AGENDABOEK. Ledenraadsvergadering. De Kuip - Olympiazijde Rotterdam

Transcriptie

1 AGENDABOEK Ledenraadsvergadering De Kuip - Olympiazijde Rotterdam 15 december 2016

2 - Routebeschrijving naar De Kuip - Olympiazijde, Rotterdam - Agenda - Bijlagen Agendapunt 4 Strategische Doorkijk Agendapunt 5 Jaarplan 2017 Agendapunt 6 Agendapunt 7 Agendapunt 8 Financiën Vaststellen wijzigingen reglementen Benoemingen

3 Voor bereikbaarheid DE KUIP - OLYMPIAZIJDE, zie: route en parkeren De Kuip Parkeren Olympiazijde De Ledenraadsvergadering vindt plaats in de Van Zandvliet zaal aan de Olympiazijde van het Stadion, u kunt de volgende route nemen om dichtbij de locatie te parkeren: Vanaf de snelweg A16 volgt u de borden Feijenoord. Bij de rotonde gaat u rechtsaf de Stadionweg op. Bij het eerste verkeerslicht gaat u linksaf naar de Olympiaweg. De ingang bevindt zich onder de witte letters STADION FEIJENOORD van het stadion, ter hoogte van poort 25. U rijdt over het voorplein van het stadion en kunt parkeren binnen de stadionhekken. Te voet vanuit het Topsportcentrum Rotterdam U kunt het beste via de Coen Moulijnweg langs het stadion lopen, vervolgens vóór het viaduct de trap naar beneden nemen en rechtsaf de Olympiaweg op (zie blauwe pijl). Via de entree bij poort 25 is de Olympiazijde te bereiken.

4 AGENDA LEDENRAADSVERGADERING Datum/tijd: Locatie: Donderdag 15 december 2016 (aanvang uur) De Kuip - Olympiazijde (Van Zandvliet zaal), Rotterdam 1. Opening en mededelingen 2. Notulen van de Ledenraadsvergadering van 9 juni 2016 Zie separate bijlage 3. Ingekomen stukken 4. Strategische Doorkijk Zie bijlage 5. Jaarplan 2017 Zie bijlage 6. Financiën Zie bijlagen - Begroting Vaststellen contributies en andere bijdragen voor het boekjaar Vaststellen wijzigingen reglementen Zie bijlagen - Algemeen Reglement - Reglement Begripsbepalingen - Competitiereglement - Toernooireglement - Reglement Fair Play - Doping Reglement 8. Benoemingen Zie bijlagen - Benoeming Secretaris Bondsbestuur - Benoeming Bestuurslid Toptennis - Herbenoeming Bestuurslid Breedtetennis - Herbenoeming Voorzitter Bondsbestuur - Benoeming Voorzitter Raad van Beroep - Herbenoeming Voorzitter Tuchtraad 9. Afronding KNLTB 3.0 Bestuurlijke Organisatie Ter vergadering Ter informatie 10. Updates - NTC - ICT - Competitie Nieuwe Stijl 11. Rondvraag en sluiting

5 MEMO Aan: Ledenraad Van: Bondsbestuur Datum: November 2016 Betreft: Agendapunt 4 Strategische Doorkijk Aanscherping Strategische Doorkijk Inleiding In december 2015 is de Strategische Doorkijk Nederland Tennist vastgesteld door de Ledenraad. Als gevolg van diverse ontwikkelingen binnen de organisatie en binnen het Nederlandse sportlandschap was het noodzakelijk om de Strategische Doorkijk in 2016 op enkele punten aan te passen en aan te vullen. Stonden vorig jaar nog twee strategische kernpunten centraal, dit jaar is daar een belangrijk thema aan toegevoegd: de financiering van de tennissport. De andere kernpunten zijn: het vergroten van het aantal tennissers en het creëren van een plek in de mondiale top tien van tennislanden. Binnen deze kernpunten fungeert de KNLTB als aanjager en verbinder van tennis in Nederland. Aanpassingen De aanpassingen in de Strategische Doorkijk betreffen hoofdzakelijk de aandachtsgebieden Wedstrijdtennis, Marketing en Toptennis. Binnen deze gebieden vonden de afgelopen maanden grote ontwikkelingen plaats, bijvoorbeeld binnen het project Competitie Nieuwe Stijl, en op het gebied van talentontwikkeling / samenwerking tennisscholen. Deze ontwikkelingen staan beschreven in de nieuwe versie van de Strategische Doorkijk. Aanvulling: Financiering van de tennissport Ons land telt ongeveer één miljoen mensen die met plezier tennissen. Cijfers om trots op te zijn. Maar helaas neemt dit aantal de laatste jaren af. Dit heeft impact op de financiering van de sport. De KNLTB denkt op verschillende manieren na over dit thema. Daarom hebben we dit onderwerp opgenomen in de Strategische Doorkijk en onderverdeeld in de hoofdstukken: - Sponsorstrategie - Fonds (talenten)

6 Nederland Tennist Strategisch beleidsplan

7 Onze ambitie Nederland Tennist De Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond wil heel Nederland laten genieten van tennis, zowel actief als passief. Ons land telt ongeveer één miljoen mensen die met plezier tennissen. Cijfers om trots op te zijn en om te koesteren. Maar helaas constateren we dat dit aantal de laatste jaren afneemt. Die trend willen we keren door samen met onze verenigingen te komen tot een productaanbod dat aansluit bij de veranderde wensen van onze leden. Innovaties zoals de KNLTB ClubApp, Competitie Nieuwe Stijl en nieuwe tennisvormen dragen ertoe bij dat weer méér mensen méér gaan tennissen. We hebben de ambitie om structureel in de top 10 tennislanden wereldwijd te staan. Want Nederlandse tennissers in de wereldtop zorgen voor een enorme aantrekkingskracht tot de sport. De KNLTB is er voor alle liefhebbers van tennis. De topsporter, de leden van tennisverenigingen, vrije tennissers en tennisfans. De KNLTB is de verbindende schakel tussen tennissers, verenigingen en de sport zelf. We geloven in de kracht van de vereniging. We zijn ervan overtuigd dat verenigingen een belangrijke rol spelen om mensen meer en langer te laten genieten van de sport. Alleen dáár beleef je tennis in al zijn facetten. Daarom vormt de vereniging een belangrijk baken van Nederland tennist. 2

8 Inhoudsopgave Dit strategisch beleidsplan duidt de belangrijkste kernpunten voor de periode We hebben een scherpe ambitie geformuleerd. Om onze doelstellingen te realiseren, moeten we kiezen waar de komende jaren de focus op leggen. Deze keuzes staan beschreven in dit document: het strategische beleidsplan De basis voor dit document is gelegd in de Strategische Doorkijk van In deze versie hebben we een aanscherping gemaakt op basis van de laatste trends en ontwikkelingen; zowel binnen de tenniswereld als daarbuiten. Inhoudsopgave 1. Introductie: de kracht van tennis 2. Heden en toekomst: belangrijkste trends en ontwikkelingen 3. Strategisch beleid : Nederland Tennist 4. Rol van de KNLTB: onze thema s 3

9 1. Introductie De kracht van tennis

10 1. Introductie Tennis is een sport die wereldwijd, individueel en in teamverband door miljoenen mensen wordt beoefend Tennis heeft een enorme internationale aantrekkingskracht Tennis is een wereldsport, met meer dan 100 miljoen actieve spelers in ruim 200 landen. Bijna geen enkele andere sport wordt in zoveel landen georganiseerd beoefend door zo veel mensen. Ook in het toptennis is het mondiale karakter van de sport duidelijk zichtbaar. Meer dan 40 verschillende landen hebben een speler of speelster in de top 100 en de helden van de sport, zoals Roger Federer, Novak Djokovic en Serena Williams zijn wereldwijde iconen. 5

11 1. Introductie Nederland telt één miljoen tennissers; van jong tot oud en van alle niveaus In Nederland gaan meer dan één miljoen mensen jaarlijks de baan op, bijna daarvan zijn lid van een KNLTB Tennisvereniging. Daarmee is tennis de tweede sport van ons land. De unieke eigenschappen van tennis maken het de perfecte sport voor een vitale en sociale samenleving. Tennis is voor iedereen De tennissport biedt een mentale en fysieke uitdaging voor spelers van alle leeftijden en van alle niveaus, met en zonder beperking. Voor de een is tennis topsport, een ander speelt voor zijn plezier en ontspanning. Je hebt slechts één medespeler nodig om te kunnen beginnen en met banen in Nederland is er altijd wel één in de buurt. Bovendien kan tennis het hele jaar door op alle tijden van de week gespeeld worden, waardoor het in iedere agenda past. Tennis is gezond Wetenschappelijk onderzoek bewijst keer op keer dat tennis vele gezondheidsvoordelen biedt. In vergelijking met normaal actieve mensen zijn tennissers slanker, ze hebben een beter uithoudingsvermogen, sterkere botten en spieren en een betere conditie. Kinderen die tennissen presteren beter op school en omdat tennissers relatief weinig blessures oplopen, kan het tot op hoge leeftijd worden beoefend. Met actieve spelers van vijf tot 85 jaar oud mag tennis zich met recht een lifetime sport noemen. Tennis brengt mensen samen Nederland telt bijna tennisverenigingen. Zij vormen een landelijk dekkend netwerk, waarin bijna vrijwilligers actief zijn. De verenigingen vormen het kloppend hart van tennis in Nederland en zorgen voor een rijk en divers verenigingsleven dat ongekend is. Hierdoor is tennis voor veel leden veel meer dan een sport, de tennisvereniging is hun tweede thuis geworden. Een plek om met elkaar te spelen, van elkaar te leren en voor elkaar te zorgen. 6

12 1. Introductie De KNLTB is het kenniscentrum van tennis in Nederland: onze rol, missie en visie De Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond is al meer dan 100 jaar hét onbetwiste kenniscentrum van de tennissport in Nederland. Als aanjager van tennis in Nederland inspireren en verbinden wij alle partijen die betrokken zijn bij onze sport. Het is onze missie om de betekenis van tennis voor de Nederlandse samenleving te vergroten door nog méér mensen méér te laten tennissen. Om zo de samenleving op de been te brengen en in beweging te houden. Om mensen fitter en gezonder te maken. En om mensen te verenigen en samen te laten werken, ongeacht hun leeftijd, afkomst of geslacht. De KNLTB wil uitgroeien tot een maatschappelijk betrokken organisatie en toonaangevende sportbond. We stellen ons op als gids in tennisland en bieden toegevoegde waarde aan alle tennissers. 7

13 2. Heden en toekomst Belangrijkste trends en ontwikkelingen

14 2. Heden en toekomst De veranderende wereld heeft impact op tennis en tennissers: trends en ontwikkelingen De wereld om ons heen verandert snel. Deze trends en ontwikkelingen hebben impact op tennis en tennissers; op hoe we kijken naar de sport en hiermee omgaan in ons dagelijks leven. Hieronder staan de meest relevante trends kort uiteen gezet. Flexibiliteit en gemak Door de individualisering worden steeds meer en steeds andere eisen gesteld aan het tennisaanbod. Zo ontstaat een toenemende behoefte om te sporten wanneer en waar het de sporter zelf uitkomt. Daarnaast wordt variatie en keuzevrijheid in het sportaanbod verwacht. Veel mensen willen nergens aan vast zitten, waardoor het aantal lidmaatschappen afneemt. Wat juist toeneemt, is de opkomst van ongeorganiseerde sportvormen, zoals hardlopen en fitness. Vergrijzing Tennis is de grootst georganiseerde sport bij 35-plussers. Maar de tennissers, die tijdens de grote instroom in de jaren zijn gaan spelen, beginnen nu fysieke klachten te ontwikkelen. Fysiek ongemak is dan ook de belangrijkste afmeldreden bij senioren. Mede hierdoor is een terugloop in het aantal leden ontstaan. Een ontwikkeling die demografisch gezien nog enkele decennia verder kan doorzetten. Beleving We zien de sociale rol van verenigingen afnemen, onder andere doordat tijd steeds schaarser wordt. Tennissers blijven na een wedstrijd of training steeds minder lang op de vereniging. Veel mensen zijn voortdurend op zoek naar nieuwe uitdagingen en belevenissen en deze vinden zij steeds vaker buiten de sportverenigingen om. 9

15 2. Heden en toekomst Trends en ontwikkelingen hebben impact op tennis in Nederland: de belangrijkste feiten Het ledenaantal van de KNLTB daalt Na een stormachtige groei van tennis in Nederland tot de jaren 90, gevolgd door een stabiele periode van 15 jaar, zien we de afgelopen jaren dat het ledenaantal snel gedaald is van naar in Opvallend is wel dat het aantal competitiespelers redelijk stabiel is gebleven. Voornamelijk leden die geen competitie spelen, besluiten steeds vaker vrij te gaan tennissen en hun lidmaatschap op te zeggen. Het Nederlandse toptennis staat voor een uitdaging Ondanks incidentele successen, zoals de halve finale van Kiki Bertens op Roland Garros, de prestaties van het Fed Cup team en de Rolstoeltennissers in Rio, staat het Nederlandse toptennis een uitdaging te wachten een structurele positie in de top 10 waar te maken. Deze doelstelling is met rolstoeltennis wel glansrijk gehaald, al is het nu van belang om deze positie te behouden en verder uit te breiden. Doordat op de Nederlandse televisie minder zendtijd aan tennis wordt besteed, leeft toptennis ook minder in Nederland. Tennis staat financieel onder druk Door de terugloop van Lotto-gelden en verschillende subsidies staat het financieringsmodel van de sport onder druk. Deze ontwikkelingen raken ook de tennissport, al heeft de KNLTB heeft de sponsorinkomsten op peil weten te houden. In overleg met het NOC*NSF wordt werk gemaakt van een lange termijn overkoepelende sponsorovereenkomst. Deze verschillende trends en ontwikkelingen hebben de afgelopen jaren een negatieve invloed gehad op de ontwikkeling van tennis in ons land. De KNLTB moet én kan veranderen om de negatieve trend om te buigen. Daarom heeft de KNLTB deze nieuwe visie ontwikkeld om samen met onze verenigingen de bodem te leggen voor een duurzaam en gezond tennisklimaat in Nederland. 10

16 3. Strategisch beleid Nederland Tennist

17 3. Strategisch beleid Onze ambitie, strategische kernpunten en de rol van de KNLTB vormen de kern van dit beleidsplan Onze ambitie voor de periode is Nederland Tennist waarbij we ons richten op alle tennisliefhebbers in Nederland. Om onze ambitie te realiseren, concentreren we ons op vier strategische kernpunten Vergroten van het aantal tennissers (A). Nederland als top 10 tennisland (B). Rol van de KNLTB (C). Financiering van de tennissport (D). Een kernvoorwaarde voor het behalen van onze doelstellingen is een daadkrachtige KNLTB die fungeert als aanjager en verbinder binnen tennis in Nederland. 12

18 3.1 Strategische kernpunten A. Vergroten aantal tennissers De KNLTB wil het aantal tennissers in Nederland vergroten, en zorgen dat de mensen die al tennissen dat nog vaker gaan doen. We moeten de daling in het aantal tennissers keren. Om dit te realiseren, zetten we in op de volgende vijf elementen. A1 A2 A3 A4 A5 Actievere en krachtigere verenigingen creëren. Meer beleving en reuring rondom de sport en de verenigingen. Passend sportaanbod voor bestaande én nieuwe doelgroepen. Binding verhogen via relevante, persoonlijke communicatie. Rol en invloed van trainers vergroten. 13

19 3.1 Strategische kernpunten - vergroten aantal tennissers A1. Actievere en krachtigere verenigingen creëren De meerwaarde van KNLTB verenigingen vergroten Actieve en krachtige verenigingen vormen een belangrijk baken van Nederland Tennist. De KNLTB daagt clubs daarom uit om het maximale uit zichzelf te halen en zich sterk te profileren in hun omgeving. Door middel van verschillende KNLTB specialisaties kunnen verenigingen zich onderscheiden en de meerwaarde van het KNLTB lidmaatschap zichtbaar en voelbaar maken voor hun leden én voor potentiële nieuwe leden. De specialisaties zijn bijvoorbeeld gericht op het niveau van trainers, het wedstrijdaanbod, aandacht voor jeugd en talenten, de veilige sociale omgeving, de mogelijkheden voor rolstoeltennis of de kwaliteit van de banen. Belang van faciliteiten benadrukken Een hoogwaardig aanbod aan banen en clubhuizen is een basisvoorwaarde voor een krachtige vereniging. Om de kwaliteit van de faciliteiten te verbeteren, geven wij advies en ondersteuning over zowel het onderhouden als het optimaal benutten van bestaande en nieuwe accommodaties. Ook denken we samen met verenigingen na over nieuwe duurzame ontwikkelingen en innovaties om het aanbod te verbeteren. Aangepaste strategie per vereniging ontwikkelen Doordat elke vereniging een duidelijk profiel en ambitieniveau heeft, is een aangepaste strategie per vereniging noodzakelijk. Om deze doelen te verwezenlijken, bieden onze verenigingsadviseurs gerichte ondersteuning. Zij brengen eerst de specifieke behoeften van de vereniging in kaart en geven vervolgens gericht advies aan verenigingsbestuurders. Verbinden van verenigingen De KNLTB gelooft dat verenigingen elkaar kunnen helpen door kennisdeling. Dit stimuleren we bijvoorbeeld door middel van het kennisplatform Centrecourt, waar verenigingen o.a. best practices kunnen delen. Daarnaast organiseren we jaarlijks een groot aantal bijeenkomsten waar verenigingen bij elkaar komen om van elkaar te leren, van clusterbijeenkomsten tot het KNLTB Jaarcongres. 14

20 3.1 Strategische kernpunten - vergroten aantal tennissers A2. Meer beleving en reuring rondom de sport en de verenigingen De sociale rol van verenigingen vergroten De KNLTB wil de sociale rol van zijn verenigingen verder vergroten. De vereniging moet (weer) een toegankelijke plek zijn voor iedereen, waar mensen graag naartoe gaan en blijven. Wij stimuleren verenigingen om hun zichtbaarheid en toegankelijkheid te vergroten en zo een lokale trekpleister te worden die verder gaat dan alleen het aanbieden van tennis. Door de samenwerking te zoeken met organisatoren van andere sporten, kunnen meer activiteiten worden aangeboden dan alleen het eigen sportaanbod. Daarnaast kunnen clubaccommodaties vaak worden gebruikt voor lokale activiteiten, zoals kinderopvang of activiteiten voor ouderen. Het verenigingsaanbod moet hierbij goed worden afgestemd op de wensen en behoeften van de verschillende doelgroepen. De verenigingsadviseurs van de KNLTB bekijken per vereniging hoe deze sociale rol het beste kan worden vergroot en of een eventuele samenwerking deze rol kan vergroten. Reuring op de clubs genereren Mensen zijn meer dan ooit op zoek naar nieuwe ervaringen en belevenissen. Om te zorgen dat leden ook na hun training of wedstrijd langer op de club blijven, moeten verenigingen meer reuring op de club creëren. De KNLTB stimuleert verenigingen dan ook hierin te investeren, door te experimenteren met bijvoorbeeld nieuwe tennisvormen of door het park open te stellen voor andere doelgroepen. Meer (tennis-)activiteiten op het tennispark zorgen voor meer levendigheid, bekendheid van de club en een positiever imago in de buurt. 15

21 3.1 Strategische kernpunten - vergroten aantal tennissers A3. Passend sportaanbod voor bestaande én nieuwe doelgroepen Verschillende wedstrijdvormen aanbieden Tennissers die competities en toernooien spelen, hebben een sterkere binding met hun vereniging en blijven mede daardoor langer lid. Daarnaast draagt het spelen van competities sterk bij aan het teamgevoel, waardoor tennis als individuele sport toch goed kan concurreren met teamsporten. De competitie is voor veel leden dé reden om lid te zijn van een tennisvereniging. Toch speelt bijna twee derde van de leden nog geen competitie. Daarom spannen we ons in om het spelen van wedstrijden te stimuleren en hiermee meer teamgevoel te creëren. Maar het spelen van competities vergt tijd en flexibiliteit en dat blijkt een drempel voor veel tennissers. Daarom doen we grondig onderzoek naar welke wedstrijdvormen het beste aansluiten bij onze verschillende doelgroepen. Een voorbeeld hiervan is het project Competitie Nieuwe Stijl. Zo leggen we de basis voor een toekomstbestendig wedstrijdaanbod. Faciliteren van flexibiliteit en gemak Niet alleen bij competities ontstaat een groeiende vraag naar flexibiliteit. Steeds meer tennissers willen sporten wanneer het hen uitkomt en niet op vaste trainingstijden en wedstrijddagen spelen. Wij spelen in op de vraag naar flexibiliteit en gemak door deze drempels te verlagen of weg te nemen. Zo kijken wij bijvoorbeeld naar alternatieve lidmaatschappen, waarin tennissers zelf kunnen kiezen hoe en wanneer ze hun lidmaatschap invullen. Openstaan voor nieuwe vormen van tennis We zien de groeiende behoefte van tennissers aan variatie en keuzevrijheid. Nieuwe vormen van tennis worden steeds populairder. Wij willen het plezier in tennis in alle mogelijke vormen stimuleren en staan daarom open voor nieuwe tennisvormen als padel tennis en beach tennis. 16

22 Voorbeeld activiteiten Tenniskids Tenniskids is hét KNLTB tennisprogramma voor kinderen tot en met 12 jaar. Op een uitdagende manier leren kinderen de sport te spelen en versterken ze hun fysieke en sociale vaardigheden. Met de programma s Tenniskids en Tenniskids@school spelen we gericht in op de behoeften van onze jongste jeugd. Plezier en samenspel staan voorop en de oefeningen zijn perfect afgestemd op de leeftijd en mogelijkheden van kinderen. In het wedstrijdprogramma de World Tour ligt de nadruk op het teamaspect van de sport en worden sociale vaardigheden ontwikkeld. Inmiddels zijn er in Nederland ruim 1000 Tenniskidsverenigingen en meer dan Tenniskids trainers. Tenniskids laat kinderen spelenderwijs hun eerste stappen zetten op de tennisbaan. Erik Poel, Algemeen Directeur KNLTB 17

23 Voorbeeld activiteiten Competitie Nieuwe Stijl Ons land kent één van de grootste centraal georganiseerde tenniscompetities ter wereld, met ruim deelnemers. Het spelen van tennis in teamverband geeft een extra dimensie aan de sport en zorgt voor een sterkere binding met de vereniging. De KNLTB heeft zich ten doel gesteld om op termijn het aantal competitiespelers te verdubbelen. Onderzoek toont onder andere aan dat (potentiele) competitiespelers in toenemende mate behoefte hebben aan compacte, planbare vormen van competitie. Met het project competitie nieuwe stijl spelen we hierop in en maken we het competitieaanbod aantrekkelijker. Daarnaast helpen we clubs om optimaal gebruik te maken van hun baancapaciteit. Deze modernisering moet ertoe leiden dat meer mensen competitie gaan spelen waardoor hun binding met de club en hun medespelers verder toeneemt. Binnen het project Competitie Nieuwe Stijl onderzoeken we hoe we ervoor kunnen zorgen dat nog meer mensen competitie gaan spelen, want competitiespelers zijn vaak leden voor het leven! Sanne Meijer, Manager Wedstrijdtennis KNLTB. 18

24 3.1 Strategische kernpunten - vergroten aantal tennissers A4. Binding vergroten via relevante, persoonlijke communicatie Doelgroepspecifieke communicatie inzetten Het is onze missie om de betekenis van tennis te vergroten, maar de betekenis van tennis is niet voor iedereen hetzelfde. Het is noodzakelijk om in te spelen op de verschillende wensen en behoeften van tennissers. Wij hebben deze behoeften goed in beeld doordat we in dialoog gaan met onze tennissers, bijvoorbeeld in klantenpanels. Naast een doelgroep-specifiek tennisaanbod, houden wij ook in de communicatie rekening met deze verschillende wensen en behoeften door onze uitingen zo persoonlijk mogelijk te maken. Hiervoor maken we gebruik van onze gesegmenteerde database. Binding met tennissers vergroten Als geen ander kunnen we ons verplaatsen in de tennissers en we weten welke hoogtepunten en mijlpalen zich in een tennisleven kunnen voordoen, zoals bijvoorbeeld de eerste training, het spelen van een toernooi of het winnen van een competitie. Op deze momenten is de KNLTB zichtbaar door middel van aansprekende communicatie of adviezen. Zo vergroten we de binding van tennissers met de KNLTB en met de tennissport. Ook helpen wij KNLTB verenigingen om de binding met hun leden te vergroten met behulp van ICT toepassingen, zoals de KNLTB ClubApp (zie pagina 19). Gerichte acties op werving en behoud Helaas zien we in de afgelopen jaren een grote uitstroom bij veel van onze verenigingen. Op basis van onze database bepalen we nauwkeurig in welke klantgroepen de uitstroom het grootst is en door onderzoek onder oud-leden weten we wat hun motieven zijn. Op deze doelgroepen spelen we gericht in met werving en behoud acties. 19

25 Voorbeeld activiteiten De KNLTB ClubApp Digitaal afhangen, een tennismaatje voor vanmiddag zoeken, het laatste clubnieuws tot je nemen, iemand uitdaging in de laddercompetitie; het kan allemaal met één simpele vingerbeweging. Verenigingen met een sterke online strategie kunnen enorme slagen maken als het gaat om het creëren van betrokkenheid en binding van leden bij hun vereniging. Om dit te faciliteren is in 2016 de KNLTB ClubApp gelanceerd. Met de KNLTB ClubApp bieden we verenigingen een krachtig middel om de binding met hun leden te versterken. Met de KNLTB ClubApp is het voor elke vereniging makkelijk de binding met alle leden naar een hoger niveau te tillen. Anders Dielessen, Online Strateeg KNLTB. 20

26 3.1 Strategische kernpunten - vergroten aantal tennissers A5. Rol en invloed van trainers vergroten Meerwaarde van trainers vergroten Trainers spelen een sleutelrol binnen de KNLTB tennisverenigingen. Ze laten tennissers het maximale uit zichzelf halen en meer plezier beleven aan de sport. Naast het geven van trainingen vervullen ze vaak een belangrijke verbindende rol tussen leden onderling en tussen leden en het bestuur. De KNLTB vindt dat de sociale rol en invloed van trainers binnen de vereniging verder moet worden uitgebreid en zet hier de komende jaren actief op in. Permanente ontwikkeling van trainers De KNLTB helpt trainers deze sleutelrol binnen verenigingen goed te vervullen door middel van permanente ontwikkeling. Een groot en divers cursusaanbod houdt het niveau van de tennistrainers en daarmee de kwaliteit van de trainingen hoog. Daarnaast helpt permanente ontwikkeling onze trainers met het vergroten van hun sociale rol door het aan/bijleren van verbindende en organisatorische vaardigheden. Binding met de club versterken Om als trainer een belangrijke rol binnen een club te spelen, is een sterke binding met de club noodzakelijk. De trainer moet zijn of haar rol afstemmen op de clubambitie, mogelijkheden, omvang en verschillende doelgroepen binnen de club (jeugd, recreant, prestatief). Door sterk verbonden te zijn met de vereniging en haar leden kan het bereik van de trainer en daarmee de sociale rol van de vereniging worden vergroot. De KNLTB benadrukt het belang van een goede binding met de club en stimuleert trainers en verenigingen om de aanpak goed op elkaar af te stemmen en om gezamenlijk te komen tot een trainingsaanbod dat flexibel en betaalbaar is. 21

27 Voorbeeld activiteiten Permanente ontwikkeling trainers Permanente ontwikkeling helpt trainers om hun meerwaarde binnen de vereniging te vergroten door het op peil houden van hun kennisniveau en het versterken van hun sociale vaardigheden. Iedere tennisleraar die binnen twee jaar 24 PO punten behaalt met het volgen van bijscholing, kan zijn/haar licentie verlengen en lesgeven op de tennisclub. Zo krijgen tennissers altijd les van een leraar die werkt volgens de laatste methoden en inzichten. Op centrecourt.nl vind je het actuele en diverse cursusaanbod. De maatschappij verandert, de tennissport verandert en de vereniging verandert. Dus is het logisch dat de trainers mee veranderen. Dat is het doel van PO. Honzik Pavel, Coördinator KNLTB Beroepsopleidingen. 22

28 3.1 Strategische kernpunten B. Top 10 tennisland De KNLTB wil met het Nederlandse toptennis een structurele positie in de mondiale top 10 veroveren. Dit is een grote uitdaging die we met beide handen aanpakken. Dit doen we aan de hand van de volgende vier elementen B1 Creëren van een topsportcultuur. B2 Moderniseren van de talentontwikkeling. B3 Prestaties op alle niveaus. B4 Impact van toptennis events vergroten. 23

29 3.1 Strategische kernpunten - top 10 tennisland B1. Creëren van een topsportcultuur Doorvoeren cultuurverandering De ervaring heeft ons geleerd dat talent alleen geen garantie is voor succes. Alleen met optimale begeleiding en de juiste mentaliteit kunnen we het maximale halen uit onze talenten. Daarom streven we naar een prestatiecultuur waarin onze spelers elke dag opnieuw worden gestimuleerd om zichzelf te verbeteren en hun grenzen te verleggen. Leren van internationale toptennislanden Er zijn verschillende landen die al decennia lang structureel toptennissers afleveren. Hier kunnen en moeten we meer van leren, onder andere op het gebied van topsportmentaliteit en trainingsintensiteit. Wat doen zij anders, beter of meer? Op basis van een internationale benchmarkanalyse en met de input van ex-topspelers en topcoaches is in 2016 het vernieuwde Meerjaren Opleidingsplan Tennis (MOT) opgesteld. Dit plan kwam mede tot stand aan de hand van de visie van de concepten Long-Term Athlete Development Model en het Athletic Skills Model. Het MOT geeft een breed en onderbouwd inzicht op de tennisvisie van de KNLTB en is bedoeld voor trainers en ouders. Betrekken van oud-topspelers Onze oud-topspelers zijn van groot belang in het creëren van de topsport cultuur binnen onze organisatie. De ervaringen die zij hebben opgedaan tijdens hun carrière vormen belangrijke leerstof voor talenten. Daarom wil de KNLTB oud-topspelers nog intensiever betrekken in alles wat we doen op het gebied van topsport. Professionalisering van trainingstechnieken Om het niveau van de Nederlandse toptennissers hoog te houden, is een hoge kwaliteit van de trainingen noodzakelijk. Door het gebruik van high performance trainingsmiddelen en technieken vergroten we de effectiviteit van onze trainingen. Een voorbeeld is de ontwikkeling van het speler-volgsysteem KNLTB Tennislife. Tennislife heeft als doel optimale begeleiding van onze spelers te garanderen en zo de ideale trainings- en wedstrijdprogramma s te bepalen. 24

30 Voorbeeld activiteiten KNLTB Tennislife Met het gloednieuwe speler-volgsysteem KNLTB Tennislife maken we de ontwikkeling van talenten inzichtelijk en bieden we optimale begeleiding aan de hand van persoonlijke gegevens. KNLTB Tennislife is een maatwerk systeem dat uniek is voor de tennissport. Het stelt ons in staat passende trainings- en wedstrijdprogramma s te maken voor onze talenten aan de hand van persoonlijke ontwikkelingsdoelen. KNLTB Tennislife meet de fysiologische aspecten en trainingsintensiteit van talenten en koppelt deze informatie aan medische gegevens, wedstrijddata en videoanalyses. Daarnaast dient het als communicatiemiddel tussen bond, spelers, ouders en trainers. Dit systeem gaat een revolutie in de tenniswereld teweeg brengen. We krijgen meer grip dan ooit op de ontwikkeling van onze talenten. Jan Siemerink, Directeur Sportief KNLTB. 25

31 3.1 Strategische kernpunten - top 10 tennisland B2. Moderniseren van talentontwikkeling Moderniseren van jeugd- en talentontwikkeling Om het beste uit onze jeugd te halen, is in 2016 de jeugdopleiding gemoderniseerd. Met een professionele (keten)aanpak en intensieve samenwerking met de allerbesten (oud-topspelers, verschillende tennisverenigingen en tennisscholen) in Nederland willen we de doorstroming van talent de komende jaren verbeteren. De topselecties (vanaf Jong Oranje, jaar) worden intensief begeleid door de technische staf van de KNLTB om ze zowel fysiek als mentaal voor te bereiden op een succesvolle internationale loopbaan. De KNLTB verschuift van uitvoerder naar regisseur De KNLTB is enkele jaren geleden gestart met meerdere initiatieven op het gebied van talentontwikkeling. Zo is het jeugdtennis nieuw leven in geblazen met behulp van Tenniskids en zijn we gestart met een intensievere samenwerking met tennisscholen. Door deze ontwikkelingen is een rolverschuiving van de KNLTB op het gebied van talentontwikkeling mogelijk geworden. Waar de KNLTB vroeger voornamelijk uitvoerder was bij het opleiden van de jongste jeugd tot en met de selectiespelers in Jong Oranje, is de KNLTB in de nieuwe opzet de spil in een landelijk netwerk van gecertificeerde tennisscholen. Deze tennisscholen leiden de beste jeugdspelers op conform het KNLTB Meerjaren Opleidingsplan Tennis. Onder regie van de bond wordt gezamenlijk gewerkt aan het waarborgen van kwaliteit en het creëren van een vruchtbare bodem voor Nederlands tennistalent. 26

32 3.1 Strategische kernpunten - top 10 tennisland B3. Prestaties op alle niveaus Aansprekende toptennisresultaten Om onze ambities te verwezenlijken hebben we duidelijke doelstellingen gedefinieerd voor onze vertegenwoordigende teams en spelers. Deze doelstellingen blijven niet beperkt tot bijvoorbeeld de Davis Cup, Fed Cup of Olympische Spelen, maar ook op het gebied van rolstoeltennis en veteranentennis willen we tot de top van de wereld behoren. Doorstroming topselecties verbeteren Om de doorstroom van talenten te bevorderen is het van belang om de keten tussen de verschillende segmenten (jeugdopleiding, Jong Oranje, Davis Cup / Fed Cup) te versterken en de onderlinge samenwerking te verbeteren. Op basis van heldere afspraken en duidelijke criteria werken we aan een brede topselectie waarin spelers met elkaar concurreren en van elkaar leren, want talent maakt talent Verbreden basis toprolstoeltennis De afgelopen decennia is Nederland toonaangevend geweest in het internationale rolstoeltennis. Maar de concurrentie in rolstoeltennis is sterk toegenomen. De KNLTB moet mee in deze internationale ontwikkelingen om de wereldwijde nummer één positie te kunnen behouden. Het is daarom van groot belang om de doorstroom van de breedtesport naar de topsport te verbeteren, bijvoorbeeld door de toegankelijkheid van onze parken voor rolstoeltennissers te verbeteren. 27

33 3.1 Strategische kernpunten - top 10 tennisland B4. Impact van toptennis events vergroten Meer beleving brengen rondom de grote toptennis evenementen De bekendste toptennis evenementen in binnen- en buitenland zijn een belangrijk middel om meer mensen te laten genieten van tennis. Voorbeelden van deze toernooien in Nederland zijn de Fed Cup, Davis Cup, Ricoh Open en het ABN AMRO World Tennis Tournament. Bij deze evenementen kunnen alle tennisliefhebbers worden bereikt, dus ook niet-tennissers. Door deze evenementen optimaal neer te zetten kunnen de populariteit van tennis en zichtbaarheid van de KNLTB verder worden vergroot. Daarom wil de KNLTB ook aan topsportevenementen meer beleving toevoegen en delen we onze topsportprestaties proactief met een groter publiek dan voorheen. Wedstrijdervaring op topniveau opdoen Bij de overige (internationale) topsporttoernooien in eigen land ligt de nadruk minder op het vergroten van de publiciteit en populariteit van tennis. De primaire doelstelling bij deze toernooien is een gelegenheid creëren waar talenten zich kunnen meten met elkaar en de internationale top. Door Futures en Challengers in Nederland te ondersteunen, bieden we onze talenten de mogelijkheid laagdrempelig internationale wedstrijdervaring op te doen en belangrijke punten te verdienen voor de internationale ranglijst. 28

34 4. Rol van de KNLTB C. De rol van de KNLTB De KNLTB is al meer dan 100 jaar hét onbetwiste kenniscentrum van de tennissport in Nederland. Maar we hebben als bond ook een belangrijke maatschappelijke rol. Hier geven we op verschillende manieren invulling aan. De komende beleidsperiode focussen we op vier elementen. C1 C2 C3 C4 KNLTB als aanjager en verbinder. Tennis in de maatschappij. Duurzaamheid en integriteit De KNLTB organisatie. 29

35 4. Strategische kernpunten - rol van de KNLTB C1. KNLTB als aanjager en verbinder Verbinden van verenigingen en tennissers Wij zien de KNLTB als dé centrale organisatie waar alles omtrent tennis samenkomt. We willen deze rol vergroten door nog actiever in te zetten op het verzamelen en delen van informatie en het verbinden van verenigingen en individuen. Hierbij staan we ook open voor andere partijen die met tennis bezig zijn. Alles met als doel om van elkaar te leren en hiermee tennis in Nederland op een hoger niveau te krijgen. Aanjagen van vooruitgang Naast het aanjagen van vooruitgang door mensen en verenigingen te verbinden, nemen we ook zelf een proactieve communicatieve en sturende rol om kennis, inspiratie en ideeën te verspreiden onder onze doelgroepen. Kennisdeling betekent ook dat de KNLTB open staat om te leren van zijn verenigingen. Onze accountmanagers spelen een cruciale rol in het aanjagen van vooruitgang en het verbinden van verenigingen. Zij stimuleren verenigingen om samen te werken en van elkaar te leren. De gedeelde kennis wordt ontsloten via het kennisplatform Centre Court. De positie van tennis en tennisverenigingen in de maatschappij versterken We leven in een wereld die verder gaat dan tennis. Daarom richt de KNLTB bewust het vizier verder naar buiten, om het gehele speelveld te overzien. Belangrijke stakeholders hierin, zoals bijvoorbeeld landelijke en lokale overheden en sociale partners, hebben we in beeld en hier communiceren we actief mee. Naast de KNLTB zelf, spelen ook onze verenigingen hierin een cruciale rol. Uiteraard is ons doel onze ambities te realiseren, maar ook bij te dragen aan ambities en doelstellingen van onze stakeholders. Samen maken we sport in het algemeen en tennis in het bijzonder, groter, belangrijker en succesvoller. 30

36 4. Strategische kernpunten - rol van de KNLTB C2. Tennis in de maatschappij Tennis is een echte familiesport Tennis is dé sport bij uitstek die door iedereen gespeeld kan worden, onafhankelijk van leeftijd, afkomst of geslacht. Daarnaast is tennis een echte familiesport. Ouders en kinderen spelen naast en met elkaar. Tennis is in de doelgroep 35+ zelfs de grootste sport. Tennis is voor iedereen toegankelijk Wij vinden dat tennis voor iedereen toegankelijk moet zijn. De wereldwijde prestaties bij het rolstoeltennis zijn hier een prachtig voorbeeld van en hebben een positief effect op gehandicaptentennis in de breedte. Onze verenigingen omarmen dit volledig en zijn voor iedereen toegankelijk. Maar ook andere groepen in onze samenleving zijn meer dan welkom op de tennisbaan en in het clubhuis. De tennisvereniging als tweede thuis Bovenstaande feiten vormen een belangrijke aanleiding voor de keuze om onze tennisverenigingen als tweede thuis te positioneren. Dé plek waar mensen samen komen, samen sporten, en samen leven. Een plek waar iedereen zich welkom en thuis voelt en waar je altijd terecht kunt. Hiermee geven we een nieuwe invulling aan de sociale rol van de vereniging in de buurt. Onze verenigingen zijn een warme plek voor iedereen om naartoe te komen. Op verenigingen kunnen tennissers gewoon zichzelf zijn en sporten of zich verder ontwikkelen door zich voor de vereniging in te zetten. 31

37 4. Strategische kernpunten - rol van de KNLTB C3. Duurzaamheid en integriteit zijn randvoorwaardelijke thema s voor de KNLTB en onze verenigingen Duurzaamheid De KNLTB gelooft dat duurzame verenigingen een basisvoorwaarde zijn voor een gezond tennisklimaat voor de toekomst. Verschillende verenigingen tonen op dit gebied al initiatief, zoals het duurzaam besproeien van banen en het installeren van ledverlichting en zonnepanelen. Maar nog lang niet alle verenigingen zijn hier actief mee bezig. Daarom ondersteunt de KNLTB de verenigingen met ambities op dit gebied en deelt de KNLTB deze initiatieven onder zijn verenigingen. Integriteit Integriteit is een actueel thema, zowel in de samenleving als in de sport. Tennis is een veilige sport, maar onderwerpen als match fixing, doping en geweld vormen ook voor onze sport een bedreiging. Daarom heeft de KNLTB een integrale aanpak ontwikkeld voor alle integriteitskwesties. Binnen dit project worden duidelijke gedragscodes opgesteld voor iedereen die betrokken is bij tennis, van spelers tot coaches, maar ook voor bestuurders, scheidsrechters en publiek. Overtredingen van deze gedragscodes moeten worden gemeld bij de KNLTB. Zo bestrijden we ongewenst gedrag en zorgen we er voor dat tennis een veilige sport blijft. 32

38 Voorbeeld activiteiten Integriteit - Veilig Sport Klimaat Het project Integriteit/Fair Play zorgt voor eenheid in de aanpak van integriteitskwesties. Het uitgangspunt van het project is een uniforme en integrale aanpak van integriteitskwesties, gebaseerd op de pijlers preventie, detectie en correctie. Momenteel participeren we op vele facetten in het NOC*NSF programma Naar een veiliger Sportklimaat en zijn diverse integriteitprogramma s opgezet. In het project Integriteit/Fair Play worden alle relevante onderdelen meegenomen, zoals: Doping, Seksuele intimidatie, Matchfixing, Gedragscodes, Tuchtrechtspraak, Veiligheid, Fraude en Klachtenregelingen op diverse niveaus. De nieuwe plannen zorgen ervoor dat de tennisbond en verenigingen in de toekomst samen kunnen optrekken in de strijd tegen ongewenst gedrag. Tennis is een veilige sport, en dat willen we zo houden. Met het project Integriteit borgen we dat dit ook in de toekomst zo zal blijven. Rosalie Tamminga, Compliance Officer KNLTB. 33

39 4. Strategische kernpunten - rol van de KNLTB C4. De KNLTB organisatie Om onze ambitie te realiseren, moet de KNLTB twee veranderingen doorvoeren in zijn manier van werken. Ten eerste gaat de blik meer naar buiten. We willen de buitenwereld meer naar binnen halen: het verkrijgen van inzicht in wat er echt speelt in de tenniswereld én de wereld daarbuiten. Hier kunnen we dan ook eerder op inspelen; kansen benutten, op het moment dat ze zich voordoen. Ten tweede moeten we de slag maken van reactief naar proactief. Als we zelf goed weten wat er speelt kunnen we onze verenigingen en tennissers veel beter helpen om gezamenlijk onze ambitie te realiseren. Van Naar Van Naar Binnen naar buiten Buiten naar binnen Reactief Proactief We halen het maximale uit onze mensen Om dit te realiseren, moeten we het maximale uit onze beroeps- én bestuurlijke organisatie halen. Ook zij worden uitgedaagd om zichzelf structureel te verbeteren. Dit vraagt een mentaliteitsslag. Binnen de hele bond moet een prestatiecultuur heersen; net als binnen onze topsport. Door meer samen te werken in multidisciplinaire teams op basis van duidelijke afspraken creëren we een krachtige, slagvaardige KNLTB. We maken een belangrijke professionaliseringsslag Om deze omslag te faciliteren wordt de infrastructuur van de KNLTB verder geoptimaliseerd. Door verregaande digitalisering kunnen we meer flexibiliteit en efficiëntie realiseren en ons kostenniveau drastisch verlagen. Digitalisering levert ons meer informatie op, op basis waarvan we betere beslissingen kunnen nemen. Dit is een belangrijke stap in de professionalisering van de gehele KNLTB en van tennis in Nederland. 34

40 4. Rol van de KNLTB D. Financiering van de tennissport Ons land telt ongeveer één miljoen mensen die met plezier tennissen. Cijfers om trots op te zijn en om te koesteren. Maar de wereld verandert snel en de wensen en behoeften van tennissers veranderen mee. Deze ontwikkelingen hebben impact op de ledenaantallen van onze verenigingen, en daarmee op de financiering van onze sport. De KNLTB probeert in te spelen op deze veranderingen door kritisch te kijken naar de bestaande lidmaatschapsvormen en afdracht, en werk te maken van nieuwe sponsorproposities en alternatieve manieren van fondsenwerving. Binnen dit onderwerp onderscheiden we twee gebieden: D1 D2 Sponsorstrategie Fondsen 35

41 4.1 Strategische kernpunten financiering van de tennissport D1. Sponsorstrategie Op zoek naar nieuwe partners Voor het jaar 2017 gaan we op zoek naar nieuwe partners met een nieuwe propositie en een nieuwe verdeling van de rechten. Waar we tot nu toe onze pijlen hadden gericht op één hoofdpartner zijn de pijlen nu gericht op het vinden van 3 hoofdpartners. Deze partners sluiten aan bij belangrijke pijlers van de KNLTB. De hoofpartners kunnen afhankelijk van hun motivatie en doelstellingen de volgende pijlers adopteren: Tennis als de familie en lifetime sport Krachtige verenigingen als tweede huis Haal het beste uit jezelf (talent, top, wedstrijd) De huidige partners blijven in het huidige model bestaan en worden aangevuld met de hoofdpartners De kracht van de vereniging Samen met onze partners werken we aan de versterking van onze verenigingen. We kunnen partners toegang bieden tot bijna verenigingen, banen en vrijwilligers. Twee derde van de accommodaties is volledig in eigen beheer, hetgeen veel B2B en B2B2C kansen biedt voor partners. Zo is er bijvoorbeeld een vraag naar collectieve inkoop en professionalisering op alle facetten van het besturen van een vereniging. 36

42 4.1 Strategische kernpunten financiering van de tennissport D3. Fondsen (talenten en ex-topspelers) Voor talenten Vanuit maatschappelijk oogpunt en om alle toptalenten de mogelijkheid te bieden om de top te bereiken implementeert de KNLTB in 2017 een Jeugdfonds speciaal ontwikkeld voor jeugdige toptennissers waarvan de ouders financieel minder draagkrachtig zijn. Met dit fonds zorgt de KNLTB ervoor dat deze jeugdspelers een passende tennisopleiding kunnen volgen bij een gecertificeerde tennisschool en zo een optimaal trainings- en wedstrijdaanbod kunnen volgen. Hiermee beoogt de KNLTB het toptennisniveau naar een nog hoger plan te brengen en alle talentvolle jeugdspelers een optimale kans te geven. In samenwerking met Fonds voor de Sport worden verschillende wervingscampagnes uitgezet om uiteenlopende doelgroepen te bereiken met als doel een bijdrage te leveren aan het fonds. 37

43 Nederland Tennist Dit beleidsplan realiseren we samen. Samen met onze verenigingen, tennissers en vrijwilligers. Maar ook samen met onze partners. We streven naar versterkte en nieuwe partnerships met partijen die geloven in onze ambitie en deze met ons willen realiseren.

44 MEMO Aan: Ledenraad Van: Bondsbestuur Datum: November 2016 Betreft: Agendapunt 5 - Jaarplan 2017 Jaarplan De Strategische Doorkijk beschrijft op hoofdlijnen onze visie op tennis in Nederland en de rol van de KNLTB. In het Jaarplan 2017 wordt deze visie vertaald naar concrete strategieën en projecten per aandachtsgebied om onze ambities te realiseren. Tevens worden in het Jaarplan de Key Performance Indicatoren benoemd. De opbouw van het Jaarplan 2017 ziet er als volgt uit:

45 Jaarplan 2017

46 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Managementsamenvatting 1.2 Achtergrond 1.3 Strategische Doorkijk 2. Strategie Organisatiecultuur 2.2 Strategische uitgangspunten 2.3 Key Performance Indicatoren 2.4 Marketing doelstellingen 2.5 De belangrijkste projecten van HRM 4. Financiën 5. Strategische richting 5.1 Verhogen aantal tennissers 5.2 Top10 Tennisland 5.3 De rol van de KNLTB 5.4 Financiering van de tennissport

47 1.1 Management Summary Missie & Visie Projecten & Hot issues Risico s Missie: Meer mensen meer tennissen We willen de betekenis van tennis voor de Nederlandse samenleving vergroten door nog méér mensen méér te laten tennissen. Visie: Gids in tennisland De KNLTB wil uitgroeien tot een maatschappelijk betrokken organisatie en toonaangevende sportbond. We stellen ons op als gids in tennisland en bieden toegevoegde waarde aan alle tennissers op recreatief, wedstrijd- en topniveau door onze kennis met hen te delen Projecten Nieuw kernsysteem Nationaal Tennis Centrum KNLTB ClubApp Samenwerking Tennisscholen Competitie Nieuwe Stijl Belangrijke aandachtspunten Ledenaantallen Tennisaanbod voor specifieke doelgroepen Betrokkenheid verenigingen Online Risico s Sponsorinkomsten onder druk en daling subsidies Ledenaantal blijft dalen Doorlooptijd, niet snel kunnen inspelen op noodzakelijke veranderingen Inactieve verenigingen Voorwaardelijk Voldoende uitvoeringskracht Kwaliteit van personeel en kader Flexibele organisatie Huidige Situatie Uitgangspunten & doelstellingen KPI s Successen 2016 Bertens halve finale Roland Garros Halve finale Fed Cup 2x goud en 2x zilver op de Paralympics Goedkeuring project nieuw kernsysteem Tenniskidsfeest Groei najaarscompetitie Strategische uitgangspunten Verhogen aantal tennissers Top 10 tennisland Rol van de KNLTB Financiering van de sport # Leden Marktaandeel tennis in de sport Financien Op gewenst niveau 100% 100% 100% Uitdagingen Automatisering Doorvoer organsatieveranderingen (intern en extern) Verdere uitrol Tenniskids Arbitrage De organisatie Cultuuromslag Digitaliseren Het Slimme Werken Houding & Gedrag Verantwoordelijkheidsgevoel; afspraak is afspraak Klantgericht Pro-actief Samenwerking; halen en brengen Prestatiegericht # clubs Tenniskids # competitie spelers Deelname aan toernooien 100 % 27% 29% 30%

48 1.2 Achtergrond Achtergrond Jaarplan In 2014 is gestart met een nieuwe jaarcyclus. De Strategische Doorkijk is geactualiseerd voor 2016 t/m Deze wordt jaarlijks bezien en zo nodig bijgesteld (rolling forecast). Het Jaarplan bevat de concretisering van het beleid uit de Strategische Doorkijk voor het betreffende jaar. Dit Jaarplan bevat de Strategische Uitgangspunten voor 2017 en bijbehorende doelstellingen/kpi s. Het Jaarplan geeft ook aan hoe de KNLTB deze doelstellingen wil bereiken en hoe de verschillende aandachtsgebieden hieraan bijdragen. In dit Jaarplan wordt niet meer gewerkt met afdelingsjaarplannen, maar vanuit een integrale visie en aanpak. Achtergrond afgelopen periode Het speelveld voor sportbonden is sterk veranderd en zal in de (nabije) toekomst steeds sneller veranderen. Verschillende ontwikkelingen maken het noodzakelijk dat de KNLTB hierop adequaat blijft inspelen, om zowel nu als in de toekomst optimaal te kunnen functioneren/presteren. De KNLTB organisatie is volop in beweging. Er wordt gewerkt aan het verder optimaliseren van de KNLTB organisatie alsmede de cultuuromslag. Daarnaast wordt er nu structureel via marketing-principes gewerkt en gehandeld, om zo nog meer de klant centraal te kunnen zetten.

49 1.3 Strategische Doorkijk De Strategische Doorkijk is een visie stuk en is de start van een nieuwe jaarcyclus (beleid + financiën). Onze ambitie voor de periode is Nederland Tennist, of eigenlijk Heel Nederland Tennist waarbij we ons richten op alle tennisliefhebbers in Nederland. Om onze ambitie te realiseren, concentreren we ons op twee strategische kernpunten. Ten eerste willen we het aantal tennissers in Nederland verhogen. Ten tweede willen we er voor zorgen dat Nederland behoort tot de top 10 tennislanden. Deze kernpunten hebben een onderling versterkend effect en vormen samen de motor om onze ambitie Nederland Tennist te realiseren. Een kernvoorwaarde voor het behalen van onze doelstellingen is een daadkrachtige KNLTB die fungeert als aanjager en verbinder binnen tennis in Nederland. Daarnaast is het van groot belang om te komen tot een duurzaam en toekomstbestendig financieringsmodel voor de tennissport in Nederland. Deze doelstellingen vormen gezamenlijk het uitgangspunt voor het KNLTB Jaarplan 2017.

50 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Managementsamenvatting 1.2 Achtergrond 1.3 Strategische Doorkijk 2. Strategie Organisatiecultuur 2.2 Strategische uitgangspunten 2.3 Key Performance Indicatoren 2.4 Marketing doelstellingen 2.5 De belangrijkste projecten van HRM 4. Financiën 5. Strategische richting 5.1 Verhogen aantal tennissers 5.2 Top10 Tennisland 5.3 De rol van de KNLTB 5.4 Financiering van de tennissport

51 2.1 Organisatiecultuur De KNLTB zit midden in een organisatiecultuur-verandering. De medewerkers op het Bondsbureau hebben een aantal interne waarden gedefinieerd waar iedereen zich in kan vinden en ook aan dient te houden: Verantwoordelijkheidsgevoel; afspraak is afspraak Klantgericht Pro-actief Samenwerken; halen en brengen Prestatiegericht

52 Strategie 2.2 Strategie 2017 Substrategie A Actievere en krachtigere verenigingen creëren 1 B Meer beleving en reuring rondom de sport en de vereniging Verhogen aantal tennissers C Passend sportaanbod voor bestaande en nieuwe doelgroepen D Binding vergroten via relevante, persoonlijke communicatie Top 10 tennisland De rol van de KNLTB Financiering van de tennissport E A B C D A B C A B C Rol en invloed van trainers vergroten Creëren van een topsportcultuur Moderniseren van talentontwikkeling Prestaties op alle niveaus Impact van Toptennis events vergroten Actievere rol KNLTB als aanjager en verbinder Tennis in de maatschappij De KNLTB organisatie Nieuwe lidmaatschapsvormen/structuren Sponsorstrategie Fondsen (talenten en ex-toppers) Meer mensen meer tennissen D Rol NOC/NSF subsidies

53 A. A A N T A L T E N N I S S E R S B. T O P 1 0 T E N N I S L A N D C. R O L V A N D E K N L T B Doelstelling / Omschrijving KPI Definitie (=exacte berekening) Waarom belangrijk Meeteenheid 0-meting Target Tussentijdse 4-maands meting 0-meting Meerjarenraming Meetsystematiek A1.1 Aantal leden Het aantal leden bij verenigingen; aantal lidmaatschappen waarvan afdracht wordt gedaan aan de KNLTB, alle lidmaatschappen op aanmeldingen t/m A1.2 Relatief marktaandeel Het aantal leden tov het aantal sporters bij NOC*NSF aangesloten bonden A1.3 Bereik van verenigingen % van totaal aantal verenigingen dat is bereikt dmv Verenigingsbezoeken, thema/clustersbijeenkomsten, Jaarcongres, In gesprek met, etc. A1.4 Baansoort ontwikkeling Het aandeel gravelbanen tov alle buitenbanen bij de verenigingen die zijn aangesloten bij de KNLTB. Daarnaast inzichtelijk maken het percentage dat naar gravelen/of gravelachtige banen is gegaan bij (om)bouw/renovatie van een baan naar een andere baansoort. A1.5 # clubs dat Tenniskids toepast Het aantal TK clubs, leraren met applicaties (=basisopleiding Tenniskids, TK1) Als dat onder een kritische grens zakt, verliezen we inkomsten en slagkracht. Op korte termijn moet de daling worden stopgezet. Het is belangrijk hoe wij het ten opzichte van sporten als voetbal en hockey doen. Belang van gravelbanen wordt obv persoonlijke contacten, bestaande en up to date te houden literatuur constant onder de aandacht gebracht. Perceptie over vermeende nadelen (mbt kosten, speeldagen, snelheid van drogen, enz) wegnemen dmv goede objectieve informatie.in KNLTB uitingen in beeld wordt ook gelet op deze positionering. Aanpassing en verbetering van Tenniskids programma/ filosofie, waardoor bredere acceptatie onder alle verenigingen, leraren en ouders. aantal t/m Datum 2016 mei Uitdraai ServIT procent over ,0% nvt 11,7% 11,3% Via NOC*NSF ledentalrapportage percentage heel 2015 Bereik: Segment 1: 36% Segment 3: 72% Segment 2 en 4: 100% Bezoek (fysiek bezocht): Segment 1: 24% Segment 3: 48% Segment 2 en 4: 100% Bereik (2016 tm 20-5): Segment 1 (Kleine tevredenen): 35% Segment 2 (Grote gelukkigen): 69% Segment 3 (Lokale ambitieuzen): 56% Segment 4 (Hoogvliegers): 83% Bezoek (fysiek bezocht) (2016 tm 20-5): Segment 1 (Kleine tevredenen): 5% Segment 2 (Grote gelukkigen): 21% Segment 3 (Lokale ambitieuzen): 13% Segment 4 (Hoogvliegers): 35% procent heel 2015 Totaal aandeel gravelbanen: 43% (om)bouw/renovatie 2015: 38% aantal Aantal TK clubs: Aantal leraren met applicaties (TK1): Aantal TK clubs: 966 Huidig aandeel gravelbanen NL: 40% Aantal leraren met applicaties (TK1): Bereik (2015): Segment 1 (Kleine tevredenen): 50% Segment 2 (Grote gelukkigen): 93% Segment 3 (Lokale ambitieuzen): 81% Segment 4 (Hoogvliegers): 98% Bezoek (fysiek bezocht, incl Topshelf Open) (2015): Segment 1 (Kleine tevredenen): 22% Segment 2 (Grote gelukkigen): 84% Segment 3 (Lokale ambitieuzen): 49% Segment 4 (Hoogvliegers): 88% Aantal TK clubs: 824 (om)bouw/ renovatie 2014: 27,5% Huidig aandeel gravelbanen NL: 40% Aantal leraren met applicaties (TK1): Bereik: Segment 1: 36% Segment 3: 72% Segment 2 en 4: 100% Bezoek (fysiek bezocht): Segment 1: 24% Segment 3: 48% Segment 2 en 4: 100% Totaal aandeel gravelbanen: 50% Aantal TK clubs: alle verenigingen met jeugd (6 t/m 12 jaar) zijn Tenniskidsvereniging Aantal leraren met applicaties (TK1): ism Henk / verenigingsadviseurs Lijst Leon/Henk Uitdraai ServIT / Tenniskids Monitor A1.6 Aantal banenscans Aantal banenscans aantal heel banenscans op jaarbasis 2016 (t/m april): : banenscans op jaarbasis Opgave van verenigingsadviseurs A2.1 Deelname aan de World Tour en Groene competitie Het percentage van de leden in de leeftijdscategorie 6 t/m 12 jaar (obv geboortejaar) die deelneemt aan de World Tour en/of Groene competitie. (# Unieke Tenniskids in comp. / # Tenniskids op de peildatum) A2.2 Aantal partijresultaten Het aantal partijresultaten in competitie resp toernooien en overall. (=de som van aantal partijresultaten per bondsnummer) A2.3 Aantal spelers, ploegen, verenigingen dat competitie speelt A2.4 Aantal spelers (absoluut + % van leden) dat toernooien speelt Aantal spelers, ploegen, verenigingen per seizoen (winter / voorjaar / zomer / najaar) dat deelneemt aan competitie (excl Tenniskids). (Spelers die daadwerkelijk gespeeld hebben.) Aantal spelers (absoluut + % van leden) dat toernooien speelt (excl Tenniskids). Inzicht in deelname van de doelgroep aan de World Tour en Groene competitie aantal % van de doelgroep (leden 6 t/m 12 jaar) neemt deel aan de competitie (WT en/of Groene comp). 31% van de doelgroep (leden 6 t/m 12 jaar) neemt deel aan de competitie (WT en/of Groene comp). ( ) 47% van de doelgroep (leden 6 t/m 12 jaar) neemt deel aan de competitie (WT en/of Groene comp). 60% van de doelgroep (leden 6 t/m 12 jaar) neemt deel aan de competitie (WT en/of Groene comp). Uitdraai tenniskids.toernooi.nl / Tenniskids Monitor Ledenaantallen 2016 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus 2016 t/m augustus De ledenontwikkeling in augustus 2016 is licht Inzicht in het aantal partijresultaten. Stand begin maand aantal Gemiddeld 6,5 per lid Aantal partijresultaten Gem per lid Aantal partijresultaten Gem per lid Gemiddeld Stand 6,5 begin per jaar lid Uitdraai ServIT positief t.o.v. augustus Eind vorige maand Aanmeldingen t/m Zowel gemiddelde in competitie als Competitie , Competitie , Zowel Aanmeldingen gemiddelde competitie als toernooien stijgt door competitie Toernooien ,6 Toernooien ,5 toernooien stijgt door competitie was het verschil t.o.v. vorig jaar Eind Afmeldingen Afmeldingen Stand eind maand nieuwe stijl, aantrekkelijke Totaal , Totaal , nieuwe Stand stijl, per aantrekkelijke 31 juli augustus is dit verschil toernooivormen en nieuwe witte toernooivormen en nieuwe witte Ledenaantallen 2015 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus 2015 t/m augustus toernooien * t/m * t/m toernooien Stand begin maand Stand begin jaar Aanmeldingen Aanmeldingen Inzicht in competitie deelname. Door aanvullende Afmeldingen rapportage aantal heel 2015 Ontwikkeling aantal ploegen per Aantallen winter voorjaar zomer najaar som Aantallen winter voorjaar zomer najaar som Maart Afmeldingen 2016 volgt meting door Uitdraai ServIT ook inzicht deelname per leeftijdscategorie. Stand eind maand seizoen Spelers Spelers Hypercube Stand per 31 juli Enorm belangrijk om de jeugddeelname Afwijking aan competitie te Voorjaar: 3% daling Ploegen Ploegen stimuleren. Zomer : 6% daling Verenigingen Verenigingen Najaar: 16% groei Winter: 5% daling (Het aantal spelers betreft het aantal spelers die daadwerkelijk (Het aantal spelers betreft het aantal spelers die Stand gespeeld hebben, uitgezonderd '55+ competitie Aanmeldingen district Leiden daadwerkelijk gespeeld hebben, uitgezonderd '55+ Stand Het doel voor 2016 is betalende leden, Totaal aantal spelers 31 januari (som): Februari 2016' en 'Mixedcompetitie Maart district Zeeland April 2016' obv Mei competitie Juni district Leiden Juli 2015' en 'Mixedcompetitie Augustus 30 district september Doel Verschil indien de aanmeldingen in september hetzelfde 2016 Aantal unieke spelers: ploegopgave) Zeeland ' obv ploegopgave) blijven als in 2015, dan blijven we leden onder het doel van Afwijking Aantal 713 unieke spelers: Aantal 560 unieke spelers: Aantal unieke verenigingen: Aantal unieke verenigingen: (stand t/m ) Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus 2015 Inzicht in toernooi deelname. Door aanvullende Verenigingen rapportage ook aantal + percentage % groei van het aantal Aantal toernooispelers: Aantal toernooispelers: % groei van het aantal inzicht deelname per leeftijdscategorie. Verenigingen zonder jeugleden t/m toernooispelers 150 Toernooispelers: % 145van de leden Toernooispelers: % van 138de leden 139 toernooispelers (jaarlijks) 150 Verenigingen met jeugdleden Aantrekkelijke toernooivormen worden Aantrekkelijke toernooivormen Tenniskids verenigingen (Kenmerk in ServIT) sterker in de markt gezet 830en * 872 Aantal spelers t/m * Aantal spelers t/m worden sterker in de markt gezet 824en Percentage van het aantal verenigingen met jeugdleden zwarte/grijze toernooien 54% worden wit 57% 61% 63% 64% 65% 65% 66% zwarte/grijze toernooien worden 54% wit A3.1 Aantal unieke bezoekers KNLTB.nl Het aantal actieve gebruikers (=1x per maand) Hoe meer leden hun weg vinden naar de website des te aantal heel 2015 (gemiddeld Januari per maand) Februari Maart (gemiddeld per April maand) Mei Juni (gemiddeld Juli per maand) Augustus ntb (ivm app) 2015 en centrecourt.nl betrokkkener ze zijn en daardoor weer Stand loyaler. begin Hiervoor maand zullen KNLTB.nl KNLTB.nl KNLTB.nl we onze leden actief moeten benaderen. Nieuw centrecourt.nl centrecourt.nl centrecourt.nl Stand eind maand A3.2 Aantal gebruikers KNLTB app Het aantal verenigingen dat de KNLTB app gebruikt. Hoe meer verenigingen de KNLTB app gebruiken hoe sterker aantal Ledenpakket: verenigingen KNLTB.Club: 9 verenigingen (en 546 aanmeldingen) nvt Ledenpakket: verenigingen Percentage van het aantal verenigingen 42% 42% 42% 42% 42% 42% 42% 42% 42% de binding met de vereniging en de KNLTB wordt. Betaalde app: 850 verenigingen KNLTB ClubApp: nog niet in gebruik (209 aanmeldingen, welke Betaalde app: verenigingen Leden: leden bedienen) Leden: Aantal unieke bezoekers Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Gemiddelde 2015 A4.1 Klanttevredenheid coaches Deze KPI meet de tevredenheid van trainers die de opleiding Dit geeft aan in hoeverre de opleiding KNLTB.nl aansluit / gewaardeerd waarde heel 2015 TL3 geslaagd: 7, nvt TL geslaagd: 7, (n=41) TL3 geslaagd: 7, succesvol hebben gevolgd in de vorm van een wordt door trainers. Centrecourt.nl TT4 geslaagd: 8, TT geslaagd: 8,3 (n=10) TT4 geslaagd: 8, waarderingscijfer. Tenniskids.nl TL niet-geslaagd: 5, (n=7) Aan de niet-geslaagden vragen we ook een waardering, maar Paginaweergaven hierbij zal vooral naar de inhoudelijke argumenten worden gekeken. KNLTB.nl Centrecourt.nl A4.2 Permanente ontwikkeling coaches Deze KPI meet hoeveel coaches hun licentie hebben verlengd. Permanente ontwikkeling helpt trainers Tenniskids.nl om hun meerwaarde aantal licentie verlengingen N.v.t % van de verlopen licenties in 2020 binnen de vereniging te vergroten door Pagina's het op peil per houden sessievan (= 77,7% van de licenties die aflopen zijn verlengd. hun kennisniveau en het versterken van KNLTB.nl hun sociale in 2016) 2,44 2,50 2,56 2,30 2,04 2,09 2,11 2,07 2,31 vaardigheden. Centrecourt.nl 2,67 2,56 2,37 2,43 2,36 2,38 2,03 2,07 2,60 Tenniskids.nl 2,61 2,68 2,70 2,39 2,41 2,43 2,12 2,26 2,44 Volgers en likes Per 31 december 2015 Twitter Facebook TenniskidsNL op Facebook B3.1 Top 10 tennisland in de wereld Het NL toptennis behoort tot de Top 10 landen in de wereld Toptennis: - aantal spelers in de top groep Davis Cup en Fed Cup - aantal spelers in MD GS toernooien - aantal spelers bij de laatste 8 van GS toernooien - positie bij de European Tennis Trophy Toprolstoeltennis: - aantal internationale toernooien - aantal heren in top aantal dames in top aantal jongens in top 30 - aantal meisjes in top 30 - positie bij de World Team Cup C1.1 Bekendheid De KNLTB wordt (weer) gepercipieerd als de 2e sportbond van NL C1.2 Maatschappelijke betrokkenheid en relevantie De KNLTB wordt door 80% van de leden gepercipieerd als een maatschappelijk betrokken organisatie C4.1 Klanttevredenheid Deze KPI (Klant Tevredenheid) meet de tevredenheid onder de clubbestuurders, dmv een waarderingscijfer voor de KNLTB dienstverlening. Op het gebied van Accommodatieadvies... Verenigingsbeleid... Vrijwilligersbeleid... Jeugdbeleid... Tennispromotie... Sponsorbeleid... Juridisch advies... Automatiseringsadvies... Competitiezaken... Ledenwerving en behoud... Trainingen... Tennisleraren Overall Deze KPI (Klant Tevredenheid) meet de tevredenheid onder onze leden dmv een waarderingscijfer voor de KNLTB dienstverlening. C4.2 Financieel gezond Er wordt gewerkt met sluitende begroting en er zijn voldoende buffers om tegen-vallers op te vangen Als NL in de top staat, straalt dat af om Aantal op imago klantencontacten dat heeft waarde / aantal jan '16 Toptennis: Januari Februari Toptennis: Maart April Mei Toptennis: Juni Juli Augustus Toptennis : Gemiddelde 2015 weer een positief effect op ledenaantal. Telefoon - 4 spelers in de top spelers in de top spelers in de top (op ) spelers in top Wereldgroep Davis Cup (top 16) Group I Davis Cup (19e) Group I Davis Cup (19e) spelers in de top Doorlooptijd - Wereldgroep II Fed Cup (top 16) - Wereldgroep Fed Cup (6e) - naar Wereldgroep Fed Cup (2016) - Wereldgroep Davis Cup (top 16) 1e lijn - 2 spelers in MD elk 6 GS uur toernooien 8 uur 11 uur 20 uur 21 uur - totaal 15 uur 2 heren en 2 dames 5 uur in MD GS toernooien 9 uur - Wereldgroep I Fed Cup (top 8) 21 2e lijn - 1 speler bij de laatste 20 uur 8 van één van 19 uur - Australian Open: 28 2 uur heren en 1 dame 47 uur in main draw46 uur - Australian 43 uur Open: 227 heren uur en 2 dames 14 in uur main draw - 4 spelers in MD GS toernooien 49 de GS toernooien - Roland Garros: 2 heren en 1 dame in main draw - 2 spelers bij de laatste 8 van GS - top 12 positie bij de ETT ** - geen spelers bij de laatste 8 van GS toernooien - Wimbledon: 2 heren en 2 dames in main draw toernooien - US Open: 1 heer en 1 dame in main draw - top 10 positie bij de ETT ** Tenniskids@School Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Gemiddelde geen spelers bij de laatste 8 van GS toernooien Bereikte deelnemers t/m 12 jaar e bij de ETT Bereikte deelnemers 13 t/m 17 jaar NB Aantal betrokken verenigingen waarde / aantal jan '16 Toprolstoeltennis: Toprolstoeltennis: Toprolstoeltennis: Toprolstoeltennis: Aantal bereikte scholen internationale toernooien (in NL) - 2 internationale toernooien gepland (in NL) - 3 internationale toernooien (in NL) - 4 internationale toernooien Aantal BSO's NB - 8 heren in top 100, min in top 10-4 heren in top 100, 1 heer in top 10-4 heren in top 100, 2 heren in top heren in top 100 Aantal openbare plekken NB - 11 dames in top 100, min 4 in top 10-6 dames in top 100, dames in top 10-9 dames in top 100, 4 dames in top dames in top jongens in top 30-3 jongens in top 30-3 jongens in top 30-5 jongens in top 30-2 meisjes in top 30-0 meisjes in top 30-0 meisjes in top 30-5 meisjes in top 30 - minimaal top 5 positie bij de WTC - 7e (WG-mannen) Juni en 1e Juli (WG-vrouwen) Augustus bij de WTC Waarde in Jeugdpartner Menzis Official supplier TennisDirect / Dunlop / Bilderberg / Sjeng * rankings op * rankings 4op Media partner Sky Radio / De Telegraaf Partner Lotto Overige In augustus 2016 zijn er 2 tenniskidsverenigingen Uitdraai ServIT bijgekomen. Er zijn op 31 augustus verenigingen zonder jeugleden, daarnaast zijn er ook 223 verenigingen met 10 of minder jeugdleden. Het target voor 2016 is Objectief vaststellen In augustus van 2016 zijn er geen nieuwe afhangborden websiterapport geplaatst. (uit dashboard) Uitdraai van LISA De najaarscompetitie is in augustus gepubliceerd, dmv evaluatieformulier we zien daarom een stijging van het aantal bezoekers het aantal paginaweergaven op KNLTB.nl. Uitdraai ServIT rankings + ETT ranking De vragen in augustus 2016 gingen over (jaarlijks) ledenadministratie (KNLTB.club / LISA), indeling najaarscompetitie en wachtwoorden MIJNKNLTB. Door de vakantieperiode zien we hier beperkte Hoe hoger de bekendheid en beter het imago en de maatschappelijke betrokkenheid, des te meer leden willen lid zijn; (15-80 jaar) waarde dec '15 3e nvt 4e 2e Enquête onder bevolking Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Totaal aantallen. Verenigingsbezoeken Het belang is met name dat individuen maar ook organisaties Themabijeenkomsten (zoals scholen) tennis hoger op het netvlies krijgen en houden Clusterbijeenkomsten zodat tennis vaker geprobeerd of geprogrammeerd wordt. Banenscans Gemeentebezoeken Veel van onze leden vinden dit belangrijk Door en districtsbestuur deze groep wordt waarde dec '15 35% nvt % van 7 de leden vindt 16de KNLTB een maatschappelijk 10 80% 66 Enquête (Ledenmonitor) steeds groter vanwege de sterk verschuivende publieke/ betrokken 388 organisatie, % niet, 31% eens noch 68 oneens en algemene opinie op dit gebied; Duurzaam denken en doen 38% heeft geen mening. wordt een steeds belangrijker toetscriterium voor iedereen. Competitie Verschil 2016 t.o.v Het aantal ingedeelde ploegen voor de KNLTB Voorjaarscompetitie najaarscompetitie is wederom gestegen. Van Aantal ingedeelde ploegen in 2015 naar in Zomeravondcompetitie Dit geeft aan of we het als KNLTB goed Aantal doen ingedeelde voor onze ploegen waarde dec ' Overall 7, nvt Accommodatieadvies 7,6 Overall 8,0-64 Enquête (Verenigingsmonitor) belangrijkste stakeholders (de verenigingen). Najaarscompetitie Verenigingsbeleid 7,5 Aantal ingedeelde ploegen Vrijwilligersbeleid 7, Spelers voorjaarscompetitie en zomeravondcompetitie Jeugdbeleid 7,3 Unieke spelers Tennispromotie 7, Gemiddeld aantal unieke spelers per ploeg 6,29 6,31 6,18 Sponsorbeleid 6,2-0,02 Toernooien 2016 tm w tm w tm w33 Juridisch advies 7,3 Het aantal toernooien in de eerste 33 weken is Aantal toernooien (alle soorten) met partijresultaten Automatiseringsadvies 6,5-43 gedaald t.o.v en daarmee ook het aantal Aantal unieke spelers "Open Toernooien" Competitiezaken 7, Aantal partijen "Open Toernooien" Ledenwerving en behoud 7, spelers en partijen. Tenniskids voorjaar Trainingen 7,0 Verschil 2016 t.o.v Aantal ploegen World Tour rood en oranje Tennisleraren 6,9-91 Aantal ploegen Groen Aantal ingeschreven spelers World Tour rood en oranje Overall 7,4-558 Aantal spelende spelers World Tour rood en oranje Aanntal ingeschreven spelers Groen Aantal spelende spelers Groen Dit geeft aan of we het als KNLTB goed doen voor onze leden. waarde dec '15 7,3 nvt 7,0 8,0 Enquête (Ledenmonitor) SENIOREN ATP/WTA SINGLES Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus De KNLTB streeft een gezonde financiele Aantal positie spelers na. Dwz in top er 100 euro jan '16 - EV grens tussen 5 & 82mio, 1 nog in 1te vullen door controller 2 1 Voldoet EV grens tussen 5 & 8 mio, wordt conform begroting gehandeld en Aantal is er een spelers ondergrens van 101 t/m 500 sluitende begroting, spaarsaldo 4 3 mio, sluitende begroting, spaarsaldo 3 mio, voor het Eigen Vermogen. Aantal speelsters in top 100 afwijkingen begroting < 15% afwijkingen begroting < 15% Aantal speelsters van 101 t/m ATP/WTA DOUBLES Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Aantal spelers in top Aantal spelers van 101 t/m Aantal speelsters in top Aantal speelsters van 101 t/m Davis Cup Deelname in groep G1 G1 Fed Cup deelname in groep WG II WG I Rolstoeltennis Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Aantal spelers in top Aantal spelers vanaf Aantal speelsters in top Aantal speelsters vanaf JUNIOREN Tennis Europe U14 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Aantal spelers top Aantal speelsters top ITF U18 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Aantal spelers in top Aantal spelers vanaf Aantal speelsters in top Aantal speelster vanaf Rolstoeltennis Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Aantal spelers in top Aantal spelers vanaf Aantal speelsters in top Aantal speelsters vanaf Veteranen (singles) Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Aantal spelers in top Aantal speelsters in top European Champions Trophy Positie NL (jaarlijks) 12 Aantal geldige licenties Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Per 31 december 2015 A B C S Totaal Applicaties gevolgd door leraren met geldige licentie Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Tenniskids Tenniskids Tenniskids rankings In augustus 2016 zien we lagere aantallen dan in de vorige maanden door de schoolvakanties. Geen wijzigingen t.o.v. juli We hebben 8 partners die een waarde vertegenwoordigen van , daarnaast hebben we nog overige sponsoring voor een waarde van Op de Olympische Spelen hebben Kiki Bertens, Robin Haase en Jean-Julien Rojer helaas geen Objectief vaststellen uit financiële rapportages wedstrijd kunnen winnen. Op een lager niveau wisten Richel Hogenkamp en Tallon Griekspoor wel het ITF toernooi van Koksijde te winnen. Deze maand zien we een kleine stijging van het aantal geldige licenties t.o.v. de vorige maand. 2.3 Key Performance Indicatoren huidige meting (2 x per jaar) en dashboard (maandelijks) wordt samengevoegd tot 1 KPI dashboard (maandelijks) A. AANTAL TENNISSERS A1. ACTIEVERE EN KRACHTIGERE VERENIGINGEN A2. AANSPREKEND TENNISAANBOD VOOR BESTAANDE ÉN NIEUWE DOELGROEPEN A4. GROTERE ROL EN INVLOED VAN TRAINERS BINNEN DE VERENIGING A5. MEER BELEVING OP DE VERENIGINGEN CREËREN B. TOP 10 TENNISLAND B1. Creëren van een topsportcultuur B2. Moderniseren van de talentontwikkeling B3. Prestaties op alle niveaus B4. Impact van toptennis evenementen vergroten C. ROL VAN DE KNLTB C1. De KNLTB neemt actiever de rol van aanjager en verbinder van tennis in NL C2. We zetten expliciet in op de tennisvereniging als 'tweede thuis waar iedereen welkom is' C3. Integriteit is een randvoorwaardelijk maatschappelijk thema C4. Om onze nieuwe ambities te realiseren is het essentieel dat we ook onze eigen rol en manier van werken als bond aanpassen KNLTB DASHBOARD LEDENONTWIKKELING TOELICHTING BETALENDE LEDEN TOELICHTING (TENNISKIDS) VERENIGINGEN TOELICHTING A3. STERKE BINDING MET TENNISSERS DOOR DIRECTE, RELEVANTE COMMUNICATIE VERENIGINGEN MET AFHANGBORD TOELICHTING ONLINE TOELICHTING LEDENSERVICE TOELICHTING MARKETING COMMERCIËLE ZAKEN TOELICHTING TOELICHTING VERENIGINGSONDERSTEUNING TOELICHTING WEDSTRIJDTENNIS TOELICHTING TOPTENNIS TOELICHTING BEROEPSOPLEIDINGEN TOELICHTING A. AANTAL TENNISSERS wie A1. ACTIEVERE EN KRACHTIGERE VERENIGINGEN A1.1 Aantal betalende leden Henk/Erik A1.2 Relatief marktaandeel Karel A1.3 Bereik van verenigingen (# bezoeken) Henk A1.4 Baansoort ontwikkeling (gravel) Henk A1.5 # clubs dat Tenniskids toepast Erik A1.6 Aantal banenscans (binnen en buiten) Henk A2. AANSPREKEND TENNISAANBOD VOOR BESTAANDE ÉN NIEUWE DOELGROEPEN A2.1 Deelname aan de World Tour en Groene competitie Erik A2.2 Aantal partijresultaten (DSS) Sanne A2.3 Aantal spelers, ploegen, verenigingen dat competitie speelt Sanne A2.4 Aantal spelers (absoluut + % van leden) dat toernooien speelt Sanne Penetratie Padel t.o.v. aantal clubs Henk nieuwe proposities (splitsing op sheet 2 Erik Broeren A3. STERKE BINDING MET TENNISSERS DOOR DIRECTE, RELEVANTE COMMUNICATIE A3.1 Aantal unieke bezoekers KNLTB.nl en centrecourt.nl Erik Broeren A3.2 Aantal gebruikers KNLTB app Erik Broeren Aantal verenigingen KNLTB.App Erik Broeren Aantal verenigingen KNLTB.Club Erik Broeren volledigheid, juistheid en tijdigheid data Martijn A4. GROTERE ROL EN INVLOED VAN TENNISLERAREN BINNEN DE VERENIGING A4.1 Klanttevredenheid tennisleraren Marjolein A4.2 Permanente ontwikkeling tennisleraren Marjolein A5. MEER BELEVING OP DE VERENIGINGEN CREËREN B. TOP 10 TENNISLAND B1. Creëren van een topsportcultuur Marjolein B2. Moderniseren van de talentontwikkeling jeugd Marjolein Speler Volg Systeem: # clubs dat dat gebruikt Marjolein B3. Prestaties op alle niveaus B3.1 positie NL op wereldranglijsten Marjolein B4. Impact van toptennis evenementen vergroten C. ROL VAN DE KNLTB C1. De KNLTB neemt actiever de rol van aanjager en verbinder van tennis in NL C1.1 Bekendheid RJ C1.2 Maatschappelijke betrokkenheid en relevantie - C2. We zetten expliciet in op de tennisvereniging als 'tweede thuis waar iedereen welkom is' C3. Integriteit is een randvoorwaardelijk maatschappelijk thema Rosalie C4. Rol en manier van werken KNLTB aanpassen C4.1 Klanttevredenheid Henk C4.2 Financieel gezond Karel Bestuurlijke organisatie - structuur LR en DR Rosalie Arbitrage Sanne 9

54 2.4 Marketing doelstellingen Marketing activiteiten dragen bij aan onze belangrijkste doelstelling, het verhogen van het aantal tennissers: Het realiseren van een aansprekend tennisaanbod Door te komen tot een duidelijke positionering (o.a. maatschappelijk relevant) van de KNLTB en de tennissport Het creëren en behouden van tevreden klanten als verenigingen, tennissers en andere stakeholders Het aanzetten tot publiciteit genererende activiteiten Het creëren van een doelgroep-segmentatie, op basis waarvan de juiste productmarkt-combinaties worden geïntroduceerd

55 2.5 Projecten 2017 Toptennis Verenigingsondersteuning Wedstrijdtennis Marketing Communicatie/ Events PO Tennisleraren Positionering gravel Competitie Nieuwe Stijl Uitrol Proposities doelgroepen Fonds talenten en ex-toppers Samenwerking en beïnvloeding overheden Online identiteit (definitie aanpassen) Arbitrage Tenniskids Jaarcongres Verenigingen Duurzaamheid Toernooien Rolstoeltennis Jaarcongres Tennisleraren Veiliger Sportklimaat (VSK) Positionering Club als 2 e huis Nieuwe (studenten) verenigingen ICT Financiën BZ P & O Nieuwe lidmaatschaps vormen IT Kernsysteem NTC Data policy (juridisch) Nieuwe werken (ook i.v.m. NTC) KNLTB ClubApp Digitalisering administratie (o.a. declaratieproces)

56 Inhoudsopgave Jaarplan Inleiding 1.1 Managementsamenvatting 1.2 Achtergrond 1.3 Strategische Doorkijk 2. Strategie Organisatiecultuur 2.2 Strategische uitgangspunten 2.3 Key Performance Indicatoren 2.4 Marketing doelstellingen 2.5 De belangrijkste projecten van HRM 4. Financiën 5. Strategische richting 5.1 Verhogen aantal tennissers 5.2 Top10 Tennisland 5.3 De rol van de KNLTB 5.4 Financiering van de tennissport

57 3. Kengetallen HRM De inkomsten (ledenaantallen en subsidies) van de KNLTB staan onder druk en daarom kijken we continue kritisch naar de organisatie.

58 3. Kengetallen HRM (2) Verloop van personele begroting/realisatie in euro s In zijn reorganisatiekosten opgenomen voor KNLTB 3.0 en 4.0 De realisatie in 2016 betreft de 7-maandsprognose 2016 De kosten stijgen in 2017 vanwege permanente invulling van een aantal nieuwe posities

59 Inhoudsopgave Jaarplan Inleiding 1.1 Managementsamenvatting 1.2 Achtergrond 1.3 Strategische Doorkijk 2. Strategie Organisatiecultuur 2.2 Strategische uitgangspunten 2.3 Key Performance Indicatoren 2.4 Marketing doelstellingen 2.5 De belangrijkste projecten van HRM 4. Financiën 5. Strategische richting 5.1 Verhogen aantal tennissers 5.2 Top10 Tennisland 5.3 De rol van de KNLTB 5.4 Financiering van de tennissport

60 4. Financiën BATEN BEGROTING PROGNOSE RESULTAAT Contributies, bijdragen en heffingen Retributies Subsidies Ontvangen ecotaks Sponsoring Overige fondsenwerving Financiële baten Overige baten TOTAAL BATEN Contributies: daling betalende leden in 2017 met t.o.v Subsidies: geen subsidie Gelderland in begroting 2017 Sponsoring: extra te realiseren sponsoring van 250k opgenomen Overige baten: Davis Cup/Fed Cup uit- en thuiswedstrijd begroot

61 4. Financiën (2) LASTEN BEGROTING PROGNOSE RESULTAAT Activiteiten organisatie Activiteiten Verenigingstennis Activiteiten Toptennis Vergader- en commissiekosten Personele kosten Afschrijving vaste activa Verstrekte subsidies/giften Doorbetaalde ecotaks Financiële lasten Overige lasten TOTAAL LASTEN Resultaat Activiteiten organisatie lager door besparing op IT beheerskosten Activiteiten toptennis hoger door uitrol nieuw beleid Personele kosten: nieuw beleid toptennis en permanente invulling (nieuwe) managementposities Overige lasten: Davis Cup/Fed Cup uit-en thuiswedstrijd

62 Inhoudsopgave Jaarplan Inleiding 1.1 Managementsamenvatting 1.2 Achtergrond 1.3 Strategische Doorkijk 2. Strategie Organisatiecultuur 2.2 Strategische uitgangspunten 2.3 Key Performance Indicatoren 2.4 Marketing doelstellingen 2.5 De belangrijkste projecten van HRM 4. Financiën 5. Strategische richting 5.1 Verhogen aantal tennissers 5.2 Top10 Tennisland 5.3 De rol van de KNLTB 5.4 Financiering van de tennissport

63 5.1 Verhogen aantal tennissers Kans Nederland kent een groot en stabiel aantal tennisliefhebbers (passief en actief). Digitalisering in communicatie met doelgroepen Flexibilisering; toenemende behoefte om te sporten wanneer en waar het de sporter zelf uitkomt Quality time gezin belangrijker Bedreiging Aanbod vereniging sluit niet aan bij klantbehoefte Dalend ledenaantal Verloop is hoog. De helft van de nieuwe leden zegt binnen 3 jaar weer op Tijd wordt steeds schaarser Individualisering Vergrijzing vrijwilligers Sterk Nieuwe campagnes en proposities gericht op behoud en werving KNLTB ClubApp Tennis.nl inzetten voor lead generatie Van relatiebeheer naar account management (VO) Doelgroep gedreven content Onderzoek naar vrije tennisser flexibele abonnementsvormen meerwaarde KNLTB Zwak Verenigingen zien niet altijd de noodzaak om te innoveren Nog onvoldoende inzicht in de behoeftes van de vrije tennisser (± ) KNLTB leden ervaren weinig tot geen meerwaarde KNLTB lidmaatschap.

64 5.1A Actievere en krachtiger verenigingen creëren (1) De vereniging De KNLTB ondersteunt actief, onder andere middels accountmanagement, zijn verenigingen. Gezamenlijk vergroten we de meerwaarde van de vereniging evenals haar sociale rol. Afhankelijk van de ambities en mogelijkheden wordt per vereniging gezamenlijk een strategie vastgesteld. Deze wordt vastgelegd in een accountplan, met daarin een duidelijke inspanningsverplichting voor de vereniging. Samenwerking is een van de belangrijke uitgangspunten. Door het versterken van de vereniging, het vinden van de verbinding met de directe omgeving, collega sportaanbieders, de lokale overheid en andere partijen. De KNLTB speelt daarop in door het aanbieden van lokale clusterbijeenkomsten, soms ook sport breed. Speciale aandacht zal er zijn voor het verbinden van de doelgroep studenten, o.a. door het helpen creëren van nieuwe studentenverenigingen. Verenigingscultuur Het doorlopen van het traject Thuis op de Club geeft clubs een breder beeld van het functioneren van de club (en zijn cultuur). Het biedt handvatten om een nieuwe richting te kiezen. Een belangrijk doel van het traject is om een cultuur te creëren waarbinnen nieuwe leden zich (snel) thuis voelen met als direct gevolg een lager ledenverloop. Ook de KNLTB ClubApp zal een belangrijke rol spelen in het creëren van binding tussen tennissers onderling en tennissers met hun vereniging. Onderdeel van de cultuur is ook aandacht voor gezondheid (incl. blessurepreventie) en veiligheid. Bewust omgaan met alcohol, roken en het aanbod in het clubhuis zorgen voor een omgeving waarin men zich prettig en thuis voelt. Een veilig sportklimaat draagt er bovendien aan bij dat tennis een echte familiesport blijft.

65 5.1A Actievere en krachtiger verenigingen creëren (2) Vernieuwing kader Bestuurlijke vernieuwing en met name verjonging is een belangrijk aandachtspunt. Wat voor de babyboomer vanzelfsprekend is binnen een vereniging is dat niet meer voor de jongere generaties. Om beweging te krijgen in (de rol van) de vereniging moet er eerst beweging ontstaan bij het bestuur. Door het aanbieden van de producten Besturen met een Visie en Sportief Besturen bieden wij besturen inzicht in het eigen functioneren en de mogelijkheden om daar beter mee om te gaan. Het aanbieden van netwerkbijeenkomsten voor jonge bestuurders is een belangrijk middel om hen beter te verankeren in de tenniswereld en hen tegelijkertijd de handvatten te bieden om door kennisdeling beter geëquipeerd de bestuurlijke rol te vervullen. Accommodaties De accommodatie is het hart van de vereniging. Het op orde hebben van banen en clubhuis, inclusief het aanbod en de faciliteiten die daar geboden worden, is een voorwaarde voor het goed functioneren van de vereniging. De accommodatie is dé plek waar mensen zich thuis moeten voelen. Het zorgt voor de verbinding tussen het lid en de vereniging. Om de vereniging toekomstbestendig te houden brengt de KNLTB duurzaamheid actief onder de aandacht van verenigingen. Op de baan wordt uiteindelijk het spel gespeeld. Door de uitvoering van de banenscan ziet de KNLTB toe op de veiligheid en bespeelbaarheid van de diverse baansoorten. Speciale aandacht is er daarbij voor gravel, de ondergrond waarop tennis het best tot zijn recht komt, en voor padelbanen waarvoor de KNLTB ook hét kenniscentrum wil zijn.

