Projectteam GIM onder leiding van Lex Hoogduin
|
|
- Stefan de Kooker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Projectteam GIM onder leiding van Lex Hoogduin De Groene Investerings- Maatschappij
2 Projectteam GIM onder leiding van Lex Hoogduin De Groene Investerings- Maatschappij
3 In het kort Werkgevers en financiële instellingen willen een versnelling in de verduurzaming van de Nederlandse economie bewerkstelligen. Dat zorgt voor werkgelegenheid en maakt de Nederlandse economie minder kwetsbaar voor hoge en volatiele energieprijzen en minder afhankelijk van politiek instabiele regio s. Gezamenlijk is een onderzoek uitgevoerd naar hoe een dergelijke versnelling tot stand kan worden gebracht. De conclusie is dat alleen een hechte publiek-private samenwerking een dergelijke versnelling tot stand kan brengen. Er zijn vele marktbeperkingen die investeringen in duurzaamheid momenteel bemoeilijken. Sommige van die beperkingen liggen bij banken en institutionele beleggers, andere liggen bij de overheid. Deze marktbeperkingen zijn zeer talrijk en zeer divers van aard en, afhankelijk van de technologie en waar je deze toepast, ligt de verantwoordelijkheid ervan bij verschillende instellingen en verschillende departementen. Ook dreigt, door de grote hoeveelheid aan kapitaal die nodig is om te verduurzamen, op langere termijn een tekort aan betaalbaar langjarig krediet. Om deze beperkingen één voor één te kunnen slechten is regie, coördinatie en doorzettingskracht nodig. Daarom pleiten werkgevers en financiële instellingen voor het gezamenlijk oprichten van de Groene Investering- Maatschappij waarin de overheid en de private sector participeren. Deze publiekprivate samenwerking kan de marktbeperkingen opheffen en ervoor zorgen dat er voldoende betaalbaar langjarig kapitaal beschikbaar is om de noodzakelijke investeringen in duurzaamheid te realiseren. Concreet betekent dit voor partijen dat zij: Banken Richten onder de GIM een gezamenlijk investeringsfonds op voor risicodeling in de sectoren Geothermie- en Kleinschalig wind op land. Ontwikkelen standaardaanpak voor krediet beoordeling en uitvoering van kleinschalige projecten om de hoge overhead kosten te drukken Betalen 35% van de proceskosten van de GIM. Institutionele Beleggers Adviseren de banken vooraf over de voorwaarden waaronder zij bereid zijn om te investeren in kredietverlening aan duurzame projecten. Passen bij de eerstvolgende mandaatherziening de mandaten zodanig aan dat het voor hen mogelijk wordt om te investeren in kredietverlening aan duurzame projecten zodra de constructierisico s voorbij zijn. Betalen 15% van de proceskosten van de GIM. Overheid Past subsidieregelingen zodanig aan dat de financierbaarheid van het project als overweging voor toekenning wordt meegenomen. Stelt permanent interdepartementaal beleidsteam op om in samenwerking met de GIM beperkingen in wet- en regelgeving weg te nemen. Betaalt 50% van de proceskosten van de GIM.
4 Inhoud Management samenvatting 2 1 Inleiding Voorgeschiedenis van dit onderzoek Totstandkoming van het investeringsvoorstel en vervolgstappen Leeswijzer 7 2 Noodzaak voor een duurzamer gebruik van grondstoffen 8 3 Nederlands duurzaamheidbeleid 10 4 Beperkende factoren voor financiering van duurzame energie in Nederland 16 5 Oplossingen voor beperkende factoren I. Groene InvesteringsMaatschappij (GIM) Koppeling tussen GIM en GIB II. Groene InvesteringsBank (GIB) Overheidsparticipatie in de GIM en GIB Overheidsparticipatie in de GIM (model I) Overheidsparticipatie in de GIB (model II) 42 6 Conclusie en vervolgstappen 44 7 Bijlagen Literatuurlijst Lijst van interviews 50 8 Appendix: Voorbeeld Project Nationaal Energie Besparingsfonds 52
5 Management samenvatting De vraag naar natuurlijke grondstoffen zal de komende decennia (sterk) toenemen. Dit wordt met name veroorzaakt door de economische ontwikkeling van vooral opkomende economieën, de bevolkingsgroei en een verdergaande verstedelijking. Het aanbod van natuurlijke grondstoffen kan deze groeiende vraag niet bijhouden. Dit leidt tot een aantal negatieve gevolgen: De toenemende vraag naar elektriciteit zal waarschijnlijk de uitstoot van broeikasgassen, vooral CO 2, laten stijgen. De grotere onzekerheid over de beschikbaarheid van energie zal een vertragend effect hebben op de economische groei. Het is waarschijnlijk dat de toekomstige economische groei hinder zal ondervinden van de afhankelijkheid van volatiele en hoge prijzen van fossiele energie. Het verduurzamen van de Nederlandse energievoorziening biedt een aantal voordelen: Het beperken van de uitstoot van afvalstoffen als gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen heeft een gunstige invloed op de klimaatverandering en leidt tot een verbetering van het leefmilieu en van de gezondheid. Een duurzame energievoorziening leidt tot een structuurversterking van de Nederlandse economie. Voordelen zijn: minder afhankelijkheid van import, minder invloed van volatiele en hoge prijzen van grondstoffen en daarmee een robuuster economisch bestel, opbouw van lokale kennis en daarmee wellicht de internationale concurrentiepositie en de creatie van groene banen. Om te komen tot een verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening zijn er drie maatregelen mogelijk: (i) het besparen van grondstoffen door een effectiever en efficiënter verbruik; (ii) het gebruik van hernieuwbare grondstoffen; (iii) het hergebruiken (recyclen) van grondstoffen. Gezien het grote aandeel van energie in de uitstoot van CO 2, richt dit document zich op energiebesparing (i) en gebruik van hernieuwbare grondstoffen als wind, zon en water (ii). Nederland neemt op het gebied van recycling (iii) al een toonaangevende positie in: 84% van de afvalstoffen wordt hergebruikt voor energieopwekking of recycling. Verdere optimalisatie lijkt beperkt haalbaar. Op korte termijn leidt verduurzaming mogelijk tot een stijging van de totale kosten van de energievoorziening. De exacte hoogte en duur van deze eventuele stijging is sterk afhankelijk van de aannames en ontwikkelingen van de technologie en fossiele energieprijzen. Hier zijn zowel op Europees 1 als op nationaal niveau 2 verschillende studies met verschillende uitkomsten naar gedaan. Nederland heeft een aantal kortetermijndoelen (2020) gesteld voor de eigen duurzame energievoorziening 3. Daarnaast streeft Nederland naar het stellen van een heldere doelstelling voor CO 2 -reductie in Europees verband op de middellange termijn ( ) European Climate Foundation, Roadmap 2050, a practical guide to a low-carbon Europe, 2010 PBL/ECN, Naar een schone economie in 2050: routes verkend, 2011 Op provincie- en gemeenteniveau, worden ook ambitieuze doelen gesteld op gebied van duurzaamheid (bijvoorbeeld provincie Overijssel of gemeente Rotterdam) De EU-ambitie is om de uitstoot van broeikasgassen met 80% te reduceren tussen 1990 en In reactie op de EU Routekaart, heeft het kabinet laten onderzoeken hoe in Nederland een klimaatneutrale samenleving kan worden gerealiseerd. De resultaten worden besproken in de Klimaatbrief 2050, waarin de overheid stelt bij de EU in te zetten op een voorwaardelijke Europese doelstelling van 40% CO 2 reductie in 2030 t.o.v
6 Om de eerdergenoemde voordelen van verduurzaming van de energievoorziening te benutten en de kortetermijndoelen te bereiken, zijn hoge investeringen nodig. De Algemene Energieraad heeft in april 2011 de meest recente raming van de benodigde investeringen gerapporteerd. Deze raming is specifiek gericht op de verwachte benodigde duurzame elektriciteitsproductie om de Nederlandse doelstelling van 14% duurzame energieproductie voor 2020 te behalen. De benodigde investeringen in duurzame elektriciteit zullen volgens deze raming ten minste 40 miljard bedragen. 5 Om de kortetermijndoelen te bereiken heeft de Nederlandse overheid gericht beleid opgesteld bestaande uit financiële instrumenten en niet-financiële instrumenten. Ondanks dit overheidsbeleid wordt, op basis van de laatste prognoses, minimaal één van de kabinetsdoelen 14% hernieuwbare energieproductie in 2020 niet gehaald. Als gevolg hiervan zullen de genoemde voordelen van duurzame energievoorziening minder snel tot stand komen. Dit is aanleiding geweest om vast te stellen of en zo ja welke beperkende factoren maximale totstandkoming van duurzame projecten belemmeren. Als beperkende factoren worden onderkend: (i) tijdelijke markt imperfecties, (ii) structurele marktimperfecties, (iii) technologische onzekerheden, (iv) onvoldoende faciliterend overheidsbeleid en (v) een tekort aan financieringsruimte. Op basis van deze inventarisatie hebben sponsoren van dit onderzoek aangegeven bij het oplossen van een aantal beperkende factoren een actieve rol te willen spelen. In het onderzoek zijn vervolgens twee hoofdmodellen ontwikkeld om de geïdentificeerde beperkende factoren op te kunnen lossen: I. GIM: Groene InvesteringsMaatschappij. GIM biedt een samenwerking op gebied van duurzame energie tussen overheid en financiële sector. De focus van de GIM ligt op het gezamenlijk doordenken, organiseren en structureren van duurzame projecten die nu niet van de grond komen. Na het uitwerken van het concept, kunnen private partijen een gedeelte van deze projecten zonder verdere betrokkenheid van de GIM oppakken. Waar noodzakelijk zal de GIM een aantal (eerste) projecten (co)financieren met als doel het versnellen en faciliteren van de financieringsmarkt voor specifieke projecttypen. Deze activiteiten zijn toepasbaar voor projecten met bewezen technologie, die vanwege tijdelijke marktimperfectie(s) op dit moment niet van de grond komen. Na het oplossen van deze tijdelijke marktimperfectie(s) zijn deze projecten in staat een marktconform rendement te leveren. Een (perceptie van) onvoldoende faciliterend en/of instabiel overheidsbeleid op het gebied van duurzame energie is vaak een additionele beperkende factor die bij deze projecten een rol speelt. De GIM zal in deze opzet een rol spelen in het tot stand brengen van een stabieler en meer faciliterend overheidsbeleid door de samenwerking met centrale en decentrale overheden. Het vergroten van de beschikbare financieringsruimte vanuit bestaande bronnen behoort ook tot de activiteiten van GIM. De GIM faciliteert institutionele beleggers en/of decentrale overheden om te investeren in duurzame energie. De GIM zal hiervoor een (aantal) beleggingsfonds(en) 5 In de raming wordt de optie van import van hernieuwbare energie(certifi caten) niet meegenomen. De import van duurzame energie(certifi caten) uit het buitenland draagt niet bij aan de economische structuurversterking van Nederland, zoals in dit rapport wordt besproken. Een sterke verhoging van bij- en meestook van biomassa in kolencentrales zou het benodigde investeringsbedrag verlagen naar ten minste 35 miljard. 3
