Construct Meetinstrumenten Praktijk Fysiotherapie
|
|
- Bernard van der Woude
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Construct Meetinstrumenten Praktijk Fysiotherapie 1. Documenten 00 Construct voor de keuze van meetinstrumenten in de FT praktijk Pag Inleiding Pijnmeetinstrumenten RO 5 april 2006 Pag Meten pijn AK 5 april 2006 Pag Meten activiteiten AK 5 april 2006 Pag Semigestructureerd interview RO 5 april 2006 Pag Pijnmeetinstrumenten 5 april 2006 Pag Samenvatting 1e dag Meet instrumenten RO 24 april 2006 Pag Bereidheid tot veranderen 10 mei 2006 Pag Sociale steun RO 9 mei 2006 Pag. 170
2
3
4 Wanneer bij wie welk meetinstrument? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp
5 METHODISCH HANDELEN KLINISCH REDENEREN WETENSCHAPPELIJK BEWIJS MEETINSTRUMENTEN EBP paramedicus EXTERNAL EVIDENCE BESLISSING PATIËNT
6 Wat heb ik daarvoor nodig? ordenen van gegevens (classificaties) verzamelen, ordenen, verwerken en analyseren van gegevens (statistiek) beoordelen onderzoeksopzet (methodologie) beoordelen meetinstrumenten
7 Wat heb ik daarvoor nodig? beoordelen onderzoeksgegevens (epidemiologie) beoordelen en interpreteren van wetenschappelijke literatuur
8 KLINIMETRIE
9 DEFINITIE CLINIMETRICS Alvan R. Feinstein (1987) Clinimetrics can be defined as the domain concerned with indexes, rating scales, and other expressions which are used to describe or measure symptoms, physical signs, and other distinctly clinical phenomena in clinical medicine
10 AANDACHTSPUNTEN inleiding klinimetrie stappenplan bij de keuze domeinen van klinimetrie constructanalyse methodologische kwaliteit
11 DOMEINEN van KLINIMETRIE wat is relevant voor deze patiënt? wat wil ik meten? in welk domein?
12 Swinkels & Oostendorp, 2004
13 ICF model (WHO, 2001) Health Condition (disorder/disease) Body function&structure (Impairment) Activities (Limitation) Participation (Restriction) Environmental Factors Personal Factors
14 CONSTRUCTANALYSE generieke meetinstrumenten niet-generieke meetinstrumenten conditiespecifiek dimensiespecifiek ziektespecifiek
15 CONSTRUCTANALYSE generieke meetinstrumenten Nottingham Health Profile (NHP) Sickness Impact profile (SIP) Quality of Well-Being Scale (QWB) COOP/WONCA-kaarten
16 CONSTRUCTANALYSE niet-generieke meetinstrumenten conditiespecifiek pijn, hoofdpijn, angst, depressie dimensiespecifiek unidimensioneel multidimensioneel (subschalen) ziektespecifiek RA, NMA, Bechterew, CVA
17 Swinkels & Oostendorp, 2004
18 Swinkels & Oostendorp, 2004
19 METHODOLOGISCHE KWALITEIT standaardisering / standardisation interne consistentie / internal consistensy betrouwbaarheid / reliability validiteit / validity responsiviteit / responsiveness
20 METHODOLOGISCHE KWALITEIT validiteit / opklimmende bewijskracht ( = afwezigheid van systematische fouten) validiteit op het eerste gezicht (face validity) inhoudsvaliditeit (content validity) begripsvaliditeit (construct validity) criterium validity (criterion validity)
21 METHODOLOGISCHE KWALITEIT construct validiteit geen gouden standaarden beschikbaar overeenkomsten en verschillen met scores voor andere instrumenten conform de (theoretische) verwachtingen convergente en divergente construct validiteit
22 METHODOLOGISCHE KWALITEIT criterium validiteit concurrente validiteit hoe goed komt de meetwaarde overeen met de werkelijke waarde? criterium-validiteit
23 METHODOLOGISCHE KWALITEIT responsiviteit gevoeligheid voor veranderingen in de tijd mate waarin verschillende scores worden verkregen bij herhaalde metingen in aanwezigheid van een relevant verschil detectie van klinisch relevante verschillen
24 RESPONSIVITEIT signaal / ruis verhouding signaal: verandering in ernst bij degenen die volgens extern criterium verbeteren of verslechteren ruis: verandering in ernst bij degenen die volgens extern criterium niet verbeteren of verslechteren
25 METHODOLOGISCHE KWALITEIT responsiviteit gemiddelde verschil = 2.4 standaarddeviatie = 1.4 RR = 2.4 : 1.4 = 1.7 hoe verder van O, des te responsiever het meetinstrument
26 Swinkels & Oostendorp, 2004
27 METHODOLOGISCHE KWALITEIT haalbaarheid en bruikbaarheid onderbelicht elementen van: tijd geld beschikbaarheid interpretatie op individueel niveau
28 Swinkels & Oostendorp, 2004
29 Referenties Aufdemkampe G. e.a. Hoe vind ik het? Houten/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, Feinstein AR. Clinimetrics. New Haven, Yale University Press, König-Zahn C. e.a., Het meten van de gezondheidstoestand. Deel 1 Algemene Gezondheid. Assen, Van Gorcum, Sanderman R. e.a., Het meten van determinanten van gezondheid: een overzicht van beschikbare meetinstrumenten. Assen, Van Gorcum, Streiner DL, Norman GR. Helath measurement scales. A practical guide to their development and use. Oxford, Oxford University press, Vet HCW de, Beurskens AJHM. Dwalingen in de methodologie VII. De reproduceerheid van metingen. Ned Tijdschr Geneeskunde 1998;142: Wit R de. Pijnmeting en pijnbeoordeling. In: Psychologie van onbegrepen chronische pijn. Assen, Van Gorcum, 1998.
30 WERKGROEP KLINIMETRIE lees de casus welke kenmerken van de gezondheidstoestand van deze patiënt wilt u meten? (maximaal 5) kent u meetinstrumenten die deze kenmerken meten?
