Recreatie. in de regio Amsterdam. Een gecombineerde analyse van de gegevens van het O+S onderzoek en de provinciale recreatiemonitor

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Recreatie. in de regio Amsterdam. Een gecombineerde analyse van de gegevens van het O+S onderzoek en de provinciale recreatiemonitor"

Transcriptie

1 Recreatie in de regio Amsterdam Een gecombineerde analyse van de gegevens van het O+S onderzoek en de provinciale recreatiemonitor _1

2 INTEGRALE RAPPORTAGE RECREATIEMONITOR EN HET GROTE GROENONDERZOEK. WAAROM? Twee instanties hebben de afgelopen jaren gegevens verzameld over het recreatiegedrag en het bezoek van recreatiegebieden in het zuidelijke deel van Noord Holland. De recreatieschappen in Noord-Holland houden sinds 2006 jaarlijks de Recreatiemonitor en de gemeente Amsterdam houdt met intervallen van 5-10 jaar Grote Groenonderzoek (GGO) de laatste enquête stamt uit 2013 en had betrekking op het zomer seizoen De onderzoeksopzetten van beide onderzoeken zijn aanvullend. Het Amsterdamse onderzoek onderzoekt de woongebieden en meet o.a. waar mensen recreëren. De Recreatiemonitor meet vanuit de gebieden. Via tellinten wordt gemeten hoeveel mensen de gebieden bezoeken, dit wordt aangevuld met enquêtes die de recreatiegebieden centraal stellen. Het ene onderzoek (GGO) doet onderzoek naar de bron op het bezoeken van de bestemming, het andere onderzoek (recreatiemonitor) kijkt vanuit de bestemming en daarbij niet of beperkt naar de bron. Hoewel beide methoden hetzelfde fenomeen (recreatie) onderzoeken zijn beide methoden niet op elkaar te leggen. Omdat de vertaalslagen die bijvoorbeeld meten hoe vaak iemand ergens naar toe gaat grof zijn. Veroorzakt een flinke foutmarge bij een vergelijking van de uitkomsten van beide methoden. Beleidsmatig is het van belang dat beide onderzoeken tot vergelijkbare conclusies komen. Als dat niet zo is ontkennen beide onderzoeken elkaar immers en dat ondergraaft de mogelijkheden om beleid te formuleren. Omgekeerd, als beide onderzoeken via een verschillende methode hetzelfde beeld opleveren versterkt dit de mogelijkheden om tot beleidsconclusies te komen. Ligging van Waterland (bij Purmerend), Twiske (bij Zaandam), Spaarnwoude (bij Haarlem) en Amsteland (bij Amstelveen). In deze rapportage is niet geprobeerd om de resultaten van de verschillende onderzoeken volledig vergelijkbaar krijgen. In plaats daarvan is gekeken of de hypothese uit het ene onderzoek bevestigd of ontkend kan worden uit het andere onderzoek. Hiervoor is een beperkt aantal beleidsrelevante hypotheses geformuleerd en onderzocht. _2

3 Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de vraag: 1. Hoeveel mensen gaan waarheen en hoe druk worden de gebieden bezocht? 2. Hoe ontwikkelt het bezoek zich? 3. Hoe regionaal zijn recreatiegebieden? 4. Is het recreatiebeleid geslaagd? Een tussenbalans. Met regionale recreatiegebieden wordt hier bedoeld: de recreatiegebieden om de stad, en niet de parken. Het onderscheid is dat parken in de stad liggen en regionale recreatiegebieden in stadsranden of in het landschap zijn gelegen. Het twijfelgeval Bijlmerpark wordt tot de parken gerekend, maar het twijfelgeval de Bretten tot de regionale recreatiegebieden. Zo zijn Amsterdamse Bos, Diemerbos, Twiske en duinen duidelijk voorbeelden van regionale recreatiegebieden. We hebben ook met enkele twijfelgevallen te maken. De keuze is uiteindelijk bepaald door het onderscheid dat gemaakt wordt in het GGO. De Gaasperplas wordt dubbel opgevat. Weliswaar rekent het GGO het tot de parken maar het heeft een regionale beheerder waardoor het in deze rapportage ook tot de regionale gebieden wordt gerekend. Toeristen in Twiske. Deze groep is niet meegenomen in het GGO _3

4 1. KWANTITEIT, HOEVEEL MENSEN GAAN WAARHEEN? Dit hoofdstuk gaat in op de geconstateerde tegenspraak tussen de Recreatiemonitor en het GGO. De bevinding is dat een groot deel van het verschil in de definiëring van regionale groen ligt. Daarnaast wordt aangetoond dat Amsterdammers minder vaak regionale recreatiegebieden bezoeken dan bewoners van Amstelveen, Ouder-Amstel en Diemen. Er wordt bovendien een overall hypothese gepresenteerd die gevonden patronen verklaren. Deze hypothese is: sinds 1996 recreëren mensen steeds dichter bij huis. Hiervoor zijn drie onafhankelijke aanwijzingen gevonden 1.1 NEEMT HET BEZOEK AAN REGIONALE RECREATIEGEBIEDEN TOE OF AF? De Recreatiemonitor wijst uit dat het bezoek aan de regionale recreatiegebieden grosso modo stabiel is (tabel 1) terwijl het GGO in 2012 een sterke afname van het gebruik van regionale recreatiegebieden meet. Nadere analyse van het GGO wijst erop dat het gebruik van Amstelland is toegenomen, het Twiske en Spaarnwoude licht is afgenomen en dat vooral strand en duinbezoek sterk is afgenomen (tabel 2). Tabel 1 recreatiemonitor in 2008 en 2012 Aantal bezoeken recreatiemonitor stijging / daling (%) Het Twiske % Spaarnwoude % Groengebied Amstelland % Tabel 2 procentuele verandering van het bezoek door Amsterdammers van regionaal groen tussen 2008 en 2012 gemeten in Het Grote Groenonderzoek. De vetgedrukte gebieden zijn ook onderzocht in de Rrecreatiemonitor. Gebied % 2012 vgl 2008 Amsterdamse bos % Strand ,6% Duinen ,2% Het Twiske % Spaarnwoude ,3% Amstelland 32 (geen totaal beschikbaar) 1 +?% Vinkeveense Pl ,7% Goois natuurres ,8% De gebieden die onderzocht zijn in de Recreatiemonitor, te weten Het Twiske, Spaarnwoude en Amstelland vertoonden in het GGO slechts een lichte afname in het bezoek met 6 tot 13%. De in de Recreatiemonitor onderzochte recreatiegebieden verschillen daarmee niet van afname die in veel parken werd gemeten in de periode (tabel 3). Het bezoek van strand en duinen nam wel sterk af. 1 Amstelland is het onderzoek van 2012 opgedeeld in deelgebieden. Het is onjuist om de gebieden bij elkaar op te tellen, maar de 6 belangrijkste deelgebieden scoorden als volgt: Amsteloever 23%; Gaasperplas 23% Ronde Hoep 11%; Ouderkerkerplas 9%; Hoge Dijk 9%; Diemerbos 8%. Gezien het geheel afwijkende aanbod binnen Amstelland, van typische fietsroutes tot zwem- en parkgebieden lijkt redelijk aan te nemen dat er beperkt overlap is. Daarom is vermoedelijk een toename in Amstelland (zie tabel 2). _4

5 Het gebruik van groengebied Amsterland neemt toe. Het gebruik van de meeste recreatiegebieden zoals Vinkeveen (foto) is licht afgenomen. _5

6 Tabel 3 procentuele verandering van het bezoek door Amsterdammers van de meest gebruikte parken tussen 2008 en 2012 gemeten in Het Grote Groenonderzoek. gebied % 2012 vgl 2008 Vondelpark % Oosterpark % Westerpark % Sarphatipark % Amstelpark % Sloterpark % Rembrandtpark % Frankendael % Conclusie: de stevige uitspraken over de afname van het bezoek aan de recreatiegebieden in het GGO is voor een groot deel gebaseerd op de sterke afname van het bezoek aan duinen en strand. Ook het bezoek door Amsterdam aan het Twiske en Spaarnwoude is afgenomen, maar met veel kleinere cijfers. Dat maakt andere verklarende factoren, zoals de andere recreatiepatronen van Amsterdammers, en de andere samenstelling van het recreatieve aanbod voor Amsterdammer aannemelijk. Deze twee aspecten worden hieronder behandeld. 1.2 AMSTERDAMMERS RECREËREN ANDERS DAN DE UIT DE OMGEVING. Kleinere steden hebben minder parken en zijn daarom meer aangewezen op regionale recreatiegebieden. Verder liggen ze dichter bij de regionale recreatiegebieden en is het autobezit en daarmee de regionale mobiliteit hoger. Daarom is het de verwachting dat ze meer gebruik maken van regionaal groen. _6

