De regionale arbeidsmarkt voor technici tot 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De regionale arbeidsmarkt voor technici tot 2016"

Transcriptie

1 PlatformPocket 29 De regionale arbeidsmarkt voor technici tot 2016 Speciaal topic: Octrooiaanvragen per regio Peter Louter Pim van Eikeren in opdracht van Platform Bèta Techniek Bureau Louter November 2010 Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 3

2 Colofon Uitgave Platform Bèta Techniek Lange Voorhout 20, 2514 EE Den Haag Postbus 556, 2501 CN Den Haag (070) Uitgevoerd door Bureau Louter Rotterdamseweg 183C, 2629 HD Delft Tel (015) In opdracht van Platform Bèta Techniek Redactie Peter Louter Pim van Eikeren Projectbegeleiding Rebecca Hamer Platform Bèta Techniek Vormgeving Ambitions, s-hertogenbosch Druk HENK Grafimedia Center ISBN November 2010 Platform Bèta Techniek Auteursrechten voorbehouden. Gebruik van de inhoud van deze publicatie is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. pagina 4 De regionale arbeidsmarkt voor technici

3 Inhoud Woord vooraf 5 1 Management samenvatting 7 2 Regionale prognoses werkgelegenheid bètatechnici, Indelingen en methodiek Regionale verschillen in aandelen bètatechnici Naar opleiding Naar beroep Kaartbeelden technische opleidingen, beroepen en sectoren Regionale verschillen in ontwikkeling werkgelegenheid bètatechnici Naar opleiding Naar beroep Naar sector Kaartbeelden ontwikkeling arbeidsplaatsen voor technisch opgeleiden Samenvatting en conclusies 24 3 Nationale en regionale vraag-aanbod confrontaties Methodiek vraag-aanbod confrontaties Nationale vraag-aanbod confrontaties Regionale vraag-aanbod confrontaties Samenvatting, conclusies en evaluatie 46 4 Regionale verschillen in octrooiaanvragen Ruimtelijke spreiding van R&D Ruimtelijke spreiding van octrooiaanvragen Samenvatting en conclusies 63 Bijlagen 65 II.1 Gebiedsindeling 65 II.2 Regionale verdeling technisch opgeleiden naar opleidingsniveau 67 II.3 Regionale verdeling technische beroepen naar beroepsniveau 71 III.1 Methodiek regionale vraag-aanbod confrontatie 77 III.2 Indeling in 30 AMR-gebieden 79 Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 5

4 pagina 6 De regionale arbeidsmarkt voor technici

5 Woord vooraf Nog maar twee jaar geleden werd de noodklok geluid. Er zou grote werkloosheid ontstaan, in het algemeen en in het bijzonder onder technisch opgeleiden. Inmiddels weten we beter. De werkloosheid is na oktober 2008 weliswaar toegenomen, maar bereikte nooit het niveau dat gevreesd werd. Sinds eind februari 2010 daalt het aantal werklozen en zijn er zelfs al weer berichten over tekorten aan arbeidskrachten, met name in technische beroepen. Het is de vraag hoe dit zich verder gaat ontwikkelen. In deze Platform Pocket wordt daarbij stilgestaan. Er worden prognoses gepresenteerd van de ontwikkeling van de arbeidsmarkt voor technici voor de komende vijf jaar. Daarbij bestaat specifiek aandacht voor regionale verschillen. Daarnaast worden de resultaten gepresenteerd van onderzoek naar de ruimtelijke spreiding van octrooiaanvragen. Dit vanuit de gedachte dat in innovatieve, technologisch hoogwaardige regio s naar verwachting een grote behoefte zal bestaan aan technisch opgeleiden in het algemeen en hoog opgeleide technici in het bijzonder. De regionale arbeidsmarkt voor technici is opgesteld door Peter Louter en Pim van Eikeren, beiden werkzaam bij Bureau Louter te Delft ( een onderzoeksbureau dat gespecialiseerd is in onderzoek op het gebied van ruimtelijke economie en regionale arbeidsmarkten. De begeleiding van het project lag in handen van Rebecca Hamer, werkzaam bij Platform Bèta Techniek ( Delft/Den Haag, november 2010 Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 7

6 pagina 8 De regionale arbeidsmarkt voor technici

7 1 Management samenvatting Om de twee jaar verschijnt, op initiatief van het Platform BètaTechniek, de Technomonitor. Daarin wordt de stand van zaken met betrekking tot bètatechnisch onderwijs, de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven beschreven. Dat gebeurt voornamelijk op nationaal niveau. In deze Platform Pocket staan regionale ontwikkelingen centraal, vooral op het terrein van de arbeidsmarkt (hoofdstuk 2 en 3). De prognoses hebben betrekking op de periode Die periode is relevant voor degenen die nu hun studiekeuze willen bepalen, aangezien zij pas over 4 of 5 jaar (rond 2015) in zullen stromen op de arbeidsmarkt. Daarnaast wordt in hoofdstuk 4 aandacht besteed aan de technologische hoogwaardigheid van het bedrijfsleven in een regio. Daarbij krijgt vooral de ruimtelijke spreiding van octrooiaanvragen over Nederland aandacht. Regionale specialisaties en prognoses ontwikkeling arbeidsplaatsen bètatechnici Er bestaan duidelijke verschillen tussen regio s in de mate waarin hun bedrijvigheid uit technische beroepen, opleidingen en sectoren bestaat. Tevens zijn de regionale verschillen in beroeps- en opleidingsniveau van de technische werkzaamheden opvallend. Zowel wat betreft de huidige verdeling over Nederland als wat betreft de groeiverwachtingen voor de komende vijf jaar zijn de ruimtelijke patronen op hoog/wetenschappelijk niveau volstrekt anders dan de ruimtelijke patronen op laag/middelbaar niveau. Opvallende resultaten uit de analyse van de regionale verdeling van technici over Nederland zijn: De landsdelen Zuid en Oost profileren zich als techniekregio s. Voor de Randstad geldt dat veel minder. De Noordvleugel van de Randstad scoort daarbij wat beter dan de Zuidvleugel, met name als gevolg van de sterke vertegenwoordiging van ICT. Sterk vertegenwoordigd zijn bètatechnici onder andere in de zuidelijke regio s Zuidoost-Brabant (regio Eindhoven), Noord Limburg (regio Venlo/Venray/Boxmeer) en de Zeeuwse havengebieden en in de oostelijke regio s Zwolle, Twente en de Achterhoek. Het aandeel van technische opleidingen in het totaal aantal banen is in de vier grote steden juist laag. De Noordvleugel van de Randstad, Haaglanden en Zuidoost-Brabant zijn sterk gericht op technische werkzaamheden op hoog en wetenschappelijk niveau. In landelijke gebieden komt dat type werkzaamheden veel minder voor. Daar vormen werkzaamheden op laag en middelbaar niveau het overgrote deel van de technische bedrijvigheid. Wat betreft de verwachte ontwikkelingen in de periode komt het volgende naar voren: Met name in de A2-as, van de Noordvleugel van de Randstad tot Zuidoost Brabant wordt een sterke groei van de werkgelegenheid voor bètatechnici verwacht, met daarnaast sterke relatieve groei in Flevoland en Zuidoost Friesland en stedelijke regio s als de Twentse stedenrij, Zwolle, Arnhem-Nijmegen en Breda. Kenmerkend is dat in de periode de sterkste groei van arbeidsplaatsen voor hoog/wetenschappelijk opgeleide technici vooral plaatsvindt in verstedelijkte gebieden. Minder verstedelijkte gebieden (met name rond de meest verstedelijkte delen van de Randstad) kennen juist de meest gunstige groeiverwachtingen voor laag/middelbaar technisch opgeleiden. Confrontatie vraag en aanbod, nationaal en regionaal Eens in de twee jaar brengt ROA De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep uit. In de meest recente versie daarvan wordt vooruitgeblikt tot Onder andere staan daarin vraag-aanbod confrontaties over een periode van vijf jaar centraal. Of voor technische opleidingen overschotten of tekorten zullen ontstaan is bepaald aan de hand van de door het ROA ontwikkelde Indicator Toekomstig Arbeidsmarktperspectief (ITA). Dat is de verhouding tussen het aanbod Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 9

