Geïntegreerd Jaarverslag 2015 Stichting Hout- en Meubileringscollege

Transcriptie

1 Geïntegreerd Jaarverslag 2015 Stichting Hout- en Meubileringscollege

2

3 INHOUDSOPGAVE Leeswijzer 4 Verslag Raad van Toezicht 5 Voorwoord College van Bestuur 8 Profiel van het HMC 11 Samenstelling Raad van Toezicht, College van Bestuur en Ondernemingsraad 13 Kerncijfers Hoofdstuk 1 Missie en onderwijsvisie Missie Onderwijsvisie Strategisch beleidsplan Belangrijkste doelen Hoofdstuk 2 Governance en bedrijfsvoeringsmodel 20 Hoofdstuk 3 Risico- en continuïteitsparagraaf Risicoparagraaf Continuïteitsparagraaf 26 Hoofdstuk 4 Notitie helderheid BVE en code Goed bestuur Notitie helderheid BVE Code Goed bestuur 32 Hoofdstuk 5 Maatschappelijke verbinding Maatschappelijke bijdragen Expositie werkstukken eindexamenkandidaten en 37 prijs voor ontwerp & vakmanschap Hoofdstuk 6 Bestuurlijke en beheersmatige ontwikkelingen Bestuurlijke afstemming externe stakeholders Beheersmatige ontwikkelingen Benchmark MBO 49 Jaarverslag 2015 Pagina 2

4 6.4 Kwaliteitszorg Sociaal jaarverslag Verslag Ondernemingsraad Verantwoording aanvullende subsidies 78 Hoofdstuk 7 Analyse resultaat 2015 en balansontwikkelingen 80 Bijlage 1 Resultatenbox 88 Bijlage 2 Jaarrekening 2015 (de cijfers) 90 Bijlage 3 Overige gegevens 120 Jaarverslag 2015 Pagina 3

5 Leeswijzer Beste lezer, Voor u ligt het geïntegreerd jaarverslag 2015 van de Stichting Hout- en Meubileringscollege. In dit geïntegreerd jaarverslag verantwoordt het HMC zich als mbo vakschool voor hout, meubel en interieur voor zijn prestaties in De kerncijfers op bladzijde 14 geven u in één oogopslag een kwantitatieve indruk van de ontwikkelingen bij het HMC. Het verhaal achter deze cijfers vindt u in dit jaarverslag. Achtereenvolgens komen in het jaarverslag aan bod: het verslag van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur, de missie en onderwijsvisie, de governance, de beleidsprioriteiten, het strategisch beleidsplan, de maatschappelijke bijdragen en het beleidsmatige verslag over 2015, inclusief het sociaal jaarverslag, de benchmark, de code goed bestuur, het verslag van de Ondernemingsraad en de verantwoording van aanvullende subsidies. In bijlage 1 treft u de door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voorgeschreven resultatenbox aan. De meeste gegevens zijn echter ook al, verdeeld over dit jaarverslag, bij de betreffende beleidsonderwerpen opgenomen. De cijfermatige jaarrekening over 2015 maakt integraal deel uit van dit jaarverslag en is opgenomen in bijlage 2. Heeft u vragen over dit jaarverslag, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de secretaresse College van Bestuur, mevrouw A. Dijkstra. Dit kan telefonisch via of via een aan s.cvb@hmcollege.nl. Wij wensen u veel leesplezier! HMC mbo vakschool voor hout, meubel en interieur Jaarverslag 2015 Pagina 4