66 5.1B Meer beleving & reuring rondom de sport en de vereniging Beleving rondom de sport De continue inzet van verschillende communicatie middelen zorgt ervoor dat er het hele jaar door beleving is rondom tennis. De aankoop van tennis.nl gaat dit zeker versterken. Verder zorgen KNLTB evenementen zoals het nieuwe Tenniskids feest of het NK er ook voor dat er meer beleving is rondom de sport. De introductie van padel begin 2016 draagt hier ook aan bij. Op dit moment zijn er evenveel KNLTB padel clubs in vergelijking met de commerciëlen (15 clubs). De doelgroep voor padel zijn jongeren: dynamischer, speelser, meer teamsport (altijd dubbel), geblesseerde tennissers: bijvoorbeeld schouderblessure waardoor bovenhands serveren niet meer mogelijk is en ouderen: dubbels + kleiner veld + wanden = minder lopen Reuring op de club Activiteiten brengen mensen bij elkaar. Activiteiten stimuleren bovendien een actief gebruik van het lidmaatschap. De accountmanagers wijzen de verenigingen op nieuw aanbod dat de vereniging kan versterken en verlevendigen: Tenniskids Competitie nieuwe stijl TennisFit ( programma gericht op behoud 45+, tennisles/ trainer toss/expert meeting) Funmasters (doelgroep 13-17) ClubApp Activiteiten op interne binding Padel Open Club

67 5.1C Passend sportaanbod voor bestaande en nieuwe doelgroepen Nieuwe proposities In 2016 is er een viertal nieuwe initiatieven ontplooid 1. Funmasters, doelgroep jaar 1 keer per maand vrijdagmiddag programma 2. TennisFit, programma gericht op behoud 45+, tennisles/ trainer toss/expert meeting) 3. Tennis Credits, doelgroep oud KNLTB en vrije speler 5-10 keer tennis 4. Padel Van deze vier proposities worden de eerste twee in 2017 verder landelijk uitgerold. TennisFit en Tennis Credits zitten op dit moment in de pilot fase. Daarnaast zullen we in 2017 een nieuwe pilot introduceren op de doelgroep gezinnen. Verder rollen we competitie nieuwe stijl landelijk uit in Dan starten we ook met toernooien nieuwe stijl. Gehandicapten tennis Met een open, gevarieerd en flexibel aanbod spelen we in op de behoefte van de gehandicapte sporter. We verzorgen ondersteuning voor clubs om een Inclusieve aanpak te realiseren. Daarnaast willen we samenwerkingsvormen bewerkstelligen tussen en met clubs, trainers en andere relevante (zorg)partijen. Het vergroten van de zichtbaarheid van gehandicaptentennis vormt een belangrijk onderdeel van de strategie. Uitrol vindt plaats o.b.v. de projectplannen rolstoeltennis en G-tennis. Doelgroepen waar we mee samenwerken: verenigingen, trainers, gehandicapten(tennissers), stichtingen (Special Heroes, Esther Vergeer Foundation) NOC*NSF, revalidatiecentra en andere zorginstellingen.

68 5.1D Binding vergroten via relevante, persoonlijke communicatie KNLTB ClubApp Om clubs te helpen met het tot stand brengen van meer binding en betrokkenheid bij hun leden heeft de KNLTB in 2016 de KNLTB ClubApp gelanceerd. Met behulp van de KNLTB ClubApp kunnen verenigingen: op laagdrempelige wijze rechtstreeks met al hun leden communiceren ze informeren over belangrijke ontwikkelingen binnen de vereniging feedback vragen over hun producten en dienstverlening Daarnaast levert de app een belangrijke bedrage aan de integratie van nieuwe leden binnen de club, bijvoorbeeld door het faciliteren van het vinden van een geschikte speelpartner via de app, het tonen van evenementen op de club en het inschrijven hiervoor. Klantreis Om het aantal tennissers in Nederland te verhogen en te zorgen dat de huidige tennissers meer gaan spelen, is een sterke binding met onze doelgroepen van groot belang. Door middel van een uitvoerige ledensegmentatie hebben we inzicht in de verschillende wensen en behoeften van onze verschillende klantgroepen. Op basis van deze profielen zijn diverse klantreizen ontwikkeld, om met de inzet van gesegmenteerde en relevante communicatie in te spelen op de verschillende hoogtepunten in een tennisleven.

69 5.1E Rol en invloed van trainers vergroten Kwaliteit Tennisleraar omhoog door verbeterd PO-aanbod In de verschillende workshops en opleidingen die binnen het PO-aanbod vallen wordt meer aandacht besteed aan de rol en invloed van de tennistrainer. De inhoud van cursussen en opleidingen (bijv. leerstof TL3 en TT4) wordt verbeterd en daarnaast wordt het aanbod uitgebreid (o.a. met Visie op Techniek). Zo kan de tennisleraar de training aantrekkelijker maken. Dit heeft een positief effect op de ledenbinding. Om de kwaliteit op peil te houden wordt er strikt gecontroleerd of tennisleraren voldoen aan de gestelde eisen. Meer activiteiten op club begeleid door trainers Tennisleraren gaan een grote rol spelen binnen bestaande en nieuwe tennisconcepten, zoals Tenniskids, Funmasters en Tennisfit. Hun aanwezigheid verhoogt de binding met de vereniging. De rol van de tennisleraar bij activiteiten komt aan bod binnen PO. Daarbij is de rol van de vereniging ook belangrijk. De functie van trainer gaat verder dan alleen lesgeven. Goede functieomschrijvingen en betere sturing door de accountmanager op bovenstaande zaken richting vereniging zullen een positief effect hebben.

70 5.2 Top 10 Tennisland Kans Veel goede ex-toppers en topcoaches in Nederland Komst van een NTC, één kloppend tennishart Aanwezigheid van een landelijk netwerk van gecertificeerde bovenbouw- en onderbouwtennisscholen Goede resultaten Fed Cup en op Seniors. Bedreiging Ontbreken van investeringen in tennisspelers/speelsters en topcoaches en accommodatie Ontbreken van meerdere tennisspelers/speelsters in de top100 Tennisscholen die (te) commercieel handelen Ondermaatse prestaties op Davis Cup en Olympische Spelen Sterk Toename aantal (internationale) toernooien in Nederland voor zowel de jeugd als senioren Meer ex-topspelers betrokken in de opleiding Verbetering specialistische begeleiding (fysio, diëtist, video analist, etc.) Versterking team Technisch Centrale Staf met extra hoofdbondscoach en prestatiemanager Innovatief opleidingsprogramma voor de jeugd met regie voor KNLTB Innovatief Meerjaren Plan Toptennis (MOT) en Visie Op Techniek Speler Volg Systeem Zwak Topsportmentaliteit en prestatiecultuur blijft achter t.o.v. concurrerende landen Totale commitment van spelers en coaches Hoge verwachtingen bij ouders en grote invloed ouders

71 5.2A Creëren topsportcultuur (1) Aanbod (inter)nationale toernooien in Nederland Onderzoek geeft aan dat er een positief verband is tussen succesvolle tennisnaties en het aantal wedstrijdmogelijkheden in eigen land. Het aanbod van internationale toernooien wordt daarom net als vorig jaar uitgebreid met de volgende toernooien: 2 extra Futures 3 extra ITF Junior extra Wintercup 12-jarigen Landenevenement Op deze manier wordt het toernooiaanbod geoptimaliseerd, in nauw overleg met de afdeling Wedstrijdtennis. Daarnaast streven we ernaar om rolstoeltennis zoveel mogelijk te integreren in het valide toernooiaanbod. Inzet ex-toppers en topcoaches De Centraal Technische Staf is inmiddels versterkt met een tweede hoofdbondscoach en zal nog versterkt worden met een tweede prestatiemanager. Beide functies worden ingevuld door ex-topspelers. In alle fasen van het opleidingstraject zijn immers goede trainers en coaches van essentieel belang. Het verplichte PO systeem (Permanente Ontwikkeling) zal ook een belangrijke bijdrage leveren aan het naar een hoger plan brengen van het niveau van coachen en trainen.

72 5.2A Creëren topsportcultuur (2) Cultuurverandering De KNLTB continueert de ingezette verandering omtrent de samenwerking met de gecertificeerde tennisscholen en heeft hierbij de regie om de prestatiecultuur een krachtige impuls te geven. De centraal technische staf zal anders worden ingericht. Er zal meer focus komen op de creatie van een noodzakelijke topsportcultuur. Er zal meer gefocust worden op coach meer, manage minder, zodat de Directeur Sportief vaker aanwezig kan zijn op de tennisbaan. Ook wordt bij het selecteren van de nationale selecties en toprolstoeltennissers strenger gelet op inzet en gedrag om zo de topsportcultuur te bewerkstelligen.

73 5.2B Moderniseren van talentontwikkeling Samenwerking tennisscholen In 2017 richt de KNLTB zich op de verdere uitrol van het landelijk netwerk van gecertificeerde boven- en onderbouwtennisscholen. De KNLTB helpt de scholen zich verder te ontwikkelen als opleidingspartner en maakt met de scholen duidelijke afspraken over de te leveren prestaties, de manier van samenwerken en de mentaliteit waarmee (samen)gewerkt wordt. De prestatiemanagers zijn verantwoordelijk voor de certificering van tennisscholen die hij vervolgens gaat begeleiden, adviseren, faciliteren, monitoren en toetsen om een optimale uitvoering van de regionale opleidingsprogramma's van de geselecteerde jeugd te realiseren. Hij zorgt ervoor dat de tennisschool op technisch, fysiek, tactisch en mentaal vlak gaat excelleren. MOT & Speler Volg Systeem Gecertificeerde tennisscholen die onderdeel zijn van het landelijk netwerk, gaan allemaal werken met het MOT (Meerjaren Opleidingsplan Toptennis). Het MOT is tot stand gekomen n.a.v. een uitgebreide internationale benchmark. Het MOT geeft een brede, onderbouwde visie op de tennissport weer. Het trainen van de juiste vaardigheden in de juiste ontwikkelingsfase is de sleutel tot succes voor alle tennissers, van beginners tot aan de top. In de Visie op Techniek hebben we de uitgangspunten voor het aanleren van de juiste techniek nauwkeurig vastgelegd. Met het nieuwe innovatieve Speler Volg Systeem, KNLTB TennisLife, kunnen vrijwel alle gegevens van de nationale jeugdselecties in kaart worden gebracht. Trainingsuren, fysieke gesteldheid, wedstrijddata, videoanalyses, zijn snel inzichtelijk. De belangrijkste functie van het systeem is het gezamenlijk formuleren van doelen en het monitoren daarvan. Daarnaast is het een uitstekend platform voor communicatie- en informatie uitwisseling tussen relevante partijen als coaches, de bondsarts, conditietrainers en spelers.

74 5.2C Prestaties op alle niveaus (1) Olympische Spelen Als KNLTB willen we vertegenwoordigd zijn op de Olympische Spelen en Paralympische Spelen in 2020 en 2024, in het enkelspel, dubbelspel en gemengd dubbelspel. Hiervoor is het vertrouwen NOC*NSF noodzakelijk. De KNLTB wil laten zien dat we voldoende talentperspectief hebben om in 2020 en 2024 met een goed team acte de presence te kunnen geven. Hiermee tonen we dan aan dat onze vernieuwde opleidingsstructuur haar vruchten afwerpt. Het stimuleren van samenspelen, de trainings- en wedstrijdprogramma s afstemmen op elkaar en hen adviseren is de taak van de DC- en FC Captain en Bondscoach Rolstoeltennis en hun privécoaches blijven een belangrijk onderdeel van de route naar de top. Jong Oranje Jaarlijks wordt aan de meest talentvolle spelers een contract aangeboden voor een selectieteam van de KNLTB: Jong Oranje ITF en Jong Oranje ATP/WTA. Geselecteerde spelers krijgen een specifiek trainings- en wedstrijdprogramma aangeboden. Spelers worden geselecteerd op basis van spelontwikkeling, internationale ranking en het aantal toernooien waar spelers aan deelnemen. De KNLTB blijft de rol van uitvoerder zelf vervullen, in samenspraak met de privé sector. De lat moet hoger en afspraken harder. De prestatiecultuur moet verduidelijkt worden. De contracten zijn gewijzigd en zullen strakker bewaakt worden. Het monitoren en handhaven van de gemaakte afspraken vraagt om voortdurende scherpte. Bij diegenen die het best presteren is individueel maatwerk mogelijk. Geen vaste bondscoaches meer, maar travelling coaches, de beste coach voor de speler op dat moment. Hierbij is het doel dat NL vertegenwoordigd is op alle Grand Slams zowel bij de jeugd als bij de profs.

75 5.2C Prestaties op alle niveaus (2) Fed Cup / Davis Cup De KNLTB heeft een speciale verantwoordelijkheid voor deze groep professionals. Het doel is om voor zowel de Davis Cup als de Fed Cup in de wereldgroep te acteren. Bij dames is het een kwestie van het huidige niveau vasthouden. Bij de heren moet het niveau omhoog. Hier ligt een belangrijke verantwoordelijkheid van de DC- en FC Captain. Deze persoon kan helpen de juiste keuzes te maken qua toernooiprogramma, trainingssituatie, trainers/coaches en ondersteunend kader. Dit brengt de spelers/speelsters naar een hoger niveau. Davis Cup en Fed Cup spelers kunnen hierbij altijd gebruik maken van alle faciliteiten van het NTC in Almere. Rolstoeltennis De Bondscoach Rolstoeltennis heeft in 2016 een start gemaakt met talentherkenning en -ontwikkeling. De eerste talentendagen zijn gehouden en zullen ook in 2017 herhaald worden. Het plan talentontwikkeling zal worden geïmplementeerd en nauw worden afgestemd met de spelers, technische staf, medische staf en privécoaches. Op het wedstrijdprogramma zijn de volgende ontwikkelingen nodig: - Uitbreiding nationale Rolstoeltennis Ranglijsttoernooien in Nederland - Uitbreiding internationale toernooien in Nederland - Meer deelname aan internationale toernooien buiten Nederland. De KNLTB gaat in 2017 samen met circa 50 bestaande Rolstoeltennisverenigingen een landelijk netwerk voor de recreatieve en wedstrijdrolstoeltennisser creëren. De verdeling van de gelden en subsidies zijn transparant en gaan naar de juiste mensen, die het op basis van hun ontwikkeling en prestaties verdienen. Ook zullen nieuwe afspraken gemaakt moeten worden met de toprolstoeltennissers voor de nieuwe cyclus Paralympische Spelen.

76 5.2C Prestaties op alle niveaus (3) Veteranen De focus in 2017 komt te liggen op handhaving van een transparant en eenduidig beleid over de EK/WK-uitzendingen individueel en/of als team en de daaraan gekoppelde vergoedingen. De selecties van de spelers worden gedaan door de Bondscoach Veteranen, waarbij internationale resultaten meetellen. De beste spelers komen in aanmerking en niet automatisch de winnaars van de NVK. De kalender wordt waar nodig nog uitgebreid met één of meerdere internationale (indoor)toernooien (Grade 5). Waar mogelijk wordt een voorstel bij de ITF gedaan voor een upgrade van een toernooi (van bv ITF 2 naar ITF 1). Sterke aandacht zal er zijn voor gezamenlijk evaluatie om de kwaliteit van organisatie te blijven borgen. Ook wordt ingezet op de uitbouw van de pilot van de Najaarscompetitie veteranen Jeugd De KNLTB wil de aanwas van jeugdspelers verhogen. Een bredere basis creëren waardoor uiteindelijk meer tennissers doorstromen naar de top. Hierbij wordt meer aandacht besteed aan Tenniskids met als doel dit programma aantrekkelijker te maken voor de jeugd tot en met 12 jaar. Zo gaat bijvoorbeeld alle competitie spelende jeugd naar de zondag, wordt Blauw (vanaf 4 jaar) toegevoegd als extra kleur voorafgaand Rood, Oranje en Groen. Daarnaast vervallen de paspoorten waardoor doorstroming van talenten makkelijker wordt. Door de samenwerking met gecertificeerde tennisscholen is een regionaal aanbod voor de topjeugd beschikbaar met de beste trainers. De jeugd kan op deze manier in groepsverband met de beste tennissen in zijn eigen omgeving wedijveren. Ook het toernooiaanbod voor de jeugd (JRT s) wordt onderzocht en waar nodig aangepast om de toernooien nog aantrekkelijker te maken.

77 5.2D Impact van Toptennis events vergroten (1) Davis Cup/Fed Cup De organisatie van de thuiswedstrijden van Davis Cup en Fed Cup ligt in handen van de eventmanager. Met inzet van collega s van andere afdelingen (o.a. communicatie en commerciële zaken) wordt het projectteam samengesteld. Eerste prioriteit ligt bij het organiseren van een goed evenement volgens de uitgangspunten van de ITF. Daarnaast is het van belang dat maximale exposure wordt gegenereerd voor de tennissport. Nationale Kampioenschappen In verschillende categorieën organiseert de KNLTB Nationale Kampioenschappen: senioren, rolstoeltennis, junioren en veteranen. Voor junioren en veteranen worden deze zowel indoor als outdoor gespeeld. Voor deze toernooien geldt dat er wordt gewerkt met een lokaal organisatiecomité van een vereniging, die onder aansturing staat van een professional vanuit de beroepsorganisatie. In december wordt de Lotto NK Tennis (inclusief rolstoeltennis) georganiseerd in Topsportcentrum Rotterdam. De KNLTB organiseert dit evenement zelf en wil de impact verhogen door het organiseren van een Fandag en een Clubdag.

78 5.2D Impact van Toptennis events vergroten (2) Overige evenementen Het ABN AMRO WTT en de Ricoh Open zijn de belangrijkste events in het kader van de zichtbaarheid van tennis. De KNLTB is tijdens het ABNAMRO WTT aanwezig op Sports Plaza met de stamtafel. Tevens wordt een Congres voor bestuurders georganiseerd en worden gasten van de KNLTB ontvangen in de loge. Tijdens de Ricoh Open vinden op KNLTB Plaza verschillende activiteiten plaats. Ruim 200 verenigingen gaan in gesprek met de verenigingsadviseurs, scholen worden uitgenodigd mee te doen aan clinics en er worden diverse bijeenkomsten gepland gedurende de week. De KNLTB is tevens betrokken bij de organisatie. Door Futures en Challengers in Nederland te ondersteunen bieden we onze talenten de mogelijkheid laagdrempelig internationale wedstrijdervaring op te doen en belangrijke punten te verdienen voor de internationale ranglijst. Ook hier worden extra activiteiten georganiseerd om meer publiek te trekken.

79 5.3 De rol van de KNLTB Overige evenementen Kans Bedreiging Positionering als dé kennisorganisatie voor tennis Kennisdeling tussen verenigingen stimuleren Rol tennissport en tennisverenigingen in samenleving vergroten Door digitalisering is laagdrempelige communicatie mogelijk met alle stakeholders Voor uitvoer van beleid afhankelijk van vrijwilligers Lage bereidheid bij verenigingen om te veranderen Imago tennis en tennissport Rol KNLTB in het verleden Overige evenementen Sterk Groot bereik mogelijk via o.a. CC platform, accountmanagers, congressen Landelijk dekkend netwerk van tennisverenigingen, met 80% eigen accommodaties Veel kennis beschikbaar, intern en via contacten met overige kennisorganisaties Sterke commerciële partners die bereik + impact kunnen vergroten Koploper op gebied van compliance en Fair Play Zwak Tennis is onderbelicht bij regionale en landelijke overheden Bestuurlijke organisatie Veel stakeholders Automatisering voldoet (nog) niet aan eisen van deze tijd

80 5.3A Aanjagen en verbinden (1) Kennisplatform Centre Court De KNLTB is dé kennisorganisatie van Nederland als het gaat om tennis. We delen deze kennis pro-actief met alle stakeholders, waaronder verenigingen, trainers en tennissers, om zodoende een toekomstbestending tennisklimaat te creëren. Het kennisplatform Centrecourt speelt een cruciale rol in deze strategie. Via het online platform worden verenigingen en trainers op een laagdrempelige wijze geïnformeerd over belangrijk nieuws, vinden ze allerlei documenten om hen te helpen bij het reilen en zeilen binnen de vereniging en zijn er succesverhalen van andere clubs te lezen. Naast de website beschikt de KNLTB over Centre Court Magazine dat drie keer per jaar wordt verspreid onder alle functionarissen binnen de tennissport. Persoonlijk contact met verenigingen vindt plaats via de accountmanagers die clubs binnen hun regio kunnen bedienen van advies op maat, en via kennissessies zoals clusterbijeenkomsten, het KNLTB Jaarcongres en het Trainerscongres.

81 5.3A Aanjagen en verbinden (2) KNLTB ClubApp Om clubs te helpen met het tot stand brengen van meer binding en betrokkenheid bij hun leden heeft de KNLTB in 2016 de KNLTB ClubApp gelanceerd. Met behulp van de KNLTB ClubApp kunnen verenigingen op laagdrempelige wijze rechtstreeks met al hun leden communiceren, ze informeren over belangrijke ontwikkelingen binnen de vereniging, en feedback vragen over hun producten en dienstverlening. Daarnaast levert de app een belangrijke bedrage aan de integratie van nieuwe leden binnen de club, bijvoorbeeld door het faciliteren van het vinden van een geschikte speelpartner via de app, het tonen van evenementen op de club en het via de app kunnen inschrijven hiervoor.

82 5.3B Tennis in de maatschappij (1) Tennis in de media De in 2016 nieuw ontwikkelde corporate communicatie strategie om het imago van tennis ten positieve te beïnvloeden, wordt in 2017 voortgezet. Met een proactief pers- en PR beleid brengen we de tennissport en de KNLTB via niet-traditionele (sport)media bij een breder publiek onder de aandacht. Dit doen we door middel van aansprekende PR projecten in samenwerking met onze commerciële en maatschappelijke partners. Maatschappelijke projecten De KNLTB streeft ernaar om de rol van tennis in de maatschappij te vergroten. We zijn er van overtuigd dat de tennissport een oplossing kan bieden voor verschillende maatschappelijke problemen, waaronder op het gebied van gezondheid, zorg en duurzaamheid. Samen met onze partners geven we op verschillende manieren invulling aan onze maatschappelijke ambities. Van projecten om een veilig sportklimaat in Nederland te realiseren (VSK) tot initiatieven om jeugdsportparticipatie te bevorderen Door samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere (maatschappelijke) organisaties proberen we ons bereik verder te vergroten.

83 5.3B Tennis in de maatschappij (2) Fair Play De KNLTB wil de tennissport integer en fair houden en de sport en de tennissers beschermen tegen wangedrag. In 2016 zijn gedragscodes voor diverse doelgroepen en een reglement Fair Play ingevoerd. Bewustwording van wat Fair Play inhoudt alsmede verbetering van de mogelijkheden inzake preventie, detectie en correctie van wangedrag lagen daar aan ten grondslag. In 2016 lag de nadruk op de implementatie van het nieuwe systeem met de nieuwe codes en reglementen. In 2017 zal de nadruk vooral liggen op voorlichting in het kader van preventie en het vergroten van bewustwording van Fair Play. Matchfixing Binnen het onderwerp integriteit neemt matchfixing een bijzondere positie in. Matchfixing is een bedreiging voor de tennissport en de tennissers. Daarom werkt de KNLTB nauw samen met onder andere de Tennis Integrity Unit, NOC*NSF, politie en justitie en de belastingdienst om matchfixing te bestrijden. In 2017 zal voorlichting richting de belangrijkste doelgroepen (o.a. toptennissers, arbitrage) verder worden geïntensiveerd. Met het oog op de ontwikkelingen binnen de online kansspelmarkt zal de KNLTB het contact met kansspelaanbieders intensiveren om gok gerelateerde matchfixing harder aan te pakken.

84 5.3B Tennis in de maatschappij (3) Beïnvloeding overheden De KNLTB constateert dat de tennisport vaak onderbelicht blijft bij regionale overheden (gemeenten, provincies). Als gevolg hiervan ontvangen tennisverenigingen vaak minder ondersteuning, zowel financieel als beleidsmatig, dan andere sporten. In 2017 worden verschillende acties ondernomen om nieuwe relaties met overheden op te bouwen en bestaande relaties te verbeteren. Door tennis structureel op de agenda te plaatsen van centrale en regionale overheden zullen de belangen van onze verenigingen beter worden behartigd.

85 5.3C De KNLTB organisatie Arbitrage In 2014 is de Projectgroep Arbitrage opgericht. Zij stelden het Arbitrage Masterplan op en doen hierin de aanbeveling dat er binnen tien jaar bij elke officiële wedstrijd een scheidsrechter op de stoel zit. Tevens is het wenselijk dat de spelers over voldoende spelregelkennis beschikken om bij wijze van spreken zelf op de stoel te kunnen zitten. Dit leidt tot een verbeterd imago van arbitrage en een verhoogde belangstelling voor het vak van scheidsrechter. Aangezien het een ambitieus plan is, (aantal actieve arbitragefunctionarissen = 175 versus benodigde arbitragefunctionarissen in competitieweekend = ), is de doelstelling van arbitrage voor 2017 aangepast naar het volgende: Om op termijn ook mee te kunnen tellen op internationaal niveau is de doelstelling om bij zoveel mogelijk wedstrijden een arbitragefunctionaris in te zetten. Daarnaast meer focus op verjonging en doorstroming binnen het arbitragekorps. Afstemming beroeps- en bestuurlijke organisatie Harmonieuze samenwerking tussen de beroeps- en de bestuurlijke organisatie is een kritieke voorwaarde voor het bereiken van onze doelstellingen en ambities. Om eenheid van beleid en communicatie uit te dragen binnen alle geledingen van de KNLTB is structurele afstemming noodzakelijk. Deze afstemming gebeurt vanuit een transparante rolverdeling waarin taken en plichten duidelijk zijn voor alle stakeholders. Het uitwisselen van informatie vindt plaats op basis van een centrale overlegstructuur onder regie van de beroepsorganisatie die erop toeziet dat alle stakeholders kunnen beschikken over de benodigde kennis om hun functie naar behoren uit te kunnen oefenen.

86 5.3C De KNLTB organisatie Medewerkerstevredenheid De KNLTB streeft naar een evenwichtig en gezond personeelsbestand, dat aansluit bij de identiteit van de organisatie. Een goede verhouding tussen werkgever en werknemer is de basis van ons personeelsbeleid. Zowel in 2009 als in 2013 heeft in dit kader onderzoek plaatsgevonden naar de medewerkerstevredenheid. Sinds 2013 is er in de personele bezetting van de KNLTB zowel kwantitatief (aantal fte s) als kwalitatief (functie-, management- en organisatiewijzigingen, ) veel veranderd. Daarom wordt de medewerkerstevredenheid wederom onderzocht. De resultaten van dit onderzoek worden meegenomen in het beleid van de organisatie. Nieuwe werken De introductie van het Nieuwe Werken past bij de modernisering van werkprocessen binnen de KNLTB van de afgelopen jaren. Bij het Nieuwe Werken onderscheiden we drie werelden. Bij het project in 2017 zal zowel een optimale virtuele omgeving gecreëerd moeten worden (o.a. communicatie mogelijkheden, paperless office, documentenbeheer etc.). Daarnaast zal de mentale omgeving zo beïnvloed moeten worden (digitaal werken, leren plaats (en tijd-) onafhankelijk te werken/te sturen). Tot slot zal de optimale fysieke omgeving (in de planning van het NTC) gecreëerd worden. Doel is om via een projectgroep te komen tot concrete voorstellen op de drie deelgebieden en deze stap voor stap te realiseren.

87 5.4 Financiering van de sport Kans Grote groep liefhebbers die nog geen lid zijn van KNLTB vereniging Nieuwe abonnementsvormen werken drempelverlagend nieuwe aanwas Bedreiging Veel verenigingen (± 500) te klein om stap te maken in professionaliteit (en dus om groei in leden te realiseren) Subsidiemodel NOC*NSF gaat veranderen Sterk Afdracht per lid zorgt voor stabiele inkomsten Financiële positie KNLTB Zwak Ledenadministratie niet waterdicht Sterke, professionele verenigingen hebben geen ruimte (wachtlijst, baancapaciteit) om groei te realiseren

88 5.4A Nieuwe lidmaatschapsvormen/structuren Toekomstbestendig & waardegedreven relatiemodel De wereld verandert snel en de wensen en behoeften van tennissers veranderen net zo hard mee. Onder andere individualisering, digitalisering en flexibilisering zijn belangrijke trends die het tennislandschap in Nederland hervormen. Het is zaak om daar als KNLTB op in te spelen. Naast de genoemde trends is er een grote groep (±300K) vrije tennissers die momenteel onafhankelijk van een KNLTB vereniging tennissen. Bovengenoemde biedt ook kansen. Zo geeft 60% van de opzeggers aan behouden te kunnen worden met behulp van flexibelere lidmaatschapsvormen. Ook nieuwe tennisvormen zoals padel bieden kansen om tennissers te boeien en te binden, op welke manier dan ook. Wij gaan daarom op zoek naar een nieuwe lidmaatschapsstructuur (inclusief afdrachtsmodel) die invulling geeft aan de veranderende behoeften van tennissers in Nederland én aan de doelstellingen van de KNLTB.

89 5.4B Sponsorstrategie (1) Nieuwe propositie Voor het jaar 2017 gaan we op zoek naar nieuwe partners met een nieuwe propositie en een nieuwe verdeling van de rechten. Waar we tot nu toe onze pijlen hadden gericht op één hoofdpartner zijn de pijlen nu gericht op het vinden van 3 hoofdpartners. Deze partners sluiten aan bij belangrijke pijlers van de KNLTB. De hoofpartners kunnen afhankelijk van hun motivatie en doelstellingen de volgende pijlers adopteren: - Tennis als de familie en lifetime sport - Krachtige verenigingen als tweede huis - Haal het beste uit jezelf (talent, top, wedstrijd) De huidige partners blijven in het huidige model bestaan en worden aangevuld met nieuwe (hoofd)partners Tennis als dé familie en lifetime sport ën De hogere middenklasse familie in Nederland tennist. Zowel de familie als geheel als specifieke doelgroepen afzonderlijk (met name jeugd en senioren) zijn heel interessant voor potentiële partners. Tennis is een echte lifetime sport. De sport is goed én gezond voor jong en oud. Tennis is ook toegankelijk voor iedereen. Dit is onze unieke kracht, maar we staan hier nog niet (voldoende) om bekend. Met de juiste proposities voor iedere doelgroep werken we aan ons profiel en aan het werven én behouden van tennissers.

90 5.4B Sponsorstrategie (2) Krachtige verenigingen als tweede thuis Wij geloven in de kracht van de vereniging. Daarom werken we hard aan het versterken van onze verenigingen. Wij willen de vereniging ook meer als tweede thuis positioneren: de plek waar je met het gezin en vrienden tennis in al zijn facetten beleeft. We kunnen partners toegang bieden tot zo n verenigingen, banen en vrijwilligers. Twee derde van de accommodaties is volledig in eigen beheer en de kwaliteit van het bestuur is hoog. Dit biedt vele B2B en B2B2C kansen voor partners. Zo is er bijvoorbeeld een vraag naar collectieve inkoop en professionalisering op alle facetten van het besturen van een vereniging. Het beste uit jezelf halen Tennis is een middel om het beste uit jezelf te halen. Om je eigen grenzen te verleggen. Tennis gaat over ambitie, winst en verlies. Tennis gaat over presteren, op ieder niveau. Onze ambitie is tennissers het beste uit zichtzelf te laten halen. Dat geldt uiteraard voor talenten en topsport, maar ook breder, denk aan onze competities en toernooien en ons DSS. De KNLTB wil daarnaast met het Nederlandse toptennis een structurele positie in de mondiale top 10 veroveren. Dit is een grote uitdaging die we met beide handen aanpakken. Talentontwikkeling staat daarin voorop. Partners die durven kunnen met ons meegroeien in onze ambities. Gezamenlijk stralen we deze ambities uit, werken we aan ontwikkeling van talent en toppers en vieren we successen.

91 5.4B Sponsorstrategie (3) Financiën De hoofdpartners moeten zo n ,- aan waarde inbrengen om een pijler te adopteren. Dit betekent een ambitie van ,- aan extra sponsorinkomsten. Het doel is om in 2017 tenminste één hoofdpartner te werven..

92 5.4C Fondsen (talenten en ex-toppers) Talenten Vanuit maatschappelijk oogpunt en om alle toptalenten een kans te bieden om de top te bereiken implementeert de KNLTB in 2017 een Jeugdfonds voor jeugdige toptennissers waarvan de ouders financieel minder draagkrachtig zijn. Met dit fonds zorgt de KNLTB ervoor dat deze jeugdspelers een passende tennisopleiding kunnen volgen bij een gecertificeerde tennisschool en zo een optimaal trainings- en wedstrijdaanbod kunnen volgen. Doel is het toptennisniveau naar een nog hoger plan te brengen en alle talentvolle jeugdspelers een optimale kans te geven. Op basis van het actieplan, in samenwerking met Fonds voor de Sport, worden verschillende wervingscampagnes gestart om uiteenlopende doelgroepen te bereiken die een bijdrage kunnen leveren aan het fonds. Ex-toppers Voor dit fonds zullen sleutelfiguren binnen het bedrijfsleven worden benaderd om ex-toppers een kans te geven hun carrière een goed vervolg te geven. Hierbij moet je denken aan een stages en trainingen bij gerenommeerde bedrijven en opleidingen bij bijvoorbeeld Nyenrode. Op basis van het actieplan, dat in samenwerking met Fonds voor de Sport is ontwikkeld, zal de KNLTB zijn netwerk aanspreken en de werving van bijdragen (geld en natura) coördineren.

93 5.4D Rol van NOC/NSF Subsidies Het subsidiemodel van de NOC/NSF gaat veranderen. Voor 2017 heeft dit nog geen impact. Vanaf 2018 zullen de gelden anders verdeeld worden over de sportbonden. De verdeling zal niet plaatsvinden op basis van ledenaantallen, maar op basis van te leveren prestaties op onderdelen. Van belang om in vroeg stadium onze strategie daar op af te stemmen en pro actief samenwerking met NOC/NSF en mogelijk andere bonden op te zoeken. Sponsoring Het NOC/NSF werkt aan nieuwe sponsorstrategie waarbij hun sponsordomein wordt opgedeeld in drie kavels. Daarbij ontvangt Bond een bedrag waarmee domeinen worden afgekocht. Een mogelijk contract zal een looptijd hebben van zes jaar. Meer duidelijkheid over dit dossier wordt verwacht in de loop van oktober.

94 MEMO Aan: Ledenraad Van: Bondsbestuur Datum: november 2016 Betreft: Agendapunt 6 Financiën In de vergadering van 12 oktober 2016 is door het Bondsbestuur de begroting 2017 goedgekeurd om ter vaststelling aan de Ledenraad te worden voorgelegd. Met het vaststellen van de begroting wijst de Ledenraad de middelen toe voor het realiseren van de doelstellingen en de overeengekomen prestaties voor het begrotingsjaar De begroting is de financiële vertaling van de beleidsdoelen die de KNLTB nastreeft in De beleidsdoelen zijn vastgelegd in de Strategische Doorkijk KNLTB en operationeel uitgewerkt in het KNLTB Jaarplan De tennisbond bevindt zich in een uitdagende periode. Enerzijds blijft het ledenaantal van KNLTB verenigingen teruglopen, al is de afname lager dan een aantal jaren geleden. De Nederlandse tennissers doen met uitzondering van Kiki Bertens niet mee om de grote prijzen. Het in 2014 geïmplementeerde pakket ServIT-2 wordt versneld afgeschreven omdat de jaarlijkse kosten voor beheer en onderhoud veel te hoog zijn en het systeem niet meer aan de eisen van deze tijd voldoet. Anderzijds is er ook goed nieuws: De onderhandelingen met Tennispark De Kegel in Amstelveen voor het beoogde NTC zijn in een vergevorderd stadium; Na een aantal reorganisaties begint de nieuwe organisatie echt vorm te krijgen; Toptennis staat voor een grote verandering met introductie van het nieuwe beleid waarbij nauw wordt samengewerkt met zorgvuldig geselecteerde tennisscholen; De Nederlandse rolstoeltennissers hebben de afgelopen maanden uitstekende resultaten laten zien. Jaarlijks worden door de Ledenraad de hoogtes van de contributie en bijdragen vastgesteld. Daarvoor wordt conform afspraak het KNLTB indexcijfer gehanteerd. Het gecombineerde indexcijfer wordt samengesteld uit de KNLTB Loonkosten component en het Consumenten Prijs Indexcijfer. Tenslotte wordt voorgesteld om de hoogte van de boete die het Bondsbestuur kan opleggen aan een vereniging die niet al haar leden als bondslid opgeeft, te handhaven op het niveau van de afgelopen jaren. Al met al een boeiende tijd waarin de KNLTB zich kan bewijzen als aanjager en verbinder van tennis in Nederland.

95 KNLTB Begroting 2017 Amersfoort, 12 oktober 2016

96 Inhoud Inleiding... 3 Begroting Status organisatie... 4 Competitie... 4 ICT... 4 NTC... 4 Slot... 4 Toelichting algemeen... 5 Toelichting op staat van baten en lasten... 6 Contributies... 6 Subsidies... 6 Financiële baten... 6 Overige baten en Overige lasten... 6 Activiteiten toptennis... 6 Personele kosten... 6 Afschrijving vaste activa... 6 Bijlage: Toelichting per aandachtsgebied

97 Inleiding Voor u ligt de eerste, onder mijn verantwoordelijkheid als nieuwe Penningmeester van de KNLTB, opgestelde begroting. De tennisbond bevindt zich in een uitdagende periode. Het ledenaantal van KNLTB verenigingen blijft teruglopen, al is de afname lager dan een aantal jaren geleden. De Nederlandse tennissers doen met uitzondering van Kiki Bertens niet mee om de grote prijzen. Het in 2014 geïmplementeerde pakket ServIT2 wordt versneld afgeschreven omdat de jaarlijkse kosten voor beheer en onderhoud veel te hoog zijn en het systeem niet meer aan de eisen van deze tijd voldoet. Er is echter ook positief nieuws: De onderhandelingen met Tennispark De Kegel in Amstelveen voor het beoogde NTC zijn in een vergevorderd stadium; Na een aantal reorganisaties begint de nieuwe organisatie echt vorm te krijgen; Toptennis staat voor een grote verandering met introductie van het nieuwe beleid waarbij nauw wordt samengewerkt met zorgvuldig geselecteerde tennisscholen; De Nederlandse rolstoeltennissers hebben de afgelopen maanden uitstekende resultaten laten zien. Aangezien de horizon verder reikt dan 2017, presenteert het Bondsbestuur tevens een geactualiseerde Strategische Doorkijk Zoals hieruit blijkt, blijven we bewuste en gerichte keuzes maken. De inspanningen zijn gericht op het in contact komen met de diverse doelgroepen. Tennis, en daarmee de KNLTB, wordt zichtbaarder om de instroom naar verenigingen weer op gang te brengen. De KNLTB is in dat proces de aanjager, ondersteuner en verbinder. Begroting 2017 De begroting 2017 is door het Bondsbestuur op 12 oktober 2016 goedgekeurd om ter vaststelling aan de Ledenraad te worden voorgelegd. Met het vaststellen van de begroting wijst de Ledenraad de middelen toe voor het realiseren van de doelstellingen en de overeengekomen prestaties voor het begrotingsjaar Deze doelstellingen zijn vastgelegd in de Strategische Doorkijk KNLTB en operationeel uitgewerkt in het KNLTB Jaarplan De vernieuwde Strategische Doorkijk is door het Bondsbestuur op 12 oktober goedgekeurd en zal worden voorgelegd aan de Ledenraad op 15 december De afgelopen jaren daalde het ledenaantal met ca leden per jaar. In de begroting 2016 was rekening gehouden met een ledendaling naar betalende leden. Dit zijn er uiteindelijk geworden. Op basis van deze trend en het VODW-onderzoek naar ledenontwikkelingen, is rekening gehouden met een verdere ledendaling naar betalende leden in Het NOC*NSF Bestedingsplan gaat van 40 miljoen in 2016 naar 42,5 miljoen in De belangrijkste subsidie voor algemeen functioneren van de sportbonden blijft voor 2017 gelijk aan De subsidie voor het toptennis programma staat voor 2017 onder druk. Dit omdat de NOC*NSF deze koppelt aan de prestaties op o.a. de Olympische Spelen. Dit zou gecompenseerd kunnen worden door extra subsidie op rolstoeltennis. Richting het eind van 2016 zal meer duidelijk zijn over de hoogte van deze subsidies. Qua sponsoring is de algemene tendens naar meer in-kind -bijdragen (sponsoring in natura) en naar maatschappelijke activiteiten. Dit laatste geeft ons wel de mogelijkheden om heel specifiek projecten op te zetten die tennis stimuleren en uitdragen. Goed voorbeeld daarvan is de Tenniskids samenwerking met Menzis. Tennis heeft een beperkte mediawaarde en daardoor blijft het lastig om bedrijven als sponsor aan ons te verbinden. Er worden daarentegen wel proposities ontwikkeld voor alle binnen bereik zijnde 3

98 segmenten van (aspirant)leden. Daar liggen ook voor sponsoren interessante kansen om zich voor een breed publiek te manifesteren. Status organisatie KNLTB 4.0 is inmiddels nagenoeg afgerond. Naast deze reorganisatie is er ook kritisch gekeken naar de rol van de verenigingsadviseur. Hier is een nieuw profiel uitgekomen met gewijzigde competenties waarvoor de komende maanden een viertal nieuwe medewerkers wordt geworven. Ook inhoudelijk worden er in dit opzicht keuzes gemaakt die meer gericht zijn op de toekomst en de gewenste rol van de KNLTB. De grootste transitie is doorgemaakt bij Toptennis. Daar staat men op de drempel van een nieuw tijdperk. Een periode waarin de KNLTB minder de uitvoering op zich neemt en door nauwe samenwerking met zorgvuldig geselecteerde tennisscholen, de regie gaat voeren. Mede hierdoor daalt het aantal FTE van 92 in 2015 naar 82 in Competitie De competitie is de 'core business' van de KNLTB. Competitie spelen betekent binding met de vereniging en de sport. De uitstroom onder competitiespelers is lager is dan onder niet-competitiespelers. Daarom hebben we onderzoek gedaan naar de behoeftes onder deze laatste groep. Hieruit zijn een aantal nieuwe varianten gekomen, waarvan er drie met ingang van 2017 zullen worden geïmplementeerd. ICT Met ingang van 1 april 2018 zal er geen gebruik meer gemaakt worden van ServIT-2. Inmiddels zijn we met de leverancier van dit pakket (Sogeti) tot een overeenkomst gekomen voor de samenwerking tot deze datum. Daarnaast wordt er volop gewerkt aan een nieuw KNLTB-applicatielandschap: Tennis Net. Tennis Net zal bestaan uit het standaard CRM pakket Salesforce (Tennis Services), de ledenadministratie KNLTB.Club (Tennis Clubs) en een registratie van competities en toernooien via Visual Reality (Tennis Racket). Alle applicaties worden tenslotte aan elkaar gekoppeld via een zogenaamd koppelplatform (Tennis Exchange). Uitgangspunt van deze oplossing is dat we de kritische processen onderbrengen bij hierin gespecialiseerde partijen. Dit in tegenstelling tot ServIT-2 waar voor veel toepassingen maatwerk is gebouwd. Tijdens een besloten bijeenkomst van de ledenraad op 8 september jl. heeft deze unaniem gekozen vóór deze oplossing. NTC Momenteel zijn we volop in gesprek met de verschillende stakeholders (gemeente, eigenaar, aannemer) over een mogelijke verhuizing naar de beoogde locatie in Amstelveen, Tennispark De Kegel. Belangrijk tussentijds doel is nu het opstellen van een goede concept huurovereenkomst. Voor de komende tijd staan er meerdere gemeentelijke beslismomenten op de agenda. Deze moeten uiteindelijk tot een vergunning leiden (planning september 2017). Einddoel is verhuizing van zowel tennis (Almere) als kantoor (Amersfoort) op één moment in het najaar van Slot Ondanks onder druk staande inkomsten staat de KNLTB er nog steeds goed voor. Met deze begroting wordt aangetoond dat de KNLTB zich kan aanpassen aan gewijzigde omstandigheden. Het Bondsbestuur ziet met deze begroting het komende jaar dan ook vol vertrouwen tegemoet. Wolfgang Born Penningmeester KNLTB Amersfoort, november

99 Toelichting algemeen De voorliggende begroting is de financiële vertaling van alle voorgenomen activiteiten in Bij de cijfers is tevens de eindejaarsprognose 2016 opgenomen. Deze prognose is in september 2016 opgesteld en kan op onderdelen afwijken van het definitieve resultaat De prognose 2016 is toegevoegd als ondersteunende informatie voor de besluitvorming over de begroting De begroting is opgesteld onder verantwoordelijkheid van Directie en Bondsbestuur van de KNLTB en is gebaseerd op de laatst bekende informatie. CATEGORIALE STAAT VAN BATEN EN LASTEN BATEN BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Contributies, bijdragen en heffingen Retributies Subsidies Ontvangen ecotaks Sponsoring Overige fondsenwerving Financiële baten Overige baten TOTAAL BATEN LASTEN BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Activiteiten organisatie Activiteiten Verenigingstennis Activiteiten Toptennis Vergader- en commissiekosten Personele kosten Afschrijving vaste activa Verstrekte subsidies/giften Doorbetaalde ecotaks Financiële lasten Overige lasten TOTAAL LASTEN Resultaat Dotatie Algemene reserve SALDO

100 Toelichting op staat van baten en lasten Verderop in deze begroting vindt u de onderverdeling van de staat van baten en lasten naar aandachtsgebied met een nadere toelichting. U vindt hieronder een toelichting op de grootste afwijkingen in de categoriale staat van baten en lasten op hoofdlijnen. Contributies Het ledenaantal is reeds enkele jaren dalende met 3 tot 4% per jaar. Voor 2017 wordt geanticipeerd op een verdere ledendaling met Deze daling wordt deels gecompenseerd door de jaarlijkse indexatie van de tarieven. Subsidies De belangrijkste subsidie algemeen functioneren sportbonden blijft in 2017 op het niveau van 2016 (toezegging NOC*NSF). De subsidie voor toptennis staat onder druk en die voor rolstoeltennis blijft waarschijnlijk gelijk aan De decentrale subsidies van provincie Gelderland ontvangen we niet meer in Financiële baten In de begroting van 2017 zijn 96k baten opgenomen voor de fee van de licentie van Grass Court. In 2016 heeft de KNLTB besloten dit bedrag niet te innen ter ondersteuning van het grastoernooi in Rosmalen. Overige baten en Overige lasten Onder de overige baten en overige lasten worden onder meer de evenementen van de KNLTB opgenomen. Er wordt standaard begroot op één thuiswedstrijd en één uitwedstrijd voor zowel het Davis Cup team als het Fed Cup team. In 2016 zijn er geen thuiswedstrijden gespeeld. Activiteiten toptennis Deze stijgen omdat vanaf 2017 het nieuwe beleid volledig wordt uitgerold. Personele kosten De personele kosten nemen toe in 2017 door permanente invulling van een aantal vacatures. Afschrijving vaste activa De afschrijvingskosten in 2017 bestaan voornamelijk uit het laatste volledige jaar afschrijving op ServIT-2. 6

101 KNLTB BEGROTING 2017 SALDI BATEN EN LASTEN PER AANDACHTSGEBIED BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT INFRASTRUCTUUR 1. ALGEMENE BATEN EN LASTEN PERSONEEL BUREAU INFORMATISERING COMMUNICATIE COMMERCIËLE ZAKEN EVENEMENTEN BUITENGEWONE BATEN EN LASTEN DOORBELASTING INFRASTRUCTUUR TOTAAL CONTRIBUTIES EN BIJDRAGEN VERENIGINGSTENNIS Activiteiten 9. WEDSTRIJDTENNIS GEHANDICAPTENTENNIS Ondersteuning 11. MARKETING VERENIGINGSONDERSTEUNING ACCOMMODATIE ADVISERING JURIDISCHE ADVISERING LEDEN SERVICE AANDEEL INFRASTRUCTUUR TOTAAL VERENIGINGSTENNIS TOPTENNIS 16. BEROEPSOPLEIDINGEN TOPTENNIS SPORTMEDISCHE ZAKEN AANDEEL INFRASTRUCTUUR TOTAAL TOPTENNIS TOTAAL VERENIGINGSTENNIS EN TOPTENNIS RESULTAAT TOTAAL BATEN TOTAAL LASTEN RESULTAAT Verhouding TT/Contributies 44,6% 36,0% 42,1% 31,5% 7

102 Bijlage: Toelichting per aandachtsgebied 1. ALGEMENE BATEN EN LASTEN BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Contributie, bijdrage en heffingen Intrest Subsidie De Lotto Algemeen functioneren sportbonden Subsidie De Lotto Sportparticipatie Resultaat deelneming Grass Court Egalisatiereserve informatisering Overige baten BATEN Bestuurs- en vergaderkosten Contributies Verenigingskosten Overige lasten LASTEN SALDO ALGEMENE BATEN EN LASTEN Op basis van de ontwikkeling van het ledental in de afgelopen twaalf maanden, wordt in de begroting 2017 rekening gehouden met betalende leden en gerekend met de indexering conform het Voorstel vaststelling contributie en bijdragen Het aantal betalende leden wordt bepaald door het aantal leden op de eerste peildatum 31 januari met daarbij de nieuwe aanmeldingen tussen 31 januari en 30 september in elk jaar. Het aantal betalende leden over 2016 bedraagt ten opzichte van begroot Voor 2017 is dus geanticipeerd op een verdere ledendaling. De KNLTB heeft de Ricoh Open in Rosmalen een aantal jaren ondersteund door af te zien van de jaarlijkse fee. In 2016 was deze bijdrage weer begroot. Om het toernooi mede mogelijk te maken, is besloten deze fee in 2016 niet te innen. In 2017 wordt deze fee wel weer verwacht. Onder de overige lasten is een bedrag van euro opgenomen voor onderzoek naar de haalbaarheid van het NTC. 2. PERSONEEL BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Inleen personeel Reorganisatiekosten KNLTB Overige personeelskosten LASTEN Doorberekening Organisatie Doorberekening Verenigingstennis activiteiten Doorberekening Toptennis activiteiten DOORBEREKEND SALDO PERSONEEL In 2017 zijn alle vacatures inzake KNLTB 4.0 volledig ingevuld. Daarnaast zijn alle accountmanagers uitgerust met een lease-auto. Deze kosten worden onder de personeelskosten verantwoord. 8

103 3. BUREAU BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Diversen BATEN Huisvestingskosten Porti, telefoon, etc Bureaukosten Reproductiekosten Accountants- en advieskosten Overige organisatiekosten LASTEN SALDO BUREAU De huisvestingskosten zijn lager omdat voor het kantoor in Amersfoort een nieuw, veel gunstiger, huurcontract is afgesloten. Met het oog op een mogelijke verhuizing is het contract ook nog flexibel. Omdat de inkomsten dalende zijn wil het Bondsbestuur aan een nieuw NTC niet meer huur betalen dan de huidige huur van Amersfoort en Almere tezamen ( ,- incl. BTW). De telefoonkosten zijn hoger omdat we van KPN geen korting meer over de verbruikskosten ontvangen. De KNLTB heeft nu abonnementen met vaste prijzen waarvan de kosten aan de diverse afdelingen worden toegerekend. Op de reproductiekosten is een besparing gerealiseerd door voor de kopieermachines goedkopere contracten af te sluiten. Daarnaast worden er steeds minder afdrukken gemaakt. 4. INFORMATISERING BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Afschrijving Onderhoud Operationele kosten Kosten van derden Personele kosten bureau LASTEN SALDO INFORMATISERING De begroting 2017 is het laatste volledige jaar afschrijving voor ServIT-2. Per 1 april 2018 is ServIT-2 volledig afgeschreven. De onderhoudskosten zijn in de begroting 2017 en de prognose 2016 lager dan de begroting Het applicatief beheer van ServIT-2 is door de overeenkomst met de leverancier aanzienlijk lager. De operationele kosten bestaan in 2017 voornamelijk uit kosten voor het nieuwe applicatielandschap. 9

104 5. COMMUNICATIE BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Advertenties magazines BATEN Communicatie Magazines Personele kosten bureau LASTEN SALDO COMMUNICATIE De KNLTB heeft de afgelopen jaren stappen gezet met de verbetering van de online uitstraling van zijn websites. Daarnaast is weer in bezit van de KNLTB en zal ook deze website worden ingezet voor dit doel. 6. COMMERCIËLE ZAKEN BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Sponsoring Sponsoring in natura BATEN Sponsoring Sponsoring in natura Personele kosten bureau LASTEN SALDO COMMERCIËLE ZAKEN In de begroting 2017 is rekening gehouden met de getekende overeenkomsten alsmede met het verwachte resultaat van enkele additionele sponsoren met een waarde van euro. Het contract met Sjeng Sports loopt per eind 2016 af kunnen we nog invullen met de huidige voorraad kleding. Inmiddels lopen er gesprekken met een nieuwe kledinghoofdsponsor, De personele kosten op deze afdeling zijn hoger door de aanstelling van een Manager Commerciële Zaken. 10

105 7. EVENEMENTEN BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT LOTTO NK Tennis Davis Cup Fed Cup Subsidie Overige baten BATEN LOTTO NK Tennis Davis Cup Fed Cup Overige lasten Personele kosten bureau LASTEN SALDO EVENEMENTEN Op het LOTTO NK Tennis hebben we een besparing van ,- doorgevoerd. Gemiddeld genomen spelen het Davis Cup team en het Fed Cup team in een jaar allebei één keer thuis en één keer uit. Op dit niveau wordt in 2016 en 2017 begroot. In 2016 hebben het Davis Cup en Fed Cup team alleen uit gespeeld. 11

106 VERENIGINGSTENNIS 9. WEDSTRIJDTENNIS BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Competitie en toernooien Nationale wedstrijden Nationale opleidingen wedstrijdkader Internationale scheidsrechtersopleiding Subsidie kwaliteitsbevordering arbitrage Overige baten BATEN Competitie en toernooien Nationale wedstrijden Nationale opleidingen wedstrijdkader Internationale scheidsrechtersopleiding Vergader- en commissiekosten Personele kosten bureau LASTEN SALDO WEDSTRIJDTENNIS De baten van competities en toernooien zijn stijgende. Dit komt door de stijging van het aantal deelnemers aan de najaarscompetitie en de verwachting dat de zomeravondcompetitie, die in 2017 in alle districten zal worden aangeboden, ook populair zal worden. Naar verwachting is dit positieve effect groter dan de daling die vooral gaande is in de voorjaarscompetitie. 10. GEHANDICAPTEN TENNIS BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Subsidie De Lotto rolstoeltennis Rolstoeltennis overig BATEN Rolstoeltennis G-tennis Rolstoeltennis internationaal Vergader- en commissiekosten Personele kosten technische staf Personele kosten bureau LASTEN SALDO GEHANDICAPTEN TENNIS De subsidie voor rolstoeltennis zal naar verwachting op het niveau van 2016 liggen. Op het moment van het samenstellen van de begroting zijn de investeringsplannen inzake rolstoeltennis ingediend, maar zijn de subsidies nog niet vastgesteld. De kosten van rolstoeltennis zijn hoger omdat er meer wordt getraind en daardoor meer banen worden gebruikt in het Nationale Trainingscentrum in Almere. De kosten van rolstoeltennis internationaal stijgen ten opzichte van vorige jaren omdat in 2017 de jeugd ook internationaal gaat spelen. 12

107 11. MARKETING BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Tenniskids Deelnemersbijdragen BATEN Proposities Campagnes Tenniskids Onderzoek Overig Personele kosten bureau LASTEN SALDO MARKETING In 2017 lopen diverse campagnes en proposities door uit 2016, zoals beachtennis, funmasters en tennisfit. Daarnaast blijft tenniskids een belangrijk product en daarvoor is een vergelijkbaar budget beschikbaar als de afgelopen jaren. Ook wordt er onderzoek gedaan naar mogelijke nieuwe abonnementsvormen. 12. VERENIGINGSONDERSTEUNING BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Decentrale subsidies Subsidie De Lotto Naar een Veiliger Sportklimaat Overige baten BATEN Vrijwilligersbeleid Verenigingsbeleid Straattennis Overige activiteiten met gemeenten Decentraal beleid Relatiebeheer (verenigingsbezoeken e.d.) Personele kosten bureau LASTEN SALDO VERENIGINGSONDERSTEUNING De decentrale subsidie van de provincie Gelderland, wordt in 2017 niet meer verstrekt. Hierdoor dalen ook de kosten van decentraal beleid. De kosten van relatiebeheer dalen omdat de Accountmanagers zijn uitgerust met lease-auto s. De leasekosten worden verantwoord onder personele kosten. 13. ACCOMMODATIE ADVISERING BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Bijdragen cursisten BATEN Advisering en begeleiding Personele kosten bureau LASTEN SALDO ACCOMMODATIE ADVISERING

108 De begroting van Accommodatie advisering ligt in lijn met vorig jaar. 14. JURIDISCHE ADVISERING BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Externe advisering Personele kosten bureau LASTEN SALDO JURIDISCHE ADVISERING De afdeling Juridische Zaken werkt deels voor verenigingen en deels voor de KNLTB organisatie. Hier is alleen het deel opgenomen wat de afdeling doet voor verenigingen. 15. LEDEN SERVICE BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Doorberekende kosten BATEN Afschrijving Afhangbord Onderhoud Afhangbord Kosten van derden Personele kosten bureau LASTEN SALDO LEDEN SERVICE De afschrijving Afhangbord betreft zowel afschrijving op software als op hardware. De kosten van onderhoud van het afhangbord zullen naar verwachting in lijn zijn met de laatste prognose van De kosten van derden betreft de ledenpassen. De kosten zijn iets lager doordat we minder ledenpassen nodig hebben vanwege de ledendaling. 14

109 TOPTENNIS 16. BEROEPSOPLEIDINGEN BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Bijdragen cursisten Bijdragen permanente ontwikkeling Subsidie De Lotto Overige baten BATEN Cursuskosten Kosten permanente ontwikkeling Overige kosten Personele kosten opleidingen Personele kosten permanente ontwikkeling Personele kosten bureau LASTEN SALDO BEROEPSOPLEIDINGEN In de begroting 2017 is rekening gehouden met vijf cursusgroepen tennisleraar 3 (2016 idem) en één cursusgroep tennistrainer 4 (2016 idem). Hierdoor zijn de bijdragen van de cursisten en de cursuskosten op hetzelfde niveau als Vanaf 2016 is de regeling Permanente Ontwikkeling (PO) ingevoerd. Tennisleraren die hun licentie willen verlengen zijn verplicht te voldoen aan de voorwaarde in twee jaar 24 punten (= uren) te halen. De KNLTB voert hier de regie op. 17. TOPTENNIS BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Bijdragen nationale jeugdevenementen Veteranentennis Overige subsidies Overige baten BATEN Financiële ondersteuning jeugdselectie en gecertificeerde scholen Nationale jeugdevenementen Trainingsaccommodatie LOOT internationaal Jong Oranje ITF Jong Oranje WTA/ATP Davis Cup / Fed Cup Functioneren technische staf Veteranentennis Internationale toernooien Overige lasten Vergader- en commissiekosten Personele kosten bureau Personele kosten technische staf LASTEN SALDO TOPTENNIS Vanaf seizoen functioneert Toptennis volledig volgens het plan KNLTB 3.0 Toptennis. Dat betekent dat de KNLTB vanaf dat moment niet meer zelf de decentrale trainingen geeft, maar de regie voert over de tennisscholen die deze trainingen gaan verzorgen. Vanwege dit nieuwe beleid zijn in 2015 en 2016 veel activiteiten afgebouwd die vanaf 2017 op een andere manier worden ingevuld. 15

110 Dit zorgt voor een stijging van de verwachte kosten in 2017 en dan met name door de hogere financiële ondersteuning (jeugdselectie en tennisscholen) en uitbreiding van de technische staf. De overige baten dalen omdat de KNLTB geen ouderbijdragen meer ontvangt. De subsidie van NOC*NSF voor toptennis is op moment van samenstellen van deze begroting nog niet vastgesteld. De investeringsplannen inzake toptennis zijn ingediend en worden momenteel beoordeeld door NOC*NSF. Voor het eind van het jaar zal hier meer duidelijkheid over zijn. 18. SPORTMEDISCHE ZAKEN BEGROTING PROGNOSE BEGROTING RESULTAAT Overige baten BATEN Patiëntenzorg Blessurepreventie en voorlichting Deskundigheidsbevordering Wedstrijd- en trainingbegeleiding Wetenschappelijk onderzoek Dopingvoorlichting en -controles Vergader- en commissiekosten Personele kosten medische staf LASTEN SALDO SPORTMEDISCHE ZAKEN De begroting 2017 van sportmedische zaken ligt in lijn met zowel de begroting 2016 als de prognose

111 MEMO Aan: Ledenraad Van: Bondsbestuur Datum: november 2016 Betreft: Agendapunt 6 Financiën VOORSTEL VASTSTELLING CONTRIBUTIE EN BIJDRAGEN 2017 De aanpassing van contributie en bijdragen vindt plaats met het KNLTB indexcijfer (conform vaststelling door de Ledenraad van 19 december 2013). Deze systematiek is gebaseerd op het feit dat circa 45% van de kosten van de KNLTB loonkosten zijn. Deze stijgen gemiddeld sterker dan het Consumenten Prijs Indexcijfer. Om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen wordt jaarlijks het KNLTB indexcijfer berekend. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Consumenten Prijs Indexcijfer van het Centraal Bureau voor de statistiek (meetpunt: mei 2016 t.o.v. mei 2015) alsmede de Loonkostenindex voor de CAO Sport (meetpunt mei 2016 t.o.v. mei 2015). De loonkostenindex is samengesteld op basis van de stijging van de contractuele loonkosten in 2015 en de stijging van de KNLTB loonsom 2015 op basis van anciënniteit. De stijging van de sbi-92 (Sport) bedroeg in 2015: 1,1 %. De stijging van de KNLTB loonsom 2015 ten opzichte van 2014 bedroeg: 1,87 %. Het CPI steeg in de referteperiode met: 0 %. Op basis van bovengenoemde gegevens wordt het KNLTB indexcijfer: CPI 0,00 procent x 55 % = 0,00 Loonkostenindex 2,97 procent x 45 % = 1,34 Gecombineerd indexcijfer 1,34 (afgerond 1,3 %) Op basis van bovenstaande worden de bedragen 2017 voor: Bondscontributie voor een lid: 15,49 (2016: 15,29); KNLTB ledenpas 0,87 (2016: 0,87); Bondscontributie inclusief pas: 16,36 (2016: 16,16); Verenigingsbijdrage: 181,57 (2016: 179,24); Bijdrage voor een wedstrijdcomité: 217,90 (2016: 215,10). VOORSTEL VASTSTELLING HOOGTE BOETES VERENIGINGEN 2017 Aanleiding In artikel 6, lid 7 van de Statuten staat vermeld dat de hoogte van de boete die het Bondsbestuur kan opleggen aan een vereniging die niet al haar leden als bondslid opgeeft, jaarlijks door de Ledenraad wordt bepaald. Voorstel: De boete moet altijd hoger zijn dan het voordeel van het niet opgeven van alle leden. Daarom is voor de begroting 2012 in de Ledenraad vastgesteld het boetebedrag op te hogen naar Het Bondsbestuur stelt voor om dit bedrag, net als voorgaande jaren, te handhaven in 2017.

112 Memo Aan Ledenraad Van Bondsbestuur Datum November 2016 Betreft Agendapunt 7 Vaststellen wijzigingen reglementen 7a - Toelichting wijziging Algemeen Reglement Onderstaand treft u een beknopte toelichting aan op de wijzigingen in de reglementen: Algemeen De wijzigingen in de diverse reglementen zijn ingegeven door: 1. Screening algemeen. De reglementen zijn doorgelopen op de volgende punten: a. Staan er zaken in die niet of niet langer bestaan. b. Staan er kennelijke verschrijvingen in of inconsistenties. 2. Invoering nieuwe projecten, zoals het PO-systeem en Competitie Nieuwe Stijl, waarvan in het bijzonder de deregulering van het reglement. 3. Procedures zoals in het kader van Fair Play zijn nader uitgewerkt, voor zover de reglementen daar nog niet in voorzagen. Naast de hier genoemde punten dienen de statuten en reglementen in 2017 nader bekeken te worden om deze te moderniseren. Wens is om de voorgestelde wijzigingen in dat kader de volgende Ledenraadsvergadering aan bod te laten komen. Wijzigingen Algemeen Reglement 1. In artikel 6 is een toevoeging gedaan over het beschikken over een tennislerarenlicentie. 2. In artikel 6 is een toevoeging gedaan dat het Bondsbestuur nadere eisen kan stellen aan bondsfunctionarissen. 3. Artikel 17 is gewijzigd door een aanpassing van de onderscheidingen. 4. In artikel 21 is een toevoeging gedaan over het overnemen van sancties van andere instanties. N.B. in het reglement worden bovenstaande wijzigingen nader toegelicht. 1

113 ALGEMEEN REGLEMENT KONINKLIJKE NEDERLANDSE LAWN TENNIS BOND (concept Ledenraadsvergadering ) Inhoudsopgave Artikel 1: KNLTB Artikel 2: Categorieën van leden en aangeslotenen Artikel 3: Toelating van leden en beëindiging van het lidmaatschap Artikel 4: Toelating van aangeslotenen en beëindiging van het aangesloten zijn Artikel 5: Algemene rechten en verplichtingen van verenigingen en wedstrijdcomités Artikel 6: Algemene rechten en verplichtingen van bondsleden, persoonlijke leden en bondskaarthouders Artikel 7: Administratieve overtredingen Artikel 8: Agenda van de vergaderingen van de Ledenraad Artikel 9: Taken en bevoegdheden leden Bondsbestuur Artikel 10: Vergaderingen van het Bondsbestuur Artikel 11: Verkiezingen en benoemingen Artikel 12: Organisatorische indeling Artikel 13: Landelijke Commissies Artikel 14: Landelijke Werkgroepen Artikel 15: Permanente en Tijdelijke Commissies Artikel 16: Reglementen Artikel 17: Onderscheidingen Artikel 18: Vergoeding kosten Artikel 19: Bondscontributie, heffingen en afdrachten Artikel 20: Toegang tot wedstrijden Artikel 21: Handhaving orde en veiligheid Artikel 22: Mededelingen Artikel 23: Verkrijging officiële uitgaven Artikel 24: Bondsvlag en wisselprijzen Artikel 25: Aansprakelijkheid Artikel 1 - KNLTB 1. De KNLTB is aangesloten bij: a. NOC*NSF; b. de International Tennis Federation (ITF); c. Tennis Europe. 2. De KNLTB is als vereniging onder de naam Nederlandsche Lawn Tennis Bond op 5 juni 1899 opgericht. Op 28 juni 1939 is aan deze vereniging het predikaat Koninklijke verleend. 3. Het Bondsbestuur vertegenwoordigt de KNLTB nationaal en internationaal, zowel bij de in lid 1 genoemde organisaties als bij andere organisaties. Artikel 2 - Categorieën van leden en aangeslotenen 1. De KNLTB kent leden en aangeslotenen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 en artikel 5 van de statuten. De categorie bondsleden is onderverdeeld in de categorieën senioren en junioren. Alle categorieën leden van verenigingen behoren ofwel tot de categorie senioren, ofwel tot de categorie junioren. 2. Ieder bondslid ontvangt jaarlijks als bewijs van zijn lidmaatschap van de KNLTB een ledenpas. Deze ledenpas doet dienst als identiteitsbewijs en als wedstrijdpas. Tevens staat hierop het persoonsgebonden bondsnummer vermeld. De ledenpas is uitsluitend geldig van 1 april van het lopende boekjaar tot en met 31 maart van het daarop volgende boekjaar, met dien verstande dat bij beëindiging van het lidmaatschap de ledenpas zijn geldigheid verliest op het moment dat het lidmaatschap eindigt. 3. Een bondskaarthouder ontvangt als bewijs van het aangesloten zijn bij de KNLTB een bondskaart. De bondskaart is uitsluitend geldig in het lopende boekjaar. Artikel 3 - Toelating van leden en beëindiging van het lidmaatschap 1. Een vereniging meldt zich als lid aan door het indienen van een schriftelijk verzoek bij het Bondsbestuur. Het verzoek moet zijn ondertekend door degenen die statutair bevoegd zijn de vereniging te vertegenwoordigen. De vereniging legt haar statuten en huishoudelijk reglement 1

114 over, alsmede een opgave van de namen en adressen van haar bestuursleden en van een introductie van het bestuur van het district waaronder de vereniging na toelating tot het lidmaatschap zal ressorteren. Tevens legt de vereniging een volledige lijst van al haar leden over. Alvorens over te gaan tot de introductie van een introductie van het bestuur van het district waaronder de vereniging na toelating tot het lidmaatschap zal ressorteren. Tevens legt de vereniging een volledige lijst van al haar leden over. Alvorens over te gaan tot de introductie van een vereniging, vergewist het Bondsbestuur zich er onder meer van dat de vereniging voldoet aan de eis als genoemd in lid 2 sub e. van dit artikel, dat de bestuursleden niet van slecht levensgedrag zijn, alsmede dat de naam van de vereniging niet bezwaarlijk is. 2. Het Bondsbestuur kan tot niet-toelating van een vereniging besluiten indien: a. de statuten en/of het huishoudelijk reglement van de vereniging bepalingen bevatten die in strijd zijn met het Burgerlijk Wetboek; b. de statuten en/of het huishoudelijk reglement van de vereniging bepalingen bevatten die het Bondsbestuur in strijd acht met de statuten, reglementen of belangen van de KNLTB; c. in de statuten en/of het huishoudelijk reglement van de vereniging bepalingen ontbreken die het Bondsbestuur daarin noodzakelijk acht; d. het Bondsbestuur bezwaar heeft tegen de naam van de vereniging; e. de vereniging minder dan dertig leden telt; f. het Bondsbestuur andere gewichtige bezwaren heeft tegen het lidmaatschap van de vereniging. 3. Een als lid toegelaten vereniging meldt al haar leden schriftelijk bij het Bondsbestuur als bondslid aan. 4. Een persoonlijk lid verkrijgt het lidmaatschap door zich na te zijn onderscheiden of te zijn benoemd schriftelijk bij het Bondsbestuur als persoonlijk lid aan te melden. 5. Het Bondsbestuur kan voor de aanmelding van de verschillende categorieën leden het gebruik van uniforme aanmeldingsformulieren voorschrijven. 6. Verenigingen ontvangen na hun toelating een exemplaar van de statuten en de relevante reglementen. 7. Het lidmaatschap van de KNLTB wordt beëindigd met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 van de statuten. 8. Verenigingen en persoonlijke leden zeggen hun lidmaatschap van de KNLTB schriftelijk op bij het Bondsbestuur. Een opzegging voor het volgende boekjaar dient voor 1 december van het lopende boekjaar te geschieden. Een bondslid zegt zijn lidmaatschap van de KNLTB op door een schriftelijke mededeling aan het bestuur van zijn vereniging, dat daarvan schriftelijk mededeling doet aan het Bondsbestuur. Artikel 4 - Toelating van aangeslotenen en beëindiging van het aangesloten zijn 1. Een wedstrijdcomité meldt zich als zodanig schriftelijk aan bij de KNLTB door inzending van een ondertekend aanmeldingsformulier. Een wedstrijdcomité telt ten minste vijf meerderjarige bondsleden, van wie ten minste één bondsgedelegeerde is. Leden van de Ledenraad, het Bondsbestuur, een Districtsraad, alsmede belanghebbenden bij de tennissport kunnen geen zitting hebben in een wedstrijdcomité. Een wedstrijdcomité dient te beschikken over een reglement. Indien het reglement van het wedstrijdcomité vermeldt dat het wedstrijdcomité al zijn wedstrijden op een bepaald tennispark of in een bepaalde tennishal organiseert, mag de betreffende tennisaccommodatie-exploitant of zijn partner zitting hebben in het wedstrijdcomité en moeten, wanneer één of meer verenigingen op dat park of in die hal spelen, ten minste twee vertegenwoordigers van die vereniging(en) in het wedstrijdcomité zitting hebben. Het wedstrijdcomité doet schriftelijk opgave van de personen die in het wedstrijdcomité zitting hebben en legt een introductie over van het bestuur van het district waaronder het na toelating zal ressorteren. Alvorens over te gaan tot de introductie van een wedstrijdcomité, vergewist de betreffende Districtsraad zich er onder meer van dat de leden van het wedstrijdcomité niet van slecht levensgedrag zijn, alsmede dat de naam van het wedstrijdcomité niet bezwaarlijk is. Eerst nadat de KNLTB heeft vastgesteld dat is voldaan aan de gestelde voorwaarden, wordt het wedstrijdcomité toegelaten als aangeslotene bij de KNLTB. 2. Een bondskaarthouder meldt zich als zodanig schriftelijk aan bij de KNLTB, met vermelding van zijn volledige naam, adres, geboortedatum en speelsterkte, alsmede een verklaring van een vereniging dat hij is geplaatst op een wachtlijst voor het verkrijgen van het lidmaatschap van die vereniging. Gelijktijdig met het inzenden van het aanmeldingsformulier moet de voor de bondskaart verschuldigde bijdrage, zoals vastgesteld door het Bondsbestuur, worden voldaan. 2

115 Eerst nadat de KNLTB heeft vastgesteld dat is voldaan aan de gestelde voorwaarden, wordt de bondskaarthouder toegelaten als aangeslotene bij de KNLTB. 3. Het Bondsbestuur kan voor de aanmelding van wedstrijdcomités en bondskaarthouders het gebruik van uniforme aanmeldingsformulieren voorschrijven. 4. Wedstrijdcomités ontvangen na hun toelating een exemplaar van de statuten en de relevante reglementen. 5. Wedstrijdcomités melden het Bondsbestuur schriftelijk wanneer zij het aangesloten zijn bij de KNLTB wensen te beëindigen. Een schriftelijke mededeling tot beëindiging voor het volgende boekjaar dient voor 1 december van het lopende boekjaar te geschieden. 6. Het Bondsbestuur kan het aangesloten zijn van een wedstrijdcomité met onmiddellijke ingang beëindigen indien het wedstrijdcomité niet meer voldoet aan de voorwaarden die de KNLTB aan een wedstrijdcomité stelt. 7. Het bondskaarthouderschap eindigt, behoudens verlenging, uiterlijk 31 december van het jaar van toelating. Het Bondsbestuur kan het aangesloten zijn van een bondskaarthouder met onmiddellijke ingang beëindigen indien een bondskaarthouder niet meer voldoet aan de voorwaarden die de KNLTB aan het bondskaarthouderschap stelt. Artikel 5 - Algemene rechten en verplichtingen van verenigingen en wedstrijdcomités 1. Verenigingen hebben het recht toernooien te organiseren volgens de bepalingen van het Toernooireglement, tenzij hen dit recht door enige tuchtmaatregel is ontzegd. Verenigingen hebben tevens het recht deel te nemen aan de door de KNLTB georganiseerde landelijke competities en aan de door of namens hun district georganiseerde Districts- en Regiocompetities met inachtneming van de bepalingen van het Competitiereglement, tenzij hen dit recht door enige tuchtmaatregel is ontzegd. Verenigingen hebben voorts het recht om gebruik te maken van de diensten voor verenigingen die de KNLTB biedt. 2. Wedstrijdcomités hebben het recht toernooien te organiseren met inachtneming van de reglementen die van toepassing zijn en onder de voorwaarden die de KNLTB stelt. 3. In aansluiting op het bepaalde in artikel 6 van de statuten zijn verenigingen verplicht: a. desgevraagd op eerste verzoek de verlangde relevante inlichtingen en opgaven volledig en juist te verstrekken aan het Bondsbestuur, een Districtsraad, de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep; b. jaarlijks voor 1 februari op de door het Bondsbestuur voorgeschreven wijze opgave te doen van de namen met voorletters, adressen en geboortedata van haar bestuursleden en functionarissen met vermelding van de functies, waaronder de competitieleider, en van het aantal banen en de plaats waar deze zijn gelegen, de aard van het speeloppervlak en het telefoonnummer van de accommodatie; c. in geval van een tussentijdse wijziging in de in lid 3 sub b. bedoelde gegevens hiervan op de door het Bondsbestuur voorgeschreven wijze binnen veertien dagen mededeling te doen aan het Bondsbestuur; d. op de door het Bondsbestuur voorgeschreven wijze en binnen de aangegeven tijd opgave te doen van de namen met voorletters, adressen en geboortedata van alle leden, alsmede van andere door het Bondsbestuur verlangde relevante gegevens; e. het Bondsbestuur of zijn gemachtigde te allen tijde inzage in of afschrift te geven van de boekhouding en de administratie met de daarbij behorende bescheiden; f. een door de KNLTB geroyeerd bondslid met onmiddellijke ingang het lidmaatschap van zijn vereniging op te zeggen, alsook om door de KNLTB geroyeerde leden niet als lid of betrokkene toe te laten of aan wedstrijden te laten deelnemen; g. toe te zien op de naleving van een aan een bondslid of bondskaarthouder opgelegde straf; h. van alle bondsleden een registratie bij te houden waarop de gegevens zijn vermeld die door de KNLTB worden verlangd; i. de gehele administratie gedurende de wettelijk voorgeschreven termijn te bewaren. j. voorgenomen wijzigingen in haar statuten en reglementen ter goedkeuring voor te leggen aan het Bondsbestuur; k. wijzigingen in haar statuten en reglementen onverwijld ter kennis te brengen van het Bondsbestuur en van de betreffende Districtsraad ; l. om onder opgave van redenen binnen veertien dagen schriftelijk mededeling te doen aan het Bondsbestuur en aan de betreffende Districtsraad van een door de vereniging geroyeerd bondslid of van een aan een bondslid opgelegde schorsing van vier weken of langer; m. om een bondslid dat geselecteerd is voor een nationaal team in de gelegenheid te stellen voor dit team uit te komen en om aan trainingen daarvoor deel te nemen; 3

116 4. Het is een vereniging verboden een overeenkomst aan te gaan met een persoon die niet beschikt over een geldige door de KNLTB verstrekte tennislerarenlicentie ter zake van het geven van tennislessen en/of het ter beschikking stellen van een tennisbaan voor het geven van tennislessen. 5. Een wedstrijdcomité is verplicht: a. er zorg voor te dragen dat zijn reglement voldoet aan de door het Bondsbestuur gestelde voorwaarden; b. schriftelijk kennis te geven aan het Bondsbestuur van wijzigingen in zijn reglement binnen twee weken nadat tot een wijziging is besloten. Deze wijzigingen treden tegenover de KNLTB in werking nadat het Bondsbestuur heeft bericht er geen bezwaren tegen te hebben; c. jaarlijks voor 1 februari op de door de KNLTB voorgeschreven wijze opgave te doen van: (1) de namen en adressen van de leden van het wedstrijdcomité, met vermelding van hun specifieke functie in het wedstrijdcomité; (2) het aantal banen waarover het wedstrijdcomité in het betreffende boekjaar de beschikking heeft, alsmede de plaats waar de banen zijn gelegen, de aard van het speeloppervlak en het telefoonnummer waaronder de speelaccommodatie is te bereiken; d. het optreden van tussentijdse wijzigingen in de onder c. verstrekte opgaven op de door de KNLTB voorgeschreven wijze en tijd te melden; e. de jaarlijkse bijdrage en andere gelden op de door de KNLTB voorgeschreven wijze en tijd af te dragen. 6. Het Bondsbestuur is bevoegd om de termijn waarbinnen een vereniging of wedstrijdcomité tot een verplichting gehouden is te verlengen. Artikel 6 - Algemene rechten en verplichtingen van bondsleden, persoonlijke leden en bondskaarthouders 1. Bondsleden hebben, tenzij dit door enige tegen hen getroffen tuchtmaatregel wordt verhinderd, het recht deel te nemen aan persoonlijke wedstrijden en ploegenwedstrijden, georganiseerd of goedgekeurd door de KNLTB, voorzover de voor de betreffende wedstrijd geldende bepalingen hun deelneming toelaten en met inachtneming van de bepalingen van het Toernooireglement en van het Competitiereglement. Het Bondsbestuur kan, met het oog op de belangen van de KNLTB, deelneming aan een bepaalde wedstrijd verbieden, mits dit besluit uiterlijk twee weken voor de wedstrijd aan de betrokken persoon wordt medegedeeld. 2. Bondskaarthouders hebben met inachtneming van het Toernooireglement en van het Competitiereglement het recht deel te nemen aan één of meer door de KNLTB georganiseerde of goedgekeurde, in Nederland te houden persoonlijke wedstrijden en ploegenwedstrijden, voor zover de voor de betreffende wedstrijden geldende bepalingen hun deelneming toelaten. 3. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 van de statuten verplichten bondsleden en persoonlijke leden zich: a. desgevraagd op eerste verzoek de verlangde relevante inlichtingen en opgaven volledig en juist te verstrekken aan het Bondsbestuur, een Districtsraad, de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep, dan wel aan een door genoemde organen aangewezen commissie of persoon; b. om zich ter gelegenheid van een tenniswedstrijd, hetzij vóór, hetzij gedurende, hetzij na de wedstrijd behoorlijk te gedragen en zo nodig mee te helpen bij het handhaven van de orde; c. om niet deel te nemen aan en geen medewerking te verlenen aan het organiseren of doen houden van wedstrijden, die niet zijn georganiseerd door of onder auspiciën van de KNLTB. 4. Het is leden die niet beschikken over een geldige door de KNLTB verstrekte tennislerarenlicentie conform het Licentiereglement niet toegestaan om tennislessen te geven bij een bij de KNLTB aangesloten vereniging. 5. Leden zijn verplicht te bevorderen dat aan wedstrijden deelnemende bondsleden zich zoveel mogelijk onder gelijkwaardige omstandigheden met elkaar kunnen meten, waarbij noch voorafgaand noch tijdens een wedstrijd de door een deelnemend bondslid te verrichten prestatie opzettelijk of onbewust wordt beïnvloed door het gebruik of het toedienen van verboden middelen, als bedoeld in het Dopingreglement. Leden zijn voorts verplicht volledige en tijdige medewerking te verlenen aan dopingcontroles. 6. Het is een bondsfunctionaris verboden om, gebruik makend van het feit dat hij een bondsfunctie bekleedt, enig geldelijk voordeel te trekken uit de tennissport. 7. Het Bondsbestuur kan nadere eisen stellen aan bondsfunctionarissen, zoals het aanleveren van een Verklaring Omtrent Gedrag. 4

117 Toelichting wijziging: Lid 4 toegevoegd: Expliciet de verplichting opgenomen dat leden van de KNLTB geen tennisles mogen geven op een bij de KNLTB aangesloten vereniging wanneer zij niet over een geldige licentie beschikken. Door het opnemen van deze verplichting kunnen ook individuele leden van de KNLTB worden aangesproken op het feit dat zij over een geldige licentie moeten beschikken wanneer zij op de baan staan. Wens vanuit de afdeling toptennis om niet alleen verenigingen maar ook leraren te kunnen aanspreken en om het PO systeem te handhaven. Lid 7 toegevoegd: Bij de uitrol van het Fair Play systeem is er gekozen om voor een aantal doelgroepen een VOG aan te vragen naast het ondertekenen van de gedragscode per doelgroep. Om mogelijke discussies hieromtrent te voorkomen wordt het stellen van nadere eisen door het Bondsbestuur expliciet benoemd. Artikel 7 - Administratieve overtredingen 1. Aan bondsleden, bondskaarthouders, verenigingen en wedstrijdcomités kunnen straffen worden opgelegd, wanneer zij zich schuldig hebben gemaakt aan één of meer administratieve overtredingen. 2. Administratieve overtredingen als bedoeld in dit artikel zijn limitatief opgesomd het Toernooireglement in de betreffende reglementen als genoemd in artikel 16 van dit reglement. 3. De bevoegdheid om straffen als bedoeld in dit artikel op te leggen berust bij de hiertoe benoemde commissie van de KNLTB. 4. De in lid 3 van dit artikel bedoelde commissie is bevoegd een straf op te leggen aan: a. bondsleden en/of bondskaarthouders die zich aan een administratieve overtreding hebben schuldig gemaakt. b. verenigingen en/of wedstrijdcomités die zich aan een administratieve overtreding hebben schuldig gemaakt. 5. Het strafopleggend orgaan dient bij het opleggen van een straf voorzover mogelijk de strafmaat te hanteren zoals vastgelegd door het Bondsbestuur. 6. In geval van administratieve overtredingen kunnen de volgende straffen worden opgelegd: a. aan bondsleden en/of bondskaarthouders: 1. een waarschuwing of een berisping; 2. een geldboete van ten hoogste het bedrag dat door het Bondsbestuur is vastgesteld; 3. de ontzegging van het recht om hier te lande aan persoonlijke en/of ploegenwedstrijden deel te nemen gedurende een periode van ten hoogste zes maanden. b. aan verenigingen en/of wedstrijdcomités: 1. een waarschuwing of een berisping; 2. een geldboete van ten hoogste het bedrag dat door het Bondsbestuur is vastgesteld; 3. de ontzegging van het recht om hier te lande aan wedstrijden deel te nemen respectievelijk wedstrijden te organiseren gedurende een periode van ten hoogste twaalf maanden. De straffen onder sub a. genoemd zowel als die onder sub b. genoemd, kunnen ook voorwaardelijk en/of (al dan niet ten dele) gezamenlijk worden opgelegd. 7. Het strafopleggend orgaan bepaalt wanneer de periode bedoeld in lid 6 sub a.3 en in lid 6 sub b.3 van dit artikel begint. De straffen bedoeld in sub a. en b. van lid 6 van dit artikel worden schriftelijk ter kennis van de betrokkenen gebracht. 8. a. Tegen een straf opgelegd door een in dit artikel bedoelde commissie, staat beroep open bij de Raad van Beroep; b. Het beroep als in dit artikel bedoeld, wordt ingesteld door indiening per aangetekend schrijven van een met redenen omkleed beroepschrift binnen tien werkdagen nadat de straf ter kennis van belanghebbende is gekomen of geacht wordt te zijn gekomen. c. Het strafopleggend orgaan kan tot tenuitvoerlegging van de straf besluiten ondanks ingesteld beroep. d. Bij ingesteld beroep beslist de Commissie van Beroep in hoogste instantie. 9. Administratieve overtredingen krachtens dit hoofdstuk bestraft en afgedaan, kunnen niet alsnog voor de Tuchtcommissie worden gebracht. 10. Het strafopleggend orgaan publiceert anoniem de door hem gedane uitspraak. Toelichting wijziging: Lid 2: De KNLTB heeft de ambitie om de werkzaamheden van de LCAO uit te breiden van 5

118 toernooien naar zo mogelijk competitie, zulks in nauw overleg met de LCAO. Daarom is een algemene formulering van het Algemeen Reglement noodzakelijk. Artikel 8 Vergaderingen van de Ledenraad 1. Volgens het bepaalde in artikel 9 lid 4 van de statuten wordt bij de oproep voor een vergadering van de Ledenraad de voorlopige agenda bekend gemaakt. De (voorlopige) agenda en de bijbehorende stukken worden tegelijk met de oproep per post of op elektronisch wijze toegezonden respectievelijk beschikbaar gesteld aan de leden van de Ledenraad, aan de verenigingen, aan de persoonlijke leden en aan de districten. 2. Voorstellen tot wijziging van een reglement als genoemd in artikel 21 lid 2 van de statuten, vaststelling van een nieuw reglement, wijziging van de statuten, alsmede ontbinding van de KNLTB worden binnen de daarvoor in de statuten bepaalde termijn per post of op elektronische wijze toegezonden respectievelijk beschikbaar gesteld aan de leden van de Ledenraad, aan de verenigingen, aan de persoonlijke leden en aan de districten. 3. De agenda van de voorjaarsvergadering van de Ledenraad bevat in elk geval: a. het vaststellen van de notulen van de vorige vergadering van de Ledenraad; b. het jaarverslag van het Bondsbestuur over het afgelopen boekjaar; c. het financieel verslag van het Bondsbestuur over het afgelopen boekjaar; d. het verslag van de externe registeraccountant; f. het vaststellen van de balans en de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar; g. het verlenen van décharge aan de leden van het Bondsbestuur; h. het eventueel behandelen van een suppletoire begroting voor het lopende boekjaar; i. de rondvraag. 4. De agenda van de najaarsvergadering van de Ledenraad bevat in elk geval: a. het vaststellen van de notulen van de vorige vergadering van de Ledenraad; b. het vaststellen van het activiteitenplan voor het volgende boekjaar; c. het vaststellen van contributies en andere bijdragen voor het volgende boekjaar; d. het vaststellen van de begroting voor het volgende boekjaar; e. de rondvraag. 5. De algemeen directeur woont alle vergaderingen van de Ledenraad bij, tenzij Bondsbestuur of Ledenraad anders beslissen. De algemeen directeur heeft in deze vergaderingen de bevoegdheid om advies uit te brengen. Artikel 9 - Taken en bevoegdheden leden Bondsbestuur 1. De voorzitter is belast met de algemene leiding van de KNLTB. De voorzitter is bevoegd de binnen de organisatie van de KNLTB te houden vergaderingen bij te wonen en deze vergaderingen desgevraagd van advies te dienen en treedt bij officiële gelegenheden op als vertegenwoordiger en woordvoerder van de KNLTB. Deze bevoegdheid geldt niet voor het bijwonen van vergaderingen van de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep. De voorzitter treedt, tenzij de Ledenraad anders heeft besloten, op als voorzitter van de vergadering van de Ledenraad. Bij afwezigheid van de voorzitter neemt de vice-voorzitter de functie van de voorzitter waar. Deze treedt, zolang de waarneming duurt, in alle rechten en verplichtingen van de voorzitter. 2. De secretaris is verantwoordelijk voor het voeren van de correspondentie, voor de algemene administratieve organisatie, met uitzondering van de administratie van de districten, en voor de verslaglegging van de vergaderingen van het Bondsbestuur en van de Ledenraad. De secretaris is verantwoordelijk voor het jaarverslag. De secretaris treedt op als secretaris van de vergaderingen van de Ledenraad. 3. De penningmeester is verantwoordelijk voor het beheer van de bondsfinanciën, het opstellen van het financieel verslag, alsmede met de juiste besteding en aanwending van de bondsfinanciën, met het aanvragen van subsidie en met de algehele financiële administratie van de KNLTB. De penningmeester pleegt hierover overleg met de overige leden van het Bondsbestuur. De penningmeester is verantwoordelijk voor het opstellen van de begroting. De penningmeester legt de ontwerpbegroting voor het komende boekjaar uiterlijk in oktober ter vaststelling voor aan het Bondsbestuur. De penningmeester draagt zonodig zorg voor het opstellen van een suppletoire begroting en legt het ontwerp daarvan tijdig aan het Bondsbestuur voor. 4. De leden van het Bondsbestuur die verantwoordelijk zijn voor de aandachtsgebieden Wedstrijdtennis, Breedtetennis en Toptennis zijn speciaal belast met het opstellen van beleidsplannen, begrotingen en activiteitenplannen van hun aandachtsgebied, welke stukken aan 6

119 het Bondsbestuur worden overgelegd, alsmede met het informeren van het Bondsbestuur over de gegeven adviezen en informatie door de voorzitters van de betreffende Landelijke Commissies. 5. Bij de uitoefening van zijn taken wordt het Bondsbestuur bijgestaan door de beroepsorganisatie. 6. Het Bondsbestuur is bevoegd uitgaven te doen voor ten hoogste het bedrag van de algemene reserve voor zover het kosten betreft die niet zijn begroot en die men redelijkerwijs niet onder één van de begrotingsposten kan onderbrengen, zulks tot een maximum van 2% van het begrotingstotaal van het lopende boekjaar van de KNLTB. Alvorens de door de Ledenraad aan het Bondsbestuur gegeven extra financiële ruimte te benutten, is het Bondsbestuur verplicht na te gaan welke financiële middelen ter beschikking zijn. Het totaal van bedoelde uitgaven mag niet groter zijn dan het bedrag van de algemene reserve. Artikel 10 - Vergaderingen van het Bondsbestuur. 1. Het Bondsbestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee andere Bondsbestuursleden dit gewenst achten. 2. De voorzitter bepaalt de wijze van vergaderen. Het Bondsbestuur kan ook anders dan in een bijeenkomst vergaderingen houden, mits alle betrokken Bondsbestuursleden daaraan deelnemen of in geval van afwezigheid verklaard hebben met die wijze van vergaderen in te stemmen. 3. Het Bondsbestuur kan slechts rechtsgeldige besluiten nemen, indien ten minste vier leden aan de vergadering deelnemen of daarin door een aanwezig bestuurslid vertegenwoordigd zijn. 4. Indien de stemmen in een Bondsbestuursvergadering staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend, tenzij bij meerderheid wordt besloten in een volgende Bestuursvergadering opnieuw over het onderwerp te stemmen. Artikel 11 - Verkiezingen en benoemingen 1. Alle verkiezingen en benoemingen voor een bondsfunctie geschieden door kandidaatstelling en zo nodig stemming en herstemming met inachtneming van het bepaalde in artikel 19 van de statuten. 2. Een kandidaatstelling geschiedt niet eerder dan nadat de kandidaat zich bereid heeft verklaard een eventuele benoeming te aanvaarden. 3. Indien de benoeming in functie geschiedt, geschiedt de kandidaatstelling ook in die functie. 4. Indien meer dan één vacature dient te worden vervuld, geschiedt de kandidaatstelling voor elke vacature afzonderlijk. 5. Alle personen die een bondsfunctie bekleden moeten lid zijn van de KNLTB, en meerderjarig zijn en beschikken over de Nederlandse nationaliteit. Indien een kandidaat voor een bondsfunctie geen lid is, dan geschiedt de benoeming onder de voorwaarde dat de kandidaat zich na zijn benoeming aanmeldt als persoonlijk lid, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 lid 4 van dit reglement. Een kandidaatstelling kan niet plaatsvinden indien er sprake is of kan zijn van belangenverstrengeling. 6. Een kandidaat die geen lid is zal schriftelijk verklaren dat hij zich direct na zijn benoeming zal aanmelden als persoonlijk lid. Van een kandidaatstelling voor de Ledenraad, het Bondsbestuur, een Districtsraad, de Tuchtraad en Raad van Beroep wordt schriftelijk kennis gegeven aan allen die het recht van toegang hebben tot de vergadering waarin de benoeming kan plaatshebben, hetzij bij de oproep voor de vergadering, hetzij middels een afzonderlijk schrijven, verzonden ten minste driemaal vierentwintig uur voor het begin van de vergadering. Indien een kandidaat de in dit lid bedoelde verklaring(en) vóór de stemming intrekt, wordt gelegenheid gegeven staande de vergadering in diens plaats één of meer kandidaten te stellen. 7. Het Bondsbestuur is verantwoordelijk voor de organisatie met betrekking tot de verkiezingen en benoemingen in de vergaderingen van het Bondsbestuur en de Ledenraad. Een Districtsraad is verantwoordelijk voor de organisatie met betrekking tot de verkiezingen en benoemingen in het eigen district, waaronder de verkiezing van de leden van de Ledenraad. 8. Indien tussentijds een vacature ontstaat, voorziet de eerstvolgende vergadering daarin zo mogelijk. Indien de voorziening in een vacature geen uitstel kan vergen, kan het desbetreffende bestuur besluiten tot een schriftelijke kandidaatstelling en verkiezingsprocedure op de wijze die zoveel mogelijk overeenkomt met de voorgeschreven wijze van verkiezen en benoemen. 9. Diegene die is benoemd in de Ledenraad, het Bondsbestuur, een Districtsraad, een Permanente Commissie, een Tijdelijke Commissie, een Landelijke Commissie, een Landelijke Werkgroep of een Districtswerkgroep, kan te allen tijde als zodanig worden geschorst of ontslagen door het orgaan dat hem heeft benoemd. 7