8 (instroom van schoolverlaters en kortdurig werklozen) en de vraag (baanopeningen als gevolg van uitbreidings- en vervangingsvraag en passieve substitutievraag). In dit rapport zijn ook vraag-aanbod confrontaties opgesteld. De prognoses hebben echter betrekking op de periode (in plaats van zoals door ROA, waarbij dus het crisisjaar 2009 wordt meegenomen). Daarnaast is een methodiek ontwikkeld om regionale ITA s op te stellen. De nationale vraag-aanbod confrontaties voor de periode wijzen voor de arbeidsmarktperspectieven onder andere het volgende uit: De perspectieven zijn voor de periode voor de meeste technische opleidingen gunstiger dan voor de periode Opvallend is dat het arbeidsmarktperspectief voor wetenschappelijk opgeleiden voor de periode minder gunstig is dan voor laagopgeleiden. Oorzaken zijn de vrij lage uitstroom van wetenschappelijk opgeleide technici (waardoor de vervangingsvraag relatief laag is) en de lage instroom van schoolverlaters van technisch opgeleide vmbo ers. Het arbeidsmarktperspectief voor hbo ers is gunstiger dan voor wo ers door de zeer hoge uitstroom (en daaraan gekoppelde vervangingsvraag) van technisch opgeleide hbo ers. De uitbreidingsvraag is juist duidelijk hoger voor wo ers. Zowel op hbo- als op wo-niveau hebben technici te kampen met veel concurrentie van aanbod van mensen met een andere opleiding. Het arbeidsmarktperspectief voor technisch opgeleide mbo ers is minder gunstig dan voor technisch opgeleide vmbo ers doordat de instroom van schoolverlaters hoger is op mbo-niveau dan op vmbo-niveau. In tabel 1.1 staat een beoordeling van het arbeidsmarktperspectief van technisch opgeleide schoolverlaters voor de periode (exclusief het crisisjaar 2009) en voor de periode (inclusief het crisisjaar 2009). Voor degenen die nu voor de keuze van een opleiding staan, worden de perspectieven voor technische opleidingen veelal gunstiger ingeschat dan twee jaar geleden. Tabel 1.1 Indicator Toekomstig Arbeidsmarktperspectief (ITA) voor technische opleidingen Opleiding ITA (ROA) ITA vmbo technisch Gemiddeld Gunstig mbo technisch Gemiddeld Gemiddeld hbo technisch Gemiddeld Gunstig wo technisch Ongunstig Gemiddeld Regionale vraag-aanbod confrontaties zijn op vmbo- en mbo-niveau uitgevoerd op het niveau van de dertig Arbeidsmarktregio s van UWV WERKbedrijf. Op hbo-niveau en wo-niveau is veel meer sprake van interregionaal woon-werk verkeer en verhuizen om werkredenen. De vraag-aanbod confrontaties hebben daarom voor hbo ers plaatsgevonden op het niveau van provincies en voor wo ers op het niveau van vier landsdelen. Uit de resultaten van de regionale vraag-aanbod confrontaties kan onder andere worden geconcludeerd dat: de arbeidsmarktperspectieven voor technici op vmbo- en mbo-niveau relatief (vergeleken met het nationaal gemiddelde) ongunstig zijn voor de noordelijke provincies, Zeeland en Zuid-Limburg. Regio s als Zuid Kennemerland en Zaanstreek/Waterland kennen weliswaar een relatief ongunstige ITA-score, maar het nabij liggende Groot Amsterdam heeft uitstekende arbeidsmarktperspectieven voor technici op laag en middelbaar niveau. Ruimtelijke aanpassingsmechanismen (via woon-werk verkeer) zijn hier dus mogelijk. Voor Haaglanden en Rijnmond zijn de arbeidsmarktperspectieven iets minder gunstig zijn dan voor Utrecht Midden en Zuidelijk Noord-Holland. de arbeidsmarktperspectieven voor technici op hbo-niveau relatief ongunstig zijn voor de noordelijke provincies (voor Groningen en Friesland overigens omdat het aanbod van schoolverlaters zeer groot is), Limburg en Zeeland. Voor pagina 10 De regionale arbeidsmarkt voor technici

9 hoog- en wetenschappelijk opgeleiden zijn er echter, meer dan voor laag- en middelbaar opgeleiden, mogelijkheden voor ruimtelijke aanpassingsmechanismen. Afgestudeerden kunnen verhuizen naar provincies met een gunstiger perspectief, zoals Utrecht, Noord-Holland en Noord-Brabant (naar laatstgenoemde provincie is ook woon-werk verkeer vanuit Limburg en Zeeland denkbaar). landsdeel Oost de minst gunstige ITA scoort voor technisch opgeleiden op wetenschappelijk niveau. De reden is dat het aanbod van afgestudeerden daar hoog is. Landsdeel Zuid kent de meest gunstige ITA-score, hier juist omdat het aanbod van afgestudeerden laag is. Ruimtelijke aanpassingsmechanismen, zoals verhuizingen of zelfs woon-werk verkeer over grote afstand liggen hier voor de hand. bij een uitsplitsing naar 37 technische opleidingen blijkt dat grote regionale verschillen in de ITA-scores voornamelijk worden veroorzaakt door verschillen in aanbod (met name de instroom van schoolverlaters). De ruimtelijke spreiding van dat aanbod wordt mede bepaald door de locaties van onderwijsinstellingen waar bepaalde technische opleidingen worden aangeboden. Een betere afstemming van het aanbod op de vraag zou hier kunnen leiden tot het voorkomen van regionale kraptes of juist werkloosheid, met name voor opleidingen waarvoor ruimtelijke aanpassingsmechanismen een beperkte rol spelen (laag- en middelbaar opgeleiden). Ruimtelijke verschillen in octrooiaanvragen Het aantal octrooiaanvragen vormt een van de indicatoren van de technologische hoogwaardigheid van het bedrijfsleven in een regio, overigens naast andere indicatoren, zoals bijvoorbeeld R&D (waarop vooral oostelijk Noord-Brabant en Limburg hoog scoren). De technologische hoogwaardigheid vormt een belangrijke aantrekkende factor voor technici, zeker voor de hoog of wetenschappelijk opgeleiden onder hen. Wat betreft de ruimtelijke spreiding van octrooiaanvragen in de jaren 2004 tot en met 2007 en het eerste kwartaal van 2008, kan het volgende worden geconcludeerd: Van octrooiaanvragen heeft ruim de helft betrekking op high-tech technologievelden, waarvan de gemeenten Eindhoven (vooral Philips) en Veldhoven (ASML) maar liefst 70% voor hun rekening nemen. Eindhoven is de stad met veruit de meeste ingediende octrooiaanvragen, gevolgd door Den Haag, Rotterdam, Amsterdam en Delft. In relatieve zin, per inwoner van 15 tot 65 jaar gerekend, resulteert ook de hoogste score voor Eindhoven, deze keer gevolgd door Veldhoven, Heerlen, Delft en Weesp. Vaak is sprake van één grote onderneming die verantwoordelijk is voor een aanzienlijk deel van de octrooiaanvragen in een gemeente (in de genoemde gemeenten respectievelijk Philips, ASML, DSM, TNO en Abbott). Octrooiaanvragen worden vooral ingediend in het zuidoosten en (in wat mindere mate) in en rond de vier grote steden. De octrooiaanvragen in de high-tech en de chemie/farmacie zijn ruimtelijk veel meer geconcentreerd in een beperkt aantal locaties dan in de overige (technologisch minder hoogwaardige) technologievelden. Zeven in recentelijk uitgebrachte technologiepockets centraal gestelde technologieregio s (de regio s Amsterdam, Rotterdam, Haaglanden, Zuidoost-Brabant, Zuid-Limburg, Noord- en Midden-Limburg en Arnhem-Nijmegen) worden gekenmerkt door een hoog aantal ingediende octrooiaanvragen. Slechts de achtste technologieregio, Twente, blijft iets achter. De absolute nummer één, Zuidoost-Brabant (met name high-tech), wordt gevolgd door Haaglanden (voor een breed spectrum aan technologievelden) en Zuid-Limburg (specifiek binnen chemie/farmacie). Uit een kenniskaart, die is opgesteld aan de hand van diverse indicatoren, waaronder octrooiaanvragen, blijkt dat de ranglijst met hoog scorende regio s bestaat uit respectievelijk Eindhoven en de Randstadregio s Amsterdam/Gooi, Haaglanden en Utrecht. Deze kenniskaart heeft zowel betrekking op hoogwaardige industrie als op hoogwaardige diensten. Tevens is een technologiekaart opgesteld, waarbij vooral industrie (en technologische innovatie) centraal staat. De top-4 wordt dan gevormd door Eindhoven, Haaglanden, de regio Noord-Limburg (omgeving Boxmeer) en de regio Venlo: vooral regio s in het zuidoosten dus. Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 11

