Art. 193a (1) BW Boek 6 1. In deze afdeling wordt verstaan onder:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Art. 193a (1) BW Boek 6 1. In deze afdeling wordt verstaan onder:"

Transcriptie

1 568 Art. 193a BW Boek 6 Art. 193a (1) BW Boek 6 1. In deze afdeling wordt verstaan onder: a. consument: natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf; b. handelaar: natuurlijk persoon of rechtspersoon die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf of degene die ten behoeve van hem handelt; c. product: goed, elektriciteit daaronder begrepen, of dienst; d. handelspraktijk: iedere handeling, omissie, gedraging, voorstelling van zaken of commerciële communicatie, met inbegrip van reclame en marketing, van een handelaar, die rechtstreeks verband houdt met de verkoopbevordering, verkoop of levering van een product aan consumenten; e. besluit over een overeenkomst: een door een consument genomen besluit over de vraag of, en, zo ja, hoe en op welke voorwaarden hij een product koopt, geheel of gedeeltelijk betaalt, behoudt of van de hand doet, of een contractueel recht uitoefent in verband met het product, ongeacht of de consument overgaat tot handelen; f. professionele toewijding: normale niveau van bijzondere vakkundigheid en van zorgvuldigheid dat redelijkerwijs van een handelaar ten aanzien van consumenten mag worden verwacht, in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiend uit de voor die handelaar geldende professionele standaard en eerlijke marktpraktijken; g. uitnodiging tot aankoop: commerciële boodschap die de kenmerken en de prijs van het product op een aan het gebruikte medium aangepaste wijze vermeldt en de consument aldus in staat stelt een aankoop te doen; h. ongepaste beïnvloeding: uitbuiten van een machtspositie ten aanzien van de consument om, zelfs zonder gebruik van of dreiging met fysiek geweld, pressie uit te oefenen op een wijze die het vermogen van de consument om een geïnformeerd besluit te nemen, aanzienlijk beperkt; i. gedragscode: regels die vaststellen hoe handelaren die zich aan de code binden, zich gedragen met betrekking tot een of meer bepaalde handelspraktijken of bedrijfssectoren en die niet bij of krachtens wettelijke voorschriften zijn vastgesteld; j. houder van een gedragscode: rechtspersoon of groep van handelaren die verantwoordelijk is voor het opstellen en herzien van een gedragscode of het toezien op de naleving van de gedragscode door degenen die zich hieraan hebben gebonden; k. richtlijn: richtlijn nr. 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt (PbEG L 149). 2. In deze afdeling wordt mede verstaan onder gemiddelde consument: het gemiddelde lid van een specifieke groep waarop de handelaar zich richt of het gemiddelde lid van een specifieke groep waarvan de handelaar redelijkerwijs kan voorzien dat die groep wegens hun geestelijke of lichamelijke beperking, hun leeftijd of goedgelovigheid bijzonder vatbaar is voor de handelspraktijk of voor het onderliggende product. 3. Deze afdeling is niet van toepassing op de certificering van goederen van edelmetaal en de vermelding van het edelmetaalgehalte voor deze goederen. Oneerlijke handelspraktijken 1 Inwerkingtredingsdatum:

2 568 Art. 193a BW Boek 6 C Commentaar door: mw. mr. C.A. Thomas en P. Ras C. Behandeling kernproblematiek Inhoudsopgave C.1 Definities C.2 Gemiddelde consument C.3 Edelmetaal Definities C.1 Definities Het eerste lid bevat de relevante definities, welke uitsluitend voor deze afdeling van toepassing zijn (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 12). Hoewel het merendeel van deze definities voor zich spreekt, volgen hierna enkele opmerkingen bij onderdelen a, d, f, g, h en i. Sub a geeft de definitie van consument. Hoewel deze tekst in beginsel weinig aanleiding geeft voor discussie, rijst er in de praktijk toch onduidelijkheid over de reikwijdte van dit begrip. Een aantal auteurs bepleit dat de oneerlijke handelspraktijken middels een vorm van reflexwerking ook in de business-to-businessrelatie kunnen doorwerken (zie met name: Geerts en Vollebregt 2009, p. 13). Hierbij staat buiten twijfel dat deze afdeling zich primair richt op het beschermen van consumentenbelangen, waarbij consument dient te worden omschreven als een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (zie ook Gerechtshof s-gravenhage 31 mei 2011, LJN BQ7287). Van reflexwerking kan naar onze smaak geen tot slechts in een zeer beperkt aantal gevallen sprake zijn. Resteert de vraag of een handelaar zijn beroep op oneerlijke handelspraktijken kan richten tegen een andere handelaar, indien de laatste de branche in zijn algemeenheid schade toebrengt, bijvoorbeeld door het verlies aan consumentenvertrouwen in de handelspraktijk. Geerts beantwoordt deze vraag instemmend (Geerts 2009). Indien wij ons louter baseren op de tekst van de wet zien wij deze mogelijkheid niet (vergelijk in deze zin: HvJ EU 30 juni 2011, zaak C-288/10, Wamo/JBC en Van Boom 2010). Vanzelfsprekend staat de concurrent dan wel een beroep open op artikel 6:162 BW, al dan niet wegens schending van een wettelijke bepaling. Sub d omschrijft het begrip handelspraktijk. Het Richtlijnvoorstel geeft aan dat dit begrip alle uitdrukkelijk commerciële communicatie en reclame omvat, welke rechtstreeks verband houdt met de verkoop(bevordering) of levering aan consumenten. De bepaling in sub d is bijzonder ruim geformuleerd en omvat volgens het HvJ EU naast de in de bepaling genoemde omschrijving ook gezamenlijke aanbiedingen van verschillende ondernemingen (zie hierover HvJ EU 23 april 2009, gevoegde zaken C- 261/07 en C-299/07, NJ 2009, 373 (VTB-VAB/Total), punt en HvJ EU 14 januari 2010, IER 2010, 42 m.nt. Geerts). Zie omtrent deze ruime uitleg ook: Vzngr. Rb. Rotterdam 6 juli 2009, LJN BJ2013 r.o. 2.3). Reclamecampagnes waarin de kosteloze deelname van een consument aan een loterij afhankelijk wordt gesteld van de aankoop van een bepaalde hoeveelheid goederen of diensten, kunnen in ieder geval worden aangemerkt als handelspraktijken (zie HvJ EU 14 januari 2010, C-304/08, NJ , Plus Warenhandelsgesellschaft en HvJ EU 9 november 2010, zaak C-540/08, NJ 2011, 54 Mediaprint/Österreich ). 1320

3 568 Art. 193a BW Boek 6 C Sub f bestaat uit een drietal elementen: bijzondere vakkundigheid, zorgvuldigheid en eerlijke marktpraktijken. 2 In beginsel voldoet de handelaar aan de eerste twee indien hij op een normaal niveau (of hoger) functioneert. Het niveau dient te worden vastgesteld aan de hand van de omstandigheden van het geval, bijvoorbeeld de handelsgebruiken in een bepaalde sector, de aan-/afwezigheid van een gedragscode of een afgelegde eed of belofte. Het derde element is toegevoegd nu het niet in alle gevallen voldoende zal zijn dat de handelaar voldoet aan de standaard in zijn sector. Denkbaar is dat deze standaard van een zodanig niveau is dat niet gesproken kan worden van een eerlijke handelspraktijk (Kamerstukken II 2007/08, , nr. 10, p. 3). Sub g ziet op een concreet product mét prijsvermelding, terwijl de consument wordt uitgenodigd een aankoop te doen. Advertenties om de naamsbekendheid te vergroten vallen hier dus niet onder (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 13). In HvJ EU 12 mei 2011, zaak C-122/10, IER 2011/49 m.nt. Geerts (Konsumentombudsman/Ving Sverige AB) speelde de vraag of was voldaan aan een uitnodiging tot het doen van een aanbod. Het Hof overwoog dat er reeds sprake is van een uitnodiging tot aankoop wanneer de informatie en de prijs van een product voor de consument volstaat om een besluit over een aankoop te nemen, zonder dat de commerciële boodschap een daadwerkelijke mogelijkheid tot aankoop van het product hoeft te bieden of zonder dat toegang tot een dergelijke mogelijkheid hoeft te bestaan. Dit brengt volgens het Hof mee dat het vermelden van een vanaf -prijs als afdoende kan worden beschouwd om aan de voorwaarde van een adequate prijsvermelding te voldoen en dat aan de voorwaarde inzake vermelding van de productkenmerken kan zijn voldaan wanneer in (een enkel) woord en/of beeld naar het product wordt verwezen. Bij sub h zij slechts opgemerkt dat onder het begrip machtsmisbruik moet worden begrepen de machtspositie in de verhouding business-to-consumer en niet de misbruik van een economische machtspositie uit het mededingingsrecht (zie het Richtlijnvoorstel). Sub i definieert het begrip gedragscode. Het handelen in strijd met een gedragscode komt aan de orde bij artikel 193c lid 2 sub b. Het begrip gedragscode in sub i is bijzonder ruim gedefinieerd. Hieronder lijken alle afspraken tussen branchegenoten die betrekking hebben op een of meer bepaalde handelspraktijken binnen die branche te vallen, waaronder ook standaard algemene voorwaarden (Vollebregt 2010, p. 267). C.2 Gemiddelde consument Het tweede lid beschrijft het begrip gemiddelde consument, zoals gedefinieerd in artikel 5 lid 3 van de Richtlijn. De gemiddelde consument is de redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument, waar bij de beoordeling tevens rekening wordt gehouden met de maatschappelijke, culturele en taalkundige factoren (zie HvJ EU 16 juli 1998, C-210/96, NJ 2000, 374, Gut Springenheide Van Dam 2009 en Wouters 2011). Indien er sprake is van zogenaamde groepsmarketing die zich richt op een groep die bijzonder vatbaar is in de zin van dit artikel, dan is voor de beoordeling of er sprake is van een oneerlijke handelspraktijk bepalend of deze oneerlijk is voor het gemiddelde lid van de betrokken specifieke groep (zie Trompenaars en Alibux, Consumentenautoriteit 21 september 2010, besluit in zaak 504 Garant-o-Matic B.V. en besluit op bezwaar 20 mei 2011 en Consumentenautoriteit 7 april 2011, besluit in zaak 529 Goltex Vertriebs). 2 Het element 'eerlijke marktpraktijken' (dat overigens wel in de Richtlijn staat) zou aanvankelijk niet worden opgenomen in de wet. Bij de tweede nota van wijziging (Kamerstukken II, , , nr. 10) is dit alsnog opgenomen. 1321

