WMO Adviesraad Leiderdorp

Transcriptie

1 WMO Adviesraad Leiderdorp p/a Gemeentehuis Leiderdorp Postbus AA Leiderdorp Aan het College van Burgemeester en Wethouders van Leiderdorp Statendaalder TH Leiderdorp. Leiderdorp, 7 januari 2010 Onderwerp: Advies over de Nota van Uitgangspunten Regiotaxi Holland Rijnland Geacht College, Bijgaand treft u het advies aan over de Nota van Uitgangspunten - kaders voor de bestekfase - t.b.v. de aanbesteding voor de Regiotaxi Holland Rijnland. De adviesaanvraag is ambtelijk gedaan op 8 december 2009, waarbij is verzocht om voor 10 januari 2010 advies uit te brengen met het oog op de standpuntbepaling door de gemeente in het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland. Eind februari 2010 dienen alle betrokken gemeenten definitief akkoord te zijn met bovengenoemde nota. Het advies is het resultaat van een poging met alle Wmo-adviesraden tot een eensluidend oordeel te komen. Een werkgroep is samengesteld, waarin uiteindelijk de adviesraden van de gemeenten Leiden, Voorschoten, Oegstgeest, Kaag en Braassem, Noordwijk, Zoeterwoude (agendalid) en Leiderdorp waren vertegenwoordigd. De adviesraden van Teylingen, Noordwijk en Hillegom hadden al eerder een advies moeten uitbrengen. De adviesraad van Leiden had nog geen adviesaanvraag ontvangen en neemt meer tijd voor een advies. De werkgroep heeft geconstateerd dat de regelingen voor het collectief vervoer voor de Wmo-cliënten in de verschillende gemeenten per gemeente verschillen. Voorts werd tijdens de informatiebijeenkomst op 23 november 2009 duidelijk dat het collectief vervoer in de Bollenstreek minder adequaat functioneert dan dat in de regio Leiden. Ook deze discrepanties maakten een gezamenlijk optreden moeizaam, waardoor een vrij gedetailleerd advies tot stand is gekomen, waar onze adviesraad had willen volstaan met een advisering op hoofdlijnen. Het voorgaande overziende vraagt de Wmo-adviesraad aandacht voor transparantie en uniformiteit in de uiteindelijke besluitvorming, waarbij hij uitdrukkelijk verzoekt het bestek - voor dat definitief wordt vastgesteld - aan de adviesraad voor te leggen. Tenslotte merkt de adviesraad op dat een meer gestroomlijnde adviesprocedure voor dit toch ingewikkelde onderwerp, met meer tijd, tot een beter resultaat had kunnen leiden. Namens de Wmo-adviesraad, J.J.C, Karres, voorzitter CC.: griffie Gemeenteraad

2 Advies inzake de Nota van Uitgangspunten voor de Regiotaxi Holland Rijnland. 1. De Regiotaxi Holland Rijnland is bedoeld als aanvullend op het openbaar vervoer en dus ook te gebruiken door anderen dan WMO-geïndiceerden. Onderstaande adviezen en opmerkingen gelden voor alle gebruikers, inclusief WMOgeïndiceerden. 2. In de nota worden de uitgangspunten weergegeven die als basis dienen voor een later op te stellen bestek. Dit bestek komt volgens de huidige planning alleen ter informatie naar de gemeenten terug. De Adviesraad dient het bestek te ontvangen, om te constateren of en hoe de adviezen zijn verwerkt. Niet of onvoldoende verwerking van de adviezen kan de Adviesraad doen besluiten tot een ongevraagd aanvullend advies. 3. In hoofdstuk 2 (Kaders Regiotaxi Holland Rijnland) wordt in par 2.3 de zeven aspecten van de WMO-regelingen genoemd. Naar de mening van de Adviesraad is dit deel irrelevant voor een vervoerder die in wenst te schrijven op het bestek. De regelingen worden doorgaans op gemeentelijk niveau ingevuld en zijn dus niet uniform. De vervoerder heeft slechts als opdracht te vervoeren. Hoe de kosten voor het vervoer van een in het kader van de WMO geïndiceerde worden verrekend is een zaak tussen de vervoerde en de gemeente. Wij adviseren om in het bestek de prijsstelling en afwikkeling van betaling helder te maken voor de cliënt. Er mag geen kostenverhoging plaatsvinden als gevolg van verschillen tussen de gemeenten. 4. In par 3.9 wordt in de 3 e alinea gesteld dat de vervoerder voor een degelijke klachtenprocedure dient te zorgen. Deze klachtenprocedure behoeft de goedkeuring van de opdrachtgever en dient bij de inschrijving te worden overlegd. De Adviesraad wijst op de eisen waaraan een klachtenprocedure moet voldoen, zoals o.a. beschreven bij Kennisplatform Verkeer en Vervoer. De Adviesraad wenst vóór aangaan van de overeenkomst inzage in de klachtenregeling en de mogelijkheid daarover advies uit te brengen. Tevens adviseert de Adviesraad dat ter controle op het aantal ingediende klachten en de aard daarvan een klacht ook in kopie aan de gemeente te worden gestuurd waar de klager domicilie heeft. 5. In de inleiding van hoofdstuk 3 (Uitgangspunten Programma van Eisen) wordt in de 3 e alinea gesteld dat de looptijd van het contract 4 jaar zal zijn, waarbij de mogelijkheid wordt opengehouden het contract uit te breiden. Gezien de ervaringen met het huidige systeem adviseert de Adviesraad de duur van het initiële contract te stellen op 4 jaar, dit met behoud van de reeds voorgestelde bonus/malus regeling, doch in het contract een clausule op te nemen die het mogelijk maakt het contract tussentijds te ontbinden wanneer de vervoerder structureel niet aan de in het bestek gestelde eisen voldoet. Voorts adviseren wij bij de beoordeling van de offerte de financiële draagkracht van de aanbieder te doen meewegen. Dit ter voorkoming van het wegvallen van Regiotaxivervoer in geval van surseance van betaling of faillissement van de vervoerder. 6. Onderstaand volgen een aantal opmerkingen over details in de Uitgangsnota ter aanscherping van de bestekseisen en Programma van Eisen: a. Bij par 2.2 onder 2 (betaling): Dit punt als volgt aan te vullen: 1