10 pagina 12 De regionale arbeidsmarkt voor technici

11 2 Regionale prognoses werkgelegen heid bètatechnici, Tussen gebieden bestaan verschillen in het aandeel van bètatechnici in de totale werkgelegenheid en in de te verwachten ontwikkeling van de werkgelegenheid. Die regionale verschillen staan centraal in dit hoofdstuk. In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op gehanteerde indelingen en de toegepaste methodiek (paragraaf 2.1), vervolgens op de huidige regionale verschillen in de vertegenwoordiging van bètatechnici (paragraaf 2.2) en worden daarna in paragraaf 2.3 prognoses gepresenteerd voor de vijfjaars periode (van eind 2010 tot eind 2015). In paragraaf 2.4 zijn de resultaten kort samengevat en worden de belangrijkste conclusies geformuleerd. 2.1 Indelingen en methodiek Gebieden Er is uitgegaan van 36 gebieden in Nederland (zie bijlage II.1). De basis voor die indeling vormden de 30 gebieden uit de Arbeidsmarktprognoses van het UWV WERKbedrijf 1. Daarin is vervolgens een nadere onderverdeling gemaakt. De vier grote steden, Eindhoven en de dubbelstad Enschede/ Hengelo zijn onderscheiden van hun omliggende regio. Bij de presentatie van de resultaten is sprake van vier gebiedstypen, namelijk de vier grote steden, gebieden rond de grote steden, de Intermediaire Zone en de Nationale Periferie. Deze indeling is gebaseerd op de afstand tot de Randstad. Technische opleidingen, beroepen en sectoren Onderscheid wordt gemaakt naar technische opleidingen en technische beroepen. Er zijn 37 technische opleidingstypen op vier verschillende niveaus (wo: universitaire opleidingen, hbo, mbo, vmbo). In totaal zijn er door Bureau Louter 47 technische beroepen afgebakend, op basis van de inhoud van het werk en op basis van het aandeel van mensen met een technische opleiding per beroep. De beroepen zijn daarbij onderscheiden naar vijf niveaus (elementair, laag, middelbaar, hoog en wetenschappelijk). Daarnaast zijn in dit hoofdstuk technische sectoren benoemd. Daarbij is in eerste instantie uitgegaan van 136 economische sectoren. Op basis van een ruime oververtegenwoordiging van technische opleidingen en van technische beroepen zijn technische sectoren geselecteerd. Daarbinnen zijn vier typen onderscheiden, namelijk: Industrie, bestaande uit alle sectoren in de industrie, met uitzondering van uitgeverijen en sociale werkplaatsen Bouw en transport, bestaande uit alle sectoren in de bouwnijverheid en alle sectoren in de transport, met uitzondering van vervoer door de lucht Technisch advies/ict, bestaande uit telecommunicatie, softwarebedrijven, research en architectenbureaus/ ingenieursbureaus Overig, bestaande uit openbaar nut, handel in en reparatie van auto s, milieudiensten en land- en tuinbouw. Methodiek prognoses De prognoses voor de ontwikkeling van het aantal bètatechnici (naar opleiding, beroep en sector) zijn opgesteld met behulp van het AREA-model van Bureau Louter 2. Daarbij zijn prognoses gemaakt per gemeente naar 136 economische sectoren, 126 beroepen en 102 opleidingstypen. Dat is op zodanige wijze gebeurd dat de resultaten precies passen 1 UWV WERKbedrijf/SEOR/Bureau Louter (2010) Arbeidsmarktprognoses De regionale prognoses voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid, onderscheiden naar 30 regio s en 15 brede economische sectoren, zijn opgesteld door Bureau Louter. 2 In het AREA-model worden gemeentelijke verschillen in ontwikkeling van de werkgelegenheid per economische sector verklaard uit locatiefactoren (kenmerken van de bedrijfsomgeving die het bedrijfsfunctioneren en/of de vestigingsplaatskeuze van bedrijven en instellingen beïnvloeden en waarvoor geldt dat sprake is van regionale verschillen in omvang en/of intensiteit). Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 13

12 binnen de Arbeidsmarktprognoses van UWV WERKbedrijf voor 30 regio s en 15 economische sectoren en consistent zijn met de ontwikkeling volgens de ROA-prognoses voor 126 beroepen en 102 opleidingstypen 3. Een belangrijk verschil tussen de resultaten in het onderzoek van ROA en dit onderzoek is dat de prognoses van ROA de periode betreffen, terwijl de prognoses in dit hoofdstuk betrekking hebben op de periode Voor degenen die in 2011 beslissen over een te volgen opleiding is, uitgaande van een opleidingsduur van 4 tot 5 jaar, de situatie per eind 2015 relevanter dan de situatie per ultimo Tussen prognoses voor de periode en de periode kunnen aanzienlijke verschillen bestaan, omdat in de laatstgenoemde periode de ontwikkelingen in het crisisjaar 2009 niet meer wordt meegenomen. 2.2 Regionale verschillen in aandelen bètatechnici 2011 Aan de hand van figuren en kaarten wordt in deze paragraaf een beeld geschetst van de ruimtelijke spreiding van bètatechnici in Nederland. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt naar opleiding (paragraaf 2.2.1) en naar beroep (paragraaf 2.2.2). In paragraaf worden kaarten besproken Naar opleiding De technisch opgeleiden zijn onderverdeeld naar vier niveaus, namelijk laag, middelbaar, hoog en wetenschappelijk. In figuur 2.1 staat het aandeel van de technisch opgeleiden in het totaal aantal banen (gemeten op de werkplaats) in de 36 gebieden, het aandeel in de totale werkzame beroepsbevolking (WBB; gemeten op de woonplaats) en de verhouding van banen en de werkzame beroepsbevolking 4. In bijlage II.2 zijn deze figuren nogmaals opgesteld, maar dan per opleidingsniveau. Het aandeel van technische opleidingen in het totaal aantal banen is in de vier grote steden gemiddeld lager dan in elk van de andere gebieden (zie figuur 2.1). Vooral in Amsterdam is het aandeel laag. Rotterdam, met het haven-industrieel complex kent van de grote steden nog het grootste aandeel. (Wat het aandeel van technisch opgeleiden in de WBB betreft scoort Rotterdam iets hoger dan luxe woongebieden als Gooi en Vechtstreek en Utrecht Oost.) Voor alle overige gebieden ligt het aandeel van technisch opgeleiden in het totaal aantal banen vrijwel steeds tussen 20 en 30% (met Achterhoek en Twente exclusief Enschede/Hengelo als positieve uitschieters). De aandelen voor de banen wijken veelal niet veel af van de aandelen voor de WBB. De verhouding tussen banen en WBB voor technisch opgeleiden maakt duidelijk dat vooral in de vier grote steden, Zuidelijk Noord-Holland 5 en Eindhoven een omvangrijk pendeloverschot 6 bestaat. (Van een pendeloverschot is sprake wanneer het aantal banen in een gebied hoger is dan de werkzame beroepsbevolking in dat gebied.) Dat vormt een afspiegeling van de algemene werkgelegenheidsfunctie die deze steden kennen. Voor de regio s rond de steden geldt dat veelal sprake is van een pendeltekort (meer inwoners van die regio s werken buiten het gebied dan er mensen van buiten de regio bij bedrijven en instellingen binnen de regio werken). Utrecht Oost, met onder andere Amersfoort en Veenendaal, vormt daar een uitzondering op. Typische suburbane regio s als Rijnmond (exclusief Rotterdam), Noord-Kennemerland/ West Friesland, Zaanstreek/Waterland, Flevoland, Duin- en Bollenstreek en Midden Holland kennen een omvangrijk pendeltekort, in lijn met hun geringe werkgelegenheidsfunctie (het aantal arbeidsplaatsen per duizend inwoners van 15 tot 65 jaar) in het algemeen. 3 Zie ROA (2009) De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2014, ROA-R-2009/5, Maastricht. 4 Bij dat laatste moet worden opgemerkt dat een gelijk aandeel van bètatechnici in de banen en de WBB toch kan leiden tot een verhoudingsgetal van meer of minder dan 1, omdat het totaal aantal banen kan verschillen van de totale werkzame beroepsbevolking in een gebied. Er kan namelijk sprake zijn van woon-werk verkeer tussen gebieden (zogenaamde pendel ). Zo kennen steden veelal een positief pendelsaldo (meer banen dan werkzamen) en suburbane gebieden daaromheen veelal een negatief pendelsaldo (meer werkzamen dan banen). 5 In dit gebied ligt onder andere Haarlemmermeer, met luchthaven Schiphol. Dat gebied trekt veel werknemers aan die buiten de regio wonen. 6 Woon-werk verkeer wordt ook wel aangeduid als forensisme of als pendel. Die begrippen zullen hier door elkaar worden gehanteerd. pagina 14 De regionale arbeidsmarkt voor technici