4 568 Art. 193a BW Boek 6 C C.3 Edelmetaal Lid 3 is de codificatie van artikel 3 lid 10 van de Richtlijn waarin het toepassingsgebied van de Richtlijn voor wat betreft de certificering van goederen van edelmetaal wordt beperkt. In Nederland geldt voor de certificering van goederen van edelmetaal het regime van de Waarborgwet. 1322

5 569 Art. 193b BW Boek 6 C Art. 193b (1) BW Boek 6 1. Een handelaar handelt onrechtmatig jegens een consument indien hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is. 2. Een handelspraktijk is oneerlijk indien een handelaar handelt: a. in strijd met de vereisten van professionele toewijding, en b. het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. 3. Een handelspraktijk is in het bijzonder oneerlijk indien een handelaar: a. een misleidende handelspraktijk verricht als bedoeld in de artikelen 193c tot en met 193g, of b. een agressieve handelspraktijk verricht als bedoeld in de artikelen 193h en 193i. 4. De gangbare en rechtmatige reclamepraktijk waarbij overdreven uitspraken worden gedaan of uitspraken die niet letterlijk dienen te worden genomen, maken een reclame op zich niet oneerlijk. Commentaar door: mw. mr. C.A. Thomas en P. Ras A. Inleiding In het rechtsverkeer is het een handelaar niet geoorloofd oneerlijk te handelen jegens consumenten. Van oneerlijk handelen is bijvoorbeeld sprake indien een commercieel bedrijf een friendfinder SMS-dienst aanbiedt maar achterwege laat de consument te melden dat die dienst vrijwel nooit gerealiseerd kan worden (Kamervragen II 2009/10, 659). Overigens dienen handelspraktijken die niet onder het oneerlijk handelen als bedoeld in dit artikel vallen, maar niettemin onrechtmatig zijn, beoordeeld te worden op grond van artikel 162. B. Wetstechnische informatie Zie voor een actueel overzicht. C. Behandeling kernproblematiek Inhoudsopgave C.1 Onrechtmatigheid van de oneerlijke handelspraktijk C.2 Stappenplan beoordeling oneerlijke handelspraktijken C.3 Verbod op oneerlijke handelspraktijken C.3.1 Algemene norm: oneerlijke handelsprakijken C.3.2 Bijzondere normen: misleidende en agressieve handelspraktijken C.4 Oneerlijke reclame A Oneerlijke handelspraktijken B C Artikel 193b is van toepassing op alle gevallen waarin er sprake is of kan zijn van een oneerlijke handelspraktijk en wordt om die reden beschouwd als het overkoepelende artikel van afdeling 6.3.3A BW (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 14). 1 Inwerkingtredingsdatum:

6 569 Art. 193b BW Boek 6 C C.1 Onrechtmatigheid van de oneerlijke handelspraktijk Het eerste lid geeft aan dat het voeren van een oneerlijke handelspraktijk onrechtmatig is. Om die reden gelden de voorwaarden voor een beroep op onrechtmatige daad als bedoeld in artikel 162 en 163 evenzeer voor de oneerlijke handelspraktijken, mits in afdeling 6.3.3A niet anders is bepaald (zie bijvoorbeeld omtrent een mogelijk andere relativiteitseis in het kader van oneerlijke handelspraktijken: Van Boom 2008, p. 7). C.2 Stappenplan beoordeling oneerlijke handelspraktijken Bij de beoordeling of een handelspraktijk oneerlijk is dient eerst te worden gekeken naar de concrete gedragingen zoals opgenomen in artikelen 193g en 193i (de zogenoemde zwarte lijsten ). Indien de betreffende handelspraktijk hierin niet wordt genoemd, dient te worden gekeken of deze onder de reikwijdte van artikel 193c t/m 193f of 193h valt. In het geval ook deze bepalingen niet rechtstreeks van toepassing lijken te zijn, moet gekeken worden of het onder de algemene norm valt van het onderhavige artikel 193b (zie Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 2, Geerts en Vollebregt 2009, p en Trompenaars en Alibux 2011, p ). Hierbij merken wij op dat een beroep op een bepaling van de zwarte lijsten geen nadere toetsing vereist, terwijl dit wel noodzakelijk is bij een beroep op de algemene of bijzondere normen. (zie HvJ EU 9 november 2010, zaak C-540/08, NJ 2011, 54 Mediaprint/Österreich). Een en ander laat onverlet dat een handelspraktijk zoals genoemd in de zwarte lijsten en in artikelen 193c t/m 193f en 193h vanzelfsprekend ook onder de reikwijdte van het onderhavige artikel valt. C.3 Verbod op oneerlijke handelspraktijken C.3.1 Algemene norm: oneerlijke handelsprakijken Het tweede lid bevat de algemene norm voor de oneerlijke handelspraktijk en bepaalt dat een handelspraktijk oneerlijk is indien aan twee cumulatieve voorwaarden is voldaan. De eerste voorwaarde is het handelen in strijd met de professionele toewijding en de tweede de merkbare beperking van het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen. Deze twee voorwaarden moeten gezamenlijk tot het gevolg leiden dat de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen (zie HvJ EU 9 november 2010, zaak C-540/08, NJ 2011, 54 Mediaprint/Österreich). De bewijslast dat de consument een dergelijk besluit niet had genomen ligt in beginsel bij de consument. Het tweede lid wijkt overigens tekstueel af van artikel 5 lid 2 van de Richtlijn, waar het begrip economisch gedrag wordt gehanteerd. Wat onder professionele toewijding verstaan moet worden is in het commentaar bij artikel 193a behandeld. In strijd handelen met de professionele toewijding kan tot aanzienlijke boetes leiden, zo leert Vzngr. Rb. Rotterdam 12 november 2010, LJN BO3707. In deze zaak oordeelde de rechtbank dat het boetebesluit van de Consumentenautoriteit ( CA ) ter hoogte van dat de CA had opgelegd aan de Nederlandse Energie Maatschappij in stand kon blijven, mede op grond van schending van de professionele toewijding. Van een merkbare beperking van het vermogen van de consument is in ieder geval geen sprake bij weggevertjes om consumenten te lokken, nu het de consument in die gevallen vrij staat te beslissen of hij van het weggevertje gebruik wil maken of niet (zie het Richtlijnvoorstel, kantlijnnummer 54). Aan het begrip besluit over een overeenkomst moet worden toegevoegd dat het hier niet hoeft te gaan om het daadwerkelijk sluiten van een overeenkomst, de intentie tot handelen is voldoende (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 14). Zie over het merkbaarheidsvereiste met name ook Steijger

7 569 Art. 193b BW Boek 6 D De MvT geeft aan dat een consument zich ook kan beroepen op dwaling, bedrog, misbruik van omstandigheden of bedreiging en de betreffende overeenkomst op die grondslagen kan vernietigen (zie ook: Kamerstukken I 2007/08, , C, p. 3 en Kamerstukken II 2006/07, , nr. 8, p. 18). Hiermee wordt een interessant spanningsveld aangesneden tussen (met name) dwaling en de oneerlijke handelspraktijken (zie ook: Schaub 2011). Dwaling speelt immers vooral een rol in de sfeer van een overeenkomst die bij wetenschap van de gemiste informatie niet of niet onder die voorwaarden zou zijn gesloten, ergo: vernietiging van de overeenkomst. Een oneerlijke handelspraktijk daarentegen kwalificeert als een onrechtmatige daad, waardoor de consument feitelijk heeft gedwaald ter zake het nemen van een besluit over een overeenkomst. Met een beroep op oneerlijke handelspraktijken lijkt daarmee niet zozeer de overeenkomst zelf te worden aangetast, maar temeer het nemen van een besluit van de consument over de overeenkomst (zoals gezegd: de intentie ), hetgeen zeer wel een louter intellectuele exercitie kan zijn. Uit de aantasting of vernietiging van dit besluit vloeit vervolgens al of niet, maar zeker niet noodzakelijk, aantasting van de overeenkomst voort (zie ook: Cherednychenko en Kuiper 2008 ). C.3.2 Bijzondere normen: misleidende en agressieve handelspraktijken Het derde lid noemt twee vormen van handelspraktijken welke in het bijzonder oneerlijk zijn: de misleidende handelspraktijken (sub a) en agressieve handelspraktijken (sub b). De woorden in het bijzonder geven aan dat er sprake kan zijn van een handelspraktijk die misleidend noch agressief is, maar wel oneerlijk (zie: Asser/Hartkamp/Sieburgh 6-IV* 2011, nr. 310). De twee gedefinieerde vormen van oneerlijke handelspraktijken worden in de navolgende artikelen behandeld. Indien op grond van de navolgende bepalingen sprake is van een misleidende of agressieve handelspraktijk, wordt wel aangenomen dat dan tevens sprake is van strijd met de professionele toewijding (dit volgt ook impliciet uit Vzngr. Rb. Rotterdam 12 november 2010, LJN BO3707). C.4 Oneerlijke reclame Lid 4 is opgenomen bij de tweede nota van wijziging en bepaalt dat overdrijvingen inherent zijn aan reclame en niet per definitie een oneerlijke handelspraktijk opleveren (zie Kamerstukken II 2007/08, , nr. 10, p. 3). Deze regel is in vergelijkbare vorm reeds lange tijd bestendige rechtspraak (zie bijvoorbeeld: Vzngr. Rb. Utrecht 3 januari 2007, LJN AZ5424 ( the strongest ever ), Gerechtshof Amsterdam 13 oktober 2003, NJ 2004, 27 ( Bij Europa s beste betaal je minder ) en Vzngr. Rb. Utrecht 15 april 2004, LJN AO7615 (o.a. The next generation of superior cleaning )). Wel noemenswaardig is de zinsnede die bepaalt dat de gebruikelijke overdrijvingen een reclame op zich hetgeen overigens een weinig normerende? term is niet oneerlijk maakt. Onzes inziens betekent deze woordkeuze niet meer dan dat een overdrijving weliswaar een omstandigheid is die een rol kan spelen bij de vraag of een reclame oneerlijk is, maar tegelijkertijd niet van doorslaggevende betekenis wordt geacht. D D. Jurisprudentie uitgebreid Vzngr. Rb. Rotterdam 6 juli 2009, «JOR» 2009/233 m.nt. Grundmann-van de Krol, LJN BJ2013 (TRE VI/AFM); toezicht AFM op oneerlijke handelspraktijken. AFM legt last onder dwangsom op wegens niet verstrekken van essentiële informatie aan obligatiehouders (consumenten). De rechtbank kwalificeert dit niet-verstrekken als een misleidende ommissie in de zin van 6:193b lid 3 jo. 193d BW. Vzngr. Rb. Utrecht 15 april 2004, IER 2004, 68 m.nt. EHH, NJF 2004, 393, LJN AO7615 (Gillette/Philips); de door Gillette opgevoerde mededelingen: Stop brushing, Start Sonicare, Tandenpoetsen opnieuw uitgevonden, en The next generation of superior cleaning moeten worden aangemerkt als normale reclame-uitingen ( ). Het betreft hier stuk voor stuk algemene, veelal superlatieve kreten en geen specifieke 1325

