GAS jaarverslag Gemeentelijke Administratieve Sancties in Brugge

Transcriptie

1 GAS jaarverslag 26 Gemeentelijke Administratieve Sancties in Brugge

2

3 VOORWOORD Artikel 8 van het stedelijk GAS-kaderreglement bepaalt dat de gemeenteraad jaarlijks, vóór eind april, van de hiervoor aangewezen sanctieambtena(a)r(en) een omstandig verslag krijgt over de toepassing van de administratieve sancties gedurende het voorbije kalenderjaar. In dit GAS-jaarverslag 26 wordt info, cijfermateriaal en commentaar gegeven m.b.t. de afhandeling van de bestuurlijke verslagen die de sanctieambtenaren ontvingen in de periode januari 26 tot december 26. Daarbij wordt nog opgemerkt dat op het moment van het opmaken van het voorliggend verslag, nog niet alle dossiers uit die periode op financieel vlak zijn afgerond. De cijfergegevens werden verwerkt eind februari 27. In vergelijking met de voorgaande jaren is er een stijging in het aantal bestuurlijke verslagen, waarbij opnieuw wildplassen het meest vastgestelde fenomeen blijft. In 26 werd er voor het eerst een verdere onderverdeling voor afval gemaakt in subcategorieën. Deze zijn: inbreuken op de afvalkalender, sluikstorten in afvalrecipiënten, sluikstorten naast afvalrecipiënten, sluikstorten in de openbare ruimte (zwerfvuil) en lozen van afvalwater. Nieuw in 26 zijn de administratieve sancties voor overtredingen op het regelement tot bepaling van de sluitingsuren van vestigingseenheden van kleinhandel op het grondgebied Brugge. Dit reglement is in werking getreden op juli 26. Dag- en nachtwinkels die zich niet aan de sluitingsuren houden, die werden bepaald in het reglement, kunnen vanaf oktober 26 ook een GAS-boete krijgen (of bij meerdere overtredingen een andere administratieve sanctie opgelegd door het college). Eva Cocquyt Tom Dewaele

4 INHOUD VOORWOORD... INHOUD TOEPASSINGSKADER Brugse toepassingsdomeinen van administratieve geldboetes Praktisch toepassingskader (actoren) Nieuwe GAS-Wet GAS-VASTSTELLINGEN Totaal en spreiding over jaar Verdeling soorten inbreuken Verdeling vaststellingen politie c.q. gemeenteambtenaren Herkomst overtreders Aandeel minderjarigen ONDERNOMEN ACTIES OP BASIS VAN DE BESTUURLIJKE VERSLAGEN..... Seponeringen Bijzondere groep dossiers met enkel waarschuwing bij eerste vaststelling Voor beboeting opgestarte dossiers AANSCHRIJVING EN MOGELIJKHEID TOT VERWEER Eerste aanschrijving betrokkenen Mogelijkheid tot verweer Verweerpraktijk BEMIDDELING IN DOSSIERS MINDERJARIGEN Principe Bemiddelingspraktijk BESLISSINGEN Doorlooptijd Aantal dossiers eindigend met effectieve geldboete Totaalbedrag opgelegde boetes Toegepaste boetebedragen BEROEPSMOGELIJKHEID Wettelijke regeling Tot nu toe nog steeds geen beroepen BETALING VAN DE OPGELEGDE BOETES Wettelijke regeling en praktische organisatie Concrete inningen 26 (gedeeltelijke stand) ANDERE ADMINISTRATIEVE SANCTIES, OPGELEGD DOOR HET COLLEGE Mogelijkheid Geen toepassingen in BIJLAGE: ERRATUM en ADDENDUM bij 8.2. Concrete inningen 26 (gedeeltelijke stand)... 27

5 . TOEPASSINGSKADER.. Brugse toepassingsdomeinen van administratieve geldboetes In de gemeenteraadszitting van 29 maart 2 werd een vernieuwd reglement vastgesteld met betrekking tot afval en openbare netheid. Daarin voor Brugge de eerste toepassing van administratieve geldboetes als sanctie voor overtredingen. In functie van mogelijke latere uitbreidingen van die boetes, stelde de gemeenteraad in dezelfde zitting een GAS-kaderreglement vast met een aantal algemene regels en verwijzingen naar de federale GAS-wetgeving. In het voorjaar van 22 werden vervolgens twee bijkomende reglementeringen voorzien van GAS-boetes als sanctie. De gemeenteraad stelde in zitting van 27 maart 22 via politieverordening een verbod vast op het consumeren van alcoholische dranken op de openbare weg in uitgaansbuurten. Men viseerde daarmee het gebruik van alcohol in een reeks met naam genoemde straten en pleinen tijdens de weekendnachten, met een GAS-boete voor overtredingen. In de gemeenteraadszitting van 29 mei 22 werd in de politieverordening op het gebruik van de openbare weg een GAS-boete als sanctie bepaald voor het ongevraagd aanklampen van voorbijgangers aan horecazaken. Daarvóór werd die praktijk gesanctioneerd via een schorsing of intrekking van de terrasvergunning van de betrokken zaak. Na een arrest van de Raad van State heeft de gemeenteraad dit veranderd in een administratieve geldboete voor de aanklampende ober. De gemeenteraad besliste op 26 februari 2 om de toepassing van de verordening van 27 maart 22 over het alcoholconsumptieverbod op te schorten. Verder werd in de gemeenteraadszitting van 25 november 2 in het algemeen reglement met betrekking tot afval en openbare netheid een hoofdstuk 7 Tarifering en inzameling van afvalstoffen via containerparken (cfr. het voormalige containerparkreglement) toegevoegd. Tot slot werd op 28 juni 26 het reglement tot bepaling van de sluitingsuren van vestigingseenheden van kleinhandel op het grondgebied Brugge door de gemeenteraad goedgekeurd. De eerste overtredingen op de sluitingsuren leiden tot afhandeling via administratieve geldboetes. Bij aanhoudende overtredingen wordt het dossier voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Zij kunnen overgaan tot het opleggen van een andere administratieve sanctie (intrekking of schorsing vergunning of sluiting inrichting). De Stad Brugge past dus de gemeentelijke administratieve sancties slechts toe in het kader van enkele specifieke reglementeringen. Dit is een bewuste keuze van het bestuur..2. Praktisch toepassingskader (actoren) Een twintigtal medewerkers van de dienst leefmilieu/stadsreiniging zijn, na het volgen van de daarvoor vereiste opleiding aan de politieschool, door de gemeenteraad aangeduid als gemachtigde vaststellers voor inbreuken op het afvalreglement. Daarnaast kunnen ook alle politieambtenaren en agenten van politie GAS-vaststellingen doen. Pagina 5 van 27