7 van voldoende omvang opzetten, die investeren in gebundelde en gestandaardiseerde projecten met marktconform rendement. De liquiditeit van de beleggingen in de genoemde fondsen kan worden vergroot door het inzetten van een marketmaker. II. GIB: Groene InvesteringsBank. Op dit moment is er op basis van de interviews met private partijen nog geen sprake van een tekort aan financieringsruimte. In het geval een tekort aan financieringsruimte zich voordoet, biedt de GIB additionele financieringsruimte voor investeringen in duurzame energie. Deze additionele financieringsruimte is bijvoorbeeld nodig als de Nederlandse overheid besluit tot een meer ambitieuze langetermijnvisie en het daarbij behorend beleid. De GIB voegt grootschalige additionele financieringsruimte vanuit de overheid (en bij voorkeur ook vanuit de markt) toe aan de Nederlandse duurzaamheidmarkt, om hiermee de transitie naar een duurzame economie substantieel te versnellen. De overheid zal met het inzetten van publieke middelen nog meer dan vandaag de dag het geval is technologieën of projecten met positief maar lager dan marktconform rendement, kunnen stimuleren en ondersteunen. Deze publieke middelen kunnen ondersteund worden door private financiering van banken en institutionele beleggers. Participatie in (één van) beide modellen biedt een aantal voordelen, zowel voor de publieke als private deelnemers. Voordeel voor de overheid is dat de specifieke knelpunten zoals die zich bij duurzame technologieën voordoen, efficiënt en effectief verholpen kunnen worden in samenwerking met marktpartijen. Dit leidt tot een toename van de productie van duurzame energie. De gevolgen hiervan zijn de eerdergenoemde verbetering van het leefmilieu en de gezondheid, structuurversterking van de Nederlandse economie (o.a. minder afhankelijkheid van import en de creatie van groene banen) en het dichterbij brengen van het realiseren van de klimaatdoelstellingen voor Naast het wegnemen van de belemmeringen, met de daaruit voortvloeiende langetermijnvoordelen, kan de overheid met participatie in de GIB een langetermijngroeiperspectief voor de economie bieden. Dit ligt vooral in de structuurversterking van de Nederlandse economie en creatie van groene banen. Voor decentrale overheden zijn het stimuleren van werkgelegenheid en lokale duurzame energieproductie de grootste voordelen van participatie in de GIM/GIB. 4 Het voordeel voor de private partijen is dat door de beperkingen op te lossen, de markt voor duurzame financieringen wordt vergroot. De banken zullen hierdoor in staat zijn om (op termijn) meer te groeien in dit segment om daarmee bij te dragen aan de verduurzaming van de energievoorziening. Nadat de marktbelemmeringen zijn opgelost (o.a. verlagen van risico s en transactiekosten) en duurzame projecten zich binnen de GIM hebben bewezen, zijn de projecten op een reguliere manier te financieren. De groei bestaat zowel uit het vergroten van deelmarkten (bijvoorbeeld kleinschalig wind op land) als uit het faciliteren van nieuwe markten (bijvoorbeeld geothermie en het doorplaatsen van duurzame leningen). Voor institutionele beleggers wordt een nieuwe markt gecreëerd waarin zij kunnen beleggen. De projecten in deze markt zijn aantrekkelijk vanwege de lange looptijden: zij zijn uitermate geschikt vanuit een maturity matching perspectief. Voor de financiële sector biedt participatie daarnaast de kans om krachtig de langetermijndienstbaarheid van de sector aan de reële economie te tonen. Het tonen van de bereidheid tot veranderen na de financiële
8 crisis is krachtiger als de steun voor dit initiatief breed wordt gedragen. In dit rapport wordt nader onderbouwd waarom overheidsinterventie in de geïdentificeerde belemmeringen gerechtvaardigd is en op welke wijze dat dient te geschieden. De gepresenteerde modellen (GIM/GIB) zijn hierbij een efficiënt en effectief middel om de geïdentificeerde belemmeringen op te lossen. In de komende maanden wordt een proces gevolgd met als doel om tot een formeel besluit te komen over de eventuele oprichting van de GIM. Een besluit over de GIB is nu nog niet aan de orde. De GIB is mogelijkerwijs noodzakelijk vanaf
9 1 Inleiding 1.1 Voorgeschiedenis van dit onderzoek In het najaar van 2010 is HFC gestart met een verkenning naar de wenselijkheid om een Groene InvesteringsMaatschappij (GIM) op te richten. Deze verkenning is in januari 2011 aan het bestuur van HFC gerapporteerd 6. Op basis van dit rapport heeft het bestuur van HFC besloten een nader onderzoek te verrichten naar de wenselijkheid van het oprichten van een GIM en naar de haalbaarheid van de bijbehorende business case 7. Op basis van dit haalbaarheidsonderzoek, uitgevoerd in juli en augustus 2011, heeft een brede groep van sponsoren besloten tot het laten opstellen van een investeringsvoorstel. 1.2 Totstandkoming van het investeringsvoorstel en vervolgstappen De doelstelling van dit investeringsvoorstel is de optimale vorm, inrichting en specificaties vast te stellen voor een GIM dan wel een GIB en daarmee de besluitvorming over het eventuele oprichtingsproces te ondersteunen. De belangen van de verschillende partijen (zowel marktpartijen als de overheid als andere stakeholders) worden hierbij geadresseerd. In november 2011 is in opdracht van HFC een team bestaande uit medewerkers van HFC, BCG en KPMG, gestart met het uitwerken van dit investeringsvoorstel. Dit investeringsvoorstel kan als een stand-alone stuk worden gelezen, waarin de belangrijkste resultaten van vorige projectfasen meegenomen worden. Dit investeringsvoorstel wordt in aangepast vorm voor bredere communicatie en verspreiding gebruikt. Waar specifieke terminologie en/of categorisering van vorige fasen en of tussenrapportages afwijkt, is dit het gevolg van voortschrijdend inzicht. Voortbouwend op eerdere onderzoeken is een analyse gemaakt van de beperkende factoren die spelen bij de realisatie en/of financiering van projecten in duurzame energie zowel bij energieopwekking als bij energiebesparing (energie-efficiëntie). Deze beperkingen zijn gecategoriseerd en vervolgens getoetst met marktpartijen die actief zijn in de financiering van dit type projecten. Dit zijn voornamelijk lease, projecten ondernemingsfinancieringsafdelingen van banken ( marktafdelingen ). Voor de geïdentificeerde beperkingen is bepaald in hoeverre zij zich op dit moment in de markt voordoen. Daarnaast is geïnventariseerd op welke wijze de sponsoren van dit onderzoek zowel private partijen als de overheid zouden willen en kunnen bijdragen aan het opheffen van deze beperkingen. Op basis van uitgebreid onderzoek in openbare bronnen en bestaande rapporten en overleg met relevante deelnemers van HFC is een focus aangebracht in de duurzame technologieën waarin de GIM een rol zou kunnen spelen. Er is een verdiepende analyse gedaan met experts om te komen tot korte- en middellange termijnoplossingen voor de beperkende factoren die zich in deze focustechnologieën Amsterdam, januari 2011, Verkenning Groene InvesteringsMaatschappij, Accelerating the transition towards a sustainable future, The Boston Consulting Group in opdracht van Holland Financial Centre Holland Financial Centre, GIM: Haalbaarheidsonderzoek naar een Groene InvesteringsMaatschappij, september 2011