8 569 Art. 193b BW Boek 6 E E F uitlatingen over bijvoorbeeld de aard, de samenstelling de hoedanigheid of eigenschappen van de Sonicare, als gevolg waarvan het publiek onjuist zou worden voorgelicht. Vzngr. Rb. Rotterdam 12 november 2010, LJN BO3707; Vzngr. Rb. Utrecht 3 januari 2007, LJN AZ5424; Gerechtshof Amsterdam 13 oktober 2003, NJ 2004, 27 E. Jurisprudentie nieuw Zie voor een actueel overzicht van jurisprudentie. F. Literatuurverwijzing Asser, C., A.S. Hartkamp, C.H. Sieburgh, Asser 6-IV*, De verbintenis uit de wet, Deventer: Kluwer 2011, nrs Arons, T.M.C., J.B.S. Hijink en A.C.W. Pijls, Oneerlijke handelspraktijken bij aanbiedingen van obligaties: een never ending story?, WPNR 2009, p Boom, W.H. van, Inpassing en handhaving van de Wet Oneerlijke Handelspraktijken, TvC 2008, p Broekman, M.F.H., De Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken, TvC 2005, p Cherednychenko, O.O., S.H. Kuiper, De Wet oneerlijke handelspraktijken en financiële dienstverlening, NTBR , p Drijber, B.J., Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken: een eerlijk compromis, NTER 2005, p Geerts, P.G.F.A. en E.R. Vollebregt, Oneerlijke handelspraktijken, misleidende reclame en vergelijkende reclame, Deventer: Kluwer Pijls, A.C.W., Misleiding van het beleggende publiek, een oneerlijke handelspraktijk!, Ondernemingsrecht 2008, p Schaub, M.Y., De invloed van de Wet OHP op dwaling, NTBR , p Steijger, L., Wetgevingspraktijken onder de loep genomen: een analyse van de implementatie van de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken in Nederland, NTER 2007, p Trompenaars, B.W.M. en M.Y.N. Alibux, De Consumentenautoriteit en de Wet oneerlijke handelspraktijken; Sanctiebesluiten van de Consumentenautoriteit in de periode oktober 2008 tot en met juni 2011, MvV /8, p Verkade, D.W.F., Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten, Deventer: Kluwer Vrey, R.W. de, Eerlijk is eerlijk: de consument voorop, TvC 2004, p Vrey, R.W. de, Vermogensrechtelijke gevolgen van oneerlijke handelspraktijken, VrA 2006, p

9 570 Art. 193c BW Boek 6 C Art. 193c (1) BW Boek 6 1. Een handelspraktijk is misleidend indien informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde consument misleidt of kan misleiden, al dan niet door de algemene presentatie van de informatie, zoals ten aanzien van: a. het bestaan of de aard van het product; b. de voornaamste kenmerken van het product, zoals beschikbaarheid, voordelen, risico s, uitvoering, samenstelling, accessoires, klantenservice en klachtenbehandeling, procédé en datum van fabricage of verrichting, levering, geschiktheid voor het gebruik, gebruiksmogelijkheden, hoeveelheid, specificatie, geografische of commerciële oorsprong, van het gebruik te verwachten resultaten, of de resultaten en wezenlijke kenmerken van op het product verrichte tests of controles; c. de verplichtingen van de handelaar, de motieven voor de handelspraktijk en de aard van het verkoopproces, een verklaring of een symbool in verband met directe of indirecte sponsoring of erkenning van de handelaar of het product; d. de prijs of de wijze waarop de prijs wordt berekend, of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel; e. de noodzaak van een dienst, onderdeel, vervanging of reparatie; f. de hoedanigheid, kenmerken en rechten van de handelaar of zijn tussenpersoon, zoals zijn identiteit, vermogen, kwalificaties, status, erkenning, affiliatie, connecties, industriële, commerciële of eigendomsrechten of zijn prijzen, bekroningen en onderscheidingen; g. de rechten van de consument waaronder het recht van herstel of vervanging van de afgeleverde zaak of het recht om de prijs te verminderen, of de risico s die de consument eventueel loopt, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. 2. Een handelspraktijk is eveneens misleidend indien: a. door de marketing van het product waaronder het gebruik van vergelijkende reclame verwarring wordt geschapen ten aanzien van producten, handelsmerken, handelsnamen of andere onderscheidende kenmerken van een concurrent; b. de handelaar een verplichting die is opgenomen in een gedragscode niet nakomt, voor zover: 1. de verplichting concreet en kenbaar is, en 2. de handelaar aangeeft dat hij aan die gedragscode gebonden is, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. Misleidende handelspraktijken Commentaar door: mw. mr. C.A. Thomas en P. Ras C. Behandeling kernproblematiek Inhoudsopgave C.1 Misleidende praktijken: algemeen C.2 Marketing en verplichtingen uit gedragscodes Deze bepaling geeft aan wanneer er sprake is van een misleidende handelspraktijk en stemt grotendeels overeen met artikel 6 van de Richtlijn. Misleidende handelspraktijken 1 Inwerkingtredingsdatum:

10 570 Art. 193c BW Boek 6 C C.1 Misleidende praktijken: algemeen Een handelspraktijk is misleidend indien (1) feitelijk onjuiste of (2) misleidende (informatie die, hoewel feitelijk correct, al dan niet door de algemene presentatie de consument bedriegt ) informatie wordt verstrekt (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 15). Opmerkelijk is dat dit verbod op foutieve of misleidende informatieverstrekking zowel vóór als na de verkoop lijkt te gelden, althans volgens het oorspronkelijke Richtlijnvoorstel, kantlijnnummer 59. Nadien is over het verschil tussen een preen post-sale verbod niet meer gesproken door de Europese noch Nederlandse wetgever. In het eerste lid wordt in de subleden a tot en met g een aantal elementen gegeven die, indien de informatie hieromtrent foutief of misleidend is, een handelspraktijk misleidend maken. In sub f zijn de intellectuele eigendomsrechten in de wettekst weggevallen, maar deze worden wel in de MvT genoemd (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3). Onder de consumentenrechten als genoemd in sub g valt volgens de MvT in ieder geval het recht op garantie (artikel 7:6a BW) (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3), het recht op correcte nakoming bij non-conformiteit (artikel 7:21 BW) en overige bevoegdheden bij non-conformiteit (artikel 7:22 BW) (zie Kamerstukken II 2007/08, , nr. 10). In de literatuur is de vraag opgeworpen of ook de tijdige klachtplicht voor de consument als bedoeld in artikel 7:23 BW dient te gelden (Van Boom 2008, p. 10). Deze vraag is tot op heden niet beantwoord. Wel is in Vzr. Rb. Rotterdam 5 oktober 2011, LJN BT6751 aan de orde geweest de situatie waarin Micro-Electro B.V. consumenten misleidde omtrent hun rechten ter zake herstel en vervanging (lid 1 sub g). De handelaar kreeg in dat geval een boete van opgelegd. C.2 Marketing en verplichtingen uit gedragscodes In het tweede lid van artikel 193c zijn twee gedragingen genoemd die (eveneens) een misleidende handelspraktijk op kunnen leveren, te weten marketing (sub a) en het niet nakomen van verplichtingen uit gedragscodes (sub b) (artikel 193a lid 1 sub i). Ten aanzien van sub a zij opgemerkt dat de in dit onderdeel genoemde vergelijkende reclame slechts in de verhouding business-to-consumer moet worden gelezen zodat het een meer beperkte reikwijdte heeft dan artikel 6:194a BW (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3). Er kan dus slechts sprake zijn van een misleidende handeling indien de gemiddelde consument door de vergelijkende reclame een besluit neemt (of kan nemen) dat hij anders niet had gemaakt. Ten aanzien van lid 2 sub b moet er sprake zijn van niet-nakoming van een concrete en kenbare verplichting en moet de handelaar aangeven dat hij aan de gedragscode gebonden is. Een handelaar kan reeds gebonden zijn door een expliciete verwijzing naar de gedragscode op zijn website op te nemen (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3). De Consumentenautoriteit heeft wegens overtreding van dit artikel reeds meerdere boetes opgelegd (zie Rb. Rotterdam 6 januari 2010, LJN BK9798 en Rb. Rotterdam 14 april 2011, LJN BQ1295). 1328