6 De eigenlijke procedurele afhandeling wordt verzorgd door de in de gemeenteraad aangestelde sanctieambtenaren. Tot en met september 26 beschikte de stad Brugge over twee sanctionerende ambtenaren nl. Chris Pauwels en Tom Dewaele. Sinds 24 werden zo goed als alle dossiers behandeld door Tom Dewaele, dit ter ontlasting van sanctieambtenaar en juridisch adviseur Chris Pauwels. Hierdoor kwam de eigenlijke afhandeling van de bestuurlijke verslagen en het administratief centrum voor de GAS-dossiers onder de vleugels van de preventiedienst terecht (Blinde Ezelstraat, 8 Brugge). In de gemeenteraad van 25 oktober 26 werd ook Eva Cocquyt aangesteld als sanctionerend ambtenaar, dit ter ontlasting van Tom Dewaele die zich voortaan hoofdzakelijk bezighoudt met zijn taken als noodplanningsambtenaar. Chris Pauwels en Tom Dewaele blijven echter steeds ter beschikking voor juridische en praktische zaken en fungeren als back-up bij eventuele langdurige afwezigheid van Eva Cocquyt. De sanctieambtenaren worden verder (administratief) ondersteund door twee medewerkers van de preventiedienst. Voor de verplichte bemiddeling ten aanzien van minderjarige overtreders wordt eveneens beroep gedaan op de stedelijke preventiedienst. Chantal Sedeyn doet er dienst als bemiddelaar. Gelet op het beperkt aantal bemiddelingsdossiers voor minderjarigen in Brugge wordt er geen gebruik gemaakt van de arrondissementeel bemiddelaar die is aangesteld in Oostende. De dienst financiën (fiscaliteit) volgde tot en met 25 de betalingen van de opgelegde boetes op. Zij bezorgden de sanctieambtenaren periodieke overzichten, stuurden desgevallend aanmaningen en maakten zo nodig dossiers voor invordering over aan een gerechtsdeurwaarder. In 26 is deze procedure licht gewijzigd en staat de preventiedienst zelf in voor de opmaak van de facturen en de eerste herinnering. De laatste waarschuwing (2 de herinnering) wordt niet bezorgd door de preventiedienst, maar door de Financiële administratie van de stad Brugge die zo nodig ook de gerechtsdeurwaarder kan vorderen. Bij de start in 2 verkoos het bestuur om voor dit alles voorlopig geen extra personeelsleden aan te werven en om dit te laten doen door bestaande medewerkers bovenop hun bestaande takenpakketten. Dat is ook in 26 zo gebleven, vandaar de gespreide verdeling van de taken over verschillende medewerkers... Nieuwe GAS-Wet Na moeizame voorbereidingen en onder soms felle kritiek uit diverse hoeken (o.a. op de verlaging van de leeftijdsdrempel, het doorschieten van het GAS-systeem in sommige gemeenten, ) raakte de reeds in 2 aangekondigde wijziging van de federale GAS-wetgeving in de loop van 2 eindelijk rond: de artikelen 9bis en 9ter van de Nieuwe Gemeentewet werden vervangen door de Wet van 24 juni 2 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (B.S. juli 2). De nieuwe regeling ging pas effectief in voege vanaf januari 24. Elke stad of gemeente is vrij te kiezen of zij hun reglementen aanpassen/uitbreiden cfr. de mogelijkheden van de nieuwe wet. Zo heeft de stad Brugge er voor gekozen om het toepassingsgebied niet uit te breiden en de bedragen van de maximumboetes niet te verhogen. Het blijft dus in Brugge zo dat GAS-boetes slechts worden opgelegd aan minderjarigen vanaf 6 jaar en niet aan 4-jarigen zoals de nieuwe wet mogelijk maakt en ook de max. bedragen voor minderjarigen en meerderjarigen blijven resp. op 25 en 25 euro. In 2 door parlement goedgekeurd, doch pas vanaf januari 24 in voege. Pagina 6 van 27

7 Ook de gemeenschapsdienst werd in het Brugse kaderreglement niet toegevoegd als alternatieve sanctie voor de geldboetes. Een niet onbelangrijk accent in de nieuwe wetgeving is dat een positieve bemiddeling (bij minderjarigen) niet langer aanleiding kan geven tot een geldboete. Voor deze nieuwe wet kon de sanctionerend ambtenaar daar alsnog voor opteren. De sanctionerend ambtenaren van de stad Brugge hebben dit echter nooit gedaan. Verder verplicht de nieuwe wet de steden en gemeenten om afgehandelde dossiers gedurende een periode van 5 jaar bij te houden in een sanctieregister. Dat kan helpen bij het nazicht van de betaling van de boete en in functie van eventuele herhaling, maar kan de minister van Binnenlandse Zaken wellicht ook helpen om een globaal zicht te krijgen over de toepassing van GAS in de steden en gemeenten en daarover verantwoording af te leggen in het parlement, iets wat om de twee jaar zal moeten gebeuren. Tot slot verplichte de nieuwe GAS-wet de sanctionerend ambtenaren tot het volgen van een 2-daagse opleiding (nl. een module strafrecht en een module conflictbeheersing). Deze opleiding diende te worden gevolgd voor januari 26. Zowel Chris Pauwels als Tom Dewaele hebben deze opleiding gevolgd in de door de wet opgelegde periode. Eva Cocquyt heeft de opleiding gevolgd in juni GAS-VASTSTELLINGEN Totaal en spreiding over jaar Tussen januari 26 en december 26 ontvingen de sanctieambtenaren in totaal 527 bestuurlijke verslagen met daarin vaststellingen van GAS-inbreuken. We kunnen opmerken dat dit een behoorlijke stijging is in vergelijking met 25, waar het aantal nog 6 bestuurlijke verslagen bedroeg. De stijging situeert zich vooral bij inbreuken omtrent afval en wildplassen. Dit laatste wordt in 2.2 verder verduidelijkt. Ze waren als volgt over het jaar gespreid: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Figuur : Aantal Bestuurlijke Verslagen in 26 per maand Pagina 7 van 27

8 In 25 waren er in totaal 6 vaststellingen, in 26 waren dat er 67 meer. Er is dus sprake van een stijging van 46% aan bestuurlijke verslagen in het jaar 26. De kalmste maanden waren februari, maart en augustus, met respectievelijk 2 en bestuurlijke verslagen, de drukste maanden januari (62 vaststellingen), juli (56 vaststellingen) en november (6 vaststellingen) Verdeling soorten inbreuken De 527 bestuurlijke verslagen betroffen de volgende specifieke soorten inbreuken: 5 7 Aanklampen afval Hondenpoep Ongeadresseerd reclamedrukwerk Onkruid 4 4 Voederen van dieren Wildplassen Figuur 2: Verdeling soorten inbreuken 26 Wildplassen is zeer duidelijk de meest voorkomende inbreuk, maar ook afval is een vaak voorkomend feit waarvoor een administratieve sanctie wordt opgelegd. Samen zijn deze feiten verantwoordelijk voor 97% van de bestuurlijke verslagen opgesteld in 26. Vanaf 26 worden de inbreuken onder de noemer afval nog verder opgedeeld. Er wordt vanaf nu een verder onderscheid gemaakt tussen: - Sluikstorten inbreuk op de afvalkalender - Sluikstorten in afvalrecipiënten - Sluikstorten naast afvalrecipiënten - Sluikstorten in de openbare ruimte (op openbare plaatsen of zwerfvuil) - Sluikstorten lozen afvalwater Deze verdeling wordt verder verduidelijkt in onderstaand taartdiagram: Pagina 8 van 27

