Jaarverslag : ROC van Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag 2012. : ROC van Amsterdam"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2012 ROC van Amsterdam Uitgave : ROC van Amsterdam Kenmerk : Jaarverslag 2012 ROCvA Vastgesteld door de Raad van Toezicht : Goedkeurende accountantsverklaring : Aangeboden bij Ministerie van OCW : Beschikbaar voor OR ROCvA / GMR VOvA : Beschikbaar voor MT / DvD :

2 ROC van Amsterdam Bezoekadres: Fraijlemaborg CV Amsterdam Postadres: Postbus CN Amsterdam Tel Fax Internet: informatiecentrum@rocva.nl Kamer van Koophandel

3 Inhoudsopgave JAARVERSLAG 1. Inleiding en leeswijzer Voorwoord College van Bestuur Verslag Raad van Toezicht Profiel ROC van Amsterdam (ROCvA) Juridische structuur, interne organisatiestructuur en personele bezetting Organogram 2012 ROC van Amsterdam Kerncijfers Missie, visie en strategie Missie Strategische doelen Onderwijs Mbo Onderwijsontwikkeling mbo Entree-opleidingen Doorstroom vo mbo, contacten met decanen vo Doorstroom mbo hbo en samenwerking met het hbo Taal en rekenen in het mbo Internationalisering Ondernemerschap EVC Dyslexie Passend Onderwijs Sport Volwassenenonderwijs Educatie en inburgering Vavo Voortgezet onderwijs Kwaliteit van het onderwijs Analyses en verbeteringen Onderzoek naar onderwijstijd Verzuimcontroles en absentiemelding Bestrijding voortijdig schoolverlaten (vsv)

4 11. Studenten / leerlingen / deelnemers Studentenaantal mbo Mbo onderwijsprestaties Deelnemersaantallen volwassenenonderwijs Tevredenheid studenten mbo Veiligheid Medewerkers Inleiding Beleidsuitgangspunten en ontwikkelingen HRM Personele bezetting en verhouding Primair proces (PP) / Secundair proces (SP) Ziekteverzuim Professionalisering Mobiliteit Tevredenheid medewerkers Kernwaarden Resultaatverantwoordelijke teams CAO ontwikkelingen Beheersing van uitkeringen na ontslag Governance en samenwerkingsrelaties Governance Klachten en afhandeling Vertrouwenspersoon medewerkers Zeggenschap studenten Zeggenschap medewerkers Tevredenheid bedrijven beroepspraktijkvorming (bpv) Samenwerkingsrelaties (de relevante ontwikkelingen in 2012) Schiphol College Krachtenbundeling ROCvA - ROCF Onderwijs - arbeidsmarkt Marktpositie en marktontwikkelingen Bedrijfsvoering Huisvesting ICT Onderwijsinformatie

5 16. Bijlagen Samenstelling van het Bestuur Samenstelling 2012 Raad van Toezicht Rooster van aftreden RvT Verklarende begrippen en afkortingen Financieel verslag JAARREKENING 18. Jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december (voor resultaatbestemming) Geconsolideerde staat van baten en lasten over Geconsolideerd kasstroomoverzicht over Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten Enkelvoudige balans per 31 december (voor resultaatbestemming) Enkelvoudige staat van baten en lasten Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening * Handtekeningenblad Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC Flevoland Overige gegevens Bijlagen bij de financiële jaarrekening Model G: Verantwoording van subsidies Model H: Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Model E: Verbonden partijen Nota Helderheid Segmentatie naar onderwijssoorten Overzicht Taal & Rekenen Overzicht Plusvoorzieningen Regio Amsterdam Controleverklaring

6 6

7 1. Inleiding en leeswijzer Voor u ligt het geïntegreerd jaardocument 2012 van het ROC van Amsterdam (ROCvA), bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening. In het geïntegreerd jaardocument legt het Bestuur verantwoording af over het jaar Het document beschrijft de ontwikkelingen in 2012, de resultaten die zijn bereikt en de activiteiten die daarvoor zijn ondernomen. Tevens geeft het jaardocument een beeld van het ROCvA en de inrichting van het instituut. In het jaardocument wordt ook de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA) vermeld met in hoofdlijnen de ontwikkelingen en de resultaten over De stichting is een zelfstandig onderdeel van het ROCvA en publiceert een eigen jaardocument voor de verantwoording van haar resultaten. Het thema van het ROCvA was voor 2012 het gaat om aandacht. Met dit thema wil het Bestuur het belang van aandacht aangeven, aandacht in de breedste zin van het woord. Aandacht voor de kwaliteit van het werk en de processen, en zeker aandacht voor de studenten 1, de collega s en de externe stakeholders. Hiermee wordt nogmaals het belang van de menselijke factor in de ontwikkeling van de organisatie aangeven. De medewerkers, werkzaam in teams, vormen het hart van de organisatie. Zij zijn beslissend in het leveren van kwaliteit en goede prestaties. Het thema staat niet op zichzelf, maar is representatief voor de koers van de afgelopen jaren waarin de medewerkers, samenwerkend in teams, centraal staan. Het jaarverslag begint met een korte schets van het ROCvA, inclusief de organisatiestructuur, het organogram, een inleiding door het Bestuur en de kerncijfers over de belangrijkste resultaten van De Raad van Toezicht doet in hoofdstuk 3 verslag over het jaar Het ROCvA werkt nauw samen met het ROC Flevoland (ROCF). Vanuit die samenwerking wordt het toezicht op beide ROC s uitgevoerd door één Raad van Toezicht. Daarna wordt in het jaarverslag ingegaan op de mate van realisatie van de meerjarenstrategie, de koers en de strategische doelen voor In aparte hoofdstukken wordt vervolgens aandacht besteed aan het onderwijs, de studenten, de medewerkers, de kwaliteit van het onderwijs, Governance, de bedrijfsvoering, de samenwerkingsrelaties en de marktontwikkelingen. Bij elk hoofdstuk wordt een korte beschrijving gegeven van de werkwijze, van de resultaten in 2012 ten opzichte van de beoogde doelen en wordt een vooruitblik gegeven voor In enkele bijlagen wordt de samenstelling van het Bestuur en de RvT in 2012 vermeld, inclusief het rooster van aftreden van de leden van de RvT. Tenslotte is in de bijlagen een lijst met verklarende begrippen opgenomen. Na het jaarverslag volgt de jaarrekening met het financieel verslag, de financiële verantwoording van de specifieke regelingen en de financiële resultaten over Ook hier zijn enkele bijlagen bijgevoegd, namelijk de (meerjarige) doelsubsidies Ministerie OCW, het overzicht van verbonden partijen, de nota Helderheid 2010 en een bijlage met de segmentatie naar onderwijssoorten. 1 In het jaarverslag wordt het woord studenten gebruikt voor jongeren die onderwijs volgen aan het mbo, deelnemers bij het volwassenenonderwijs en leerlingen voor jongeren in het voortgezet onderwijs. 7

8 2. Voorwoord College van Bestuur Wat aandacht krijgt groeit en dat is waar wij naar streven. Het is onze ambitie om in de landelijke top 5 van beste ROC s te komen om onze studenten nog beter te kunnen faciliteren om hun talenten te ontwikkelen. Het jaar 2012 was het jaar dat het Bestuur weer intensief de teams inging, omdat wij willen weten wat er speelt en proeven wat er leeft. Als manager kijk ik graag naar cijfers, maar die zeggen slechts of een team voldoende of onvoldoende presteert, maar niet waardoor dat komt. Zo bezochten wij een team dat onvoldoende scoorde op onze interne benchmark en dachten een gedemotiveerd team aan te treffen. Echter, wij ontmoetten een team met een enorme drive om er iets van te maken. Het was een startend team dat net van opleidingsmanager was gewisseld en nog niet alles op orde had. Wij vertrokken met een positief gevoel en inmiddels zijn zij gestegen op de benchmark. Cijfers zijn een goed middel om te toetsen en als hulp bij besluitvorming, maar aandacht is essentieel voor het verhaal achter de cijfers en voor de verklaring ervan. De grote kentering van 2012 is dat de focus sterker dan anders lag op daar waar het moet gebeuren: de klas. Uit onderzoek van onderwijsgoeroe Marzano blijkt dat 70% van het succes kán worden gemaakt door de docent in de klas. Het management moet zich dus niet gedragen alsof die overige 30% het belangrijkste is. Alle handelen, ook in vergaderingen, moet zijn gericht op de teams in de klas. Bij alles stellen wij ons nu de vraag: helpt dit overleg de teams om beter te presteren? Onderwijs staat meer centraal dan ooit. In de komende periode is hiervoor meer ruimte. Eerder eisten zaken als de afbouw van educatie en inburgering veel aandacht, evenals financiën. Daarnaast speelt de maatschappelijke trend een rol, de focus ligt op het functioneren van maatschappelijke organisaties. Politie, zorginstellingen en onderwijs, wij moeten ons verantwoorden. Dat doen wij ook. Het was een jaar met mooie resultaten, van de aandacht voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten (vsv) in voorgaande jaren plukten wij de vruchten. Het streven naar minimaal 70% personeel in het primaire proces en maximaal 30% in de ondersteuning gaat de goede kant op en het aantal studenten per groep is verminderd. Maar op sommige gebieden doen wij het minder goed dan wij willen, de tevredenheid van studenten moet verbeteren. En onze onderwijsmedewerkers klagen over werkdruk, er moet op vele fronten meer verantwoordelijkheid door hen worden afgelegd aan bijvoorbeeld de overheid. De Ondernemingsraad (OR) heeft gevraagd om een werkdrukonderzoek, dat is gehouden en wij wachten nu op de analyse. Huisvesting vergde de afgelopen jaren veel aandacht, in 2011 en 2012 zijn tienduizend studenten met hun opleiding verhuisd. Een groot huisvestingsproject is nu afgerond. Het mbo-onderwijs van het ROCvA wordt gegeven in negen MBO Colleges met elk een eigen identiteit: klein binnen groot is gerealiseerd. Onze studenten genieten onderwijs in een moderne, eigentijdse omgeving. Op enkele kinderziektes na, die nieuwbouw eigen zijn, is een mooi project geslaagd. De financiën zijn ondanks de verhuizingen beter dan de prognose. Wij startten het jaar met een prognose van zo n 1,5 miljoen in de min. Wij eindigen zwart, in de plus. Cijfers vertellen niet alles, maar met zo n mooi resultaat mag daar best even aandacht naartoe. Edo de Jaeger, voorzitter College van Bestuur 8

9 3. Verslag Raad van Toezicht 2012 Vanuit de maatschappelijke doelstellingen en de daarmee verbonden onderwijsdoelstellingen van ROC van Amsterdam (ROCvA) / ROC Flevoland (ROCF) ziet de Raad van Toezicht (RvT) toe op het beleid van de Raad van Bestuur (RvB) en van de afzonderlijke Colleges van Bestuur (CvB s) van ROCvA en ROCF. Het toezicht vindt integraal plaats, dus op alle aspecten van de instellingen. In 2012 richtte de aandacht van de RvT zich vooral op de kwaliteit van onderwijs, huisvesting en nieuwbouw, een gezonde financiële bedrijfsvoering en de evaluatie van de krachtenbundeling van ROCvA en ROCF. De ontwikkelingen bij Amarantis Onderwijsgroep, die in 2012 in zeer zwaar weer verkeerde en begin 2013 werd opgesplitst, zijn door de RvT op de voet gevolgd vanwege de mogelijke impact op ROCvA. De RvT liet zich hierover uitgebreid informeren door de RvB en gaf advies over de te kiezen opstelling. Er werd terdege rekening mee gehouden dat het maatschappelijk wenselijk kon zijn om studenten over te nemen, maar dit zou geen schade mogen toebrengen aan de continuïteit van ROCvA. Denk bijvoorbeeld aan de negatieve gevolgen van een (te) grote instroom voor de kwaliteit van onderwijs en de benodigde voorfinanciering in verband met de t-2-financiering 2 door het ministerie van OCW. Ook heeft de RvT goed nota genomen van de uitgangspunten van wenselijk bestuurlijk gedrag en de mogelijke lessen die uit de casus Amarantis geleerd kunnen worden voor de eigen organisatie en specifiek voor de rollen van de RvB en de RvT. In 2012 trad een nieuw lid van de RvT en onderwijscommissie aan. Ook nam de RvT zijn eigen functioneren kritisch onder de loep. Toetsingskader De RvT gebruikt de code Goed Bestuur in de BVE-sector als leidraad voor haar toezichthoudende taak. Het jaarlijkse managementcontract tussen de RvT en RvB is een belangrijke toetssteen. Hierin waren voor 2012 de volgende thema s opgenomen: Kwaliteit van onderwijs; Huisvesting; Financiën en bedrijfsvoering; Studententevredenheid; Organisatieontwikkeling, de centrale rol van resultaatverantwoordelijke teams. Deze thema s zijn mede onderwerp in de besturingsdialoog van de RvB met de directies van de MBO Colleges en de directeuren van de centrale diensten. De resultaten worden minimaal driemaal per kalenderjaar besproken en verantwoord, waarbij meteen aan de orde komt welke verbeteracties worden ingezet. Dezelfde verantwoordingscyclus vindt ook binnen de MBO Colleges plaats. Hier wordt met de teams besproken hoe zij hun prestaties kunnen verbeteren. Ofwel: hoe stellen wij de teams in staat om voor de studenten het verschil te maken? Informatievoorziening en vergaderfrequentie De RvT laat zich uitgebreid informeren door de RvB. Een belangrijke informatiebron zijn de quadrimesterrapportages die de voortgang per doelstelling laten zien. In de informatievoorziening neemt de RvB ook benchmarks mee, zoals die van de MBO Raad. Daarnaast wordt onder meer gebruikgemaakt van gegevens van studenten, gemeten met de JOB Monitor en de interne tevredenheidsmonitor. Kernvraag voor de RvT is telkens: waar staat ROCvA / ROCF en hoe verhoudt zich dat tot het risicomanagement dat de RvT hanteert. Naast de speciale benchmark voor ROC s in de G4 is in 2011 een interne benchmark voor ROCvA / ROCF ontwikkeld. Die heeft de sturingskracht op alle niveaus in de organisatie sterk vergroot. 2 Financiering waarbij de feitelijke bekostiging plaatsvindt twee jaar na inschrijving van een deelnemer. 9

10 De interne benchmark laat de prestaties per team zien, wat past bij de gedachte die is vastgelegd in de meerjarenstrategie: de teams maken het verschil en moeten goed zijn toegerust om zélf verantwoordelijkheid voor verbeteringen te dragen. De RvT wint zelf ook informatie in. Zo is de RvT actief lid van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijs Instellingen (VTOI) en het Platform voor Raden van Toezicht van mboinstellingen. De voorzitter van de RvT is van beide organisaties lid. Werkbezoeken zorgen ervoor dat de RvT zich goed verstaat met alle drie de onderwijsstichtingen. Tijdens de gevarieerde onderwijstour in het voorjaar van 2012 brachten de RvT-leden onder meer een bezoek aan een aantal nieuwbouwlocaties van ROCvA, terwijl in het najaar de MBO Colleges Lelystad en Dronten alsook Almere werden bezocht. Voorafgaande aan de RvTvergadering in juni kregen de RvT-leden een rondleiding door de nieuwbouw van MBO College Zuid. Het RvT-lid dat in november bij de opening van dit gebouw aanwezig was, noemde de optredens van de studenten hartverwarmend. De reacties waren enthousiast. De RvT kwam in 2012 zeven keer bijeen voor een reguliere vergadering. Hiernaast kwam de onderwijscommissie drie keer bijeen, de auditcommissie vier keer, de remuneratiecommissie drie keer en de agendacommissie zes keer. In de remuneratiecommissie is diverse malen de bezoldiging van het Bestuur besproken i.v.m. de invoering van de sectorspecifieke WNT. Op initiatief van de auditcommissie werd de jaarlijkse themabijeenkomst gewijd aan risicomanagement. Samen met de RvB-leden is dit thema aan de hand van casussen onderzocht. Op verzoek van de RvT heeft de RvB daarop een visie over risicomanagement opgesteld. Naast de definitie, de mogelijke risico s en hard controls vroeg de RvT nadrukkelijk ook om soft controls 3. Na bespreking in de auditcommissie, onderwijscommissie en RvT werkt de RvB het risicomanagement op het niveau van de directeuren van dienst verder uit. Kwaliteit van onderwijs Kwaliteit van onderwijs staat in de RvT hoog op de agenda. Zo informeert de RvB de RVT regelmatig over de uitkomsten en planning van de onderzoeken die de onderwijsinspectie uitvoert. In 2010 werd de kwaliteit van onderwijs structureel opgenomen in de beleidscyclus, in de vorm van een risicoanalyse die tijdens de quadrimestergesprekken van de RvT wordt geagendeerd. In 2011 werd een interne benchmark ingevoerd die precies laat zien waar de afzonderlijke teams van ROCvA en ROCF staan. De RvB heeft de sturing hierop aangepast, is dichter op de teams gaan zitten en ging in 2012 in gesprek met de vijf best en de vijf minst presterende teams. De RvT vindt dit een goede ontwikkeling en constateert dat de teams met de prestatiebox een krachtige tool in handen hebben gekregen om de prestaties zelf te verbeteren. Zo kon in 2012 goede vooruitgang worden geboekt op het onderwijsrendement. Beide ROC s boekten voor het derde jaar op rij een verbetering van zowel het jaar- als het diplomaresultaat. Bij ROCvA steeg het jaarresultaat van 66,1% naar 67,4% en het diplomaresultaat van 68,4% naar 68,9%. Bij ROCF was de verbetering zelfs verrassend sterk: het jaarresultaat steeg van 63,0% naar 70,2% en het diplomaresultaat van 64,5% naar 71,6%. Hier wierpen de extra sturingskracht en het toegenomen bewustzijn van het belang van het onderwijsrendement duidelijk hun vruchten af. Het schooljaar 2011 / 2012 was het laatste jaar van het OCW-programma Aanval op Schooluitval , gericht op het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten (vsv). Ten opzichte van het peiljaar 2005 / 2006 realiseerde ROCF een reductie van 26% en ROCvA een reductie van ruim 36%. 3 Maatregelen die, meer dan de hard controls, appelleren aan de bedrijfscultuur en gedragsbeïnvloedende factoren zoals voorbeeldgedrag door leidinggevenden en houding, motivatie en overtuiging van medewerkers. 10

11 ROCvA behoort met dit resultaat tot de drie best presterende ROC s en haalt hiermee waarschijnlijk een prestatiesubsidie van ruim 2,5 miljoen. Volgens de RvT lag ook voor deze verbetering de brede aandacht voor transparante taakstellingen op teamniveau met maandelijkse voortgangsrapportages aan de basis. Evenals vsv-gerelateerde maatregelen zoals verbetering van het aannamebeleid en de begeleidingsstructuur en een andere manier van sturen op examenresultaten. Twee opleidingen van ROCvA kregen in 2012 een heronderzoek omdat de kwaliteit van de examinering onder de maat was. De beoordeling van de opleiding Lifestyle was voldoende. Voor de opleiding Vliegtuigtechniek op niveau 2 werd het protocol gevolgd: de RvB hield de kwaliteit van onderwijs scherp in de gaten en besloot deze opleiding vanaf het schooljaar 2013 / 2014 niet meer aan te bieden. De RvT kon hier goed mee instemmen omdat voor Vliegtuigtechniek op niveau 2 weinig werkgelegenheidsperspectief bestaat. De opleidingen Vliegtuigtechniek op niveau 3 en 4, waarvoor wel een goed perspectief bestaat, blijven gehandhaafd. De studenttevredenheid vraagt wat de RvT betreft om extra aandacht. De interne meting liet nog geen verbetering zien en zowel ROCvA (48%) als ROCF (44%) scoorden nog onder het landelijk gemiddelde van de JOB-monitor (53%). De RvB heeft laten weten dat verbetering van de studenttevredenheid voor zowel de RvB als de teams een speerpunt is. Met de studenten worden gesprekken gevoerd om aanknopingspunten te vinden. Hiernaast loopt een digitaal onderzoek naar de tevredenheid van bpv-bedrijven. Zorg heeft de RvT over het vwo van het Bredero Lyceum, waar de gemiddelde afwijking tussen de landelijke examens en de schoolexamens voor de tweede keer binnen drie jaar groter was dan 0,5 procentpunt. De Onderwijsinspectie beoordeelt een verschil van meer dan 0,5 procentpunt als groot. Bestaat voor de vijfde keer een groot verschil, dan meldt de Onderwijsinspectie dit aan de minister. Die kan maatregelen nemen. In het examenjaar 2011 / 2012 was voor het vwo het verschil tussen het landelijke examen en het schoolexamen 0,48 procentpunt. Huisvesting In 2012 betrok ROCvA drie nieuwe schoolgebouwen: MBO College Zuid, MBO College West en MBO College Noord / Bredero Mavo. De RvT heeft er scherp op toegezien dat dit tegen een maatschappelijk verantwoorde prijs is gebeurd: Strikte handhaving van de gestelde financiële kaders, waaronder de regel dat de huisvestingskosten niet meer mogen bedragen dan 9% van de lumpsumfinanciering 4 ; Zorgvuldige budgettering en voorkomen van budgetoverschrijdingen; Slim gebruikmaken van de ruimte die op toplocaties tegen geringere kosten beschikbaar is voor organisaties met een maatschappelijke functie. Met de oplevering van de laatste drie nieuwbouwprojecten voor MBO Colleges in Amsterdam verschuift de focus van nieuwbouw en projectmatig werken naar consolidatie, beheer en kwaliteitszorg. Het strategisch huisvestingsplan (SHP) werd afgerond conform de enkele jaren geleden vastgestelde koers. Het beoogde resultaat van het totale bouwplan met een waarde van circa 120 miljoen werd binnen de gestelde financiële kaders behaald. De RvT is trots op het concept dat hiermee is neergezet: moderne en goed geoutilleerde schoolgebouwen op goed bereikbare en aansprekende locaties voor studenten én bedrijfsleven. 4 Het percentage dat het ministerie van OCW zelf bij de instelling van de lumpsumfinanciering voor de huisvestingskosten hanteerde. De huisvestingslasten kwamen in 2012 wel tijdelijk boven 9%-norm door dubbele huisvestingslasten tijdens de ingebruikname. De oude huisvesting is in 2012 afgestoten, op één huurcontract van bijna 6000 m 2 na dat nog twee jaar doorloopt. 11

12 In deze gebouwen kan de onderwijsvisie van ROCvA en ROCF optimaal vorm krijgen. Denk bijvoorbeeld aan het concept klein binnen groot en de inrichting van de plint van de nieuwbouw. Hierin wordt onder andere ruimte gereserveerd voor bedrijven die een link hebben met het onderwijs. Zo zoekt Dirk van den Broek in de plint van MBO College Zuid de samenwerking met de opleiding Handel, terwijl studenten van de opleiding Artiest Muziek optreden in het restaurant dat eveneens in de plint gevestigd is. Omgekeerd waarderen bedrijven en instellingen ook de faciliteiten die MBO College Zuid hen biedt. Zo is de gemeente een vaste gebruiker van het goed geoutilleerde sportcomplex. Voor de geplande nieuwbouw in Almere Poort vroeg de RvB in november aan de RvT om in te stemmen met de voorlopige gunning van de ontwikkeling. Vanuit de auditcommissie, waar nieuwbouw en huisvesting een vast agendapunt is, werd echter gewezen op de grote veranderingen in de vastgoedmarkt en de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ROCvA en ROCF. Belangrijke aandachtspunten voor de RvT zijn onder meer: De feitelijke onderbouwing van de keuze voor de vestigingsplaats Almere Poort op basis van de prognose ten aanzien van de ontwikkeling van de plaats Almere als geheel; De voor- en nadelen van nieuwbouw versus het kopen en geschikt maken van een bestaand pand. De RvB heeft naar aanleiding van het RvT-advies besloten de ingebrachte notitie voor de nieuwbouw Almere Poort ook op deze punten kritisch te bekijken. Financiën en noodzaak voor groei Bij de bespreking van de jaarrekening over 2011, in mei 2012, keek de RvT vooral naar de reeks van financieel slechte jaren bij ROCvA en de neerwaartse ontwikkeling van de solvabiliteit door de afbouw van Educatie & Inburgering (E&I). De RvT gaf aan dat deze tendens door de sterke toename van het balanstotaal door investeringen in nieuwbouw weliswaar verklaarbaar, maar niet langer aanvaardbaar was. De auditcommissie benadrukte dat het jaar 2012 goed moest worden afgesloten en onderstreepte het belang van een sluitende begroting met een betere solvabiliteit voor Voor 2012 gaf de auditcommissie aan vooral de organisatieonderdelen E&I en MBO College Airport bij ROCvA kritisch te bezien. Ook de vorming van nieuwe MBO Colleges bleef in financieel opzicht spannend. De RvB gaf aan bij te sturen. In december toonde de auditcommissie zich tevreden over de ontwikkeling van de financiële situatie. Zowel ROCvA als ROCF konden over 2012 een sluitende exploitatie presenteren. Voor 2013 ziet de RvT vooral de stagnatie in de groei van het studentenaantal bij ROCF als zorgpunt. Bij ROCvA vraagt de groei van het studentenaantal vanwege de t-2-financiering 5 door het ministerie van OCW om voorfinanciering. Vanwege de nieuwbouw verwacht de RvB in het schooljaar 2013 / 2014 bovendien een verdere groei. Ter financiering van de hiermee samenhangende kosten van uitbreiding is in de begroting voor 2013 een bedrag van 1,5 miljoen opgenomen. Voor ROCF is de begroting sluitend, maar in kwalitatief opzicht zwakker dan de begroting van ROCvA. Groei van het studentenaantal is absoluut nodig om weg te blijven van een neerwaartse spiraal. Dit is een zorg. De auditcommissie voorziet dat ROCF te klein is om een verdere stagnatie in de groei van de studentenaantallen op te vangen. Een impuls voor groei is noodzakelijk. Bij VOvA slaat het concept en de ambiance van het lyceum aan. Terwijl bij Bredero Mavo het studentenaantal daalt, laat Hyperion Lyceum juist een sterke groei zien. 5 Financiering waarbij de feitelijke bekostiging plaatsvindt twee jaar na inschrijving van een deelnemer. 12

13 Evaluatie krachtenbundeling In maart 2012 nam de RvT het initiatief voor evaluatie van de krachtenbundeling, zoals afgesproken bij het besluit tot krachtenbundeling in De RvT koos voor een externe validatie door het bureau BMC. Twee RvT-leden en een RvB-lid vormden een begeleidingscommissie. Het rapport werd in december 2012 gepresenteerd. De conclusie is dat de onderwijskundige en bedrijfsmatige ambities van de krachtenbundeling in belangrijke mate zijn gerealiseerd. Vooral op het gebied van onderwijskwaliteit (vsv, diploma- en jaarresultaat) zijn belangrijke vorderingen geboekt. Daarnaast is op het gebied van bedrijfsvoering en efficiencyverbetering een aantal vooraf gestelde doelen gerealiseerd, zoals een betere verhouding tussen de middelen voor het primaire en ondersteunend proces, de afslanking van de RvT en RvB en de daling van de kosten voor bestuur en toezicht. Wel is de vraag in hoeverre de verbetering van de rendementen is toe te schrijven aan de krachtenbundeling. In ieder geval stond deze de rendementsverbeteringen niet in de weg. Op het gebied van bedrijfsvoering en efficiency laten beide ROC s hun budgetten nu voor een groter deel ten goede komen van het primaire proces. Beide ROC s besteden procentueel minder aan bestuur, management en huisvesting dan collega-instellingen in het land. Voor wat betreft de uitgaven aan onderwijzend personeel scoren beide ROC s gelijk of beter dan het landelijk gemiddelde. Ook dit is niet direct toe te schrijven aan de krachtenbundeling, maar beide ROC s zijn na de krachtenbundeling niet slechter gaan presteren. Niet ten opzichte van zichzelf en ook niet ten opzichte van collega mbo-instellingen. Door de grootte van de organisatie (meer specialisme, meer ervaring met reorganiseren) is ROCvA vaak leidend geweest. De krachtenbundeling lijkt vooral bepalend te zijn geweest voor het realiseren van de opleiding Luchtvaartdienstverlening bij ROCF, de nieuwbouwplannen in Almere Poort, het creëren van de domeinstructuur en de harmonisatie en integratie van de ondersteunende diensten bij ROCF. Hier lijkt schaalgrootte dus te lonen. Vooral de eerste twee punten zijn van substantiële waarde voor de slagkracht en toekomstbestendigheid van ROCF. Het rapport bevestigt de resultaten ven de krachtenbundeling. Succesfactoren zijn het veranderen van de organisatiestructuur (eigenaarschap beleggen en versterking van de positie van de MBO Colleges) en de bedrijfsinfrastructuur (vergroten van de effectiviteit en efficiency). De RvT erkent dit, evenals het gegeven dat het beleggen van eigenaarschap niet meteen een uitvloeisel van de krachtenbundeling is, maar van een andere sturing door de RvB. De RvB wil verder met de profilering van de MBO Colleges omdat dit de tevredenheid van studenten, medewerkers en bedrijven vergroot. Aanscherpen van het beleid is niet nodig: de aandachtspunten zijn onderdeel van reguliere pdca-cyclus en worden meegenomen in de rapportage. Een aantal thema s komt terug in de commissies en wordt gerapporteerd aan de RvT. Evaluatie intern toezicht en bestuur In mei 2012 heeft de RvT het intern toezicht geëvalueerd. De RvT voerde de evaluatie zelf uit en gebruikte de checklist Toolkit Toezicht Onderwijs als leidraad. De RvB leverde eind 2011 al input in de vorm van 360º-feedback. De RvT heeft aangegeven in het overleg met de RvB te willen komen tot meer ruimte voor de individuele opvattingen van de leden van de RvB om vanuit de diversiteit aan opvattingen van RvB en RvT en een open dialoog te komen tot een afgewogen beeld en een doordacht voorstel. Als ander aandachtspunt kwam naar voren dat de RvT graag meer informatie wil ontvangen vanuit de laag onder de RvB. Een goed voorbeeld van de manier waarop dat zou kunnen was de aanwezigheid van directeuren tijdens de jaarlijkse onderwijstour langs verschillende afdelingen door de leden van de RvT. 13

14 Ook het functioneren van de RvB heeft de aandacht van de RvT. Hiertoe voert de RvT functioneringsgesprekken met de RvB-leden. Werving nieuwe RvT-leden Begin 2012 trad Paul van Maanen aan als nieuw RvT-lid. Omdat hij ook zitting nam in de onderwijscommissie, gebeurde dit op basis van een profiel waarin de OR van zowel ROCvA als ROCF een stem had. Besluiten 2012: Wijze van evaluatie van functioneren RvT; Managementcontract 2012 met RvB; Benoeming van dhr. E.P. van Maanen als nieuw RvT-lid; Herbenoeming van RvT-lid dhr. F.P. Bijdendijk; Goedkeuring jaarrekeningen en jaarverslagen 2011 ROCvA en ROCF; Goedkeuring vastgoedtransacties ROCvA; Onderzoek evaluatie krachtenbundeling; Goedkeuring kostenreductie; Oplossing liquiditeitskrapte ROCvA; Toekenning variabele beloning RvB-leden; Instemming lidmaatschapseisen MBO Raad; Goedkeuring begrotingen 2013 ROCvA en ROCF; Proces van heroverweging accountant; Honorering RvT-leden; Uitvoering functioneringsgesprekken RvB. 14

15 4. Profiel ROC van Amsterdam (ROCvA) ROCvA verzorgt middelbaar beroepsonderwijs (mbo), voortgezet onderwijs (vo) en onderwijs voor volwassen. Ook een basisschool maakt deel uit van de organisatie. Het mbo wordt verzorgd op vier niveaus binnen 16 domeinen. In 2012 / 2013 worden 330 mbo-opleidingen uitgevoerd. Deze worden verzorgd in de Beroeps Opleidende Leerweg (bol, voltijds) en in de Beroeps Begeleidende Leerweg (bbl, deeltijd). De vier opleidingsniveaus zijn: - niveau 1: assistent niveau - niveau 2: basis beroepsbeoefenaar - niveau 3: vak functionaris - niveau 4: middenkaderfunctionaris / middenkaderspecialist ROCvA heeft vestigingen in Amsterdam, Hoofddorp, Hilversum en Amstelveen. De mbostudenten zijn voor 54% afkomstig uit Amsterdam en voor het overige deel uit naburige gemeenten zoals Almere, Amstelveen, Zaandam, Haarlem, Hilversum, Hoofddorp en uit diverse andere (kleinere) gemeenten. Daarbij komen voor sommige opleidingen studenten uit geheel Nederland. De organisatie is ingericht in verschillende, relatief zelfstandige MBO Colleges en scholen voor vo. De mbo-opleidingen worden uitgevoerd bij negen verschillende MBO Colleges, ieder met een eigen identiteit. In 2012 is MBO College Zuid als nieuw College gestart in een nieuw onderwijsgebouw in Amsterdam Zuid. Ook de MBO Colleges West en Noord hebben in 2012 nieuwbouwlocaties betrokken. In Noord betreft het een gezamenlijk gebouw met de mavo-afdeling van het vo. Voor deze combinatie is gekozen om de samenwerking tussen mbo en het vo te ondersteunen en daardoor de doorlopende leerweg van mavo naar mbo te verbeteren. Naast het mbo wordt binnen ROCvA vo verzorgd. Deze opleidingen zijn ondergebracht in de zelfstandige stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA). In 2012 werd het vo uitgevoerd bij 12 verschillende scholen, ieder in een eigen gebouw met eigen kenmerken en een eigen sfeer. Het Hyperion Lyceum is nog gevestigd in tijdelijke huisvesting. De oplevering van de nieuwbouw voor deze school staat gepland voor Er worden opleidingen uitgevoerd in de volgende richtingen. vmbo basisberoepsgericht vmbo kader vmbo theoretisch / mavo vavo vwo / lyceum Ook maakt een school voor speciaal onderwijs onderdeel uit van het VOvA waar, naast vo en mbo, ook basisonderwijs wordt verzorgd. Ten slotte wordt binnen het VOvA bij twee afdelingen mbo-onderwijs uitgevoerd. Hierbij gaat het om studenten die speciale zorg en begeleiding behoeven. Het volwassenenonderwijs bestaat uit een onderdeel vavo, een onderdeel Educatie met opleidingen voor laaggeletterden en de uitloop van het onderdeel Inburgering dat in de loop van 2013 vrijwel geheel zal zijn afgebouwd. 15

16 Aantal studenten, leerlingen en deelnemers: Organisatorische eenheden studenten / leerlingen per bol bbl / bol- totaal deeltijd MBO College Zuidoost MBO College Hilversum MBO College Westpoort MBO College Noord MBO College Centrum MBO College Airport MBO College Amstelland MBO College West MBO College Zuid VOvA inclusief ROC op Maat (ROM) Vavo Educatie en Inburgering Het vermelde aantal leerlingen van de stichting VOvA omvat zowel het aantal vo-leerlingen als de mbo-studenten bij de twee afdelingen ROM die organisatorisch bij de stichting VOvA zijn ondergebracht. 16