7 Het verschil in recreatie door een grote stad en kleinere steden/grote dorpen is kwantificeerbaar omdat er in 2013 gegevens zijn van 10 woongebieden. Daarvan liggen er 3 buiten Amsterdam die worden vergeleken met de 7 in Amsterdam gelegen woongebieden. Tabel 4 Het Groot groenonderzoek 2012, % regionale groenbezoekers per woongebied. Dikgedrukt is buiten Amsterdam. Woongebied inwoners steekproef * exclusief Gaasperplas Bezoekers regionaal groen in steekproef* % regionale groenbezoekers Amstelveen Ouder-Amstel Diemen Zuid-Oost * 46* Oost Zuid Centrum West Nieuw West Noord Conclusie: Amsterdammers recreëren minder regionaal dan de bewoners van de andere onderzochte steden. _7

8 2. KWANTITEIT, HOE ONTWIKKELT HET BEZOEK ZICH? Dat vooral het gebruik van strand en duinen is afgenomen kan wijzen op een beleidsrelevant patroon. De hypothese is: Amsterdammers recreëren steeds dichter bij huis. Aanwijzing 1: Reeds in 2008 werd in het GGO een enorme toename (verdubbeling tot verdrievoudiging) waargenomen van het parkbezoek ten opzichte van Het bezoek aan regionale gebieden steeg toen ook aanzienlijk maar minder explosief als bij parken. Naast de enorme groei van openluchtrecreatie was er in 2008 in vergelijking met 1996 een procentuele verschuiving zichtbaar naar nabij gelegen groen. Aanwijzing 2: Tussen 2008 en 2012 wordt een toename van het gebruik van buurtgroen gemeten, naast een lichte afname van het parkgebruik en een grote afname van het regionaal groengebruik. We hebben al gezien dat dat laatste vooral wordt veroorzaakt door een afname van het gebruik van strand en duinen. Dit hele patroon duidt op een verschuiving van recreatie van verder weg naar dichter bij huis. Aanwijzing 3: Binnen Amsterdam zijn er 3 sets metingen van het gebruik van de regionale recreatiegebieden tussen 1996 en In deze sets is een krachtige aanwijzing te vinden dat er tussen 1996 en 2012 (gerapporteerd in 2013) een verschuiving heeft plaatsgevonden in de afstand die recreanten afleggen. Door de stadsdelen te ordenen naar afstand tot een recreatiegebied ontstaat er een beeld van het belang van nabijheid. Dat verband is geanalyseerd voor de parameter waar gaat u het meest heen. Ter illustratie is het beeld van Amstelland toegevoegd (grafiek 1). In 1996 gingen iets minder dan 20% van de bewoners van zuid-oost het liefst naar Amstelland. Dit nam in 2008 en 2013 toe tot boven de 40%. Ook in de stadsdelen Oost, Zuid en Centrum zien we een krachtige toename van Amstelland als favoriet recreatiegebied. Die stijging is er niet in de stadsdelen West, Nieuw West en Noord. Deze grafieken zijn te maken voor 9 regionale recreatieve bestemmingen en staan in bijlage 1. Grafiek 1. De vraag Waar gaat u het meest heen dat is beantwoord voor groengebied Amstelland en verschilt enorm per stadsdeel. _8

9 Tabel 5. Ontwikkeling van het percentage mensen per stadsdeel dat het liefst gaat naar.. voor stadsdelen dichtbij waarvan voordeur minder of minder dan 0-7 km vanaf het begin van het regionale groengebied ligt of ver weg ligt (meer dan 4-30 km). Liefst naar woongebied dichtbij (0-7 km) woongebied dichtbij (0-7 km) woongebied ver (4 tot 30 km) woongebied ver (4-30 km) Amsterdamse bos afname sterke toename sterke afname stabiel Amstelland sterke toename Sterke toename toename stabiel Spaarnwoude toename toename stabiel stabiel Twiske stabiel stabiel afname stabiel Waterland sterke toename stabiel toename stabiel Strand - - toename sterke afname Duinen - - sterke toename sterke afname Vinkeveense plassen - - afname stabiel Goois natuurreservaat - - In de onderstaande analyse ontvouwd zich het volgende beeld: stabiel stabiel Balans (zero sum) 3x toename, 1x afname 3 x toename 3 x toename, 3x afname 2 x afname 1) Tussen 1996 en 2008 versterkte de band tussen nabij gelegen recreatiegebieden en stadsdelen zich, maar ook ver weg gelegen gebieden namen toe in populariteit. Dit ging ten koste van de populariteit van het Amsterdamse Bos zowel bij dichtbij gelegen stadsdelen als versterkt bij verafgelegen stadsdelen. Ook het Twiske verloor populariteit, maar alleen bij veraf gelegen stadsdelen. 2) Tussen 2008 en 2012 nam het gebruik van recreatiegebieden nabij de woongebieden verder toe. Veraf gelegen recreatiegebieden werden minder populair. Het gebruik van buurtgroen neemt toe 2 Omdat elk stadsdeel een vlak is en geen punt en de gegevens per stadsdeel verzameld zijn is dichtbij of veraf niet heel precies te definiëren. Vandaar dat 0-7 km voor een stadsdeel als dichtbij wordt omschreven en 4-30 km als veraf. _9

10 Aanwijzing 4: Zaanpanel De bovenstaande aanwijzingen zijn allen afkomstig uit Amsterdams onderzoek. Om iets kunnen zeggen over recreatie buiten Amsterdam is een uitstapje gemaakt naar de Zaanstreek. In dezelfde periode is in Zaanstad onderzoek gedaan naar openluchtrecreatie in 2013 via het Zaanpanel. Het betreft géén vergelijkend onderzoek tussen verschillende jaren, maar het geeft een foto van het recreatiegedrag in Zaanstad gemeten in juni Bij een overzicht van de favoriete bestemmingen van Zaankanter springt het Twiske er duidelijk uit. Dit is een bestemming die voor veel bewoners van de Zaanstreek op korte afstand ligt (binnen 7 km afstand). Het Twiske wordt door de bewoners van Zaanstad vaker bezocht dan duinen en strand. Dit is te duiden als een nabijheidseffect, de waardering van duinen en strand is namelijk wel hoger dan die van het Twiske. In het Zaanse onderzoek is ook bekeken hoe een bezoeker zich vervoert. Heel duidelijk is dat verre gebieden met de Twiske. Figuur 1 beeld van de favoriete bestemming van bewoners van Zaanstad juni _10

11 Figuur 2 wijze van vervoer van bewoners van Zaanstad naar het recreatiegebied. Aanwijzing 5 Landelijk beeld. Landelijk onderzoekt het CVTO bestand wekelijks bezoeken aan recreatiegebieden. Dit is een andere grootheid dan gemeten is in GGO of de recreatiemonitor. Op deze wijze gemeten is landelijk is het gebruik van alle groenblauwe gebieden tussen 2008 en 2012 gestegen, met uitzondering van bezoek aan zee. Ondanks de verschillende methoden komt afname van strandbezoek in elk geval duidelijk overeen. Tussen het GGO en het landelijk onderzoek. Een zeer opvallende landelijke trend is de toename van het bezoek aan agrarisch gebied. De toename van het bezoek van agrarisch gebied komt volgens het CVTO op conto van de sportieve recreant (wandelaar, fietser, jogger, wielrenner). Deze groep bestaat voor een belangrijk deel uit mensen die vanaf hun adres, zonder extra vervoermiddel gaan recreëren. Dit is te zien in de strava heatmap. Deze heatmap (p.12) komt tot stand door wielrenners die zich laten volgen via GPS. De heatmap toont dat het overgrote deel direct vanuit huis zijn of haar tocht onderneemt. Ook dit landelijke patroon bevestigt de overall hypothese van de vergelijking GGO-recreatiemonitor: Mensen gaan dichter bij huis recreëren. Ook bevestigt dit onderzoek dat de recreatiegebieden niet in een dalende trend zitten, zoals wel duidelijk zichtbaar is bij de zee. Figuur 3 Presentatie van het landelijk beeld van recreatiegedrag. Bron: CVTO, bewerking Alterra. WUR/feb _11

12 Figuur 4 a en b Strava heatmap op , op basis van 77 miljoen gegeotaggede fietstochten wereldwijd. De fietstochten rondom Amsterdam (geen voorvervoer) worden meer gebruikt dat die in het duingebied (deels met voorvervoer). Conclusie van deze kaart: Wielrenners doen hun meeste tochten zonder voorvervoer. Voorjoggers (19 miljoen tochten wereldwijd) verschilt het beeld niet wezenlijk. 4 a Fiets 4 b Joggers _12

