafhankelijke variabelen is gebleken dat klas geen modererend effect heeft op de relatie tussen tijd en geluk (F (157, 2296 ) =.88, ns). 15

19 5. Discussie Het doel van deze studie was antwoord geven op de vraag of jongeren gelukkig worden van het gebruik van sociale netwerksites. Om deze vraag te beantwoorden is gekeken of de tijd die men doorbrengt op de sociale netwerksite, het aantal vrienden dat de gebruiker op de sociale netwerksite heeft, de verbondenheid van de gebruiker met de sociale netwerksite en de klas waarin de gebruiker van de sociale netwerksite zit van invloed zijn op de mate waarin de gebruiker zich gelukkig voelt. De eerste hypothese voorspelde dat een grote hoeveelheid tijd doorbrengen op de sociale netwerksite een positief effect heeft op geluk. Uit de resultaten is een negatief effect gebleken en dus heeft een grote hoeveelheid tijd doorbrengen op de sociale netwerksite geen positief effect op geluk. Het resultaat is tegengesteld aan de verwachtingen die zijn gebaseerd op eerder onderzoek. Een verklaring hiervoor zou gevonden kunnen worden in de time displacement hypothesis (Putnam 1995a; Putnam 1995b) die stelt dat het gebruik van internet de tijd die ouders en adolescenten met elkaar doorbrengen vermindert. Hoe minder tijd de adolescenten en ouders met elkaar doorbrengen, des te zwakker is de familieband. Door de zwakke familierelaties zou men ongelukkiger kunnen zijn, omdat de kwaliteit van relaties belangrijk is en sociale relaties geluk beïnvloeden (Myers, 2007; Demir & Weitekamp, 2007; Weitekamp & Ozdemir, 2007). Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op de kwaliteit van sociale relaties naarmate men meer of minder tijd doorbrengt op sociale netwerksites. De tweede hypothese stelde dat het aantal vrienden dat men op de sociale netwerksite geen invloed heeft op de mate waarin de gebruiker van de sociale netwerksite zich gelukkig voelt. Er werd geen effect gevonden en dus kan geconcludeerd worden dat het aantal vrienden geen invloed heeft op geluk. Dit resultaat komt overeen met de resultaten uit eerder onderzoek dat heeft aangetoond dat niet kwantiteit, maar kwaliteit van de vriendschappen effect heeft op geluk (Demier & Weitekamp, 2007). De eerste onderzoeksvraag diende ervoor om een antwoord te krijgen op de vraag of de mate van verbondenheid van de gebruiker met de sociale netwerksite van invloed is op geluk. Er is geen effect gevonden en dus is ook verbondenheid niet van invloed op het geluk van de gebruiker. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de sociale netwerksite als leuke tijdsbesteding wordt beschouwd, maar geen grote, belangrijke rol speelt in het leven van de gebruiker en dat men de sociale netwerksite wel kan missen in het leven. Deze verklaring wordt ondersteund met de resultaten van de analyses waaruit is gebleken dat Hyves geen deel 16