31 Het meten van pijn Albere Köke
32 Wat wil je van PIJN meten? regio ernst kwaliteit duur tijdspatroon ernstpatroon
33 Waarom een meetinstrument gebruiken: de behandelaar! Inschatting ernst van de pijn door behandelaars is meestal lager dan inschatting patiënt. Inschatting effect behandeling door behandelaars is meestal groter dan inschatting patiënt. Carpenter 1995, Thomas 1999, Curu 2000, Mäntyselkä 2001, Marquié 2003
34 Waarom een meetinstrument gebruiken: de patiënt! Geheugen patiënt om retrospectief te beoordelen of pijnvermindering is opgetreden is beperkt Pijn =? 2 Zowel een overschatting als een onderschatting wordt gerapporteerd
35 Wat beïnvloedt geheugen voor pijn? Pijnintensiteit op moment van invullen is van invloed Eich 1985,Erskine 1990, Stone 2004 Pijn fluctueert, pieken in intensiteit worden beter herinnerd Jamison 1991, Peters 2000, Stone 2004 Emotionele toestand kleurt geheugen Bryant 1993, Gedney 2003 Duur van de periode: een periode van 1 week is nog accuraat Singer 2001, Bolton 1999
36 Ernst van de pijn Unidimensioneel: verbale beoordelingsschaal numerieke schalen visueel analoge schalen VAS Multidimensioneel: McGill Pain Questionnaire MPQ
37 Hoe hevig is uw pijn nu? 1 geen 2 licht 3 matig 4 veel 5 zeer veel 1 geen 2 een beetje 3 redelijk 4 ernstig 5 zeer veel 6 ondragelijk 1 milde pijn 2 sterke pijn 3 heftige pijn 4 vreselijke pijn
38 Verbale beoordelingsschaal Geniet vaak voorkeur van patiënt Geen referentiekader bekend Grootte van de stappen tussen de woorden is onbekend Onderling vergelijk niet mogelijk Responsiviteit beperkt
39 Hoe hevig is uw pijn nu? geen pijn ondragelijke pijn geen pijn ondragelijke pijn geen pijn ondragelijke pijn
40 Numerieke meetschalen Diverse indelingen mogelijk Minimaal 11 invulcategorieën nodig Maximaal 21 invulcategorieën Valide, betrouwbaar en responsief Eenvoudig te maken Telefonisch af te nemen Patiënt weinig moeite met invullen
41 Wat meten we nu eigenlijk? geen pijn -- maximale pijn geen pijn -- ergst denkbare pijn geen pijn -- ondragelijke pijn geen pijn -- zeer ernstige pijn geen pijn -- meest vervelende pijn
42 Horizontale VAS Helemaal Geen pijn Ondragelijke pijn
43 Visuele Analoge Schaal (VAS) Meest gebruikt (onderzoek) Ratio-schaal: percentages veranderingen te meten Valide, betrouwbaar en responsief Maar: 5-11 % van de patiënten kunnen VAS niet invullen
44 Pijnscore: Wij vragen u om aan te geven hoe erg uw pijn is. Zet een verticaal streepje op de lijn onder de vraag. Het linker uiteinde betekent geen pijn, het rechter uiteinde betekent ondragelijke pijn 1. Hoe hevig is de pijn gemiddeld de afgelopen week? Geen pijn Ondragelijke pijn 2. Hoe hevig is de pijn op de slechtste momenten de afgelopen week? Geen pijn Ondragelijke pijn 3. Hoe hevig is de pijn op de beste momenten de afgelopen week? Geen pijn Ondragelijke pijn
45 Pijnscore: Wij vragen u om aan te geven hoe erg uw pijn is. Zet een verticaal streepje op de lijn onder de vraag. Het linker uiteinde betekent geen pijn, het rechter uiteinde betekent ondragelijke pijn 1. Hoe hevig is de pijn gemiddeld de afgelopen week? Geen pijn Erg wisselend Ondragelijke pijn 2. Hoe hevig is de pijn op de slechtste momenten de afgelopen week? Geen pijn Ondragelijke pijn 3. Hoe hevig is de pijn op de beste momenten de afgelopen week? Geen pijn Ondragelijke pijn
46 Pijnscore: Wij vragen u om aan te geven hoe erg uw pijn is. Zet een verticaal streepje op de lijn onder de vraag. Het linker uiteinde betekent geen pijn, het rechter uiteinde betekent ondragelijke pijn 1. Hoe hevig is de pijn gemiddeld de afgelopen week? Geen pijn Ondragelijke pijn 2. Hoe hevig is de pijn op de slechtste momenten de afgelopen week? Geen pijn Ondragelijke pijn 3. Hoe hevig is de pijn op de beste momenten de afgelopen week? Geen pijn Ondragelijke pijn
47 Geen pijn Ondragelijke pijn
48 Meten bij de individuele patiënt Een enkele meting van huidige pijn is onbetrouwbaar Gemiddelde pijn afgelopen week beter Beste voor individu: dagboek: 3x daags pijn scoren gedurende 4 dagen Jenssen 1993 Alternatief: electronisch dagboek Peters 2000, Roelofs 2004 pijnmonitoring systeem somscore van huidige pijn, gemiddelde, maximale en minimale pijn afgelopen week
49 Factoren van invloed op betrouwbaarheid mondelinge/schriftelijke instructie tijdstip van de dag geheugen invullen alleen of met. soort hulpverlener patiënt-behandelaar relatie concentratie-vermoeidheid
50 Welke betekenis mogen we aan de scores toekennen?
51 Wat is mild, matig, ernstig? Ernst score zegt iets over de invloed van pijn op dagelijks functioneren neuropathie oncologie postoperatief mild mm matig mm ernstig mm
52 Klinische relevante scores VAS NMS Acute postoperatieve pijn 33% Cepeda 2003, Jenssen 2003 Kinderen Powell mm Acuut trauma Todd 1996, Kelly 1998, mm Oncologische pijn 33% 2 Farrar 2002,2003 Rheuma Goldsmith % CRPS 50% Forouzanfar 2003 Chronische aspec. pijn 30-50% Salaffi 2004
53 Hoe definieer je klinisch relevant Een beetje beter of veel beter? Een beetje beter = 1 tot 2 punten; 15-20% Veel beter = meer dan 2 punten; > 30-35% Echter de ernst van de pijn bij aanvang therapie heeft invloed.
54 Klinische relevante waardes Zijn afhankelijk van ernst van pijn bij start behandeling Cepeda 2003, Salaffi 2004 begin 4-6: begin 7-10: beetje beter 1.3 (17-20%) 1.8 veel beter 2.4 (33-35%) 4.0 heel veel 3.5 (40-45%) 5.2 Zijn niet afhankelijk van: leeftijd geslacht lokatie pijn Kelly 1998, Bird 2001, Cepeda 2003, Salaffi 2004
55 Samenvattend Meten is beter dan schatten Numerieke 0-10 punten schaal wordt internationaal aanbevolen (IMMPACT 2005) Eenvoudig toepasbaar, voor de meeste patientengroepen Klinische relevante veranderingen zijn bekend en toepasbaar Standaardisatie gebruik wel noodzakelijk Ernst van pijn is vaak maar een deel van het probleem
56 Meetinstrumenten zijn een hulpmiddel, mits goed gebruikt!
57 Meten activiteiten en participatie Albère Köke
58 Dimensies - Domeinen Pijn Beperkingen in activiteiten Kwaliteit van leven Psychosociale dimensie
59 Domein Beperkingen in activiteiten Generieke maten gezondheidsbeleving SIP, SF-36, NHP Ziekte specifieke maten functionele status patiënt specifiek klacht
60 Kwaliteit van leven SF-36 of RAND 36 ( SF-12) veel normdata scores van ( hoe hoger hoe beter) 8 subdomeinen: fysiek functioneren sociaal functioneren rolpatroon fysiek rolpatroon emotioneel mentale gezondheid vitaliteit pijn algemeen ervaren gezondheid
61 mean scale score Kwaliteit van leven: SF gezonden kanker migraine chronische pijn 10 0 PF SF RP RE MH VT BP GH SF-36 Domeinen
62 mean scale score Kwaliteit van leven: SF * * * * PF SF RP RE MH VT BP GH * SF-36 Domeinen * * * gezonden kanker migraine chronische pijn azm chronische pijn australie
63 Quebec Back Pain Disability 20 vragen: bed-rust, zitten-staan, lopen,bewegen, bukken, zware voorwerpen verplaatsen Doe - vragen Heeft u vandaag moeite om de volgende activiteiten uit te voeren vanwege uw rugklachten? Score 0= totaal geen moeite 5 niet toe in staat Totaalscore: 0-100%
64 Quebec Back Pain Disability Voorbeeldenvragen: Omdraaien in bed 20 tot 30 minuten (achter elkaar) staan Naar een hoge plank reiken Voorover buigen om bijv. de badkuip of w.c. schoon te maken Dragen van 2 tassen met boodschappen Een zware koffer optillen en dragen Een bal werpen
65 Roland Disability Questionnaire Afkomstig van de Sickness Impact Profile (SIP) Validiteit, betrouwbaarheid en responsiviteit is voldoende tot goed rugpatienten 24 items ja/nee somscore: optellen aantal ja breed scala aan activiteiten
66 Voorbeeldvragen RDQ Het grootste gedeelte van de dag blijf ik thuis omwille van mijn rugklachten Ik krijg hulp bij het aankleden in verband met mijn rugklachten Door mijn rugklachten raak ik sneller door mensen geïrriteerd dan anders
67 Pain Disability Index - PDI 7 vragen: dagelijks functioneren (ADL), dagelijkse fysieke activiteiten, werk Score op een numerieke schaal 0-10 Somscore: 0-70, evt percentage berekenen Voldoende valide en betrouwbaar Responsiviteit? Normwaarden klinisch relevant?