17 5. Juridische structuur, interne organisatiestructuur en personele bezetting De Stichting ROCvA houdt de van overheidswege bekostigde onderwijsinstelling ROCvA in stand en is gebonden aan de bepalingen in de Wet Educatie Beroepsonderwijs, de Nota Helderheid en alle overige bepalingen die van toepassing zijn op onderwijsinstellingen in de mbo-sector. In 2008 hebben ROCvA en ROCF het initiatief genomen om op een groot aantal gebieden intensief met elkaar te gaan samen werken en hierdoor hun krachten te bundelen. Om deze krachtenbundeling te realiseren heeft Stichting ROCvA samen met Stichting ROCF de Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC Flevoland (Koepelstichting) opgericht. Op 13 januari 2009 hebben ROCvA, ROCF en de Koepelstichting een strategische samenwerkingsovereenkomst gesloten waarin afgesproken is om de krachten te bundelen met inachtneming van de uitgangspunten zoals vastgelegd in o.a. het besluitvormingsdocument Krachtenbundeling. Doel van de Koepelstichting De Koepelstichting heeft als doel het bevorderen van de (bestuurlijke) samenwerking tussen de Stichting ROCvA en de Stichting ROCF en de door deze twee stichtingen in stand gehouden bijzondere instellingen voor beroepsonderwijs en educatie. De Koepelstichting is bedoeld om gezamenlijk overleg, afstemming, kennisuitwisseling en (bestuurlijk) initiatief, waaronder begrepen het (gezamenlijk) inkopen en verwerven van administratieve systemen en andere goederen, evenals het verzorgen en onderhouden van administraties en voorts het verzorgen van privaat bekostigde opleidingen en onderwijs, alles in de ruimste zin van het woord te bevorderen. In de uitwerking van samenwerking betekent dit dat er ondersteunend wordt gestuurd vanuit gemeenschappelijk beleid, gericht op uniforme inrichting van de ondersteunende organisatie en met identieke normeringen ten aanzien van inzet van personeel en de doorbelasting van kosten voor het bestuursapparaat en de centrale diensten: Facilitair, Financiën, ICT, HRM, Onderwijsinformatie, Bestuursdienst en PR, Communicatie en Marketing. De ondersteunende centrale diensten werken voor alle MBO Colleges in beide ROC s volgens uniforme processen en met een eenduidige, overkoepelende aansturing. Onderwijskundig overleg tussen de MBO Colleges vindt plaats binnen de domeinen. Binnen deze uitwerking van de samenwerking handelt ieder MBO College en ieder team zelfstandig ten aanzien van haar opdracht voor het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs en tevreden stakeholders. Alle personeelsleden zijn in dienst bij ROCvA en ROCF, waarbij wel afspraken bestaan voor interne mobiliteitsmogelijkheden binnen de twee organisaties. ROCvA heeft twee organen, te weten een Bestuur en een RvT. De RvT bestaat uit minimaal 7 leden, door haarzelf aan te wijzen. De Koepelstichting is juridisch de bestuurder van Stichting ROCvA. De onderwijsinstelling ROCvA kent een eigen, afzonderlijk College van Bestuur (CvB). De RvT van Stichting ROCvA bestaat uit dezelfde personen als de RvT van Stichting ROCF en de RvT van de Koepelstichting. Deze leden hebben tot taak het houden van toezicht op het beleid van zowel het CvB als de Bestuurder, te weten de Koepelstichting. Het CvB bestaat uit het minimum aantal personen, namelijk één te weten: de voorzitter de heer E.C.M. de Jaeger. Het CvB is als bevoegd gezag bij uitsluiting belast met de wettelijke taken en bevoegdheden opgenomen in de WEB. 17

18 Centrale diensten, MBO Colleges en Domeinen Het Bestuur en het CvB worden ondersteund door zeven centrale diensten, te weten de Bestuursdienst, de dienst Facilitair Bedrijf, de dienst Financiën, de dienst HRM, de dienst ICT, de dienst PR, Communicatie & Marketing en, sinds 2011, de dienst Onderwijsinformatie. Alle centrale diensten zijn gevestigd aan de Fraijlemaborg 141 in Amsterdam. Stichting ROCF en stichting VOvA maken ook gebruik van deze centrale diensten. Verder heeft het CvB binnen de onderwijsinstelling ROCvA zeven organisatorische eenheden ingericht: de MBO Colleges. Aan het hoofd van elk MBO College staat een voorzitter die tevens domeinregisseur is van één van de onderwijskundige domeinen. Twee van de zeven MBO Colleges kennen intern nog aparte eenheden, waardoor naar buiten toe negen apart herkenbare MBO Colleges bestaan. Behoud zelfstandige positie onderwijsinstelling ROCvA na de krachtenbundeling A. Ten aanzien van onderwijs Samenwerking met Stichting ROC Flevoland vindt plaats binnen de daaraan door de wet en de Minister van OCW gestelde eisen en beperkingen. Dit houdt in dat de onderwijsinstelling ROC van Amsterdam te allen tijde ten minste de kern van het curriculum van elk van de door haar aangeboden opleidingen zelf zal verzorgen. Stichting ROC van Amsterdam is ten aanzien van de door haar in stand gehouden onderwijsinstelling zelf verantwoordelijk voor alle wettelijke verplichtingen bijvoorbeeld met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs, de positie van de deelnemer en de doelmatigheid. Het College van Bestuur van de onderwijsinstelling ROC van Amsterdam legt hierover ook extern verantwoording af. B. Ten aanzien van bekostiging De bekostiging die toegekend wordt voor het verzorgen van onderwijs aan een bij de onderwijsinstelling ROC van Amsterdam ingeschreven deelnemer blijft binnen het ROC van Amsterdam en wordt gebruikt ter aanwending van het onderwijs en alle direct daarmee verband houdende kosten. Inrichting bestuur en toezicht Koepelstichting ROCvA - ROCF De Koepelstichting is bestuurder van zowel Stichting ROC va als van Stichting ROCF. Op 20 december 2011 zijn de statuten van de drie stichtingen gewijzigd. Aanleiding voor die statutenwijziging was het feit dat de Wet op de Ondernemingsraden van toepassing werd op de stichtingen, alsmede de wens om de statuten te verduidelijken. De Koepelstichting heeft twee organen, te weten de RvT en de RvB. De RvB kent een Algemeen Bestuur (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB). Raad van Toezicht De RvT heeft tot taak integraal toezicht te houden op het beleid van het AB en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden rechtspersonen. Het feit dat de RvT toezicht moet houden op het gehele concern is de reden dat de samenstelling van de RvT van de Koepelstichting gelijk is aan die bij ROCvA en ROCF. De RvB van de Koepelstichting bestond in 2012 uit vier leden: de heer E.C.M. de Jaeger, voorzitter (Dagelijks Bestuur); de heer R.C.A. Wilcke, vicevoorzitter (Dagelijks Bestuur); de heer R.J.W. Winter, lid de heer G. Vreugdenhil, lid 18

19 De RvB vertegenwoordigt de Koepelstichting als bestuurder van Stichting ROCvA en Stichting ROCF. Het bestaan van de Koepelstichting borgt dat beide ROC s structureel samen kunnen werken. Die samenwerking vindt vooral plaats op die terreinen waarop dat voor de ondersteuning van het onderwijs doelmatig en noodzakelijk is, maakt het mogelijk richting het bedrijfsleven en de lokale overheid de krachten te bundelen en borgt de menselijke maat van het onderwijs en de zelfstandigheid van de beide onderwijsinstellingen. Concernverhoudingen Stichting ROCvA is, al dan niet met derden, rechtspersonenrechtelijk verbonden met een aantal afzonderlijke rechtspersonen: A. Dochtervennootschappen (BV s) Stichting ROCvA is 100% aandeelhouder en bestuurder van ROCA Contractonderwijs Holding BV die op haar beurt 100% aandeelhouder en bestuurder is van twee dochtermaatschappijen te weten ROCA Uitzendorganisatie BV en ROCA Centrum Vakopleiding BV. B. Aanverwante stichtingen In 2008 is de Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam opgericht door Stichting ROCvA in samenwerking met de gemeente Amsterdam. Het vmbo-deel van de opleidingen dat door Stichting ROCvA in stand werd gehouden, heeft zich afgesplitst en is overgedragen aan deze nieuwe stichting. Op 8 september 2011 zijn de statuten van deze stichting gewijzigd en is de stichting verder gegaan onder de naam Stichting Voortgezet onderwijs van Amsterdam(VOvA). Vanaf 1 juli 2011 is Stichting ROCvA de nieuwe bestuurder van de Stichting VOvA. Binnen de RvB is de heer R.J W. Winter aangewezen als gedelegeerd bestuurder om VOvA te leiden. Op 15 augustus 2007 heeft Stichting ROCvA samen met Schiphol Group Nederland BV de Stichting Samenwerking Schiphol College opgericht. De stichting heeft ten doel de samenwerking tussen de Schiphol Group en Stichting ROCvA te (doen) bevorderen, opdat in het bijzonder deelnemers die zijn ingeschreven bij ROCvA kennis konden maken met, voorlichting krijgen over en activiteiten aangeboden krijgen m.b.t. de luchthaven, luchtvaart en / of luchthaven en luchtvaart gerelateerde werkzaamheden. Het Schiphol College heeft statutair 4 bestuurders waarvan 2 afkomstig van de Schiphol Groep en 2 van ROCvA. Samen met het Deltion College en ROC Nijmegen heeft Stichting ROCvA op 5 juni 2009 de stichting Test je leefstijl opgericht. Het doel van de stichting is o.a. het informeren, adviseren en ondersteunen van organisaties werkzaam met of ten behoeve van jongeren en meer in het bijzonder van onderwijsinstellingen op het gebied van gezondheid en / of welzijn van leerlingen, deelnemers of studenten. De Stichting Onroerend Goed Beroepsonderwijs (OGB) is een verbonden partij van ROCvA. OGB is in 1995 opgericht bij de bouw van het pand aan de Opaallaan te Hoofddorp en voor 95% eigenaar. ROCvA huurt het pand van OGB. 19

20 Organisatiestructuur van de Krachtenbundeling Raad van Toezicht = toezichthouder houden Raad van Bestuur = bestuurder Koepel = Bestuurder RvT Koepel = Bestuurder RvT College van Bestuur bestuur = Bevoegd gezag CMR OR / WMR ROCvA ROCvA ROC vanamsterdam Stichting ROC van Amsterdam Koepelstichting Domeinen Domeinen Diensten Koepel = RvT Bestuurder Koepel = Bestuurder RvT College van van bestuur Bestuur = r = Bevoegd gezag gezag MR OR ROCF ROCF Stichting ROC Flevoland ROC Flevoland Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 20

21 6. Organogram 2012 ROC van Amsterdam 21

22 7. Kerncijfers Financieel (bedragen x ) Totale baten Totale lasten (inclusief financiële lasten) Totale genormaliseerde lasten (exclusief dotatie voorziening herstructurering) Resultaat boekjaar Genormaliseerd resultaat boekjaar (exclusief dotatie voorziening herstructurering) Eigen vermogen Balanstotaal Solvabiliteitsratio (%) *) Liquiditeit (%) **) Rentabiliteit (%) ***) Rijksbijdrage / totale baten (%) Personele lasten / totale lasten (%) Materiële lasten / totale lasten (%) Totale genormaliseerde lasten / aantal studenten / leerlingen / deelnemers ( ) Aantal studenten / leerlingen / deelnemers per 1 oktober Mbo Vmbo Educatie & inburgering Vavo Totaal Deelnemersstijging /-daling mbo +2,1% -1,1% -0,8% +3,1 % Mbo-deelnemers bol MBO-deelnemers bbl VOA-geïndiceerden 26,6 26,8 28,2 27,9 Rendementen onderwijs (in %) 2011 / / / / 2009 Jaarresultaat 67,4 66,1 64,1 64,1 Diplomaresultaat 68,9 68,4 64,9 62,6 VSV ers 9,1 10,4 12,7 11,4 Diploma s Mbo-diploma s Vmbo-diploma s

23 Personeel in dienst Totaal Fte (gemiddelde omvang gedurende kalenderjaar) Totaal personen Personeel primair proces Ondersteunend personeel Totaal man Totaal vrouw *) Solvabiliteit : eigen vermogen in % van het totaal vermogen. **) Liquiditeit : totaal vlottende activa als aandeel in vlottende passiva. ***) Rentabiliteit : genormaliseerd resultaat in % van het eigen vermogen. 23

24 8. Missie, visie en strategie 8.1 Missie De missie van het ROC van Amsterdam luidt: Ik investeer in mensen om een brug te slaan naar werk, vervolgopleiding en samenleving. In de metafoor van de missie worden de pijlers voor de brug gevormd door de studenten en volwassen deelnemers, de medewerkers en de partners, dat wil zeggen de arbeidsmarkt, de vervolgopleidingen en de toeleverende scholen. De missie is bewust in de ik vorm geformuleerd om het belang en de verantwoordelijkheid van iedere medewerker te benadrukken. In de visie van het Bestuur zijn de medewerkers de stuwende en bepalende kracht in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de facilitering daarvan. Samenwerkend in teams, met een grote mate van verantwoordelijkheid voor de eigen resultaten, vormen de medewerkers de spil in het bereiken van een hoge kwaliteit van het onderwijs. Ook de visie is daarop geënt: Wij verzorgen onderwijs dat je uitdaagt je te ontwikkelen tot gewaardeerd vakman, actief burger en succesvol student. Het streven naar verbetering van de kwaliteit van het onderwijs is vertaald in de ambitie om in 2015 tot de vijf beste ROC s van het land te behoren. Kwaliteit wordt daarbij uitgedrukt in jaarresultaat en diplomaresultaat, in tevredenheid en in het minimaliseren van voortijdige schooluitval. Bij tevredenheid gaat het om de waardering voor ons onderwijs van de studenten en leerlingen, van de bedrijven en instellingen waarvoor wij opleiden, van het toeleverend en afnemend onderwijs, van ouders en medewerkers. Verbetering van deze resultaten wordt aangepakt vanuit de gedachte dat dit bereikt kan worden door structureel planmatig en cyclisch te werken waarbij voortdurend de resultaten goed in beeld zijn en worden geanalyseerd op mogelijkheden tot verbetering, wat weer de basis vormt voor planvorming voor verdere verbeterstappen. De gebieden waarop en met behulp waarvan deze verbetering kan worden bereikt zijn geformuleerd in de vier P s : Presteren, Professionaliseren, Profileren en Positioneren. Bij verbetering van de prestaties gaat om: hogere kwaliteit, hogere tevredenheid en een verbetering van het rendement, gecombineerd met een lagere voortijdige uitval. Onder professionaliseren verstaan wij het streven naar een hoger niveau van kennis en vaardigheid van alle medewerkers, de houding om zich permanent te scholen en te verbeteren, mede door systematische feedback, en het onderhouden en optimaliseren van het eigen vakmanschap. Het profileren houdt in dat sprake is van herkenbaarheid (voor studenten, ouders, toeleverend en vervolg onderwijs) van opleidingen en van niveaus. Met positionering wordt bedoeld dat wij onze MBO Colleges en scholen voor vo in onderscheidende gebouwen huisvesten, waar sprake is van herkenbare beroepspraktijk en een prettig leerklimaat. 24

25 Voor realisering van deze ambitie wordt gekozen voor een integrale aanpak. De doelstellingen en de richting van de strategie, verwoord in de vier P s, worden gerealiseerd door medewerkers die zich betrokken voelen bij de kwaliteitsverbetering, eigenaarschap ervaren en werken vanuit gemeenschappelijk kernwaarden. Deze kernwaarden worden in het eigen team en voor ieder individueel vertaald naar de persoonlijke werksituatie. Strategie (4 P s) Kernwaarden Route 66 (eigenaarschap en betrokkenheid) Vanaf maart 2011 kennen wij binnen ROCvA de beweging Route 66. Hierin is een aantal collega s actief (waarvan enkelen geboren in 1966) die, geïnspireerd door voorbeelden van excellente organisaties, het voortouw hebben genomen in het vergroten van betrokkenheid en eigenaarschap van professionals in ons ROC. Deze beweging heeft in 2011 en 2012 een aantal resultaten en inzichten opgeleverd. Er zijn nieuwe werkvormen ontwikkeld die verstarrende kaders doorbreken en er is opnieuw gezocht naar de drijfveren van onze organisaties. Hiervoor is de missie geherformuleerd en zijn de volgende kernwaarden geformuleerd: - Ambitieus; - Aandachtig; - Betrouwbaar; - Prettig; - Daadkrachtig / vakkundig. 8.2 Strategische doelen 2012 Om de ambitie te realiseren worden door het Bestuur ieder jaar kaders en doelen geformuleerd in de jaarlijkse kaderbrief. De titel van de kaderbrief voor 2012 luidt: Het gaat om aandacht. Hiermee geeft het Bestuur wederom het belang van de menselijke factor aan voor het bieden van goed onderwijs. Aandacht is daarbij een belangrijke kracht. Zien en gezien worden, waarderen en gewaardeerd worden. Aandacht voor de student en voor de leerling, voor de stakeholders en voor de collega s. Het thema daagt iedere medewerker uit daar in het dagelijkse gedrag vorm aan te geven. Voor 2012 zijn de volgende strategische doelen geformuleerd: - Focus op onderwijskwaliteit; - Profilering en positionering (met het vasthouden aan het aanbod van Topconcepten in samenwerking met A-merken); - Professionalisering van de medewerkers; - Klein binnen groot. Inzet op teamvorming en resultaatverantwoordelijke teams; - Sturing op de verhouding medewerkers in het onderwijsproces t.o.v. medewerkers in de ondersteunende processen; - Versterken van de Krachtenbundeling tussen ROCvA en ROCF. In de verschillende hoofdstukken van dit jaarverslag zal op de resultaten van deze doelstellingen worden ingegaan. In dit hoofdstuk wordt een korte duiding gegeven. 25

26 Focus op onderwijskwaliteit In 2012 waren binnen ROCvA geen opleidingen meer die door de Onderwijsinspectie als zeer zwak waren beoordeeld. De rendementen zijn gestegen in 2012 en vooral de afname van het voortijdig schoolverlaten was buitenproportioneel groot. Er is bijzondere aandacht besteed aan verbetering van het werken volgens de beleidscyclus en van de transparantie van resultaten op teamniveau. Een belangrijk aandachtspunt bij het mbo is de tevredenheid van de student die niet is toegenomen. Ook de registratie van de presentie en de melding daarvan vertoonde in 2012 lacunes en behoeft extra aandacht. Professionalisering van de medewerkers. Uitvoering van het integrale scholingsplan voor het ROC dat positief is beoordeeld door het ministerie. Zie hoofdstuk professionalisering. Profilering en positionering. In 2012 zijn de laatste nieuwbouwprojecten bij het mbo afgerond, waardoor alle MBO Colleges beschikken over een modern onderwijsgebouw. Ieder gebouw is zo ingericht dat de eigenheid van de verschillende teams goed zichtbaar is. In elk MBO College wordt gewerkt aan herkenbaarheid van het MBO College in de omgeving en bij zijn stakeholders. Bij het vo heeft iedere school een eigen profiel en identiteit. Er staat nog één nieuwbouwproject op stapel, evenals een ingrijpende renovatie. Alle teams werken aan herkenbare en onderscheidende profielen van hun opleidingen. waarin doelgroep specifiek steeds meer het onderscheid is gemaakt tussen: Entree, mbo 2+3 en mbo 4. Door de homogenisering van de lesgroepen willen wij meer maatwerk en uitdaging in het onderwijs realiseren. Bij het mbo gebeurt dit in overleg met de domeinen. Een specifiek onderdeel betreft de inrichting van de Entree-opleidingen. Klein binnen groot. Inzet op teamvorming en resultaatverantwoordelijke teams. De teams vormen het hart van de organisatie. Zij zijn zichtbaar in de gebouwen. Managementinformatie over resultaten, financiën en personeel worden systematisch op teamniveau gepresenteerd. Teams formuleren hun doelen en acties in een teamplan en voeren hierover overleg met de directie. Sturing op de verhouding medewerkers in het onderwijsproces t.o.v. medewerkers in de ondersteunende processen. Er wordt gestuurd op minimaal 70% van de personele inzet voor onderwijsuitvoerende medewerkers en maximaal 30% voor ondersteuning op instituutsniveau. In 2012 zijn zowel bij het mbo als bij het voortgezet onderwijs de streefdoelstellingen ten aanzien van de verhoudingen onderwijsgevende medewerkers en medewerkers in de ondersteunende processen gerealiseerd. Versterken van de Krachtenbundeling tussen ROCvA en ROCF. ROCvA werkt sinds 2009 nauw samen met ROCF zowel ten aanzien van de onderwijsontwikkeling, het personeelsbeleid als de bedrijfsvoering. In 2012 is deze samenwerking, de Krachtenbundeling, in opdracht van de RvT geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie zijn opgenomen in het verslag van de RvT en in paragraaf

27 9. Onderwijs 9.1 Mbo Onderwijsontwikkeling mbo Het jaar 2012 startte voor het mbo in het teken van de invoering van het actieplan Focus op Vakmanschap. In het eerste kwartaal werd bekend dat de invoeringsdatum werd uitgesteld. Dit is voor het Bestuur geen aanleiding geweest om de beoogde kwaliteitsverbeteringen in de onderwijsteams stop te zetten. Belangrijke elementen ervan zijn in de strategie voor de komende jaren opgenomen en worden doorgezet zoals beoogd. In twee platforms, de Onderwijsboard en het Expertiseteam, worden verschillende thema s uitgewerkt en wordt het Bestuur geadviseerd op inhoudelijke ontwikkelingen. In de Onderwijsboard wordt nagedacht over duurzame verbeteringen in het onderwijs. Met name over de vraag hoe het beroepsonderwijs uitdagend, eigentijds en inspirerend te houden. De Onderwijsboard bestaat uit twee voorzitters van directies van MBO Colleges, een directielid van een MBO College, twee programmamanagers domeinen, twee opleidingsmanagers van teams, twee leden van Organisatiebesturing en het lid van het Bestuur met de portefeuille onderwijs. In januari 2012 is door de Onderwijsboard een advies opgesteld over intensivering van mboopleidingen en verkorting van de mbo-opleidingen niveau 4. Het Bestuur heeft dit advies overgenomen en opdracht gegeven invulling te geven aan een nieuw ontwerp van de mboopleidingen. De teams worden uitgedaagd om het onderwijs te verbeteren overeenkomstig de eisen van studenten (meer uitdaging en meer structuur) en van bedrijven (betere aansluiting en hoger niveau). Intensivering naar uur onderwijstijd en verkorting van mbo-4 opleidingen naar drie jaar zijn goede aanleidingen om het onderwijs te herijken. Voor deze invoering is een 10-stappenplan opgesteld om de teams te faciliteren het proces planmatig in te richten en goede monitoring van de invoering mogelijk te maken. Enkele thema s die in 2012 in het mbo in ontwikkeling genomen zijn: doorontwikkeling van taal en rekenen, examinering, gebruik van social media in het onderwijs en de inrichting van de Entree-opleidingen. Over het laatste thema wordt apart verslag gedaan. In 2012 is gestart met een nieuwe examenorganisatie. Voor alle onderwijsteams geldt één handboek examinering met een vaste organisatiestructuur, vaste procedures en formats en één examenreglement. De domeinexamencommissies hebben vanaf januari 2012 de verantwoordelijkheid gekregen voor de examenproducten en de examencommissies van de MBO Colleges voor de uitvoering van de examens. In de laatste maanden van 2012 is het werken volgens het handboek examinering geëvalueerd. Ook is in 2012 een standaard format voor de studiewijzers 2012 / 2013 ontworpen. Het is een onderdeel van het doel om via de domeinen standaardisering te laten plaatsvinden. Het format werd in samenspraak tussen een aantal experts uit domeinen en MBO Colleges opgesteld en op 8 februari 2012 door het Managementteam (MT) vastgesteld. In de maanden hierna vond per opleiding invulling van het format plaats. Het doel is eenduidige informatie te verstrekken aan studenten over de inhoud van het curriculum, de examinering en over de voorwaarden voor deelname. Een belangrijk gedeelte van deze informatie wordt op domeinniveau opgesteld. 27

28 Na een aantal jaren gewerkt te hebben met de domeinstructuur is in 2012 na evaluatie overgegaan tot het uitwerken van domeinen nieuwe stijl. De domeinindeling wordt aangepast aan de landelijke, door de MBO Raad vastgestelde domeinindeling met 16 domeinen, de doelen en de verantwoordelijkheden worden opnieuw geformuleerd en de overhead ten behoeve van de domeinen wordt beperkt. Domeinen worden ingezet voor innovatie en kwaliteit van het onderwijs, met name voor de examinering, en voor stimulering van marktbewerking en relatiebeheer. Ieder domein heeft zijn basis in een van de MBO Colleges. Activiteiten en beoogde resultaten worden vastgelegd in jaarplannen. Domeinen dragen bij aan de profilering van de MBO Colleges. De Onderwijsboard heeft in 2012 een advies uitgebracht over de intake. Bij de inrichting van eigentijds en gedegen beroepsonderwijs, waarbij de voorwaarden voor toelating worden aangescherpt (afschaffen drempelloze toelating, bekostiging naar verblijfsduur), wordt een zorgvuldige plaatsing van studenten van essentieel belang. Ook voor de invoering van het Passend Onderwijs per augustus 2014 is een goede intake cruciaal. De Onderwijsboard heeft een aantal tips opgesteld en een aanzet geleverd voor het proces van herontwerp van de intake. In dit proces zullen alle betrokkenen zoals de studentenadministratie, het medewerkers loopbaan- en expertisecentra, intakers, medewerkers PR en communicatie, docenten, maar ook toeleverend en afnemend beroepsonderwijs en studenten zelf, hun bijdrage leveren. Het meest recente thema van de Onderwijsboard betreft social media en leren in het beroepsonderwijs. Docenten die social media toepassen in hun onderwijs leveren informatie voor verdere uitwerking in onderwijsateliers, thematische bijeenkomsten waar docenten oplossingen uitwerken voor nieuwe ontwikkelingen, voor knelpunten of hoe nieuwe kansen te benutten. Het Expertiseteam bestaat uit programmamanagers van de domeinen. In 2012 is op basis van een advies van het Expertiseteam over inschrijving in domeinen besloten dit in 2012 te beperken tot een viertal experimenten bij Mode, ICT, Media en Logistiek. In samenwerking met het hbo wordt gewerkt aan herinrichting vanuit de gedachte van een brede instroom en gespecialiseerd uitstroom of doorstroom. De initiatieven bevinden zich nog in de plan- en ontwerpfase en worden uitgevoerd als innovatiearrangement. Het zijn centra voor innovatie waarbij aangesloten wordt bij de Human Capital Agenda, een initiatief van de Economic Board van de gemeente Amsterdam waarin verdere ontwikkeling van de topsectoren van de stad centraal staan. Bestaande innoverende initiatieven, zoals bij Mode de School of Denim, vinden aansluiting bij deze ontwikkeling. Ook macrodoelmatigheid is een thema dat via de domeinen wordt besproken. Hierbij wordt in nauwe samenwerking met de dienst PR, Marketing & Communicatie nagegaan waar de kansen liggen voor het aanbieden van opleidingen. In deze overwegingen is de positionering van de MBO Colleges in de regio een belangrijk uitgangspunt. Welk portfolio past bij het gewenste imago en bij de regionale situatie. Hierbij is ook sprake van overleg met medeaanbieders in de regio, zeker als het om kleine volumes gaat en daarmee om dreigend verlies van opleidingen of inefficiëntie in het aanbod. In november 2012 is een trainingsprogramma gestart voor docententeams van de MBO Colleges In Amsterdam over het voeren van loopbaan reflectiegesprekken met studenten. In 2013 zullen ook de docenten van de MBO Colleges in Hoofddorp, Amstelveen en Hilversum worden getraind. De training bestaat uit theorie, praktijk, en video-interactie (coaching). Doel van de training is om de implementatie van LOB in het mbo te ondersteunen. 28

29 9.1.2 Entree-opleidingen In 2012 is de invoeringsdatum van de Entree-opleidingen en daarmee de opheffing van de drempelloze instroom in niveau 2 door het ministerie uitgesteld tot het schooljaar 2014 / Dit uitstel vormt voor de inrichting en de invoering van de Entree-opleidingen een dilemma. De mogelijkheid om een helder profiel voor de Entree-opleidingen te creëren ten opzichte van mbo 2+3 en mbo 4 kan daardoor vooralsnog niet ten volle worden benut. De voorbereidingen voor de inrichting van de Entree-opleidingen worden wel voortgezet. De uitgangspunten en de besluiten ten aanzien van Entree binnen ROCvA zijn: De Entree-opleidingen worden gepositioneerd in de MBO Colleges en niet als een aparte organisatorische eenheid. Entree-opleidingen worden daar aangeboden waar niveau 2 opleidingen zijn. Er worden drie entiteiten Entree onderscheiden, te weten: in en rond Amsterdam, Hilversum en Hoofddorp. In ieder van deze regio s worden afspraken gemaakt, o.a. met toeleverende scholen en gemeenten over aanmelding, uitval en arbeidsmarkttoeleiding. De Entree-opleidingen krijgen een grote mate van onderlinge samenhang en verbondenheid met verticale sturing op de uitvoering door de MBO Colleges en horizontale sturing op de gemeenschappelijke inhoud. De horizontale sturing zal lopen via drie gemeenschappelijke onderwerpen: intake, onderwijsinhoud en externe omgeving. Intake: - Gemeenschappelijke kaders omtrent aanmelding, plaatsing en bindend studieadvies. Doel is een uniforme intake voor alle toekomstige Entree-opleidingen. - De Entree-opleidingen krijgen vaste intakers per locatie die elkaars opleidingen én het voorliggende netwerk kennen. - Een gemeenschappelijk professionaliseringsplan voor de intakers Entree. Er is een Platform Entree ingericht als trekker van het verdere proces van de vorming van de Entreeopleidingen. Elk MBO College wordt door een opleidingsmanager in het platform vertegenwoordigd. Er is een projectleider Onderwijsinhoud Entree aangesteld die de kwalificatiedossiers, de eisen m.b.t. Nederlands en rekenen, de examinering etc. gaat uitwerken. Ten aanzien van taal en rekenen wordt gekozen voor één taal- en rekenprogramma voor Entree-opleidingen en een gezamenlijk professionaliseringstraject. Enkelvoudige Entree-benamingen voor opleidingen welke soms afwijken van de namen van de domeinen. Bijvoorbeeld: geen Entree Handel & Ondernemen / Mode (de officiële domeinnaam), maar Entree Handel. Een apart opleidingsmagazine voor de Entree-opleidingen voor schooljaar 2013 / Het aanscherpen van de instroomeisen voor het mbo heeft grote gevolgen voor leerlingen afkomstig uit het Praktijkonderwijs (PrO). Vanwege hun cognitieve beperking zal voor de meesten van hen een mbo-opleiding niet langer haalbaar zijn. Met specifieke groepen PrOstudenten hebben wij echter zeer positieve ervaringen. Over het opleiden van deze leerlingen zullen duidelijke afspraken gemaakt moeten worden. Doel is om in 2013 deze afspraken vast te leggen in regionale samenwerkingsovereenkomsten voor de regio s Amsterdam en Gooien Vechtstreek Doorstroom vo mbo, contacten met decanen vo Samen met de vmbo partnerscholen ondersteunt ROCvA het keuzeproces van de v(mbo) leerlingen. Dit wordt o.a. gedaan met behulp van de website Aankomende studenten kunnen via deze site een test doen en zich inschrijven voor een kennismaking op het mbo. In 2012 hebben rond de 70 vo-scholen hun leerlingen zich met behulp van deze website laten oriënteren op de opleidingen van het ROC van Amsterdam. 29

30 Ruim leerlingen hebben zich aangemeld op de website. Daarvan hebben zich ingeschreven voor een oriëntatieactiviteit bij een opleiding in de vorm van een meeloop-les. De competentietest voor een opleidingskeuze is uitgevoerd door leerlingen. Tijdens de evaluatie met decanen kwam unaniem naar voren dat zij deze wijze van werken zeer waardevol vinden voor de beroepskeuze, dat zij er graag mee door willen gaan en meer leerlingen zullen stimuleren om mee te lopen. Een aantal decanen gaf daarnaast aan dat leerlingen door deze hulp bij de keuze zich ook sneller inchrijven. Caland laat elk jaar leerlingen meelopen bij de opleidingen van ROCvA. In februari 2012 hebben 140 leerlingen meegedaan. Dat waren er meer dan het aantal dat zich eerder had ingeschreven op de lijst die het Caland zelf opstelt. De website nodigt blijkbaar uit tot nadenken over keuzes en tot inschrijven voor een meeloopactiviteit. Als er geen meeloopactiviteit voor een bepaalde opleiding beschikbaar was kozen de leerlingen merendeels voor een beschikbare activiteit bij een verwante opleiding: Luchtvaarttechniek werd dan bijvoorbeeld elektrotechniek Ieder jaar zijn er bijeenkomsten met decanen over voorlichting en doorstroom. Daarnaast zijn in samenwerking met de vo-scholen ook andere activiteiten uitgevoerd. Zo heeft bijv. MBO College Hilversum in april opnieuw de Doe dagen georganiseerd voor 3 e jaars vmboleerlingen en vinden kennismakingsactiviteiten met de MBO Colleges plaats zoals in maart door 60 vmbo-kaderleerlingen middels een puzzeltocht bij de mbo-opleidingen van MBO College Zuidoost, Enkele mbo-opleidingen in de zorg, horeca, techniek, handel en administratie werken in VM2 trajecten samen met vmbo-scholen. Het gaat om vrij kleine groepen leerlingen. MBO College Centrum Horeca Hubertus (VOvA) MBO College Hilversum Horeca De Brink (Gooische Scholen federatie) MBO College Zuidoost Handel en Montessori College Oost (MSA) Administratie Stelle (VOvA) MBO College West Zorg Nova (Esprit Scholengroep) MBO College Westpoort Techniek Nova (Esprit Scholengroep) De trajecten vergen organisatorisch veel aandacht maar de vmbo-leerling heeft daar baat bij. De resultaten van de samenwerking laten zien dat er minder uitval is door een gezamenlijk programma en de continuering van de vmbo-begeleiding. De uitvoering van de trajecten versterken de samenwerking met de betreffende vmbo-school. De programmatische samenwerking tussen de opleiding van het MBO College Zuidoost en het Montessori College Oost heeft ertoe geleid dat 80% doorgestroomd is naar een hoger niveau. Onderzoek onder 1 e jaars studenten In november en december 2012 is het 1 e jaars-onderzoek uitgevoerd onder eerstejaarsstudenten van ROCvA, door middel van een online enquête. Het doel van dit onderzoek is het versterken van het inzicht in: - het oriëntatieproces; - de keuzemotieven; - de aansluiting van de eerste ervaringen met de gekozen opleiding op de verwachting; - de ervaring met het inschrijfproces; - de ambities van onze eerstejaarsstudenten. 30

31 De resultaten worden vooral gebruikt om onze voorlichtingsactiviteiten beter te laten aansluiten op de informatiebehoefte van jongeren die zich oriënteren op een mbo-opleiding. De belangrijkste conclusies van het onderzoek: De belangrijkste factor bij het kiezen voor een bepaalde mbo-opleiding is het vooruitzicht op een baan. Bij 83% van de eerstejaarsstudenten sluit de opleiding helemaal of gedeeltelijk aan op de verwachtingen. 87% van de eerstejaarsstudenten verwacht de opleiding af te maken. Na de afronding van de mbo-opleiding aan het ROCvA is 36% van de eerstejaarsstudenten van plan door te studeren op het hbo, 22% wil gaan werken en 24% weet het nog niet. Bijna een kwart van de studenten geeft aan zich aangemeld te hebben in de zomermaanden voorafgaand aan de opleidingsstart. Imago-onderzoek In het najaar van 2012 heeft een onderzoeksbureau een onderzoek uitgevoerd naar het imago van ROCvA onder 539 scholieren in vmbo 3-4 en 50 decanen in de regio Groot Amsterdam. De voornaamste bevindingen zijn; ROCvA heeft veruit de grootste naamsbekendheid, zowel onder scholieren als decanen. De kernwaarden worden als belangrijk ervaren: - Scholieren : met name betrouwbaarheid en aandacht. - Decanen : alle kernwaarden, behalve ambitieus. De aspecten waarmee de beide groepen ROCvA associëren zijn: - Scholieren : Goede / vakkundige docenten en Heeft aandacht voor de studenten. - Decanen : Veel verschillende opleidingen en Goede sfeer / Gezellig. ROCvA wordt het minst geassocieerd met: - Scholieren : Kleine school en Sluit goed aan op de middelbare school. - Decanen : Kleine school en Opleidingen bieden goede kans op een baan. Als rapportcijfer krijgt ROCvA een 7,7 van de scholieren en een 6,8 van de decanen. De meeste scholieren die een mbo-opleiding overwegen, oriënteren zich op ROCvA. De grootste groep scholieren begint in het derde leerjaar met hun oriëntatie voor hun vervolgopleiding. De decanen geven aan hun eigen rol en de rol van de Open Dag het belangrijkst te vinden bij de oriëntatie van scholieren voor een vervolgopleiding Doorstroom mbo hbo en samenwerking met het hbo Tweejaarlijks worden de doorstroomcijfers van mbo naar hbo gepubliceerd. Bij het opmaken van deze jaarverslaglegging waren de cijfers over 2012 nog niet bekend. Uit de cijfers van de jaren daarvoor blijkt dat de doorstroom van ROCvA toen licht steeg en iets hoger was dan de landelijke doorstroom. De uitval van mbo-4 gediplomeerden uit het hbo van ROCvA-studenten was hoger dan de landelijke uitval, maar wel dalend vergeleken met het jaar daarvoor. Belangrijke hbo s waar de studenten van ROCvA naar doorstromen zijn de Hogeschool van Amsterdam met ruim 50%, Hogeschool InHolland, Hogeschool Utrecht en Hogeschool Stenden. Er bestaat structureel overleg met de hbo s over verbetering van de kwaliteit van de voorbereiding en de aansluiting op het hbo. In 2013 zal in dit overleg de vraag van de arbeidsmarkt naar een mbo-plus niveau hoog op de agenda staan. 31