13 De onderverdeling naar opleidingsniveau (zie bijlage II.2) maakt duidelijk dat (vergeleken met het nationaal gemiddelde) in de vier grote steden het aandeel banen voor wetenschappelijk opgeleide technici aanzienlijk hoger is dan voor laag en middelbaar opgeleiden (zie bijlage II.2). Met uitzondering van Enschede/Hengelo is de situatie in de nationaal perifeer gelegen regio s juist andersom. Regio s als Achterhoek, Twente (exclusief Enschede/Hengelo) en Noord en Midden Limburg kennen het hoogste aandeel laagopgeleide technici, maar scoren in termen van het aandeel hoogopgeleide Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 15

14 technici niet bovengemiddeld en in termen van wetenschappelijk opgeleiden zelfs zeer laag. Daarentegen kennen de gebieden met het hoogste aandeel wetenschappelijk opgeleide technici (de steden Utrecht en Eindhoven en de regio Haaglanden exclusief Den Haag, met onder andere Delft en Rijswijk) een benedengemiddeld aandeel van laag en middelbaar opgeleide technici. Niet alleen verschillen regio s dus in het aandeel van bètatechnici in het totaal aantal banen en werkzamen, maar bovendien bestaan er grote regionale verschillen in het niveau van de technisch opgeleiden Naar beroep Op soortgelijke wijze als voor de technische opleidingen zijn figuren opgesteld voor de technische beroepen (zie figuur 2.2 en bijlage II.3). Daarbij is een onderscheid gemaakt naar vijf niveaus, namelijk basis, laag, middelbaar, hoog en wetenschappelijk. Evenals bij de technische opleidingen kennen Twente (exclusief Enschede/Hengelo), Achterhoek en Noord en Midden Limburg het hoogste aandeel banen in technische beroepen (zie figuur 2.2). Ook nu scoren de vier grote steden onder het nationaal gemiddelde, hoewel Rotterdam daar niet ver bij achterblijft. De verhouding banen versus werkzame beroepsbevolking (WBB) is voor technische beroepen zeer hoog in de steden Utrecht, Eindhoven, Amsterdam en Rotterdam (en in Groot Amsterdam exclusief Amsterdam), maar ligt in Den Haag en Enschede/Hengelo maar iets boven de 1 (waarbij sprake is van evenwicht tussen banen en werkzamen). Voor het onderscheid naar beroepsniveau (zie bijlage II.3) geldt, evenals voor het onderscheid naar opleiding, dat wetenschappelijke beroepen vooral sterker dan nationaal gemiddeld zijn vertegenwoordigd in de vier grote steden, Eindhoven en Haaglanden (exclusief Den Haag), terwijl beroepen op basis, laag en middelbaar niveau in die gebieden juist minder sterk zijn vertegenwoordigd dan het nationaal gemiddelde, overigens met uitzondering van technische beroepen op basisniveau in Rotterdam en Groot Amsterdam exclusief Amsterdam (met respectievelijk de grootste zeehaven en luchthaven in Nederland). Technische beroepen op basisniveau leveren ongeveer drie procent van alle banen in Nederland. In drie van de vier grote steden ligt dat aandeel ruim lager. Voor technische beroepen op laag niveau ligt het nationale aandeel aanzienlijk hoger, namelijk op bijna 10%. Regio s als Twente (exclusief Enschede/Hengelo), Achterhoek, Noord en Midden Limburg en Rivierenland kennen voor technische beroepen op laag niveau een aandeel in het totaal aantal banen dat een factor 2,5 hoger is dan in Amsterdam en Utrecht. Voor technische beroepen op middelbaar niveau bedraagt het nationale aandeel ook bijna 10%. Evenals bij beroepen op laag niveau zijn Twente (exclusief Enschede/Hengelo), Achterhoek en Noord en Midden Limburg, deze keer aangevuld met Zeeland in plaats van Rivierenland, de regio s met het hoogste aandeel. Evenals bij technische beroepen op laag niveau kent Drechtsteden het hoogste aandeel van de gebieden rond de grote steden. De vier grote steden, aangevuld met Gooi- en Vechtstreek, sluiten de rij. Het aandeel van technische beroepen op hoog niveau is nationaal iets meer dan 2%. De stad Eindhoven kent hier met voorsprong het hoogste aandeel, met Haaglanden (exclusief Den Haag) op een tweede plaats. De regionale verschillen zijn verder klein. Met uitzondering van het iets achterblijvende Amsterdam is het aandeel van de grote steden ongeveer gelijk aan het nationaal gemiddelde. Minder dan een procent van het totaal aantal banen tenslotte betreft beroepen op wetenschappelijk niveau. High-tech stad Eindhoven en Haaglanden exclusief Den Haag (met TU-stad Delft) kennen een aanzienlijk hoger aandeel dan het nationaal gemiddelde, met Utrecht en Den Haag op plaats 3 en 4. In die laatste twee steden is niet zozeer de industrie, maar de ICT verantwoordelijk voor dit hoge aandeel. Ook Amsterdam en Rotterdam scoren boven het nationaal gemiddelde. Met Enschede/Hengelo (TU) en Zuid Limburg (met onder andere DSM) als uitzondering kennen de nationaal perifeer gelegen regio s een aandeel onder het nationaal gemiddelde. Voor technische beroepen op de niveaus basis, laag of middelbaar resulteert voor die regio s juist veelal een bovengemiddeld aandeel. De globale patronen die voor de onderverdeling van technische beroepen naar niveau naar voren komen zijn dus vergelijkbaar met de patronen die zichtbaar worden voor de onderverdeling van technische opleidingen naar niveau. pagina 16 De regionale arbeidsmarkt voor technici

15 Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 17

16 2.2.3 Kaartbeelden technische opleidingen, beroepen en sectoren De verschillen in regionale functie als concentratiepunt van bètatechnische bedrijvigheid zijn weergegeven in de vorm van een drietal kaartbeelden. Daarbij is het aantal arbeidsplaatsen uitgedrukt per duizend inwoners van 15 tot 65 jaar voor respectievelijk technische opleidingen (figuur 2.3a), technische beroepen (figuur 2.3b) en technische sectoren (figuur 2.3c)7. Uit de drie kaartbeelden komt globaal hetzelfde beeld naar voren (met kleine onderlinge verschillen). De gebieden met de 7 Er is gebruik gemaakt van zogenaamde potentiaalkaarten, waarbij de scores per postcodegebied zijn berekend op basis van de bijdrage van alle postcodegebieden binnen een straal van 20 kilometer. De mate van invloed neemt daarbij evenredig af met de afstand. Een postcodegebied telt volledig mee bij het bepalen van de eigen score, een postcodegebied op 10 kilometer telt voor de helft mee en een postcodegebied op 20 kilometer telt in het geheel niet meer mee. Er is als het ware sprake van een ruimtelijk voortschrijdend gemiddelde. pagina 18 De regionale arbeidsmarkt voor technici