68 Invulinstructie PDI Beantwoord elke vraag door de gemiddelde invloed van de pijn op de activiteit in te vullen. Dus niet als de pijn het hevigste is of juist het minste. Voor elke vraag moet u het cijfer omcirkelen wat de mate van beperking of hinder bij het uitvoeren van deze activiteit het beste weergeeft.
69 Recreatie Voorbeeldvragen PDI Deze categorie omvat activiteiten zoals hobby s, sport en andere vrije tijdsbestedingen geen beperkingen Basale levensbehoeftes volledig beperkt Deze categorie omvat activiteiten die de vitale levensfuncties omvatten, zoals eten, slapen en ademhalen geen beperkingen volledig beperkt
70 Neck Disability Index Gemaakt op basis van de Oswestry Low Back Pain Disability Questionnaire 10 vragen: functies, activiteiten, participatie Validiteit NL-versie niet onderzocht Betrouwbaarheid NL-versie is voldoende bij WAD-patienten (Heijmans 2002) Per vraag score 0-5: Somscore 0-50 Snel en gemakkelijk in te vullen door patiënt
71 NDI Indeling in ernst (Oostendorp 1998) 0-4 geen 5-14 mild matig ernstig zeer ernstig Plafondeffecten gerapporteerd ( Riddle1998) Klinisch relevante verschilscore 5 punten Stratford 1999
72 Klinisch relevante verandering RDQ NDI Quebec > 16 8 < 9 3 Stratford punten Stratford punten Davidson % Jordan 2006
73 Patiënt Specifieke Klachten I Patiënt selecteert uit een lijst van activiteiten de probleemactiviteiten Selectie van 5 activiteiten op basis van: belangrijkheid, veel moeite kosten, vaak voorkomen Opdracht: Let er thuis nog eens op wat nu belangrijke activiteiten voor je zijn!! Rangorde van belangrijkheid voor 3 activiteiten
74 Patiënt Specifieke Klachten II Dezelfde procedure als in de eerste ronde. Onafhankelijk van de resultaten van de eerste ronde Vergelijking resultaten ronde 1 en ronde 2 Definitieve selectie en scoring (VAS) van de 3 belangrijkste problemen
75 Validiteit N = 156 patiënten met lage rugklachten PSFS: 325 verschillende doelen m.n. op activiteiten en participatie, te clusteren in 56 groepen Meest genoemd: zitten en tillen Vergelijk RDQ: items zitten staat er niet in!!! Vergelijk RDQ: item Opstaan uit een stoel 2/352 keer genoemd met PSFS = % 2 items t.a.v. opstaan uit stoel 2/12 = 17 % Pengel 2004
76 Patient Specifieke Klachten Voordeel - Zorg op maat - Evaluatie op maat - Compliance therapie hoger Nadeel - Niet alle activiteiten in kaart gebracht - Geen inzicht in nieuwe problemen - Kost tijd (2 rondes)
77 Procedure noodzakelijk? Patienten hebben moeite met bepalen doelen!! Studie bij 150 patienten: 6% selecteert activiteiten uit ronde 1 69% selecteert activiteiten uit ronde 2 25% combinatie van ronde 1 en 2 Beurskens (1999)
78 Aantal te selecteren activiteiten 90% kon 3 activiteiten selecteren 50% kon 4 activiteiten selecteren 20% kon 5 activiteiten selecteren Stratford (1995)
79 Klinisch relevante veranderingen PSK RDQ - kleine verbetering 14% redelijke verbetering 44% 4 - veel verbetering 69% 9 - Stratford 1995 Klinisch relevante verandering bij lage rugklachten: > 60% Ostelo 2004
80 In kaart brengen activiteiten Rekening houden met dagelijkse/wekelijkse schommelingen, 5-6 dagen registreren (Gretebeck 1992) Zelf-rapportage: Baecke lijst,1982, Test-hertest goed (Jacob 2001) bij rugpatiënten Observatie: video(duur, tijdrovend, betrouwbaar (Bussmann 1998) Acto/pedometers: (3 dimensionale bewegingsregistratie) Bussmann 1998, Verbunt 2001 Fysiologische metingen: 24 uurs hartfrequentie (gevoelig voor emoties Raskell 1993, inaccuraat bij lage inspanning Gretebeck 1991), double labelled water technique = gouden standaard, meet basale energieverbruik Bouten 1996, (duur en weinig praktisch)
81 Paramedisch OnderzoeksCentrum
82 (Chronische) Pijn: Biopsychosociale oriëntatie Semigestructureerd interview SCEGS-systematiek Paramedisch OnderzoeksCentrum
83 BIOPSYCHOSOCIALE MANUELE THERAPIE: hoe is de implementatie op de werkvloer? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Drs. Harry Janssen Prof.dr. William Duquet Paramedisch OnderzoeksCentrum
84 Welke verrassing? Aanleiding Vraagstelling SCEGS-systematiek Biopsychosociale werkvloer Resultaten Discussie Aanbevelingen Paramedisch OnderzoeksCentrum
85 AANLEIDING Kenniscyclus van het biopsychosociale model in de manuele therapie; kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennistoepassing Nationale en internationale acceptatie en omarming van dit model door MT Patroon profiel Paramedisch OnderzoeksCentrum
86 Kenniscyclus KENNIS- ONTWIKKELING KENNIS- OVERDRACHT KENNIS- TOEPASSING Paramedisch OnderzoeksCentrum
87 PATROON PROFIEL Patroonherkenning: combinatie van gegevens (leeftijd, geslacht, ontstaanswijze, beloop) met symptomen en verschijnselen op grond waarvan de aandoening kan worden herkend Symptomen: door de patiënt zelf ervaren tekenen van de aandoening Verschijnselen: door een ander (MT) vast te stellen tekenen van de aandoening Paramedisch OnderzoeksCentrum
88 PATROON PROFIEL Klagen, klacht, klager, zieke Patiëntprofiel. Persoonlijk verhaal. Eigen taal. Eigen context. Eigen achtergrond Paramedisch OnderzoeksCentrum
89 AANLEIDING Veel aandacht aan het toepassen van het biopsychosociale model in de manuele therapie Nationale en internationale acceptatie en omarming van dit model door MT Patroon profiel Meerdere dimensies van gezondheidsprobleem (ICF) Biopsychosociale informatie in relatie tot de klacht van de patiënt Paramedisch OnderzoeksCentrum