11 571 Art. 193d BW Boek 6 C Art. 193d (1) BW Boek 6 1. Een handelspraktijk is bovendien misleidend indien er sprake is van een misleidende omissie. 2. Een misleidende omissie is iedere handelspraktijk waarbij essentiële informatie welke de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, wordt weggelaten, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. 3. Van een misleidende omissie is eveneens sprake indien essentiële informatie als bedoeld in lid 2 verborgen wordt gehouden of op onduidelijke, onbegrijpelijke, dubbelzinnige wijze dan wel laat verstrekt wordt, of het commerciële oogmerk, indien dit niet reeds duidelijk uit de context blijkt, niet laat blijken, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. 4. Bij de beoordeling of essentiële informatie is weggelaten of verborgen is gehouden worden de feitelijke context, de beperkingen van het communicatiemedium alsook de maatregelen die zijn genomen om de informatie langs andere wegen ter beschikking van de consument te stellen, in aanmerking genomen. Commentaar door: mw. mr. F.C. van der Jagt C. Behandeling kernproblematiek Inhoudsopgave C.1 Essentiële informatie C.2 Verstrekking op onduidelijke, onbegrijpelijke, of dubbelzinnige wijze C.3 Beperkingen van het communicatiemedium Deze bepaling geeft weer wanneer er sprake is van een misleidende omissie, waardoor een handelspraktijk als misleidend kan worden aangemerkt. Kern van de bepaling is het verplicht verschaffen van essentiële informatie om te voorkomen dat een consument, door een gebrek aan bepaalde informatie, een besluit over een overeenkomst neemt dat hij, indien hij wel (correct) geïnformeerd was, niet had genomen. Dit wordt ook wel het manipulatievereiste genoemd (Steijger 2007, p. 131). Opzet bij de handelaar is niet vereist. 2 Misleidende omissies C.1 Essentiële informatie Het begrip essentiële informatie wordt uitgewerkt in de artikelen 6:193e en 193f BW. Er kan ook sprake zijn van een misleidende omissie wanneer essentiële informatie gedurende de looptijd van een overeenkomst niet wordt verstrekt (zie Rb. Rotterdam 6 juli 2009, LJN BK2013 (TRE VI/AFM)). 3 1 Inwerkingtredingsdatum: Artikel 11 lid 2 van de Richtlijn bepaalt dat ook zonder bewijs van opzet of onachtzaam handelen van de handelaar een oneerlijke handelspraktijk verboden mag worden.vgl. met artikel 6:228 BW. Zoals De Vrey ook stelt ('Vermogensrechtelijke gevolgen van oneerlijke handelspraktijken, VrA 2006/1, p. 61) vereist de Richtlijn niet dat de handelaar die de verwarring/misleiding teweeg brengt, zelf daarvan bewust moet zijn. 3 zie commentaar bij artikelen 6:193 e en f BW 1329

12 571 Art. 193d BW Boek 6 C C.2 Verstrekking op onduidelijke, onbegrijpelijke, of dubbelzinnige wijze Lid 3 vult de norm van lid 1 aan. Ondanks dat informatie verstrekt wordt, kan er toch sprake zijn van een misleidende omissie indien de verstrekking op onduidelijke, onbegrijpelijke of dubbelzinnige wijze plaatsvindt. Voor de uitleg van deze begrippen kan worden aangesloten bij artikel 6 van de Richtlijn 2000/31/EG inzake elektronische handel (PbEG 17 juli 2000, L 178) en artikel 4 van de Richtlijn 97/7/EG verkoop op afstand (PbEG 4 juni 1997, L 144; zie ook Kamerstukken I 2007/08, C, nr. 3, p. 3 (MvA)). In deze artikelen zijn deze begrippen positief gedefinieerd. Het gaat om de totale presentatie van de informatie. Ook de grootte van het lettertype of de plaats waar de uiting wordt gedaan, kunnen hierbij een rol spelen (Vzngr. Rb. Haarlem 25 juli 2008, IER 2009, p. 1, zie ook: Consumentenautoriteit 17 juni 2010, Besluit in zaak 510/Celldorado, en besluit op bezwaar 3 maart 2011). C.3 Beperkingen van het communicatiemedium Lid 4 nuanceert de verplichting tot initiële verstrekking van essentiële informatie, wanneer dit niet mogelijk is door het gebruik van een bepaald communicatiemedium. Een radio- of tv-commercial is gebonden aan een beperkte zendtijd. Bij aanbiedingen per sms zal vaak sprake zijn van ruimtegebrek. Van geval tot geval moet bekeken worden of hier daadwerkelijk sprake van is en zo ja, of dit voor de handelaar een rechtvaardiging biedt om de informatie niet te verstrekken (Broekman 2005, p. 177). Daarbij dient tevens te worden gelet op het feit of de informatie ook op een andere wijze ter beschikking kon worden gesteld aan de consument, bijvoorbeeld via verwijzing naar een website. 4 4 zie ook commentaar bij artikel 6:193e BW 1330

13 572 Art. 193e BW Boek 6 C Art. 193e (1) BW Boek 6 In het geval van een uitnodiging tot aankoop is de volgende informatie, voor zover deze niet reeds uit de context blijkt, essentieel als bedoeld in artikel 193d lid 2: a. de voornaamste kenmerken van het product, in de mate waarin dit gezien het medium en het product passend is; b. de identiteit en het geografisch adres van de handelaar, zijn handelsnaam en, in voorkomend geval, de identiteit en het geografisch adres van de handelaar namens wie hij optreedt; c. de prijs, inclusief belastingen, of, als het om een product gaat waarvan de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de manier waarop de prijs wordt berekend en, in voorkomend geval, de extra vracht-, leverings- of portokosten of, indien deze kosten redelijkerwijs niet vooraf kunnen worden berekend, het feit dat deze extra kosten moeten worden betaald; d. de wijze van betaling, levering, uitvoering en het beleid inzake klachtenbehandeling, indien deze afwijken van de vereisten van professionele toewijding; en e. indien er een recht op herroeping of annulering is, het bestaan van dit recht. Commentaar door: mw. mr. F.C. van der Jagt C. Behandeling kernproblematiek Inhoudsopgave C.1 Uitnodiging tot aankoop C.2 Vermelding voornaamste kenmerken en prijs C.3 Vermelding identiteit C.4 Geen uitputtende lijst, geen algemene positieve informatieverplichting C.5 Informatieverplichtingen C.6 Geen volledige harmonisatie In dit artikel wordt een specifieke informatieplicht gegeven in het geval er een uitnodiging wordt gedaan tot aankoop. C.1 Uitnodiging tot aankoop Dit begrip is gedefinieerd in artikel 6:193a lid 1 onder g BW. Van een uitnodiging tot het doen van een aankoop is sprake als een concreet product met prijs wordt genoemd waardoor de consument in staat wordt gesteld om een aankoop te doen(zie: Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 13 (MvT)). Algemene merk- of productmarketing, met als doel het vergroten van de naamsbekendheid van een product of merk, valt niet onder de reikwijdte van deze definitie. (Zie het Richtlijnvoorstel, COM (2003) 356 van 18 juni 2003, kantlijnnummer 64). Informatieplicht bij uitnodiging tot aankoop C.2 Vermelding voornaamste kenmerken en prijs Aan de voorwaarde van vermelding van de voornaamste kenmerken van het product kan, onder omstandigheden, worden voldaan door slechts een aantal van de voornaamste kenmerken van het product te vermelden en voor het overige te verwijzen naar een website mits deze de informatie omvat zoals omschreven in dit artikel. Ook het vermelden van een vanafprijs in een uitnodiging tot aankoop kan derhalve afdoende zijn om te voldoen aan de voorwaarden inzake prijsvermelding. Steeds moet gekeken worden of, gelet op de context van de uitnodiging, de aard en de kenmerken van het product en het gebruikte medium, de consument in staat is om een geïnformeerd 1 Inwerkingtredingsdatum:

14 572 Art. 193e BW Boek 6 C besluit over een aankoop te nemen (zie HvJ EU 12 mei 2011, zaak C-122/10, IER 2011/49 m.nt. Geerts (Konsumentombudsman/Ving Sverige AB, zie ook: Rb. Rotterdam 13 januari 2011, «JOR» 2011/85). Zo kan het feit dat de consument moet beschikken over informatie inzake welke toestellen geschikt zijn om de dienst te ontvangen, als een voornaam kenmerk (en derhalve als essentiële informatie in de zin van artikel 6:193d BW) worden beschouwd bij het aanbieden van mobiele telefoondiensten (zie: Consumentenautoriteit 17 juni 2010, besluit in zaak 510/Celldorado, en besluit op bezwaar 3 maart 2011). In de informatie omtrent de prijs zal moeten worden aangegeven welke extra kosten moeten worden betaald. Men kan bijvoorbeeld niet slechts volstaan met de vermelding dat sms- en downloadkosten betaald dienen te worden, maar zal ook moeten aangeven wanneer en waarvoor deze kosten in rekening worden gebracht (zie voornoemd besluit Celldorado, waarbij o.a. voor het afmelden van de desbetreffende sms-dienst een extra bedrag in rekening werd gebracht). C.3 Vermelding identiteit Bij de vermelding van de identiteit geldt dat de naam van een website niet in de plaats kan komen van de naam van de onderneming die de naam van de website beheert, of de naam van de onderneming met wie consumenten een overeenkomst sluiten (zie voornoemd besluit Celldorado). C.4 Geen uitputtende lijst, geen algemene positieve informatieverplichting In de Richtlijn is bewust gekozen om geen algemene positieve informatieverplichting op te leggen en niet te werken met een uitputtende lijst. De informatiebehoefte van de consument is afgewogen tegen de belasting voor de handelaar en de mogelijke nadelige gevolgen van het verstrekken van te veel informatie aan de consument (zie het hiervoor genoemde Richtlijnvoorstel, COM (2003) 356 van 18 juni 2003, kantlijnnummer 65. Zie ook De Vrey 2004, p. 8-9). De informatieverplichtingen genoemd onder a, c, d en e zijn derhalve niet absoluut. Aangezien dit artikel invulling geeft aan het begrip essentiële informatie is van belang dat het weglaten van deze informatie alleen als oneerlijke handelspraktijk kan worden aangemerkt wanneer aan het manipulatievereiste van artikel 6:193d lid 2 BW is voldaan (vergelijk artikel 6:228 BW. Zie ook De Vrey 2006, p. 61). Artikel 6:193d lid 4, met betrekking tot de beoordeling of essentiële informatie is weggelaten of verborgen is gehouden, geldt onverkort. C.5 Informatieverplichtingen De in dit artikel genoemde informatieverplichtingen vertonen een duidelijke overlap met de informatieverplichtingen die op grond van artikel 7:46c BW (voortvloeiend uit de Richtlijn 97/7/EG inzake verkoop op afstand, PbEG 1997, L 144) tijdig voor een aankoop moeten worden verschaft (zie ook Sdu Commentaar Vermogensrecht, artikel 6:193f BW). C.6 Geen volledige harmonisatie Lidstaten mogen in hun nationale wetgeving ten aanzien van bepaalde producten hoofdkenmerken specificeren die verplicht in een uitnodiging tot aankoop moeten worden vermeld (zie Richtlijnconsiderans 14. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan verzamelobjecten of elektrische apparaten). 1332