17 sterkste vertegenwoordiging van bètatechnici zijn Zuidoost Brabant (regio Eindhoven), Noord Limburg (regio Venlo/ Venray/Boxmeer), de Zeeuwse havengebieden, de regio Zwolle en delen van Twente en de Achterhoek. In de verstedelijkte delen van de Randstad worden bovengemiddelde, maar veelal geen zeer hoge vertegenwoordigingen van bètatechnici gerealiseerd. De steden Amsterdam en Den Haag scoren zelfs onder het nationaal gemiddelde en in Rotterdam worden hoge scores vooral in het havengebied gerealiseerd. In Flevoland, grote delen van Noord-Holland, het oostelijk deel van Utrecht, de regio Arnhem-Nijmegen en Zuid-Limburg zijn bètatechnici slechts matig vertegenwoordigd. In het Noorden kennen slechts Zuidoost Friesland en de Zuid-Drentse steden voor alle drie criteria (opleiding, beroep en sector) een vrij sterke vertegenwoordiging van bètatechnici. Geconcludeerd kan worden dat vooral het Zuiden en Oosten van Nederland zich profileren als techniekregio s. Voor de Randstad en voor het Noorden geldt dat veel minder. 2.3 Regionale verschillen in ontwikkeling werkgelegenheid bètatechnici Tussen delen van Nederland bestaan verschillen in de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen. Dergelijke verschillen worden ook op middellange termijn (tot 2016) verwacht. Aan de hand van het AREA-model van Bureau Louter zijn prognoses opgesteld voor de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen per gebied voor bètatechnici, onderscheiden naar opleiding (paragraaf 2.3.1), beroep (paragraaf 2.3.2) en sector (paragraaf 2.3.3). Ter afsluiting wordt tevens een aantal kaartbeelden getoond (in paragraaf 2.3.4). In alle figuren en kaartbeelden is in deze paragraaf de ontwikkeling van het aantal banen (naar werkplaats) weergegeven Naar opleiding Het aantal banen voor technisch opgeleiden neemt tot 2016 naar verwachting toe met 0,53% per jaar (zie figuur 2.4). De hoogste procentuele groei wordt gerealiseerd in Flevoland, Rivierenland, Groot Amsterdam (exclusief Amsterdam) en Eindhoven. Slechts in drie gebieden wordt een afname van het aantal arbeidsplaatsen voor technisch opgeleiden voorzien, namelijk Zuid Kennemerland, Zaanstreek/Waterland en Zuid-Limburg. De groeiverwachtingen zijn voor Den Haag duidelijk lager dan voor Amsterdam en Utrecht (voor alle opleidingsniveaus). De verwachtingen zijn voor technische opleidingen op het hoogste niveau (wetenschappelijk) duidelijk gunstiger dan voor de andere opleidingsniveaus. Daarbij neemt het aantal banen ook op laag, hoog en, vooral, middelbaar niveau nationaal nog wel toe. Voor de opleidingen op laag niveau neemt naar verwachting naast Flevoland het aantal banen in Groot Amsterdam (exclusief Amsterdam) vrij sterk toe, waarschijnlijk vooral door de naar verwachting weer aantrekkende mainportfunctie van Schiphol. In de meeste regio s resulteert hier een kleine groei of kleine afname. Voor Groot Amsterdam (exclusief Amsterdam) en Flevoland wordt ook een sterke groei op middelbaar niveau voorspeld. Dat geldt ook voor de steden Eindhoven en Utrecht en voor het zuidelijk deel van Gelderland (Rivierenland en Gelderland Zuid). Voor slechts drie regio s wordt een afname van het aantal banen voorzien. Voor technische opleidingen op hoog niveau resulteert nationaal gezien slechts een bescheiden ontwikkeling van de werkgelegenheid. In sommige regio s neemt het aantal arbeidsplaatsen naar verwachting sterk af (Zuid Kennemerland, Zaanstreek/Waterland en Noord en Midden Limburg). Opvallend is dat vier van de zes steden tot de groep van vijf gebieden met een groei van rond een procent per jaar behoren, namelijk Amsterdam, Utrecht, Eindhoven en Enschede/Hengelo. Voor opleidingen op wetenschappelijk niveau wordt voor de meeste regio s een toename van het aantal banen met een procent of meer per jaar verwacht. Slechts Drenthe en Noord en Midden Limburg blijven daar duidelijk bij achter. Onder andere in Amsterdam en omliggende gebieden als Groot Amsterdam (exclusief Amsterdam) en Zaanstreek/Waterland en in Utrecht (alle in de Noordvleugel van de Randstad) worden groeicijfers van meer dan twee procent per jaar voorzien. Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 19

18 2.3.2 Naar beroep Het aantal banen voor technische beroepen neemt in Nederland de komende jaren naar verwachting met gemiddeld 0,27% per jaar toe (zie figuur 2.5). In de meeste regio s is sprake van een toename. Eén van de uitzonderingen is Zuid Limburg, waar de bevolkingsafname leidt tot een zeer matige werkgelegenheidsontwikkeling in het algemeen. Ook het aantal banen in technische beroepen neemt in die regio naar verwachting af. Daarnaast neemt het aantal arbeidsplaatsen in technische beroepen naar verwachting onder andere af in drie rond Amsterdam gelegen regio s, namelijk Zaanstreek/ Waterland, Zuid-Kennemerland en Gooi- en Vechtstreek. Vooral bij de twee laatstgenoemde gebieden speelt pagina 20 De regionale arbeidsmarkt voor technici

19 ruimtegebrek daarbij een rol. In een aantal andere regio s blijft het aantal banen in technische beroepen ongeveer gelijk. In het algemeen ligt de verwachte ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in technische beroepen in de komende vijf jaar voor nationaal perifeer gelegen gebieden lager dan voor de andere gebiedstypen. In Groot Amsterdam (exclusief Amsterdam), Flevoland, Eindhoven en Rivierenland neemt het aantal banen met minstens een procent per jaar toe. Verklaringen daarvoor worden geleverd door factoren als de hoge verwachte bevolkingsgroei, de samenstelling van de bedrijvigheid (een oververtegenwoordiging van technische banen met hoge groeiverwachtingen, zoals ICT) en gunstige locatiefactoren (zoals bijvoorbeeld een centrale ligging). Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 21