120 Toelichting wijziging: Het is nu verplicht om over de Nederlandse nationaliteit te beschikken terwijl het principe van vrij verkeer van personen deze beperking niet toestaat. Ook al is de KNLTB een besloten vereniging, is het naar onze mening toch wenselijk om dit meer open te stellen. Daarbij kan bij het aanstellen van mensen uiteraard wel gekeken worden of iemand de Nederlandse taal machtig is. Artikel 12 - Organisatorische indeling De KNLTB wordt organisatorisch als volgt ingedeeld: a. in functioneel opzicht in de aandachtsgebieden Wedstrijdtennis, Breedtetennis en Toptennis; b. in territoriaal opzicht in districten. Artikel 13 - Landelijke Commissies 1. Het Bondsbestuur kan voor verschillende aandachtsgebieden Landelijke Commissies instellen. 2. De Landelijke Commissies dragen zorg voor de beleidsvoorbereiding op de respectievelijke aandachtsgebieden en voeren bijzondere opdrachten uit ten behoeve van het Bondsbestuur. De Landelijke Commissies verrichten hun werkzaamheden uitsluitend ten behoeve van het Bondsbestuur en leggen via het betreffende lid van het Bondsbestuur dat verantwoordelijk is voor het betreffende aandachtsgebied verantwoording af aan het Bondsbestuur. 3. De Landelijke Commissies onderhouden het contact met de districtsfunctionarissen. 4. De Landelijke Commissies doen aan het betreffende lid van het Bondsbestuur verslag van hun bevindingen teneinde in het Bondsbestuur de resultaten van de inhoudelijke discussies onderdeel te kunnen laten zijn van de strategische afwegingen en beslissingen ten behoeve van de gehele bondsorganisatie. 5. De Landelijke Commissies bestaan uit bondsleden en/of persoonlijke leden en uit werknemers. Werknemers hebben een adviserende stem en worden benoemd door de algemeen directeur. De overige leden worden na voordracht van de Landelijke Commissie benoemd door het Bondsbestuur. De voorzitter wordt in functie benoemd en kan geen werknemer zijn. De algemeen directeur heeft het recht vergaderingen van de Landelijke Commissies bij te wonen en heeft in deze vergaderingen de bevoegdheid advies uit te brengen. 6. Met uitzondering van de werknemers worden de leden van een Landelijke Commissie benoemd voor de duur van twee jaren. Leden van een Landelijke Commissie zijn benoembaar tot een maximum van vijf aaneengesloten perioden van twee jaren. Nadat een lid van een Landelijke Commissie aansluitend vijf maal tot lid van die commissie is benoemd, kan hij nadien niet tot lid van die commissie worden benoemd dan nadat een daaropvolgende periode van twee jaren is verstreken. Alsdan is het in de eerste en tweede zin bepaalde wederom van toepassing. Onder een jaar wordt in dit verband verstaan een periode van twaalf maanden. Artikel 14 - Landelijke Werkgroepen 1. Het Bondsbestuur kan voor verschillende aandachtsgebieden Landelijke Werkgroepen instellen. De leden van een Landelijke Werkgroep zijn specialisten op het betreffende aandachtsgebied. 2. Behoudens uitzonderingen, in welk geval een Landelijke Werkgroep rechtstreeks onder het Bondsbestuur ressorteert, ressorteert een Landelijke Werkgroep rechtstreeks onder de Landelijke Commissie welke is ingesteld voor het betreffende aandachtsgebied. 3. De Landelijke Werkgroepen adviseren en voeren bijzondere opdrachten uit ten behoeve van de Landelijke Commissies dan wel het Bondsbestuur. De Landelijke Werkgroepen verrichten hun werkzaamheden uitsluitend ten behoeve van de Landelijke Commissies respectievelijk het Bondsbestuur en leggen hieraan rechtstreeks verantwoording af. Ten aanzien van de beslissingen over de uitvoering van werkprocessen is de werkgroep gehouden de daarvoor vastgestelde richtlijnen te volgen. Bij een eventueel geschil tussen een Landelijke Commissie en de daaronder ressorterende Landelijke Werkgroep beslist het Bondsbestuur. 4. De Landelijke Werkgroepen bestaan uit bondsleden en/of persoonlijke leden en uit werknemers. Werknemers hebben een adviserende stem en worden benoemd door de algemeen directeur. De overige leden worden na voordracht van de Landelijke Commissie onder welke de betreffende Landelijke Werkgroep ressorteert, benoemd door het Bondsbestuur. Voor de Landelijke Werkgroepen die rechtstreeks onder het Bondsbestuur ressorteren geldt dat de voordracht door de betreffende Landelijke Werkgroep wordt gedaan. De voorzitter wordt in functie benoemd en kan geen werknemer zijn. De algemeen directeur heeft het recht vergaderingen van de Landelijke Werkgroepen bij te wonen en heeft in deze vergaderingen de bevoegdheid advies uit te brengen. 8

121 5. Met uitzondering van de werknemers worden de leden van een Landelijke Werkgroep benoemd voor de duur van twee jaren. Leden van een Landelijke Werkgroep zijn benoembaar tot een maximum van vijf aaneengesloten perioden van twee jaren. Nadat een lid van een Landelijke Werkgroep aansluitend vijf maal tot lid van die werkgroep is benoemd, kan hij nadien niet tot lid van die werkgroep worden benoemd dan nadat een daaropvolgende periode van twee jaren is verstreken. Alsdan is het in de eerste en tweede zin bepaalde wederom van toepassing. Onder een jaar wordt in dit verband verstaan een periode van twaalf maanden. Artikel 15 - Permanente en Tijdelijke Commissies 1. Er zijn Permanente Commissies en Tijdelijke Commissies met een bijzondere opdracht. 2. Van de Permanente Commissies benoemt de Ledenraad de leden van: a. de Tuchtraad; b. de Raad van Beroep. 3. Van de Permanente Commissies benoemt het Bondsbestuur de leden van: a. de Commissie Financiën; b. de Onderzoekscommissie; en c. de Integriteitscommissie. 4. De wijze van benoeming van de leden van de Tuchtraad en de Raad van Beroep, evenals hun taken en verantwoordelijkheden, is nader geregeld in het Reglement Fair Play. 5. De Commissie Financiën bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zeven leden. De Commissie Financiën heeft tot taak het Bondsbestuur en in het bijzonder de penningmeester te adviseren met betrekking tot het financiële beleid van de KNLTB. Het Bondsbestuur benoemt na overleg met de commissie de voorzitter van de commissie in functie. Het lidmaatschap van de Commissie Financiën is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Ledenraad en het Bondsbestuur. 6. De samenstelling en benoeming van de Onderzoekscommissie en de Integriteitscommissie, is nader geregeld in het Reglement Fair Play. Toelichting wijziging: In het kader van de bestuurlijke reorganisatie van de afgelopen jaren (KNLTB 3.0) is besloten (en hiervan is de Commissie Financiën ook op de hoogte) om van de Permanente Commissie een expertgroep te maken, zodat deze flexibeler kan functioneren. Per abuis stond het echter nog wel in het reglement als permanente commissie. Artikel 16 - Reglementen 1. Het Reglement Begripsbepalingen vermeldt de definities van de belangrijkste in de statuten en reglementen opgenomen begrippen. 2. Het Districtsreglement regelt de organisatie, de taken en de bevoegdheden van de districten en de organen van de districten. 3. Het Toernooireglement vermeldt alles wat betreft de organisatie van en deelneming aan wedstrijden, geen competitiewedstrijden zijnde, en aan toernooien voorzover hieromtrent niet reeds bepalingen in de statuten of in een reglement zijn opgenomen. 4. Het Competitiereglement vermeldt alles wat betreft de organisatie van en deelneming aan de competitie, voorzover hieromtrent niet reeds bepalingen in de statuten of in een reglement zijn opgenomen. 5. Het Reglement voor de Nationale Ranglijsttoernooien vermeldt alles wat afwijkt van het algemeen geldende Toernooireglement wat betreft de organisatie van en deelneming aan de Nationale Ranglijsttoernooien. 6. Het Eredivisiereglement Gemengd vermeldt alles wat afwijkt van het algemeen geldende Competitiereglement wat betreft de organisatie van en deelneming aan de Eredivisie Gemengd. 7. Het reglement voor de Tennisarbitrage regelt alles omtrent de arbitrage van de door de KNLTB georganiseerde of goedgekeurde wedstrijden. 8. Het Reglement Jeugd Ranglijsttoernooien vermeldt alles wat afwijkt van het algemeen geldende Toernooireglement wat betreft de organisatie van en deelneming aan de Jeugd Ranglijsttoernooien. 9. Het Licentiereglement vermeldt de voorwaarden, waaronder de KNLTB aan personen de bevoegdheid verleent tot het geven van tennisonderricht aan verschillende categorieën van tennisbeoefenaren. 9

122 10. Het Dopingreglement vermeldt wat het dopingverbod inhoudt, hoe de controle op overtreding van het dopingverbod wordt uitgevoerd en welke strafmaatregelen ingeval van een overtreding worden genomen. 11. Het Reglement Fair Play vermeldt de regels met betrekking tot het tucht(proces)recht binnen de KNLTB. Artikel 17 - Onderscheidingen 1. De KNLTB kent de volgende onderscheidingen: a. Beschermheer, Beschermvrouwe en Erevoorzitter; b. Erelid; c. Lid van Verdienste; d. Bondsonderscheidingsteken; e. Drager van de Gouden Bondsspeld; f. Tulpdrager; g. Bondsinsigne; h. Erelid van een district; i. Lid van Verdienste van een district; j. Drager van de Gouden Speld van een district Gouden Districtsspeld; k. Drager van de Zilveren Speld van een district Zilveren Districtsspeld. 2. De titel van Beschermheer, Beschermvrouwe of Erevoorzitter kan in buitengewone gevallen door de Ledenraad op voorstel van het Bondsbestuur worden verleend aan een persoon die geen lid van de KNLTB behoeft te zijn. Het insigne van Beschermheer, Beschermvrouwe en Erevoorzitter bestaat uit het hiervoor door het Bondsbestuur vastgestelde model van het Bondsinsigne. 3. Het predikaat Erelid kan door de Ledenraad op voorstel van het Bondsbestuur worden verleend aan een persoon die zich in de tennissport en/of tegenover de KNLTB zowel nationaal als internationaal op buitengewone wijze heeft onderscheiden gediend. Het insigne van Erelid bestaat uit het Bondsinsigne voorzien van een smalle goudkleurige bies. 4. Het predikaat Lid van Verdienste kan door de Ledenraad op voorstel van het Bondsbestuur worden verleend aan een bondslid of persoonlijk lid dat de tennissport op districtsniveau en nationaal niveau op buitengewone wijze en/of met verstrekkende positieve gevolgen heeft gediend. Het insigne van Lid van Verdienste bestaat uit het Bondsinsigne voorzien van een smalle zilverkleurige bies. 5. Het Bondsonderscheidingsteken kan door het Bondsbestuur worden toegekend aan een persoon die de tennissport op nationaal of internationaal niveau op buitengewone wijze heeft gediend. Het Bondsonderscheidingsteken bestaat uit het Bondsinsigne voorzien van een smalle bronskleurige bies. 6. De Gouden Bondsspeld kan door het Bondsbestuur worden toegekend aan een persoon die zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt jegens de KNLTB of de tennissport. Het insigne van Drager van de Gouden Bondsspeld bestaat uit een goudkleurig insigne met twee gekruiste goudkleurige rackets en een zwarte tulp. 7. De titel Tulpdrager wordt door het Bondsbestuur toegekend aan personen die sedert 1920 deel hebben uitgemaakt van een Nederlandse ploeg voor de Davis Cup of Fed Cup competitie. Het insigne van Tulpdrager bestaat uit een insigne met het logo van de KNLTB en de tekst Tulpdrager/Tulpdraagster. 8. De districtsonderscheidingen worden nader geregeld in het Districtsreglement. 9. Indien het Bondsbestuur zulks noodzakelijk acht zullen aan bondsfunctionarissen danwel andere personen die de KNLTB op enigerlei wijze vertegenwoordigen onderscheidingstekens in bruikleen worden gegeven zodat deze personen herkenbaar zijn als bondsfunctionaris danwel vertegenwoordiger van de KNLTB. 10. Het orgaan dat de betreffende onderscheiding heeft toegekend heeft de bevoegdheid de onderscheiding wanneer sprake is van een gewichtige reden in te trekken, bijvoorbeeld vanwege strafrechtelijke of ernstige tuchtrechtelijke veroordeling(en). Toelichting wijziging: Algemeen: De omschrijvingen van de verschillende onderscheidingen is verwijderd, zodat het Reglement niet aangepast hoeft te worden wanneer het uiterlijk van de onderscheidingen wijzigt. Lid 1: De benaming van de speld is gewijzigd. Lid 3: De waardering voor de titel Erelid en Lid van Verdienste stond niet in verhouding tot elkaar. Daarom aan lid 3 op buitengewone wijze toegevoegd. Zulks na input vanuit de Landelijke Commissie Onderscheidingen. 10

123 Lid 7: Personen krijgen automatisch de titel Tulpdrager wanneer zij deel hebben uitgemaakt van een Nederlandse ploeg voor de Davis Cup of Fed Cup competitie. Vaststelling door het Bondsbestuur is overbodig en levert extra handelingen op. Lid 10: Er is nu niets geregeld voor als een onderscheidingsdrager in opspraak komt. In de huidige situatie kan een lid dus bijvoorbeeld geroyeerd worden, maar zijn/haar onderscheiding en titel behouden. Omdat dit niet wenselijk is, is de wens om lid 10 toe te voegen. Artikel 18 - Vergoeding kosten 1. Het Bondsbestuur bepaalt aan welke bondsfunctionarissen voor welke werkzaamheden een onkostenvergoeding wordt verstrekt. Met inachtneming van de wettelijke bepalingen bepaalt het Bondsbestuur de hoogte van de onkostenvergoedingen. 2. Het Bondsbestuur stelt richtlijnen op voor de wijze waarop de onkostenvergoedingen worden verstrekt. In geen geval wordt een onkostenvergoeding voldaan dan na goedkeuring door de penningmeester van het Bondsbestuur, casu quo de onder diens verantwoordelijkheid opererende functionaris, en na overlegging van het originele bewijsstuk dan wel van een door het Bondsbestuur voorgeschreven, volledig en juist ingevulde declaratie. 3. Declaraties tot vergoeding van onkosten worden gericht aan het Bondsbestuur. Bedoelde declaraties moeten binnen een maand na de datum waarop de onkosten zijn gemaakt zijn ingediend en in elk geval uiterlijk 15 januari van het daarop volgende boekjaar, tenzij het Bondsbestuur een andere termijn heeft toegestaan. Te laat ingediende declaraties behoeven door de KNLTB niet te worden voldaan. 4. Indien over de declaratie van een onkostenvergoeding verschil van mening bestaat, beslist het Bondsbestuur. Artikel 19 - Bondscontributie, heffingen en afdrachten 1. De jaarlijkse bondscontributies en bijdragen voor leden en aangeslotenen worden vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 14 van de statuten. 2. Verenigingen, wedstrijdcomités en bondskaarthouders dragen de eigen bijdrage af aan het Bondsbestuur. Een vereniging draagt daarbij tevens de bondscontributie af voor de bij de vereniging aangesloten bondsleden. 3. Persoonlijke leden van de KNLTB zijn geen bondscontributie verschuldigd. 4. De contributienota van bondsleden wordt jaarlijks aan de verenigingen in rekening gebracht en wel in de maand februari met een voorlopige nota die is gebaseerd op het aantal bondsleden van die vereniging op 31 januari van dat boekjaar, en in de maand oktober van het betreffende boekjaar met een definitieve nota, welke is gebaseerd op het aantal bondsleden van die vereniging op 31 januari van dat boekjaar, vermeerderd met het aantal nieuw aangemelde bondsleden in de periode 31 januari tot 1 oktober van het boekjaar. 5. Indien een vereniging in het lopende boekjaar doch vóór 30 september lid van de KNLTB is geworden ontvangt deze in de maand van toetreding tot het lidmaatschap een voorlopige nota, welke is gebaseerd op het aantal bondsleden op het moment van toetreding, en in de maand oktober een definitieve nota, welke is gebaseerd op het aantal aangemelde bondsleden op het moment van toetreding in het betreffende boekjaar, vermeerderd met het aantal nieuw aangemelde bondsleden in de periode tussen de toetreding tot het lidmaatschap en 1 oktober van dat boekjaar. 6. Tenzij anders in de statuten of reglement is bepaald, moet hetgeen op grond van de bepalingen van de statuten en reglementen is verschuldigd binnen vier weken na de datum van de nota aan de KNLTB worden voldaan. Indien binnen deze termijn bezwaar tegen de nota wordt gemaakt dient in elk geval het niet betwiste gedeelte binnen de genoemde termijn te worden voldaan. Artikel 20 - Toegang tot wedstrijden Persoonlijke leden, leden van de Ledenraad, leden van het Bondsbestuur, leden van een Districtsraad, leden van een Permanente Commissie, leden van een Landelijke Commissie en leden van een Landelijke Werkgroep hebben het recht van toegang tot alle wedstrijden, georganiseerd door de KNLTB, volgens regels te stellen door het Bondsbestuur. Artikel 21 - Handhaving orde en veiligheid 1. Het Bondsbestuur kan voorschriften geven tot het handhaven van de orde bij wedstrijden, alsmede personen aanwijzen die belast zijn met de controle op de naleving van die voorschriften. 11

124 2. De KNLTB heeft een zelfstandige bevoegdheid om al dan niet sancties van andere instantie(s) over te nemen en is autonoom in het toepassen van haar tuchtrecht. Toelichting wijziging: In het Reglement Fair Play was deze bepaling opgenomen, maar een vergelijkbare bepaling ontbrak in het Algemeen Reglement. Ingevoegd om ons in staat te kunnen stellen om beslissingen van andere instantie(s), bijvoorbeeld de ITF, over te kunnen nemen. Artikel 22 - Mededelingen Alle mededelingen waarvan de statuten of reglementen publicatie voorschrijven, of waarvan dit door het Bondsbestuur gewenst wordt geacht, worden gepubliceerd op elektronische wijze en/of in een blad van de KNLTB. Artikel 23 - Verkrijging officiële uitgaven 1. Verenigingen en wedstrijdcomités ontvangen bij aanvang van hun lidmaatschap respectievelijk toelating een exemplaar van de statuten en de reglementen. 2. Verenigingen en wedstrijdcomités ontvangen tegen een jaarlijks door het Bondsbestuur bepaalde bijdrage een exemplaar van het jaarboek, vier exemplaren van het bondsorgaan, een exemplaar van elk nieuw uitgegeven reglement en een exemplaar van elke herdruk van bestaande reglementen. De leden van het Bondsbestuur en andere door het Bondsbestuur te bepalen bondsfunctionarissen ontvangen deze uitgaven kosteloos. 3. Leden en aangeslotenen kunnen op aanvraag en tegen betaling van de vastgestelde bijdrage de statuten, reglementen en andere officiële uitgaven van de KNLTB ontvangen. Artikel 24 - Bondsvlag en wisselprijzen 1. De bondsvlag is een vlag met daarop het logo van de KNLTB. 2. Over de instelling van bondswisselprijzen en over de beëindiging van de toekenning ervan beslist uitsluitend het Bondsbestuur. De houders van wisselprijzen worden in het jaarboek van de KNLTB vermeld. Artikel 25 - Aansprakelijkheid 1. De KNLTB is behoudens opzet of grove schuld niet aansprakelijk voor schade die leden lijden als gevolg van de beoefening van de tennissport, hun deelname aan wedstrijden of trainingen, dan wel door toedoen van door de KNLTB aangestelde personen of door voorgeschreven apparatuur. 2. Leden die schade toebrengen aan de eigendommen van de KNLTB dienen die schade op eerste verzoek volledig te vergoeden. 3. Leden die schade toebrengen aan anderen dan de KNLTB, zijn voor die schade aansprakelijk en vrijwaren de KNLTB voor alle aanspraken die bedoelde anderen jegens de KNLTB zouden kunnen doen gelden. 12

125 Memo Aan Ledenraad Van Bondsbestuur Datum November 2016 Betreft Agendapunt 7 - Vaststellen wijzigingen reglementen 7b - Toelichting wijziging Begripsbepalingen Onderstaand treft u een beknopte toelichting aan op de wijzigingen in de reglementen: Algemeen De wijzigingen in de diverse reglementen zijn ingegeven door: 1. Screening algemeen. De reglementen zijn doorgelopen op de volgende punten: a. Staan er zaken in die niet of niet langer bestaan. b. Staan er kennelijke verschrijvingen in of inconsistenties. 2. Invoering nieuwe projecten, zoals het PO-systeem en Competitie Nieuwe Stijl, waarvan in het bijzonder de deregulering van het reglement. 3. Procedures zoals in het kader van Fair Play zijn nader uitgewerkt, voor zover de reglementen daar nog niet in voorzagen. Naast de hier genoemde punten dienen de statuten en reglementen in 2017 nader bekeken te worden om deze te moderniseren. Wens is om de voorgestelde wijzigingen in dat kader de volgende Ledenraadsvergadering aan bod te laten komen. Wijzigingen Reglement Begripsbepalingen 1. De LCAO heeft de ambitie om de werkzaamheden verder uit te breiden van het Toernooireglement naar het Competitiereglement, daarom is een meer generieke verwoording wenselijk. 2. Definitie bondsfunctie toegevoegd. 3. Definitie Licentiereglement toegevoegd. 4. Definitie Nederlandse nationaliteit verwijderd. N.B. in het reglement worden bovenstaande wijzigingen nader toegelicht. 1

126 REGLEMENT BEGRIPSBEPALINGEN KONINKLIJKE NEDERLANDSE LAWN TENNIS BOND (Aldus vastgesteld op de Ledenraadsvergadering d.d ) Artikel 1 In de statuten, het Algemeen Reglement en het Districtsreglement van de KNLTB wordt, voor zover daarin niet uitdrukkelijk anders is bepaald, verstaan onder: Aangeslotenen Aanklager In de statuten aangeduide personen en/of organisaties die niet een verenigingsrechtelijke maar een contractuele relatie met de KNLTB hebben. De Aaanklager is een onafhankelijk orgaan binnen de KNLTB, die bevoegd is om een zaak aanhangig te maken bij de tuchtraad. Toelichting wijziging: Alle reglementen zijn gecontroleerd op consistentie en daarom is het begrip Aanklager nu met een hoofdletter geschreven. Activiteitenbegroting Raming van inkomsten en uitgaven met betrekking tot de in een kalenderjaar voorgenomen activiteiten. Administratieve overtreding Overtreding van een voorschrift of niet-nakomen van een verplichting verband houdende met de organisatie van een door de KNLTB of met goedkeuring van de KNLTB gehouden evenement en als zodanig vermeld in het Toernooireglement betreffende reglement. Toelichting wijziging: Het is de ambitie van de KNLTB om de werkzaamheden van de Landelijke Commissie Administratieve Overtredingen (LCAO) uit te breiden naar competitiegerelateerde zaken. Zulks in nauw overleg met de LCAO. Dit, omdat het gaat om zeer vergelijkbare voorvallen die nu niet uniform behandeld worden. Het gaat om een efficiëntie slag. Hierdoor is een wijziging noodzakelijk om hier alvast op te anticiperen. Algemeen directeur Belanghebbenden bij de tennissport voor besturen van KNLTB verenigingen De door het Bondsbestuur benoemde persoon die aan het hoofd staat van de beroepsorganisatie van de KNLTB. a. praktiserende tennisleraren en tenniscoaches bij de vereniging, die een economisch belang hebben vanwege deze functie; b. spelers, die voor de vereniging in competitieverband uitkomen en een economisch belang hebben; c.exploitant(en) van tennisaccommodatie(s), die door de vereniging geheel of gedeeltelijk gehuurd of gebruikt word 1

127 d. werknemers en adviseurs van en stagiaires bij de vereniging. Beroepsorganisatie Boekjaar Bond Bondsbestuur Bondsfunctionaris Bondsfunctie Organisatie van personen die werkzaamheden voor de KNLTB verrichten op basis van een arbeidsovereenkomst met de KNLTB. Kalenderjaar. KNLTB. Het bestuur van de KNLTB. Persoon die door een daartoe bevoegde vergadering of orgaan van de KNLTB is benoemd in een statutair of reglementair bepaalde functie binnen de KNLTB. Een bij de statuten of reglementen bepaalde functie binnen de KNLTB. Toelichting wijziging: Bondsfunctie stond niet in de statuten of reglementen gedefinieerd, terwijl de term wel gebruikt wordt in onze reglementen. Bondsgedelegeerde Bondsjaar Bondskaarthouder Bondsleden Persoon die namens de KNLTB in de ruimste zin toezicht houdt op de organisatie van een goedgekeurde wedstrijd of goedgekeurd toernooi en op de naleving van de reglementen tijdens die wedstrijd of dat toernooi. Kalenderjaar. Persoon die zonder lid van de KNLTB te zijn, als aangeslotene het recht heeft verkregen deel te nemen aan door de KNLTB goedgekeurde wedstrijden en als zodanig door de KNLTB is ingeschreven. Personen die het lidmaatschap van de KNLTB bezitten via het lidmaatschap van hun vereniging. Commissie van Beroep Het deel van de Raad van Beroep dat daadwerkelijk belast is met de uitvoering van de tuchtrechtspraak van de KNLTB in hoogste instantie in een specifieke zaak. l2

128 Competitie Competitiereglement Contributie voor bondsleden Het geheel van jaarlijks door de KNLTB op landelijke schaal georganiseerde wedstrijden voor ploegen van verenigingen en met toestemming van de KNLTB gevormde combinaties van verenigingen. Het reglement van de KNLTB als bedoeld in artikel 16 lid 4 van het Algemeen Reglement. Op grond van de statuten vastgestelde geldelijke verplichting welke jaarlijks dient te worden voldaan. Districten Niet-rechtspersoonlijkheid bezittende, geografisch bepaalde eenheden binnen de KNLTB. Districtsraad Districtsvergadering Districtswerkgroep Doping Elk district kent een eigen raad. De Districtsraad is verantwoordelijk voor het vertalen, uitdragen en zo nodig uitvoeren van het door het Bondsbestuur opgestelde beleid. Een vergadering waarin alle leden en wedstrijdcomités ressorterend onder een district, al dan niet door vertegenwoordiging, toegang hebben. Een door een Districtsraad of Districtsvergadering te benoemen werkgroep. De verboden middelen en methoden die zijn opgenomen op de door de KNLTB Wereld Anti-Doping Autoriteit (WADA) vastgestelde dopinglijst. Toelichting wijziging: De KNLTB stelt de dopinglijst niet vast, maar neemt deze over van de WADA. Dopingcontroles De op grond van het Dopingreglement uitgevoerde controles op doping. Goedgekeurd evenement Integriteitscommissie Een toernooi, goedgekeurd door de KNLTB, waaraan bondsleden en bondskaarthouders mogen deelnemen. Klankbord voor de Compliance Officer bij integriteitsgevoelige of lastige kwesties. l3

129 ITF Junioren Internationale Tennis Federatie. Personen die vóór de eerste januari van enig bondsjaar de zeventienjarige leeftijd niet hebben bereikt. Koninklijke Nederlandse Lawn Het overkoepelend orgaan van de tennissport en de Tennis Bond tennisverenigingen in Nederland. Landelijk beleid Landelijke commissie Het door de Ledenraad vastgestelde beleid. Een door het Bondsbestuur ingestelde commissie voor een specifiek aandachtsgebied. Landelijke Commissie Orgaan dat administratieve overtredingen beoordeelt in eerste Administratieve Overtredingen aanleg. Landelijk evenement Landelijke Werkgroep Leden Ledenpas Ledenraad Licentie Licentiereglement Een evenement dat niet door of namens een regio of district wordt georganiseerd. Een door het Bondsbestuur ingestelde werkgroep voor een specifiek aandachtsgebied. De verenigingen, persoonlijke leden en bondsleden die het lidmaatschap van de KNLTB bezitten. Het jaarlijks door de KNLTB aan zijn bondsleden af te geven bewijs van het lidmaatschap van de KNLTB. De vergadering van afgevaardigden namens de leden die tezamen de Algemene Vergadering van de KNLTB vormen. Een door de KNLTB afgegeven verklaring dat de betrokken tennisleraar geschikt is en toestemming is verleend voor het geven van de in deze verklaring omschreven tennislessen gedurende de in die verklaring omschreven periode. Het reglement als bedoeld in artikel 16 lid 9 van het Algemeen Reglement. Toelichting wijziging: Het is de ambitie om in artikel 6 lid 4 een verduidelijking op te nemen over het verbod om zonder licentie les te geven. Hierdoor is een verwijzing naar het Licentiereglement noodzakelijk. l4

130 Meerderjarig Nationaal team Nederlandse nationaliteit De leeftijd van achttien jaar bereikt hebbend. Een team van door de KNLTB geselecteerde spelers dat uitkomt in wedstrijden namens de KNLTB. Recht hebbend op een Nederlands paspoort. Toelichting wijziging: Het is de ambitie om in het Algemeen Reglement (in artikel 11) niet langer te verwijzen naar het hebben van de Nederlandse nationaliteit. Vanuit het perspectief van vrij verkeer van personen is het niet wenselijk, en kan eerder gekeken worden naar het feit of iemand de Nederlandse taal machtig is om een bondsfunctie te bekleden. NOC*NSF Onderscheiding Onderzoekscommissie Ordemaatregel Organen Persoonlijke leden Predikaat Raad van Beroep Regiocompetitie De sportkoepel Nederlands Olympisch Comité / Nederlandse Sport Federatie. Een officieel blijk van erkenning dat wordt gegeven aan een persoon conform de bepalingen in het Algemeen Reglement. Door de Aaanklager aangestelde commissie belast met waarheidsvinding voor zaken die aanhangig zijn gemaakt. Het met onmiddellijke ingang opleggen van een tijdelijke beperking van de bewegingsvrijheid inzake rechten, taken, functie(s), contacten en/of locatie(s). Organisatorische eenheden van de KNLTB met een zelfstandige beslissingsbevoegdheid. De personen die wegens hun verdiensten door de KNLTB zijn onderscheiden, alsmede personen die een bondsfunctie bekleden zonder bondslid te zijn. Toevoeging aan een bestaande ledencategorie. Het orgaan dat belast is met het behandelen van beroepszaken in hoogste instantie binnen de KNLTB. Het geheel van jaarlijks door de KNLTB onder verantwoordelijkheid van twee of meer Districtsraden op l5

131 regioniveau georganiseerde wedstrijden voor ploegen van verenigingen en met toestemming van de KNLTB gevormde combinaties van verenigingen. Regionale overlegstructuren Register van aangeslotenen Register van leden Reglementen Informele overlegsituaties tussen bondsfunctionarissen op regionaal niveau. Het register waarin door de KNLTB persoonsgegevens van aangeslotenen zijn opgenomen. Het register waarin door de KNLTB persoonsgegevens van leden zijn opgenomen. De reglementen van de KNLTB. Reglement Fair Play Het reglement van de KNLTB als bedoeld in artikel 16 lid 11 van het Algemeen Reglement. Senioren Statuten Tennis Europe Titel Toernooireglement Tuchtcommissie Tuchtraad Verenigingen Wedstrijd Personen die vóór de eerste januari van enig bondsjaar de zeventienjarige leeftijd hebben bereikt. De statuten van de KNLTB. Europese koepelorganisatie voor de tennissport. Eervolle toevoeging aan een bestaande ledencategorie. Het reglement van de KNLTB als bedoeld in artikel 16 lid 3 van het Algemeen Reglement. Het deel van de tuchtraad dat daadwerkelijk belast is met de uitvoering van de tuchtrechtspraak van de KNLTB in eerste aanleg in een specifieke zaak. Het orgaan dat belast is met het behandelen van zaken binnen de KNLTB die de Aaanklager aanhangig maakt. De verenigingen die het lidmaatschap van de KNLTB hebben verkregen. Elke tennispartij welke niet het karakter heeft van een zuivere oefenpartij; onder wedstrijden zijn ook begrepen demonstraties. Een tennispartij wordt in elk geval geacht een wedstrijd te zijn, indien inschrijfgeld voor het spelen ervan is verschuldigd of wanneer publiek wordt toegelaten. l6

132 Wedstrijdcomité Wedstrijden buiten KNLTB verband Een groep van personen, niet zijnde een vereniging, die zich ten doel stelt één of meer wedstrijden te organiseren en als zodanig als aangeslotene in contractuele relatie tot de KNLTB staat. Wedstrijden die niet worden georganiseerd onder auspiciën van de KNLTB of een organisatie waarbij de KNLTB is aangesloten. Artikel 2 Wanneer in de statuten of reglementen voor een persoon de mannelijke vorm van een zelfstandig naamwoord wordt gebruikt, wordt tevens de vrouwelijke vorm hiervan bedoeld, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. Ditzelfde geldt wanneer de vrouwelijke vorm wordt gebruikt. Wanneer in de statuten of reglementen enkelvoud wordt gebruikt wordt daarmee tevens meervoud bedoeld, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. Ditzelfde geldt wanneer meervoud wordt gebruikt. l7

133 Memo Aan Van Betreft Ledenraad Bondsbestuur Agendapunt 7 Vaststellen wijzigingen reglementen 7C Toelichting wijziging Competitiereglement Onderstaand treft u een beknopte toelichting aan op de wijzigingen in de reglementen: Algemeen De wijzigingen in de diverse reglementen zijn ingegeven door: 1. Screening algemeen. De reglementen zijn doorgelopen op de volgende punten: a. Staan er zaken in die niet of niet langer bestaan. b. Staan er kennelijke verschrijvingen in of inconsistenties. 2. Invoering nieuwe projecten, zoals het PO-systeem en Competitie Nieuwe Stijl, waarvan in het bijzonder de deregulering van het reglement. 3. Procedures zoals in het kader van Fair Play zijn nader uitgewerkt, voor zover de reglementen daar nog niet in voorzagen. Naast de hier genoemde punten dienen de statuten en reglementen in 2017 nader bekeken te worden om deze te moderniseren. Wens is om de voorgestelde wijzigingen in dat kader de volgende Ledenraadsvergadering aan bod te laten komen. Wijzigingen Competitiereglement 1. Een aantal begrippen is verwijderd uit het reglement, nu deze begrippen in de praktijk niet meer werden gebruikt. 2. Bepalingen omtrent begintijden en planning van een competitiewedstrijd zijn versoepeld. 3. Bepalingen omtrent de ploeguitwisseling en dubbelopstelling zijn toegevoegd aan het reglement. 4. De bepalingen omtrent het instellen van beroep zijn reglementen breed geüniformeerd. 5. Analoog aan het Toernooireglement komt het hoofdstuk over dispensatie en publicatie te vervallen. 6. Bijlage C betreffende het strafpuntensysteem is nader aangepast op basis van het Reglement Fair Play. 7. Bijlage D betreffende Kledingreclamecode is aangepast op basis van ITF richtlijnen. N.B. in het reglement worden bovenstaande wijzigingen nader toegelicht. 1

134 KONINKLIJKE NEDERLANDSE LAWN TENNIS BOND Op deze pagina s in geel en dubbel doorstreept de wijzigingen die namens de afdeling Wedstrijdtennis worden voorgesteld aan het Bondsbestuur. Wij verzoeken u om akkoord te gaan met genoemde voorstellen. In de grijze blokken staat bij elk voorstel een toelichting. Het document is beoordeeld op consistentie, daarom zijn sommige begrippen nu met een hoofdletter geschreven COMPETITIEREGLEMENT 2017 Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond Postbus BP Amersfoort 1

135 INHOUDSOPGAVE Analoog aan het Toernooireglement (TR) wordt de nummering van de artikelen aangepast. De hoofdstukstructuur blijft, net als bij het TR, op de achtergrond echter wel aanwezig. I. Definities, algemene bepalingen en afkortingen? 01. Competitiereglement? 02. Definities en afkortingen? 03. Aanduidingen in de marge?? 04. Bijlagen?? II. Organisatie van de competitie?? 05. Soorten competities?? 06. Beslissingsbevoegdheden inzake de competities?? 07. Data, klassen en afdelingen, aantal partijen en spelers, promotie en degradatie, landskampioenschap, aantal banen, begintijden, klassenvolgorde en telmethoden?? 08. Indeling van de ploegen?? 09. Wedstrijdschema?? 10. Competitieprogramma?? 11. Spelregels en rustperioden?? 12. Competitiegedelegeerde en aarbitragefunctionarissen?? 13. Winnen, verliezen of gelijkspelen van een competitiewedstrijd?? 14. Winstpunten en opmaken van de competitiestand?? 15 Eerste en laatste plaats?? 16. Terugtrekking en uitsluiting van deelname?? 17. Onderlinge volgorde bij gelijk aantal winstpunten?? 18. Kampioen van Nederland, een regio of een district?? 19. Promotie en degradatie?? 20. Niet (uit)spelen van een competitiewedstrijd?? 17. Consul competitie 18 III. Verplichtingen van de verenigingen, de aanvoerders en de ploegen?? 21. Inschrijving van competitieploegen en verplichting tot het hebben van een gecertificeerde verenigingscompetitieleider (VCL)?? 22. Terugtrekking en uitsluiting competitieploegen?? 23. Eisen banen en accommodatie?? 24. Ballen?? 25. Arbitrage?? 26. Speeldatum?? 27. Aanvoerder?? 28. Begintijd en planning van een competitiewedstrijd?? 29. Spelen en afspelen van competitiepartijen?? 30. Onvoltalligheid, niet speelklaar zijn en niet opkomen?? 31. Wachten bij slechte weersomstandigheden?? 32. Terrein, banen en kunstlicht?? 33. Volgorde van de partijen?? 34. Uitwisseling van ploegopstelling en tonen ledenpas?? 35. Uitvallen van een speler?? 36. Wedstrijdformulier?? 37. Inzenden wedstrijduitslagen?? 38. Correct gedrag van spelers?? 39. Coachen?? 40. Reclame?? 2

136 IV. Gerechtigd zijn om in een competitiewedstrijd te spelen?? 41. Ledenpas en lidmaatschap?? 42. Overschrijvingsbepalingen?? 43. Niet-Nederlandse tennissers?? 44. Spelen voor meer verenigingen?? 45. Rolstoeltennissers?? 46. In een ploeg hebben gespeeld of geacht worden te hebben gespeeld?? 47. Aantal malen dat in hogere ploeg mag worden gespeeld?? 48. Aantal malen dat in een competitieweek mag worden gespeeld?? 49. Speelgerechtigdheid bij inhaalwedstrijden?? 50. Speelgerechtigdheid bij wedstrijden om het landskampioenschap?? 51. Speelgerechtigdheid bij een beslissingswedstrijd?? 52. Gelijktijdigheid competitie en toernooien?? 53. Begeleiding juniorenploegen?? V. Opstelling volgens sterkte van ploegen en van spelers?? 54. Puntentoekenning aan de spelers?? 55. Sterktevolgorde van ploegen?? 56. Opstelling binnen een ploeg?? 57. Ploegopstelling laatste twee speeldagen?? VI. Regio- en Districtscompetities?? 58. Deelname aan regio- en districtscompetities?? 59. Speelgerechtigdheid bij wedstrijden om het landskampioenschap door de kampioenen van de regio- en districtscompetities?? VII. Onderzoeken en protesten?? 60. Verzoek aan de CL om een onderzoek in te stellen?? 61. Het indienen van een protest bij de KNLTB?? VIII. Strafbepalingen?? 62. Straffen die de KNLTB kan opleggen?? 63. Berechting door de Tuchtraad?? IX. Beroepsprocedures?? 64. In bberoep gaan tegen uitspraak CL en KNLTB?? 65. Behandeling beroep door de KNLTB?? 66. In beroep gaan tegen uitspraak Tuchtcommissie?? 67. Uitspraken die de KNLTB kan doen?? X. Dispensatie en publicatie Artikelen met dispensatie Artikelen die publicatie vereisen 43 XI. Slotbepalingen?? 68. Ingangsdatum van dit reglement?? 69. Wijziging van dit reglement?? Bijlage A: Richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter?? Bijlage B: Correct gedrag van spelers?? Bijlage C: Strafpuntensysteem (SPS)?? Bijlage D: Kledingreclamecode?? Bijlage E: Coachen?? Bijlage F: Eisen tennisbanen?? 3

137 Bijlage G: Taken en bevoegdheden van een verenigingscompetitieleider (VCL)?? Bijlage H: Systeem van variabele begintijden van wedstrijden in de in de landelijke competitie?? Bijlage I: Sanitaire onderbrekingen?? Bijlage J: Maximum boetes specifieke overtredingen en verzuimen CR?? Lijst van trefwoorden?? 4

138 HOOFDSTUK I Definities, algemene bepalingen en afkortingen I-01 Competitiereglement 1. Dit reglement is genaamd: het Competitiereglement van de KNLTB. 2. De inhoud van dit reglement mag niet in strijd zijn met de Statuten, noch met het Algemeen Reglement (AR) van de KNLTB. 3. Volgens het gestelde in artikel 16 lid 6 van het AR wordt in het Eredivisiereglement Gemengd alles vermeld wat afwijkt van dit Competitiereglement wat betreft de organisatie van en de deelname aan de landelijke Eredivisie competitie. 4. Wanneer in dit reglement voor een persoon de mannelijke vorm van een zelfstandig naamwoord wordt gebruikt, wordt tevens de vrouwelijke vorm hiervan bedoeld, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. I-02 Definities en afkortingen In dit reglement wordt, voor zover daarin niet uitdrukkelijk anders is bepaald, verstaan onder: 1. a. ITF: Internationale Tennis Federatie. b. KNLTB: Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond. c. Bond: KNLTB. d. Statuten: de Statuten van de KNLTB. e. Algemeen Reglement (AR): het Algemeen Reglement van de KNLTB. f. Competitiereglement (CR): het reglement bedoeld in artikel 16 lid 4 van het AR. g. Reglement voor de Tennisarbitrage (TAR): het reglement bedoeld in artikel 16 lid 7 van het AR. h. Spelregels: de regels, vastgesteld door de ITF in de Engelse taal, volgens welke het tennisspel dient te worden gespeeld. i. Tennisspelregels: de officiële door de KNLTB gepubliceerde vertaling van de door de ITF vastgestelde spelregels. j. Reglement Fair Play: het Reglement bedoeld in artikel 16 lid 11 van het AR. 2. a. Bondsbestuur: het bbondsbestuur van de KNLTB. b. Competitieleider (CL): de door het bbondsbestuur benoemde functionaris, die onder verantwoordelijkheid van het bbondsbestuur is belast met de uitvoering van de organisatie van de competitie en die ook de bevoegdheden heeft, genoemd in dit reglement. c. Landelijke Werkgroep Arbitrage (LWA): een werkgroep van de KNLTB, belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de arbitrage bij wedstrijden en partijen. d. Tuchtraad: de raad, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub a. van het AR. e. Tuchtcommissie: het deel van de Tuchtraad dat daadwerkelijk belast is met de uitvoering van de tuchtrechtspraak van de KNLTB in eerste aanleg in een specifieke zaak. f. Raad van Beroep: de raad, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub b. van het AR. g. Commissie van Beroep: het deel van de Raad van Beroep dat daadwerkelijk belast is met de uitvoering van de tuchtrechtspraak van de KNLTB in hoogste instantie in een specifieke zaak. 5

139 In verband met aanpassing van Bijlage C Strafpuntensysteem dient het begrip Aanklager toegevoegd te worden aan het CR. h. Aanklager: onafhankelijk orgaan binnen de KNLTB, die bevoegd is om een zaak aanhangig te maken bij de Tuchtraad. hi. Districtsraad: de raad, bedoeld in artikel 16 lid 5 van de Statuten. 3. a. Bondsjaar: de periode van één januari tot en met eenendertig december. De definitie van Wedstrijdbulletin wordt aangepast aan die in het Toernooireglement (TR). b. Wedstrijdbulletin: een bulletinpublicatie, datdie mededelingen en aanvullende regelgeving bevat met betrekking tot de organisatie van competities en/of toernooien, en dat jaarlijks uitgegeven wordt door de landelijke organisatie, de regio s en/of de districtenknltb. c. Bondskaarthouder: degene, die zonder lid van de KNLTB te zijn, mag deelnemen aan één of meer door de KNLTB goedgekeurde wedstrijden en die als zodanig door de KNLTB is ingeschreven. d. Ledenpas: het jaarlijks door de KNLTB aan elk van zijn leden af te geven bewijs van lidmaatschap met daarop vermeld: het jaartal van het lopende bondsjaar, het bondsnummer, de naam, voorletters, geslacht en geboortedatum van de speler en zijn speelsterkte in het enkel- en dubbelspel. De ledenpas is alleen geldig voor deelname aan competities indien ook het verenigingsnummer van de vereniging waarvoor die speler uitkomt erop vermeld staat en de pas is voorzien van een gelijkende pasfoto van de speler. e. Wedstrijdformulier: het (elektronische) formulier waarop de door de CL verlangde gegevens betreffende het resultaat van een competitiewedstrijd worden vermeld. f. Junior: de speler die in het lopende bondsjaar 17 jaar wordt of jonger is. g. Senior: de speler die in het lopende bondsjaar 18 jaar wordt of ouder is. Het begrip Veteraan komt niet voor in het CR en kan om die reden worden verwijderd. h. Veteraan: de senior die in het lopende bondsjaar 35 jaar wordt of ouder is. 4. a. Competities: de jaarlijks door de KNLTB georganiseerde wedstrijden voor ploegen van verenigingen en van gevormde combinaties van verenigingen en andere combinaties, te onderscheiden in de landelijke competities en de regio- en districtscompetities. De KNLTB competities omvatten de voorjaarscompetitie, de zomercompetitie, de najaarscompetitie, de indoorcompetitie en de winter outdoorcompetitie. b. Competitiewedstrijd: een wedstrijd van de onder lid 4 sub a bedoelde competities, bestaande uit een aantal competitiepartijen. c. Competitiepartij: een partij die deel uitmaakt van een competitiewedstrijd. d. Competitieprogramma: het geheel van competitie-indeling en wedstrijden per speeldag voor een bepaalde competitie. e. Competitiesoort: een jaarlijks door de KNLTB georganiseerde reeks van wedstrijden voor ploegen van verenigingen en/of combinaties van verenigingen op een bepaalde dag en/of tijdstip, met bepaalde competitiepartijen. f. Klasse: sterkte-aanduiding binnen een competitiesoort. g. Afdeling: een groep van een aantal aan de competitie deelnemende ploegen, uitkomend in een klasse. 6

140 h. Inhaalwedstrijd: competitiewedstrijd, die geheel of gedeeltelijk op een latere datum dan die van het competitieprogramma of het gewijzigde competitieprogramma wordt gespeeld. i. Hogere klasse: een klasse, die in de jaarlijks door het bbondsbestuur op te maken volgorde van afnemende sterkte, een hogere plaats inneemt. j. Hogere ploeg in het geval van de gepubliceerde klassenvolgorde (art.ii- 03artikel 07, lid m): een ploeg van een vereniging, die een gemiddelde sterkte heeft die meer dan 0,5 punt minder is dan de gemiddelde sterkte van een ploeg van die vereniging. Hogere ploeg in het geval van de sterktevolgorde van ploegen (art. V- 02artikel 55): een ploeg van dezelfde vereniging, die in dezelfde competitiesoort speelt, maar in een hogere klasse of in dezelfde klasse maar met een lager ploegnummer. k. Klassenvolgorde: de jaarlijks door het bbondsbestuur vast te stellen volgorde in klassen op basis van afnemende speelsterkte. l. Scheidsrechter: degene, die een partij leidt, het toezicht heeft op de naleving van de spelregels, de stand afroept en de puntentelling bijhoudt. m. Bondsscheidsrechter: scheidsrechter, die is benoemd tot bondsscheidsrechter volgens de regels vermeld in het Reglement voor de Tennisarbitrage. n. Hoofdscheidsrechter: bondsscheidsrechter, die namens de KNLTB is belast met de algehele leiding van de arbitrage bij een bepaalde competitiewedstrijd. o. Arbitragefunctionaris: een door de LWA aangewezen functionaris, die betrokken is bij de arbitrage van een competitiewedstrijd en aan wie daarnaast specifieke bevoegdheden kunnen worden toegekend. p. Lijnrechter: degene die de scheidsrechter bij het leiden van een partij behulpzaam is. De Competitiedelegeerde en Competitieconsul worden beiden al gedurende enkele jaren niet meer ingezet door de KNLTB. Om die reden wordt voorgesteld om beide functies uit het CR te halen, zulks om het reglement ook te vereenvoudigen. Het is echter niet ondenkbaar dat er in de toekomst een nieuwe functie wordt bedacht. Als dit gaat gebeuren, dan volgt er te zijner tijd een voorstel om dit op te nemen in het CR. De begrippen en bijbehorende artikelen zijn verwijderd uit het CR. q. Competitiegedelegeerde: de namens de KNLTB aangewezen functionaris aan wie bij een competitiewedstrijd specifieke bevoegdheden kunnen worden toegekend. r. Competitieconsul: de door of namens de CL aangewezen functionaris die, als gevolmachtigd vertegenwoordiger van de KNLTB, is belast met het toezicht op de naleving van de regels uit het CR en de Wedstrijdbulletins. 5. a. Verenigingscompetitieleider (VCL): degene, die onder verantwoordelijkheid van het bestuur van zijn vereniging, belast is met de uitvoering van de organisatie van een bepaalde competitie en in het bezit is van een geldig VCL-certificaat en de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. b. Aanvoerder: degene, die al dan niet zelf meespelend in een ploeg, de ploeg vertegenwoordigt tegenover de KNLTB en de tegenpartij en zich als zodanig kenbaar heeft gemaakt. c. Coach: degene die door de aanvoerder van een competitieploeg als zodanig is aangewezen. d. Begeleider: degene die door de vereniging is aangewezen om een juniorenploeg te begeleiden. 7

141 e. Ploegopstelling: opgave van de namen van de spelers, die in een bepaalde competitiewedstrijd in de verschillende spelsoorten uitkomen, in volgorde van afnemende speelsterkte in die spelsoorten. f. Speelsterkte: de tennisvaardigheid ingeschaald in een bandbreedte variërend van 1 tot en met 9. De toekenning wordt jaarlijks bepaald aan de hand van een speelsterktesysteem. Dit systeem wordt jaarlijks door het bbondsbestuur vastgesteld en gepubliceerd in het Wedstrijdbulletin en op de website van de KNLTB. g. Speelsterktecategorie 1-, 2-, 3-, 4-, 5-, 6-, 7-, 8-, 9-enkelspelspeler: degene, aan wie onder verantwoordelijkheid van het bbondsbestuur voor het enkelspel de speelsterkteaanduiding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 respectievelijk 9 is gegeven. h. Speelsterktecategorie 1-, 2-, 3-, 4-, 5-, 6-, 7-, 8-, 9-dubbelspelspeler: degene, aan wie onder verantwoordelijkheid van het bbondsbestuur voor het enkelspel de speelsterkteaanduiding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 respectievelijk 9 is gegeven. 6. a. Tennisbaan: het speelveld, zoals beschreven in regel 1 van de Tennisspelregels, alsmede de uitlopen achter de achterlijnen en naast de zijlijnen van het speelveld. b. Toplaag: het materiaal, waarvan het oppervlak van een tennisbaan is vervaardigd. c. Spelsoorten: meisjes-/damesenkelspel, jongens-/ herenenkelspel, meisjes- /damesdubbelspel, jongens-/herendubbelspel en gemengddubbelspel. d. Competitieweek: de week van maandag tot en met zondag, waarin de door de CL vastgestelde datum van de competitiewedstrijd valt. Het begrip Tennisdomicilie komt niet voor in het CR en kan om die reden worden verwijderd. e. Tennisdomicilie: het domicilie dat een speler geacht wordt te hebben als gevolg van: 1. de plaats van vestiging van de vereniging, waarin hij voorjaarscompetitie speelt. of, als (1) niet van toepassing is: 2. de plaats van vestiging van de vereniging, waarvan hij lid is. of als (1) en (2) niet van toepassing zijn: 3. de gemeente, waarin hij woonachtig is. In afwijking van het bepaalde onder (1) en (2) kunnen de betreffende districtsraden na onderling schriftelijk overleg een speler toestaan zijn domicilie te kiezen in de plaats waar hij woonachtig is. Indien hij geen voorjaarscompetitie speelt en van meer dan één vereniging lid is, dient hij zelf aan te geven welke vereniging bepalend is voor zijn tennisdomicilie. fe. Nederlandse tennisser: de speler met de Nederlandse nationaliteit, tenzij hij in overeenstemming met de bepalingen van de ITF een andere tennisnationaliteit heeft verkregen; alsmede de speler met een andere nationaliteit, maar die ten minste de laatste drie jaren daadwerkelijk in Nederland gevestigd is geweest en die met goedkeuring van het bbondsbestuur de Nederlandse tennisnationaliteit heeft gekozen door het afleggen van een schriftelijke verklaring aan dat bestuur. gf. Competitiecombinatie: een met goedkeuring van het Bondsbestuur gevormde combinatie van verenigingen, met als doel om met alle ploegen van deze verenigingen onder één gezamenlijke naam deel te nemen aan de competitie. 8

142 I-03 Aanduidingen in de marge Analoog aan het TR komt hoofdstuk X te vervallen. Dit nieuwe artikel 03 wordt tekstueel aangepast aan artikel 04 van het TR. 1. De aanduiding "D" in de marge naast een artikel of een onderdeel van een artikel betekent dat van het aldaar bepaalde in dit artikel of in het deel van dit artikel dispensatie door de CL mogelijk is. 2. De aanduiding "P" in de marge naast een artikel of een onderdeel van een artikel betekent dat publicatie van de aldaar aangekondigde beslissing in het Wedstrijdbulletin en/of op de website van de KNLTB dient te geschieden. 3. WanneerAls de desbetreffende aanduiding ter hoogte van het nummer van het artikel is geplaatst, heeft de aanduiding betrekking op het gehele artikel. WanneerAls de desbetreffende aanduiding ter hoogte van een bepaald lid of een bepaalde alinea is geplaatst, heeft de aanduiding alleen betrekking op dat lid of die alinea van het artikel. I-04 Bijlagen De inhoud van deze bijlagen wordt vastgesteld door het bbondsbestuur, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de overeenkomstige internationale regelgeving. 1. In Bijlage A zijn opgenomen de richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter. 2. In Bijlage B is opgenomen wat onder correct gedrag wordt verstaan. 3. In Bijlage C is het strafpuntensysteem (SPS) opgenomen. 4. In Bijlage D is de kledingreclamecode opgenomen. 5. In Bijlage E is de regeling met betrekking tot coaching opgenomen. 6. In Bijlage F is opgenomen hoe het KNLTB-NOC*NSF keurmerk voor tennisbanen kan worden verkregen. 7. In Bijlage G is opgenomen wat de taken en bevoegdheden van een verenigingscompetitieleider (VCL) zijn. 8. In Bijlage H is het systeem van variabele begintijden van competitiewedstrijden opgenomen. 9. In Bijlage I is de regeling met betrekking tot sanitaire onderbrekingen opgenomen. 10. In Bijlage J is de regeling met betrekking tot maximum boetes specifieke overtredingen en verzuimen CR opgenomen. 9

143 HOOFDSTUK II Organisatie van de competitie II-0105 Soorten competities Alle competities worden door de landelijke organisatie, dus KNLTB georganiseerd. Om die reden kan lid 2 komen te vervallen. P 1. De KNLTB organiseert jaarlijks verschillende soorten competities die in Wedstrijdbulletins en op de website van de KNLTB worden gepubliceerd. 2. Wanneer in dit reglement wordt gesproken over de competities, dan worden alle (soorten) competities bedoeld, georganiseerd door de landelijke organisatie, de regio s en de districten, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. II-0206 Beslissingsbevoegdheden inzake de competities 1. Besluiten van het bbondsbestuur inzake competities worden slechts genomen na overleg met de CL. 2. In gevallen die niet zijn geregeld in dit reglement beslist de CL. P II-0307 Data, klassen en afdelingen, aantal partijen en spelers, promotie en degradatie, landskampioenschap, aantal banen, begintijden, klassenvolgorde en telmethoden. De CL bepaalt jaarlijks: a. de uiterste inschrijfdatum voor een competitie; b. de data van de competitie- en de inhaalwedstrijden en van de wedstrijden om het landskampioenschap; c. de verschillende klassen in de betreffende competitie; d. het aantal ploegen (bij voorkeur 8) per afdeling en het inschrijfgeld per ploeg; e. het aantal partijen in de verschillende spelsoorten per competitiesoort per klasse; f. welke en hoeveel partijen een speler mag spelen in een competitiewedstrijd (Wedstrijdbulletin); g. de promotie- en degradatieregeling; De term buitenbanen dekt niet de lading bij de indoorcompetitie, of in verband met de mogelijkheid om binnenbanen te gebruiken. Ook elders in het CR wordt deze wijziging voorgesteld. In het Wedstrijdbulletin wordt nader uitgewerkt welke vereisten er zijn voor het gebruik van bepaalde banen. h. het minimum aantal buitenbanen waarover een vereniging op de competitiedag moet beschikken in verband met het aantal thuisspelende ploegen van die vereniging, rekening houdende met de verschillende klassen per competitiesoort waarin deze spelen; i. welke regeling met betrekking tot het begintijdstip van een competitiewedstrijd geldt; j. regels met betrekking tot het spelen van wedstrijden om het lands-, regio- en districtskampioenschap; k. welke regeling geldt met betrekking tot telmethoden, conform de tennisspelregels 5, 6 en 7 en Bijlage IV van de Tennisspelregels, in de verschillende spelsoorten en per klasse; l. voor elke klasse in elke competitiesoort het aantal nieuwe ballen, dat de ontvangende vereniging per wedstrijd ter beschikking moet stellen; m. de klassenvolgorde; n. de voorwaarden voor dispensatie om aan een bepaalde competitie te mogen meedoen; 10

144 o. voor welke klassen of competitiewedstrijden een competitie-gedelegeerde of arbitragefunctionaris wordt aangewezen. II-0408 Indeling van de ploegen P 1. De CL bepaalt de verdeling van de voor een competitiesoort ingeschreven ploegen over de klassen en de afdelingen en maakt deze indeling uiterlijk drie weken voor het begin van de competitie bekend. 2. De indeling van de ploegen in de verschillende klassen geschiedt met inachtneming van de eindstanden en de promotie- en degradatieresultaten van het voorafgaande bondsjaar. 3. Een ploeg, die in het voorafgaande bondsjaar niet aan de betreffende competitie heeft deelgenomen, wordt ingedeeld in de laagste klasse. 4. De CL kan een ploeg in een hogere klasse indelen op basis van een door de vereniging ingediend gemotiveerd promotieverzoek of wanneer het aantal vrije plaatsen in een klasse het aantal promotieverzoeken overtreft. Op verzoek van een vereniging kan een ploeg ook in een lagere klasse worden ingedeeld. 5. Bij fusie of combinatie van twee of meer verenigingen behoudt de nieuwe vereniging of combinatie het recht te spelen in de klassen, waarin de oude verenigingen speelden. Bij splitsing van een vereniging in twee of meer nieuwe verenigingen of bij beëindiging van een competitiecombinatie beslist de CL over de indeling van de ploegen. P 6. De CL heeft de bevoegdheid aanvullende regels op te stellen. P II-0509 Wedstrijdschema 1. De CL stelt het schema vast voor het spelen van competitiewedstrijden. In iedere afdeling speelt in beginsel elke ploeg tegen elke ander ploeg één wedstrijd, waarbij de aantallen uit- en thuiswedstrijden van die ploegen ten hoogste één verschillen. 2. De CL kan een afwijkend schema vaststellen voor bijzondere doelgroepen (bijvoorbeeld jonge jeugd of senioren plus). II-0610 Competitieprogramma P 1. De CL is belast met de samenstelling van het (gewijzigde) competitieprogramma. Het gehele programma wordt uiterlijk veertien dagen voor het begin van de betreffende competitie op de website van de KNLTB bekendgemaakt. Na deze bekendmaking kan de CL wijzigingen aanbrengen in het competitieprogramma. De mededeling omtrent een wijziging moet ten minste tweemaal vier en twintig uur voor het begin van de wedstrijd door de CL rechtstreeks aan de betrokken verenigingen zijn bekendgemaakt. 2. Competitiewedstrijden, inhaalwedstrijden, beslissingswedstrijden en wedstrijden om het landskampioenschap worden als regel op de vaste wedstrijddag gespeeld. De CL kan deze wedstrijden op een andere dag of dagdeel vaststellen. Een dergelijke vaststelling geschiedt steeds na overleg tussen de betrokken Competitieleiders en met instemming van de betreffende verenigingen. De CL kan hierbij regels stellen die afwijken van dit reglement, onder meer wat betreft het aantal banen dat beschikbaar moet zijn en de begintijd van de wedstrijd. 3. Indien een door de CL vastgestelde inhaalwedstrijd, kampioenswedstrijd of beslissingswedstrijd niet op de vastgestelde of overeengekomen tijd kan worden gespeeld op de banen van de ontvangende vereniging en de mogelijkheid 11

145 bestaat om de wedstrijd af te werken op de banen van de bezoekende vereniging, dan zijn beide verenigingen verplicht daaraan mee te werken, op voorwaarde dat de beschikbare banen dezelfde toplaag hebben als die van de ontvangende vereniging. De weigering om mee te werken wordt beschouwd als niet opkomen. Onder niet kunnen spelen wordt in dit verband verstaan: - het niet beschikbaar zijn van banen om organisatorische redenen; - het niet binnen een uur na de vastgestelde of overeengekomen tijd bespeelbaar zijn van ten minste één baan per thuisspelende ploeg; - het niet bespeelbaar zijn van een baan binnen een uur na een onderbreking van de wedstrijd wegens weersomstandigheden. 4. Wanneer een competitiewedstrijd op de datum vermeld in het competitieprogramma niet of slechts gedeeltelijk is gespeeld, stelt de CL een nieuwe datum (inhaaldatum) vast. De op de inhaaldatum gespeelde of voortgezette partijen worden geacht te zijn gespeeld op de aanvankelijke datum van het competitieprogramma. 5. De CL kan vaststellen dat een bepaalde wedstrijd niet behoeft te worden ingehaald of afgespeeld indien de uitslag voor promotie of degradatie niet meer van doorslaggevende betekenis kan zijn. Dit besluit wordt schriftelijk aan de betrokken verenigingen bekend gemaakt. Een vereniging kan binnen viermaal vier en twintig uur nadat dit besluit is genomen, het origineel van het wedstrijdformulier alsnog aan de CL toezenden en daarop vastleggen dat de op dit formulier vermelde spelers geacht worden aan de betreffende wedstrijd te hebben deelgenomen (art. IV-06artikel 46 en IV- 1050). II-0711 Spelregels en rustperioden 1. De competitiepartijen worden gespeeld volgens de regels vermeld in de Tennisspelregels. Er wordt gespeeld om twee gewonnen sets, met dien verstande dat: a. in alle sets, wanneer de stand 6-6 is bereikt, het tiebreaksysteem dient te worden toegepast, behalve indien anders is bepaald (art. II- 03artikel 07, lid k); b. geen rustpauze is toegestaan in de partij. c. een competitiewedstrijd is begonnen als een van de competitiepartijen van die wedstrijd is begonnen. d. een competitiepartij is begonnen op het moment dat de eerste opslag voor het eerste punt in die partij is geslagen. 2. Regels t.a.v. sanitaire onderbrekingen zijn opgenomen in Bijlage I. 3. Spelers hebben het recht op een inspeeltijd van 5 minuten. 4. Bij onderbreking van een partij ten gevolge van weersomstandigheden of overmacht geldt dat wanneer deze onderbreking: a. minder dan 15 minuten heeft geduurd geen recht bestaat op inspeeltijd; b. minimaal 15 maar minder dan 30 minuten heeft geduurd recht bestaat op een inspeeltijd van 3 minuten; c. 30 minuten of langer heeft geduurd recht bestaat op een inspeeltijd van 5 minuten. 5. Een speler heeft na het beëindigen van een partij recht op 30 minuten rust. II-0812 Competitiegedelegeerde en aarbitragefunctionarissen P 1. De CL bepaalt jaarlijks voor welke competitieklassen en voor welke competitiewedstrijden competitiegedelegeerden en arbitragefunctionarissen dienen te worden aangewezen. 12

146 2. De aanwijzing van de in lid 1 bedoelde competitiegedelegeerden geschiedt door of namens de KNLTB en arbitragefunctionarissen geschiedt door of namens de LWA. P 3. De bevoegdheden van de competitiegedelegeerde worden door de CL vastgesteld. Daarnaast worden deze bevoegdheden voor het begin van de wedstrijd ter kennis gebracht aan de betrokken ploegen en de aangewezen arbitragefunctionarissen. De competitiegedelegeerde neemt te allen tijde de bevoegdheid over van de aanvoerder van de ontvangende ploeg als bedoeld in artikel III-10, lid De competitiegedelegeerde beslist in alle geschillen die zich tijdens de wedstrijd mochten voordoen. De vereniging behoudt het recht een onderzoek te verzoeken of een protest in te dienen bij de CL (hoofdstuk VII), alsmede om in beroep te gaan bij de Raad van Beroep (hoofdstuk IX). 53. Arbitragefunctionarissen die optreden bij een competitiewedstrijd of competitiepartij zijn gehouden aan de bepalingen vermeld in het Reglement voor de Tennisarbitrage. 64. In competitiewedstrijden is vervanging van een bondsscheidsrechter tijdens een door hem geleide partij niet mogelijk, behalve op last van de hoofdscheidsrechter van deze wedstrijd. 75. De kosten verbonden aan het optreden van de competitiegedelegeerde en de arbitragefunctionarissen kunnen geheel of gedeeltelijk op de betrokken verenigingen worden verhaald. Indien zij op verzoek van de betrokken vereniging(en) zijn aangewezen, zijn de kosten geheel voor rekening van de aanvrager(s). II-0913 Winnen, verliezen of gelijkspelen van een competitiewedstrijd 1. Een ploeg heeft een competitiewedstrijd gewonnen, wanneer het merendeel van alle te spelen partijen is gewonnen. 2. Een ploeg heeft een competitiewedstrijd verloren, wanneer het merendeel van alle te spelen partijen is verloren. 3. Een ploeg heeft een competitiewedstrijd gelijk gespeeld, wanneer de helft van alle te spelen partijen is gewonnen. II-1014 Winstpunten en opmaken van de competitiestand 1. Voor iedere gewonnen partij krijgt een ploeg een winstpunt. 2. De competitiestand in een afdeling wordt opgemaakt op basis van het aantal verkregen winstpunten. II-1115 Eerste en laatste plaats 1. De eerste plaats in een afdeling wordt ingenomen door de ploeg die na beëindiging van de competitie het hoogste aantal winstpunten heeft behaald. De laatste plaats in een afdeling wordt ingenomen door de ploeg die het laagste aantal winstpunten heeft behaald. 2. In afwijking van lid 1 eindigt de ploeg die alle competitiewedstrijden heeft gewonnen als eerste en eindigt de ploeg die alle competitiewedstrijden heeft verloren als laatste in zijn afdeling, behoudens het bepaalde in artikel II-1216 en VIII-0162, lid 1 sub b en f. D II-1216 Terugtrekking en uitsluiting van deelname Een ploeg die voor of tijdens de competitie wordt teruggetrokken of van verdere deelname aan de competitie is uitgesloten, neemt in zijn afdeling de laatste plaats 13

147 in. Alle winst-/verliespunten die tegen deze ploeg zijn behaald komen te vervallen. Deze ploeg mag door zijn vereniging in het volgende bondsjaar uitsluitend in de laagste competitieklasse worden ingeschreven. II-1317 Onderlinge volgorde bij gelijk aantal winstpunten 1. Wanneer in een afdeling twee ploegen met een gelijk aantal winstpunten zijn geëindigd wordt hun onderlinge volgorde achtereenvolgens als volgt bepaald: (a) het resultaat in de onderling gespeelde wedstrijd; (b) het saldo van het aantal gewonnen sets in die onderlinge wedstrijd; (c) het saldo van het aantal gewonnen spellen in die onderlinge wedstrijd. Wanneer ook hierdoor geen beslissing kan worden verkregen en hun volgorde zou van belang zijn voor de vaststelling van promotie, degradatie of plaatsing voor deelname aan een kampioenschap (land/regio/district), dan zullen de betrokken ploegen een beslissingswedstrijd spelen op een door de CL vast te stellen datum en (eventueel door loting) aan te wijzen terrein, tenzij de betrokken verenigingen in onderling overleg een terrein kiezen. Zou ook door deze beslissingswedstrijd hun volgorde niet kunnen worden vastgesteld, dan beslist het lot. 2. a. Wanneer in een afdeling drie of meer ploegen met een gelijk aantal winstpunten zijn geëindigd wordt hun onderlinge volgorde achtereenvolgens bepaald door: vergelijking van het totaal aantal winstpunten die deze ploegen in de onderling gespeelde wedstrijden hebben behaald; vergelijking van de verschillen tussen het aantal gewonnen en verloren sets die deze ploegen in de onderling gespeelde wedstrijden hebben behaald; vergelijking van de verschillen tussen het aantal gewonnen en verloren spellen die deze ploegen in de onderling gespeelde wedstrijden hebben behaald. b. Indien hun volgorde door de onder a. genoemde bepalingsmethode slechts ten dele kan worden vastgesteld, dan dient t.a.v. die ploegen waarvan de volgorde nader moet worden bepaald, de onder lid 1 beschreven methode respectievelijk de onder lid 2 sub a. beschreven methode te worden toegepast. 3. Als één van de in lid 1 of 2 bedoelde ploegen een wedstrijd heeft gespeeld waarbij een partij is opgegeven of opgeëist, dan geldt voor deze partij de uitslag: 6-0/6-0. P II-1418 Kampioen van Nederland, een regio of een district Kampioen van Nederland, een regio of een district in een bepaalde competitiesoort is de ploeg, spelende in de hoogste klasse van deze competitiesoort, die volgens door het bbondsbestuur vast te stellen regels dit kampioenschap heeft behaald. II-1519 Promotie en degradatie 1. In alle competitieklassen, behalve de hoogste, geldt dat de ploeg die op de eerste plaats is geëindigd automatisch promoveert, tenzij een andere regeling geldt (art. II-03artikel 07, lid g). 2. In alle competitieklassen, behalve de laagste, geldt dat de ploegen degraderen die op de laatste twee plaatsen zijn geëindigd, tenzij een andere regeling geldt (art. II-03artikel 07, lid g). II-1620 Niet (uit)spelen van een competitiewedstrijd 14

148 Een afgebroken of niet-gespeelde wedstrijd moet uiterlijk op de eerstvolgende inhaaldag worden (uit)gespeeld. Indien een wedstrijd niet wordt (uit)gespeeld, dan wordt de tussenstand omgezet in een eindstand. Het is verboden gefingeerde uitslagen in te vullen. Indien gefingeerde uitslagen zijn ingevuld is de CL bevoegd één of meer van de straffen vermeld in artikel VIII-0162, lid 1 sub a en f op te leggen. II-17 Competitieconsul De competitieconsul is op alle competitiedagen bevoegd bij een vereniging inzage te verkrijgen in: a. de ledenpassen van de spelers, de aanwezigheid van spelers en de samenstelling van de ploegen. b. de uitgewisselde ploegopstellingen en het op de juiste wijze invullen van de wedstrijdformulieren; De competitieconsul rapporteert aan de CL over geconstateerde overtredingen van het CR en de Wedstrijdbulletins en over andere ter zake doende bevindingen. 15

149 HOOFDSTUK III Verplichtingen van de verenigingen, de aanvoerders en de ploegen III-0121 Inschrijving van competitieploegen en verplichting tot het hebben van een gecertificeerde verenigingscompetitieleider (VCL) P 1. Een vereniging, die aan een competitie wenst deel te nemen, dient haar ploegen schriftelijk aan te melden vóór de door de CL vastgelegde inschrijfdatum. Bij aanmelding na deze datum beslist de CL of de inschrijving alsnog kan worden aanvaard, al dan niet tegen een verhoogd inschrijfgeld. 2. Door de inschrijving neemt een vereniging voor de door haar opgegeven ploegen de verplichting op zich de competitie tot het einde uit te spelen volgens het competitieprogramma en geen handelingen en gedragingen te doen of na te laten waardoor een eerlijk verloop van de competitie wordt verhinderd. P 3. Een vereniging is voor elk ploeg die zij voor een competitie heeft ingeschreven een door het bbondsbestuur vastgesteld inschrijfgeld verschuldigd. 4. Een vereniging die op het moment waarop de inschrijving voor de competitie sluit financiële verplichtingen jegens de KNLTB heeft waarvan de betalingstermijn is verstreken, zal niet eerder voor de competitie worden ingeschreven dan nadat deze verplichtingen volledig zijn voldaan, onverminderd het bepaalde in lid 1 2e zin. 5. Een vereniging, die aan de competitie wenst deel te nemen, is verplicht te beschikken over een VCL (art. I-02artikel 02, lid 5 sub a). Deze VCL dient jaarlijks voor 1 februari op de door KNLTB voorgeschreven wijze te worden opgegeven (AR, art.artikel 5, lid 3 sub b). 6. De VCL is verantwoordelijk voor het uitvoeren of laten uitvoeren van de taken als vermeld in Bijlage G. III-0222 Terugtrekking en uitsluiting competitieploegen 1. Bij terugtrekking of uitsluiting van een ploeg kan de CL regels stellen t.a.v. de speelgerechtigdheid voor het spelen in ploegen van dezelfde vereniging en voor wedstrijden om het lands-, regio- en districtskampioenschap. P Deze regels worden per geval bekend gemaakt door de CL. D 2. Bij terugtrekking van een ploeg uit een competitie of bij uitsluiting (als strafmaatregel) van deelname aan een competitie blijft de verplichting tot het betalen van het inschrijfgeld bestaan en kan de betreffende vereniging een straf worden opgelegd (art. VIII-01artikel 62). De term buitenbanen dekt niet de lading bij de indoorcompetitie, of in verband met de mogelijkheid om binnenbanen te gebruiken. Ook elders in het CR wordt deze wijziging voorgesteld. III-0323 Eisen banen en accommodatie D 1. Op elke competitiedag moet per ontvangende ploeg het vereiste aantal buitenbanen (art. II-03artikel 07, lid h) beschikbaar zijn tot het tijdstip van beëindigen respectievelijk afbreken van de wedstrijd, één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel III-1131, III-1232, lid 1 sub b en III- 1232, lid 2. D 2. De banen moeten voldoen aan de eisen gesteld in de Tennisspelregels en in goede staat verkeren. Bovendien moeten banen die na 1 januari 1997 zijn aangelegd, gerenoveerd of omgebouwd het KNLTB-NOC*NSF keurmerk hebben verkregen (Bijlage F). 16

150 Bij de banen dienen behoorlijke kleedkamers met was- en douchegelegenheid, een toilet en een kantine aanwezig te zijn. Voor de maatvoering van deze ruimten wordt verwezen naar de normen die hiervoor zijn vastgelegd in de uitgave Normen en Richtlijnen voor Clubhuizen. Deze voorzieningen moeten ten minste beschikbaar zijn van een half uur voor het begin van de wedstrijd tot een half uur na het tijdstip van beëindigen respectievelijk afbreken van de wedstrijd. 3. De CL kan de inschrijving van een ploeg voor de competitie weigeren wanneer het aantal beschikbare banen te gering is of wanneer de kwaliteit van de banen of van de accommodatie onvoldoende is. P 4. De ontvangende vereniging dient ervoor zorg te dragen dat bij de banen aanwezig zijn: de meest recente uitgaven van de relevante Wedstrijdbulletins, het CR en de Tennisspelregels, alsmede een EHBO-doos, die voldoet aan de jaarlijks door het bbondsbestuur vast te stellen eisen. 5. De ontvangende vereniging is verplicht, zo de mogelijkheid hiertoe bestaat, behalve het minimum aantal banen (art. II-03artikel 07, lid h), extra banen ter beschikking te stellen, teneinde een competitiewedstrijd op tijd te kunnen beëindigen. Deze extra banen dienen dezelfde toplaag te hebben als die, waarop de competitiewedstrijd is begonnen. De bezoekende ploeg is verplicht eraan mee te werken dat ook op die extra banen partijen worden gespeeld. 6. Indien de vereniging voor het spelen van competitiewedstrijden gebruik maakt van kunstlicht dient dit te voldoen aan de normen zoals gesteld door de Nederlandse Stichting van Verlichtingskunde (NSVV). De gebruikswaarde van deze verlichting dient op het gehele speelveld minimaal 300 lux te bedragen. P III-0424 Ballen Het bbondsbestuur bepaalt jaarlijks voor elke klasse de soort en het aantal nieuwe ballen (door de KNLTB of ITF goedgekeurd), dat de ontvangende vereniging per wedstrijd ter beschikking moet stellen. Op één competitiedag mag per wedstrijd slechts gespeeld worden met ballen van één bepaald handelsmerk, soort en kleur. Een bezoekende ploeg is niet verplicht om een competitiewedstrijd te spelen met ballen die niet voorkomen op de lijst van goedgekeurde ballen. Kan de ontvangende ploeg echter op een andere wijze aantonen dat de betreffende ballen door de KNLTB of ITF zijn goedgekeurd, dan dient de bezoekende ploeg hiermee akkoord te gaan. Wanneer een competitiewedstrijd wordt gespeeld met ballen die niet zijn goedgekeurd is een eventueel protest hiertegen niet ontvankelijk. III-0525 Arbitrage 1. Een ontvangende vereniging kan een verzoek om een competitiegedelegeerde of arbitragefunctionarissen indienen bij de CL. Indien dit verzoek wordt gehonoreerd heeft een benoemde hoofdscheidsrechter dezelfde bevoegdheden als een competitiegedelegeerde (art. II-08, lid 3 en 4). 2. Indien het verzoek om arbitrage wordt gehonoreerd, heeft de CL de taak de bezoekende vereniging(en) ten minste 5 dagen voor de datum van de competitiewedstrijd hierover te informeren. 3. Indien voor een competitiewedstrijd door de CL geen competitiegedelegeerde of arbitragefunctionaris is aangewezen en door de vereniging geen verzoek bij de LWA is ingediend c.q. gehonoreerd, dan heeft de ontvangende vereniging tot taak om voldoende scheidsrechters beschikbaar te stellen. Hieronder dient te worden verstaan dat indien vóór of tijdens een partij een of meer betrokken 17

151 spelers verzoeken om een scheidsrechter, deze door de ontvangende vereniging ter beschikking moet worden gesteld. III-0626 Speeldatum D 1. Een competitiewedstrijd moet worden gespeeld op de datum vermeld in het competitieprogramma (art. II-03artikel 07, sub b). 2. Verenigingen kunnen overeenkomen een competitiewedstrijd geheel of gedeeltelijk eerder te spelen dan op de in lid 1 bedoelde datum. 3. Een vooraf gespeelde competitiewedstrijd wordt geacht te zijn gespeeld op de oorspronkelijke datum. III-0727 Aanvoerder 1. Een vereniging is verplicht voor elke ploeg per competitiewedstrijd een aanvoerder aan te wijzen. Deze dient zich voor het begin van de wedstrijd aan de tegenpartij bekend te maken. 2. Wanneer de aanvoerder van een ploeg - in zijn functie als aanvoerder - een bepaling van het CR/Wedstrijdbulletin overtreedt, wordt deze overtreding geacht te zijn begaan door zijn vereniging. 3. Wanneer een aanvoerder constateert dat door de tegenpartij een bepaling van het CR/Wedstrijdbulletin is overtreden, wordt deze overtreding geacht op de dag van de wedstrijd ter kennis van zijn vereniging te zijn gekomen. 4. De aanvoerder van een ploeg is verplicht de aanwijzingen van de VCL van de thuisspelende ploeg op te volgen, voor zover deze voortvloeien uit de taken en bevoegdheden van een VCL (art. III-18artikel 38, lid 2 en Bijlage G). 5. De aanvoerder van de bezoekende ploeg is verplicht zich via Mijn KNLTB op de hoogte te stellen van alle relevante informatie over de uitwedstrijden van zijn ploeg. Vanuit het project Competitie Nieuwe Stijl zijn de nodige nieuwe competitievormen naar voren gekomen met elk een ander begintijdstip. Om het voor iedereen duidelijker te maken, wordt onderstaand artikel algemener opgesteld en wordt voor de daadwerkelijke tijden die gehanteerd kunnen worden bij variabele begintijden verwezen naar het Wedstrijdbulletin. Deze vaste tijd verschilt per competitie en wordt dus kenbaar gemaakt in het Wedstrijdbulletin. In Bijlage H worden bepalingen omtrent variabele begintijden nader uitgewerkt. III-0828 Begintijd en planning van een competitiewedstrijd D 1. a. Een vereniging kan voor de thuisspelende ploegen in de landelijke competitie gebruik maken van het systeem van variabele begintijden (Bijlage H). Indien een vereniging hiervan geen gebruik maakt dienen de wedstrijden van alle thuisspelende ploegen om uur op een vaste tijd te beginnen. b. Een vereniging kan voor de thuisspelende ploegen in de districtsen regiocompetitie op zaterdag en zondag gebruik maken van het systeem van variabele begintijden (Wedstrijdbulletin). Indien een vereniging hiervan geen gebruik maakt dienen de wedstrijden van de thuisspelende ploegen op een vaste tijd te beginnen (Wedstrijdbulletin). c. De begintijden van de overige competitiewedstrijden in de regio s en districten worden vermeld in het Wedstrijdbulletin. dc. In de landelijke competitie dient de VCL een zodanige planning te maken dat wedstrijden bestaande uit resp. 8, 6 en 5 partijen in ten hoogste resp. 5, 4 en 3 speelronden worden gespeeld. In de regio s/districten kan een andere regeling van toepassing zijn (Wedstrijdbulletin). 18

152 e. De CL is bevoegd een andere begintijd vast te stellen. P b. De in lid 1 sub a genoemde variabele begintijden waaruit kan worden gekozen respectievelijk de vaste tijd wordt vermeld in het Wedstrijdbulletin. De CL is bevoegd een andere begintijd vast te stellen. D + P c. Op elke competitiedag dient de VCL een zodanige planning te maken dat alle wedstrijden in ten hoogste het aantal speelronden wordt gespeeld dat door de CL is vastgesteld. 2. a. Een ploeg wordt geacht aanwezig te zijn indien minimaal één speler van die ploeg aanwezig is. b. Indien een ploeg op de in lid 1 bedoelde begintijd nog niet aanwezig is, wordt deze ploeg geacht niet te zijn opgekomen, tenzij er sprake is van overmacht. c. Indien een ploeg door deze overmacht echter wel binnen een half uur na deze begintijd alsnog verschijnt, dient de competitiewedstrijd zo spoedig mogelijk te worden begonnen. Als de overmachtsituatie niet door de aanvoerder van de andere ploeg wordt erkend, dient deze dit op het wedstrijdformulier te vermelden. De CL beslist achteraf of er sprake is geweest van overmacht. d. Indien een ploeg een half uur na de in lid 1 bedoelde begintijd nog niet aanwezig is, mag de andere ploeg het terrein verlaten. De aanvoerder van de wel aanwezige ploeg dient hiervan melding te maken op het Inhaalformulier competitie. De CL beslist achteraf of er sprake is geweest van overmacht en kan besluiten de wedstrijd opnieuw vast te stellen. III-0929 Spelen en afspelen van competitiepartijen 1. Als een competitiewedstrijd is begonnen dienen de partijen aaneensluitend te worden gespeeld (art. III-12artikel 32, lid 2 sub a, met inachtneming van art. II- 07artikel 11, lid 5). 2. De aanvoerder van de ontvangende ploeg is hiervoor verantwoordelijk. Zodra een baan gereed is voor het spelen van een (volgende) competitiepartij is hij verplicht de desbetreffende spelers op te roepen. 3. Indien de ontvangende vereniging uiterlijk één uur na het vastgestelde aanvangstijdstip van de competitiewedstrijd geen baan beschikbaar heeft gesteld voor de betreffende wedstrijd, mag de bezoekende ploeg het terrein verlaten. Beide aanvoerders dienen hiervan aantekening te maken op het wedstrijdformulier. De CL beslist of de wedstrijd aan de bezoekende ploeg gewonnen wordt gegeven of opnieuw wordt vastgesteld. Deze bepaling is niet van toepassing als door weersomstandigheden niet kan worden begonnen. Het onderstaande lid was al achterhaald door de competities die op doordeweekse avonden gespeeld worden. Dit wordt versterkt door de nieuwe vormen uit Competitie Nieuwe Stijl, dus vandaar aanpassing dat de CL dit moet publiceren in het wedstrijdbulletin. P 4. Competitiepartijen die vóór uur (jeugd) of vóór uur (senioren) zijn begonnen moeten worden afgespeeld. Na genoemde tijdstippen hoeft een nieuwe partij niet meer te beginnen. Voor wedstrijden in de districts- en regiocompetities kunnen aanvullende en/of afwijkende bepalingen worden vastgesteld (Wedstrijdbulletin). De CL stelt vast tot welk tijdstip begonnen competitiepartijen moeten worden afgespeeld. Na genoemd tijdstip hoeft bovendien een nieuwe partij niet meer te worden begonnen. P 5. Het in lid 4 genoemde tijdstip wordt gepubliceerd in het Wedstrijdbulletin. 19

153 56. Een competitiepartij, die slechts gedeeltelijk is gespeeld moet, indien wordt besloten deze af te spelen, worden voortgezet door dezelfde spelers, op de stand bij het afbreken en dezelfde positie op de baan. III-1030 Onvoltalligheid, niet speelklaar zijn en niet opkomen 1. a. Een ploeg is onvoltallig indien één of meer van de in te vullen spelersnamen op grond van artikel III-1434, lid 2 niet kan worden ingevuld. b. Als een ploeg door onvoltalligheid niet alle partijen van een competitiewedstrijd kan spelen, moeten in de daarvoor in aanmerking komende spelsoorten de in volgorde van afnemende sterkte laatste partijen gewonnen worden gegeven. Als partijuitslag moet in dat geval opgave thuis respectievelijk opgave uit worden vermeld. Bovendien kan de CL bij onvoltalligheid straffen laten opleggen (art. VIII-01artikel 62). Als een partij door onvoltalligheid van beide ploegen niet gespeeld kan worden, ontvangt geen van beide ploegen voor die partij een winstpunt. c. Indien bij een wedstrijd bestaande uit 5 partijen een ploeg onvolledig opkomt, mogen de enkelspelspelers niet samen dubbelen. 2. Als een partij niet kan worden begonnen doordat één of meer spelers niet binnen vijftien minuten speelklaar is, na daartoe te zijn opgeroepen door de aanvoerder van de ontvangende ploeg (art. III-09artikel 29, lid 2), kan de andere ploeg die partij opeisen. Als partijuitslag moet in dat geval opgave thuis respectievelijk opgave uit worden vermeld. 3. Wanneer een ploeg niet is opgekomen of geacht wordt niet te zijn opgekomen (art. III-08artikel 28, lid 2 sub b), kan de CL het maximum in die wedstrijd te behalen winstpunten in mindering brengen of de desbetreffende wedstrijd opnieuw vaststellen en daarnaast één of meer andere straffen laten opleggen (art. VIII-01artikel 62). Wanneer een ploeg in een door de CL opnieuw vastgestelde wedstrijd weer niet is opgekomen of geacht wordt niet te zijn opgekomen, kan deze ploeg uit de competitie worden genomen. Deze ploeg wordt dan beschouwd als niet aan de competitie te hebben deelgenomen. Alle winst-/verliespunten die tegen deze ploeg zijn behaald, komen te vervallen. 4. Komt een ploeg twee of meer keren niet of onvolledig op dan kan deze ploeg worden teruggezet naar de laatste plaats. Alle winst-/ verliespunten die tegen deze ploeg zijn behaald komen te vervallen. III-1131 Wachten bij slechte weersomstandigheden 1. Wanneer een competitiewedstrijd wegens weersomstandigheden niet op tijd kan beginnen, zijn beide ploegen verplicht te wachten tot de omstandigheden zodanig wijzigen dat spelen mogelijk is. Indien dit twee uur na de officiële begintijd nog niet het geval is, behoeft met de wedstrijd niet begonnen te worden, met inachtneming van artikel III-0929, lid Wanneer een competitiewedstrijd wegens weersomstandigheden is onderbroken, zijn beide ploegen verplicht te wachten tot de omstandigheden zodanig wijzigen dat spelen mogelijk is (met inachtneming van art. III-09artikel 29, lid 4). Indien dit twee uur na het moment van onderbreking nog niet het geval is hoeft de wedstrijd die dag niet te worden voortgezet. D III-1232 Terrein, banen en kunstlicht 1. a. Alle partijen moeten worden gespeeld op het terrein van de ontvangende vereniging. In onderling overleg mag daarvan worden afgeweken. b. Een vereniging die concludeert dat de voor de competitie bestemde banen niet tijdig speelklaar zullen zijn, dient hierover uiterlijk drie dagen voor de 20