9 Aanklampen Hondenpoep Ongeadresseerd reclamedrukwerk Onkruid Sluikstorten in afvalrecipiënten Sluikstorten in de openbare ruimte Sluikstorten inbreuk op de afvalkalender Sluikstorten lozen afvalwater Sluikstorten naast afvalrecipiënten Sluitingsuren dagwinkels Voederen van dieren Wildplassen Figuur : Verdeling soorten inbreuken 26 Omschrijving feiten Wildplassen: Er waren 4 bestuurlijke verslagen (65%) inzake wildplassen. In 25 waren dit er 2 (56%). Er is dus een stijging van het aantal vaststellingen, die procentueel gezien eveneens hoger ligt dan alle voorbije jaren (zie figuur 4: Evolutie soorten vaststellingen 2-26). Afval: Van niet-reglementair achterlaten van afval waren er 7 bestuurlijke verslagen (2%) in 26. Dit zijn 5 dossiers meer dan in 25 (6). Deze inbreuk wordt sinds 26 voor het eerst opgedeeld in 5 subcategorieën. Sluikstorten als inbreuk op de afvalkalender komt het meeste voor. Deze feiten zijn goed voor 65% ( vaststellingen) van de inbreuken inzake afval. Van sluikstorten in de openbare ruimte zijn 27 dossiers opgemaakt (6%). Sluikstorten in afvalrecipiënten kwam het minste terug, er waren slechts vaststellingen dat jaar. Hondenpoep: Net zoals in 25 strandt de vaststelling van hondenpoep in 26 op 4 feiten. Dit betreft feiten waar er sprake is van niet-opruimen van hondenpoep en/of het niet bijhebben van een zakje daarvoor. In 2 en 24 waren er dat nog respectievelijk en dus is er een daling vast te stellen, al moet er worden opgemerkt dat het over de jaren heen over een beperkt aantal vaststellingen gaat. Wellicht heeft de objectieve pakkans (vaststelling op heterdaad) hier één en ander mee te maken. Netheid voetpad: In 26 werden slechts bestuurlijke verslagen opgemaakt m.b.t. onkruid. In 25 waren dit er 7 en in 24 geen enkele. Vooraleer het echter tot een bestuurlijk verslag komt krijgen de betrokkenen via de stedelijke preventiedienst één of meerdere uitdrukkelijke verzoeken om het voetpad of de straatgoot proper te maken. Voederen van dieren op openbaar domein: In 26 waren er vaststellingen m.b.t. het voederen van dieren op het openbaar domein. In 25 waren er 4 vaststellingen, in 24 en 2 respectievelijk 8 en 7 bestuurlijke verslagen. In 2 kon dit echter toegeschreven worden aan enkele hardleerse overtreders. Aanklampen, ronselen, ongevraagd aanspreken van voorbijgangers aan horecazaken: Het is (medewerkers van) handelszaken verboden mensen/passanten ongevraagd aan te spreken om ze naar de zaak te lokken. In 26 is er sprake van 5 feiten van aanklampen. Pagina 9 van 27

10 Sinds dit probleem opnieuw in 24 de kop op stak, blijft het aantal vaststellingen ongeveer gelijk (in 25 ging het over 4 feiten en in 24 waren dit er 5). Het aantal vaststellingen is echter niet representatief voor het probleem. In de bestuurlijke verslagen is er vaak sprake van meerdere inbreuken op een kleine tijdspanne en het vergt gerichte controles om hierop toe te zien. Overtredingen sluitingsuren kleinhandelaars: Dagwinkels mogen enkel open zijn tussen 5h en 22h. Wanneer door de uitbater geen rekening gehouden wordt met deze uren, die bepaald zijn door stad Brugge, kan een GAS-boete opgelegd worden. Sinds oktober 26 wanneer actief werd vastgesteld werden hierop al 2 inbreuken vastgesteld. Ook nachtwinkels moeten rekening houden met de voor hen opgelegde openingsuren (8h-6h), hiervoor werd in 26 geen enkele inbreuk vastgesteld. Ophaling van afvalstoffen: Dit gaat over afvalstoffen waarbij particuliere bedrijven en privéinstellingen bepaalde onderdelen van de selectieve inzameling van huishoudelijke en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen op het grondgebied van Brugge uitvoeren zonder te voldoen aan de wettelijke bepalingen en zonder te beschikken over een schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen. In 26 werd geen enkele vaststelling hierrond gedaan, in tegenstelling tot 25 waar er sprake was van 2 vaststellingen. Sluikverbranding of sluikstoken: Dit blijft een marginaal fenomeen over de jaren heen. De laatste vaststellingen dateren van 24 en bedroeg in dat jaar feiten. In zowel 26 als 25 werd geen enkele nota gedaan van sluikverbranding. Hieronder een visuele voorstelling van de soorten vaststellingen en de evolutie van 2 tot en met 26: Figuur 4: Evolutie soorten vaststellingen 2-26 Eerst en vooral moet de opmerking gemaakt worden dat 2 geen volledig jaar was, dit komt omdat de gemeentelijke administratieve sancties pas hun intrede maakten vanaf juni. Opmerkelijk voor 26 is de enorme stijging in het aantal wildplasdossiers (4 dossiers in 26 t.o.v. 2 dossiers in 25: 7 meer dossiers dan in 25 = stijging van 67%). Pagina van 27

11 M.b.t. de aanpak van Integrale Veiligheid werd er, in het actieplan van de werkgroep uitgaansoverlast, beslist om extra in te zetten op wildplassen tijdens de weekendpatrouilles. Dit is dus duidelijk te zien in het aantal vaststellingen van de lokale politie (zie 2.. Verdeling vaststellingen politie c.q. gemeenteambtenaren). Ook m.b.t. de afvaldossiers zien we in 26 terug een lichte stijging t.o.v. 25. Voor hondenpoep bleef dit in vgl. met 25 gelijk, maar in vgl. met 24 zijn de vaststellingen lichtjes gedaald; idem voor het voederen van dieren op openbaar domein. 2.. Verdeling vaststellingen politie c.q. gemeenteambtenaren Van alle bestuurlijke verslagen zijn er 52 afkomstig van de gemeentelijke ambtenaren (29%). 6 vaststellingen werden ontvangen van de spoorwegpolitie (%). % 29% gemeentelijke ambtenaren lokale politie De lokale politie is verantwoordelijk voor het grootste deel van de vaststellingen, nl. 59 (68%). 68% spoorwegpolitie Figuur 5: Verdeling vaststellingen politie gemeente 26 In 26 zijn de 52 vaststellingen door gemeentelijke ambtenaren gestegen met % in vergelijking met 25 (8 vaststellingen). De lokale politie was ook in 26 verantwoordelijk voor het grootste deel van de vaststellingen (vooral wildplasfeiten). 69 vaststellingen in 26 in vergelijking met 99 in 25 betekent een stijging van 46%. Bij de vaststellingsactiviteit van de spoorwegpolitie is echter opnieuw een daling vast te stellen. Waar de spoorwegpolitie in 25 nog verantwoordelijk was voor 24% van de vaststellingen, daalde dit naar % in 26. Het aantal feiten zal wellicht gelijk blijven (vooral wildplassen), maar omwille van het gebrek aan capaciteit binnen de spoorwegpolitie, blijft het moeilijker om extra toezicht te houden op en rond het stationsplein Herkomst overtreders Alle bestuurlijke verslagen in acht genomen (ook diegene waarvoor geen boete werd opgelegd of geseponeerd werden) kan de volgende verdeling worden gemaakt naar herkomst van de overtreders: 57% Bruggelingen (vorig jaar 6%) 4% Belgische inwoners maar niet woonachtig in Brugge (vorig jaar 5%) % Buitenlanders (Denenmark, Frankrijk, Nederland & Roemenië) (vorig jaar 2%) Pagina van 27