15 573 Art. 193f BW Boek 6 C Art. 193f (1) BW Boek 6 Indien er sprake is van commerciële communicatie, reclame of marketing daaronder begrepen, is de informatie genoemd bij of krachtens de volgende artikelen in ieder geval essentieel als bedoeld in artikel 193d lid 2: a. artikel 15d leden 1 en 2 en artikel 15e lid 1 van Boek 3; b. artikel 46c lid 1 van Boek 7; c. artikel 501 lid 1 van Boek 7; d. artikelen 73 tot en met 75 van de Geneesmiddelenwet; e. artikelen 4:20, 4:73 en 5:13 van de Wet op het financieel toezicht; f. artikel 2b van de Prijzenwet. Essentiële informatie Commentaar door: mw. mr. F.C. van der Jagt C. Behandeling kernproblematiek Inhoudsopgave C.1 In ieder geval essentieel C.2 Bij of krachtens C.3 Geen volledige harmonisatie Dit artikel biedt een nadere uitwerking van het begrip essentiële informatie van artikel 6:193d lid 2 BW in geval van commerciële communicatie, reclame of marketing. Ook voor dit artikel geldt dat er pas sprake is van een misleidende handelspraktijk als aan het manipulatievereiste van artikel 6:193d lid 2 BW is voldaan. Artikel 6:193d lid 4 BW, met betrekking tot de beoordeling of essentiële informatie is weggelaten of verborgen is gehouden, geldt onverkort. Essentiële informatie, begrip C.1 In ieder geval essentieel Alle informatieverplichtingen die op grond van communautaire wetgeving gelden, worden als essentieel in de zin van artikel 6:193d lid 2 aangemerkt. Bijlage II van de Richtlijn bevat een niet-limitatieve lijst van communautaire informatieverplichtingen. Het gaat hierbij om verplichtingen die voortvloeien uit (a) de E-Commercerichtlijn (2000/31/EG) (PbEG 2000, L 178); (b) de Richtlijn Verkoop op Afstand (97/7/EG) (PbEG 1997, L 144); (c) de Timesharerichtlijn (94/47/EG) (PbEG 1994, L 280; (d) de Richtlijn betreffende pakketreizen (90/314/EEG) (PbEG 1990, L 158); (e) de Richtlijn inzake communautair wetboek inzake Geneesmiddelen (2001/83/EG) (PbEG 2001, L 311) dit betreft informatieverplichtingen ten aanzien van de bijsluiter en de etikettering; (f) de ICBE-Richtlijn (85/611/EG) (PbEG 1985, L 375), de Prospectusrichtlijn (2003/71/EG) (PbEG 2003, L 345), de Richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (2004/39/EG), (PbEG 2004, L 145) en de Prospectusverordening (809/2004) (PbEG 2004, L 149) op grond waarvan bepaalde informatie over financiële producten en dienstverlening moet worden verstrekt alsmede bepaalde eisen aan de informatie in de prospectus worden gesteld en (g) de Richtlijn betreffende verkoopprijzen (98/6/EG) (PbEG 1998, L 080), zie hiervoor ook het Besluit prijsaanduiding producten (Stb. 2003, 229). C.2 Bij of krachtens Aangezien niet alle communautaire informatieverplichtingen in Nederland in formele wetgeving zijn geïmplementeerd, is gekozen voor de zinsnede bij of krachtens (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 17 (MvT). 1 Inwerkingtredingsdatum: ; zoals laatstelijk gewijzigd bij: Stb. 2011,

16 573 Art. 193f BW Boek 6 C C.3 Geen volledige harmonisatie Voor artikel 193f geldt dat als een handelaar aan de minimuminformatieclausules van het communautaire recht voldoet, er geen sprake kan zijn van een misleidende omissie c.q. een oneerlijke handelspraktijk. De lidstaten kunnen op gebieden die niet door de Richtlijn worden geharmoniseerd verdergaande verplichtingen voorschrijven om een hoger niveau van consumentenbescherming te bereiken (Richtlijnconsiderans 15). 1334

17 574 Art. 193g BW Boek 6 Art. 193g (1) BW Boek 6 De volgende handelspraktijken zijn onder alle omstandigheden misleidend: a. beweren aan een gedragscode gebonden te zijn en daarnaar te handelen, wanneer dit niet het geval is; b. een vertrouwens-, kwaliteits- of ander soortgelijk label aanbrengen zonder daarvoor de vereiste toestemming te hebben gekregen; c. beweren dat een gedragscode door een publieke of andere instantie is erkend wanneer dit niet het geval is; d. beweren dat een handelaar of een product door een openbare of particuliere instelling is aanbevolen, erkend of goedgekeurd terwijl dat niet het geval is, of iets dergelijks beweren zonder dat aan de voorwaarde voor de aanbeveling, erkenning of goedkeuring is voldaan; e. producten tegen een genoemde prijs te koop aanbieden zonder dat de handelaar aangeeft dat er een gegrond vermoeden bestaat dat hij deze producten of gelijkwaardige producten niet tegen die prijs kan leveren of door een andere handelaar kan doen leveren gedurende een periode en in hoeveelheden die, rekening houdend met het product, de omvang van de voor het product gevoerde reclame en de aangeboden prijs, redelijk zijn; f. producten tegen een genoemde prijs te koop aanbieden en vervolgens: 1. weigeren het aangeboden artikel aan de consument te tonen, of 2. weigeren een bestelling op te nemen of het product binnen een redelijke termijn te leveren, of 3. een exemplaar van het artikel met gebreken tonen, met de bedoeling een ander product aan te prijzen; g. bedrieglijk beweren dat het product slechts gedurende een zeer beperkte tijd beschikbaar zal zijn of dat het slechts onder speciale voorwaarden gedurende een zeer beperkte tijd beschikbaar zal zijn om de consument onmiddellijk te doen beslissen en hem geen kans of onvoldoende tijd te geven een geïnformeerd besluit te nemen; h. de consument met wie de handelaar voorafgaand aan de transactie heeft gecommuniceerd in een taal die geen officiële taal is van de lidstaat waar de handelaar gevestigd is, beloven een klantendienst te verschaffen en deze dienst vervolgens enkel beschikbaar te stellen in een andere taal zonder dit duidelijk aan de consument te laten weten alvorens de consument de overeenkomst aangaat; i. beweren of anderszins de indruk wekken dat een product legaal kan worden verkocht terwijl dit niet het geval is; j. wettelijke rechten van consumenten voorstellen als een onderscheidend kenmerk van het aanbod van de handelaar; k. redactionele inhoud in de media, waarvoor de handelaar heeft betaald, gebruiken om reclame te maken voor een product, zonder dat dit duidelijk uit de inhoud of uit duidelijk door de consument identificeerbare beelden of geluiden blijkt; l. feitelijk onjuiste beweringen doen betreffende de aard en de omvang van het gevaar dat de persoonlijke veiligheid van de consument of zijn gezin zou bedreigen indien de consument het product niet koopt; m. een product dat lijkt op een door een bepaalde fabrikant vervaardigd product op een zodanige wijze aanbevelen dat bij de consument doelbewust de verkeerde indruk wordt gewekt dat het product inderdaad door die fabrikant is vervaardigd, terwijl dit niet het geval is; n. een piramidesysteem opzetten, beheren of aanbevelen waarbij de consument tegen betaling kans maakt op een vergoeding die eerder voortkomt uit het 1 Inwerkingtredingsdatum:

18 574 Art. 193g BW Boek 6 C aanbrengen van nieuwe consumenten in het systeem dan uit de verkoop of het verbruik van goederen; o. beweren dat de handelaar op het punt staat zijn zaak te beëindigen of te verhuizen, indien dit niet het geval is; p. beweren dat producten het winnen bij kansspelen kunnen vergemakkelijken; q. bedrieglijk beweren dat een product ziekten, gebreken of misvormingen kan genezen; r. feitelijk onjuiste informatie verstrekken over marktomstandigheden of de mogelijkheid het product te bemachtigen met de bedoeling de consument het product te doen aanschaffen tegen voorwaarden die minder gunstig zijn dan de normale marktvoorwaarden; s. in de context van een handelspraktijk beweren dat er een wedstrijd wordt georganiseerd of prijzen worden uitgeloofd zonder de aangekondigde prijzen of een redelijk alternatief daadwerkelijk toe te kennen; t. een product als gratis, voor niets of kosteloos te omschrijven als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel dit te laten bezorgen; u. marketingmateriaal voorzien van een factuur of een soortgelijk document waarin om betaling wordt gevraagd, waardoor bij de consument de indruk wordt gewekt dat hij het aangeprezen product al heeft besteld terwijl dat niet het geval is; v. op bedrieglijke wijze beweren of de indruk wekken dat de handelaar niet optreedt ten behoeve van zijn handel, bedrijf, ambacht of beroep of zich op bedrieglijke wijze voordoen als consument; w. op bedrieglijke wijze de indruk wekken dat voor een bepaald product service na verkoop beschikbaar is in een andere lidstaat dan die waar het product wordt verkocht. Commentaar door: mw. mr. F.C. van der Jagt C. Behandeling kernproblematiek Inhoudsopgave C.1 Wel voldaan aan eisen, geen goedkeuring C.2 Bedrieglijk beweren C.3 Bait and switch C.4 Tijdsdruk C.5 Opheffingsuitverkoop C.6 Gratis product Zwarte lijst misleidende handelspraktijk Dit artikel bevat een zwarte lijst van handelspraktijken die onder alle omstandigheden misleidend zijn. (Voor uitleg van het begrip onder alle omstandigheden, zie Sdu Commentaar Vermogensrecht, artikel 6:193i BW. De handelspraktijk is dan per definitie onrechtmatig.) Deze praktijken hoeven derhalve niet individueel aan artikel 6:193c BW te worden getoetst (Richtlijnconsiderans 17). De lijst bevat onderdeel 1 t/m 23 van Bijlage 1 van de Richtlijn en kan, gelet op het doel van maximumharmonisatie, niet op nationaal niveau worden aangevuld, maar alleen door herziening van de Richtlijn. (Richtlijnconsiderans nr.17 en Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 17 (MvT). Zie voor de overige bepalingen van de zwarte lijst met betrekking tot agressieve handelspraktijken artikel 6:193i BW.) De zwarte lijst is bewust in de wet opgenomen omdat de lijst een integraal onderdeel uitmaakt van de Richtlijn en de kenbaarheid door opname in de wet wordt vergroot (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p.17). 1336