20 uitmaakt van het dagelijkse leven (M = 2.65) en dat mensen het niet erg vinden als Hyves zou stoppen (M = 3.14). Er is nog weinig tot geen eerder onderzoek uitgevoerd naar het effect van verbondenheid met een sociale netwerksite op geluk. Uit deze studie is gebleken dat verbondenheid geen effect heeft op geluk, maar dit moet wel verder worden onderzocht. Het is aannemelijk om te denken dat wanneer iemand zich namelijk écht verbonden voelt met de sociale netwerksite, dat hij of zij erg ongelukkig zal worden als de sociale netwerksite bijvoorbeeld zou stoppen of als de persoon er niet meer dagelijks tijd en aandacht aan kan besteden. De tweede onderzoeksvraag is opgesteld om te kijken of er een verschil is tussen eerste- en tweedeklassers die gebruik maken van de sociale netwerksite en de mate waarin zij zich gelukkig voelen. Hiervoor is gekeken of klas een modererend effect heeft op de relatie tussen de tijd die men doorbrengt op de sociale netwerksite en geluk, omdat er alleen voor tijd een effect op geluk is gevonden. Uit de resultaten is gebleken dat klas geen modererend effect heeft op de relatie tussen tijd en geluk. Hoe gelukkig de gebruiker van de sociale netwerksite is, wordt dus niet bepaald door de klas waarin de gebruiker zit. Een eersteklasser voelt zich niet meer of minder gelukkig dan een tweedeklasser, ondanks dat hij of zij in een nieuwe situatie terecht is gekomen. Uit het onderzoek is gebleken dat een tweedeklasser gemiddeld meer tijd doorbrengt op Hyves (M = , SD = ) dan een eersteklasser (M = , SD = 514,38). Mogelijk gebruikt een eersteklasser geen sociale netwerksites om nieuwe sociale relaties op te bouwen waar hij of zij gelukkig van wordt, maar doet een eersteklasser dit op een andere manier, bijvoorbeeld door middel van face-to-face contact. Uit de resultaten is gebleken dat meisjes gemiddeld meer vrienden hebben dan jongens en dat ze zich meer verbonden voelen met de sociale netwerksite en dat ze daardoor meer tijd spenderen op de sociale netwerksite. Het is mogelijk dat meisjes het belangrijker vinden om veel vrienden te hebben en dat jongens hier minder belang aan hechten. Meisjes zijn op zoek naar meer intieme en emotionele vriendschappen, waar de vriendschappen van jongens meer zijn gebaseerd op gezamenlijke interesses (Aukett, Ritchie & Mill, 1986). Dit zou kunnen verklaren waarom meisjes zich sterker verbonden voelen met de sociale netwerksite dan jongens. Jongens zullen de sociale netwerksite meer zien als een leuk tijdverdrijf, maar zullen geen emotionele band hebben met de sociale netwerksite. Uit de resultaten is tevens gebleken dat naarmate de respondenten ouder zijn, ze meer vrienden hebben op de sociale netwerksite, ze meer tijd doorbrengen op de sociale netwerksite en ze zich sterker verbonden voelen met de sociale netwerksite. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de respondenten langer een account hebben op de sociale 17

21 netwerksite dan iemand die jonger is. Doordat ze langer lid zijn van een sociale netwerksite, hebben ze meer tijd gehad om vrienden te maken en om zich meer verbonden te gaan voelen met de sociale netwerksite. Hoe meer vrienden de respondent op de sociale netwerksite heeft en hoe meer de respondent zich verbonden voelt met de sociale netwerksite, des te meer tijd zal hij of zij op de sociale netwerksite doorbrengen. 5.1 Theoretische en praktische implicaties De belangrijkste theoretische implicatie is dat het gebruik van sociale netwerksites geen invloed heeft op de mate van geluk van de gebruiker als het aantal vrienden op de sociale netwerksite als determinant van geluk wordt genomen. Het aantal vrienden op de sociale netwerksite is in de online wereld dus niet van belang, ondanks dat populariteit wordt gemeten aan de hand van het aantal vrienden (Ellison et al., 2007). Mogelijk is de kwaliteit van vriendschap belangrijker en wordt de sociale netwerksite gebruikt om relaties met vrienden uit de offline wereld te onderhouden. Een gebruiker kan veel oppervlakkige relaties op de sociale netwerksite hebben en zich daardoor populair voelen, maar deze oppervlakkige relaties kunnen de relaties uit de offline wereld waar mensen face-to-face contact met elkaar hebben niet vervangen (Ellison et al., 2007). De hoeveelheid tijd die men spendeert op de sociale netwerksite heeft geen positieve invloed op het geluk. Hier komt de praktische implicatie uit voort dat men zorgvuldig om moet gaan met de tijd die men spendeert op sociale netwerksites. Het aantal gebruikers van sociale netwerksites blijft stijgen en het is belangrijk dat de maatschappij ervoor waakt dat kinderen niet teveel tijd op sociale netwerksites gaan doorbrengen, want ze worden hier niet gelukkiger van. De gebruikers kunnen weliswaar eenvoudig nieuwe vriendschappen sluiten, maar door de anonimiteit wordt de gebruiker ook kwetsbaar voor bijvoorbeeld pesterijen en onjuiste bedoelingen van bijvoorbeeld pedofielen wat heden ten dage een actueel nieuwsitem is. 5.2 Toekomstig onderzoek Deze studie heeft interessante resultaten opgeleverd, maar biedt tevens ruimte voor toekomstig onderzoek. Bestaand onderzoek richt zich voornamelijk op het gebruik van internet en de effecten hiervan op de gebruiker. Er is weinig onderzoek gedaan het gebruik van sociale netwerksites en de invloed hiervan op geluk. Onderzoek naar het gebruik van 18