10 voordoen. De modellen, rollen en geformuleerde oplossingsrichtingen zijn besproken met de verschillende marktafdelingen en de contactpersonen van de GIM/GIB sponsoren. In de komende maanden wordt een proces gevolgd met als doel om tot een formele beslissing te komen over de eventuele oprichting van de GIM. In dit proces, dat naar verwachting tot medio juni/juli zal duren 8, zullen de volgende stappen worden genomen: validatie van dit rapport met sponsoren, via de HFC contactpersonen voor GIM/GIB; communicatie aan beslissers van private sponsoren en de overheid; openbaarmaking van dit rapport; formele besluitvorming gefaciliteerd door HFC met alle betrokkenen. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 en 3 zijn algemeen van karakter en kunnen door lezers van eerdere rapporten worden overgeslagen. In hoofdstuk 2 wordt uiteengezet wat de noodzaak is voor een duurzamer gebruik van grondstoffen. In hoofdstuk 3 wordt het Neder landse duurzaamheidbeleid uiteengezet: wat zijn de doelen, wat zijn de voordelen van duurzaamheid en welke kosten brengt dit met zich mee? Tevens wordt ingegaan op hoe de Nederlandse regering het beleid voor het behalen van de klimaatdoelstellingen 2020 heeft ingericht. In hoofdstuk 4 worden de beperkende factoren voor de realisatie van duurzame energie in Nederland benoemd en gecategoriseerd. Ook wordt aangegeven waar de sponsoren een rol voor zichzelf zien om deze beperkende factoren op te lossen. Dit hoofdstuk is bedoeld om het probleem te schetsen en leidt naar hoofdstuk 5 waarin de oplossingsrichtingen uiteen worden gezet. De twee modellen (GIM en GIB) worden besproken, alsook de verschillende rollen die de GIM en GIB zal vervullen. Tevens wordt ingegaan op wat van participerende partijen wordt verwacht en welke voordelen hier tegenover staan. Ook worden focussectoren besproken waarbij de GIM/GIB de meeste toegevoegde waarde heeft. De indicatieve financiële cijfers geven aan hoe het financiële plaatje er mogelijk uitziet en daarnaast wordt ook het voorgestelde governance model besproken. Vanuit de overheid gelden additionele eisen en overwegingen voor marktinterventie. Hier wordt per model en technologie op ingegaan. Hoofdstuk 6 concludeert en zet de vervolgstappen op een rij. In de appendix is de GIM uitgewerkt op basis van een voorbeeldproject om energiebesparing in gebouwen te stimuleren. 8 Het precieze moment van de formele beslissing is afhankelijk van het verloop van het debat 7
11 2 Noodzaak voor een duurzamer gebruik van grondstoffen Door de voortgaande economische ontwikkeling van vooral opkomende economieën en bevolkingsgroei neemt de vraag naar natuurlijke grondstoffen de komende decennia (sterk) toe. Dit effect wordt verder versterkt door een verdergaande verstedelijking. In de periode van 2010 tot 2020 groeit de wereldbevolking jaarlijks met 1,1% terwijl het bruto nationaal product (BNP) met 4,4% toeneemt 9. Het aanbod van natuurlijke grondstoffen kan deze vraag niet bijhouden. De ecologische voetafdruk van de mens is sinds begin jaren 80 al groter dan de capaciteit van de aarde om deze aan te vullen 10. Vooral de emissie van CO 2 is sinds de industriële revolutie zeer sterk toegenomen. De groeiende vraag naar grondstoffen leidt tot hogere prijzen. In combinatie met het achterblijvende aanbod leidt de onzekerheid over de prijsontwikkeling tot een toename van de prijsvolatiliteit. Er treden steeds vaker prijsschokken op bij grondstoffen 11, zoals ook in de media duidelijk gecommuniceerd wordt: Oil and gas supplies will struggle to keep up with world demand growth, making energy prices more volatile in the long term. Peter Voser, CEO Shell 12 Agricultural-commodity price swings will persist in coming years because of a mismatch between supply and demand. Director of UN Food and Agricultural Organization (FAO) 13 De consumptie van grondstoffen neemt in de toekomst sterk toe. Binnen het energiegebruik neemt het gebruik van vooral de fossiele bronnen steen/bruinkool, gas en ruwe olie toe. Veel landen zijn voor hun energiebehoefte afhankelijk van de import van deze fossiele bronnen. Op dit moment importeert de EU meer dan de helft van haar olie en gas uit politiek minder stabiele landen 14. Nederland importeerde in % van haar energiebehoefte, vooral in de vorm van aardolie (80%) en steenkool (20%). Na 2025 is de Nederlandse productie van gas zodanig gedaald dat er ook aardgas geïmporteerd moet worden, waarmee de afhankelijkheid van andere landen verder zal toenemen. De toename van het gebruik van grondstoffen heeft een tweetal negatieve gevolgen: De uitstoot van broeikasgassen, vooral CO 2, zal waarschijnlijk stijgen. Dit wordt vooral veroorzaakt door de toenemende vraag naar elektriciteit: 2,4% toename per jaar in de periode De grotere onzekerheid over de beschikbaarheid van energie kan een vertragend effect hebben op de economische groei. Het is waarschijnlijk dat de toekomstige economische groei hinder zal ondervinden van de afhankelijkheid van de volatiele prijzen van fossiele energie: zo blijkt uit onderzoek dat een olieprijsverhoging van 10% leidt tot een verlies van 0.5% aan BNP The Conference Board, UN World Population Prospects 10 WNF Living Planet Report Zie ook bijvoorbeeld Rockström et al. (2009): zij stellen dat inmiddels drie van de negen planeetgrenzen (planet boundries) zijn overschreden. 11 De maandelijkse prijsvolatiliteit van tarwe gemeten over een 10 jaarsperiode is bijvoorbeeld toegenomen van 2.8% in , tot 4.2% in en 5.3% in Bron: IMF, BCG analyse 12 Financial Times, september Bloomberg News, mei Eurostat 15 Stern review International Energy Agency (IEA) verwijst in Deploying Renewables 2011 naar een studie van Awerbuch en Sauter (2006) die dit effect aantonen.
12 Om de genoemde negatieve gevolgen te mitigeren zijn drie maatregelen mogelijk: Het besparen van grondstoffen door een effectiever en efficiënter verbruik bijvoorbeeld energiebesparing door isolatie van gebouwen. Het gebruik van hernieuwbare grondstoffen bijvoorbeeld gebruik maken van energie uit wind, zon en biomassa. Het hergebruiken (recyclen) van grondstoffen bijvoorbeeld glas, papier en plastic. Gezien het grote aandeel van energie in de uitstoot van CO 2 17, richt dit document zich op energiebesparing en duurzame energieopwekking en niet op recycling. Nederland neemt op het gebied van recycling al een toonaangevende positie in: 84% van de afvalstoffen wordt hergebruikt voor energieopwekking of recycling 18. Verdere optimalisatie lijkt beperkt haalbaar. 17 Rijksoverheid, Emissieregistratie: en PBL/ECN, Naar een schone economie in 2050: routes verkend, Rijksoverheid, Nederlands afval in cijfers, februari
13 3 Nederlands duurzaamheidbeleid Het vorige hoofdstuk benoemt de noodzaak voor het duurzamer gebruik van grondstoffen. Dit hoofdstuk gaat in op de voordelen van verduurzaming, de ambities/doelen van Nederland en de benodigde investeringen voor verduurzaming. Ten slotte volgt een beschrijving van het huidige Nederlandse beleid om de duurzaamheiddoelen van 2020 te bereiken. Voordelen van verduurzaming Verschillende studies hebben de voordelen van het verduurzamen van de (Nederlandse) energievoorziening in kaart gebracht. Ze kunnen worden samengevat in twee hoofdpunten: 1. Beperking van de afvalstoffen gerelateerd aan de verbranding van fossiele brandstoffen heeft een mitigerende invloed op de klimaatverandering. Daarnaast leidt beperking van deze uitstoot tot een verbetering van het leefmilieu en van de gezondheid Een duurzame energievoorziening leidt tot structuurversterking van de Nederlandse economie: Minder afhankelijkheid van (politiek instabiele) landen door minder import van fossiele brandstoffen 20. Verminderde afhankelijkheid van grondstoffen die prijsvolatiel zijn en daarmee bijdragen aan een robuuster economisch bestel 21. Vroegtijdig voorbereid zijn op een duurzame energievoorziening leidt tot een uitbreiding van lokale kennis in deze sector. Deze kennis is (op de lange termijn) noodzakelijk voor de implementatie van een duurzame energievoorziening. Door deze kennis lokaal verder te ontwikkelen wordt de afhankelijk - heid van het buitenland minder. Tevens kan een kennisvoorsprong leiden tot een versterking van de Nederlandse concurrentiepositie van bepaalde sectoren (bijvoorbeeld wind op zee) 22. Creatie van groene banen in duurzame energievoorziening zorgt voor flexibiliteit van de Nederlandse arbeidsmarkt/economie en ondersteunt de energietransitie 23. Mogelijk stijgen door verduurzaming de totale kosten van de energievoorziening. De exacte hoogte van deze eventuele stijging is sterk afhankelijk van de aannames en ontwikkelingen op technisch gebied en de ontwikkeling van de fossiele energieprijzen. Hier zijn zowel op Europees als op nationaal niveau verschillende studies met verschillende uitkomsten naar gedaan. Voor Europa zijn verschillende scenario s uitgewerkt in het rapport EU Roadmap Het hierin gehanteerde duurzame scenario leidt tot 20-30% ( 350 miljard) lagere jaarlijkse kosten voor de totale energievoorziening ten opzichte van het referentiescenario in Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door energie efficiëntie IEA, Deploying Renewables 2011, 2011; PBL/ECN, Naar een schone economie in 2050: routes verkend, Europe Climate Foundation, Roadmap 2050, a practical guide to a low-carbon Europe, 2010; IEA, Deploying Renewables 2011, PBL/ECN, Naar een schone economie in 2050: routes verkend, 2011; IEA, Deploying Renewables 2011, PBL/ECN, Naar een schone economie in 2050: routes verkend, 2011; Centraal Planbureau, Groene groei voorlopig utopisch, groenere groei wel haalbaar, 2011; IEA, Deploying Renewables 2011, UNEP, Green jobs: Towards decent work in a sustainable, low-carbon world, 2008; UNEP, Towards a green economy, 2011; PBL/ECN, Naar een schone economie in 2050: routes verkend, 2011; IEA, Deploying Renewables 2011, European Climate Foundation, Roadmap 2050, a practical guide to a low-carbon Europe, In het referentiescenario wordt aangenomen dat huidig overheidsbeleid wordt uitgevoerd, maar dat geen nieuw beleid wordt ontwikkeld. Er wordt rekening gehouden met een stijgend Bruto Nationaal Product en stijgende vraag naar energie.