90 VRAAGSTELLING In hoeverre is het biopsychosociale model geïmplementeerd in de praktijk MT bij patiënten met langdurige (>12 weken) klachten over lage-rugpijn en nekpijn? Kenmerken implementatie (ZON, 1997; Gezondheidsraad, 2000). Procesmatige en planmatige invoering. Structurele plaats in beroepsmatig handelen Paramedisch OnderzoeksCentrum
91 METHODE SCEGS-SYSTEMATIEK Somatisch Cognitief Emotioneel Gedragsmatig Sociaal Operationalisering aan de hand van bijbehorende aandachtspunten en vragen bij het gesprek met de patiënt Paramedisch OnderzoeksCentrum
92 METHODE SCEGS-SYSTEMATIEK Somatisch Aard Lokalisatie Intensiteit Frequentie Duur Herhaling Functies van organismen en van eigenschappen van anatomische structuren Paramedisch OnderzoeksCentrum
93 METHODE SCEGS-SYSTEMATIEK Cognitief Verwachtingen. Wat verwacht u van mij?. Wat denkt u dat ik voor u kan doen? Verklaringen (attributies). Waar denkt u zelf aan?. Heeft u zelf enig idee waar uw klacht vandaan komt?. Denkt uw wel eens als het maar niet dit of dat is? Denken over klachten / klachten verergerend denken (catastroferen). Als u die klachten krijgt, wat vindt u daarvan?. Wat denkt u dan?. Hoe reageert u daarop? Paramedisch OnderzoeksCentrum
94 METHODE SCEGS-SYSTEMATIEK Cognitief Ideeën over eigen invloed op de klachten (selfefficacy). Heeft u zelf enige invloed op de klacht?. Heeft u zelf positieve invloed op de klacht?. Zo ja, hoe dan?. Wat denkt u zelf te kunnen doen om uw klacht te verminderen? Paramedisch OnderzoeksCentrum
95 METHODE SCEGS-SYSTEMATIEK Emotioneel Nu u deze klachten heeft, hoe voelt u zich daaronder? Brengen de klachten u uit het evenwicht? Bent u onzeker? Bent u neerslachtig? Bent u angstig? Paramedisch OnderzoeksCentrum
96 METHODE SCEGS-SYSTEMATIEK GEDRAGSMATIG Omgaan met de klacht. Wat doet u als u klachten heeft?. Wat doet u om uw klachten te verminderen?. In welke mate lukt dat? Beperkingen in activiteiten. In welke activiteiten wordt u belemmerd door uw klachten?. In welke mate? Paramedisch OnderzoeksCentrum
97 METHODE SCEGS-SYSTEMATIEK GEDRAGSMATIG Vermijdingsgedrag. Wat doet u niet of niet meer als u klachten heeft?. Sinds wanneer niet?. Bent u angstig voor bepaalde activiteiten? Praten over klachten. Praat u over uw klachten? Met wie? Hoe vaak?. Wat vertelt u dan? Paramedisch OnderzoeksCentrum
98 METHODE SCEGS-SYSTEMATIEK SOCIAAL Merkt uw omgeving als u klachten heeft? Hoe merken ze dat? Hoe laat u dat merken? Wat denkt uw omgeving over uw klachten? Hoe reageert uw omgeving op uw klachten? Wat denkt uw partner dat uw klachten vandaan komen? Paramedisch OnderzoeksCentrum
99 METHODE Patiënten met langdurige aspecifieke lage-rugpijn of nekpijn (n = 108) Deelnemende therapeuten (n = 21) Analyse van bandopnames tijdens de anamnese volgens SCGES- systematiek Paramedisch OnderzoeksCentrum
100 METHODE Feitelijke percentages patiënten bij wie vragen zijn gesteld over de somatische, cognitieve, emotionele, gedragsmatige en sociale dimensie van de klacht Kwaliteitscriterium > 60% Geschatte percentages patiënten bij wie vragen zijn gesteld over de somatische, cognitieve, emotionele, gedragsmatige en sociale dimensie van de klacht Paramedisch OnderzoeksCentrum
101 Resultaten Dimensie N = 108 Feitelijk % Paramedisch OnderzoeksCentrum Geschat % Somatisch Cognitief Emotioneel Gedragsmatig Sociaal 18 40
102 Kwaliteitscriterium > 60% Hoe ziet de tabel er dan uit? Dimensie N = 108 Feitelijk % Somatisch 98 Cognitief 43 Emotioneel 27 Gedragsmatig 38 Sociaal 18 Paramedisch OnderzoeksCentrum
103 Conclusie & Discussie Geen vergelijkbare studies Sterk gericht op somatische dimensie bij chronische lage-rugpijn en nekpijn Onvoldoende implementatie van het biopsychosociale model op de werkvloer Contextuele factoren (persoon en omgeving) veel meer wetenschappelijke evidentie voor chroniciteit bij lage-rugpijn en nekpijn dan somatische factoren Paramedisch OnderzoeksCentrum
104 Discussie EBP op de werkvloer? Paramedisch OnderzoeksCentrum
105 Discussie Stagnatie in de kenniscyclus? Kennistoepassing! Interactieve educatie meest effectieve implementatie-strategie Paramedisch OnderzoeksCentrum
106 Kenniscyclus KENNIS- ONTWIKKELING KENNIS- OVERDRACHT KENNIS- TOEPASSING Paramedisch OnderzoeksCentrum
107 Uitdaging Effectieve implementatie én evaluatie van SCEGS-systematiek bij patiënten met lagerugpijn en nekpijn Werkvloer méér EBP! Paramedisch OnderzoeksCentrum
108 Workshop Pijnmeetinstrumenten
109 BELOOP LAGE-RUGPIJN Acuut Chronisch
110 BELOOP LAGE- RUGPIJN episode / interventie uitkomst prognostische factoren
111 Interagerende factoren van acute naar chronische LRP (Vlaeyen et al., 1995; 1999; Crombez et al., 1999; Swinkels-Meewisse et al., 2003; Waddell et al., 2004) Veel onderzoek naar factoren van acute naar chronische LRP Vrees voor pijn, letsel, bewegen en fysieke belasting Pijngerelateerde vrees voorspeller voor zelfgerapporteerde beperkingen in activiteiten en participatieproblemen Negatieve cognities t.a.v. functioneel herstel; pijnervaring als bedreigend; inductie van pijngerelateerde vrees
112 PROGNOSTISCHE FACTOREN Contextuele factoren (persoon en omgeving [werk]) meer doorslaggevend voor het beloop dan biomedische factoren Paradigma verandering!