12 7 Andere België Brugge 25 Denmark Frankrijk 2 Nederland Roemenië Figuur 6: Herkomst overtreders Aandeel minderjarigen Een sanctieprocedure met verplicht bemiddelingsluik kán worden aangevat tegen minderjarigen vanaf de leeftijd van zestien jaar. De vaststellers maken evenwel voor eenieder die een overtreding begaat een bestuurlijk verslag op dat aan de sanctionerend ambtenaar wordt overgemaakt. Het is aan deze laatste om na te gaan wat er concreet met de vaststelling kan of moet gebeuren. 5% 9% ME MI RP 86% Figuur 7: Aandeel minderjarigen, meerderjarigen, rechtspersonen in 26 Pagina 2 van 27

13 Van het totaal aantal ontvangen bestuurlijke verslagen in 26 (527) zijn dit er 45 of 86% voor meerderjarigen, 24 of 5% voor minderjarigen tussen 6 en 8 jaar en 5 of 9% voor rechtspersonen. De verdeling in 25 zag er zo uit: 2 meerderjarigen (89%), 2 minderjarigen (%), minderjarigen <6 jaar (%) en 25 rechtspersonen (7%). In de 24 bestuurlijke verslagen voor minderjarigen ligt de leeftijd van de overtreder tussen 6 en 8 jaar. In 25 was dit zo in 2 bestuurlijke verslagen. In tegenstelling tot vorig jaar werd geen enkel bestuurlijk verslag opgemaakt voor een minderjarige jonger dan 6 jaar. In 25 gebeurde dit nog driemaal. De vaststellingen t.a.v. minderjarigen zijn in 26 verdubbeld. Op na gaat het hier allemaal om wildplasfeiten, eentje betrof sluikstorten in de openbare ruimte t.h.v. het stationsplein. In 25 waren het allemaal wildplasfeiten. In 26 werden dossiers geseponeerd wegens een geslaagde bemiddeling, allen in het kader van wildplasdossiers (zie ook 5. Bemiddeling in dossiers minderjarigen).. ONDERNOMEN ACTIES OP BASIS VAN DE BESTUURLIJKE VERSLAGEN.. Seponeringen In totaal werden 99 dossiers van de 527 geseponeerd (9%). De reden van sepot wordt hieronder visueel voorgesteld. De meest voorkomende reden is sepot wegens gegrond verweer (55% van het totaal aantal sepots of in 54 gevallen van de 99 dossiers). Voorbeelden van gegrond verweer zijn: een uitleg met een voldoende verschoningsgrond ; een overlijden van de overtreder in de periode tussen de vaststelling en het bezorgen van het BV aan de sanctieambtenaar; het wijzigen van de uren van de IVBO-ophaalrondes omwille van wegenwerken in de buurt en waarbij de bevolking niet (voldoende) op de hoogte was; In dossiers (allen minderjarigen) werd er geseponeerd omwille van een geslaagde bemiddeling. Voor een aantal van de geseponeerde dossiers (in 8 van de 99 gevallen) werd zelfs nooit de procedure voor beboeting opgestart: in 7 dossiers is de overtreder geschrapt/afgevoerd van ambtswege (verblijft in de gevangenis of een andere instelling 2 ); dossier werd niet opgestart wegens een administratieve fout (voor ongeadresseerd reclamedrukwerk werd een BV opgemaakt, maar zit niet in GAS); 4 dossiers werden niet opgestart wegens het niet kunnen traceren van de overtreder en/of zijn contactgegevens; dossier werd samengevoegd met een ander reeds bestaand dossier; dossiers waren niet op tijd bij de sanctieambtenaar; 2 dossiers werden onmiddellijk zonder gevolg geklasseerd omdat gelijkaardige feiten in dezelfde context in voorgaande dossiers geseponeerd werden wegens gegrond verweer; 2 Een dossier wordt on hold gezet gedurende een periode van 6 maanden en regelmatig gecontroleerd op updates in het bevolkingsregister. Indien er geen wijzigingen optreden en de overtreder niet opnieuw wordt geactiveerd in het register, wordt het dossier na 6 maanden definitief afgesloten/geseponeerd. In 26 ging het over 7 dossiers, daarvan werd tijdens de opmaak van het GAS-jaarverslag 26 ondertussen afgesloten. Pagina van 27

14 Restcategorie: Een grote groep kwam er van af met een waarschuwing (in 8 gevallen). De overtreder kreeg dan het voordeel van de twijfel, maar ontving een waarschuwing dat bij een volgende inbreuk wel een administratieve geldboete zal opgelegd worden. Alle geseponeerde bestuurlijke verslagen komen ook, net zoals de opgestarte dossiers, in het opvolgingsprogramma en krijgen een dossiernummer Figuur 8: Aantal en reden geseponeerde dossiers Bijzondere groep dossiers met enkel waarschuwing bij eerste vaststelling Ten aanzien van schooljongeren van zestien en meer die in/aan het station zwerfvuil achterlieten (drankblikje, kleine verpakking, kauwgum, ), is in 26 de praktijk aangehouden die in 22 werd ontwikkeld. In de meeste gevallen blijkt namelijk uit het bestuurlijk verslag dat de betrokkenen, na aangesproken geweest te zijn door de spoorwegpolitie, het afval toch nog in een vuilnismand wierpen. Een procedure tegen een minderjarige van zestien of zeventien behelst kennisgeving aan het parket, de ambtshalve toewijzing van een advocaat door de stafhouder en een bemiddelingsprocedure. In 22 werd de keuze gemaakt om het bij een eerste dergelijk feit bij een waarschuwing te houden, met uitdrukkelijke verwittiging dat er bij een gebeurlijke nieuwe vaststelling van achterlaten van zwerfvuil wél een formele sanctieprocedure opgestart zal worden. Ook aan de ouders gaat in die zin een brief, met kopie van het bestuurlijk verslag. Opgelet: wegens een wijziging in de manier van registreren in de periode april/mei werd geen onderscheid gemaakt in de waarschuwing vóór het opstarten van het dossier voor beboeting en een waarschuwing als beslissing (dus wanneer het dossier wel degelijk werd opgestart, maar nadien werd geseponeerd). Vandaar dat de 8 waarschuwingen niet verder zijn onderverdeeld en dat deze gegevens slechts een indicatie zijn. Er wordt dus m.a.w. rekening gehouden met een kleine foutmarge. ± 5 dossiers in de categorie waarschuwing werden m.a.w. niet opgestart ter beboeting (zie verder..). Pagina 4 van 27