32 In maart 2012 is landelijk de scholingsbehoefte op Associate degree (AD) niveau in kaart gebracht door MKB Nederland. De AD-opleiding, een formele graad in het hoger onderwijs, zal in 2013 definitief worden ingevoerd. Regionaal zijn AD s in de human capital agenda s van de Creative Industrie, de Zakelijke Dienstverlening en de ICT als middel benoemd om personeel op te scholen. Daarnaast is met een aantal ROC s onderzocht hoe bij bedrijven bewustwording gecreëerd kan worden voor de mogelijkheden die een AD-opleiding biedt voor de opscholing van personeel naar een mbo-plusniveau en verder. Door het huidige economische klimaat is dit echter een moeizaam proces. ROCvA beschouwt de doorstroom van mbo-4 studenten naar een AD al dan niet duaal wel als een zeer realistisch en aantrekkelijk perspectief voor veel van haar studenten Taal en rekenen in het mbo Voor de periode zijn additionele middelen beschikbaar voor mbo-instellingen om het taal en rekenniveau van alle mbo studenten te verhogen. Er is een doorlopende leerlijn vastgesteld van po tot wo. Voor het mbo betekent dit dat mbo-studenten niveau 4 voor zowel Nederlandse taal als rekenen aan het 3F niveau moeten voldoen en de mbo 2 en 3 studenten aan niveau 2F. Alle mbo niveau-4 studenten nemen vanaf het najaar 2014 verplicht deel aan de landelijke Centraal Ontwikkelde Examens (COE) taal. Vanaf 2015 wordt deelname aan het COE rekenen verplicht. Voor mbo 2 en 3 studenten start het invoeringstraject COE een jaar later. De eerste pilot COE resultaten lieten zien dat de resultaten bij ROCvA onder het landelijk gemiddelde liggen. Vooral de verhoging van het rekenniveau vraagt een extra inspanning. In 2012 zijn de volgende activiteiten ondernomen: In alle MBO Colleges is gewerkt aan niveauverhoging van studenten. Er is een gestandaardiseerd plan en een instrument voor toetsing en examinering geïmplementeerd. In alle MBO Colleges zijn assessoren getraind. Verder wordt geïnvesteerd in het certificeren van een groep vaste assessoren. Er is een monitor ontwikkeld die managementinformatie levert over de resultaten en voortgang per MBO College en per team. Er is op alle hoofdlocaties een examenfaciliteit ingericht. Nieuwe taken en rollen zijn toegewezen en toetsleiders zijn getraind. Het platform Toetsleiders begeleidt en evalueert de implementatie. De succesvolle afnames van de pilot COE laten zien dat wij de logistiek op orde hebben: Alle MBO Colleges zetten lesmethodes taal en rekenen in en hebben een start gemaakt met extra ondersteuning voor zwakke studenten. Er is voortgang geboekt met de ondersteuning van de groep studenten met beperkingen, maar wij slagen er nog niet voldoende in om deze doelgroep volledig in beeld te krijgen en de juiste ondersteuning voor taal en rekenen te bieden. Er is een start gemaakt met het trainen en begeleiden van plusdocenten die studenten met achterstanden ondersteunen. Alle MBO Colleges zetten extra budget in voor professionalisering. In alle MBO Colleges zijn extra assessoren opgeleid en zijn didactische trainingen voor taal en rekendocenten gestart. 32

33 9.1.6 Internationalisering In 2012 is besloten de organisatie van internationale stages en uitwisselingsprojecten op de onderstaande wijze te organiseren. Het eigenaarschap van Europese uitwisseling ligt bij het betreffende team. De betreffende docent is projectleider en schrijft ook de eventuele subsidieaanvraag. Er een coördinator Internationalisering aanwezig die kan begeleiden bij de aanvraag van subsidies voor internationale uitwisseling. Aanvragen voor subsidies voor internationale stages worden verzorgd door de coördinator Internationalisering Ondernemerschap In de eerste helft van 2012 was ondernemerschapsonderwijs binnen ROCvA als project georganiseerd. In opdracht van het Bestuur is een voorstel geformuleerd om te komen tot een structurele invulling van ondernemerschapsonderwijs in alle mbo opleidingen. In juli 2012 is het voorstel hiervoor, genaamd 'Ondernemend Ondernemen' (O2), door het Bestuur aangenomen. Hoofddoelstelling is het integraal implementeren in alle opleidingen van ondernemerschapsonderwijs. De achterliggende gedachte is dat ondernemendheid een competentie is die in de huidige maatschappij steeds belangrijker is. De dynamiek en complexiteit van onze maatschappij vragen nadrukkelijk om ondernemende burgers, en dus ook studenten, die weten wat zij kunnen en willen. In de visie van O2 helpt deze aanpak de student op de volgende wijze: Ontdekken. Inzicht krijgen in eigen talenten wat betreft ondernemendheid en ondernemerschap. Ontwikkelen en uitdagen. De student wordt in het onderwijs in staat gesteld om talenten verder te ontwikkelen. Doen. De student doet waardevolle ervaringen op waar het gaat om het starten van een eigen onderneming. De uitvoering van ondernemerschapsonderwijs wordt uitgevoerd door een centraal steunpunt, College4Business (C4B), met een drietal taken: Verdere concept ontwikkeling van O2 (eventueel in samenwerking met de universiteit van Wageningen). Inhoudelijke Ondersteuning (specialistische O2-onderwerpen, ZZP-opleiding, Summerschool courses). Ondersteunen van het implementatieproces (ondersteunen van teams en docenten door professionalisering, delen van kennis en het verbinden van docenten met O2-ervaringen). Uitgangspunten bij de inhoud en de uitvoering van O2 zijn: De teams zijn leidend bij de invoering en de keuze van O2-onderwerpen en de keuze van studentprofielen. Teams zijn verantwoordelijk voor het succes van O2. Betrokkenheid van échte ondernemers met name door middel van masterclasses. Het einddoel is het afleveren van ondernemers. Behoud van geslaagde studenten om, na verlaten van school, als rolmodel in te zetten. Het steunpunt C4B werkt vraaggestuurd, kan tijdelijk delen van het O2-onderwijs verzorgen, zet zich in om samen met het team een succes te maken van O2, organiseert bijeenkomsten en bevordert netwerken. Het steunpunt wordt gesitueerd bij het domein Handel & Ondernemerschap. Hierdoor is de implementatie ROC-breed geborgd. De domeinregisseur is de verbinding met het Bestuur. De financiering van de inrichting en de uitvoering komt uit een bijdrage per student van de MBO Colleges en uit een investeringsbijdrage van het Bestuur. 33

34 9.1.8 EVC In 2012 is het besluit genomen dat op basis van EVC geen vrijstellingen worden verleend voor examens en mogelijke vrijstellingen te beperken tot vrijstelling van onderwijs. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor EVC s voor een beperkt aantal examens bij opleidingen bij MBO College Westpoort en Noord in verband met de vergaande gevolgen voor EVC-kandidaten uit de branche. Deze uitzondering is genomen na overleg met de Inspecteur van het Onderwijs en met de restrictie dat de uitvoering van deze EVC-trajecten zorgvuldig plaatsvindt volgens de vastgestelde procedure en nauwgezet wordt gemonitord. De uitvoering wordt met behulp van een audit op een later tijdstip beoordeeld waarbij ook het besluit ten aanzien van het toekennen van EVC s opnieuw wordt beoordeeld Dyslexie In 2012 is een dyslexieprotocol vastgesteld voor álle MBO colleges. Uitvoering vindt plaats binnen de bestaande middelen voor het Steunpunt Studie en Handicap (SSH), vanuit de Loopbaan Expertisecentra (LEC s) en, voor de benodigde professionalisering, door inzet van de bestaande scholingsbudgetten. Er zijn ict-hulpmiddelen beschikbaar en er is een aansluiting gemaakt met taal en rekenen Passend Onderwijs Passend onderwijs zal in de ROC s worden ingevoerd per augustus Met de verplaatsing van een deel van taken van de regionale expertisecentra (REC s), zal het mbo ook een grotere groep leerlingen met beperkingen moeten bedienen dan nu al het geval is. Naast de huidige groep leerlingen met leerlinggebonden financiering (LGF, rugzakje ) zullen ook de leerlingen van REC-3 en REC-4 7 op de ROC s hun opleiding moeten kunnen volgen. Deze opdracht voor het mbo vergt een behoorlijke voorbereiding. De teams en de ondersteunende Loopbaanexpertisecentra (LEC) moeten gereed zijn voor de invoering. Per september 2014 komen de eerste leerlingen. Met de herinrichting komt ook de beschikbare financiering naar de ROC s waarmee de benodigde aanvullende activiteiten moeten worden bekostigd. Het jaar 2012 heeft in het teken gestaan van verkenning van deze nieuwe opdracht, van het ontwerp van de benodigde inrichting en van het werk wat daarvoor nog moet worden gedaan. Daarbij is gewerkt aan het informeren van verschillende groepen in de organisatie over de naderende veranderingen. Deze verkenning en informering is uitgevoerd vanuit het SSH. De voornaamste punten uit de verkenning zijn: Teams en LEC s moeten klaar zijn voor de opvang per september 2014 van de nieuwe groepen leerlingen. De intake moet daarvoor op orde zijn. - Intakers moeten kunnen signaleren dat een speciale intake nodig is. - Er dienen gespecialiseerde intakers beschikbaar te zijn die de intake kunnen uitvoeren van de leerlingen die passend onderwijs nodig hebben. Deze intakers dienen te worden gesitueerd bij de LEC s. Docenten moeten didactisch kunnen omgaan met verschillen in de klas en het lesmateriaal moet geschikt zijn voor het omgaan met verschillen. In ieder MBO College is scholing nodig voor docenten en voor gespecialiseerde intakers. 7 REC-3: leerlingen met een lichamelijke handicap, langdurig zieken en verstandelijk gehandicapten, REC-4: leerlingen met gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek. 34

35 Bij de verkenning zijn enkele dilemma s gesignaleerd: Een mogelijk spanning met doelstellingen ten aanzien van vsv en rendement. Werkdruk bij docenten in verband met invoering van nieuwe kwalificatiedossiers, de herinrichting van het onderwijs i.v.m. verkorting en intensivering en de voorbereiding van passend onderwijs. Een mogelijk spanning met de inhoudelijke onderwijsinhoudelijke veranderingen als gevolg van: - Hogere eisen, bijvoorbeeld taal en rekenen, Engels. - Benodigde specifieke inhoud of voorzieningen voor leerlingen passend onderwijs. In 2012 is voor verbetering van de intake een specifiek, algemeen intakeformulier ontworpen. Verder zijn drie pilots benoemd ter voorbereiding van de invoering van passend onderwijs. Deze pilots betreffen de instroom, verkenning van de behoefte en ontwerp van een model van zorgtoewijzing. 1. Instroom: inrichting van het instroomloket inrichten Overleg met de vo-scholen dat deze leerlingen met een zorgbehoefte melden bij het zorgloket zodat tijdig en goed in beeld is wat de zorgbehoefte is, wat nodig is om hieraan te voldoen en of- en waar dit kan worden gerealiseerd. Een onderdeel hiervan is de intake. Het nieuw ontwikkelde formulier is een instrument hiervoor, evenals een nieuw overdrachtsformulier voor decanen. Het bestaande elektronische overdrachtssysteem ELKK voldoet niet aan deze behoefte. 2. Verkenning van de benodigde ondersteuning Informatie inwinnen bij leerlingen met LGF en bij professionals naar de huidige ondersteuning en de gewenste ondersteuning. Wat is idealiter nodig en wat kunnen wij in de toekomst beter doen dan de huidige praktijk. Verder overleg met de MBO Colleges over de mogelijkheden en wenselijkheden van de inrichting van ondersteuning om te komen tot een ondersteuningsprofiel per team, per opleiding en per MBO College. 3. Ontwerp Ontwerp van een model van zorgtoewijzing. Welke begeleiding is nodig, door welk team kan dat worden geboden en waar. Dit op basis van de behoefte van de leerling, de inhoudelijke en financiële mogelijkheden en de begeleidingsprofielen van de teams. Hierbij hoort ook het opstellen van een protocol voor ouderbetrokkenheid. De verantwoordelijkheid voor het aangeven van zorgbehoefte ligt bij de leerlingen zelf, c.q. bij de ouders en deze zijn daarmee ook direct bij het traject betrokken. Op basis van de uitkomsten van deze pilots worden in 2013 scholingstrajecten ingericht en uitgevoerd in de periode tot september Sport Sport en Bewegen voor mbo-studenten heeft binnen ROCvA bijzondere aandacht. Sinds 2007 staat Sport en Bewegen opnieuw prominent op de agenda met als hoofddoelstelling het aanbieden van sport en bewegen voor alle eerstejaars bol-studenten. Het aantal eerstejaars bol-studenten dat deelneemt aan het Beweeg- en Sportprogramma is in 2012 licht gestegen t.o.v. 2011, van naar deelnemers. Deze stijging komt grotendeels door de toename van het aantal deelnemers in Amsterdam van in 2011 naar 2798 in De MBO Colleges Centrum en Westpoort zijn in 2012 niet gestart met een Beweegen Sportprogramma. MBO Colleges Noord en West zijn vanwege de herschikking van opleidingen in 2012 gestart met de (her)inrichting van bewegen en sport. De verwachting is dat zij in 2013 aan de beweegnorm zullen voldoen. 35

36 MBO Colleges Zuid en Zuidoost voldoen in 2012 aan de beweegnorm. Bij MBO College Zuidoost vindt een heroverweging plaats of men dit in dezelfde mate wil blijven doen. Bij MBO College Airport is men in 2012 gestart met sport en bewegen in Amstelveen waarbij de verwachting is dat deze locatie in 2013 aan de beweegnorm zal voldoen. In Hoofddorp echter is men bij een aantal opleidingen gestopt met de uitvoering van sport en bewegen. Toelichting: Met een totaal deelnemerspercentage van 68% ligt ROCvA in Beweging kwantitatief op schema. Voor het 4 e opeenvolgende jaar is een groei gerealiseerd in het aantal deelnemers. Het schooljaar 2012 / 2013 is het eerste schooljaar dat geen subsidie beschikbaar is voor opleidingen om bewegen en sporten te stimuleren. Voor opleidingen die gebruik hebben gemaakt van de subsidieregeling is dit een reden om te heroverwegen of, en hoe, men het programma komend jaar wil continueren. Het continueren van het huidige aantal deelnemers c.q. uren vergt daardoor inmiddels een even grote inspanning als het realiseren van verdere groei. Het gevaar bestaat dat het percentage deelnemers zal afnemen omdat opleidingen de kosten voor de Beweeg- en Sportprogramma s nu helemaal zelf moeten betalen. Daarnaast worden mogelijkheden geboden voor sporten voor medewerkers en wordt geparticipeerd in diverse sportprojecten. Er vindt centrale regie plaats op sport en bewegen en op de diverse sportprojecten. Een greep uit de activiteiten en gebeurtenissen in 2012: ROCvA heeft van de MBO Raad het predicaat Succesvol deelnemer aan het terugbrengen van bewegen en sport in het mbo ontvangen. Op 21 maart 2012 heeft het landelijk symposium Sport en Bewegen plaatsgevonden in MBO College Zuid. Uit de evaluatie is gebleken dat het een groot succes was. De risico s m.b.t. de examinering van de cohorten voor 2012 zijn in kaart gebracht en waar mogelijk opgelost. In september 2012 is het Johan Cruyff College gestart met de nieuwe opleiding Sport & Coaching. Het beachvolleybaltoernooi voor studenten en medewerkers is succesvol verlopen. ROCvA heeft met veel succes deelgenomen aan het NK basketbal, zaalvoetbal en golf. ROCvA heeft het NK basketbal en het NK veldvoetbal georganiseerd. ROCvA heeft een ondersteunende rol gespeeld bij het HETT toernooi en de Aegon Future Cup bij Ajax. Studenten van ROCvA hebben ervaring op kunnen doen bij de organisatie en uitvoering van diverse sportevenementen zoals: Mission Olympic, Topscore Finals, Marathon van Amsterdam en de Dam tot Dam loop. In 2012 zijn diverse sportactiviteiten voor medewerkers georganiseerd, zoals deelname aan de Dam tot Dam loop, het ROCvA beachvolleybal toernooi en de golfmiddag. 9.2 Volwassenenonderwijs Educatie en inburgering Het jaar 2012 heeft in het teken gestaan van de afbouw van de activiteiten gericht op inburgering en de voorbereiding van de start van twee nieuwe organisatorische eenheden: Educatie en vavo. Deze worden per 1 januari 2013 losgemaakt van Educatie en Inburgering en omgevormd tot zelfstandige organisatorische eenheden die onder een lid van de RvB vallen. Het team Educatie, met taal- en reken onderwijs aan laaggeletterden, wordt in 2012 onder de WEB-bekostiging gebracht. 36

37 Educatie en Inburgering komt daarmee per 1 januari 2013 als zelfstandige organisatorische eenheid te vervallen. De inburgeringsactiviteiten lopen vanwege aangegane verplichtingen nog door tot in De afbouw van inburgeringsactiviteiten bij ROCvA is noodzakelijk door het kabinetsbesluit van december 2010 om vanaf 1 januari 2014 deelnemers zelf voor hun inburgeringscursussen te laten betalen. Vanwege een onacceptabel verlies op de inburgeringsactiviteiten in 2011 is door het Bestuur de afbouwdatum vanaf 1 januari 2013 vervroegd tot maart 2012, de einddatum van de aflopende contracten. Vanaf maart 2012 wordt de afbouw geëffectueerd door uitvoering van een nieuwe reorganisatie. Naast reductie van het aantal fte dient Educatie en Inburgering tegelijkertijd te zorgen voor een adequate invulling van het lopende contract, waarbij zich uiteindelijk meer inburgeraars aandienen dan verwacht. Na onderhandeling met de opdrachtgever, Dienst Werk en Inkomen (DWI) van de gemeente Amsterdam, konden in oktober 2011 de inburgeringscontracten zodanig worden aangepast dat een dreigend tekort over 2012 door een garantstelling wordt gemitigeerd. In 2012 zijn extra (incidentele) baten ten opzichte van de begroting gerealiseerd door de vaststelling op de afrekening WEB 2010 en 2011 ad 0,8 mln. en incidentele baten WI nieuw ter grootte van 1,5 mln. Het financiële resultaat over 2012 laat ondanks de reorganisatie en de daarmee gepaard gaande onzekerheden in de uitvoering (er dient immers onderwijs te worden ingepland in een steeds kleiner aantal locaties en met steeds minder personeelsleden) een relatief gunstig beeld zien. Het resultaat op de activiteiten Educatie en Inburgering over 2012 is financieel nagenoeg sluitend. De inspanningen die worden verricht om de oude en de nieuwe inburgeringscontracten te realiseren hebben effect. Een aanzienlijk deel van de bekostiging kan alsnog worden binnen gehaald. Het Bestuur heeft veel waardering voor de succesvolle inspanningen die door de collega s in de moeilijke tijd van afbouw van dit organisatieonderdeel worden geleverd. Educatie en Inburgering kent vanwege de afbouw in 2012 een dalend aantal fte. Begroot is 185,4 fte (exclusief inhuur), gerealiseerd wordt gemiddeld 164,4 fte, variërend van 191 fte in januari tot 130 fte in december. ROCvA heeft rekening gehouden met een personele afbouw in 2012 van 92,7 fte. Daadwerkelijk is de omvang beperkt gebleven tot 50,4 fte. Redenen voor de geringere omvang waren: Succesvolle plaatsing van een aantal onderwijsgevende collega s in het mbo. Collega s in het secundair proces kunnen m.n. voor de financieel administratieve werkzaamheden m.b.t. Educatie en t.b.v. afbouw Inburgering worden ingezet. Per 1 januari 2013 is binnen Inburgering in afbouw een personeelsbestand voor het primair personeel begroot van 13,67 fte voor de WI (=Wet Inburgering) trajecten, in totaal 528 deelnemers. De onderdelen Educatie en vavo worden per 1 januari 2013 losgemaakt van Educatie en Inburgering en omgevormd tot zelfstandige organisatorische eenheden die onder een lid van het Bestuur vallen. 37

38 In het jaar 2012 wordt het team Educatie (taal- en reken onderwijs aan laaggeletterden) onder de WEB-bekostiging gebracht. Het betreffende team kent in 2012 veel turbulentie als gevolg van de uitwerking van de afbouw van Educatie en Inburgering. Ook speelt de onzekerheid over de plek van uitvoering een rol. Vanwege de binding die men heeft met de deelnemers lukt het om de standaardkwaliteit van werken te handhaven. Met de gemeente Amsterdam (DWI) voert ROCvA een gesprek over de contractvoorwaarden vanaf De gemeente Amsterdam is van mening dat voor deze deelnemers ook prestatieafspraken moeten worden gemaakt, net als voor de cursussen inburgering. Vooralsnog wordt overeengekomen dat wel verantwoording over de prestaties wordt afgelegd, maar afrekenbare resultaatafspraken komen niet voor Voor de begroting van de komende jaren vanaf 2013 vormen de beschikbare baten voor Amsterdam, Amstelveen, Diemen, Aalsmeer, Uithoorn en Ouderkerk het uitgangspunt. Het beschikbare totaalbudget bedraagt ca. 2.9 miljoen. Daarmee kunnen ca. 860 deelnemers bediend worden met 21 fte in het primaire proces en 7 fte personeel in het secundaire proces. Dat vormt het uitgangspunt van een business-case Educatie die eind 2012 is ingebracht bij het Bestuur. Definitieve vaststelling hiervan moest echter worden uitgesteld omdat in laatste instantie wederom sprake is van een verandering in de landelijke bekostiging Vavo De afdeling vavo van ROCvA is een stabiel onderdeel van de organisatie met goede resultaten, zeer betrokken medewerkers en een leerlingenaantal dat in de afgelopen zeven jaar vrijwel stabiel is geweest. De havo-afdeling is het grootst met meer dan de helft van het aantal leerlingen, gevolgd door het vwo met ruim 32% en de mavo-afdeling met ongeveer 11% van de deelnemers. Aantal deelnemers Deelnemersaantal Bron: ROCvA: People Soft Rendement Mavo 81 % 84 % 79 % Havo 85 % 85 % 85 % Vwo 92 % 90 % 89 % Bron: ROCvA: People Soft De hier vermelde rendementen betreffen het aantal behaalde certificaten van leerlingen die opgaan voor het examen, conform de inspectielijsten en aan DUO geleverde gegevens (de mei-meting ). Het rendement is over de afgelopen drie jaar vrij constant, zeker bij de havo en het vwo. Bij de mavo-afdeling is in 2012 sprake van een lichte daling t.o.v. 2011, een jaar waarin sprake was van stijging maar vergeleken met 2010 is de afname van het rendement gering. Schoolexamens (SE) en 2011 verschil SE / CE 2012 verschil SE / CE centrale examens (CE) Mavo - 0,2 + 0,5 Havo 0,0 0,0 Vwo - 0,4-0,5 Bron: ROCvA: People Soft 38

39 De verschillen tussen SE en CE zijn in de schooljaren 2010 / 2011 en 2011 / 2012 binnen de acceptabele marge van 0,5 gebleven. In 2009 / 2010 was bij het vwo het verschil nog 1,0 en daarmee groter dan acceptabel. In onderwijswerkmiddagen, sectievergaderingen en in functioneringsgesprekken met docenten is dit besproken. Deze aandacht heeft effect gehad en staat blijvend op de agenda van de afdeling. Ontwikkelingen vavo Ieder jaar wordt aandacht besteed aan het activeren en eventueel bijstellen van de missie en visie. In 2011 / 2012 is gezamenlijk gewerkt aan de stap van identiteit naar gewenste identiteit en imago. Er zijn activiteiten om te komen tot verjonging van het docententeam in het project Student wordt docent. Jonge, aankomende docenten volgen, in een aanstelling als instructeur, scholing om zich te ontwikkelen als aankomend docent en worden in dit traject begeleid door de zittende docenten. Deze docenten worden hiervoor geschoold in begeleidingsvaardigheden. Daarnaast worden in het kader van het OCW-project Eerst de klas, jonge academici aangesteld als docent. In het schooljaar 2012 / 2013 zijn weer drie nieuwe jonge academici aangesteld. Scholing en begeleiding van de medewerkers vindt op verschillende manieren plaats: Een coaching traject voor intreders. Individuele gesprekken met een coach voor wie dat wenst. Intervisiebijeenkomsten collegiale ondersteuning. Lesbezoek van docent bij collega docent met als doel intervisie. Deskundigheidsbevordering maakt deel uit van de jaartaak en is in de functioneringsgesprekken onderwerp van gesprek. Vakgerichte deskundigheidsbevordering. Onderwijswerkmiddagen (5 per schooljaar), voor ontwikkeling van gemeenschappelijke vakoverstijgende deskundigheid met als onderdeel onderling lesbezoek en intervisie. In de afgelopen jaren is de presentieplicht voor leerlingen ingevoerd en enkele malen aangescherpt. Voor het schooljaar 2011 / 2012 is een presentieplicht van 70% ingevoerd met de sanctie van het niet mogen herkansen van een schoolexamen voor het vak waarin de presentie te klein was. In 2013 zal 70% presentie voorwaarde zijn om te mogen deelnemen aan de schoolexamens. Er is een nieuw begeleidingssysteem in gebruik genomen voor de intake, de deelnemersbegeleiding en het decanaat. Op verzoek van leerlingen worden, vlak voor het Centraal Examen extra examentrainingen aangeboden. Bij de intake wordt met ingang van examenjaar 2012 / 2013 ook getoetst op voorkennis van taal en rekenen. Per januari 2013 zal met de Rijksfinanciering wat meer financiële ruimte zijn. Ter verbetering van de resultaten worden de klassen verkleind naar 25 deelnemers per klas en wordt de begeleiding versterkt. Ook wordt het vak rekenen ingevoerd daar dit een wettelijk verplicht examenonderdeel wordt. In 2012 zijn voor het laatste jaar leerlingen van 18 jaar nog zoveel mogelijk ingeschreven via de zogenaamde Rutteregeling, de samenwerking tussen VO en BVE. In 2012 iseen business-case vavo opgesteld die voorziet in een personeelsbestand van 58,13 fte. Vanwege de verandering in bekostiging voor het vavo, van een lokale naar een landelijke regeling onder het ministerie van OCW, is voor de Amsterdamse situatie sprake van een gunstig perspectief op continuering en zelfs uitbreiding van deze onderwijssoort. 39

40 9.3 Voortgezet onderwijs Stichting VOvA richt zich op continuïteit en verdere ontwikkeling van breed openbaar vo in Amsterdam. Onder de stichting vallen tien scholen voor vo en op twee afdelingen wordt mbo-onderwijs verzorgd. School De Berkhoff Hubertus Vakschool LUCA Praktijkschool ROC Op Maat West ROC Op Maat Zuidoost Stelle College Tobiasschool Westburg College Bredero Beroepscollege Bredero Mavo Bredero Lyceum Hyperion Lyceum totalen Elke school heeft 1 tot 2 schoolleiders of opleidingsmanagers die de dagelijkse gang van zaken op de school leiden. Er is een managementoverleg van de Bredero-scholen en van de scholen beneden het IJ. Daarnaast is er een gezamenlijk managementoverleg. De scholen verzorgen opleidingen in de onderstaande richtingen: Aanbod Percentage leerlingen 2011 Percentage leerlingen 2012 Havo / vwo 23% 22% Vmbo basis en kader 49% 47% Vmbo theoretisch 12% 12% Aka 12% 14% Praktijkonderwijs 4% 5% totaal 100% 100% Het percentage leerlingen in het VOvA dat leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) volgt varieert tussen de 21% (Bredero mavo / vmbo TL) en 69% (Bredero Beroepscollege). LWOO is bedoeld voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. School % LWOO 2011 % LWOO 2012 De Berkhoff 67 % 52 % Hubertus Vakschool 51 % 51 % Stelle College 69 % 72 % Westburg College 65 % 58 % Bredero Beroepscollege 66 % 69 % Bredero Mavo 22 % 21 % De ontwikkelingen bij het VOvA vinden plaats volgens dezelfde lijnen als bij het mbo, het realiseren van de vier P s, het werken vanuit gemeenschappelijke kernwaarden en het planmatig en cyclisch werken volgens plan-do-check-act (pdca). 40

41 Er wordt verder gewerkt aan de exclusieve positionering van de deelscholen door het opstellen van onderscheidende profielen, gericht op groeidoelstellingen voor de langere termijn. De havo-opleiding is opnieuw ingericht, waarbij gekozen is voor positionering als doorstroom naar het hbo. Het curriculum is daarop in samenwerking met, en met behulp van, het hbo aangepast met name ten aanzien van de zwaarte van het programma. Voor de invoering van Passend Onderwijs is door iedere deelschool een profiel opgesteld van de mogelijke ondersteuningsmogelijkheden. Dit heeft plaatsgevonden in een stedelijke context om te komen tot een dekkend netwerk van geschikte scholingsplaatsen voor leerlingen met beperkingen. Ook bij het VOvA wordt gewerkt vanuit dezelfde kernwaarden zoals die bij het mbo zijn onderscheiden. In 2012 heeft bij iedere deelschool een kick-off bijeenkomst plaatsgevonden en is begonnen met laadsessies waarbij de medewerkers de kernwaarden vertalen naar concreet gedrag. Dit proces wordt ook in 2013 voortgezet. Het leerlingenaantal van het VOvA is per oktober 2012 met 3,9%, d.w.z. 109 leerlingen, toegenomen. Bij twaalf van de vijftien scholen nam het leerlingenaantal toe, variërend van enkele tot enkele tientallen leerlingen. De grote uitschieter was het Hyperion Lyceum met een toename van 138 leerlingen. Het concept en de ambiance van het Hyperion Lyceum blijkt enorm aan te slaan, de betrokkenheid van de ouders is groot. Daling van het leerlingenaantal deed zich voor bij de drie afdelingen van het Bredero College. Daarvan was de daling bij de Lyceum-afdeling het gevolg van het afbouwen van deze afdeling waardoor in 2012 voor het tweede jaar op rij geen nieuwe leerlingen zijn aangenomen. Bij het VOvA was bij het Bredero Lyceum de afwijking tussen de landelijke examens en de schoolexamens voor het tweede jaar groter dan 0,5 %. Bij de derde maal bestaat het risico dat de onderwijslicentie wordt ingetrokken. De havo-afdeling heeft een onvoldoende op de opbrengstenkaart van de Onderwijsinspectie als gevolg van 2 onvoldoendes op de inspectieindicatoren gemiddeld examencijfer en opbrengsten bovenbouw. Door inzet van het programma LeerKracht van Mc Kinsey wordt gewerkt aan verbeteringen met als uiteindelijk doel het leerrendement op voldoende niveau te krijgen. Het percentage geslaagden is in 2012 voor de scholen hoger of gelijk geweest in vergelijking met voorgaande jaren en ligt zelfs op het stedelijk gemiddelde of daarboven. Vanuit het landelijke actieplan Beter Presteren van OCW vinden meerdere initiatieven plaats die bijdragen aan het verbeteren van de prestaties: Verder ontwikkelen van taal en rekenen vooruitlopend op de invoering van landelijke standaarden. Ontwikkeling van pedagogische en didactische kwaliteiten van medewerkers. Het uitvoeren van een 0-meting in het kader van School aan zet, om de stand van zaken ten aanzien van het kunnen differentiëren in didactische aanpak door docenten in beeld te brengen om te komen tot gerichte acties voor verbeteringen. Op basis van deze 0-meting zijn streefdoelen voor de kwaliteitsverbetering geformuleerd. Invoering van de pdca-cyclus t.b.v. een meer systematische aanpak van de onderwijskwaliteit gericht op het verbeteren van de opbrengsten, Verbeterplannen per school met daarin opgenomen: de risico s en aandachtspunten gekoppeld aan de opbrengstenkaarten, Bestrijding voortijdig schoolverlaten Het VOvA streeft in het kader van het vsv-convenant naar een reductie van 10 % voortijdig schoolverlaten per schooljaar. Alle scholen zijn in 2012 onder de maximum streefcijfers gebleven. 41

42 10. Kwaliteit van het onderwijs 10.1 Analyses en verbeteringen Voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs wordt structureel, op basis van de rendementen, eenmaal per jaar een risicoanalyse uitgevoerd op instituutsniveau met focus op die opleidingen waarvan de rendementen onder de normen lagen. Na analyse hiervan door de directies van de MBO Colleges, in nauwe samenspraak met de teams, worden verbeterplannen en acties geformuleerd en uitgevoerd. Deze analyses vormen daarmee de input voor de jaarplannen en verbeterplannen van de teams. De teams krijgen in oktober een overzicht van de resultaten van al hun opleidingen van het schooljaar daarvoor met de opdracht deze te analyseren en zo nodig te komen tot verbeteracties. Daarnaast krijgen de teams tweemaal per jaar de resultaten van het interne tevredenheidsonderzoek onder studenten eveneens met de opdracht voor analyse en mogelijk verbeteracties. In de eerste maanden van 2012 hebben bij ROCvA drie heronderzoeken door de Onderwijsinspectie plaatsgevonden bij opleidingen die op basis van het rendement als 'zwak' waren beoordeeld: Juridisch Medewerker : rendement was in '10 / '11 nog onder de norm, blijft 'zwak'. Verkoopchef : rendement was in '10 / '11 nog onder de norm, blijft 'zwak'. Ondernemer Detailhandel : rendement was in '10 / '11 boven de norm, is nu voldoende. In november 2012 heeft bij twee mbo-opleidingen bij ROCvA een heronderzoek plaatsgevonden in verband met geconstateerde onvoldoende kwaliteit van de examinering. Bij de opleiding Lifestyle was de beoordeling voldoende, de examinering bij Vliegtuigtechniek niveau 2 werd voor de tweede maal als onvoldoende beoordeeld. De RvB heeft aan de hand daarvan besloten deze opleiding per 2013 / 2014 niet langer aan te bieden. Aan het eind van het schooljaar 2012 / 2013 vinden de laatste diplomeringen plaats Onderzoek naar onderwijstijd In de maand juni is in verband met de steekproef naar realisatie van de onderwijstijd bij twee opleidingen onderzocht of voldaan werd aan de gestelde normen voor onderwijstijd. Bij beide onderzochte opleidingen bleek de realisatie van onderwijstijd voldoende te zijn. In 2012 zat ROCvA niet in de driejaarlijkse steekproef van onderzoeken door de Onderwijsinspectie naar de kwaliteit van de opleidingen. Dit is wel het geval in In de eerste helft van het 2013 onderzoekt de Onderwijsinspectie de staat van de instelling waarbij tevens in een steekproef de kwaliteit van vijf opleidingen zal worden bekeken. Eind 2012 is het handboek examinering geëvalueerd bij een deel van de MBO Colleges en domeinen. Bij een aantal was de implementatie van het handboek nog niet afgerond. Er bleek behoefte aan meer ondersteuning vanuit de centrale organisatie. Verder bestond grote behoefte aan scholing van examenfunctionarissen. Het gaat hierbij vooral om de leden van de examencommissies, de examinatoren en de vast stellers van examens. De programmamanagers hebben geconstateerd dat eind 2012 een achterstand bestond in het vaststellen van examens met name voor cohorten die zijn gestart vóór Ook uit de heronderzoeken bij de opleidingen Lifestyle en Vliegtuigtechniek kwamen deze constateringen naar voren. Onder verantwoordelijkheid van de voorzitters van de MBO Colleges is begonnen met het herstellen hiervan. De verwachting is dat alle tekortkomingen in het eerste kwartaal van 2013 zullen zijn verholpen. 42