22 sociale netwerksites en het effect hiervan op geluk, is belangrijk omdat jongeren steeds vroeger kennis maken met het gebruik van internet en daarbij met het gebruik van sociale netwerksites. Internet en de sociale netwerksites gaan deel uitmaken van hun dagelijkse leven en zullen dus van invloed zijn op hoe de gebruiker zich gedraagt en voelt. Daarnaast worden gebruikers van sociale netwerksites ook steeds vaker geconfronteerd met informatie die door bedrijven en instanties via de sociale netwerksite onder de aandacht wordt gebracht. Om erachter te komen wat dit met de gebruiker doet, moet er in de toekomst meer onderzoek gedaan worden dat zich specifiek richt op het gebruik van sociale netwerksites en de invloed ervan op de gebruiker. 5.3 Conclusie Uit de resultaten van deze studie mag geconcludeerd worden dat jongeren niet meer of minder gelukkig worden van het gebruik van sociale netwerksites als aantal vrienden en verbondenheid als determinanten van geluk worden genomen. Voor tijd geldt dat gebruikers niet gelukkiger worden naarmate zij meer tijd besteden aan de sociale netwerksite. Voor het effect van de klas waarin de gebruiker van de sociale netwerksite zit en de mate waarin hij of zij zich gelukkig voelt, mag de conclusie worden getrokken dat er geen verschil is tussen sociale netwerkgebruikers uit de eerste of tweede klas, want er is geen effect gevonden van klas op geluk. 19

23 6. Literatuur Alfonso, V.C., Allison, D.B., Rader, D.E., & Gorman, B.S. (1996). The extended satisfaction with life scale: Development and psychometric properties. Social Indicators Research, 38(3), Argyle, M. (2001). The Psychology of Happiness. London, England: Routledge. Argyle, M., & Martin, M. (1991). Endowment and contrast in judgments of well-being. In F. Strack, M. Argyle & N. Schwarz (Ed.), Subjective well-being: An interdisciplinary perspective (pp ). Oxford, England: Pergamon Press. Aukett, R., Ritchie, J., & Mill, K. (1988). Gender differences in friendship patterns. Sex Roles, 19, Bargh, J. A., McKenna, K. Y., & Fitzsimons, G. M. (2002). Can you see the real me? Activation and expression of the true self on the Internet. Journal of Social Issues, 58(1), Baumeister, R.F., & Leary, M.R. (1995). The need to belong: Desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation. Psychological Bulletin, 117(3), Boyd, D. M., & Ellison, N.B. (2008). Social network sites: Definition, history, and scholarship. Journal of Computer-Mediated Communication, 13(1), Campbell, A., Converse, P.E., & Rodgers, W.L. (1976). The quality of American life: Perceptions, evaluations, and satisfactions. New York: Sage. Demir, M., & Özdemir, M. (2009). Friendship, need satisfaction and happiness. Journal of Happiness Studies, 11(1),

24 Demir, M., & Weitekamp, L.A. (2007). I am so happy cause today I found my friend: Friendship and personality as predictors of happiness. Journal of Happiness Studies, 8(2), Demir, M., Özdemir, M., & Weitekamp, L.A. (2007). Looking to happy tomorrows with friends best and close friendships as they predict happiness. Journal of Happiness Studies, 8(2), Diener, E., Seligman, M. E. P. (2002). Very happy people. Psychological Science, 13(1), Diener, E., Sandvik, E., & Pavot, W. (1991). Happiness is the frequency, not the intensity, of positive versus negative affect. In F. Strack, M. Argyle & N. Schwarz (Ed.), Subjective well-being: An interdisciplinary perspective (pp ). Oxford, England: Pergamon Press. DiMaggio, P., Hargittai, E., Neuman, W. R., & Robinson, J. P. (2001). Social implications of the internet. Annual Review of Sociology, 27(1), Ellison, B., Steinfield, C., & Lampe, C. (2007). The benefits of Facebook friends: Social capital and college students use of online social network sites. Journal of Computer Mediated Communication, 12(4), Encyclo. (2010). Verbondenheid. Op 16 oktober ontleend aan Gerdthama, U., & Magnus, J. (2001). The relationship between happiness, health, and socioeconomic factors: Results based on Swedish microdata. Journal of Socio- Economics, 30, Gross, E., Juvonen, J., & Gable, S.L. (2002). Internet use and well-being in adolescence. Journal of Social Issues, 58(1),