3 Als er klanten zijn die een zodanige beperking hebben dat zij niet in staat zijn contant te betalen, dient voor hen een regeling te worden ontworpen die bij hun beperking past. Deze regeling komt dan voor deze groep klanten in de plaats van de hoofdregel dat contant betaald dient te worden. b. Bij par 2.2 onder 9 (De rijtijden): Er wordt gesteld dat de rijtijd 7 dagen per week is tussen tenminste tot uur. Voor een nachtrit (een rit tussen uur en uur) geldt een toeslag. Onduidelijk is wanneer het nachttarief ingaat. Vraag is of het nachttarief ook gaat gelden als een rit vóór uur is begonnen, doch door omstandigheden uitloopt tot na uur. Als kloktijd wordt radiogecontroleerde tijd geadviseerd. c. Bij par 2.3 onder Aspect 3 (Werken met OV-zones): Ook in het CVV zal gewerkt gaan worden met de OV-chipkaart. Het vervoer met de regio-taxi gaat van deur tot deur. Dit betekent dat er in de taxi een mogelijkheid voor in- en uitchecken dient te komen? Verder dient, werkend met de OV-chipkaart, het aantal gereden zones op de kaart te worden geregistreerd, tenzij zeker kan worden gesteld dat registratie van het aantal gereden km s niet duurder is dan betalen voor het aantal gereden zones. Voorts dient er rekening mee te worden gehouden dat een grote groep gebruikers (met name ouderen) geen empathie hebben met de moderne betaalsystemen. De bestaande betaalsystemen dienen derhalve gehandhaafd te worden (zie ook onder a). d. Bij par e alinea (Aanmelden van ritten): Ritten kunnen telefonisch of via internet worden aangemeld. De telefoonkosten dienen gesteld te worden op lokaal tarief, ook al is er sprake van landelijke Centrale. Een telefonisch aangemelde rit dient op een digitale geluidsdrager te worden vastgelegd. Een vastlegging van de aanvraag kan helpen indien er later klachten zijn over de bestemming of vertrek- c.q. aankomsttijden. Voorts wijst de Adviesraad u er op dat op sheet 24 van de op 23 november gegeven Power- Point presentatie is gegeven dat gebruik van Visicom door doven en slechthorenden mogelijk is. Dit derhalve al mogelijkheid van aanmelden van ritten op te nemen. e. Bij par e alinea (aanmelden van ritten) : Het aantal bestemmingen als volgt aan te vullen: verpleeghuizen, doktersposten, huisartsen, grote winkelcentra, kerken, dienstencentra, aanleunwoningen en zwembaden. f. Bij par 3.3 (Ophalen en brengen): In de 1 e en 2 e alinea wordt de speling van vertrek- en aankomsttijd gegeven. Om daar zekerheid van te geven dient bij het opnemen van de aanvraag de tijd tot de minuut nauwkeurig te worden opgegeven (uitgaan van de radiogecontroleerde tijdaanwijzing van de vervoerder). Dit kan een goed hulpmiddel zijn bij het al of niet terecht honoreren van een genoegdoening. In de 4 e alinea wordt waarschijnlijk bedoeld het tijdstip waarop de taxi aankomt op het besteladres. Zoals het er nu staat lijkt het dat de tijd van aankomst op de bestemming wordt gegeven. Voorts dient in het bestek te worden opgenomen dat een klant recht heeft op schadevergoeding door de vervoerder indien de klant aantoonbaar financiële schade lijdt als gevolg van te laat aankomen op de plaats van bestemming. g. Bij par 3.4 (Combineren en omrijden): In de 1 e alinea wordt gesteld dat de vervoerder ritten mag en kan combineren. Dit is toegestaan voor zover -in geval van een bestelde aankomsttijd- deze aankomsttijd niet wordt overschreden. Klanten dienen vooraf op de hoogte te zijn dat het mogelijk is dat meerdere passagiers gelijktijdig worden vervoerd. 2