113 COGNITIEF- GEDRAGSMATIG MODEL
114 Paradigma: Cognitief-gedragsmatig model voor vrees voor pijn/beweging/letsel Vlaeyen et al., 1995
115 PCS-DV Doorloop het stappenplan Zie informatie Universiteit Gent; artikel Picavet et al., 2002 Totaal score 13 x 4 = 52 Afkappunt hoog- /laagscoorder: Discussie therapeutische consequenties bij hoogscoorder
116 Paradigma: Cognitief-gedragsmatig model voor vrees voor pijn/beweging/letsel Vlaeyen et al., 1995
117 TSK-DV Doorloop het stappenplan Zie informatie: artikel Picavet et al., 2002; Oostendorp et al., 2005 Totaal score 17 x 4 = 68 (17 68) Afkappunt hoog- /laagscoorder: > 37 Discussie therapeutische consequenties bij hoogscoorder
118 Onderzoeksprotocollen Excel-bestanden
119 Paradigma: Cognitief-gedragsmatig model voor vrees voor pijn/beweging/letsel Vlaeyen et al., 1995
120 FABQ-DV Doorloop het stappenplan Zie informatie: artikel Picavet et al., 2002; Swinkels-Meewisse et al., 2006 Subschaal Werk 0 30; subschaal Fysieke activiteit 0-66 Afkappunt: werk laag < 30; hoog > 34; fysieke activiteit laag< 12; hoog > 12 Discussie therapeutische consequenties bij hoogscoorder
121 Onderzoeksprotocollen Excel-bestanden
122 Paradigma: Cognitief-gedragsmatig model voor vrees voor pijn/beweging/letsel Vlaeyen et al., 1995
123 BDI-DV Doorloop het stappenplan Zie informatie: Victim s Web; Oostendorp et al., 2005 Totaalscore: 0-63 Afkappunt: zie indeling Discussie therapeutische consequenties
124 Beperkingen in Activiteiten NDI: vragenlijst + toelichting PDI: vragenlijst + toelichting PSK: activiteitenlijkst + Toelichting ICF: patiëntenblad
125
126
127
128 Welkom 2e dag Practisch Gebruik PIJNMEETINSTRUMENTEN
129 Korte samenvatting 1e dag
130 Swinkels & Oostendorp, 2004
131 Swinkels & Oostendorp, 2004
132 Swinkels & Oostendorp, 2004
133 Swinkels & Oostendorp, 2004
134 Swinkels & Oostendorp, 2004
135 Thuisopdracht Benieuwd naar jullie ervaringen met het gebruik van pijnmeetinstrumenten in de praktijk
136 Paradigma: Cognitief-gedragsmatig model voor vrees voor pijn/beweging/letsel Vlaeyen et al., 1995
137 Paradigma: Cognitief-gedragsmatig model voor vrees voor pijn/beweging/letsel Vlaeyen et al., 1995
138 Paradigma: Cognitief-gedragsmatig model voor vrees voor pijn/beweging/letsel Vlaeyen et al., 1995
139 Paradigma: Cognitief-gedragsmatig model voor vrees voor pijn/beweging/letsel Vlaeyen et al., 1995
140 Paradigma: Cognitief-gedragsmatig model voor vrees voor pijn/beweging/letsel Vlaeyen et al., 1995
141 Paradigma: Cognitief-gedragsmatig model voor vrees voor pijn/beweging/letsel Vlaeyen et al., 1995
142 Terug naar de 5 domeinen van het menselijk functioneren
143 ICF model (WHO, 2001) Health Condition (disorder/disease) Body function&structure (Impairment) Activities (Limitation) Participation (Restriction) Environmental Factors Personal Factors
144 Hoe oriënteert u zich anamnestisch op deze domeinen?
145 Somatisch Cognitief METHODE SCEGS- Emotioneel Gedragsmatig Sociaal SYSTEMATIEK Operationalisering aan de hand van bijbehorende aandachtspunten en vragen bij het gesprek met de patiënt
146 Aard METHODE SCEGS- Lokalisatie Intensiteit Frequentie Duur Herhaling SYSTEMATIEK Somatisch Functies van organismen en van eigenschappen van anatomische structuren
147 Verwachtingen METHODE SCEGS- SYSTEMATIEK Cognitief. Wat verwacht u van mij?. Wat denkt u dat ik voor u kan doen? Verklaringen (attributies). Waar denkt u zelf aan?. Heeft u zelf enig idee waar uw klacht vandaan komt?. Denkt uw wel eens als het maar niet dit of dat is? Denken over klachten / klachten verergerend denken (catastroferen). Als u die klachten krijgt, wat vindt u daarvan?. Wat denkt u dan?. Hoe reageert u daarop?
148 METHODE SCEGS- SYSTEMATIEK Cognitief Ideeën over eigen invloed op de klachten (selfefficacy). Heeft u zelf enige invloed op de klacht?. Heeft u zelf positieve invloed op de klacht?. Zo ja, hoe dan?. Wat denkt u zelf te kunnen doen om uw klacht te verminderen?
149 METHODE SCEGS- SYSTEMATIEK Emotioneel Nu u deze klachten heeft, hoe voelt u zich daaronder? Brengen de klachten u uit het evenwicht? Bent u onzeker? Bent u neerslachtig? Bent u angstig?
150 METHODE SCEGS- SYSTEMATIEK GEDRAGSMATIG Omgaan met de klacht. Wat doet u als u klachten heeft?. Wat doet u om uw klachten te verminderen?. In welke mate lukt dat? Beperkingen in activiteiten. In welke activiteiten wordt u belemmerd door uw klachten?. In welke mate?
151 METHODE SCEGS- SYSTEMATIEK GEDRAGSMATIG Vermijdingsgedrag. Wat doet u niet of niet meer als u klachten heeft?. Sinds wanneer niet?. Bent u angstig voor bepaalde activiteiten? Praten over klachten. Praat u over uw klachten? Met wie? Hoe vaak?. Wat vertelt u dan?
152 METHODE SCEGS- SYSTEMATIEK SOCIAAL Merkt uw omgeving als u klachten heeft? Hoe merken ze dat? Hoe laat u dat merken? Wat denkt uw omgeving over uw klachten? Hoe reageert uw omgeving op uw klachten? Wat denkt uw partner dat uw klachten vandaan komen?
153 ICF model (WHO, 2001) Health Condition (disorder/disease) Body function&structure (Impairment) Activities (Limitation) Participation (Restriction) Environmental Factors Personal Factors
154 Bereidheid tot veranderen Pain Stages of Change Questionnaire PSOCQ
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166 Bereidheid tot veranderen Pain Stages of Change Questionnaire (PSOCQ) Doorloop het stappenplan Welk domein? Zie informatie: Jensen et al., 2000; Strong et al. 2002; Maurischat et al PSOCQ: 30 vragen (1 5)
167 PSOCQ Bereid om te veranderen in de richting van self-management Fasen:. Precontemplatiefase. Contemplatiefase. Actiefase. Behoudfase Scores optellen (..)/aantal vragen
168 Stages of change model Prochaska & DiClemente, 1994 Precontemplatie: fase waarin niet wordt overwogen om gedrag te veranderen Contemplatie: fase waarin wordt overwogen om gedrag te veranderen maar nog geen concrete plannen Preparatie: fase waarin actief plannen worden gemaakt om gedrag te veranderen Actie: fase waarin gewenst gedrag wordt uitgevoerd Behoud: fase waarin het gewenste gedrag wordt behouden.