19 574 Art. 193g BW Boek 6 C C.1 Wel voldaan aan eisen, geen goedkeuring Als een product voldoet aan de eisen van een bepaalde instelling en de handelaar benoemt dit, zonder te beweren dat het product is aanbevolen, erkend of goedgekeurd, dan valt deze mededeling niet onder artikel 193g sub d. Mocht door de context of anderszins deze bewering toch geïmpliceerd worden, terwijl dit niet het geval is, dan valt deze handelspraktijk hier wel onder (Kamerstukken I 2007/08, , C, p. 10 en 11 (MvA)). C.2 Bedrieglijk beweren Artikel 193g sub g spreekt over bedrieglijk beweren. Dit begrip moet in het licht van het privaatrechtelijke begrippenkader worden uitgelegd. (Zie Kamerstukken I 2007/08, , C, p. 11; volgens de memorie van antwoord moet voor de uitleg van dit begrip niet worden aangesloten bij het begrip bedrog van het Wetboek van Strafrecht.) C.3 Bait and switch Artikel 193g sub f geeft onder 3 de situatie weer waarin een gebrekkig product wordt aangeboden met de bedoeling om een ander product aan te prijzen. Dit is de kern van de bepaling. De gevallen die genoemd worden onder 1 en 2 moeten dan ook in dit licht gelezen worden (Verkade 2009, p. 53). De Richtlijn noemt dit bait and switch. (Zie Bijlage I bij de Richtlijn, nummer 6.) C.4 Tijdsdruk Het aangeven tijdens colportagebezoeken dat een geboden korting alleen op het moment van het bezoek geldt, waardoor een consument wordt gedwongen om onmiddellijk over het gedane aanbod te beslissen, kan worden aangemerkt als een misleidende handelspraktijk (Consumentenautoriteit 27 mei 2011, besluit in zaak 661/Greenchoice). C.5 Opheffingsuitverkoop De in artikel 193g sub o gebruikte zinsnede op het punt staan maakt duidelijk dat het gebruik maken van de vaak gehanteerde term opheffingsuitverkoop, die meestal een langere periode beziet, getoetst moet worden aan het algemene criterium van artikel 6:193c BW. (Zie Bijlage I bij de Richtlijn, nummer 15 en Verkade, 2009, p. 53.) C.6 Gratis product Artikel 193g sub t maakt duidelijk dat gratis ook daadwerkelijk gratis dient te zijn en dat lijkt in samenhang met artikel 193e sub c te impliceren dat moet worden aangegeven wat de onvermijdelijke kosten zijn om in te gaan op het aanbod (zie Consumentenautoriteit 17 juni 2010, besluit in zaak 510/Celldorado, en besluit op bezwaar 3 maart 2011). Onduidelijkheid over de wijze waarop een gratis product verkregen kan worden en/of het feit dat blijkt dat de gratis producten alleen verstrekt worden aan consumenten die ter plekke een duurder product kopen, kan ook als een misleidende handelspraktijk worden aangemerkt (Consumentenautoriteit 7 april 2011, besluit in zaak 529/Goltex Vertriebs). 1337

20 575 Art. 193h BW Boek 6 A Agressieve handelspraktijken Art. 193h (1) BW Boek 6 1. Een handelspraktijk is in haar feitelijke context, al haar kenmerken en omstandigheden in aanmerking genomen, agressief indien door intimidatie, dwang, waaronder het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk wordt beperkt of kan worden beperkt waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. 2. Bij de bepaling of een handelspraktijk agressief is, wordt rekening gehouden met: a. het tijdstip, de plaats, de aard en de vasthoudendheid die bij de handelspraktijk wordt gedemonstreerd; b. het gebruik van dreigende gedragingen of dreigende of grove taal; c. het uitbuiten door de handelaar van bepaalde tegenslagen of omstandigheden die zo ernstig zijn dat zij het beoordelingsvermogen van de consument kunnen beperken, hetgeen de handelaar bekend is, met het oogmerk het besluit van de consument met betrekking tot het product te beïnvloeden; d. bezwarende of disproportionele niet-contractuele belemmeringen die door de handelaar zijn opgelegd ten aanzien van een consument die zijn rechten uit de overeenkomst wenst uit te oefenen waaronder het recht om de overeenkomst te beëindigen of een ander product te kiezen; e. het dreigen met maatregelen die wettelijk niet kunnen worden genomen. Commentaar door: mw. mr. C.A. Thomas en P. Ras A Agressieve handelspraktijk B C A. Inleiding Naast de eerder besproken misleidende handelspraktijken zijn ook agressieve handelspraktijken als oneerlijk aan te merken. Hierbij valt te denken aan de agressieve wervingscampagnes van bepaalde energieleveranciers(zie Kamervragen II 2009/10, 475). B. Wetstechnische informatie Zie voor een actueel overzicht. C. Behandeling kernproblematiek Inhoudsopgave C.1 Definitie C.2 Elementen ter beoordeling of een gedraging een agressieve handelspraktijk is Artikel 193h definieert het begrip agressieve handelspraktijk en vloeit voort uit artikel 8 van de Richtlijn. Het artikel moet in samenhang worden gelezen met artikel 193b lid 3, welk artikel aangeeft dat een agressieve handelspraktijk onder de definitie oneerlijk valt. Om te bepalen of een handelspraktijk agressief is dient eerst te worden gekeken naar de concrete gedragingen uit de zwarte lijst die is opgenomen in artikel 193i. 1 Inwerkingtredingsdatum:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 928 Aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten aan de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 372 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 397 Wet van 25 september 2008 tot aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten aan de richtlijn betreffende oneerlijke

Nadere informatie

Wat zijn oneerlijke handelspraktijken?

Wat zijn oneerlijke handelspraktijken? Wat zijn oneerlijke handelspraktijken? Antwoord op deze vraag geeft de Afdeling 3A in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, bestaande uit de artikelen 193a t/m 193j). Deze afdeling is in de wet tussengevoegd

Nadere informatie

4. Reclame mag niet nodeloos kwetsend zijn, noch een bedreiging inhouden voor de geestelijke en/of lichamelijke volksgezondheid.

4. Reclame mag niet nodeloos kwetsend zijn, noch een bedreiging inhouden voor de geestelijke en/of lichamelijke volksgezondheid. DE NEDERLANDSE RECLAME CODE (NRC) A. Algemeen 1. Onder reclame wordt verstaan: iedere openbare aanprijzing van goederen, diensten, of denkbeelden (tezamen: producten). Onder reclame wordt mede verstaan

Nadere informatie

Wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken. Leiden Revisited 21.XI.2007 Jan Pieter Hustinx

Wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken. Leiden Revisited 21.XI.2007 Jan Pieter Hustinx Wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken Leiden Revisited 21.XI.2007 Jan Pieter Hustinx 0 Hoera! Het Burgerlijk Wetboek heeft er een nieuwe afdeling bij Weer een postzegeltje van het OD-veld communautair

Nadere informatie

Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten

Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten Monografieen BW B49a Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten Mr. D.W.F. Verkade Advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden Kluwer - Deventer - 2009 Inhoud WOORD VOORAF V ENIGE AFKORTINGEN

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Inhoudsopgave... 2. Stichting Studentensteden... 3. Samenwerkingen... 3. Door en voor studenten... 3. Aanvullende Reclame Code...

Inhoudsopgave... 2. Stichting Studentensteden... 3. Samenwerkingen... 3. Door en voor studenten... 3. Aanvullende Reclame Code... Reclame Code Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Stichting Studentensteden... 3 Samenwerkingen... 3 Door en voor studenten... 3 Aanvullende Reclame Code... 4 Nederlandse Reclame Code... 5 Pagina 2 van 12

Nadere informatie

Ondernemingsrecht. Nieuwsbrief

Ondernemingsrecht. Nieuwsbrief Nieuwsbrief Ondernemingsrecht Prospectusaansprakelijkheid Een prospectus dient een getrouw beeld te geven omtrent de toestand van de uitgevende instelling op de balansdatum van het laatste boekjaar waarover

Nadere informatie

Ticketing: prijstransparantie in de ticketsector Desmond de Haan. Even voorstellen: ACM. Agenda

Ticketing: prijstransparantie in de ticketsector Desmond de Haan. Even voorstellen: ACM. Agenda Ticketing: prijstransparantie in de Desmond de Haan 13 september 2017 1 2 Agenda ACM Prijstransparantie Prijstransparantie tickets Even voorstellen: ACM Interventie Vragen 3 4 Congres Podia & Festivals

Nadere informatie

Oneerlijke handelspraktijken; art. 6:193a-j BW

Oneerlijke handelspraktijken; art. 6:193a-j BW Hoofdstuk 2 Oneerlijke handelspraktijken; art. 6:193a-j BW 2.1 Inleiding; richtlijn OHP en art. 6:193a-j BW Zoals wij in het vorige hoofdstuk gezien hebben is de EG al geruime tijd bezig met het reguleren

Nadere informatie

Misleidende (B2B) reclame rgelij kende reclame

Misleidende (B2B) reclame rgelij kende reclame MONOGRAFIEËN BW Misleidende (B2B) reclame rgelij kende reclame Mr. D.W.F. Verkade Advocaat-generaal i.b.d. bij de Hoge Raad der Nederlanden Bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam (Bregstein-leerstoel)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 411 Regels omtrent instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Wet handhaving consumentenbescherming)

Nadere informatie

Vertrouwelijk. Besluit

Vertrouwelijk. Besluit Besluit Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 2.9 van de Wet handhaving consumentenbescherming tot het opleggen van een last onder dwangsom aan xxxxxxxxxxxxxx, h.o.d.n. Auto

Nadere informatie

De Wet oneerlijke handelspraktijken toegelicht

De Wet oneerlijke handelspraktijken toegelicht De Wet oneerlijke handelspraktijken toegelicht Inhoudsopgave Voorwoord 3 De nieuwe regels samengevat 5 1 Nieuwe regels over oneerlijke handelspraktijken 7 1.1 Wat zijn oneerlijke handelspraktijken? 7

Nadere informatie

Handelspraktijken. Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken in dagblad bekendgemaakte commerciële communicatie begrip uitnodiging tot aankoop vanafprijs

Handelspraktijken. Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken in dagblad bekendgemaakte commerciële communicatie begrip uitnodiging tot aankoop vanafprijs HvJ EU 12 mei 2011 (mrs. J.N. Cunha Rodrigues, A. Rosas, U. Lõhmus, A.Ó. Caoimh en P. Lindh; A-G P. Mengozzi) Zaak C-122/10 (Konsumentombudsman/Ving Sverige AB) (Zie de noot onder deze uitspraak.) Richtlijn