15 In 26 werd net zoals in 25 geen enkel dossier opgestart, zelfs geen waarschuwing, t.a.v. een <6 jarige m.b.t. zwerfvuil. In 24 waren er slechts bestuurlijke verslagen; in 2 waren dat er nog 2 en in 22 telden we er 5! Wellicht kan één en ander worden toegeschreven aan de vaststellingsactiviteiten van de spoorwegpolitie t.h.v. het station... Voor beboeting opgestarte dossiers Voor 97% van de vaststellingen werd de beboetingsprocedure effectief opgestart. In 8 dossiers werd al van bij het ontvangen van de vaststellingen meteen gekozen om te seponeren omwille van de redenen beschreven in.. In 25 lag dit percentage op 9%, in 24 9%. We zien dus opnieuw een stijging in het aantal voor beboeting opgestarte dossiers. Opgelet: van de 97% dossiers die aanvankelijk opgestart werden, zien we dat uiteindelijk 7% (of in 87 dossiers) alsnog geseponeerd werd (zie 6.2. Aantal dossiers eindigend met effectieve geldboete). % 9% 8% 74% 82% 9% 9% 97% 7% 6% 5% 4% % 2% % % Figuur 9: Evolutie 'voor beboeting opgestarte dossiers' Pagina 5 van 27

16 4. AANSCHRIJVING EN MOGELIJKHEID TOT VERWEER 4.. Eerste aanschrijving betrokkenen Na ontvangst van het bestuurlijk verslag vanwege de vaststeller, dient de sanctieambtenaar een eerste aangetekende brief naar de (vermoedelijke) overtreder te sturen, waarin hij of zij in kennis wordt gesteld van het bestuurlijk verslag, van de gestarte procedure tot het opleggen van een administratieve geldboete en van de mogelijkheden tot verweer. Bij de eerste aanschrijving wordt ook een folder met korte uitleg over het GAS-systeem gevoegd. Wanneer de aangetekende brief door de post wordt teruggestuurd wegens niet afgehaald door de bestemmeling wat zich vrij regelmatig voordoet, bewust of uit vergetelheid wordt, na controle van het adres, de kennisgeving per gewone post opnieuw verstuurd Mogelijkheid tot verweer Binnen de vijftien dagen kan men op de eerste aanschrijving reageren, een schriftelijk verweer indienen en/of vragen om zich mondeling te komen verdedigen. Volgens de wetgeving dient een schriftelijk verweer bij aangetekende brief ingediend te worden en moeten we een mondelinge verdediging strikt genomen enkel toestaan als een boete wordt overwogen van meer dan 7 euro (tot 24 was dit nog voor een boete hoger dan 62,5 euro). Echter, in Brugge wordt dit vrij soepel gehanteerd, t.t.z. om het even welke vorm van reactie (gewone brief, een , een telefonische reactie, op eigen initiatief informeel langskomen bij de sanctieambtenaar, ) wordt meegenomen in de verdere beoordeling. Bedoeling is de verweermogelijkheden zo voor iedereen maximaal mogelijk te maken, zonder formele drempels. Om dezelfde reden wordt ook met de termijn van vijftien dagen niet té strikt omgegaan. Vooral als de verweertermijn geheel of gedeeltelijk binnen een verlofperiode valt (krokus, Pasen, juli-augustus, herfst, kerst-nieuwjaar) wordt er rekening mee gehouden dat de betrokkenen op reis kunnen zijn. We wachten dan tot een viertal weken na de uitreiking van de aanschrijving alvorens de eindbeslissing te nemen en te versturen. 4.. Verweerpraktijk 26 Ook in 26 werd er in eerder beperkte mate van de mogelijkheid tot reageren/verweer gebruik gemaakt: op de 59 opgestarte en dus aangeschrevenen dossiers, reageerden er 54 ofwel %. In 25 bedroeg dit percentage 4%. In 24 ook 4%, in 2 maar liefst 28% en in 22 ging het om 9%. Minder verweer dan voorgaande jaren, maar wel gerichter en meestal ook gegrond: zie schematische voorstelling hieronder. Pagina 6 van 27

17 Figuur : Verweerpraktijk 26 Het verweer werd in 4 van de 54 gevallen (74%) aangewend voor feiten inzake afval. Als uitschieter in deze categorie zien we sluikstorten met inbreuk op de afvalkalender; gegrond verweer kwam hier keer voor ofwel in 7% van de gevallen. Dit heeft grotendeels te maken met de tijdelijke gewijzigde IVBOophaalronde tijdens de vele wegenwerken in de binnenstad in de periode mei/juni. Daarnaast werden alle gelijkaardige dossiers, dus voor gelijkaardige feiten in dezelfde periode en dezelfde perimeter, waarvoor geen verweer werd ingediend, na opstarten voor beboeting alsnog geseponeerd. Het gaat om zo n 2 dossiers waarvan de sanctionerend ambtenaren een sterk vermoeden hadden dat de betrokkenen niet bewust een inbreuk hebben begaan, maar dat zij wellicht ook niet op de hoogte waren van de gewijzigde uren van de ophaalrondes. De overige procent gegrond verweer bij afval kwam vooral voor bij sluikstorten in de openbare ruimte (onvoldoende bewijsmateriaal) en bij de dossiers voor het niet verwijderen van onkruid. In enkel geval werd er gebruik gemaakt van het verweer bij sluikstorten in afvalrecipiënten. Aan de overtreder, een havenarbeider van buitenlandse origine, werd het dossier beperkt tot het geven van een waarschuwing. De betrokkene was niet op de hoogte van de Belgische wetgeving. Zijn verontschuldiging en het feit dat de werkgever garant stond voor het begeleiden van de werknemer bij zijn afvalverzameling, heeft ervoor gezorgd dat de sanctionerend ambtenaren hebben beslist om geen geldboete te geven. Het verweer werd in 26 dus m.a.w. heel nauwkeurig onderzocht. Zo werd er ook voor aanklampen 2x geseponeerd en voor wildplassen x omwille van medische redenen (met doktersattest). Slechts in 2 gevallen van de 54 werd in 26 een effectieve boete opgelegd bij verweer, nl. m.b.t. de overige 2 dossiers voor wildplassen. Pagina 7 van 27