154 eerste competitiewedstrijd contact op te nemen met de CL. Zolang de banen niet speelklaar zijn, moeten de geplande wedstrijden (indien mogelijk) gespeeld worden op het terrein van de tegenstander of - als ook dat niet mogelijk is - op neutraal terrein. De CL beslist of er sprake is van overmacht. Indien de overmacht niet door de CL wordt erkend, kan de KNLTB een straf opleggen (art. VIII-01artikel 62, lid 4 sub d). 2. a. De partijen dienen aaneensluitend te worden gespeeld op de banen die daarvoor door de aanvoerder van de ontvangende ploeg worden aangewezen. Deze banen dienen alle dezelfde toplaag te hebben. b. Indien de bezoekende ploeg van mening is dat de aangewezen banen niet voldoen aan de kwaliteitseisen zoals bedoeld in artikel III-0323, lid 2 waarbij sprake zou zijn van een bovenmatig blessurerisico, dan wel van een ernstige belemmering van een normaal spelverloop, kan voor aanvang van de partijen geprotesteerd worden en geweigerd worden te spelen. Als van dit recht geen gebruik wordt gemaakt vervalt de mogelijkheid later protest aan te tekenen tegen de kwaliteit van de banen. Aanvoerders kunnen in overleg altijd gebruik maken van overdekte en/of overkapte banen, terwijl in een indoorcompetitie partijen altijd op overdekte en/of overkapte banen gespeeld worden. Het artikel voegt niets toe, beperkt de vrijheid van de ploegen en aanvoerders en om die reden wordt voorgesteld lid 3 en 4 te schrappen. 3. Alleen met goedvinden van beide aanvoerders kunnen partijen op overdekte banen worden gespeeld. Wanneer van deze mogelijkheid gebruik gemaakt wordt, dienen alle nog resterende partijen in deze overdekte accommodatie te worden afgespeeld. In onderling overleg kunnen aanvoerders hiervan afwijken. 4. Indien lid 3 wordt toegepast en reeds een aantal partijen op buitenbanen is gespeeld, is het bepaalde in lid 2 ten aanzien van de toplaag niet van toepassing. 53. Beide ploegen zijn verplicht om - indien mogelijk - partijen bij kunstlicht te spelen, met inachtneming van het bepaalde in lid 2 en artikel III-0323, lid 6. III-1333 Volgorde van de partijen 1. De volgorde van de partijen in een competitiewedstrijd is: a. dames-/meisjesenkelspel b. heren-/jongensenkelspel c. dames-/meisjesdubbelspel d. heren-/jongensdubbelspel e. gemengddubbelspel In elke spelsoort wordt in volgorde van afnemende speelsterkte gespeeld. 2. In een gemengde competitie bestaande uit 5 partijen is de volgorde: a. dames-/meisjesenkelspel b. heren-/jongensenkelspel c. gemengd dubbelspel d. dames-/meisjesdubbelspel e. heren-/jongensdubbelspel 3. De aanvoerders kunnen in onderling overleg van de in lid 1 en 2 vermelde volgorde afwijken. De ploeguitwisseling vond tot nu toe altijd plaats voor het begin van de competitiedag en alle spelers dienden hierbij met geldige ledenpas aanwezig te zijn. Het is nu mogelijk om na de enkelspelen de opstelling van het dubbelspel nog aan te passen. Ook is het mogelijk dat in het dubbelspel spelers uitkomen die pas later aanwezig zijn. III-1434 Uitwisseling van ploegopstelling en tonen van ledenpas 21

155 1. De beide aanvoerders zijn verplicht vóór het begin van de competitiewedstrijd: a. de ploegopstelling conform artikel V-03 schriftelijk uit te wisselen (het door de aanvoerders aan elkaar gelijktijdig overhandigen van de door hen ondertekende ploegopstellingen). b. de ledenpassen van de aanwezige spelers aan elkaar ter inzage te geven. 2. a. In de in lid 1 sub a genoemde ploegopstelling mogen in de enkelspelpartijen alleen spelers worden opgenomen die op dat moment daadwerkelijk aanwezig zijn, tenzij met goedvinden van de aanvoerders hiervan wordt afgeweken. Deze afwijking dient op het wedstrijdformulier te worden vermeld en door beide aanvoerders te worden geparafeerd. b. De aanvoerders zijn verplicht om voor het begin van de wedstrijd te controleren of de ploegopstelling van de andere ploeg niet in strijd is met bepalingen betreffende de speelgerechtigdheid en/of de volgorde van speelsterkte. Is een opstelling hiermee in strijd, dan dient de aanvoerder van de desbetreffende ploeg de opstelling te wijzigen. Nieuwe spelers mogen niet aan de opstelling worden toegevoegd. 3. a. Uiterlijk tot 15 minuten voor aanvang van de eerste dubbelspelpartij van de dag kan de aanvoerder de in lid 1 sub a bedoelde ploegopstelling wijzigen. Nieuwe spelers mogen aan de opstelling worden toegevoegd. b. Deze wijziging dient op het ploeguitwisselingsformulier te worden aangepast en door beide aanvoerders te worden geparafeerd. c. De aanvoerder dient de ledenpassen van nieuwe spelers zoals genoemd in lid b en/of spelers die bij de ploeguitwisseling zoals genoemd in lid 1 niet aanwezig waren ter inzage te geven. d. De aanvoerders zijn verplicht om te controleren of de wijziging van de ploegopstelling van de andere ploeg niet in strijd is met bepalingen betreffende de speelgerechtigdheid en/of de volgorde van speelsterkte. Is een opstelling hiermee in strijd, dan dient de aanvoerder van de desbetreffende ploeg de opstelling te wijzigen. Nieuwe spelers mogen aan de opstelling worden toegevoegd. e. Indien deze wijziging niet uiterlijk 15 minuten voor aanvang van de eerste dubbelpartij van de dag heeft plaatsgevonden, dienen de dubbelpartijen te worden gespeeld overeenkomstig de in lid 1 sub a bedoelde ploegopstellingen. 34. Indien bij de uitwisseling van de ploegopstellingen van een speler geen geldige ledenpas (art. I-02artikel 02, lid 3 sub e) aanwezig is heeft de andere ploeg het recht de partijen op te eisen, waarin deze speler staat opgesteld. Als partijuitslag moet in dat geval opgave thuis respectievelijk opgave uit worden vermeld. Als van dit recht geen gebruik wordt gemaakt, vervalt de mogelijkheid om alsnog protest aan te tekenen tegen de speelgerechtigdheid en/of de volgorde van speelsterkte. 45. Het niet-voldoen aan de in lid 1, en lid 2 sub b en lid 3 sub d genoemde verplichtingen heeft tot gevolg dat een protest wegens het spelen in strijd met bepalingen betreffende de speelgerechtigdheid en/of de volgorde van speelsterkte niet ontvankelijk is, tenzij dit niet-voldoen te wijten is aan de aanvoerder van de ploeg waartegen dit protest wordt ingediend. 56. Wanneer een wedstrijd op de datum van het competitieprogramma niet of slechts gedeeltelijk is gespeeld, gelden ook op de inhaaldag (voor zover van toepassing) lid 1 t/m 45 van dit artikel. III-1535 Uitvallen van een speler 22

156 Wanneer een speler na de uitwisseling van de ploegopstellingen door een ongeval, ziekte of een andere vorm van overmacht niet in staat is (verder) te spelen, mag met goedvinden van de aanvoerders en met inachtneming van het gestelde in artikel V van de ploegopstelling worden afgeweken. Wanneer de aanvoerders niet tot overeenstemming kunnen komen, moeten de resterende partijen van de speler die niet in staat is (verder) te spelen, gewonnen worden gegeven. III-1636 Wedstrijdformulier P 1. De aanvoerder van de ontvangende ploeg is verplicht het wedstrijdformulier volledig in te vullen volgens de voorschriften van de CL en door beide aanvoerders te laten ondertekenen. Door deze ondertekening verklaren zij dat de voorgeschreven handelingen zijn verricht, de invulling juist is en de uitslagen correct zijn weergegeven. 2. Andere vermeldingen, bedoeld in de artikelen III-0828, lid 2 sub c, III-1434, lid 2 sub a en IV-0646, lid 2 dienen apart te worden vermeld en door beide aanvoerders voor akkoord te worden geparafeerd. 3. De door onvoltalligheid van een ploeg niet gespeelde partijen dienen ook op het wedstrijdformulier te worden vermeld. Het inhaalformulier maakt geen deel meer uit van het wedstrijdformulier. Om die reden wordt op de speeldag het reguliere wedstrijdformulier ingevuld (alle partijen die tot dan toe zijn gespeeld). Op de inhaaldag wordt het wedstrijdformulier vervolgens verder ingevuld. 4. Indien om andere redenen niet alle partijen zijn gespeeld (bijvoorbeeld door de weersomstandigheden), dient de aanvoerder van de ontvangende ploeg het Inhaalformulier competitie wedstrijdformulier in te vullen. Hierop moeten de uitslagen van de geheel en gedeeltelijk gespeelde partijen worden ingevuld, alsmede de voorlopige totaaluitslag (0-0 indien de betreffende wedstrijd nog niet is begonnen). Het formulier moet door beide aanvoerders worden ondertekend. Door deze ondertekening verklaren zij tevens aan de in lid 1 genoemde verplichtingen te hebben voldaan. Bij afwezigheid hoeft er geen wedstrijdformulier ingevuld te worden, aangezien de andere ploeg dan niet in de gelegenheid is om te ondertekenen. 5. Bij afwezigheid van een ploeg, dient het Inhaalformulier competitie door de aanvoerder van de aanwezige ploeg te worden ingevuld en ondertekend, met vermelding van zijn ploegopstelling en de afwezigheid van de andere ploeg. Het wedstrijdformulier bevat nog één kopie die bestemd is voor de bezoekende ploeg. De wedstrijdformulieren behoeven ook niet ter inzage te worden gegeven aangezien de uitslagen elektronisch worden doorgegeven en zichtbaar zijn via internet. Het bewaren is louter bedoeld voor mogelijk onderzoeken of protesten. 5. De aanvoerder van de ontvangende ploeg respectievelijk de aanvoerder van de bezoekende ploeg dient het wedstrijdformulier respectievelijk de kopie van het wedstrijdformulier tot drie maanden na de laatste speeldag te bewaren. P 6. De CL geeft jaarlijks voorschriften omtrent aantal en bestemming van (de kopieën van) het wedstrijdformulier. 7. Het bestuur van een vereniging is verplicht de kopieën van de wedstrijdformulieren tot drie maanden na de laatste speeldag te bewaren en op verzoek aan iedere belanghebbende ter inzage te geven. III-1737 Inzenden wedstrijduitslagen 23

157 De aanvoerder van de ontvangende ploeg is verplicht de uitslagen van elke geheel of gedeeltelijk gespeelde competitiewedstrijd, dan wel afgelaste of reglementair niet gespeelde competitiewedstrijd, elektronisch aan de KNLTB door te geven, uiterlijk op de dag na de geplande wedstrijddag. Formulering van lid 2 van dit artikel aangepast. De KNLTB gaat geen straf opleggen als er een onderzoek komt, wel als het onderzoek daar aanleiding toe geeft. III-1838 Correct gedrag van spelers 1. Een speler dient zich zowel op het terrein van zijn vereniging als dat van zijn tegenstander correct te gedragen (zoals in Bijlage B). 2. Bij ernstig wangedrag van een speler heeft de VCL van de ontvangende vereniging de bevoegdheid een partij of wedstrijd te staken. Hiervan dient hij binnen 3 dagen na afloop van de dag waarop dit heeft plaatsgevonden schriftelijk en gemotiveerd melding te maken aan de CL. De VCL is alleen bevoegd indien de betreffende competitiewedstrijd of competitiepartij niet door een namens de KNLTB aangestelde competitiegedelegeerde of hoofdscheidsrechter wordt geleid. De CL zal een onderzoek instellen en uitspraak doen. Bij ernstig wangedrag van een of meer spelers, coaches of begeleiders van een competitieploeg heeft de CL ook de bevoegdheid de betrokken vereniging(en) mede verantwoordelijk te stellen en, een onderzoek in te stellen. In dit gevalals het genoemde onderzoek hier aanleiding toe geeft, dan kan de KNLTB een straf opleggen (art. VIII-01artikel 62). 3. Ongeacht het bepaalde in lid 2 heeft een arbitragefunctionaris die door de LWA voor het leiden van een competitiewedstrijd is aangewezen, tevens de plicht om tijdens het leiden van een partij op te treden tegen overtredingen van de bepalingen in Bijlage B onder toepassing van het SPS opgenomen in Bijlage C. Van deze overtredingen maakt de arbitragefunctionaris een rapport op dat: - voor kennisneming wordt geparafeerd door de hoofdscheidsrechter (indien aanwezig); - ter inzage aan de betrokken aanvoerder wordt gegeven; - wordt ingediend bij de afdeling Wedstrijdtennis van het Bondsbureau en dat overeenkomstig het Reglement Fair Play kan worden voorgelegd aan de Tuchtraad (Statuten artikel 24). III-1939 Coachen Tijdens een competitiewedstrijd is coachen toegestaan (tennisspelregel 30 en Bijlage E). III-2040 Reclame 1. Reclame geplaatst op, achter en aan de zijkanten van de baan dient te voldoen aan Bijlage III van de Tennisspelregels. P 2. Het bbondsbestuur bepaalt jaarlijks in welke klassen de Kledingreclamecode voor spelers verplicht is (Bijlage D). Indien in deze klassen reclame-uitingen worden gevoerd (artikel 1c van Bijlage D) moeten deze voor alle ploegleden gelijk zijn. 24

158 HOOFDSTUK IV Gerechtigd zijn om in een competitiewedstrijd te spelen Verouderde bepaling i.v.m. de aanvraag van een ledenpas, daarom is het artikel aangepast naar de huidige gang van zaken. IV-0141 Ledenpas en lidmaatschap Gerechtigd om in een competitiewedstrijd voor een bepaalde vereniging te spelen is uitsluitend een speler die: D a. op het moment van spelen in het bezit is van een geldige ledenpas (art. I- 02artikel 02, lid 3 sub e); b. op het moment van spelen geen financiële verplichting jegens de KNLTB heeft openstaan waarvan de betalingstermijn is verstreken; c. minstens 3 weken voor de speeldag waarop hij wil spelen, als lid van die vereniging bij de KNLTB staat ingeschreven. IV-0242 Overschrijvingsbepalingen 1. Een speler die voorjaarscompetitie heeft gespeeld mag in het daar op volgende jaar voor een andere vereniging voorjaarscompetitie spelen, indien hij het lidmaatschap van de vereniging waarvoor hij voorjaarscompetitie heeft gespeeld vóór 1 november schriftelijk heeft opgezegd. 2. Indien hij het lidmaatschap niet vóór 1 november heeft opgezegd, mag hij in het volgende jaar uitsluitend voor een andere vereniging voorjaarscompetitie spelen indien: a. hij vóór 1 november zijn vereniging schriftelijk heeft medegedeeld het volgend jaar niet beschikbaar te zijn om voor die vereniging voorjaarscompetitie te spelen, of b. de CL uiterlijk 10 werkdagen voor het begin van de voorjaarscompetitie van de vereniging waarvoor hij voorjaarscompetitie heeft gespeeld, een KNLTB overschrijvingsformulier heeft ontvangen. 3. Artikel IV-0444, lid 2 is van toepassing. IV-0343 Niet-Nederlandse tennissers 1. Spelers die niet onder de definitie Nederlandse tennisser vallen, mogen aan een competitie deelnemen als wordt voldaan aan de bepalingen van dit reglement. 2. Verenigingen zijn verplicht om bij aanmelding van niet-nederlandse tennissers als lid bij de KNLTB aan te geven of de betreffende speler: a. over een internationale ATP-, WTA- of ITF-jeugdranglijstpositie beschikt; b. in enig land een positie op de nationale ranglijst inneemt en welke deze is, en/of in enig land een speelsterkte heeft en welke deze is. 3. Verenigingen zijn verplicht de CL te melden wanneer aan een als lid aangemelde niet-nederlandse tennissers een speelsterkte is toegekend die onjuist is in relatie tot zijn ATP-, WTA- of ITF-jeugdranglijstpositie, dan wel zijn ranglijstpositie en/of speelsterkte in enig land en de richtlijnen daaromtrent. Bij het niet nakomen van deze verplichting kan de KNLTB een straf opleggen (art. VIII-01artikel 62). D IV-0444 Spelen voor meer verenigingen 1. Een speler mag in één bondsjaar voor niet meer dan één vereniging in één bepaalde competitie spelen. Dit geldt eveneens wanneer een ploeg waarin hij 25

159 speelde uit de competitie is teruggetrokken of van (verdere) deelneming is uitgesloten. Onder één bepaalde competitie wordt verstaan: de voorjaars-, zomer-, najaars-, indoor- of winter outdoorcompetitie. 2. In afwijking van lid 1 mag een speler met dispensatie van de KNLTB voor maximaal twee verenigingen competitie spelen. Aan deze dispensatie kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. Ondertekening Accordering van de dispensatieaanvraag door de VCL s van beide verenigingen ontslaat de betreffende speler van de verplichtingen als genoemd in artikel IV-0242, lid 1 en 2. IV-0545 Rolstoeltennissers 1. Rolstoeltennissers kunnen deelnemen aan alle competities. In dat geval gelden voor hen de spelregels, zoals die voor rolstoeltennis zijn vastgesteld. 2. Een vereniging die een rolstoeltennisser in een ploeg opstelt, dient dit ten minste een week voor de geplande speeldatum aan de VCL van de tegenpartij te melden. IV-0646 In een ploeg hebben gespeeld of geacht worden te hebben gespeeld 1. Een speler heeft in een bepaalde ploeg gespeeld, wanneer hij in deze ploeg een competitiepartij geheel of ten dele heeft gespeeld, ook al zou deze partij achteraf wegens een begane overtreding verloren zijn verklaard. 2. Een speler wordt geacht in een bepaalde ploeg te hebben gespeeld, wanneer zijn naam op het wedstrijdformulier als speler is vermeld, ook al is (zijn) de partij(en) van die speler niet gespeeld. Wanneer geen van de partijen van een speler zijn gespeeld en zijn aanvoerder alsnog op het wedstrijdformulier aangeeft dat de vermelding van die speler als niet gedaan moet worden beschouwd, wordt die speler geacht niet in deze ploeg te hebben gespeeld. IV-0747 Aantal malen dat in een hogere ploeg mag worden gespeeld 1. Gerechtigd tot het spelen in een bepaalde ploeg is uitsluitend een speler, die in het betreffende bondsjaar in een bepaalde competitie (art. IV-04artikel 44 lid 1) niet meer dan eenmaal in een hogere ploeg (art. I-02artikel 02, lid 4 sub j) heeft gespeeld of geacht wordt te hebben gespeeld. 2. Lid 1 is niet van toepassing indien dispensatie is verleend op grond van artikel IV-0444, lid 2. IV-0848 Aantal malen dat in een competitieweek mag worden gespeeld D 1. Een speler mag in een competitieweek slechts uitkomen in één competitiewedstrijd. 2. Een speler met KNLTB-dispensatie mag in een competitieweek maximaal twee competitiewedstrijden spelen. Aan deze dispensatie kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. IV-0949 Speelgerechtigdheid bij inhaalwedstrijden 1. Een op een inhaaldatum gespeelde partij wordt geacht te zijn gespeeld op de oorspronkelijke dag van het competitieprogramma. 2. Het is verboden bij een inhaalwedstrijd een speler in een ploeg op te stellen, die op de oorspronkelijke dag van het competitieprogramma in een andere ploeg heeft gespeeld of wordt geacht te hebben gespeeld (art. IV-06artikel 46, lid 2). 26

160 3. Als een competitiewedstrijd op de dag van het competitieprogramma niet of slechts ten dele is gespeeld, blijft de speler die op die dag gerechtigd was in deze wedstrijd te spelen, dat ook op de inhaaldatum. Dit geldt ook als die speler tussen deze beide data in andere competitiewedstrijden heeft gespeeld. IV-1050 Speelgerechtigdheid bij wedstrijden om het landskampioenschap D 1. Gerechtigd om in een bepaalde ploeg een wedstrijd om het landskampioenschap van de landelijke competitie te spelen is uitsluitend de speler, die in dat bondsjaar ten minste drie competitiewedstrijden in de landelijke competitie voor zijn vereniging heeft gespeeld of geacht wordt te hebben gespeeld, echter niet meer dan eenmaal in een hogere ploeg (art. I- 02artikel 02, lid 4 sub h). 2. Indien een speler door de KNLTB is aangewezen uit te komen in een (voorbereidende) wedstrijd waarin hij zijn land vertegenwoordigt, kan de CL ten aanzien van de speelgerechtigdheid afwijkend bepalen. 3. Een ploeg, die in een wedstrijd om het landskampioenschap een nietgerechtigde speler opstelt, wordt geacht deze wedstrijd te hebben verloren. IV-1151 Speelgerechtigdheid bij een beslissingswedstrijd Ten aanzien van de speelgerechtigdheid in een beslissingswedstrijd (art. II-13artikel 17 lid 1) gelden dezelfde regels als in artikel IV IV-1252 Gelijktijdigheid competitie en toernooien Wanneer een speelgerechtigde speler op één of meer van de vooraf gepubliceerde competitiedata tevens een wedstrijd dient te spelen in een door de KNLTB goedgekeurd toernooi, kan die speler zich terugtrekken uit het toernooi zonder een administratieve overtreding (TR) te hebben begaan. Deze terugtrekking dient plaats te vinden voordat de speler een wedstrijd in het betreffende toernooi heeft gespeeld. IV-1353 Begeleiding juniorenploegen Een vereniging dient ervoor te zorgen dat bij alle competitiewedstrijden van juniorenploegen gedurende de gehele wedstrijd een begeleider van ten minste 18 jaar aanwezig is. 27

161 HOOFDSTUK V Opstelling volgens sterkte van ploegen en van spelers V-0154 Puntentoekenning aan spelers 1. Aan spelers worden op basis van hun speelsterkte in het enkelspel respectievelijk het dubbelspel afzonderlijk punten toegekend en wel als volgt: categorie 1-speler: 1 punt categorie 2-speler: 2 punten categorie 3-speler: 3 punten categorie 4-speler: 4 punten categorie 5-speler: 5 punten categorie 6-speler: 6 punten categorie 7-speler: 7 punten categorie 8-speler: 8 punten categorie 9-speler: 9 punten De volgorde van 1 t/m 9 geeft een afnemende speelsterkte aan. 2. De speelsterktes staan vermeld op de ledenpas. V-0255 Sterktevolgorde van ploegen 1. Een vereniging is verplicht om alle ploegen in elke competitiesoort in volgorde van sterkte zo te nummeren en op te stellen, dat op iedere wedstrijddag het puntengemiddelde van een lagere ploeg niet meer dan 1,0 punt lager mag zijn dan het puntengemiddelde van een hogere ploeg. 2. Dit puntengemiddelde wordt als volgt bepaald: a. Het puntentotaal van een speler, ongeacht de partijen waarin deze speler staat opgesteld, is de som van zijn enkelspel- en dubbelspelspeelsterkte volgens artikel V-01, lid 1. b. Het puntentotaal van een ploeg is de som van de puntentotalen van de spelers opgesteld in die ploeg. c. Het puntengemiddelde van een ploeg is het puntentotaal van die ploeg gedeeld door het aantal opgestelde spelers. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 wordt het puntengemiddelde van een ploeg in een dubbelcompetitie op de volgende wijze bepaald: a. Het puntentotaal van een speler is de som van twee maal de dubbelspelspeelsterkte volgens artikel V-0154, lid 1. b. Het puntentotaal van een ploeg is de som van de puntentotalen van de spelers opgesteld in die ploeg, c. Het puntengemiddelde van een ploeg op een bepaalde wedstrijddag is het puntentotaal van die ploeg gedeeld door het aantal opgestelde spelers van die ploeg. V-0356 Opstelling binnen een ploeg 1. Een aanvoerder is verplicht in het enkelspel de spelers in volgorde van afnemende speelsterkte op te stellen. Spelers met dezelfde speelsterkte worden geacht van gelijke sterkte te zijn. 2. Een aanvoerder is verplicht de dubbelspelcombinaties in volgorde van afnemende speelsterkte op te stellen. De bepaling van de speelsterkte van een dubbelspelcombinatie gebeurt door optelling van de aan beide spelers toegekende punten in het dubbelspel (art. V-01artikel 54, lid 1). Dubbelspelcombinaties met een gelijk aantal punten worden geacht van gelijke sterkte te zijn. 3. Lid 1 en 2 zijn ook van toepassing indien een competitiewedstrijd op een inhaaldag wordt (af)gespeeld. 28

162 V-0457 Ploegopstelling laatste twee speeldagen Op de laatste twee speeldagen mogen in een ploeg maximaal 2 spelers opgesteld worden die 3 keer of vaker zijn uitgekomen (of geacht te zijn uitgekomen) in een ploeg in dezelfde competitiesoort met een lager ploegnummer. 29

163 HOOFDSTUK VI Regio- en districtscompetities Regio- en districtscompetitie worden georganiseerd door de landelijke beroepsorganisatie. De districtsraad kan toestemming verlenen om andere ploegen toe te laten tot de competitie, maar de CL dient te bepalen of dit uiteindelijk ook haalbaar is. VI-0158 Deelname aan regio- en districtscompetities Regio s en dede KNLTB kunnenkan binnen een regio/district competities organiseren, waaraan kunnen deelnemen: a. ploegen van verenigingen die tot de regio/het district behoren; b. met toestemming van de betreffende districtsradencl: - ploegen van verenigingen behorende tot een aangrenzend(e) regio/district; - ploegen van combinaties van verenigingen; - ploegen van combinaties van bondskaarthouders, mits deze spelers in die regio/dat district woonachtig zijn. VI-0259 Speelgerechtigdheid bij wedstrijden om het landskampioenschap door de kampioenen van de regio- en districtscompetities D 1. Gerechtigd om in een bepaalde kampioensploeg van de regio- of districtscompetitie een wedstrijd om het landskampioenschap te spelen zijn uitsluitend zij, die in dat bondsjaar ten minste drie competitiewedstrijden van de regio- of districtscompetitie voor hun vereniging hebben gespeeld of geacht worden te hebben gespeeld, echter niet meer dan eenmaal in een hogere ploeg (art. I-02artikel 02, lid 4 sub j). 2. Een ploeg, dat in een wedstrijd om het landskampioenschap een nietgerechtigde speler opstelt, wordt geacht deze wedstrijd te hebben verloren. 30

164 HOOFDSTUK VII Onderzoeken en protesten VII-0160 Verzoek aan de CL een onderzoek in te stellen 1. Een belanghebbende vereniging, die twijfelt of: a. een speler van een tegenpartij gerechtigd is in die ploeg te spelen, b. een aanvoerder van een tegenpartij de bepalingen omtrent het opstellen van spelers volgens speelsterkte in acht heeft genomen, c. de vereniging van een tegenpartij de ploegen in volgorde van sterkte heeft opgesteld, kan de CL verzoeken een onderzoek in te stellen. 2. Een verzoek om een onderzoek in te stellen dient schriftelijk te worden ingediend door het bestuur of de VCL uiterlijk 14 dagen na de dag waarop de gedraging of handeling heeft plaatsgevonden. De CL kan verzoeken die later worden ontvangen niet-ontvankelijk verklaren. 3. De CL stelt de vereniging waarop het onderzoek betrekking heeft in kennis van het verzoek tot een onderzoek. 4. Indien volgens de CL sprake is van een overtreding ontvangt zonodig elke vereniging waarvan ploegen in dezelfde afdeling spelen, een afschrift van het verzoek tot een onderzoek en het resultaat daarvan. 5. Indien de CL van mening is dat de vereniging het onderzoek zelf had kunnen doen, wordt een bedrag van 25 in rekening gebracht. Ter verduidelijking is opgenomen dat protesten niet zien op (wan)gedragingen zoals genoemd in de gedragscodes en het Reglement Fair Play. VII-0261 Het indienen van een protest bij de KNLTB 1. Een belanghebbende vereniging kan bij de KNLTB protest aantekenen tegen gedragingen (niet zijnde gedragingen zoals genoemd in het Reglement Fair Play) of handelingen van een andere vereniging, of die waarvoor die vereniging aansprakelijk is, wanneer deze naar haar mening in strijd zijn met dit reglement. 2. Dit protest dient schriftelijk te worden ingediend door het bestuur of door de VCL, uiterlijk 14 dagen na de dag waarop de gedragingen of handelingen hebben plaats gevonden. De KNLTB kan verzoeken die later worden ontvangen niet-ontvankelijk verklaren. 3. Protesten die later dan 14 dagen na de laatste speeldag van het competitieprogramma worden ingediend, worden niet meer in behandeling genomen, tenzij de KNLTB reden heeft hiervan af te wijken. 4. De KNLTB stelt de vereniging van de ploeg waar tegen het protest gericht is hiervan in kennis en kan de betrokken vereniging(en) horen. 5. Elke vereniging waarvan ploegen in dezelfde afdeling spelen ontvangt zonodig een afschrift van het ingediende protest en de uitspraak daarover. 6. Blijkt het protest ongegrond, dan wordt de vereniging een bedrag van 25 in rekening gebracht. 31

165 HOOFDSTUK VIII Strafbepalingen VIII-0162 Straffen die de KNLTB kan opleggen 1. De KNLTB is bevoegd bij overtreding van dit reglement - gevraagd of ongevraagd - één of meerdere van de volgende straffen op te leggen: a. een vereniging een boete opleggen van maximaal 225, ook indien de overtreding moet worden toegeschreven aan de aanvoerder van een ploeg. Bij herhaling van de overtreding kan de KNLTB een boete van maximaal 450 opleggen; b. een ploeg één of meer winstpunten in mindering brengen; c. één of meer partijen, die een ploeg ten onrechte niet speelt, verloren verklaren en de uitslag van die partijen administratief vaststellen op 0-6, 0-6; d. een ploeg op de laatste plaats laten eindigen indien deze ploeg het verloop van de competitie in ernstige mate heeft verstoord; e. een partij, die door een niet-gerechtigde speler is gespeeld verloren verklaren en de uitslag van die partij administratief vaststellen op 0-6, 0-6. Dit geldt eveneens voor andere partijen die als gevolg van het meespelen van een niet-gerechtigde speler niet door de juiste speler(s) is/zijn gespeeld; f. een ploeg op de laatste plaats zetten indien een gefingeerde uitslag is ingevuld of voor juist is ondertekend; g. een niet (uit)gespeelde wedstrijd/partij alsnog op een andere datum en onder bepaalde voorwaarden vaststellen; h. de (tussen)stand van een onreglementair uitgestelde wedstrijd omzetten naar een eindstand en/of de eindstand van een onreglementair uitgestelde wedstrijd aanpassen. 2. De KNLTB kan één van de onder lid 1 sub b t/m f genoemde straffen opleggen, samen met de onder lid 1 sub a genoemde boete. 3. In Bijlage J staan de maximum boetes vermeld die door de KNLTB kunnen worden opgelegd voor specifieke overtredingen en verzuimen. 4. De KNLTB is bevoegd een vereniging een boete van maximaal 450 op te leggen, dan wel een vereniging of een ploeg van een vereniging van (verdere) deelneming uit te sluiten, indien niet aan de volgende verplichtingen is voldaan: a. het voor deelneming aan de competitie verschuldigde inschrijfgeld aan de KNLTB voldoen (art. III-01artikel 21, lid 3); b. het minimum voor de competitie vereiste aantal buitenbanen beschikbaar stellen (art. III-03artikel 23, lid 1); c. kleedkamers met was- en douchegelegenheid, toilet en kantine van voldoende kwaliteit beschikbaar stellen (art. III-03artikel 23, lid 2 en 3); d. de onder c genoemde accommodaties gedurende de in art. III-03artikel 23 lid 1 en 2 genoemde tijd beschikbaar stellen; e. het beschikken over een gecertificeerde VCL (art. III-01artikel 21, lid 5); f. een ingeschreven ploeg de gehele competitie laten spelen (art. III-01artikel 21, lid 2 en III-0222, lid 2). 5. De KNLTB is bevoegd de aanvoerder van een ploeg, die dit reglement heeft overtreden, het recht te ontzeggen gedurende een bepaalde tijd als aanvoerder op te treden. VIII-0263 Berechting door de Tuchtraad Een speler die zich niet gedraagt overeenkomstig het bepaalde in artikel III-1838, lid 1 en in Bijlage B, kan worden berecht door de Tuchtraad (Reglement Fair Play en Statuten artikel 24). 32

166 HOOFDSTUK IX Beroepsprocedures IX-0164 In bberoep gaan tegen uitspraak CL en KNLTB 1. Tegen een door de CL genomen beslissing kan een belanghebbende vereniging in beroep gaan bij de KNLTB. Toelichting wijziging: In het Reglement Fair Play staat dat een belanghebbende in beroep kan gaan. Dit zou er toe leiden dat individuele spelers ook beroep kunnen instellen. 2. Tegen een door de KNLTB opgelegde straf of boete of een genomen beslissing kan een belanghebbende vereniging in beroep gaan bij de Raad van Beroep. Op dit beroep is het Reglement Fair Play van toepassing, met dien verstande dat alleen een belanghebbende vereniging in beroep kan gaan. Toelichting wijzigingen: - Bondsbestuur is geen beroepsinstantie conform Reglement Fair Play - Bepalingen omtrent instellen beroep hetzelfde geformuleerd als in overige reglementen 3. Dit beroep dient namens de vereniging schriftelijk te worden ingediend door het bestuur of de VCL, uiterlijk 10 werkdagen na de dag waarop de bedoelde uitspraak ter kennis is gekomen van die vereniging of door het bondsbestuur dan wel de Commissie van Beroep geacht wordt te zijn gekomen. Beroepsschriften die later worden ontvangen kan het bondsbestuur dan wel de Commissie van Beroep niet-ontvankelijk verklaren. Het beroep dient namens de vereniging door he bestuur of de VCL binnen tien werkdagen na dagtekening van de uitspraak van de CL of KNLTB te worden ingediend. 4. Het beroep dient schriftelijk en gemotiveerd aanhangig te worden gemaakt. 5. Het niet in acht nemen van de beroepstermijn, het niet betalen van het bedrag om in beroep te kunnen gaan en het niet vermelden van de bezwaren tegen de gewraakte beslissing heeft een niet-ontvankelijkheid van het beroep tot gevolg, tenzij de Commissie van Beroep van oordeel is, dat het verzuim de aangeklaagde niet kan worden aangerekend c.q. de Commissie van Beroep op verzoek van de klager gemotiveerd tot verlenging van de beroepstermijn besluit. 45. Tegen het al dan niet verlenen van een dispensatie ingevolge artikel X-0103 geldt een beroepstermijn van maximaal 3 dagen. 56. De CL en een eventueel andere betrokken vereniging ontvangen van de KNLTB dan wel de KNLTB en de betrokken vereniging van de Commissie van Beroep afschrift van het ingediende beroepschrift. 67. Door het instellen van beroep wordt de tenuitvoerlegging van de uitspraak waartegen beroep wordt ingesteld opgeschort, tenzij de KNLTB dan wel de Commissie van Beroep anders besluit. Van dit besluit wordt elke belanghebbende vereniging schriftelijk in kennis gesteld. Toelichting wijziging: Beroepsgeld dient vooraf betaald te worden. Regels omtrent instellen beroep staan vermeld in Reglement Fair Play 7. Blijkt het beroep ongegrond dan wordt de vereniging een bedrag van 50 in rekening gebracht. 8. Als een beroep een klacht of protest betreft die/dat rechtstreeks gevolgen kan hebben voor deelname aan een Nationaal kampioenschap, Play off-, promotie-, degradatie- of beslissingswedstrijd, dan dient dit beroep binnen 24 uur te worden aangetekend. 33

167 IX-0265 Behandeling beroep door de KNLTB 1. Bij de behandeling van een beroepschrift kan de KNLTB de CL en de betrokken vereniging(en) horen. Indien de CL of een betrokken vereniging daarom verzoeken, worden zij in ieder geval door de KNLTB gehoord. De KNLTB kan ook andere betrokkenen oproepen om te worden gehoord. 2. Indien een vereniging die in beroep is gegaan zonder geldige reden aan een oproep van de KNLTB geen gehoor geeft, kan de KNLTB het beroep nietontvankelijk verklaren of afwijzen. 3. De KNLTB zendt een afschrift van de uitspraak aan de CL en aan de vereniging(en) die bij het beroep is/zijn betrokken en zo nodig aan elke vereniging waarvan ploegen in dezelfde afdeling spelen. IX-0466 In beroep gaan tegen uitspraak van de Tuchtcommissie 1. Tegen een uitspraak of beslissing van de Tuchtcommissie is beroep mogelijk bij de Raad van Beroep. 2. Dit beroep of een vooraankondiging hiervan dient schriftelijk en met redenen omkleed aangetekend te worden ingediend, uiterlijk 10 werkdagen na de dag waarop de bedoelde beslissing ter kennis is gekomen van die vereniging of door de Commissie van Beroep geacht wordt te zijn gekomen. Het beroep dient binnen tien werkdagen na dagtekening van de uitspraak van de Tuchtcommissie te worden ingediend. 3. Het beroep dient schriftelijk en gemotiveerd aanhangig te worden gemaakt. 4. Het niet in acht nemen van de beroepstermijn, het niet betalen van het bedrag om in beroep te kunnen gaan en het niet vermelden van de bezwaren tegen de gewraakte beslissing heeft een niet-ontvankelijkheid van het beroep tot gevolg, tenzij de Commissie van Beroep van oordeel is, dat het verzuim de aangeklaagde niet kan worden aangerekend c.q. de Commissie van Beroep op verzoek van de klager gemotiveerd tot verlenging van de beroepstermijn besluit. 3. Op dit beroep is het Reglement Fair Play van toepassing. 4. Van de uitspraak van de Commissie van Beroep wordt elke belanghebbende vereniging schriftelijk in kennis gesteld. 5. Indien het door een vereniging ingestelde beroep ongegrond wordt verklaard, wordt de vereniging een bedrag van 50 in rekening gebracht. IX-0367 Uitspraken die de KNLTB kan doen De Commissie van Beroep kan in een beroep tegen een door de KNLTB opgelegde strafmaatregel: a. de uitspraak van de KNLTB handhaven, vernietigen of wijzigen; b. een strafmaatregel opleggen (art. VIII-01artikel 62) met een boete van maximaal

168 Analoog aan het TR komt hoofdstuk X te vervallen. Artikel 03 wordt tekstueel aangepast aan artikel 04 van het TR, zodat de relevante zaken uit hoofdstuk X niet verloren gaan. HOOFDSTUK X Dispensatie en publicatie X-01 Artikelen met dispensatie 1. De CL kan van de volgende artikelen of onderdelen van artikelen dispensatie verlenen: II-12 III-02, lid 2 III-03, lid 1 en lid 2 III-06, lid 1 III-08, lid 1 sub d III-12 IV-01, sub a IV-04 IV-08, lid 1 IV-10, lid 1 VI-02, lid 1 2. De in het vorige lid genoemde artikelen of onderdelen van artikelen worden door een "D" in de marge naast het artikel of onderdeel van het artikel voorafgegaan. 3. Een verzoek om dispensatie dient door de belanghebbende vereniging schriftelijk en met redenen omkleed bij de CL te worden ingediend. 4. De CL stelt belanghebbende(n) schriftelijk in kennis van de beslissing op het dispensatieverzoek, waaraan voorwaarden kunnen worden verbonden. X-02 Artikelen die publicatie vereisen 1. De besluiten, aangekondigd in de volgende artikelen of onderdelen van artikelen, worden in het Wedstrijdbulletin en/of op de website van de KNLTB gepubliceerd: II-01, lid 1 II-03 II-04, lid 1 en lid 6 II-05 II-06, lid 1 II-08, lid 1 en lid 3 II-14 III-01, lid 1 en lid 3 III-02, lid 1 laatste zin III-03, lid 4 III-04 III-16, lid 1 en lid 6 III-20, lid 2 2. De in het vorige lid genoemde artikelen of onderdelen van artikelen worden door een "P" in de marge naast het artikel of onderdeel van het artikel voorafgegaan. 35

169 HOOFDSTUK XI Slotbepalingen XI-0168 Ingangsdatum van dit reglement Vanwege de invoering van het Fair Play Reglement is het CR 2016 in werking getreden op 1 januari. Het nieuwe CR gaat zoals vertrouwd in op 1 april. Dit reglement is in werking getreden op 1 januari april XI-0269 Wijziging van dit reglement 1. Dit reglement kan uitsluitend worden gewijzigd door de lledenraad (Statuten artikel 21 lid 2). 2. Het bbondsbestuur is bevoegd in dit reglement wijzigingen aan te brengen en deze voorlopig geldig te verklaren (Statuten artikel 21 lid 8). 36

170 Bijlage A Richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter Als een partij wordt gespeeld zonder scheidsrechter dienen de spelers zich aan de volgende regels te houden: Iedere speler is verantwoordelijk voor alle beslissingen aan zijn kant van het net. De speler moet onmiddellijk nadat de bal de grond buiten de lijn heeft geraakt "uit" of "fout" roepen en wel zo luid dat de tegenstander het kan horen. Bij twijfel moet de speler zijn tegenstander het voordeel van de twijfel geven. Dit betekent dat - op banen waarop geen balafdruk is te zien - elke bal die niet met zekerheid "uit" kan worden gegeven, als "goed" moet worden beschouwd en dat het spel dus doorgaat. Als een speler ten onrechte een bal "uit" geeft en zich dan realiseert dat de bal "in" was, moet het punt de eerste keer worden overgespeeld, tenzij de bal voor hem onbereikbaar was (een "scorend punt"), in welk geval het punt voor de tegenstander is. Bij elke volgende onterechte uit call verliest de betrokken speler het punt. De serveerder moet, hoorbaar voor de tegenstander, vóór iedere eerste service de stand afroepen. Voor partijen gespeeld op gravelbanen en op andere baansoorten, waarop balafdrukken zijn te zien, dienen de spelers zich, in aanvulling op het bovenstaande, te houden aan de volgende regels: Alleen de balafdruk van de laatste slag van een slagenwisseling mag worden gecontroleerd. Controleren van een balafdruk mag ook als een speler het spel onderbreekt maar in een reflex de bal nog heeft teruggeslagen. Als een speler twijfelt aan de juistheid van een beslissing van zijn tegenstander kan hij hem vragen de balafdruk aan te wijzen. De speler mag dan naar de andere kant van het net gaan om die balafdruk te bekijken (dus niet om een andere balafdruk aan te wijzen!). Als een speler de balafdruk uitveegt geeft hij daarmee aan dat het punt voor zijn tegenstander is. Als de speler een bal uit geeft, moet hij, onder normale omstandigheden, in staat zijn om de balafdruk aan te wijzen. Als een speler ten onrechte een bal "uit" geeft en zich dan realiseert dat de bal "in" was, verliest de speler die "uit" riep het punt. 37

171 Bijlage B Correct gedrag van spelers 1. Correct gedrag van een speler, zoals bedoeld in artikel III-1838, lid 1, houdt onder meer in: a. dat hij, na daartoe te zijn opgeroepen door de aanvoerder van de ontvangende ploeg of door de voor deze competitiewedstrijd aangewezen hoofdscheidsrechter,of andere arbitragefunctionaris of competitiegedelegeerde, binnen 15 minuten gereed is om te spelen op de daarvoor aangewezen baan; b. dat hij gekleed is in schone algemeen aanvaarde tenniskleding. Andere sport- of vrijetijdskleding is niet toegestaan, noch tijdens de partij, noch tijdens het inslaan. Wat onder "algemeen aanvaarde tenniskleding" dient te worden verstaan wordt jaarlijks in het Wedstrijdbulletin en op de website van de KNLTB bekend gemaakt; c. dat hij schoeisel draagt dat speciaal voor tennis is ontworpen en dat de toplaag van de tennisbaan niet kan beschadigen; ten aanzien van een gravelbaan betekent dit dat de zool van het schoeisel vlak dient te zijn, doch een ingewerkt profiel mag hebben, waarbij de afzonderlijke profielranden niet verder uit elkaar mogen liggen dan maximaal 2 mm. d. voldoen aan de algemene gedragscode van de KNLTB. 2. Onder correct gedrag wordt voorts verstaan dat een speler zich niet te buiten gaat aan: a. opzettelijk tijdrekken (hieronder wordt onder meer verstaan het niet binnen 20 seconden hervatten van het spel nadat de arbitragefunctionaris of de competitiegedelegeerde daartoe opdracht heeft gegeven); b. vloeken, schelden en dergelijke; c. het (hoorbaar) uiten van onbehoorlijke taal; d. het maken van obscene gebaren; e. het uit woede en/of teleurstelling gooien met een racket of een ander uitrustingsstuk, dan wel het opzettelijk en krachtdadig beschadigen of vernielen van een racket, een ander uitrustingsstuk of enige vaste hindernis, het net met toebehoren, de baan, de stoel van de scheidsrechter of van een andere arbitragefunctionaris dan wel enig ander aanwezig voorwerp; f. het uit woede wegtrappen, gooien of zonder noodzaak wegslaan van een bal, waaronder te verstaan is het opzettelijk wegslaan van een bal over de omheining of in de richting van enig persoon met een verwijtbaar gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef ten aanzien van de eventuele gevolgen; g. het bedreigen of molesteren van, of het spuwen naar een tegenstander, official, toeschouwer of enig ander persoon (onder molesteren wordt onder meer verstaan het zonder toestemming overlast aandoen door aanraking van een persoon); h. onsportief gedrag. Hieronder wordt onder meer verstaan het niet respecteren van de rechten van een tegenstander, het niet aanvaarden van de autoriteit van een official, het beledigen van een toeschouwer en elke andere vorm van niet-correct gedrag (wangedrag) van een speler, waardoor de goede naam van de tennissport wordt aangetast. 38

172 Bijlage C Strafpuntensysteem (SPS) Toelichting wijziging: SPS-zaken worden niet direct aanhangig gemaakt bij de Tuchtraad. Conform het Reglement Fair Play worden gedragingen in strijd met de gedragscodes aanhangig gemaakt bij de Aanklager. 1. Het strafpuntensysteem geeft de scheidsrechter zoals bedoeld in artikel III-1838 lid 3 de mogelijkheid wangedrag en opzettelijk tijdrekken te bestraffen. Onder wangedrag wordt verstaan: gedragingen zoals vermeld in Bijlage B artikel 2 van dit reglement. Onder opzettelijk tijdrekken wordt verstaan: het opzettelijk overtreden van de in tennisspelregel 29 en Bijlage V van de Tennisspelregels toegestane tijdslimieten. 2. De op te leggen straffen zijn: - voor de eerste overtreding: een waarschuwing; - voor de tweede overtreding: puntverlies; - voor de derde en elke volgende overtreding: spelverlies. Na de derde overtreding zal echter de hoofscheidsrechter bepalen of een volgende overtreding tot diskwalificatie (partijverlies) zal leiden. Indien een zeer ernstige overtreding wordt begaan kan de hoofdscheidsrechter beslissen over te gaan tot onmiddellijke diskwalificatie. 3. Met uitzondering van het bepaalde in lid 9 worden aan een speler die de gedragsregels overtreedt en hiervoor volgens het strafpuntensysteem wordt bestraft zogenaamde suspensiepunten gegeven en wel als volgt: - Waarschuwing 1 punt; - Puntverlies 2 punten, inclusief een reeds toegekend suspensiepunt in verband met een waarschuwing; - Spelverlies 3 punten, inclusief reeds toegekende suspensiepunten in verband met een waarschuwing én een puntverlies; - Elk volgend spelverlies 1 punt extra; - Diskwalificatie aantal reeds behaalde punten +1; minimaal 4 punten. 4. Suspensiepunten die in competitie- en toernooipartijen aan eenzelfde speler worden gegeven worden bij elkaar opgeteld. 5. Wanneer aan een speler vier of meer suspensiepunten zijn gegeven wordt dit bij de Tuchtraad Aanklager aanhangig gemaakt volgens de regels in het Reglement Fair Play. 6. De Tuchtcommissie doet uitspraak volgens de regels in het Reglement Fair Play. Tegen deze uitspraak staat beroep open bij de Raad van Beroep (Reglement Fair Play). 76. Wanneer de Aanklager de zaak heeft afgedaan dan wel de Tuchtcommissie uitspraak heeft gedaan in een bij haar aanhangig gemaakte zaak, vervallen die suspensiepunten naar aanleiding waarvan de betrokken speler voor de Tuchtraad is gedaagd de zaak aanhangig is gemaakt bij de Aanklager. 87. Suspensiepunten vervallen een jaar na de dag waarop de overtreding die aanleiding was tot het geven van die suspensiepunten werd begaan. Deze termijn wordt opgeschort op het moment dat een strafzaak aanhangig wordt gemaakt bij de Tuchtraad. 98. De competitiegedelegeerde/hoofdscheidsrechter bij een competitiewedstrijd is bevoegd bij wangedrag van onsportief, partijdig publiek de onder lid 2 van deze Bijlage genoemde straffen toe te passen bij de speler van de betreffende competitieploeg. Deze straffen worden onafhankelijk toegepast van de straffen door overtreding van de gedragsregels door de speler zelf. Op grond van de rapportage van de competitiegedelegeerde/hoofdscheidsrechter kan het 39

173 bbondsbestuur de vereniging, waartoe de competitieploeg van de bestrafte speler(s) behoort, dagen voor de Tuchtraad (Reglement Fair Play). 109.Het strafpuntensysteem geeft de scheidsrechter/hoofdscheidsrechter ook de mogelijkheid onopzettelijke tijdsoverschrijdingen te bestraffen als een tijdsovertreding, achtereenvolgens met: - een waarschuwing - puntverlies; - puntverlies, enz., enz. Deze straffen hebben geen consequenties voor het bepaalde in lid 3 t/m 9 van deze Bijlage. 40

174 Bijlage D Kledingreclamecode De kledingreclamecode in Nederland is strikter dan de regels van de ITF. Onderstaand wordt voorgesteld om dit meer op elkaar aan te laten sluiten. De kledingreclamecode die voor een speler geldt tijdens de wedstrijd en tijdens het inspelen, houdt in dat reclame-uitingen en fabrikanten-logo s op kleding, schoeisel en uitrusting moeten voldoen aan de volgende voorschriften: 1. a. Een speler mag op elke mouw van zijn shirt, trui of trainingsjack één fabrikantenlogo van maximaal 52 cm², alsmede één uiting van maximaal 19,5 cm² dragen. Indien het fabrikantenlogo tekst bevat, mag deze tekst in het logo maximaal 26 cm² bedragen twee uitingen, van de kledingfabrikant of andere commerciële instantie, van maximaal 39 cm² elk dragen. Maximaal twee commerciële uitingen mogen worden geplaatst binnen 39 cm². Indien een speler mouwloze kleding draagt, mag hij de twee uitingen op de voorkant of de kraag van het shirt hebben. Deze mogen elk maximaal 1339 cm² bedragen. Wanneer een speler niet meer dan één uiting op de voorkant of kraag van het shirt draagt, dan mag hij één uiting van de kledingfabrikant van maximaal 26 cm² dragen aan de achterkant van het shirt. b. Een speler mag op de voorkant, op de achterkant en/of op de kraag van zijn shirt, trui of trainingsjack twee uitingen, van de kledingfabrikant of andere commerciële instantie, van maximaal 39 cm² elk dragen:. Als alternatief mag een speler één uiting van de kledingfabrikant of andere commerciële instantie van maximaal 39 cm² dragen aan de voorkant of de kraag en een aanvullende uiting van de kledingfabrikant van maximaal 26 cm² aan de achterzijde. Twee fabrikantenlogo s van maximaal 13 cm² elk d.w.z.: of twee logo s op de voorkant; of één logo op de voorkant en één logo op de achterkant; of één logo op de voorkant en één logo op de kraag; of één logo op de achterkant en één logo op de kraag. Ofwel in plaats van twee logo s van elk 13 cm²: één fabrikantenlogo van maximaal 19,5 cm² op de voor- of achterkant of op de kraag. c. Een speler mag één uiting van de kledingfabrikant, zonder de naam of elke andere tekst, van maximaal 77,5 cm² op elk van de mouwen of de buitenste naden (zijden van de romp) van het shirt dragen. c. Een speler mag op de voorkant en op de achterkant van zijn shirt, trui of trainingsjack één uiting van maximaal 300 cm² dragen. d. Een speler mag op de voorkant of achterkant van zijn tennisbroek, of haar tennisrok of trainingsbroek twee uitingen, van de kledingfabrikant of andere commerciële instantie, van maximaal 13 cm² elk dragen. Als alternatief mag een speler één uiting van de kledingfabrikant van maximaal 26 cm² dragen aan de voorkant en één uiting van de kledingfabrikant van maximaal 26 cm² aan de achterzijde. fabrikantenlogo s van maximaal 13 cm² of één fabrikantenlogo van maximaal 19,5 cm² dragen. Indien spelers compressiebroeken (zgn. Lycra shorts) dragen, mogen zij bovendien hierop twee uitingen van de kledingfabrikant van maximaal 13 cm² of één uiting van de kledingfabrikantenlogo van maximaal 1326 cm² dragen. e. Een speler mag op elke sok uitingen van de kledingfabrikantenlogo s van elk maximaal 13 cm² dragen. 41

175 f. Een speler mag op elke schoen uitingen van de schoenfabrikantenlogo s dragen. g. Een speler mag op zijn racket en op de snaren van zijn racket uitingen van de racket- en/of snarenfabrikantenlogo s hebben. h. Een speler mag op zijn hoofddeksel, of hoofdband of polsband één uiting, van de fabrikantenlogo en/of andere commerciële instantie, van maximaal 1326 cm² dragen. De commerciële uiting moet aan de zijkant van het hoofddeksel/hoofdband worden geplaatst en zodanig worden gedragen dat het aan de zijkant van het hoofd wordt gedragen. Een speler mag op zijn polsband één uiting van de fabrikant van maximaal 26 cm² dragen. i. Een speler mag op zijn tas, handdoek, of ander uitrustingsstuk of spullen uitingen van de fabrikantenlogo s dragen, alsmede op zijn tas twee afzonderlijke uitingen van elk maximaal 2639 cm². 2. a. Een uiting van de fabrikantenlogo is een bedrijfs- of product beeldmerk (onafhankelijk of dit geregistreerd is) dat als lapje stof, opdruk of borduursel op de kleding zit. Dit behoeft geen leverancierslogo te zijn. Een logo kan tekst bevatten. b. Naast de in artikel 1 genoemde maximaal toegestane uitingen mag tevens de verenigingsnaam worden gevoerd in tekst en met embleem/logo. De verenigingsnaam/het embleem/logo mag aangebracht worden op de voorkant van het shirt, de trui en het trainingspak en mag maximaal 19 cm² bedragen. 3. Een speler, die de kledingreclamecode overtreedt, kan door de CL, de competitiegedelegeerde, de (hoofd)scheidsrechter of de VCL worden opgedragen binnen 15 minuten zijn uitrusting aan te passen. Het niet opvolgen van zo'n opdracht kan onmiddellijke diskwalificatie tot gevolg hebben. Het binnenstebuiten dragen of afplakken van kleding is niet toegestaan. X 42

176 Bijlage E Coachen Overeenkomstig artikel III-1939 is coachen tijdens een competitiewedstrijd toegestaan. Het begrip coachen omvat het in woord en/of gebaar geven van technische en/of tactische aanwijzingen. Aanmoedigen is geen coachen. Coachen dient te geschieden volgens onderstaande regels. 1. a. Indien een hoofdscheidsrechter of competitiegedelegeerde aanwezig is: Voor het begin van iedere partij dient aan de hoofdscheidsrechter of competitiegedelegeerde te worden opgegeven wie bij die partij als coach zal optreden. b. Indien geen hoofdscheidsrechter of competitiegedelegeerde aanwezig is: Voor het begin van iedere partij wordt aan de aanvoerder van de tegenpartij opgegeven wie bij die partij als coach zal optreden. 2. Coachen is alleen toegestaan door iemand die op de baan zit en dan uitsluitend wanneer van speelhelft wordt gewisseld (met uitzondering van een wissel tijdens een tiebreak). De coach dient op de baan, naast en schuin achter de scheidsrechtersstoel, te zitten. Op andere wijze coachen is niet toegestaan, ook niet door het geven van tekens. Wanneer het spel wordt onderbroken en de speler verlaat het speelveld (bijvoorbeeld als verder spelen door weersomstandigheden niet mogelijk is) dan mag de speler door iedereen van advies worden voorzien. Wanneer een speler de baan verlaat voor een sanitaire stop is coaching niet toegestaan. 3. Indien meerdere partijen van een competitiewedstrijd tegelijk worden gespeeld, mogen de coaches bij deze partijen tussentijds onderling wisselen. Tevens is het mogelijk dat voor deze partijen één persoon coach is. Deze coach mag dan uiteraard afwisselend bij de ene of bij een andere partij coachen. Het wisselen (en betreden) van baan door de coach is alleen toegestaan wanneer de spelers van speelhelft wisselen (tiebreak uitgezonderd). 4. De coach mag de scheidsrechter aanspreken (niet een lijnrechter), over een genomen beslissing. Ook kan de coach de scheidsrechter verzoeken een balinspectie te doen (de coach mag zelf geen balinspecties doen). De scheidsrechter moet op eventuele vragen van de coach antwoord geven. De speler kan zijn coach verzoeken om de scheidsrechter over een beslissing aan te spreken of de scheidsrechter te verzoeken een balinspectie te doen; hij kan niet zelf met de scheidsrechter in discussie gaan. 5. De coach dient zich correct te gedragen en mag uitsluitend tijdens het wisselen van speelhelft coachen. 6. Bij niet-correct gedrag van de coach heeft de hoofdscheidsrechter of competitiegedelegeerde de bevoegdheid om een coach tweemaal een formele waarschuwing te geven. Bij de derde overtreding wordt de coach verwijderd als coach van de aan de gang zijnde partij en/of volgende partijen; in dit geval mag de coach wel door een ander worden vervangen. 7. Indien bij een competitiewedstrijd geen arbitragefunctionaris of competitiegedelegeerde aanwezig is, dienen de aanvoerders een eventueel geschil over onjuiste coaching gezamenlijk op te lossen. 43

177 Bijlage F Eisen tennisbanen 1. Voor het verkrijgen van het KNLTB-NOC*NSF keurmerk van tennisbanen, zoals bedoeld in artikel III-0323, lid 2 dienen aanleg, renovatie en ombouw als volgt plaats te vinden: a. De werkzaamheden worden door het NOC*NSF of gelijkwaardige instantie begeleid, inhoudende praktijk- en laboratoriumonderzoek. b. De eindkeuring uitgevoerd door de keuringsinstantie omvat zowel een sporttechnische keuring als een reglementaire keuring. c. De sporttechnische keuring vindt plaats op basis van de sporttechnische normen voor tennisbaanconstructies, die de volgende aspecten omvatten: - sportfunctionaliteit; - medische aspecten; - bruikbaarheid; - duurzaamheid; - beheersbaarheid. d. De reglementaire keuring vindt in hoofdzaak plaats op basis van de Tennisspelregels, waarbij ten aanzien van de maatvoering van de uitlopen de volgende aanvullende bepalingen gelden: I. Bij aanleg, renovatie of ombouw van banen dient de achteruitloop ten minste 6,40 m. en de zij-uitloop ten minste 3,66 m. te bedragen. II. In afwijking van het bepaalde onder I. dient de tussenuitloop tussen twee naast elkaar gelegen banen ten minste 5,00 m. te zijn. III. De zij- en achteruitlopen dienen vrij te zijn van obstakels (bijvoorbeeld lichtmasten en onderhoudsmateriaal), met uitzondering van: a. de ruimte pal achter de netpaal ter grootte van 1,50 m² ten behoeve van de scheidsrechtersstoel; b. aan beide zijden van het speelveld, maar zo dicht mogelijk bij de scheidsrechtersstoel een ruimte van max. 1,00 (b) x 2,00 (l) m. ten behoeve van spelersbanken. Deze spelersbanken moeten zo dicht mogelijk tegen de buitengrens van de uitloop bij de betreffende baan worden geplaatst. Bij de aanwezigheid van een toegangspoort mogen deze ruimten worden verplaatst tot naast deze toegangspoort. In de tussenuitloopruimten dienen deze ruimten zodanig in het midden van de uitloopruimte geplaatst te worden dat er aan weerszijden min. 2,00 m. resteert. 2. Op het bondsbureau van de KNLTB en bij NOC*NSF is een lijst verkrijgbaar van de bedrijven die de aanleg, renovatie en ombouw van tennisbanen onder keur van de KNLTB-NOC*NSF uitvoeren. 44

178 Bijlage G Taken en bevoegdheden van een Verenigingscompetitieleider (VCL) 1. De VCL heeft voor het begin van de competitie de volgende taken: a. Het zich op de hoogte stellen van de inhoud van het CR en het Wedstrijdbulletin. b. Het aan de KNLTB digitaal aanleveren van relevante informatie over elke thuiswedstrijd van ploegen van zijn vereniging. Deze informatie moet ten minste 8 dagen voor de datum van de betreffende wedstrijd gepubliceerd zijn op MijnKNLTB en dient in ieder geval het volgende te bevatten: - het tijdstip waarop met de betreffende competitiewedstrijd wordt begonnen en het tijdstip waarop de bezoekende ploeg wordt verwacht; - de naam en het telefoonnummer van de aanvoerder van de ontvangende ploeg; - de baansoort waarop de competitiewedstrijd zal worden gespeeld. c. Het maken van een planning voor elke speeldag overeenkomstig artikel III- 0828, lid 1 sub d, met daarop voor iedere thuisspelende ploeg vermeld op welke banen die ploeg zijn partijen zal spelen. d. Het doorgeven aan de aanvoerders van de ploegen van zijn vereniging van: - het wedstrijdprogramma; - een overzicht met adressen en telefoonnummers van de verenigingen met ploegen in dezelfde afdeling; - brieven, plattegronden etc., ontvangen van andere ploegen in dezelfde afdeling; - de wedstrijdformulieren en overige van de KNLTB ontvangen informatie. e. Het informeren van de aanvoerders van de ploegen van zijn vereniging over de gang van zaken op de competitiedagen en over het CR en de Wedstrijdbulletins. Deze informatie dient o.a. te gaan over: - het invullen van de wedstrijdformulieren en het elektronisch verzenden van de uitslagen aan de KNLTB; - tijdige aanwezigheid bij zowel thuis- als uitwedstrijden; - de gedrags-, kleding- en reclameregels; - de coaching; - de verantwoordelijkheden van de aanvoerder; - de baanindeling bij thuiswedstrijden. 2. De VCL heeft op de speeldagen de volgende verantwoordelijkheden (deze taken kunnen bij delegatie door anderen worden uitgevoerd): a. zorgen dat het CR, de relevante Wedstrijdbulletins, de Tennisspelregels, de ballen en de EHBO-doos aanwezig zijn; b. controle op de banen (o.a. nethoogte en enkelspelpaaltjes) en kleedkamers voor het begin van de speeldag; c. de bezoekende ploegen ontvangen, zich als VCL bekend maken, iets vertellen over de gang van zaken en de ploeg introduceren bij de (aanvoerder van de) ontvangende ploeg; d. het ontvangen en begeleiden van arbitragefunctionarissen en/of een competitiegedelegeerde (indien van toepassing); e. controle op het door de aanvoerder controleren van de speelsterkte en (indien van toepassing) de leeftijd van de spelers van de tegenpartij; f. controle houden op de onderhoudstoestand van de banen (o.a. wanneer beregend moet worden); g. (eventueel) publicatie van tussenstanden van die dag gespeelde wedstrijden 45

179 h. bij wijziging van het banenschema (bijvoorbeeld door weersomstandigheden of uitloop van partijen) dit tijdig doorgeven aan de betreffende aanvoerders; i. controle op de tijdige elektronische verzending van de uitslagen aan de KNLTB; j. i.v.m. de weersomstandigheden beslissen (na overleg met parkeigenaar en/of groundsman) over het stopzetten en het hervatten van een wedstrijd; k. toezicht houden op het naleven van de gedrags-, kleding- en reclameregels; l. beslissen wat er moet gebeuren bij het niet op tijd aanwezig zijn van een ploeg of een speler (art. III-08artikel 28, lid 2 en III-1030, lid 1, 2 en 3). m. controle op het door de aanvoerder oproepen van spelers voor een partij en het zo nodig opeisen van partijen wanneer spelers niet tijdig aan die oproep voldoen (III-09 en III-10artikel 29 en 30) 3. De VCL heeft (direct) na de speeldagen de volgende taken: a. het (eventueel) indienen van protesten bij de KNLTB overeenkomstig het CR; b. het (eventueel) rapporteren aan de KNLTB van wangedrag dat zich heeft voorgedaan (art. III-18artikel 38); c. het voeren van correspondentie met de KNLTB over alle zaken die de competitie betreffen en het daarover informeren van zijn verenigingsbestuur. 46

180 Bijlage H Systeem van variabele begintijden van wedstrijden in de landelijke competitie Wanneer een vereniging heeft gekozen voor het systeem van variabele begintijden van competitiewedstrijden is dit systeem van toepassing op alle thuisspelende ploegen gedurende de gehele competitie. 1. Bij het bepalen van de begintijd van de wedstrijd van een thuisspelende ploeg dient rekening te worden gehouden met de volgende voorwaarden: a. als begintijd kunnen alleen worden gekozen hele of halve uren, niet vroeger dan 9.00 uur en niet later dan uur, behoudens het bepaalde sub c. en d; b. indien de reisafstand van de bezoekende ploeg 80 of meer kilometer bedraagt, mag geen begintijd vroeger dan uur de vaste begintijd worden gekozen. Onder de reisafstand wordt verstaan de afstand over de weg tussen de parken van de betreffende verenigingen); c. in de jeugdcompetities mag geen begintijd later dan uur worden gekozen; d. in de gemengde competitie mag, met uitzondering van de gemengde 35+competitie, geen begintijd later dan uur worden gekozen. 2. De VCL van de vereniging van een ontvangende ploeg is verplicht de begintijd van een wedstrijd van die ploeg te publiceren op MijnKNLTB. Deze informatie dient uiterlijk 8 dagen voor de betreffende speeldag te zijn doorgegeven. Indien deze informatie niet vóór de gestelde termijn is doorgegeven dient de betreffende wedstrijd om uurop de vaste begintijd te beginnen. 3. Op elke competitiedag dient de VCL van de vereniging van de thuisspelende ploegen, dan wel een door hem aangewezen persoon, zich aan de bezoekende ploegen bekend te maken als degene, die de toewijzing van de banen regelt en de aanvoerders hierover informeert. In verband met deze regeling dient hij: a. rekening houdende met de volgorde van de partijen die per competitiewedstrijd door aanvoerders van beide ploegen conform artikel III zijn vastgelegd, een planning te maken voor alle partijen van de thuisspelende ploegen en wel zodanig dat: - voor elke partij anderhalf uur wordt gereserveerd; - elke ploeg steeds over ten minste één baan kan beschikken; - de laatste partij van een wedstrijd niet later dan om uur kan beginnen; - conform artikel III-0828, lid 1 sub d van het CR, wedstrijden bestaande uit 8, 6, 5 resp. 54 partijen, in ten hoogste 5, 4, 3 resp. 3 speelronden worden gespeeld. b. Een nieuwe planning te maken indien door (weers)omstandigheden de partijen ten minste twee uur later worden gespeeld dan was gepland. Bij deze nieuwe planning gelden de volgende randvoorwaarden: - afgebroken partijen hebben voorrang boven partijen die nog moeten beginnen; - partijen van ploegen met een reisafstand van meer dan 80 km hebben voorrang boven andere partijen; - het kunnen laten (af)spelen van alle (resterende) partijen van een bepaalde wedstrijd heeft voorrang boven het laten (af)spelen van slechts een deel van de (resterende) partijen in andere wedstrijden. c. Zowel bij de onder a. als de onder b. bedoelde planning artikel III-0929 toe te passen. 47

181 Bijlage I Sanitaire onderbrekingen Een speler mag tijdens een partij de baan gedurende een redelijke tijd verlaten voor sanitaire doeleinden dan wel - voor wat vrouwen betreft - het verwisselen van kleding. Sanitaire onderbrekingen moeten in principe tijdens een setpauze worden opgenomen en mogen voor geen enkel ander doel worden gebruikt, ook niet voor coachen. Het verwisselen van kleding door vrouwen moet tijdens een setpauze plaatsvinden. In het damesenkelspel heeft een speelster recht op twee onderbrekingen. In een herenenkelspel heeft een speler recht op één sanitaire onderbreking. In elke dubbelspelpartij mag elke ploeg in totaal twee onderbrekingen opnemen. Indien partners samen de baan verlaten, telt dit als een van de toegestane onderbrekingen. Elke keer dat een speler om een sanitaire onderbreking vraagt en toestemming verkrijgt, wordt beschouwd als een van de toegestane onderbrekingen, ongeacht of de tegenstander de baan al dan niet heeft verlaten. Elke sanitaire onderbreking die wordt opgenomen nadat het inspelen is begonnen, wordt beschouwd als één van de toegestane onderbrekingen. Een speler mag bovendien zonodig alle speelhelftwisselingen gebruiken voor sanitaire doeleinden. Overschrijdt de betrokken speler echter de maximaal toegestane tijd van 90 seconden (bij speelhelftwisseling), resp. 2 minuten (bij setpauze), dan wordt hij volgens het Strafpuntensysteem (Bijlage C) direct gestraft voor het begaan van een gedragsovertreding. Indien de gezondheidstoestand van een speler het noodzakelijk maakt dat hij op enig moment naar het toilet moet kunnen gaan, moet hij hierover vóór de partij contact opnemen met de hoofdscheidsrechter dan wel de competitiegedelegeerde. Indien dit verzoek wordt ingewilligd moet de tegenstander hierover voor aanvang van de partij worden geïnformeerd. Voorts kunnen er in het damestennis andere redenen zijn dat een speelster dringend de baan moet verlaten. In deze situaties kan de arbitragefunctionaris de speelster toestaan de baan te verlaten voor een onderbreking op een ander moment dan tijdens een setpauze, mits zij haar twee toegestane onderbrekingen nog niet heeft opgenomen. 48

182 Bijlage J Maximum boetes specifieke overtredingen en verzuimen CR Artikel Overtreding Maximum boete ( ) II-0610, lid 2 Niet spelen van een vastgestelde beslissingswedstrijd 115 II-1620 Invullen gefingeerde uitslag 225 II-17 Weigeren medewerking aan competitieconsul 225 III-0121, lid 1 Ploegen toevoegen/inschrijven na de sluitingsdatum 200 III-0121, lid 5 Niet beschikken over gecertificeerde VCL 450 III-0222, lid 3 Terugtrekken ploeg vóór publicatie van de indeling 115 III-0222, lid 3 Terugtrekken ploeg ná publicatie van de indeling 225 III-0626, lid 1 Onreglementair uitstellen van een competitiewedstrijd 115 III-828, lid 2 Te laat opkomen 115 III-1030, lid 1b Onvoltalligheid 115 III-1030, lid 3 Niet opkomen 225 III-1737 Onvolledig/niet tijdig insturen wedstrijdformulier 15 III-1838, lid 2 Wangedrag spelers, coaches en/of begeleiders 225 IV-0141, lid a 115 en b Niet speelgerechtigd IV-0242 Overtreding overschrijvingsbepalingen 45 IV-0444 Spelen voor meer verenigingen (zonder dispensatie) 225 IV-0747 Twee keer of vaker spelen in een hogere ploeg 115 Zonder dispensatie spelen van meer wedstrijden in 115 IV-0848 één week IV-0949 Niet speelgerechtigd bij een inhaalwedstrijd 115 Niet speelgerechtigd bij een wedstrijd om het 225 IV-1050 landskampioenschap IV-1151 Niet speelgerechtigd bij een beslissingswedstrijd 115 IV-1252 Niet speelgerechtigd als junior 115 V-0255 Onjuiste sterktevolgorde ploegen 115 V-0356 Niet voldoen aan opstelling volgens sterkte binnen een ploeg 115 VI-0259 Niet speelgerechtigd voor een wedstrijd om het landskampioenschap voor regio-/districtscompetitie

183 LIJST VAN TREFWOORDEN Aanvoerder aanwezigheid ploeg accommodatie afspelen van partijen algemeen reglement (AR) 01; 02 arbitrage(functionaris) 02; 12; hoofdstuk III, met name artikel 27; 46; 56; 60; hoofdstuk VIII; Bijlagen B, E, G en H II-17; 28; 34; Bijlage G 23; 32; Bijlage F 29; 34; Bijlage H 02; 07; 12; 25; 38; Bijlagen B t/m E, G en I Ballen 07; 24 en Bijlage G banen, aantal 07; 10; Bijlagen G en H banen, eisen 23; 32; Bijlagen F en G begintijd, algemeen 07; 10; 28; 31; Bijlage H begintijd, variabele 28; Bijlage H beroepsprocedure hoofdstuk IX beslissingswedstrijd 10; 17; 51 boete hoofdstukken VIII en IX; Bijlage J bbondsbestuur 02; 04; 06; 69; Bijlage C bondskaarthouder 02; 58 bondsscheidsrechter zie: scheidsrechter buitenlander 02 (niet-nederlandse tennisser); 43 Coachen 39; Bijlagen E en G Commissie van Beroep 02; 64; 66; 67 competitie en toernooien zie: gelijktijdigheid competitie en toernooien competitiecombinatie 02; 08; 58 competitieconsul I-02; II-17 competitiegedelegeerde I-02; II-08; III-05; III-18; Bijlagen B, C, D, G en I competitieleider 01; 02; 06 - CL (algemeen) 02; 03; 06; 07; 08; 09; 10; 12; 17; 20; II- 17; 21; 22; 23; 25; 28; 29; 30; 32; 36; 38; 42; 43; 50; 60; 64; 65; X-01; Bijlage D - VCL (vereniging) zie: verenigingscompetitieleider competitieprogramma 02; 10; 21; 26; 34; 49; 61 competitiesoort 02; 07; 08; 18; 55; 57; 58 competitieweek 02; 48 correct gedrag 38; Bijlage B, C en G; zie ook: wangedrag Degradatie 07; 10; 17; 19 dispensatie(s) 07; 44; 47; 48; 64; X-01 domicilie zie: tennisdomicilie dubbelcompetitie 55 Geldige ledenpas zie: ledenpas gelijktijdigheid competitie en toernooien 52 Hogere ploeg 02; 47; 50; 55; 59 hogere klasse 02; 08 50

184 hoofdscheidsrechter zie: scheidsrechter Inhaalwedstrijd 02; 07; 10; 49 inschrijving competitie 07; 21; 23 inspelen 11; Bijlage D; Bijlage I internationale ranglijstpositie 43 invallen zie: speelgerechtigdheid Junior 02 Kampioen van Nederland 18 klassenvolgorde 02; 07 kleding 40; Bijlagen B, D en I kledingreclame zie: reclame kunstlicht 23; 32 Lagere ploeg 02; 55; 57 landelijke werkgroep arbitrage (LWA) 01; 02 landskampioenschap 07; 10; 50; 59 ledenpas 02; II-17; 34; 41; 54 lidmaatschap 02; 41; 42 Maximaal aantal partijen per speler 07 Niet-correct gedrag zie: correct gedrag niet-nederlandse tennisser 43 niet-ontvankelijkheid 24; 34; 60; 61; 64; 65; 67 niet opkomen 10 ; 30 Onderzoek 12; 38; hoofdstuk VII; Bijlage F onvoltallig(heid) 30; 34; 36 opstelling zie: ploegopstelling overschrijving 42 Ploegopstelling 02; II-17; 33; 34; 35; 36; 56; 57 zie ook: uitwisseling ploegopstelling promotie 07; 08; 10; 17; 19 promotieverzoek 08 protest 12; 24; 32; 34; 61; Bijlage G publicatie(s) 03; X-02; Bijlage G Raad van Beroep 02; 12; 64; 67; Bijlage C reclame 40; Bijlage D en G regen zie: weersomstandigheden regio-/districtscompetitie 02; hoofdstuk VI Reglement Fair Play 02; 38; 63; 64; 67; Bijlage C rolstoeltennis 45 Scheidsrechter 02; 12; 25; 38; Bijlagen A t/m E en G en I - hoofd- 02; 12; 38; Bijlagen B en E - bonds- 02; 12 schoeisel Bijlagen B en D senior 02; 09; 29 speelgerechtigdheid 22; 34; 49; 50; 51; 52; 59 51

185 speelsterkte 02; 33; 34; 43; 54; 55; 56; 60; Bijlage G spelregels 02; 11; 45; zie ook: tennisspelregels spelsoorten 02; 07; 30 SPS (strafpuntensysteem) 38; Bijlagen C en I sterktevolgorde 02; 55; 56 straf(fen) 20; 21; 22; 30; 32; 38; 43; 62; 63; 64; 66; Bijlagen C en I strafbepalingen hoofdstuk VIII Tennisdomicilie I-02 Tennisspelregels 02; 07; 11; 23; 39; 40; Bijlagen C, F en G Terrein 17; 28; 29; 32; 38 toernooien en competitie zie: gelijktijdigheid competitie en toernooien toplaag 02; 10; 23; 32; Bijlage B Tuchtcommissie 02; 63; 67; Bijlage C Tuchtraad 02; 38; 63; Bijlage C Uitwisseling ploegopstelling 34; zie ook: ploegopstelling Verenigingscompetitieleider (VCL) 02; 04; 21; 27; 28; 38; 44; 45; 60; 61; 64; Bijlagen D, G en H veteraan I-02 volgorde, - van partijen 33; Bijlage H - van de eindstand 17 - van competitieklassen 02; 07 - van speelsterkte 30; 54; 56; 60 - van ploegen 55 Wangedrag 38; Bijlagen B, C en G; zie ook: correct gedrag wedstrijdbulletin 02; 03; 05; 07; 23; 27; 28; 29; X-02; Bijlagen B en G wedstrijdformulier 02; 10; II-17; 28; 29; 34; 36; 46; Bijlage G weersomstandigheden 10; 11; 29; 31; 36; Bijlage E en G wedstrijdschema 09 werkgroep arbitrage (WA) zie: landelijke werkgroep arbitrage (LWA) 52

186 Memo Aan Ledenraad Van Bondsbestuur Datum November 2016 Betreft Agendapunt 7 - Vaststellen wijzigingen reglementen 7d - Toelichting wijziging Toernooireglement Onderstaand treft u een beknopte toelichting aan op de wijzigingen in de reglementen: Algemeen De wijzigingen in de diverse reglementen zijn ingegeven door: 1. Screening algemeen. De reglementen zijn doorgelopen op de volgende punten: a. Staan er zaken in die niet of niet langer bestaan. b. Staan er kennelijke verschrijvingen in of inconsistenties. 2. Invoering nieuwe projecten, zoals het PO-systeem en Competitie Nieuwe Stijl, waarvan in het bijzonder de deregulering van het reglement. 3. Procedures zoals in het kader van Fair Play zijn nader uitgewerkt, voor zover de reglementen daar nog niet in voorzagen. Naast de hier genoemde punten dienen de statuten en reglementen in 2017 nader bekeken te worden om deze te moderniseren. Wens is om de voorgestelde wijzigingen in dat kader de volgende Ledenraadsvergadering aan bod te laten komen. Wijzigingen Toernooireglement 1. De verhoudingen tussen klachten/protesten en gedragingen is verduidelijkt. 2. De bepalingen omtrent het instellen van beroep zijn reglementen breed geüniformeerd. 3. De afwikkeling van SPS-zaken is nader uitgewerkt op basis van het Reglement Fair Play. N.B. in het reglement worden bovenstaande wijzigingen nader toegelicht. 1

187 KONINKLIJKE NEDERLANDSE LAWN TENNIS BOND TOERNOOIREGLEMENT 2017 Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond Postbus BP Amersfoort Toelichting wijzigingen: Het document is beoordeeld op consistentie, daarom zijn sommige begrippen nu met een hoofdletter geschreven. Vanuit de afdeling Wedstrijdtennis zijn geen verdere wijzigingen verzocht. Wel zijn enige wijzigingen doorgevoerd in het kader van klachten/protesten, SPS en beroep.

188 INHOUDSOPGAVE I Algemene bepalingen, definities en afkortingen 6 01 Toernooireglement, Reglement Nationale Ranglijsttoernooien en KNLTB Ranglijst en Reglement Jeugdranglijsttoernooien 6 02 Definities en afkortingen 6 03 Aanwezigheid Toernooireglement Aanduidingen in de marge Bijlagen 12 II Organiseren van toernooien Toernooien Wie mogen toernooien organiseren 14 III Soorten toernooien/kampioenschappen en bepalingen inzake goedkeuring Soorten toernooien Landskampioenschappen Districtskampioenschappen en masterstoernooi Goedkeuring vereist Aanvraag goedkeuring Goedkeuring affiche, inschrijfformulieren en bijzondere toernooibepalingen 17 IV Bepalingen voor toernooien Benoeming toernooileiding Benoeming toernooileider Deelnemen toernooileider 18 Bijzondere toernooibepalingen Wat altijd moet worden geregeld Wat indien van toepassing moet worden geregeld 19 Overige bepalingen Controle speelgerechtigdheid deelnemers Inschrijving weigeren Uitsluiten speler die ook voor een ander toernooi heeft ingeschreven Spelen op dagen voorafgaande aan het toernooi Aanwijzen baan en begintijd Aanwijzen scheidsrechters, toezichthouders en arbitrageassistenten Het bekorten van partijen Niet-afspelen toernooi Gebruik toernooiprogramma Doorsturen resultaten naar KNLTB Overige bevoegdheden toernooileider 22 Spelregels, rustperioden en aantal partijen op één dag Spelregels, rustperioden en aantal partijen op één dag 23 V Bepalingen voor deelnemers Voorwaarden om te kunnen deelnemen Inschrijven voor een toernooi Verbod op inschrijving in meer dan één toernooi Procedure terugtrekken uit een toernooi Verplichting om inschrijfgeld te voldoen Verplichting om ledenpas te overhandigen en het verbod op misbruik van de ledenpas Verplichting om te verschijnen en partij (af) te spelen Verplichting om de juiste kleding en schoeisel te dragen Verplichting om zich correct te gedragen Verplichting om de kledingreclamecode in acht te nemen 28 VI Bondsgedelegeerde en arbitrage 29 Bondsgedelegeerde Benoeming bondsgedelegeerde Taken bondsgedelegeerde Bondsgedelegeerde op afstand Rapport bondsgedelegeerde 29 Arbitrage Taken scheidsrechters en arbitrageassistenten Bevoegdheden hoofdscheidsrechter Toepassen SPS Voorstel om partij verloren te laten verklaren Vervangen van een scheidsrechter Toezichthouder 31 VII Spelsystemen en speelschema s Spelsystemen Plaatsing en loting 32 Regeling bij afvalsysteem Schemagrootte en het aantal geplaatsten Plaats van de geplaatsten in het afvalschema 34 2

189 55 Plaats van de bye s in het schema 35 Regeling bij poulesysteem Aantal geplaatsten, bekend maken systeem en opmaken eindstand 36 Overige bepalingen Veranderingen na de loting Bekend maken van de speelschema s 39 VIII Toernooien op tijd Algemene bepaling Maximale tijdsduur Partijpunten Opmaken van de eindstand van een poule 41 IX Klachten, protesten en beroep 42 Klacht of protest van een deelnemer Bij welke instantie een klacht of protest moet worden ingediend Hoe een klacht of protest door een deelnemer moet worden ingediend 42 Klacht of protest van een toernooiorganisator Bij welke instantie een klacht of protest moet worden ingediend Hoe een klacht of protest door een toernooiorganisator moet worden ingediend 43 X Strafbepalingen Berechting door Tuchtraad Bestraffing via het strafpuntensysteem (SPS) Bestraffen van een administratieve overtreding (AO) Uitsluiten van deelnemer door de KNLTB Opleggen van een geldboete door de KNLTB Publicatie van straffen Beroepsmogelijkheid 45 XI Beroepsprocedures Wanneer en bij welke instantie men in beroep kan gaan 46 XII Slotbepalingen Ingangsdatum van dit reglement Wijziging van dit reglement 48 Bijlage-A Richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter 49 Bijlage-B Correct gedrag van spelers 51 Bijlage-C Strafpuntensysteem (SPS) 52 Bijlage-D Kledingreclamecode 54 Bijlage-E Sanitaire onderbrekingen 57 Bijlage-F Coachen 58 Bijlage-G Eisen ballen, tennisbanen en accommodatie 60 Bijlage-H De samenstelling van het afvalsysteem of het aansluitende poulesysteem 62 Lijst van trefwoorden 71 3

190 HOOFDSTUK I Algemene bepalingen, definities en afkortingen 01 Toernooireglement, Reglement Nationale Ranglijsttoernooien en KNLTB Ranglijst en Reglement Jeugdranglijsttoernooien 1. Dit reglement is genaamd het Toernooireglement van de KNLTB. 2. Zoals bepaald in artikel 16 lid 3 van het Algemeen Reglement wordt in het Toernooireglement (TR) alles inzake de organisatie van en deelname aan toernooien vermeld, voor zover hieromtrent niet reeds bepalingen in de Statuten of in een ander reglement dan dit reglement zijn opgenomen. 3. Zoals bepaald in artikel 16 lid 5 van het Algemeen Reglement wordt in het Reglement voor de Nationale Ranglijsttoernooien en KNLTB Ranglijst (RNR) uitsluitend datgene vermeld wat met betrekking tot de organisatie van en deelname aan de Nationale Ranglijsttoernooien (NRT) afwijkt van hetgeen in het Toernooireglement is bepaald. 4. Zoals bepaald in artikel 16 lid 8 van het Algemeen Reglement wordt in het Reglement Jeugdranglijsttoernooien (RJR), uitsluitend datgene vermeld wat met betrekking tot de organisatie van en deelname aan jeugdranglijsttoernooien (JRT), afwijkt van hetgeen in het Toernooireglement is bepaald. 5. Wanneer in dit reglement voor een persoon de mannelijke vorm wordt gebruikt, wordt tevens de vrouwelijke vorm bedoeld, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. 02 Definities en afkortingen In dit reglement wordt verstaan onder: 1. a. ITF: International Tennis Federation. b. TE: Tennis Europe c. KNLTB: Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond. d. Bond: KNLTB. e. District: een niet-rechtspersoonlijkheid bezittende, geografisch bepaalde eenheid binnen de KNLTB, zoals nader bepaald in artikel 16 van de Statuten. f. Vereniging: een vereniging die het lidmaatschap van de KNLTB heeft verkregen. g. Wedstrijdcomité: een groep van personen, niet zijnde een vereniging, die zich ten doel stelt één of meer wedstrijden te organiseren en als zodanig als aangeslotene in contractuele relatie tot de KNLTB staat. h. Statuten: de Statuten van de KNLTB. i. Algemeen Reglement (AR): het Algemeen Reglement van de KNLTB. j. Reglement voor de Tennisarbitrage (TAR): het reglement zoals bepaald in artikel 16 lid 7 van het AR. k. Spelregels: de regels, vastgesteld door de ITF in de Engelse taal, volgens welke het tennisspel dient te worden gespeeld. l. Tennisspelregels: de officiële door de KNLTB gepubliceerde vertaling van de door de ITF vastgestelde spelregels. m. Reglement Fair Play: het reglement zoals bepaald in artikel 16 lid 11 van het AR. n. Strafpuntensysteem (SPS): systeem waarmee tijdsoverschrijdingen en wangedrag van een speler kunnen worden bestraft (Bijlage-C). o. Administratieve overtreding (AO): overtreding van een voorschrift of het niet-nakomen van een verplichting verband houdende met de organisatie van een door de KNLTB of met goedkeuring van de KNLTB gehouden evenement en als zodanig vermeld in dit reglement. 2. a. Bondsbestuur: het bestuur van de KNLTB. b. Landelijke werkgroep arbitrage (LWA): een werkgroep van de KNLTB belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de arbitrage bij wedstrijden en partijen. c. Tuchtraad: de raad, zoals bepaald in artikel 15 lid 2 sub a. van het AR. d. Raad van Beroep: de raad, zoals bepaald in artikel 15 lid 2 sub b. van het AR. e. Landelijke Commissie Administratieve Overtredingen (LCAO): de commissie die is genoemd in artikel 7 van het Algemeen Reglement f. Districtsraad: de raad, zoals bepaald in artikel 16 lid 5 van de Statuten. 3. a. Bondsjaar: de periode van één januari tot en met eenendertig december. b. Wedstrijdbulletin: een publicatie, die mededelingen en aanvullende regelgeving bevat met betrekking tot de organisatie van competities en/of toernooien, jaarlijks uitgegeven door de KNLTB. c. Bondskaarthouder: degene, die zonder lid van de KNLTB te zijn, het recht heeft verkregen deel te nemen aan één of meer door de KNLTB goedgekeurde toernooien en die als zodanig door de KNLTB is ingeschreven. d. Junioren: degenen, die in het betreffende bondsjaar de zeventienjarige leeftijd hebben bereikt of bereiken danwel jonger zijn. e. Senioren: degenen, die in het betreffende bondsjaar de achttienjarige leeftijd hebben bereikt of bereiken danwel ouder zijn. f. Veteranen: degenen, die in het betreffende bondsjaar de vijfendertigjarige leeftijd hebben bereikt of bereiken danwel ouder zijn. 4. a. Toernooi: een samenhangend geheel van partijen die binnen een bepaald tijdsverloop worden verspeeld. b. Toernooipartij (ook wel partij genoemd): een partij tussen twee spelers of twee dubbelspelparen die deel uitmaakt van een toernooi. c. Goedgekeurd toernooi: een toernooi waarvoor de KNLTB toestemming heeft verleend. 4

191 d. Open toernooi: een toernooi zoals bedoeld in lid a waaraan uitsluitend mogen deelnemen diegenen, die lid zijn van een vereniging, persoonlijk lid van de KNLTB zijn, bondskaarthouder zijn of lid zijn bij een andere bij de ITF aangesloten bond. e. Ranglijsttoernooi: een open toernooi zoals bedoeld in lid d waarbij punten behaald kunnen worden die meetellen voor een ranglijst. f. Besloten toernooi: een open toernooi zoals bedoeld in lid d waarbij de deelnemers dienen te voldoen aan door de toernooiorganisator vast te stellen aanvullende criteria. g. Circuit: een samenhangend geheel van open toernooien die binnen een bepaald tijdsverloop worden georganiseerd. 5. a. Deelnemer: speler die of dubbelspelpaar dat heeft ingeschreven voor een toernooi en is geaccepteerd b. Spelsoorten: damesenkelspel, herenenkelspel, damesdubbelspel, herendubbelspel en gemengddubbelspel. c. Categorie: toernooi of deel van een toernooi waaraan, met inachtneming van hetgeen is bepaald in artikel 31 van dit reglement mogen deelnemen: (1) spelers met een bepaalde speelsterkteaanduiding en/of (2) spelers met een bepaalde actuele rating op een vastgesteld moment (3) spelers behorende tot een bepaalde leeftijdsgroep. (4) (3) in combinatie met (1) of (2). d. Onderdeel (ook wel rubriek of toernooionderdeel genoemd): toernooi of deel van een toernooi, waarin uitsluitend één der vijf spelsoorten van een bepaalde categorie wordt gespeeld. e. Speelschema: schema dat aangeeft hoe de partijen van een onderdeel worden gespeeld. f. Poule: groep van deelnemers die volgens het poulesysteem partijen spelen tegen alle andere deelnemers in die poule. g. Bye: open plaats in het speelschema doordat het aantal deelnemers kleiner is dan het maximum dat in dit speelschema kan worden opgenomen. h. Walk-over: partij die zonder te spelen gewonnen wordt gegeven aan de tegenstander(s). i. Opgave: partij die na aanvang voortijdig gewonnen wordt gegeven door een van de deelnemers. j. Beslissend Punt Systeem (BPS): telmethode conform Bijlage IV van de Tennisspelregels. k. Korte sets: telmethode conform Tennisspelregels 5 en 6 en Bijlage IV van de Tennisspelregels. l. Beslissende wedstrijdtiebreak (tot en met 7 of 10 punten): telmethode conform Tennisspelregels 5 en 6 en Bijlage IV van de Tennisspelregels. 6. a. Toernooiorganisator: de organisatie of de persoon, die van de KNLTB toestemming heeft gekregen voor het organiseren van een open toernooi. b. Toernooileiding: de personen, benoemd door de toernooiorganisator, die met de regeling van het toernooi zijn belast. c. Toernooileider: de persoon, benoemd door de toernooiorganisator en deel uitmakend van de toernooileiding, die is belast met de taken genoemd in dit reglement, een lidmaatschap heeft bij de KNLTB of van een bij de KNLTB aangesloten vereniging en in het bezit dient te zijn van een geldig VTLcertificaat. d. VTL-certificaat: het certificaat dat door de KNLTB wordt toegekend op grond van gebleken deskundigheid ter zake van de organisatie van toernooien. e. Bondsgedelegeerde: degene die namens de KNLTB toezicht houdt op de organisatie van een goedgekeurd toernooi en op de naleving van de reglementen tijdens dat toernooi. f. Hoofdscheidsrechter: bondsscheidsrechter, die namens de KNLTB is belast met de algehele leiding van de arbitrage bij een bepaald toernooi. g. Scheidsrechter: degene, die een partij leidt, toeziet op de naleving van de spelregels, de stand afroept en de puntentelling bijhoudt. h. Arbitrageassistenten: degenen, die de scheidsrechter bij het leiden van een partij behulpzaam zijn als lijnrechter, voetfoutrechter en netrechter. i. Bondsscheidsrechter: scheidsrechter, die is benoemd tot bondsscheidsrechter volgens de regels daaromtrent vermeld in het Reglement voor de Tennisarbitrage. j. Toezichthouder: een bondsscheidsrechter, die door de landelijke Werkgroep Arbitrage is belast met de taken genoemd in dit reglement. k. Affiche (aankondigingbiljet): een biljet, door middel waarvan bekend wordt gemaakt dat een toernooi wordt gehouden. l. Inschrijfformulier: een formulier, dat door de toernooiorganisator beschikbaar wordt gesteld aan diegenen, die aan dit toernooi wensen deel te nemen, en waarop de voor de toernooiorganisator noodzakelijke gegevens dienen te worden ingevuld. Dit formulier kan zowel via internet als op papier worden aangeboden. m. Bijzondere toernooibepalingen: regels die voor elk toernooi worden opgesteld en van toepassing zijn naast de bepalingen in dit reglement. 7. a. Ledenpas: het jaarlijks door de KNLTB aan elk van zijn leden af te geven bewijs van lidmaatschap, waarop ook de voor het deelnemen aan competities en toernooien relevante gegevens zijn vermeld. b. Speelsterktecategorie: de basistennisvaardigheid ingeschaald in een bandbreedte variërend van speelsterktecategorie 1 tot en met 9. De toekenning wordt jaarlijks bepaald aan de hand van een speelsterktesysteem dat beoogt iedereen in te schalen in de juiste bandbreedte. Dit systeem wordt jaarlijks door het Bbondsbestuur vastgesteld en gepubliceerd in het wedstrijdbulletin en op de website van de KNLTB. c. Eindejaarsrating: rekenkundig deel van het speelsterktesysteem dat gehanteerd wordt bij de inschaling van iedereen in een speelsterktecategorie. d. Rating: rekenkundig deel van het speelsterktesysteem dat wordt gebruikt om de eindejaarsrating te kunnen vaststellen. e. Actuele rating: de waarde van de rating die iemand op het moment van raadplegen heeft. 5