4 In de 2 e alinea wordt gesteld dat de omrijdfactor niet meer mag zijn dan 1,6 maal de kortste route. De omrijdfactor is een kostenpost voor de vervoerder; die moet bepalen of het omrijden om een andere passagier op te halen kosteneffectief is. Indien dat niet het geval is zal hij het omrijden achterwege laten en een andere taxi naar dat adres sturen. Tevens geldt hier de vraag wiens kortste route bepalend is wanneer er al meer dan één passagier wordt vervoerd. In geval omrijden mogen geen extra kosten aan de klanten in rekening worden gebracht. Voorts dient te worden opgenomen dat een chauffeur op eigen initiatief passagiers mag meenemen die ongeveer dezelfde bestemming hebben; uiteraard dient dit aan de centrale te worden gemeld en dienen te reistijden binnen de gestelde eisen te blijven. h. Bij par 3.5 (Personeel en materieel): In de 1 e alinea dient aangevuld te worden dat het rijdend personeel naast de gestelde eisen ook bekend moet zijn met de lokale situatie (moet het wegennet in de regio kennen. inclusief de exacte afhaalpunten van onder par e alinea en onder e. hierboven genoemde instellingen). In de 1 e alinea wordt gesteld dat het personeel dient te helpen bij in- en uitstappen. Echter, de chauffeur dient maatwerk te leveren: indien een klant slecht ter been is, dient die klant bij de deur te worden opgehaald en bij aankomst ook bij de deur te worden afgeleverd. Tijdens het lopen van en naar de deur dient de chauffeur de klant zo nodig te ondersteunen. Voorts dient te worden opgegeven hoe lang een chauffeur, aangekomen op het besteladres, tenminste moet wachten op zijn passagier. In de 2 e alinea wordt gesteld dat de voertuigen herkenbaar dienen te zijn als regiotaxi; ze moeten ook herkenbaar zijn als voertuigen uitgevoerd voor rolstoelvervoer. Niet alleen rolstoelen moeten in het voertuig worden vastgezet, doch ook scootmobielen en rollators. Echter, er zijn modellen scootmobielen die niet zijn uitgerust met beugels voor vastzetten in het voertuig. De chauffeur dient in voorkomend geval te weigeren de scootmobiel te vervoeren. De voertuigen dienen naast brandblussers steeds uitgerust te zijn met ruithamers / riemsnijders en een adequaat gevulde EHBO-koffer. i. Bij par 3.6 (Vervoerscentrale en Administratie) (4 e alinea): Aan de klanten van de Regiotaxi dient bekend te worden gemaakt dat hun ritreserveringen gedurende 2 jaar digitaal bewaard blijven. k. Bij par 3.7 (Klantenpassen): De Adviesraad constateert dat in de Nota niets is opgenomen over de vormvereisten waaraan de pas moet voldoen. Wij adviseren u deze vereisten in het bestek te doen opnemen (voldoen aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens, niet namaakbaar, geen adres, alleen woonplaats, wel of geen foto etc). Tevens adviseren wij u de gebruiksduur van de pas gelijk te laten lopen met de contractduur van de vervoerder. Tevens geldt hier de vraag of de klantenpas van speciale doelgroepen (WMOgeïndiceerden) een speciale code krijgen, die direct afrekenen volgens de voor die doelgroepen bestemde tarieven mogelijk maken. l. Bij par 3.8 (Reizigerstarieven) (4 e alinea): Er dient speciale voorlichting te worden gegeven aan de mantelzorgers/ begeleiders die passagiers met WMO-indicatie of OV-begeleiderskaart voor begeleiding vergezellen (zie ook m). m. Bij par 3.8 (Reizigerstarieven) (5 e alinea): 3

5 Voor Wmo-geïndiceerden dient geen onderscheid op leeftijd te worden gemaakt; hiervoor dient één tarief te gelden. Een regeling voor begeleiders (medisch, sociaal, mantelzorger) moet goed omschreven zijn. De Adviesraad adviseert om de voor begeleiding geïndiceerde klant een begeleiderspas te geven, waarna de begeleider dan gratis meekan en ook terug zonder de geïndiceerde. n. Bij par 4.3 (Verrekening via gemeentelijke back-office): Indien een deelnemende gemeente voor speciale doelgroepen een speciale regeling wil instellen, dient die regeling zodanig te worden gesteld dat gebruikers van deze regeling geen declaratie bij het back-office behoeven in te dienen om een gemaakte rit met de regiotaxi vergoed te krijgen. Nadere specificatie van die doelgroepen is noodzakelijk. De regeling dient zo veel mogelijk gelijk te worden getrokken met die van de WMO-geïndiceerden. 4