13 Conclusie: Er zijn drie aanwijzingen dat Amsterdammers dichter bij huis recreëren. De aanwijzingen worden gevonden in de verhouding van gebruik van buurtgroen en ander groen; de verhouding parkgebruik en gebruik regionale recreatiegebieden; en de afstand woongebied-favoriet recreatiegebied. De toename van het gebruik vindt plaats bij gebieden die beginnen op 0-8 km van de voordeur, afnemende trends in 2008 en 2012 zijn te vinden vanaf ca km afstand vanaf de voordeur, dit is duidelijker in tussen 2008 en 201 dan tussen 1996 en Deze conclusie is gebaseerd op de data uit het GGO en daarom alleen van toepassing op Amsterdam. Gegevens uit Zaanstad die een jaar later zijn verzameld en landelijke gegevens bevestigen het toenemend belang van nabije recreatie. De trend is van het nabije recreëren beperkt zich niet tot Amsterdam. De gegevens uit Zaanstad en het landelijk beeld suggereren bovendien dat openluchtrecreatie vaker zonder voorvervoer van auto en trein plaats vindt, dus direct vanuit de woning. Dit is een verklaring voor het gevonden patroon. Bakfiets op Marken. Recreatie direct vanuit de woning. _13

14 3. KWALITEIT: HOE REGIONAAL ZIJN DE REGIONALE RECREATIEGEBIEDEN EN DEELGEBIEDEN? In het vorige hoofdstuk blijkt dat afstand een grote rol speelt bij het bezoek. Sommige recreatiegebieden trekken bijna alleen bezoekers uit de directe omgeving. Dit gegeven biedt een kans om nader te definiëren hoe regionaal het gebruik anno 2012 is. We definiëren dit als volgt: een lokaal recreatiegebied wordt voornamelijk bezocht door recreanten uit de direct aanpalende woonkernen. een regionaal recreatiegebied ontvangt een belangrijk deel van de bezoeken ook uit verder gelegen woonkernen. De recreant heeft er dus reistijd voor over om het gebied te bezoeken. De gebieden die op grond van de bovenstaande definitie als regionaal worden aangemarkt hebben in het GGO de gemiddelde een hogere waardering (zie bijlage 2). Waterland heeft een hoge waardiering en een regionaal gebruik. De vraag is welke (deel) gebieden een regionale functie hebben, en welke een lokale? En sluit dat aan op het beleid voor deze gebieden. Daarnaast is de vraag in hoeverre gebieden in zichzelf alles moeten bieden (bij lokaal gebruik), of de verantwoordelijke bestuurders juist onderscheidende kwaliteit willen aanbieden (bij meer regionaal gebruik). Het geeft een begin van een antwoord in hoeverre de beheerders en ontwikkelaars van een gebied erin zijn geslaagd een onderscheidend karakter aan te bieden. _14

15 Tenslotte kan de vraag hoe wenselijk welke mate van regionaal gebruik is voor welk gebied nader worden gearticuleerd. Gebieden die bezoekers weten te trekken uit de hele stad, blijken ook een hoog waarderingscijfer te hebben (GGO). In bijlage 2 wordt dit in meer detail beschreven. 4% of meer van de bewoners van elk stadsdeel komt wel eens in de onderstaande gebieden. Deze gebieden scoren als gemiddeld waarderingscijfer allen 7,5 of hoger. Deze gebieden hebben een regionaal gebruik. Gebieden waarvan het bezoek in verafgelegen stadsdelen onder 4% zakt scoren een lager waarderingscijfer van 7,2 of lager én trekken uit verder weggelegen stadsdelen minder bezoek. Deze gebieden hebben een lokaal gebruik. De tussencategorie tussen lokale gebieden en regionale gebieden is heel klein. Regionaal én onderscheidend zijn (de getallen zijn de gemiddelde waardering in 2012): Duinen 8,2 Strand 7,8 Het Gooi 8,0 Waterland 7,8 Het Twiske 7,6 Ronde Hoep (Amstelscheg) 7,7 Amsteloever (Amstelscheg) 7,5 Vinkeveense Plassen 7,6 De Recreatiemonitor geeft uit enquêtes informatie over de herkomst van bezoekers op het niveau van gemeenten. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar wijk of deelgemeente. Een beoordeling van regionaliteit berust dan ook op de waardiering of gebieden ook bezoekers trekken uit gemeenten die niet direct aan het gebied grenzen. Dit is dus een andere invalshoek dan die van het GGO. Het aantal enquêtes is te laag om representatieve uitspraken te doen. De gegevens geven echter wel een indruk van het gebruik van een gebied. Uit dit onderzoek komen de volgende gebieden naar voren als regionaal: Regionaal Recreatiemonitor: Oosterbroek Buitenhuizen (SPW) De Houtrak (SPW) Ouderkerkerplas Amstelscheg (geheel) Het Twiske Tussencategorie Een wat minder duidelijk beeld is er voor Spaarnwoude, dat met een waardering van 7,35 duidelijk achter blijft bij de overige regionaal bezochte gebieden (GGO). Het is echter wel zo dat Spaarnwoude wat perifeer ligt ten opzichte van de in 2012 onderzochte woongebieden. De resultaten zouden anders kunnen uitpakken als de woongebieden van Velsen, Haarlem en Haarlemmermeer onderzocht zouden zijn. Uit de verschillende enquêtes (recreatiemonitor) blijkt dat Spaarnwoude, en met name deelgebied Oosterbroek Buitenhuizen een boven regionale aantrekkingskracht _15

16 heeft. Dit wordt toegeschreven aan de grote voorzieningen (golfbaan, skihal, festivals). De Ouderkerkerplas blijft van de gebieden met een regionaal bezoek (alle stadsdelen meer dan 4% bezoek (GGO) achter in waardering met een 7,25. Dit gebied ligt wél centraal in het onderzochte gebied. Een keuze moet worden gemaakt om dit gebied meer regionaal of meer lokaal te ontwikkelen. Gebieden met lokaal gebruik Gebieden die in 2012 in het GGO én lager gewaardeerd zijn én lokaal gebruik kennen zijn: de gebieden rond Diemen te weten Diemerbos, Diemer Vijfhoek, Diemerpolder, Overdiemerpolder, Penbos, IJmeer kust; de minder bekende gebieden rond de Amstel: Bovenkerkerpolder, Hoge dijk en Elzenhoven de gebieden aan de Westrand van Amsterdam: Tuinen van West, Geuzenbos en de Bretten. Ouderkerkplas. De waardering is relatief laag. De lagere waardering en het beperkte gebruik komt niet altijd overeen met de ambities voor de gebieden. Zo zijn de ambities torenhoog in Tuinen van West, maar dit gebied is in aanleg, de grootste voorzieningen zijn in 2012 opgeleverd en bezoekers hebben het gebied waarschijnlijk nog niet ontdekt. Het Diemerbos heeft een flinke impuls gehad de afgelopen jaren. Maar ook dit gebied is relatief jong en nog niet zo bekend. Ronduit teleurstellend is de waardering en het gebruik van de IJmeerkust. Er is daar in 2011 een fietspad aangelegd in een spectaculaire landschappelijke setting en met aantrekkelijke bestemmingen (Muiden en eventueel het Gooi voor de doortrapper). Het lage bezoek kan verklaard worden door de korte tijd dat het pad bestaat, de lage waardering kan daar niets mee te maken hebben. Ten slotte is ook de Bretten voor het stadsdeel NieuwWest en West een gebied waar veel van verwacht wordt. In 2012 is gebruik en waardering hier nog niet mee in overeenstemming. _16

17 Foto: Mariette Cars. Tuinen van West. Voorzieningen zijn net opgeleverd. De overige gebieden hebben een meer lokale ambitie. De gebieden rondom Diemen en rondom de Amstel liggen zeer gunstig ten opzichte van woongebieden. Daarmee is toch voldoende bestaansbasis voor deze gebieden. _17

