Deel 1: Handleiding game: EHBO

Transcriptie

1 Deel 1: Handleiding game: EHBO DOEL VAN HET GAME Rekenvaardigheid is een zeer belangrijke competentie waarover verpleegkundigen moeten beschikken. Dagelijks komen verpleegkundigen in contact met de patiënt en het toedienen van zijn medicatie. In de praktijk is gebleken dat het fout berekenen van deze medicatie tot ernstige gevolgen kan leiden voor de patiënt. Het game EHBO : Eerste Hulp Bij het Oefenen van Rekenvaardigheden, helpt studenten verpleegkundige en verpleegkundigen uit het werkveld bij het aanleren en inoefenen van rekenvaardigheden en draagt daardoor bij aan het proces van levenslang leren. Begeef je zo meteen in verschillende settings in en rond de ziekenhuiswereld. Doorkruis verschillende levels en wordt de absolute rekenkampioen. In deel twee van deze handleiding vind je de werking van het game gedetailleerd terug. Indien je bent vergeten hoe bepaalde oefeningen op te lossen, kan je steeds terecht in deel 3 van de handleiding: theorie rekenvaardigheden. ONTSTAAN VAN HET GAME Dit game kwam tot stand tijdens een twee jaar durend OOF- project (Project gesteund door het onderwijs- en ontwikkelingsfonds). Het game wordt enkel aangeboden als leermiddel voor studenten en verpleegkundigen uit het werkveld. Het werd ontwikkeld in samenwerking met de Katholieke Hogeschool Limburg, Thomas More Mechelen en de Katholieke Universiteit Leuven. Met dank aan 8 Hogescholen uit Vlaanderen (Katholieke Hogeschool Limburg, Hogeschool Universiteit Brussel, Katholieke Hogeschool Leuven, Katholieke Hogeschool Sint Lieven, Katholieke Hogeschool Zuid- West- Vlaanderen, Thomas More Kempen, Katholieke Hogeschool Brugge- Oostende, Thomas More Mechelen) en twee ziekenhuizen (Imelda ziekenhuis en Jessa Ziekenhuis), die de testfase van het game mogelijk maakten en daardoor hun bijdrage leverden aan de ontwikkeling en de implementatie van dit game. EEN GAME IN ONTWIKKELING Dit game bevindt zich in de testfase. Dit betekent dat we alles in het mogelijke stellen om dit game nog te optimaliseren. Indien je fouten opmerkt en/of bijkomende vragen/suggesties hebt in verband met dit game kan je hiervoor altijd een mail sturen naar Kim.pede@lessius.eu.

2 Deel 2: Hoe het spel spelen: praktische handleiding Welkom in het game EHBO : Eerste Hulp Bij het inoefenen van Rekenvaardigheden. In deze demofilm vind je stap voor stap je weg doorheen dit game. De demofilm is beschikbaar in het spel. Ga hiervoor naar Help in het menu en kies vervolgens voor Demofilm.

3 Deel 3: Theorie rekenvaardigheden 1. Omzettingen (regel van drie). Om rekenvraagstukken op te lossen kan je bijna altijd de regel van drie toepassen. Dit betekent dat je drie gegeven grootheden/ getallen kan gebruiken om een vierde, onbekende te vinden. Getal x Getal Y 1 Getal y/ getal x Getal z (Getal y/ getal x) x getal z Hoeveel ml Euphyllin (10 ml/240 mg) mag een patiënt hebben die 480 mg krijgt voorgeschreven? Pas de formule toe: Getal x = 240 mg Getal y = 10 ml Getal z = 480 mg 240 mg 10ml 1 mg 10 ml / 240 mg (0,04 ml) 480mg 0,04 ml x 480 mg = 20 ml Je dient de patiënt 20 ml Euphyllin toe.

4 2. Zuurstofberekening Vaak krijgen patiënten zuurstof toegediend. Zuurstof wordt gegeven via de muur, maar het kan gebeuren dat je zuurstof moet toedienen via een zuurstofcilinder. De druk in een cilinder wordt uitgedrukt in bar. Deze hoeveelheid druk kan je aflezen op een manometer. Door de druk kan zuurstof vrijkomen bij het openen van de zuurstofcilinder. Hoe hoger de druk in de cilinder, hoe meer zuurstof er zal vrijkomen. Om te bereken hoeveel zuurstof er nog in de cilinder aanwezig is gebruik je volgende formule: Inhoud van de cilinder x druk op de manometer = aantal beschikbare liter zuurstof Om te berekenen hoelang een patiënt nog verder kan met de zuurstof gebruik je volgende formule: Inhoud van de cilinder x druk op de manometer = resterende tijd (min) = resterende tijd (uur) Aantal liter per minuut Een patiënt krijgt 2 liter zuurstof per minuut uit een 10 liter cilinder met een druk van 110 bar. Om te bereken hoeveel zuurstof er nog in de cilinder aanwezig is gebruik je volgende formule: Inhoud van de cilinder x druk op de manometer = aantal beschikbare liter zuurstof: 10 liter x 110 bar = 1100 liter zuurstof Om te berekenen hoelang de patiënt nog verder kan met de zuurstof gebruik je volgende formule: Inhoud van de cilinder x druk op de manometer = resterende tijd (in min) = resterende tijd (in uren) Aantal liter per minuut 10 liter x 110 bar = 1100 liter = 550 min = 9 uur en 10 min 2 2