20 Het onderscheid naar beroepsniveau maakt duidelijk dat, evenals voor technische opleidingen, de groeiverwachtingen voor wetenschappelijke beroepen hoger zijn dan voor technische beroepen op laag, middelbaar en hoog niveau. Voor de periode is daar geen sprake van. Hieruit wordt duidelijk dat technische beroepen op wetenschappelijk niveau meer profiteren van de hogere groeicijfers in de periode (zonder het crisisjaar 2009) dan in de periode Dat hangt samen met het feit dat technische beroepen op wetenschappelijk niveau relatief conjunctuurgevoelig zijn. Bij een onderscheid naar beroepsniveau valt ook op dat de grote steden naar verwachting de hoogste groei zullen vertonen van de vier vergeleken gebiedstypen voor technische beroepen op hoog en wetenschappelijk niveau. Dat hangt samen met het feit dat in de grote steden (vergeleken met de andere gebiedstypen) werknemers met een beroep op wetenschappelijk niveau vooral werkzaam zijn in kennisintensieve diensten, waarvoor de komende vijf jaar een relatief sterke groei wordt voorzien. Binnen de groep van grote steden scoort de Noordvleugel van de Randstad (Amsterdam en Utrecht) voor technische beroepen op hoog en wetenschappelijk niveau hoger dan de Zuidvleugel (Den Haag en Rotterdam) Naar sector Het aantal banen in technische sectoren neemt in de periode naar verwachting met 0,12% per jaar toe, bij een groei van 0,88% per jaar van het totaal aantal banen (zie figuur 2.6). Het aantal banen voor technisch opgeleiden en, in mindere mate, technische beroepen neemt wat sterker toe dan in technische sectoren. Dat hangt samen met het feit dat diverse technisch opgeleiden in niet-technische sectoren werken. Voor technisch opgeleiden in technische sectoren neemt het aantal banen toe met 0,10% per jaar (en voor niet-technisch opgeleiden met 0,14% per jaar). Voor technisch opgeleiden in niet-technische sectoren neemt het aantal banen met 1,08% per jaar toe (en voor niet-technisch opgeleiden met 1,18% per jaar). Per saldo resulteert een groei van 0,53% per jaar voor technisch opgeleiden, die vooral wordt gerealiseerd in niet-technische sectoren. De ontwikkeling van het aantal banen verschilt nauwelijks tussen de vier gebiedstypen. Binnen die gebiedstypen is echter soms sprake van aanzienlijke verschillen. Voor Groot Amsterdam (exclusief Amsterdam) en Flevoland wordt een veel gunstiger ontwikkeling voorzien dan voor Zuid Kennemerland/Zaanstreek. Utrecht scoort beter dan de andere grote steden en Eindhoven en Rivierenland stijgen boven het gemiddelde voor de Intermediaire Zone uit. Een onderscheid naar vier brede typen technische sectoren maakt duidelijk dat in de industrie in vrijwel alle regio s een afname van het aantal banen wordt verwacht. Dat geldt vooral voor de grote steden, waar het bestaande ruimtegebrek leidt tot het afstoten van industriële activiteiten. Bouw en transport zijn technische sectoren waar in Nederland geen groei van het aantal banen wordt voorzien. Positieve uitzonderingen zijn Groot Amsterdam (exclusief Amsterdam), Flevoland en Rivierenland. Een sterke afname wordt voorzien voor Gooi- en Vechtstreek, vooral als gevolg van ruimtegebrek. Duidelijk is dat voor technisch advies/ict de hoogste groeicijfers worden verwacht. De groei bedraagt nationaal gezien 2,5% per jaar. Voor diverse regio s resulteren zelfs groeicijfers van 3 tot 4 procent per jaar. Van de vier grote steden scoren Amsterdam en Utrecht hoger dan Den Haag en Rotterdam. Het aandeel van de vier typen technische sectoren in het totaal aan technische sectoren bepaalt mede de totale groeicijfers. Daar waar technisch advies/ict een groot aandeel inneemt binnen het regionaal totaal aan technische sectoren mag verwacht worden dat ook de groei van het totaal aan technische sectoren hoog is. De kleine, heterogene groep overige technische sectoren kent in veel regio s enige groei van het aantal banen. Slechts in Zuid Kennemerland, Zaanstreek/Waterland en Den Haag neemt het aantal banen naar verwachting iets af. In andere regio s worden jaarlijkse gemiddelde groeicijfers van ruim twee procent per jaar gerealiseerd (Noord Kennemerland/West Friesland, Rivierenland en Gelderland Zuid) Kaartbeelden ontwikkeling arbeidsplaatsen voor technisch opgeleiden De verwachte groei van het aantal banen is weergegeven in de vorm van potentiaalkaarten. Daarbij is niet gekozen voor procentuele groeicijfers. In absolute zin bescheiden groei kan dan namelijk toch tot hoge groeicijfers leiden indien die pagina 22 De regionale arbeidsmarkt voor technici

21 groei plaatsvindt vanaf een zeer lage basis. Er is daarom gebruik gemaakt van een alternatieve groeimaat. Daarbij is de absolute ontwikkeling van het aantal banen geschaald aan de omvang van de regio, gemeten via het aantal inwoners van 15 tot 65 jaar. Als illustratie voor de regionale verschillen in ontwikkeling van het aantal bètatechnici is hier gekozen voor technisch opgeleiden. De ruimtelijke verschillen in ontwikkeling van het aantal banen voor technisch opgeleiden vormen gedeeltelijk (maar niet volledig) een afspiegeling van de totale ontwikkeling van het aantal banen in een regio. Vergelijk daartoe figuur 2.7a met Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 23

22 figuur 2.7b. De prognose voor de ontwikkeling van het totaal aantal banen is bepaald met het AREA-model van Bureau Louter. Met name in de A2-as, van de Noordvleugel van de Randstad tot de regio Eindhoven, wordt een sterke groei van de totale werkgelegenheid verwacht (zie figuur 2.7a). Daarnaast is er, geschaald naar de bevolkingsomvang, sprake van een sterke groei in de as Flevoland naar Zuidwest Friesland. Tenslotte zijn er enkele stedelijke concentraties van hoge groei, namelijk Groningen-Assen, Zwolle, Twente, Arnhem-Nijmegen en Breda-Tilburg. De Zuidvleugel van de Randstad, met name Haaglanden, kan de ontwikkeling in de Noordvleugel naar verwachting niet volgen. Voor oostelijk Groningen/zuidelijk Drenthe, de Achterhoek, geheel Limburg, Zeeland/West Brabant en grote delen van Noord-Holland boven het Noordzeekanaalgebied blijft de ontwikkeling van de werkgelegenheid naar verwachting achter bij het nationaal gemiddelde. Zoals al is aangegeven, vormt de verwachte ontwikkeling van het aantal banen voor technisch opgeleiden (zie figuur 2.7b) in grote lijnen een afspiegeling van het ruimtelijk groeipatroon van het totaal aantal banen. Interessant zijn hier vooral de verschillen naar opleidingsniveau. Die verschillen blijken uit figuur 2.8. Het onderscheid naar laag, middelbaar, hoog en wetenschappelijk technisch opgeleiden laat zien dat het opleidingsniveau sterk bepalend is voor ruimtelijke verschillen in de vraag naar technisch opgeleiden8. Het ruimtelijk groeipatroon van laagopgeleiden en middelbaar opgeleiden lijkt vrij sterk op elkaar. Dat geldt ook voor de ruimtelijke groeipatronen van hoog en wetenschappelijk opgeleiden. Er bestaan wel enige verschillen. Zo scoren de regio Zwolle/Deventer en Friesland voor hoogopgeleiden beter dan voor wetenschappelijk opgeleiden, terwijl de regio Haaglanden juist beter scoort voor wetenschappelijk opgeleide technici. De hoogste groeicijfers op laag en middelbaar opleidingsniveau worden niet in de Randstad gerealiseerd, maar vooral in de Intermediaire Zone. Daarentegen vindt de groei onder hoog/ wetenschappelijk opgeleiden vooral plaats in meer verstedelijkte gebieden (overigens met als belangrijke uitzondering de Zuidvleugel van de Randstad, wat betreft technisch opgeleiden op hbo-niveau). Hieraan ligt het algemene principe ten grondslag dat hoogwaardige activiteiten 8 De kaartbeelden zijn steeds zodanig opgesteld dat scores boven het nationaal gemiddelde rood zijn aangegeven en scores onder het nationaal gemiddelde blauw. Daar waar voor de laag-, middelbaar en hoogopgeleiden soms sprake is van een afname van het aantal banen, neemt het aantal banen voor wetenschappelijk opgeleiden vrijwel overal toe. De kaarten kunnen dus niet op basis van de kleur onderling worden vergeleken wat de hoogte van de groei betreft, maar wel wat de regionale verschillen per opleidingsniveau betreft. pagina 24 De regionale arbeidsmarkt voor technici

23 zich vooral in verstedelijkte gebieden concentreren, terwijl minder hoogwaardige activiteiten goedkopere locaties in weinig verstedelijkte gebieden zoeken. Sommige nationaal perifeer gelegen gebieden kennen overigens een dermate ongunstige ligging dat zowel voor laag als voor hoog opgeleide bètatechnici de ontwikkeling van het aantal banen achterblijft bij het nationaal gemiddelde (met name in delen van Zeeland, Limburg en het Noorden). Anderzijds zijn er regio s waar voor alle opleidingsniveaus sprake is van een hoger dan gemiddelde groei. Dat geldt voor het grootste deel van Flevoland, voor Amsterdam/Haarlemmermeer, de Brabantse stedenrij (met een uitloper naar de A2-zone tussen Utrecht en s-hertogenbosch) en voor Arnhem-Nijmegen, inclusief het westelijk deel van de Veluwe. Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 25