18 3.1 VERGELIJKING GEBIEDSWAARDERING GGO EN RECREATIEMONITOR Qua waardering scoren alle gebieden en deelgebieden een rapportcijfer tussen 7,1 en 7,7 Tabel 6 Vergelijking gebiedswaardering Recreatieschap of deelgebied Gemiddelde waardering over meerdere metingen Raportcijfer in GGO 2013 Het Twiske 7,7 7,6 SPW* Oosterbroek - Buitenhuizen 7,6 7,35 (heel spw) SPW Houtrak 7,5 7,35 (heel spw) SPW Veerplas 7,5 7,35 (heel spw) GGA Diemerpolder 7,5 7,2 GGA De Hoge Dijk 7,4 7,3 GGA Gaasperplas 7,4 7,4 GGA Ouderkerkerplas 7,1 7,25 * SPW = Recreatieschap Spaarnwoude * GGA = Groengebied Amstelland De meting van de waardering van de verschillende gebieden door face-to-face enquêtes, zoals in de Recreatiemonitor, heeft een aantal aandachtspunten. Het weer op het moment van enquêteren heeft grote invloed op de waardering net zoals andere lokale omstandigheden. Daarom is gekozen voor een gemiddelde over metingen in meerdere jaren. Voor de meeste gebieden geld dat N=400. Het is opvallend dat de Ouderkerkerplas in beide onderzoeken een (erg) lage waardering krijgt. De Diemerpolder daarentegen scoort in de Recreatiemonitor verassend goed. De redenen hiervoor zijn onduidelijk. Wel is al eerder geconstateerd dat de Ouderkerkerplas als zwemgebied niet goed functioneert door de matige waterkwaliteit (verontreiniging met bacteriën door vogel- en hondenpoep en het voorkomen van blauwalg) en het ontbreken van een horecavoorzieningen. _18

19 3.2 ATTRACTIES ZIJN EEN BELANGRIJK ONDERDEEL VAN EEN REGIONAAL RECREATIEGEBIED Recreatiegebieden ontvangen meer of minder bezoekers uit de direct aangrenzende woonkernen afhankelijk van de bereikbaarheid. Mensen die een ommetje of horte lichtstocht maken zullen een nabij gebied altijd opzoeken. Dat is dus lokaal gebruik. Zelfs binnen één gemeente trekt een gebied dat geen andere attracties biedt geen of weinig publiek van niet aangrenzende wijken. Als een recreatiegebied een regionale functie nastreeft, heeft het een trekker nodig. Dat kan een bepaalde landschappelijke kwaliteit zijn die uniek is voor de omgeving en daarom mensen trekt. Zoals een cultuurlandschap of een natuurlandschap of een gebied dat specifiek is ingericht voor recreatie. Al die aspecten uiten zich in hoge waarderingen. Als een gebied niet uniek is, kunnen attracties zorgen voor een aantrekkende werking op het publiek, zeker als het gaat om faciliteiten die weinig of geen concurrentie hebben in de regio. Er zijn drie aanwijzing voor deze veronderstelling: 1. Oosterbroek Buitenhuizen Alhoewel het met zijn heuvels ook een landschappelijke kwaliteit heeft, is de waardering van het Oosterbroek Buitenhuizen, onderdeel van het Recreatieschap Spaarnwoude, op zijn best gemiddeld. Ook is de bereikbaarheid niet erg goed. Er is weinig bewoning in een straal van 1 a 2 kilometer. Uit de Recreatiemonitor weten we echter dat dit gebied bezoekers trekt vanuit de hele regio en ook van buiten de regio. Deze bezoekers komen voor een aantal attracties die Oosterbroek Buitenhuizen uniek maken in de wijde omgeving. De indoor skibaan en de grote openbare golfbaan zijn de belangrijkste trekkers. Ook de mogelijkheid door de modder te crossen met allerhande gemotoriseerde voertuigen is uniek in de regio. De bezoekers komen voornamelijk vaak specifiek voor deze attractie, maar maken daarmee ook kennis met het gebied als geheel. 2. Verlies van attracties heeft een onmiddellijke impact in het aantal bezoeken De Veerplas heeft weinig intrinsieke kwaliteit, behalve de Zwemplas. Het aantal bezoeken is hier goed op gang gekomen door de aanwezigheid van een restaurant, en later een klimbos. Door omstandigheden zijn deze in de loop van 2012 en 2013 verdwenen. In dezelfde periode is het aantal bezoeken sterk gedaald. In het Twiske speelt een soortgelijke ontwikkeling met het sluiten van Klimwand Spaarnwoude. _19

20 Twiske Poort. Vergelijkbare cijfers ontbreken. Wel is uit een eenmalige meting (met een andere methodiek) bekend dat in 2002 het Twiske 1,7 a 1,8 miljoen bezoeken ontving tegen 1,1 tot 1,2 miljoen na. Historische foto van de blauwe poort in het Twiske. Toen deze voorziening nog functioneerde was het aantal bezoekers van het Twikse aanzienlijk hoger dan nu. 3. Deelgebieden zonder attracties worden voor lokaal gebruikt Dit is vooral terug te vinden in de kleinere deelgebieden van de recreatieschappen. Bijvoorbeeld in de Groene Weelde (in de Haarlemmermeer) en in de Diemerpolder. Deze gebieden combineren vaak een lage waardering met een gebrek aan attracties en worden uitsluitend lokaal gebruikt. Conclusie: Zowel uit het GGO als uit de recreatiemonitor blijkt dat de recreatiegebieden over het geheel genomen goed functioneren als gebieden voor een hele regio. Kijkend naar deelgebieden zijn er lokaal gebruikte delen. De gebieden met een aantrekkingskracht die verder rijkt dan de aanliggende bebouwing blijken een hogere waardering te hebben dan de gebieden die vrijwel alleen gebruikt worden door omwonenden. Er is één uitzondering namelijk het deelgebied Oostenbroek-Buitenhuizen van Spaarnwoude. Hier zijn attracties aanwezig die in de regio weinig worden gevonden (skihelling, grote festivals). Een gebied dat regionale aantrekkingskracht heeft ten minste één van de twee onderstaande kenmerken: 1) het gebied wordt meer dan gemiddeld aantrekkelijk gevonden (rapportcijfer 7,5 of meer) 2) het gebied bevat attracties die schaars zijn in de regio. _20

21 4. IS HET RECREATIEBELEID VAN NA DE TWEEDE WERELDOORLOG GESLAAGD? EEN TUSSENBALANS EN EEN AANBEVELING. Het aanleggen van regionale recreatiegebieden, het Amsterdamse bos in 1930, het Twiske en Spaarnwoude rond 1980 en het toegankelijk maken van het cultuurlandschap van Waterland en Amstelland rond 1990, zijn belangrijke ingrepen geweest om de leefbaarheid in zuidelijk Noord-Holland te verbeteren. Ze waren bedoeld om de overbelaste natuurgebieden op de zandgronden (gooi en duinen) niet nog verder te belasten en reistijden voor recreatie te verkorten. In het begin was het succes van deze strategie nog niet zo duidelijk. Strand en duinen bleven veel hoger gebruik kennen dan de nieuwe gebieden, met uitzondering van het volgroeide Amsterdamse bos. Maar anno 2012 zijn de nieuwe gebieden voor het eerst vergelijkbaar populair in gebruik als duinen en strand, zie tabel 1. Overigens is de waardering van de traditionele gebieden nog steeds hoger. Strand, duinen en gooi scoren een 8 en dat wordt alleen benaderd door het AmsterdamseBos en Waterland. Maar in het gebruik zijn de nieuwe gebieden nu bijna net zo populair. Wat betreft aantallen bezoeken functioneren de recreatiegebieden al vele jaren goed. Het aantal mensen dat naar de gebieden trekt, vooral met mooi weer voor activiteiten als zwemmen en zonnen, is zeer groot. Op drukke weekenden trekt een gebied als het Twiske vele duizenden bezoeken. Als al deze recreanten naar strand en duinen zou trekken, zou de druk daar nog veel groter zijn dan nu het geval is. Het lijkt erop dat het decennia duurt voordat gebieden hun volledige potentie waar maken, niet alleen wat betreft bezoek, maar ook landschappelijke potentie. Het Twiske en Spaarnwoude hebben nu pas bomen die enig ontzag inboezemen. Gebieden die vooral ontsloten worden (Amstelland en Waterland) hebben ook tijd nodig om ontdekt te worden door een grote groep bezoekers. Dat lijkt ook zo n jaar in beslag te nemen. De reden hiervoor is niet helemaal duidelijk. Misschien dat bekendheid een rol speelt, in dat geval kan voorlichting de populariteit versneld doen toenemen bij de recent opgeleverde gebieden, zoals IJmeerkust en Tuinen van West. Op basis van wat we nu waarnemen zijn drie factoren van belang bij een succesvol gebied: 1. Nabijheid van recreatiegebieden ten opzichte van woongebieden, of goede bereikbaarheid met diverse vervoermiddelen. 2. Het aanbieden van onderscheidende kwaliteiten, en recreatieve trekkers. 3. Voldoende ouderdom om bekend te worden en te rijpen. Het eerste punt moet leidend zijn bij de ontwikkeling van gebieden en het doen van investeringen. Daarbij is natuurlijk ook aandacht nodig voor de verbondenheid van woongebieden. Het tweede punt moet wel of niet een expliciet doel zijn. Hierin moeten keuzen gemaakt worden. Dit rapport signaleert dat dit mogelijk aan de orde is voor de Ouderkerkerplas, Tuinen van West, de IJmeerkust, het Diemerbos, delen van Spaarnwoude (De Houtrak, Oostrand Haarlem, wellicht Noordzeekanaalstrook) Het derde punt kan deels beïnvloed worden door promotie. _21