18 5. BEMIDDELING IN DOSSIERS MINDERJARIGEN 5.. Principe Ten aanzien van minderjarige overtreders tussen de 6 en 8 jaar is het aanbieden van een bemiddeling verplicht. De minderjarige is natuurlijk niet verplicht om effectief op dat aanbod in te gaan. De ouders moeten bij de procedure betrokken worden en dus krijgen naast de minderjarige ook (elk van de) ouders een aangetekend schrijven. Tevens wordt de stafhouder van de balie in kennis gesteld in functie van de aanstelling van een advocaat voor de minderjarige. Ook de afdeling jeugd van het parket moet op de hoogte gebracht worden van een GAS-inbreuk door een minderjarige. Tenslotte wordt ook de bemiddelingsdienst hier de stedelijke preventiedienst van de stad Brugge aangeschreven met de aankondiging van een mogelijke kandidaat voor de bemiddeling inzake een GAS-inbreuk. In de eerste aanschrijving van de minderjarige en zijn/haar ouders wordt gevraagd om binnen de vijftien dagen (d.i. de verweertermijn) te laten weten of men bereid is om op het bemiddelingsaanbod in te gaan Bemiddelingspraktijk 26 In 26 waren er 24 dossiers met een minderjarige overtreder. Voor alle minderjarigen werd een bemiddelingsvoorstel aangeboden. Slechts minderjarigen (en hun ouders) zijn op het bemiddelingsaanbod ingaan, weliswaar allen met een positief resultaat als gevolg waardoor een verdere geldboete niet meer van toepassing was. Opmerkelijk is dat minder dan de helft van de minderjarigen (slechts 42%) in 26 op het bemiddelingsaanbod zijn ingegaan. De reden hiervoor is onbekend. De overige 4 (58%) kregen dan ook een geldboete. Per uitzondering, wordt er ook op uitdrukkelijke vraag van meerderjarige overtreders een bemiddelingsprocedure gestart. Doorgaans betreft het meerderjarigen die er financieel slecht voorstaan. Geval per geval wordt vervolgens gekeken of een bemiddeling kan worden toegestaan. In 26 werd x de vraag gesteld door een betrokkene voor het organiseren van een bemiddelingsgeprek, maar heeft uiteindelijk niets meer van zich laten horen. Zowel voor minder- als meerderjarigen verloopt de bemiddelingsprocedure als volgt: de preventiedienst organiseert en modereert voor elk van hen een gesprek met de dienst leefmilieu. In onderling overleg en akkoord, worden de minderjarigen/meerderjarigen elk gedurende een halve dag ingeschakeld in de stadsreiniging. Voor de inwerkingtreding van de nieuwe GAS-wet kon de sanctionerende ambtenaren na een positieve bemiddeling alsnog opteren om een boete op te leggen. Dit werd in Brugge echter nooit gedaan. Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe wet op januari 24 kan een positieve bemiddeling nooit meer aanleiding geven tot het alsnog opleggen van een geldboete. Pagina 8 van 27

19 6. BESLISSINGEN 6.. Doorlooptijd Het was de bedoeling van de wetgever dat de gemeenten met de administratieve geldboetes kort op de bal zouden kunnen spelen. Tussen het moment van de inbreuk en het opleggen van de sanctie mag geen (al te) lange periode liggen. In dat licht werd een verjaringstermijn ingesteld van uiterlijk zes maanden waarbinnen de eindbeslissing aan de overtreder moet worden meegedeeld. In geval dat er een bemiddeling is, bedraagt de verjaringstermijn 2 maanden (zowel bij meer- als minderjarigen) De concrete doorlooptijd van een dossier kan van meerdere factoren afhangen: de snelheid waarmee het bestuurlijk verslag aan de sanctieambtenaar wordt overgemaakt; de vlotheid waarmee de eerste aanschrijving naar de betrokkene kan vertrekken en/of bij hem/haar uitgereikt raakt (onduidelijkheid over actueel adres, onduidelijkheid overtreder, aangetekende brief niet afgehaald, ); eventueel nader onderzoek van ingediende verweerelementen; het bemiddelingsluik. In 26 bedroeg de gemiddelde doorlooptijd van een dossier 6 dagen (in 25 was dat 5 dagen). Over het algemeen werden de meeste eindbeslissingen verstuurd binnen 2 maanden na de datum van vaststelling of dus binnen de 6 dagen, nl. 7%. (6% binnen de maand en 67% in de 2 e maand na vaststelling). Dit komt overeen met het hierboven beschreven feit dat er binnen de stad Brugge rekening gehouden wordt met een soepele termijn van verweer, waarbij er in vakantieperiodes tot 4 weken gewacht wordt alvorens de eindbeslissing op te maken. Ook in geval van dossiers met een bemiddelingsvoorstel, werden de beslissingen binnen de 4 maanden verstuurd Aantal dossiers eindigend met effectieve geldboete We meldden reeds in onderdeel dat 99 bestuurlijke verslagen om een aantal redenen geseponeerd werden (redenen hiervoor zie ook.. Seponeringen). In 8 dossiers werd de GAS-procedure nooit opgestart. Voor 59 van de 527 ontvangen bestuurlijke verslagen was dit wel het geval en werd een kennisgeving en beslissing aan de overtreders verstuurd van de 59 opgestarte dossiers (7%) werden zonder geldboete afgesloten Geen geldboete Geldboete NVT Figuur : Aantal dossiers met en zonder geldboete In 422 dossiers (of 8%) van de daadwerkelijk opgestarte procedures, kreeg de betrokkene als eindbeslissing een effectieve geldboete opgelegd. In 8 gevallen 5 was een effectieve geldboete niet van toepassing en werd het dossier niet opgestart ter beboeting. 4 Zie uitleg foutmarge in voetnoot. 5 Zie uitleg foutmarge in voetnoot. Pagina 9 van 27

20 Sinds 26 wordt er een onderverdeling gemaakt in de categorie afval. In de eerste plaats om een beter zicht te hebben in de problematiek van het sluikstorten, maar evenzeer om in de toekomst gerichte preventieve acties te kunnen opzetten. In volgende grafiek (zie figuur 6) worden de bedragen van de boetes nog weergegeven in één categorie, nl. afval. In de tweede grafiek (zie figuur 7) wordt afval verder onderverdeeld Aanklampen afval Hondenpoep Ongeadresseerd reclamedrukwerk Onkruid sluitingsuren dagwinkels Voederen van dieren Wildplassen Geen Figuur 2: Onderverdeling geldboetes 26 - afval algemeen Aanklampen Hondenpoep Ongeadresseerd reclamedrukwerk Onkruid Sluikstorten in afvalrecipiënten Sluikstorten in de openbare ruimte Sluikstorten inbreuk op de afvalkalender Sluikstorten lozen afvalwater Sluikstorten naast afvalrecipiënten Sluitingsuren dagwinkels Voederen van dieren Wildplassen Figuur : Onderverdeling geldboetes 26 - afval onderverdeeld Pagina 2 van 27