24 2.4 Samenvatting en conclusies Naast nationale verschillen in perspectief tussen technische beroepen en technisch opgeleiden zijn er ook verschillen in het relatief belang van bètatechnici in de regionale economie en verschillen in de regionale groeiperspectieven voor bètatechnici. Er bestaan grote regionale verschillen in niveau van de beroepen en opleidingen. Opvallende resultaten uit de analyse van de regionale arbeidsmarkt voor technici zijn: In Nederland profileren vooral de landsdelen Zuid en Oost zich als techniekregio s. Voor de Randstad geldt dat veel minder, waarbij de Noordvleugel van de Randstad wat beter scoort dan de Zuidvleugel, met name als gevolg van de sterke vertegenwoordiging van ICT. De gebieden met de sterkste vertegenwoordiging van bètatechnici zijn Zuidoost-Brabant (regio Eindhoven), Noord Limburg (regio Venlo/Venray/Boxmeer), de Zeeuwse havengebieden en de regio Zwolle. Ook delen van Twente en de Achterhoek scoren hoog. Het aandeel van technische opleidingen in het totaal aantal banen is in de vier grote steden gemiddeld lager dan in elk van de andere gebieden. Rotterdam, met het haven-industrieel complex, kent van de grote steden nog het grootste aandeel. Een onderverdeling naar opleidingsniveau en beroepsniveau maakt duidelijk dat er duidelijke regionale verschillen bestaan in het type technische activiteiten. De Noordvleugel van de Randstad, Haaglanden en Zuidoost-Brabant zijn sterk gericht op technische werkzaamheden op hoog en wetenschappelijk niveau. In landelijke gebieden komt dat type werkzaamheden veel minder voor. Daar vormen werkzaamheden op laag en middelbaar niveau het overgrote deel van de technische bedrijvigheid. De ruimtelijke verschillen in de verwachte ontwikkeling van het aantal banen voor technisch opgeleiden in de periode vormt in grote lijnen een afspiegeling van de totale ontwikkeling van het aantal banen in een regio. Met name in de A2-as, van de Noordvleugel van de Randstad tot Zuidoost Brabant wordt een sterke groei van de totale werkgelegenheid verwacht, met daarnaast sterke groei in Flevoland en Zuidoost Friesland en stedelijke regio s als de Twentse stedenrij, Zwolle, Arnhem-Nijmegen en Breda. Kenmerkend is dat het in de periode verwachte ruimtelijk groeipatroon van hoog/wetenschappelijk opgeleiden in vrij sterke mate overeenkomt met de mate van verstedelijking (met als grote uitzondering de Zuidvleugel van de Randstad). Terwijl de groei onder hoog/wetenschappelijk opgeleiden naar verwachting vooral plaatsvindt in meer verstedelijkte gebieden, kennen de minder verstedelijkte gebieden (met name rond de meeste verstedelijkte delen van de Randstad) de meest gunstige groeiverwachtingen voor laag/middelbaar technisch opgeleiden. De algemene conclusie is dat er aanzienlijk ruimtelijke verschillen bestaan in de mate waarin de bedrijvigheid in regio s uit technische beroepen, opleidingen en sectoren bestaat. Naast deze algemene constatering zijn de regionale verschillen in beroeps- en opleidingsniveau van de technische werkzaamheden opvallend. Zowel wat betreft de huidige vertegenwoordiging als wat betreft de groeiverwachtingen zijn de ruimtelijke patronen op hoog/wetenschappelijk niveau volstrekt anders dan de ruimtelijke patronen op laag/middelbaar niveau. pagina 26 De regionale arbeidsmarkt voor technici

25 3 Nationale en regionale vraag-aanbod confrontaties De groei van de werkgelegenheid (de zogenaamde uitbreidingsvraag ), zoals besproken in hoofdstuk 2, is één van de elementen van de situatie op de arbeidsmarkt. Bezien vanuit het perspectief van schoolverlaters die zich aanbieden op de arbeidsmarkt, is het daarnaast ook relevant hoeveel banen vrij komen door uitstroom van de arbeidsmarkt (bijvoorbeeld door pensionering), die kan leiden tot vervangingsvraag en hoeveel concurrenten er zijn als aanbod. Die concurrenten bestaan vooral uit instroom van andere schoolverlaters met eenzelfde opleiding. Daarnaast vormen ook werklozen concurrenten, vooral wanneer het gaat om kortdurig werklozen, met een veelal nog vrij korte afstand tot de arbeidsmarkt. Ook kunnen mensen met een andere opleiding concurrenten vormen, vooral wanneer banen die passen bij hun opleiding schaars zijn en zij dus naar alternatieven zoeken ( substitutievraag ). In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de factoren die bepalend zijn voor de confrontatie van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor de periode Naast prognoses op nationaal niveau (in paragraaf 3.2) staan in dit hoofdstuk ook prognoses op regionaal niveau (in paragraaf 3.3). Eerst wordt in paragraaf 3.1 echter een toelichting op hoofdlijnen gegeven bij de gehanteerde methodiek. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting en conclusies (paragraaf 3.4). 3.1 Methodiek vraag-aanbod confrontaties Om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te bepalen wordt aangesloten bij de systematiek die is ontwikkeld door het ROA. Eens in de twee jaar geeft het ROA een beeld van de nationale confrontatie van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de publicatie De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep. Daarin wordt vijf jaar vooruitgekeken. In kader 3.1 staat een beschrijving van de systematiek van het ROA op hoofdlijnen. Methodiek op hoofdlijnen Op grond van het combineren van de uitkomsten van het onderzoek van het ROA met diverse andere gegevensbronnen en in eigen beheer ontwikkelde modellen zijn de nationale prognoses door Bureau Louter vertaald naar het regionale niveau. Hier gaat de aandacht uit naar een confrontatie van vraag en aanbod voor (technische) opleidingen. Zoals uit kader 3.1 blijkt is voor een confrontatie van vraag en aanbod informatie nodig over de uitbreidingsvraag, de vervangingsvraag en de instroom op de arbeidsmarkt (de schoolverlaters). In bijlage III.1 is aangegeven hoe deze binnen dit onderzoek zijn bepaald. De AMR-gebieden van UWV WERKbedrijf (zie bijlage III.2) zijn het meest gedetailleerde niveau waarop in deze Technomonitor regionale confrontatie van vraag en aanbod plaatsvindt. Dat gebeurt voor technische opleidingen op vmboen mbo-niveau. Het regionale niveau waarop confrontatie van vraag en aanbod het meest relevant is, verschilt tussen opleidingen. Daarbij geldt dat het ruimtelijk schaalniveau waarop zowel werkgevers als werknemers zich oriënteren toeneemt naarmate meer specifieke vaardigheden worden vereist. In het algemeen zal, naarmate het opleidingsniveau hoger is, het ruimtelijk schaalniveau van de relevante arbeidsmarkt groter zijn. Voor banen op laag en middelbaar niveau zijn de gemiddelde woon-werk afstanden lager dan voor banen op hbo-niveau en wetenschappelijk niveau. Daarnaast is het nog van belang dat tot en met middelbaar niveau veelal niet wordt verhuisd om werkredenen. Die kans is op hbo-niveau en, meer nog, op wetenschappelijk niveau veel groter, zeker op het moment dat men net is afgestudeerd (en de eerste baan zoekt) en men veelal nog niet gebonden is aan de regio (bijvoorbeeld in verband met schoolgaande kinderen). Met deze verschillen in omvang van het relevante arbeidsmarktgebied is rekening gehouden door confrontaties van vraag en aanbod voor hbo-opleidingen op provinciaal niveau te bepalen en op wetenschappelijk niveau zelfs voor vier landsdelen (West, Zuid, Peter Louter, Pim van Eikeren pagina 27

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2012 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus September 2012 Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in ustus - - 304.400 lopende WW-uitkeringen, bijna evenveel als in ustus en 21 procent meer dan een jaar geleden Aantal lopende WW-uitkeringen voor jongeren

Nadere informatie

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 471.100 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Daling jonge werkzoekenden - Vooral daling agrarische beroepen en technische/industriële

Nadere informatie

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Bijlage 1 Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Landelijk beeld Algemeen beeld: Daling jeugdwerkloosheid zet door De daling van de jeugdwerkloosheid 15-26 jaar in het 2 e kwartaal 2010

Nadere informatie

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven September 2008 Een nieuwe naam, een nieuw model Ook dit jaar kent onze Regio Top 40 weer enkele verrassende uitkomsten. Lees in deze uitgave hoe winnaars

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt November 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen ECABO Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen Dit document vormt een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit de Monitor arbeidsmarkt

Nadere informatie

ECABO - Trends binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

ECABO - Trends binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen ECABO - Trends binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen Dit document vormt een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit de Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Juli 2012 Bijna 300.000 WW-uitkeringen - 298.000 lopende WW-uitkeringen - Aantal WW-uitkeringen gestegen ten opzichte van voorgaande maand (2,5%) - Ruim de helft meer WW-uitkeringen voor jongeren dan in

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden - 464.300 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - In i vrijwel evenveel werkzoekenden als in - Van de 55-plus beroepsbevolking is 9,4 procent