22 Conclusie: Bij het plannen van nieuwe recreatiegebieden is korte afstand tot woongebieden een doorslaggevende factor bij de locatiekeuze. Bij bestaande recreatiegebieden is verkorten van de weg naar recreatiegebieden een belangrijke ingreep. Bij bestaande gebieden is er niet altijd de waardering en het gebruik niet altijd in overeenstemming met de gewenste situatie. Hoe hiermee om te gaan moet van gebied tot gebied bekeken worden. Gebieden die verder van de woonkernen zijn gelegen moeten om gebruikt te worden een onderscheidende kwaliteit of een onderscheidende attractie bevatten. Horeca voorzieningen maken het recreatiegebied aantrekkelijker. _22

23 BIJLAGE 1 VERBAND BEZOEK EN AFSTAND IN DE AMSTERDAMSE STADSDELEN IN DE GROTE GROENONDERZOEKEN VAN 1996, 2008 EN In de onderstaande grafieken staat het favoriete gebruik uitgezet tegen de afstand. Het vormt de onderbouwing van de tabel 5 in de hoofdtekst. Per recreatiegebied is favoriet bezoek afgezet tegen de afstand tot het onderzochte woongebied. Amsterdamse bos Het belangrijkste regionale recreatiegebied voor Amsterdam is het Amsterdamse bos. In de bijgevoegde grafiek staat uitgezet welk percentage bewoners uit de diverse stadsdelen het bos het meest van alle regionale recreatiegebieden bezoeken in respectievelijk 1996, 2008 en De stadsdelen zijn zo veel mogelijk geordend naar afstand tot het bos. Verband bezoek en afstand voor het Amsterdamse bos De grafiek toont dat het bos door de hele stad bij veel mensen favoriet is (hoge percentages op de Y-as). Verder is af te lezen dat favoriet bezoek verminderd met de afstand tot het bos van de woning. Tussen 1996 en 2012 is de afname van de favoriete bezoekers groter naarmate het stadsdeel verder weg ligt. De toename van 2012 ten opzichte van 2008 wordt gezien bij stadsdelen die 2-6 km van het bos liggen. Het stabiele beeld is op 4-12 km afstand. De afname tussen 1996 en 2008 gaat om in forse dalingen van het percentages tot ca. 20%. Andere gebieden zijn daarmee dus favoriet geworden voor ca 20 % van de Amsterdammers. De maat meest naar kon elke geënquêteerde namelijk maar met één antwoord beantwoorden. _23

24 Groengebied Amstelland Verband bezoek en afstand voor het groengebied Amstelland (ex Gaasperplas). Verband bezoek en afstand groengebied Amstelland Er is een sterke groei in favoriet van bezoek van Amstelland in het stadsdeel Zuidoost tussen 1996 en 2008, Zuidoost wordt omringd door Amstelland. Voor de stadsdelen Oost, Zuid en Centrum, op ca 2 tot 5 km van Amstelland, is een verdubbeling zichtbaar tussen 1996 en 2008 en nogmaals een verdubbeling tussen 2008 en Opgeteld is dan een verviervoudiging in 17 jaar voor de stadsdelen op 2 tot 5 km. Er is een stabiel beeld voor de stadsdelen op grotere afstand. Het groengebied Amstelland is in de verre stadsdelen, verder dan 5 km (Noord, Nieuw West) geen favoriet recreatiegebied. Spaarnwoude Verband bezoek en afstand voor Spaarnwoude Spaarnwoude (ex Bretten en Tuinen van West) is vooral favoriet bij bewoners van het relatief nabije stadsdeel Nieuw West op 3-7 km van Spaarnwoude en West, op 7-9 km van Spaarnwoude. De groei zit bij stadsdeel Nieuw West. Overige stadsdelen bevinden zich verder dan 8 km van Spaarnwoude. _24

25 Twiske Verband bezoek en afstand voor het Twiske Het Twiske is absoluut favoriet in stadsdeel Noord (afstand 1-8 km) in alle onderzoeksjaren. Tussen 1996 en 2008 nam het aantal bewoners die het liefst naar het Twiske ging in de andere stadsdelen (afstand 8-17 km) doorgaans af (uitzondering stadsdeel Oost). Het stedelijk belang van het Twiske is tussen 1996 en 2008 aanzienlijk afgenomen. Na 2008 is er ligt herstel van het favoriete bezoek uit Centrum en West. Waterland Verband bezoek en afstand voor Waterland Ook Waterland is alleen favoriet bij bewoners van de stadsdelen die er in buurt liggen (te weten Noord, Oost en Centrum). Onder de inwoners van het stadsdeel Centrum (afstand 4-6 km) en Oost (afstand 3-6 km) zien we een stijging van favoriet gebruik tussen 2008 en _25

26 Noordzee strand Verband bezoek en afstand voor het Strand Het Noordzeestrand ligt voor alle stadsdelen relatief ver weg. Het patroon voor het strand kent de volgende constanten: 1) Als favoriet gebied scoorde het strand het beste in 2008 en het minst in De verschillen tussen deze twee jaren zijn fors, tussen de 5 en 20 % daling. 2) Veel invloed van afstand en strandbezoek binnen de schaal van Amsterdam is niet te ontwaren. Duinen Verband bezoek en afstand voor de duinen Tussen 1996 en 2008 neemt diverse stadsdelen het aandeel mensen dat het liefst de duinen bezoekt sterk toe (Oost, West, Nieuw West, Noord). In andere stadsdelen is het stabiel (Zuid, tot sterk afnemend (Centrum en Zuidoost). In 2012 lijkt het patroon op 1996 maar het aandeel ligt voor de hele stad iets hoger. In 2008 vinden we een sterk verschillend patroon. Tussen 2008 en 2012 neemt het favoriete bezoek in de meeste stadsdelen sterk af. _26

27 Vinkeveense Plassen Verband bezoek en afstand voor de Vinkeveense plassen Voor weinig Amsterdammers zijn de Vinkeveense plassen favoriet recreatiegebied (lage waardes op de Y-as). In 1996 had stadsdeel West het hoogste aandeel van bewoners die het liefst naar de Vinkeveense Plassen gingen. Dit neemt in de drie onderzoeksjaren fors af. Ook in Nieuw-West zien we een dergelijk patroon. Volgens bronnen uit het gebied was er in die jaren een groep vaste kampeerders uit West die in het weekend op zandeiland 4 van Vinkeveen hun tent opzetten. Dit verre bezoek leverde een beeld dat sterk afweek van het huidige patroon in In 2012 is het aandeel bezoek keurig geordend naar nabijheid. In de stadsdelen Oost, Zuid en Goois natuurreservaat Verband bezoek en afstand voor het Goois Natuurreservaat Het aantal mensen dat het liefst naar het Gooi gaat is laag (lage waarden p de Y-as). Het heeft geen verband met de afstand (bij het wel eens bezoek zien we dat overigens wel). Centrum kent een stijgend aandeel en is 2008 en 2012 het leidende stadsdeel. Er zijn sterke schommelingen in Oost en Zuidoost. In de stadsdelen Zuid, West, Nieuw-West en Noord zien we een afname. _27