5 3. Body Mask Index (BMI) De BMI of Body Mass Index formule wordt wereldwijd gebruikt als maatstaf voor een gezond gewicht. Dit getal is leeftijd en sekse onafhankelijk. Een BMI van rond de 22 wordt wetenschappelijk gezien als "ideaal". Gewicht (kg) / lengte (m) ² Een patiënt wordt opgenomen met dehydratatie. Hij weegt momenteel 56 kg en meet 1.70m. Bereken zijn BMI. Toe te passen formule: Gewicht (kg) / lengte (m)² = 56 kg / 1,70m² = 56 kg / 2,89 = 19,3 De patiënt zijn BMI bedraagt 19,3.

6 4. Infuussnelheid (ml/u) Om medicatie of vocht zeer nauwkeurig toe te dienen, maak je gebruik van een infuuspomp. De doorloopsnelheid van de vloeistof kan hier worden geregeld door het aantal milliliter dat je per uur zal geven in te stellen. In 24 uur wordt 2000 ml Nacl 0,9 % toegediend. Hoe groot is de doorloopsnelheid (ml/u)? 2000ml /24 uur = 83,3 ml/ u De doorloopsnelheid bedraagt 83,3 ml/u.

7 5. Infuussnelheid (dr/min) Om medicatie of vocht zeer nauwkeurig toe te dienen, maak je gebruik van een infuuspomp. De doorloopsnelheid van de vloeistof kan hier worden geregeld door het aantal druppels dat je per minuut zal geven in te stellen. Wanneer je medicatie toedient via infuuspompen gelden volgende regels: 1 ml = 20 druppels = algemene infuuspomp 1ml = 60 druppels = pediatrische infuuspomp (met buret) 1ml = 16 druppels = bij de toediening van bloedcomponenten In te brengen is 1000 ml Glucose 5 % in 24 uur. Wat is de in te stellen druppelsnelheid per minuut? 1 ml = 20 druppels 1000 ml x 20 druppels = druppels/ 24 uur druppels/ 24 uur = 833,33 dr/ uur 833,3 dr/ uur/ 60 min = 13,8 dr/min = 14 dr/min De in te stellen druppelsnelheid bedraagt 14 dr/min.

8 6. Vochtbalans berekenen Een vochtbalans berekent het verschil in vocht dat de patiënt in- en uitneemt per 24u. Wanneer de patiënt meer vocht gaat innemen dan uitscheiden is de balans positief (+). Indien de patiënt meer vocht gaan uitscheiden als innemen is de balans negatief (-). Indien de patiënt evenveel vocht zal innemen als uitscheiden dan is de balans in evenwicht (0). Een patiënt ligt op intensieve zorgen na een zwaar verkeersongeval. Hij krijgt continue TPN aan 30 ml/u. Verder heeft hij een blaassonde. De zak werd om 14 uur reeds leeggemaakt en bevatte 750 ml. Nu is er nog 325 ml in de zak aanwezig. De patiënt krijgt 4 x per dag 750 mg antibiotica dat telkens wordt opgelost in 10 cc aqua voor injecties. Zijn redon gaf vandaag nog 45 ml wondvocht af. Tenslotte heeft hij een continue infuus Nacl 0,9 % aan 15 ml/u. Bereken zijn vochtbalans. In: (30ml x 24u) 720ml + (4 x 10ml) 40ml + (15ml x 24u) 360ml = 1120ml Uit: 750ml + 325ml + 45ml = 1120ml = 0 De vochtbalans is in evenwicht.

9 7. Percentages Percentages kan je gebruiken om aan te geven hoe groot een deel is van een geheel. Een geheel is altijd 100 procent. Volgende formule wordt gebruikt bij het omrekenen van percentages: 1% = 1g / 100ml In voorraad heb je een ampul Kaliumchloride 7,45 %. De ampul bevat 10 ml. Hoeveel mg pure Kaliumchloride bevat de ampul? 1% = 1g / 100ml 7,45% = 7,45g / 100ml 7,45 g / 100ml = 7450mg / 100ml 7450mg / 100ml = 745mg / 10ml De ampul bevat 745 mg pure Kaliumchloride.

10 8. Verdunningen Bij het berekenen van een verdunning moet er in verschillende stappen worden gewerkt: 1. Je berekent hoeveel mg of ml van een stof in de gewenste concentratie je nodig hebt; 2. Bereken hoeveel ml dit is van de beschikbare oplossing; 3. Vul deze hoeveelheid aan tot de gevraagde hoeveelheid. Je hebt in voorraad 200 ml Chloorhexidine-oplossing van 20 %. Je moet 2 liter maken van 0,5 %. Hoeveel ml oplossing heb je nodig? 1. Je berekent hoeveel mg of ml van een stof in de gewenste concentratie je nodig hebt; Te maken: 0,5% van 2000 ml = 10 ml 2. Bereken hoeveel ml dit is van de beschikbare oplossing; In voorraad: 20% van 200 ml = 40ml, 10 ml/40 ml = 0,4 3. Vul deze hoeveelheid aan tot de gevraagde hoeveelheid. 0,4 x 200ml = 50 ml