14 besparingen, een verminderde afhankelijkheid van olie en gas en een vermijding van kosten als gevolg van broeikasgassen. De elektriciteitskosten per kwh nemen echter toe met 10-15% door hogere opwekkingskosten 26. In een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en ECN zal Nederland, om de voorwaardelijke ambitie in 2050 te bereiken, 0-20 miljard additionele jaarlijkse kosten hebben ten opzichte van een energiesysteem gebaseerd op het referentiescenario 27. In het berekenen van deze kosten zijn de eerdergenoemde kwalitatieve voordelen van verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening echter niet gekwantificeerd. Lange- en kortetermijndoelen en ambities Om deze voordelen van verduurzaming te benutten hebben verschillende individuele landen langetermijndoelen voor hun eigen duurzame energievoorziening gesteld. Zo hebben de Verenigde Staten als doel om 80% van de verbruikte elektriciteit uit hernieuwbare bronnen op te wekken in Duitsland sluit zich aan bij de EU-ambitie 29 om de uitstoot van broeikasgassen met 80% te reduceren tussen 1990 en In reactie op de EU Roadmap 2050, heeft het kabinet laten onderzoeken hoe in Nederland een klimaatneutrale samenleving kan worden gerealiseerd 31. De resultaten worden besproken in de Klimaatbrief 2050, waarin de overheid stelt bij de EU in te zetten op een voorwaardelijke Europese doelstelling van 40% CO 2 reductie in 2030 t.o.v Om deze ambities te bereiken moet een grote stap gezet worden: naast het inzetten op energie-efficiëntie, zal een groot deel van de reductie in broeikasgassen bereikt moeten worden door een toename van duurzame energieproductie 32. Met inachtneming van de voorwaardelijke langetermijnambities en de besproken voordelen van verduurzaming, heeft Nederland heldere doelen gesteld voor de kortere termijn, te weten: 16% reductie van emissie van niet-ets 33 broeikasgassen tussen 2005 en , 14% van het totale energieverbruik is hernieuwbaar in Deze kortetermijndoelen zijn vertaald naar specifiekere ambities per technologie in het Nationaal actieplan voor energie uit hernieuwbare bronnen 36, dat Nederland indiende bij de EU in Hierin zijn heldere doelen en trajecten per sector (elektriciteit, warmte en mobiliteit) opgesteld, alsmede de technologiemix die, in de aanloop naar 2020, in Nederland verwacht wordt. Door gewijzigd subsidiebeleid (SDE+) in 26 In deze vergelijking van opwekkingskosten met het referentiescenario is geen carbon pricing opgenomen voor opwekking met fossiele brandstoffen. 27 PBL/ECN, Naar een schone economie in 2050: routes verkend, In referentiescenario worden prijzen voor CO 2 -emissie meegenomen. 28 State of the Union 2011, European Commision, Energy Roadmap 2050, German Federal Ministry for the Environment, Energy Concept for an Environmentally Sound, Reliable and Affordable Energy Supply, September Klimaatbrief 2050, Kamerstuk , I&M 32 PBL/ECN, Naar een schone economie in 2050: routes verkend, Niet-ETS uitstoot valt niet onder het Emission Trading System van de EU en moet dus met aanvullende maatregelen en beleid gereduceerd worden. 34 Ministerie van I&M, Staatssecretaris Atsma, Kamerbrief Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020, juni Ministerie van EL&I, Energierapport 2011, Rijksoverheid, Nationaal actieplan voor energie uit hernieuwbare bronnen,
15 2011 is de sturing van de overheid op specifieke technologieën overgelaten aan marktwerking. Dit heeft als gevolg dat het voor de markt onduidelijk is of de visie tot 2020, uitgezet in het Nationaal actieplan 2010, nog gevolgd zal worden. Een vernieuwing van het Nationaal actieplan dient plaats te vinden wanneer Nederland niet voldoet aan de tussendoelen voor het aandeel hernieuwbare energieproductie in twee opeenvolgende jaren. Die tussendoelen voor alle jaren tussen staan gepubliceerd in de EU richtlijn 37. Ook op provinciaal en gemeentelijk niveau worden ambitieuze doelen gesteld op gebied van duurzaamheid. De provincie Overijssel heeft bijvoorbeeld het programma Nieuwe Energie opgesteld met als doel 20% nieuwe energie in 2020 beschikbaar te hebben voor gebruik in Overijssel. Het gaat hierbij om projecten op het gebied van energiebesparing bij bedrijven, bedrijventerreinen, instellingen, woningen van woningcorporaties en van particulieren of de productie van nieuwe energie 38 zoals de opwekking van nieuwe energie uit biomassa, wind, zon en aardwarmte. Een ander voorbeeld van doelstellingen op lokaal niveau is het Rotterdam Climate Initiative, dat als doel heeft de uitstoot van CO 2 te halveren en Rotterdam voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering. De initiatiefnemers, Gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam NV, Deltalinqs en DCMR Milieudienst Rijnmond, werken samen met bedrijven, kennisinstellingen, inwoners, overheden en andere organisaties aan een toekomstbestendige, aantrekkelijke en veilige stad en haven 39. Benodigde investeringen voor verduurzaming Er zijn grote investeringen nodig om een verduurzaming van de energievoorziening te bereiken 40. De meest recente raming van de benodigde investeringen is gerapporteerd door de Algemene Energieraad in april De raming veronderstelt een bepaald aandeel duurzame elektriciteitsproductie om de Nederlandse doelstelling van 14% duurzame energieproductie voor 2020 te behalen. De benodigde investeringen in duurzame elektriciteit zullen volgens deze raming ten minste 40 miljard bedragen 41. Ondersteunend overheidsbeleid om doelen te behalen Om de kortetermijndoelen en de daaraan gerelateerde voordelen te bereiken heeft de Nederlandse overheid gericht beleid, bestaande uit financiële instrumenten en nietfinanciële instrumenten, opgesteld: Financiële compensatie van de onrendabele top voor duurzame energieproductie met technologieën waarvan de kostprijs (nog) niet concurrerend is met de energieproductie van fossiele brandstoffen (SDE+) 42. Belastingaftrek voor ondernemers die investeren in energiebesparing of duurzame energieproductie (vb. EIA) Europese Unie, Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad, april Website provincie Overijssel 39 Rotterdam Climate Proof, The Rotterdam Challenge on Water and Climate Adaptation, Rotterdam Climate Initiative, Adaptatie Programma, Algemene Energieraad, Briefadvies beleidsinstrumenten hernieuwbare elektriciteit, In de raming wordt de optie van import van hernieuwbare energie(certifi caten) niet meegenomen. Echter, de import van duurzame energie(certifi caten) uit het buitenland draagt niet bij aan de economische structuurversterking van Nederland, zoals later in dit hoofdstuk wordt besproken. Een sterke verhoging van bij- en meestook van biomassa in kolencentrales zou het benodigde investeringsbedrag echter slechts verlagen naar ten minste 35 miljard. 42 Subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) 43 Voorbeeld: subsidieregeling Energie InvesteringsAftrek (EIA)
16 Verzekeringen om de risico s bij hoge initiële investeringen in duurzame energieproductie te dekken 44. Financiële bijdrage voor investeringen in energiebesparingen of productie van duurzame energie 45. Green Deals als samenwerkingsverbanden tussen private partijen en de overheid om knelpunten weg te nemen voor projecten in duurzame energie en energiebesparing. Dit kan door middel van aanpassen van wet- en regelgeving, ondersteunen van afzetmarkten, samenwerking en verbeterde toegang tot de kapitaalmarkt. Topsector Energie, platform waarin leiders uit de energiesector een toekomstvisie en een innovatieadvies ontwikkelen voor het overheidsbeleid in de (duurzame) energiesector. De rijksoverheid steunde de duurzame energievoorziening met 1,2 mld. aan subsidieregelingen in Het budget zal naar verwachting stijgen tot 1,8 mld. in Deze stijging komt voornamelijk door een stijging van de uitgaven aan de SDE+ en haar voorlopers SDE en de Milieukwaliteit ElektriciteitsProductie (MEP). Deze subsidieregelingen vormen 75% van de uitgaven aan subsidies voor duurzame energie in Zij bieden financiële compensatie van de onrendabele top voor producenten van duurzame energie. De focus van deze subsidieregelingen ligt met name op de ondersteuning van de exploitatie van duurzame energie. Naast subsidieregelingen van de centrale overheid worden in Nederland ook subsidies van de EU (ca. 167 mln. in 2010) en decentrale overheden voor duurzame energie ingezet. De subsidieregelingen van de EU zijn vooral gericht op onderzoek naar duurzame energie. Resultaten overheidsbeleid Volgens prognoses van ECN/PBL 47 wordt het doel van 16% reductie van emissie van niet-ets broeikasgassen tussen 2005 en 2020 waarschijnlijk gehaald. Het doel van 14% hernieuwbare energieproductie in 2020 wordt waarschijnlijk niet gehaald. Volgens de prognose kan met het huidige overheidsbeleid 9-12% duurzame energieproductie gehaald worden. De 12% wordt alleen gehaald indien het beschikbare SDE+ budget volledig wordt uitgenut 48. Het ministerie van EL&I heeft aangegeven in 2014 verder onderzoek te doen hoe deze doelstelling wel gehaald kan worden 49. Hierbij zullen de volgende instrumenten worden bekeken 50 : verplichting voor energieleveranciers tot het leveren van een vast percentage duurzame energie, eventueel alleen in Nederland opgewekt ( leveranciersverplichting ); import van (certificaten van) duurzame energie uit het buitenland; 44 Voorbeeld: subsidieregeling Risico s dekken voor Aardwarmte 45 Voorbeeld: subsidieregeling Duurzame warmte voor bestaande woningen 46 BCG analyse op basis van: Rijksoverheid, Subsidie Overzicht Rijk 2010, 2011; AgentschapNL, Jaarbericht 2010 SDE en MEP, 2011; Algemene Rekenkamer, Terugblik 2010 op Subsidieregeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP), PBL/ECN, Doorrekening van het kabinetsbeleid voor milieu, klimaat en natuur. Verkenning voor de Motie-Halsema, 2011 en PBL/ECN, Het effect van 59 Green Deals op het aandeel hernieuwbare energie en de uitstoot van niet-ets-broeikasgassen: een quick scan, PBL/ECN, Doorrekening van het kabinetsbeleid voor milieu, klimaat en natuur. Verkenning voor de Motie-Halsema, Ministerie van EL&I, Energierapport 2011, Interview ministerie van EL&I op 5 december