192 f. Speelsterktecategorie 1-, 2-, 3-, 4-, 5-, 6-, 7-, 8-, 9-enkelspelspeler: degene, aan wie onder verantwoordelijkheid van de KNLTB voor het enkelspel de speelsterkteaanduiding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 respectievelijk 9 is gegeven. g. Speelsterktecategorie 1-, 2-, 3-, 4-, 5-, 6-, 7-, 8-, 9-dubbelspelspeler: degene, aan wie onder verantwoordelijkheid van de KNLTB voor het dubbelspel de speelsterkteaanduiding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 respectievelijk 9 is gegeven. h. Tennisdomicilie: het domicilie, dat een tennisser geacht wordt te hebben als gevolg van: (1) de plaats van vestiging van de vereniging, waarvoor hij voorjaarscompetitie speelt. Ofwel, als (1) niet van toepassing is: (2) de plaats van vestiging van de vereniging, waarvan hij lid is. Ofwel als (1) en (2) niet van toepassing zijn: (3) de gemeente waar hij woonachtig is. In afwijking van het bepaalde onder (1) en (2) kunnen de betreffende districtsraden na onderling schriftelijk overleg een tennisser toestaan zijn domicilie te kiezen in de plaats waar hij woonachtig is. Indien hij geen competitie speelt en van meer dan één vereniging lid is, dient hij zelf aan te geven, welke vereniging bepalend is voor zijn tennisdomicilie. Indien hij volgens het bepaalde in het Competitiereglement dispensatie heeft aangevraagd en verkregen om voor maximaal twee verenigingen, competitie te spelen, dient hij zelf aan te geven, welke van die twee verenigingen waarvoor hij competitie speelt, bepalend is voor zijn tennisdomicilie. i. Nederlandse tennisser: de tennisser, die de Nederlandse nationaliteit bezit, tenzij hij in overeenstemming met de bepalingen van de ITF een andere tennisnationaliteit heeft verkregen, alsmede de tennisser, die een andere nationaliteit bezit, maar ten minste de laatste drie jaren metterwoon in Nederland gevestigd is geweest en die met goedkeuring van het Bbondsbestuur de Nederlandse tennisnationaliteit heeft gekozen door hieromtrent een schriftelijke verklaring aan dat bestuur af te leggen. 8. a. Speelterrein: het tennispark waarop c.q. de tennishal waarbinnen zich de tennisbanen, het clubhuis en de kleedgelegenheid bevinden. b. Tennisbaan: het speelveld, zoals beschreven in regel 1 van de Tennisspelregels, alsmede de uitlopen achter de achterlijnen en naast de zijlijnen van het speelveld. c. Toplaag: het materiaal, waarvan het oppervlak van een tennisbaan is vervaardigd. 03 Aanwezigheid Toernooireglement Tijdens een toernooi dienen bij de toernooileider de laatst verschenen KNLTB-uitgave van het Toernooireglement en van de Tennisspelregels aanwezig te zijn. 04 Aanduidingen in de marge 1. a. De aanduiding D in de marge naast een artikel of een deel van een artikel betekent dat van het bepaalde in dit artikel of in het deel van dit artikel dispensatie door het Bbondsbestuur mogelijk is. b. Een verzoek om dispensatie dient door de belanghebbende schriftelijk en gemotiveerd bij het Bbondsbestuur te worden ingediend. In geval van een verleende dispensatie worden de belanghebbenden schriftelijk in kennis gesteld. 2. De aanduiding P in de marge naast een artikel of een deel van een artikel betekent dat publicatie van de aldaar aangekondigde beslissing in het wedstrijdbulletin en/of op de website van de KNLTB dient te geschieden. 3. De aanduiding S in de marge naast een artikel of een deel van een artikel betekent dat bij overtreding van het bepaalde in dit artikel of in het deel van dit artikel een strafmaatregel, vermeld in hoofdstuk X kan worden genomen. 4. De aanduiding A in de marge naast een artikel of een deel van een artikel betekent dat overtreding respectievelijk niet-nakomen van het gestelde in dit artikel of in het deel van dit artikel als administratieve overtreding wordt aangemerkt. 5. Als de betreffende aanduiding ter hoogte van het nummer van het artikel is geplaatst, heeft de aanduiding betrekking op het gehele artikel. Als de betreffende aanduiding ter hoogte van een bepaald lid of een bepaalde alinea van een artikel is geplaatst, heeft de aanduiding alleen betrekking op dat lid of die alinea van het artikel. 05 Bijlagen 1. In Bijlage-A zijn de richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter opgenomen. 2. In Bijlage-B is opgenomen wat onder correct gedrag wordt verstaan. 3. In Bijlage-C is het strafpuntensysteem (SPS) opgenomen. 4. In Bijlage-D is de kledingreclamecode opgenomen. 5. In Bijlage-E is de regeling met betrekking tot sanitaire onderbrekingen opgenomen. 6. In Bijlage-F is de regeling met betrekking tot coaching opgenomen. 7. In Bijlage-G zijn de eisen voor ballen, tennisbanen en accommodatie opgenomen. 8. In Bijlage-H is opgenomen de samenstelling van het afvalsysteem of het aansluitende poulesysteem. 9. De inhoud van deze bijlagen wordt vastgesteld door het Bbondsbestuur, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de overeenkomstige internationale regelgeving. 6

193 HOOFDSTUK II Organiseren van toernooien 06 Toernooien Als in dit reglement over toernooien wordt gesproken, worden tevens partijen bedoeld, tenzij uit de strekking van het betreffende artikel anders blijkt. 07 Wie mogen toernooien organiseren Toernooien mogen worden georganiseerd door: a. de KNLTB; b. de districten van de KNLTB; c. de erkende verenigingen en de erkende wedstrijdcomités; d. andere organisatoren, die hiertoe door het Bbondsbestuur bevoegd zijn verklaard. HOOFDSTUK III Soorten toernooien/kampioenschappen en bepalingen inzake goedkeuring 08 Soorten toernooien 1. Een toernooiorganisator kan (een combinatie van) de volgende toernooien organiseren: a. een Nationaal Ranglijsttoernooi; b. een jeugdranglijsttoernooi; c. een veteranenranglijsttoernooi; d. een rolstoeltennisranglijsttoernooi; e. een open toernooi met één of meer van de hierna genoemde speelsterktecategorieën: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9; f. een open toernooi met één of meer van de hierna genoemde speelsterktecategorieën: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, alle speelsterktecategorieën met een minimum- en/of maximumleeftijd; g. een open toernooi waarbij de indeling plaats vindt op basis van de actuele rating; h. een open toernooi waarbij de indeling plaats vindt op basis van de actuele rating met een minimumen/of maximumleeftijd; i. een open toernooi in de leeftijdsgroepen vanaf 35 jaar; j. een open toernooi met één of meer van de hierna genoemde leeftijdsgroepen: t/m 12 jaar, t/m 14 jaar, t/m 16 jaar, t/m 17 jaar, t/m 18 jaar; k. een besloten toernooi; l. andere door de KNLTB goedgekeurde toernooien. 2. In toernooien waarbij aan categorieën een leeftijdsgrens is verbonden geldt zonder uitzondering 31 december van het betreffende bondsjaar als peildatum. 09 Landskampioenschappen De KNLTB kan uitsluitend voor Nederlandse tennissers toernooien organiseren: a. om het kampioenschap van Nederland. Deelname is alleen mogelijk op basis van regels, die worden vastgesteld door het Bbondsbestuur. b. om het kampioenschap van Nederland in de leeftijdsgroepen t/m 12 jaar, t/m 14 jaar, t/m 16 jaar en t/m 18 jaar. Deelname is alleen mogelijk op basis van regels, die worden vastgesteld door het Bbondsbestuur. c. om het kampioenschap van Nederland voor veteranen in diverse leeftijdsgroepen. Deelname is alleen mogelijk op basis van regels - inclusief de bepaling van de leeftijdsgroepen - die worden vastgesteld door het Bbondsbestuur. d. om het kampioenschap van Nederland voor rolstoeltennissers. Deelname is alleen mogelijk op basis van regels, die worden vastgesteld door het Bbondsbestuur. 10 Districtskampioenschappen en masterstoernooi 1. Districten kunnen uitsluitend voor junioren, die hun tennisdomicilie in het betreffende district hebben, jaarlijks toernooien om het districtskampioenschap in de gewenste leeftijdsgroepen organiseren. 2. Districten kunnen een masterstoernooi organiseren. Deelname is alleen mogelijk op basis van regels, die worden vastgesteld door de districtsraad. 11 Goedkeuring vereist S 1. Voor de organisatie van een toernooi is goedkeuring door het Bbondsbestuur vereist, dat aan die goedkeuring voorwaarden kan verbinden. 2. Het Bbondsbestuur kan een reeds verleende goedkeuring intrekken. Dit intrekken van een reeds verleende goedkeuring wordt schriftelijk en gemotiveerd ter kennis van de betreffende toernooiorganisator gebracht. 12 Aanvraag goedkeuring De goedkeuring voor de organisatie van een toernooi zoals genoemd in artikel 08 van dit reglement dient bij de KNLTB te worden aangevraagd, vóór een door de KNLTB aan te geven datum. S 13 Goedkeuring affiche, inschrijfformulieren en bijzondere toernooibepalingen 7

194 De toernooiorganisator is verplicht, alvorens het affiche (indien er een affiche wordt uitgegeven), de inschrijfformulieren en de bijzondere toernooibepalingen te (laten) vervaardigen, de ontwerpteksten van beide ter goedkeuring voor te leggen aan de bondsgedelegeerde. HOOFDSTUK IV Bepalingen voor toernooien S 14 Benoeming toernooileiding De toernooiorganisator benoemt een toernooileiding, die met de regeling van het toernooi belast is zonder dat dit de toernooiorganisator van zijn verantwoordelijkheid tegenover de KNLTB ontheft. Tijdens het toernooi dient er te allen tijde vanuit de toernooileiding minimaal één persoon bereikbaar te zijn die in het bezit is van een geldig VTLcertificaat. S 15 Benoeming toernooileider De toernooiorganisator wijst uit de toernooileiding de toernooileider aan. De toernooileider heeft een lidmaatschap bij de KNLTB of van een bij de KNLTB aangesloten vereniging. Hij dient in het bezit te zijn van een geldig VTLcertificaat en gedurende het toernooi bereikbaar te zijn om de bevoegdheden die volgens dit reglement aan de toernooileider zijn toebedeeld, op elk moment te kunnen uitoefenen. 16 Deelnemen toernooileider De toernooileider mag met toestemming van de bondsgedelegeerde aan het toernooi deelnemen en/of als scheidsrechter daarin optreden. BIJZONDERE TOERNOOIBEPALINGEN S 17 Wat altijd moet worden geregeld Voor elk toernooi dienen bijzondere toernooibepalingen te worden opgesteld geldend voor het betreffende toernooi en die van toepassing zijn naast de bepalingen in dit reglement aangaande: 1. het soort toernooi en het stellen van beperkingen aan de deelname volgens het bepaalde in artikel 08 van dit reglement. 2. de begin- en einddatum van het toernooi. 3. de verschillende onderdelen die worden verspeeld. 4. de manier waarop het speelschema van de verschillende onderdelen wordt vastgesteld. 5. het maximum aantal onderdelen waarvoor ingeschreven mag worden. 6. het gebruik maken van artikel 52 lid 1 sub b van dit reglement, indien er in een onderdeel geen categoriespelers inschrijven. 7. het minimum totaal aantal partijen dat dient te worden gespeeld, wil het toernooi doorgang vinden. 8. het maximum aantal partijen per onderdeel of het maximum totaal aantal partijen dat kan worden gespeeld. 9. welke inschrijvingen niet aanvaard zullen worden bij overschrijding van het in lid 8 gestelde maximum. 10. de uiterste datum, waarop aan diegenen, die hebben ingeschreven, bericht krijgen van het niet-aanvaarden van hun inschrijving. 11. de manier waarop er ingeschreven kan worden alsmede datum en tijdstip van sluiting van de inschrijving. 12. de kosten van deelname aan de verschillende onderdelen en wanneer en op welke wijze deze dienen te worden voldaan. 13. het aantal banen waarover de toernooileider kan beschikken, alsmede de toplaag van deze banen. 14. het tijdstip, waarop dagelijks met de partijen wordt begonnen. 15. het tijdstip, waarna dagelijks niet meer met een nieuwe partij wordt begonnen of een afgebroken partij wordt hervat. 16. de wijze waarop de speeltijden aan de deelnemers worden bekendgemaakt. 17. het aantal minuten waarna een speler na afroep door of namens de toernooileider speelklaar op de baan dient te staan. 18. het minimum aantal prijzen, dat per onderdeel beschikbaar wordt gesteld. 19. het al dan niet van toepassing zijn van de kledingreclamecode. 20. de namen van de toernooiorganisator, bondsgedelegeerde, toernooileider, alsmede (indien aangesteld) hoofdscheidsrechter of toezichthouder. S 18 Wat indien van toepassing moet worden geregeld Voor zover van toepassing dienen bijzondere toernooibepalingen te worden opgesteld betreffende: 1. het laten verspelen van partijen op dagen voorafgaande aan de officiële begindatum van het toernooi. 2. vermelden of de onder artikel 17 lid 13 van dit reglement genoemde banen overdekt of overkapt zijn. 3. het indien nodig laten spelen van partijen bij kunstlicht. 4. het indien nodig laten spelen van partijen op overdekte banen, overkapte banen en/of op banen met een andere toplaag. 5. de uiterste datum, waarop aan diegenen die de kosten van deelname hebben voldaan maar van wie de inschrijving niet is aanvaard volgens artikel 17 lid 9 van dit reglement, de kosten van deelname wordt gerestitueerd. 6. het wel of niet spelen op tijd conform hoofdstuk VIII van dit reglement. 7. de onderdelen en/of ronden van het herenenkelspel en/of herendubbelspel waarin om drie gewonnen sets wordt gespeeld. 8. het toepassen van het Beslissend Punt Systeem conform Bijlage IV van de Tennisspelregels. 9. het toepassen van korte sets of beslissende wedstrijdtiebreak (7 punten of 10 punten) conform Tennisspelregels 5 en 6 en Bijlage IV van de Tennisspelregels. 8

195 10. het toepassen van een rustpauze overeenkomstig artikel 29d van de Tennisspelregels. OVERIGE BEPALINGEN A 19 Controle speelgerechtigdheid deelnemers De toernooileider is verplicht om de essentiële gegevens (zoals lidmaatschap KNLTB, bondsnummer, speelsterkte, geslacht en indien van toepassing leeftijd) van de deelnemers te controleren door middel van vergelijking van de opgegeven gegevens met de gegevens zoals die in de database van de KNLTB vermeld staan. De controle en de eventuele correcties, die daaruit voortvloeien dienen op een dusdanig tijdstip te worden gedaan dat bij de loting alleen deelnemers die lid zijn van de KNLTB, toegelaten worden in de onderdelen waarin zij conform dit reglement mogen uitkomen. S 20 Inschrijving weigeren De toernooiorganisator kan de inschrijving van iemand weigeren en is verplicht de gronden van deze weigering aan de betrokkene(n) mede te delen. S 21 Uitsluiten speler die ook voor een ander toernooi heeft ingeschreven De toernooileider is verplicht om een speler, wanneer hem ter kennis komt dat deze het bepaalde in artikel 33 van dit reglement heeft overtreden, van deelname dan wel van verdere deelname aan het toernooi uit te sluiten en de bondsgedelegeerde alsmede de toernooileider en bondsgedelegeerde van het andere toernooi hierover te informeren. S 22 Spelen op dagen voorafgaande aan het toernooi 1. De toernooiorganisator mag partijen laten spelen op dagen voorafgaande aan de officiële begindatum van het toernooi, mits van dit voornemen melding is gemaakt in de bijzondere toernooibepalingen. 2. De toernooiorganisator mag evenwel aan diegenen, die inschrijven, niet de eis stellen dat zij zich voor het spelen van partijen op dagen voorafgaande aan de officiële begindatum van het toernooi beschikbaar stellen. Het niet beschikbaar zijn op dagen voorafgaande aan de officiële begindatum van het toernooi kan geen reden zijn een inschrijving te weigeren. 3. Wanneer een speler bij zijn inschrijving heeft opgegeven op één of meer dagen voorafgaande aan de officiële begindatum van het toernooi beschikbaar te zijn, is hij verplicht te spelen indien de toernooileider hem daartoe oproept, tenzij die speler op de betreffende dag verplichtingen heeft of heeft gehad in een ander goedgekeurd toernooi. 23 Aanwijzen baan en begintijd 1. De toernooileider wijst de baan aan waarop moet worden gespeeld en bepaalt het tijdstip waarop de partij moet beginnen, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 lid 6 en 7 van dit reglement. 2. Indien een speler niet voldoet aan hetgeen in de bijzondere toernooibepalingen is bepaald omtrent speelklaar zijn, kan hij van (verdere) deelname in het betreffende onderdeel worden uitgesloten. 24 Aanwijzen scheidsrechters, toezichthouders en arbitrageassistenten 1. De toernooileider wijst de scheidsrechter en eventueel de arbitrageassistenten voor een partij aan. 2. Indien een toezichthouder is aangesteld, wijst de toernooileider de banen aan waarop deze functioneert. 25 Het bekorten van partijen Wanneer de (weers)omstandigheden (van welke aard ook) tijdens een toernooi van dien aard zijn dat dit toernooi naar het oordeel van de toernooileider niet op de vastgestelde einddatum kan worden beëindigd indien alle nog te spelen partijen zouden worden verspeeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 30 lid 2 en 3 van dit reglement, kan de toernooileider besluiten dat in één of meer onderdelen alle op een bepaalde dag (resterende) geplande partijen bekort zullen worden door toepassing van: a. korte sets, indien dat systeem niet reeds van toepassing is conform het bepaalde in artikel 18 lid 9 van dit reglement, b. beslissende wedstrijdtiebreak (tot en met 7 punten) of beslissende wedstrijdtiebreak (tot en met 10 punten), indien dat systeem niet reeds van toepassing is conform het bepaalde in artikel 18 lid 9 van dit reglement, c. Beslissend Punt Systeem (BPS), indien dat systeem niet reeds van toepassing is conform het bepaalde in artikel 18 lid 8 van dit reglement, welke alle drie tezamen, in combinatie met elkaar of afzonderlijk kunnen worden toegepast. Voor deze beslissing is de goedkeuring van de bondsgedelegeerde vereist. Andere maatregelen ter bespoediging van het verloop van het toernooi zijn niet toegestaan. Indien een onderdeel in poulesysteem wordt gespeeld, dienen alle partijen in een afzonderlijke poule volgens dezelfde telmethode te worden gespeeld. 26 Niet-afspelen toernooi 1. Wanneer een toernooi door overmacht niet op de gepubliceerde laatste speeldag afgespeeld kan worden, kan de toernooiorganisator in overleg met de betrokken spelers bepalen dat het toernooi op een later tijdstip alsnog wordt afgespeeld. 2. Indien de toernooiorganisator en de betrokken spelers niet tot overeenstemming komen over een geschikt tijdstip om het toernooi af te spelen, dan wordt het toernooi niet afgespeeld. In dat geval worden voor de 9

196 speelsterkteregistratie slechts de partijen verwerkt die volledig gespeeld zijn op het moment van afbreken van het toernooi. De prijzen worden uitgekeerd op basis van het resultaat van de laatst gespeelde partij. P 27 Gebruik toernooiprogramma De toernooiorganisator dient voor het aanleveren van de uitslagen voor de speelsterkteregistratie gebruik te maken van een toernooiprogramma dat is goedgekeurd door de KNLTB. De lijst van goedgekeurde toernooiprogramma s en de versie waarvan minimaal gebruik dient te worden gemaakt, worden op de website van de KNLTB gepubliceerd. S,A 28 Doorsturen resultaten naar KNLTB 1. De toernooiorganisator dient de uitslagen van alle partijen in het toernooi, volledig ingevuld, rechtstreeks vanuit het toernooiprogramma naar de KNLTB te verzenden, uiterlijk om uur op de dag nadat de finales zijn gespeeld. 2. Naast het in lid 1 genoemde dient de toernooiorganisator alle toernooigegevens minimaal één jaar te bewaren. Indien gewenst dienen deze gegevens ter beschikking te worden gesteld aan de KNLTB en/of aan spelers die menen dat hun gegevens verkeerd verwerkt zijn. 3. Indien een toernooi vanwege (weers)omstandigheden helemaal niet afgespeeld wordt -ook niet op een latere datum- dan dienen slechts de uitslagen van de gespeelde partijen conform het gestelde in lid 1 en 2 aangeleverd te worden. 29 Overige bevoegdheden toernooileider 1. De toernooileider beslist: a. in al die gevallen, de toepassing van de Tennisspelregels en (indien van toepassing) het strafpuntensysteem betreffende, waarin de scheidsrechter zich onbevoegd verklaart een beslissing te nemen; b. in elk protest van een deelnemer tegen de toepassing of uitleg van de Tennisspelregels en (indien van toepassing) het strafpuntensysteem door de scheidsrechter; c. in alle gevallen, waarin hij een verkeerde toepassing of uitleg van de Tennisspelregels en (indien van toepassing) het strafpuntensysteem constateert; d. over het toepassen van het strafpuntensysteem indien er geen scheidsrechter of toezichthouder is aangesteld; e. over het al of niet afbreken van een partij; f. over de uitgifte van de ballen. 2. De toernooileider beslist eveneens: a. in alle gevallen, waarin de beslissing niet aan andere in dit reglement genoemde functionarissen is opgedragen; b. in beroep over alle geschillen, waarin zijn beslissing wordt ingeroepen, tenzij beroep volgens dit reglement uitdrukkelijk is uitgesloten of aan andere functionarissen of organen is opgedragen. 3. De toernooileider neemt geen beslissing inzake de in lid 2 sub b. genoemde zaken dan nadat de betrokkene(n) de gelegenheid is gegeven zijn (hun) zienswijze kenbaar te maken. 4. Alle in lid 1 en 2 genoemde beslissingen van de toernooileider zijn onderworpen aan een eventueel veto van de bondsgedelegeerde, behalve wanneer de bondsgedelegeerde zelf direct of indirect bij de kwestie is betrokken. 5. Wanneer de bondsgedelegeerde van zijn vetorecht gebruik maakt, heeft de toernooileiding het recht hiertegen in beroep te gaan bij de commissie die de toernooiaanvraag heeft goed gekeurd. Zolang deze commissie geen beslissing heeft genomen is de uitspraak van de bondsgedelegeerde bindend. 6. De toernooileider kan aan de bondsgedelegeerde voordragen een speler van (verdere) deelname aan (een onderdeel van) het toernooi uit te sluiten. SPELREGELS, RUSTPERIODEN EN AANTAL PARTIJEN OP ÉÉN DAG S 30 Spelregels, rustperioden en aantal partijen op één dag 1. a. De partijen dienen te worden gespeeld volgens de Tennisspelregels en volgens de bepalingen van dit reglement. b. Voor rolstoeltennis gelden de Spelregels voor rolstoeltennis zoals opgenomen in Tennisspelregels. c. Ten aanzien van de Tennisspelregels geldt steeds dat een speler tijdens een partij de baan gedurende een redelijke tijd mag verlaten voor sanitaire doeleinden dan wel - voor wat dames betreft - het verwisselen van kleding. 2. Alle partijen worden gespeeld om twee gewonnen sets, tenzij gebruik gemaakt wordt van alternatieve telmethoden of tenzij in de bijzondere toernooibepalingen is vastgesteld dat er om drie gewonnen sets wordt gespeeld, en voorts met inachtneming van het bepaalde in artikel 25 van dit reglement. 3. In alle sets dient, wanneer de stand 6-6 is bereikt, het tiebreaksysteem te worden toegepast, tenzij gebruik gemaakt wordt van alternatieve telmethoden. 4. Een speler heeft het recht om, voorafgaande aan zijn partij, van een inspeeltijd van vijf minuten gebruik te maken. Bij onderbreking van een partij ten gevolge van de weersomstandigheden of overmacht geldt dat wanneer deze onderbreking a. minder dan 15 minuten heeft geduurd, een speler geen recht heeft op inspeeltijd; b. minimaal 15 maar minder dan 30 minuten heeft geduurd, een speler recht heeft op een inspeeltijd van 3 minuten; c. 30 minuten of langer heeft geduurd, een speler recht heeft op een inspeeltijd van 5 minuten. 10

197 5. Een partij, die is afgebroken, dient te worden voortgezet op een baan met dezelfde toplaag als waarop die partij werd begonnen, tenzij in de bijzondere toernooibepalingen anders is bepaald of tenzij de betrokken deelnemers allen akkoord gaan met voortzetting van die partij op een baan met een andere toplaag. 6. Bij het vaststellen van de begintijd van een partij dient de toernooileider ermee rekening te houden dat een deelnemer: a. recht heeft op een rusttijd van een half uur na een partij om twee gewonnen sets en van een uur na een partij om drie gewonnen sets; b. niet verplicht is meer dan twee enkelspelpartijen op één dag te spelen; c. niet verplicht is meer dan vier partijen op één dag te spelen. 7. Voor de vaststelling van het in het vorige lid genoemde aantal partijen geldt dat: a. een partij om drie gewonnen sets telt voor twee partijen van dezelfde spelsoort indien deze partij in meer dan drie sets is beslist; b. een partij om drie gewonnen sets telt voor één partij indien deze partij in drie sets is beslist; c. wanneer van een partij om drie gewonnen sets of van een partij om twee gewonnen sets slechts een gedeelte is gespeeld, dit gedeelte telt voor een gehele partij indien het uit meer dan één set bestaat. HOOFDSTUK V Bepalingen voor deelnemers S 31 Voorwaarden om te kunnen deelnemen Om aan een toernooi te kunnen deelnemen moet een deelnemer: a. door middel van het verstrekken van het op de ledenpas vermelde bondsnummer kunnen aantonen lid te zijn van de KNLTB dan wel als bondskaarthouder te zijn geregistreerd of kunnen aantonen lid te zijn van enig andere, bij de ITF aangesloten bond. Alleen zij die een bondsnummer kunnen overleggen dat geldig is in de periode waarin het toernooi wordt verspeeld, worden geacht aangetoond te hebben lid te zijn van een bij de ITF aangesloten bond; b. voldoen aan de voorwaarden omtrent speelsterkte, actuele rating en/of leeftijd geldend voor de betreffende categorie; c. op het moment dat de inschrijving sluit geen financiële verplichting jegens de KNLTB hebben openstaan, waarvan de betalingstermijn is verstreken. 32 Inschrijven voor een toernooi 1. De inschrijving voor een toernooi dient persoonlijk via internet of schriftelijk te geschieden. Bij inschrijving dienen de volgende persoonlijke gegevens te worden vermeld: a. naam; b. telefoonnummer en adres; c. de vereniging, waarvan men lid is, dan wel of men persoonlijk lid is van de bond of bondskaarthouder; d. het op de ledenpas vermelde bondsnummer; e. de op de ledenpas vermelde speelsterktes; f. bij inschrijving in een aan leeftijd gebonden categorie: de op de ledenpas vermelde geboortedatum. 2. Bij de inschrijving dient te worden opgegeven op welke tijden gedurende het toernooi men voor het spelen van zijn partijen verhinderd is. De toernooileider zal hiermee rekening houden voor zover het verloop van het toernooi dit mogelijk maakt en voor zover de belangen van andere deelnemers naar zijn oordeel niet in onredelijke mate worden geschaad. 3. Een inschrijving is eerst geldig nadat degene die inschrijft: a. heeft bevestigd kennis genomen te hebben van de bijzondere toernooibepalingen; b. de toernooiorganisator per of schriftelijk - op het bij inschrijving vermelde ( )adres - aan de inschrijver de inschrijving per omgaande heeft bevestigd. A 33 Verbod op inschrijving in meer dan één toernooi 1. Het is een speler niet toegestaan in te schrijven voor meer dan één goedgekeurd toernooi, waarvan de data geheel of gedeeltelijk samenvallen. 2. Het is een speler evenmin toegestaan in te schrijven voor een goedgekeurd toernooi, indien die speler ook heeft ingeschreven voor een toernooi of deelneemt aan een toernooi dat is goedgekeurd door de ITF of door een bij de ITF aangesloten bond, waarvan de data geheel of gedeeltelijk samenvallen met die van het goedgekeurde toernooi. 3. Het aanvaarden van een uitnodiging tot deelname aan een toernooi dat door de ITF of door een bij de ITF aangesloten bond is goedgekeurd, wordt in dit artikel gelijkgesteld met te hebben ingeschreven voor dit toernooi. 34 Procedure terugtrekken uit een toernooi A 1. Terugtrekken uit een toernooi mag tot en met de in de bijzondere toernooibepalingen aangegeven datum en tijdstip van sluiting van de inschrijving. 2. De terugtrekking dient via internet, per of schriftelijk te gebeuren. 3. Een terugtrekking is eerst geldig nadat degene die zijn inschrijving terugtrekt: a. bij zijn terugtrekking zowel zijn bondsnummer, geboortedatum als adres heeft vermeld; b. de toernooiorganisator per of schriftelijk - op het bij de terugtrekking vermelde ( )adres - aan de speler die zich terugtrekt de terugtrekking heeft bevestigd. A 35 Verplichting om inschrijfgeld te voldoen 11

198 Een speler die voor deelname aan een toernooi inschrijft, is verplicht het verschuldigde inschrijfgeld voor elk onderdeel waarin hij is opgenomen te voldoen, onafhankelijk van het al of niet deelnemen aan dat onderdeel. 36 Verplichting om ledenpas te overhandigen en het verbod op misbruik van de ledenpas 1. Deelnemers aan een toernooi zijn, wanneer de toernooileider hier om vraagt, verplicht, alvorens hun eerste partij te spelen, hun ledenpas aan de toernooileiding te overhandigen ter identificatie. 2. Tijdens toernooien die beginnen in de weken 1 tot en met 13 dient de ledenpas van het voorafgaande jaar overhandigd te worden. Tijdens toernooien die beginnen in week 14 of later dient de ledenpas van het betreffende jaar overhandigd te worden. S 3. Het is een deelnemer verboden (te trachten) gebruik te maken van een ledenpas, die een ander toebehoort. 37 Verplichting om te verschijnen en partij (af) te spelen A 1. Een deelnemer is verplicht gehoor te geven aan de oproep van of namens de toernooileider om te verschijnen op een toernooi op een zodanig uur dat hij op het door de toernooileiding genoemde tijdstip met zijn partij kan beginnen dan wel zijn partij kan voortzetten. 2. Deelnemers aan een toernooi zijn verplicht zich op de dagen waarop zij een of meer partijen moeten spelen, na aankomst op het speelterrein bij de toernooileiding te melden. 3. Wanneer zich een situatie voordoet waarbij een speelgerechtigde speler op een of meer van de vooraf gepubliceerde data van de competitie als bedoeld in artikel II-03 sub b. van het Competitiereglement tevens een partij dient te spelen in een goedgekeurd toernooi, dan kan de speler zich terugtrekken uit het toernooi. De administratieve overtreding bedoeld in lid 1 van dit artikel zal dan niet worden gemeld, op voorwaarde dat de terugtrekking uit het toernooi heeft plaatsgevonden voordat de speler een partij in het betreffende toernooi heeft gespeeld. Als men al een partij heeft gespeeld, mag men zich dus niet meer terugtrekken uit het toernooi. 4. Wanneer zich een situatie voordoet waarbij een speler zich via een voorronde plaatst voor districtskampioenschappen als bedoeld in artikel 10 van dit reglement of wordt uitgenodigd voor deelname aan een masterstoernooi als bedoeld in artikel 10 van dit reglement of een wildcard of special exempt ontvangt voor een toernooi om het landskampioenschap als bedoeld in artikel 09 van dit reglement of als reservespeler als deelnemer voor het landskampioenschap wordt opgeroepen, maar tevens een partij dient te spelen in een goedgekeurd toernooi, dan kan de speler zich terugtrekken uit dat toernooi. De administratieve overtreding bedoeld in lid 1 van dit artikel zal dan niet worden gemeld, op voorwaarde dat de terugtrekking uit het toernooi heeft plaatsgevonden voordat de speler een partij in het betreffende toernooi heeft gespeeld. Als men al een partij heeft gespeeld, mag men zich dus niet meer terugtrekken uit het toernooi. 38 Verplichting om juiste kleding en schoeisel te dragen P 1. Een deelnemer is verplicht, op straffe van uitsluiting in het betreffende onderdeel, om tijdens zijn partij en tijdens de reglementaire inspeeltijd gekleed te gaan in algemeen aanvaarde tenniskleding. Andere sport- of vrijetijdskleding is niet toegestaan, noch tijdens de partij, noch tijdens het inslaan. Wat onder algemeen aanvaarde tenniskleding dient te worden verstaan wordt jaarlijks in het wedstrijdbulletin of op de website van de KNLTB bekendgemaakt. 2. Een deelnemer is verplicht, op straffe van uitsluiting in het betreffende onderdeel, om bij het betreden van de tennisbaan schoeisel te dragen dat speciaal voor tennis en de betreffende toplaag van de baan is ontworpen en dat de toplaag bij normaal gebruik niet kan beschadigen. S 39 Verplichting om zich correct te gedragen Een deelnemer dient zich op het speelterrein correct te gedragen. Dit houdt in dat hij zich dient te houden aan de regels hieromtrent vermeld in Bijlage-B van dit reglement. 40 Verplichting om de kledingreclamecode in acht te nemen Een deelnemer is verplicht, op straffe van uitsluiting in het betreffende onderdeel, om de voorschriften inzake de kledingreclamecode in acht te nemen. Deze voorschriften zijn vermeld in Bijlage-D van dit reglement. Deze verplichting geldt alleen als in de bijzondere toernooibepalingen van het toernooi is aangegeven dat de reclamecode van toepassing is. HOOFDSTUK VI Bondsgedelegeerde en arbitrage BONDSGEDELEGEERDE 41 Benoeming bondsgedelegeerde Het Bbondsbestuur benoemt jaarlijks de bondsgedelegeerden. 42 Taken bondsgedelegeerde 1. De bondsgedelegeerde heeft tot taak namens de KNLTB toezicht te houden op de organisatie van het toernooi. Hij waakt over de belangen van de deelnemers en ziet toe, dat de Tennisspelregels, de bijzondere toernooibepalingen en de bepalingen van het Toernooireglement op de juiste wijze worden nageleefd. 2. Bij conflicten tussen deelnemers en de toernooileider treedt hij bemiddelend op. 3. De bondsgedelegeerde heeft ten aanzien van alle in artikel 29 lid 1 en lid 2 genoemde beslissingen van de toernooileider het vetorecht, behalve wanneer hij zelf bij de kwestie direct of indirect is betrokken. 12

199 4. De bondsgedelegeerde kan, op voordracht van de toernooileider, een speler uitsluiten van (verdere) deelname aan (een onderdeel van) het toernooi. Alvorens de bondsgedelegeerde tot (verdere) uitsluiting overgaat, dient hij de betrokken speler te horen. 43 Bondsgedelegeerde op afstand Indien door bijzondere omstandigheden, te bepalen door het Bbondsbestuur, geen bondsgedelegeerde beschikbaar is die kan voldoen aan de verplichtingen waarbij zijn aanwezigheid is vereist, kan een bondsgedelegeerde ook op afstand functioneren. In dat geval dient vooroverleg over de loting en plaatsing plaats te hebben en moeten de speelschema s na de loting door de bondsgedelegeerde op afstand worden geaccordeerd voordat deze worden gepubliceerd. 44 Rapport bondsgedelegeerde De bondsgedelegeerde is verplicht binnen vier dagen na beëindiging van het toernooi het bondsgedelegeerderapport toe te sturen aan de KNLTB. In dit rapport wordt verslag gedaan van de ervaringen bij het toernooi; tevens worden de afwijkingen, die zich met betrekking tot het reglement hebben voorgedaan vermeld. Dit rapport dient in elk geval de namen van de deelnemers te bevatten die naar de mening van de bondsgedelegeerde een administratieve overtreding hebben begaan en voorts de gegevens die de KNLTB wenst te ontvangen. ARBITRAGE 45 Taken scheidsrechters en arbitrageassistenten De taken van de scheidsrechter en van de arbitrageassistenten zijn vastgelegd in de Tennisspelregels. 46 Bevoegdheden hoofdscheidsrechter Als een hoofdscheidsrechter is aangesteld, neemt deze de bevoegdheden vermeld in artikel 24, artikel 29 lid 1 sub a., b., c., d. en e., artikel 49, Bijlage-A en Bijlage-E van dit reglement van de toernooileider over. 47 Toepassen SPS Het strafpuntensysteem dient in voorkomende gevallen achtereenvolgens te worden toegepast door: a. een voor de betreffende partij aangewezen scheidsrechter of aangestelde toezichthouder; b. een voor het betreffende toernooi aangestelde hoofdscheidsrechter; c. de toernooileider van het toernooi. 48 Voorstel om partij verloren te laten verklaren Een scheidsrechter heeft het recht een door hem geleide partij tijdelijk te staken als een deelnemer zich naar zijn oordeel niet behoorlijk gedraagt, de toernooibepalingen niet nakomt of op andere wijze het welslagen van de partij belemmert, teneinde aan de toernooileider te kunnen voorstellen de betreffende partij voor die speler verloren te verklaren. 49 Vervangen van een scheidsrechter 1. a. Een deelnemer heeft het recht om, voordat de reglementaire inspeeltijd van zijn partij ingaat, bezwaar te maken tegen een voor die partij aangewezen scheidsrechter of arbitrageassistent en kan verzoeken deze te vervangen. b. De toernooileider beoordeelt of het bezwaar gegrond is en beslist over het al dan niet voldoen aan het verzoek tot vervanging, welke beslissing bindend is. 2. De toernooileider kan tijdens een partij tot vervanging van een scheidsrechter of een arbitrageassistent besluiten. Deze vervanging kan, onvoorziene omstandigheden voorbehouden, alleen plaats hebben na beëindiging van een spel en voordat het volgende spel begint. 50 Toezichthouder 1. Als er een toezichthouder is aangesteld en geen hoofdscheidsrechter, dan neemt deze de bevoegdheden vermeld in artikel 29 lid 1 sub a., b., c., d. en e. van dit reglement en Bijlage-A van de toernooileider over. 2. Op de aan hem door de toernooileider dan wel de hoofdscheidsrechter, conform artikel 24 lid 2 van dit reglement toegewezen banen handhaaft hij de juiste toepassing van de Tennisspelregels en past hij het strafpuntensysteem toe. 13

200 HOOFDSTUK VII Spelsystemen en speelschema s 51 Spelsystemen Een (onderdeel van een) toernooi kan worden gespeeld volgens de volgende systemen: a. afvalsysteem Systeem waarbij de winnaar van een partij de volgende ronde van het afvalschema bereikt en waarbij de verliezer afvalt. b. afvalsysteem met herkansingsronde Systeem waarbij de winnaar van een partij de volgende ronde van het afvalschema bereikt en waarbij de verliezer van de eerste ronde of de eerste partij geplaatst wordt in een herkansingsronde. Deze herkansing biedt de mogelijkheid om terug te keren in het hoofdtoernooi. c. afvalsysteem met verliezersronde Systeem waarbij de winnaar van een partij de volgende ronde van het afvalschema bereikt en waarbij de verliezers van de eerste ronde of de eerste partij ingedeeld worden in een nieuw afvalschema of een poule; het verliezersschema. d. poulesysteem Systeem waarbij een groep deelnemers partijen speelt tegen alle andere deelnemers in die poule en waarbij de eindstand wordt opgemaakt volgens artikel 56 van dit reglement. e. poulesysteem met afvalsysteem Systeem waarbij een groep van deelnemers in één of meer poule(s) wordt ingedeeld en waarbij de poulewinnaar(s) en eventueel ook de nummer(s) twee uit de poule(s) ingedeeld worden in een afsluitend afvalschema. f. poulesysteem met finalepoule Systeem waarbij een groep van deelnemers in één of meer poule(s) wordt ingedeeld en waarbij de poulewinnaar(s) en eventueel ook de nummer(s) twee uit de poule(s) ingedeeld worden in een afsluitende finalepoule. 52 Plaatsing en loting 1. a. Bij een minimum aantal van vier inschrijvingen dient een onderdeel altijd gespeeld te worden. b. In afwijking van het bepaalde onder a. geldt, dat, als er geen categoriespelers, danwel dubbelspelparen waarvan ten minste één speler een categoriespeler is, hebben ingeschreven, het aangekondigde onderdeel niet gespeeld hoeft te worden als er een aansluitend lager onderdeel wordt georganiseerd. Indien gebruik wordt gemaakt van het in dit lid gestelde dient een bepaling daaromtrent in de bijzondere toernooibepalingen te zijn opgenomen. S 2. Het speelschema van de partijen, waarin de deelnemers per onderdeel tegen elkaar uitkomen, dient te worden vastgesteld door loting, met inachtneming van plaatsing van een aantal deelnemers ingevolge lid 3 van dit artikel. 3. De toernooileiding dient een aantal deelnemers te plaatsen. Daartoe dienen de voor plaatsing in aanmerking komende deelnemers te worden gerangschikt in volgorde van afnemende sterkte, aan de hand van zo recent mogelijke resultaten. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de actuele rating zoals die op de website van de KNLTB gepubliceerd wordt. Het aantal te plaatsen deelnemers in enig onderdeel hangt bij het afvalsysteem af van het totaal aantal deelnemers in een onderdeel, nader geregeld in artikel 53 van dit reglement, of bij het poulesysteem van het aantal poules, nader geregeld in artikel 56 van dit reglement. De voor plaatsing aangewezen deelnemers krijgen in het te publiceren speelschema een afzonderlijke aanduiding (bijvoorbeeld onderstreept), alsmede het rangnummer van de plaatsing. S 4. De loting dient op strikt onpartijdige wijze te geschieden nadat eerst in het speelschema de geplaatste deelnemers en de (eventuele) bye s zijn opgenomen. Het is geoorloofd de loting zodanig te doen geschieden dat deelnemers, die lid zijn van eenzelfde vereniging, niet in de eerste ronde tegen elkaar uitkomen, mits verder aan de onpartijdigheid van de loting niet wordt tekort gedaan. S 5. Over de plaatsing en loting dient overleg met de bondsgedelegeerde plaats te hebben en de speelschema s moeten na de loting en voor het begin van de eerste partij in het betreffende onderdeel ter goedkeuring aan de bondsgedelegeerde worden voorgelegd. REGELINGEN BIJ AFVALSYSTEEM 53 Schemagrootte en het aantal geplaatsten De grootte van het afvalschema en het aantal geplaatsten wordt vastgesteld via onderstaande tabel: aantal deelnemers grootte schema aantal geplaatsten 2 t/m of 2 5 t/m t/m of 4 17 t/m of 8 33 t/m of t/m of Plaats van de geplaatsten in het afvalschema 1. De deelnemers die worden geplaatst, dienen te worden genummerd in volgorde van afnemende sterkte. 2. De deelnemer, die als nummer 1 wordt geplaatst komt op regel 1 van het afvalschema; de deelnemer, die als nummer 2 wordt geplaatst, komt op de laatste regel van het afvalschema. 14

201 3. Voor de overige geplaatsten geldt de volgende procedure: de geplaatsten worden in volgorde van afnemende sterkte in paren gerangschikt. Per paar wordt door loting bepaald wie in de bovenste helft van het afvalschema komt en wie in de onderste helft van het afvalschema volgens onderstaand schema, waar per schemagrootte de procedure voor de plaatsing is aangegeven. Op het afvalschema dient het plaatsingsnummer van de deelnemer vermeld te worden, met dien verstande dat, bijvoorbeeld, de ene deelnemer van het paar 3/4 het plaatsingsnummer 3 krijgt en de andere deelnemer het plaatsingsnummer 4. a. Schemagrootte 8 Paar 1/2 : geplaatste 1 op regel 1 geplaatste 2 op regel 8 b. Schemagrootte 16 Paar 1/2 : geplaatste 1 op regel 1 geplaatste 2 op regel 16 Paar 3/4 : loting bepaalt wie van de twee komt op regel 5 de ander komt op regel 12 c. Schemagrootte 32 Paar 1/2 : geplaatste 1 op regel 1 geplaatste 2 op regel 32 Paar 3/4 : loting bepaalt wie van de twee komt op regel 9 de ander komt op regel 24 blok 5/6/7/8 : loting bepaalt wie van de vier op regel 8, 16, 17 en 25 komt d. Schemagrootte 64 Paar 1/2 : geplaatste 1 op regel 1 geplaatste 2 op regel 64 Paar 3/4 : loting bepaalt wie van de twee komt op regel 17 de ander komt op regel 48 Blok 5/6/7/8 : loting bepaalt wie van de vier op regel 16, 32, 33 en 49 komt Blok 9/10/11/12 : loting bepaalt wie van de vier op regel 9, 25, 40 en 56 komt Blok 13/14/15/16 : loting bepaalt wie van de vier op regel 8, 24, 41 en 57 komt e. Schemagrootte 128 Paar 1/2 : geplaatste 1 op regel 1 geplaatste 2 op regel 128 Paar 3/4 : loting bepaalt wie van de twee komt op regel 33 de ander komt op regel 96 Blok 5/6/7/8 : loting bepaalt wie van de vier op regel 32, 64, 65 en 97 komt Blok 9/10/11/12 : loting bepaalt wie van de vier op regel 17, 49, 80 en 112 komt Blok 13/14/15/16 : loting bepaalt wie van de vier op regel 16, 48, 81 en 113 komt Blok 17 t/m 24 : loting bepaalt wie van de acht op regel 9, 24, 41, 56, 73, 88, 105 en 120 komt Blok 25 t/m 32 : loting bepaalt wie van de acht op regel 8, 25, 40, 57, 72, 89, 104 en 121 komt 55 Plaats van de bye s in het afvalschema 1. Het aantal bye s is het verschil tussen de grootte van het afvalschema en het aantal deelnemers. 2. Aan alle bye s dient een rangnummer te worden toegekend. De bye met rangnummer 1 komt toe aan de als 1 geplaatste deelnemer, de bye met rangnummer 2 komt toe aan de als 2 geplaatste deelnemer, de bye met rangnummer 3 komt toe aan de als 3 geplaatste deelnemer, enz. 3. Als er meer bye s dan geplaatste deelnemers zijn, dan komen de bye s op de in onderstaand schema aangegeven regels. Schemagrootte 8 Schemagrootte 16 Schemagrootte 32 Schemagrootte 64 Schemagrootte 128 : achtereenvolgens op de regels: 2, 7 en 5. : achtereenvolgens op de regels: 2, 15, 6, 11, 8, 9 en 13. : achtereenvolgens op de regels: 2, 31, 10, 23, 15, 18, 7, 26, 5, 28, 20, 13, 12, 21 en 29. : achtereenvolgens op de regels: 2, 63, 18, 47, 31, 34, 15, 50, 10, 55, 26, 39, 23, 42, 7, 58, 5, 60, 44, 21, 28, 37, 53, 12, 13, 52, 36, 29, 20, 45 en 61. : achtereenvolgens op de regels: 2, 127, 34, 95, 63, 66, 31, 98, 18, 111, 50, 79, 47, 82, 15, 114, 10, 119, 42, 87, 55, 74, 23, 106, 26, 103, 58, 71, 39, 90, 7, 122, 5, 124, 92, 37, 60, 69, 101, 28, 21, 108, 76, 53, 44, 85, 117, 12, 13, 116, 84, 45, 52, 77, 109, 20, 29, 100, 68, 61, 36, 93 en 125. REGELING BIJ POULESYSTEEM 56 Aantal geplaatsten, bekend maken systeem en opmaken eindstand Als een toernooi(onderdeel) in gevolge van de bijzondere toernooibepalingen wordt gespeeld in een poule, poule(s) met afvalsysteem of poule(s) met finalepoule, dan geldt het volgende. 1. De toernooileiding moet een aantal deelnemers plaatsen. Het aantal geplaatste deelnemers is gelijk aan het aantal poules per onderdeel. Daartoe dienen de voor plaatsing in aanmerking komende deelnemers te worden gerangschikt in volgorde van afnemende sterkte, aan de hand van zo recent mogelijke resultaten. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de actuele rating zoals die op de website van de KNLTB gepubliceerd wordt. De voor plaatsing aangewezen deelnemers krijgen in het te publiceren speelschema een 15

202 afzonderlijke aanduiding (bijvoorbeeld onderstreept), alsmede het rangnummer van de plaatsing. De verdeling van de geplaatste deelnemers over de poules dient te geschieden met inachtneming van het gestelde in Bijlage-H van dit reglement. Bij een onderdeel dat uit één poule bestaat, hoeft niet te worden geplaatst. 2. De loting dient op strikt onpartijdige wijze te geschieden nadat eerst de geplaatste deelnemers verdeeld zijn over de poules. Het is geoorloofd de loting zodanig te doen geschieden dat deelnemers, die lid zijn van eenzelfde vereniging, niet in de poule tegen elkaar uitkomen, mits verder aan de onpartijdigheid van de loting niet wordt tekort gedaan. 3. De toernooileiding kan vrijstelling verlenen van het spelen van de poulepartijen. De voor vrijstelling in aanmerking komende deelnemers en hun volgorde naar afnemende sterkte worden vastgesteld aan de hand van zo recent mogelijke resultaten. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de actuele rating zoals die op de website van de KNLTB gepubliceerd wordt. 4. Voor aanvang van het poulesysteem met afvalsysteem of finalepoule moet aan de deelnemers bekend worden gemaakt: a. hoeveel deelnemers van elke poule naar de volgende ronde overgaan; b. volgens welk spelsysteem het toernooi na de poule(s) wordt voortgezet. Bij deze voortzetting is het bepaalde omtrent geplaatste en eventueel van ronden vrij te stellen deelnemers weer van toepassing. Dit met dien verstande dat de oorspronkelijke plaatsing intact blijft en winnaars van de poules met een geplaatst(e) deelnemer in het afvalschema terecht komen als waren zij de geplaatste deelnemers. De samenstelling van het afvalsysteem of het aansluitende poulesysteem dient te geschieden conform het bepaalde in Bijlage-H van dit reglement. c. indien een onderdeel in poulesysteem wordt gespeeld, dienen alle partijen in een afzonderlijke poule volgens dezelfde telmethode te worden gespeeld. 5. Als een deelnemer zich uit een poule terugtrekt of niet in staat is een partij te spelen of een gestaakte partij af te spelen danwel een partij verliest door opgave of diskwalificatie, dan eindigt deze deelnemer automatisch op de laatste positie in de poule. Voor het bepalen van de eindstand in de poule worden alle door hem gespeelde en niet gespeelde partijen buiten beschouwing gelaten. De partijen die geheel of gedeeltelijk door de betreffende deelnemer zijn gespeeld dienen met de oorspronkelijke uitslag doorgegeven te worden in verband met de speelsterkteregistratie. De partijen die niet gespeeld zijn, dienen voor de speelsterkteregistratie doorgegeven te worden als walk-over. 6. De eindstand van een poule wordt als volgt vastgesteld: a. voor elke gewonnen partij wordt één punt toegekend en de eindrangschikking wordt verkregen door de volgorde van het totaal aantal behaalde punten. b. als op grond van het totaal aantal behaalde punten enkele deelnemers in de eindrangschikking met een gelijk aantal punten eindigen, dan wordt hun onderlinge volgorde vastgesteld conform de vier stappen van sub e. c. als na stap 1, 2, 3 of 4 van sub e de volgorde slechts ten dele kan worden vastgesteld, dan dienen met betrekking tot de deelnemers waarvan de volgorde nog niet kan worden vastgesteld deze stappen vanaf stap 1 te worden herhaald. d. als op grond van stap 1, 2, 3, 4 en sub c geen volgorde bepaald kan worden dan beslist het lot omtrent hun onderlinge volgorde. e. de vier stappen zijn: stap 1: door vergelijking van de aantallen punten die deze deelnemers in de onderling gespeelde partij(en) hebben behaald. stap 2: als deze deelnemers allen hetzelfde aantal punten hebben, dan wordt hun onderlinge volgorde bepaald door vergelijking van het setsaldo, dat wil zeggen de verschillen tussen de totale aantallen gewonnen en verloren sets in de onderling gespeelde partijen. stap 3: als deze deelnemers allen hetzelfde setsaldo hebben, dan wordt hun onderlinge volgorde bepaald door vergelijking van het spellensaldo, dat wil zeggen de verschillen tussen de totale aantallen gewonnen en verloren spellen in de onderling gespeelde partijen. Bij het bovenstaande geldt dat als er een beslissende wedstrijdtiebreak (tot en met 7 of 10 punten) is gespeeld, deze tiebreak geldt als een set met spellen (7-6) stap 4: als deze deelnemers allen ook hetzelfde spellensaldo hebben, beslist, indien aanwezig, het resultaat tegen overige, niet bij stap 1, 2 of 3 betrokken deelnemers in volgorde van hun eindpositie in de poule. OVERIGE BEPALINGEN 57 Veranderingen na de loting 1. Na de loting is het verboden: a. deelnemers onderling van plaats te doen verwisselen; b. deelnemers in te voegen, als reeds een volledige ronde in het betreffende afvalschema is gespeeld of wanneer alle deelnemers in de betreffende poule al een partij hebben gespeeld; c. deelnemers in te voegen, als - doordat reeds partijen zijn gespeeld - de invoeging slechts zodanig zou kunnen geschieden, dat de bepalingen omtrent de volgorde van de bye s overtreden zouden worden; d. deelnemers in te voegen, als daardoor inbreuk zou worden gemaakt op de toegepaste plaatsing; e. iemand in een onderdeel te laten spelen die in dat onderdeel reeds heeft verloren tenzij hij - als het laten spelen van een herkansingsronde in de bijzondere toernooibepalingen was aangekondigd - zijn partij in die herkansingsronde heeft gewonnen. 2. Met inachtneming van het in het vorige lid bepaalde kan de toernooileider, na toestemming van de bondsgedelegeerde, besluiten dat: a. andere dubbelspelparen worden gevormd; b. iemand wordt ingevoegd of de plaats inneemt van een andere deelnemer; c. indien twee of meer geplaatste deelnemers zich terugtrekken, opnieuw wordt geloot, als in dat onderdeel nog geen partijen zijn begonnen. 16

203 58 Bekend maken speelschema s 1. De toernooileider is verplicht om de speelschema s ten minste één dag voordat in het betreffende speelschema een partij wordt gespeeld op een voor iedereen zichtbare wijze op papier of digitaal op het speelterrein bekend te maken en deze te actualiseren als er partijen zijn gespeeld. 2. De speelschema s dienen een afzonderlijke aanduiding van de geplaatste deelnemers alsmede het rangnummer van hun plaatsing te bevatten. HOOFDSTUK VIII Toernooien op tijd 59 Algemene bepaling Tijdens toernooien op tijd zijn de artikelen in de overige hoofdstukken van dit reglement van toepassing tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is bepaald, dan wel uit de strekking, aard en/of samenhang van de artikelen anders voortvloeit. 60 Tijdsduur In geval van spelen op tijd zoals bepaald in de bijzondere toernooibepalingen dient de vastgestelde tijdsduur ten minste 45 minuten te bedragen. Het verstrijken van de tijdsduur wordt aangegeven door middel van een duidelijk waarneembaar eindsignaal, op welk moment de partij onmiddellijk wordt afgebroken en een nog niet beëindigde slagenwisseling wordt stopgezet. 61 Partijpunten Als gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid om partijen op tijd te spelen, dan geldt het volgende ter bepaling van de winnaar van een partij: a. er worden slechts korte sets gespeeld tot en met 4, met een tiebreak op 4-4 b. elke gewonnen set levert de winnaar drie partijpunten op. Als een set eindigt met een tiebreak ontvangt de winnaar van de set twee partijpunten en de verliezer één partijpunt. c. voor niet afgespeelde sets geldt: (1) als het verschil in spellen twee of meer is, dan krijgt de winnaar twee partijpunten; (2) als het verschil in spellen nul of één is, dan krijgen beiden één partijpunt. d. een deelnemer die in zijn partij de meeste partijpunten heeft behaald wint de partij en ontvangt daarmee twee winstpunten (dit laatste is alleen van belang als er in poules wordt gespeeld). e. indien beide deelnemers in de betreffende partij evenveel partijpunten hebben behaald, wordt door vergelijking van het spellensaldo (dat wil zeggen de verschillen tussen het totale aantal gewonnen en verloren spellen in de betreffende partij) de winnaar bepaald. Hierbij telt een afgespeelde tiebreak als één spel. f. als op grond van e. geen winnaar kan worden aangewezen, dan geldt het volgende: (1) ingeval er sprake is van het spelen in poules ontvangen beide deelnemers één winstpunt. (2) ingeval er sprake is van een afvalschema wordt de partij voortgezet en wel zodanig dat het laatste spel afgespeeld wordt (indien het laatste spel juist voltooid was, dan wordt een extra spel gespeeld). De winnaar van dit spel is de winnaar van de partij. 62 Opmaken van de eindstand van een poule 1. Als gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om partijen met een vastgestelde tijdsduur te spelen dan wordt de onderlinge volgorde van deelnemers in een poule vastgesteld conform stap 1 tot en met 5 van lid Als na stap 1, 2, 3, 4 en 5 van lid 4 de volgorde slechts ten dele kan worden vastgesteld dan dienen met betrekking tot de deelnemers waarvan de volgorde nader moet worden vastgesteld deze stappen vanaf stap 1 te worden herhaald. 3. Als op grond van stap 1, 2, 3, 4, 5 en lid 2 geen volgorde kan worden bepaald dan beslist het lot omtrent hun onderlinge volgorde. 4. De vijf stappen zijn: stap 1: door vergelijking van het totaal aantal winstpunten dat deze deelnemers hebben behaald. De deelnemer met de meeste winstpunten neemt de eerste plaats in. stap 2: als twee of meer deelnemers met een gelijk aantal winstpunten eindigen neemt in de onderlinge volgorde van deze deelnemers die deelnemer de eerste plaats in die in de onderling gespeelde partij(en) de meeste winstpunten heeft behaald. stap 3: als de deelnemers in de onderling gespeelde partij(en) evenveel winstpunten hebben behaald, dan wordt hun onderlinge volgorde bepaald door vergelijking van het onderlinge partijpuntensaldo, dat wil zeggen de verschillen tussen de gewonnen en verloren partijpunten in de onderling gespeelde partij(en). stap 4: als deze deelnemers allen hetzelfde partijpuntensaldo hebben, dan wordt hun onderlinge volgorde bepaald door vergelijking van het onderlinge spellensaldo, dat wil zeggen de verschillen tussen de totale aantallen gewonnen en verloren spellen in de onderling gespeelde partij(en). stap 5: als deze deelnemers allen ook hetzelfde spellensaldo hebben, beslist, indien aanwezig het resultaat tegen overige, niet bij stap 1. tot en met 4. betrokken deelnemers in volgorde van hun eindpositie in de poule. 17

204 HOOFDSTUK IX Klachten, protesten en beroep KLACHT OF PROTEST VAN EEN DEELNEMER 63 Bij welke instantie een klacht of protest van een deelnemer moet worden ingediend Een deelnemer kan, als hij belanghebbend is, een klacht of een protest indienen bij de KNLTB over beslissingen, handelingen, nalatigheden of gedragingen (niet zijnde gedragingen conform het Reglement Fair Play) verband houdende met het toernooi, als deze naar zijn mening in strijd zijn met de bepalingen van dit reglement en hij zich niet heeft kunnen verenigen met het standpunt hieromtrent van de toernooileider, hoofdscheidsrechter, toezichthouder en/of de bondsgedelegeerde in geval van: a. landskampioenschappen; b. Nationale Ranglijsttoernooien, veteranenranglijsttoernooien en rolstoeltennisranglijsttoernooien; c. jeugdranglijsttoernooien; d. districtskampioenschappen en masterstoernooien; e. open toernooien; f. besloten toernooien; g. andere door de KNLTB goedgekeurde toernooien. Toelichting wijziging: Voor betrokkenen is het verschil tussen een protest, klacht of melding Fair Play vaak niet duidelijk. Met deze toevoeging wordt het onderscheid duidelijker. 64 Hoe een klacht of protest door een deelnemer moet worden ingediend 1. Een klacht of een protest van een deelnemer dient niet later dan drie dagen na afloop van de betreffende partij schriftelijk en gemotiveerd bij het betreffende orgaan te zijn ingediend. 2. Als de deelnemer die het protest indiende, geheel in het ongelijk wordt gesteld, kan bij deze deelnemer een bedrag van 25 euro protestgeld in rekening worden gebracht. 3. Het betreffende orgaan stuurt een afschrift van de klacht of het protest aan de hierbij betrokkenen. 4. Bij de behandeling van de klacht of het protest kan het betreffende orgaan, alvorens een beslissing te nemen, de betrokkenen, al dan niet op hun verzoek, horen. 5. Het betreffende orgaan deelt de genomen beslissing schriftelijk aan alle betrokkenen mee en vermeldt waarop die beslissing is gegrond. 6. Een deelnemer kan, als hij belanghebbend is, tegen de beslissing beroep aantekenen bij de Raad van Beroep volgens het bepaalde in hoofdstuk XI van dit reglement. 7. Indien het een beroep tegen een protest of klacht betreft die gevolgen kan hebben voor deelname aan een lands- of districtskampioenschap, masters- of ranglijsttoernooi dan dient dit beroep binnen 24 uur te worden aangetekend. KLACHT OF PROTEST VAN EEN TOERNOOIORGANISATOR 65 Bij welke instantie een klacht of protest van een toernooiorganisator moet worden ingediend Een toernooiorganisator kan een klacht of protest indienen bij de KNLTB over beslissingen, handelingen, nalatigheden of gedragingen (niet zijnde gedragingen conform het Reglement Fair Play) verband houdende met het toernooi, als deze naar zijn mening in strijd zijn met de bepalingen van dit reglement en hij zich niet heeft kunnen verenigen met het standpunt hieromtrent van de toernooileider, hoofdscheidsrechter, toezichthouder en/of de bondsgedelegeerde in geval van: a. Nationale Ranglijsttoernooien, veteranenranglijsttoernooien en rolstoeltennisranglijsttoernooien; b. jeugdranglijsttoernooien; c. districtskampioenschappen en masterstoernooien; d. open toernooien; e. besloten toernooien; f. andere door de KNLTB goedgekeurde toernooien. Toelichting wijziging: Voor betrokkenen is het verschil tussen een protest, klacht of melding Fair Play vaak niet duidelijk. Met deze toevoeging wordt het onderscheid duidelijker. 66 Hoe een klacht of protest door een toernooiorganisator moet worden ingediend 1. Een klacht of protest van een toernooiorganisator dient niet later dan drie dagen na afloop van de betreffende partij schriftelijk en gemotiveerd bij het betreffende orgaan te zijn ingediend. 2. Als de toernooiorganisator die het protest indiende, geheel in het ongelijk wordt gesteld, kan bij deze toernooiorganisator een bedrag van 25 euro protestgeld in rekening worden gebracht. 3. Het betreffende orgaan stuurt een afschrift van de klacht of het protest aan de hierbij betrokkenen. 4. Bij de behandeling van de klacht of het protest kan het betreffende orgaan, alvorens een beslissing te nemen, de betrokkenen, al dan niet op hun verzoek, horen. 5. Het betreffende orgaan deelt de genomen beslissing schriftelijk aan alle betrokkenen mede en vermeldt waarop die beslissing is gegrond. 6. Een toernooiorganisator kan tegen de beslissing beroep aantekenen bij de Raad van Beroep volgens het bepaalde in hoofdstuk XI van dit reglement. 18

205 HOOFDSTUK X Strafbepalingen 67 Berechting door de Tuchtraad Een speler die deelneemt aan een toernooi kan bij het niet-nakomen van een gedragsregel vermeld in Bijlage-B van dit reglement worden berecht door de Tuchtraad conform de regels hieromtrent in artikel 24 van de Statuten en in het Reglement Fair Play. 68 Bestraffing via het strafpuntensysteem (SPS) Een bondsscheidsrechter alsmede een scheidsrechter, geen bondsscheidsrechter zijnde, die door de KNLTB voor het leiden van een bepaalde partij is aangewezen, heeft de plicht om tijdens het leiden van een partij op te treden tegen het niet-nakomen van een gedragsregel als vermeld in Bijlage-B van dit reglement onder toepassing van het strafpuntensysteem (SPS). Van elke hier bedoelde overtredingen wordt door de betreffende scheidsrechter een rapport opgemaakt dat ter inzage wordt gegeven aan de betrokken speler en de bondsgedelegeerde, vervolgens voor kennisgeving wordt geparafeerd door de toernooileider en (indien benoemd) de hoofdscheidsrechter, waarna het overeenkomstig het Reglement Fair Play zoals bedoeld in artikel 24 van de Statuten kan worden voorgelegd aan de Tuchtraad. 69 Bestraffen van een administratieve overtreding (AO) 1. Deelnemers en toernooileiders kunnen bij het begaan van een administratieve overtreding worden bestraft door de Landelijke Commissie Administratieve Overtredingen (LCAO) conform het bepaalde in artikel 7 van het AR. 2. Als een speler een administratieve overtreding begaat, kan de toernooiorganisator weigeren de prijs aan de speler uit te keren, onverminderd de mogelijkheid de administratieve overtreding te bestraffen overeenkomstig het bepaalde in lid Uitsluiten van deelnemer door de KNLTB Een deelnemer aan een toernooi, waarvan de toernooiaanvraag is goedgekeurd door het Bbondsbestuur, kan door de KNLTB het recht worden ontzegd gedurende een zekere termijn aan toernooien deel te nemen: a. als hem handelingen, nalatigheden of gedragingen worden toegerekend die in strijd zijn met dit reglement en die niet krachtens artikel 67, 68 of 69 van dit reglement kunnen worden bestraft; b. als hij op enigerlei wijze het welslagen van een partij heeft belemmerd. 71 Opleggen van een geldboete door de KNLTB De KNLTB is bevoegd een geldboete van ten hoogste euro op te leggen aan die verenigingen en wedstrijdcomités, die a. een toernooi organiseren zonder van de KNLTB de daarvoor vereiste goedkeuring te hebben ontvangen (artikel 11 lid 1 van dit reglement); b. aan het door hen georganiseerde toernooi personen als deelnemer toelaten die: (1) ingevolge het bepaalde in artikel 31 van dit reglement niet tot deelname gerechtigd zijn; (2) ingevolge het bepaalde in artikel 67, 68, 69 of 70 van dit reglement gedurende een zekere termijn het recht is ontzegd aan toernooien deel te nemen, als het betreffende toernooi binnen die termijn wordt gehouden. c. aanwijzingen dan wel voorschriften, die ingevolge dit reglement door het Bbondsbestuur zijn gegeven, of andere verplichtingen in dit reglement genoemd, hebben genegeerd dan wel overtreden; d. de algemene of bijzondere toernooibepalingen van het door hen georganiseerde toernooi overtreden; e. op enigerlei wijze de belangen van de deelnemers aan het door hen georganiseerde toernooi verwaarlozen. 72 Publicatie van straffen Van een straf opgelegd ingevolge het bepaalde in artikel 70 of 71 van dit reglement kan mededeling worden gedaan op de website van de KNLTB. 73 Beroepsmogelijkheid Tegen een uitspraak van de Tuchtcommissie, de Landelijke Commissie Administratieve Overtredingen of besluiten van de KNLTB conform dit reglement zoals inzake klachten en protesten staat beroep open bij de Raad van Beroep. a. Tegen een uitspraak van de Tuchtcommissie ingevolge het bepaalde in artikel 67 en 68 staat beroep open bij de Raad van Beroep. b. Tegen een straf van de Landelijke Commissie Administratieve Overtredingen (LCAO) ingevolge het bepaalde in artikel 69 staat beroep open bij de Raad van Beroep. c. Tegen een door de KNLTB ingevolge het bepaalde in artikel 70 of artikel 71 van dit reglement opgelegde straf staat beroep open bij de Raad van Beroep. Toelichting wijziging: Verwijzingen naar artikelnummers zo veel mogelijk verwijderd, zodat bij aanpassing van artikelnummers aanpassing van dit artikel overbodig wordt. 19

206 HOOFDSTUK XI Beroepsprocedures 74 Wanneer en bij welke instantie men in beroep kan gaan 1. Een toernooiorganisator alsook een deelnemer aan een toernooi die belanghebbend is kan ingevolge het bepaalde in artikel 73 van dit reglement in beroep gaan bij de Raad van Beroep tegen een strafoplegging door de KNLTB. 2. Beroep tegen de bedoelde beslissing staat open bij de Raad van Beroep, binnen tien werkdagen na de dag waarop de bedoelde beslissing ter kennis van de belanghebbende is gekomen 3. Het beroep dient schriftelijk en gemotiveerd aanhangig te worden gemaakt. 4. Het niet in acht nemen van de beroepstermijn, het niet betalen van het bedrag om in beroep te kunnen gaan en het niet vermelden van de bezwaren tegen de gewraakte beslissing heeft een niet-ontvankelijkheid van het beroep tot gevolg, tenzij de Commissie van Beroep van oordeel is, dat het verzuim de aangeklaagde niet kan worden aangerekend c.q. de Commissie van Beroep op verzoek van de klager gemotiveerd tot verlenging van de beroepstermijn besluit. 2. Het beroep, bedoeld in lid 1, dient niet later dan 10 werkdagen na de dag waarop de bedoelde beslissing ter kennis van de belanghebbende is gekomen of door de Raad van Beroep geacht wordt te zijn gekomen, schriftelijk en gemotiveerd bij de Raad van Beroep te zijn ingediend. 3. Op dit beroep is het Reglement Fair Play van toepassing. 4. Indien het ingestelde beroep ongegrond wordt verklaard, wordt de toernooiorganisator c.q. de deelnemer een bedrag van 50 euro in rekening gebracht. Toelichting wijziging: De formulering van het artikel is aangepast. In alle reglementen staat nu dezelfde tekst over de wijze van het instellen van beroep en dient dus ook op dezelfde wijze beroep te worden ingesteld. HOOFDSTUK XII Slotbepalingen 80 Ingangsdatum van dit reglement Dit reglement is in werking getreden op 1 januari Wijziging van dit reglement 1. Dit reglement kan uitsluitend worden gewijzigd door de Lledenraad volgens de regels genoemd in artikel 21 lid 2 van de Statuten. 2. Het Bbondsbestuur is bevoegd in dit reglement wijzigingen aan te brengen en deze voorlopig geldig te verklaren op de voorwaarden genoemd in artikel 21 lid 8 van de Statuten. 20

207 BIJLAGE-A Richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter Als een partij wordt gespeeld zonder scheidsrechter dienen de spelers zich aan de volgende uitgangspunten te houden: iedere speler is verantwoordelijk voor alle beslissingen aan zijn kant van het net. de speler moet onmiddellijk nadat de bal de grond buiten de lijn heeft geraakt uit of fout roepen, en wel zo luid dat de tegenstander het kan horen. bij twijfel moet de speler zijn tegenstander het voordeel van de twijfel geven. Dit betekent dat - op banen waarop geen balafdruk is te zien - elke bal die niet met zekerheid uit kan worden gegeven, als goed moet worden beschouwd en dat het spel dus doorgaat. als een speler ten onrechte een bal uit geeft en zich dan realiseert dat de bal in was, moet het punt de eerste keer worden overgespeeld, tenzij de bal voor hem onbereikbaar was ( een scorend punt ), in welk geval het punt voor de tegenstander is. Bij elke volgende onterechte uit-call verliest de betrokken speler het punt. de serveerder moet, hoorbaar voor de tegenstander, vóór iedere eerste service de stand afroepen. als een speler wil protesteren tegen het gedrag of de beslissingen van zijn tegenstander dient hij bij een toernooi de toernooileider (of een assistent) te verzoeken naar de baan te komen. Voor partijen gespeeld op gravelbanen en op andere baansoorten, waarop balafdrukken te zien zijn, dienen de spelers zich, in aanvulling op het bovenstaande, te houden aan de volgende procedures: alleen de balafdruk van de laatste slag van een slagenwisseling mag worden gecontroleerd. Controleren van een balafdruk mag ook als een speler het spel onderbreekt maar in een reflex de bal nog heeft teruggeslagen. als een speler twijfelt aan de juistheid van een beslissing van zijn tegenstander kan hij de tegenstander vragen de balafdruk aan te wijzen. De speler mag dan naar de andere kant van het net gaan om de balafdruk te bekijken (dus niet om een andere balafdruk aan te wijzen!). als een speler de balafdruk uitveegt geeft hij daarmee aan dat het punt voor zijn tegenstander is. als spelers het niet eens worden over de interpretatie van een balafdruk kan aan de toernooileider (of een assistent) worden gevraagd om hierover een beslissing te nemen. als de speler een bal uit geeft, moet hij, onder normale omstandigheden in staat zijn om de balafdruk aan te wijzen als een speler ten onrechte een bal uit geeft en zich dan realiseert dat de bal in was, verliest de speler die uit riep het punt. Tegen spelers die zich niet aan deze procedures houden kan worden opgetreden op basis van de Tennisspelregels met betrekking tot hinderen. Ook kunnen zij bestraft worden via het SPS wegens onsportief gedrag. Voor vragen over deze richtlijnen dient men zich te wenden tot de toernooileider. 21

208 BIJLAGE-B Correct gedrag van spelers 1. Correct gedrag van een deelnemer, zoals bedoeld in artikel 39 van dit reglement houdt onder meer in: dat hij, na daartoe te zijn opgeroepen door of namens de toernooileider, binnen het zoals in de toernooibepalingen bepaalde aantal minuten gereed is om te spelen op de daarvoor aangewezen baan; 2. Onder correct gedrag wordt voorts verstaan dat een deelnemer zich houdt aan de algemene gedragscode van de KNLTB en zich niet te buiten gaat aan: a. opzettelijk tijdrekken (hieronder dient onder meer te worden verstaan het niet binnen 20 seconden hervatten van het spel nadat de scheidsrechter respectievelijk de hoofdscheidsrechter of de toernooileider daartoe opdracht heeft gegeven); b. vloeken, schelden en dergelijke; c. het (hoorbaar) uiten van onbehoorlijke taal; d. het maken van obscene gebaren; e. het uit woede en/of teleurstelling gooien met een racket of een ander uitrustingsstuk, dan wel het opzettelijk en krachtdadig beschadigen of vernielen van een racket, een ander uitrustingsstuk of enige vaste hindernis, het net met toebehoren, de baan, de stoel van de scheidsrechter of van een arbitrageassistent dan wel enig ander aanwezig voorwerp; f. het uit woede wegtrappen, gooien of zonder noodzaak wegslaan van een bal, waaronder te verstaan is het opzettelijk wegslaan van een bal over de omheining of in de richting van enig persoon (official, ballenkind of publiek) met een verwijtbaar gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef ten aanzien van de eventuele gevolgen; g. het bedreigen of molesteren van of het spuwen naar een tegenstander, official, toeschouwer of enig ander persoon. Onder molesteren zal onder meer worden verstaan het zonder toestemming overlast aandoen door aanraking van een persoon; h. onsportief gedrag. Hieronder dient onder meer te worden verstaan het niet respecteren van de rechten van een tegenstander, het niet aanvaarden van de autoriteit van een official, het beledigen van een toeschouwer en elke andere vorm van wangedrag door een speler, waardoor de goede naam van de tennissport wordt aangetast en voor zover nog onvermeld is in voorgaande regels. i. het gevraagd of ongevraagd ontvangen van coaching op een moment dat dit niet is toegestaan. 22

209 BIJLAGE-C Strafpuntensysteem (SPS) 1. Het strafpuntensysteem biedt zoals bedoeld in artikel 68 van dit reglement de mogelijkheid wangedrag en opzettelijk tijdrekken te bestraffen. Onder wangedrag wordt verstaan: gedragingen zoals vermeld in Bijlage-B artikel 2 van dit reglement. Onder opzettelijk tijdrekken wordt verstaan: het opzettelijk overtreden van de in Tennisspelregel 29 en Bijlage V van de Tennisspelregels toegestane tijdslimieten. 2. De op te leggen straffen zijn: voor de eerste overtreding een waarschuwing; voor de tweede overtreding puntverlies; voor de derde en elke volgende overtreding spelverlies. Na de derde overtreding zal echter de toernooileider bepalen of een volgende overtreding tot diskwalificatie (partijverlies) zal leiden. Als een zeer ernstige overtreding wordt begaan kan de toernooileider beslissen tot onmiddellijke diskwalificatie over te gaan. 3. Aan een speler die de gedragsregels overtreedt en hiervoor volgens het strafpuntensysteem wordt bestraft worden zogenaamde suspensiepunten gegeven en wel als volgt: Waarschuwing 1 Puntverlies 2, inclusief een reeds toegekend suspensiepunt in verband met een waarschuwing Spelverlies 3, inclusief reeds toegekende suspensiepunten in verband met een waarschuwing én een puntverlies Elk volgend spelverlies Diskwalificatie Plus 1 suspensiepunt Aantal reeds behaalde suspensiepunten plus 1 suspensiepunt. Minimaal 4 suspensiepunten 4. Suspensiepunten, die in verschillende partijen aan eenzelfde speler worden gegeven, worden bij elkaar opgeteld. 5. Wanneer aan een speler vier of meer suspensiepunten zijn gegeven wordt dit bij de Tuchtraad Aanklager aanhangig gemaakt volgens de regels hieromtrent in het Reglement Fair Play. Ongeacht het bepaalde in dit artikel wordt de zaak van een speler, wiens in hoge mate onsportieve daad tot onmiddellijke diskwalificatie heeft geleid, bij de Tuchtraad aanhangig gemaakt. 6. De Tuchtcommissie doet uitspraak volgens de regels hieromtrent in het Reglement Fair Play. Tegen deze uitspraak staat beroep open bij de Raad van Beroep volgens de regels in ditzelfde Reglement Fair Play. 7. Als de Aanklager de zaak heeft afgehandeld danwel de Tuchtcommissie uitspraak heeft gedaan in een bij haar aanhangig gemaakte zaak vervallen de suspensiepunten naar aanleiding waarvan de betrokken speler voor de Tuchtraad is gedaagd de zaak aanhangig is gemaakt. 8. Suspensiepunten vervallen een jaar na de dag waarop de overtreding die aanleiding was tot het geven van die suspensiepunten werd begaan. Deze termijn wordt gestuit op het moment dat een strafzaak aanhangig wordt gemaakt bij de Tuchtraad. 9. Het strafpuntensysteem biedt ook de mogelijkheid om onopzettelijke tijdsoverschrijdingen te bestraffen met een tijdsovertreding, achtereenvolgens met: een waarschuwing puntverlies puntverlies, enz., enz. Deze straffen hebben geen consequenties voor hetgeen omschreven is in de artikelen 3 tot en met 8 van deze bijlage. Toelichting wijziging: Lid 5: SPS-zaken worden niet direct aanhangig gemaakt bij de Tuchtraad. Conform het Reglement Fair Play worden tuchtzaken aanhangig gemaakt bij de Aanklagers. Het is vervolgens ter beoordeling van de Aanklagers hoe een zaak wordt afgehandeld. Lid 6: De zaak komt niet altijd uit bij de Tuchtcommissie, doordat Aanklagers kunnen besluiten tot bijvoorbeeld het treffen van een schikking. Tegen een schikking staat geen hoger beroep open. Bij een uitspraak van de Tuchtcommissie wordt verwezen naar het instellen van beroep. Lid 7 (na aanpassing lid 6): Aanpassing vanwege zaken die ook door de Aanklager kunnen worden afgehandeld. 23

210 BIJLAGE-D Kledingreclamecode De kledingreclamecode die voor een speler geldt, tijdens de partij en tijdens het inspelen, houdt in dat reclameuitingen en fabrikantenlogo s op kleding, schoeisel en uitrusting moeten voldoen aan de volgende voorschriften: 1 a. een speler mag op elke mouw van zijn shirt, trui of trainingsjack een (1) fabrikantenlogo van maximaal 52 cm², alsmede een (1) uiting van maximaal 19,5 cm² dragen. Indien het fabrikantenlogo tekst bevat, mag deze tekst in het logo maximaal 26 cm² bedragen. Indien spelers mouwloze kleding dragen, mogen zij de twee uitingen op de voorkant van het shirt voeren. Deze twee uitingen mogen elk maximaal 13 cm² bedragen. b. een speler mag op de voorkant, op de achterkant en/of op de kraag van zijn shirt, trui of trainingsjack dragen: Twee (2) fabrikantenlogo s van maximaal 13 cm² elk d.w.z.: of twee (2) logo s op de voorkant of een (1) logo op de voorkant en een (1) logo op de achterkant of een (1) logo op de voorkant en een (1) logo op de kraag of een (1) logo op de achterkant en een (1) logo op de kraag Ofwel in plaats van twee (2) logo s van elk 13 cm²: een (1) fabrikantenlogo van maximaal 19,5 cm² op de voor- of achterkant of op de kraag. c. een speler mag op de voorkant en op de achterkant van zijn/haar shirt, trui of trainingsjack een (1) uiting van maximaal 300 cm² dragen. Spelers die mouwloze kleding dragen mogen daar bovenop nog de in artikel 1 sub a. genoemde twee uitingen van elke 13 cm² dragen. d. een speler mag op de voorkant of achterkant van zijn/haar tennisbroek, tennisrok of trainingsbroek twee (2) fabrikantenlogo s van maximaal 13 cm² of een (1) fabrikantenlogo van maximaal 19,5 cm² dragen. Indien spelers compressiebroeken (zgn. Lycra shorts) dragen, mogen zij daarenboven hierop een (1) fabrikantenlogo van maximaal 13 cm² dragen. e. een speler mag op elke sok fabrikantenlogo s van elk maximaal 13 cm² dragen. f. een speler mag op elke schoen fabrikantenlogo s dragen. g. een speler mag op zijn racket en op de snaren van zijn racket fabrikantenlogo s hebben. h. een speler mag op zijn hoofddeksel, hoofdband of polsband een (1) fabrikantenlogo van maximaal 13 cm² dragen. i. een speler mag op zijn tas, handdoek of ander uitrustingsstuk fabrikantenlogo s dragen, alsmede op zijn tas twee (2) afzonderlijke uitingen van elk maximaal 26 cm². 2 a. een fabrikantenlogo is een bedrijfs- of product beeldmerk (onafhankelijk of dit geregistreerd is) dat als lapje stof, opdruk of borduursel op de kleding zit. Dit hoeft geen leverancierslogo te zijn. Een logo kan tekst bevatten. b. naast de in artikel 1 genoemde maximaal toegestane uitingen, is het geoorloofd dat daarnaast de verenigingsnaam wordt gevoerd in tekst en met embleem/logo. De verenigingsnaam en het embleem/logo mag gevoerd worden op de voorkant van het shirt, de trui en het trainingspak, en mag maximaal 19 cm² bedragen. 3 een speler, die de kledingreclame overtreedt, kan door de toernooileider of de (hoofd)scheidsrechter worden opgedragen zich binnen 15 minuten te verkleden of zijn uitrusting te verwisselen. Het niet opvolgen van zo n opdracht kan onmiddellijke diskwalificatie tot gevolg hebben. Het binnenste buiten dragen of afplakken van kleding is niet toegestaan. 24

211 25

212 BIJLAGE-E Sanitaire onderbrekingen Sanitaire onderbrekingen moeten in principe tijdens een setpauze worden opgenomen en mogen voor geen enkel ander doel worden gebruikt. Het verwisselen van kleding door dames moet tijdens een setpauze plaatsvinden. In het damesenkelspel heeft een speelster recht op twee onderbrekingen. In een herenenkelspel heeft een speler recht op één sanitaire onderbreking gedurende een partij om twee gewonnen sets en twee sanitaire onderbrekingen in een partij om drie gewonnen sets. In alle dubbelspelpartijen mag elk dubbelspelpaar in totaal twee onderbrekingen opnemen. Als partners samen de baan verlaten, telt dit als een van de toegestane onderbrekingen. Elke keer dat een speler de baan voor een sanitaire onderbreking verlaat, wordt beschouwd als een van de toegestane onderbrekingen, ongeacht of de tegenstander de baan al dan niet heeft verlaten. Elke sanitaire onderbreking die wordt opgenomen nadat het inspelen is begonnen, wordt beschouwd als een van de toegestane onderbrekingen. Een speler mag bovendien zo nodig alle speelhelftwisselingen gebruiken voor sanitaire doeleinden. Overschrijdt de betrokken speler echter de maximaal toegestane tijd van 90 seconden (bij speelhelftwisseling) respectievelijk 2 minuten (bij setpauze), dan wordt hij volgens het Strafpuntensysteem (zie Bijlage-C van dit reglement) direct gestraft voor het begaan van een gedragsovertreding. Als de gezondheidstoestand van een speler het noodzakelijk maakt dat hij op enig moment naar het toilet moet kunnen gaan, moet hij hierover vóór de partij contact opnemen met de toernooileider. Als deze zijn verzoek toestaat, moet een eventuele scheidsrechter hierover -vóór de partij- worden geïnformeerd en wordt de speler toegestaan zijn sanitaire onderbreking op een ander moment dan tijdens een setpauze op te nemen. Voorts kunnen er in het damestennis andere redenen zijn dat een speelster dringend de baan moet verlaten. In deze situaties moet een eventuele scheidsrechter de speelster vragen of het inderdaad dringend is en haar zonodig toestaan de baan te verlaten voor een onderbreking op een ander moment dan tijdens een setpauze, mits zij haar twee toegestane onderbrekingen nog niet heeft opgenomen. 26

213 BIJLAGE-F Coachen Bij toernooien waar meerdere spelers als één ploeg deelnemen, is coachen toegestaan. Het begrip coachen omvat het in woord en/of gebaar geven van technische en/of tactische aanwijzingen. Aanmoedigingen zijn geen coaching. Coachen dient te geschieden volgens onderstaande regels. 1. a. Als een (hoofd)scheidsrechter aanwezig is: voor het begin van iedere partij dient aan de (hoofd)scheidsrechter te worden opgegeven wie bij de betreffende partij als coach optreedt. b. Als geen (hoofd)scheidsrechter aanwezig is: voor het begin van iedere partij wordt aan de aanvoerder van de tegenpartij opgegeven wie bij de betreffende partij als coach optreedt. 2. Coachen is alleen toegestaan door iemand die op de baan zit en dan uitsluitend wanneer van speelhelft wordt gewisseld (met uitzondering van een wissel tijdens een tiebreak). De coach dient op de baan, naast en schuin achter de scheidsrechtersstoel, te zitten. Op andere wijze coachen is niet toegestaan, ook niet door het geven van tekens. Als het spel wordt onderbroken en de speler verlaat het speelveld (bijvoorbeeld als verder spelen door weersomstandigheden niet mogelijk is of bij een onderbreking voor sanitaire doeleinden dan wel voor het verwisselen van kleding) dan mag de speler door iedereen van advies worden voorzien. 3. Als meer dan één partij van een bepaalde ploegenwedstrijd tegelijk wordt gespeeld, mogen de coaches bij deze partijen tussentijds onderling wisselen. Tevens is het mogelijk dat voor deze partijen één persoon coach is. Deze coach mag dan uiteraard afwisselend bij de ene of bij een andere partij coachen. Het wisselen (en betreden) van baan door de coach is alleen toegestaan wanneer de spelers van speelhelft wisselen (tiebreak uitgezonderd). 4. De coach mag de scheidsrechter aanspreken (niet een lijnrechter), over een genomen beslissing. Ook kan de coach de scheidsrechter verzoeken een balinspectie te doen (de coach mag zelf geen balinspecties doen; de speler wel, maar alleen op zijn eigen speelhelft). De scheidsrechter moet op eventuele vragen van de coach antwoord geven. De speler kan zijn coach verzoeken om de scheidsrechter over een beslissing aan te spreken of de scheidsrechter te verzoeken een balinspectie te doen; hij kan niet zelf met de scheidsrechter in discussie gaan. 5. De coach dient zich sportief te gedragen en mag (buiten de speelhelftwisselingen) niet coachen. 6. Bij onsportief gedrag van de coach heeft de hoofdscheidsrechter de bevoegdheid om een coach tweemaal een formele waarschuwing te geven. Bij de derde overtreding wordt de coach verwijderd als coach van de aan de gang zijnde partij en/of volgende partijen; in dat geval mag de coach wel door een ander worden vervangen. 7. Als er bij een ploegenwedstrijd geen (hoofd)scheidsrechter aanwezig is, dienen de aanvoerders een eventueel geschil over onjuiste coaching gezamenlijk op te lossen. 27

214 BIJLAGE-G Eisen ballen, tennisbanen en accommodatie 1. Ballen P 1. Het Bbondsbestuur maakt jaarlijks via het wedstrijdbulletin en/of de website van de KNLTB bekend welke ballen (handelsmerk en soort) zijn goedgekeurd voor de toernooien. 2. In een toernooi moet met door de KNLTB goedgekeurde ballen gespeeld worden. 3. Partijen dienen met minimaal drie ballen van hetzelfde merk, type en kleur gespeeld te worden. S 4. De KNLTB kan bepalen dat voor een bepaalde categorie een bepaald type bal is voorgeschreven. Dit wordt via het wedstrijdbulletin en/of de website van de KNLTB bekend gemaakt. 5. Finalepartijen van toernooien dienen met nieuwe ballen te worden gespeeld, tenzij alle betrokken spelers instemmen met het spelen met gebruikte ballen. D 2. Eisen tennisbanen en accommodatie 1. De tennisbanen moeten voldoen aan de eisen gesteld in de Tennisspelregels en in goede staat verkeren. Bovendien moeten banen die na 1 januari 1997 zijn aangelegd, gerenoveerd of omgebouwd het KNLTB- NOC*NSF keurmerk hebben verkregen. Hoe dit keurmerk kan worden verkregen staat vermeld in lid 3. Bij de banen dienen behoorlijke kleedkamers met was- en douchegelegenheid, een toilet en een kantine aanwezig te zijn. Voor de maatvoering van deze ruimten wordt verwezen naar de normen die hiervoor zijn vastgelegd in de uitgave Normen en Richtlijnen voor Clubhuizen. De vereiste kleedkamers met was- en douchegelegenheid, het toilet en de kantine moeten ten minste beschikbaar zijn van een half uur voor het begin van de eerste partij van de betreffende dag tot een half uur na het tijdstip van beëindigen respectievelijk afbreken van de laatste partij van de betreffende dag. 2. Als de toernooiorganisator voor het spelen van het toernooi gebruik maakt van kunstlicht, dient dit te voldoen aan de normen gesteld door de Nederlandse Stichting van Verlichtingskunde (NSVV). De gebruikswaarde van deze verlichting dient minimaal 300 lux te bedragen. 3. Voor het verkrijgen van het KNLTB-NOC*NSF keurmerk van tennisbanen, zoals bedoeld in lid 1, dienen aanleg, renovatie en ombouw als volgt plaats te vinden: a. de werkzaamheden dienen door een door NOC*NSF erkend keuringsinstituut voor sportaccommodaties te worden begeleid, inhoudende praktijk- en laboratoriumonderzoek. b. de eindkeuring wordt door de keuringsinstantie uitgevoerd en omvat zowel een sporttechnische keuring als een reglementaire keuring. c. de sporttechnische keuring vindt plaats op basis van de sporttechnische normen voor tennisbaanconstructies, die de volgende aspecten omvatten: sportfunctionaliteit; medische aspecten; bruikbaarheid; duurzaamheid; beheersbaarheid. d. de reglementaire keuring vindt in hoofdzaak plaats op basis van de Tennisspelregels, waarbij ten aanzien van de maatvoering van de uitlopen de volgende aanvullende bepalingen gelden: (1) bij nieuwaanleg, renovatie of ombouw van tennisbanen dient de achteruitloop ten minste 6.40 m. en de zijuitloop ten minste 3.66 m. te bedragen. (2) in afwijking van het bepaalde onder I. dient de tussenuitloop tussen twee naast elkaar gelegen banen ten minste 5.00 m. te zijn. (3) de zij- en achteruitlopen dienen vrij te zijn van obstakels (bijvoorbeeld lichtmasten en onderhoudsmateriaal), met uitzondering van: a. de ruimte pal achter de netpaal ter grootte van 1.5 m² ten behoeve van de scheidsrechtersstoel; b. aan beide zijden van het speelveld, maar zo dicht mogelijk bij de scheidsrechtersstoel een ruimte van maximaal 1 (b) x 2 (l) meter ten behoeve van spelersbanken. Deze spelersbanken moeten zo dicht mogelijk tegen de grens van de uitloop bij de betreffende baan worden geplaatst. Bij de aanwezigheid van een toegangspoort mogen deze ruimten worden verplaatst tot naast deze toegangspoort. In de tussenuitloopruimten dienen deze ruimten zodanig in het midden van de uitloopruimte geplaatst te worden dat er aan weerszijden minimaal 2 meter resteert. 28