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012 ... No.W03.12.0390/II 's-gravenhage, 5 november 2012 Bij Kabinetsmissive van 28 september 2012, no.12.002275, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. De Bedrijfsmakelaar.nl

ALGEMENE VOORWAARDEN. De Bedrijfsmakelaar.nl ALGEMENE VOORWAARDEN De Bedrijfsmakelaar.nl Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de toegang en het gebruik van de website van De Bedrijfsmakelaar.nl. Deel I. Algemeen Artikel 1 Definities en

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 maart 2004 (02.04) (OR. en) 7805/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0134 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 maart 2004 (02.04) (OR. en) 7805/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0134 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 maart 2004 (02.04) (OR. en) PUBLIC 7805/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0134 (COD) LIMITE CONSOM 29 MI 105 CODEC 437 NOTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 11 mei 2005 (OR. en) 2003/0134 (COD) LEX 626 PE-CONS 3616/05 CONSOM 14 MI 55 CODEC 243 RICHTLIJN 2005/29/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN Besluit van. tot wijziging van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen in verband met in verband met de wijziging van artikel 12.1 Telecommunicatiewet NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Nadere informatie

Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s)

Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s) Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s) Afdeling IV (art. 1649bis tot 1649octies) ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met

Nadere informatie

De "gemiddelde consument" als rationele actor

De gemiddelde consument als rationele actor [WPNR 2010, p. 533-534.] B.B. Duivenvoorde, Promovendus bij het Centre for the Study of European Contract Law (CSECL) aan de Universiteit van Amsterdam. Duivenvoorde bereidt een proefschrift voor over

Nadere informatie

De Wet oneerlijke handelspraktijken toegelicht

De Wet oneerlijke handelspraktijken toegelicht De Wet oneerlijke handelspraktijken toegelicht Inhoudsopgave Voorwoord 3 De nieuwe regels samengevat 5 1 Nieuwe regels over oneerlijke handelspraktijken 7 1.1 Wat zijn oneerlijke handelspraktijken? 7

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/10/2013

Datum van inontvangstneming : 29/10/2013 Datum van inontvangstneming : 29/10/2013 Vertaling C-388/13-1 Datum van indiening: 8 juli 2013 Verwijzende rechter: Zaak C-388/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Kúria (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 928 Aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten aan de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van

Nadere informatie

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van

Nadere informatie

GUIDELINES VOOR ONLINE INFLUENCERS HOW (NOT) TO INFLUENCE ON SOCIAL MEDIA

GUIDELINES VOOR ONLINE INFLUENCERS HOW (NOT) TO INFLUENCE ON SOCIAL MEDIA GUIDELINES VOOR ONLINE INFLUENCERS HOW (NOT) TO INFLUENCE ON SOCIAL MEDIA INLEIDING Ondernemingen doen steeds vaker een beroep op online influencers om hun merk, product of dienst online te promoten. Die

Nadere informatie

DISCLAIMER. Pagina 1 van 5. verkoop van registergoederen van de Stichting Kenter Jeugdhulp DE ONDERGETEKENDE(N):

DISCLAIMER. Pagina 1 van 5. verkoop van registergoederen van de Stichting Kenter Jeugdhulp DE ONDERGETEKENDE(N): Pagina 1 van 5 DE ONDERGETEKENDE(N): DISCLAIMER verkoop van registergoederen van de Stichting Kenter Jeugdhulp Naam rechtspersoon: Plaats statutaire zetel: Kantooradres: Nummer Kamer van Koophandel: e-mailadres:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 110 Wet van 6 maart 2003 tot aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

2. Bij brieven van 9 mei en 11 september 2008 en per van 12 september 2008 heeft StudieBoeken.com de gevraagde informatie verstrekt.

2. Bij brieven van 9 mei en 11 september 2008 en per  van 12 september 2008 heeft StudieBoeken.com de gevraagde informatie verstrekt. Sanctiebeschikking Kenmerk: BVB-006686-mvk Betreft: prijsstelling bij verkoop studieboeken Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, tweede lid, van

Nadere informatie

Guidelines over. het gebruik van de terminologie artisanaal, ambachtelijk en afgeleiden ervan in productbenamingen

Guidelines over. het gebruik van de terminologie artisanaal, ambachtelijk en afgeleiden ervan in productbenamingen Guidelines over het gebruik van de terminologie artisanaal, ambachtelijk en afgeleiden ervan in productbenamingen Inhoud 1. Op welke producten zijn de criteria uit deze guidelines van toepassing?... 2

Nadere informatie

No.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007

No.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007 ... No.W11.07.0382/IV 's-gravenhage, 7 december 2007 Bij brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 16 oktober 2007 heeft de Tweede Kamer bij de Raad van State het voorstel van

Nadere informatie

Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen

Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft een aanvraag ontvangen tot het afgeven van een verklaring in

Nadere informatie

ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN EN HANDHAVING VAN CONSUMENTENBESCHERMING IN DE FINANCIËLE SECTOR. Preadvies voor de Vereniging voor Effectenrecht 2010

ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN EN HANDHAVING VAN CONSUMENTENBESCHERMING IN DE FINANCIËLE SECTOR. Preadvies voor de Vereniging voor Effectenrecht 2010 ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN EN HANDHAVING VAN CONSUMENTENBESCHERMING IN DE FINANCIËLE SECTOR Preadvies voor de Vereniging voor Effectenrecht 2010 DEEL 1 Oneerlijke handelspraktijken en handhaving van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/07/2015

Datum van inontvangstneming : 30/07/2015 Datum van inontvangstneming : 30/07/2015 Vertaling C-310/15-1 Zaak C-310/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 juni 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol

Samenwerkingsprotocol Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 928 Aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten aan de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van

Nadere informatie

Oneerlijke handelspraktijken bij aanbiedingen van obligaties: een never ending story?

Oneerlijke handelspraktijken bij aanbiedingen van obligaties: een never ending story? mr. T.M.C. Arons, J.B.S. Hijink en A.C.W. Pijls* Oneerlijke handelspraktijken bij aanbiedingen van obligaties: een never ending story? 1. Op 15 oktober 2008 trad de Wet oneerlijke handelspraktijken (hierna:

Nadere informatie

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8) VERORDENING (EU) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 28 mei 2018 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij

Nadere informatie

ONDERDEEL VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID RAYMAKERSKAYSER B.V. GEVESTIGD TE WEESP

ONDERDEEL VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID RAYMAKERSKAYSER B.V. GEVESTIGD TE WEESP ALGEMENE VOORWAARDEN RAYMAKERSVDBRUGGEN ONDERDEEL VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID RAYMAKERSKAYSER B.V. GEVESTIGD TE WEESP 1. Gelding algemene voorwaarden 1.1 Deze algemene voorwaarden

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.5.2018 C(2018) 3120 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.5.2018 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van artikel 26, lid 3, van

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O NS Stations Legal GEHEIMHOUDINGSVERKLARING/DISCLAIMER Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O Inzake object voormalig

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Brochure 260344

ALGEMENE VOORWAARDEN. Brochure 260344 ALGEMENE VOORWAARDEN Brochure 260344 ALGEMENE VOORWAARDEN van BRAMMER NEDERLAND B.V., gevestigd te Haarlem Artikel 1 1.1 Deze algemene voorwaarden maken deel uit van elke door Brammer Nederland B.V. te

Nadere informatie

Algemene voorwaarden toegangsbewijzen FDOS Live B.V. KVK 57389683

Algemene voorwaarden toegangsbewijzen FDOS Live B.V. KVK 57389683 Algemene voorwaarden toegangsbewijzen FDOS Live B.V. KVK 57389683 ARTIKEL 1: TOEPASSELIJKHEID EN DEFINITIES 1.1 Gebruiker van deze algemene voorwaarden is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.

1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. Algemene Voorwaarden Interim Recruitment Recruvisie Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (januari 2016). Voor de meest actuele informatie zie www.wetten.overheid.nl

Nadere informatie

Guidelines. over. het gebruik van de terminologie artisanaal, ambachtelijk en afgeleiden ervan in productbenamingen

Guidelines. over. het gebruik van de terminologie artisanaal, ambachtelijk en afgeleiden ervan in productbenamingen Guidelines over het gebruik van de terminologie artisanaal, ambachtelijk en afgeleiden ervan in productbenamingen Inhoud 1. Op welke producten zijn de criteria uit deze guidelines van toepassing?... 2

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/02/2015

Datum van inontvangstneming : 10/02/2015 Datum van inontvangstneming : 10/02/2015 Vertaling C-611/14-1 Zaak C-611/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 december 2014 Verwijzende rechter: Retten i Glostrup (Denemarken)

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Bij de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten (hierna: de implementatiewet) 1 heb ik toegezegd op korte

Nadere informatie

SBS BROADCASTING B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN PROGRAMMA PARTICIPATIE 2015. Inhoudsopgave

SBS BROADCASTING B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN PROGRAMMA PARTICIPATIE 2015. Inhoudsopgave Kijk voor meer informatie op: WWW.ADVERTERENBIJSBS.NL SBS BROADCASTING B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN PROGRAMMA PARTICIPATIE 2015 Inhoudsopgave 1. Het Programma 2. Participatie aan het Programma 3. Productie

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Rootsmann Versie geldig vanaf: 24 juni 2014. Artikel 1 Definities

Algemene voorwaarden Rootsmann Versie geldig vanaf: 24 juni 2014. Artikel 1 Definities Algemene voorwaarden Rootsmann Versie geldig vanaf: 24 juni 2014 Artikel 1 Definities 1.1 Rootsmann: de gebruiker van deze algemene voorwaarden. De eenmanszaak Rootsmann, statutair gevestigd te Vinkeveen

Nadere informatie

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid

Nadere informatie

Reclame en marketing: een gemeenschappelijk kader voor beroepsbeoefenaars

Reclame en marketing: een gemeenschappelijk kader voor beroepsbeoefenaars Reclame en marketing: een gemeenschappelijk kader voor beroepsbeoefenaars van de drie Instituten De reclame, het promoten van de diensten, de marketing, oftewel de communicatie vormt het verlengstuk van

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Lindsay's kousenwinkel

Algemene voorwaarden Lindsay's kousenwinkel Algemene voorwaarden Lindsay's kousenwinkel In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: -"Webwinkel" : Lindsay's kousenwinkel, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer

Nadere informatie

Algemene verordening gegevensbescherming

Algemene verordening gegevensbescherming Algemene verordening gegevensbescherming Deze Verwerkersovereenkomst maakt integraal onderdeel uit van de afspraken tussen Partijen zoals overeengekomen (de Overeenkomst ). Op deze Verwerkersovereenkomst