43 Het MT heeft in reactie op de uitkomsten van de evaluatie een werkgroep examenorganisatie ingesteld die de implementatie van het handboek verder gaat volgen, de evaluatie in november 2013 voorbereidt en tevens werkt aan het verder ontwikkelen en verbeteren van de procedures, formats en servicedocumenten met betrekking tot examinering Verzuimcontroles en absentiemelding In de eerste maanden van 2012 is door de Onderwijsinspectie een bestuurlijke boete opgelegd voor het niet melden van verzuim bij 9 opleidingen bij het ROCvA van in totaal ,- Dit als gevolg van het convenant dat de gemeente Amsterdam drie jaar geleden met de Onderwijsinspectie heeft afgesloten om de naleving van de wet door Bureau Leerplicht te laten uitvoeren. Bij de betreffende opleidingen heeft eind 2012 een heronderzoek plaats gevonden. In het najaar van 2012 heeft de Onderwijsinspectie bij deze negen teams een heronderzoek uitgevoerd naar de uitvoering van de verzuimcontroles en de absentiemeldingen. Bij acht van deze teams is geconstateerd dat de procedures en de uitvoering op orde waren. Bij één team was nog sprake van enkele te laat meldingen. De procesbeschrijving was ditmaal wel op orde. De consequentie van de beoordeling van deze enkele te laat meldingen bij dit ene team wordt in de loop van 2013 bekend gemaakt. Het Bestuur heeft overlegd met de Onderwijsinspectie en met Bureau Leerplicht over de tekortkomingen in het licht van het aantal meldingen op jaarbasis dat de overstijgt en de afname van vsv. Met de managers van de teams die het betreft is het traject tot het heronderzoek besproken met de inzet dat daarbij geen onvoldoendes meer worden uitgedeeld Bestrijding voortijdig schoolverlaten (vsv) De wettelijke vsv-doelstelling voor het schooljaar 2011 / 2012 was een afname van 40% t.o.v. het peiljaar 2005 / 2006, dat wil zeggen maximaal vsv ers. De doelstelling is vertaald naar taakstellingen per MBO College. De maandelijkse (nominatieve) overzichten van de vsv-cijfers worden maandelijks door de programmamanager vsv voorgelegd aan de directies van de MBO Colleges. De voortgang op vsv maakt deel uit van zowel de Q-gesprekken tussen RvB en directie als van de rapportagegesprekken tussen directie en opleidingsmanagers. Op basis van de voorlopige cijfers over 2011 / 2012 is een verdeelmodel opgesteld voor toedeling van de zogenaamde prestatiegelden vsv, ( 2.500,- per gereduceerde vsv er ten opzichte van het peiljaar), naar de MBO Colleges. Vanaf 2012 / 2013 hanteert het ministerie van OCW een gewijzigde taakstelling voor vsv. De uitvalcijfers worden dan gerelateerd aan het aantal studenten en er wordt onderscheid gemaakt naar niveau. Voor 2012 / 2013 is de maximale uitval vastgesteld op: niveau 1 maximaal 32,5% niveau 2 maximaal 13,5% niveau 3-4 maximaal 4,25% Het jaar 2012 was voor ROCvA in termen van vsv een zeer goed jaar. Over het schooljaar 2011 / 2012 registreerde ROCvA een uitval van studenten (bron: OCW, voorlopige vsv-cijfers 2011 / 2012). 43

44 Ten opzichte van het peiljaar 2005 / 2006, aan de hand waarvan de vsv-prestaties van de scholen worden gemeten, betekende dit een reductie van ruim 36%. Daarmee is ROCvA na ROC Drenthe en ROC Leeuwenborgh de best presterende mbo-instelling op het gebied van vsv. In absolute aantallen heeft ROCvA met een afname van vsv ers zelfs de grootste daling gerealiseerd van alle ROC s / 2012 was het vijfde en laatste jaar van het convenant Aanval op de Uitval, dat een jaarlijkse vsv-reductie van 10% tot doel had. Het beeld over de afgelopen vier jaar ziet er voor ROCvA als volgt uit: schooljaar doelstelling in % in aantal realisatie in % in aantal 2005 / 2006 (peiljaar) (2890) 2007 / % ,3% / % ,1% / % ,3% / % ,9% / % ,5% 1834 Met een reductie van 36,5% realiseert ROCvA naar verwachting een prestatiesubsidie van ruim 2,5 miljoen. Dit bedrag wordt naar rato van de prestatie toebedeeld aan de MBO Colleges. 44

45 11. Studenten / leerlingen / deelnemers 11.1 Studentenaantal mbo AT AT AT RR Aantallen per jaar Groei / krimp t.o.v. voorgaand jaar 3,1% - 0,8% - 1,1% 2,1% bron: rocva, people soft niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 Totaal Aantal per niveau % 3,4% 23,2% 26,2% 47,2% 100,0% bron: rocva, people soft bbl bol-deeltijd bol-voltijd Totaal Aantal per leerweg % 22,1% 0,2% 77,7% 100,0% bron: rocva, people soft Het aantal studenten als vermeld over 2012 betreft de referentieraming (RR). Dit aantal zal nog naar beneden worden bijgesteld na de accountantstelling (AT) in juni Desalniettemin lijkt een stabilisatie van het aantal of een geringe afwijking van 2011 voor de hand te liggen en is het niet waarschijnlijk dat een grote daling zal optreden vergeleken bij VOA-geïndiceerden / / / / ,9% 28,2% 26,8% 26,6% bron: rocva, people soft Het aantal VOA geïndiceerde studenten van ROCvA is in de afgelopen jaren licht gedaald, maar bedroeg in 2012 nog ruim een kwart van het aantal studenten. Percentage mbo-studenten afkomstig uit APCG-gebieden / / / / ,6% 41,2% 41,2% 39,6% bron: rocva, people soft Het aantal studenten dat afkomstig is uit APCG-gebieden is in het schooljaar 2012 / 2013 vrijwel gelijk gebleven en is al enkele jaren vrij constant. Het percentage voor ROCvA ligt ruim boven het landelijk gemiddelde van alle ROC s (20,8%) en eveneens boven het gemiddelde van de G4 10 ROC s in totaliteit (37,2%). De ROC s uit Rotterdam, Zadkine (42,3%) en Albeda (44,6%) en ROCvA (41,4%) hebben landelijk het hoogste percentage studenten uit APCG-gebieden. Het aantal studenten uit APCG-gebieden is in het schooljaar 2011 / 2012 licht afgenomen. gedaald, meer bedroeg in 2012 nog ruim een kwart van het aantal studenten VOA staat voor Voorbereidende Onderwijsactiviteiten. De gelden zijn bedoeld voor extra activiteiten, bijvoorbeeld voor begeleiding. APCG-gebieden: armoedeprobleemcumulatiegebieden of Probleemcumulatiegebieden zijn op postcode onderscheiden gebieden waarin op drie criteria een drempelwaarde wordt overschreden: - het aantal inwoners met een laag inkomen (> 15%), - het aantal inwoners dat een uitkering ontvangt (> 13%) - het aantal inwoners dat een niet westerse afkomst heeft (> 7%) Scholen met studenten uit deze regio s ontvangen extra middelen om achterstanden te bestrijden. G4: de ROC s in de vier grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. 45

46 11.2 Mbo onderwijsprestaties Jaarresultaat mbo ROCvA 2009 / / / 2012 Jaarresultaat 64,1% 66,1% 67,4% Diplomaresultaat 64,9% 68,4% 68,9% Vsv 12,7% 10,4% 9,1% Bron: DUO Het jaarresultaat is verbeterd met 1,3% ten opzichte van het jaar daarvoor en afname van vsv heeft zich doorgezet in Het diplomaresultaat is licht afgenomen. Het gemiddelde jaarresultaat van de ROC s in Nederland bedroeg in 2011 volgens de landelijke benchmark 67,7 %. Daarmee zit ROCvA met het resultaat van 2012 nog licht onder het gemiddelde van Bij de landelijke benchmark in 2013 zal blijken hoe deze prestatie zich verhoudt tot die van de overige ROC s. In de onderstaande tabel wordt het gemiddelde jaarresultaat van ROCvA vergeleken met die van de G4-instellingen. Vergelijking van de resultaten van het schooljaar 2011 / 2012 wordt pas in de zomer van 2013 mogelijk als de landelijke cijfers bekend worden gemaakt. Jaarresultaat ROCvA ROC Amarantis ROC Zadkine ROC Albeda ROC Mondriaan ROC Mid.Ned / ,1% 60,1% 60,1% 60,2% 66,9% 69,0% 2010 / ,1% 63,3% 58,1% 58,6% 68,2% 65,8% 2011 / ,4% Resultaten 2011 / 2012 bekend omstreeks juni 2013 bron: Benchmark 2011 Het jaarresultaat is over de laatste twee schooljaren gestegen met 3,3%. Aan deze stijging liggen verschillende oorzaken ten grondslag: De toegenomen aandacht voor- en het bewustzijn van het belang van het onderwijsrendement, mede in relatie tot de uitgesproken ambitie en de toegenomen transparantie van de beschikbare gegevens. Nadrukkelijkere advisering bij opstroom naar een hoger niveau en meer belang hechten aan eerst afronden van het niveau waarop een studie wordt gevolgd. Verbetering van de administratie rond studenten, variërend van inschrijving in het juiste crebo en tijdige diplomering na afronding en specifiek bij interne doorstroom. De spin-off effecten van de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten: - verbetering van de begeleidingsstructuur, waaronder de inrichting van de LEC s en het werken met Pluscoaches; - brede aandacht door transparante taakstellingen op teamniveau en maandelijkse rapportage van de voortgang. Prestatiebox en risicoanalyses mbo Direct na het bekendmaking van de rendementscijfers mbo is, evenals in 2011, per team een prestatiebox gepubliceerd. In deze prestatiebox is per opleiding aangegeven wat over een periode van drie jaar de rendementscijfers zijn, evenals de resultaten van de tevredenheidsmetingen bij studenten, leerbedrijven en medewerkers en de ontwikkeling van het voortijdig schoolverlaten. Mede op basis van de analyse van deze informatie formuleren de teams verbeterplannen voor het komende schooljaar of stellen de bestaande plannen bij. In 2012 is voor het eerste jaar een interne benchmark gepubliceerd, een ranking list van alle mbo-teams op basis van hun jaarrendement en tevredenheidsscores. Het doel van deze benchmark is om de teams een beeld te geven van de betekenis van hun prestaties en om hen te stimuleren deze te verbeteren. 46

47 Jaarresultaat mbo per niveau 2009 / / / 2012 Niveau 1 77,2% 78,3% 81,9% Niveau 2 62,7% 64,0% 65,4% Niveau 3 59,2% 63,5% 64,0% Niveau 4 64,8% 65,7% 68,2% bron: rocva, people soft Diplomaresultaat mbo per niveau 2009 / / / 2012 Niveau 1 70,6% 73,9% 77,7% Niveau 2 60,2% 63,3% 66,7% Niveau 3 60,6% 69,4% 69,9% Niveau 4 69,2% 70,4% 72,7% bron: rocva, people soft Ontwikkeling aantal diploma's mbo Aantallen per kalenderjaar Niveau Totaal mbo bron: rocva, people soft Groei / krimp t.o.v. voorgaand jaar ,5% 27,9% 1,7% -3,6% 11,1% 2,4% 2,9% -5,0% 14,0% 18,5% -4,3% 2,3% 7,9% 6,5% -0,3% 6,7% 8,4% 10,2% -0,1% 0,8% bron: rocva, people soft Interne doorstroom naar een hoger mbo-niveau Niveau naar hoger niveau totaal per niveau % opstroom niveau ,6% niveau ,6% niveau ,2% Eindtotaal ,8% bron: rocva, people soft 11.3 Deelnemersaantallen volwassenenonderwijs Aantal deelnemers Educatie per jaar bron: rocva, people soft Aantal deelnemers vavo per jaar Groei / krimp t.o.v. voorgaand jaar -7,9% 1,7% 0,3% -6,1% bron: rocva, people soft 47

48 11.4 Tevredenheid studenten mbo In onderstaand overzicht zijn de resultaten vermeld van de interne metingen naar de tevredenheid van studenten, afgenomen in 2011 en 2012 en van het landelijk gemiddelde van de JOB monitor Uit de metingen worden drie onderdelen vermeld: de cijfers voor de school en de opleiding, en het gemiddelde percentage tevredenheid. ROCvA Landelijk gemiddelde Clusters vragen juni 11 nov 11 nov 12 JOB Monitor 2012 Cijfer school 5,6 6,0 6,1 6,4 Cijfer opleiding 5,.8 6,3 6,4 6,9 Gemiddeld % tevredenheid 45% 48% 48% 53% bron: rocva / JOB Tevredenheid: een student is tevreden wanneer deze het cijfer 6 of hoger heeft gegeven. Het Bestuur stelt vast dat op het gebied van tevredenheid van studenten nog geen grote verbetering wordt gerealiseerd. Deze constatering is in het MT besproken en wordt door de leden gedeeld. Afgesproken is dat verbetering van de tevredenheid een speerpunt is in ieder MBO College en daarmee in ieder team. Als instrument voor verbetering wordt gekozen voor het voeren van het gesprek met studenten om de achterliggende redenen van ontevredenheid te achterhalen en om, in overleg met de studenten, te komen tot verbeteringen. De resultaten worden bij iedere meting per team en per MBO College in beeld gebracht en de analyses worden door het Bestuur gepresenteerd aan de voorzitters, de ondernemingsraden en de centrale studentenraden. Ieder team en ieder MBO College kiest een focus in de verbeteracties voor het lopende schooljaar, mede op grond van gesprekken van de teams met hun studenten over de achterliggende argumenten. De in de kaderbrief 2012 geformuleerde doelstelling van 75% tevreden studenten is ambitieus en gericht op de toekomst. In 2012 is deze doelstelling met een resultaat van 48% nog niet gerealiseerd. Ook het landelijk gemiddelde bij de JOB Monitor ligt met 53% ruim onder dit percentage. Het Bestuur blijft deze ambitie echter wel handhaven. Bij de beantwoording van de open vragen uit de enquête gaven de studenten aan dat zij tevreden zijn over hun docenten, maar dat het gegeven onderwijs wel uitdagender mag zijn. Ontevreden zijn zij over de roosterwijzigingen en de communicatie daarover. Opmerkingen over de informatievoorziening betroffen vaak het ontbreken van informatie en het krijgen van niet eenduidige informatie Veiligheid Veiligheid in en om de school is een belangrijk maatschappelijk onderwerp en daarmee ook belangrijk voor het management, de medewerkers en de studenten in de school. Een veilig leer- en werkklimaat is voorwaarde voor de ontwikkeling van mensen, de productiviteit en het werkplezier en daarmee voor de kwaliteit en de continuïteit van de organisatie. Het Bestuur beschouwt veiligheid daarom als een belangrijk thema binnen de organisatie. Binnen ROCvA wordt uitgegaan van een integraal veiligheidsbeleid, waarbij veiligheid wordt opgevat als een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van medewerkers en studenten. Beide groepen leveren een bijdrage, durven elkaar op zaken aan te spreken en accepteren dit van elkaar als normaal. 48

49 Veiligheid kent fysieke componenten als (brand)veilige en goed onderhouden gebouwen, een geschoolde en regelmatig oefenende BHV-organisatie, ontruimings- en noodplannen etc. en sociale componenten zoals protocollen voor ongewenst gedrag, een Ombudsman, vertrouwenspersonen, incidentregistratie en -opvolging en een risico inventarisatie en evaluatie. Binnen ROCvA is een platform Veiligheid ingericht dat bestaat uit de voorzitter van het Bestuur en de directieleden van de MBO Colleges met veiligheid in hun portefeuille. In het platform worden de centrale kaders voor het veiligheidsbeleid vastgesteld en wordt toezicht gehouden op de uitvoering. Voor het gehele instituut is een veiligheidsregisseur aangesteld die regie voert op beleidsvorming en uitvoering. Elk MBO College heeft een veiligheidscoördinator die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Iedere zes weken is er een afstemmingsoverleg tussen de (centrale) veiligheidsregisseur en de veiligheidscoördinatoren waar de besluiten van het platform Veiligheid worden omgezet in acties en waar de uitvoeringspraktijk wordt besproken en afgestemd. Ook worden de signalen uit de dagelijkse praktijk omgezet in beleidsvoorstellen voor het platform. Daarnaast bestaat een centrale Arbo-commissie die zich bezighoudt met het beleid en de controle op de uitvoering van veiligheid, gezondheid en welzijn. Onderwerpen die hierbij onder meer aan de orde komen zijn de risico-inventarisatie en -evaluatie, de incidentregistratie, het ziekteverzuim, de BHV-organisatie en ontruimingsoefeningen. Naast de centrale Arbo-commissie heeft ieder MBO College een eigen Arbo-commissie. De centrale veiligheidsregisseur ondersteunt deze commissies bij de implementatie van centraal beleid, ziet toe op de uniforme toepassing en zorgt voor afstemming met de Centrale Arbocommissie. Ten aanzien van de fysieke veiligheid heeft ROCvA eigen beleidskaders geformuleerd voor toegangscontrole, gebouwinstallaties, de organisatie van de bedrijfshulpverlening en cameratoezicht, voor sociale veiligheid, voor incidentregistratie en crisismanagement en zijn er protocollen opgesteld voor de afhandeling van incidenten, pesten e.d.. Doelen en resultaten in 2012: In 2012 zijn de nieuwbouwlocaties in Noord, Zuid en West in gebruik genomen en aangesloten op het centrale systeem voor cameratoezicht. Voor het gebouw in Noord is in 2012 het Kiwa Keurmerk Brandveiligheid (BGB) toegekend, voor de andere locaties volgt dit in Op verschillende locaties zijn in 2012 brandveiligheidsinspecties gehouden en zijn, op basis hiervan, verbeteringen aangebracht. Alle studenten en medewerkers van de mbo-afdelingen hebben in 2011 de mogelijkheid gekregen deel te nemen aan de Monitor Sociale Veiligheid van de MBO Raad. Deelname was wisselend, in sommige teams hebben studenten en medewerkers massaal deelgenomen en in andere teams helemaal niet. In 2012 zijn de resultaten geanalyseerd en waar nodig is een verbetertraject ingezet. Vooruitlopend op de wetgeving van OCW voor incidentregistratie op scholen, is een aangepast registratiesysteem IRS in gebruik genomen. In 2012 zijn diverse medewerkers geschoold in het gebruik ervan, verdere scholing vindt plaats in Elk MBO College heeft een crisisteam voor beheersing van een crisis of calamiteit, om contact te houden met de hulpdiensten en voor de interne- en externe communicatie. In 2012 is door verschillende teams geoefend. In 2012 is in het platform Veiligheid een start gemaakt het formuleren van beleid ten aanzien van incidenten waarbij social media een rol spelen vanwege een toename van het aantal incidenten op dit gebied. 49

50 12. Medewerkers 12.1 Inleiding Met de ondertitel van de kaderbrief 2012 (Het gaat om aandacht ) benadrukt de RvB het belang en de waarde van de medewerkers. Onderwijs is mensenwerk. Dit geldt zowel voor de onderwijsprocessen als voor de ondersteunende processen. De mensen in de organisatie kunnen individueel en samenwerkend in teams het verschil maken in het bieden van kwalitatief hoogstaand onderwijs. Belangrijk daarbij is de centrale rol van het team, het eigenaarschap van de teams voor de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteitszorg, en de verantwoordelijkheid om dit continu te verbeteren. In de meerjarenstrategie krijgt professionalisering veel aandacht, met name gericht op de continue ontwikkeling en vulling van het begrip professional. Dit sluit aan bij het regeringsbeleid zoals dit is geformuleerd in de nota Focus op vakmanschap, ook hierin is de professionalisering van docenten een kernpunt. Onderzoek wijst uit dat de invloed die de school heeft op de leervorderingen en de ontwikkeling van leerlingen tot 67% bepaald kan worden door de docent. Dit betekent dat de deskundigheid van medewerkers hoog dient te zijn en te blijven. De basis van professionalisering is het zorgvuldig en consequent doorlopen van de cyclus van functioneren en beoordelen. Hierin worden afspraken gemaakt op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. Voor docenten zijn hierin de vakbekwaamheidseisen uit de wet BIO maatgevend. Uit onderstaand verslag wordt duidelijk dat HRM de Professionalisering in 2012 een enorme impuls heeft gegeven, dit was mogelijk doordat hiervoor ook aanvullende budgetten ter beschikking kwamen Beleidsuitgangspunten en ontwikkelingen HRM In 2012 heeft een actualisering van het strategisch HRM-beleid plaatsgevonden. Het uitgangspunt van het HRM-beleid is: Een goede onderwijskwaliteit staat of valt met het werken met goede mensen. HRM richt zich op het bereiken van de volgende doelen: Een professionele beroepshouding van alle medewerkers. Alle medewerkers zijn aanspreekbaar op hun resultaten. De verantwoordelijkheden zijn helder en eenduidig belegd in de teams. De inzetbaarheid van de medewerkers wordt sterk bepaald door de vraag van het onderwijs. Goede kwaliteit tegen zo laag mogelijke kosten. Professionalisering van alle medewerkers heeft de hoogste prioriteit. Het beleggen van verantwoordelijkheden voor de te bereiken resultaten in de teams stelt eisen aan teamontwikkeling en werkoverleg. Van het management wordt versterking van de sturings- en verbindingskracht gevraagd. Werving, selectie, functioneren en beoordelen moeten gaan werken als waarborginstrumenten voor het halen en behouden van kwaliteit. De inzet van mensen moet in overeenstemming gebracht worden met de (financiële) middelen. Belangrijke ontwikkelingen met personeelsconsequenties in 2012 In 2012 heeft de oplevering van de nieuwe onderwijsgebouwen in Noord, Zuid en West geleid tot een grootscheepse verhuizing van leerlingen, opleidingsteams en ondersteunend personeel. 50

51 12.3 Personele bezetting en verhouding Primair proces (PP) / Secundair proces (SP) Per 31 december 2012 waren medewerkers werkzaam bij ROCvA in een bezetting van in totaal 2.018,8 fte. Aantal medewerkers Totaal Man Vrouw PP SP ROCvA totaal % 45% 55% 73,0% 27,0% Mbo % 44,5% 55,5% 72,0% 28,0% VOvA % 48,1% 51,9% 78,3% 21,7% Aantal WTF Eenheid WTF totaal WTF PP WTF SP Aandeel SP MBO College Zuidoost 186,7 146,5 40,1 21,5% MBO College Westpoort en Noord 244,9 193,9 51,0 20,8% MBO College Hilversum 315,3 236,6 78,7 25,0% MBO College Centrum 161,1 124,8 36,3 22,5% MBO College West 272,2 213,3 58,9 21,6% MBO College Airport en Amstelland 245,1 199,4 45,7 18,6% MBO College Zuid 204,8 157,7 47,1 23,0% Educatie en Inburgering 141,1 103,4 37,7 26,7% Centrale diensten 247,6 8,5 239,0 96,5% Totaal mbo en Educatie 2.018,8 1384,1 634,5 31,4 % VOvA 361,8 275,4 86,4 23,9 % Totaal mbo, Educatie en VOvA 2.380, ,5 720,9 30,3 % De uitgangspunten van het formatiebeleid zijn voor het mbo: Verhouding Primair proces / Secundair proces op ROC-niveau: 70 / 30. Verhouding Primair proces / Secundair proces per MBO College: 79 / 21. Voor het VOvA is dat maximaal 20% indirect ondersteunende medewerkers. Het streefpercentage bij het mbo van maximaal 30% van de personeelsomvang werkzaam bij het secundaire proces, is in 2012 bijna gerealiseerd. In 2013 wordt de ontwikkeling verder doorgezet Ziekteverzuim Overzicht totaal verzuimpercentages inclusief en exclusief langdurig verzuim (verzuim langer dan 52 weken) Inclusief lang Exclusief lang Inclusief lang Exclusief lang ROCvA 6,7 5,1 6,4 5,0 VOvA 5,0 4,5 4,9 4,4 51

52 Verzuimcijfers 2012 ROC van Amsterdam, in vergelijking tot voorgaande jaren: Inclusief langdurig verzuim Exclusief langdurig verzuim ROCvA 6,4 6,7 6,6 6,9 6,5 5,0 5,1 5,2 5,6 4,7 Centrale diensten 5,5 8,1 8,0 9,5 8,0 3,6 4,5 5,1 6,9 5,1 Zuidoost 7,4 6,3 6,6 8,3 6,5 5,6 4,9 4,4 6,4 5,0 Westpoort en Noord 5,5 6,1 6,4 5,6 5,7 4,0 4,5 5,4 4,2 3,4 Hilversum 6,5 6,4 6,2 6,2 6,3 5,3 5,4 5,3 4,9 4,3 Centrum 6,5 6,8 6,3 6,0 6,3 5,0 5,3 5,0 5,0 5,1 West 5,7 5,2 5,5 6,0 5,9 5,2 4,3 4,3 5,5 4,8 Airport en 6,2 5,4 6,8 6,3 5,3 5,3 5,1 5,7 6,0 4,1 Amstelland 6,7 4,4 Zuid 3,8 3,5 Educatie en Inburgering 10,4 10,5 9,3 9,0 8,9 6,8 7,7 7,7 7,3 5,5 VOvA (vo / vmbo) 4,9 5,0 5,0 4,5 5,4 4,4 4,2 3,5 3,7 5,3 In 2012 is de samenstelling van de meeste MBO Colleges veranderd als gevolg van de vorming van het nieuwe MBO College Zuid en de verschillende verhuisbewegingen. Ook het ziekteverzuim van vestiging MBO College Amstelland is in het overzicht als apart MBO College opgenomen en komt daardoor in het overzicht van 2012 voor het eerst voor. Het streven voor 2012 was om het ziekteverzuim te beperken tot maximaal 5% of ten minste een vermindering met 1% ten opzichte van Deze doelstelling is behaald bij VOvA. Het totale percentage verzuim bij ROCvA is weliswaar licht gedaald (0,3%), maar vertoont in de afgelopen jaren weinig verandering. Bij de MBO Colleges is zowel sprake van stijging (4) als daling (2). Het ziekteverzuim bij Educatie en Inburgering bleef hoog, ongetwijfeld door de onrust als gevolg van de afbouw. Opvallend is de sterke daling van het verzuim bij de centrale diensten, een afname met 2,6%. Dit is vooral het geval als gevolg van de afname bij de Facilitaire Dienst en dienst ICT. Hierop wordt later in dit verslag dieper op ingegaan. Op centraal niveau zijn de onderstaande acties ondernomen om het verzuim te verlagen: Keuze voor een nieuwe Arbo-dienst. Vanwege ontevredenheid over de diensten van de Arbo-dienst is besloten per 1 januari 2013 over te gaan naar Arbo-dienst 365 voor zowel ROCvA als VOvA. Nadrukkelijk is het beleid ingezet om vroegtijdig contact te leggen tussen ziek gemelde medewerkers en leidinggevenden. De nieuwe Arbo-dienst traint leidinggevenden ook op tot het voeren van goede gesprekken onder de titel Verzuim is een keuze. Daarnaast is eind 2012, meer dan daarvoor, een gestructureerde aanpak gestart bij de begeleiding van langdurig zieke collega s. Inzet van bureau Falke en Verbaan. Onder andere als gevolg van de verzuimtraining van Falke en Verbaan is het ziekteverzuim van de centrale diensten behoorlijk gedaald. Besloten is om een medewerker van het bureau aanwezig te laten zijn bij het platform HRM om mee te denken in de verdere ontwikkelingen. Informatiebijeenkomst van UWV, ABP en Loyalis voor alle P&O ers. De nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de WIA zijn toegelicht. De veranderingen in de ziektewet en hoe een loonsanctie voorkomen kan worden, worden in een aparte informatiebijeenkomst in januari 2013 door UWV toegelicht. 52

53 Aanpak ziekteverzuim centrale diensten Het terugdringen van het percentage ziekteverzuim bij de centrale diensten is een aantal jaren geleden ingezet. In bilaterale overleggen met directeuren en hoofden van de centrale diensten bespreekt de personeelsadviseur het ziekteverzuim. De aanpak van het ziekteverzuim is daarmee tot een bespreekbaar onderwerp geworden en niet alleen tussen directeur en personeelsadviseur maar ook van directeur met de leidinggevenden. De ziekteverzuimgesprekken zijn geïntensiveerd. Hierbij voert iedere leidinggevende een gesprek met een medewerker, die zich meer dan drie keer in een jaar ziek meldt. Doel van dit gesprek is bewustwording bij de leidinggevende en, samen met de medewerker, bespreken hoe het verzuim minder kan worden. In het najaar van 2011 is gestart met het geven van trainingen om het hoge ziekteverzuim aan te pakken. In de trainingen staan sturen op gedrag en ziek melden is een keuze centraal. Door deze training is de rol van de leidinggevenden concreter geworden. Het continue agenderen van het item ziekteverzuim in de bilaterale overleggen en de trainingen heeft een positief effect gekregen op het terugdringen van ziekteverzuim bij de centrale diensten. Verzuim centrale diensten: Dienst jan jan jan jan verschil HRM 2,7 % 2,1 % -0,6% ICT 7,1 % 2,5 % - 4,6% Facilitaire Dienst 8,0 % 3,3 % -4,7% PRC&M 2,2 % 4,8 % + 2,6% Dienst Financiën 4,8 % 4,4 % -0,4% Bestuursdienst 6,5 % 9,2 % + 2,7% Dienst Onderwijsinformatie - 5,5 % n.v.t. Update ziekteverzuim voor de Centrale Diensten (t/m 22 januari 2013) Met name bij de dienst ICT en de Facilitaire Dienst is het ziekteverzuim spectaculair afgenomen. Bij de Bestuursdienst en Dienst PRC&M is daarentegen nog sprake van een stijging Professionalisering Binnen ROCvA worden onder centrale regie de onderstaande activiteiten voor professionalisering uitgevoerd. Daarnaast is nog sprake van activiteiten door de MBO Colleges en van individuele scholingsactiviteiten. Uitvoering van het plan van aanpak professionalisering in het kader van het bestuursakkoord MBO Raad / OCW en vanuit het professionaliseringsbudget van OCW. Update van het HRM instrumentarium voor functioneren en beoordelen in het licht van de 360º-feed back en de wet BIO. Uitvoering van het management development programma (MD) voor opleidingsmanagers. Leergang managementvaardigheden voor docenten met coördinerende taken. Uitvoering van de BVE cursussen voor zij-instromers. LC-scholing: een intensief scholingsprogramma voor 412 docenten die gepromoveerd zijn naar de LC-functie. Doel: vorming van een groep seniordocenten / experts die samen met de opleidingsmanagers en collega s de kwaliteit van het onderwijs verder weten te brengen langs de onderstaande lijnen: - Klassenmanagement in 2012 afgerond door 191 medewerkers - Kwaliteitszorg en Inspectiekader in 2012 afgerond door 97 medewerkers - Onderwijslogistiek in 2012 afgerond door 95 medewerkers - Docentenstages In 2012 afgerond door 5 medewerkers 53

54 Management Development bij ROCvA: - In november 2012 is de 4 e groep gestart met 16 deelnemers. - Het programma is gericht op het versterken en verbreden van het middenkader en op de permanente ontwikkeling en het vakmanschap van de middenmanagers. - Looptijd van 18 maanden. - Programma is verdeeld in 3 perioden: * Leidinggeven aan leren en aan organiseren. Aandacht voor (team)leren en professionaliseren, systeemdenken en perspectieven op organiseren. * Het huis op orde: facetten van bedrijfskunde en financiën. * De blik van binnen naar buiten, veranderen en innoveren. De Leergang managementvaardigheden voor docenten met coördinerende taken. - Training gericht op het voor elkaar krijgen van zaken zonder hiërarchische bevoegdheid. - De leergang heeft een looptijd van 4 maanden met 4 modules. - Belangrijke onderwerpen: effectieve communicatie, beïnvloeding, groepsdynamica, draagvlak en betrokkenheid, situationeel leidinggeven, samenwerken en coachen. - In november 2012 start van de 14 e training. Uitvoering van de BVE-cursussen voor zij-instromers: PDA - BVE cursus 2012 Aantal Certificaat Nog Gestopt deelnemers behaald bezig Voor 2012 gestart, in 2012 afgerond In 2012 gestart, wordt deels in 2013 afgerond Totaal Instructeursopleiding - In 2012 hebben 8 van de 12 gestarte personen het certificaat behaald. Bij vier zal dat in 2013 plaatsvinden. Begeleiding, cursus Coach in het Onderwijs - In 2012 hebben 6 docenten van ROCvA de cursus Coach in het Onderwijs afgerond. Deze collega s begeleiden en helpen (nieuwe) collega s. De deskundigheidsbevordering voor de verhoging van het niveau van de examenkwaliteit is in 2012 gestart. De scholing ter verhoging van de deskundigheid taal en rekenen is voortgezet: - Opleiden van extra assessoren voor examinering. - Alle MBO Colleges zijn gestart met het trainen van rekendocenten. - Training van docenten tot plusdocenten voor de begeleiding van zwakke studenten. - Externe begeleiding van een groep docenten bij het inrichten en maken van beroepsgerichte examens voor spreken, gesprekken en schrijven. - Deskundigheidsbevordering bij de Expertbijeenkomsten taal en rekenen: * Kennis delen d.m.v. presentaties van good practices. * Workshops van externe deskundigen over didactiek en kwaliteit. De lerarenbeurs - In 2012 hebben 24 docenten een lerarenbeurs aangevraagd. Allen zijn gestart. Enkele directieleden van de MBO Colleges volgen op Nijenrode het programma Touching the Community Soul, over leiderschap in een veranderende wereld. Bij dienst HRM zijn de onderstaande zaken op het gebied van professionalisering in ontwikkeling: - Opleiding en ontwikkeling van medewerkers in de ondersteunende functies. - Introductie van 360 º- feedback: ontwikkelen van beleid en instrumentarium. - MD-programma Via de MBO Raad nemen wij deel aan de pilot projecten voor het betekenisvol inrichten van een Docentenregister. 54

55 12.6 Mobiliteit Resultaten mobiliteit ROCvA mbo Docenten (in fte) Ondersteunend personeel (in fte) Plaatsing mbo 31 16,5 Vrijwillig ontslag en vertrekregeling 20 3 Pensioen 5 3 Ontslag 25,5 10 Daar waar mogelijk zijn medewerkers herplaatst binnen de organisatie. Om dit mogelijk te maken bestaat al geruime tijd een vacaturestop. Indien interne herplaatsing niet mogelijk was, is gestart met een outplacementtraject. Gebleken is dat het lastig is om medewerkers te begeleiden naar een functie buiten de organisatie. Factoren die daarbij een rol spelen zijn: De slechte situatie op de arbeidsmarkt. De grote afstand tot de arbeidsmarkt van veel medewerkers. Hoge gemiddelde leeftijd. Eenzijdige opleiding en werkervaring. Hoogte van het salaris en andere secundaire arbeidsvoorwaarden. Soms een slechte beheersing van de Nederlandse taal. Slechts in een beperkt aantal gevallen heeft het outplacement geresulteerd in een andere functie. Verklaring van de resultaten De herplaatsing naar het mbo van de docenten is voor veel mensen, maar niet voor iedereen, gelukt. Gebleken is dat de overstap van educatie naar het mbo voor een groep docenten te groot was, ondanks alle inspanningen op het gebied van begeleiding, scholing en geleidelijk inwerken. De voornaamste reden daarvan betreft de andere doelgroep, de mbo studenten. Om de overstap zo goed mogelijk te laten verlopen zijn, samen met het Centrum voor Nascholing Amsterdam (CNA), drie scholingstrajecten ontwikkeld. Van de 56 docenten die met dit overstaptraject zijn gestart, waren eind 2012 nog 35 docenten met de scholing bezig, 21 personen waren gestopt. In vergelijking met eerdere jaren hebben meer medewerkers gekozen voor een vertrekregeling. Een verklaring hiervoor kan zijn dat het ontslag nu een meer definitief karakter had dan in de voorgaande jaren. Ook heeft een aantal medewerkers via detachering een baan buiten de organisatie gevonden. De verwachting is dat zij na de detacheringsperiode in dienst kunnen treden van de nieuwe werkgever. Verder is formatieruimte ontstaan doordat niet boventallige collega s gebruik hebben gemaakt van een vertrekregeling, waardoor de boventalligheid van andere collega s kon worden beëindigd. De opnamecapaciteit voor het ondersteunende personeel was beperkt. De ontstane formatieruimte is optimaal benut om medewerkers te herplaatsen Tevredenheid medewerkers Het uitgangspunt van het HRM-beleid is dat de onderwijskwaliteit staat en valt met het werken met kwalitatief goede mensen. Belangrijk daarbij is dat onze medewerkers met plezier naar hun werk gaan. Dat zij hun werk kunnen uitvoeren in een organisatie waar het prettig werken is en waar ruimte is voor initiatief en invloed op de directe werkomgeving. 55