28 BIJLAGE 2 HET METEN VAN DE MATE VAN REGIONALITEIT VAN DE GEBIEDEN Hoe meet je afnemend gebruik van een gebied met de afstand? Op een kaart is deze maat overtuigend af te lezen, maar omdat zowel het maximale bezoek als het minimale bezoek tot het patroon behoren is dat niet zo eenvoudig in een getal uit te drukken. Kwantiteit De tabel hieronder valt het onderscheid samen. Nadrukkelijk gaat het hier om het patroon binnen de 10 onderzochte woongebieden ofwel de 4 onderzochte gemeenten. Gemeten is: bent u wel eens in het gebied geweest. criterium gebied Minimaal en maximaal bezoek (wel eens) Geen afname met afstand = duidelijk regionaal 1) Geringe afname met de afstand, maar niet > 4 % (min en max genoemd) én 2) aanliggende woongebieden <2x hoger dan verder = regionaal Strand Duinen Amsterdamse bos Vinkeveense Plassen Het Twiske Amsteloever Spaarnwoude Gooi Ronde Hoep Waterland Ouderkerkerplas 22% (Zuidoost) - 54% (Ouder-Amstel) 20% (Zuidoost) - 45% (Amstelveen) 38% (Zuidoost) 70% (Amstelveen) 11% (Noord) 31% (Ouder-Amstel) 10 % (Zuidoost) 56% (Noord) 9 % (Zuidoost) 46% (Ouder-Amstel) 9% (Zuidoost) 35 % Nieuw West) 6 % (Nieuw West) 21 % (Diemen) 5 % (Nieuw West) 52 % (Ouder-Amstel) 5% (Zuidoost) 26 % (Noord) 4% (Noord) 61 % (Ouder-Amstel) Er tussen in (het gebruik neemt wel af tot 4%, maar het aanliggende stadsdeel heeft geen 2 x hoger gebruik dan verder gelegen stadsdelen =? uinen van West IJmeerkust Geuzenbos 1% (div stadsdelen) - 14% (Nieuw West) 2% (Nieuw West) 11 % (Oost) 1 % (div stadsdelen) 8% (Nieuw West) 1) Afname tot >4 % bij verder afgelegen stadsdelen én 2) aanliggende woongebieden en > 2x hoger, dan verder afgelegen gebieden = duidelijk lokaal Diemerbos Bovenkerkerpolder Elzenhove Diemer vijfhoek Hoge dijk Diemerpolder Overdiemerpolder Penbos De Bretten 3% (Nieuw West) 55 % (Diemen) 2 % (Noord) 35 % (Amstelveen) 1% (div stadsdelen) - 45% (Ouder-Amstel) 1% (div stadsdelen) 33 % (Diemen) 1% (West) 25 % (Ouder-Amstel) 1% (div stadsdelen) 35 % (Diemen) 1% (div stadsdelen) 40 % (Diemen) 1% (div stadsdelen) 35 % (Diemen) 1% (div stadsdelen) 10 % (Nieuw West) Waardering In het algemeen zijn de meer regionaal bezochte gebieden beter gewaardeerd dan de meer lokaal bezochte gebieden. De getallen zijn de gemiddelde waarderingen van de 10 woongebieden. De eerste groep zonder afname van bezoek met de afstand heeft een hoge waardering is er voor. Duinen (8,2) Noordzeestrand (7,8) De tweede groep heeft geleidelijk afnemende waardering met de afstand. Het gemiddelde kan desondanks hoog liggen. _28

29 Gooi (8,0) Het Amsterdamse Bos (7,9) Waterland (7,8) De Ronde hoep (7,7) Vinkeveense Plassen (7,59), Het Twiske (7,58) Amsteloever (7,50). Spaarnwoude (7,35) Ouderkerkerplas (7,25) De tussengebieden zijn gebieden met laag bezoek en daarom voor de meeste woongebieden een te lage steekproef om een gemiddelde waardering te meten. In de woongebieden waar de waardering wel te meten is deze vrij laag. Tuinen van West (7,2) IJmeerkust (7,1) Geuzenbos (7,1) De gebieden met een lokaal gebruik hebben de volgende waardering, deze was overigens alleen betrouwbaar te meten bij de nabij gelegen woongebieden: Diemerbos (7,2) Bovenkerkerpolder (7,3) Elzenhove (?) Diemer vijfhoek (7,2) Hoge Dijk (7,3) Diemerpolder (7,2) Overdiemerpolder (7,2) Penbos (7,2) De Bretten (?) Al met al is het zo dat gebieden die bezocht worden op grotere afstand gemiddeld een hogere waardering hebben. Vanuit de zuidelijke agglomeratie van Amsterdam zijn de recreatiegebieden grofweg te verdelen in verdere gebieden met een hoge waardering en een grote regionale spreiding in bezoek en nabije gebieden met een lagere waardering en lokaal gebruik. Twijfelgevallen zijn er ook. De Ouderkerkplas en de IJmeerkust kennen een regionaal gebruik maar hebben een gemiddelde waardering. _29

30 COLOFON Tekst: Jasper Beekhoven (recreatie Noord-Holland) Ed Buijs (gemeente Amsterdam) Foto s Ed Buijs met uitzondering van de foto s Marieke Mertens op p.17, p. 19 en p. 20 (recreatie Noord Holland). Meer informatie: Jasper Beekhoven ( ) en Ed Buijs ( ) _30

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP SPAARNWOUDE Recreatie Noord-Holland NV

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP SPAARNWOUDE Recreatie Noord-Holland NV RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP SPAARNWOUDE 2011 22 juni 2012 SAMENVATTING Het totaal aantal bezoeken aan Spaarnwoude was in 2011 iets hoger dan in 2010. Gedeeltelijk heeft die toename

Nadere informatie

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011 Recreatieschap het Twiske AB 05-12-2012 Agendapunt 3b mededeling recreatiemonitor, aantal bezoeken 2011 BIJLAGE RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011 Recreatie Noord-Holland

Nadere informatie

Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude Recreatie Noord-Holland NV

Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude Recreatie Noord-Holland NV Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 Recreatie Noord-Holland NV 20 mei 2011 INHOUDSOPGAVE PAGINA SAMENVATTING 3 1. INLEIDING 5 2. METHODIEK 6 2.1. Onderzoeksvraag 6 2.2. Onderzoeksgebieden

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING SAMENVATTING Hoe waardeert en beleeft de Nederlandse bevolking de ruimtelijke kwaliteit van haar leefomgeving? Deze nulmeting van de Belevingswaardenmonitor Nota Ruimte beschrijft hoe aantrekkelijk Nederlanders

Nadere informatie

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten Stichting Landelijk Fietsplatform Postbus 846 3800 AV Amersfoort 033-4653656 info@fietsplatform.nl Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten Kerncijfers fietsdagtochten 2012/2013 Aantal fietsdagtochten

Nadere informatie

Aantal bezoeken Recreatieschap Geestmerambacht en Park van Luna 2010

Aantal bezoeken Recreatieschap Geestmerambacht en Park van Luna 2010 Aantal bezoeken Recreatieschap Geestmerambacht en Park van Luna 2010 Recreatie Noord-Holland NV Mei 2011 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Methodiek 5 2.1 Onderzoeksvraag 5 2.2 Onderzoeksgebieden

Nadere informatie

M E D E D E L I N G. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling.

M E D E D E L I N G. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling. M E D E D E L I N G Adviescommissie 19 mei 2014 agendapunt 3 d Dagelijks bestuur 5 juni 2014 Algemeen bestuur 26 juni 2014 Bijlage Recreatiemonitor 2013 Onderwerp Besluit Mededeling SPW RAPPORTAGE RECREATIEMONITOR

Nadere informatie

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente 1 Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente Fact sheet augustus 15 Net als Amsterdammers kopen bewoners in de Amsterdamse regio steeds meer niet-dagelijkse producten (kleding, muziek, interieurartikelen)

Nadere informatie

Verdieping Fietsdagtochten

Verdieping Fietsdagtochten Verdieping Fietsdagtochten (2013) Het Fietsplatform presenteert met de Fietsrecreatiemonitor cijfers en trends rondom het recreatieve fietsen in Nederland. Deze verdieping is een aanvulling op de cijfers

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Wie kent het Groene Hart?

Wie kent het Groene Hart? 2011 Wie kent het Groene Hart? Onderzoek naar het imago van het Groene Hart in opdracht van de provincie Utrecht Uitgevoerd door Het Opiniehuis 1-7-2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Samenvatting

Nadere informatie

Aantal bezoeken Recreatieschap Geestmerambacht 2008

Aantal bezoeken Recreatieschap Geestmerambacht 2008 Aantal bezoeken Recreatieschap Geestmerambacht 2008 Recreatie Noord-Holland NV April 2009 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Samenvatting Geestmerambacht 4 1. Inleiding 5 2. Methodiek 6 2.1 Onderzoeksvraag 6

Nadere informatie

Ontspannen dichtbij huis. Recreatiemonitor 2009: de bekendheid, het gebruik en de waardering van recreatiegebied Het Twiske

Ontspannen dichtbij huis. Recreatiemonitor 2009: de bekendheid, het gebruik en de waardering van recreatiegebied Het Twiske Ontspannen dichtbij huis Recreatiemonitor 2009: de bekendheid, het gebruik en de waardering van recreatiegebied Het Twiske Behoefte aan recreatiemonitor Bestuurders en beleidsadviseurs zijn het erover

Nadere informatie

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD Nijmegen is volgens veel Nijmegenaren een mooie en groene stad. Tweederde vindt Nijmegen bovendien een schone stad. Ook van buitenaf is er een gunstige indruk. Al enkele jaren oordelen bezoekers positief

Nadere informatie

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af Tevredenheid over winkels in buurt neemt af - Factsheet juni 2018 Het aandeel bewoners dat is over winkels voor dagelijkse boodschappen in de eigen buurt is gedaald tussen 2014 en 2016 van 70% naar 63%.