Nadere informatie

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald - 477.800 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Minder werkzoekenden van 35-45 jaar dan een jaar geleden - Toename werkzoekenden met (para)

Nadere informatie

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 465.000 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Aantal jonge werkzoekenden met 5,6 procent afgenomen - Vooral daling werkzoekenden met korte

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen Maart 2011 Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen 2 WW-uitkeringen 4 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30. November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008-322.300 lopende WW-uitkeringen, 4 procent meer dan in ober - Veel meer uitkeringen voor jongeren (+13,4%) - Sterkste toename sectoren

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW) Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren - 309.900 lopende WW-uitkeringen, 1,8 procent meer dan in tember - Bovengemiddelde stijging lopende WW-uitkeringen horeca (+6,3%)

Nadere informatie

Twente: (ook) op zoek naar vervanging Arbeidsmarktprognoses

Twente: (ook) op zoek naar vervanging Arbeidsmarktprognoses Twente: (ook) op zoek naar vervanging Arbeidsmarktprognoses 2017-2022 De groei van de economie vertaalt zich in aanhoudende vraag naar personeel en steeds meer krapte op de arbeidsmarkt. Recent opgestelde

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Noord

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Noord De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Zuid-Holland-Noord datum 7 augustus 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Noord-Holland datum 7 augustus 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juli 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 3 Toelichting WW 22 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Bijlage 1 Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Landelijk beeld Algemeen beeld: Daling jeugdwerkloosheid zet door Vanaf het 1 e kwartaal 2010 is de jeugdwerkloosheid 15-26 jaar aan het

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017 januari Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in Themabericht RaboResearch Nederland economie.rabobank.com Rogier Aalders Senior onderzoeker -9 Samenvatting Amsterdam en Utrecht en hun omgeving hebben

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Augustus 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt April 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Rapportage WW< 27 jaar. Juni 2017

Rapportage WW< 27 jaar. Juni 2017 Rapportage WW< 27 jaar Juni 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting NWW/WW/WBB 11 Colofon 12 Rapportage WW< 27 jaar 1 WW-uitkeringen < 27 jaar WW-uitkeringen 1 2017 mutatie 2016

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 3 Toelichting WW 22 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de 300.000 - Lopende WW-uitkeringen met 2 procent gestegen tot 304.000 - Aantal lopende uitkeringen in onderwijssector met 27 procent toegenomen - Uitkeringen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juni 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Rapportage WW 50plus. Juni 2017

Rapportage WW 50plus. Juni 2017 Rapportage WW 50plus Juni 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting WW/NWW/WBB 12 Colofon 13 Rapportage WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen 1 50-plus 2017 mutatie 2016 2017/2016

Nadere informatie

Rapportage WW 50plus. Januari 2016

Rapportage WW 50plus. Januari 2016 Rapportage WW 50plus Januari 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting WW/NWW/WBB 12 Colofon 13 Rapportage WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen 1 50-plus 2016 2015 2015 2014

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie

Het belang van het MKB

Het belang van het MKB MKB Regio Top 40 Themabericht Rogier Aalders De nieuwe MKB Regio Top 40 is uit. Zoals u van ons gewend bent, rangschikken we daarin de veertig Nederlandse regio s op basis van de prestaties van het MKB

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen Januari 2011 Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen 2 WW-uitkeringen 4 Ingediende vacatures 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Factsheet Groothandel in Bloembollen 2013 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Colland Bestuursbureau, 5 februari 2014 Pagina 2 26 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Rapportage WW 50plus. December 2016

Rapportage WW 50plus. December 2016 Rapportage WW 50plus December 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting WW/NWW/WBB 12 Colofon 13 Rapportage WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen 1 50-plus 2016 2015 dec 2015/2016

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Factsheet Bos en Natuur 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Colland Bestuursbureau, 8 december 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen April 2010 Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Tweede 2017 Publicatie oktober 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: tweede 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen April 2011 Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen 2 WW-uitkeringen 4 Vacatures werk.nl 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt April 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2018 Publicatie januari 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Augustus 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV en Spanningsindicator 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt November 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Bij UWV ingediende vacatures en spanningsindicator 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juli 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2017 Publicatie juli 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2017 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2017 Publicatie januari 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Tweede 2018 Publicatie oktober 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: tweede 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2018 Publicatie juli 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2019 Publicatie juli 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2019 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 019 Inhoudsopgave 857639 WW-uitkeringen Statistische bijlage Toelichting WW xx xx xx Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Limburg datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Noord-Gelderland datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Limburg datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag

Nadere informatie

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse)

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse) Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties 26-214 (globale analyse) Hoeveel mbo-studenten staan er dit schooljaar ingeschreven in Kenteqkwalificaties? En hoe ontwikkelt het aantal mbo-deelnemers zich sinds

Nadere informatie

Economisch rapport Zwolle 2011 Opgesteld door Bureau Louter in opdracht van de gemeente Zwolle

Economisch rapport Zwolle 2011 Opgesteld door Bureau Louter in opdracht van de gemeente Zwolle Economisch rapport Zwolle 20 Opgesteld door Bureau Louter in opdracht van de gemeente Zwolle Bureau Louter april 20 Auteurs: Peter Louter (Bureau Louter) Pim van Eikeren (Bureau Louter) Bureau Louter Rotterdamseweg

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen December 2010 Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen 2 WW-uitkeringen 4 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen April 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen blijven stijgen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen Juni 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2016 Publicatie april 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2016 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Stand van zaken toepassing standaarden en voorzieningen i-sd, per jeugdregio. 1 juli 2017

Stand van zaken toepassing standaarden en voorzieningen i-sd, per jeugdregio. 1 juli 2017 Stand van zaken toepassing standaarden en voorzieningen i-sd, per jeugdregio 1 juli 2017 Landelijk beeld Jeugdregio s 1 juli 2017 Mate van consistente toepassing standaarden en voorzieningen, gemiddeld

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Noord-Gelderland datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen Maart 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Groningen datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Regio Zwolle Krachten bundelen

Regio Zwolle Krachten bundelen Regio Zwolle Krachten bundelen Peter Louter www.bureaulouter.nl 30 september 2011 Waar staat u? Waar gaat u naartoe? Wat heeft u samen (relaties, belangen)? Waar denkt u te staan? Waar wilt u naartoe?

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2017 Publicatie april 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2016 Publicatie januari 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2016 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Bedrijven en bevolking in beweging

Bedrijven en bevolking in beweging M201110 Bedrijven en bevolking in beweging Regionale bedrijvendynamiek en -migratie in relatie tot verstedelijking, periode 1988-2009 drs. R. Braaksma drs. W.V.M. van Rijt-Veltman Zoetermeer, 20 juni 2011

Nadere informatie

EZ 2020. Over de veranderende rol(len) van gemeentelijke afdelingen Economische Zaken. Peter Louter www.bureaulouter.nl. Zwolle, 4 maart 2014

EZ 2020. Over de veranderende rol(len) van gemeentelijke afdelingen Economische Zaken. Peter Louter www.bureaulouter.nl. Zwolle, 4 maart 2014 EZ 2020 Over de veranderende rol(len) van gemeentelijke afdelingen Economische Zaken Peter Louter www.bureaulouter.nl Zwolle, 4 maart 2014 Drie strategische rollen 1. Preventie 2. Duiding 3. Integraliteit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Drenthe / Overijssel datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Groningen datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Noordoost- en datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren,

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, 2012-2014 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Noordoost- en datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Rapportage (N)WW 50plus. Juni 2015

Rapportage (N)WW 50plus. Juni 2015 Rapportage (N)WW 50plus Juni 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden 12 Toelichting WW/NWW/WBB 13 Colofon 14 Rapportage (N)WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2015 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juli 2015 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Online vacatures 7 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 8 Statistische bijlage 9 Toelichting NWW/WW/WBB 17 Colofon

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden

Niet-werkende werkzoekenden Januari 2012 Niet-werkende werkzoekenden 2 WW-uitkeringen 3 Vacatures ingediend bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 5 Statistische bijlage 6 Toelichting NWW/WW

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV en Spanningsindicator 4 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV en Spanningsindicator Arbeidsmarkt 5 Ingediende

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Brabant-Oost

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Brabant-Oost De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Noord-Brabant-Oost datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 UWV Spanningsincicator 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16

Nadere informatie