169 PSOCQ Zelf invullen Bepaal uw eigen fase Welke consequentie heeft deze fase voor uw handelen?
170 Het meten van omgevingsfactoren
171 ICF model (WHO, 2001) Health Condition (disorder/disease) Body function&structure (Impairment) Activities (Limitation) Participation (Restriction) Environmental Factors Personal Factors
172 Vragenlijsten Sociale steun Lijst 12 Interactie 12 vragen (1 5): zelden of nooit (1) tot erg vaak (4) Onderscheid:. Alledaagse steun (4). Steun bij problemen (4). Waardering (4)
173 ICF model (WHO, 2001) Health Condition (disorder/disease) Body function&structure (Impairment) Activities (Limitation) Participation (Restriction) Environmental Factors Personal Factors
174 Algemene Gezondheidstoestand Rijksuniversiteit Groningen RAND 36-item Health Survey (1993) 8 schalen vanuit 4 hoofddimensies:. Functionele status. Welzijn. Algemene evaluatie. Gezondheid
175 RAND-36 hoofddimensie dimensie Aantal items Func status Fysiek func 10 Soc func 2 Fys rolbeper 4 Emo rolbeper 3 Welzijn Men gezondh 5 Vitaliteit 4 Pijn 2 Alg Eva Alg gez belev 5 Gezondh Gez verand 1
176
177 Transformatie van de schaal scores Transformatie van de ruwe scores naar een 100-puntschaal (ruw score minimum ruwe score /scorerange) x 100
178
179
180
Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2
Inleiding Klinimetrie 2006 1. Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Wanneer bij wie welk meetinstrument? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Klinimetrie 2006
Nadere informatieParamedisch OnderzoeksCentrum
BIOPSYCHOSOCIALE MANUELE THERAPIE: hoe is de implementatie op de werkvloer? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Prof.dr. William Duquet Welke verrassing? Aanleiding Vraagstelling SCEGS-systematiek Biopsychosociale
Nadere informatieParamedisch OnderzoekCentrum
Kinesiofobie bij lage-rugpijn: een eenvoudige manier Prof.dr. Rob Oostendorp Nancy Demolon, MSc Olaf van der Zanden, MSc Prof.dr. William Duquet Wat te verwachten? Interagerende factoren van acute naar
Nadere informatieKinesiofobie bij lage-rugpijn: een eenvoudige manier
Paramedisch Onderzoek Centrum POC Kinesiofobie bij lage-rugpijn: een eenvoudige manier Prof.dr. Rob Oostendorp Nancy Demolon, MSc Olaf van der Zanden, MSc Prof.dr. William Duquet Fysiotherapie werkt Wat
Nadere informatieBeroepsprofiel FT, KNGF 2005 Competentieprofiel, SROF Wat doen we ermee? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp
Beroepsprofiel FT, KNGF 2005 Competentieprofiel, SROF 2005 Wat doen we ermee? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Beroepsprofiel FT 2005 Domein Fysiotherapie Waarom een beroepsprofiel? Een nieuw beroepsprofiel?
Nadere informatieInleiding Methodologie Master MBRT Hogeschool INHOLLAND 27 november Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp
Inleiding Methodologie Master Hogeschool INHOLLAND 27 november 2003 Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp WAT GAAN WE DOEN? Inleiding op Evidence-based Practice (EBP) Diagnostisch onderzoek onderzoek Interventieonderzoek
Nadere informatieParamedisch OnderzoekCentrum
Pijngerelateerde vrees voor (her)letsel: inschatten of meten? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Ronald van de Ven MSc Olaf van der Zanden MSc Prof.dr. Willen Duquet Wat te verwachten? Inleiding / probleemstelling
Nadere informatieRoland Disability Questionnaire
Roland 1983 Nederlandse vertaling G.J. van der Heijden 1991 Naampatiënt...Datum:. Uw rugklachten kunnen u belemmeren bij uw normale dagelijkse bezigheden. Deze vragenlijst bevat een aantal zinnen waarmee
Nadere informatieWhiplash en duizeligheid: een paar apart Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp
Whiplash en duizeligheid: een paar apart Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Wat te vewachten? 1. Praktijkervaring en registratie 2. Whiplash-trial 3. Prognostische factoren 1. Patiëntgegevens 1998 2003 Praktijk
Nadere informatieDE RUG GEKEERD. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp
1 DE RUG GEKEERD Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp 2 Wat gaan we doen? Beroeps- en arbeidsrelevante aandoeningen In de weg zitten Beloop Lage-rugpijn De rug gekeerd De vlaggenparade Gele vlaggen Prognostische
Nadere informatieMULTIDISCIPLINAIRE VISIE op DIAGNOSTIEK en BEHANDELING van het LUMBOSACRAAL RADICULAIR SYNDROOM
MULTIDISCIPLINAIRE VISIE op DIAGNOSTIEK en BEHANDELING van het LUMBOSACRAAL RADICULAIR SYNDROOM 1 HNP-onderzoek UMC St Radboud Evidence-based handelen bij postoperatief LRS: een uitdaging! Prof.dr. Rob
Nadere informatieWAT NEMEN WE MEE NAAR HUIS
NVMT-Congres 2003 1 WAT NEMEN WE MEE NAAR HUIS PROF.DR. Rob A.B. Oostendorp NVMT-Congres 2003 2 OMVANG van het GEZONDHEIDSPROBLEEM NEKPIJN NVMT-Congres 2003 3 OMVANG van NEKPIJN GUEZ e.a., Acta Orthop
Nadere informatieGebruik van meetinstrumenten bij whiplash: een casestudy
Gebruik van meetinstrumenten bij whiplash: een casestudy Wendy Scholten-Peeters Arianne Verhagen Karin Neeleman-vd Steen Rob Oostendorp 1 Doel Inzicht geven in bruikbaarheid vragenlijsten Hoe Wat Waarom
Nadere informatieADDENDUM 1: HAND-OUTS I
ADDENDUM 1: HAND-OUTS I Functionele syndromen Biomedisch en biopsychosociaal model Begrippenkaders ICF Patroonherkenning / patiëntprofiel Vlaggenparade Functionele syndromen Geen goede (medische) verklaring
Nadere informatieWelke vragenlijst voor mijn onderzoek?
Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? NHG wetenschapsdag 2010 Caroline Terwee Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU medisch centrum Inhoud 1. Presentatie 2. Kritisch
Nadere informatieHET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE
HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM
Nadere informatieWetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?
Samenvatting 403 Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Lage rugpijn (LRP) is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van beperkingen. Dit blijkt uit studies naar ziektelast
Nadere informatie23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie
Raymond Ostelo, PhD Professor of Evidence-Based Physiotherapy Dept. Health Sciences EMGO+ Institute for Health and Care Research VU University Amsterdam, the Netherlands r.ostelo@vumc.nl 1 Classificeren
Nadere informatieKlinisch redeneren moeilijker dan het lijkt! Em. prof. dr. Rob Oostendorp Drs. Geert Rutten Dr. Janneke Harting Prof. dr. Ria Nijhuis van der Sanden
Klinisch redeneren moeilijker dan het lijkt! Em. prof. dr. Rob Oostendorp Drs. Geert Rutten Dr. Janneke Harting Prof. dr. Ria Nijhuis van der Sanden Wat kunt u verwachten? Spreek- en behandelkamer van
Nadere informatiePatient-reported outcome measures (PROMs) in de cardiologie
Patient-reported outcome measures (PROMs) in de cardiologie De beroepsgroep is aan zet! Philip van der Wees NVVC, 5 april 2017 Opbouw 1. Wat zijn PROs en PROMs? 2. De PROM-toolbox 3. PROMs in de cardiologie:
Nadere informatieResponsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam
Responsiviteit van meetinstrumenten Prof. dr. ir. Riekie de Vet EMGO Instituut, Amsterdam Meet-eigenschappen Klinimetrische eigenschappen Reproduceerbaarheid Validiteit Responsiviteit Interpretatie Definitie
Nadere informatieTOEKOMSTVISIE FYSIOTHERAPIE CIVIEL
TOEKOMSTVISIE FYSIOTHERAPIE CIVIEL SYMPOSIUM TOEKOMSTVISIE FYSIOTHERAPIE DEFENSIE 20 NOVEMBER 2002 Defensie 1 Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp wetenschappelijk directeur Nederlands Paramedisch Instituut hoogleraar
Nadere informatieStroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) November 2017 Review: 1. M. Post, B Dijcks 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens
Nadere informatieGebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet
Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau Riekie de Vet Klinimetrie: meten in de geneeskunde Het meten van symptomen, diagnostiek, uitkomsten van behandelingen, gezondheidsstatus en bijvoorbeeld
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Michigan Hand Outcomes Questionnaire- Dutch Language Version (MHOQ-DLV) 1 Algemene gegevens
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Michigan Hand Outcomes Questionnaire- Dutch Language Version (MHOQ-DLV) 21 januari 2010 Review: Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn
Nadere informatieoptimale meetinstrument?