Nadere informatie

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN EN ENQUÊTES GROENGEBIED AMSTELLAND 2013. Recreatie Noord-Holland NV

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN EN ENQUÊTES GROENGEBIED AMSTELLAND 2013. Recreatie Noord-Holland NV RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN EN ENQUÊTES GROENGEBIED AMSTELLAND 2013 SAMENVATTING De belangrijkste conclusies uit het telonderzoek en het enquêteonderzoek zijn: Het aantal bezoeken aan de deelgebieden

Nadere informatie

Aantal bezoeken Recreatieschap Groengebied Amstelland 2008

Aantal bezoeken Recreatieschap Groengebied Amstelland 2008 Aantal bezoeken Recreatieschap Groengebied Amstelland 2008 Recreatie Noord-Holland NV April 2009 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Samenvatting Groengebied Amstelland 4 1. Inleiding 5 2. Methodiek 6 2.1 Onderzoeksvraag

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Adviescommissie 10 november 2009 Dagelijks bestuur 19 november 2009 Algemeen bestuur 10 december 2009. Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10

Adviescommissie 10 november 2009 Dagelijks bestuur 19 november 2009 Algemeen bestuur 10 december 2009. Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10 Adviescommissie 10 november 2009 Dagelijks bestuur 19 november 2009 Algemeen bestuur 10 december 2009 Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10 Onderwerp Vervolg recreatiemonitor Het algemeen bestuur besluit het

Nadere informatie

Aantal bezoeken Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 2008

Aantal bezoeken Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 2008 Aantal bezoeken Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 2008 Recreatie Noord-Holland NV April 2009 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 5 2. Methodiek 6 2.1 Onderzoeksvraag 6 2.2 Onderzoeksgebieden

Nadere informatie

Je bent jong en je wilt wat... minder auto?

Je bent jong en je wilt wat... minder auto? - Je bent jong en je wilt wat... minder auto? Kim Ruijs Significance ruijs@significance.nl Marco Kouwenhoven Significance kouwenhoven@significance.nl Eric Kroes Significance kroes@significance.nl Bijdrage

Nadere informatie

Fact sheet. Groei toerisme zet door. Toename gasten komt door Nederlanders. Hotels hebben het druk in het derde kwartaal. nummer 6 juli 2007

Fact sheet. Groei toerisme zet door. Toename gasten komt door Nederlanders. Hotels hebben het druk in het derde kwartaal. nummer 6 juli 2007 Fact sheet nummer 6 juli 2007 Groei toerisme zet door Het gaat goed met het toerisme in Amsterdam. Het aantal hotelgasten is nog nooit zo groot geweest als in 2006: 4,7 miljoen. Ook bleven de gasten iets

Nadere informatie

Parken Buitenveldert. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Parken Buitenveldert. Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: stadsdeel Zuid Projectnummer: "#!"$ Harry Smeets Sara de Wilde Josca Boers Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal $%% Postbus #&(, "%%% AR Amsterdam h.smeets@amsterdam.nl Telefoon %!%!&" %'('

Nadere informatie

Het groen in Zuidoost

Het groen in Zuidoost Het groen in Zuidoost In de periode van 28 september 2006 tot en met 9 oktober 2006 konden de panelleden van het internetpanel Zuidoost hun mening geven over het groen in het stadsdeel. In totaal hebben

Nadere informatie

Dienstverlening Zwijndrecht KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Dienstverlening Zwijndrecht KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 Dienstverlening Zwijndrecht KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK Inhoud 1. Conclusies De gemeente Zwijndrecht doet haar best om de inwoners van Zwijndrecht zo goed mogelijk van dienst te zijn. Maar hoe waarderen

Nadere informatie

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND 2013 Winkelopeningstijden op zondag in Purmerend 2013 Onderzoek onder het internetpanel In opdracht van Team Economie Jeroen van der Weerd Uitgevoerd door Team

Nadere informatie

Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 11

Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 11 Adviescommissie 12 oktober 2010 Dagelijks bestuur 21 oktober 2010 Algemeen bestuur 11 november 2010 Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 11 Onderwerp Beleidskader evenementen Groengebied Amstelland Het algemeen

Nadere informatie

Parken in Deventer Een peiling onder de Deventer bevolking naar bekendheid met en bezoek aan Rijsterborgherpark, Nieuwe plantsoen en Worpplantsoen

Parken in Deventer Een peiling onder de Deventer bevolking naar bekendheid met en bezoek aan Rijsterborgherpark, Nieuwe plantsoen en Worpplantsoen Parken in Deventer Een peiling onder de Deventer bevolking naar bekendheid met en bezoek aan Rijsterborgherpark, Nieuwe plantsoen en Worpplantsoen Afdeling Onderzoek en Statistiek Marieke Hottenhuis December

Nadere informatie

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Volwassenen Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2013

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2013 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2013 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Overlast park Lepelenburg

Overlast park Lepelenburg Overlast park Lepelenburg 1-meting oktober 2014 www.onderzoek.utrecht.nl Colofon Uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht

Nadere informatie

BIJSTAND BLIJFT GROEIEN IN 2011, HET STERKST IN DE

BIJSTAND BLIJFT GROEIEN IN 2011, HET STERKST IN DE BIJSTAND BLIJFT GROEIEN IN 2011, HET STERKST IN DE KLEINE GEMEENTEN. IN HET ZUIDEN PER SALDO GEEN GROEI. BESTUURSAKKOORD HEEFT GEMEENTEN 916 MLN. GEKOST Maandag, 19 maart 2012 Groeit de bijstand in alle

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd)

3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd) 3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd) 3.1 Algemeen Het gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag bedraagt anno 2008 41,6 km 1. Ook voor deze indicator beschikken

Nadere informatie

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle fietsen Advies en Faciliteiten AF Stadskantoor Lübeckplein Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2008 www.zwolle.nl Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle Opdrachtgever Opdrachtnemer

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater November 2013

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater November 2013 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater November 2013 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Het Grote Groenonderzoek 2013

Het Grote Groenonderzoek 2013 Het Grote Groenonderzoek 2013 Het bezoek aan en gebruik van parken, recreatiegebieden en groen in de woonomgeving van Amsterdam In opdracht van: Dienst Ruimtelijke Ordening Projectnummer: 13124 Hetty van

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Landschap Waterland AB 26-06-2009 Agendapunt 5: jaarrekening 2008 BIJLAGE 1: BESTUURSSAMENVATTING JAARREKENING 2008 1. ONDERDEEL WATERLAND

Landschap Waterland AB 26-06-2009 Agendapunt 5: jaarrekening 2008 BIJLAGE 1: BESTUURSSAMENVATTING JAARREKENING 2008 1. ONDERDEEL WATERLAND Landschap Waterland AB 26-6-29 Agendapunt 5: jaarrekening 28 BIJLAGE 1: BESTUURSSAMENVATTING JAARREKENING 28 1. ONDERDEEL WATERLAND 1.1. Beleidsuitgangspunten 28 onderdeel Waterland De gemeenschappelijke

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs Fact sheet nummer 4 juni 2010 Segregatie in het voortgezet onderwijs In Amsterdam worden de zwarte middelbare scholen steeds zwarter en de witte steeds witter. Hoe komt dat? Niet alleen doordat allochtone

Nadere informatie

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant Regio Zuidoost-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Zuidoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Zuidoost-Brabant.