Nadere informatie

Bescherming consument tegen oneerlijke handelspraktijken

Bescherming consument tegen oneerlijke handelspraktijken Regelingen en voorzieningen CODE 5.1.9.4 Bescherming consument tegen oneerlijke handelspraktijken bronnen Consuwijzer, februari 2013, www.consuwijzer.nl Brochure Consumentenautoriteit, 2009 Wet oneerlijke

Nadere informatie

IBAN: NL 63 INGB BIC: INGBNL2A K.v.K. Rivierenland: BTW nr. NL B01. zaterdag 12 mei 2018 Pagina 1 van 8

IBAN: NL 63 INGB BIC: INGBNL2A K.v.K. Rivierenland: BTW nr. NL B01. zaterdag 12 mei 2018 Pagina 1 van 8 Verwerkersovereenkomst Deze verwerkersovereenkomst maakt integraal onderdeel uit van de afspraken tussen partijen zoals overeengekomen bij totstandkoming van de samenwerking. Op deze verwerkersovereenkomst

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-094 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 april 2018 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN

ALGEMENE VOORWAARDEN ALGEMENE VOORWAARDEN Van de besloten vennootschap KlasseStudent B.V. Statutair gevestigd te Nieuwegracht 1 3512 LB Utrecht, Nederland Contact Nieuwegracht 1 3512 LB Utrecht info@klassestudent.nl T: +31(0)6-33

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Zorg & Zo Buro - Dienstverleners

Algemene voorwaarden Zorg & Zo Buro - Dienstverleners Algemene voorwaarden Zorg & Zo Buro - Dienstverleners 1. Algemeen! 1.1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding, offerte en overeenkomst van de eenmanszaak Zorg & Zo Buro gevestigd

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL I Vergaderjaar 2010-2011 32 339 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn

Nadere informatie

Beleidsregel toekenning en intrekking 090x- en 18xy-nummers

Beleidsregel toekenning en intrekking 090x- en 18xy-nummers Beleidsregel toekenning en intrekking 090x- en 18xy-nummers De Autoriteit Consument en Markt, Geeft met deze beleidsregel duidelijkheid over het beleid met betrekking tot het toekennen en intrekken van

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden

Algemene Voorwaarden Algemene Voorwaarden Deze algemene voorwaarden worden gehanteerd door GEVEN Assurantiën & Hypotheken B.V. Artikel 1. Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: a. Tussenpersoon: GEVEN

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Vertaling C-319/13-1 Zaak C-319/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juni 2013 Verwijzende rechter: Thüringer Oberlandesgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Pijnzorg Actief

Algemene Voorwaarden Pijnzorg Actief Algemene Voorwaarden Pijnzorg Actief Artikel 1. Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtnemer: Pijnzorg Actief die deze algemene voorwaarden gebruikt voor het aanbieden van

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Friendgift

Algemene Voorwaarden Friendgift Algemene Voorwaarden Friendgift Beschrijving Friendgift biedt via haar website www.friendgift.nl een unieke cadeauservice aan. Via digitale waardebonnen voor diensten en producten van verschillende Aanbieders.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 199 Wet van 8 mei 2003 tot aanpassing van Boek 3 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten

Nadere informatie

3.Offerte: de door LABEL ME gedane offerte voor het leveren van Diensten.

3.Offerte: de door LABEL ME gedane offerte voor het leveren van Diensten. Algemene Voorwaarden LABEL ME Artikel 1: Definities In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. 1.LABEL

Nadere informatie

-cliënt: degene die deelneemt aan advies-, trainings-, coaching-of begeleidingstraject, dat laatste als hij niet zelf de opdrachtgever is.

-cliënt: degene die deelneemt aan advies-, trainings-, coaching-of begeleidingstraject, dat laatste als hij niet zelf de opdrachtgever is. Algemene voorwaarden 2015 -Corewonders V.O.F. Artikel Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: -opdrachtnemer: Corewonders V.O.F. die deze algemene voorwaarden gebruikt voor het aanbieden

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Oneerlijke handelspraktijken

Oneerlijke handelspraktijken Oneerlijke handelspraktijken Bescherming van consumenten en ondernemingen onder de nieuwe regelgeving Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Sectie Burgerlijk Recht Oktober 2010

Nadere informatie

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN FLEXADS B.V. GEVESTIGD EN KANTOORHOUDEND TE ROTTERDAM.

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN FLEXADS B.V. GEVESTIGD EN KANTOORHOUDEND TE ROTTERDAM. ALGEMENE VOORWAARDEN VAN FLEXADS B.V. GEVESTIGD EN KANTOORHOUDEND TE ROTTERDAM. 1. ALGEMEEN 1.1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op al onze diensten, overeenkomsten en leveringen. 1.2. Afwijkingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 25 Beschikking van de Minister van Justitie van 12 januari 2001, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de Wet van

Nadere informatie

Algemene inkoopvoorwaarden gemeenten Blaricum, Eemnes, Laren en BEL Combinatie t.b.v. LEVERINGEN

Algemene inkoopvoorwaarden gemeenten Blaricum, Eemnes, Laren en BEL Combinatie t.b.v. LEVERINGEN Gemeente Blaricum Gemeente Eemnes Gemeente Laren BIJLAGE 1: Algemene inkoopvoorwaarden gemeenten Blaricum, Eemnes, Laren en BEL Combinatie t.b.v. LEVERINGEN Blaricum: vastgesteld op 14 december 2010, bekendgemaakt

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening

Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening Biercontract.nl Graaf Wichmanlaan 62 1405 HC Bussum Handelsregisternummer: 57084033 BTW nummer 167606657B02 1. Definities 1. In deze algemene voorwaarden

Nadere informatie

Deze algemene voorwaarden zijn op 6 december 2012 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Groningen onder dossiernummer 50708228.

Deze algemene voorwaarden zijn op 6 december 2012 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Groningen onder dossiernummer 50708228. Algemene voorwaarden MyOrder Consumenten Deze algemene voorwaarden zijn op 6 december 2012 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Groningen onder dossiernummer 50708228. ARTIKEL 1 Definities In deze

Nadere informatie

Voorwaarden StucGoed webpagina

Voorwaarden StucGoed webpagina Voorwaarden StucGoed webpagina Samenvattend Aan het gebruik van een StucGoed webpagina kan geen enkel recht worden ontleend. Je bent zelf verantwoordelijk voor de inhoud van jouw webpagina. Op StucGoed.nl

Nadere informatie

Algemene voorwaarden van de CWO Consultancy & Marketing B.V.

Algemene voorwaarden van de CWO Consultancy & Marketing B.V. Algemene voorwaarden van de CWO Consultancy & Marketing B.V. Op alle opdrachten verstrekt aan de CWO Consultancy & Marketing B.V. gevestigd en kantoorhoudende te Barendrecht aan de Voordijk 490-A onderstaande

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 422 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie

Nadere informatie

TOELICHTING SAMENWERKINGSPROTOCOL NZA - CONSUMENTENAUTORITEIT

TOELICHTING SAMENWERKINGSPROTOCOL NZA - CONSUMENTENAUTORITEIT TOELICHTING SAMENWERKINGSPROTOCOL NZA - CONSUMENTENAUTORITEIT Inleiding Op 29 december 2006 is de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) in werking getreden. De Whc implementeert verordening 2006/2004

Nadere informatie

(2).. (Touringcarbedrijf en standplaats)

(2).. (Touringcarbedrijf en standplaats) LICENTIEOVEREENKOMST VOOR TOURINGCARBEDRIJVEN. (datum van erkenning) (1) STICHTING KEURMERK TOURINGCARBEDRIJF EN (2).. (Touringcarbedrijf en standplaats) 1 INHOUD ARTIKEL 1. Definities 2. Verlening licentie

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Aanleiding en doel van het onderzoek

Samenvatting. 1. Aanleiding en doel van het onderzoek Samenvatting 1. Aanleiding en doel van het onderzoek Het belangrijkste doel van dit onderzoek is na te gaan wat de consequenties zullen zijn voor het Nederlandse recht van de implementatie van een recent

Nadere informatie

1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.

1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. Algemene voorwaarden Steenwijkerdiep 48A 8331 LT Steenwijk KVK 01183330 hierna te noemen: Brouwer Trading Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende

Nadere informatie

Jurisprudentie contractenrecht

Jurisprudentie contractenrecht Jurisprudentie contractenrecht W.L. Valk senior raadsheer Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden senior onderzoeker Radboud Universiteit Programma Twee arresten van de Hoge Raad: HR 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3593

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van de vereniging Nederlands Instituut van Psychologen (het NIP) Geldend vanaf 1 januari 2014

Algemene Voorwaarden van de vereniging Nederlands Instituut van Psychologen (het NIP) Geldend vanaf 1 januari 2014 Algemene Voorwaarden van de vereniging Nederlands Instituut van Psychologen (het NIP) Geldend vanaf 1 januari 2014 Definities Het NIP: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Nederlands Instituut

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden. Artikel 1: Definities

Algemene Voorwaarden. Artikel 1: Definities Algemene Voorwaarden Artikel 1: Definities 1. De NFG : De Stichting Nederlandse Federatie Gezondheidszorg (kort: NFG), gevestigd te Assen, bij de kamer van Koophandel ingeschreven onder nummer 54322553.

Nadere informatie

RJ-Uiting 2009-1: Gevolgen van aanpassingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van Richtlijn 2006/46/EG van 14 juni 2006

RJ-Uiting 2009-1: Gevolgen van aanpassingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van Richtlijn 2006/46/EG van 14 juni 2006 RJ-Uiting 2009-1: Gevolgen van aanpassingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van Richtlijn 2006/46/EG van 14 juni 2006 Inleiding Op 22 december 2008 is een aantal artikelen in titel 9 van

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

gelet op artikel 2.89, tweede lid, van de Mediawet 2008, alsmede artikel 14a, onder c, van het Mediabesluit 2008,

gelet op artikel 2.89, tweede lid, van de Mediawet 2008, alsmede artikel 14a, onder c, van het Mediabesluit 2008, Regeling van het Commissariaat voor de Media van 9 augustus 2011 houdende regels voor de publieke media-instellingen omtrent het bepaalde in artikel 14a, onder c, van het Mediabesluit 2008 in verband met

Nadere informatie