1 Klachten in het hoofdhalsgebied: hoe kies ik het optimale meetinstrument? Raymond Swinkels Samenvatting» Klachten in het hoofd-halsgebied hebben in veel gevallen een multidimensionaal karakter waarbij
Nadere informatieVragenlijst bij rugpijn
Vragenlijst bij rugpijn Naam: Geb.datum: - - Pijn en coping en cognitie lijst Instructie: Bij een persoon, die pijn heeft zullen er andere gedachten door het hoofd gaan dan wanneer die persoon geen pijn
Nadere informatieWelkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn
Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn Samengesteld door: Marcel Heijmans, MSc Leo Hagenaars Dr. Erik Hendriks Prof.dr. Rob Oostendorp 2 Opzet van de cursus
Nadere informatieAcute Low Back Pain Screenings Questionnaire (ALBPSQ)
Acute Low Back Pain Screenings Questionnaire (ALBPSQ) S.J. Linton en K. Halldén, 1996 Instructie DOEL(GROEP): Prognostische en inventariserende vragenlijst De Acute Low Back Pain Screening Questionnaire
Nadere informatieGEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD
RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.
Nadere informatieAcute Low Back Pain Screening Questionnaire (ALBPSQ) S.J. Linton & K. Halldén (1996)
Acute Low Back Pain Screening Questionnaire (ALBPSQ) S.J. Linton & K. Halldén (1996) DOEL(GROEP): Inventariserende vragenlijst De Acute Low Back Pain Screening Questionnaire (ALBPSQ) is een biopsychosociaal
Nadere informatieSpitzer quality of life index
Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use
Nadere informatieFysiotherapie en het whiplashprobleem. NPi-cursus FT en Whiplash
Fysiotherapie en het whiplashprobleem NPi-cursus FT en Whiplash 1 FT en het WHIPLASHPROBLEEM Het gezondheidsprofiel als uitkomst van het diagnostische proces Het gezondheidsprobleem als uitgangspunt voor
Nadere informatieHelpt het hulpmiddel?
Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht
Nadere informatieWat te meten bij lage rugpijn
Wat te meten bij lage rugpijn Drs. François Maissan Drs. Edwin de Raaij Fysiotherapeuten Manueel therapeuten Gezondheidswetenschappers Doel Wat te meten bij lage rugpijn? 1 Master Orthopedische manuele
Nadere informatieArbocuratieve fysiotherapie: een effectieve beweging?
Arbocuratieve fysiotherapie: een effectieve beweging? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Even voorstellen Even voorstellen: Rob Oostendorp 1942: geboren in Nijmegen 1961: gymnasium Canisius College, Nijmegen
Nadere informatie(Alle metingen) SF-12v2 Gezondheid De volgende vragen gaan over uw standpunten t.a.v. uw gezondheid. Met behulp van deze gegevens kan worden bijgehouden hoe u zich voelt en hoe goed u in staat bent uw
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Maastricht Social Participation Profile (MSPP) Augustus 2013 Review: G.M.J. Mars Eveline van Engelen Invoer : Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument
Nadere informatieOnze behandelresultaten
Onze behandelresultaten NedSpine streeft er naar op alle fronten de hoogst mogelijke kwaliteit van zorg aan te bieden. Centraal daarbij staan de resultaten van onze operatieve behandelingen. Wij voeren
Nadere informatieMeten is weten. Baccaert Griet
Meten is weten. PIJNBEOORDELING Baccaert Griet Wat is pijn? Pijn is een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging, of die beschreven
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Wervelkolom; overige
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Tampaschaal voor Kinesiofobie (TSK) 18 maart 2009 Review: E. Swinkels-Meewisse Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Bovenste extremiteit
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Shoulder Function Assessment (SFA) maart 2014 Review: Emonts W Invoer: Bokhorst ML 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende
Nadere informatieDe ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe. Onno van Schayck. Cahag Conferentie 15-1-2015.
De ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe Onno van Schayck Cahag Conferentie 15-1-2015 Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor
Nadere informatieSamenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010
Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever
Nadere informatieProject minimale dataset fysiotherapie COPD & lage rug. Wie zijn wij? Wat kunt u verwachten?
Project minimale dataset fysiotherapie COPD & lage rug In opdracht van de CZ groep en De Friesland Zorgverzekeraars Wie zijn wij? Wat kunt u verwachten? Start en achtergrondinformatie (doel, planning en
Nadere informatiePijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)
Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.
Nadere informatiesamenvatting 127 Samenvatting
127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST) Februari 2018 Review: Ilse Swinkels-Meewisse Invoer: Marsha
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Global Perceived Effect (GPE) 31-03-2014 Review: R.A.H.M. Swinkels Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende
Nadere informatieSamenvatting in Nederlands
* Samenvatting in Nederlands Samenvatting in Nederlands Dit proefschrift is gebaseerd op gegevens verkregen uit het FuPro-CVA onderzoek (Functionele Prognose bij een cerebrovasculair accident (of beroerte)).
Nadere informatiePatient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)
Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported
Nadere informatieBewegingsvrijheid in het dagelijkse functioneren als uitgangspunt voor een meetinstrument voor patiënten met schouderklachten
Bewegingsvrijheid in het dagelijkse functioneren als uitgangspunt voor een meetinstrument voor patiënten met schouderklachten RAB Oostendorp JWH Elvers IN Sierevelt KWAP van der Heijden Nederlands Paramedisch
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands
* 137 Samenvatting Het doel van deze dissertatie was het beschrijven van lange termijn resultaten van ernstige tot zeer ernstige ongevalslachtoffers. Ernstig werd gedefinieerd als een letselernst van 16
Nadere informatieFysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma
Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Fysiotherapie na acceleratie
Nadere informatieVisual Analoge Scale (VAS)
Bijlage 3 Meetinstrumenten Bijlage 3.1 Visual Analoge Scale (VAS) De intensiteit van de pijn wordt gemeten met een VAS (100 mm) met betrekking tot de draaglijkheid van de pijn gedurende de afgelopen week
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Hoensbroeckse Beperkingenschaal Hersenletsel (HBSH) 17 juni 2011 Review: 1) P. Hoenderdaal M. Post E. van Engelen 2) Sandra Joeris Invoer: Marsha Bokhorst
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieSomatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold
Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold LUMC Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Huisarts te Leiderdorp Uw spreekuur Moeheid Pijnklachten Buikpijn Hoofdpijn
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) Mei 017 Review: Ilse Swinkels Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op
Nadere informatieZelfmanagement of toch positieve gezondheid? Een dissident geluid
Zelfmanagement of toch positieve gezondheid? Een dissident geluid Dr. AnneLoes van Staa Kenniscentrum Zorginnovatie ZonMw Invitational Conference Positieve Gezondheid, Positieve psychologie en zelfmanagement
Nadere informatieThe Disability Assessment Structured Interview
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN The Disability Assessment Structured Interview Its reliability and validity in work disability assessment Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Medische Wetenschappen
Nadere informatieParamedisch OnderzoekCentrum
Hoorcollege 3 maart 2006 Thema: lage-rugpijn Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Opbouw Langdurige lage-rugpijn (profiel 3a) versus (lage-rugpijn met chronisch pijngedrag (profiel 3b) Relevantie van classificaties
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Eenzaamheidsschaal November 2014 Review: S Jansen E Jacobs Herziening: JB Grondal Invoer: ML Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking
Nadere informatieFYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische
Nadere informatieEerlijke beoordelingen in sociale zekerheid: hoe reëel is dat?