56 Mede daarom heeft dienst HRM in het schooljaar 2012 / 2013 in samenwerking met, en uitgevoerd door TNO, het onderzoek Van werkdruk naar werkplezier in gang gezet. Het onderzoek heeft tot doel om bij alle werknemers in het educatieve proces, knelpunten en oplossingen voor werkplezier vast te stellen. Hoewel de werkdruk in het onderwijs onmiskenbaar is, is de werknemersbevlogenheid het hoogst van alle sectoren. En juist die bevlogenheid willen wij stimuleren door het werkplezier te verbeteren. Dat is niet eenvoudig met alle eisen van buitenaf en van binnenuit, zoals bijvoorbeeld de wens om het onderwijs te intensiveren, de invoering van passend onderwijs en de toenemende aandacht voor professionalisering van docenten. Een eerste stap op weg naar de verbetering van het werkplezier is het in kaart brengen van knelpunten én oplossingsmogelijkheden. Dit is niet gedaan door mensen van buiten maar door de werknemers van de scholen zelf. TNO heeft hiertoe interviews afgenomen met (algemene) vakdocenten uit alle MBO Colleges, waarbij ook de knelpunten van instructeurs en assistenten aan bod zijn gekomen. De interviews hebben geleid tot een lijst van thema s die, na aanvulling door de klankbordgroep, in een digitale vragenlijst aan alle docenten, instructeurs en assistenten is voorgelegd. Bij het onderzoek is gevraagd naar ervaring van werkdruk, werkstress en bevlogenheid en de verschillen in de beleving daarvan tussen MBO Colleges, in MBO Colleges, tussen leeftijdsgroepen, ervaren en nieuwe docenten en tussen vakgroepen en studierichtingen. Ook wordt gevraagd naar factoren die energie geven en welke aanpassingen zouden kunnen leiden tot minder werkdruk en werkstress en grotere bevlogenheid. De gegevens worden anoniem verwerkt, waarna TNO begin 2013 de resultaten presenteert aan de managementteams van de MBO Colleges en aan het Bestuur. De managementteams dragen zorg voor verdere communicatie in de teams met monitoring van het proces door de klankbordgroep. Het Bestuur verwacht dat deze onderzoeksopzet de kans op daadwerkelijke acties in 2013 ter verbetering van de geconstateerde knelpunten aannemelijk maakt. In verband met de uitvoering van het onderzoek Van werkdruk naar werkplezier in 2012 is het medewerkeronderzoek uitgesteld tot Kernwaarden In 2011 is begonnen met het werken vanuit gemeenschappelijke kernwaarden. Deze ontwikkeling is in 2012 voortgezet. De stappen die gezet worden zijn: 1. Het bepalen van de kernwaarden Het laden van de kernwaarden, het vertalen naar concreet gedrag in het dagelijkse werk. 3. Het doorleven van de kernwaarden. Het naleven van het afgesproken gedrag is gemeengoed geworden en behoort tot de kenmerken van de organisatie. 4. Het in het systeem brengen van de kernwaarden. Het opnemen van de kernwaarden in de processen van de organisatie. In 2012 hebben alle MBO Colleges met uitzondering van MBO College West, in verband met het betrekken van het nieuwe gebouw, met alle medewerkers een centrale kick-off bijeenkomst over de kernwaarden gevolgd. Vervolgens is de uitrol naar alle teams gestart, het laden in gedrag. 11 De kernwaarden zijn: Betrouwbaar, Aandacht, Prettig, Ambitieus, Daadkrachtig / Vakkundig. 56

57 De doelen van deze activiteit zijn: Deelnemers weten wat de kernwaarden zijn. De kernwaarden inhoud geven door deze te vertalen naar concreet gedrag. Output hiervan zijn actiepunten voor het team en voor iedere medewerker persoonlijk. De deelnemers zien in hoe zij de kernwaarden kunnen toepassen in hun dagelijkse werkzaamheden en in hun gedrag. Gevoel van de deelnemers na de sessie: Ik snap het, ik wil erbij horen en ik wil hiervoor staan. Ik kan er wat mee en ik ga hier mee aan de slag. Eind december 2012 hebben ruim medewerkers deze verdiepende sessie gevolgd. De bijeenkomsten werden uitgevoerd door 12 eigen medewerkers die door het ondersteunende bureau Business Openers zijn opgeleid tot trainer internal branding. Op 7 november 2012 vond op niveau van het topmanagement een gezamenlijke kernwaardensessie plaats. Hierbij is door het Bestuur, de voorzitters van de directies van de MBO Colleges en de directeuren van de centrale diensten, ieder in hun eigen kring, de invulling van de kernwaarden in hun gedrag geschetst, en daarna met elkaar gedeeld. Doel van de bijeenkomst was te komen tot een helder inzicht in ieders vormgeving van het werken met de kernwaarden en tot meer eenduidigheid in het gedrag. De leidinggevenden zijn verantwoordelijk om het gesprek over de kernwaarden gaande te houden. Als ondersteuning hierbij is het boekje Merkwaardig aan de slag als toolkit verspreid. Hierin staan tips om de kernwaarden steeds terug te laten komen in de bestaande dagelijkse werkzaamheden. Het doel voor 2013 is dat alle teams deze verdiepende sessie hebben doorlopen. Ook zal in 2013 per team een effectmeting op het werken met de kernwaarden plaatsvinden. Verder zal in 2013 gewerkt worden aan de verankering van de kernwaarden in de HRM-processen. Zo zullen bijvoorbeeld individuele actiepunten onderdeel gaan uitmaken van de functioneringsgesprekken Resultaatverantwoordelijke teams De teams staan centraal. Ook in 2012 is deze ontwikkeling doorgezet. Het accent heeft gelegen op het transparant beschikbaar stellen en onder de aandacht brengen van informatie over de resultaten bij de leden van de teams en deze in toenemende mate te betrekken bij de analyse en het formuleren van verbeteracties. In de prestatiebox zijn de resultaten gepresenteerd op het niveau van de opleiding in plaats van teamniveau, waardoor nog scherper wordt waar de behoefte aan verbetering ligt. Verder krijgen de teams door de invoering van de interne benchmark een beeld van het niveau van hun resultaten in vergelijking met andere teams die soms dezelfde opleidingen aanbieden. Deze verheldering van de prestaties is tevens een prikkel om te komen tot verbetering. In de periodieke verantwoordingsgesprekken komen deze specifieke resultaten, analyses en de verbeteracties in de teamplannen aan de orde. In toenemende mate worden leden van de teams daarbij betrokken. Ten slotte is het thema resultaatverantwoordelijkheid en de mogelijkheden om de resultaten te beïnvloeden onderwerp van gesprek geweest van de gesprekken die het Bestuur heeft gehad met de teams die zij in 2012 heeft bezocht CAO ontwikkelingen In 2012 hebben de sociale partners de CAO wederom verlengd. 57

58 12.11 Beheersing van uitkeringen na ontslag De beheersing van de ontslaguitkeringen heeft in 2012 op dezelfde manier plaatsgevonden als in voorgaande jaren: Beperking van de instroom (met uitzondering van reorganisaties en reducties). Tweejaarlijkse toetsing op de rechtmatigheid van de ontslaguitkering door dienst HRM. Inschakeling van het Mobiliteitsbureau van dienst HRM en van outplacement specialisten om de duur van de ontslaguitkeringen zoveel mogelijk te beperken. 58

59 13. Governance en samenwerkingsrelaties 13.1 Governance Het Bestuur van ROCvA en de RvT werken binnen de Governance-code zoals die door de BVE-sector is opgesteld. Voor de verslaglegging over 2012 is hierbij gebruik gemaakt van de checklist van de MBO Raad die is opgebouwd naar de elementen van de code Goed bestuur in de bve-sector en overige governance-elementen in de regelgeving over jaarverslaglegging in het onderwijs. Het Bestuur heeft geconstateerd dat aan bijna alle genoemde punten uit de checklist wordt voldaan, behalve aan de formele vastlegging van het handelen in een integriteitscode. Wel wordt gewerkt vanuit een gedragscode voor medewerkers, deelnemers en anderen die in opdracht van ROCvA werkzaamheden verrichten, maar er bestaat nog geen integraal document met alle aspecten van integriteit, dat in overleg met de ondernemingsraad is opgesteld. In deze omissie zal op korte termijn worden voorzien. Verantwoording over de overige punten zoals vermeld in de checklist, en daarmee in de branchecode, vindt op verschillende punten in dit jaarverslag en in de jaarrekening plaats. In deze paragraaf over governance wordt specifiek ingegaan op de sturing van de organisatie en het beheersen en toezicht houden, op de afhandeling van klachten, de zeggenschap van studenten en medewerkers, de tevredenheid van bedrijven beroepspraktijkvorming en de samenwerkingsrelaties. De sturing van de organisatie, het beheersen en toezicht houden werd ook in 2012 vormgegeven door het werken volgens een vaste beleidscyclus. Op basis van de meerjarenstrategie geeft het Bestuur in de jaarlijkse kaderbrief aan welke doelen voor dat kalenderjaar centraal staan en binnen welke kaders wordt gewerkt. Alle organisatieonderdelen formuleren hier vanuit in een jaarplan hun doelen, de beoogde resultaten en de acties om die te bereiken. Driemaal per jaar vinden hierover verantwoordingsgesprekken plaats tussen het Bestuur en de voorzitters van directies van de MBO Colleges, die ook regisseur zijn van een of meer domeinen, met de gedelegeerd bestuurder van VOvA en met de directeuren van de centrale diensten, de zogenaamde Q-gesprekken 12. Deze cyclus van gesprekken op basis van in jaarplannen geformuleerde doelen en acties vindt ook plaats in de MBO Colleges tussen de directies en de opleidingsmanagers en in de vo-scholen tussen de directie en de schoolleiders. Enkele cruciale resultaten worden vastgelegd in managementcontracten. Het Bestuur sluit een managementcontract met de voorzitters van de MBO Colleges en de gedelegeerd bestuurder van het vo en met de directeuren van de centrale diensten. Daarbij sluit het Bestuur een managementcontract met de RvT. Centrale thema s in de cyclus van verantwoordingsgesprekken zijn de financiële realisatie, de kwaliteit van het onderwijs en personele aspecten als professionalisering, ziekteverzuim en de verhouding tussen medewerkers in het onderwijsproces en in de ondersteunende processen. Maandelijks brengt de dienst Financiën een financiële rapportage uit zodat de actuele financiële situatie voortdurend goed in beeld is. Voor de kwaliteit van het onderwijs wordt eenmaal per jaar een risicoanalyse uitgevoerd op instituutsniveau naar aanleiding van het jaarresultaat en het diplomaresultaat. 12 Q-gesprekken vinden plaats per quadrimester (periode van 4 maanden). 59

60 Na analyse hiervan door de directies van de MBO colleges worden verbeterplannen geformuleerd en uitgevoerd. Deze verbeterplannen komen tot stand door de voorstellen en acties die door de teams worden benoemd. Verdere informatie voor het verkrijgen van een beeld van de kwaliteit van het onderwijs komt uit de tevredenheidsmetingen onder studenten, medewerkers en beroepenveld, eventueel inspectieonderzoek en uit audits. Alle informatie wordt op teamniveau of per opleiding geleverd om de teams in staat te stellen verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteitsverbetering. Naast het vragen naar de tevredenheid over de kwaliteit van het onderwijs worden enkele groepen stakeholders nadrukkelijk betrokken bij kwaliteitsverbetering. ROCvA onderscheidt de volgende stakeholders: Medewerkers. Studenten / leerlingen / deelnemers. Bedrijven en instellingen, kenniscentra, VNO-NCW, MKB, bedrijfsleven per gemeente, Kamer van Koophandel, branches, Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs. Het onderwijsveld, partnerscholen en toeleverende en afnemende scholen (vmbo / havo / vwo en hbo). De overheid, gemeenten, stadsdelen, ministerie OCW. Voor participatie van de studenten, vertegenwoordigers van het werkveld en van de medewerkers in de ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van het onderwijs is structureel overleg ingericht.met studenten wordt overlegd gevoerd in klassenvertegenwoordiger overleggen en door middel van ronde tafelgesprekken. In ieder MBO College is een studentenraad ingericht en voor het gehele ROC bestaat een centrale studentenraad. Inspraak van medewerkers is geborgd door de aanwezigheid van de ondernemingsraad bij het mbo en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bij het vo. Bij ieder MBO College is een onderdeelcommissie geïnstalleerd die de zeggenschap op collegeniveau behartigt. Iedere 14 dagen vindt overleg plaats tussen het College van Bestuur en het dagelijks bestuur van de ondernemingsraad van het mbo. Met het beroepenveld worden per domein op operationeel niveau bedrijfsadviescommissies (BAC s) en werkveldcommissies gevormd. Hier wordt de inhoud van het onderwijs besproken, in het bijzonder van de examinering, maar ook de arbeidsmarktbehoefte, de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de plannen van de betreffende teams Klachten en afhandeling ROCvA kent verschillende klachtenregelingen, zowel voor externe klachten als voor klachten van intern betrokkenen zoals medewerkers en studenten en hun ouders. De regelingen zijn via internet en intranet goed toegankelijk. Daarnaast bestaat binnen ROCvA een klokkenluidersregeling. ROCvA kent al enige jaren een eigen Ombudsman voor klachten over het onderwijs. Een klachtenloket is ingericht om de toegankelijkheid laagdrempelig te maken (ombudsman@rocva.nl). De Ombudsman verwijst, bemiddelt en adviseert. Deze inrichting van het omgaan met klachten maakt het mogelijk klachten goed in beeld te krijgen, deze zorgvuldig af te handelen en het geeft de mogelijkheid ervan te leren en verbetering te ondernemen. Via de Ombudsman kwamen in 2012 totaal 430 klachten binnen, waarvan het merendeel van studenten (337). Deze hadden betrekking op studie advisering, -voortgang en begeleiding en op kwesties over de onderwijsorganisatie. 60

61 Het aantal meldingen van klachten door studenten is in 2012 opnieuw toegenomen, het aantal meldingen door medewerkers nam in 2012 wederom af. Ook het aantal adviesverzoeken vertoont een dalende lijn, zowel bij medewerkers als bij studenten. Aantal meldingen en klachten Ombudsman 2012 Studenten Medewerkers Totaal Jaar Klachten Advies Totaal Bron: Jaarverslag 2012 Ombudsman ROCvA De oorzaak van de toename van het aantal klachten is niet onderzocht. Ook bij andere instellingen ziet men een stijging van het aantal klachten. Een verklaring wordt gezocht in het kritischer worden van consumenten en dus ook van studenten en ouders. Daarnaast weten ouders en studenten de Ombudsman steeds eenvoudiger te vinden, mede dankzij de interne doorverwijzing binnen ROCvA. Uit onderzoek 14 blijkt dat klachten die formeel via een klachtenloket worden neergelegd vaak het zichtbare gedeelte zijn van onvrede. Gemiddeld gaat slechts één op de vijftig van de ontevreden klanten over tot een formele melding. Het is dus zaak de meldingen serieus te nemen en gepaste maatregelen te nemen. De grondoorzaak van onvrede en van de meeste klachten bij de medewerkers komt vaak voort uit een spagaat van wat de organisatie voor ogen heeft en het dagelijkse gedrag en handelen. Medewerkers voelen zich daardoor soms klem zitten tussen het gewenste ambitieniveau en het dagelijkse handelen vanuit de waan van de dag. Het gevolg kan zijn dat studenten en ouders zich daardoor opzij gezet, niet serieus genomen of niet gehoord voelen. De Ombudsman slaat bij klachten vaak een brug tussen de klager en de organisatie. Door bemiddeling ontstaat meestal weer de nodige ruimte om te communiceren, te luisteren en te accepteren. Dit genereert aandacht en een serieuze, respectvolle houding (prettig) wat uitmondt in concrete oplossingen of maatregelen (daadkracht). Op die manier wordt ROCvA weer een betrouwbare organisatie en school en ontstaat weer ruimte om de ambities te realiseren Vertrouwenspersoon medewerkers In 2012 hadden ruim 20 medewerkers van ROCvA een taak als vertrouwenspersoon ten aanzien van sociale veiligheid en integriteit tussen medewerkers en studenten. Daarnaast was er een vertrouwenspersoon voor medewerkers. Er is een loket voor ongewenste omgangsvormen en persoonlijke vragen dat drie dagen per week open is. De vertrouwenspersonen voor studenten en de vertrouwenspersoon voor medewerkers werken vanuit het reglement voor vertrouwenspersonen. Zij houden zich bezig met het smalle klachtrecht dat gaat over ongewenste omgangsvormen, discriminatie, geweld en pesten zowel fysiek als misbruik van digitale media. De gedragscode voor studenten en medewerkers van het ROCvA vormt de leidraad voor de beoordeling van klachten en gedrag. Deze gedragscode staat op internet en intranet. Het bestaan ervan, evenals de aanwezigheid van de vertrouwenspersonen, wordt vermeld in de studiegidsen. 13 In 2010 zijn eenmalig, als gevolg van de publicitaire acties van A. Marcouch, 81 extra klachten van studenten ontvangen. 14 Tarp onderzoek, 61

62 De vertrouwenspersonen van ROCvA hadden in 2012 viermaal een bijeenkomst waarin zij casuïstiek uitwisselen en trends bespreken. Daarnaast zorgen allen ervoor dat zij door scholing en aansluiting bij de Landelijke Vereniging Van Vertrouwenspersonen gecertificeerd zullen zijn. Dit zal in 2013 zijn afgerond. Door de diverse verhuizingen in 2012 zijn veel medewerkers en studenten in een nieuwe omgeving terecht gekomen dikwijls met nieuwe collega s en andere studenten. Voor zowel studenten als medewerkers betekent dit een zekere periode zoeken naar de eigen plek in het gebouw en hun plaats in de dagelijkse organisatie. Eenieder heeft hier enige tijd voor nodig om daadwerkelijk te landen in zijn / haar situatie. De vertrouwenspersoon beschouwt het werken vanuit de kernwaarden als een goede mogelijkheid om het handelen vanuit veiligheid te bevorderen. Dit is nog niet altijd in voldoende mate aanwezig waarbij een toename wordt geconstateerd van het pesten via internet van zowel studenten als medewerkers. In het jaar 2012 hebben 115 medewerkers van ROCvA een hulpvraag neergelegd bij de vertrouwenspersoon Zeggenschap studenten Op 11 juni 2012 is de Centrale Studentenraad (CSR) van ROCvA geïnstalleerd. De CSR bestaat uit één vertegenwoordiger en één schaduwpersoon van elk MBO College. Ook ieder MBO College heeft een studentenraad. Zowel de CSR als de decentrale studentenraden hebben een van de medewerkers van ROCvA als coach. Er is een werkplan opgesteld voor het schooljaar 2012 / 2013 met het reglement, de taken van de coaches en de CSR-leden, de vergaderfrequentie, en de begroting. Verder zijn enkele werkgroepen ingesteld om de geformuleerde doelen te realiseren. De CSR vergadert eenmaal per maand steeds op een ander locatie van ROCvA. Iedere woensdag komt het DB bijeen, gezamenlijk met de coach. De voorzitter van het Bestuur wordt tweemaal per jaar uitgenodigd. Daarnaast vergadert het DB van de CSR driemaal per jaar met de voorzitter van het Bestuur. Het DB van de CSR heeft kennis gemaakt met de OR van ROCvA. In 2013 zal ook gezamenlijk overleg plaatsvinden van de CSR met de voorzitter van het Bestuur en de voorzitter van de OR. Alle leden van de CSR zijn bij JOB op cursus geweest. Om elkaar beter te leren kennen is er tweemaal en teambuildingsbijeenkomst geweest. In 2012 heeft de CSR bijeenkomsten bijgewoond waar de resultaten van de JOB-enquête werden besproken en hebben enkele leden deelgenomen aan het ROCvA-studentendebat. Er zijn zes werkgroepen gevormd: Excursie, Promotie / communicatie, Website CSR, Scholing CSR, Studentenactiviteit en Verkiezingen Zeggenschap medewerkers Het Bestuur en de OR hebben in 2012 in een open overlegstructuur diverse onderwerpen besproken. Ook zijn enkele onderwerpen ter advisering en / of instemming voorgelegd aan de OR. Het Bestuur en de voltallige OR voeren ongeveer 5 x per jaar overleg. Daarnaast overlegt het DB van de OR 1x per 14 dagen met het Bestuur. Minimaal viermaal per jaar heeft een lid van de RvT overleg met het DB van de OR. 62

63 Onderstaand de belangrijkste onderwerpen die in 2012 besproken zijn in het overleg tussen de OR en de het Bestuur: Meerjarenstrategie. Kaderbrief en begroting. Uitkomsten van benchmark gegevens en studentenenquêtes. De ontwikkelingen in onze omgeving en de opinies: Amarants, discussie over grootschaligheid versus kleinschaligheid. De ontwikkeling van onze studentenaantallen. De afbouw van Inburgering in Amsterdam. De reductie van de Centrale diensten ten gevolge van de afbouw Inburgering. De centralisatie van de deelnemersadministratie naar studentenadministratie inclusief een aangepast functiebouwwerk. De ontwikkelingen en oplevering van de nieuwbouw in De LC-scholing is in evaluatieve zin besproken. Professionalisering. Daarnaast zijn in de commissies van de OR, Financiën, Onderwijs en HRM diverse zaken besproken. Deze OR-commissies komen ongeveer 5 keer per jaar bijeen, bespreken inhoudelijke zaken voor, en bereiden zaken voor die uiteindelijk in de formele overlegvergadering tussen OR en het Bestuur op de agenda worden geplaatst Tevredenheid bedrijven beroepspraktijkvorming (bpv) Het Bestuur heeft geconstateerd dat de tevredenheid van de verschillende interne en externe stakeholders nog onvoldoende is en zich in 2012 niet heeft verbeterd. Dit geldt ook voor de tevredenheid van de bedrijven voor de bpv. Binnen ROCvA hebben de teams in het schooljaar 2011 / 2012 in de periode tot november 2012 gelegenheid gehad continue een bpv-enquête af te laten nemen bij bedrijven waar studenten hun bpv volgen. Alle MBO Colleges hebben hiervan gebruik gemaakt, behalve de teams van MBO College Centrum. De respons was over het algemeen nog erg laag. Het algehele cijfer voor ROCvA was 6,2, evenals in de JOB monitor Een kleine voldoende. Het Bestuur acht dit resultaat onder de maat. De teams nemen de resultaten van de enquête mee in hun jaarlijkse zelfevaluatie en verbeteractiviteiten voor het schooljaar De koers voor verbetering van de tevredenheid is aandacht en verbeteren. Het uitvoeren van verbeteringen aan de hand van de informatie uit de enquête en het gesprek met de praktijkopleiders over de uitgevoerde pbv om aandacht te tonen en verbeterpunten op te halen voor de volgende periode. In 2012 is ook geconstateerd dat de bestanden met de gegevens van de bpv-bedrijven van onvoldoende kwaliteit zijn. Er is hard aan gewerkt om dit te verbeteren. In 2013 wordt de bpv-enquête opnieuw afgenomen. Dan zal ook het bereiken van de bpv-bedrijven zijn verbeterd als gevolg van het opschonen van de bestanden. Rapportcijfer per MBO College en voor ROCvA over 2011 / 2012: MBO College zuidoost 5,9 MBO College Zuid 6,0 Westpoort / Noord 5,5 Hilversum 6,0 Centrum nvt West 6,7 Airport & Amstelland 6,4 ROC van Amsterdam 6,2 JOB monitor 2012: ROCvA 6,2 63

64 13.7 Samenwerkingsrelaties (de relevante ontwikkelingen in 2012) Schiphol College In 2007 is Schiphol College gestart als project voor mensen op zoek naar een baan op Schiphol met uitzicht op een mbo-2 diploma. Dit initiatief heeft geleid tot de oprichting van de Stichting Samenwerking Schiphol College (SC), opgericht door Schiphol Nederland B.V. en Stichting Regionaal Opleidingscentrum van Amsterdam. Anno 2012 is SC uitgegroeid tot dé plek voor werken en leren op Schiphol. Een unieke plek op de luchthaven waar gewerkt wordt aan vakmanschap én duurzame inzetbaarheid van mensen. Samen met bedrijven zoals: Schiphol Group, ROCvA, KLM, de Koninklijke Marechaussee, Trigion en Glendale en de gemeente Amsterdam, wordt maatwerk gerealiseerd tussen arbeidsmarkt en opleidingen. De kracht die SC heeft ontwikkeld komt vooral tot uiting in: Vraaggericht werken. De kwaliteit van het netwerk. Programma s voor verschillende beroepen op mbo-niveau. Programma s voor verschillende groepen mensen. In 2012 bestond SC 5 jaar. Samen met haar partners is het volgende bereikt: 8 nieuwe mbo-opleidingen voor luchthaven assistent, luchthaven beveiliger en luchtvracht medewerker van niveau 1 tot en met niveau 4. Per jaar 600 studenten opgeleid voor werk op Schiphol. 300 stages per jaar mogelijk gemaakt bij bedrijven op de luchthaven. 30 mensen, gemiddeld per jaar, met een afstand tot de arbeidsmarkt geholpen aan een werk- en leertraject op Schiphol mensen per jaar getraind en geschoold via een maatwerk training of vakopleiding SC vormt de verbinding tussen bedrijfsleven, onderwijs en arbeidsmarkt. In diverse gremia wordt SC genoemd als hét voorbeeld voor het beter laten aansluiten van het onderwijs op de behoefte vanuit het bedrijfsleven en de arbeidsmarkt Krachtenbundeling ROCvA - ROCF ROCvA en ROCF hebben in 2008 besloten om met ingang van 1 januari 2009 hun bestuurlijke krachten te bundelen in een overkoepelende organisatie. Bij de start van de samenwerking is de afspraak gemaakt om deze in 2012 te evalueren. De opdracht voor dit evaluatieonderzoek is in juli 2012 door de RvT verstrekt aan een onafhankelijk bureau, BMC. Het verslag van deze evaluatie is opgenomen in het verslag van de RvT (pagina 7). Een aanbeveling uit het onderzoek is om de samenwerking voort te zetten. Het Bestuur bereidt hiertoe stappen voor in Onderwijs - arbeidsmarkt De relatie met de arbeidsmarkt wordt op verschillende niveaus vorm gegeven. De teams overleggen op operationeel niveau met bedrijven en instellingen over de uitvoering van het onderwijs, waaronder de beroepspraktijkvorming. De domeinen en de directies van de MBO Colleges overleggen via de bedrijfsadviescommissies (BAC s) over ontwikkelingen in de branches en in het onderwijs. Het doel is elkaar te infomeren, te adviseren en inspireren om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te optimaliseren. 64

65 Het Bestuur heeft in 2012 nadrukkelijk ingezet op voortzetting van het inrichten van deze BAC s vanuit de constatering dat de relatie met het bedrijfsleven nog de nodige verbetering behoeft. In de verantwoordingsgesprekken zijn de inrichting van de BAC s en de punten die voortkomen uit deze overleggen een vast agendapunt. Daarnaast neemt ROCvA nog op andere niveaus deel aan overleggen waar het gaat om de duurzame relatie arbeidsmarkt onderwijs zoals het Platform Arbeidsmarkt Onderwijs in Amsterdam (PAO). Op dit platform worden sector- of domein overstijgende thema s besproken. Het PAO is in 2012 viermaal bijeen gekomen waarbij afspraken zijn gemaakt over arbeidsgericht opleiden, werknemersvaardigheden en de aanpak als het gaat om de sectorale mismatch in de Hospitality en de ICT. ROCvA is vanuit de domeinen betrokken geweest bij de opstelling van de Human Capital Agenda s (HCA s) 15 van de Economic Board Amsterdam. Dit betreft de Metropool Regio Amsterdam (MRA). De eerste versies van deze HCA s zijn in december 2012 opgeleverd. Daarin staan naast analyses ook acties benoemd. Een voorbeeld daarvan is de oprichting door ROCvA, in samenwerking met de branche, van het logistiek College MRA. 14. Marktpositie en marktontwikkelingen Studentenaantallen en marktaandeel ROCvA 2010 t/m 2012: Op basis van door DUO / CFI gepubliceerde 1 oktobertellingen 2012 kan worden geconstateerd dat het marktaandeel van ROCvA in 2012 is gestegen met 0,4% naar 19,7%. 15 Betreft de sectoren food en flowers, toerisme & congressen, zakelijke financiële dienstverlening, handel & logistiek, ict & science, creatieve industrie en rode life sciences. 65

66 15. Bedrijfsvoering 15.1 Huisvesting De uitvoering van het grootscheepse inhuizingsprogramma op de nieuwe locaties en van de diverse verbouwingsactiviteiten hebben veel van de spankracht van de medewerkers gevraagd. Dat geldt voor de verschillende ondersteunende diensten, de Facilitaire Dienst en de dienst ICT, en zeker voor de onderwijsuitvoerende medewerkers. De zorgvuldige voorbereiding van de inhuizing voorkomt niet dat zich in de dagelijkse gang van zaken veel onverwachte gebeurtenissen voordoen die van iedereen het nodige improvisatievermogen vergen. In 2012 is het strategisch huisvestingsplan afgerond conform de vastgestelde koers. Het beoogde resultaat van het totale bouwplan met een waarde van ca. 120 miljoen, werd binnen de gestelde financiële kaders behaald. Wel was het noodzakelijk een intern tarief te hanteren van 105 per m 2 bruto vloeroppervlak (bvo), vooral door enkele dubbele huisvestingslasten en een aantal versnelde afschrijvingen in oudbouw. In 2012 is een start gemaakt met systematisch contractmanagement en klanttevredenheidsmetingen. Naast de oplevering van de mbo-projecten in Noord, Zuid en West werd de eerste fase van de tijdelijke huisvesting van het Hyperion Lyceum ad m 2 in gebruik genomen. In totaal gaat het bij deze projecten om bijna m 2 nieuwbouw, waarvan m 2 mbo en m 2 vmbo. Door de noodzakelijke tijd tussen oplevering en (volledige) ingebruikname van de nieuwbouw was gedurende een deel van het jaar 2012 sprake van dubbele lasten. Daardoor kwamen de huisvestingslasten tijdelijk boven de 9% norm. In 2012 konden alle dubbelingen in de huisvesting worden afgestoten, op één situatie na, van een nog twee jaar doorlopend huurcontract van bijna m 2. In 2012 werd tegenover de ingebruikname van m 2 mbo m 2 aan huurpanden afgestoten. Daarnaast werd m 2 eigendom geleverd aan twee kopers en werden voor nog eens m 2 eigendom koopcontracten afgesloten met twee andere kopers. Voor het VOvA stond hier tegenover de ingebruikname van m 2 een afstoot van m 2. Op 15 november 2012 werd het project West overgedragen aan de directie van MBO College West. De ingebruikname startte fasegewijs in september Ultimo 2012 waren alle opleidingen met uitzondering van Verpleging en Verzorging ingehuisd. De officiële opening wordt verwacht in mei Naast de nieuwbouw vonden enkele grote zomerverbouwingsprojecten plaats: 1. Aan de Fraijlemaborg werden de opleidingen Orde & Veiligheid herschikt, waardoor ruimte vrijkwam voor concentratie van alle ICT-diensten. Investering: 0,6 miljoen. 2. Aan de Tempelhofstraat verhuisde de bol-bouwopleiding naar Noord en werden alle andere opleidingen herschikt om plaats te kunnen bieden aan de opleiding Administratie West. Investering: 1,3 miljoen. 3. Aan het Javaplantsoen werd de eerste fase van een renovatie van 1,5 miljoen uitgevoerd om de praktijkopleidingen-oost van het VOvA beter te kunnen huisvesten. In de zomer van 2013 wordt het project, dat geheel gefinancierd is door DMO Amsterdam, afgerond. 4. De Tobiasschool, onderdeel van het VOvA, verhuisde in de zomer van 2012 van de Rietwijkerstraat naar de Poeldijkstraat in verband met renovatie van het pand aan de Rietwijkerstraat. Uitvoering in 2013 en / of

67 De claim van VOF De Stadstuinen met betrekking tot het niet-doorgaan van het project Laan van Spartaan middenkavel is afgewikkeld. De totale claim van bijna 1,4 miljoen kwam voor ten laste van de gemeente Amsterdam, het ROCvA betaalde Deze kostenpost is afgeboekt in Ook in het verslag van de RvT wordt verslag gedaan over de huisvesting. Bovenstaande tekst is aanvullend op die verslaglegging (pagina 7) ICT In 2012 zijn de afgesproken resultaten gerealiseerd: Ziekteverzuim gedaald van 9% naar 3,5%. Financieel binnen de begroting gebleven. Uitrol SiROC 16 gereed. Personeel deels geschoold en getraind voor nieuwe omgeving. Realisatie nieuw datacentrum. De dienst ICT gehuisvest op één plek en samenvoeging ICT diensten ROCvA en VOvA. Nieuwbouwprojecten voor het onderdeel ICT conform eisen en wensen opgeleverd, eveneens binnen de gestelde begroting. Met deze resultaten zijn vrijwel alle beoogde doelen behaald. De tevredenheid over de ICT dienstverlening is stijgende, maar nog niet op het gewenste niveau. De daling van het verzuim is deels te verklaren uit het gevoerde striktere beleid, maar vooral doordat het personeel met meer plezier en zelfvertrouwen is gaan werken. De projecten SiROC en nieuwbouw laten zien dat de dienst ICT in staat is om met eigen mensen resultaten te behalen. Met SiROC is een vergaande standaardisatie doorgevoerd, wat op nog meer terreinen blijvend zal moeten gebeuren. Twee jaar geleden zijn drie plateau s gedefinieerd ter verbetering van de Dienst ICT. 1. Plateau 1 betrof het stabiliseren van de dienstverlening. Dit jaar zijn de grootste risico s weggenomen. 2. Plateau 2 is het standaardiseren en integreren van de netwerken waarbij een basis wordt gelegd om op door te kunnen ontwikkelen. Die basis is nu gelegd op zowel technisch als organisatorisch vlak. 3. ICT gaat nu door naar Plateau 3; het realiseren van ERP 17 en het doorpakken van innovaties ten behoeve van het onderwijs. Vooruitblik 2013 In 2013 blijft het hoofddoel een voldoende beoordeling door personeel en studenten van de services van de dienst ICT. Om dit inzichtelijk te maken zal een meting worden georganiseerd. 16 SiROC: Standaardisatie en Integratie Infrastructuur ROC. ICT project om te komen tot een heldere en stabiele ICT omgeving voor de gebruiker. 17 ERP: Enterprise Resource Planning. Computersoftware ter ondersteuning van alle processen ten aanzien van de bedrijfsvoering en de onderwijslogistiek. 67

68 De volgende ICT projecten zijn gepland voor 2013: Uitrol backend SiROC (het verhuizen van de servers van drie locaties naar één), inclusief verdere standaardisatie van pakketten. Realisatie ROC UP 18 vanuit perspectief ICT (koppelen, rapportages, security). Uitrol eerste fase Sharepoint, in nauw overleg met communicatie en het onderwijs. Op kleine schaal uitrollen LYNC 19 : centrale diensten en MBO College Centrum (combinatie van telefonie, chatten, applicaties delen en videoconferentie) Het verder verbeteren van de interne processen en de communicatie naar de klanten zal in 2013 veel aandacht blijven krijgen, vooral om de dienstverlening op een hoger peil te krijgen. Met name het verbeteren van het afhandelen van aanvragen en incidenten zal strakker georganiseerd worden. Daarnaast zullen binnen de dienst ICT enkele technische projecten worden opgepakt (verbindingen, internet, wifi, security). Ten slotte wordt op financieel gebied beleid gestimuleerd om te komen tot een vermindering van het aantal devices en het stimuleren van BYOD (Bring Your Own Device) en CYOD (Choose Your Own Device). Daarmee kan geld worden vrijgemaakt, bijvoorbeeld voor grote investeringen zoals wifi en / of voor een verlaging van de totale ICT kosten Onderwijsinformatie In 2012 is verder gewerkt aan de inrichting van de nieuwe dienst Onderwijsinformatie. De dienst bestaat uit de onderdelen Studentenzaken en Informatievoorziening. Studentenzaken verzorgt de registratie van alle gegevens van de student in opleiding en is vanaf 1 augustus 2012 operationeel. Informatievoorziening is verantwoordelijk voor het functioneel beheer, het informatiemanagement en de rapportage van de onderwijslogistiek. De medewerkers binnen Informatievoorziening zijn afkomstig van de diensten Financiën en ICT. Op de MBO Colleges zijn bureaus Studentenzaken gelokaliseerd. In 2012 wordt gewerkt aan de voorbereiding van de invoering van het nieuwe informatiesysteem Eduarte. Invoering daarvan is een belangrijke randvoorwaarde voor de afdeling om optimale ondersteuning te kunnen bieden. De functioneel beheerders van de afdeling Informatievoorziening zijn nauw betrokken bij de implementatie en bekleden een belangrijke rol in de voorbereiding en de implementatie in De gehele operatie heeft een grote impact op de organisatie en betekent, door de herstructurering en de veranderingen in procedures en werkwijzen, dat 2013 voor Studentenzaken een hectisch jaar zal worden. In 2012 is het functiehuis uitgewerkt. Vanaf 1 januari 2013 opereren alle medewerkers binnen het nieuwe functiehuis. Doelstelling is om in maart 2013 de ontwikkelingsplannen behorende bij de nieuwe functies klaar te hebben. 18 ROC UP : ROC Uniformering Processen. Een ROCvA-breed project om te komen tot de keuze en Implementatie van een standaard softwarepakket voor de ondersteuning van de Bedrijfsvoering en onderwijslogistiek, ofwel een ERP-pakket. 19 LYNC : Een vorm van communiceren binnen Office 365, waarbij via internet kan worden gebeld, gechat, schermen kunnen worden gedeeld en video-conferences kunnen worden gehouden. 68