215 BIJLAGE-H De samenstelling van het afvalsysteem of het aansluitende poulesysteem Overeenkomstig het bepaalde in artikel 56 lid 3 sub b. van dit reglement dient de samenstelling van het afvalschema of het aansluitende poulesysteem als volgt te geschieden: Situatie A. Alleen de winnaar van de poule gaat door naar het afvalschema. Als wordt gespeeld in 2 poules, worden 2 deelnemers geplaatst. De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B Vervolgens wordt het afvalschema: 1 1A 2 1B Als wordt gespeeld in 3 poules, worden 3 deelnemers geplaatst. De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B nummer 3 geplaatst in poule C Vervolgens wordt het afvalschema: 1 1A 2 bye 3 1C 4 1B Als wordt gespeeld in 4 poules, worden 4 deelnemers geplaatst. De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B nummer 3 en 4 geplaatst na loting verdelen over poule C en D Vervolgens wordt het afvalschema: 1 1A 2 1D 3 1C 4 1B Als wordt gespeeld in 5, 6, 7 of 8 poules, is het aantal geplaatste deelnemers gelijk aan het aantal poules. De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B nummer 3 en 4 geplaatst na loting verdelen over poule C en D nummer 5 t/m 8 geplaatst na loting verdelen over poule E t/m H Vervolgens wordt het afvalschema: 5 poules 6 poules 7 poules 8 poules 1 1A 1A 1A 1A 2 bye bye bye 1H 3 1E 1E 1E 1E 4 1D 1D 1D 1D 5 1C 1C 1C 1C 6 bye 1F 1F 1F 7 bye bye 1G 1G 8 1B 1B 1B 1B Als wordt gespeeld in 9 t/m 16 poules, is het aantal geplaatste deelnemers gelijk aan het aantal poules. 29

216 De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B nummer 3 en 4 geplaatst na loting verdelen over poule C en D nummer 5 t/m 8 geplaatst na loting verdelen over poule E t/m H nummer 9 t/m 12 geplaatst na loting verdelen over poule I t/m L nummer 13 t/m 16 geplaatst na loting verdelen over poule M t/m P Vervolgens wordt het afvalschema: 9 poules 10 poules 11 poules 12 poules 13 poules 14 poules 15 poules 16 poules 1 1A 1A 1A 1A 1A 1A 1A 1A 2 bye bye bye bye bye bye bye 1P 3 1H 1H 1H 1H 1H 1H 1H 1H 4 1I 1I 1I 1I 1I 1I 1I 1I 5 1C 1C 1C 1C 1C 1C 1C 1C 6 bye bye bye bye bye 1N 1N 1N 7 1E 1E 1E 1E 1E 1E 1E 1E 8 bye bye bye 1L 1L 1L 1L 1L 9 bye bye 1K 1K 1K 1K 1K 1K 10 1F 1F 1F 1F 1F 1F 1F 1F 11 bye bye bye bye 1M 1M 1M 1M 12 1D 1D 1D 1D 1D 1D 1D 1D 13 bye 1J 1J 1J 1J 1J 1J 1J 14 1G 1G 1G 1G 1G 1G 1G 1G 15 bye bye bye bye bye bye 1O 1O 16 1B 1B 1B 1B 1B 1B 1B 1B Als wordt gespeeld in 17 t/m 32 poules, is het aantal geplaatste deelnemers gelijk aan het aantal poules. De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B nummer 3 en 4 geplaatst na loting verdelen over poule C en D nummer 5 t/m 8 geplaatst na loting verdelen over poule E t/m H nummer 9 t/m 12 geplaatst na loting verdelen over poule I t/m L nummer 13 t/m 16 geplaatst na loting verdelen over poule M t/m P nummer 17 t/m 24 geplaatst na loting verdelen over poule Q t/m X nummer 25 t/m 32 geplaatst na loting verdelen over poule Y t/m FF Vervolgens wordt het afvalschema: 17 poules 18 poules 19 poules 20 poules 21 poules 22 poules 23 poules 24 poules 1 1A 1A 1A 1A 1A 1A 1A 1A 2 bye bye bye bye bye bye bye bye 3 1P 1P 1P 1P 1P 1P 1P 1P 4 1Q 1Q 1Q 1Q 1Q 1Q 1Q 1Q 5 bye bye bye bye bye bye bye 1X 6 1I 1I 1I 1I 1I 1I 1I 1I 7 bye bye bye bye bye bye bye bye 8 1G 1G 1G 1G 1G 1G 1G 1G 9 1C 1C 1C 1C 1C 1C 1C 1C 10 bye bye bye bye bye bye bye bye 11 1M 1M 1M 1M 1M 1M 1M 1M 12 bye bye bye 1T 1T 1T 1T 1T 13 bye bye bye bye 1U 1U 1U 1U 14 1L 1L 1L 1L 1L 1L 1L 1L 15 bye bye bye bye bye bye bye bye 16 1E 1E 1E 1E 1E 1E 1E 1E 17 1F 1F 1F 1F 1F 1F 1F 1F 18 bye bye bye bye bye bye bye bye 19 1K 1K 1K 1K 1K 1K 1K 1K 20 bye bye bye bye bye 1V 1V 1V 21 bye bye 1S 1S 1S 1S 1S 1S 22 1N 1N 1N 1N 1N 1N 1N 1N 23 bye bye bye bye bye bye bye bye 24 1D 1D 1D 1D 1D 1D 1D 1D 25 1H 1H 1H 1H 1H 1H 1H 1H 26 bye bye bye bye bye bye bye bye 30

217 27 1J 1J 1J 1J 1J 1J 1J 1J 28 bye bye bye bye bye bye 1W 1W 29 bye 1R 1R 1R 1R 1R 1R 1R 30 1O 1O 1O 1O 1O 1O 1O 1O 31 bye bye bye bye bye bye bye bye 32 1B 1B 1B 1B 1B 1B 1B 1B vervolg 25 poules 26 poules 27 poules 28 poules 29 poules 30 poules 31 poules 32 poules 1 1A 1A 1A 1A 1A 1A 1A 1A 2 bye bye bye bye bye bye bye 1FF 3 1P 1P 1P 1P 1P 1P 1P 1P 4 1Q 1Q 1Q 1Q 1Q 1Q 1Q 1Q 5 1X 1X 1X 1X 1X 1X 1X 1X 6 1I 1I 1I 1I 1I 1I 1I 1I 7 bye 1Z 1Z 1Z 1Z 1Z 1Z 1Z 8 1G 1G 1G 1G 1G 1G 1G 1G 9 1C 1C 1C 1C 1C 1C 1C 1C 10 bye bye bye bye bye 1DD 1DD 1DD 11 1M 1M 1M 1M 1M 1M 1M 1M 12 1T 1T 1T 1T 1T 1T 1T 1T 13 1U 1U 1U 1U 1U 1U 1U 1U 14 1L 1L 1L 1L 1L 1L 1L 1L 15 bye bye bye 1BB 1BB 1BB 1BB 1BB 16 1E 1E 1E 1E 1E 1E 1E 1E 17 1F 1F 1F 1F 1F 1F 1F 1F 18 bye bye 1AA 1AA 1AA 1AA 1AA 1AA 19 1K 1K 1K 1K 1K 1K 1K 1K 20 1V 1V 1V 1V 1V 1V 1V 1V 21 1S 1S 1S 1S 1S 1S 1S 1S 22 1N 1N 1N 1N 1N 1N 1N 1N 23 bye bye bye bye 1CC 1CC 1CC 1CC 24 1D 1D 1D 1D 1D 1D 1D 1D 25 1H 1H 1H 1H 1H 1H 1H 1H 26 1Y 1Y 1Y 1Y 1Y 1Y 1Y 1Y 27 1J 1J 1J 1J 1J 1J 1J 1J 28 1W 1W 1W 1W 1W 1W 1W 1W 29 1R 1R 1R 1R 1R 1R 1R 1R 30 1O 1O 1O 1O 1O 1O 1O 1O 31 bye bye bye bye bye bye 1EE 1EE 32 1B 1B 1B 1B 1B 1B 1B 1B 31

218 Situatie B. De nummer 1 en de nummer 2 van de poules gaan beide door naar het afvalschema Als wordt gespeeld in 2 poules, worden 2 deelnemers geplaatst. De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B Vervolgens wordt het afvalschema: 1 1A 2 2B 3 2A 4 1B Als wordt gespeeld in 3 poules, worden 3 deelnemers geplaatst. De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B nummer 3 geplaatst in poule C Vervolgens wordt het afvalschema: 1 1A 2 bye 3 2B 4 2C 5 1C 6 2A 7 Bye 8 1B Als wordt gespeeld in 4 poules, worden 4 deelnemers geplaatst. De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B nummer 3 en 4 geplaatst na loting verdelen over poule C en D Vervolgens wordt het afvalschema: 1 1A 2 2C 3 2B 4 1D 5 1C 6 2A 7 2D 8 1B Als wordt gespeeld in 5, 6, 7 of 8 poules, is het aantal geplaatste deelnemers gelijk aan het aantal poules. De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B nummer 3 en 4 geplaatst na loting verdelen over poule C en D nummer 5 t/m 8 geplaatst na loting verdelen over poule E t/m H Vervolgens wordt het afvalschema: 5 poules 6 poules 7 poules 8 poules 1 1A 1A 1A 1A 2 bye bye bye 2G 3 2D 2F 2G 1H 4 2B 2B 2B 2B 5 1C 1C 1C 1C 32

219 6 bye bye 2F 2F 7 1E 1E 1E 1E 8 bye 2D 2D 2D 9 bye 2C 2C 2C 10 2E 1F 1F 1F 11 bye bye 2E 2E 12 1D 1D 1D 1D 13 2A 2A 2A 2A 14 2C 2E 1G 1G 15 bye bye bye 2H 16 1B 1B 1B 1B Als wordt gespeeld in 9 t/m 16 poules, is het aantal geplaatste deelnemers gelijk aan het aantal poules. De plaatsing is dan als volgt: nummer 1 geplaatst in poule A nummer 2 geplaatst in poule B nummer 3 en 4 geplaatst na loting verdelen over poule C en D nummer 5 t/m 8 geplaatst na loting verdelen over poule E t/m H nummer 9 t/m 12 geplaatst na loting verdelen over poule I t/m L nummer 13 t/m 16 geplaatst na loting verdelen over poule M t/m P Vervolgens wordt het afvalschema: 9 poules 10 poules 11 poules 12 Poules 13 poules 14 poules 15 poules 16 poules 1 1A 1A 1A 1A 1A 1A 1A 1A 2 bye bye bye Bye bye bye bye 2O 3 2D 2F 2H 2J 2K 2N 2O 1P 4 2B 2B 2B 2B 2B 2B 2B 2B 5 bye bye bye 2H 2H 2H 2H 2H 6 1I 1I 1I 1I 1I 1I 1I 1I 7 bye bye bye Bye 2J 2J 2J 2J 8 1G 1G 1G 1G 1G 1G 1G 1G 9 1C 1C 1C 1C 1C 1C 1C 1C 10 bye bye bye Bye bye bye 2N 2N 11 2F 2H 2J 2K 1M 1M 1M 1M 12 bye 2D 2D 2D 2D 2D 2D 2D 13 bye bye 2F 2F 2F 2F 2F 2F 14 2H 2J 2K 1L 1L 1L 1L 1L 15 bye bye bye Bye bye 2K 2K 2K 16 1E 1E 1E 1 E 1E 1E 1E 1E 17 1F 1F 1F 1F 1F 1F 1F 1F 18 bye bye bye Bye bye 2L 2L 2L 19 2G 2I 1K 1K 1K 1K 1K 1K 20 bye bye 2E 2 E 2E 2E 2E 2 E 21 bye 2C 2C 2C 2C 2C 2C 2C 22 2E 2G 2I 2L 2M 1N 1N 1N 23 bye bye bye Bye bye bye 2M 2M 24 1D 1D 1D 1D 1D 1D 1D 1D 25 1H 1H 1H 1H 1H 1H 1H 1H 26 bye bye bye Bye 2I 2I 2I 2I 27 2I 1J 1J 1J 1J 1J 1J 1J 28 bye bye bye 2G 2G 2G 2G 2G 29 2A 2A 2A 2A 2A 2A 2A 2A 30 2C 2E 2G 2I 2L 2M 1O 1O 31 bye bye bye Bye bye bye bye 2P 32 1B 1B 1B 1B 1B 1B 1B 1B Als wordt gespeeld met meer dan 16 poules, dient het afvalschema volgens het gehanteerde algoritme te worden bepaald. 33

220 LIJST VAN TREFWOORDEN affiche 02; 13 accommodatie 05; Bijlage-G administratieve overtreding (AO) 02; 04; 44; 69 - artikelen met 19; 28; 33; 34 lid 1; 35; 37 lid 1 afbreken van een partij 29; Bijlage-G afvalsysteem 05; 51; 52; 53; 54; 55; 56; Bijlage-H afvalschema zie afvalsysteem arbitrageassistent 02; 24; 45; 49; Bijlage-B ballen 05; 29; Bijlage-G banen 02; 05; 17; 18;24; 50; Bijlage-A; Bijlage-G bekorten van partijen 25 beroep 29; 64; 66; 73; 74 beroepsprocedure 74 Beslissend Punt Systeem (BPS) 02; 18; 25 beslissende wedstrijdtiebreak 02; 18; 25; 56 besloten toernooi 02; 08; 12; 63; 65 bijzondere toernooibepalingen 17; 18; 22; 23; 30; 32; 34; 40; 42; 48; 52; 56; 57; 60; 71 boete zie geldboete Bbondsbestuur 02; 04; 05; 07; 09; 11; 41; 43; 70; 74; Bijlage-G bondsgedelegeerde 02; 13; 16; 17; 21; 25; 29; 41; 42; 43; 44; 52; 57; 63; 65; 68 bondsjaar 02; 08 bondskaarthouder 02; 31; 32 bondsnummer 19; 31; 32; 34 bondsscheidsrechter 02; 47; 48; 68 bye 02; 52; 55; 57; Bijlage-H categorie 02; 08; 31; 32; Bijlage-G categoriespeler 17; 52 circuit 02; 10 coachen 05; Bijlage-F correct gedrag 05; 39; Bijlage-B deelnemer 02; 17; 19; 29; 30; 31; 32; 33; 34; 35; 36; 37; 38; 39; 40; 42; 44; 48; 49; 51; 52; 53; 54; 55; 56; 57; 58; 61; 62; 63; 64; 69; 70; 71; 74; Bijlage-B; Bijlage-H district 02; 07; 10; 12 districtskampioenschap 10; 37; 63; 65 dispensatie 02, 04 - artikelen met Bijlage-G lid 2 dubbel inschrijven 33 eindejaarsrating 02 finalepoule zie poule geldboete 71; 73 goedgekeurd toernooi 02; 08; 12; 22; 33; 37; 63; 65 goedkeuring 02; 11; 12; 13; 25; 52; 71 herkansingsronde, afvalsysteem met 51; 57 hoofdscheidsrechter 02; 17; 46; 47; 50; 63; 65; 68; Bijlage-B; Bijlage-E, Bijlage-F inschrijfgeld 17; 18; 35 inschrijving 17; 18; 20; 22; 31; 32; 33; 34; 52 inschrijfformulier 02; 13 inspeeltijd 30; 38; 49 jeugdranglijsttoernooi 01; 02; 08; 12; 63; 65 junioren 02 klacht of protest 63; 64; 65; 66 kleding 30; 38; Bijlage-B, Bijlage-D, Bijlage-E kledingreclamecode 05; 17; 40; Bijlage-D korte sets 02; 18; 25; 61 kosten van deelname zie inschrijfgeld kunstlicht 18; Bijlage-G landelijke commissie administratieve overtredingen (LCAO) 02; 69; 73 landelijke werkgroep arbitrage (LWA) 02 landskampioenschappen 09; 37; 63 ledenpas 02; 31; 32; 36 34

221 loting 19; 33; 43; 52; 54; 56; 57; Bijlage-H masterstoernooi 10; 63; 65 Nationaal Ranglijsttoernooi (NRT) 01; 08; 12 Nederlandse tennisser 02; 09 niet-afspelen toernooi 26 onderdeel zie toernooionderdeel open toernooi 02; 08; 12; 63; 65 opgave 02; 56 organisator zie toernooiorganisator partij zie toernooipartij pas zie ledenpas plaatsing 43; 52; 53; 56; 57; 58; Bijlage-H poule zie poulesysteem poulesysteem 02; 05; 25; 51; 52; 56; Bijlage-H prijzen 17; 69 protest 29; Bijlage-A publicatie 04; 72 - artikelen met 27; 38 lid 1; Bijlage-B lid 1 sub b Raad van Beroep 02; 64; 66; 73; 74; Bijlage-C ranglijsttoernooi 02 rating, (actuele) 02; 08; 31; 52; 56 reclame zie kledingreclamecode Reglement Fair Play 02; 68; Bijlage-C rolstoeltennis 09; 30 rolstoeltennisranglijsttoernooi 08; 12; 63; 65 rustpauze 18 rusttijd 30 samenval competitie en toernooien 37 sanitaire onderbreking 05; Bijlage-E scheidsrechter 02; 05; 16; 24; 29; 45; 47; 48; 49; 68; Bijlage-A schema zie speelschema schoeisel 38; Bijlage-B; Bijlage-D senioren 02 sluitingsdatum en -tijdstip 17; 34 soorten toernooien 08 speelschema 02; 17; 43; 52; 56; 58 speelsterktecategorie 02; 08 speelterrein 02; 37; 39; 58 spelregels 02; 30 spelsoort 02; 30 spelsysteem 51; 56 strafbepalingen 67; 68; 69; 70; 71; 72; 73 strafmaatregelen 04 - artikelen met 11 lid 1; 13; 14; 17; 18; 20; 21; 22; 28; 30; 31; 36 lid 3; 39; 52 lid 2; 52 lid 4; 52 lid 5; Bijlage-G lid 1 sub 4 strafpuntensysteem (SPS) 02; 05; 29; 47; 50; 68; Bijlage-A; Bijlage-C, Bijlage-E tennisballen zie ballen tennisbanen zie banen tennisdomicilie 02; 10 Tennisspelregels 02; 03; 18; 29; 42; 45; 50; Bijlage-A; Bijlage-C; Bijlage-G terugtrekking (inschrijving) 34; 37; 56; 57 tijd, spelen op 18; 59; 60; 61; 62 toernooi 01; 02; 03; 06; 07; 08; 09; 10; 11; 12; 14; 15; 16; 17; 18; 21; 22; 25; 26; 28; 29; 31; 32; 33; 34; 35; 36; 37; 40; 42; 44; 47; 51; 56; 59; 63; 65; 67; 70; 71; 74; Bijlage-A; Bijlage-F; Bijlage-G toernooien op tijd zie tijd, spelen op toernooileider 02; 03; 15; 16; 17; 19; 21; 22; 23; 24; 25; 29; 30; 32; 36; 37; 42; 46; 47; 48; 49; 50; 57; 58; 63; 65; 68; 69; Bijlage-A; Bijlage-B; Bijlage-C; Bijlage-D; Bijlage-E toernooileiding 02; 14; 15; 29; 36; 37; 52; 56 toernooionderdeel 02; 17; 18; 23; 25; 29; 35; 38; 40; 42; 51; 52; 56; 57 toernooiorganisator 02; 08; 11; 13; 14; 15; 17; 20; 22; 26; 27; 28; 32; 33; 34; 65; 66; 69; 74 toernooipartij 02; 05; 06;17; 18; 22; 23; 24; 25; 26; 28; 29; 30; 32; 36; 37; 38; 47; 48; 49; 51; 52; 56; 57; 58; 60; 61; 62; 64; 66; 68; 70; Bijlage-A. Bijlage-B, Bijlage-C, Bijlage-D, Bijlage-E, Bijlage-F, Bijlage-G toernooiprogramma 27; 28 toezichthouder 02; 17; 24; 29; 47; 50; 63; 65 toplaag 02; 17; 18; 30; 38 Tuchtcommissie 73; Bijlage-C Tuchtraad 02; 67; 68; Bijlage-C 35

222 uitsluiten 21; 23; 40; 42; 70 vereniging 02; 07; 32; 52; 56; 71 verhindering 32 verliezersronde, afvalsysteem met 51 veteranen 02; 09 veteranenranglijsttoernooi 08; 12; 63; 65 VTL-certificaat 02; 14; 15 voorafgaande dagen, spelen op 18; 22 walk-over 02; 56 wedstrijdbulletin 02; 04; 38; Bijlage-B; Bijlage-G wedstrijdcomité 02; 07; 71 weersomstandigheden 25; 28; 30; Bijlage-F 36

223 Memo Aan Ledenraad Van Bondsbestuur Datum November 2016 Betreft Agendapunt 7 - Vaststellen wijzigingen reglementen 7e -Toelichting wijziging Reglement Fair Play Onderstaand treft u een beknopte toelichting aan op de wijzigingen in de reglementen: Algemeen De wijzigingen in de diverse reglementen zijn ingegeven door: 1. Screening algemeen. De reglementen zijn doorgelopen op de volgende punten: a. Staan er zaken in die niet of niet langer bestaan. b. Staan er kennelijke verschrijvingen in of inconsistenties. 2. Invoering nieuwe projecten, zoals het PO-systeem en Competitie Nieuwe Stijl, waarvan in het bijzonder de deregulering van het reglement. 3. Procedures zoals in het kader van Fair Play zijn nader uitgewerkt, voor zover de reglementen daar nog niet in voorzagen. Naast de hier genoemde punten dienen de statuten en reglementen in 2017 nader bekeken te worden om deze te moderniseren. Wens is om de voorgestelde wijzigingen in dat kader de volgende Ledenraadsvergadering aan bod te laten komen. Wijzigingen Reglement Fair Play 1. In artikel 9 is toegevoegd dat de Aanklager bevoegd is om betrokkenen te horen of verklaringen af te nemen. 2. De verhouding tussen Raad en Commissie is verduidelijkt. 3. De bevoegdheid van de Commissie van Beroep is uitgebreid, op basis van bepalingen uit andere reglementen waaruit volgt dat de Commissie van Beroep het aangewezen orgaan is om een zaak te behandelen. 4. In artikel 34 is toegevoegd dat informatie rondom een procedure vertrouwelijk behandeld dient te worden. 5. Artikel 35 is toegevoegd over de vaststelling van de gedragscodes. 6. Een aantal begrippen is toegevoegd aan de definities. N.B. in het reglement worden bovenstaande wijzigingen nader toegelicht. 1

224 Reglement Fair Play KNLTB REGLEMENT FAIR PLAY Toelichting wijzigingen: Het document is beoordeeld op consistentie, daarom zijn sommige begrippen nu met een hoofdletter geschreven en afkortingen volledig uitgeschreven. Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Toepasselijkheid Reglement Fair Play KNLTB 2 Artikel 1 Reikwijdte 2 Artikel 2 Bevoegdheid opleggen straffen 2 Hoofdstuk 2: Meldingen, meldpunt KNLTB en Compliance Officer 2 Artikel 3 Meldingen en meldpunt KNLTB 2 Artikel 4 Compliance Officer 3 Artikel 5 Terugkoppeling aan melder en beoordeling melding door de CO Compliance Officer 3 Artikel 6 Integriteitscommissie 3 Artikel 7 Vervolgstappen Compliance Officer 3 Hoofdstuk 3: Aanklager en Oonderzoekscommissie 4 Artikel 8 Aanklager, benoeming en einde lidmaatschap 4 Artikel 9 Bevoegdheden 4 Artikel 10 Onderzoekscommissie, instelling en samenstelling 4 Artikel 11 Onderzoekscommissie, taken en bevoegdheden 5 Artikel 12 Uitkomsten onderzoek 5 Hoofdstuk 4: Tuchtrechtelijke organisatie 5 Artikel 13 Tuchtcommissie en Ccommissie van Bberoep 5 Artikel 14 Samenstelling en benoeming Ttuchtraad en Rraad van Bberoep 5 Artikel 15 Einde lidmaatschap raden 6 Artikel 16 Onverenigbaarheden 6 Artikel 17 Bevoegdheden 7 Hoofdstuk 5: Tuchtrechtelijke procedure 7 Artikel 18 Aanhangig maken 7 Artikel 19 Niet-ontvankelijkheid 7 Artikel 20 Het ten laste leggen 7 Artikel 21 De bevoegdheid van de aangeklaagde 7 Artikel 22 Behandeling 8 Artikel 23 Getuigen, deskundigen, aangeklaagden en slachtoffers 8 Artikel 24 Beraadslaging 8 Artikel 25 Uitspraak 8 Hoofdstuk 6: Ordemaatregel, strafoplegging en straffen 9 Artikel 26 Ordemaatregel 9 Artikel 27 Straffen 9 Hoofdstuk 7: Beroep 10 Artikel 28 Bevoegdheid tot het instellen van beroep 10 Artikel 29 Beroepschrift 10 Artikel 30 Behandeling, beraadslaging en uitspraak Ccommissie van Bberoep 10 Hoofdstuk 8: Termijnen 11 Artikel 31 Afwijken van termijnen 11 Hoofdstuk 9: Tenuitvoerlegging 11 Artikel 32 Tenuitvoerlegging 11 Hoofdstuk 10: Publicatie 11 Artikel 33 - Publicatie uitspraak 11 Hoofdstuk 11: Vertrouwelijkheid 11 Artikel 34 Vertrouwelijkheid 11 Hoofdstuk 12: Wijzigen reglement Fair Play en gedragscodes 12 Artikel 35 Wijzigen gedragscodes Artikel Wijzigen reglement 12 1

225 Reglement Fair Play KNLTB Bijlage Begrippenlijst Fair Play 13 Hoofdstuk 1: Toepasselijkheid reglement Fair Play KNLTB Artikel 1 - Reikwijdte 1. Het reglement Fair Play van de KNLTB is van toepassing op: a. de leden van de KNLTB en aangeslotenen van de KNLTB, zoals omschreven in artikel 4 en 5 van de Statuten. b. overige personen en instanties, die op grond van reglementen en besluiten van de KNLTB of KNLTB tennisvereniging, een gedragscode van de KNLTB, contractuele afspraak of anderszins aan dit reglement van de KNLTB zijn onderworpen. Personen, die op grond van een tuchtreglement van een KNLTB tennisvereniging onder de tuchtrechtspraak van de vereniging vallen, vallen daarmee automatisch ook onder het tuchtreglement van de KNLTB. c. elke vorm van gedrag van de in lid 1 sub a en b aangeduide personen en instanties, dat in strijd is met een van de gedragscodes van de KNLTB, in ernstige mate in strijd is met de statuten, reglementen of besluiten van de KNLTB dan wel met statuten, reglementen en besluiten van een vereniging, die bij de KNLTB is aangesloten dan wel waardoor de KNLTB en/of tennissport onrechtmatig wordt benadeeld. 2. Het reglement Fair Play van de KNLTB is niet van toepassing op: a. gedragingen, waarvoor in een regeling van de KNLTB of tennisvereniging een andere procedure is vastgesteld, zoals voor administratieve overtredingen in eerste aanleg en protesten/klachten in het kader van het Competitie- en Toernooireglement. b. klachten over de dienstverlening van de KNLTB die niet het gevolg zijn van gedragingen, zoals genoemd in artikel 1 van dit Tuchtreglement. Artikel 2 Bevoegdheid opleggen straffen 1. Alleen de in dit reglement genoemde Ttuchtcommissie en in beroep de Ccommissie van Bberoep zijn bevoegd straffen, zoals genoemd in artikel 27 lid 2, op te leggen. Die bevoegdheid laat onverlet de bevoegdheid van het Bondsbestuur en andere bevoegde organen om een ordemaatregel te nemen daar waar zij die bevoegdheid conform dit reglement, statuten of andere reglementen is verleend. Een door het Bondsbestuur of ander bevoegd orgaan genomen ordemaatregel sluit niet uit dat ter zake van dezelfde feiten een tuchtrechtelijke veroordeling kan plaatsvinden. 2. Het behandelen van een zaak op grond van het algemene strafrecht of ander rechtsgebied sluit niet uit dat deze zaak ook tuchtrechtelijk behandeld wordt door de KNLTB. 3. Zoals beschreven in het Algemeen Reglement heeft de KNLTB heeft een zelfstandige bevoegdheid om al dan niet sancties van andere instantie(s) over te nemen en is autonoom in het toepassen van haar tuchtrecht. Hoofdstuk 2: Meldingen, meldpunt KNLTB en Ccompliance Oofficer Artikel 3 Meldingen en meldpunt KNLTB 1. Ieder persoon of instantie kan een melding van gedrag (=misdraging), dat voldoet aan in het artikel 1 gestelde, doen bij het meldpunt van de KNLTB of een ander daartoe aangewezen/bevoegd meldpunt. Onder gedrag wordt zowel verstaan een doen als een nalaten. 2. De melding van de misdraging kan zowel mondeling als schriftelijk geschieden. De melding kan ook anoniem worden gedaan. 3. Indien het bestuur van een KNLTB tennisvereniging kennis krijgt van een ernstige misdraging verband houdende met het doen of nalaten in strijd met de gedragscodes, reglementen etc. van de KNLTB is zij verplicht dit door te melden aan het meldpunt van de KNLTB. De KNLTB neemt in dat geval de melding van de KNLTB tennisvereniging over. Onder ernstige misdraging wordt in dit verband in ieder geval verstaan misdragingen in de vorm van seksuele intimidatie, matchfixing en doping, het toebrengen van lichamelijk letsel en andere misdrijven. 4. Ieder persoon, die een redelijk vermoeden heeft, dat er sprake is van een ernstige misdraging, zoals omschreven in artikel 1, is gehouden daarvan melding te doen bij het daartoe aangewezen meldpunt. 2

226 Reglement Fair Play KNLTB 5. De KNLTB draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het KNLTB meldpunt binnen en buiten kantooruren. De KNLTB kan hiervoor ook zorgdragen door middel van afspraken met externe instanties, zoals het Vertrouwenspunt Sport van NOC*NSF. Artikel 4 Compliance Officer 1. Door het Bondsbestuur is minimaal één Ccompliance Oofficer aangesteld, die op het Bbondsbureau werkzaam is en aan de vereisten van integriteit, deskundigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid voldoet. Deze persoon wordt, voor zover noodzakelijk, vrijgemaakt van normale werkzaamheden, indien er een beroep op hem wordt gedaan voor mogelijke meldingen in het kader van dit reglement. 2. De Ccompliance Oofficer dan wel door het Bondbestuur aangewezen pers(o)on(en) ontvangen alle meldingen die bij het meldpunt binnenkomen. Hij is verantwoordelijk voor een adequate behandeling van de melding en/of ziet toe op de verdere afhandeling. 3. De Ccompliance Oofficer verwijst door naar een andere instantie binnen en buiten de KNLTB in het geval hij van oordeel is dat het een melding betreft die niet onder het reglement Fair Play van de KNLTB valt, maar wel opgelost kan of dient te worden. 4. De Ccompliance Oofficer is verantwoordelijk voor deugdelijke registratie en verslaglegging van alle meldingen en rapporteert periodiek hierover aan de Iintegriteitscommissie, Directie, Bondsbestuur en andere door het Bondsbestuur aangewezen gremia. 5. Indien de CO Compliance Officer zelf betrokken is bij de melding, neemt het Bondsbestuur of een door het Bondsbestuur aangewezen functionaris, de melding in behandeling. Artikel 5 Terugkoppeling aan melder en beoordeling melding door de Ccompliance Oofficer 1. De CO Compliance Officer doet uiterlijk binnen vijf werkdagen na ontvangst een eerste terugkoppeling aan de melder om de ontvangst van de melding te bevestigen en/of om enkele verificatievragen te stellen. Dit doet hij om te kunnen beoordelen of hij deze melding moet door leiden en voordragen als officiële zaak. Hij geeft zo nodig ook informatie aan de melder over de vervolgstappen in de procedure. 2. De CO Compliance Officer kan ook adviesvragen beantwoorden of deze vragen door leiden aan een vertrouwenspersoon binnen de KNLTB of van het Vertrouwenspunt Sport van NOC *NSF. 3. De CO Compliance Officer doet een eerste beoordeling van de melding binnen enkele werkdagen nadat de melding is ontvangen. Hij kijkt op basis van een checklist naar de ernst van de misdraging, de geloofwaardigheid van de melding en beoordeelt onder meer of de melding een officiële zaak wordt of niet. Artikel 6 - Integriteitscommissie 1. Indien de CO Compliance Officer twijfelt over de follow-up van de melding, kan hij ruggespraak houden met de Iintegriteitscommissie van de KNLTB. De CO Compliance Officer doet dit direct na of tijdens zijn eerste beoordeling van de melding. 2. De Iintegriteitscommissie bestaat uit de CO Compliance Officer en ten minste drie andere personen, zoals deskundige managers en/of bestuursleden en/of daartoe gevraagde deskundige vrijwilligers. 3. Het Bondsbestuur benoemt de leden van de Iintegriteitscommissie. 4. De CO Compliance Officer kan de Iintegriteitscommissie inschakelen bij integriteitsgevoelige of lastige kwesties, waar hij zelf geen antwoord op weet of twijfelt over de follow-up van de melding. 5. De Iintegriteitscommissie overlegt over de casus en beslist uiterlijk binnen vijf werkdagen na het verzoek van de CO Compliance Officer over de follow-up van de melding, tenzij het spoedeisende karakter van de melding een snellere beslissing van de Iintegriteitscommissie vereist. Artikel 7 Vervolgstappen Ccompliance Oofficer 1. De Ccompliance Oofficer onderneemt, conform zijn eigen eerste beoordeling dan wel de beslissing van de Iintegriteitscommissie, aansluitend direct een of meer van de volgende vervolgstappen: a. Besluit de melding niet door te zetten c.q. niet in behandeling te nemen en informeert de melder daarover onder vermelding van de reden hiervan en de periode waarbinnen de melder hierop kan reageren. Na afloop van die periode wordt de melding als afgedaan beschouwd. Indien de melder alsnog reageert, brengt de CO Compliance Officer de 3

227 Reglement Fair Play KNLTB kwestie in ieder geval in de Iintegriteitscommissie, tenzij de Iintegriteitscommissie er al bij betrokken was. b. Doet aangifte van de misdraging bij het Openbaar Ministerie. c. Draagt de zaak over aan de Aaanklager van de KNLTB. d. Stuurt de zaak door op basis van vastgelegde criteria en afspraken naar een andere instantie, zoals: i. Tennis Integrity Unit, in geval van matchfixing/betting; ii. Tennis Anti-Doping Working Group/ WADA, in geval van doping internationaal; iii. Nationale Dopingautoriteit, in geval van doping nationaal; iv. ITF, ATP, WTA, Grand Slams; v. Vertrouwenspunt Sport NOC *NSF. 2. Tevens informeert de CO Compliance Officer relevante personen en instanties op basis van criteria en afspraken, die door het Bondsbestuur zijn vastgesteld, waaronder het "need to know" principe. 3. De CO Compliance Officer kan het Bondsbestuur of een andere daartoe bevoegde instantie verzoeken om een ordemaatregel te nemen. 4. De CO Compliance Officer houdt de voortgang van zaken bij externe instanties in de gaten en informeert de betrokken personen of instanties, zodat indien relevant de KNLTB de noodzakelijke acties kan uitvoeren. Hoofdstuk 3: Aanklager en Oonderzoekscommissie Artikel 8 Aanklager, benoeming en einde lidmaatschap 1. De Aaanklager is verplicht om bij het vermoeden van een misdraging als bedoeld in artikel 1 van dit reglement een zaak tegen de betrokken persoon of instantie in behandeling te nemen. 2. Er worden ten minste twee Aaanklagers benoemd door de Ledenraad op voordracht van het Bondsbestuur. 3. Een Aaanklager kan de zaak door een collega- Aaanklager laten overnemen. 4. Een Aaanklager wordt benoemd voor de duur van twee jaren. Een persoon is in de functie van Aaanklager benoembaar tot een maximum van vijf aaneengesloten perioden van twee jaar. Nadat een persoon vijf maal tot Aaanklager is benoemd, kan hij nadien niet tot Aaanklager worden benoemd dan nadat een daaropvolgende periode van twee jaren is verstreken. 5. De functie van Aaanklager eindigt: a. door bedanken; b. door het verstrijken van de termijn waarvoor de Aaanklager is verkozen; c. door het aanvaarden van een functie die ingevolge artikel 16 onverenigbaar is met de functie van Aaanklager; d. door overlijden; e. door ontslag door de Ledenraad. 6. De Ledenraad kan ook besluiten een Aaanklager te schorsen. Artikel 9 Bevoegdheden 1. De Aaanklager heeft drie mogelijkheden ten behoeve van de waarheidsvinding: a. zelf onderzoek verrichten; b. een Oonderzoekscommissie instellen; c. andere onderzoekscapaciteit aanvragen bij de KNLTB. 2. De Aaanklager beoordeelt of de melding binnen de kaders van de meldregeling valt, of de melding serieus is en of in dit stadium andere personen en/of instanties geïnformeerd dienen te worden. 3. Hangende het onderzoek kan de Aaanklager een ordemaatregel opleggen dan wel een verzoek doen bij het Bondbestuur tot het opleggen van een ordemaatregel. 4. Voor het onderzoek zoals genoemd in lid 1 wordt een budget vastgesteld. 5. De Aanklager is bevoegd de door de melder of via andere kanalen genoemde betrokken persoon/personen te horen en verklaringen af te nemen. Genoemde betrokken personen zijn indien zij onder het tuchtrecht van de KNLTB vallen - verplicht alle gevraagde inlichtingen en gegevens te verstrekken. 6. Indien de Aaanklager zelf onderzoek verricht dan wel onderzoekscapaciteit ingeschakeld wordt, dient dit onderzoek binnen tien werkdagen na ontvangst van de melding door de CO Compliance Officer respectievelijk het moment van de beschikbaarstelling van de onderzoekscapaciteit, afgerond te zijn. 4

228 Reglement Fair Play KNLTB Toelichting wijziging: Lid 5 toegevoegd aan het artikel. Er geldt nu voor betrokkenen bij een tuchtprocedure alleen de verplichting om mee te werken aan een onderzoek van de Onderzoekscommissie. Dat zou betekenen dat als de Aanklager zelf onderzoek wil doen en niet de Onderzoekscommissie inschakelt en tegen een niet meewerkend persoon aanloopt, hij/zij eerst de Onderzoekscommissie zou moeten inschakelen om een verklaring danwel inlichtingen te verkrijgen. Artikel 10 Onderzoekscommissie, instelling en samenstelling 1. Het Bondsbestuur benoemt meerdere personen op basis van hun deskundigheid en ervaring die afhankelijk van de zaak deel kunnen uitmaken van een Oonderzoekscommissie. 2. De Aaanklager stelt uit de genoemde personen als vermeld in lid 1 een Oonderzoekscommissie samen, bestaande uit minimaal drie leden. 3. Bij het samenstellen van de Oonderzoekscommissie wordt getracht minimaal één deskundige op het gebied van het onderwerp van de melding en één lid met kennis op het terrein van onderzoek- en waarheidsvinding zitting te laten hebben. Daarnaast wordt zo veel mogelijk getracht dat beide seksen in de Oonderzoekscommissie vertegenwoordigd worden. 4. De Oonderzoekscommissie kan zo nodig besluiten zich te laten bijstaan door een extern deskundige; deze is geen lid maar adviseur van de Oonderzoekscommissie. 5. De leden van de Oonderzoekscommissie mogen zelf niet bij de melding betrokken zijn en geen persoonlijk belang hebben bij de afhandeling van de melding. Artikel 11 Onderzoekscommissie, taken en bevoegdheden 1. De Oonderzoekscommissie heeft tot taak een melding te onderzoeken op waarheidsgehalte (derhalve inclusief de betrouwbaarheid van de melder en de kwaliteit van de aangeleverde informatie), gegrondheid en verwijtbaarheid. 2. De Oonderzoekscommissie is bevoegd de door de melder of via andere kanalen genoemde betrokken persoon/personen te horen en verklaringen af te nemen. Genoemde betrokken personen zijn indien zij onder het tuchtrecht van de KNLTB vallen - verplicht alle gevraagde inlichtingen en gegevens te verstrekken. 3. Ook is de Oonderzoekscommissie bevoegd zo nodig in overleg met de Aaanklager andere personen te horen die genoemd worden in de verklaringen van eerdere gehoorden. De Oonderzoekscommissie stelt de verklaringen op schrift en laat deze - indien mogelijk - bevestigen door de gehoorden. Het onjuist verstrekken van inlichtingen en gegevens is een misdraging. Deze misdraging volgt de tuchtrechtprocedure als vermeld in artikel 8 lid De Oonderzoekscommissie doet zo snel mogelijk onderzoek naar de melding en bericht de Aaanklager hierover uiterlijk binnen tien werkdagen nadat de Oonderzoekscommissie het verzoek tot onderzoek van de Aaanklager heeft ontvangen. Artikel 12 Uitkomsten onderzoek 1. De Aaanklager beslist en onderneemt een of meer van de volgende acties uiterlijk binnen vijf werkdagen na (ontvangst van de uitkomsten van) het onderzoek: a. maakt een tuchtrechtzaak aanhangig; b. seponeert de zaak gemotiveerd; c. draagt de zaak over aan het Openbaar Ministerie; d. doet een schikkingsvoorstel. 2. De Aaanklager informeert de CO Compliance Officer terstond over zijn genomen besluit(en) en rapporteert hierover aan Directie en Bondsbestuur. Indien de Aaanklager besluit tot seponering van de zaak, wordt ook de aangeklaagde en het slachtoffer en/of benadeelde hierover geïnformeerd. 3. Indien betrokkene het schikkingsvoorstel accepteert maakt de Aaanklager geen strafzaak aanhangig bij de Ttuchtraad. De in het schikkingsvoorstel vervatte straf of maatregel is bindend, onherroepelijk en niet vatbaar voor beroep. 4. De Aaanklager is bij uitsluiting van elk ander orgaan bevoegd om een zaak aanhangig te maken bij de Ttuchtraad. 5. Het is aan de Aaanklager om een zaak over te dragen aan het Openbaar Ministerie indien de misdragingen dusdanig ernstige strafbare feiten betreffen dat die (ook) daar thuishoren. De 5

229 Reglement Fair Play KNLTB Aaanklager kan in zo n geval de zaak niet teruggeven aan de melder met het advies zelf aangifte te doen bij het OM. Hoofdstuk 4: Tuchtrechtelijke organisatie Artikel 13 Tuchtcommissie en Ccommissie van Bberoep 1. De tuchtrechtspraak binnen de KNLTB wordt in eerste aanleg uitgeoefend door een Ttuchtcommissie en in hoogste instantie door een Ccommissie van Bberoep. 2. De Ttuchtcommissie en de Ccommissie van Bberoep zijn organen van de KNLTB en doen uitspraak in naam van de KNLTB. Artikel 14 Samenstelling en benoeming Ttuchtraad en Rraad van Bberoep 1. Het Bondsbestuur maakt een aanbeveling op voor de benoeming van de leden van de raden conform het in artikel 11 lid 6 van het Algemeen Reglement bepaalde. 2. De Ledenraad benoemt meerdere personen op basis van hun deskundigheid en ervaring die afhankelijk van de zaak deel kunnen uitmaken van de Ttuchtraad, waaronder een voorzitter. 3. De Ledenraad benoemt meerdere personen op basis van hun deskundigheid en ervaring die afhankelijk van de zaak deel kunnen uitmaken van de Rraad van Bberoep, waaronder een voorzitter. 4. De Ttuchtraad bestaat uit een groep van minstens vier personen, onder wie een voorzitter, die elk bevoegd zijn één of meer aanhangig gemaakte tuchtprocedures alleen te behandelen. 5. De Rraad van Bberoep bestaat uit een groep van minstens vijf personen, onder wie een voorzitter, die elk bevoegd zijn één of meer aanhangig gemaakte tuchtprocedures alleen te behandelen. 6. De leden van de Ttuchtraad of Rraad van Bberoep moeten allen meerderjarig zijn. 7. In de Ttuchtraad en Rraad van Bberoep dienen personen zitting te hebben die gezamenlijk de deskundigheid bezitten om over alle in de gedragscodes voorkomende misdragingen recht te spreken. Daarnaast wordt zo veel mogelijk getracht dat beide seksen in de raden vertegenwoordigd worden. 8. De Tuchtcommissie en Commissie van Beroep worden voor een bepaalde zaak samengesteld uit leden van respectievelijk de Tuchtraad en Raad van Beroep. 9. De voorzitter van de Ttuchtraad bepaalt uit de Ttuchtraad de samenstelling van de Ttuchtcommissie voor een bepaalde zaak zulks op aangeven van de Ccompliance Oofficer. Ttuchtcommissie voor een betreffende zaak kan bestaan uit één persoon of drie personen. 10. De voorzitter van de Rraad van Bberoep bepaalt uit de Rraad van Bberoep de samenstelling van de Ccommissie van Bberoep voor een bepaalde zaak zulks op aangeven van de Ccompliance Oofficer. De Ccommissie van Bberoep voor een betreffende zaak kan bestaan uit één persoon of drie personen. 11. De leden van de commissies dienen volledig onafhankelijk hun functie uit te oefenen. 12. De leden van de raden worden benoemd voor de duur van twee jaren. De leden van de raden zijn benoembaar tot een maximum van vijf aaneengesloten perioden van twee jaren. Nadat een lid van die raad is benoemd, kan hij nadien niet tot lid van die raad worden benoemd dan nadat een daaropvolgende periode van twee jaren is verstreken. 13. Zowel een Ttuchtcommissie als een Ccommissie van Bberoep wordt ondersteund door een Ssecretaris, die geen lid is van een Ttuchtcommissie of een Ccommissie van Bberoep. De Ssecretaris van een Ttuchtcommissie en een Ccommissie van Bberoep kan niet dezelfde persoon zijn. Toelichting wijziging: Lid 8 toegevoegd aan het artikel. Er zijn diverse vragen geweest over het verschil tussen Raad en Commissie, daarom in lid 8 een verduidelijking van de verhoudingen tussen die twee. Artikel 15 Einde lidmaatschap raden 1. Het lidmaatschap van de Ttuchtraad of van de Rraad van Bberoep eindigt: a. door bedanken als lid van de raad; b. door het verstrijken van de termijn waarvoor het lid was benoemd, behoudens zijn eventuele herbenoeming; c. door het aanvaarden van een functie die ingevolge artikel 14 lid 101 en artikel 16 van dit reglement onverenigbaar is met het lidmaatschap van de raad; 6

230 Reglement Fair Play KNLTB d. door overlijden; e. door ontslag door de Ledenraad. 2. De Ledenraad kan ook een lid van de Ttuchtraad of Rraad van Bberoep schorsen. Toelichting wijziging: Door het invoegen van artikel 14 lid 8 moet de verwijzing naar het artikel worden aangepast, omdat de nummering doorschuift. Artikel 16 Onverenigbaarheden 1. Het lidmaatschap van de Ttuchtraad of van de Rraad van Bberoep en de functie van Aaanklager is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Ledenraad, het Bondsbestuur, Districtsraad van de KNLTB of van een landelijke commissie -expertgroep of landelijke werkgroep. 2. Zij die een dienstverband hebben met de KNLTB kunnen geen deel uitmaken van de Ttuchtraad of de Rraad van Bberoep of de functie van Aaanklager vervullen. 3. Een lid van een Ttuchtraad kan niet tegelijk zitting hebben in de Rraad van Bberoep, noch na zijn aftreden als lid van de Ttuchtraad aansluitend als lid van de Rraad van Bberoep betrokken zijn bij de behandeling van een zaak, waarover hij als lid van de Ttuchtcommissie heeft geoordeeld. 4. Een lid van de Ttuchtcommissie of van de Ccommissie van Bberoep of in de functie van Aaanklager mag niet aan de behandeling van een zaak deelnemen, indien hij op enigerlei wijze bij de zaak betrokken is (geweest): a. persoonlijk; b. uit hoofde van een van zijn functies; c. als lid of functionaris van een vereniging die bij de zaak betrokken is. 5. Indien een lid van de Ttuchtcommissie of van de Ccommissie van Bberoep voor of tijdens de behandeling van een zaak meent dat zich een onverenigbaarheid voordoet of indien een commissielid zich om een andere reden wenst terug te trekken van de behandeling van een zaak, doet hij hiervan zo spoedig mogelijk met opgave van reden melding aan de betreffende commissie, die alsdan in onderling overleg een ander lid van de raad aanwijst. 6. Indien een Aaanklager voor of tijdens de behandeling van een zaak meent dat zich een onverenigbaarheid voordoet of indien een Aaanklager zich om een andere reden wenst terug te trekken van de behandeling van een zaak, doet hij hiervan zo spoedig mogelijk met opgave van reden melding aan een collega- Aaanklager, die alsdan in onderling overleg een andere Aaanklager aanwijst om de zaak te behandelen. Toelichting wijziging: Expertgroepen zijn niet vastgelegd in het Algemeen Reglement of de Statuten, daarom ook verwijderd uit dit reglement. Ter verduidelijking is landelijke voor werkgroep geplaatst. Artikel 17 Bevoegdheden 1. De Ttuchtcommissie is bevoegd zaken te behandelen betreffende alle misdragingen als bedoeld in artikel 1 van dit reglement. 2. De Ccommissie van Bberoep is bevoegd in beroep te behandelen alle zaken, die door de Ttuchtcommissie en/of in eerste aanleg door de Landelijke Commissie Administratieve Overtredingen (LCAO) zijn behandeld en/of wanneer de Commissie van Beroep is aangewezen als beroepsorgaan conform een reglement of besluit van de KNLTB. 3. Wanneer bij de Ttuchtcommissie of Ccommissie van Bberoep een redelijk vermoeden bestaat dat (ook) een andere dan de aanhangig gemaakte misdraging heeft plaatsgevonden kan de Ttuchtcommissie of Ccommissie van Bberoep daarvan melding doen aan de Compliance Officer het Bondsbestuur of de daartoe aangewezen instantie. 4. Als de Ttuchtcommissie of Ccommissie van Bberoep tijdens een behandeling tot het oordeel komt dat de aangeklaagde (ook) een andere dan de aanhangig gemaakte misdraging heeft begaan, kan de Ttuchtcommissie of Ccommissie van Bberoep dit in zijn behandeling en beoordeling meenemen. 5. De Ttuchtcommissie en Ccommissie van Bberoep zijn bevoegd, zodra een zaak te harer kennis is gebracht, met onmiddellijke ingang een ordemaatregel op te leggen, indien daartoe 7

231 Reglement Fair Play KNLTB naar het oordeel van Ttuchtcommissie of de Ccommissie van Bberoep gezien de ernst van de zaak aanleiding bestaat. 6. De Ttuchtcommissie of Ccommissie van Bberoep is bevoegd leden, organen of commissies van de KNLTB, iedereen die onder het tuchtrecht van de KNLTB valt en derden te raadplegen, te horen of te ondervragen. Die zijn op hun beurt verplicht desgevraagd alle inlichtingen te verstrekken ter zitting, waartoe zij tijdig door de betreffende commissie dienen te worden opgeroepen. Het onjuist verstrekken van inlichtingen en gegevens c.q. het onjuist getuigen is een misdraging. Op deze misdraging volgt de tuchtrechtprocedure als vermeld in artikel 8 lid 1. Toelichting wijziging: Lid 2 - De Raad van Beroep wordt ook ingeschakeld voor beroepen die niet voorkomen uit zaken via de LCAO of de Tuchtcommissie. Zij houden zich bijvoorbeeld ook bezig met beroepen voortkomend uit beslissingen van Wedstrijdtennis (Competitieleider) en beslissingen conform het Licentiereglement. Daarom is het wenselijk dat dit artikel verduidelijkt wordt, om de bevoegdheden van de Raad van Beroep goed vast te leggen. Lid 3 - Misdragingen in de zin van Fair Play moeten niet aan Bondsbestuur gemeld worden maar aan de Compliance Officer. Hoofdstuk 5: Tuchtrechtelijke procedure Artikel 18 Aanhangig maken Een zaak wordt door de Aaanklager aanhangig gemaakt bij de Ttuchtraad door indiening van een schriftelijke gedane en met redenen omklede strafklacht. Artikel 19 Niet-ontvankelijkheid De Ttuchtcommissie is bevoegd om vanwege naar haar oordeel gegronde redenen een aanhangig gemaakte zaak niet ontvankelijk te verklaren. Artikel 20 Het ten laste leggen 1. De Aaanklager legt de aangeklaagde een misdraging ten laste door middel van een schriftelijke gedane mededeling met een ontvangstbevestiging van de zijde van de aangeklaagde. 2. Deze mededeling dient ten minste te vermelden: a. de misdraging die de aangeklaagde ten laste wordt gelegd; b. de aanduiding van tijd en plaats waarop de misdraging zou zijn begaan; c. opgave van de termijn waarbinnen de aangeklaagde een verweerschrift kan indienen; d. de rechten en plichten van de aangeklaagde. Artikel 21 De bevoegdheid van de aangeklaagde 1. De aangeklaagde is bevoegd zich in elke fase van de behandeling van zijn zaak te laten bijstaan door een raadsman, dan wel door enig ander persoon. 2. In geval van minderjarigheid kan de aangeklaagde zich naast door een raadsman of ander persoon zich ook laten bijstaan door een ouder, voogd of verzorger. 3. De aangeklaagde is bevoegd schriftelijk verweer te voeren. 4. Het verweerschrift dient binnen tien werkdagen na dagtekening van de mededeling als bedoeld in artikel 20 in het bezit te zijn van de Ssecretaris van de Ttuchtcommissie. 5. Indien een verweerschrift niet binnen de gestelde termijn is ontvangen, kan de Ttuchtcommissie aannemen dat de aangeklaagde afstand doet van zijn recht op schriftelijk verweer. Indien er een mondelinge behandeling plaatsvindt, heeft de aangeklaagde nog wel het recht op mondeling verweer. Artikel 22 Behandeling 1. De behandeling van een tuchtzaak door de Ttuchtcommissie wegens een misdraging als bedoeld in artikel 1 kan mondeling of schriftelijk plaatsvinden. Indien de Tuchtcommissie besluit tot een mondelinge behandeling, of de aangeklaagde hiertoe verzoekt om een mondelinge behandeling, zal de behandeling mondeling plaatsvinden. 8

232 Reglement Fair Play KNLTB 2. De mondelinge behandeling vindt in beginsel niet in het openbaar plaats, tenzij de Ttuchtcommissie anders beslist. 3. De mondelinge behandeling mag worden bijgewoond door: a. de aangeklaagde en/of diens wettelijke vertegenwoordiger(s); b. het slachtoffer; c. de raadsman van de aangeklaagde; d. de getuige(n); e. een toehoorder. Indien het belang van het onderzoek zich daartegen verzet, kan de Ttuchtcommissie bepalen, dat een of meer van de onder a tot en met e genoemde personen geen toegang heeft tot de zitting of een deel van de zitting. 4. Een tuchtprocedure kan alsnog worden gestart als de misdragingen hebben plaatsgevonden tijdens het lidmaatschap van de aangeklaagde, dan wel dat de aangeklaagde anderszins onder het tuchtrecht van de KNLTB viel en dat nu niet meer het geval is. 5. Als de Ttuchtcommissie tijdens de behandeling tot het oordeel komt dat de aangeklaagde (ook) een andere dan de aanhangig gemaakte misdraging heeft begaan, kan de Ttuchtcommissie dit in zijn beoordeling meenemen. Toelichting wijziging: Expliciet opgenomen dat de Tuchtcommissie eveneens kan besluiten een zaak mondeling te behandelen. Artikel 23 Getuigen, deskundigen, aangeklaagden en slachtoffers 1. De Ttuchtcommissie is bevoegd voor en tijdens de behandeling getuigen en deskundigen op te roepen en te horen, de Tuchtcommissie kan voor de mondelinge behandeling een schriftelijke verklaring opvragen en/of getuige(n) oproepen voor de mondelinge behandeling. 2. Leden en aangeslotenen van de KNLTB en ieder die onder het tuchtrecht van de KNLTB valt, die gevraagd worden een getuigenverklaring af te leggen dan wel worden opgeroepen om te verschijnen als getuige, zijn verplicht te verschijnen dan wel een getuigenverklaring af te leggen. 3. Het slachtoffer kan voor en/of tijdens de behandeling gehoord worden. Tevens heeft het slachtoffer spreekrecht tijdens de behandeling, tenzij artikel 22, lid 3 slotzin van toepassing is op hem. 4. Het slachtoffer heeft het recht om tijdens de behandeling gehoord te worden in afwezigheid van de aangeklaagde. 5. De aangeklaagde heeft het recht tot zwijgen (cautie). 6. De aangeklaagde en Aaanklager zijn bevoegd tot drie werkdagen voor de aanvang van een mondelinge behandeling de Ttuchtcommissie te verzoeken de door hen voorgedragen getuigen of deskundigen bij het mondelinge onderzoek te horen. De Ttuchtcommissie kan dit verzoek geheel of gedeeltelijk gemotiveerd weigeren. 7. Een getuige is verplicht de waarheid te spreken. Het onjuist verstrekken van inlichtingen en gegevens c.q. het onjuist getuigen is een misdraging. Op deze misdraging volgt de tuchtrechtprocedure als vermeld in artikel 8 lid 1. Toelichting wijziging: Ter verduidelijking Tucht opgenomen. Artikel 24 Beraadslaging 1. De beraadslaging over de zaak geschiedt terstond na sluiting van de behandeling. 2. De beraadslaging vindt niet in het openbaar plaats. 3. De Ttuchtcommissie beslist met meerderheid van stemmen. 4. De leden van de Ttuchtcommissie dienen geheimhouding te bewaren over hetgeen tijdens de beraadslaging is besproken. Artikel 25 Uitspraak 9

233 Reglement Fair Play KNLTB 1. De Ttuchtcommissie doet uitspraak binnen uiterlijk tien werkdagen na het sluiten van de behandeling. 2. Indien de Ttuchtcommissie niet in staat is binnen deze termijn tot een uitspraak te komen, doet zij daarvan gemotiveerd mededeling aan de CO Compliance Officer, de Aaanklager en aan degene(n) tegen wie de tuchtprocedure aanhangig is gemaakt, onder vermelding van de termijn waarbinnen zij haar oordeel over de melding zal uitbrengen. 3. De Ttuchtcommissie stuurt schriftelijk, met ontvangstbevestiging, de uitspraak uiterlijk binnen vijf werkdagen nadat zij uitspraak heeft gedaan op naar de aangeklaagde, de Aaanklager, de CO Compliance Officer, het Bondsbestuur, het slachtoffer en/of benadeelde en anderen die uit hoofde van hun functie van deze uitspraak op de hoogte gebracht dienen te worden. Hoofdstuk 6: Ordemaatregel, strafoplegging en straffen Artikel 26 Ordemaatregel 1. Indien dit voor het welzijn van de aangeklaagde en/of één of meer derden noodzakelijk is of indien er voor de aangeklaagde en/of één of meer derden sprake is van een onhoudbare situatie, kan elk bevoegd orgaan dat benoemt en ontslaat een ordemaatregel nemen door aan de aangeklaagde met onmiddellijke ingang een tijdelijke beperking van de bewegingsvrijheid op te leggen inzake rechten, taken, functie(s), contacten en/of locatie(s). 2. De ordemaatregel van het Bondsbestuur, de Aaanklager, de Ttuchtcommissie en de Ccommissie van Bberoep en andere bevoegde organen is geen tuchtrechtelijke straf maar een bestuurlijke maatregel om de orde en de veiligheid van de tennissport en/of KNLTB te waarborgen. 3. De ordemaatregel kan ook worden genomen bij het vermoeden van een misdraging, zonder dat er al een (officiële) melding van gemaakt is. 4. De ordemaatregel vervalt indien: a. 30 werkdagen na de oplegging geen melding is gedaan; b. de melding c.q. zaak niet-ontvankelijk of ongegrond wordt verklaard; c. de melding c.q. zaak wordt ingetrokken; d. op basis van een tuchtprocedure definitief een straf is opgelegd; e. de Ttuchtcommissie die al dan niet op verzoek opheft. 5. De ordemaatregel kan eveneens worden genomen naar aanleiding van een strafrechtelijke klacht bij de politie of een andere daartoe aangewezen bevoegde instantie aangaande grensoverschrijdend gedrag, ongeacht of er een melding is ingediend. 6. In uitzondering op lid 4 van dit artikel staat op een van een door het Bondsbestuur, Aaanklager, Ttuchtcommissie of Ccommissie van Bberoep of ander bevoegd orgaan genomen ordemaatregel staat ingevolge dit reglement geen beroep open. Toelichting wijziging: In de praktijk het leek alsof lid 4 onder e. en lid 6 elkaar tegenspraken. Het was bij de oude formulering onduidelijk of van een ordemaatregel opgelegd door het Bondsbestuur nu wel of niet beroep openstond, doordat diegene een verzoek aan de Tuchtcommissie tot opheffing daarvan kon doen. Dat is met de toevoeging in lid 6 nu duidelijk gemaakt. Een ordemaatregel komt sowieso te vervallen na 30 dagen, bij een sepot of indien een procedure wordt doorlopen, dus hiermee wordt degene die een ordemaatregel opgelegd krijgt beschermd en kan de maatregel niet eindeloos doorlopen. Artikel 27 Straffen 1. De Ttuchtcommissie is bevoegd de zaak zonder strafoplegging af te doen. 2. Indien de Ttuchtcommissie van oordeel is dat de aanhangig gemaakte misdraging is begaan, legt zij aan de aangeklaagde een van de volgende straffen op: a. In geval van personen (zoals genoemd in artikel 1 lid 1): i. berisping/waarschuwing; ii. schorsing voor een duur van maximaal vijf jaren; iii. een geldboete en/of betaling van een schadevergoeding; iv. het verbod om deel te nemen aan één of meer door de KNLTB georganiseerde wedstrijden voor een duur van maximaal drie jaren; 10

234 Reglement Fair Play KNLTB v. een verbod om tennisles te geven, te trainen of trainingen te verzorgen voor bepaalde of onbepaalde tijd; vi. ontzegging van de toegang tot het terrein van de vereniging voor een duur van maximaal drie jaren; vii. een verbod voor bepaalde of onbepaalde tijd tot uitoefening van een functie binnen de KNLTB en/of een vereniging en/of tennissport; viii. ontzetting uit het lidmaatschap (royement) van de KNLTB. b. In geval van verenigingen, wedstrijdcomités, tennisscholen en overige instanties (zoals genoemd in artikel 1 lid 1): i. berisping/waarschuwing; ii. een geldboete en/of betaling van een schadevergoeding; iii. ontzegging van het recht om wedstrijden te organiseren en/of aan wedstrijden deel te nemen, en/of om vergaderingen te bezoeken; iv. ontzetting van de toegang tot het terrein van de vereniging voor een duur van maximaal drie jaren; v. ontzetting uit het lidmaatschap (royement) van de KNLTB. 3. Indien een sanctie voor een bepaalde duur geldt of voor bepaalde activiteiten of functies wordt hiervan in de uitspraak mededeling gedaan. 4. Met uitsluiting van de berisping en een royement kunnen de in lid 2 genoemde straffen geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk worden opgelegd. 5. Indien de aangeklaagde binnen de termijn van de voorwaardelijk opgelegde straf weer een misdraging begaat, kan de Ttuchtcommissie beslissen het voorwaardelijke gedeelte alsnog in een onvoorwaardelijke straf om te zetten en daarnaast een straf op te leggen voor de nieuwe misdraging. 6. Een opgelegde straf wordt met onmiddellijke ingang na de uitspraak van kracht, tenzij door de Ttuchtcommissie anders is bepaald. 7. Indien de aangeklaagde meer misdragingen heeft begaan, kan voor elke misdraging afzonderlijk een straf worden opgelegd. Een berisping, een schorsing en een royement kunnen niet tezamen met een andere sanctie worden opgelegd. De Ttuchtcommissie kan ook in het geval van meer misdragingen volstaan met het opleggen van één straf. 8. De Ttuchtcommissie en Ccommissie van Bberoep zijn bevoegd het Bondsbestuur met onmiddellijke ingang te verzoeken een ordemaatregel op te leggen, indien daartoe naar het oordeel van de Ttuchtcommissie dan wel de Ccommissie van Bberoep gezien de ernst van de zaak aanleiding bestaat. 9. Bij het opleggen van een straf kan door de Ttuchtcommissie en Ccommissie van Bberoep rekening gehouden worden met de situatie die na het beëindigen van de sanctie tussen partijen kan ontstaan. Er kunnen door de Ttuchtcommissie of de Ccommissie van Bberoep beperkingen of aanwijzingen opgelegd worden aan de aangeklaagde in de omgang met het slachtoffer. 10. Onherroepelijke tuchtrechtelijke veroordelingen worden geregistreerd conform afspraken binnen NOC*NSF, de KNLTB of andere daartoe bevoegde instanties. Een en ander vindt plaats binnen de wettelijke kaders. De Ssecretaris van de Ttuchtcommissie danwel de Ssecretaris van de Ccommissie van Bberoep bij een beroepszaak doet de opgave van bedoelde tuchtrechtelijke veroordeling aan de beheerder van het registratiesysteem. Hoofdstuk 7: Beroep Artikel 28 Bevoegdheid tot het instellen van beroep 1. Bij de Rraad van Bberoep kan beroep worden ingesteld tegen: a. een sepot van de Aaanklager; b. de uitspraak van de Ttuchtcommissie; c. de uitspraak van de Landelijke Commissie Administratieve Overtredingen; d. overige besluiten en uitspraken waarvoor conform de reglementen van de KNLTB beroep bij de Rraad van Bberoep openstaat. 2. Het beroep kan worden ingesteld door: a. de aangeklaagde; b. de Aaanklager; c. slachtoffer(s) en of benadeelde(n); d. het Bondsbestuur; en e. diegene die in een besluit van de KNLTB expliciet benoemd wordt. 11

235 Reglement Fair Play KNLTB Toelichting wijziging: Door deze toevoeging wordt verduidelijkt dat bij besluiten van bijvoorbeeld de Competitieleider er beroep open staat bij de Raad van Beroep. Het gaat dus om niet Fair-Play gerelateerde zaken. Artikel 29 Beroepschrift 1. Beroep tegen de uitspraak staat open bij de Ccommissie van Bberoep, binnen tien werkdagen na dagtekening van de uitspraak. 2. Het beroep dient schriftelijk en gemotiveerd aanhangig te worden gemaakt. 3. Het niet in acht nemen van de beroepstermijn, het niet betalen van het bedrag om in beroep te kunnen gaan en het niet vermelden van de bezwaren tegen de gewraakte beslissing heeft een niet-ontvankelijkheid van het beroep tot gevolg, tenzij de Ccommissie van Bberoep van oordeel is, dat het verzuim de aangeklaagde niet kan worden aangerekend c.q. de Ccommissie van Bberoep op verzoek van de klager gemotiveerd tot verlenging van de beroepstermijn besluit. Artikel 30 Behandeling, beraadslaging en uitspraak Ccommissie van Bberoep 1. De Ccommissie van Bberoep beoordeelt het beroep binnen tien werkdagen nadat het aanhangig is gemaakt en het bedrag om in beroep te mogen gaan betaald is. 2. De Ccommissie van Bberoep beoordeelt in het beroep de motieven van degene die het beroep heeft ingesteld en of de Aaanklager, de Ttuchtcommissie of, de LCAO, of het orgaan van de KNLTB in redelijkheid tot de betwiste uitspraak heeft kunnen komen. 3. De uitspraak van de Ccommissie van Bberoep kan uitsluitend zijn: a. Indien de Ccommissie van Bberoep van oordeel is dat de uitspraak van de Aaanklager, de Ttuchtcommissie of, de LCAO, of het orgaan van de KNLTB in stand kan blijven, handhaaft zij deze uitspraak. b. Indien de Ccommissie van Bberoep van oordeel is dat de uitspraak van de Aaanklager, de Ttuchtcommissie of, de LCAO, of het orgaan van de KNLTB niet in stand kan blijven, wijzigt zij deze uitspraak en bepaalt zij of de aangeklaagde wordt vrijgesproken, dan wel legt zij aan de aangeklaagde een straf op. 4. De Ccommissie van Bberoep doet uitspraak over het beroep binnen twintig werkdagen na het indienen van het beroep. 5. De Ccommissie van Bberoep brengt haar uitspraak zo spoedig mogelijk na behandeling via schriftelijk weg ter kennis van aan de aangeklaagde, de Aaanklager, de CO Compliance Officer, het Bondsbestuur, het slachtoffer en/of benadeelde, de Ttuchtcommissie en anderen die uit hoofde van hun functie van deze uitspraak op de hoogte gebracht dienen te worden. Toelichting wijziging: Lid 2 en 3: De Commissie van Beroep behandelt meer dan alleen Fair Play of administratieve overtredingen. Zij behandelen ook zaken die voortkomen uit het Licentiereglement of na beslissingen van de Competitieleider. Er staat dus op basis van verschillende reglementen een beroepsprocedure open. Daarom is er gekozen voor een generieke verwoording door middel van een orgaan van de KNLTB. Hoofdstuk 8: Termijnen Artikel 31 Afwijken van termijnen 1. Hoewel het voor de procesgang erg belangrijk gevonden wordt om de termijnen zo kort mogelijk te houden is de CO Compliance Officer, de Iintegriteitscommissie, de Aaanklager, de Oonderzoekscommissie, de Ttuchtcommissie en de Ccommissie van Bberoep te allen tijde bevoegd van de in dit reglement opgenomen termijnen af te wijken. Zij doet hiervan met reden omkleed mededeling aan de betrokken partijen, onder vermelding van een nieuwe termijn. 2. Indien de CO Compliance Officer, de Iintegriteitscommissie, de Aaanklager, de Oonderzoekscommissie, de Ttuchtcommissie of de Ccommissie van Bberoep van oordeel is dat behandeling van de melding een spoedeisend karakter heeft, dan kan zij de in dit reglement genoemde termijnen bekorten. De CO Compliance Officer, de Aaanklager, de 12

236 Reglement Fair Play KNLTB Ttuchtcommissie en de Ccommissie van Bberoep delen dit met de aangeklaagde en de andere betrokken partijen via schriftelijke weg en met opgave van reden(en). 3. De totale maximale duur van de gehele behandeling van de zaak, met inachtneming van beroep, mag niet langer dan vijf maanden in beslag nemen. Hoofdstuk 9: Tenuitvoerlegging Artikel 32 Tenuitvoerlegging 1. Het Bondsbestuur is verplicht ervoor te zorgen dan wel erop toe te zien dat opgelegde straffen ten uitvoer worden gelegd. 2. Een opgelegde straf wordt van kracht en staat onherroepelijk vast, indien daartegen binnen de beroepstermijn geen beroep is ingesteld; een opgelegde straf wordt ook van kracht en staat onherroepelijk vast, indien na de gevolgde beroepsprocedure geen beroep meer openstaat. Ordemaatregelen worden beëindigd. 3. De tenuitvoerlegging vindt onmiddellijk na de uitspraak plaats. Indien er een beroep is aangetekend bepaalt de Ccommissie van Bberoep of de straf tijdens de behandeling van het beroep al dan niet wordt opgeschort. Hoofdstuk 10: Publicatie Artikel 33 Publicatie uitspraak 1. Tuchtrechtelijke uitspraken worden geanonimiseerd gepubliceerd. Hierbij worden de anonimiseringsrichtlijnen van de het College Autoriteit bescherming persoonsgegevens in acht genomen. Hoofdstuk 11: Vertrouwelijkheid Artikel 34 Vertrouwelijkheid 1. De CO Compliance Officer, Iintegriteitscommissie, Oonderzoekscommissie, de Aaanklager, leden van de Ttuchtraad en de Rraad van Bberoep zijn gehouden om alles ter zake van dossiers hun wordt toevertrouwd in vertrouwen te behandelen. 2. Alle dossiers die onder behandeling van de hiervoor genoemde personen vallen, vallen onder de privacywetgeving. 3. Bij overtreding van de privacy regels volgt een tuchtrechtelijke procedure. 4. De informatie verkregen naar aanleiding van de behandeling van een dossier dient door allen die hiervan kennis hebben genomen vertrouwelijk behandeld te worden. Toelichting wijziging: Hiermee wordt bereikt dat het vertrouwelijke behandelen van informatie niet alleen geldt voor de gremia binnen de KNLTB, maar ook voor verenigingen, melders etc. Hoofdstuk 12: Wijzigen reglement Fair Play en gedragscodes Artikel 35 Wijzigen gedragscodes 1. De gedragscodes van de KNLTB worden vastgesteld door de Ledenraad. 2. Een wijziging van een gedragscode treedt in werking op de door de Ledenraad bepaalde datum. Toelichting wijziging: De bevoegdheid omtrent het wijzigen van de gedragscodes is reglementair nergens vastgelegd. Aangezien de Ledenraad reeds bevoegd is om het Reglement Fair Play te wijzigen en de gedragscodes daaruit voortvloeien is er voor gekozen om deze bevoegdheid bij de Ledenraad neer te leggen. Artikel Wijzigen reglement Fair Play 13

237 Reglement Fair Play KNLTB 1. Dit reglement kan worden gewijzigd door de Ledenraad bij gewone meerderheid van stemmen. 2. Een nieuw reglement en een wijziging van een reglement treedt in werking op de door de Ledenraad bepaalde datum. 14

238 Reglement Fair Play KNLTB Bijlage Begrippenlijst Fair Play Toelichting wijziging: Het IOC/NOC*NSF heeft de Olympic Code Movement on the Prevention of the Manipulation of Competitions opgesteld, welke wij dienen te implementeren. Op basis daarvan zijn enkele begrippen (gevoelige informatie, gunsten en wedden) toegevoegd aan de Begrippenlijst. Deze begrippen komen voor in onze gedragscodes. Artikel 1 In het Reglement Fair Play en de gedragscodes van de KNLTB wordt, voor zover daarin niet uitdrukkelijk anders is bepaald, verstaan onder: 1. Aangeklaagde: Degene tegen wie een melding is ingediend. 2. Aangeslotenen: In de statuten artikel 5 aangeduide personen en/of organisaties die niet een verenigingsrechtelijke maar een contractuele relatie met de KNLTB hebben. 3. Aanklager: De Aaanklager is een onafhankelijk orgaan binnen de KNLTB, die bevoegd is om een zaak aanhangig te maken bij de Ttuchtraad. 4. Administratieve overtreding (AO): Overtreding van een voorschrift of niet-nakomen van een verplichting verband houdende met de organisatie van een door de KNLTB of met goedkeuring van de KNLTB gehouden evenement en als zodanig vermeld in het Toernooireglement of enig ander reglement. 5. Algemeen Reglement (AR): Het Algemeen Reglement van de KNLTB. 6. Anoniem: Niet herleidbaar tot een bepaald individu. 7. Association of Tennis Professionals (ATP): Organisatie met als doel is de belangen van de mannelijke beroepstennissers te beschermen. 8. Begeleider: Een begeleider is degene die een sportbeoefenaar in de ruimste zin van het woord begeleidt en/of voor die begeleiding verantwoordelijk is (waaronder in ieder geval begrepen het trainen, coachen en/of verzorgen) op en rondom de plaats waar de sportbeoefening of de voorbereiding daarop plaatsvindt. Onder sportbeoefening wordt in deze definitie begrepen zowel de sportactiviteiten zelf als alle activiteiten die een directe relatie met die sportbeoefening hebben. 9. Beroep: Voorziening door de voor het geheel of gedeeltelijk ongelijk gestelde partij tegen een uitspraak van de Ttuchtcommissie of ander relevant orgaan. 10. Bond: KNLTB. 11. Bondsbestuur: Het bestuur van de KNLTB. 12. Bondsfunctionaris: Persoon die door een daartoe bevoegde vergadering of orgaan van de KNLTB is benoemd in een statutair of reglementair bepaalde functie binnen de KNLTB. 13. Bondsleden: Personen die het lidmaatschap van de KNLTB bezitten via het lidmaatschap van hun vereniging. 14. Bondsorgaan: Het tijdschrift, aangewezen door de Ledenraad, waarin de officiële mededelingen van de KNLTB worden opgenomen. 15. Casus: Een bepaald geval of bepaalde gebeurtenis. 16. Commissie van Beroep (CvB): Het deel van de Raad van Beroep dat daadwerkelijk belast is met de uitvoering van de tuchtrechtspraak van de KNLTB in hoogste instantie in een specifieke zaak. 15

239 Reglement Fair Play KNLTB 17. Competitiereglement (CR): Het reglement van de KNLTB als bedoeld in artikel 16 lid 4 van het Algemeen Reglement. 18. Compliance Officer (CO): Het onafhankelijk orgaan van de KNLTB belast met de detectie van misdragingen en bewaker van de integriteit van de tennissport. 19. Directie: Orgaan belast met het bestuur van de KNLTB. De Directie legt verantwoording af aan het Bondsbestuur. 20. Districtsraad: Elk district kent een eigen raad. De Districtsraad is verantwoordelijk voor het vertalen, uitdragen en zo nodig uitvoeren van het door het Bondsbestuur opgestelde beleid. 21. Doping: De verboden middelen en methoden die zijn opgenomen op de door de KNLTB dopinglijst. 22. Dopingcontroles: De op grond van het Dopingreglement uitgevoerde controles op doping. 23. Dopingreglement: Het reglement van de KNLTB als bedoeld in artikel 16 lid 10 van het Algemeen Reglement. 24. Elektronisch/ langs elektronische weg: Indien degene met wie wordt gecommuniceerd hiermee instemt, kunnen schriftelijke mededelingen geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht. 25. Functionaris: Iemand die een functie vervult bij een vereniging/organisatie/orgaan van de KNLTB. 26. Gedaagde(n): Degene(n) tegen wie de tuchtprocedure aanhangig is gemaakt. 27. Gedragscode: Een lijst van gedragsregels voor bepaalde groepen leden of functionarissen. 28. Gevoelige informatie: Elke vorm van informatie die iemand bezit door zijn positie of functie over een wedstrijd of persoon, welke niet algemeen beschikbaar is. 29. Getuige: Een persoon die een verklaring aflegt over hetgeen hij waargenomen heeft. 30. Grand Slam: Belangrijkste internationale tennistoernooi, waar er vier van zijn elk jaar. 31. Gunsten: een direct of indirect geldelijk belang of een equivalent daarvan zoals (maar niet beperkt tot) omkoping, aanwinsten, giften en andere voordelen inclusief winsten of potentiële winsten, aanwezigheidsvergoedingen, of sponsorbetalingen. 32. Integriteitscommissie: Klankbord voor de Compliance Officer bij integriteitsgevoelige of lastige kwesties. 33. International Tennis Federation (ITF): Het bestuursorgaan van de tennis wereldwijd. 34. Integriteit: Handhaven van algemeen aanvaarde sociale en ethische normen in activiteiten die met de functie te maken hebben en normen neergelegd in de gedragscodes van de KNLTB. 35. Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB): Het overkoepelend orgaan van de tennissport en de tennisverenigingen in Nederland. 36. Landelijke Commissie Administratieve Overtredingen (LCAO): orgaan dat administratieve overtredingen beoordeelt in eerste aanleg. 37. Leden: De verenigingen, persoonlijke leden en bondsleden die het lidmaatschap van de KNLTB bezitten. 38. Ledenraad: De vergadering van afgevaardigden namens de leden die tezamen de Algemene Vergadering van de KNLTB vormen. De Ledenraad is het hoogste orgaan en bestaat uit 45 personen. Zij vertegenwoordigen alle leden van de KNLTB. 39. Lichamelijk letsel: Verwondingen aan of in het lichaam. 16

240 Reglement Fair Play KNLTB 40. Lid: Een vereniging, persoonlijk lid of bondslid dat het lidmaatschap van de KNLTB bezit. 41. Matchfixing: Het wedden op het resultaat, de voortgang en/of het verloop van enige wedstrijd of competitie, het wedden op enige andere aangelegenheid zoals het wedden op disciplinaire sancties, overschrijving van spelers, de selectie van het team dan wel andere handelingen die gericht zijn op het onrechtmatig beïnvloeden van uitslagen van wedstrijden, waaronder doch niet uitsluitend het direct dan wel indirect opdragen, toestaan en/of iemand in de gelegenheid te stellen om de hiervoor genoemde weddenschappen aan te gaan. 42. Meerderjarig: De leeftijd van achttien jaar bereikt hebbend. 43. Melder: Degene die via het meldpunt van de KNLTB (of via een andere weg) informatie aanbrengt met betrekking tot een misdraging. 44. Melding: Hetgeen via het meldpunt bij de KNLTB (of andere kanalen) bekend wordt met betrekking tot een misstand binnen de reiktwijdte van de sport tennis. Een melding is elke vorm van berichtgeving over misdragingen. 45. Meldpunt KNLTB: Het KNLTB Meldpunt wordt aan de ontvangkant bemand door de Ccompliance Oofficer (of iemand die voor deze persoon werkt). Daar vindt de eerste beoordeling en afweging van een melding plaats (wordt het een officiële zaak of niet). 46. Meldpunt vereniging: Meldpunt waar een misdraging bij de vereniging gemeld kan worden. 47. Misdraging: Overtreding van een van de gedragscodes of een ernstige overtreding van de geldende reglementen en statuten van de KNLTB dan wel de tennisvereniging. Ernstige misdragingen zullen veelal betrekking hebben op seksuele intimidatie, matchfixing en doping, het toebrengen van lichamelijk letsel en andere misdrijven. 48. Mondeling: Via het gesproken woord. 49. Need to know principe: Het uitgangspunt voor het al dan niet informeren van degene(n) die bij de zaak betrokken zijn. 50. Niet-ontvankelijkheid: Niet vatbaar voor berechting. 51. NOC*NSF: De sportkoepel Nederlands Olympisch Comité / Nederlandse Sport Federatie. 52. Officiële mededelingen: De noemer waaronder alle officiële mededelingen van organen van de KNLTB worden gedaan. 53. Onderzoekscommissie: Door de Aaanklager aangestelde commissie belast met waarheidsvinding voor zaken die aanhangig zijn gemaakt. 54. Openbaar Ministerie (OM): Onderdeel van de rechterlijke macht, belast met de leiding over de opsporing en vervolging van strafbare feiten. 55. Ordemaatregel: Het met onmiddellijke ingang opleggen van een tijdelijke beperking van de bewegingsvrijheid inzake rechten, taken, functie(s), contacten en/of locatie(s). 56. Organen: Organisatorische eenheden van de KNLTB met een zelfstandige beslissingsbevoegdheid. 57. Raad van Beroep (RvB): Het orgaan dat belast is met het behandelen van beroepszaken in hoogste instantie binnen de KNLTB. 58. Raadsman: Advocaat of daartoe door de aangeklaagde aangewezen andere persoon die de aangeklaagde bijstaat in het proces. 59. Reglementen: De reglementen van de KNLTB. 60. Reglement Fair Play (RFP): Het reglement van de KNLTB als bedoeld in artikel 16 lid 11 van het Algemeen Reglement. 17

241 Reglement Fair Play KNLTB 61. Schikking: Het besluit om een zaak niet aanhangig te maken bij de Ttuchtraad onder de voorwaarde van acceptatie door het lid van een in het schikkingsvoorstel vervatte straf of maatregel. 62. Schriftelijk: De betrokken handeling moet op papier staan. De mededeling kan zowel via papier, fax als via worden verspreid. 63. Secretaris: Functie binnen een bestuur of orgaan van de KNLTB. Bijvoorbeeld de aan de Ttuchtcommissie en/of Ccommissie van Bberoep toegevoegde Ssecretaris ter ondersteuning. 64. Seksuele Intimidatie (SI): Enig vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie (duiding) dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd. Onder seksuele intimidatie zijn mede begrepen de in de artikelen 239 t/m 250 (Titel XIV: Misdrijven tegen de zeden) van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gestelde feiten. 65. Seponeren: Het besluit van de Ccompliance Oofficer of de Aaanklager om een zaak niet aan te brengen bij de Aaanklager c.q. aanhangig te maken bij de Ttuchtcommissie. 66. Slachtoffer: Degene die lijdt of geleden heeft onder een misdraging en/of strafbare feit. 67. Spelregels: De regels, vastgesteld door de ITF in de Engelse taal en vertaald in het Nederlands als Tennisspelregels, volgens welke het tennisspel dient te worden gespeeld. 68. Statuten: De statuten van de KNLTB. Statuten zijn de schriftelijk vastgestelde grondregels van de KNLTB. 69. Straf: Maatregel ter vergelding van een misdraging. 70. Tennis Anti-Doping Working Group: Werkgroep m.b.t. doping, bestaande uit vertegenwoordigers van de ITF, ATP, WTA en de Grand Slam-toernooien. 71. Tennis Europe: Europese koepelorganisatie voor de tennissport. 72. Tennis Integrity Unit (TUI): Is een gezamenlijk initiatief van ITF, ATP, WTA en de Grand Slam raad. Ziet toe op de integriteit van de tennissport. 73. Toernooireglement: Het reglement van de KNLTB als bedoeld in artikel 16 lid 3 van het Algemeen Reglement. 74. Tuchtcommissie (TC): Het deel van de Ttuchtraad dat daadwerkelijk belast is met de uitvoering van de tuchtrechtspraak van de KNLTB in eerste aanleg in een specifieke zaak. 75. Tuchtraad (TR): Het orgaan dat belast is met het behandelen van zaken binnen de KNLTB die de Aaanklager aanhangig maakt. 76. Verenigingen: De verenigingen die het lidmaatschap van de KNLTB hebben verkregen. 77. Vertrouwenspersoon: De vertrouwenspersoon speelt een adviserende rol en helpt de melder om de juiste stappen te zetten en biedt daarbij waar nodig ondersteuning. Hij of zij heeft geen meldplicht naar de organisatie. 78. Vertrouwenspunt Sport van NOC*NSF: Meldpunt waar een misdraging bij NOC*NSF gemeld kan worden. Het NOC*NSF neemt deze dan in behandeling. 79. Verweer: Opkomen tegen een tuchtrechtelijke beschuldiging. 80. Wedden: Elke weddenschap met geldelijk belang, of een ander soort belang, als inzet op een uitslag van een toekomstige wedstrijd waarbij de uitkomst nog niet vastligt. 81. Wedstrijd: Elke tennispartij welke niet het karakter heeft van een zuivere oefenpartij; onder wedstrijden zijn ook begrepen demonstraties. Een tennispartij wordt in elk geval geacht een 18

242 Reglement Fair Play KNLTB wedstrijd te zijn, indien inschrijfgeld voor het spelen ervan is verschuldigd of wanneer publiek wordt toegelaten. 82. Wedstrijdcomité: Een groep van personen, niet zijnde een vereniging, die zich ten doel stelt één of meer wedstrijden te organiseren en als zodanig als aangeslotene in contractuele relatie tot de KNLTB staat. 83. Women's Tennis Association (WTA): Organisatie met als doel de belangen van de vrouwelijke beroepstennissers te beschermen. 84. Zaak: Een door de Compliance Officer bij de Aaanklager - aangebracht dossier van een melding van een misdraging. Artikel 2 Wanneer in het Reglement Fair Play en de gedragscodes voor een persoon de mannelijke vorm van een zelfstandig naamwoord wordt gebruikt, wordt tevens de vrouwelijke vorm hiervan bedoeld, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. 19

243 Memo Aan Ledenraad Van Bondsbestuur Datum November 2016 Betreft Agendapunt 7 - Vaststellen wijzigingen reglementen 7f - Toelichting Doping Reglement Onderstaand treft u een beknopte toelichting aan op de wijzigingen in de reglementen: Goedkeuring gevraagd voor vaststelling Dopingreglement Voor het Dopingreglement is de KNLTB afhankelijk van de Dopingautoriteit en verplichtingen die voortkomen uit de WADC (de wereld anti doping code zoals opgesteld door de WADA). In maart 2016 ontvingen wij een brief van de Doping Autoriteit dat er enkele wijzigingen in het Dopingreglement zouden worden doorgevoerd. Deze wijzigingen zouden noodzakelijk zijn omdat de Dopingautoriteit van een stichting in een zelfstandig bestuursorgaan omgezet wordt. In de brief van de Dopingautoriteit staat het verzoek aan de KNLTB (en andere sportbonden) om het Dopingreglement goed te laten keuren door de Ledenraad. Dit dient in 2016 te geschieden, zodat de KNLTB als één van de topsport bonden in 2017 handelt conform de dan geldende regels omtrent doping. 1

244 1 NATIONAAL DOPINGREGLEMENT 2016 AUTEUR: Dopingautoriteit DATUM: 16 maart 2016 Inhoudsopgave Titel I Begrippen Artikel 1: Begripsomschrijvingen Artikel 2: Doping Titel II Overtredingen Artikel 3: Aanwezigheid Artikel 4: Gebruik Artikel 5: Gebrekkige medewerking Artikel 6: Whereabouts-fouten Artikel 7: Manipulatie Artikel 8: Bezit Artikel 9: Handel Artikel 10: Toediening Artikel 11: Medeplichtigheid Artikel 12: Verboden samenwerking Titel III Verboden stoffen en verboden methoden Artikel 13: Dopinglijst Artikel 14: Dispensaties Artikel 15: Voorlichting Titel IV Handhaving Artikel 16: Handhaving Artikel 17: Dopingcontrole Artikel 18: Heranalyse Artikel 19: Registered testing pool Artikel 20: Opsporing en onderzoek Titel V Resultaatmanagement Artikel 21: Algemeen Artikel 22: Beoordeling (mogelijke) dopingzaken Artikel 23: Analyse B-monster Artikel 24: Communicatie controleresultaten Artikel 25: Vervolgonderzoek Artikel 26: Ordemaatregel Artikel 27: Aanvaarding dopingovertreding en sanctie

245 2 Titel VI Tuchtrechtelijke behandeling Artikel 28: Algemeen Artikel 29: Aanhangig maken dopingzaken (aangifte) Artikel 30: Behandeling dopingzaken Artikel 31: Conclusie Artikel 32: Verstek Titel VII Bewijs van doping Artikel 33: Bewijslast Artikel 34: Methoden vaststellen feiten en aannamen Titel VIII Spelsancties en wedstrijdresultaten Artikel 35: Automatisch vervallen wedstrijdresultaten Artikel 36: Spelsancties en boetes Titel IX Sancties Artikel 37: Sanctie overtreding artikel 3, 4 en 8 Artikel 38: Opzet voor de toepassing van Titel IX en Titel X Artikel 39: Sanctie overtreding artikel 5 en 7 Artikel 40: Sanctie overtreding artikel 6 Artikel 41: Sanctie overtreding artikel 9 en 10 Artikel 42: Sanctie overtreding artikel 11 Artikel 43: Sanctie overtreding artikel 12 Titel X Strafmaat en sanctiereductie Artikel 44: Geen schuld of nalatigheid Artikel 45: Geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid Artikel 46: Substantiële ondersteuning Artikel 47: Bekentenis voorafgaand aan dopingzaak Artikel 48: Bekentenis na kennisgeving Artikel 49: Meerdere opties sanctiereductie Artikel 50: Meerdere overtredingen Titel XI Overige sanctiebepalingen Artikel 51: Aanvang van de periode van uitsluiting Artikel 52: Status gedurende uitsluiting Artikel 53: Consequenties teams (indien van toepassing) Artikel 54: Herziening Artikel 55: Verjaringstermijn Artikel 56: Wederzijdse erkenning Artikel 57: Bekendmaking Titel XII Beroep Artikel 58: Beroep Artikel 59: Voor beroep vatbare besluiten Artikel 60: Beroepsrecht Artikel 61: Beroep/interventie WADA Artikel 62: Beroep dispensaties Artikel 63: Beroepstermijnen

246 3 Titel XIII Restbepalingen Artikel 64: Taken en verantwoordelijkheden van de Dopingautoriteit Artikel 65: Taken en verantwoordelijkheden van leden Artikel 66: Taken en verantwoordelijkheden van begeleidend personeel Artikel 67: Taken en verantwoordelijkheden van de Bond Artikel 68: Privacy Artikel 69: Kosten Artikel 70: Verhouding reglementen Artikel 71: Interpretatie Artikel 72: Overgangsbepalingen Artikel 73: Bijlagen Artikel 74: Slotbepaling

247 4 Titel I Begrippen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1.1. Aanwijzen: het mondeling op de hoogte stellen van de betrokkene dat deze is geselecteerd voor een dopingcontrole Afbraakproduct: stof die ontstaat bij een biologisch omzettingsproces Afnameprocedure: de procedure vanaf de melding van de betrokkene in het dopingcontrolestation tot en met de ondertekening van het relevante (dopingcontrole)formulier Anti-doping organisatie (ADO): een Nationale Anti-Doping Organisatie (NADO), een internationale federatie, het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA), het Internationaal Olympisch Comité (IOC), het Internationaal Paralympisch Comité (IPC), een organisator van een evenement of een andere instantie of organisatie die bevoegd is tot het (laten) uitvoeren van een dopingcontrole Assistent-Dopingcontroleofficial: een door de dopingcontrole-uitvoerende organisatie aangewezen persoon, die de dopingcontroleofficial ondersteunt. De benaming van deze functionaris kan per dopingcontrole-uitvoerende organisatie verschillen (bijvoorbeeld: chaperonne, steward) Atypische bevinding: een uitslag van een door een door WADA geaccrediteerd of goedgekeurd laboratorium uitgevoerde analyse, waaruit voortvloeit dat het in de dopinglijst, de International Standard for Laboratories (ISL) of een andere International Standard bedoelde vervolgonderzoek dient plaats te vinden, teneinde te bepalen of sprake is van een belastend analyseresultaat Atypisch paspoortresultaat: Een rapport dat als zodanig is benoemd in de van toepassing zijnde International Standard(s) Begeleidend personeel: (i) elke coach, trainer, manager, zaakwaarnemer, teammedewerker, official, (para)medische begeleider, ouder, wettelijk vertegenwoordiger, alsmede (ii) elke andere persoon die is gebonden aan de statuten, reglementen en besluiten van de Bond, van een bij de Bond aangesloten rechtspersoon of van een organisatie die bij de Bond is aangesloten, en die werkt met een of meer leden die deelnemen aan of zich voorbereiden op sportwedstrijden, deze leden assisteert, ondersteunt of begeleidt, of deze leden onder behandeling heeft Begeleider: de persoon die door de betrokkene is gevraagd hem te vergezellen bij die delen van de afnameprocedure waarbij dat volgens de International Standard for Testing and Investigations (ISTI) is toegestaan Belastend analyseresultaat: een rapport van een door WADA geaccrediteerd of goedgekeurd laboratorium, inhoudende de conclusie dat in overeenstemming met de ISL, in een monster: (i) een of meer verboden stoffen, de afbraakproducten en/of markers daarvan (waaronder verhoogde concentraties van lichaamseigen stoffen) zijn aangetroffen, en/of (ii) bewijs voor het gebruik van een of meer verboden methoden is aangetroffen Belastend paspoortresultaat: Een rapport dat als zodanig is benoemd in de van toepassing zijnde International Standard(s) Bestuur: het bestuur van de Bond, ook al is dit bestuur bij de betreffende Bond anders genaamd Betrokkene: het lid (i) dat is geselecteerd voor een dopingcontrole, (ii) dat onderworpen is of wordt aan een dopingcontrole, (iii) dat onderwerp is van een onderzoek naar een mogelijke dopingovertreding, (iv) dat substantiële ondersteuning verleent of wil verlenen, (v) dat op grond van dit reglement iets moet aantonen, (vi) aan wie een ordemaatregel is opgelegd, (vii) tegen wie aangifte is gedaan, (viii) dat bekend heeft een dopingovertreding te hebben begaan en/of schuldig is bevonden aan het begaan van een dopingovertreding, (ix) dat beroep heeft ingesteld tegen een op hem betrekking hebbende beslissing

248 5 of uitspraak, (x) dat onderwerp is van een uitspraak of beslissing waartegen beroep is ingesteld, of (xi) aan wie een periode van uitsluiting is opgelegd Bevestigen: in de zin van de analyse van het B-monster wil bevestigen zeggen dat in het B-monster dezelfde verboden stof en/of verboden methode wordt aangetroffen als in het A-monster. Indien een stof alleen verboden is bij het overschrijden van een bepaalde hoeveelheid, is voor het bevestigen nodig dat ook in het B-monster die verboden hoeveelheid van de in het A-monster aangetroffen stof overschreden wordt, tenzij sprake is van een exogene verboden stof waarvoor een specifieke grenswaarde geldt op basis van de dopinglijst en/of de ISL, in welk geval voor bevestiging slechts nodig is dat in het B-monster enige hoeveelheid van dezelfde verboden stof wordt aangetroffen Binnen wedstrijdverband: (voor de toepassing van dit reglement 1 ) de periode die twaalf uur voorafgaand aan een wedstrijd aanvangt, en voortduurt tot en met (i) de afronding van de betreffende wedstrijd, dan wel (ii) de afronding van de na afloop van de wedstrijd geplande dopingcontroles (indien daarvan sprake is). Internationale federaties en andere ADO s kunnen een periode hanteren die afwijkt van de in dit reglement gehanteerde periode Biologisch paspoort: Het programma en de methoden voor het verzamelen en verwerken van gegevens zoals benoemd in de ISTI en de ISL Bond: de sportbond die dit reglement heeft vastgesteld Buiten wedstrijdverband: elke periode die niet binnen wedstrijdverband is CAS: Court of Arbitration for Sport Controleresultaten: alle gegevens voortvloeiend uit een (poging tot) dopingcontrole, waaronder (doch niet uitsluitend) de gegevens voortvloeiend uit de uitgevoerde analyse(s). Onder controleresultaten vallen in ieder geval: belastende analyseresultaten, atypische bevindingen, vervolgonderzoek, belastende paspoortresultaten, atypische paspoortresultaten Dispensatie: een conform de Dispensatiebijlage en/of de International Standard for Therapeutic Use Exemptions (ISTUE) door de Dopingautoriteit of een andere bevoegde ADO genomen besluit, inhoudende de verlening van een ontheffing Dopingautoriteit: stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland en/of het zelfstandig bestuursorgaan Dopingautoriteit, de door de Nederlandse overheid aangewezen NADO voor Nederland Dopingcontrole: het onderdeel van het dopingcontroleproces dat de aanwijzing ter dopingcontrole, alsmede de afname van het monster omvat Dopingcontroleproces: het proces dat (i) het aanvragen, beoordelen en verlenen van een (verzoek tot) dispensatie, (ii) het verzamelen en verwerken van whereabouts-gegevens, (iii) het plannen van een afnameprocedure, het selecteren en aanwijzen van de betrokkene, het afnemen en verzamelen van een monster, het transport van een monster naar het laboratorium, (iv) de analyse van een monster (inclusief her- en verdere analyses, alsmede vervolgonderzoek), en (v) het resultaatmanagement, waaronder de tuchtrechtelijke procedure, omvat Dopingcontroleofficial: een door de dopingcontrole-uitvoerende organisatie benoemde en getrainde persoon die is belast met de gedelegeerde bevoegdheid voor de uitvoering van de dopingcontrole Dopingcontrole-uitvoerende organisatie: de instantie of organisatie die met de uitvoering van een dopingcontrole is belast Dopinglijst: de van dit reglement deel uitmakende, door WADA als de Prohibited List International Standard vastgestelde lijst met verboden stoffen en verboden methoden. 1 Andere organisaties (ADO s), met name IF s en MEO s, kunnen afwijkende definities van binnen wedstrijdverband hanteren. Dat is echter niet relevant voor de toepassing van dit reglement, tenzij wij een IF-zaak krijgen met een positief resultaat specifiek door een afwijkende IC-periode. 2 De term described is vervangen door benoemd, omdat het biologisch paspoort niet volledig wordt beschreven in ISTI of ISL.