17 verplichting van bijstook van biomassa in kolencentrales 51 ; verhoging van de subsidieregeling SDE+. Gedreven door de leveranciersverplichting zullen de energieleveranciers meer duurzame energieproductie ontwikkelen, wat zal leiden tot een toename in de vraag naar financiering. ECN heeft becijferd dat invoering van de leveranciersverplichting leidt tot een extra financieringsvraag van 10 tot 12 miljard. Deze vraagtoename kan mogelijk leiden tot een tekort in de financieringsruimte voor duurzame projecten 52. Aan de leveranciersverplichting kleeft ook een aantal nadelen zoals het ministerie van EL&I aangeeft in het Energierapport Hier worden onder andere het risico op overwinsten en marktmacht van aanbieders van duurzame energie genoemd. De Algemene Energieraad stelt daarnaast dat de consument in de SDE+ beter af is dan in een leveranciersverplichting 54. Ook geeft de Algemene Energieraad aan dat een leveranciersverplichting minstens zo gecompliceerd is als een goed subsidiesysteem. De tijdslijnen voor het invoeren van een dergelijke verplichting zijn dan ook zeer waarschijnlijk langer dan die van het verhogen van het budget van de bestaande SDE+. Ervaringen uit het buitenland waar de leveranciersverplichting al is ingevoerd tonen echter aan dat deze invoeringsproblematiek oplosbaar is. Ook onderzoek van ECN uit 2011 concludeert dat op de wat langere termijn de invoering van de leveranciersverplichting een beter en goedkoper alternatief is dan uitbreiding van de SDE+. De import van duurzame energie(certificaten) uit het buitenland draagt niet bij aan de Nederlandse duurzame energieproductie en de economische structuurversterking van Nederland. De import van (certificaten van) duurzame energie leidt tot uitvoer van Nederlands kapitaal en kan op termijn leiden tot een verzwakking van de Nederlandse concurrentiepositie op het gebied van duurzame energie. De verplichting van bijstook biomassa leidt tot een toename van de vraag naar biomassa in Nederland. PBL/ECN geven echter aan dat het aanbod van duurzame biomassa in Nederland zelf beperkt is 55. Biomassa dient dan waarschijnlijk vanuit het buitenland aangevoerd te worden, wat deze optie minder aantrekkelijk maakt: de toename van werkgelegenheid en overige, eerdergenoemde voordelen voor de economische structuurversterking zal dan grotendeels aan Nederland voorbij gaan. Tevens kan deze biomassa in het buitenland concurreren met voedselproductie, wat sociale nadelen met zich mee kan brengen 56. Naast de beschikbaarheid, zijn de duurzaamheid en prijs van de aanvoer van deze biomassa op dit moment nog onduidelijk. De verhoging van SDE+ kan leiden tot een grotere vraag naar financiering voor duurzame projecten in Nederland, wat mogelijk kan leiden tot een tekort aan financieringsruimte in de duurzaamheidmarkt 57. Op basis van conclusies van de Algemene Energieraad, lijkt het verhogen van de SDE+ (op de korte termijn) een beter alternatief Bijstook van biomassa betreft het meeverbranden van biomassa in (vooral) kolencentrales 52 Zie hoofdstuk 5 voor een verdere bespreking 53 Ministerie van EL&I, Energierapport 2011, PBL/ECN, Naar een schone economie in 2050: routes verkend PBL/ECN, Naar een schone economie in 2050: routes verkend CE Delft: Certifi cering van duurzaamheid van import van groene grondstoffen; Criteria voor duurzame biomassa import, Projectgroep Duurzame Import Biomassa 57 Zie hoofdstuk 5 voor een verdere bespreking
18 dan de leveranciersverplichting 58. Echter, gezien de complexiteit van de afwegingen, is nader onderzoek nodig. De overheid geeft aan hiermee bezig te zijn 59. Bovenstaande geeft aan dat er duidelijke langetermijnvoordelen van de verduurzaming voor Nederland zijn en dat het kortetermijndoel van 14% hernieuwbare opwekking in 2020 waarschijnlijk niet wordt gehaald. Een nadere beschouwing van beperkende factoren (hoofdstuk 4) en mogelijke oplossingen voor duurzame energie in Nederland (hoofdstuk 5) is derhalve zinvol. 58 De Algemene Energieraad stelt dat de consument in de SDE+ beter af is dan in een leveranciersverplichting. Daarnaast zijn de tijdslijnen voor het invoeren van een dergelijke verplichting zeer waarschijnlijk langer dan die van het verhogen van het budget van de bestaande SDE+. 59 Ministerie van EL&I, Energierapport 2011,
19 4 Beperkende factoren voor financiering van duurzame energie in Nederland Op basis van interviews met diverse spelers en door het projectteam uitgevoerd onderzoek, kunnen we vaststellen dat er in de afgelopen jaren aanzienlijke activiteit heeft plaatsgevonden in de hernieuwbare energiesector. Een aantal voorbeelden hiervan is: Nederlandse financiële instellingen hebben tussen 2007 en 2009 voor ~ 3 mld. aan financiering verstrekt voor duurzame energieproductie 60. Energiebedrijven leveren een groeiend aandeel duurzame elektriciteit; het percentage van hernieuwbare elektriciteit groeide bijvoorbeeld bij Essent tussen 2006 en 2010 van 27% tot 40% en bij Eneco van 8% tot 20% 61. Netbeheerders investeren in innovaties om energie te besparen (bv. met projecten om netwerkverliezen te reduceren) en toegang te bieden aan duurzame energie (bv. door de ondersteuning van decentrale opwekking) 62. Ook de rijksoverheid en decentrale overheden investeren in duurzame energie. Vanuit de rijksoverheid wordt een sterke stijging van de totale kasuitgaven aan subsidies voor duurzame energie verwacht voor de komende jaren: van ~ 1,2 mld. in 2010 tot ~ 1,8 mld. in Gemeenten en provinciën zoals Overijssel, Gelderland, Noord-Holland, etc. zijn bezig met het opzetten van revolverende fondsen voor investeringen in duurzame energie 63. Kennisinstituten en belangengroepen dragen actief bij aan de vergaring van kennis over verduurzaming van energie 64. Daarnaast bestaat er een groot aantal burgerinitiatieven op gebied van duurzame energie, zoals wij willen zon een inkoopcollectief voor zonnepanelen, de windvogel een coöperatie die investeert in duurzame opwekking van wind- en zonne-energie 65 en Texel energie een initiatief voor decentrale opwekking van duurzame energie. In de interviews met marktspelers en het uitgevoerde onderzoek zijn echter ook (potentieel) beperkende factoren geïdentificeerd waardoor het maximale potentieel van duurzame projecten nog niet wordt benut. Deze beperkende factoren zijn verdeeld in vijf categorieën (A t/m E): A Tijdelijke marktimperfecties. Dit betreft projecten op basis van bewezen technologie, die fundamenteel in staat zijn een marktconform rendement te leveren 66. Deze projecten kampen echter met tijdelijke marktimperfecties, waardoor zij niet van de grond komen. Een voorbeeld hiervan is kleinschalige wind op land projecten in handen van individuen. In deze gevallen is de ervaring en/of het trackrecord van de (individuele) initiatiefnemers beperkt, en de financiering van deze projecten leidt vaak tot langdurig maatwerk trajecten, wat vaak leidt tot (te) hoge transactiekosten waardoor banken niet geïnteresseerd zijn in financiering. B Structurele marktimperfecties. Hier is sprake van projecten met een bewezen Profundo in opdracht van Eerlijke Bankwijzer, Investeringen in duurzame elektriciteitsopwekking door Nederlandse banken, Stroometiketten , incl. groencertifi caten 62 Jaarverslagen 2010, Liander, Enexis, Westland, Stedin 63 Rijksoverheid, Subsidie Overzicht Rijk 2010; Algemene Rekenkamer, Terugblik 2010 op subsidieregeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) ; Subsidieregelingen SDE+ 2011; Ministerie van EL&I, Minister Verhagen, Kamerbrief openstelling SDE+ 2012, november NWEA heeft bijvoorbeeld recentelijk een visiedocument met betrekking tot wind op land gepubliceerd. 65 wijwillenzon.nl en windvogel.nl 66 Marktconform rendement, met in achtneming van bestaande exploitatie subsidies, zoals de SDE.