69 16. Bijlagen 69

70 70

71 16.1 Samenstelling van het Bestuur 2012 De heer drs. Edo C. M. de Jaeger (1958) Voorzitter College van Bestuur ROC van Amsterdam Voorzitter Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC Flevoland Portefeuille: - integrale strategische positionering en beleid - strategische relaties - interne en externe Governance - bestuurs-, algemene en juridische zaken - strategische huisvesting - veiligheidsbeleid - PR, Communicatie & Marketing Maatschappelijke functies: Lid van het Bestuur van Stichting Samenwerking Schiphol College Lid (tot juli 2012) en voorzitter (vanaf juli 2012) van Bestuur van Stichting Branchepromotie Beroepsonderwijs Nederland Lid Algemeen Bestuur Kenniskring Amsterdam (huidig AB Amsterdam Economic Board) Voorzitter bestuur Samenwerkingsverband ROC4NL.EU Lid Raad van Advies van Topsport Amsterdam Lid Politie Onderwijs Raad Ambassadeur Olympisch Stadion Lid Dagelijks en Algemeen Bestuur Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) Adjudant van HM de Koningin in buitengewone dienst, honorair lid van de hofhouding HM de Koningin Reserveofficier (luitenant-kolonel) Garderegiment Jagers Portefeuillehouders: De heer Ronald C.A. Wilcke (1953) Vicevoorzitter Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC Flevoland Voorzitter College van Bestuur ROC Flevoland Portefeuille: - integraal strategisch onderwijsbeleid - onderwijs: mbo - hbo, mbo 2-3-4, domeinontwikkeling, kwaliteitszorg - strategische relaties: Flevoland en hbo s - HRM-beleid Maatschappelijke functies: Voorzitter bestuur Stichting Sportservice Flevoland en Olympisch Netwerk Lid Raad van Toezicht en voorzitter commissie onderwijs onderzoek en contractactiviteiten Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Lid redactieraad Meso-magazine Lid Kerngroep onderwijs & arbeidsmarkt Economic Development Board Almere Lid Amsterdam Logistic Board Voorzitter Bedrijfstakgroep motorvoertuigen- en carrosserie- en tweewielertechniek van de MBO-raad Voorzitter bestuur Stichting Mobiliteitsleren Lid Bestuur Innovam (Bevam) Voorzitter Benoemingsadviescommissie MBO Raad Lid bestuur JINC (sinds december 2012) 71

72 De heer Ricardo J.W. Winter (1951) Lid Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC Flevoland Portefeuille: - gedelegeerd bestuurder Stichting Voorgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA) - onderwijs: vo, vavo, vmbo - mbo, mbo-1 / Entree-opleidingen, risicojongeren - strategische relaties, m.n. vo voor het totale werkgebied ROCvA ROCF en VO Raad - vsv-beleid en zorgstructuur Maatschappelijke functies: Bestuurslid van het Cultureel Educatief Centrum (CEC) Zuidoost Lid Bestuur Stichting Innovatieve TeamStages Lid Raad van Toezicht van Circus Elleboog Lid Raad van Toezicht Jongerenencultuurfonds Voorzitter BTG HTVF: MBO Raad-bedrijfstakgroep Horeca, Toerisme & Recreatie, Voeding en Facilitaire Dienstverlening Lid Bestuur Kenwerk Lid Bestuur OSVO: behalve penningmeester ook verantwoordelijk voor de portefeuille arbeidsmarkt en personeelsbeleid De heer Gerrit Vreugdenhil (1955) Lid Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam-ROC Flevoland Portefeuille bedrijfsvoering: - financiën - ICT - onderwijsinformatie - huisvesting - facilitair Maatschappelijke functies: Voorzitter van de Raad van Toezicht van Amaris Zorggroep in het Gooi, Vechtstreek en Eemland, stichting voor zorg, wonen en welzijn met 10 zorginstellingen Lid Raad van Toezicht Stichting Prisma (stichting voor christelijk basisonderwijs te Almere) Lid Bestuur Stichting Ecabo (landelijk kenniscentrum voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven voor de economische, administratieve, ICT en veiligheidsberoepen) Voorzitter BTG ESB &I: MBO Raad-bedrijfstakgroep voor economische en administratieve beroepen, sociaaljuridische dienstverlening, beveiliging en ICT Penningmeester van een klein pensioenfonds 72

73 16.2 Samenstelling 2012 Raad van Toezicht Mevrouw mr. G.H. Faber Voorzitter Raad van Toezicht en lid Remuneratiecommissie Maatschappelijke functies: Burgemeester gemeente Zaanstad Voorzitter Bestuur Nederlandse Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) Voorzitter Adviescommissie Ruimtelijke Ordening Provincie Noord-Holland Lid Politiediversiteitsraad Voorzitter Stichting Nationaal Brandweer Monument Voorzitter Raad van Toezicht Reumafonds Mevrouw drs. J.C.H.G. Arts Vicevoorzitter Raad van Toezicht en voorzitter Remuneratiecommissie Maatschappelijke functies: Lid Raad van Bestuur Stichting Flevoziekenhuis 20 Lid Raad van Toezicht NOS Auditor Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ) Lid Raad van Advies SEO Economisch Onderzoek De heer ir. F.P. Bijdendijk Lid Raad van Toezicht en Auditcommissie Maatschappelijke functies: Lid van de Raad van Commissarissen Gerrichhausen & Partners BV in Dordrecht Adviseur van de Raad van Commissarissen Woningstichting Openbaar Belang te Zwolle Voorzitter Bestuur Stichting Nationale Renovatie Platform (NRP) te Rotterdam. Lid Raad van Toezicht Stichting Cordaan te Amsterdam. Voorzitter bestuur Voedselbank Amsterdam te Amsterdam. Lid van de Raad van Commissarissen Wonam Bv te Amsterdam De heer F.I.M. Houterman Lid Raad van Toezicht Maatschappelijke functies: Lid Raad van Toezicht BNN Omroep, Lid Raad van Toezicht CNV Publieke Zaak, Commissariaten bij: Rabobank Amsterdam Holland Casino Amsterdam RAI Hampshire Eden Hotel Group Tahal / GTC (Kardan Group) 20 ingaande voorzitter Raad van Bestuur Stichting Flevoziekenhuis 73

74 De heer drs. F.K.V. Lamp Lid Raad van Toezicht en Auditcommissie Maatschappelijke functies: CFRO en lid Raad van Bestuur van SNS REAAL N.V. Lid Raad van Toezicht Radio Nederland Wereldomroep Lid van Bestuur Duisenberg School of Finance De heer E.P. van Maanen Lid Raad van Toezicht en Onderwijscommissie Maatschappelijke functies: Voorzitter CvB Hogeschool Leiden Lid Adviesraad Handicap + Studie (m.i.v. 1 september 2012) Lid Bestuur Platform VG Lid RvT Scholengemeenschap Schoonoord Lid RvT LFB Bestuurslid Sardes Voorzitter RvT St. Revalidatiecentrum De Hoogstraat (tot 1 juli 2012) Lid Expertisecentrum Handicap + Studie (tot 1 september 2012) Lid Strategiecommissie Veiligheid Ministerie OCW (tot voorjaar 2012) De heer drs. R.C.Th. Ootjers Lid Raad van Toezicht en Onderwijscommissie Maatschappelijke functies: Fractievoorzitter CDA Staten van Noord Holland Voorzitter Stichting Oude Hollandse Kerken Een lid Raad van Toezicht treedt volgens rooster, doch uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af en is eenmaal herbenoembaar Rooster van aftreden RvT Naam Benoemd 1 e herbenoeming Aftredend en niet herbenoembaar Dhr. F.I.M. Houterman Dhr. ir. F.P. Bijdendijk Mw. mr. G.H. Faber Dhr. drs. F.K.V. Lamp Mw. drs. J.C.H.G. Arts Dhr. drs. R.C.Th. Ootjers Dhr. E.P. van Maanen

75 16.4 Verklarende begrippen en afkortingen Afkorting / Begrip Definitie AD / Associate Associate Degree. Een Associate Degree is een formele graad in het hoger Degree beroepsonderwijs. Na het succesvol voltooien deze een twee jarige opleiding kan een student na twee jaar een hbo bachelor halen. APCG Armoedeprobleemcumulatiegebieden of Probleemcumulatiegebieden zijn op postcode onderscheiden gebieden waarin op drie criteria een drempelwaarde wordt overschreden, namelijk: - het aantal inwoners met een laag inkomen (> 15%), - het aantal inwoners dat een uitkering ontvangt (> 13%) - het aantal inwoners dat een niet westerse afkomst heeft (> 7%) Scholen met studenten uit deze regio s ontvangen extra middelen om achterstanden te bestrijden. AT Accountantstelling. Telling aantal studenten na accountantscontrole. BAC Bedrijfsadviescommissie. BPV Beroepspraktijkvorming. BTG Bedrijfstakgroep. BVO Bruto vloeroppervlak. BYO Bring Your own device. Een ontwikkeling waarbij de werknemers en studenten gebruik maken van hun eigen ICT apparatuur bij het werk of de studie. CEO Centraal Ontwikkelde Examens (taal en rekenen). College4Business Centraal steunpunt voor ondersteuning van de initiatieven tot opleiden in (C4B) ondernemerschap. DMO Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Dienst van de gemeente Amsterdam. DWI Eduarte E&I ERP FTE INK JOB JOB Monitor LEC LWOO Lync PAO ROC-UP RPO RR SSH SIROC TOA VAVO VOvA VSV WTF ZZO Dienst Werk en Inkomen. Dienst van de gemeente Amsterdam. Een softwarepakket voor ondersteuning van de processen rond de studentenadministratie, de onderwijscatalogus, de aan- en afwezigheids-registratie en het studentenvolgsysteem. Educatie en Inburgering. Organisatorische eenheid van ROCvA. Enterprise Resource Planning. Computersoftware ter ondersteuning van alle processen ten aanzien van de bedrijfsvoering en de onderwijslogistiek. Full Time Equivalent. Rekeneenheid waarmee de omvang van een functie of de personeelssterkte wordt uitgedrukt. Instituut Nederlandse Kwaliteit. Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs. Tweejaarlijks onderzoek naar de tevredenheid van studenten in het MBO. Voor 2010 bekend onder de naam Odin (ook wel JOB-Odin onderzoek genoemd). Loopbaanexpertisecentrum. Leerwegondersteunend onderwijs. Een vorm van communiceren binnen Office 365, waarbij via internet kan worden gebeld, gechat, schermen gedeeld en videoconferences kunnen worden gehouden. Platform Arbeidsmarkt Onderwijs. Overlegplatform in Amsterdam. ROC Uniformering Processen. Een ROC-breed project om te komen tot de keuze en implementatie van een standaard softwarepakket voor de ondersteuning van de bedrijfsvoering en onderwijslogistiek, ofwel een ERP-pakket. Regionaal plan onderwijshuisvesting Voortgezet Onderwijs Amsterdam. Referentieraming, voorlopige telling in oktober op basis van eigen gegevens. Studiepunt Studie & Handicap. Standaardisatie en Integratie Infrastructuur ROC. ICT project om te komen tot een heldere en stabiele ICT omgeving voor de gebruiker. TOA. Toolkit Onderwijs en Arbeidsmarkt. Een digitale toetsenbank voor het meten van onder andere taal en rekenvaardigheden. Voortgezet Algemeen Onderwijs voor Volwassenen. Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. Voortijdig Schoolverlaten. Werktijdfactor. Term om een deeltijd aan te duiden in het Nederlands onderwijs. Een volledige aanstelling betekent een wtf van 1,0. Zeer zwakke opleidingen. 75

76 17. Financieel verslag 2012 In 2012 zijn met succes de nieuwe MBO Colleges gevormd. Alle MBO Colleges hebben een eigen profiel en geven modern onderwijs in nieuwe of gerenoveerde gebouwen. Eigen en huurpanden zijn verlaten, soms met achterlating van niet meer bruikbare leermiddelen, inventaris of ict-voorzieningen. Indien onontkoombaar zijn nieuwe leermiddelen en / of inventaris aangeschaft. De inrichting van nieuwe MBO Colleges heeft in 2012 ook in organisatorische zin plaats gevonden. De beschikbare middelen zijn gedurende het jaar herverdeeld en zijn voldoende gebleken om de transitie mogelijk te maken. De dubbele huisvestingslasten zijn vanaf 2013 niet meer aan de orde. De afbouw van Educatie & Inburgering is in 2012 conform plan versneld doorgevoerd. De inburgeringsactiviteiten worden in 2013 financieel afgewikkeld. Inmiddels is ook besloten de inburgeringsactiviteiten van MBO College Hilversum te beëindigen. Het financiële resultaat 2012 is ondanks de gevolgen van de moeilijke economische omstandigheden en voormelde ontwikkelingen ten aanzien van verhuizingen en afbouw beter dan begroot. ROCvA heeft 2012 afgesloten met een positief resultaat van 1,2 miljoen. Het begrote resultaat was 1,5 miljoen negatief. In 2011 bedroeg het, genormaliseerde, financiële resultaat nog 0,5 miljoen negatief (inclusief vorig jaar noodzakelijke dotatie voorziening herstructurering -/- 19,3 miljoen). Uit een herrekening van de benodigde gelden ten behoeve van recente en oudere herstructureringen (reorganisaties) is een vrijval van ruim 2 miljoen voortgekomen. De herplaatsing van boventallige medewerkers is iets gunstiger verlopen dan verwacht. De vrijval kon in 2012 ten gunste van het resultaat worden gebracht. De resultaatsverbetering is inclusief de frictielasten die de verhuisbewegingen met zich mee hebben gebracht (circa 2 miljoen). Deze lasten betreffen onder andere dubbele huisvestingslasten in de perioden van verhuizing (extra huur-, energie-, schoonmaakkosten e.d.). Ook zijn activa die niet in de nieuwe panden te gebruiken waren of moesten worden vervangen (verbouwingen, dansvloeren, meubilair, netwerkbekabeling e.d.) afgeboekt ten laste van het resultaat Tevens zijn additioneel voor ruim 2 miljoen aan ict- investeringen (met name externe uren) ten laste van het resultaat afgewaardeerd. Het jaar 2013 In 2013 opereert ROCvA het gehele jaar vanuit de nieuw geformeerde MBO Colleges. Binnen de uitgezette strategie profileren de MBO Colleges zich om aantrekkelijke opleidingen aan te bieden, in een stimulerende omgeving die onze studenten uitnodigt het beste uit zichzelf te halen. Er zal met name in mensen geïnvesteerd worden. Professionaliseren en presteren zijn leidende thema s, ook in de toedeling van additionele middelen. Uitgegaan wordt van een, bescheiden, groei in deelnemers. Financieel wordt ingezet op een klein exploitatie overschot ( 0,9 miljoen). Dit is conform het ingezette financiële beleid om te komen tot herstel van rentabiliteit en versterking van de vermogenspositie. De (voor)financiering van de verwachte groei is in de exploitatiebegroting verwerkt. 76

77 Baten De baten van ROCvA bestaan voor een groot gedeelte uit de overheidsbijdragen van het Rijk en de gemeenten. Deze bijdragen bedroegen in ,2% van de totale baten (2011: 91,0%). In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de baten ten opzichte van begroting 2012 en realisatie 2011 weergegeven. bedragen x EUR realisatie 2012 begroting 2011 realisatie mutatie t.o.v. begroot De totale baten zijn ten opzichte van 2011 met 1,7% afgenomen tot 244,0 miljoen. Dit komt hoofdzakelijk door een wederom scherpe terugval in de contractactiviteiten. Deze terugval wordt veroorzaakt door het wegvallen van de inburgeringsbaten, zoals eerder vermeld. Ten opzichte van begroting valt met name de stijging in de Rijksbijdragen OCW op ( 8,4 miljoen). Tegenover deze extra baten staan extra uitgevoerde activiteiten welke hebben geleid tot een toename van de personeelslasten van circa 7 miljoen (90%). De relatie tussen de toename van de kosten en de baten is in algemene zin evident, zonder dat daarmee een uitspraak wordt gedaan over elke overschrijding van de personeelslasten. Verder vloeit de overschrijding van de baten deels voort uit een conservatief begrotingsbeleid bij het inrekenen van (onzekere) baten. mutatie t.o.v Rijksbijdragen OCW ,0% ,9% ,6% ,1% ,1% Overige overheidsbijdragen ,2% ,5% ,4% 85 0,6% ,7% Deelnemersbijdragen ,9% ,3% ,0% ,2% ,3% Contractactiviteiten ,2% ,9% ,1% ,5% ,6% Overige baten ,7% ,5% ,0% ,4% ,1% ,0% ,0% ,0% ,2% ,7% De stijging in Rijksbijdragen wordt veroorzaakt door de post additionele middelen. In de begroting was uit voorzichtigheidsoverwegingen nog geen rekening gehouden met de vsvprestatiemiddelen. Uiteindelijk is hierop 2 miljoen gerealiseerd. Voorts zijn meer Salarismixmiddelen in de realisatie opgenomen dan begroot. De Salarismixmiddelen 2012 alsmede de balanspositie ultimo 2011 zijn in 2012 aangewend en conform de verslaggevingseisen (voor niet-geoormerkte gelden) in het resultaat 2012 verantwoord. Dit verklaart voor circa 3 miljoen de toename van de additionele middelen. Eenzelfde situatie was van toepassing binnen VOvA in het kader van de Functiemixmiddelen ( 1 miljoen). De Stageboxmiddelen waren, gezien de onduidelijkheden en onzekerheden rondom deze regeling bij het opstellen van de begroting, niet begroot. Dit verklaart circa 1 miljoen van de toename. Tenslotte is 1 miljoen extra besteed aan Taal & rekenen. Tegenover deze toename in de baten vanuit additionele middelen staat een navenante toename van de lasten gerelateerd aan de uitvoering van de overeengekomen actieplannen. Het betreft vooral meer personele lasten (salaris- / inhuurlasten). 77

78 Lasten De lasten zijn in 2012 met 9,6% gedaald ten opzichte van Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de eerder genoemde noodzakelijk dotatie aan de voorziening herstructurering in 2011 ad. 18,8 miljoen. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling in de lasten ten opzichte van begroting 2012 en realisatie 2011 weergegeven. bedragen x EUR realisatie 2012 begroting 2011 realisatie mutatie t.o.v. begroot mutatie t.o.v Personeelslasten ,3% ,8% ,7% ,1% ,8% Dotatie voorziening herstructurering 0,0% 0,0% ,2% ,0% Afschrijvingen ,8% ,9% ,2% 538 3,0% ,4% Huisvestingslasten ,1% ,2% ,3% 488 2,6% -40-0,2% Overige instellingslasten ,7% ,2% ,6% ,6% ,4% ,0% ,0% ,0% ,7% ,6% Ten opzichte van de begroting is een stijging zichtbaar binnen de personele lasten en overige instellingslasten. Deze stijging hangt samen met de stijging van de baten additionele middelen zoals hiervoor beschreven. In de loop van 2012 werd zichtbaar dat meer additionele middelen beschikbaar waren dan begroot. Hierop is geanticipeerd en dit wordt zichtbaar binnen de personele en overige instellingslasten. Een laatste opvallende mutatie (ten opzichte van 2011) betreft de afschrijvingslasten. In de post afschrijvingen van inventaris en apparatuur 2011 waren versnelde afschrijvingen opgenomen van 6,6 miljoen. Activa (met name ict- gerelateerd) waren versneld afgeschreven omdat zij niet langer in gebruik waren of niet langer toekomstige voordelen opleverden. In 2012 is additioneel circa 2,2 miljoen versneld afgeschreven. In de begroting 2012 was reeds rekening gehouden met deze versnelde afschrijvingen. Nettoresultaat Het exploitatieresultaat voor 2012 ( 1,2 miljoen) is 2,7 miljoen hoger dan begroot. In 2011 bedroeg het, genormaliseerde, financiële resultaat nog 0,5 miljoen negatief. Inclusief de in 2011 noodzakelijk dotatie aan de voorziening herstructurering was het financiële resultaat 2011 echter -/- 19,3 miljoen. Daarmee is het nettoresultaat ,5 miljoen hoger dan In de onderstaande tabel is de opbouw van het nettoresultaat weergegeven: bedragen x begroting 2011 Stichting ROCvA VOvA ROCA Contractonderwijs Holding B.V Overig Exploitatieresultaat Extra dotatie voorziening herstructurering Nettoresultaat

79 De belangrijkste oorzaken van het hogere resultaat dan begroot zijn de volgende: Bedragen x Exploitatieresultaat boekjaar volgens begroting Hogere operationele baten Hogere operationele lasten Hogere frictielasten Hogere rentelasten -906 Vrijval voorziening herstructurering Afboeking ICT investeringen Netto resultaat boekjaar Het exploitatieresultaat van de Stichting ROCvA verdeeld over de verschillende onderdelen, geeft het volgende beeld: bedragen x Realisatie 2012 Begroting 2012 Realisatie 2011 MBO College Zuidoost MBO College Zuid MBO College Westpoort / Noord MBO College Hilversum MBO College Centrum MBO College West MBO College Airport & Amstelland Vrijval Salarismix MBO Colleges Resultaat MBO Colleges Educatie & Inburgering Centrale diensten Beleidsmiddelen Het gerapporteerde resultaat van de MBO Colleges komt uit op - 0,6 miljoen hetgeen 1,6 miljoen onder begroot niveau ligt. De verplichte vrijval van de Salarismixmiddelen 2012 (nietgeoormerkte subsidie) kan inhoudelijk gerelateerd worden aan de exploitatie van de MBO Colleges. Hiermee behalen de MBO Colleges op 0,2 miljoen na de begrotingsdoelstelling. Hierbij dient opgemerkt te worden dat door de tussentijdse herindeling van de begroting 2012 de vergelijking tussen realisatie en begroting minder scherp is geworden. De onderschrijding van de begroting bij met name MBO College Zuid moet dan ook deels gezien te worden in relatie tot de overschrijdingen bij enkele andere colleges. Het resultaat van Educatie & Inburgering is nagenoeg gelijk aan de begrotingsdoelstelling. Eigen vermogen en solvabiliteit Het eigen vermogen ultimo 2012 bedraagt 70,5 miljoen (2011: 68,7 miljoen). Het eigen vermogen is toegenomen met 1,2 miljoen als gevolg van het positieve resultaat. Het eigen vermogen is voorts toegenomen wegens herwaarderingen van panden ( 0,6 miljoen). 79

80 Het eigen vermogen bedraagt ultimo ,4% (solvabiliteit) van het balanstotaal (in ,9%). De solvabiliteit is positief beïnvloed door de herwaarderingen en het positieve nettoresultaat. Daarnaast is het totaal vermogen gedaald door inzet van de voorziening herstructurering en het betalen van de latente belastingen aan de belastingdienst. Daarmee neemt het relatieve aandeel van het eigen vermogen (solvabiliteit) ten opzichte van het totale vermogen toe. De kwaliteit van de solvabiliteit is door gerealiseerde herwaarderingen toegenomen. De norm die gesteld wordt aan de solvabiliteit door externe financiers en de inspectie van het Onderwijs bedraagt een solvabiliteit van 20%. De laatste is overigens recent door de Minister verhoogd naar 30%. In haar eigen financieel beleid hanteert ROCvA sinds lange tijd als norm 30%. Liquiditeit, investeringen en kasstroom De liquiditeitspositie (current ratio) uitgedrukt in de verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden is per 31 december ,36 tegen 0,70 ultimo Dit is een rechtstreeks gevolg van het niet volledig gebruik maken van de bestaande kredietlijn bij Ministerie van Financiën (de uitgaven voor de nieuwbouwprojecten zijn in 2012 geheel uit eigen middelen betaald), de financiering van de voorziening herstructurering ( 9,0 miljoen) en de betaling van de integratieheffingen aan de belastingdienst ( 9,5 miljoen). De investeringen in materiële vaste activa bedragen 48,4 miljoen. Er is voor 30,6 miljoen geïnvesteerd in nieuwbouw, voor 0,7 miljoen in gebouwen en terreinen en voor 17,1 miljoen in inventaris en apparatuur (onder meer automatiseringsprojecten). Ultimo 2012 was de stand van de liquide middelen 1,6 miljoen positief (2011: 24,5 miljoen positief). De stichting heeft een rekening courant faciliteit bij het Ministerie van Financiën van 20,5 miljoen. De voorziene herstructureringslasten hebben uiteraard niet alleen een invloed op de solvabiliteit maar vooral ook op onze liquiditeit (voorzien in de meerjaren (liquiditeits-)begroting). Het minimaal voldoen aan de inspectienormen voor wat betreft liquiditeit is een van de uitgangspunten van het financieel beleid. Gestuurd wordt op een herstel van de liquiditeitsnorm naar 0,5 ultimo Dit word gerealiseerd door de komende jaren een terughoudend investeringsbeleid te voeren en door de afronding van een aantal lopende vastgoedtransacties. Het meerjarenperspectief vertoont het volgende beeld: Liquiditeit (current ratio) 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,

81 Treasury en financiering ROCvA voldoet aan het Besluit Belenen en Beleggen. ROCvA heeft een treasury-statuut en een meerjaren financieringsplan. Het treasury-beleid is gericht op de besturing en beheersing, de verantwoording en het toezicht op de financiële vermogenswaarden en geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s. In dit kader heeft ROCvA maandelijks de monitoring uitgevoerd op de financiële baten en lasten, de liquiditeitspositie en de debiteurenpositie. In de toelichting van de langlopende schulden van de jaarrekening is een overzicht opgenomen van de lopende financieringen (inclusief de rentevaste periodes). ROCvA heeft in 2012 geen beleningen, noch beleggingen uitgezet. Eind 2008 heeft ROCvA een overeenkomst gesloten met het Ministerie van Financiën inzake het schatkistbankieren. Het omvangrijke nieuwbouwprogramma van ROCvA herbergt een aantal risico s in zich. In 2008 is een deel van het renterisico afgedekt door vastrentende langlopende leningen aan te gaan bij het Ministerie van Financiën. In 2010 is een groot deel van het resterende renterisico (bij de andere financiers) afgedekt door de rente vast te zetten ( 18 miljoen voor 20 jaar vast tegen 2,99% en 3,7 miljoen voor 10 jaar vast tegen 2,55%). In januari 2009 is het herfinancieringsprogramma afgerond. In dit programma zijn voor de bestaande hypothecaire leningen bij ING en BNG de zekerheden opnieuw gesteld. De waarborg van het waarborgfonds BVE is beëindigd om gebruik te kunnen maken van de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën. Met het Ministerie van Financiën is begin 2009 een overeenkomst gesloten ter hoogte van (maximaal) 120 miljoen. ROCvA heeft daarmee de financieringsbehoeften als gevolg van nieuwbouw afgedekt. Per december 2012 is van de 120 miljoen 90,8 miljoen opgenomen. Financiële indicatoren ROCvA heeft in het strategisch financieel beleid een aantal financiële prestatie indicatoren opgenomen die worden gebruikt bij de interne sturing van de organisatie: Exploitatieresultaat Current ratio (totale vlottende activa als aandeel in vlottende passiva) Solvabiliteit (eigen vermogen in % van het totaal vermogen) Rentabiliteit (resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening in % van het totaal vermogen) Aandeel directe en indirecte personele lasten (in % van de baten) Aandeel materiële lasten (in % van de baten) De realisatie van de prestatie indicatoren staat in het meerjarenoverzicht. Risico analyse Steeds weer dienen veranderingen zich aan op het gebied van het onderwijs: zowel vanuit de omgeving, het bedrijfsleven als de regelgeving. Vaak heeft dat een wijziging in de manier van de onderwijsverzorging, in huisvesting en van ondersteunende middelen tot gevolg. Voorts is sprake van toenemende concurrentie van andere ROC s en particuliere onderwijsaanbieders. De algemene reserves zijn van voldoende niveau om eventuele tegenvallers te kunnen opvangen. Een adequaat systeem van risicomanagement bestaat uit hard en soft controls. Veel hard controls zijn reeds aanwezig binnen ROCvA, zoals de werkzaamheden van de afdeling Interne Controle (IC) en de wijze waarop de beleidscyclus is ingericht. In 2012 is ROCvA gestart met een project risicomanagement om deze hard controls te inventariseren en beschrijven waarmee we inzicht willen bereiken in mogelijk nog ontbrekende of onvoldoende ontwikkelde elementen in de werkwijze. Ook zullen we in 2013 de soft controls doormeten. Op basis van deze werkzaamheden zal een (nieuwe) risico analyse uitgevoerd worden en zullen eventuele verbeteringen worden uitgevoerd. 81

82 De volgende risico s worden onderkend: Politieke ontwikkelingen / Ministerie OCW De gevolgen voor de bekostiging en de inrichting van de organisatie van de in het Actieplan Focus op Vakmanschap aangekondigde maatregelen zijn nog niet volledig duidelijk. Inmiddels heeft ROCvA een projectgroep gestart met de opdracht om de strategische uitwerking en de implementatie van Focus op Vakmanschap ter hand te nemen. Voorts kunnen verdere APB aanpassingen van het werkgeversdeel van de pensioenen leiden tot een significante kostenpost. Tenslotte kunnen de toegekende budgetten voor volwasseneneducatie (laaggeletterden) nog wijzigen. Het gaat dan om een mogelijke herverdeling van gelden tussen gemeenten. Momenteel vindt overleg plaats tussen OCW, VNG en MBO Raad. OCW heeft opgeroepen geen onomkeerbare besluiten te nemen en de besluitvorming af te wachten. Wachtgeldverplichtingen De in gang gezette reorganisaties beperken weliswaar het exploitatierisico op lange termijn, maar veroorzaken tegelijkertijd grote wachtgeldverplichtingen. ROCvA is immers, net als alle andere ROC s, eigen risicodrager inzake wachtgeld. Vanuit het Rijk wordt hiervoor jaarlijks binnen de lumpsum een bedrag ontvangen (2012: 5,5 miljoen). Omdat met name bij Educatie en Inburgering Amsterdam relatief veel oudere werknemers werken met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, zullen de kosten per persoon hoger zijn dan waar tot nu toe gemiddeld rekening mee werd gehouden. Dit brengt een substantieel wachtgeldrisico met zich mee. Deze lasten kunnen niet door de organisatie gedragen worden zonder dat dit majeure gevolgen heeft voor het onderwijs, temeer omdat in dezelfde periode bezuinigd wordt op de Rijksbekostiging. Een compensatie van het Rijk is daarom noodzakelijk. Temeer omdat de noodzaak tot reorganisatie voorkomt uit het besluit de Inburgeringsbudgetten volledig te schrappen. ROCvA heeft het ministerie van OCW daarom aangesproken op haar verantwoordelijkheid voor de gevolgen van dit besluit, middels een juridische procedure (zie voor nadere toelichting de tekst onder de Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen ). Afbouw inburgeringsactiviteiten De afrekening van de laatste inburgeringsactiviteiten zal hoge prioriteit hebben in Het risico bestaat dat er uit de resterende dossiers onvoldoende afrekendocumenten beschikbaar komen om de volledige vordering op de gemeente te onderbouwen. Verwachtingen voor 2013 Voor 2013 is een begroting opgesteld met een positief resultaat van 0,9 miljoen. Wij gaan uit van een, bescheiden, groei in deelnemers. Financieel wordt ingezet op een klein exploitatie overschot ( 0,9 miljoen). Dit is conform het ingezette meerjaren financiële beleid om te komen tot herstel van rentabiliteit en versterking van de vermogenspositie. De (voor) financiering van de verwachte groei is in de exploitatiebegroting verwerkt. 82

83 De begroting 2013 gaat verder uit van structurele baten en lasten. De begrotingscijfers voor het jaar 2013 zijn vastgesteld door het Bestuur en de RvT en zien er als volgt uit: (bedragen x 1.000) Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Deelnemersbijdragen Contractactiviteiten Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo Financiële baten en lasten Netto resultaat 900 Amsterdam, 28 juni 2013 E.C.M. de Jaeger, voorzitter College van Bestuur 83

84 84

85 18. Jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december (voor resultaatbestemming) Activa (bedragen x 1.000) ref Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Financiële vaste activa Overige financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Debiteuren Deelnemers/cursisten Overige vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa Passiva Passiva (bedragen x 1.000) ref Eigen vermogen Stichtingskapitaal P.M. P.M. Algemene reserve Herwaarderingsreserve Bestemmingsreserves privaat Resultaat boekjaar Voorzieningen Onderhoudsvoorziening Voorziening herstructurering Voorziening verlieslatende contracten Personeelsvoorzieningen Langlopende schulden Kredietinstellingen Kortlopende schulden Aflossingsverplichtingen Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Pensioenen Overige schulden en overlopende passiva Totaal passiva

86 18.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2012 (bedragen x 1.000) ref 2012 Begroting Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Deelnemersbijdragen Contractactiviteiten Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Dotatie voorziening herstructurering Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Belastingen Nettoresultaat Resultaatsbestemming Dotatie / onttrekking bestemmingsreserve privaat Dotatie / onttrekking algemene reserve Nettoresultaat

87 18.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012 (bedragen x 1.000) Resultaat boekjaar Gecorrigeerd voor: Afschrijvingen Mutatie voorzieningen Mutatie egalisatierekening investeringen Veranderingen in vlottende activa Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden Mutatie voorraden Mutatie werkkapitaal Kasstroom uit operationele activiteiten (Des)Investeringen in materiële vaste activa Overige mutaties in materiële vaste activa - - (Des)Investeringen in financiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Nieuwe leningen Ministerie van Financiën Aflossing leningen kredietinstellingen Mutatie overige langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Eindstand liquide middelen Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening 2012 Juridische vorm en voornaamste activiteiten De organisatie is een stichting; de voornaamste activiteiten bestaan uit het bevorderen van voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en educatie. Het bestuursnummer van de Stichting ROC van Amsterdam is en van de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam en De hierin meegenomen BRIN nummers zijn 00EF, 09VK, 14RL, 21AS en 25PZ. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. De grondslagen zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. 87

88 De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro s, de functionele valuta van de organisatie. Alle financiële informatie in euro s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen voor consolidatie In de consolidatie worden de Stichting ROC van Amsterdam en alle rechtspersonen betrokken waarin een meerderheidsbelang wordt gehouden dan wel sprake is van overheersende zeggenschap. De volgende rechtspersonen zijn in deze jaarrekening meegenomen: ROCA Contractonderwijs Holding B.V. 100% Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 100% Stichting Onroerend Goed Beroepsonderwijs 100% Stichting Samenwerking Schiphol College 50% De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de organisatie en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de organisatie een meerderheidsbelang heeft, of waarin op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Participaties die worden aangehouden om deze te vervreemden worden niet geconsolideerd. Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, evenals de binnen de Groep gemaakte winsten. De 100% groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd. Stichting Samenwerking Schiphol College is proportioneel geconsolideerd. Voor een overzicht van de geconsolideerde groepsmaatschappijen wordt verwezen naar punt 19 Financiële vaste activa. Transacties in vreemde valuta Transacties luidend in vreemde valuta worden in de betreffende functionele valuta van de organisatie omgerekend tegen de geldende wisselkoers per transactiedatum. Materiële vaste activa De gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardiging prijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Deze activa worden duurzaam door de Stichting gebruikt. Gebouwen en terreinen die binnen afzienbare verkocht zullen worden, zijn gewaardeerd tegen actuele waarde gebaseerd op berekeningen van externe taxateurs. De waarde van deze objecten wordt periodiek getaxeerd en de evaluatie van de herwaardering vindt continu plaats. Over deze activa wordt niet afgeschreven. Investeringssubsidies worden zichtbaar in mindering gebracht op de materiële vaste activa. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Op terreinen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. 88