249 Dopingovertreding: een overtreding van een dopingreglement Dopingreglement: (i) het door de Bond vastgestelde dopingreglement met de door WADA of de Dopingautoriteit vastgestelde bijlagen 3 (hierna: dit reglement), en (ii) een door een ADO of andere instantie, dan wel organisatie vastgesteld dopingreglement, ook al is dit dopingreglement bij de desbetreffende ADO of andere instantie, dan wel organisatie, anders genaamd. Door een overheid of wetgever vastgestelde regels inzake doping worden voor de toepassing van dit reglement ook beschouwd als dopingreglement Dopingzaak: een mogelijke dopingovertreding Evenement: een reeks afzonderlijke wedstrijden die gemeenschappelijk wordt georganiseerd onder verantwoordelijkheid van een bevoegde internationale federatie, nationale sportbond of organisatie (bijvoorbeeld de Olympische Spelen, een Wereldkampioenschap en een Europees Kampioenschap) Internationaal evenement: Een evenement of een wedstrijd georganiseerd door of onder auspiciën van het IOC, het IPC, een internationale federatie of een andere internationale sportorganisatie (zoals de continentale organen die zijn aangesloten bij internationale federaties of bij het IOC, en andere internationale organisaties voor meerdere sporten die optreden als bestuursorgaan van een continentaal of regionaal evenement) Internationale federatie: internationale non-gouvernementele organisatie die op internationaal niveau één of meer takken van sport bestuurt en waarvan de Bond lid is, dan wel waarbij de Bond is aangesloten International Standard: door WADA vastgestelde internationale standaard behorend bij de World Anti-Doping Code, waaronder in ieder geval: de Prohibited List International Standard (de dopinglijst), de ISTI, de ISL, de ISTUE en de International Standard for the Protection of Privacy and Personal Information (ISPPPI). De International Standards zijn van toepassing op dit reglement en worden geacht hiervan deel uit te maken. De bij een International Standard behorende Technical Documents worden geacht onderdeel uit te maken van de betreffende International Standard Lid: de natuurlijk persoon die, via lidmaatschap, licentie, overeenkomst, deelname aan een wedstrijd (van de Bond of een internationale federatie) of op andere wijze, is gebonden aan de statuten, reglementen en besluiten van de Bond, dan wel van een bij de Bond aangesloten rechtspersoon. Als lid worden tevens beschouwd in de sport of de Bond actieve of werkzame personen (bijvoorbeeld personen die actief of werkzaam zijn voor een binnen de Bond actieve vereniging of voor een team dat uitkomt in een sport), die niet via lidmaatschap, licentie of enige overeenkomst zijn aangesloten bij de Bond Marker: een stof of groep van stoffen of biologische variabelen, die duidt of duiden op het gebruik van een verboden stof en/of de toepassing van een verboden methode Minderjarige: een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt Monster: enig biologisch materiaal, inclusief DNA-dragend materiaal, bijvoorbeeld urine, bloed, zweet of speeksel Nationaal evenement: een evenement dat geen internationaal evenement is Negatieve uitslag: indien uit de dopingcontrole blijkt dat: - in het monster van de betrokkene geen (verboden hoeveelheden) (afbraakproducten van) verboden stoffen en/of verboden methoden zijn aangetroffen; en - in het monster van de betrokkene geen markers zijn aangetroffen; en - geen gebruik is gemaakt van (de toepassing van) een verboden methode; of - de betrokkene beschikt(e) over een met betrekking tot de aangetroffen en/of gebruikte verboden stoffen en/of verboden methoden geldige dispensatie in de zin van dit reglement en/of de ISTUE, en conform de aan deze dispensatie verbonden voorwaarden heeft gehandeld. 3 De bijlagen worden gepubliceerd op de website van de Dopingautoriteit:

250 Poging: opzettelijk gedrag vertonen dat een essentiële stap vormt in de richting van gedrag dat bedoeld is om te leiden tot een dopingovertreding. Een poging vormt geen dopingovertreding, indien het lid afziet van de poging voordat deze wordt ontdekt door een derde partij die niet bij de poging is betrokken Positieve uitslag: indien uit de dopingcontrole blijkt dat: - in het monster van de betrokkene (verboden hoeveelheden) (afbraakproducten van) een of meer verboden stoffen en/of verboden methoden zijn aangetroffen; en/of - in het monster van de betrokkene (een) marker(s) is (zijn) aangetroffen; en/of - gebruik is gemaakt van (de toepassing van) een verboden methode; en - de betrokkene niet beschikt(e) over een met betrekking tot de aangetroffen en/of gebruikte verboden stof(fen) en/of verboden methode(n) geldige dispensatie in de zin van dit reglement en/of de ISTUE, en/of niet conform de aan deze dispensatie verbonden voorwaarde(n) heeft gehandeld Registered testing pool: een door de Dopingautoriteit, een andere NADO of internationale federatie vastgestelde groep sporters Schuld: Elk plichtsverzuim en/of elk gebrek aan zorgvuldigheid dat in een bepaalde situatie passend is Selecteren: het selecteren van een lid voor een dopingcontrole. Selectie kan geschieden op basis van loting, wedstrijdresultaten, dan wel elke andere door een ADO te bepalen wijze Specifieke stof: de als zodanig aangemerkte (categorieën van) stoffen op de dopinglijst. 4 In beginsel zijn alle op de dopinglijst vermelde stoffen specifieke stoffen, uitgezonderd stoffen in de volgende categorieën: (a) de anabole middelen, (b) de hormonen en verwante stoffen, (c) de op de dopinglijst als nietspecifieke stof aangeduide hormoon-antagonisten en modulatoren, en (d) de op de dopinglijst als niet-specifieke stof aangeduide stimulantia. Specifieke stoffen betreffen nooit verboden methoden Teamsport: een sport waarbij het vervangen van deelnemers tijdens een wedstrijd is toegestaan Testproces: het onderdeel van het dopingcontroleproces dat (i) de planning van de dopingcontrole(s), (ii) de aanwijzing ter dopingcontrole, (iii) de afname van het monster, (iv) de verwerking van het monster, alsmede (v) het transport van het monster het laboratorium omvat Tuchtcollege: het orgaan of college, inclusief het CAS, dat op grond van dit reglement, de statuten en/of een (ander) reglement van de Bond of een ADO, bevoegd is tuchtrecht te spreken Uitsluiting: sanctie waarbij de betrokkene gedurende een bepaalde periode aan geen enkele wedstrijd, competitie, evenement of andere activiteit mag deelnemen, en in geen enkele hoedanigheid mag acteren of participeren binnen de Bond (noch enige bij de Bond aangesloten vereniging, club, team of andere rechtspersoon) Uur: de aaneengesloten periode van zestig minuten welke door een lid dat is opgenomen in de registered testing pool voor elke dag dient te worden aangeleverd, en gedurende welke periode dit lid vindbaar en beschikbaar moet zijn voor het bij hem uitvoeren een dopingcontrole Verboden stof: een stof, dan wel een categorie stoffen, die op de dopinglijst is beschreven Verboden methode: een methode die op de dopinglijst is beschreven Vervallen wedstrijdresultaten: het ongeldig verklaren van de individuele resultaten van de betrokkene met betrekking tot een bepaalde wedstrijd, competitie of evenement, met alle daaruit voortvloeiende consequenties zoals het teruggeven van medailles, prijzen(geld) en het verliezen van punten. 4 De Engelstalige dopinglijst hanteert voor de term specifieke stoffen de volgende term: specified substances.

251 Vervuild product: Een product dat een verboden stof bevat (i) die niet staat vermeld op het etiket en (ii) die niet wordt genoemd in informatie die beschikbaar is via een redelijke zoekinspanning op internet Voorlopige hoorzitting: een mondelinge behandeling die plaatsvindt in het kader van een door het bestuur te nemen ordemaatregel, en die is bedoeld is om de betrokkene te informeren en hem gelegenheid te geven om schriftelijk of mondeling te worden gehoord. De voorlopige hoorzitting houdt geen volledige behandeling en beoordeling van de feiten van de zaak in Wedstrijd: een enkele race, competitie, spel of afzonderlijk nummer of onderdeel, georganiseerd door of onder auspiciën van de Bond of een internationale federatie Whereabouts-fout: een conform de ISTI of de Whereabouts-bijlage vastgestelde foutieve inzending of missed test. De in de ISTI gebruikte term voor foutieve inzending is filing failure Whereabouts-gegevens: de in de ISTI en de Whereabouts-bijlage bedoelde gegevens, die een lid dat is opgenomen in de registered testing pool, aan de Dopingautoriteit of een andere ADO dient te verschaffen World Anti-Doping Code: de actuele door WADA vastgestelde World Anti-Doping Code, waarop dit reglement is gebaseerd. Waar dit reglement begrippen in enkelvoud weergeeft, geldt ook de meervoudvorm van dat begrip en omgekeerd, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald. Waar dit reglement bepalingen in het heden stelt, geldt de bepaling ook voor gebeurtenissen in het verleden, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald. De door WADA vastgestelde documenten kunnen worden geraadpleegd op: Artikel 2 Doping 2.1. In dit reglement wordt onder doping verstaan de overtredingen zoals vermeld in artikel 3 tot en met artikel Elk lid en begeleidend personeel wordt geacht de inhoud van dit reglement en de bij dit reglement behorende bijlagen te kennen, te weten wanneer sprake is van een dopingovertreding, alsmede bekend te zijn met de door de dopinglijst beschreven (categorieën van) verboden stoffen en verboden methoden. Ieder lid is verplicht zich op de hoogte te houden van de geldige dopinglijst, zoals gepubliceerd op de website van WADA en de Dopingautoriteit Elk lid en begeleidend personeel dient zich op de hoogte te stellen van de inhoud van dit reglement en de bij dit reglement behorende bijlagen. Bij deelname aan een wedstrijd of evenement in het buitenland dient een lid zich voorafgaand aan deze deelname op de hoogte te stellen van de voor de betreffende wedstrijd of evenement geldende regels en procedures inzake doping(controles) Voor artikel 3 en artikel 4 geldt dat risicoaansprakelijkheid van toepassing is. Dit wil zeggen dat het voor het vaststellen van een overtreding van artikel 3 of artikel 4 niet noodzakelijk is dat zijdens betrokkene opzet, schuld, nalatigheid of bewust gebruik wordt aangetoond.

252 9 Titel II Overtredingen Artikel 3 Aanwezigheid 3.1. De aanwezigheid van een verboden stof en/of een verboden methode, de afbraakproducten daarvan en/of markers in een monster van een lid vormt een dopingovertreding Met uitzondering van die stoffen waarvoor een specifieke grenswaarde geldt op basis van de dopinglijst en/of de ISL, is bij elke aanwezigheid van een verboden stof, een verboden methode, een afbraakproduct daarvan en/of een marker in een monster van een lid, sprake van een dopingovertreding De dopinglijst of een andere International Standard, kan speciale criteria bevatten voor de beoordeling van (de aanwezigheid van en/of de aangetroffen hoeveelheid) verboden stoffen die ook door het lichaam zelf kunnen worden geproduceerd Van aanwezigheid is sprake: a. bij een positieve uitslag na analyse van het A-monster waarbij het lid heeft afgezien van het (laten) analyseren van het B-monster; b. bij een positieve uitslag waarbij de analyse van het B-monster het resultaat van de analyse van het A-monster heeft bevestigd; en/of c. indien het B-monster verdeeld is over twee flesjes, en de analyse van het tweede flesje de aanwezigheid van de in het eerste flesje aangetroffen verboden stof en/of verboden methode, de afbraakproducten daarvan en/of markers, bevestigt Er is geen sprake van een overtreding indien de betrokkene beschikt(e) over een met betrekking tot de aangetroffen verboden stof(fen) en/of verboden methode(n) relevante en geldige dispensatie in de zin van dit reglement en/of de ISTUE, dan wel een dergelijke dispensatie met terugwerkende kracht wordt verleend, en betrokkene conform de aan deze dispensatie verbonden voorwaarden heeft gehandeld De Dopingautoriteit heeft het recht het B-monster te (laten) analyseren, ook als de betrokkene afziet van het (laten) analyseren van het B-monster Het is de persoonlijke plicht van elk lid ervoor te zorgen dat geen verboden stoffen, verboden methoden afbraakproducten daarvan en/of markers in zijn lichaam binnenkomen. Leden zijn verantwoordelijk voor alle verboden stoffen, verboden methoden, de afbraakproducten daarvan en/of markers, die worden aangetroffen in hun monsters. Dientengevolge hoeft geen opzet, schuld, nalatigheid van of bewust gebruik zijdens een lid te worden aangetoond om een overtreding inzake artikel 3 te kunnen vaststellen Bij elke aanwezigheid van een verboden stof, een verboden methode, een afbraakproduct daarvan en/of een marker in een monster van een lid, is sprake van een overtreding inzake artikel 3, ongeacht wanneer de betreffende verboden stoffen en/of verboden methoden zijn ingenomen, gebruikt of toegediend.

253 10 Artikel 4 Gebruik 4.1. Gebruik of poging tot het gebruik van een verboden stof of een verboden methode vormt een dopingovertreding. Het slagen of mislukken van (de poging tot) het gebruik van een verboden stof of verboden methode is niet relevant voor de beoordeling of sprake is van een overtreding Onder gebruik wordt verstaan: het gebruiken, aanbrengen, innemen, injecteren, aanwenden of op wat voor wijze dan ook tot zich nemen van een verboden stof en/of een verboden methode Indien bij een positieve uitslag de analyse van het B-monster de analyse van het A-monster niet bevestigt, kan desondanks gebruik worden aangetoond, en derhalve sprake zijn van een dopingovertreding, indien: a. sprake is van betrouwbare analytische gegevens afkomstig uit het A-monster; en b. een afdoende verklaring kan worden gegeven voor het ontbreken van de bevestiging van de positieve uitslag van de analyse van het A-monster. De initiële beoordeling of sprake is van een afdoende verklaring geschiedt door de Dopingautoriteit in het kader van de toepassing van Titel V. De definitieve vaststelling of sprake is van een afdoende verklaring geschiedt door het bevoegde tuchtcollege Er is geen sprake van een overtreding indien de betrokkene beschikt(e) over een met betrekking tot de gebruikte verboden stoffen en/of verboden methoden relevante en geldige dispensatie in de zin van dit reglement en/of de ISTUE, dan wel een dergelijke dispensatie met terugwerkende kracht wordt verleend, en betrokkene conform de aan deze dispensatie verbonden voorwaarden heeft gehandeld Het is de persoonlijke plicht van elk lid ervoor te zorgen dat geen verboden stoffen, verboden methoden, afbraakproducten daarvan en/of markers zijn lichaam binnenkomen, en geen verboden methode wordt gebruikt. Dientengevolge hoeft geen opzet, schuld, nalatigheid van of bewust gebruik door een lid te worden aangetoond om een dopingovertreding te kunnen vaststellen. Om een poging tot gebruik van een verboden stof of een verboden methode te kunnen vaststellen, dient wel opzet zijdens de betrokkene te worden aangetoond Gebruik of poging tot het gebruik van een verboden stof of een verboden methode kan in ieder geval worden aangetoond met betrouwbare bewijsmiddelen, zoals bekentenissen, getuigenverklaringen, schriftelijk bewijs, conclusies van longitudinale profielen, inclusief gegevens verzameld in het kader van het biologisch paspoort, of andere analytische informatie, ook als die analytische informatie niet voldoet aan alle vereisten om als zelfstandig bewijsmiddel een overtreding van artikel 3 aan te tonen. Artikel 5 Gebrekkige medewerking 5.1. Het ontwijken van het testproces vormt een dopingovertreding Het zonder zwaarwegende reden weigeren medewerking te verlenen aan, of nalaten zich te onderwerpen aan het testproces na daartoe (mondeling of schriftelijk) te zijn aangewezen, vormt een dopingovertreding.

254 11 Artikel 6 Whereabouts-fouten 6.1. Elke combinatie van drie bij een lid, dat is opgenomen in een registered testing pool, vastgestelde foutieve inzendingen en/of missed tests binnen een periode van twaalf maanden, vormt een dopingovertreding Voor leden die zijn opgenomen in een registered testing pool gelden de verplichtingen zoals die zijn omschreven in de ISTI en de Whereabouts-bijlage. Artikel 7 Manipulatie 7.1. Manipuleren of poging tot manipuleren, vormt een dopingovertreding Onder manipuleren wordt verstaan: a. gedrag dat het dopingcontroleproces ondermijnt; b. het aanpassen van enig deel van het dopingcontroleproces met onzuivere bedoelingen of op een oneerlijke manier; c. ongewenste invloed uitoefenen op enig deel van het dopingcontroleproces; d. zich op onjuiste wijze in het dopingcontroleproces mengen om resultaten aan te passen of de normale gang van zaken te hinderen; e. het op enigerlei wijze vervalsen van een dispensatie(verzoek) en/of het op onjuiste wijze beïnvloeden en/of achterhouden van informatie die van belang is of kan zijn voor een dispensatie(verzoek); f. het tegenwerken en/of misleiden van een dopingcontroleofficial; g. het plegen van frauduleuze handelingen met betrekking tot het dopingcontroleproces; h. het (doen) verstrekken van valse informatie en/of gegevens aan een ADO; i. het opzettelijk hinderen, of een poging daartoe, van een dopingcontroleofficial; j. het intimideren, of een poging daartoe, van een mogelijke getuige; en/of k. vergelijkbare handelingen (Poging tot) manipuleren vormt een dopingovertreding, ongeacht de omstandigheid dat de dopingcontrole waarbij de (poging tot) manipulatie heeft plaatsgevonden, correct is uitgevoerd. Artikel 8 Bezit 8.1. Bezit, op enig moment of enige plaats, van een buiten wedstrijdverband verboden stof of verboden methode, vormt een dopingovertreding Bezit binnen wedstrijdverband van enige binnen wedstrijdverband verboden stof of verboden methode, vormt een dopingovertreding Er is sprake van bezit wanneer: a. een lid (i) het eigenlijke, fysieke bezit heeft van een verboden stof en/of een verboden methode, (ii) de intentie heeft het eigenlijke, fysieke bezit van een verboden stof en/of een verboden methode te verkrijgen en/of (iii) het lid de intentie heeft controle over de verboden stof en/of de verboden methode te verkrijgen; b. uitsluitend een lid controle heeft over de verboden stof en/of de verboden methode dan wel het terrein of de plaats waar de verboden stof en/of verboden methode zich bevindt, maar geen sprake is van het eigenlijke, fysieke bezit als bedoeld in artikel 8.3. sub a; c. niet uitsluitend een lid controle heeft over de verboden stof en/of verboden methode dan wel het terrein of de plaats waar de verboden stof en/of

255 12 verboden methode zich bevindt, maar het lid zich bewust was van de aanwezigheid van de verboden stof en/of verboden methode en de bedoeling had daarover macht uit te oefenen; en/of d. een lid een of meer verboden stoffen en/of verboden methoden heeft aangeschaft, verworven of gekocht, via het internet en/of op andere wijze Voor de toepassing van dit reglement wordt de aankoop van een verboden stof gelijk gesteld met bezit, ook indien de verboden stof de koper niet (heeft) bereikt, bijvoorbeeld omdat het product niet aankomt, door iemand anders wordt ontvangen of naar het adres van een derde wordt gestuurd Enkel en alleen bezit vormt geen dopingovertreding indien het lid voorafgaand aan het door hem ontvangen van enige kennisgeving omtrent een dopingzaak inzake bezit concrete actie heeft ondernomen die aantoont dat (i) het nimmer zijn intentie is geweest de bewuste verboden stof en/of verboden methode te bezitten; en (ii) hij afstand heeft gedaan van zijn bezit door dit specifiek bij de Dopingautoriteit of een andere ADO te melden Er is geen sprake van een overtreding indien: a. het lid kan aantonen dat het bezit, dan wel de poging tot bezit, voortvloeit uit en overeenstemt met een inzake de betreffende verboden stof en/of verboden methode relevante en geldige dispensatie in de zin van dit reglement en/of de ISTUE, en conform de aan deze dispensatie verbonden voorwaarden is gehandeld; of b. het lid een andere acceptabele rechtvaardiging kan aantonen Bezit van een buiten wedstrijdverband verboden stof en/of van een verboden methode door begeleidend personeel vormt een dopingovertreding, tenzij: a. het begeleidend personeel kan aantonen dat het bezit voortvloeit uit en overeenstemt met een inzake de betreffende verboden stof en/of verboden methode relevante en geldige dispensatie in de zin van dit reglement en/of de ISTUE, en conform de aan deze dispensatie verbonden voorwaarden is gehandeld; of b. het begeleidend personeel een andere acceptabele rechtvaardiging kan aantonen. Artikel 9 Handel 9.1. Handel of poging tot handel in enige verboden stof en/of verboden methode vormt een dopingovertreding Onder handel wordt verstaan het fysiek, elektronisch en/of op enige andere wijze aan of naar een derde verkopen, geven, verstrekken, vervoeren, versturen, leveren, verspreiden van een of meer verboden stoffen of verboden methoden, of het in bezit hebben voor een van deze doeleinden, van een of meer verboden stoffen of verboden methoden Er is geen sprake van een overtreding wegens handel indien het handelingen betreft door te goeder trouw handelend medisch personeel met betrekking tot een verboden stof of een verboden methode die wordt gebruikt (i) voor oprechte en legale therapeutische doeleinden of (ii) om een andere aanvaardbare reden Er is geen sprake van een overtreding wegens handel indien het handelingen betreft met betrekking tot een verboden stof die niet verboden is buiten wedstrijdverband, tenzij het geheel der omstandigheden aantoont dat deze verboden stof niet bedoeld is voor oprechte en legale therapeutische doeleinden, dan wel beoogt de sportprestatie te verbeteren.

256 13 Artikel 10 Toediening Toediening of poging tot toediening aan een lid, op enig moment of enige plaats, van een buiten wedstrijdverband verboden stof of verboden methode vormt een dopingovertreding Toediening of poging tot toediening binnen wedstrijdverband aan een lid van een binnen wedstrijdverband verboden stof en/of verboden methode, vormt een dopingovertreding Voor de toepassing van dit reglement wordt onder toediening verstaan: a. het voorzien van, leveren, verschaffen, bezorgen of verstrekken van een verboden stof of een verboden methode; b. het houden van toezicht op (een poging tot) het gebruik door een andere persoon van een verboden stof of een verboden methode; c. het faciliteren van (een poging tot) het gebruik door een andere persoon van een verboden stof of een verboden methode; en d. het anderszins deelnemen aan (een poging tot) het gebruik door een andere persoon van een verboden stof of verboden methode Er is geen sprake van een overtreding wegens toediening indien het handelingen betreft door te goeder trouw handelend medisch personeel met betrekking tot een verboden stof of een verboden methode die wordt gebruikt (i) voor oprechte en legale therapeutische doeleinden of (ii) om een andere aanvaardbare reden Er is geen sprake van een overtreding wegens toediening indien het handelingen betreft met betrekking tot een verboden stof die niet verboden is buiten wedstrijdverband, tenzij het geheel der omstandigheden aantoont dat deze verboden stof niet bedoeld is voor oprechte en legale therapeutische doeleinden, dan wel beoogt is om de sportprestatie te verbeteren. Artikel 11 Medeplichtigheid Het hulp verlenen aan, steunen van of bij, het assisteren bij, het meewerken aan, het bijstaan in, het stimuleren van, het bevorderen van, het aanmoedigen tot, het helpen bij, het aanzetten tot, het aanstoken tot, het samenzweren tot, het samenwerken bij, het verhullen van, het verdoezelen van, en/of elke (andere) vorm van opzettelijke medeplichtigheid aan of bij: a. (het begaan van) een dopingovertreding; b. een poging tot (het begaan van) een dopingovertreding; en/of c. het door een betrokkene niet naleven van het gestelde in artikel 52.1, vormt een dopingovertreding. Artikel 12 Verboden samenwerking Samenwerking door een lid hetzij beroepshalve, hetzij in een sportgerelateerde hoedanigheid, met begeleidend personeel dat een periode van uitsluiting is opgelegd wegens het begaan van een dopingovertreding, welke periode van uitsluiting nog niet is verstreken, vormt een dopingovertreding Samenwerking door een lid hetzij beroepshalve, hetzij in een sportgerelateerde hoedanigheid, met begeleidend personeel dat (i) niet onder de jurisdictie van een ADO valt, en (ii) in een strafrechtelijke of tuchtrechtelijke procedure is veroordeeld voor, of schuldig bevonden is aan, handelingen die een

257 14 dopingovertreding zouden hebben gevormd indien de desbetreffende persoon wel onder de jurisdictie van een ADO had gevallen, vormt een dopingovertreding Voor de toepassing van artikel 12.2 leidt de in die bepaling bedoelde veroordeling of schuldig bevinding tot de uitsluiting van het betreffende begeleidend personeel, welke uitsluiting inhoudt dat het de in het vorige lid bedoelde leden niet is toegestaan met dit begeleidend personeel samen te werken. Deze uitsluiting, gedurende welke de in het vorige lid bedoelde overtreding kan plaatsvinden, bedraagt de langste van de volgende perioden: a. zes jaar te rekenen vanaf de uitspraak in de strafrechtelijke, beroeps- of tuchtprocedure; of b. de duur van de in de strafrechtelijke, beroeps- of tuchtprocedure opgelegde sanctie Samenwerking door een lid hetzij beroepshalve, hetzij in een sportgerelateerde hoedanigheid, met begeleidend personeel dat optreedt als stroman, tussenpersoon of bemiddelaar voor begeleidend personeel als bedoeld in artikel 12.1 of artikel 12.2, vormt een dopingovertreding Voorwaarde voor de toepassing van artikel 12.1 tot en met artikel 12.3 is dat: a. het lid, hetzij door een ADO met jurisdictie over het lid, hetzij door WADA, voorafgaand aan het doen van aangifte tegen dit lid, reeds schriftelijk in kennis is gesteld van: (i) de status van het betreffende begeleidend personeel, en (ii) de mogelijke tuchtrechtelijke consequentie van verboden samenwerking met dergelijk begeleidend personeel; b. het lid de (verboden) samenwerking redelijkerwijs kan vermijden; en c. een ADO redelijke inspanningen heeft gepleegd om het begeleidend personeel dat het voorwerp is van voornoemde schriftelijke kennisgeving, op de hoogte te brengen dat het binnen vijftien dagen contact kan opnemen met deze ADO om uit te leggen dat de in de artikel 12.1 en artikel 12.2 beschreven criteria niet op hem van toepassing zijn Het lid dient aan te tonen dat enige samenwerking met begeleidend personeel dat valt onder het gestelde in artikel 12.1 en/of artikel 12.2, niet beroepshalve plaatsvindt en niet plaatsvindt in een sportgerelateerde hoedanigheid. Indien het lid dit kan aantonen, is geen sprake van een dopingovertreding Indien de Bond beschikt over informatie inzake begeleidend personeel dat voldoet aan een van de in artikel 12.1 tot en met artikel 12.3 genoemde criteria, dient de Bond deze informatie direct door te geven aan de Dopingautoriteit Indien de Dopingautoriteit beschikt over informatie inzake begeleidend personeel dat voldoet aan een van de in artikel 12.1 tot en met artikel 12.3 genoemde criteria, dient de Dopingautoriteit deze informatie door te geven aan WADA Vormen van op grond van dit artikel verboden samenwerking zijn, onder meer: a. het inwinnen van trainings-, strategisch, technisch, voedings- of medisch advies; b. het verkrijgen van (i) een therapie, (ii) een behandeling of (iii) voorschriften; c. het aanbieden van monsters voor analyse; en/of d. toestaan dat als zaakwaarnemer, agent of vertegenwoordiger wordt opgetreden Voor het vaststellen dat sprake is van een verboden samenwerking hoeft geen sprake te zijn van enige vorm van vergoeding.

258 15 Titel III Verboden stoffen en verboden methoden Artikel 13 Dopinglijst De geldige dopinglijst is steeds de meest recente door WADA vastgestelde en in werking getreden dopinglijst. De dopinglijst noch enige op deze lijst voorkomende categorie, indeling, stof of methode kunnen in het kader van een dopingzaak ter discussie worden gesteld Een nieuwe dopinglijst treedt als zodanig in werking op de daarvoor door WADA bepaalde datum Indien de dopinglijst spreekt over ADO s, betreft het voor de toepassing van dit reglement de Dopingautoriteit, tenzij andere ADO s (ook) bevoegd zijn Indien in (de toepassing van) dit reglement wordt gesproken van en/of over een verboden stof vallen hieronder, indien van toepassing, tevens de aan deze verboden stof gerelateerde precursors, afbraakproducten en markers. Artikel 14 Dispensaties Er is geen sprake van een overtreding van artikel 3, artikel 4, artikel 8 en/of artikel 10 indien (i) sprake is (geweest) van de aanwezigheid van een geldige dispensatie, en (ii) is gehandeld in overeenstemming met de aan deze dispensatie verbonden voorwaarden De Dispensatiebijlage bevat nadere regels, voorwaarden en beperkingen inzake het verkrijgen en de geldigheid van een dispensatie Leden zijn gebonden aan besluiten van de Geneesmiddelen Dispensatie Sporter (GDS)-commissie zoals beschreven in de Dispensatiebijlage De GDS-commissie voert haar taken uit op basis van de Dispensatiebijlage. De Dopingautoriteit stelt deze commissie in. Samenstelling, werkwijze, besluitvorming en andere noodzakelijke aspecten met betrekking tot de GDScommissie worden bepaald door de Dopingautoriteit, voor zover deze aspecten niet zijn bepaald in de Dispensatiebijlage. Artikel 15 Voorlichting De Bond is gehouden het vigerende dopingreglement te publiceren op de website van de Bond. Het door de Bond niet voldoen aan deze verplichting heeft geen consequenties voor de toepassing van hetgeen is bepaald in artikel De Bond is gehouden leden voor te (laten) lichten omtrent de volgende onderwerpen: a. de verboden stoffen en verboden methoden op de dopinglijst; b. de dopingovertredingen; c. het dopingcontroleproces; d. de rechten en plichten van de leden; e. dispensaties; f. de risico s van het gebruik van voedingssupplementen; g. de gevolgen van het gebruik van verboden stoffen en/of verboden methoden voor de gezondheid; en

259 16 h. whereabouts-verplichtingen (indien van toepassing) Leden die zijn opgenomen in de registered testing pool zijn verplicht door de Dopingautoriteit aangeboden voorlichtingsactiviteiten te volgen. Titel IV Handhaving Artikel 16 Handhaving Handhaving van de in dit reglement gestelde verboden vindt plaats door middel van het uitvoeren van dopingcontroles, alsmede door doen aan opsporing en het doen van onderzoek Dopingcontroles zijn gericht op het verkrijgen van analytisch bewijs en informatie in het kader van (met name maar niet alleen) de in artikel 3 en 4 genoemde overtredingen Het uitvoeren van onderzoek heeft betrekking op: a. atypische bevindingen, atypische paspoortresultaten en belastende paspoortresultaten, waarbij informatie of bewijs wordt verzameld teneinde te bepalen of een overtreding van (met name maar niet alleen) artikel 3 of artikel 4 heeft plaatsgevonden; en b. andere indicaties van dopingzaken, waarbij informatie of bewijs wordt verzameld teneinde te bepalen of een overtreding van artikel 4 tot en met artikel 12 heeft plaatsgevonden ADO s zijn bevoegd onderzoek te doen naar dopingzaken. Zij kunnen hierbij gebruik maken van analytische en niet-analytische informatie en gegevens. Artikel 17 Dopingcontrole Elk lid is op elk moment en op elke plaats, in Nederland en daarbuiten, verplicht medewerking te verlenen aan een door een daartoe bevoegde ADO uit te voeren dopingcontrole. Deze verplichting geldt ook als een lid wegens een dopingovertreding een periode van uitsluiting is opgelegd. Dopingcontroles kunnen binnen het verband van elke wedstrijd en elke evenement, en buiten wedstrijdverband worden uitgevoerd Dopingcontroles vinden niet plaats gedurende de periode tussen 23:00 uur en 6:00 uur, tenzij: a. de uitvoering van de dopingcontrole reeds voor 23:00 uur een aanvang heeft genomen; b. een lid als een tijdbestek tussen 23:00 uur en 6:00 uur heeft opgegeven als het Uur; c. een lid anderszins toestemming heeft gegeven voor de uitvoering van een dopingcontrole tussen 23:00 uur en 6:00 uur; of d. een ADO een ernstig en specifiek vermoeden heeft dat zijdens een lid mogelijk sprake is van een dopingovertreding. Het betwisten of bij een ADO sprake was van een voldoende ernstig en specifiek vermoeden, en/of de vaststelling dat inderdaad geen sprake was van een voldoende ernstig of specifiek vermoeden, heeft geen consequenties voor de vaststelling van een dopingovertreding op basis van de controleresultaten van een tussen 23:00 uur en 6:00 uur uitgevoerde dopingcontrole.

260 De volgende organisaties hebben het recht bij leden dopingcontroles binnen wedstrijdverband uit te (laten) voeren: a. de Bond; b. de Dopingautoriteit; c. de internationale federatie (bij evenementen georganiseerd onder auspiciën van deze federatie); d. WADA; e. de Dopingautoriteit bij onder auspiciën van de internationale federatie georganiseerde wedstrijden en/of evenementen in Nederland, indien (i) de betreffende internationale federatie bij die evenementen geen dopingcontroles uitvoert, dan wel (ii) de Dopingautoriteit wordt verzocht namens de internationale federatie dopingcontroles uit te voeren; en f. enige andere instantie of organisatie met de wettelijke of reglementaire bevoegdheid dopingcontroles uit te (laten) voeren in het kader van een wedstrijd of evenement waarin een lid uitkomt (bijvoorbeeld de organisatie die een bepaald evenement organiseert) Naast de Bond hebben de volgende organisaties het recht bij leden dopingcontroles buiten wedstrijdverband uit te (laten) voeren: a. de internationale federatie; b. WADA; c. de Dopingautoriteit; en d. enige andere instantie of organisatie met de wettelijke of reglementaire bevoegdheid dopingcontroles buiten wedstrijdverband uit te (laten) voeren Tijdens nationale evenementen worden dopingcontroles geïnitieerd, georganiseerd en gecoördineerd door de Dopingautoriteit De uitvoering van de dopingcontrole vindt plaats in wezenlijke overeenstemming met het gestelde in de ten tijde van de dopingcontrole van kracht zijnde ISTI De Dopingcontrole-bijlage stelt nadere regels inzake de uitvoering van de dopingcontrole Laboratoria dienen de monsters te analyseren en de resultaten te rapporteren in wezenlijke overeenstemming met de ISL. Artikel 18 Heranalyse Indien de Dopingautoriteit de opdrachtgever is voor de dopingcontrole, kan de Dopingautoriteit elk monster op elk moment, dat wil zeggen voor en na de kennisgeving aan de betrokkene dat sprake is van een negatieve of (definitief) positieve uitslag, laten heranalyseren en/of verder laten analyseren Indien de Dopingautoriteit de opdrachtgever is voor de dopingcontrole kan, nadat de kennisgeving aan de betrokkene is verstuurd dat sprake is van een negatieve of (definitief) positieve uitslag, naast de Dopingautoriteit ook WADA elk monster op elk moment laten heranalyseren en/of verder laten analyseren. Indien WADA tot her- of verdere analyse van een monster besluit, draagt WADA de kosten voor deze analyse, inclusief de kosten voor het bewaren van het betreffende monster Her- en verdere analyse vinden plaats in wezenlijke overeenstemming met het gestelde in de ISL en, indien van toepassing, de ISTI.

261 Een weigering van de Dopingautoriteit een monster te heranalyseren of verder te analyseren en/of beschikbaar te stellen voor heranalyse, heeft geen invloed op (i) het belastende analyseresultaat, op (ii) de vaststelling van een dopingovertreding, noch (iii) op enig ander aspect inzake de (tuchtrechtelijke) behandeling van een dopingzaak. Artikel 19 Registered testing pool De Dopingautoriteit stelt een registered testing pool samen, en beheert deze De Dopingautoriteit bepaalt: a. welke leden tot deze registered testing pool behoren; b. op welke moment leden aan deze registered testing pool worden toegevoegd, dan wel eruit worden verwijderd. De Dopingautoriteit communiceert hieromtrent schriftelijk met de betrokken leden De verplichtingen die gelden voor leden die deel uit maken van de registered testing pool zijn beschreven in dit reglement, de bij dit reglement behorende bijlagen en/of de International Standards Een lid dat stopt met de wedstrijdbeoefening terwijl hij is opgenomen in de registered testing pool, en dat vervolgens de sportbeoefening in wedstrijdverband wenst te hervatten, mag pas deelnemen aan een internationaal of nationaal evenement nadat hij zich beschikbaar heeft gesteld voor de uitvoering van dopingcontroles. Hiertoe dient dit lid zowel de relevante internationale federatie als de Dopingautoriteit niet later dan zes maanden voor aanvang van het betreffende nationale of internationale evenement schriftelijk van zijn wens tot deelname op de hoogte te stellen. De termijn van zes maanden vangt aan vanaf de datum dat zowel de relevante internationale federatie als de Dopingautoriteit de bedoelde schriftelijke kennisgeving hebben ontvangen. Indien een lid dat is opgenomen in de registered testing pool stopt met wedstrijdbeoefening, dient hij dit schriftelijk bij de Dopingautoriteit en de internationale federatie (als het lid is opgenomen in de registered testing pool van de internationale federatie) te melden WADA kan, in overleg met de relevante internationale federatie en de Dopingautoriteit, een lid ontheffen van de in het vorige lid beschreven verplichting, indien de strikte toepassing van de in het vorige lid beschreven regel evident onredelijk zou zijn voor het lid. Tegen een besluit van WADA in dit kader staat beroep open overeenkomstig het gestelde in Titel XII Een lid dat gedurende de periode dat hem een periode van uitsluiting is opgelegd wegens een dopingovertreding, (i) stopt met sportbeoefening en/of (ii) niet meer valt onder de in artikel 1 opgenomen definitie van het begrip lid, en dat vervolgens de sportbeoefening in wedstrijdverband wenst te hervatten, mag pas deelnemen aan een internationaal of nationaal evenement nadat hij zich beschikbaar heeft gesteld voor de uitvoering van dopingcontroles door niet later dan zes maanden voor aanvang van het betreffende nationale of internationale evenement de relevante internationale federatie, alsmede de Dopingautoriteit schriftelijk van zijn wens tot deelname op de hoogte te stellen. Indien de resterende periode van uitsluiting op het moment dat het lid (i) stopt met sportbeoefening en/of (ii) niet meer valt onder de in artikel 1 opgenomen definitie van het begrip lid, langer bedraagt dan zes maanden, dan geldt in plaats van voornoemde termijn van zes maanden, een termijn die gelijk is aan de nog resterende periode van uitsluiting.

262 De Bond dient de Dopingautoriteit te ondersteunen in het verkrijgen van namen, adres- en contactgegevens van leden ten behoeve van het beheren van de registered testing pool, indien de Dopingautoriteit de Bond hier om verzoekt. Artikel 20 Opsporing en onderzoek De Dopingautoriteit verzamelt, beoordeelt en verwerkt informatie uit alle relevante en beschikbare bronnen, ten behoeve van het uitvoeren van dopingcontroles en/of het doen van onderzoek naar mogelijke dopingovertredingen. De ISTI stelt nadere regels inzake het doen van onderzoek De Dopingautoriteit onderzoekt atypische bevindingen, belastende paspoortresultaten en atypische paspoortresultaten. Een belastend analyseresultaat kan bovendien aanleiding zijn voor het doen van onderzoek naar andere dopingovertredingen, begaan door de betrokkene of door anderen De Dopingautoriteit onderzoekt alle andere analytische of niet-analytische informatie of inlichtingen die wijzen op mogelijke dopingovertredingen Onderzoek kan leiden tot bewijs van een dopingovertreding, dan wel tot bewijs dat geen sprake is van een dopingovertreding De Dopingautoriteit kan in het kader van het onderzoeken van een of meer dopingzaken, informatie uitwisselen met (internationale) sportorganisaties, buitenlandse ADO s, WADA en met (internationale) opsporingsinstanties en justitiële instellingen Ieder lid is verplicht mee te werken aan een onderzoek van de Dopingautoriteit naar dopinggeruchten en vermeende dopingzaken Leden kunnen dopingzaken en elke inlichting of informatie inzake een mogelijke dopingovertreding, melden bij de Dopingautoriteit of het bestuur. Het bestuur is verplicht dergelijke meldingen binnen veertien dagen, te rekenen vanaf de dag dat de melding door de Bond is ontvangen, te melden bij de Dopingautoriteit Niet-leden kunnen dopingzaken en elke inlichting of informatie inzake een mogelijke dopingovertreding, melden bij de Dopingautoriteit Indien uit eigen onderzoek van de Bond en/of een bondsfunctionaris blijkt dat mogelijk sprake is van een dopingzaak, dient de Bond, respectievelijk de bondsfunctionaris, dit zo spoedig mogelijk te melden bij de Dopingautoriteit De Dopingautoriteit is gerechtigd op elk moment: a. een heranalyse en/of een additionele analyse van het monster van de betrokkene uit te (laten) voeren; b. door de betrokkene geproduceerde urine of afgestaan bloed te (laten) analyseren en/of te (laten) onderzoeken, ongeacht de hoeveelheid geproduceerde urine of afgestaan bloed; c. elk (ander) vervolgonderzoek dat en/of elke andere analyse of (vervolg)stap uit te (laten) voeren die volgens de Code en de International Standards is toegestaan, dan wel niet uitdrukkelijk is verboden; d. elk onderzoek uit te (laten) voeren naar elke gedraging van de betrokkene in het kader van de bij hem uitgevoerde dopingcontrole dat relevant is met betrekking tot de bij hem uitgevoerde dopingcontrole; en e. alle mogelijk relevante informatie, documentatie, materialen, en andere lichaamsmonsters (dan de door de betrokkene geproduceerde urine of

263 20 afgestaan bloed) te (laten) onderzoeken in het kader van het beoordelen of sprake is van het begaan van een overtreding van een van toepassing zijnd dopingreglement door de betrokkene en/of anderen Alle in dit artikel bedoelde handelingen en/of onderzoeken vinden plaats in het kader van de handhaving van het van toepassing zijnde dopingreglement. Deze handhaving is expliciet niet beperkt tot de beoordeling of sprake is van een enkele overtreding, doch strekt zich ook uit tot de beoordeling of de betrokkene en/of anderen een andere dopingovertreding heeft/hebben begaan. Titel V Resultaatmanagement Artikel 21 Algemeen Resultaatmanagement omvat: a. het beoordelen van (i) controleresultaten, (ii) meldingen van mogelijke dopingovertredingen, (iii) informatie en inlichtingen uit opsporing en onderzoek naar mogelijke dopingovertredingen, (iv) informatie uit vervolgonderzoek en heranalyse(s), en (v) informatie en inlichtingen afkomstig van opsporingsinstanties, publiekrechtelijke organisaties en ADO s; en b. de tuchtrechtelijke vervolging in dopingzaken. Het is in dopingzaken expliciet toegestaan dat verschillende aspecten van het resultaatmanagement door verschillende ADO s worden uitgevoerd Resultaatmanagement kan plaatsvinden door elke ADO met jurisdictie over een lid. Indien resultaatmanagement plaatsvindt door de Dopingautoriteit, dan wordt daarmee voor zover dit reglement op dit punt taken toekent aan de Bond tevens gedoeld op de Bond, vanaf het moment dat de Dopingautoriteit een dopingzaak meldt bij de Bond. De Bond is verantwoordelijk voor de tuchtrechtelijke vervolging, tenzij (i) dit reglement anders bepaalt of (ii) dit aspect van het resultaatmanagement (deels) wordt uitgevoerd door een andere ADO In beginsel vindt resultaatmanagement plaats onder de verantwoordelijkheid van de ADO die de dopingcontrole heeft geïnitieerd, dan wel (indien geen sprake is van een dopingcontrole) van de ADO die als eerste de betrokkene in kennis heeft gesteld van een dopingzaak. Het resultaatmanagement in verband met een mogelijke overtreding van artikel 6 geschiedt door de internationale federatie of de NADO waarbij de betrokkene zijn whereabouts-gegevens aanlevert ADO s met jurisdictie kunnen in onderling overleg besluiten welke ADO (welke aspecten van) het resultaatmanagement op zich neemt. Bij dopingzaken is het expliciet toegestaan dat een ADO het resultaatmanagement overdraagt aan een andere ADO Indien tussen bevoegde ADO s geen overeenstemming bestaat over welke ADO verantwoordelijk is voor het resultaatmanagement, zal WADA hieromtrent besluiten. Elk van de betrokken ADO s kunnen tegen dit besluit van WADA in beroep komen bij het CAS. Hierbij geldt als beroepstermijn zeven dagen vanaf de ontvangst door de betrokken ADO van het besluit van WADA. Het CAS zal dit beroep via een versnelde procedure behandelen. Het beroep zal worden behandeld door een enkele arbiter.

264 Dit reglement is ook van toepassing op dopingzaken die voortvloeien uit door een niet-bevoegde instantie uitgevoerde dopingcontrole. Indien een dergelijkecontrole leidt tot een atypische bevinding, een belastend analyseresultaat of een andere mogelijke dopingovertreding, vindt het resultaatmanagement plaats door de Dopingautoriteit Indien noch de Dopingautoriteit, noch enige andere NADO, bevoegd is om een dopingzaak te behandelen, zal het resultaatmanagement worden uitgevoerd door de relevante internationale federatie, dan wel door de organisatie die volgens de regels van de internationale federatie bevoegd is Dit reglement is van toepassing op dopingzaken die voortvloeien uit een door WADA geïnitieerde dopingcontrole of uit door WADA uitgevoerd onderzoek. Indien sprake is van een mogelijke dopingovertreding door een lid, vindt het resultaatmanagement plaats door de Dopingautoriteit, tenzij WADA het resultaatmanagement overdraagt aan een andere bevoegde ADO Conform hetgeen in dit artikel, alsmede in de World Anti-Doping Code, is bepaald, kunnen bevoegde ADO s het resultaatmanagement en de tuchtrechtelijke vervolging onderling overdragen. Hierbij geldt dat de regels van de ADO van toepassing zijn op het (deel van het) resultaatmanagement dat deze ADO zelf heeft uitgevoerd Bij internationale evenementen kan de Dopingautoriteit akkoord gaan met het op zich nemen van de verantwoordelijkheid voor het resultaatmanagement, indien een internationale federatie (al dan niet via de Bond) daarom verzoekt De World Anti-Doping Code bevat regels inzake het informeren van relevante ADO s over: a. het intrekken van een beschuldiging dat zijdens een lid sprake is van een dopingovertreding; b. de oplegging van een ordemaatregel; en c. de oplegging van een sanctie zonder tuchtrechtelijke behandeling. Artikel 22 Beoordeling (mogelijke) dopingzaken De Dopingautoriteit is belast met het resultaatmanagement, tenzij dit reglement anders bepaalt en/of het resultaatmanagement op grond van het vorige artikel (deels) door een andere ADO plaatsvindt De Dopingautoriteit beoordeelt in het kader van het resultaatmanagement alle belastende analyseresultaten, atypische bevindingen, andere controleresultaten en andere (onderzoeken van en naar) mogelijke dopingzaken. De Dopingautoriteit kan in het kader van deze beoordeling in overleg treden met de betrokkene, de Bond, andere NADO s, de internationale federatie en WADA De Dopingautoriteit bepaalt of sprake is van een dopingzaak, tenzij het resultaatmanagement op grond van dit reglement door een andere ADO plaatsvindt Indien de Dopingautoriteit na de beoordeling als bedoeld in dit artikel van mening is dat sprake is van een dopingzaak, wordt een belastend analyseresultaat (als daarvan sprake is) voorlopig aangemerkt als positieve uitslag De beoordeling van atypische en belastende paspoortresultaten geschiedt overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in de ISTI.

265 De beoordeling van mogelijke overtredingen van artikel 6 geschiedt in overeenstemming met de ISTI en de Whereabouts-bijlage De Dopingautoriteit voert waar mogelijk of noodzakelijk elk ander onderzoek uit naar mogelijke dopingovertredingen Kennisgeving aan de Bond en de betrokkene vindt plaats binnen eenentwintig dagen vanaf het moment dat de Dopingautoriteit heeft vastgesteld dat sprake is van een dopingzaak, tenzij dit reglement (of een bijlage behorend bij dit reglement) een andere termijn of regeling noemt. Artikel 23 Analyse B-monster Als een monster is verdeeld in een A-deel (het A-monster) en een B-deel (het B- monster), heeft de betrokkene bij een belastend analyseresultaat in het A- monster recht op analyse van het B-monster, mits hij tijdig en correct heeft aangegeven van dit recht gebruik te willen maken in overeenstemming met het gestelde in dit artikel. De Dopingautoriteit wijst de betrokkene schriftelijk op (i) dit recht, (ii) de termijn binnen welke hij dient aan te geven of hij van dit recht gebruik wenst te maken, en (iii) de gevolgen als hij dit niet tijdig en/of correct doet De Dopingautoriteit kan aan het in het vorige lid genoemde recht op analyse van het B-monster voorwaarden verbinden, waaronder het door de betrokkene vergoeden van de kosten van de analyse van het B-monster voorafgaand aan de uitvoering van deze analyse. De Dopingautoriteit wijst de betrokkene schriftelijk op deze voorwaarde(n). Indien de betrokkene niet tijdig en volledig voldoet aan de gestelde voorwaarden, wordt de betrokkene geacht af te zien van zijn recht tot het (laten) analyseren van het B-monster, waarmee de uitslag van het onderzoek van het A-monster definitief wordt, en als positieve uitslag wordt aangemerkt Het laboratorium bepaalt de datum, het tijdstip en de locatie waarop de analyse van het B-monster zal plaatsvinden. De Dopingautoriteit stelt de betrokkene hieromtrent schriftelijk op de hoogte De betrokkene en/of een door hem aangewezen persoon, alsmede een vertegenwoordiger van de Bond, de internationale federatie en/of de dopingcontrole-uitvoerende organisatie, mogen op eigen kosten bij het analyseren van het B-monster in het laboratorium aanwezig zijn. De onmogelijkheid aanwezig te zijn bij de analyse van het B-monster leidt niet tot ongeldigheid van de uitslag van de analyse van het B-monster. De ISL kan (nadere) regels stellen omtrent de aanwezigheid van personen bij de analyse van het B-monster, alsmede inzake de rechten van de betrokkene in dit kader. Indien de ISL op dit punt afwijkt van hetgeen in dit reglement is bepaald, gaan de regels in de ISL voor Indien de uitslag van het onderzoek van het B-monster de uitslag van het onderzoek van het A-monster niet bevestigt, is sprake van een negatieve uitslag Indien de uitslag van het onderzoek van het B-monster de uitslag van het onderzoek van het A-monster bevestigt, is sprake van een positieve uitslag.

266 23 Artikel 24 Communicatie controleresultaten Indien de controleresultaten een negatieve uitslag aangeven en niet duiden op een mogelijke dopingovertreding, stelt de Dopingautoriteit de betrokkene, alsmede de Bond schriftelijk op de hoogte van de uitkomst van het onderzoek van het A-monster Indien de Dopingautoriteit na de beoordeling als bedoeld in artikel 22 en na eventueel uitgevoerd vervolgonderzoek, van mening is dat sprake is van een dopingzaak, stelt de Dopingautoriteit de betrokkene en de Bond binnen eenentwintig dagen na deze vaststelling schriftelijk door middel van een aangetekende brief op de hoogte van: a. het belastende analyseresultaat (indien daarvan sprake is); b. welke dopingovertreding(en) (vermoedelijk) sprake is; c. het recht van de betrokkene een kopie op te vragen van de informatie die het laboratorium verplicht is beschikbaar te stellen volgens de ISL; en d. de rechten als bedoeld in artikel 23.1, alsmede eventuele voorwaarden als bedoeld in artikel De Dopingautoriteit stelt de betrokkene en de Bond binnen eenentwintig dagen nadat de Dopingautoriteit deze uitslag heeft ontvangen, schriftelijk door middel van een aangetekende brief op de hoogte van de uitslag van het onderzoek van het B-monster. Artikel 14 van de World Anti-Doping Code bevat nadere regels inzake de kennisgeving van controleresultaten aan betrokken partijen, waaronder in ieder geval de relevante internationale federatie en WADA De Dopingautoriteit zal geen enkele partij of betrokkene van een atypische bevinding op de hoogte stellen, voordat eventueel noodzakelijk vervolgonderzoek is voltooid en de Dopingautoriteit heeft besloten of sprake is van een dopingzaak. Dit is slechts anders indien de Dopingautoriteit een verzoek ontvangt van: a. de Bond, in verband met een aflopende deadline inzake de samenstelling van een nationaal team voor een internationale wedstrijd of evenement; en/of b. de organisator van een evenement, kort voor aanvang van het evenement, met de vraag of ten aanzien van enig lid sprake is van vervolgonderzoek naar aanleiding van een atypische bevinding. De Dopingautoriteit zal in dergelijke gevallen slechts de naam van de betrokkene bekend maken indien deze voorkomt op een door de Bond en/of de organisator van een evenement verstrekte lijst van (deelnemende) leden. Voorafgaand aan het op de hoogte stellen van de Bond en/of de organisator van een evenement, zal de Dopingautoriteit eerst de betrokkene schriftelijk op de hoogte stellen De Dopingautoriteit stelt de Bond en de betrokkene, met inachtneming van het gestelde in dit reglement, zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte inzake (de uitvoering en het resultaat van) het vervolgonderzoek De omstandigheid dat de betrokkene op de hoogte is gesteld van een negatieve uitslag, betekent niet dat met betrekking tot de uitgevoerde dopingcontrole: a. definitief geen sprake is van een overtreding van artikel 3. Heranalyse of (ander) vervolgonderzoek kan op enig later moment leiden tot de vaststelling dat alsnog sprake is van een positieve uitslag; en b. ten aanzien van de betrokkene geen tuchtrechtelijke vervolging kan plaatsvinden op basis van een overtreding van artikel 3, dan wel enige andere dopingovertreding Overschrijding van de in dit artikel bedoelde termijnen leidt niet tot de nietontvankelijkheid van de dopingzaak. Het kan daarentegen wel leiden tot de toepassing van artikel 51.2.

267 24 Artikel 25 Vervolgonderzoek De Dopingautoriteit kan in een monster al het onderzoek (laten) uitvoeren dat noodzakelijk is om na te gaan of sprake is van enige dopingovertreding. Het kan hierbij gaan om een atypische bevinding of om onderzoek dat volgens een International Standard of een ander door WADA vastgesteld document wordt genoemd. Indien een laboratorium een atypische bevinding rapporteert, dient de Dopingautoriteit eerst te beoordelen of sprake is van (i) een van toepassing zijnde relevante dispensatie en/of (ii) een afwijking in de zin van artikel 34.2 en/of artikel De Dopingautoriteit kan het B-monster (laten) analyseren voordat het vervolgonderzoek is voltooid. In dit geval dient de Dopingautoriteit de betrokkene voorafgaand aan de analyse van het B-monster op de hoogte te stellen op de wijze als beschreven in artikel Indien in het A-monster een of meer niet-specifieke stoffen en/of verboden methoden (in verboden hoeveelheden) in combinatie met een atypische bevinding worden aangetroffen, kan bij de tuchtrechtelijke afhandeling worden uitgegaan van de aangetroffen niet-specifieke stof en/of verboden methode, ook als de atypische bevinding nog niet is onderzocht. In een dergelijk geval bepaalt de Dopingautoriteit of het in dit reglement en/of de dopinglijst bedoelde vervolgonderzoek (direct) plaatsvindt of niet. Artikel 26 Ordemaatregel Ordemaatregelen in dopingzaken worden uitsluitend geregeld in dit reglement, ook als een dergelijke maatregel in een ander bondsreglement (i) een andere naam heeft, zoals voorlopige voorziening of voorlopige schorsing, en (ii) door een tuchtcollege wordt opgelegd Indien een ordemaatregel wordt opgelegd, geldt voor de betrokkene dat deze: a. is uitgesloten van deelname aan enige wedstrijd, competitie en/of evenement onder auspiciën van de Bond; b. geen onderdeel mag uitmaken van enige nationale selectie en/of nationaal team; c. niet geselecteerd mag worden voor enige nationale selectie, nationaal team en/of enige andere (internationale) vertegenwoordiging van de Bond, op individuele noch op teambasis; d. geen trainingen mag geven, noch enige training mag volgen of ondergaan die is goedgekeurd door en/of is georganiseerd onder auspiciën van de Bond of een organisatie die lid is van de Bond, dan wel op andere wijze bij de Bond is aangesloten. Hieronder valt in ieder geval het trainen bij de Bond, het trainen bij een bij de Bond aangesloten club, vereniging of andere bij de Bond aangesloten rechtspersoon, het trainen onder (bege)leiding van een voor de Bond (als vrijwilliger of anderszins) werkzame persoon, alsmede het trainen met een persoon die een trainerslicentie of een daarmee gelijk te stellen document heeft; en e. geen begeleidingsactiviteiten mag uitvoeren bij trainingen en/of wedstrijden Indien sprake is van een voorlopig positieve uitslag inzake het A-monster, dient het bestuur de betrokkene direct na ontvangst van de in artikel 24.2 bedoelde kennisgeving een ordemaatregel op te leggen, tenzij de voorlopig positieve uitslag een specifieke stof en/of een vervuild product betreft, in welk geval artikel 26.4 van toepassing is.

268 Het bestuur kan bij een voorlopig positieve uitslag inzake het A-monster inzake een specifieke stof en/of een vervuild product, de betrokkene een ordemaatregel opleggen indien: a. een redelijke kans bestaat dat de betrokkene op korte termijn, in verband met (de voorbereiding op) een wedstrijd, competitie en/of evenement opnieuw positief test op dezelfde stof; b. het waarschijnlijk is dat de betrokkene wegens een dopingovertreding enige periode van uitsluiting wordt opgelegd; en/of c. bij overtreding van artikel 5 of artikel Het bestuur kan bij dopingzaken die niet vallen onder artikel 26.3 of artikel 26.4, een ordemaatregel opleggen als het een dergelijke maatregel in het belang van de Bond wenselijk of noodzakelijk acht In andere dan de in artikel 26.3 bedoelde gevallen kan het bestuur een ordemaatregel opleggen na de beoordeling en kennisgeving zoals die zijn beschreven in de voorgaande artikelen, maar voorafgaand aan een hoorzitting in het kader van de tuchtrechtelijke behandeling Het bestuur kan de in de voorgaande leden van dit artikel bedoelde bevoegdheid tot het opleggen van ordemaatregelen, delegeren aan (bijvoorbeeld) een afzonderlijk vertegenwoordigingsbevoegd bestuurslid of de directeur van de Bond De Bond dient de betrokkene de mogelijkheid te bieden van een voorlopige hoorzitting voorafgaand aan, dan wel binnen eenentwintig dagen na, het opleggen van de ordemaatregel Het bestuur, of de op grond van artikel 26.7 bevoegde persoon die een ordemaatregel heeft opgelegd, stelt de betrokkene binnen tien dagen vanaf de dag waarop het besluit tot oplegging van een ordemaatregel is genomen, op de hoogte van deze maatregel door middel van een aangetekende brief. Bij voornoemde brief stelt de Bond de betrokkene op de hoogte van (i) hetgeen de ordemaatregel inhoudt, (ii) wanneer deze maatregel van kracht wordt, en (iii) diens recht op een voorlopige hoorzitting, tenzij de voorlopige hoorzitting reeds heeft plaatsgevonden. De Bond stuurt de Dopingautoriteit tegelijkertijd een afschrift van deze brief. Indien de betrokkene niet binnen zeven werkdagen na ontvangst van het besluit tot oplegging van de ordemaatregel schriftelijk heeft aangegeven van zijn recht op een voorlopige hoorzitting gebruik te willen maken, wordt hij geacht van dit recht te hebben afgezien. Indien de Bond nalaat de betrokkene te informeren omtrent diens recht tot een voorlopige hoorzitting, is de Bond, indien de betrokkene de Bond schriftelijk om een voorlopige hoorzitting heeft verzocht, gehouden binnen eenentwintig dagen na de ontvangst van dit verzoek alsnog een voorlopige hoorzitting te beleggen Het bestuur of de op grond van artikel 26.7 bevoegde persoon kan in die gevallen waarin dat noodzakelijk of relevant is, bijvoorbeeld vanwege het competitieverloop, of een selectieprocedure voor een internationale wedstrijd, besluiten andere betrokkenen (bijvoorbeeld een of meer relevante teams, verenigingen of andere rechtspersonen) op de hoogte te stellen van een opgelegde ordemaatregel. Deze berichtgeving zal niet ingaan op de aard en omstandigheden van de dopingzaak, en geen specifieke informatie hieromtrent bevatten De ordemaatregel blijft van kracht tot het moment dat: a. de uitslag van de analyse van het B-monster de uitslag van de analyse van het A-monster niet bevestigt;

269 26 b. de positieve uitslag komt te vervallen als gevolg van een relevante en geldige dispensatie in de zin van dit reglement en/of de ISTUE; c. de betrokkene in het kader van een voorlopige hoorzitting aantoont, dat het controleresultaat waarschijnlijk het gevolg is van een vervuild product. Hiertoe dient de betrokkene aan te tonen dat (i) hij een product heeft gebruikt dat voldoet aan de in artikel 1.55 genoemde criteria, en (ii) het waarschijnlijker is dat de in zijn monster aangetroffen verboden stof of methode in zijn lichaam is gekomen via een vervuild product, dan dat de in zijn monster aangetroffen verboden stof of methode op andere wijze in zijn lichaam is gekomen; d. een daartoe bevoegd tuchtcollege, orgaan of instantie een definitief besluit aangaande de dopingzaak heeft genomen en de betrokkene schriftelijk van dit besluit in kennis heeft gesteld; dan wel e. het besluit tot het opleggen van de ordemaatregel in het daartegen ingestelde beroep komt te vervallen Indien een ordemaatregel komt te vervallen, stelt de Bond de betrokkene en de Dopingautoriteit hiervan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen tien dagen nadat de ordemaatregel is komen te vervallen, schriftelijk op de hoogte Indien vanwege meerdere redenen of dopingzaken een ordemaatregel is opgelegd, blijft de ordemaatregel van kracht ook indien het onderzoek van het B- monster het onderzoek van het A-monster niet bevestigt In de gevallen waarin de betrokkene of het team van de betrokkene op basis van dit reglement is verwijderd uit een wedstrijd, competitie of evenement en de analyse van het B-monster de analyse van het A-monster niet bevestigt, kan de betrokkene of het team, als dat mogelijk is zonder het verloop van de wedstrijd, het evenement of de competitie (verder) te beïnvloeden, na de kennisgeving als bedoeld in artikel 26.12, zijn deelname aan de competitie voortzetten De omstandigheid dat een ordemaatregel niet conform het gestelde in dit artikel is opgelegd, is niet van invloed op de vaststelling of sprake is van een dopingovertreding In alle gevallen waarin de Dopingautoriteit of de Bond de betrokkene schriftelijk in kennis heeft gesteld van een dopingzaak die niet leidt tot de oplegging van een ordemaatregel, dient de betrokkene in de gelegenheid te worden gesteld vrijwillig een ordemaatregel te aanvaarden, in afwachting van de beslechting van de dopingzaak. Artikel 27 Aanvaarding dopingovertreding en sanctie Indien sprake is van een dopingzaak, en de Dopingautoriteit de betrokkene hierover schriftelijk heeft geïnformeerd, kan de Dopingautoriteit de betrokkene een sanctievoorstel doen. Indien de betrokkene met dit voorstel akkoord gaat, betekent dit dat: a. hij de beschuldiging inzake het begaan van de betreffende dopingovertreding aanvaardt; b. hij de gevolgen daarvan aanvaardt, waaronder in ieder geval het vervallen van wedstrijdresultaten (als daarvan sprake is); c. hij het sanctievoorstel aanvaardt, waaronder in ieder geval de duur van de periode van uitsluiting, alsmede de ingangsdatum van de periode van uitsluiting; en d. hij alle gevolgen van de uitsluiting aanvaardt.

270 De Dopingautoriteit is, voor zover niet beperkt door dit reglement en/of de World Anti-Doping Code, geheel vrij in het bepalen van het in het vorige lid genoemde voorstel, alsmede enige bijbehorende voorwaarde(n). De voorgestelde sanctie dient te passen binnen de bepalingen van de World Anti-Doping Code en dit reglement Indien een betrokkene het sanctievoorstel van de Dopingautoriteit aanvaardt, dient de Dopingautoriteit alle partijen met beroepsrecht conform artikel 60 over deze acceptatie te informeren. De betrokkene die het sanctievoorstel schriftelijk aanvaardt, kan geen beroep instellen tegen de aanvaarde sanctie Indien een betrokkene het sanctievoorstel van de Dopingautoriteit aanvaardt, zal geen verdere uitvoering worden gegeven aan het resultaatmanagement en zal geen tuchtrechtelijke vervolging plaatsvinden Indien artikel 46 wordt toegepast, zal de Dopingautoriteit eerst bepalen wat de strafmaat zou zijn zonder de toepassing van artikel 46, alvorens in overeenstemming met artikel 46 (en waar nodig met instemming van WADA) te bepalen welk deel van de periode van uitsluiting op grond van de toepassing van artikel 46 kan worden opgeschort. Titel VI Tuchtrechtelijke behandeling Artikel 28 Algemeen Tuchtrechtelijke vervolging, behandeling, sanctievaststelling en sanctieoplegging geschieden overeenkomstig het gestelde in dit reglement en het van toepassing zijnde tuchtrecht, tenzij (i) dit reglement anders bepaalt of (ii) deze aspecten van het resultaatmanagement worden uitgevoerd door een andere ADO Een internationale federatie kan de tuchtrechtelijke behandeling van een dopingzaak, indien deze een lid betreft, overdragen aan de Dopingautoriteit en de Bond Dopingzaken betreffende leden kunnen, indien zij niet door de Bond worden behandeld, worden behandeld door elke bevoegde ADO. In dergelijke gevallen is de Dopingautoriteit, om de vertrouwelijkheid van procedure te bewaken, gerechtigd de melding van deze zaken bij de Bond uit te stellen, uiterlijk tot de tuchtrechtelijke behandeling is voltooid Als de betrokkene op het moment van het ontstaan van een dopingzaak valt onder de definitie van lid en/of begeleidend personeel, blijft dit reglement voor de duur van de (tuchtrechtelijke) afhandeling van deze dopingzaak, inclusief eventuele beroepszaken, onverkort op hem van toepassing, ook indien een of meer veranderingen in zijn status optreden, bijvoorbeeld door het beëindigen van zijn lidmaatschap bij de Bond en/of het beëindigen van een (arbeids)overeenkomst Indien een tuchtcollege definitief oordeelt dat het niet bevoegd is van een dopingzaak kennis te nemen, dan wel bepaalt dat de Bond en/of de Dopingautoriteit in de voorliggende zaak geen jurisdictie hebben, dan komt deze bevoegdheid, respectievelijk deze jurisdictie automatisch toe aan de internationale federatie.

271 28 Artikel 29 Aanhangig maken dopingzaken (aangifte) Indien de Dopingautoriteit van mening is dat sprake is van een dopingzaak, meldt de Dopingautoriteit dit schriftelijk en met redenen omkleed bij het bestuur, tenzij: a. de Dopingautoriteit de dopingzaak meldt bij een andere relevante ADO; b. artikel 27 wordt toegepast; c. artikel 46 wordt toegepast; of d. de Dopingautoriteit oordeelt dat in het kader van een of meer (andere) nog lopende onderzoeken, de dopingzaak nog niet kan worden gemeld Indien de Dopingautoriteit een dopingzaak zelf aanhangig maakt bij het bevoegde tuchtcollege, kan de Dopingautoriteit het bestuur voorafgaand aan deze aangifte informeren over de dopingzaak. De Dopingautoriteit is hiertoe echter niet verplicht Het bestuur en/of de Dopingautoriteit maken dopingzaken aanhangig bij het bevoegde tuchtcollege. De Dopingautoriteit zal in beginsel slechts van deze bevoegdheid gebruik maken indien en voor zover het bestuur bij het doen van aangifte in gebreke blijft Voor alle dopingzaken geldt dat aangifte dient te geschieden binnen de in artikel 55 bedoelde verjaringstermijn. Voor zover het overtredingen van artikel 3 betreft, dient het bestuur de dopingzaak aanhangig te maken binnen zes weken nadat de Dopingautoriteit de Bond schriftelijk van de definitieve positieve uitslag op de hoogte heeft gesteld. Indien deze termijn wordt overschreden, kan de Dopingautoriteit aangifte doen. In een dergelijk geval geldt voor het door de Dopingautoriteit doen van aangifte een termijn van vier weken, te rekenen vanaf de dag waarop de Dopingautoriteit kennis heeft genomen van het inzake het doen van aangifte in gebreke blijven van het bestuur Tenzij de in artikel 55 bedoelde verjaringsermijn is overschreden, leidt het niet tijdig aanhangig maken van een dopingzaak niet tot niet-ontvankelijkheid van de aangifte. Het kan daarentegen wel leiden tot de toepassing van artikel Het bestuur (of indien van toepassing de Dopingautoriteit) dient de betrokkene zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen eenentwintig dagen, te rekenen vanaf de dag van aangifte, door middel van een aangetekende brief op de hoogte te stellen van het aanhangig maken van de dopingzaak. Indien alleen de Dopingautoriteit aangifte doet, stelt de Dopingautoriteit tegelijkertijd de betrokkene en de Bond schriftelijk op de hoogte, tenzij dit reeds door middel van de aangifte is gebeurd In gevallen waarin artikel 27 of artikel 46 wordt toegepast, wordt geen aangifte gedaan van een dopingzaak, tenzij de met de betrokkene gesloten overeenkomst komt te vervallen. Indien een in het kader van de toepassing van artikel 27 of artikel 46 gesloten overeenkomst komt te vervallen, is de in artikel 29.4 genoemde termijn niet van toepassing op het aanhangig maken van de dopingzaak. In een dergelijk geval geldt de in artikel 55 genoemde verjaringstermijn, welke in dat geval aanvangt op de dag waarop de Dopingautoriteit schriftelijk kennis heeft genomen van het vervallen van de bedoelde overeenkomst Bij ernstige overtredingen van artikel 9 en/of artikel 10, zal tevens aangifte worden gedaan bij bevoegde autoriteiten buiten de Bond Alvorens een betrokkene te informeren dat sprake is van een dopingzaak, zal de Dopingautoriteit nagaan of de betrokkene reeds eerder een dopingovertreding heeft begaan.

272 29 Artikel 30 Behandeling dopingzaken De tuchtrechtelijke behandeling van een dopingzaak dient te voldoen aan de volgende principes: a. een tijdige en eerlijke hoorzitting; b. een eerlijk en onpartijdig (tucht)orgaan of arbitragecollege; c. een tijdige, schriftelijke, beargumenteerde uitspraak, welke met name in gaat op het bewijs, het afwijken van de (standaard) periode van uitsluiting en de aanvang van een eventueel opgelegde periode van uitsluiting De betrokkene mag te allen tijde af zien van zijn recht op een hoorzitting De betrokkene tegen wie een dopingzaak aanhangig is gemaakt, dient binnen veertien dagen na ontvangst van de schriftelijke aangifte, bij de Bond aan te geven of hij gebruik wil maken van zijn recht op een hoorzitting. Indien de betrokkene niet binnen deze termijn aangeeft van dit recht gebruik te willen maken, wordt hij geacht af te zien van zijn recht op een hoorzitting De Bond doet de schriftelijke met redenen omklede uitspraak van het tuchtcollege toekomen aan de betrokkene, de Dopingautoriteit en de internationale federatie. De Dopingautoriteit draagt zorg voor de verdere kennisgeving van de uitspraak aan WADA en (indien van toepassing) andere relevante ADO s Indien de betrokkene, de Dopingautoriteit, WADA en alle andere ADO s met beroepsrecht in dopingzaken conform artikel 60 daarmee schriftelijk akkoord gaan, is het toegestaan een dopingzaak direct aanhangig te maken bij het CAS, zonder dat de betreffende dopingzaak voorafgaand door enig ander tuchtcollege wordt behandeld. Een ADO die als partij of als waarnemer wil deelnemen aan de hoorzitting bij het CAS, kan haar instemming met de enkele behandeling door het CAS afhankelijk maken van de toekenning van dat recht De Dopingautoriteit is bij de tuchrechtelijke behandeling van alle dopingzaken, ook in beroep, bevoegd aan de mondelinge behandeling door het bevoegde tuchtcollege deel te nemen en aldaar het woord te voeren. Voor de Dopingautoriteit gelden tijdens de behandeling dezelfde rechten en verplichtingen als voor de betrokkene. Het gestelde in deze bepaling geldt tevens voor de voorlopige hoorzitting Indien een (onafhankelijke) deskundige in het kader van een dopingzaak contact heeft gehad met de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger, kan deze deskundige niet (meer) als onafhankelijk deskundige fungeren in de tuchtrechtelijke behandeling van de betreffende dopingzaak Het is de partijen in een dopingzaak slechts toegestaan met de onafhankelijke deskundige te communiceren via het tuchtcollege dat de betreffende dopingzaak behandelt. De informatie die een partij desondanks direct communiceert aan de onafhankelijke deskundige, wordt buiten beschouwing gelaten in de (verdere) tuchtrechtelijke behandeling van de dopingzaak, en kan niet opnieuw worden ingebracht De Dopingautoriteit ontvangt alle documenten, correspondentie en informatie inzake de tuchtrechtelijke behandeling welke de betrokkene en het tuchtcollege ontvangen. De Bond, dan wel het tuchtcollege stellen de Dopingautoriteit op hetzelfde moment in bezit van alle documenten, correspondentie en informatie

273 30 als de andere betrokken partijen, alsook van alle documenten, correspondentie en informatie welke de betrokkene aan de Bond en/of het tuchtcollege doet toekomen. Artikel 31 Conclusie De Dopingautoriteit en het bestuur zijn bevoegd in een dopingzaak uiterlijk achtentwintig dagen na het door de betrokkene ingediende verweerschrift een schriftelijke conclusie te nemen waarin zij hun standpunt schriftelijk kenbaar maken aan het bevoegde tuchtcollege. De Dopingautoriteit en het bestuur kunnen bij het nemen van een conclusie tevens stukken overleggen. Wanneer de betrokkene geen verweerschrift heeft ingediend, zijn het bondsbestuur en de Dopingautoriteit bevoegd na het verstrijken van de termijn voor het indienen van het verweerschrift een conclusie te nemen De betrokkene ontvangt zo spoedig mogelijk van de Bond en/of de Dopingautoriteit de genomen conclusie en eventueel overgelegde stukken Indien tegen een uitspraak van het bevoegde tuchtcollege beroep is ingesteld, kan de Dopingautoriteit in beroep uiterlijk voorafgaand aan de mondelinge behandeling een schriftelijke conclusie nemen en stukken overleggen, ook als de Dopingautoriteit de partij is die het beroep heeft ingesteld Indien de Dopingautoriteit in een dopingzaak een conclusie neemt of beroep instelt, kunnen medewerkers van de Dopingautoriteit in die dopingzaak niet als deskundige maar wel als getuige worden gehoord. Artikel 32 Verstek Indien sprake is van een dopingzaak, en van de betrokkene geen (correcte) adresgegevens bekend zijn, ook nadat (i) een redelijke poging (waaronder het contacteren van diens nationale bond en/of de relevante internationale federatie) is ondernomen deze te verkrijgen, en (ii) de in artikel 30.3 bedoelde termijn is verstreken, vindt de (tucht)afhandeling van de dopingzaak conform dit reglement plaats zonder communicatie met, inbreng en/of participatie van de betrokkene, zonder dat dit strijdigheid met het bepaalde in artikel 30 of enige andere bepaling van dit reglement oplevert. Titel VII Bewijs van doping Artikel 33 Bewijslast Op het bestuur of op een ADO (in gevallen waarin deze ADO tegen een besluit als bedoeld in artikel 59.1 beroep heeft ingesteld) rust de bewijslast dat een dopingovertreding heeft plaatsgevonden. Het bewijs van de dopingovertreding zal zijn geleverd, indien het bestuur deze overtreding genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt aan het bevoegde tuchtcollege, waarbij rekening gehouden wordt met de ernst van de geuite beschuldiging. Deze bewijslast houdt in alle zaken meer in dan alleen een afweging van waarschijnlijkheid, maar minder dan een onomstotelijk vaststaand bewijs.

274 Door een lid dat wordt beschuldigd een dopingovertreding te hebben begaan aangedragen bewijs wordt gewogen op basis van een afweging van waarschijnlijkheid Indien dit reglement de bewijslast neerlegt bij (het bestuur van) de Bond, is het expliciet toegestaan dat de Dopingautoriteit naast of in plaats van (het bestuur van) de Bond het benodigde bewijs levert. Dit geldt zowel voor dopingzaken waarin de Dopingautoriteit aangifte heeft gedaan, dan wel beroep heeft ingesteld, als voor dopingzaken waarin het bestuur aangifte heeft gedaan Voor de vaststelling dat sprake is van een dopingovertreding kan één bewijsmiddel volstaan, mits dit bewijsmiddel voldoet aan de in dit reglement aan een bewijsmiddel gestelde voorwaarden. Artikel 34 Methoden voor het vaststellen van feiten en aannamen Feiten die verband houden met dopingovertredingen kunnen worden bewezen met elk betrouwbaar middel, waaronder in ieder geval analyseresultaten, een (enkele) bekentenis, een verklaring van een dopingcontroleofficial en het vergelijken en koppelen van (gegevens verkregen uit) DNA-materiaal. De beoordeling van de betrouwbaarheid van de bewijsmiddelen geschiedt door het bevoegde tuchtcollege De door WADA geaccrediteerde of goedgekeurde laboratoria worden verondersteld de analyse van monsters en de bewaarprocedures te hebben uitgevoerd in overeenstemming met de International Standard for Laboratories. De betrokkene kan deze veronderstelling weerleggen door aan te tonen dat (i) een afwijking van deze International Standard heeft plaatsgevonden, die (ii) redelijkerwijs het belastende analyseresultaat of de feitelijke basis voor de dopingovertreding kan hebben veroorzaakt Als de betrokkene de in het vorige lid bedoelde veronderstelling weerlegt, door aan te tonen dat op de in dat lid bedoelde wijze van de ISL is afgeweken, dient het bestuur aan te tonen dat deze afwijking niet heeft geleid tot het belastende analyseresultaat Afwijkingen van dit reglement en/of enige International Standard, die niet aantoonbaar hebben geleid tot het belastend analyseresultaat of andere (vermoedelijke) dopingovertredingen, maken de controleresultaten niet ongeldig. Indien de betrokkene aantoont dat zodanig van enige International Standard is afgeweken dat redelijkerwijs mag worden aangenomen dat deze afwijking het belastende analyseresultaat of de feitelijke basis voor de dopingovertreding heeft veroorzaakt, dient het bestuur aan te tonen dat deze afwijking niet het belastende analyseresultaat of de feitelijke basis voor de dopingovertreding heeft veroorzaakt Als in een dopingzaak de betrokkene geen afwijking van enige International Standard heeft aangetoond, dan wel enige afwijking van een International Standard niet het belastende analyseresultaat of de feitelijke basis voor de dopingovertreding heeft veroorzaakt, vormt de positieve uitslag betrouwbaar en onomstotelijk bewijs dat sprake is van een dopingovertreding De in een juridische procedure niet-betwiste feiten, alsmede de door de oordelende instantie vastgestelde feiten gelden als onweerlegbaar bewijs in een dopingzaak, tenzij de uitspraak in voornoemde procedure nog niet definitief is

275 32 geworden, dan wel in voornoemde procedure aantoonbaar beginselen van behoorlijk procesrecht zijn geschonden Indien de betrokkene gedurende de tuchtrechtelijke behandeling van een dopingzaak, in een situatie waarin tegen hem zwaarwegend bewijs is overlegd (zoals controleresultaten en/of verklaringen van dopingcontroleofficials), naar aanleiding van een binnen een redelijke termijn voorafgaand aan de hoorzitting gedaan verzoek, weigert voor het bevoegde tuchtcollege te verschijnen (in persoon, telefonisch of via een beeldverbinding) en weigert vragen van het tuchtcollege of de betrokkene ADO s met betrekking tot deze dopingzaak te beantwoorden, kan het tuchtcollege hieruit een voor de betrokkene negatieve conclusie trekken Door WADA vastgestelde analytische methoden en/of beslissingswaarden worden verondersteld wetenschappelijk geldig te zijn Voor de behandeling van een mogelijke dopingovertreding door het CAS geldt dat een betrokkene die de in het vorige lid bedoelde veronderstelling van wetenschappelijke validiteit wil weerleggen, voorafgaand aan het betwisten van de wetenschappelijke validiteit, als opschortende voorwaarde eerst WADA in kennis dient te stellen van (i) de betwisting, alsmede (ii) de gronden waarop deze betwisting berust. Het CAS kan WADA ook op eigen initiatief in kennis stellen van een dergelijke betwisting. Op verzoek van WADA zal het betreffende CAS-panel een geschikte wetenschappelijke expert aanstellen om het panel te assisteren bij de beoordeling van de betwisting. WADA heeft het recht binnen tien dagen nadat WADA (i) door de betrokkene, dan wel het CAS in kennis is gesteld van de betwisting en (ii) het betreffende CAS-dossier heeft ontvangen, in de betreffende procedure: a. te interveniëren als partij; b. op te treden als amicus curiae; of c. anderszins bewijs aan te voeren. Titel VIII Spelsancties en wedstrijdresultaten Artikel 35 Automatisch vervallen wedstrijdresultaten Een dopingovertreding naar aanleiding van een dopingcontrole binnen wedstrijdverband in een sport die geen teamsport is, leidt automatisch tot het vervallen van in de desbetreffende wedstrijd behaalde wedstrijdresultaten. Artikel 36 Spelsancties en boetes In aanvulling op het gestelde in artikel 35 kan een dopingovertreding die wordt begaan tijdens of in verband met een evenement, als het bevoegde orgaan daartoe besluit, leiden tot het vervallen van alle (andere) wedstrijdresultaten die de betrokkene in het kader van dat evenement heeft behaald. Factoren die meespelen bij de afweging om andere tijdens een evenement behaalde wedstrijdresultaten te laten vervallen, zijn bijvoorbeeld: de ernst van de door de betrokkene begane dopingovertreding, of de omstandigheid dat andere gedurende het evenement bij de betrokkene uitgevoerde dopingcontroles negatief waren.

276 Als de betrokkene kan aantonen dat van zijn kant met betrekking tot de in het vorige lid bedoelde overtreding geen sprake is van schuld of nalatigheid in de zin van artikel 44, komen de in het vorige lid bedoelde (andere) wedstrijdresultaten niet te vervallen, tenzij het waarschijnlijk is dat deze resultaten zijn beïnvloed door de overtreding In aanvulling op het in de voorgaande leden gestelde geldt dat alle wedstrijdresultaten komen te vervallen die zijn behaald nadat een dopingovertreding heeft plaatsgevonden, tot en met het moment van aanvang van de naar aanleiding van deze overtreding opgelegde ordemaatregel (indien daarvan sprake was) of (indien geen ordemaatregel is opgelegd) de periode van uitsluiting, tenzij de rechtvaardigheid anders vereist Overtreding van artikel 7 door een bij de Bond aangesloten vereniging en/of rechtspersoon wordt bestraft met een door het bevoegde tuchtcollege vast te stellen geldboete. Indien als gevolg van bedoelde gebrekkige medewerking een geplande dopingcontrole buiten wedstrijdverband geen doorgang kan vinden, wordt deze omstandigheid tevens gezien als een overtreding van artikel 7 door de betrokkene bij wie de geplande controles geen uitvoering kon vinden Alle tijdens een periode van uitsluiting behaalde wedstrijdresultaten, inclusief die welke zijn behaald tijdens een periode van uitsluiting die met terugwerkende kracht is opgelegd, komen te vervallen Alle door een lid in strijd met artikel 19.4 en/of artikel 19.6 behaalde wedstrijdresultaten komen automatisch te vervallen Overtreding van artikel 17.6 door een bij de Bond aangesloten vereniging en/of rechtspersoon wordt bestraft met een door het bevoegde tuchtcollege vast te stellen geldboete. Titel IX Sancties Artikel 37 Sanctie overtreding artikelen 3, 4 en Behoudens een eventuele reductie of opschorting van de sanctie overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49, bedraagt de periode van uitsluiting voor een eerste overtreding van artikel 3, artikel 4 of artikel 8: a. vier jaar indien de dopingovertreding geen verband houdt met een specifieke stof, tenzij de betrokkene kan aantonen dat bij het begaan van de dopingovertreding van zijn kant geen sprake was van opzet; b. vier jaar indien de dopingovertreding verband houdt met een specifieke stof en de ADO kan aantonen dat bij het begaan van de dopingovertreding zijdens betrokkene sprake was van opzet Indien de dopingovertreding geen verband houdt met een specifieke stof, en de betrokkene kan aantonen dat bij het begaan van de dopingovertreding van zijn kant geen sprake was van opzet, bedraagt de periode van uitsluiting twee jaar Indien de dopingovertreding verband houdt met een specifieke stof, en de ADO niet kan aantonen dat bij het begaan van de dopingovertreding zijdens betrokkene sprake was van opzet, bedraagt de periode van uitsluiting twee jaar.