20 technologie die een lager dan marktconform rendement (en/of lange terugverdientijd) leveren. Vaak heeft dit te maken met het niet volledig inprijzen van het maatschappelijke rendement of van andere externaliteiten (bv. CO 2 -uitstoot en schaarste aan grondstoffen). Dit type projecten is bij de huidige acceptatiecriteria moeilijk te financieren door financiële instellingen. De overgang van de energiebron van stadswarmtenetten (van conventionele- naar geothermische energie) is een voorbeeld van deze categorie. In Nederland is er slechts één geothermisch stadswarmtenet (in Den Haag) en experts schatten het rendement hiervan op ~8% met een terugverdientijd van 30 jaar, na subsidies. C Technologische onzekerheid. Er zijn ook projecten waarbij gebruik gemaakt wordt van nog onbewezen technologieën. Financiers ervaren het risico van deze technologieën (zoals on-shore assemblage van off-shore turbines of stroomopwekking met behulp van getijde) als te hoog. Gekoppeld aan een moeilijk in te schatten rendement, verwachten veel financiële instellingen geen marktconform rendement te kunnen behalen. D Onvoldoende faciliterend en/of instabiel overheidsbeleid. Een SDE+ toekenning biedt een project in duurzame energie een betrouwbare overheidssubsidie voor 15 jaar. Desalniettemin ervaren veel private partijen het Nederlandse overheidsbeleid met betrekking tot duurzame energie als onvoldoende faciliterend en/of instabiel. Hierdoor komen financieringsconstructies en business modellen die afhankelijk zijn van het lange termijn overheidsbeleid niet altijd van de grond. Een voorbeeld hiervan is het afbouwen van de groenregeling; banken hadden een business model, propositie en organisatie opgebouwd rond deze regeling, afbouw van deze regeling betekent dat de gemaakte organisatorische en commerciële investeringen weer verloren gaan. E Tekort aan financieringsruimte. Duurzame energieprojecten zijn kapitaalintensiever dan projecten met betrekking tot conventionele energiebronnen. Gezien de verwachte groei van de vraag naar duurzame energie voor de komende jaren, zal de vereiste investeringscapaciteit / financieringsvraag aanzienlijk toenemen. Door een aantal factoren kan de vraag naar financieringsruimte sneller toenemen: Een sterke toename van fossiele energieprijzen, waardoor duurzame energieopwekking aantrekkelijker wordt. Ontwikkelingen in de toepassing van duurzame technologie die de kostprijs van duurzame energie verlagen. De beslissing van de Nederlandse regering om subsidies op duurzame energie drastisch te verhogen dan wel belastingen op duurzame energie-opwekking te verlagen. Deze aanpassing van het overheidsbeleid zal waarschijnlijk direct gekoppeld zijn aan een langetermijnvisie van Nederland om de voorwaardelijke Europese ambities voor de lange termijn te realiseren. De invoering van de leveranciersverplichting: verplichting voor energieleveranciers tot het leveren van een vast percentage duurzame energie, eventueel alleen in Nederland opgewekt. 17
Groene InvesteringsMaatschappij (GIM)
Groene InvesteringsMaatschappij (GIM) Voordelen impuls verduurzaming Reductie broeikasgassen Groene groei Minder afhankelijk van fossiele brandstoffen Economische structuurversterking Maar, verduurzaming
Nadere informatieDe rol van biomassa in de energietransitie.
De rol van biomassa in de energietransitie. Bert de Vries Plaatsvervangend directeur-generaal Energie, Telecom en Mededinging, Ministerie van Economische Zaken Inhoud 1. Energieakkoord 2. Energietransitie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieGreen Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei
Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei Burgers, bedrijven, milieu-organisaties en overheden hebben vandaag op initiatief van minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en
Nadere informatieHernieuwbare energie: noodzaak, visie op 2050 en beleid
Hernieuwbare energie: noodzaak, visie op 2050 en beleid Remko Ybema Lezing Den Bosch 12 oktober 2010 www.ecn.nl Inhoud Noodzaak van duurzame energie Een duurzame energievoorziening in 2050 Doelen van het
Nadere informatieHet Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten
Het Energiebeleid van komende jaren dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten Opbouw Ambities en hoofdlijnen Ontwikkelingen in het energieveld Keuzes van het kabinet Ambitie Regeerakkoord: 1. Minder
Nadere informatieHelmonds Energieconvenant
Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende
Nadere informatieHartelijk welkom! Uniek nieuw initiatief Transition Town Breda Energie coöperatie: Brabants Eigen Energie (BREE)
Hartelijk welkom! Uniek nieuw initiatief Transition Town Breda Energie coöperatie: Brabants Eigen Energie (BREE) Peter Nuijten Mob: 06-22811585 E-mail: peter.nuijten@hotmail.nl 1 Concept Energie coöperatie
Nadere informatieEnergievoorziening Rotterdam 2025
Energievoorziening Rotterdam 2025 Trends Issues Uitdagingen 9/14/2011 www.bollwerk.nl 1 Trends (1) Wereld energiemarkt: onzeker Toenemende druk op steeds schaarsere fossiele bronnen Energieprijzen onvoorspelbaar,
Nadere informatieLijst Lammers. Papendrecht 21 januari 2013
Lijst Lammers Papendrecht 21 januari 2013 Aan de voorzitter van de gemeenteraad van de gemeente Papendrecht, de heer C.J.M. de Bruin Markt 22 3351 PB Papendrecht Betreft: gemeente Papendrecht aansluiten
Nadere informatieLijst Lammers. KORTE SAMENVATTING Papendrecht, 22januari 2013. Persbericht. Wordt Papendrecht de derde stadin Nederland met een zonatlas?
Lijst Lammers KORTE SAMENVATTING Papendrecht, 22januari 2013 Persbericht Wordt Papendrecht de derde stadin Nederland met een zonatlas? Fractie Lijst Lammers pleit voor de Zonatlas in Papendrecht en vraagt
Nadere informatie12 Pijler 10: Financiering van duurzame investeringen
12 Pijler 10: Financiering van duurzame investeringen 12.1 Inleiding Het Energieakkoord zal burgers en bedrijven stimuleren fors te investeren in energiebesparing en hernieuwbare energieopwekking. Deze
Nadere informatieInsights Energiebranche
Insights Energiebranche Naar aanleiding van de nucleaire ramp in Fukushima heeft de Duitse politiek besloten vaart te zetten achter het afbouwen van kernenergie. Een transitie naar duurzame energie is
Nadere informatieIk ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie.
Welkomstwoord van Jan Franssen, Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, bij het Lustrumcongres 'Geothermal Heat is Cool' van het Platform Geothermie, Den Haag, 24 oktober 2012 ---------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieVisie op Windenergie en solar Update 2014
Visie op Windenergie en solar Update 2014 De vooruitzichten voor hernieuwbare energie zijn gunstig Succes hangt sterk af van de beschikbaarheid van subsidies Naast kansen in Nederland kan de sector profiteren
Nadere informatieDe financiering van geothermie in de glastuinbouw
De financiering van geothermie in de glastuinbouw Rabobank en Geothermie Anneke Postma Sectormanager Tuinbouw, Rabobank Nederland Inhoud presentatie Deel 1: Deel 2: Deel 3: Deel 4: Deel 5: Deel 6: Rabobank
Nadere informatieBanken ondermijnen de toekomst Over de investerings- en financieringspraktijk van banken in fossiele brandstoffen en duurzame energie
Banken ondermijnen de toekomst Over de investerings- en financieringspraktijk van banken in fossiele brandstoffen en duurzame energie Een samenvatting van de bevindingen voor Nederland van een onderzoek
Nadere informatieWat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2
Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2 Energietransitie Papierketen De ambities binnen Energietransitie Papierketen: Halvering van het energieverbruik per eindproduct in de keten per
Nadere informatieEnergietransitie en schaalvoordelen
Energietransitie en schaalvoordelen Samenvatting McKinsey-onderzoek Oktober 2013 CONTEXT Recent is door McKinsey, in opdracht van Alliander, een onderzoek uitgevoerd naar de vraag: Wat zijn de voordelen
Nadere informatie16% Energie van eigen bodem. 17 januari 2013
16% Energie van eigen bodem 17 januari 2013 Inhoud Klimaatverandering Energie in Nederland Duurzame doelen Wind in ontwikkeling Northsea Nearshore Wind Klimaatverandering Conclusie van het IPCC (AR4, 2007)
Nadere informatieOp weg naar een duurzame energievoorziening in Mark Dierikx Directeur Generaal Energie, Telecom en Mededinging
Op weg naar een duurzame energievoorziening in 2050 Mark Dierikx Directeur Generaal Energie, Telecom en Mededinging Inhoudsopgave I. Mondiale ontwikkelingen II. Europese kaders III. Nationale inzet 2 I.