89 De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: Terreinen : nihil Gebouwen en verbouwingen : 3-10% Inventaris en apparatuur : 10-33% De gebouwen en terreinen zijn, voor zover zij per 1 januari 1997 aan de Stichting zijn overgedragen in het kader van de Wet Omkering Kapitaaldienst Financiering (OKF), opgenomen voor de waarden zoals vastgesteld door het Ministerie van OCW bij de uitvoering van deze operatie. Deze activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijzen. Financiële vaste activa Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de organisatie gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de organisatie garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de organisatie ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. De leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van noodzakelijk geachte waarde verminderingen. De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten onder meer vorderingen, geldmiddelen en schulden. Binnen de groep wordt alleen gebruik gemaakt van primaire financiële instrumenten en niet van afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Voorts hebben ROCvA en / of haar dochtermaatschappijen geen handelsportefeuille van financiële instrumenten verworven of zijn deze aangegaan met het doel de instrumenten op korte termijn te verkopen. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Na de eerste opname worden financiële instrumenten gewaardeerd op de hierna beschreven manier bij vorderingen en schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd op nominale waarde. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd op de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen bepaald op individuele basis. 89

90 Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves de herwaarderingsreserve en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het Bestuur. Waardevermeerderingen van gebouwen die worden gewaardeerd tegen actuele waarde worden opgenomen in de herwaarderingsreserve. De herwaarderingsreserve wordt gevormd per individueel actief en is niet hoger dan het verschil tussen de boekwaarde op basis van historische kostprijs en de actuele waarde. Bij de verkoop van een actief, valt de eventueel aanwezige herwaarderingsreserve vrij ten gunste van de algemene reserves. Met betrekking tot het eigen vermogen onderscheidt ROCvA drie activiteitencategorieën: a. publieke activiteiten (publieke taak, gericht op de publieke doelen zoals in de WEB omschreven); b. private activiteiten in het verlengde van de publieke taak (bijvoorbeeld inburgering, re-integratie en contractactiviteiten in het verlengde van de publieke taak); c. overige private activiteiten (bijvoorbeeld contractactiviteiten niet in het verlengde van de publieke taak). ROCvA merkt in lijn met de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving een gepast deel van het vermogen als privaat vermogen aan. Het private vermogen betreft het eigen vermogen van ROCA Contractonderwijs Holding B.V. (belang 5,0 miljoen). Het uit de publieke activiteiten (onder a) en in beginsel het uit private activiteiten in het verlengde van de publieke taak (onder b) opgebouwd vermogen wordt gekwalificeerd als publiek vermogen. De stichting handelt daarbij overeenkomstig de door de MBO Raad in 2010 opgestelde Guidelines Publiek-Privaat. Voorzieningen Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen, voorziening herstructurering, voorziening verlieslatende contracten en de overige voorzieningen gepresenteerd. Tenzij anders aangegeven worden de voorzieningen opgenomen tegen de nominale waarde. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; en er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Uitzondering op voorgaande voorwaarden betreft de egalisatievoorziening voor groot onderhoud. De toevoegingen aan deze voorziening zijn bepaald op basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt, gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan. Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt opgenomen indien de onvermijdbare kosten voor afwikkeling van een contract de verwachte baten uit het contract overstijgen. In dat geval wordt de voorziening gevormd voor het negatieve verschil tussen de na de balansdatum te ontvangen prestatie en de door hem na de balansdatum te verrichten contraprestatie. Een voorziening voor herstructurering wordt gevormd indien per balansdatum ten minste een gedetailleerd plan voor de reorganisatie is geformaliseerd, en indien de gerechtvaardigde verwachting is gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben, dat de reorga-- nisatie zal worden uitgevoerd door ermee te beginnen of door de hoofdlijnen ervan bekend te maken aan hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. 90

91 Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld en waarvoor een bestedingsverplichting geldt, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Personeelsbeloningen / pensioenen Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt, overeenkomstig de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor ROCvA voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. De dekkingsgraad van het ABP Pensioenfonds bedraagt per 31 december %. Opbrengstverantwoording Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Deelnemersbijdragen De deelnemersbijdragen, bestaande uit cursus-, les- en examengelden, worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn gespreid. Baten werk in opdracht van derden Opbrengsten uit hoofde van werk in opdracht van derden (contractonderwijs en overige) worden in de staat van baten en lasten als baten opgenomen voor een bedrag gelijk aan de kosten indien zeker is dat deze kosten declarabel zijn. Een eventueel positief resultaat wordt genomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum (de zogeheten percentage of completion methode). Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden. Voor een eventueel verwacht negatief resultaat wordt een voorziening getroffen. 91

92 Aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen Het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de Stichting in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de Stichting en de niet-geconsolideerde deelnemingen en tussen niet-geconsolideerde deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd. De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de Stichting. Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de stichting, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. In de normale bedrijfsactiviteiten koopt en verkoopt de stichting diensten van en aan verschillende verbonden partijen waarin de stichting een belang van 50% of minder bezit. Deze transacties worden op zakelijke grondslag uitgevoerd tegen voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die van transacties met derden. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet zakelijke grondslag. Belastingen Belastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Binnen de jaarrekeningpost belastingen en premies sociale verzekeringen is een post latente btw opgenomen. Deze latente btw heeft betrekking op de integratieheffing voor de nieuwbouwpanden. De btw op de kosten wordt teruggevorderd bij de Belastingdienst en bij oplevering van de nieuwbouwpanden afgerekend / terugbetaald onder aftrek van de btw op de ruimten waar belastbare activiteiten (voor de btw) zullen gaan plaatsvinden. In 2009 is de fiscale eenheid voor de omzetbelasting aangevraagd voor ROCvA, ROC ROCF en VOvA. Op 8 juli 2011 is dit verzoek gehonoreerd door de belastingdienst. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. 92

93 18.5 Toelichting op de geconsolideerde balans Materiële vaste activa (ref. 1) Het verloop van de materiële vaste activa in 2012 is als volgt: (bedragen x 1.000) Gebouwen en Gebouwen en terreinen terreinen bestemd voor verkoop Inventaris en apparatuur In uitvoering en vooruitbetalingen Totaal Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Egalisatierekening investeringssubsidies Balanswaarde per 1 januari Herwaarderingen Investeringen Desinvesteringen Herverdeling Ingebruikname nieuwbouw Afschrijvingen Vrijval egalisatierekening Balanswaarde per 31 december Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Egalisatierekening investeringssubsidies Balanswaarde per 31 december De post In uitvoering en vooruitbetalingen heeft nagenoeg geheel betrekking op Gebouwen en terreinen (2011: Gebouwen en terreinen en Inventaris en apparatuur ), hoofdzakelijk gerelateerd aan projecten voor nieuwbouw en verbouwingen. De balanswaarde per 31 december bedraagt derhalve: (bedragen x 1.000) Gebouwen en terreinen (inclusief nieuwbouw / verbouwingen in uitvoering) Inventaris en apparatuur Onder de gebouwen en terreinen zijn activa opgenomen voor een bedrag van 14,3 miljoen (2011: 6,3 miljoen) waarvan de beschikbaarheid berust op een beperkt genotsrecht zoals erfpacht- en opstalrecht. De erfpachtrechten zijn afgekocht voor een periode van 50 jaar. De stijging ten opzichte van 2011 wordt veroorzaakt door de nieuwbouwpanden in Amsterdam. De actuele waarde van de gebouwen en terreinen exclusief de nieuwbouw ad. 107 miljoen per 31 december 2012 bedraagt ongeveer 120 miljoen. 93

94 De WOZ-waarde van de gebouwen en terreinen is ongeveer 107 miljoen (peildatum 1 januari 2012, van de nieuwbouwpanden is alleen van de Maalderij reeds een WOZ-waarde bekend). De verzekerde waarde van de gebouwen is ongeveer 299 miljoen. Voor de nieuwbouwpanden zijn in dit bedrag de verzekerde waarden van de VVE s opgenomen. Het ROCvA deel moet voor deze panden nog worden bepaald. Egalisatierekening investeringssubsidies (bedragen x 1.000) Stand per 1 januari Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten Stand per 31 december Dit betreft ontvangen bijdragen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dan wel andere partijen ter financiering van investeringen. Deze bijdragen vallen vrij ten gunste van de exploitatierekening (onder de overige baten) naar rato van de afschrijvingslasten op de betrokken activa. Financiële vaste activa (ref. 2) Overige financiële vaste activa (bedragen x 1.000) Waarborgsommen Vorderingen (ref. 3) Debiteuren (bedragen x 1.000) Ministerie OCW Wettelijk cursusgeld Gemeente Amsterdam Overige gemeenten Vorderingen op personeel - 5 Overige debiteuren Af: voorziening voor oninbaarheid De vordering op OCW heeft betrekking op toegezegde subsidies die nog niet geheel zijn ontvangen, met name Leerling Gebonden Financiering van schooljaar 2012 / De daling van de vorderingen op de Gemeente Amsterdam en de Overige gemeenten wordt veroorzaakt door de afbouw van de Inburgeringsactiviteiten bij verschillende onderdelen van ROCvA. Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: (bedragen x 1.000) Stand per 1 januari Her rubricering voorziening voor oninbaarheid Dotatie ten laste van / vrijval ten gunste van de exploitatie Onttrekkingen Stand per 31 december

95 In de debiteuren zijn geen bedragen begrepen met een resterende looptijd langer dan 1 jaar. Studenten / leerlingen / deelnemers (bedragen x 1.000) Nominale vordering Af: voorziening voor oninbaarheid Verloop van de voorziening wegens oninbaarheid (bedragen x 1.000) Stand per 1 januari Dotatie ten laste van / vrijval ten gunste van Onttrekkingen Stand per 31 december Overige vorderingen en overlopende activa (bedragen x 1.000) Vooruitbetaalde kosten Nog te ontvangen verkoop onroerend goed Van Ostadestraat Vordering belastingdienst inzake integratieheffing btw nieuwbouw Overige In de overige vorderingen en overlopende activa zijn geen bedragen begrepen met een resterende looptijd langer dan 1 jaar. Liquide middelen (ref.4) Liquide middelen (bedragen x 1.000) Tegoeden op bank- en postbankrekeningen Kasmiddelen Kruisposten De liquide middelen zijn terstond opeisbaar ROCvA beschikt over een rekening courant faciliteit (schatkistbankieren) bij het Ministerie van Financiën van 20,4 miljoen. Eigen vermogen (ref. 5) Het verloop van het eigen vermogen over 2011 en 2012 is als volgt: 2011 (bedragen x 1.000) Algemene reserve Herwaarderingsreserve Bestemmingsreserve privaat Resultaat boekjaar Totaal Stand per 1 januari Mutaties in het boekjaar Herwaarderingen Gerealiseerde herwaardering Bestemming resultaat Resultaat boekjaar Stand per 31 december

96 2012 (bedragen x 1.000) Algemene reserve Herwaarderingsreserve Bestemmingsreserve privaat Resultaat boekjaar Totaal Stand per 1 januari Mutaties in het boekjaar Herwaarderingen Gerealiseerde herwaardering Bestemming resultaat Resultaat boekjaar Stand per 31 december De herwaarderingsreserve is gevormd door herwaardering van de onroerend goed objecten (terreinen en gebouwen) die in het kader van het meerjaren huisvestingsplan binnen afzienbare tijd zullen worden afgestoten. De waarde van deze objecten wordt periodiek getaxeerd en de evaluatie vindt periodiek plaats. Over deze activa wordt niet afgeschreven. Het eigen vermogen van de stichting is deels aangemerkt als privaat vermogen. Het private vermogen betreft het eigen vermogen van ROCA Contractonderwijs Holding B.V. In deze B.V. zijn de afgelopen jaren activiteiten ondernomen die niet voorkomen uit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Er zijn geen bestemmingsfondsen gedurende het boekjaar ontstaan. Voorzieningen (ref. 6) Onderhoudsvoorziening De voorziening voor onderhoudskosten wordt gevormd voor periodiek groot onderhoud dat moet worden verricht op de gebouwen. De voorziening voor onderhoudskosten is langlopend tot 2014 en is gebaseerd op het meerjaren onderhoudsplan. Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam heeft een onderhoudsplan en -horizon tot De voorziening is opgesteld op basis van nominale waarde. Het voornemen is om met ingang van 2014 de componentenmethode toe te passen. De onderhoudsvoorziening zal alsdan ophouden te bestaan. Het verloop van de onderhoudsvoorziening (bedragen x 1.000) Stand per 1 januari Onttrekkingen Vrijval Stand per 31 december Kortlopend deel < 1 jaar Langlopend deel > 1 jaar Overige voorzieningen De overige voorzieningen bestaan uit de voorziening herstructurering, de voorziening verlieslatende contracten en personeelsvoorzieningen. Alle voorzieningen zijn opgesteld op basis van nominale waarde. Voorziening herstructurering De voorziening voor ombuiging en herstructurering heeft betrekking op enkele specifieke herstructureringen bij werkmaatschappijen en centrale diensten, verplichtingen wegens vervroegd uittreden en arbeidsongeschiktheid van werknemers alsmede op enkele specifieke trajecten. Als gevolg van de afbouw van de inkomsten van Educatie en Inburgering, het stopzetten van de activiteiten van de Voortwijzer en het Praktijkcentrum en de reductie van het ondersteunend personeel was de Stichting genoodzaakt de activiteiten en het aantal medewerkers af te bouwen. De onttrekkingen voor ombuiging en herstructurering betreffen de kosten uit lopende uitkeringen voor prepensioenen, wachtgelden, ontslaguitkeringen en afkoopsommen, alsmede kosten voor omscholing en geschillen. 96

97 De berekening van de voorziening herstructurering is gebaseerd op de bestaande sociale plannen waarvoor instemming van de OR is verkregen. De belangrijkste uitgangspunten bij de berekening zijn voorts: de vergoeding voor wachtgeld vanuit het Rijk is voor één jaar (2013) meegenomen, daar voor dat jaar de toezegging van OCW is ontvangen; de kosten voor prepensioenen zijn per persoon geschat op basis van de gemaakte afspraken en de facturen van ABP; de kosten voor ww (wettelijk en bovenwettelijk) zijn per persoon geschat op basis van de toekomstgerichte informatie die Loyalis verstrekt (5 jaar vooruit); de kosten voor ontslaguitkeringen, afkoopsommen, omscholing en geschillen zijn geschat op basis van ervaringsgegevens; de loonkosten zijn geschat op basis van de huidige loonkosten: hierbij is rekening gehouden middels een percentage met een kans op herplaatsing. Voorziening verlieslatende contracten Aangezien het pand op het Koningin Wilhelminaplein op korte termijn verlaten zal worden overtreffen de onvermijdbare kosten om aan de contractuele (huur)verplichtingen te voldoen de verwachte voordelen uit deze overeenkomst. Derhalve is een voorziening verlieslatende contracten gevormd (belang 1,2 miljoen). Bij de vorming van deze voorziening is rekening gehouden met de toekomstige huurverplichtingen alsmede de boekwaarden die nog rusten op het pand als gevolg van verbouwingen door ROCvA. Personeelsvoorzieningen De personeelsvoorzieningen bestaan hoofdzakelijk uit de voorziening voor jubileumuitkeringen en de voorziening ter dekking van WGA uitkeringen als gevolg van het eigen risicodragerschap van arbeidsongeschikte medewerkers. Bij de bepaling van de WGA voorziening is rekening gehouden met kans percentages voor de maximale hoogte en de maximale duur van de arbeidsongeschiktheid. Het verloop van de overige voorzieningen kan als volgt worden weergegeven: (bedragen x 1.000) Voorziening herstructurering Personeelsvoorzieningen Totaal Stand per 1 januari Toekenning subsidie Ministerie van OCW Dotatie t.l.v. de staat van baten en lasten Onttrekkingen Vrijval t.g.v. de staat van baten en lasten Stand per 31 december Kortlopend deel < 1 jaar Langlopend deel > 1 jaar De toekenning van het Ministerie van OCW is zowel opgenomen onder de rijksbijdragen als onder de personeelslasten in de staat van baten en lasten. 97

98 Langlopende schulden (ref. 7) Het verloop van de langlopende schulden is als volgt: (bedragen x 1.000) Kredietinstellingen Overige langlopende schulden Totaal Stand per 1 januari Nieuwe leningen Ministerie van Financiën Aflossingen Stand per 31 december De verstrekte zekerheden zijn toegelicht onder Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen. Kredietinstellingen Ter financiering van de nieuwbouw is begin 2009 een herfinancieringsoperatie uitgevoerd. In dit programma zijn voor de bestaande hypothecaire leningen bij ING en BNG de zekerheden opnieuw gesteld. Met het Ministerie van Financiën is begin 2009 een overeenkomst gesloten ter hoogte van (maximaal) 120 miljoen. ROCvA heeft daarmee de financieringsbehoeften voor de komende jaren afgedekt. In 2010 is het resterende renterisico (bij andere financiers) afgedekt ( 18 miljoen voor 20 jaar vast tegen 2,99% en 3,7 miljoen voor 10 jaar vast tegen 2,55%). In onderstaande tabel is opgenomen tot welk jaar de rente van de leningen is vastgezet. De stand per 31 december 2012 is als volgt : (bedragen x 1.000) Looptijd in jaren Hoofdsom Rente % Rentevast tot Saldo Bank Nederlandse Gemeenten ,66 25 mei ,25 25 mei ,57 25 juni ING Bank ,0 1 juni ,2 1 juni ,85 1 april Ministerie van Financiën Lening ,99 1 jan Lening ,55 2 juli Lening ,93 30 juni Af: aflossingsverplichting komend jaar Stand per 31 december De aflossingsverplichtingen voor het komende boekjaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. De leningen van de Bank Nederlandse Gemeenten betreffen annuïtaire leningen waarop jaarlijks wordt afgelost. Deze leningen lopen nog door tot Op de leningen van de ING Bank wordt lineair afgelost tot De aflossing op de leningen van het Ministerie van Financiën is gestart in 2012 en de aflossing zal doorlopen tot

99 Overige langlopende schulden (bedragen x 1.000) Rente % Saldo Bank Nederlandse Gemeenten 7, (v/h Stichting Pensioenfonds Cindu) Af: aflossingsverplichting komend jaar -37 Stand per 31 december Kortlopende schulden (ref. 8) Belastingen en premies sociale verzekeringen (bedragen x 1.000) Omzetbelasting Loonheffing en premies sociale verzekeringen De loonheffing en premies sociale verzekeringen zijn in januari 2013 betaald. De daling van de omzetbelasting wordt veroorzaakt door de latente omzetbelasting van de nieuwbouw. Deze latente btw heeft betrekking op de integratieheffing voor de nieuwbouwpanden. De btw op de kosten is teruggevorderd bij de Belastingdienst. Bij oplevering van de nieuwbouwpanden is in 2012 circa 9,5 miljoen afgerekend / terugbetaald onder aftrek van de btw op de ruimten waar belastbare activiteiten (voor de btw) zullen gaan plaatsvinden. Het restant saldo latente omzetbelasting zal, na goedkeuring van de aangiften, in 10 jaar ten gunste van de exploitatie worden gebracht. Overige schulden en overlopende passiva (bedragen x 1.000) Nog te betalen bedragen Reservering vakantiegeld en -dagen Vooruitgefactureerde omzet Vooruitontvangen deelnemersbijdragen (Meerjarige) Doelsubsidies Ministerie van OCW - bve (Meerjarige) Doelsubsidies Ministerie van OCW - vo Overige vooruit ontvangen projectgelden Nog door te betalen doelsubsidies overige scholen regio Amsterdam Terug te betalen Plusvoorzieningen aan ministerie van OCW 70 - Vooruit ontvangen bedragen Te betalen salarissen 7 0 Egalisatierekeningen Overige Voor het volledige overzicht van alle doelsubsidies wordt verwezen naar model G in bijlage A. De aansluiting met Model G (geoormerkt doorlopend ) wordt als volgt verklaard: Doelsubsidies bve (bedragen x 1.000) Plus: Plusvoorzieningen door te betalen aan overige scholen regio Amsterdam 609 Minus: LGF (is niet geoormerkt, loopt wel door naar 2013) -409 Totaal BVE Doelsubsidies vo (bedragen x 1.000) 543 Minus: Niet-geoormerkte subsidies die doorlopen naar 2013 (LGF, Studieverlof en Maatschappelijke stage) -283 Totaal vo 260 Totaal bve + vo conform model G

100 Financiële instrumenten en risicobeheer Algemeen De instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico s. Het betreft financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. Renterisico De instelling heeft diverse langlopende leningen afgesloten, met name ter financiering van de huisvesting. De rente op deze leningen is voor een lange periode vastgelegd door middel van het afspreken van rentevaste perioden met de betreffende kredietinstellingen. De duur van de rentevaste perioden zijn toegelicht bij de langlopende schulden. Valutarisico De instelling heeft geen transacties in vreemde valuta. Marktwaarde De marktwaarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en schulden, benadert de boekwaarde ervan. Kredietrisico Bij de vorderingen is geen sprake van belangrijke concentratie bij slechts enkele tegenpartijen. De belangrijkste debiteuren betreffen overheidsinstellingen (ministerie, gemeenten) in verband met nog te ontvangen bedragen voor subsidieregelingen. De vorderingen worden door het bestuur inbaar geacht. Voor het risico van oninbaarheid worden voorzieningen aangehouden op vorderingen. Verder worden de kredietrisico s beperkt geacht. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico s worden bewaakt door meting van solvabiliteits-, liquiditeits- en rentabiliteitsratio s in relatie tot door het bestuur vastgestelde streefwaarden. De instelling beschikt over een meerjarenbegroting, en een daarvan afgeleid meerjarenfinancieringsplan. Met behulp hiervan wordt de financieringsbehoefte bewaakt. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Kredietinstellingen De kredietfaciliteit in rekening-courant bij het Ministerie van Financiën bedraagt met ingang van februari ,4 miljoen. Voor de leningen bij de diverse kredietinstellingen zijn de volgende zekerheden verstrekt: Zekerheden ING (bedragen x 1.000) Pand Hypothecaire inschrijving / taxatiewaarde bij vrije verkoop Tempelhofstraat Da Costastraat Elandstraat Totaal Zekerheden BNG (bedragen x 1.000) Pand Hypothecaire inschrijving / taxatiewaarde bij vrije verkoop Fraijlemaborg Totaal

101 Zekerheden Ministerie van Financiën (bedragen x 1.000) Pand Dekkingswaarde Opaallaan 25 Hoofddorp en Arena 301 Hilversum Zetterij 8 Amstelveen Kop Zuidas Europaboulevard Amsterdam Amsterdam Noord Maximale financiering 95% Totaal Ministerie van OCW Voor onderwijsinstellingen vallende onder de WVO is het op basis van artikel 5 van de (Gewijzigde) Regeling Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs (kenmerk WJZ-2005/ en kenmerk VO/F -2006/1769) toegestaan een vordering op te nemen op het Ministerie van OCW. Hiervan is geen gebruik gemaakt. De vordering op het Ministerie van OCW is ter hoogte van de op dat moment bestaande schuld aan het personeel in verband met: de tot en met december opgebouwde bruto vakantieaanspraken; de over de maand december door het bevoegd gezag verschuldigde afdracht pensioenpremies en loonheffing verbonden salarisbetalingen op grond van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. De vordering bedraagt op 31 december Bij de oprichting van de Stichting ROC van Amsterdam in 1997 ontstond een vordering op het Ministerie van OCW voor loonheffing en pensioenpremies van ABP. De vordering zal worden ontvangen bij het opheffen van de stichting en bedraagt Meerjarige financiële verplichtingen Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan inzake huur en operationele leasing. De huurverplichtingen die hieruit voortvloeien bedragen voor ,3 miljoen (2012: 5,1 miljoen), voor ,8 miljoen en voor 2018 en verder 12 miljoen. De organisatie is investeringsverplichtingen aangegaan ter grootte van 137,3 miljoen inzake de nieuwbouw van vijf schoolgebouwen, waarvan nog 1,8 miljoen resteert per 31 december 2012 (2011: 32,4 miljoen). De financiering is hiervan afgedekt middels het financieringsarrangement bij het Ministerie van Financiën. Garanties De stichting heeft zich garant gesteld jegens de Stichting Waarborgfonds BVE voor maximaal 2% van de jaarlijkse rijksbijdrage indien laatstgenoemde niet aan haar borgstellingsverplichtingen kan voldoen. De stichting heeft garanties afgegeven uit hoofde van huurverplichtingen voor totaal (2011: ). Claim samenhangende met invoering WI in 2006 / 2007 De invoering van de Wet Inburgering ( WI ) in 2007 heeft voor vier regionale opleidingscentra (ROC s) grote gevolgen gehad. Niet in de laatste plaats voor de regionale ROC s in de drie grote steden. Zij hebben in onevenredige mate hun leidende positie op de inburgeringsmarkt verloren als gevolg van de inwerkingtreding van de WI. Waar de ROC's eerst op basis van de wet verplicht waren om inburgeringscursussen aan te bieden en daarop hun gehele organisatie hadden ingericht, is deze leidende positie na 1 januari 2007 ingenomen door private bedrijven. Dit kwam mede omdat de kostenstructuur van een ROC hoger ligt dan dat van de op de markt concurrerende private partijen. 101

102 Vooruitlopend op de invoering van de WI in 2007 hadden het ministerie voor Vreemdelingenzaken en Integratie, het ministerie OCW en de (toenmalige) Bve Raad een convenant gesloten om dergelijke mogelijke, feitelijk voorzienbare negatieve gevolgen van de WI te beperken. Hiertoe werd onder meer een hardheidsclausule opgenomen (ex artikel 7, lid 3) waarin - kort gezegd - is vastgelegd dat indien de op handen zijnde stelselwijziging in het inburgeringsbeleid zou leiden tot een onevenredig nadeel voor een individueel ROC, hierover bestuurlijk overleg zou moeten worden gevoerd dat tot schadevergoeding zou moeten leiden indien daarvoor aanleiding blijkt te bestaan. De vier ROC's uit de drie grote steden hebben zich op deze hardheidsclausule beroepen, wegens grote geleden verliezen. Diverse (informele) beroepen op de hardheidsclausule hebben tot dusver echter niet geleid tot het bedoelde bestuurlijk overleg met betrekking tot een schadevergoeding dan wel een handreiking van de verantwoordelijke bewindslieden. Op 21 juni 2011 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het beroep van ieder van de vier ROC's op de hardheidsclausule schriftelijk formeel afgewezen. Dit is opmerkelijk, want de ROC s hebben aantoonbaar onevenredige schade geleden door de invoering van de WI. De afwijzingsbrieven van 21 juni 2011 hebben de ROC s uit de drie grote steden doen besluiten gezamenlijk een juridische procedure aanhangig te maken. Ieder ROC procedeert zelfstandig, maar met onderling overleg en onder regie van Stibbe advocaten. De ROC's hebben tegen de afwijzingsbrieven bezwaarschriften ingediend, maar deze zijn door de minister van II&A niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet om appellabele besluiten zou gaan. In vervolg daarop hebben de ROC's tot behoud van recht een bestuursrechtelijke procedure aanhangig gemaakt door middel van een pro forma beroepschrift. Zij hebben de Staat der Nederlanden gedagvaard in een civielrechtelijke procedure. Daarin hebben de vier ROC's ieder afzonderlijk van de Staat gevorderd dat de verantwoordelijke ministers de hardheidsclausule uit het Convenant dienen na te komen: het voeren van bestuurlijk overleg en het compenseren van de onevenredig geleden schade door de ROC's. Voor ROC van Amsterdam is deze schade begroot op 35 miljoen. Inmiddels is in april 2013 een conclusie van antwoord van de Staat ontvangen. In september 2013 volgt een comparitiezitting Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten Rijksbijdragen (ref. 9) Dit betreft de genormeerde rijksbijdrage van het Ministerie van OCW. Rijksbijdragen (bedragen x 1.000) 2012 Begroting 2011 Basisbekostiging input Basisbekostiging output Basisbekostiging VOA Basisbekostiging VMBO Vergoeding huisvesting Additionele middelen Vergoeding wachtgelden Additionele middelen Geoormerkte OCW subsidies Niet geoormerkte OCW subsidies

103 Ten opzichte van de begroting valt met name de stijging in de Rijksbijdragen OCW op ( 8,4 miljoen). Deze stijging wordt veroorzaakt door de post additionele middelen. In de begroting was uit voorzichtigheidsoverwegingen nog geen rekening gehouden met de vsv-prestatiemiddelen. Uiteindelijk is hierop 2 miljoen gerealiseerd. Voorts zijn meer Salarismixmiddelen in de realisatie opgenomen dan begroot. De salarismixmiddelen 2012 alsmede de balanspositie ultimo 2011 zijn in 2012 aangewend en conform de verslaggevingseisen (voor nietgeoormerkte gelden) in het resultaat 2012 verantwoord. Dit verklaart voor ca. 3 mln de toename van de additionele middelen. Eenzelfde situatie was van toepassing binnen VOvA in het kader van de Functiemixmiddelen ( 1 miljoen). De Stageboxmiddelen waren, gezien de onduidelijkheden en onzekerheden rondom deze regeling bij het opstellen van de begroting, niet begroot. Dit verklaart ca. 1 mln van de toename. Tenslotte is 1 miljoen extra besteed aan Taal & rekenen. Tegenover deze toename in de baten vanuit additionele middelen staat een navenante toename van de lasten gerelateerd aan de uitvoering van de overeengekomen actieplannen. Het betreft vooral meer personele lasten (salaris-/inhuurlasten). Overige overheidsbijdragen (ref. 10) Overige overheidsbijdragen (bedragen x 1.000) 2012 Begroting 2011 Gemeentelijke bijdragen educatie Overige trajecten en bijdragen Deelnemersbijdragen (ref. 11) Deelnemersbijdragen (bedragen x 1.000) 2012 Begroting 2011 Lesgelden sector VO Cursusgelden sector BVE Examengelden Contractactiviteiten (ref. 12) Contractactiviteiten (bedragen x 1.000) 2012 Begroting 2011 Economische Opleidingen Amsterdam Contractonderwijs Gooi- & Vechtstreek Horeca, Kapper- en nagelverzorging Luchtvaartopleidingen Gezondheidszorg Techniekonderwijs Reïntegratie en inburgering (WI) Overig Door het wegvallen van de baten Re-integratie & Inburgering (WI) vanuit de Rijksoverheid dalen deze baten wederom ( 4,8 miljoen ten opzichte van 2011). De post Luchtvaartopleidingen bevat de contractactiviteiten van MBO College Airport ( ) en de meegeconsolideerde contractactiviteiten van Stichting Samenwerking Schiphol College ( ; begroting 1,2 miljoen). 103

104 Overige baten (ref.13) Overige baten (bedragen x 1.000) 2012 Begroting 2011 Verkoop beroepspraktijkvorming en kantines Detachering personeel Verhuuropbrengsten Vrijval egalisatierekening investeringsbijdragen Beroep belastingdienst inzake detachering Overige baten Personeelslasten (ref. 14) Personeelslasten (bedragen x 1.000) 2012 Begroting 2011 Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Personeel niet in loondienst Dotaties/ vrijval personele voorzieningen Overige personele lasten Af: uitkeringen (AAW, USZO en ID-banen) Extra dotatie voorziening herstructurering De lonen, salarissen en sociale lasten zijn gedaald ten opzichte van 2011 wegens een daling van het aantal werknemers bij de organisatie. Deze daling vloeit voort uit de in 2009 en 2010 ingezette reorganisaties. Ten opzichte van de begroting is een stijging zichtbaar. Deze stijging hangt samen met de eerder genoemde stijging van de additionele middelen. In de loop van 2012 werd zichtbaar dat meer additionele middelen beschikbaar waren dan begroot. Hier is op geanticipeerd en dit wordt zichtbaar binnen de personele (met name personeel niet in loondienst) en overige instellingslasten. Personeelsbestand Gedurende het boekjaar 2012 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers bij de organisatie, omgerekend naar volledige mensjaren (2011: 2.486), allen werkzaam in Nederland. Bezoldiging Raad van Bestuur en Raad van Toezicht De totale bestuurskosten over de jaren van ROC van Amsterdam plus ROC Flevoland worden als volgt samengevat (2009 is exclusief afvloeiingsvergoeding): Bestuurskosten Ten laste van: ROCvA / ROCF mbo VOvA De RvT heeft in 2012 de nullijn aangehouden voor de beloning van de bestuurders en daarom de jaarlijkse indexatie per 1 juli niet toegepast. Het ROCvA-deel van de bezoldiging voor de leden van de RvT bedroeg in (2011: ). De overige kosten zijn opgenomen in de jaarrekening van ROC Flevoland. 104

105 Zie bijlage B bij deze jaarrekening (model H) voor detailgegevens omtrent de bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders. Alle bestuurders zijn het hele jaar 2012 in dienst geweest Brutosalaris Nabetaling vorige jaren Totaal 2012 E.C.M. de Jaeger R.J.W. Winter G. Vreugdenhil Brutosalaris Nabetaling vorige jaren Pensioenkosten Pensioenkosten Totaal 2011 E.C.M. de Jaeger R.J.W. Winter G. Vreugdenhil E.C.M de Jaeger is voorzitter van het College van Bestuur van ROCvA en voorzitter van de Raad van Bestuur ROC van Amsterdam - ROC Flevoland. R.J.W. Winter is lid van de Raad van Bestuur ROC van Amsterdam - ROC Flevoland en gedelegeerd bestuurder van de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. G. Vreugdenhil is lid van de Raad van Bestuur ROC van Amsterdam - ROC Flevoland. De salariskosten van R.C.A. Wilcke, voorzitter van het College van Bestuur van ROCF en vicevoorzitter van de Raad van Bestuur ROC van Amsterdam - ROC Flevoland, zijn opgenomen in de jaarrekening van ROC Flevoland. Het salaris van R.J.W. Winter is in 2012 voor doorbelast aan de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam voor zijn werkzaamheden daar als gedelegeerd bestuurder. Dit bedrag is inclusief werkgeverslasten en pensioenkosten. In het bruto jaarsalaris over 2012 is begrepen de variabele beloning van maximaal 10% over het jaar Aan de bestuurders is een bedrag ter beschikking gesteld, onder aftrek van privé gebruik, om te voorzien in eigen dan wel openbaar vervoer, voor zowel zakelijk als woon / werkverkeer, zijnde (E.C.M. de Jaeger), (R.J.W. Winter) en (G. Vreugdenhil). Verder ontvangen de bestuurders een onkostenvergoeding van netto per jaar. Informatie Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) Belastbaar loon 2011 Belastbaar loon 2012 Correctie op vorig jaar in 2011 Voorzieningen beloning 2011 Voorzieningen beloning 2012 Totaal 2011 Totaal 2011 excl. correctie vorig jaar Totaal 2012 E.C.M. de Jaeger R.J.W. Winter G. Vreugdenhil

106 De WOPT geldt niet langer in Toch is deze informatie opgenomen conform de aanbeveling van de MBO Raad. In deze wet was opgenomen dat jaarinkomens boven de gemeld moeten worden in het jaarverslag. Dit inkomen betreft het belastbaar loon, de pensioenafdracht (werknemers- plus werkgeversdeel), overige voorzieningen en ontslaguitkeringen. In 2012 is van de bestuurders het inkomen hoger dan de WOPT-norm. Het basissalaris van de bestuurders is gebaseerd op de in het verleden verworven rechten en valt binnen de kaders van de adviesregeling De beloning van de bestuurders van mboinstellingen. Afschrijvingen op materiële vaste activa (ref. 15) Afschrijvingen op materiële vaste activa 2012 Begroting 2011 (bedragen x 1.000) Gebouwen Inventaris en apparatuur In de post afschrijvingen van inventaris en apparatuur 2011 waren versnelde afschrijvingen opgenomen van 6,6 miljoen. In 2012 is 2,2 miljoen extra afgeschreven op ictinvesteringen. Huisvestingslasten (ref. 16) Huisvestingslasten (bedragen x 1.000) 2012 Begroting 2011 Huur- en servicekosten Energie en water Schoonmaakkosten Klein onderhoud en reparatie Belastingen en heffingen Verzekeringen Beveiligingskosten Overige huisvestingslasten De huur- en servicekosten zijn gestegen ten opzichte van De oorzaak hiervan is dat in dit bedrag de vorming van de voorziening verlieslatende contracten ad 1,2 miljoen is opgenomen. Exclusief deze voorziene lasten dalen de huur-en servicekosten ten opzichte van Tevens zijn de overige huisvestingslasten gestegen ten opzichte van 2011 (en ten opzichte van begroting). Dit wordt veroorzaakt door de eerder genoemde grootscheepse verhuizingen in 2012 naar de nieuwbouwpanden. Overige instellingslasten (ref. 17) Overige instellingslasten (bedragen x 1.000) 2012 Begroting 2011 Administratie en beheer Contributies en lidmaatschappen Accountants- en advieskosten PR, marketing en communicatie Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen, kosten bpv en kantines alsmede materiële lasten projectgelden Reis- en verblijfkosten Dotatie overige voorzieningen Overige instellingslasten