Eerlijke beoordelingen in sociale zekerheid: hoe reëel is dat? dr. Femke I. Abma & prof. dr. Sandra Brouwer Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Gezondheidswetenschappen Sociale Geneeskunde
Nadere informatieVitaliteit en de Vita-16. Jorien Strijk (TNO) Wanda Wendel-Vos (RIVM) Susan Picavet (RIVM) Hedwig Hofstetter (TNO) Vincent Hildebrandt (TNO)
Vitaliteit en de Vita-16 Jorien Strijk (TNO) Wanda Wendel-Vos (RIVM) Susan Picavet (RIVM) Hedwig Hofstetter (TNO) Vincent Hildebrandt (TNO) Aanleiding Positieve kijk op gezondheid Focus niet langer op
Nadere informatieFysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?
Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele
Nadere informatieFysiotherapie 2008. Klinimetrie. Klinimetrie, klinisch redeneren en verslagleggen. klinisch redeneren met behulp van klinimetrie
klinisch redeneren met behulp van klinimetrie De zin en onzin van het meten, klinisch redeneren en verslagleggen = stelselmatig meten van klinische verschijnselen Dr Harriët Wittink Lector leefstijl en
Nadere informatieOncologische zorg op maat twee aanpakken
Health Monitor Oncologische zorg op maat twee aanpakken Sjaak Bloem en AnneLoes van Staa 06-02-2019 overzicht Presentatie Health Monitor en Zelfmanagement Web Workshop 2 x 2 parallelle sessies 2 methoden
Nadere informatieEvy Dhondt, Jessica Van Oosterwijck, Barbara Cagnie, Rahmat Adnan, Stijn Schouppe, Jens Van Akeleyen, Tine Logghe, Lieven Danneels
VK Symposium + Colloquium Topsport & Wetenschap 2015 Predictoren van therapietrouw en respons op een ambulant multimodaal revalidatieprogramma voor patiënten met chronische lage rugpijn: een cohort studie
Nadere informatieDe Kracht van Zingen
De Kracht van Zingen S Y M P O S I U M 8 N O V E M B E R N Y E N R O D E B U S I N E S S U N I V E R S I T E I T S J A A K B L O E M H O O G L E R A A R H E A L T H C A R E C O N S U M E R S & E X P E
Nadere informatieCHAPTER. Samenvatting
CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts
Nadere informatieGroepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld
Verslag Kwaliteit van Leven vragenlijst Vertrouwelijk verslag In opdracht van Floww International Periode 23--202 tot en met 0-2-204 De gebruikte vragenlijst heeft in de kern de Nederlandse vertaling van
Nadere informatieHet meten van functioneren op het werk bij psychische klachten
Het meten van functioneren op het werk bij psychische klachten Femke Abma, PhD Universitair Medisch Centrum Groningen, Rijksuniversiteit Groningen, afdeling Sociale Geneeskunde Symposium Goed Gestemd aan
Nadere informatieOverige (Overig, ongespecificeerd)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene
Nadere informatieSamenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg
Samenvatting Palliatieve zorg is de zorg voor mensen waarbij genezing niet meer mogelijk is. Het doel van palliatieve zorg is niet om het leven te verlengen of de dood te bespoedigen maar om een zo hoog
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieLAGE-RUGPIJN EN FYSIOTHERAPIE IN EEN NIEUW PARADIGMA
LAGE-RUGPIJN EN FYSIOTHERAPIE IN EEN NIEUW PARADIGMA Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp drs. Trudy E. Bekkering dr. Erik J.M. Hendriks Nederlands Paramedisch Instituut UMC St Radboud WOK EMGO Instituut Kennismanagement,
Nadere informatieIn te vullen door de onderzoeker:
In te vullen door de onderzoeker: Code : Datum: Studie, het effect van podoposturale therapie zolen op chronische lage rugpijn, al dan niet gepaard gaande met een uitstralende irritatie naar de gluteaalregio
Nadere informatie29/05/2013. ICF en indicering ICF
en indicering 1 = International Classification of Functioning, disability and health World Health Organisation (2001) is complementair met ICD-10 Wat? Classificatie van gezondheids en gezondheidsgerelateerde
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatiePSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN PATIËNTGERAPPORTEERDE UITKOMSTMATEN
Reumatoïde artritis (RA) is een chronische ziekte die gekenmerkt wordt door gewrichtsontstekingen. Deze ontstekingen gaan gepaard met pijnklachten, zwelling en stijfheid en kunnen op den duur leiden tot
Nadere informatiePerseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting
Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. + (verkorte versie) Sociale Steun Lijst- Interactie 12 (SSL-12)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Sociale Steun Lijst - interactie en Sociale Steun Lijst - discrepanties + (verkorte versie) Sociale Steun Lijst- Interactie 12 (SSL-12) 26 november 2009 Review:
Nadere informatiePROMIS. De nieuwe gouden standaard voor PROMs. Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum
PROMIS De nieuwe gouden standaard voor PROMs Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum Dr. Dolf de Boer Vraaggestuurde
Nadere informatieDe rol van optimisme (en andere beschermende factoren) voor lichamelijke klachten
De rol van optimisme (en andere beschermende factoren) voor lichamelijke klachten madelon peters de overtuiging dat men over het algemeen goede uitkomsten zal ervaren in het leven Scheier & Carver, 1985
Nadere informatieHoe vitaal is Nederland? Ontwikkeling van de Nederlandse Vitaliteitsmeter: de Vita-16
Hoe vitaal is Nederland? Ontwikkeling van de Nederlandse Vitaliteitsmeter: de Vita-16 Dr. Jorien Strijk Dr. Wanda Wendel-Vos, Drs. Hedwig Hofstetter Dr. Vincent Hildebrandt Verzorgingsstaat onder druk
Nadere informatieSamenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie
Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Het implementeren van een cliëntgerichte benadering in de gezondheidszorg heeft in toenemende mate de aandacht gekregen van patiënten, hulpverleners en beleidsmakers.
Nadere informatiePROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde
PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde uitkomsten in de zorg Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group VU University Medical Center Department of Epidemiology and Biostatistics
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extremiteit
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Hip Injury and Osteoarthritis Outcome Score (HOOS) Januari 2011 Review en invoer: E. v. Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op
Nadere informatieUITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? 30/04/2013. A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op
UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Mijn innovatie is beter dan de concurrentie Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op Bijvoorbeeld: Mortaliteit Kwaliteit
Nadere informatieEducatie bij chronische pijn, een systematische aanpak met een model van gevolgen en beïnvloedende factoren.
Educatie bij chronische pijn, een systematische aanpak met een model van gevolgen en beïnvloedende factoren. Carla Palmen, psychosomatisch fysiotherapeut Adelante Zorgroep, Volwassenen, Afd. pijn, Hoensbroek
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument
1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Roland Disability Questionnaire (RDQ) 10 december 2010 review: Pijn Kennis Centrum Maastricht 1) T. Horbach, Koomen, R. Mathijsen 2) M. Dickmeis, P. Frings,
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Walking Impairment Questionnaire (WIQ) review: EJCM Swinkels-Meewisse. invoer: E v Engelen
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Walking Impairment Questionnaire (WIQ) 06-03-2012 review: EJCM Swinkels-Meewisse invoer: E v Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking
Nadere informatie