21 6.. Totaalbedrag opgelegde boetes De 422 dossiers met effectieve geldboete van 26 gaven aanleiding tot een totaal boetebedrag van 6.85 euro. In 25 bedroeg het totale bedrag 2.5 euro, in 24 was dit 9.5 euro, in 2 nog 5.95 euro en in 22 zo n 2.85 euro Toegepaste boetebedragen Binnen de wettelijke limiet van maximum 25 euro 25 euro voor minderjarigen is de concrete boete voor elk individueel geval proportioneel te bepalen, in functie van de zwaarte van de feiten die haar verantwoorden en in functie van eventuele herhaling. Het stedelijk kaderreglement (artikel 4) vraagt dat de sanctieambtenaar voor die proportionaliteit rekening houdt met enerzijds de objectieve ernst van de inbreuk (aard, omvang, duur, rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakte schade of overlast) en anderzijds met de verwijtbaarheid aan de betrokkene (verzachtende of integendeel verzwarende omstandigheden, eventuele herhaling). Er is dan ook geen vooraf onveranderlijk vastgelegde tarieflijst voor elk soort inbreuk. Er wordt gewerkt met een aantal richtbedragen en in elk dossier wordt bekeken of dat er in de gegeven omstandigheden een adequaat en te verantwoorden bedrag is, dan wel of er redenen zijn om in het individuele geval een hogere of een lagere boete te geven. Nieuw voor GAS in 26 was het reglement tot bepaling van de sluitingsuren van vestigingseenheden van kleinhandel op het grondgebied Brugge, waarvoor de maximum geldboete werd vastgelegd op 5 euro. Overtredingen op dit reglement werden gesanctioneerd met geldboetes van 75 euro voor een eerste inbreuk en 5 euro voor een tweede inbreuk (herhaling). M.b.t. de inbreuk wildplassen werd in 7 dossiers een geldboete opgelegd. De hoofdmoot daarvan bedroeg 8 euro. In 25 ging het nog over 75 dossiers m.b.t. wildplassen. In een aantal gevallen werden verzachtende of verzwarende omstandigheden in rekening gebracht, wat resulteerde in een resp. lagere of hogere geldboete of geen boete Geen Inzake afval werd in 26 in 49 van de opgestarte procedures een geldboete opgelegd van 25 tot 2 euro, met als overgrote meerderheid een geldboete van 5 euro. De beboeting inzake de subcategorieën wordt hieronder verder schematisch verduidelijkt geen NVT Pagina 2 van 27

22 Inzake Sluikstorten in afvalrecipiënten werd in 26 in gevallen een geldboete opgelegd. In 2 gevallen ging het om een geldboete van 25 euro, in geval om een boete van 8 euro In 7 gevallen werd een geldboete opgelegd voor sluikstorten naast afvalrecipiënten. De meest voorkomende boete bedraagt 5 euro. In gevallen werd geen geldboete opgelegd. In geval was een boete niet van toepassing geen NVT Bij sluikstorten in de openbare ruimte werd in 8 gevallen een geldboete opgelegd. In de meeste gevallen ging het om een bedrag van 5 euro. Dit jaar was er sprake van een aantal uitzonderlijke dossiers. Hogere boetes werden opgelegd in zaken waar grof vuil werd achtergelaten in parken of als er sprake was van het deponeren van meer dan 6 (niet) reglementaire afvalzakken In 5 gevallen werd een effectieve geldboete opgelegd bij sluikstorten als inbreuk op de afvalkalender met, afhankelijk van het aantal afvalzakken dat buiten werd gezet, bedragen van resp. 5, 8 en euro, met grote meerderheid een geldboete van 5 euro Betreffende de 2 dossiers voederen van dieren werden in 26 eenmaal een boete opgelegd van 5 euro, in één enkel geval werd deze boete verhoogd omdat er sprake was van recidive. Bij feit werd beslist geen boete uit te spreken.,2,8,6,4,2 5 8 geen Pagina 22 van 27

23 In 26 werden in totaal 2 boetes opgelegd in dossiers betreffende het ongevraagd aanspreken/aanklampen van mensen/toeristen. Dit ligt in dezelfde lijn van vorig jaar (25) met toen 4 dossiers. Vanwege de ernst van de problematiek, de overlast die het voor betrokkenen met zich meebrengt, de hardnekkigheid ervan en het feit dat de vaststellingen slechts het uiterste topje van de ijsberg zijn, werd besloten tegen dergelijke inbreuken streng op te treden. De geldboetes voor een eerste dergelijke inbreuk situeren zich dan ook rond de euro. In geval van recidive (geen dergelijke vaststellingen in 26) staan boetes van 2 euro voorop. 2,5 2,5,5 2 2 geen NVT Het niet opruimen van hondenpoep leverde ook in 26 telkens een boete van 5 euro op Inzake dossiers die te maken hebben met het niet verwijderen van onkruid werd in geen enkel geval een boete opgelegd. In 25 was er slechts een zeer beperkte sanctionering: het betrof feit die als gevolg een boete van 8 euro kreeg. In de andere dossiers waren er (al dan niet na verweer) elementen aanwezig waardoor een boete niet (meer) opportuun werd geacht (bv. alsnog opkuisen, een kluwen van mede-eigenaarschap, niet eerder zijn aangeschreven cfr. vooropgestelde procedure, enz.). Kleinhandelaars te Brugge moeten zich aan de sluitingsuren houden die werden bepaald in het reglement. Dagwinkels mogen openen tussen 5h en 22h, nachtwinkels tussen 8h en 6h. Inbreuken op het reglement sluitingsuren worden met een boete van 75 euro gesanctioneerd; wanneer sprake is van een herhaalde inbreuk wordt dit 5 euro. In 26 gebeurde dit al 5 maal.,5 2,5 2,5, geen NVT Pagina 2 van 27

24 In 26 was er tenslotte ook dossier inzake ongeadresseerd reclamedrukwerk. Wegens een verkeerde vaststelling (valt niet onder de GAS-wetgeving) werd het dossier geseponeerd. De NVT onder de rubriek ongevraagd aanspreken/aanklampen (zie hierboven) houdt hiermee verband.,2,8,6,4,2 geen Over het geheel van de dossiers van 26 kwamen zo de volgende concrete boetebedragen voor, waarbij duidelijk vast te stellen is dat in het merendeel van de gevallen een boete van 8 euro uitgesproken wordt en er slechts in uitzonderlijke gevallen overgegaan wordt tot boetes van boven de euro. Totaalbedrag: 6.85 euro geen NVT Figuur 4: Boetebedragen 26 Pagina 24 van 27

25 7. BEROEPSMOGELIJKHEID 7.. Wettelijke regeling Indien de overtreder zich niet kan vinden in de beslissing van de sanctieambtenaar tot het opleggen van een geldboete, kan binnen een termijn van één maand vanaf de kennisgeving van de beslissing een beroep instellen bij de politierechtbank. In dossiers met minderjarigen dient de minderjarige en/of zijn ouders zich voor dergelijk beroep te wenden tot de jeugdrechtbank Tot nu toe nog steeds geen beroepen Over dit onderdeel kunnen we nog altijd even kort zijn: tot op datum van het afsluiten van dit jaarverslag is geen enkel bericht ontvangen van enig beroep bij politie- of jeugdrechtbank. 8. BETALING VAN DE OPGELEGDE BOETES 8.. Wettelijke regeling en praktische organisatie De opgelegde administratieve geldboete is te betalen binnen een termijn van één maand vanaf het verstrijken van de beroepstermijn. Dat geeft de overtreders hiervoor dus een termijn van twee maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing van de sanctieambtenaar. Bij de kennisgeving van de beslissing zit een overschrijvingsformulier met alle gegevens om de betaling te kunnen doen. Wie dat wil, kan de geldboete eventueel ook cash komen betalen in de stadskas. De preventiedienst staat in voor de opmaak van de facturen en de eerste herinnering. De laatste waarschuwing (2 de herinnering) wordt niet bezorgd door de preventiedienst, maar door de Financiële administratie van de stad Brugge, die zo nodig ook de gerechtsdeurwaarder kan vorderen Concrete inningen 26 (gedeeltelijke stand) De stand van zaken omtrent de betalingen is actueel tot op : van de 422 dossiers waarin een effectieve geldboete werd opgelegd, waren er op reeds effectief 98 betaald (47%) voor een bedrag van 8.65 euro. In 4 dossiers werd een eerste herinnering verstuurd. Daarvan is (nog) niet gekend of de boetes ondertussen al betaald zijn. 224 dossiers zijn nog niet betaald, goed voor een bedrag van 7.82 euro. 5% van de opgelegde boetes werd nog niet betaald en zullen wellicht mits een tweede aanmaning of via gerechtsdeurwaarder geïnd moeten worden. Op 28 februari 27 was nog niet voor alle opgelegde boetes de betalingstermijn van twee maanden verstreken. De genoemde cijfers zijn bijgevolg onvolledig qua betalingsgedrag, wel qua opgelegde boetes en/of beslissingen. 6 Het GAS-jaarverslag 26 werd een maand vroeger opgemaakt in vergelijking met vorige jaren. Veel beslissingen werden nog opgemaakt eind december 26 waarvan de opgelegde geldboetes nog op korte termijn betaald moeten worden. Pagina 25 van 27