107 Ten opzichte van de begroting is een stijging zichtbaar van de overige instellingslasten. Deze stijging hangt samen met de eerder genoemde stijging van de additionele middelen. In de loop van 2012 werd zichtbaar dat meer additionele middelen beschikbaar waren dan begroot. Hier is op geanticipeerd en dit wordt zichtbaar binnen de personele en overige instellingslasten. Accountantshonorarium 2012 (bedragen x 1.000) KPMG Accountants KPMG overig Totaal KPMG Onderzoek van de jaarrekening en bekostiging Onderzoek van de jaarrekening en bekostiging Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet-controlediensten Accountantshonorarium 2011 (bedragen x 1.000) KPMG Accountants KPMG overig Totaal KPMG Onderzoek van de jaarrekening en bekostiging Onderzoek van de jaarrekening en bekostiging Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet-controlediensten Financiële baten en lasten (ref. 18) Financiële baten en lasten (bedragen x 1.000) 2012 Begroting 2011 Financiële baten Overige rentebaten Financiële lasten Rente langlopende leningen Overige lasten Saldo financiële baten en lasten De rentelasten zijn hoger dan vorig jaar als gevolg van opgenomen leningen. Transacties met verbonden partijen Er hebben zich geen transacties op niet zakelijke grondslag met verbonden partijen voorgedaan. 107

108 18.7 Enkelvoudige balans per 31 december (voor resultaatbestemming) Activa (bedragen x 1.000) ref Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen Overige deelnemingen Leningen aan groepsmaatschappijen Overige financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Deelnemers/cursisten Overige vorderingen en Overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa Passiva (bedragen x 1.000) ref Eigen vermogen Stichtingskapitaal P.M. P.M. Algemene reserve Herwaarderingsreserve Bestemmingsreserves privaat Resultaat boekjaar Voorzieningen Onderhoudsvoorziening Overige voorzieningen Langlopende schulden Kredietinstellingen Kortlopende schulden Aflossingsverplichtingen Crediteuren Rekening courant deelnemingen en gelieerde maatschappijen Belastingen en premies Sociale verzekeringen Pensioenen Overige schulden en overlopende passiva Totaal passiva

109 18.8 Enkelvoudige staat van baten en lasten (bedragen x 1.000) Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Deelnemersbijdragen Contractactiviteiten Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Dotatie voorziening herstructurering Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Resultaat deelnemingen in groepsmij en Resultaat overige deelnemingen Belastingen - - Resultaat boekjaar Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2012 Algemeen De geconsolideerde jaarrekening maakt deel uit van de jaarrekening 2012 van de organisatie. Voor zover posten uit de balans en staat van baten en lasten hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten, met uitzondering van het volgende: Resultaat deelnemingen Het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de organisatie in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de organisatie en haar deelnemingen en tussen deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd. Financiële vaste activa (ref. 19) Deelnemingen in groepsmaatschappijen De deelnemingen in groepsmaatschappijen betreft de 100% deelneming ROCA Contractonderwijs Holding B.V. en, met ingang van 1 januari 2009, de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. De deelnemingen zijn gewaardeerd tegen het aandeel van de vennootschap in de netto vermogenswaarde van de deelneming per balansdatum. 109

110 De nettovermogenswaarde is berekend op basis van dezelfde grondslagen als welke gelden voor deze jaarrekening. Verloop gedurende het boekjaar (bedragen x 1.000) Stand per 1 januari Resultaat deelnemingen na belastingen Resultaat deelnemingen oude jaren Stand per 31 december De Stichting staat aan het hoofd van de groep en heeft de volgende 100% kapitaalbelangen: Naam (bedragen x 1.000) Statutaire zetel Eigen vermogen ultimo 2012 Resultaat 2012 Directe belangen ROCA Contractonderwijs Holding B.V. Amsterdam Stichting VOvA Amsterdam Indirecte belangen ROCA Uitzendorganisatie B.V. Amsterdam Centrum voor Vakopleiding B.V. Amsterdam Totaal 399 Het geconsolideerd resultaat van ROCA Contractonderwijs Holding B.V. bedraagt positief en bestaat uit het resultaat van ROCA Contractonderwijs Holding B.V., ROCA Uitzendbureau B.V. en Centrum voor Vakopleiding B.V. Overige deelnemingen Deze balanspost betreft de verbonden partijen Stichting Onroerend Goed Beroepsonderwijs en Stichting Samenwerking Schiphol College.De deelnemingen zijn gewaardeerd tegen het aandeel van ROCvA in de nettovermogenswaarde, zoals blijkt uit de jaarrekeningen van deze stichtingen. Verloop gedurende het boekjaar (x 1.000): Stand per 1 januari Resultaat deelnemingen Stand per 31 december Tenslotte is een verbonden partij gezien het geringe belang niet meegeconsolideerd in de jaarrekening van het ROCvA. Dit betreft het Fini van Feggelenfonds. Deze stichting heeft ten doel de voor de Joke Smit Scholengemeenschap voor Volwassenen te Amsterdam benodigde boeken en andere leermiddelen, voor zover deze niet van overheidswege worden verstrekt, op een zo voordelig mogelijke wijze aan haar contribuanten ter beschikking te stellen. Overzicht verbonden partijen Het overzicht van de verbonden partijen is opgenomen in bijlage C. Kortlopende schulden (ref. 20) Rekening courant deelnemingen en gelieerde maatschappijen Dit betreft de rekening courant verhouding met ROCA Contractonderwijs Holding B.V. en de daaraan gelieerde vennootschappen en Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. Over de rekening courant verhouding is 2,6% rente berekend (2011: 2,6%). Amsterdam, 28 juni

111 Handtekeningenblad Koepelstichting ROC van Amsterdam ROC Flevoland Voor akkoord Raad van Bestuur: E.C.M. de Jaeger, voorzitter Raad van Bestuur R.C.A. Wilcke, vicevoorzitter Raad van Bestuur G. Vreugdenhil, lid Raad van Bestuur R.J.W. Winter, lid Raad van Bestuur Voor akkoord Raad van Toezicht: G.H. Faber, voorzitter Raad van Toezicht J.C.H.G. Arts, vicevoorzitter Raad van Toezicht F. P. Bijdendijk, lid Raad van Toezicht F. I.M. Houterman, lid Raad van Toezicht F.K.V. Lamp, lid Raad van Toezicht R.C.Th. Ootjers, lid Raad van Toezicht E.P. van Maanen, lid Raad van Toezicht 111

112 112

113 19 Overige gegevens De controleverklaring is opgenomen op de pagina s 133 en 134. Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming Ingevolge de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt het resultaat van het verslagjaar verrekend met de reserve van de instelling. Het positieve geconsolideerde resultaat van het verslagjaar ad wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Dit voorstel is nog niet verwerkt in de jaarrekening. Samenwerkingsverbanden vo / bve en overige instellingen Stichting ROCvA heeft in 2012 geen samenwerkingsverbanden met andere onderwijsinstellingen in de regio zoals opgenomen in het Besluit samenwerking vo - bve. Per 31 december 2012 volgen geen leerlingen elders onderwijs. Stichting VOvA heeft geen samenwerkingsverbanden met andere onderwijsinstellingen in de regio zoals opgenomen in het Besluit samenwerking vo - bve. 113

114 114

115 20 Bijlagen bij de financiële jaarrekening

116 116

117 Bijlage A: 20.1 Model G: Verantwoording van subsidies 117

118 118

119 119

CVI-Managementconferentie IJzersterk 2013

CVI-Managementconferentie IJzersterk 2013 CVI-Managementconferentie IJzersterk 2013 1 Slim krachten bundelen, vanuit klein binnen groot Edo de Jaeger vz. RvB ROCvA en ROCF vz CvB ROCvA Ronald Wilcke vice vz RvB ROCvA en ROC F en vz. CvB ROC F

Nadere informatie

Jaarverslag 2012. : ROC Flevoland

Jaarverslag 2012. : ROC Flevoland Jaarverslag 2012 ROC Flevoland Uitgave : ROC Flevoland Kenmerk : Jaarverslag 2012 ROCF Vastgesteld door de Raad van Toezicht : 28-06-2013 Goedkeurende accountantsverklaring : 28-06-2013 Aangeboden bij

Nadere informatie

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT. bij

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT. bij DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT bij ROC van Amsterdam - Flevoland 2 DE ORGANISATIE Het ROC van Amsterdam Het ROC van Amsterdam

Nadere informatie

Jaarverslag 2011. ROC van Amsterdam

Jaarverslag 2011. ROC van Amsterdam Jaarverslag 2011 ROC van Amsterdam Versie 1.0 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 14 mei 2012 1 ROC van Amsterdam Fraijlemaborg 141 1102CV Amsterdam Postadres: Postbus 2584 1000CN Amsterdam Tel. 020-5791000

Nadere informatie

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LEDEN RAAD VAN TOEZICHT. bij

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LEDEN RAAD VAN TOEZICHT. bij DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE Voor de positie van LEDEN RAAD VAN TOEZICHT bij ROC van Amsterdam-Flevoland 2 DE ORGANISATIE Het ROC van Amsterdam Het ROC van Amsterdam

Nadere informatie

Jaarverslag 2014. ROC van Amsterdam

Jaarverslag 2014. ROC van Amsterdam Jaarverslag 2014 ROC van Amsterdam ROC van Amsterdam Bezoekadres Fraijlemaborg 141 1102 CV Amsterdam Postadres Postbus 2584 1000 CN Amsterdam Telefoon 020-579 1000 Fax 020-579 1001 Internet http://www.rocva.nl

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. : ROC van Amsterdam

Jaarverslag 2013. : ROC van Amsterdam Jaarverslag 2013 ROC van Amsterdam Uitgave : ROC van Amsterdam Kenmerk : Jaarverslag 2013 ROCvA Vastgesteld door het College van Bestuur : 02-06-2014 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht : 02-06-2014

Nadere informatie

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE. ROC van Flevoland

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE. ROC van Flevoland DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE ROC van Flevoland ROC van Flevoland Het Regionaal Opleidingen centrum van Flevoland behoort tot een van de ruim 40 ROC s van ons land. Inspelend op de veranderende

Nadere informatie

Jaarverslag 2011. ROC Flevoland

Jaarverslag 2011. ROC Flevoland Jaarverslag 2011 ROC Flevoland 1 ROC Flevoland Bezoekadres: Straat van Florida 1 1334 PA Almere Postadres: Postbus 30131 1303 AC Almere Tel. 036-5495900 Fax. 036-5495999 Internet: http://www.rocflevoland.nl/

Nadere informatie

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van. Lid RAAD VAN TOEZICHT HRM & Onderwijs

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van. Lid RAAD VAN TOEZICHT HRM & Onderwijs DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE Voor de positie van Lid RAAD VAN TOEZICHT HRM & Onderwijs bij ROC van Amsterdam-ROC van Flevoland 2 DE ORGANISATIE Het ROC van Amsterdam

Nadere informatie

Jaarverslag 2014. ROC van Flevoland

Jaarverslag 2014. ROC van Flevoland Jaarverslag 2014 ROC van Flevoland ROC van Flevoland Bezoekadres Straat van Florida 1 1334 PA Almere Postadres Postbus 30131 1303 AC Almere Telefoon 036-549 5900 Fax 036-549 5999 Internet http://www.rocvflevoland.nl

Nadere informatie

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden: Concretisering Code Goed Bestuur voor Onderwijs Primair Inleiding De leden van de PO-Raad hebben in 2010 de Code Goed Bestuur vastgesteld als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs. Het bestuur

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. : ROC van Flevoland

Jaarverslag 2013. : ROC van Flevoland Jaarverslag 2013 ROC van Flevoland Uitgave : ROC van Flevoland Kenmerk : Jaarverslag 2013 ROCvF Vastgesteld door het College van Bestuur : 02-06-2014 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht : 02-06-2014

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo. 25 november 2018/definitieve versie/toezichtkader/raad van Toezicht Stichting Bravoo

Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo. 25 november 2018/definitieve versie/toezichtkader/raad van Toezicht Stichting Bravoo 1 Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo 2 3 1 Inleiding De Raad van Toezicht van Stichting Bravoo houdt als intern toezichthouder integraal toezicht op de gang van zaken binnen de stichting

Nadere informatie

Intern toezichtkader PVO Walcheren

Intern toezichtkader PVO Walcheren Intern toezichtkader PVO Walcheren Februari 2015, intern toezichtkader stichting PVO Walcheren Pagina 1 Voorwoord Dit toezichtkader is tot stand gekomen in het kader van de vorming van het nieuwe samenwerkingsverband

Nadere informatie

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S 2. ONDERWIJSOPBRENGSTEN EN DEELNEMERSONTWIKKELING RENDEMENTEN EN DIPLOMA S DIPLOMA S VMBO 2-24 De rendementen vmbo zijn gebaseerd op de opbrengsten oordelen van de onderwijsinspectie. Als een leerling

Nadere informatie

PROFIEL. Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs. Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland

PROFIEL. Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs. Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland PROFIEL Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland PublicSpirit drs. Marylin E.A. Demers Senior consultant Amersfoort, november 2015 Organisatie & context Het

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht. 12 november 2014, versie 2.0

Toezichtkader Raad van Toezicht. 12 november 2014, versie 2.0 Toezichtkader Raad van Toezicht 12 november 2014, versie 2.0 Besluit Raad van Toezicht d.d. 29 oktober 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding p.3 De verschillende rollen van CvB en RvT p.3 Toezicht en bestuur

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting ROC TOP Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 42625 Onderzoeksnummer : 289366 Periode onderzoek : Jan -Oktober 2016 Datum vaststelling : November 2016

Nadere informatie

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Visie en Toezicht Conform artikel 2 lid 2 van

Nadere informatie

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN HET ROC VAN FLEVOLAND EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS. Utrecht, maart 2016 Kenmerk:

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN HET ROC VAN FLEVOLAND EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS. Utrecht, maart 2016 Kenmerk: TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN HET ROC VAN FLEVOLAND EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS Utrecht, maart 2016 Kenmerk: 4765491 INHOUD 1 Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Wettelijk kader

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

ROC. Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD. gewoon een goede school 2016 / 17. Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2016 op

ROC. Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD. gewoon een goede school 2016 / 17. Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2016 op ROC Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD gewoon een goede school 2016 / 17 Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2016 op www.rockopnh.nl Kwaliteit van en voor leerlingen Een belangrijke maatstaf in de

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Vakinstelling SVO Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 68095 Onderzoeksnummer : 289306 Periode onderzoek : Mei 2016-November 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT

HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT INLEIDING Sinds 24 oktober 2011 is het Raad van Toezichtmodel bij de Meerwaarde operationeel. De dagelijkse leiding is vanaf die datum in handen van een eenhoofdig

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging 35 002 Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging Nr. 2 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 17 september 2018 De

Nadere informatie

IN hoofdlijnen Jaarverslag 2012

IN hoofdlijnen Jaarverslag 2012 IN hoofdlijnen Jaarverslag 212 Kijk voor de volledige versie op www.rockopnh.nl Gewoon een goede school Kwalitatief goed onderwijs als basis 212 was een overgangsjaar voor wat betreft het strategisch beleidsplan

Nadere informatie

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S 2. ONDERWIJSOPBRENGSTEN EN DEELNEMERSONTWIKKELING RENDEMENTEN EN DIPLOMA S De rendementen vmbo zijn gebaseerd op de opbrengsten oordelen van de onderwijsinspectie. Als een leerling in leerjaar drie op

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort FUNCTIEPROFIEL Opdrachtgever: Functienaam: Deskundigheid Noorderpoort Lid Raad van Toezicht Sociale domein 1. ORGANISATIE Noorderpoort Noorderpoort bereidt jongeren en volwassenen voor op hun rol in de

Nadere informatie

Jaarverslag. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Jaarverslag. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Jaarverslag Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden 2015 VOORWOORD Ontwikkeling en herijking. Dat zijn misschien wel de meest kenmerkende woorden voor onze Stichting

Nadere informatie

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE 8 februari 2017 1 Inleiding In deze toezichtvisie geven wij als de Raad van Toezicht van het Nova College aan waarom wij toezicht houden, wat we daarmee willen

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een scheiding

Nadere informatie

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur,

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur, a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze referentie 349195 Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015 Geacht

Nadere informatie

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Preambule Dit reglement is een directiestatuut in de zin van artikel 32 van

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Hoeveel leden telt uw intern toezicht? 2. Wat

Nadere informatie

Jaarverslaggeving onderwijs

Jaarverslaggeving onderwijs Jaarverslaggeving onderwijs Input Evaluatie invoering RJ 660 Brief CFI d.d. 16 december 2009 Afstudeerproject Johan Berkouwer Samenvatting in MAB en Het jaar verslagen Actuele ontwikkelingen Knelpunten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie Nr. 244 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

NIEUWE RONDE, NIEUWE KANSEN. Middelen (en mensen) echt verbinden aan de strategie & de routekaart naar goed financieel management

NIEUWE RONDE, NIEUWE KANSEN. Middelen (en mensen) echt verbinden aan de strategie & de routekaart naar goed financieel management NIEUWE RONDE, NIEUWE KANSEN Middelen (en mensen) echt verbinden aan de strategie & de routekaart naar goed financieel management Henk Hendriks Van Beekveld & Terpstra Studiedagen LVC 3 Cuijk 20 januari

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht

functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht geleding datum advies selectie en 26-09-2014 benoemingscommissie RvT advies CvB/MT 29-09-2014 voorgenomen besluit raad van toezicht 27-11-2014 advies

Nadere informatie

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie :

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie : RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij ROC van Amsterdam Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 40833 Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie

Nadere informatie

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland Artikel 1 Begripsbepalingen In dit bestuursreglement wordt verstaan onder: a. statuten: de statuten van de Stichting

Nadere informatie

Inleiding. Toezichtvisie

Inleiding. Toezichtvisie Toezichtvisie Inleiding De raad van toezicht van de Stichting Zorggroep West- en Midden Brabant (hierna: Thebe) ziet de raad van toezicht als een orgaan dat namens de samenleving toezicht uitoefent. Deze

Nadere informatie

Vacatures Raad van Toezicht CVO Noord-Fryslân

Vacatures Raad van Toezicht CVO Noord-Fryslân Vacatures Raad van Toezicht CVO Noord-Fryslân Inleiding CVO Noord-Fryslân is een Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in het noorden van Friesland. De Vereniging bestaat uit drie scholen: Christelijk

Nadere informatie

Mini ALV. 21 maart 2013

Mini ALV. 21 maart 2013 Mini ALV 21 maart 2013 Agenda 1. Opening 2. Mededelingen 3. Notulen 6 november 4. Terugkoppeling plan van aanpak n.a.v. ouderenquête 5. Concept statuten 6. Begroting 2013 en voorlopige cijfers 2012 7.

Nadere informatie

(financiële) verantwoording passend onderwijs

(financiële) verantwoording passend onderwijs (financiële) verantwoording passend onderwijs Conferentie Naoberschap - Meesterschap, vrijdag 10 oktober 2014 Start with why? Waarom is verantwoording van belang? Hoe geef ik handen en voeten aan verantwoording?

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Instandhouding openbaar primair onderwijs 2018

Raadsstuk. Onderwerp Instandhouding openbaar primair onderwijs 2018 Raadsstuk Onderwerp Instandhouding openbaar primair onderwijs 2018 Nummer 2018/199902 Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 1.1 Onderwijs en sport Afdeling JOS Auteur Out-Schipper, I. Telefoonnummer

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht

Reglement Raad van Toezicht Reglement Raad van Toezicht ter uitvoering van artikel 14, lid 3, van de statuten van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Ermelo Begrippen In dit reglement wordt onder Raad verstaan

Nadere informatie

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer Profielschets bestuurder SWV PO en SWV VO Zoetermeer 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Situatieschets... 3 3. Profiel en werkzaamheden gezamenlijke bestuurder... 5 3.1. Werkzaamheden... 5 3.2. Kennis,

Nadere informatie

DLMB 2013 versie

DLMB 2013 versie DLMB 2013 versie1.0 17-09-2013 Focus op Vakmanschap is vertaald in de wet Doelmatige Leerwegen en Modernisering Bekostiging Meest ingrijpende verandering sinds invoering WEB Een totale reset voor het MBO

Nadere informatie

Toezichtvisie Raad van Toezicht. september 2018

Toezichtvisie Raad van Toezicht. september 2018 Toezichtvisie Raad van Toezicht september 2018 Inleiding In dit document is de visie op toezicht door de Raad van Toezicht (RvT) van s Heeren Loo vastgelegd. Hoe zien wij onze rol en welke uitgangspunten

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht, portefeuille Financiën, Lid Raad van Toezicht, portefeuille Onderwijs (-kwaliteit)

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht, portefeuille Financiën, Lid Raad van Toezicht, portefeuille Onderwijs (-kwaliteit) FUNCTIEPROFIEL Functies: Lid Raad van Toezicht, portefeuille Financiën, Lid Raad van Toezicht, portefeuille Onderwijs (-kwaliteit) 1. ORGANISATIEBESCHRIJVING De Meerwegen scholengroep is een christelijke

Nadere informatie

Profiel & Selectieprocedure. Directeur-bestuurder Stellingwerf College

Profiel & Selectieprocedure. Directeur-bestuurder Stellingwerf College Profiel & Selectieprocedure Directeur-bestuurder Stellingwerf College juni 2016 Onze school Het Stellingwerf College, een openbare school voor vmbo, mavo, havo, vwo en verrijkt en versneld vwo in Oosterwolde

Nadere informatie

VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG

VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG VERENIGING VAN TOEZICHTHOUDERS IN ONDERWIJSINSTELLINGEN VTOI januari 2016 Checklist verantwoording RvT in het jaarverslag Pagina

Nadere informatie

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht?

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht? VTOI, 17 april 2015 Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht? clemens.geenen@dyade.nl 1 Programma 1. Toezichtplan 2. Wat is de relatie tussen kwaliteit

Nadere informatie

TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT

TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT PROFIELSCHETS TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT SPECIFIEK PROFIEL: EXPERTISE IN ORGANISATIEONTWIKKELING EN HRM SPECIFIEK PROFIEL: EXPERTISE IN ONDERNEMERSCHAP (BEDRIJFSLEVEN) OPENBARE SCHOLENGROEP VLAARDINGEN

Nadere informatie

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 TECHNUM in vogelvlucht Wat is Technum Welke participanten Waarom noodzakelijk Waar we voor staan Wat onze ambities zijn TECHNUM Zelfstandige onderwijsvoorziening

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Stichting Talent Westerveld Drift 1A 7991 AA DWINGELOO Tel. 0521 59 49 44 Email: info@talentwesterveld.nl Website: www.talentwesterveld.nl REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Werkveld: Organisatie Beleidslijn:

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF Inleiding De raad van toezicht van Laverhof heeft de wettelijke taak toezicht te houden op de besturing door de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Laverhof

Nadere informatie

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Het vmbo van de toekomst Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Voorstellen Mirjam Bosch, plv. directeur CSV Veenendaal Dennis Heijnens, adviseur bij Actis Advies Programma deelsessie

Nadere informatie

FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam Inhoud : Bestuursverslag Balans per 31-12-17 Resultaten rekening per 31-12-17 Korte toelichting op de balans Amsterdam, maart 2018. R.v.d. Wouw

Nadere informatie

Reglement intern toezicht

Reglement intern toezicht Reglement intern toezicht De raad van toezicht van de Stichting Scala College en Coenecoop College besluit gelet op richtlijn 23 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 en artikel 2 lid 1

Nadere informatie

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader 1 Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool 2 INLEIDING 3 De Raad van Toezicht van De Haagse Hogeschool formuleert in dit de inhoudelijke uitgangspunten van zijn toezicht en de manier waarop hij daaraan invulling

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Friesland College te Leeuwarden Ondernemer detailhandel November 2014 BRIN: 25LG Onderzoeksnummer: 277525 Onderzoek uitgevoerd in: September 2014

Nadere informatie

Landstede Groep Lid Raad van Toezicht met onderwijskundig profiel

Landstede Groep Lid Raad van Toezicht met onderwijskundig profiel Landstede Groep Lid Raad van Toezicht met onderwijskundig profiel Organisatie Landstede Groep) is een onderwijsorganisatie die voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en onderwijs voor volwassenen

Nadere informatie

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN DE ARTEZ HOGESCHOOL VOOR KUNSTEN TE ARNHEM. Een rapport van de Inspectie van het Onderwijs

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN DE ARTEZ HOGESCHOOL VOOR KUNSTEN TE ARNHEM. Een rapport van de Inspectie van het Onderwijs TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN DE ARTEZ HOGESCHOOL VOOR KUNSTEN TE ARNHEM Een rapport van de Inspectie van het Onderwijs Utrecht, maart 2016 INHOUD 1 Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Wettelijk

Nadere informatie

Groenhorst vmbo Velp. Bijzondere gebeurtenissen in Omgevingsfactoren Groenhorst vmbo Velp. Inhoudelijke resultaten Groenhorst vmbo Velp 2016

Groenhorst vmbo Velp. Bijzondere gebeurtenissen in Omgevingsfactoren Groenhorst vmbo Velp. Inhoudelijke resultaten Groenhorst vmbo Velp 2016 Groenhorst vmbo Velp Groenhorst Velp is een vmbo en mbo school met een Groen- Creatief profiel. Dit profiel is zowel in ons onderwijsportfolio als in onze hele uitstraling zichtbaar. Het vmbo heeft drie

Nadere informatie

Instruerend Bestuur Quickscan en checklist

Instruerend Bestuur Quickscan en checklist Instruerend Bestuur Quickscan en checklist Stade Advies BV Kwaliteit van samenleven Quickscan Instruerend Bestuur (0 = onbekend; 1 = slecht; 2 = onvoldoende; 3 = voldoende; 4 = goed; 5 = uitstekend) 1.

Nadere informatie

Beleidskader agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam

Beleidskader agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam Beleidskader 2017 agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam College van Bestuur, vastgesteld 06-12-2016 Inleiding We hebben inmiddels het tweede jaar van ons meerjarenbeleidsplan

Nadere informatie

Overleg met de Toezichthouder

Overleg met de Toezichthouder Overleg met de Toezichthouder Handreiking Goede Medezeggenschap Handreiking goede medezeggenschap Overleg met de toezichthouder Inleiding Deze handreiking goede medezeggenschap is onderdeel van een reeks

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs

Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs Inleiding. Vanaf 1 augustus 2011 zijn bij De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

Profiel. Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën & ICT. Stichting BOOR

Profiel. Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën & ICT. Stichting BOOR Profiel Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën & ICT Stichting BOOR 1 Stichting BOOR Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën en ICT Organisatie BOOR verzorgt het openbaar

Nadere informatie

Dit is het ROC van Twente. Onderwijsvisie

Dit is het ROC van Twente. Onderwijsvisie in feiten en cijfers Dit is het ROC van Twente ROC van Twente is dé onderwijsinstelling voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in de regio Twente. Ruim 2000 medewerkers verzorgen beroepsopleidingen,

Nadere informatie

SALDO COLLECTIEF PERSONEEL -673.000 (VERSCHIL REALISATIE T.O.V. BEGROTING) EXPLOITATIE NAAR SALDI SALDO COLLECTIEF HUISVESTING 150.

SALDO COLLECTIEF PERSONEEL -673.000 (VERSCHIL REALISATIE T.O.V. BEGROTING) EXPLOITATIE NAAR SALDI SALDO COLLECTIEF HUISVESTING 150. K KENGETALLEN 8 81 EXPLOITATIE NAAR SALDI Het exploitatieresultaat bedraagt positief 1.315. (begroot: negatief 2.672.) ten opzichte van positief 4.196. vorig jaar en is als volgt opgebouwd. Saldo bedrijfsvoering:

Nadere informatie

Reglement Raad van toezicht

Reglement Raad van toezicht Reglement Raad van toezicht Meerwegen scholengroep Stichting PCVOE Versie 1.1 Vastgesteld door de Raad van Toezicht op: 18 december 2017 Preambule Dit Reglement Raad van Toezicht is opgesteld conform de

Nadere informatie

Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht. Auteur Raad van Toezicht

Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht. Auteur Raad van Toezicht Auteur Raad van Toezicht Inlichtingen Sandra Vermuelen, secretaris RvT Sandra.vermeulen@hu.nl Datum 23 mei 2017 Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht Versie Vastgesteld

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht

Toezichtkader Raad van Toezicht Toezichtkader Raad van Toezicht 1 Toezichtkader Raad van Toezicht dr. Aletta Jacobs College De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht, dat wil zeggen toezicht op alle aspecten van de stichting en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 892 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd

Nadere informatie

Functieprofiel TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT RIJN IJSSEL

Functieprofiel TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT RIJN IJSSEL Functieprofiel TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT RIJN IJSSEL Rijn IJssel Rijn IJssel is een school voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in de regio Arnhem. We bieden jongeren en volwassenen

Nadere informatie

Reglement raad van bestuur SKVOH

Reglement raad van bestuur SKVOH Reglement raad van bestuur SKVOH Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Heerhugowaard Dit Reglement raad van bestuur is opgesteld conform de statuten en maakt deel uit van een samenhangende reeks van

Nadere informatie

ROC. Kop van Noord-Holland. roc in beeld. van gewoon goed naar nog beter. Kijk voor het volledige jaarverslag 2014 op

ROC. Kop van Noord-Holland. roc in beeld. van gewoon goed naar nog beter. Kijk voor het volledige jaarverslag 2014 op ROC Kop van Noord-Holland roc in beeld van gewoon goed naar nog beter Kijk voor het volledige jaarverslag 214 op www.rockopnh.nl van gewoon goed naar nog beter! Grafieken en tabellen geven goed weer hoe

Nadere informatie

Functieprofiel Raad van Toezicht

Functieprofiel Raad van Toezicht Functieprofiel Raad van Toezicht Opgesteld: november 2014 Vastgesteld: 25 november 2014 Functieprofiel Raad van Toezicht SALTO 1 Functieprofiel Raad van Toezicht SALTO Organisatieschets In 2001 zijn de

Nadere informatie

VERSLAG INZAKE ANBI 2016 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND

VERSLAG INZAKE ANBI 2016 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND VERSLAG INZAKE ANBI 2016 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND Inhoud 1. Contactgegevens... 3 2. Kernactiviteiten... 4 2.1 Visie en Missie... 4 2.2 Doelen... 4 2.3 Werkwijze en strategie

Nadere informatie

Profiel Raad van Toezicht. Stichting de Woonmensen/ KWZA

Profiel Raad van Toezicht. Stichting de Woonmensen/ KWZA Profiel Raad van Toezicht Stichting de Woonmensen/ KWZA KP 14 november 2012 1 Inleiding Uitgangspunt voor de bezetting van de Raad van Toezicht is, dat deze bestaat uit generalisten die gezamenlijk een

Nadere informatie

FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Welzijn te Amsterdam

FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Welzijn te Amsterdam FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Welzijn te Amsterdam Inhoud : Bestuurverslag Balans per 31-12-17 Resultaten rekening per 31-12-17 Korte toelichting op de balans Amsterdam, maart 2018. R.v.d. Wouw

Nadere informatie

WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK. Toezichtkader Bibliotheek Velsen

WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK. Toezichtkader Bibliotheek Velsen Vastgesteld nov 2017 WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK Toezichtkader Bibliotheek Velsen 2017-2020 AANLEIDING TOEZICHTKADER Niets duurt voort, behalve verandering Heraclitus Voor je ligt het tussentijdse

Nadere informatie

Samen voor onderwijs in Apeldoorn

Samen voor onderwijs in Apeldoorn Samen voor onderwijs in Apeldoorn toelichting samenwerking AVOO en Veluwse Onderwijsgroep bijlage bij het convenant tussen gemeente Apeldoorn, De Veluwse Onderwijsgroep en AVOO (i.v.m. de personele unie

Nadere informatie

PROACTIEF TOEZICHT VOBO

PROACTIEF TOEZICHT VOBO PROACTIEF TOEZICHT VOBO Concept Door: Raad van Toezicht Voortgezet Onderwijs Best Oirschot PROACTIEF TOEZICHT VOBO 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Toezichtvisie Vobo... 4 Doel van de Raad van Toezicht Vobo...

Nadere informatie

SALDO COLLECTIEF PERSONEEL ( ) (VERSCHIL REALISATIE T.O.V. BEGROTING) EXPLOITATIE NAAR SALDI SALDO COLLECTIEF HUISVESTING

SALDO COLLECTIEF PERSONEEL ( ) (VERSCHIL REALISATIE T.O.V. BEGROTING) EXPLOITATIE NAAR SALDI SALDO COLLECTIEF HUISVESTING KENGETALLEN 82 83 EXPLOITATIE NAAR SALDI Het exploitatieresultaat bedraagt negatief 469. (begroot: positief 342.) ten opzichte van positief 1.315. vorig jaar en kan als volgt worden geanalyseerd. Saldo

Nadere informatie

Toelichting Indicatoren GJ MBO 2017

Toelichting Indicatoren GJ MBO 2017 Toelichting Indicatoren GJ MBO 2017 Algemene toelichting Volgens de regeling Jaarverslaggeving Onderwijs, die per 1 januari 2008 in werking is getreden, moeten bekostigde onderwijsinstellingen aan het

Nadere informatie

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit Reglement College van Bestuur Onderwijsstichting Esprit Amsterdam, vastgesteld, na goedkeuring door de Raad van Toezicht op 4 december 2015, door het College van Bestuur in haar vergadering van 7 december

Nadere informatie

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit Reglement College van Bestuur Onderwijsstichting Esprit Amsterdam, vastgesteld, na goedkeuring door de Raad van Toezicht op 17 maart 2017, door het College van Bestuur in haar vergadering van 20 maart

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE SAMENWERKING TUSSEN ROC VAN AMSTERDAM EN ROC FLEVOLAND RAPPORT. Utrecht, 7 augustus 2012 H

ONDERZOEK NAAR DE SAMENWERKING TUSSEN ROC VAN AMSTERDAM EN ROC FLEVOLAND RAPPORT. Utrecht, 7 augustus 2012 H ONDERZOEK NAAR DE SAMENWERKING TUSSEN ROC VAN AMSTERDAM EN ROC FLEVOLAND RAPPORT Utrecht, 7 augustus 2012 H3312837 Voorwoord Dit rapport met kenmerk H3312837 bevat de resultaten van een incidenteel onderzoek

Nadere informatie

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Eind september ging Deloitte met CFO s uit het hoger onderwijs in gesprek over de uitdagingen om de prestatieafspraken te realiseren, ook al is

Nadere informatie

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT werkveld datum Instemming/advies GMR Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Organisatie 28-11-2012 n.v.t. 28-11-2012 n.v.t. Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT Inhoudsopgave 1. Procedure zelfevaluatie Raad van

Nadere informatie

23-04-2012. Actieplan mbo Focus op Vakmanschap 2011-2015. Inhoud workshop. Bekostigingssystematiek 1. Wim Maas. Onderwijsgroep Tilburg ROC Tilburg

23-04-2012. Actieplan mbo Focus op Vakmanschap 2011-2015. Inhoud workshop. Bekostigingssystematiek 1. Wim Maas. Onderwijsgroep Tilburg ROC Tilburg Actieplan mbo Focus op Vakmanschap 2011-2015 Wim Maas Onderwijsgroep Tilburg ROC Tilburg Jouw partner in de school Inhoud workshop Binnen de scoop: Bekostigingssystematiek (was/wordt) Intensivering en

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019)

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Pagina 1 van 5 Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Artikel 1. Algemeen De Raad van Toezicht van de Stichting Gereformeerde Scholengroep,

Nadere informatie

Toezichtkader Stichting Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland- Midden

Toezichtkader Stichting Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland- Midden Toezichtkader Stichting Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland- Midden Tevens zijnde Toezichtkader voor: Raad van Toezicht Stichting Contractonderwijs COG Raad van Toezicht Beheersstichting COG

Nadere informatie

Toezicht- en bestuursfunctie Holding i.o. Profiel Voorzitter CvB

Toezicht- en bestuursfunctie Holding i.o. Profiel Voorzitter CvB Toezicht- en bestuursfunctie Holding i.o. Profiel Voorzitter CvB 14 oktober 2015 1. DE KERN: DE OPDRACHT EN HET BESTUUR Holding i.o. Onderwijsgroep Primus & Scholennetwerk De Basis De holding is een relatief

Nadere informatie