25 Haller, M., & Hadler, M. (2004). How social relations and structures can produce happiness and unhappiness: An international comparative analysis. Social Indicators Research, 75(2), Hinde, R. A. (1997). Relationships: A dialectical perspective. Psychology Press, Hove, UK. Howard, P., Rainie, L., & Jones, S. (2001). Days and nights on the Internet. American Behavioral Scientist, 45(3), Hyves. (2010). Statistieken. Op 23 september 2010 ontleend aan InSites Consulting. (2010) Nederlanders maken gebruik van sociale media. Op 23 september 2010 ontleend aan ` IVO. (2008). Ontwikkelingen in het internetgebruik van Nederlandse jongeren. Op 16 januari 2010 ontleend aan Factsheet internetgebruik jongeren.pdf. Kraut, R., Patterson, M., Lundmark, V., Kiesler, S., Mukophadhyay, T., & Scherlis, W. (1998). Internet paradox: a social technology that reduces social involvement and psychological well-being? American Psychologist, 53(9), Kraut, R., Kiesler, S., Boneva, B., Cummings, J., Helgeson, V., & Crawford, A. (2002). Internet paradox revisited. Journal of Social Issues, 58(1), Lewinsohn, P.M., Redner, J.E., & Seeley, J.R. (1991). The relationship between life satisfaction and psychosocial variables: New perspectives. In F. Strack, M. Argyle & N. Schwarz (Ed.), Subjective well-being: An interdisciplinary perspective (pp ). Oxford, England: Pergamon Press. Lin, N. (1999). Building a network theory of social capital. Connections, 22(1),

600 miljoen vriendschappen

600 miljoen vriendschappen 600 miljoen vriendschappen Wat is de invloed van het gebruik van sociale netwerksites op vriendschappen bij jong adolescenten? Bachelorscriptie Y.N.L. van den Hurk Y.N.L.vdnHurk@uvt.nl (33 34 37) Begeleider:

Nadere informatie

Beter 1 vriend in de hand dan 10 op Hyves.

Beter 1 vriend in de hand dan 10 op Hyves. Beter 1 vriend in de hand dan 10 op Hyves. Het effect van de hoeveelheid vrienden op een sociale netwerk site op het geluk en de tevredenheid van jonge adolescenten. Bachelorscriptie T.A.C. Boerrigter

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Meer sociale samenhang, meer geluk?

Meer sociale samenhang, meer geluk? Meer sociale samenhang, meer geluk? Godelief Mars en Hans Schmeets Sociale samenhang gaat samen met geluk en tevredenheid. Vooral mensen die meer contact hebben met familie, maandelijks deelnemen aan verenigingsactiviteiten

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Facts and Figures: Sociale contacten

Facts and Figures: Sociale contacten Facts and Figures: Sociale contacten Het nut van sociale contacten Sociale contacten zijn een belangrijke voorspeller voor welbevinden (e.g. Fleche, Smith & Sorsa, 2011; Kapteyn, Smith & Van Soet, 2010),

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Social Network Sites en Welbevinden

Social Network Sites en Welbevinden Running Head: SOCIAL NETWORK SITES EN HET WELBEVINDEN VAN ADOLESCENTEN 1 Social Network Sites en Welbevinden Een onderzoek naar de invloed van het gebruik van Social Network Sites op het welbevinden van

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

(Online) gepest worden

(Online) gepest worden () gepest worden In relatie tot sociale angst, eenzaamheid en MSN-gebruik De relatie tussen gepest worden in het echte leven en online gepest worden, de mate waarin deze vormen van pesten voor de slachtoffers

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

De sociale context van geluk: wat is belangrijk voor wie?