Nadere informatie

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn: FACTSHEET Tellingen Coffeeshopbezoekers Roermond Resultaten metingen 2018: april en augustus In opdracht van de gemeente Roermond voert Breuer&Intraval jaarlijks (van 2018 tot en met 2021) tellingen uit

Nadere informatie

Monitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval - Resultaten tweede helft 2018

Monitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval - Resultaten tweede helft 2018 RWS INFORMATIE Griffioenlaan 2 3526 LA UTRECHT Postbus 2232 3500 GE UTRECHT T 088 7971111 www.rijkswaterstaat.nl Monitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval - Resultaten tweede helft 2018 1. Inleiding

Nadere informatie

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Inger Wilms, Pvis. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van de Noordzee enquête die afgelopen zomer gehouden is onder Noordzee vissers uit België,

Nadere informatie

Enquête hondenbeleid Gemeente Lingewaard

Enquête hondenbeleid Gemeente Lingewaard Gemeente Lingewaard Doss.no. : 18CC131 Tilburg, 21 februari 2019 De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 085 773 19 95 E-mail: info@deafvalspiegel.nl Inhoudsopgave 1. Conclusies

Nadere informatie

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I Randstad 2016 Koopstromenonderzoek BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl 1. Inleiding Om de feitelijke ontwikkelingen in de detailhandel te kunnen volgen, hebben

Nadere informatie

Onderzoek effecten Wind op Zee op recreatie en toerisme

Onderzoek effecten Wind op Zee op recreatie en toerisme Onderzoek effecten Wind op Zee op recreatie en toerisme Rapportage in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 19 november 2013 Projectnummer 13.092

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2010

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2010 April 2011 ugu Toeristisch bezoek aan in 2010 Al zeven jaar doet mee aan Toeristisch bezoek aan steden, onderdeel van het Continu Vakantie Onderzoek (CVO). Het CVO is een panelonderzoek waarbij Nederlanders

Nadere informatie

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007 Leefbaarheid en Veiligheid Hengelo 2007 Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007 COLOFON Uitgave Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie Gemeente Hengelo Hazenweg 121 Postbus 18,

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

1- meting imago onderzoek Stichting Marketing Zaanstreek

1- meting imago onderzoek Stichting Marketing Zaanstreek 1- meting imago onderzoek Stichting Marketing Zaanstreek Imago onderzoek 2013 Stichting Marketing Zaanstreek 1 Definitie onderzoeksdoelgroep A. Inwoners Zaanstreek (Zaankanters) (n=249): Inwoners van de

Nadere informatie

Toeristen in Nederland

Toeristen in Nederland Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

Gebruik recreatiegebieden rond Amsterdam

Gebruik recreatiegebieden rond Amsterdam Gebruik recreatiegebieden rond Amsterdam Project 5081 In samenwerking met de Dienst Ruimtelijke Ordening drs. Lieselotte Bicknese drs. Cathelijne Hermans Linde Wiewel Weesperstraat 79 Postbus 658 1018

Nadere informatie

Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust

Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust De impact op recreatie en toerisme -Addendum bij de studie uit 2014- Inhoud Blz. 1 Inleiding 1 2 Omvang van de impact (actualisatie) 3 3 Conclusies en aanbevelingen

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Er is gemonitord op twee aspecten: Passantentellingen, uitgevoerd door Citytraffic; Telling van het aantal geopende winkels, uitgevoerd door de WBA.

Er is gemonitord op twee aspecten: Passantentellingen, uitgevoerd door Citytraffic; Telling van het aantal geopende winkels, uitgevoerd door de WBA. Back-office Economie en Arbeidsmarkt Memorandum Aan : Raad Van : Victor Kloos Datum : 17 september 2014 Onderwerp : Monitor koopzondagen Afschrift aan : Bij de raadsbehandeling van het besluit tot deregulering

Nadere informatie

Een fietspont naar Spaarndam?

Een fietspont naar Spaarndam? Re a ge re n a pril 2016 digipa ne l@ha a rle m.nl Gemeente Haarlem, afdeling Data Informatie en Analyse (DIA) Digipanel Haarlem Een fietspont naar Spaarndam? 1 Achtergrond van het onderzoek De gemeente

Nadere informatie

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag Bijlage 8 Enquête Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag documenttitel: BIJLAGE 8 ENQUÊTE ANALYSE- EN OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT-ONDERZOEK BEREIKBAARHEID

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Gezondheidsmonitor Volwassenen en ouderen Kennemerland Belevingsonderzoek Geluidhinder en slaapverstoring vliegverkeer Schiphol

Gezondheidsmonitor Volwassenen en ouderen Kennemerland Belevingsonderzoek Geluidhinder en slaapverstoring vliegverkeer Schiphol Gezondheidsmonitor Volwassenen en ouderen Kennemerland 2016 Belevingsonderzoek Geluidhinder en slaapverstoring vliegverkeer Schiphol Projectsturing Bestuursopdracht: directie en bestuur Ambtelijke werkgroep

Nadere informatie

Groen en blauw. 1 Conclusies. Bewonerspanel over het groen en water in Papendrecht

Groen en blauw. 1 Conclusies. Bewonerspanel over het groen en water in Papendrecht Groen en blauw Bewonerspanel over het groen en water in Papendrecht Papendrecht verandert van een groeigemeente in een dynamische beheergemeente. Belangrijk voor de gemeente is hierbij om het groen-blauwe

Nadere informatie

Bezoek en waardering van groenvoorzieningen door Rotterdammers, 2011

Bezoek en waardering van groenvoorzieningen door Rotterdammers, 2011 Gemeente Rotterdam Serviceorganisatie Centrum voor Onderzoek en Statistiek Feitenkaart Bezoek en waardering van groenvoorzieningen door Rotterdammers, 2011 Eind 2011 hield het Centrum voor Onderzoek en

Nadere informatie

Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen

Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen Bekend met de Euroborg in 2010 Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen Bekend met de Euroborg in 2010 Erik van der Werff Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt In deze notitie wordt een beeld geschetst van de recente ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting 2. Achtergrond

Nadere informatie

Onderzoek fietstransferia

Onderzoek fietstransferia Onderzoek fietstransferia Resultaten onderzoek 2017 In opdracht van de gemeente Houten Projectnummer 20737 December 2017 Laurette Haas Totta Research N.V. Burgemeester Stramanweg 105F 1101 AA Amsterdam

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Hypotheek Index Q1 2018

Hypotheek Index Q1 2018 Hypotheek Index Q1 2018 De Hypotheker schetst de situatie op de huizenmarkt. Waterbedeffect goed zichtbaar in Randstad Huizenkopers wijken uit naar gemeenten rondom de grote steden. Zo steeg het aantal

Nadere informatie

WORDT KLEINSCHALIGE ZORG GROOT?

WORDT KLEINSCHALIGE ZORG GROOT? WORDT KLEINSCHALIGE ZORG GROOT? Utrecht, december 23 Aedes-Arcares Kenniscentrum Wonen-Zorg Monique Wijnties Het kleinschalig groepswonen voor dementerenden is klein begonnen. In 1986 opende het eerste

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Parkeren

Hoofdstuk 10 Parkeren Hoofdstuk 10 Parkeren Samenvatting Zeven op de tien Leidse huishoudens beschikken over één of meer auto s. Eén op de vijf huishoudens heeft te maken met betaald parkeren in de eigen straat of in aangrenzende

Nadere informatie

KWARTAALRAPPORTAGE. kwartaal 2018

KWARTAALRAPPORTAGE. kwartaal 2018 KWARTAALRAPPORTAGE 1e kwartaal 218 Inleiding Nieuwbouw moet snel en drastisch een boost krijgen, stelt de NVM bij de landelijke cijfers over het eerste kwartaal van 218. De daling van het aanbod aan woningen

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Recreëren in Alblasserdam

Recreëren in Alblasserdam Recreëren in Alblasserdam Uitkomsten Bewonerspanel Alblasserdam Inhoud Deze factsheet biedt ten eerste inzicht in het gebruik en de waardering van recreatiemogelijkheden en voorzieningen in Alblasserdam

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Coffeeshops, bezoekersstromen, motieven voor bezoek en spreiding in Amsterdam ~ Stevige blowers in en rond Amsterdam

Coffeeshops, bezoekersstromen, motieven voor bezoek en spreiding in Amsterdam ~ Stevige blowers in en rond Amsterdam Coffeeshops, bezoekersstromen, motieven voor bezoek en spreiding in Amsterdam ~ Stevige blowers in en rond Amsterdam Naast de enquête onder bezoekers van coffeeshops in West en Oost zijn gegevens geanalyseerd

Nadere informatie

Overgewicht (incl. obesitas)

Overgewicht (incl. obesitas) Inleiding Het aantal kinderen dat te weinig beweegt en/of overgewicht heeft neemt al een aantal jaren toe. Dit is een belangrijk element van zorg. De gemeente heeft daarom in 2011 besloten zich actief

Nadere informatie

SAMENVATTING MONITOR VRIJETIJDSECONOMIE RIVIERENLAND 2014

SAMENVATTING MONITOR VRIJETIJDSECONOMIE RIVIERENLAND 2014 SAMENVATTING MONITOR VRIJETIJDSECONOMIE RIVIERENLAND 2014 In 2015 heeft het Regionaal Bureau voor Toerisme Rivierenland, in opdracht van Regio Rivierenland, de Monitor Vrijetijdseconomie over 2014 laten

Nadere informatie

Resultaten fietsenquête

Resultaten fietsenquête Resultaten fietsenquête Geslacht 16% meer mannen dan vrouwen hebben deze enquête beantwoord. 1 Leeftijd Minder jonge mensen hebben de enquête ingevuld. Zij zijn dus ondervertegenwoordigd in de resultaten

Nadere informatie