6 Verslag Raad van Toezicht Het jaar is voor het HMC een bijzonder jaar geweest. De nieuwbouw in Rotterdam en de uitbreiding in Amsterdam hebben zijn beslag gekregen. De Raad van Toezicht realiseert zich dat deze operaties grote invloed hebben gehad op de dagelijkse organisatie, maar beide projecten zijn efficiënt en succesvol uitgevoerd. We willen derhalve alle medewerkers - en in het bijzonder de locatie leiding te Rotterdam en Amsterdam hartelijk bedanken voor hun inzet en betrokkenheid in dit voor het HMC historische jaar. De Raad van Toezicht van het HMC bestaat, behoudens de voorzitter en één deskundige, uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties uit de branches waarvoor het HMC opleidt. De voorzitter vervult een onafhankelijke positie. Door deze samenstelling is de betrokkenheid van de branches bij de opleidingen van de enige mbo vakschool voor deze branches verzekerd. De onafhankelijkheid in opereren van de leden van de Raad van Toezicht is gewaarborgd in de statuten en in het bestuursreglement dat de Governance Code, opgesteld door de MBO Raad, volgt. De samenstelling van de Raad van Toezicht is weergegeven op pagina 13. De Raad van Toezicht heeft in 2015 vier keer met het College van Bestuur vergaderd en tweemaal met de ondernemingsraad en de leerlingenraad. Daarnaast hebben drie leden van de Raad van Toezicht met deskundigheid op het terrein van nieuwbouw, deelgenomen aan de vergaderingen van de stuurgroep nieuwbouw Rotterdam. De financieel deskundigen (ook drie leden), hebben in 2015 driemaal vergaderd over o.a. de nieuwbouw, de jaarrekening en de begroting. De personele deskundigen, bestaande uit twee leden en de voorzitter, zijn in 2015 éénmaal bijeen geweest. De Raad van Toezicht is in 2015, vertegenwoordigd door één lid, aanwezig geweest bij de vergaderingen van het platform Raden van Toezicht van de MBO Raad. De Raad van Toezicht wordt door het College van Bestuur geïnformeerd over de gang van zaken op het HMC door middel van bijlagen bij de agenda van de vergaderingen, door mondelinge toelichting tijdens de vergaderingen, door het tweemaandelijks bestuursverslag en tussentijds door mededelingen per . In het bestuursverslag wordt een overzicht gegeven van de actuele ontwikkelingen. In 2015 zijn o.a. de volgende onderwerpen in het bestuursverslag aan de orde geweest: externe overleggen en samenwerkingsverbanden brancheontwikkelingen inzake onderwijs en opleidingen adviescommissies meubel en interieur veiligheid en arbeidsomstandigheden bezoeken mbo scholen overeenkomsten externe partijen verslag divers intern overleg (waaronder MT, ondernemingsraad en leerlingenraad) informele personeelsbijeenkomsten enquêtes en onderzoeken stichting beroepsonderwijs en bedrijfsleven, sectorkamers en marktsegmenten HMC cursus en training BV open dagen huisvesting en nieuwbouw formatieplanning personele ontwikkelingen Jaarverslag 2015 Pagina 5

7 aanwezigheid HMC op beurzen en exposities internationale ontwikkelingen expertisecentrum meubel / timmer Skills Heroes licenties vakscholen informeel overleg ministerie van OCW investeringsfonds mbo onderwijsbeleid gemeente Rotterdam / Amsterdam HMC dag excellentie in het mbo macrodoelmatigheid aannamebeleid inspectie van het onderwijs bestuurdersvereniging MBO thema advies commissie Kwalificeren en Examineren ledenvergadering MBO raad World Expo 2025 invoering nieuwe kwalificatiedossiers kwaliteitsplan werkdruk alumni-onderzoek transitie Jeugdzorg Het bestuursverslag wordt altijd in de vergadering met het College van Bestuur besproken. In voorkomende gevallen worden de leden van de Raad van Toezicht via geïnformeerd over actuele zaken. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen wekelijks de beide mededelingenbulletins van de locaties, waarin lopende operationele zaken aan de orde komen. Tevens ontvangen de leden van de Raad van Toezicht drie keer per jaar HMC Intern, de interne nieuwsbrief van het HMC. De leden van de Raad van Toezicht worden uitgenodigd aanwezig te zijn bij activiteiten als open dagen en eindexamenexposities. In de vergaderingen met het College van Bestuur zijn het afgelopen jaar onder andere de volgende zaken aan de orde geweest: bestuursverslagen nieuwbouw Rotterdam, herhuisvesting Amsterdam ontwikkelingen kenniscentra, branches, stichting beroepsonderwijs en bedrijfsleven voordracht leden Raad van Toezicht klachten, geschillen en incidenten macrodoelmatigheid van het opleidingsaanbod geïntegreerd jaarverslag 2014 en risicoanalyse accountantsverslag n.a.v. de jaarrekening voortgangsrapportage uitvoering begroting 2015 begroting 2016 HMC cursus en training BV ondernemingsraad open dagen en inschrijvingen rendement (opbrengsten) opleidingen vacatiegelden evaluatie overleg met de ondernemingsraad en de leerlingenraad functioneringsgesprek voorzitter College van Bestuur zelfevaluatie Raad van Toezicht Jaarverslag 2015 Pagina 6