277 34 Artikel 38 Opzet voor de toepassing van Titel IX en Titel X Voor de toepassing van Titel IX heeft de term opzet betrekking op de intentie om vals te spelen. Van opzet kan dientengevolge alleen sprake zijn indien voldaan is aan de volgende vereisten: a. zijdens de betrokkene is sprake van een of meer handelingen waarvan hij wist dat ze een dopingovertreding vormden; en/of b. zijdens de betrokkene is sprake van een of meer handelingen waarvan de betrokkene wist dat een aanzienlijk risico bestond dat zij (i) een dopingovertreding zouden kunnen vormen of (ii) een dopingovertreding tot gevolg zouden kunnen hebben, en de betrokkene heeft dat risico evident genegeerd Een dopingzaak betreffende een stof die alleen verboden is binnen wedstrijdverband, kan, tot het tegendeel is bewezen, als niet opzettelijk worden beschouwd als de betrokkene kan aantonen dat: a. de verboden stof een specifieke stof is; en b. de verboden stof buiten wedstrijdverband is gebruikt Een dopingzaak betreffende een verboden stof die alleen verboden is binnen wedstrijdverband, wordt niet als opzettelijk beschouwd indien: a. de stof geen specifieke stof is; en b. de betrokkene kan aantonen dat de verboden stof buiten wedstrijdverband werd gebruikt in een context die geen verband houdt met een sportprestatie Alle verwijzingen in Titel IX naar de term opzet, betreffen verwijzingen naar opzet in de zin van artikel Artikel 39 Sanctie overtreding artikel 5 en artikel 7 Behoudens een eventuele reductie of opschorting van de sanctie overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49, bedraagt de periode van uitsluiting voor een eerste overtreding van artikel 5 of artikel 7 vier jaar, tenzij de betrokkene, voor zover het een overtreding van artikel 5 betreft, kan aantonen dat bij het begaan van de dopingovertreding van zijn kant geen sprake was van opzet, in welk geval de periode van uitsluiting twee jaar bedraagt. Artikel 40 Sanctie overtreding artikel De periode van uitsluiting bedraagt voor een eerste overtreding van artikel 6 twee jaar, welke periode, afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene, kan worden verminderd tot een periode van uitsluiting van ten minste één jaar De in het vorige lid genoemde mogelijkheid de standaard periode van uitsluiting van twee jaar te verminderen, is niet beschikbaar indien: a. de betrokkene zijn whereabouts-gegevens herhaaldelijk op het laatste moment heeft gewijzigd; en/of b. sprake is van andere handelingen die een ernstig vermoeden doen rijzen dat de betrokkene heeft getracht niet beschikbaar te zijn voor een dopingcontrole Factoren die bij de toepassing van dit reglement dienen te worden meegenomen bij de beoordeling van de mate van schuld zijdens betrokkene, zijn bijvoorbeeld (i) de ervaring van de betrokkene, (ii) de omstandigheid dat de betrokkene ten tijde van het begaan van de dopingovertreding minderjarig was, (iii) het risico waarvan de betrokkene bewust had moeten zijn, (iv) de zorgvuldigheid en de

278 35 voorzichtigheid die de betrokkene heeft betracht met betrekking tot wat het gepercipieerde risico had moeten zijn, en (v) bijzondere overwegingen, zoals een handicap. Bij de beoordeling van de mate van schuld zijdens de betrokkene moeten de in overweging genomen omstandigheden specifiek en relevant zijn voor de verklaring waarom de betrokkene is afgeweken van het gedrag dat van een (top)sporter mag worden verwacht. Artikel 41 Sanctie overtreding artikel 9 en Behoudens een eventuele reductie of opschorting van de sanctie overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49, bedraagt de opgelegde periode van uitsluiting voor een eerste overtreding van artikel 9 of artikel 10 ten minste vier jaar en maximaal levenslang, afhankelijk van de ernst van de overtreding Een overtreding van artikel 9 of artikel 10 waarbij een minderjarige is betrokken, wordt als bijzonder ernstig gezien, en leidt tot levenslange uitsluiting, indien: a. de overtreding is begaan door begeleidend personeel; en b. de overtreding geen verband houdt met een specifieke stof. Artikel 42 Sanctie overtreding artikel 11 Behoudens een eventuele reductie of opschorting van de sanctie overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49, bedraagt de periode van uitsluiting voor een eerste overtreding van artikel 11 ten minste twee jaar en maximaal vier jaar, afhankelijk van de ernst van de overtreding. Artikel 43 Sanctie overtreding artikel 12 De periode van uitsluiting bedraagt voor een eerste overtreding van artikel 12 twee jaar, welke periode, afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene en de andere omstandigheden van het geval, kan worden verminderd tot een periode van uitsluiting van ten minste één jaar. Titel X Strafmaat en sanctiereductie Artikel 44 Geen schuld of nalatigheid Er is geen sprake van schuld of nalatigheid indien de betrokkene heeft aangetoond dat hij niet wist of vermoedde, en zelfs met de grootst mogelijke voorzichtigheid niet redelijkerwijs had kunnen weten of vermoeden, dat hij: a. de verboden stof en/of verboden methode had gebruikt, ingenomen of had toegediend gekregen; of b. een dopingovertreding beging Indien de dopingovertreding een overtreding van artikel 3 betreft, geldt als aanvullende eis dat alleen sprake kan zijn van geen schuld of nalatigheid, als de betrokkene heeft aangetoond hoe de verboden stof en/of de verboden methode in zijn lichaam terecht is gekomen. Deze aanvullende eis geldt niet indien de betrokkene ten tijde van het begaan van de dopingovertreding minderjarig is.

279 Indien de betrokkene in een individueel geval heeft aangetoond dat bij het door hem begaan van een dopingovertreding van zijn kant geen sprake was van schuld of nalatigheid, vervalt de toepasselijke periode van uitsluiting Dit artikel is alleen van toepassing op uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld indien een betrokkene heeft aangetoond dat de door hem begane dopingovertreding, ondanks alle door hem genomen voorzorgsmaatregelen en door hem betrachte zorgvuldigheid, het gevolg is van sabotage door een derde Dit artikel is in ieder geval niet van toepassing op de volgende gevallen: a. een positieve uitslag die het gevolg is van de inname van een vervuild product, een verkeerd gelabeld of een verontreinigd voedingssupplement. Leden zijn zelf verantwoordelijk voor hetgeen zij gebruiken of innemen, en zij dienen bekend te zijn met de risico s inzake het gebruik van voedingssupplementen; b. de toediening van een verboden stof of een verboden methode door begeleidend personeel zonder dat dit aan de betrokkene is gemeld. Leden zijn zelf verantwoordelijk voor de keuze van hun begeleidend personeel, en moeten hun begeleidend personeel meedelen dat zij geen verboden stof of verboden methode toegediend mogen krijgen; en/of c. sabotage van voeding of drank van een betrokkene door een echtgenoot of echtgenote, een huisgenoot of (ander) gezinslid, een coach of een andere persoon die tot het begeleidend personeel van de betrokkene behoort. Leden zijn zelf verantwoordelijk voor hetgeen zij gebruiken of innemen, alsmede voor het gedrag van de personen die zij toegang geven tot hun voeding en drank Dit artikel is alleen van toepassing op de vaststelling van de strafmaat, en niet op de vaststelling of sprake is van een dopingovertreding In tegenstelling tot de overige bepalingen van Titel X waar de term schuld wordt gebruikt, is de definitie van schuld expliciet niet van toepassing op artikel 44. Evenmin zijn van toepassing op artikel 44 de in artikel 40.3 genoemde factoren voor het beoordelen van de mate van schuld zijdens betrokkene. Artikel 45 Geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid Er is geen sprake van een aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid indien de betrokkene heeft aangetoond dat zijn schuld of nalatigheid, naar de omstandigheden van het geval en rekening houdend met de criteria zoals genoemd in artikel 44.1, niet significant was in relatie tot de dopingovertreding Indien de dopingovertreding een overtreding van artikel 3 betreft, geldt als aanvullende eis dat alleen sprake kan zijn van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, als de betrokkene heeft aangetoond hoe de verboden stof en/of de verboden methode in zijn lichaam terecht is gekomen. Deze aanvullende eis geldt niet indien de betrokkene ten tijde van het begaan van de dopingovertreding minderjarig is Als (i) sprake is van een overtreding van artikel 3, artikel 4 of artikel 8, (ii) de dopingovertreding verband houdt met een specifieke stof, en (iii) de betrokkene heeft aangetoond dat van zijn kant sprake is van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, dan is de sanctie ten minste: a. een berisping zonder oplegging van enige periode van uitsluiting; en b. maximaal een periode van uitsluiting van twee jaar, afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene.

280 Als (i) sprake is van een overtreding van artikel 3, artikel 4 of artikel 8, (ii) de betrokkene heeft aangetoond dat van zijn kant sprake is van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, en (iii) de betrokkene heeft aangetoond dat het belastend analyseresultaat is veroorzaakt door een vervuild product, dan is de sanctie ten minste: a. een berisping zonder oplegging van enige periode van uitsluiting; en b. maximaal een periode van uitsluiting van twee jaar, afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene Indien de betrokkene in een individueel geval, waarin artikel 45.3 en artikel 45.4 niet van toepassing zijn, heeft aangetoond dat bij het door hem begaan van een dopingovertreding van zijn kant sprake was van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, kan de anders van toepassing zijnde periode van uitsluiting afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene, worden gereduceerd, doch nooit minder zijn dan de helft van de anders van toepassing zijnde periode van uitsluiting. Indien de anders van toepassing zijnde periode van uitsluiting levenslang zou bedragen, mag de overeenkomstig dit artikel gereduceerde periode van uitsluiting niet minder dan acht jaar bedragen Artikel 45.5 kan slechts worden toegepast indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. De dopingovertreding betreft artikel 3, artikel 4 of artikel 8, houdt geen verband met een specifieke stof, en artikel 45.3 en artikel 45.4 zijn niet van toepassing, en de betrokkene heeft aangetoond dat bij het door hem begaan van de dopingovertreding van zijn kant geen sprake was van opzet; of b. De dopingovertreding betreft artikel 6, en de betrokkene heeft aangetoond dat bij het door hem begaan van de dopingovertreding van zijn kan geen sprake was van opzet Afhankelijk van de unieke feiten van een bepaald geval, kan elk van de in artikel 44.5 genoemde voorbeelden leiden tot de vaststelling dat zijdens betrokkene sprake is van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid. Hiervoor geldt echter als eis dat de betrokkene heeft voldaan aan alle van toepassing zijnde voorwaarden van artikel Voor cannabinoïden, inclusief afbraakproducten en markers daarvan, kan een betrokkene aantonen dat van zijn kant sprake is van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid door aan te tonen dat de context van het gebruik duidelijk niet gerelateerd was aan een sportprestatie. Artikel 45 lid 2 is onverkort van toepassing Dit artikel is alleen van toepassing op de vaststelling van de strafmaat, en niet op de vaststelling of sprake is van een dopingovertreding Als de Bond, de Dopingautoriteit en/of een andere ADO bij een overtreding van artikel 3, artikel 4 en artikel 8 inzake een specifieke stof, heeft aangetoond dat zijdens de betrokkene sprake was van opzet: a. kan artikel 45 niet worden toegepast; en b. bedraagt de periode van uitsluiting vier jaar, tenzij artikel 46, artikel 47 en/of artikel 48 wordt toegepast Als de Bond, de Dopingautoriteit en/of een andere ADO bij een overtreding van artikel 3, 4 en artikel 8 inzake een specifieke stof, niet heeft aangetoond dat zijdens de betrokkene sprake was van opzet: a. kan artikel 45 worden toegepast, doch alleen als de betrokkene kan aantonen in aanmerking te komen voor sanctiereductie op grond van artikel 45; en

281 38 b. is de sanctie ten minste een berisping en maximaal een periode van uitsluiting van twee jaar, afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene. Hierbij geldt dat sanctiereductie alleen mogelijk is als (i) de betrokkene heeft aangetoond dat van zijn kant sprake is van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, en (ii) de betrokkene heeft voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van artikel 45.3, artikel 45.4 of artikel Indien de betrokkene niet aan deze voorwaarden kan voldoen, bedraagt de periode van uitsluiting twee jaar, tenzij artikel 46, artikel 47 en/of artikel 48 wordt toegepast Als de betrokkene bij een overtreding van artikel 3, artikel 4 en artikel 8 inzake een niet-specifieke stof niet heeft aangetoond dat van zijn kant geen sprake was van opzet: a. kan artikel 45 niet worden toegepast; en b. bedraagt de periode van uitsluiting vier jaar, tenzij artikel 46, artikel 47 en/of artikel 48 wordt toegepast Als de betrokkene bij een overtreding van artikel 3, artikel 4 en artikel 8 inzake een niet-specifieke stof heeft aangetoond dat van zijn kant geen sprake was van opzet: a. kan artikel 45 worden toegepast, doch alleen als de betrokkene kan aantonen in aanmerking te komen voor sanctiereductie op grond van artikel 45; en b. kan de periode van uitsluiting worden gereduceerd afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene, doch nooit minder zijn dan de helft van anders van toepassing zijnde periode van uitsluiting. Hierbij geldt dat sanctiereductie alleen mogelijk is als (i) de betrokkene heeft aangetoond dat van zijn kant sprake is van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, en (ii) de betrokkene heeft voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van artikel 45.3, artikel 45.4 of artikel Indien de betrokkene niet aan deze voorwaarden kan voldoen, bedraagt de periode van uitsluiting twee jaar, tenzij artikel 46, artikel 47 en/of artikel 48 wordt toegepast Voor de toepassing van artikel 45: a. dient het bevoegde tuchtcollege eerst te beoordelen welke bepaling eventueel van toepassing is: artikel 45.3, artikel 45.4 of artikel 45.5; b. dient het bevoegde tuchtcollege vervolgens te beoordelen of de betrokkene heeft aangetoond dat bij het begaan van de dopingovertreding van zijn kant sprake was van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid. Daartoe dient het bevoegde tuchtcollege artikel 45.1, artikel 1.45 en artikel 40.3 toe te passen, in samenhang met artikel Indien de dopingzaak een dopingovertreding van artikel 3 betreft, dient het bevoegde tuchtcollege artikel 45.2 toe te passen; c. dient het bevoegde tuchtcollege, indien het van oordeel is dat de betrokkene heeft aangetoond in aanmerking te komen voor sanctiereductie op grond van artikel 45, de mate van sanctiereductie te bepalen aan de hand van de mate van schuld zijdens de betrokkene, waarbij het bevoegde tuchtcollege artikel 1.45 en artikel 40.3 moet toepassen Artikel 45 kan niet worden toegepast in de volgende situaties: a. er is sprake van een dopingovertreding waarbij opzet een element is van de overtreding (bijvoorbeeld artikel 7, artikel 9, artikel 10 en artikel 11); b. er is sprake van een dopingovertreding waarbij opzet een element is van een bepaalde sanctie (bijvoorbeeld artikel 37); en c. er is al sprake van mogelijke sanctiereductie op basis van de mate van schuld zijdens betrokkene (zie artikel 40.1 en artikel 43).

282 39 Artikel 46 Substantiële ondersteuning Indien het resultaatmanagement (deels) plaatsvindt door de Dopingautoriteit, kan de Dopingautoriteit voorafgaand aan een definitief niet meer voor beroep openstaande uitspraak van het bevoegde tuchtcollege in een dopingzaak, dan wel voorafgaand aan het verstrijken van de op de uitspraak van het bevoegde tuchtcollege van toepassing zijnde beroepstermijn, een deel van de opgelegde, dan wel op te leggen periode van uitsluiting, opschorten indien de betrokkene substantiële ondersteuning heeft verleend aan een ADO, een justitiële instantie en/of een professioneel disciplinair orgaan Indien het resultaatmanagement (deels) plaatsvindt door de Dopingautoriteit, kan de Dopingautoriteit nadat (i) een definitief niet meer voor beroep openstaande uitspraak van het bevoegde tuchtcollege in een dopingzaak is genomen, dan wel (ii) de op de uitspraak van het bevoegde tuchtcollege van toepassing zijnde beroepstermijn is verstreken, een deel van de opgelegde periode van uitsluiting, opschorten indien: a. de betrokkene substantiële ondersteuning heeft verleend; en b. zowel de internationale federatie als WADA dit besluit van de Dopingautoriteit goedkeuren Van substantiële ondersteuning is sprake indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de betrokkene heeft alle hem beschikbare informatie inzake een of meer dopingovertredingen, correct, tijdig en volledig overlegd, via of vergezeld van een schriftelijke door hem ondertekende verklaring; b. de betrokkene verleent zijn volledige medewerking aan het onderzoek naar, alsmede de (tuchtrechtelijke) vervolging van de (doping)zaak waarop de door hem verschafte informatie betrekking heeft, door onder andere als getuige te verklaren bij een hoorzitting indien de ADO, het bevoegde tuchtcollege, een rechter, een arbiter, dan wel een arbitragepanel daarom verzoekt; c. de door de betrokkene verschafte informatie dient geloofwaardig te zijn, en dient (i) een belangrijk onderdeel te vormen van (het bewijs in) een (doping)zaak die tot (tuchtrechtelijke) vervolging heeft geleid, dan wel (ii), indien geen (tuchtrechtelijke) vervolging heeft plaatsgevonden, voldoende grond te hebben verschaft op basis waarvan (tuchtrechtelijke) vervolging had kunnen plaatsvinden; en d. de ondersteuning dient tot gevolg te hebben dat: (i) een ADO een dopingzaak ontdekt of van een dopingovertreding aangifte wordt gedaan, welke dopingzaak of dopingovertreding is begaan door een andere persoon dan de betrokkene die de substantiële ondersteuning heeft verleend; of (ii) een justitiële instantie of professioneel disciplinair orgaan een strafbaar feit of een overtreding van beroepsregels ontdekt, meldt of daarvan aangifte doet, welk strafbaar feit of welke overtreding is begaan door een andere persoon dan de betrokkene die de substantiële ondersteuning heeft verleend; en (iii) de informatie die in het kader van het verlenen van substantiële ondersteuning door de betrokkene die de substantiële ondersteuning heeft verleend, beschikbaar is gesteld aan de Dopingautoriteit of de andere ADO aan welke substantiële ondersteuning is verleend De mate waarin de periode van uitsluiting op grond van artikel 46 kan worden opgeschort, is afhankelijk van (i) de ernst van de dopingovertreding die de betrokkene heeft begaan, en (ii) het belang van de verleende substantiële

283 40 ondersteuning voor het elimineren van doping in de sport. De mate waarin de periode van uitsluiting kan worden opgeschort, kan echter niet meer bedragen dan driekwart van de periode van uitsluiting die zonder de toepassing van artikel 46 zou worden opgelegd. Indien de periode van uitsluiting zonder de toepassing van artikel 46 een levenslange periode van uitsluiting zou bedragen, kan de nietopgeschorte periode van uitsluiting niet minder dan acht jaar bedragen Op verzoek van (i) de ADO met verantwoordelijkheid voor het resultaatmanagement of (ii) een persoon die (beweerdelijk) een dopingovertreding heeft begaan, kan WADA voor het verlenen van substantiële ondersteuning in elke fase van het resultaatmanagement, inclusief nadat een bevoegd tuchtcollege in een dopingzaak uitspraak heeft gedaan en deze uitspraak definitief is geworden, instemmen met wat het beschouwt als een passende opschorting van de opgelegde of zonder toepassing van artikel 46 toepasselijke periode van uitsluiting In uitzonderlijke omstandigheden kan WADA voor het verlenen van substantiële ondersteuning akkoord gaan met een opschorting van (a) de gehele periode van uitsluiting en (b) de oplegging en/of tenuitvoerlegging van andere consequenties van het begaan van een dopingovertreding (zoals het vervallen van wedstrijdresultaten, het opleggen van een ordemaatregel, het opleggen van financiële consequenties en sancties), die verder gaat dan de opschortingen die anderszins mogelijk zijn op grond van artikel 46. In dergelijke gevallen kan WADA akkoord gaan met (i) de volledige opschorting van de (opgelegde of op te leggen) periode van uitsluiting, (ii) het niet terugbetalen van prijzengeld, en/of (iii) het niet betalen van boetes of kosten De Dopingautoriteit beoordeelt ook nadat een periode van uitsluiting is opgeschort in hoeverre de door de betrokkene verleende ondersteuning voldoet, en blijft voldoen, aan de in artikel 46 bedoelde voorwaarden Indien de ADO die de periode van uitsluiting heeft opgeschort, oordeelt dat de door de betrokkene verleende ondersteuning niet (meer) voldoet aan de in artikel 46 bedoelde voorwaarden, komt de opschorting te vervallen, en: a. zal, indien nog geen melding van een dopingzaak is gedaan, alsnog melding en/of aangifte plaatsvinden; b. worden, indien het resultaatmanagement is opgeschort vanwege de in eerste instantie verleende substantiële ondersteuning, de reglementaire stappen van het resultaatmanagement geïnitieerd of (verder) gecontinueerd; en/of c. treedt de door het bevoegde tuchtcollege opgelegde periode van uitsluiting die zonder de toepassing van artikel 46 werd opgelegd, alsnog in werking. Deze periode gaat in op het moment dat zowel de betrokkene als de Bond schriftelijk op de hoogte zijn gesteld van voornoemd oordeel van de ADO Tegen een besluit van een bevoegde ADO om een opgeschorte periode van uitsluiting, in weerwil van de omstandigheid dat de door de betrokkene verleende ondersteuning niet (meer) voldoet aan de in artikel 46 bedoelde voorwaarden, niet (opnieuw) in werking te laten treden, kan beroep worden ingesteld door de partijen met het recht op beroep overeenkomstig artikel 60. Hetzelfde geldt voor het besluit van een ADO de periode van uitsluiting wel (opnieuw) in werking te laten treden. Tegen een besluit van WADA op grond van artikel 46.5 of artikel 46.6 staat geen beroep open Indien een ADO een (deel van een) periode van uitsluiting opschort vanwege verleende substantiële ondersteuning, dient deze ADO dit besluit met redenen omkleed te melden aan de ADO s met een recht op beroep op grond van artikel 60. In unieke omstandigheden, waarin WADA oordeelt dat dit in het beste belang

284 41 van de strijd tegen doping is, kan WADA een ADO toestemming geven een geheimhoudingsovereenkomst aan te gaan, welke de bekendmaking van de in het kader van de substantiële ondersteuning gesloten overeenkomst en/of de aard van de verleende substantiële ondersteuning beperkt of uitstelt Het opschorten van (een deel van) de periode van uitsluiting is alleen mogelijk op grond van artikel 46. Artikel 47 Bekentenis voorafgaand aan dopingzaak Indien: a. een betrokkene, hetzij voorafgaand aan het door hem kennisnemen van een bij hem uit te voeren dopingcontrole die kan leiden tot constatering van een dopingovertreding, hetzij (bij andere overtredingen dan artikel 3) voorafgaand aan kennisgeving inzake een mogelijke dopingzaak door de Dopingautoriteit, de Bond, de internationale federatie en/of een buitenlandse nationale sportbond of NADO, vrijwillig bekent een overtreding als genoemd in Titel II te hebben begaan, en b. deze bekentenis op dat moment het enige betrouwbare bewijs is van bedoelde overtreding, kan de op te leggen periode van uitsluiting worden verkort, doch niet minder bedragen dan de helft van de zonder deze bekentenis van toepassing zijnde periode Dit artikel kan slechts worden toegepast in omstandigheden waarin een lid geheel uit eigen beweging een dopingovertreding bekent, in omstandigheden waar geen enkele ADO een vermoeden heeft dat zijdens een lid sprake is van (het begaan van) een dopingovertreding. Dit artikel kan niet worden toegepast in omstandigheden waarin de bekentenis plaatsvindt nadat het lid denkt dat hij zal worden betrapt De mate waarin de periode van uitsluiting wordt verkort, dient te zijn gebaseerd op de kans dat het lid zou zijn betrapt indien hij niet vrijwillig had bekend. Artikel 48 Bekentenis na kennisgeving Een betrokkene die mogelijk een periode van uitsluiting van vier jaar kan worden opgelegd op grond van artikel 37 of artikel 39, kan: a. door het onmiddellijk na schriftelijke kennisgeving over de dopingzaak door de Dopingautoriteit (of de Bond in die gevallen waarin de Bond als eerste de betrokkene schriftelijk informeert) bekennen dat hij de dopingovertreding waarvan hij wordt beschuldigd heeft begaan; en b. na beoordeling door en na voorafgaande toestemming van zowel de Dopingautoriteit als WADA, in aanmerking voor een sanctiereductie, waarbij voor de periode van uitsluiting in alle gevallen geldt dat de resterende periode van uitsluiting minimaal twee jaar moet bedragen. De mate waarin de sanctie kan worden gereduceerd, is afhankelijk van (i) de ernst van de betreffende dopingovertreding, en (ii) de mate van schuld zijdens de betrokkene De betrokkene dient, om in aanmerking komen voor de in het vorige lid bedoelde sanctiereductie, de Dopingautoriteit en/of de Bond schriftelijk op de hoogte te stellen van de in het vorige lid bedoelde onmiddellijke bekentenis. De Dopingautoriteit en de Bond hebben ten opzichte van elkaar een informatieplicht.

285 42 Artikel 49 Meerdere opties sanctiereductie Voor de toepassing van artikel 49: a. dient de betrokkene eerst aan te tonen dat hij in aanmerking komt voor sanctiereductie op basis van meer dan een van de volgende artikelen: artikel 44, artikel 45, artikel 46, artikel 47 en artikel 48; en b. dient voorafgaand aan de eventuele toepassing van artikel 46, artikel 47 of artikel 48, eerst de van toepassing zijnde periode van uitsluiting te worden bepaald aan de hand van (i) de bepalingen in Titel IX, en (ii) artikel 44 en artikel Indien de betrokkene heeft aangetoond in aanmerking te komen voor sanctiereductie of -opschorting op grond van artikel 46, artikel 47 en/of artikel 48, kan de periode van uitsluiting worden gereduceerd, doch niet minder dan een kwart bedragen van de op basis van artikel 49.1 sub b bepaalde periode. Artikel 50 Meerdere overtredingen Voor een tweede dopingovertreding bedraagt de periode van uitsluiting de langste van de volgende perioden: a. zes maanden; b. de helft van de periode van uitsluiting die voor de eerste dopingovertreding werd opgelegd, zonder rekening te houden met enige sanctiereductie op grond van artikel 46, artikel 47 of artikel 48; of c. twee keer de periode van uitsluiting die van toepassing zou zijn geweest op de tweede dopingovertreding indien deze zou zijn behandeld alsof het een eerste dopingovertreding betrof, zonder rekening te houden met enige sanctiereductie op grond van artikel 46, artikel 47 of artikel De op basis van het vorige lid vastgestelde periode van uitsluiting kan worden gereduceerd op grond van en in overeenstemming met de eventuele toepassing van artikel 46, artikel 47 of artikel Een derde dopingovertreding leidt altijd tot de oplegging van een levenslange periode van uitsluiting, tenzij de betrokkene kan aantonen dat hij terzake de derde dopingovertreding in aanmerking komt voor de toepassing van artikel 44 of artikel 45, dan wel de derde dopingovertreding een overtreding van artikel 6 betreft, in welk geval de periode van uitsluiting ten minste acht jaar en maximaal levenslang bedraagt Indien de betrokkene inzake een dopingovertreding heeft aangetoond dat van zijn kant geen sprake is van schuld of nalatigheid in de zin van artikel 44, wordt deze overtreding niet als dopingovertreding beschouwd voor de toepassing van artikel Een dopingovertreding wordt voor het opleggen van sancties op grond van artikel 50 beschouwd als een tweede overtreding, als kan worden aangetoond dat de betrokkene de tweede dopingovertreding heeft begaan nadat (i) de betrokkene de kennisgeving inzake de eerste dopingzaak heeft ontvangen, dan wel (ii) een redelijke poging is gedaan hem deze kennisgeving te doen toekomen. Als dit niet kan worden bewezen, worden de overtredingen samen beschouwd als één afzonderlijke eerste overtreding en wordt de op te leggen sanctie gebaseerd op de overtreding waarop de zwaarste sanctie staat.

286 Indien een ADO, na oplegging van een sanctie voor een eerste dopingovertreding, feiten ontdekt betreffende een dopingovertreding door een lid die zich hebben voorgedaan voorafgaand aan de kennisgeving inzake de eerste dopingovertreding, zal de ADO een extra sanctie opleggen op basis van de sanctie die had kunnen worden opgelegd indien de beide dopingovertredingen tegelijkertijd tuchtrechtelijk waren behandeld. Alle behaalde wedstrijdresultaten die de betrokkene heeft behaald sinds de eerdere dopingovertreding komen te vervallen Voor de toepassing van dit artikel dient een tweede of volgende dopingovertreding binnen tien jaar van de vorige overtreding(en) te hebben plaatsgevonden. Titel XI Overige sanctiebepalingen Artikel 51 Aanvang van de periode van uitsluiting Tenzij in dit reglement anders is bepaald, vangt de periode van uitsluiting aan op (i) de dag van de tuchtrechtelijke uitspraak, (ii) de dag die in het kader van de toepassing van artikel 27 of artikel 46 wordt aanvaard, of (iii) de dag waarop de periode van uitsluiting anderszins wordt opgelegd Indien sprake is geweest van aanmerkelijke vertraging in de in Titel V en/of Titel VI bedoelde procedures, en deze vertraging de betrokkene niet is aan te rekenen, kan het bevoegde tuchtcollege de periode van uitsluiting op een eerder dan het in het vorige lid bedoelde moment laten ingaan, tot op zijn vroegst de dag waarop de (laatste) dopingovertreding is begaan. In geval van een overtreding van artikel 3 wordt hiermee gedoeld op de dag waarop het monster is afgenomen dat tot de positieve uitslag heeft geleid. Alle tijdens de periode van uitsluiting behaalde wedstrijdresultaten komen te vervallen, inclusief de wedstrijdresultaten die zijn behaald tijdens een met terugwerkende kracht opgelegde de periode van uitsluiting Inzake dopingovertredingen die geen betrekking hebben op artikel 3, kan een ADO veel tijd nodig hebben om feiten te ontdekken en bewijs te verzamelen dat nodig is om een dopingovertreding aan te tonen. In dergelijke gevallen bestaat niet de mogelijkheid om de sanctie op een eerder tijdstip te laten ingaan Indien de betrokkene direct (dat wil zeggen, ten minste voordat hij deelneemt aan een volgende wedstrijd) na kennisgeving inzake een mogelijke dopingzaak door de Dopingautoriteit, de Bond, de internationale federatie en/of een buitenlandse nationale sportbond of NADO, bekent een overtreding als genoemd in Titel II te hebben begaan, kan de periode van uitsluiting reeds ingaan op de dag dat de betreffende overtreding (voor het laatst) plaatsvond. In geval van een overtreding van artikel 3 wordt hiermee gedoeld op de dag waarop het monster is afgenomen dat tot de positieve uitslag heeft geleid. Minimaal de helft van de op te leggen periode van uitsluiting dient echter aan te vangen op (i) de dag van de tuchtrechtelijke uitspraak, dan wel (ii) de dag waarop de betrokkene de sanctie formeel aanvaardt, dan wel (iii) de dag waarop de sanctie anderszins wordt opgelegd. Dit lid is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 48 is toegepast De periode van uitsluiting in het kader van de oplegging van een ordemaatregel wordt in mindering gebracht op de totale periode van uitsluiting die wordt opgelegd, tenzij de betrokkene deze ordemaatregel niet strikt heeft nageleefd.

287 44 Hetzelfde geldt voor een door een bevoegd (tucht)orgaan opgelegde voorlopige maatregel, voorlopige schorsing of voorlopige uitsluiting Indien de betrokkene (i) nadat hij de in artikel 24.2 bedoelde kennisgeving inzake een dopingzaak heeft ontvangen, en (ii) voorafgaand aan het hem opleggen van een ordemaatregel, de met het resultaat management belaste ADO schriftelijk meldt zich vrijwillig te houden aan het gestelde in artikel 26.2, en zich vanaf dat moment, ook nadat tegen hem een ordemaatregel is genomen, strikt houdt aan het gestelde in artikel 26.2, wordt deze periode van (vrijwillige, zelf opgelegde) uitsluiting in mindering gebracht op de totale periode van uitsluiting die wordt opgelegd. De betrokkene dient de in dit lid bedoelde brief zowel aan het bondsbestuur als aan de Dopingautoriteit te zenden. Wordt de brief alleen aan het bondsbestuur gezonden dan zendt deze de brief aan de Dopingautoriteit en omgekeerd. De relevante internationale federatie, alsmede en WADA worden ook geïnformeerd De periode waarin (i) geen ordemaatregel is opgelegd en (ii) geen sprake is van de zelf opgelegde uitsluiting (en de naleving daarvan) als bedoeld in het vorige lid, kan niet worden afgetrokken van een (uiteindelijk) opgelegde periode van uitsluiting, ongeacht de omstandigheid dat de betrokkene (vrijwillig) heeft afgezien van het deelnemen aan wedstrijden, competities en/of evenementen Anders dan de in artikel 51 beschreven opties bestaan geen mogelijkheden een op te leggen periode van uitsluiting eerder te laten ingaan dan op het in artikel 51.1 genoemde moment Indien in een teamsport een periode van uitsluiting wordt opgelegd aan een team, gaat deze periode van uitsluiting, tenzij de rechtvaardigheid anders vereist, in op: a. de dag van de tuchtrechtelijke uitspraak; of b. indien afstand is gedaan van het recht op een hoorzitting, op de dag waarop de periode van uitsluiting wordt aanvaard of anderszins wordt opgelegd, tenzij de rechtvaardigheid anders vereist. Een periode van een aan een team opgelegde ordemaatregel of vrijwillig zelf door een team opgelegde ordemaatregel (overeenkomstig het hieromtrent bepaalde in artikel 51.6) zal in mindering worden gebracht op de totale periode van uitsluiting die wordt opgelegd Het is niet mogelijk de in dit reglement genoemde sancties geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk op te leggen, tenzij expliciet anders is bepaald De eventuele (ontbrekende) prestatiebevorderende werking van een verboden stof en/of verboden methode kan niet worden meegewogen bij de beoordeling: a. of sprake is van een dopingovertreding; en b. het vaststellen van de wegens een dopingovertreding op te leggen sanctie. Artikel 52 Status gedurende uitsluiting Oplegging van een periode van uitsluiting houdt in dat de betrokkene vanaf het moment dat deze sanctie is opgelegd: a. is uitgesloten van deelname aan enige onder auspiciën van de Bond georganiseerde wedstrijd, competitie en/of evenement, noch aan enige andere activiteit mag deelnemen binnen de Bond (inclusief bij de Bond aangesloten, of op andere wijze aan de Bond verbonden, clubs, teams of andere rechtspersonen);

288 45 b. is uitgesloten van deelname aan wedstrijden of sportactiviteiten die worden erkend of georganiseerd door of onder auspiciën van een professionele bond of organisatie; c. is uitgesloten van deelname aan wedstrijden of sportactiviteiten die worden erkend of georganiseerd door of onder auspiciën van de organisator van een nationaal of internationaal evenement; d. is uitgesloten van deelname aan een door een overheidsinstantie gefinancierde sportactiviteit op nationaal of topsportniveau; e. in geen enkele hoedanigheid mag acteren of participeren binnen de Bond (inclusief bij de Bond aangesloten clubs, teams of andere rechtspersonen), noch enige (financiële) vergoedingen, zoals is bedoeld in artikel 52.2, mag ontvangen; f. geen trainingen mag geven, noch enige training mag volgen of ondergaan die is goedgekeurd door en/of georganiseerd onder auspiciën van (i) de Bond of (ii) van een rechtspersoon en/of organisatie die lid is van de Bond, dan wel op andere wijze bij de Bond is aangesloten. Hieronder valt in ieder geval het trainen bij de Bond, het trainen bij een bij de Bond aangesloten club, vereniging of andere bij de Bond aangesloten rechtspersoon, alsmede het trainen onder (bege)leiding van een voor de Bond (als vrijwilliger of anderszins) werkzame persoon; g. geen begeleidingsactiviteiten mag uitvoeren bij onder auspiciën van de Bond (inclusief bij de Bond aangesloten, of op andere wijze aan de Bond verbonden, clubs, teams of andere rechtspersonen) georganiseerde trainingen en/of wedstrijden. De betrokkene mag wel participeren in anti-dopingprogramma s en/of rehabilitatieprogramma s Een dopingovertreding waarbij geen sanctiereductie is toegepast op grond van artikel 44 of artikel 45, leidt tot de gehele of gedeeltelijke intrekking van de financiële steun, vergoedingen en andere voordelen in relatie tot de sportbeoefening, die de betrokkene van de Bond ontvangt Degene die een periode van uitsluiting is opgelegd van langer dan vier jaar kan, als vier jaren van de periode van uitsluiting zijn verstreken, deelnemen aan en/of participeren in lokale evenementen die niet worden georganiseerd onder auspiciën van, dan wel niet anderszins vallen onder de bevoegdheid van een ADO, indien: a. deze evenementen niet direct of indirect de mogelijkheid bieden tot kwalificatie voor deelname aan een nationaal kampioenschap, internationaal evenement of internationale wedstrijd; b. deze evenementen niet direct of indirect punten zouden kunnen opleveren die nodig zijn voor kwalificatie voor, dan wel deelname aan een nationaal kampioenschap, internationaal evenement of internationale wedstrijd; en c. de betrokkene tijdens deze lokale sportevenementen in geen enkele hoedanigheid met minderjarigen werkt Een betrokkene verkrijgt na het aflopen van de hem opgelegde periode van uitsluiting, pas het recht tot deelname aan wedstrijden op het moment dat hij het prijzengeld heeft terugbetaald en een eventuele uitgesproken kostenveroordeling heeft voldaan. De volgorde bij het voldoen van een door het CAS toegewezen kostenveroordeling en verbeurd verklaren van prijzengeld, is als volgt: a. eerst de betaling van de door het CAS toegewezen kosten; b. vervolgens de herverdeling van het verbeurde prijzengeld aan andere sporters indien dit is bepaald in de regels van de relevante internationale federatie; en c. vervolgens de vergoeding van de kosten van de ADO die het resultaatmanagement heeft uitgevoerd.

289 Indien de betrokkene gedurende een hem opgelegde periode van uitsluiting, participeert in een in artikel 52.1 bedoelde activiteit en/of hoedanigheid: a. komen eventueel behaalde wedstrijdresultaten automatisch te vervallen; en b. wordt aan de betrokkene een nieuwe periode van uitsluiting opgelegd, welke gelijk is aan de aan de oorspronkelijk aan betrokkene opgelegde periode van uitsluiting. Deze nieuwe periode van uitsluiting treedt in vanaf het moment dat de oorspronkelijk aan betrokkene opgelegde periode van uitsluiting afloopt. Deze nieuwe periode van uitsluiting kan worden gereduceerd, afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene en de andere omstandigheden van het geval. De Dopingautoriteit bepaalt of de betrokkene artikel 52.1 niet heeft nageleefd, bepaalt de nieuwe periode van uitsluiting en legt deze op, en bepaalt of de betrokkene in aanmerking komt voor enige reductie van de nieuw op te leggen periode van uitsluiting. Tegen de beslissing van de Dopingautoriteit staat beroep open overeenkomstig het gestelde in Titel XII In afwijking van artikel 52.1 mag een betrokkene weer beginnen te trainen met een team of weer gebruik beginnen te maken van de faciliteiten van een bij de Bond aangesloten club of vereniging, tijdens de kortste van de volgende perioden: a. de laatste twee maanden van de aan de betrokkene opgelegde periode van uitsluiting; of b. het laatste kwart van de aan de betrokkene opgelegde periode van uitsluiting. Artikel 53 Consequenties teams (indien van toepassing) Als blijkt dat in een teamsport meer dan twee leden van hetzelfde team een dopingovertreding hebben begaan tijdens of in verband met een evenement, dient het daartoe bevoegde (tucht)orgaan een of meer gepaste maatregelen op te leggen (bijvoorbeeld diskwalificatie van het betreffende team, het vervallen van een of meer wedstrijd- en/of competitieresultaten van dit team en/of het verlies van medailles, punten en prijzen(geld)). De Dopingautoriteit zal zorgdragen voor het in deze informeren van het bevoegde (tucht)orgaan, tenzij de Bond dit reeds correct, tijdig en volledig heeft gedaan De Bond kan, voor onder zijn auspiciën georganiseerde evenementen, besluiten tot het vaststellen van zwaardere sancties voor teams met betrekking tot evenementen dan zijn vermeld in het vorige lid Bij sporten die geen teamsporten zijn maar waarbij prijzen worden uitgereikt aan teams, geschiedt diskwalificatie, alsmede de oplegging van enige andere disciplinaire maatregel tegen het team als één of meer teamleden zich schuldig hebben gemaakt aan dopingovertredingen, volgens de van toepassing zijnde regels van de internationale federatie Indien meer dan één lid van een team conform Titel V op de hoogte wordt gesteld van een mogelijke overtreding in verband met een evenement, zal de Bond (indien het evenement wordt georganiseerd door of onder auspiciën van de Bond) zorg dragen voor het uitvoeren van (passende) gerichte dopingcontroles bij het betreffende team gedurende het bewuste evenement. Artikel 54 Herziening Indien met betrekking tot een verboden stof of verboden methode een verbod is

290 47 geformuleerd, en dit verbod nadien wordt gewijzigd of opgeheven, kan een betrokkene die op grond van de oorspronkelijke bepaling een straf is opgelegd daarvan herziening vragen. Een herziening strekt ten gunste van de betrokkene De betrokkene richt een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot herziening aan het bevoegde tuchtcollege, dat het verzoek toezendt aan de Dopingautoriteit Het verzoek tot herziening wordt schriftelijk behandeld. De Dopingautoriteit heeft het recht op het nemen van een conclusie Van een uitspraak van het bevoegde tuchtcollege staat beroep open conform Titel XII. Artikel 55 Verjaringstermijn Een dopingovertreding verjaart als niet binnen tien jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de overtreding beweerdelijk heeft plaatsgevonden, de betrokkene schriftelijk over de dopingzaak in kennis is gesteld conform het gestelde in Titel V, dan wel een redelijke poging daartoe is gedaan. Artikel 56 Wederzijdse erkenning Onverminderd het recht op beroep, zal de Bond door een bevoegde ADO of andere organisatie of instantie verleende dispensatie, opgelegde ordemaatregel en tuchtrechtelijke uitspraak die consistent is met de World Anti-Doping Code, erkennen, respecteren en overnemen. Artikel 57 Bekendmaking Artikel 14 van de World Anti-Doping Code bevat regels inzake het, in overeenstemming met nationale wetgeving: a. communiceren met en tussen ADO s in dopingzaken, alsmede de inhoud van deze communicatie; b. communiceren met de betrokkene in dopingzaken, alsmede de inhoud van deze communicatie; c. publiceren en/of het anderszins bekendmaken van (i) tuchtrechtelijke beslissingen in dopingzaken, en (ii) opgelegde sancties wegens het begaan van een dopingovertreding; De World Anti-Doping Code bevat regels inzake: a. de te betrachten vertrouwelijkheid bij de communicatie in dopingzaken; b. de beslissingen inzake dopingovertredingen welke een volledige motivering moeten omvatten, met (indien van toepassing) inbegrip van de reden waarom de maximum sanctie niet is opgelegd; en c. de ADO s die het recht hebben op het ontvangen van het volledige bij een dopingzaak behorende dossier, alvorens binnen vijftien dagen na ontvangst te mogen beslissen beroep in te stellen tegen de beslissing of uitspraak De Dopingautoriteit en de Bond laten zich door deze regels laten leiden, tenzij nationale wet- en regelgeving dit niet toestaat. Titel XII Beroep

291 48 Artikel 58 Beroep Beroep kan slechts worden aangetekend op de wijze die is beschreven in dit reglement Besluiten waartegen beroep is aangetekend blijven van kracht tijdens de beroepsprocedure, tenzij het tuchtcollege dat bevoegd is de zaak in beroep te behandelen (hierna: het beroepscollege) anders bepaalt In beroep kunnen de feitelijke en de juridische gronden volledig opnieuw worden beoordeeld. Het beroepscollege is bevoegd de in eerdere instantie opgelegde sanctie te verhogen tot aan de maximale reglementair toegestane strafmaat of te verlagen tot de minimale strafmaat. Artikel 59 Voor beroep vatbare besluiten Tegen de volgende besluiten kan beroep worden aangetekend: a. een besluit dat (g)een dopingovertreding heeft plaatsgevonden; b. een besluit tot schuldigverklaring zonder strafoplegging; c. een besluit van WADA als bedoeld in artikel 19.5; d. een besluit dat de Bond, de Dopingautoriteit en/of een andere ADO in een dopingzaak niet ontvankelijk is. Een besluit dat (i) in een dopingzaak de verjaringstermijn is verstreken, dan wel te laat aangifte is gedaan, en (ii) de Bond en/of de Dopingautoriteit in een dopingzaak geen jurisdictie hebben, wordt voor de toepassing van dit artikel gelijk gesteld met een besluit dat sprake is van niet-ontvankelijkheid; e. een besluit inhoudende de oplegging van een ordemaatregel; f. een besluit dat is genomen op grond van artikel 52.5; g. een besluit dat is genomen in strijd met artikel 26.3, artikel 46.11, artikel of artikel 51.11; h. een besluit op grond van artikel 46 om een periode van uitsluiting op te schorten; i. een besluit als bedoeld in artikel 46.8, genomen door de Dopingautoriteit of WADA. Als een andere ADO een dergelijk besluit neemt, dan is op dat besluit het dopingreglement van de betreffende ADO van toepassing, tenzij het dopingreglement van de desbetreffende ADO het dopingreglement van de Bond van toepassing verklaart; j. een besluit van de Bond om, in strijd met artikel 56, het besluit van een andere ADO niet te erkennen; k. een besluit dat een dopingzaak om procedurele redenen niet in behandeling kan worden genomen; l. een besluit van WADA als bedoeld in artikel 21.5, met dien verstande dat tegen dit besluit alleen beroep kan worden ingesteld bij het CAS; m. een besluit van een ADO om een belastend analyseresultaat of een atypisch bevinding niet als een dopingzaak te beschouwen, of een besluit van een ADO om na een onderzoek overeenkomstig artikel 22 (i) geen aangifte te doen of (ii) niet tot vervolging over te gaan; n. een besluit om aan het begaan van een dopingovertreding (geen) consequenties te verbinden in de vorm van (i) het opleggen van een periode van uitsluiting, (ii) het vervallen van wedstrijdresultaten, (iii) het opleggen van financiële consequenties als bedoeld in de World Anti-Doping Code, en/of (iv) bekendmaking van dit besluit; en o. een besluit waartegen op grond van de ISTI, voor de in de ISTI genoemde partijen, beroep open staat.

292 Indien het bestuur niet conform artikel 26.3 overgaat tot het opleggen van een ordemaatregel, wordt deze omstandigheid voor de toepassing van artikel 59 aangemerkt als een besluit dat is genomen in strijd met artikel Een besluit om een verplichte ordemaatregel niet te laten vervallen, is niet voor beroep vatbaar Indien na afloop van een periode van dertig dagen nadat WADA met betrekking tot een betrokkene schriftelijk bericht heeft ontvangen van een derde whereabouts-fout, geen aangifte is gedaan van een dopingovertreding, wordt deze omstandigheid voor de toepassing van Titel XII aangemerkt als een besluit dat geen dopingovertreding heeft plaatsgevonden. Artikel 60 Beroepsrecht Van een uitspraak van het in eerste aanleg bevoegde tuchtcollege in een dopingzaak staat beroep open bij het beroepscollege, tenzij binnen de Bond geen beroepsoptie bestaat, in welk geval beroep openstaat bij het CAS Van een uitspraak van het beroepscollege staat beroep open bij het CAS De volgende partijen hebben het recht beroep aan te tekenen tegen een besluit van een tuchtcollege van de Bond in een dopingzaak: a. de betrokkene voor wie het besluit waartegen beroep wordt aangetekend, geldt; b. de Bond; c. de in het betreffende geval relevante internationale federatie en elke andere tot het (laten) uitvoeren van dopingcontroles bevoegde organisatie volgens wier dopingreglement een sanctie had kunnen worden opgelegd; d. de Dopingautoriteit; e. de NADO van het land waarvan de betrokkene de nationaliteit heeft, dan wel waar hij woonachtig is; f. het IOC of het IPC, indien van toepassing, als het besluit een effect kan hebben dat betrekking heeft op respectievelijk de Olympische Spelen of de Paralympische Spelen, waaronder besluiten die van invloed (kunnen) zijn op de bevoegdheid tot deelname aan de Olympische Spelen of Paralympische Spelen; en g. WADA In dopingzaken (i) betreffende (begeleidend personeel van) betrokkenen die op het moment dat de dopingovertreding plaatsvond, waren opgenomen in de registered testing pool van de internationale federatie, dan wel (ii) voortvloeiend uit participatie in een onder auspiciën van de internationale federatie georganiseerde wedstrijd en/of evenement, mogen de in artikel 60 lid 3 genoemde partijen direct tegen het besluit van het tuchtcollege in eerste aanleg beroep instellen bij het CAS Op een beroep bij het CAS zijn de regels en voorwaarden van het CAS van toepassing Indien een tot het instellen van beroep gerechtigde partij tegen een besluit in beroep is gekomen bij het CAS, zijn alle andere tot het instellen van beroep gerechtigde partijen expliciet gerechtigd tot het instellen van incidenteel beroep. Indien een partij van dit recht gebruik wenst te maken, dient deze partij het

293 50 incidenteel beroep uiterlijk in te stellen met het door de partij bij het CAS in te dienen verweerschrift. Artikel 61 Beroep/interventie WADA Indien WADA overeenkomstig het bepaalde in Titel XII het recht heeft tegen een besluit in beroep te gaan, en geen andere in artikel 60.3 genoemde partij anders dan WADA beroep heeft aangetekend, mag WADA zonder de andere beroepsmogelijkheden uit te putten direct beroep aantekenen bij het CAS WADA heeft het recht in een aanhangig gemaakte dopingzaak te interveniëren indien het bevoegde tuchtcollege of beroepscollege niet binnen een redelijke door WADA vast te stellen termijn, tot een uitspraak is gekomen. Op het moment dat voornoemde termijn verstrijkt, wordt dit aangemerkt als een besluit van het bevoegde tuchtcollege of beroepscollege dat geen dopingovertreding heeft plaatsgevonden. WADA mag in dat geval direct beroep aantekenen bij het CAS. Indien het CAS oordeelt dat (i) in de betreffende dopingzaak sprake is van een dopingovertreding, en (ii) het besluit van WADA om direct beroep in te stellen bij het CAS redelijk was, dient de Bond WADA s kosten (waaronder in ieder geval de kosten voor de juridische bijstand), voor het beroep bij het CAS te vergoeden. Artikel 62 Beroep dispensaties Een besluit tot het afwijzen van een dispensatieverzoek geldt als een voor beroep vatbaar besluit in de zin van artikel Alleen de betrokkene heeft het recht tegen dit besluit beroep in te stellen. Titel XII is van overeenkomstige toepassing, tenzij in dit reglement anders is bepaald Indien een internationale federatie besluit een door de Dopingautoriteit verleende dispensatie niet te erkennen en het lid of de Dopingautoriteit deze beslissing voorlegt aan WADA, moet WADA voornoemd besluit van de internationale federatie beoordelen. Indien een internationale federatie besluit een dispensatie te verlenen en de Dopingautoriteit dit besluit voorlegt aan WADA, moet WADA voornoemd besluit van de internationale federatie beoordelen. WADA kan elk ander besluit inzake een dispensatie(verzoek) te allen tijde beoordelen, hetzij op verzoek een van de betrokkene(n) (waaronder in ieder geval het lid, de Dopingautoriteit en de internationale federatie), hetzij op eigen initiatief. Als het besluit inzake een dispensatie(verzoek) voldoet aan de criteria zoals die zijn opgenomen in de ISTUE, zal WADA dit besluit onaangetast laten. Voldoet het besluit inzake een dispensatie(verzoek) niet aan de criteria zoals die zijn opgenomen in de ISTUE, dan zal het WADA voornoemd besluit herzien en terugdraaien Tegen een besluit van WADA met betrekking tot het herzien van een dispensatie, staat alleen beroep open bij het CAS. Beroepsgerechtigd in deze zijn de betrokkene, de relevante internationale federatie en de Dopingautoriteit Tegen een besluit van een internationale federatie (of van de Dopingautoriteit indien de Dopingautoriteit met voornoemde internationale federatie schriftelijk is overeengekomen namens deze internationale federatie de door leden bij deze internationale federatie ingediende dispensatieverzoeken te behandelen) dat niet door het WADA wordt beoordeeld of dat door het WADA wordt beoordeeld doch niet wordt herzien, staat alleen beroep open bij het CAS. Beroepsgerechtigd in deze zijn de betrokkene en de Dopingautoriteit.

294 Dispensaties die op enig moment door WADA worden herzien, blijven van kracht tot het moment waarop de betrokkene schriftelijk door WADA van dit besluit op de hoogte is gesteld Indien een besluit inzake een dispensatieverzoek niet binnen de hiervoor geldende termijnen is genomen, wordt voor de toepassing van artikel 62 het dispensatieverzoek geacht te zijn afgewezen. Artikel 63 Beroepstermijnen De termijn voor het instellen van beroep is eenentwintig dagen te rekenen vanaf de dag dat de tot het instellen van beroep bevoegde partij schriftelijk van het voor beroep vatbare besluit in kennis is gesteld De beroepstermijn voor een door WADA in te stellen beroep, dan wel een door WADA te plegen interventie, is de laatst aflopende van de volgende termijnen: a. eenentwintig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de beroepstermijn voor de andere tot beroep gerechtigde partijen is verlopen; dan wel b. eenentwintig dagen te rekenen vanaf de dag waarop WADA het volledige dossier inzake het voor beroep vatbare besluit heeft ontvangen, waaronder in ieder geval een vertaling van dit besluit Het in artikel 63.3 onder b gestelde met betrekking tot WADA, is tevens van toepassing op de voor de Dopingautoriteit geldende beroepstermijn. Titel XIII Restbepalingen Artikel 64 Taken verantwoordelijkheden van de Dopingautoriteit De Dopingautoriteit is de NADO van Nederland in de zin van dit reglement en de World Anti-Doping Code De Dopingautoriteit heeft de volgende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden: a. het geven van voorlichting over doping; b. het vaststellen van de van dit reglement onderdeel uitmakende bijlagen (uitgezonderd de dopinglijst); c. het opsporen van, en doen van onderzoek naar, mogelijke dopingzaken in binnen- en buitenland, het in dit verband beleggen van hoorzittingen, gesprekken en interviews, alsmede het in dit verband uitwisselen van kennis en informatie met binnen- en buitenlandse ADO s; d. het bewaken van en toezicht houden op de correcte toepassing en naleving van dit reglement en de World Anti-Doping Code, alsmede het in dit kader waar nodig corrigeren en interveniëren (bijvoorbeeld door middel van het gebruik maken van het beroepsrecht); e. het in voorkomende gevallen zorgdragen voor de bewijsvoering; f. het beheren van de nationale registered testing pool; g. het beheren van whereabouts-informatie, alsmede het toepassen van de Whereabouts-bijlage; h. het verwerken, behandelen en beoordelen van dispensatieverzoeken, het verlenen van dispensaties, alsmede het toepassen van de Dispensatiebijlage;

295 52 i. het plannen en uitvoeren van dopingcontroles, het laten analyseren van monsters; j. het in overeenstemming met dit reglement zorgdragen voor het uitvoeren van het dopingcontroleproces; k. het uitvoeren van het resultaatmanagement; l. het onderhouden van contacten met leden en/of betrokkenen, of hun vertegenwoordigers, specifiek, maar niet uitsluitend, in het kader van de toepassing van artikel 27 en artikel 46; m. het in voorkomende gevallen doen van aangifte in dopingzaken; n. het deelnemen aan de tuchtrechtelijke behandeling van dopingzaken; o. het samenwerken met politie, justitie, douane, de Inspectie Gezondheidszorg en andere justitiële instellingen en instanties (zoals bijvoorbeeld de douane, het Openbaar Ministerie, de politie en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, en buitenlandse equivalenten van deze organisaties) met betrekking tot mogelijke dopingzaken, alsmede het uitwisselen van informatie met deze instanties inzake mogelijke dopingzaken; p. het beheren van biologische paspoorten, waaronder het plannen en (laten) uitvoeren van monsterafname in dit verband, het (laten) analyseren van monsters, het (laten) beoordelen en/of vergelijken van resultaten, het benoemen van een commissie die de relevante gegevens beoordeelt, en alle andere aspecten zoals deze zijn bepaald in de richtlijn(en) voor dergelijke paspoorten zoals opgesteld door WADA, en de Bijlage inzake het biologische paspoort (indien de Dopingautoriteit een dergelijke bijlage vaststelt); q. het onderzoeken van (i) het betreffende begeleidend personeel indien sprake is van een dopingovertreding door een minderjarige, en (ii) begeleidend personeel dat werkt met meerdere leden die een dopingovertreding hebben begaan; r. het verlenen van volledige medewerking aan door WADA geïnitieerde onderzoeken naar (i) dopingovertredingen, en (ii) activiteiten die doping kunnen faciliteren; s. het toezien op de correcte toepassing en/of tenuitvoerlegging van de wegens een overtreding van dit reglement opgelegde sancties; t. het afhandelen van gevallen waarin een aan een betrokkene wegens een overtreding van dit reglement opgelegde sanctie niet (volledig) wordt nageleefd; u. alle andere in de Code en/of de International Standards aan de Dopingautoriteit in haar hoedanigheid als (N)ADO opgelegde taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden; v. het verrichten van alle overige werkzaamheden en taken die bijdragen aan het terugdringen van dopinggebruik in de sport; en w. Het verzamelen en onderzoeken van informatie, waaronder persoonsgegevens, over mogelijke overtredingen van een dopingreglement Aan de Dopingautoriteit komen de bevoegdheden toe die behoren bij het op effectieve en efficiënte wijze uitvoering en invulling (kunnen) geven aan de in dit artikel bedoelde taken en verantwoordelijkheden. Artikel 65 Taken en verantwoordelijkheden van leden Onverminderd het gestelde in de andere Titels van dit reglement, heeft elk lid de volgende taken en verantwoordelijkheden: a. het zich houden aan de op hem van toepassing zijnde dopingreglementen; b. het te allen tijde beschikbaar zijn voor het uitvoeren van een dopingcontrole; c. het voorkomen dat een verboden stof of verboden methode in zijn lichaam terecht komt; d. het voorkomen dat hij een dopingovertreding begaat;

296 53 e. het informeren van begeleidend personeel, waaronder in iedere geval het medische personeel, inzake (i) de voor leden geldende verplichting om geen verboden stoffen en verboden methoden te gebruiken of toegediend te krijgen, en (ii) de verantwoordelijkheid van het begeleidend personeel ervoor te zorgen dat geen verboden stoffen en/of verboden methoden in het lichaam van een lid dat zij begeleiden, behandelen en/of waarmee zij werken, terecht komen; f. het in kennis stellen van de Dopingautoriteit en de internationale federatie van elke uitspraak of besluit van een niet onder de World Anti-Doping Code vallende organisatie of instantie, inhoudende dat hij in de voorgaande tien jaar een dopingovertreding heeft begaan; en g. het verlenen van medewerking aan door ADO s geïnitieerde onderzoeken naar (i) dopingovertredingen, en (ii) activiteiten die doping kunnen faciliteren. Artikel 66 Taken en verantwoordelijkheden van begeleidend personeel Onverminderd het gestelde in de andere Titels van dit reglement, heeft begeleidend personeel de volgende taken en verantwoordelijkheden: a. het verlenen van medewerking aan de uitvoering van dopingcontroles bij leden; b. het bij leden stimuleren van een afwijzende houding ten aanzien van doping; c. het voorkomen dat een verboden stof of verboden methode in het lichaam terecht komt van leden die door het begeleidend personeel worden begeleid en/of waarmee het begeleidend personeel werkt; d. het voorkomen dat het een dopingovertreding begaat; e. het in kennis stellen van de Dopingautoriteit en de internationale federatie van elke uitspraak of besluit van een niet onder de World Anti-Doping Code vallende organisatie of instantie, inhoudende dat hij in de voorgaande tien jaar een dopingovertreding heeft begaan; f. het verlenen van medewerking aan door ADO s geïnitieerde onderzoeken naar (i) dopingovertredingen, en (ii) activiteiten die doping kunnen faciliteren; g. het bekend zijn met en zich houden aan elk (doping)reglement dat op hen van toepassing is en/of van toepassing is op het lid of de leden die het begeleidend personeel begeleidt; h. het verlenen van medewerking aan de toepassing en naleving van dit reglement; en i. het verlenen van medewerking aan de uitvoering van de taken en verantwoordelijkheden van de Dopingautoriteit als bedoeld in artikel 64. Artikel 67 Taken en verantwoordelijkheden van de Bond Onverminderd het gestelde in de andere Titels van dit reglement, heeft de Bond de volgende taken en verantwoordelijkheden: a. het verlenen van medewerking aan de uitvoering van dopingcontroles bij leden; b. het verlenen van medewerking aan door ADO s geïnitieerde onderzoeken naar (i) dopingovertredingen, en (ii) activiteiten die doping kunnen faciliteren; c. het direct bij de Dopingautoriteit en de internationale federatie melden van alle informatie die mogelijk wijst op of mogelijk verband houdt met een dopingovertreding; d. het verlenen van medewerking aan de toepassing en naleving van dit reglement; en e. het verlenen van medewerking aan de uitvoering van de taken en verantwoordelijkheden van de Dopingautoriteit als bedoeld in artikel 64.

297 54 Artikel 68 Privacy Het maken van opnamen in beeld of geluid van de dopingcontrole, alsmede het tonen, weergeven of openbaar maken van beeld- en/of geluidsopnamen van de dopingcontrole, is slechts toegestaan na toestemming van de betrokkene en de dopingcontrole-uitvoerende organisatie De persoonsgegevens van de betrokkene, waaronder zijn whereaboutsinformatie, dispensatiegegevens en controleresultaten, (kunnen) worden verzonden aan de Bond, de dopingcontrole-uitvoerende organisatie, het laboratorium en de relevante ADO s, waaronder in ieder geval de Dopingautoriteit, de internationale federaties, alsmede WADA De Dopingautoriteit en de Bond kunnen informatie verspreiden inzake controleresultaten en/of dopingzaken in overeenstemming met het daaromtrent bepaalde in dit reglement, de World Anti-Doping Code en/of een of meer International Standards. Artikel 69 Kosten Voor zover het de uitvoering van de analyse betreft, voldoet de betrokkene de kosten van het in artikel 23 bedoelde onderzoek van het B-monster, tenzij: a. de analyse van het B-monster geschiedt op verzoek van de Dopingautoriteit, in welk geval de bedoelde kosten, ongeacht het analyseresultaat, voor rekening komen van de Dopingautoriteit; dan wel b. de uitslag van de analyse van het B-monster de uitslag van het A-monster niet bevestigt, in welk geval de bedoelde kosten voor rekening van de Dopingautoriteit komen De overige kosten die de betrokkene maakt in het kader van het laten analyseren van het B-monster, zoals het aanwezig zijn van de betrokkene zelf en/of een door hem aangewezen persoon in het laboratorium, komen voor rekening van de betrokkene De kosten die de betrokkene maakt in het kader van diens verdediging bij een dopingzaak, komen voor eigen rekening, tenzij een bevoegd tuchtcollege, arbitragecollege of rechter anders beslist Kosten die worden gemaakt in het kader van het onderzoeken van een atypische bevinding, conform hetgeen dit reglement en/of de dopinglijst bepalen, komen voor rekening van de Dopingautoriteit, tenzij dit onderzoek aantoont dat zijdens de betrokkene sprake is van een dopingovertreding, in welk geval de kosten voor rekening van de betrokkene komen De kosten die verbonden zijn aan het in artikel 24.2 sub c bedoelde documentatiepakket (zowel inzake het A-monster als het B-monster), komen voor rekening van de betrokkene, tenzij een bevoegd tuchtcollege besluit dat de betrokkene zich niet schuldig heeft gemaakt aan een dopingovertreding, in welk geval deze kosten voor rekening van de Dopingautoriteit komen. Artikel 70 Verhouding reglementen

298 Dit dopingreglement is opgezet als een waar mogelijk zelfstandig toepasbaar reglement. Dientengevolge zijn andere bondsreglementen, bondsregels en/of bondsbesluiten slechts van toepassing voor zover deze aanvullend werken op dit dopingreglement en daarmee niet in strijd zijn De toepassing van dit reglement wordt niet beperkt door andere reglementen van de Bond. Derhalve is het tuchtrecht van de Bond slechts van toepassing, voor zover het tuchtrecht niet in strijd is met de inhoud en/of de strekking van dit dopingreglement. Artikel 71 Interpretatie In relevante gevallen geschiedt interpretatie van dit reglement aan de hand van de Engelstalige tekst van de ten tijde van de dopingcontrole, dan wel (indien geen sprake was van een dopingcontrole) het (beweerdelijk) plaatsvinden van de dopingovertreding van kracht zijnde World Anti-Doping Code en/of International Standards De World Anti-Doping Code dient te worden geïnterpreteerd als een onafhankelijke en autonome tekst, en niet aan de hand van wetten of statuten, tenzij dit reglement uitdrukkelijk anders bepaalt De opschriften van de artikelen in dit reglement dienen slechts voor gebruiksgemak, maken geen onderdeel uit van de inhoud van de artikelen, en zijn niet van invloed op de interpretatie van de bijbehorende bepalingen Dit reglement is overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen in de World Anti-Doping Code en bijbehorende International Standards opgesteld, en dient te worden geïnterpreteerd op een wijze die verenigbaar is met deze bepalingen van de World Anti-Doping Code en International Standards De toelichting bij de bepalingen in de World Anti-Doping Code maken onderdeel uit van deze Code, en dienen te worden gebruikt bij het interpreteren van dit reglement. Hetzelfde geldt voor een door de Dopingautoriteit opgestelde toelichting bij dit reglement, als een dergelijke toelichting beschikbaar is Alle voor het resultaatmanagement geldende termijnen vangen aan op de eerstvolgende dag nadat de betrokkene, de Bond en/of de Dopingautoriteit schriftelijk de bedoelde kennisgeving of informatie hebben ontvangen De datum van ontvangst wordt bij schriftelijke correspondentie geacht zeven dagen na de datum van verzending te zijn gelegen Het doel, het toepassingsgebied en de organisatie van het wereld anti-doping programma en de bij de World Anti-Doping Code behorende bijlagen (inzake definities (appendix 1) en voorbeelden (appendix 2)) maken integraal deel uit van de World Anti-Doping Code Bij de interpretatie van dit reglement dient de World Anti-Doping Code te worden gebruikt. Indien sprake is van een tegenstrijdigheid tussen dit reglement en de World Anti-Doping Code, geldt de World Anti-Doping Code. Artikel 72 Overgangsbepalingen

299 Artikel 50 en artikel 55 zijn procedurele bepalingen die met terugwerkende kracht kunnen worden toegepast De World Anti-Doping Code is niet met terugwerkende kracht van toepassing op dopingzaken die al aanhangig zijn voor de inwerkingtreding van de vigerende World Anti-Doping Code. Dopingovertredingen die dateren van voor de inwerkingtreding van de vigerende World Anti-Doping Code blijven echter gelden als eerste overtredingen of tweede overtredingen bij het bepalen van de strafmaat conform het dopingreglement Bij het bepalen van de periode van uitsluiting voor een tweede dopingovertreding op basis van artikel 50, waarbij de sanctie voor de eerste dopingovertreding is bepaald op basis van het dopingreglement zoals dit van toepassing was voorafgaand aan de inwerkingtreding van de World Anti-Doping Code op 1 januari 2015, dient de periode van uitsluiting te worden toegepast die voor voornoemde eerste dopingovertreding zou zijn opgelegd indien het op 1 januari 2015 in werking getreden dopingreglement van toepassing zou zijn geweest. Artikel 73 Bijlagen De bij dit reglement behorende en van dit reglement onderdeel uitmakende bijlagen worden, uitgezonderd de dopinglijst, vastgesteld door de Dopingautoriteit De in het vorige lid bedoelde bijlagen treden in werking vanaf het moment van plaatsing op de website van de Dopingautoriteit: De dopinglijst treedt telkens in werking op een door WADA te bepalen datum. Artikel 74 Slotbepaling In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur. In dergelijke gevallen consulteert het bestuur, voorafgaand aan het nemen van een besluit, de Dopingautoriteit.

300 MEMO Aan: Ledenraad Van: Bondsbestuur Datum: november 2016 Betreft: Agendapunt 10 Benoemingen Onderstaand treft u aan voordrachten voor (her)benoeming van leden in gremia, die de Ledenraad (her)benoemt, te weten leden van het Bondsbestuur, Raad van Beroep en Tuchtraad. Voor betreffende functionarissen geldt dat een benoeming steeds voor een periode van twee jaar van toepassing is met een maximale zittingstermijn van tien jaar in het betreffende orgaan. Bondsbestuur - Ten gevolge van het bereiken van de maximale zittingstermijn zal per december 2016 mevrouw Marja Bongers-Janssen haar functie als Secretaris Bondsbestuur beëindigen. Het Bondsbestuur voor om mevrouw Annemiek Wissink te benoemen als Secretaris Bondsbestuur. Annemiek Wissink heeft zich bereid verklaard een benoeming te aanvaarden. - De heer Martin Koek, Bestuurslid Toptennis, is volgens rooster aftredend; hij stelt zich niet herkiesbaar voor een derde termijn. Het Bondsbestuur stelt voor om Eric Wilborts, die zich bereid heeft verklaard een benoeming te aanvaarden, te benoemen als Bestuurslid met het aandachtsgebied Toptennis. - De heer Steven Bannink, Bestuurslid Wedstrijdtennis, is volgens rooster aftredend en herbenoembaar voor een tweede termijn. Het Bondsbestuur stelt voor om Steven Bannink, die zich bereid heeft verklaard een herbenoeming te aanvaarden, te herbenoemen als Bestuurslid met het aandachtsgebied Wedstrijdtennis. - De heer Rolf Thung, Voorzitter Bondsbestuur, is volgens rooster aftredend en herbenoembaar voor een vierde termijn. Het Bondsbestuur stelt voor om Rolf Thung, die zich bereid heeft verklaard een herbenoeming te aanvaarden, te herbenoemen als Voorzitter Bondsbestuur. Raad van Beroep - Ten gevolge van het bereiken van de maximale zittingstermijn zal per december 2016 de heer Michiel Hoppenbrouwers zijn functie als Voorzitter Raad van Beroep beëindigen. Het Bondsbestuur voor om de heer Jeroen Heijstek te benoemen als Voorzitter Raad van Beroep. Jeroen Heijstek heeft zich bereid verklaard een benoeming te aanvaarden. Tuchtraad - De heer Mark Murris, Voorzitter Tuchtraad, is volgens rooster aftredend en herbenoembaar voor een vijfde en laatste termijn. Het Bondsbestuur stelt voor om Mark Murris, die zich bereid heeft verklaard een herbenoeming te aanvaarden, te herbenoemen als Voorzitter Tuchtraad. De curricula vitae van bovenvermelde personen treft u navolgend aan.

301 CURRICULUM VITAE ANNEMIEK WISSINK (KANDIDAAT-SECRETARIS BONDSBESTUUR) Naam Titels Woonplaats Geboortedatum Burgerlijke staat A. Wissink (Annemiek) mr. drs. mpm Den Haag (Diepenheim) Gehuwd, een kind Personalia Opleiding (afgerond) Masteropleiding Public Management: TIAS Business School, Tilburg (afgerond) Master Rechten: Universiteit Leiden Specialisatie: Europees en Internationaal recht (afgerond) Master Bestuurskunde Universiteit Twente Specialisatie: Europese Unie VWO RSG Lochem Meest recente andere opleidingen en trainingen 2013 Cursus Duits, Stichting Taalcursussen Den Haag 2012 Training Inzicht in Invloed, Bureau Zuidema 2011 International course Decentralisation and Local Governance, UCLG 2010 Opleiding Engels, Language Partners, Den Haag Eerder gevolgde trainingen Persvoorlichting / Mediatraining / Public relations / Internationale veiligheid / Presentatie technieken / Beleidsanalyse Werkervaring 15 Okt 2015-heden Hoofd/manager (wnd) Afdeling Fysiek Domein Sept 2014-heden Hoofd/Manager Afdeling Lokaal Bestuur, Veiligheid en Recht Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Verantwoordelijk voor de gemeentelijke belangenbehartiging, de dienstverlening en platformfunctie op het terrein van openbaar bestuur, veiligheid en recht; Strategische beleidsadvisering van bestuurders en directieraad van de VNG op de onderdelen openbaar bestuur, veiligheid, staats en bestuursrecht en overheidsprivaatrecht; Leiding geven aan 40 medewerkers; Bouwen en onderhouden van het netwerk op het terrein van openbaar bestuur, veiligheid en recht; Verantwoordelijk voor de ondersteuning van de bestuurders op het gebied van openbaar bestuur, veiligheid en recht, bij bestuurlijke overleggen bij het ministerie en in andere gremia. En verantwoordelijk voor het goed functioneren van de Bestuurlijke Commissie Bestuur en Veiligheid. Juni 2008-heden Directeur Europese en Internationale zaken Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Verantwoordelijk voor de gemeentelijke belangenbehartiging bij de Europese Unie, de Raad van Europa, CEMR (de Europese koepelorganisatie voor verenigingen van gemeenten) en UCLG (de wereldorganisatie voor steden en verenigingen van gemeenten); Verantwoordelijk voor de dienstverlening aan Nederlandse gemeenten op het gebied van Europese fondsen en voor het zijn van een platform voor Nederlandse gemeenten bij Europese aangelegenheden; Ondersteuning van bestuurders in Europese gremia, waaronder de ondersteuning van Mevr. Jorritsma (toenmalige voorzitter van de VNG) in haar rol als voorzitter van de Europese koepelorganisatie van gemeenten en regio s, CEMR. Verantwoordelijk voor de aansturing van de directie (7 personen); Strategische beleidsadvisering bij Europese vraagstukken; Bestuurslid van de stichting Europa decentraal Jan-juni 2012 Programmamanager Strategisch Traject VNG

302 Nov 2002-juni 2008 Sept 2000-nov 2002 Sept 1999-sept 2000 Jan Sept 1999 Jan Jan 1999 Jan 1997-Jan 1998 Mrt 1993-Jan 1997 Verantwoordelijk voor het tot stand komen van een Strategische Agenda voor de VNG. Dat betekent dat de agenda de weerslag is van de vraagstukken waar gemeenten mee te maken hebben in plaats van alleen volgend te zijn op de rijksagenda; Lid van het team van het Strategisch Traject. Directeur van Europa decentraal, Kenniscentrum voor decentrale overheden Europees recht en beleid Verantwoordelijk voor het opzetten van het kenniscentrum: organisatie, personeel, inhoudelijk, operationeel en financieel (7-10 personen, 750,000 euro); Verantwoordelijk voor het positioneren van de organisatie en het opbouwen van een netwerk; Secretaris van het bestuur van de Stichting Europa decentraal; Website: Plaatsvervangend hoofd van het Kabinet van de Minister van Defensie, en senior beleidsmedewerker Gevraagd en ongevraagd advies geven aan de minister; Secretaris van het Politiek Beraad; de wekelijkse vergadering van de Defensietop (politieke en ambtelijke leiding). Senior Beleidsmedewerker Arbeidsvoorwaardenbeleid Schrijven de documenten op basis waarvan de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen werden gevoerd; Gevraagde en ongevraagde advisering. Project de Strategische Toekomstdiscussie Defensie, Ministerie van Defensie, Directie Voorlichting Gezamenlijk met een collega handen en voeten geven aan een toezegging van de minister van Defensie om een maatschappelijk debat te voeren over het nieuwe Defensiebeleid; Organiseren en laten organiseren van bijeenkomsten, fondsen toewijzen, website opzetten, communicatie regelen. De opbrengsten van de discussie zijn verwerkt in een brief aan de Tweede Kamer en in de Defensienota Persvoorlichter Parlementaire zaken, Ministerie van Defensie, Directie Voorlichting Persvoorlichter Koninklijke Marechaussee, Ministerie van Defensie, Directie Voorlichting Docente/wetenschappelijk medewerkster Internationale Betrekkingen, Instituut Defensie Leergangen 2015-heden 2009-heden Bestuursfuncties/nevenfuncties Lid van de Landelijke Werkgroep Arbitrage, KNLTB, Amersfoort Lid van de Raad van Advies van HYPE, Hartman Young Professionals netwerk voor Europese zaken Voorzitter Commissie Veteranentennis, KNLTB, Amersfoort Voorzitter Technische Commissie, Tennisclub Forescate, Voorschoten Lid van de Commissie Veteranentennis, KNLTB, Amersfoort Hobby s Tennis, speelsterkte 3 (Nederlandse en Duitse competitie en actief in nationale en internationale toernooien) Momenteel nr. 1 van de wereldranglijst Dames 45+ (22 augustus 2016) Nederlands kampioen veteranentennis in 2003, 2007, 2008, 2009 (binnen en buiten), 2011, 2012, Lid van Nederlands team naar de Wereldkampioenschappen veteranentennis; Hardlopen en fitness

303 Overig Referenties Mevrouw A. (Annemarie) Jorritsma, voorzitter van de fractie van de VVD in de Eerste Kamer en voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP). De heer. R.J.J.M. (Ralph) Pans, staatsraad bij de Raad van State

304 CURRICULUM VITAE ERIC WILBORTS (KANDIDAAT-BESTUURSLID TOPTENNIS) Personalia Naam E. Wilborts (Eric) Woonplaats Biesthoutakker Geboortedatum Burgerlijke staat Gehuwd, 2 kinderen (25 en 21 jaar) Opleiding Opleiding VWO 6 (niet afgerond als gevolg van tenniscarriëre) Opleiding tot transportondernemer Werkervaring/maatschappelijke carriëre Algemeen Medewerker Gebr. Wilborts BV (transport- en kraanverhuurbedrijf) Start en opbouw Sportcentrum Dennenmarken in Roermond (tot één van de grootste en succesvolste multifunctionele sportcentra van zuid Nederland; bezoekers/week, daarna verkocht) Algemeen Directeur Healthcity (fitnessketen); 2005 Algemeen Directeur Newco opgezet met Waterland private Equity voor Healthcity COO en Aquisition Director bij Healthcity CEO van Bluegreen met 850 FTE's 2010 Overname en opbouw Basic-Fit CEO Zuid Europa CEO Healthcity vanaf 2013 (Rene Moos CEO Basic-Fit) In 2013 toetreding 3i als financiële partner van Basic-Fit Vanaf Juli 2013 dubbele functie: teruggevraagd als CEO van Bluegreen CEO van Bluegreen én CEO van Healthcity nu CEO Healthcity 10 juni 2016 IPO (primaire emissie) Basic-Fit / Tenniscarriëre Nederlands Jeugdkampioen in alle leeftijdscategorieën en 18 jaar zowel buiten als indoor. Nr. 2 van ITF Juniors met finale plaats Flushing Meadows in New York Indoorkampioen van Nederland bij heren in 1980 of 81 tegen Rolf Thung Nationaal kampioen Eredivisie met " De Manege " uit Apeldoorn Nationaal kampioen Heren op Zondag met ' De Petterlaer " uit Den Bosch Davis Cup speler Wedstrijden gespeeld tegen o.a. Ierland, Finland, Rusland, Egypte, Portugal, Zwitserland, Denemarken. Kingscup speler in dezelfde periode met wedstrijden tegen o.a. Duitsland, Zweden, Oostenrijk, Engeland. Hoogste ATP ranking 185 op 17-jarige leeftijd Op 18-jarige leeftijd blessure opgelopen en ruim 15 maanden eruit gelegen. Daarna opnieuw geprobeerd maar besloten op 21-jarige leeftijd te stoppen om me te concentreren op maatschappelijke carrière. Altijd blijven spelen op recreatief niveau tot 50-jarige leeftijd. Helaas moeten stoppen vanwege een rugblessure op 50-jarige leeftijd. Overig Na het afstoten van de Buitenlandse Healthcity's geen ingewikkelde operationele functies meer, dus meer tijd voor andere zaken. Naast de fitnessketens en golfbanen ben ik ook actief in de onroerend goed wereld met een portefeuille in Nederland, België, Duitsland, Spanje

305 CURRICULUM VITAE STEVEN BANNINK (BESTUURSLID WEDSTRIJDTENNIS) Naam Woonplaats Geboortedatum Burgerlijke staat Personalia S. Bannink (Steven) Oosterbeek 15 november 1955 (Bambesa Belgisch Congo) ongehuwd (samenwonend); 2 kinderen (tweeling 21 jaar) Opleiding 1976 Propedeuse Bosbouw Cultuurtechniek 1982 Fysiotherapie 1990 European University for Traditional Chinese Medicine 1991 Sportfysiotherapie 1998 FysioSport-Consultant 2006 Applicatiecursus tennisleraren van de KNLTB speltype specifieke training 2006 Applicatiecursus tennisleraren van de KNLTB Biomechanica 2006 Applicatiecursus tennisleraren van de KNLTB tactiek 2009 Tennisleraren rolstoeltennis Golf-Physio Trainer 2010 Golf Physio Therapeut Werkervaring 1975-heden Tennisleraar (tijdens middelbare school, diensttijd en studie) zowel in clubverband als privé Militaire dienstplicht Cavalerie bestuurder Leopard tank Werkzaam in maatschap fysiotherapie in Oosterbeek Fysiotherapeut van de Nederlandse rolstoeltennisploeg 2004 Athene Lid van medisch Nederlands Paralympische begeleidingsteam 2008 Beijing 2012 Londen Fysiotherapeut en begeleider van Nederlands rolstoeltennisteam tijdens World Team Cups 2009-heden va 2014 Praktijk (sport) fysiotherapie en FysioSport Begeleiding revalidatie tennis en golf gerelateerde blessures BacktoTennis en BacktoGolf Bestuursfuncties/nevenfuncties Bestuurslid studentenvereniging Bestuurslid van Tennisvereniging Beekhuizen te Velp Lid maatschap praktijk fysiotherapie 1998 Interim beleidsmedewerker NOC*NSF Bestuurslid van de Nederlandse Vereniging Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg (NVFS) Kaderlid van Vereniging FysioSport Nederland Bestuurslid van voetbalvereniging OVC Lid projectgroep Zorg Onder Een Dak de Dennenkamp te Oosterbeek Voorzitter Rotary Club Oosterbeek Lid stichting Stuwwalloop Oosterbeek Voorzitter tennisvereniging OTV Oosterbeek Lid ledenraad KNLTB Landelijke Werkgroep vereniging ondersteuning KNLTB Landelijke Werkgroep talentontwikkeling KNLTB 2014-heden Lid Bondsbestuur KNLTB aandachtsgebied Wedstrijdtennis 2013-heden Lid stichting Sinterklaas actie gem. Renkum 2016-heden voorzitter Stichting Beheer Oosterbeekse Banen

306 Hobby s Gezin, sport, kleine en grote huisdieren, grasmaaien, ondersteunen van verenigingsleven, televisie kijken, varen Wedstrijdtennis, golf, skiën, schaatsen speelsterkte single 5, dubbel 4 Overig + + +

307 Naam : H.R.H.S. Thung (Rolf) Woonplaats : Amstelveen Titel : Drs. Geboortedatum : Naarden, 27 juli 1951 Burgerlijke staat : Gehuwd; twee kinderen CURRICULUM VITAE ROLF THUNG (VOORZITTER BONDSBESTUUR) Personalia Diploma s Opleidingen Militaire dienst Opleiding HBS b, doctoraal Economie (UvA) Postdoctorale Controllersopleiding (VU) (Luitenant der) Mariniers Werkervaring Professioneel Tennisspeler Hoogste plaats wereldranglijst (ATP): 86 Nederlands kampioen (indoor) 1975 Nederlands kampioen dubbel (6x) Davis cup voor Nederland ( ) Cloud Tennis AG, Zug Zwitserland ( Ontwikkelaar en distributeur van racketsportartikelen; managing director All Weather Sports BV (Bührmann Tetterode) Importeur van sportartikelen met merken Puma, Dunlop, Dita, enz.; product manager - general manager Nederland Thung Consult BV, Amsterdam () Zelfstandig adviesbureau op het gebied van marketing en management; Oprichter/eigenaar Thung en Van der Kruk BV, Amsterdam Onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van strategie, management en organisatie Medeoprichter/eigenaar 2004 heden People Intouch BV, Olympisch Stadion, Amsterdam Levert met het SpeakUp systeem een SaaS (Software as a Service) oplossing die (veelal grote internationale) organisaties in staat stelt met (anonieme) werknemers te communiceren in 150+ landen en in 65+ talen over mogelijke misstanden; en die de afhandeling van meldingen softwarematig faciliteert ( Klanten in 14 landen, waaronder IKEA, BMW, Nestlé, Roche, TUI, Ericsson, Rabo, Unicredit, Randstad, KPN, ASML, NOC-NSF, Henkel, Schiphol, Pon, BAM, Arcadis, Heijmans, SBM Offshore, FrieslandCampina, Gemalto, Kone, Gemeente Hoorn, Medisch Spectrum Twente, NXP, enz. Oprichter/eigenaar Bestuursfuncties/nevenfuncties Voorzitter Bestuur daarna President-commissaris Woningstichting Eigen Haard, Amsterdam - Commissaris Magic Sports BV - Lid adviescommissie beloning en beoordeling bestuurders van Aedes (koepel van Woningcorporaties) - Lid adviescommissie Aedes Peters II - Lid adviescommissie Aedes en VTW (vereniging van toezichthouders van woningcorporaties) over honorering toezichthouders woningcorporaties - Lid commissie Izeboud van Aedes over vernieuwd advies over beloning en beoordeling directeuren/bestuurders van woningcorporaties - Voorzitter commissie Thung/Izeboud II van Aedes over aanpassing beloning en beoordeling directeuren/bestuurders van woningcorporaties 2005 voorjaar Voorzitter VVD afdeling Amstelveen Lid VVD partijcommissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

308 Op sportgebied - Voorzitter tennisvereniging Popeye Goldstar periode Franker-Frans Otten - Lid Bestuur afdeling Toptennis KNLTB Lid Bestuur IC van Nederland; club van internationals Lid Raad van Toezicht Stichting Topsport Amstelveen Voorzitter Stichting Jeugdtennis Amsterdam Zuidoost Lid Stuurgroep Integriteit NOC*NSF Lid Adviesgroep Ontwikkeling Sportbesturen NOC*NSF Lid Constitutional Committee ITF Overige nevenactiviteiten/relevante lidmaatschappen Rotaryclub Amsterdam Zuidoost VRC (registercontrollers) Baron Van Ghent (officieren mariniers) VVD Tennisvereniging Festina Amsterdam Tennisvereniging Aemstelburgh Amstelveen Tennisvereniging DDV Amsterdam Noordwijkse Golfclub De 144 (genootschap van ex topsporters) Orange All Stars (ex topsporters golfgenootschap) IC van Nederland SEP (Studiegezelschap Economische Politiek) Overig Relevante publicaties: Hoe word ik een prof deel I, II en III in Tennis Magazine Waarden doen ertoe in een bedrijf, met Prof. dr. Arjo Kamer en drs. Maarten de Jeu in Filosofie in Bedrijf (september 2001). Commissarissen moeten veranderen, met drs. Maarten de Jeu in Financieel Dagblad (november 2003). Wat goede commissaris moet weten met drs. Maarten de Jeu en mr. drs. Edwin Weller in Financieel Dagblad (juni 2005) Speelsterkte 2016 Singel 4, Dubbel

309 CURRICULUM VITAE JEROEN HEIJSTEK (KANDIDAAT-VOORZITTER RAAD VAN BEROEP) Personalia Naam J.T.J. Heijstek (Jeroen) Woonplaats Hengelo Geboortedatum 23 augustus 1978 Burgerlijke staat Ongehuwd en niet geregistreerd als partner Opleiding 09/ /2009 CPO/KNB Notariële Specialisatieopleiding (NSO) Rechtspersonen- en Vennootschapsrecht, met positief resultaat aan vrijwillig examen deelgenomen 01/ /2005 Beroepsopleiding Notariaat, cum laude Rijksuniversiteit Groningen, Notarieel Recht Extra vakken: Agrarisch Recht, Gezondheidsrecht, Jeugdrecht, Ondernemingsrecht, Materieel en Formeel Strafrecht. Scriptie: De openbare vennootschap als rechtspersoon in Boek 7 BW Twickel College, VWO diploma Atheneum, Hengelo. Werkervaring Kandidaat-notaris 05/2006-heden Smalbraak Notarissen, sectie Ondernemingsrecht, Deventer. 08/ /2006 Notariskantoor Beunk, algemene praktijk, Hengelo. 09/ /2005 KienhuisHoving Advocaten en Notarissen, praktijkgroepen Vastgoedrecht en Ondernemingsrecht, Enschede. 09/ / /2013-heden 09/ / / / / / / / /2010-heden 10/ / / / / / / / /2005-heden Organisatie-ervaring ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK Lid van de Raad van Toezicht van de Fuldauerstichting, van 8 december 2010 tot en met 20 april 2011 voorzitter a.i. van de Raad van Toezicht, Hengelo. NOTARIEEL Plaatsvervangend lid van de Kamer voor het Notariaat in het ressort Arnhem- Leeuwarden, Arnhem. Lid van de Kamer van Toezicht over de notarissen en de kandidaatnotarissen van de ring Zwolle-Lelystad, Zwolle. PUBLIEK Lid van de gemeenteraad van de gemeente Hengelo. Lid van de commissie belast met functioneringsgesprekken van de burgemeester van de gemeente Hengelo. Lid van de Rekenkamercommissie van de gemeente Hengelo. Lid van de commissie Bedenkingen Structuurplannen en Zienswijzen Bestemmingsplannen van de gemeente Hengelo. SPORT Vicevoorzitter van de Raad van Beroep (voorheen Commissie van Beroep) van de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB), Amersfoort. Verenigingscompetitieleider van T.V. Hercules, Hengelo. Bestuurder van Stichting The Golden Talent Tournament, Twello. Lid van de Strafcommissie van de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB), Amersfoort. Bondsscheidsrechter van de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB), district Overijssel. Toernooidirecteur van Nationaal Ranglijst tennistoernooi Twentse Open, in 2007 genaamd Veldwijk Open, Hengelo. ZORG Bestuurder van Stichting HasselerBorgh, sinds 18 april 2012 voorzitter, Hengelo.

310 Tennis en golf. Hobby s Overig PUBLICATIES 2011 Statutenwijziging tussen het moment van besluitvorming en vertegenwoordiging bij de stichting en de vereniging, Juridische Berichten voor het Notariaat, september 2011/ Inkoop en pandrecht rondom decertificering, Juridische Berichten voor het Notariaat, oktober 2006/ Gedeeltelijke opzegging van het hypotheekrecht, Juridische Berichten voor het Notariaat, november 2004/

311 CURRICULUM VITAE MARK MURRIS (VOORZITTER TUCHTRAAD) Naam M.E.G. Murris (Mark) Woonplaats Amersfoort Geboortedatum 30 maart 1980 Personalia Opleiding 2013 Financiële Economie voor Curatoren aan de Erasmus Universiteit 2010 Grotius Academie Nijmegen, specialisatieopleiding Insolventierecht 2004 King s College London, Commercial and Corporate Law 2003 Universiteit Utrecht, Nederlands Recht 2004-heden Werkervaring Advocaat/curator bij Van Benthem & Keulen N.V. te Utrecht 2013-heden Bestuursfuncties/nevenfuncties Bestuurslid (penningmeester) van de Oudervereniging van de Aloysiusschool te Amersfoort Tennis en skiën Hobby s - Overig + + +