De sociale context van geluk: wat is belangrijk voor wie? Bevolkingstrends 2014 De sociale context van geluk: wat is belangrijk voor wie? Jacqueline van Beuningen Linda Moonen juni 2014 CBS Bevolkingstrends juni 2014 1 Mensen die regelmatig sociale contacten

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Sociale relaties: Nieuwe media als vervanging van traditioneel contact? Doran Pauka (3714578) Pieter de Rover (3641570) Begeleider: Vincentz Frey

Sociale relaties: Nieuwe media als vervanging van traditioneel contact? Doran Pauka (3714578) Pieter de Rover (3641570) Begeleider: Vincentz Frey Sociale relaties: Nieuwe media als vervanging van traditioneel contact? Doran Pauka (3714578) Pieter de Rover (3641570) Begeleider: Vincentz Frey Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Theorie... 5 3. Data

Nadere informatie

Online communicatie en offline vriendschapskwaliteit: De rol van sociale kwetsbaarheid van adolescenten

Online communicatie en offline vriendschapskwaliteit: De rol van sociale kwetsbaarheid van adolescenten Online communicatie en offline vriendschapskwaliteit: De rol van sociale kwetsbaarheid van adolescenten Masterthesis Jeugdstudies Universiteit Utrecht Student: Else Pijpers Studentnummer: 3453359 Docent:

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Bruto nationaal geluk: een proef op de som 19

Bruto nationaal geluk: een proef op de som 19 Bruto nationaal geluk: een proef op de som Crétien van Campen De laatste jaren hebben verscheidene auteurs gepleit voor geluk als een nieuw richtsnoer voor beleid (Kahneman 1999, Veenhoven 2002, Layard

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd

Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd Natascha Notten Wetenschappelijk Congres Mediawijsheid - 24 januari 2018 Email: n.notten@ru.nl https://www.youtube.com/watch?v=rbb5roa1nvq

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Jongeren, Sociale Netwerk Sites & Privacy

Jongeren, Sociale Netwerk Sites & Privacy Jongeren, Sociale Netwerk Sites & Privacy Faculteit Politieke & Sociale Wetenschappen Departement Communicatiewetenschappen - MIOS Prof. dr. Michel Walrave www.ua.ac.be/mios michel.walrave@ua.ac.be Sociale

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n. University of Groningen Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents Sarkova, Maria IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond?

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Donderdag 13 maart 2014 Martijn Kilsdonk MScHA Manager behandeling & begeleiding en Planetree coördinator Disclosure belangen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Eenzaam ben je niet alleen

Eenzaam ben je niet alleen Eenzaam ben je niet alleen Een verdiepend onderzoek naar de risicofactoren van eenzaamheid onder volwassenen van 19-65 jaar. Amy Hofman 1, Regina Overberg 1, Marcel Adriaanse 2 1 GGD Kennemerland, 2 Vrije

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond

Samenvatting. Achtergrond Samenvatting Achtergrond De huidige aanpak van de jeugdcriminaliteit is vooral gericht op traditionele vormen van criminaliteit. Jongeren spenderen echter steeds meer tijd online en de vraag is in hoeverre

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Mijn kind, gamen en internet. Indigo Preventie

Mijn kind, gamen en internet. Indigo Preventie Mijn kind, gamen en internet Indigo Preventie Programma Welkom & kennismaking Vragenlijst Info gamen/internet Problematisch/normaal gebruik Tips Afsluiting en sites Vragenlijst Vragenlijstje Gamen Vragenlijst

Nadere informatie

Sociale Netwerksites:

Sociale Netwerksites: Sociale Netwerksites: Eenzame jongeren en depressieve klachten Masterthesis Jeugdstudies Universiteit Utrecht Student: Sven Hueskes Studentnummer: 3495515 Scriptiebegeleider: Regina van den Eijnden Datum

Nadere informatie

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? In deze factsheet staat de binding met de provincie Groningen centraal. Het gaat dan om de persoonlijke gevoelens die Groningers hebben

Nadere informatie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

a) Waar denk je aan bij het begrip welzijn? Noteer zoveel mogelijk woorden in het onderstaande woordweb. Welzijn

a) Waar denk je aan bij het begrip welzijn? Noteer zoveel mogelijk woorden in het onderstaande woordweb. Welzijn Hoe gelukkig zijn we? In het leven heeft iedereen geluk centraal staan. Maar wat betekent dat nu eigenlijk: gelukkig zijn? Welke elementen bepalen nu eigenlijk of je nu wel of niet gelukkig bent?. Ieder

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Commitment aan school

Commitment aan school Commitment aan school Anna Verkade GION, december 2010 Het opbouwen of aangaan van commitments (bindingen) met betrekking tot diverse domeinen wordt in de ontwikkelingspsychologie als een van de belangrijkste

Nadere informatie

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effects of Locus of Control, Coping and the Mediation of Personal Initiative

Nadere informatie