26 9. ANDERE ADMINISTRATIEVE SANCTIES, OPGELEGD DOOR HET COLLEGE 9.. Mogelijkheid Buiten een administratieve geldboete kan men in gemeentelijke reglementen en verordeningen eveneens als GAS-sanctie opnemen: de administratieve schorsing of intrekking van een door het gemeentebestuur verleende toestemming of vergunning, of de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting (artikel 4 GAS-Wet). Deze andere GAS-sancties worden niet opgelegd door de sanctionerend ambtenaar, maar door het college van burgemeester en schepenen, na de betrokkene eerst een waarschuwing te hebben gegeven. De stad Brugge voorziet in een schorsing of desgevallend intrekking van een vergunning/toelating bij wijze van GAS-sanctie als mogelijkheid opgenomen in het algemeen reglement inzake afval en openbare netheid (art. 26 en 5), in de koetsenverordening (art ) en in de bootjesverordening (art. 4-42). Een tijdelijke sluiting van de inrichting bij wijze van GAS-sanctie werd bepaald in de politieverordening van 25 maart 28 betreffende de nachtelijke verkoop van alcoholhoudende dranken in de periode meiseptember (art. ). Sedert juli 26 kunnen overtredingen op het Reglement tot bepaling van de sluitingsuren van vestigingseenheden van kleinhandel op het grondgebied Brugge (art. 2) gesanctioneerd worden met: - een tijdelijke of definitieve sluiting van de vestigingseenheid; - of een administratieve schorsing of intrekking van de stedelijke uitbatingsvergunning als nachtwinkel of als privaat bureau voor telecommunicatie. Kanttekening hierbij dat er naast de genoemde gevallen ook nog andere situaties zijn waarin bestuurlijk kan worden ingegrepen middels een schorsing, intrekking of sluiting. Doch die kaderen in specifieke hogere regelgeving (bijvoorbeeld markten, taxi s, ) of in de bevoegdheden van de burgemeester tot het nemen van maatregelen ter vrijwaring van openbare orde, rust, veiligheid, gezondheid e.d. (algemeen of krachtens bijzondere reglementeringen). Zij situeren zich buiten de GAS-wetgeving Geen toepassingen in 26 In 26 diende het college van burgemeester en schepenen niet tot een schorsing, intrekking of sluiting op grond van een van de genoemde verordeningen over te gaan. Ook geen formele waarschuwingen vanuit het college naar aanleiding van een eerste vastgestelde inbreuk. Wel werd er formeel gewaarschuwd door de sanctionerend ambtenaren in 5 dossiers m.b.t. een tweede overtreding op het Reglement tot bepaling van de sluitingsuren van vestigingseenheden van kleinhandel op het grondgebied Brugge. De bestuurlijke maatregelen werden echter niet toegepast in 26. Ook in 25, 24 en 2 werd geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Enkel in 22 kregen 5 nachtwinkels een waarschuwingsbrief naar aanleiding van een eerste vastgestelde inbreuk op het verbod op alcoholverkoop. Pagina 26 van 27

27 BIJLAGE: ERRATUM en ADDENDUM bij 8.2. Concrete inningen 26 (gedeeltelijke stand) Op dd. 28 maart 27 werd, naar aanleiding van het voorleggen van het GAS-jaarverslag 26 ter kennisgeving aan de Gemeenteraad, de dienst financiën/financiële administratie bevraagd m.b.t. de evolutie van de stand van zaken van de concrete inningen. Het verslag vermeldt: De stand van zaken omtrent de betalingen is actueel tot op : van de 422 dossiers waarin een effectieve geldboete werd opgelegd, waren er op reeds effectief 98 betaald (47%) voor een bedrag van 8.65 euro. Bron voor deze cijfergegevens is CIPAL. Uit UBW 8 blijkt echter, weliswaar met maand verschil (op dd. 28//27), dat er slechts 7 dossiers van de 428 dossiers 9 niet betaald zijn. Het cijfer wordt bekomen door het totaal aan niet betaalde te verminderen met de bankmatchen zijnde 8 7 = 7. Hiervan zijn er 2 die nog geen status hebben zijnde geen herinnering, er zijn 25 dossiers met status ste herinnering, 8 dossiers in laatste waarschuwing en dossiers bij de deurwaarder. 5 dossiers staan in wacht. Samen geeft dat 7 dossiers die nog openstaan. De 2 openstaande facturen die nog geen status hebben betreffen allen facturen die zeer recent of nog niet vervallen zijn (2/ en later). Gezien het systeem voor herinneringen een marge neemt van extra 8 dagen, kan er voor deze facturen nog geen herinnering getrokken worden. Samengevat staan voor het jaar 26 slechts 7 dossiers nog effectief open, d.w.z. 6.5% i.p.v. de 5% waarvan sprake in het verslag. De betalingsgraad ligt dus veel hoger dan in het verslag werd weergegeven. De situatie voor 24 en 25 ziet er als volgt uit: 24: er staan nog dossiers van de 27 als niet betaald ofwel 2%. Twee hiervan staan in herinnering, 5 in wacht en 26 dossiers zitten bij de deurwaarder. De 5 dossiers die in wacht staan, hebben een status ambtshalve afvoering, collectieve schuldbemiddeling of faling. 25: er staan nog 8 dossiers van de 265 als niet betaald ofwel 4%. Twee dossiers zitten in status laatste waarschuwing, 9 dossiers staan in wacht en 27 dossiers zitten bij de deurwaarder. De dossiers in wacht betreffen ambtshalve afvoeringen, collectieve schuldbemiddeling en faling. 7 Het GAS-jaarverslag 26 werd een maand vroeger opgemaakt in vergelijking met vorige jaren. Veel beslissingen werden nog opgemaakt eind december 26 waarvan de opgelegde geldboetes nog op korte termijn betaald moeten worden. 8 Unit4 Business World On! : het financiële programma van de stad Brugge waarmee de openstaande vorderingen opgevolgd worden. 9 In het verslag is er sprake van 422 dossiers waarin een geldboete werd opgelegd. In UBW blijkt het over 428 dossiers te gaan. Dit verschil kan te maken hebben met het begin van het jaar en de wijze/datum van facturatie. Pagina 27 van 27