Nadere informatieCO 2 -uitstootrapportage 2011
Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding
Nadere informatieNationale Energieverkenning 2014
Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare
Nadere informatieWie betaalt de rekening van de energietransitie?
Wie betaalt de rekening van de energietransitie? Symposium KVGN 17 november 2016 Ron Wit Ron.Wit@eneco.com Overzicht presentatie 1. Ontwikkeling broeikasgassen in Nederland 2. Ontwikkeling integrale kosten
Nadere informatiewhitepaper zakelijke zonnepanelen
whitepaper zakelijke zonnepanelen zonnepanelen zakelijk de zon onze meest krachtige natuurlijke energiebron De zon straalt in 45 minuten voldoende energie op de aarde om te voorzien in de totale energiebehoefte
Nadere informatieEnergieneutraal keten sluisdeur Goese Sas
Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Door de vastgestelde energie- en klimaatdoelstelling binnen Europa om in 2050 energieneutraal te zijn, is het voor de hele samenleving maar met name voor bedrijven
Nadere informatie2-7-2014. Energieakkoord voor duurzame groei. Juli 2014 WERK IN UITVOERING. Ed Nijpels. Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen?
Energieakkoord voor duurzame groei Juli 2014 WERK IN UITVOERING Ed Nijpels Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen? 1 Waarom een Energieakkoord? Perspectief Consistentie Ambitie Realiteit Groei
Nadere informatieBeleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu
Beleggen in de toekomst de kansen van beleggen in klimaat en milieu Angst voor de gevolgen? Stijging van de zeespiegel Hollandse Delta, 6 miljoen Randstedelingen op de vlucht. Bedreiging van het Eco-systeem
Nadere informatieVerkoopbaarheid en verhuurbaarheid van vastgoed verhogen door Duurzame Energieopwekking
Verkoopbaarheid en verhuurbaarheid van vastgoed verhogen door Duurzame Energieopwekking Erik van der Steen HYS legal 1 HYS Legal Inleiding Triodos Bank: Waarom we graag duurzaam vastgoed financieren Jones
Nadere informatieSámen werken aan. Voor gemeenten en MKB. erduurzaming
Sámen werken aan verduurzaming Voor gemeenten en MKB erduurzaming Sámen werken aan verduurzaming Voor gemeenten en MKB Gemeenten hebben forse ambities op het gebied van duurzaamheid, innovatie en lokale
Nadere informatieWKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl
WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl 12-11-2007Sheet nummer 1 Ontwikkelingen wereldwijd Heeft de Al Gore film impact?
Nadere informatieWerkatelier duurzame energieopwekking
Werkatelier duurzame energieopwekking Plaats Bodegraven Datum 12 maart 2018 Presentator Jody de Graaf Duurzame energie 12 maart 2018 Pagina 1 Welkom Wethouder Kees Oskam Duurzame energie 12 maart 2018
Nadere informatieDe toekomst van energie
De toekomst van energie Duurzame Energie door Redactie ElectricityMatters 15-08-2017 Dat ons wereldwijde energiesysteem niet duurzaam is, blijkt duidelijk uit onze steeds schaarsere hulpbronnen, de regelmatig
Nadere informatieChange. Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Document. magazine
Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Nederland is verslaafd aan fossiele energie, zeker in vergelijking met landen om ons heen, vertelt Paul Korting, directeur van ECN. Er zijn genoeg scenario
Nadere informatieWorkshop J De kracht van een klimaatfonds. 05 april 2011
Workshop J De kracht van een klimaatfonds 05 april 2011 Presentatie Ad Phernambucq Zeeuws Klimaatfonds: Klimaatneutraal met Zeeuwse Projecten Nationaal Energie- en klimaatbeleid Doelstelling: Duurzame
Nadere informatieSTRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA
STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert
Nadere informatieTransitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening en de rol van biomassa. Ir. Harry A. Droog
Transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening en de rol van biomassa Ir. Harry A. Droog Voorzitter Platform Duurzame Electriciteitsvoorziening Biomassa meestook symposium, 27 mei 2010, Amsterdam
Nadere informatieen uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018
Energie-infrastructuur: overzicht en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018 Indeling De drie fasen van ordening en regulering infrastructuur Nederland doorvoerland Wat is de opgave? Investeringen
Nadere informatieLusten en lasten eerlijk verdelen
Lusten en lasten eerlijk verdelen Er is breed draagvlak voor een eerlijke verdeling van de lusten en lasten van het klimaatbeleid. Dat is nodig om het draagvlak voor klimaatbeleid te vergroten en daarmee
Nadere informatieGreen Deal van Essent New Energy met de Rijksoverheid
Green Deal van Essent New Energy met de Rijksoverheid Ondergetekenden: 1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, ieder handelende
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401
Nadere informatieOverijssel maakt werk van nieuwe energie!
Overijssel maakt werk van nieuwe energie! U wilt met uw onderneming of woningcorporatie werk maken van nieuwe energie of energiebesparing. Maar u krijgt de financiering niet (volledig) rond via een bancaire
Nadere informatiePROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST
NOORD-NEDERLAND: PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST PROEFTUIN ENERGIE- TRANSITIE REGIONALE PARTNER IN DE EUROPESE ENERGIE UNIE Noord-Nederland is een grensoverschrijdende proeftuin
Nadere informatieJaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag
Jaarplan 2019 - Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag Nederlandse glastuinbouwbedrijven dragen in grote mate bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Het komende decennium wordt
Nadere informatieVan Duurzame Energie naar uro s Nieuwe tak voor Agrarische Sector!?
Van Duurzame Energie naar uro s Nieuwe tak voor Agrarische Sector!? Kansen en Uitdagingen! ZLTO 22 september 2011 Hans van den Boom sectormanager Duurzame Energie Financieren Duurzame energie binnen Rabobank
Nadere informatieEnergieakkoord voor duurzame groei
Energieakkoord voor duurzame groei Netwerkbijeenkomst Duurzame regionale energie Gelderland 15 januari 2014 Lodewijk de Waal Energieakkoord Wie zaten aan tafel? Inhoud presentatie Hoofdlijnen Energieakkoord
Nadere informatieHernieuwbare energie in Nederland
Hernieuwbare energie in Nederland Nieuwe business modellen Amsterdam, 25 juni 2015 Rapport over hernieuwbare energie in Nederland Accenture en Climex onderzoeken kansen binnen het veranderende energielandschap
Nadere informatie100% groene energie. uit eigen land
100% groene energie uit eigen land Sepa green wil Nederland op een verantwoorde en transparante wijze van energie voorzien. Dit doen wij door gebruik te maken van duurzame energieopwekking van Nederlandse
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401
Nadere informatieBiomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie
Biomassa Pilaar in de energietransitie en Uitgangspunt voor de biobased economie Klimaatverandering: onze uitdaging Onze opdracht om er snel en écht iets aan te gaan doen Overeenstemming: er moet wat gebeuren!
Nadere informatiedorpsinformatie avond Haarle Energieneutraal
dorpsinformatie avond Haarle Energieneutraal Agenda Opening Waarom dit Haarlese initiatief Samen denken samen doen - John Disselhorst - Alexander ter Kuile - Jet Mars Ondersteuning Gemeente Hellendoorn
Nadere informatieGroen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.
Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Een uitdagend klimaat 20 20 2020 In 2020 moet de uitstoot van CO 2 in de EU met 20% zijn teruggebracht ten opzichte van het 1990 niveau.
Nadere informatieDe Energietransitie van de Elektriciteitsproductie
De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie door Adriaan Wondergem 6 october 2010 De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie van 2008 tot 2050. De kernvragen zijn: Hoe ziet een (bijna) CO2-loze
Nadere informatieStartnotitie Energietransitie. November 2018
Startnotitie Energietransitie November 2018 Startnotitie Energietransitie Een klimaatneutrale stad. Dat is wat Rotterdam wil zijn. Een groene en gezonde stad met schone lucht voor iedereen. Met een economie
Nadere informatieVergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010. Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie
Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010 Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie Financieren Duurzame energie binnen Rabobank Groep Maatwerk Sustainability naast Food
Nadere informatieStand van zaken bioenergie in Nederland subsidies en regelgeving
Stand van zaken bioenergie in Nederland subsidies en regelgeving Kees Kwant Inhoud Doelstellingen duurzaam energiebeleid Energiesituatie in Nederland Ondersteuning vanuit SenterNovem (SDE, EOS, EIA, DEN-B)
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres
Nadere informatieScenario s Energiebesparing in de gebouwde omgeving De Ruijter Strategie
Scenario s Energiebesparing in de gebouwde omgeving 2030-2050 De Ruijter Strategie "Er bestaan geen slechte scenario's, alleen slechte voorbereiding." Paul de Ruijter De Ruijter Strategie Doelstellingen
Nadere informatieProvinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL
Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in
Nadere informatieENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019
ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED Maart 2019 Inleiding De concentratie van industrie in de Rotterdamse haven is een goede uitgangspositie voor het doen slagen van de energietransitie:
Nadere informatieWestvoorne CO 2 - uitstoot
Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn
Nadere informatieEnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16
EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 Korte uitleg over de bijeenkomsten KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 (1) Organisatie: KIVI
Nadere informatieDe kosten van de energietransitie, en: kansen voor de gasindustrie. Martien Visser Lector Energietransitie & Netwerken. Hanzehogeschool Groningen
De kosten van de energietransitie, en: kansen voor de gasindustrie Martien Visser Lector Energietransitie & Netwerken Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen (circa 30.000 studenten) Energy
Nadere informatiePerspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas
Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas Aardgas als transitiebrandstof of transitie van een brandstof? Marcel Weeda, ECN AkzoNobel Center, Amsterdam VEMW seminar, 22 april 2016 www.ecn.nl
Nadere informatieBijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010
Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010 Toelichting bij de doelstelling van 9% duurzame elektriciteit: - De definitie van de 9% doelstelling is conform de EU richtlijn duurzame elektriciteit
Nadere informatieFactsheet: Dong Energy
Factsheet: Dong Energy Holding/bestuurder Type bedrijf Actief in Markt Bedrijfsprofiel Dong Energy Producent/leverancier elektriciteit (en aardgas) Europa Consumenten/zakelijk - Omzet 900 miljoen (NL)/9
Nadere informatieSchone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse schone technologie sector
Wereld Natuur Fonds Driebergseweg 10 Postbus 7 3700 AA Zeist Tel: +31 30 693 7333 Direct: Fax: +31 30 691 2064 Info@wnf.nl www.wnf.nl Schone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse
Nadere informatieGeothermie. traditioneel energiebedrijf?
31 maart 2010 T&A Survey Congres Geothermie Duurzame bron voor een traditioneel energiebedrijf? Hugo Buis Agenda Duurzame visie & ambities Waarom kiest Eneco voor Geothermie? Stand van zaken Markten Pro
Nadere informatieCPB doorrekening verkiezingsprogrammaʼs: Duurzaamheid"
CPB doorrekening verkiezingsprogrammaʼs: Duurzaamheid" Inleiding! Wat zijn de plannen van de politieke partijen op gebied van duurzaamheid en wat betekent het voor de bouw?" Dit document zet de verschillende
Nadere informatieOntwikkelingen Zonne-energie
Ontwikkelingen Zonne-energie : Energieke Samenleving onderweg naar morgen Bert Bakker NIEUW: Bezuidenhoutseweg 50 2594 AW Den Haag 070 3040114 De oorsprong van (duurzame) energie De zon als energieleverancier
Nadere informatieZonne-energie op kleine daken
Zonne-energie op kleine daken Inhoud De energietransitie Energieneutraal De Glind Inventarisatie Glindse daken Mogelijkheden Kleine daken Vervolg Vragen De energietransitie Gebruik van fossiele brandstoffen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR
Nadere informatieGas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)
Gas op Maat De maatschappij is op weg naar een CO 2 -neutraal energiesysteem. De gassector wil graag bijdragen aan het behalen van deze doelstelling. In de transitieperiode is de rol van aardgas maatwerk:
Nadere informatieWindvermogen in Nederland,
Indicator 15 juli 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2007 is het windvermogen toegenomen
Nadere informatieCertificering budgettaire raming Wet minimum CO₂prijs
Certificering budgettaire raming Wet minimum CO₂prijs elektriciteitsopwekking Deze publicatie certificeert de raming van de opbrengst van een nationale CO₂minimumprijs voor elektriciteitsopwekking in de
Nadere informatieOverijssel maakt werk van nieuwe energie!
Overijssel maakt werk van nieuwe energie! U wilt met uw onderneming of woningcorporatie werk maken van nieuwe energie of energiebesparing. Maar u krijgt de financiering niet (volledig) rond via een bancaire
Nadere informatieSamenvatting Sectorstudie hernieuwbare energie
Samenvatting Sectorstudie hernieuwbare energie Departement WSE Afdeling Sociale Economie en Werkbaar Werk Impact van de strategische trends in industriële en maatschappelijke noden, herbruikbare energie
Nadere informatieB-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio
B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio Partijen: De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de heer drs. M.J.M. Verhagen,
Nadere informatieOnderwerp: Kaders voor windenergie
Aan het Algemeen Bestuur Datum: 02-10-2013 Onderwerp: Kaders voor windenergie Voorstel 1. Vaststellen van beleidskaders voor windenergie-initiatieven; 2. Kennis te nemen van het initiatief voor een windmolenpark
Nadere informatieEnergie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030
IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk
Nadere informatieWarmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst
Warmtetransitie en het nieuwe kabinet Nico Hoogervorst 24 november 2017 Regeerakkoord Rutte III (2017 - ) Opmerkelijk: Lange formatie Klimaat-minister op EZ Duurzaam = klimaatbescherming Milieubescherming
Nadere informatieNederlands beleid Wind op Zee. Marjan Botman, m.j.p.botman@mineleni.nl
Nederlands beleid Wind op Zee Marjan Botman, m.j.p.botman@mineleni.nl Inhoud Beleid op Hernieuwbare energie in Europa en in Nederland Ruimtelijke planning toekomstige ontwikkelingen Green deal met de offshore
Nadere informatieWelkom. Stefan Korthout. Stichting Waalwijk CO2 Vrij 29/11/2016
Welkom Stefan Korthout Opening Aad van Lopik Voorzitter Stichting Waalwijk CO2 vrij Doelstellingen Voorloper Bewustwording Samenwerking Kennis bundelen Klimaatdoelstellingen van de gemeente Waalwijk Jan
Nadere informatieBiomassa: brood of brandstof?
RUG3 Biomassa: brood of brandstof? Centrum voor Energie en Milieukunde dr ir Sanderine Nonhebel Dia 1 RUG3 To set the date: * >Insert >Date and Time * At Fixed: fill the date in format mm-dd-yy * >Apply
Nadere informatieFiches van Private financieringsbronnen IPO-project Slim financieren
Fiches van Private financieringsbronnen IPO-project Slim financieren Private equity/investeringsfonds Ampere Equity Fonds Aandeelhouders zijn APG, PGGM, Delta Lloyd and Rabobank. Focus op productie duurzame
Nadere informatieDe Lokale Duurzame Energie Coöperatie. EnergieCoöperatieBoxtel WWW.ECBOXTEL.NL. Betaalbaar, duurzaam, eigen en onafhankelijk
De Lokale Duurzame Energie Coöperatie EnergieCoöperatieBoxtel Betaalbaar, duurzaam, eigen en onafhankelijk WWW.ECBOXTEL.NL LDEC: Waarom en waartoe leidt het Samen met leden realiseren van betaalbare, duurzame,
Nadere informatieHet nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?
Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol? Dr. Jos Delbeke, DG Klimaat Actie, Europese Commissie, Universiteit Hasselt, 25/2/2014 Overzicht 1. Klimaat en energie: waar
Nadere informatieGreen Deal. 21 November 2013 Herry Nijhuis (AgentschapNL) Coördinerend manager Green Deals
Green Deal 21 November 2013 Herry Nijhuis (AgentschapNL) Coördinerend manager Green Deals Inhoud presentatie Overheidsbeleid Green Deal Green Deal Aanpak Voorbeelden van Green Deals Green Deal initiatief
Nadere informatieENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA
ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom
Nadere informatieVerdeling en inzet Gelderse Revolverende Middelen 12 maart 2013
Verdeling en inzet Gelderse Revolverende Middelen 12 maart 2013 Door: Hans Wouters Programma energietransitie Provincie Gelderland Geactualiseerde verdeling 100 mln Verdeling nog te bestemmen revolverende
Nadere informatieDe ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016
De ontwikkeling van Smart grids Our common future Prof.dr.ir. Han Slootweg 30 september 2016 Agenda Het energiesysteem Verduurzaming van het energiesysteem De energietransitie Smart Grids 2 Energievoorziening
Nadere informatieCleantech Markt Nederland 2008
Cleantech Markt Nederland 2008 Baken Adviesgroep November 2008 Laurens van Graafeiland 06 285 65 175 1 Definitie en drivers van cleantech 1.1. Inleiding Cleantech is een nieuwe markt. Sinds 2000 heeft
Nadere informatieNotitie energiebesparing en duurzame energie
Notitie energiebesparing en duurzame energie Zaltbommel, 5 juni 2012 Gemeente Zaltbommel Notitie energiebesparing en duurzame energie 1 1. Inleiding Gelet op de ambities in het milieuprogramma 2012-2015
Nadere informatieECN TNO activiteiten systeemintegratie
ECN TNO activiteiten systeemintegratie Rob Kreiter Den Haag 22-05-2015 www.ecn.nl Aanleiding: meer duurzaam - minder zekerheid - meer complexiteit Uitdaging voor de (verre) toekomst Elektriciteitsbalans
Nadere informatieDatum 1 februari 2016 Betreft Beantwoording vragen over bij- en meestook van duurzame biomassa in kolencentrales
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag
Nadere informatieHet nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION
Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION Overzicht 1. Klimaat en energie: waar zijn we? 2. Waarom een nieuw raamwerk voor 2030? 3. Belangrijkste elementen 2030
Nadere informatieHoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285
Hoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285 Inhoudsopgave 1 De bekendheid met en het belang van het klimaat- en energieakkoord 5 2 Drijfveren
Nadere informatiePubliek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken
Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Inleiding Jaarlijks brengt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in opdracht van het ministerie van
Nadere informatieSamen voor duurzaam. Jaarverslag 2013 Eneco Holding N.V.
Samen voor duurzaam Jaarverslag 2013 Eneco Holding N.V. Strategie Trends en ontwikkelingen Ontwikkelingen in de energiemarkt De energiemarkten in Europa zijn in transitie van een centraal gestuurde energievoorziening,
Nadere informatieHaags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014
Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014 Waar staan we? Plan van aanpak 12 november 2013 vastgesteld Vooronderzoeken in volle gang: Vooronderzoek gesprekken Eneco en E.on Technische visie toekomstig
Nadere informatie