8 deskundigheidsmatrix leden Raad van Toezicht portefeuilleverdeling en rooster van aftreden branchecode goed bestuur in het mbo investeringsfonds mbo strategiebijeenkomst Formele besluiten De Raad van Toezicht heeft formeel goedkeuring verleend aan de begroting 2016 en het geïntegreerd jaarverslag 2014 zodat deze door het College van Bestuur konden worden vastgesteld. De zelfevaluatie van de Raad van Toezicht vindt plaats op basis van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zoals deze zijn vastgelegd in statuten en bestuursreglement. Tevens bespreekt de Raad van Toezicht of de individuele leden en de raad als geheel voldoende en adequaat zijn toegerust om de taken en verantwoordelijkheden uit te voeren. Hierbij komen competenties, de aanwezige deskundigheid en het functioneren van de voorzitter, de leden en de Raad van Toezicht als totaal aan de orde. Specifiek is in dit verslagjaar de portefeuilleverdeling besproken. De Raad van Toezicht is trots op het bereikte resultaat en kijkt met vertrouwen naar de toekomst. Juni 2016 René Lahoye, Voorzitter Raad van Toezicht Jaarverslag 2015 Pagina 7

9 Voorwoord College van Bestuur Het College van Bestuur van de Stichting Hout- en Meubileringscollege biedt hierbij haar jaarverslag aan voor het boekjaar dat geëindigd is op 31 december Financieel gezien was 2015 wederom een goed jaar dat met een positief resultaat van EUR is afgesloten. Daarbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat als gevolg van de oplevering van de nieuwbouw in de zomer de afschrijvingslasten voor de helft zijn toegerekend aan Gecorrigeerd voor deze en andere incidentele oorzaken bedraagt het (genormaliseerde) resultaat circa EUR 1,73 mln (2014: EUR 1,20 mln), hetgeen 5,9% van de totale baten is. In financieel en bedrijfsmatig opzicht blijft het HMC zich structureel solide ontwikkelen. De in de afgelopen jaren gerealiseerde verbetering in de financiële positie komt, naast de hierboven genoemde bijzondere omstandigheid, met name voort uit de strakke formatieplanning en het degelijke begrotingsbeleid. Daarnaast is het HMC in staat om de nieuwbouw uit eigen middelen te financieren. Hierdoor kan een beroep op langdurig vreemd vermogen vermeden worden. De belangrijkste risico s voor onze bedrijfsvoering zijn geschetst in de risico- en continuïteitsparagraaf. Een belangrijke factor van betekenis blijft de ontwikkeling van het aantal leerlingen. Met name als gevolg van de stijging van het aantal nieuwe aanmeldingen is het aantal leerlingen per 1 oktober 2015 gegroeid naar leerlingen. In totaal bedraagt de toename 244 leerlingen, waarvan 180 BOL en 64 BBL. In gewogen aantallen is sprake van een stijging van 202 leerlingen ten opzichte van Gezien deze groei hebben we het afgelopen jaar ons aannamebeleid opnieuw kritisch tegen het licht gehouden. Moeten we gezien de gewenste omvang van de school, de arbeidsmarkt en het aantal aanmeldingen, een maximum stellen aan het aantal nieuwe leerlingen en zo ja op welke manier? En is de groei zodanig dat dit tot onoverkomelijke organisatorische problemen zou kunnen leiden? Een poging om het tijdstip van aanmelding te vervroegen om daarmee eerder inzicht te krijgen in het aantal aanmeldingen en de mogelijkheid tot aanmelding eventueel te stoppen als het gewenste aantal was bereikt, leverde geen resultaat op. Het aantal leerlingen dat zich in de zomerperiode nog aan- dan wel alsnog afmeldde was zo hoog dat een vroege aannamestop zou hebben geleid tot aanzienlijk minder leerlingen. Conclusie van de discussie is dat we geen goede draaiknop hebben om het aantal aanmeldingen te sturen en dat ook vanuit organisatorisch oogpunt geen reden is om leerlingen niet toe te laten. Ook is er vanuit macrodoelmatigheid of een gebrek aan vakdocenten geen reden om een numerus fixus in te stellen. Punt van aandacht is wel de huisvesting. We denken dit op te kunnen lossen door op beide locaties een gedeelte van de benodigde vierkante meters flexibel te kunnen inzetten. Eind 2015 is de aftrap gegeven voor een nieuw meerjarenbeleidsplan. De discussies hierover kunnen ook leiden tot de bijstelling van het lopende strategisch beleidsplan Aan de hand van de thema s organisatievermogen, maatschappelijk rol en trends & innovatie, is geïnventariseerd met welke ontwikkelingen wij de komende jaren voor het HMC rekening zouden moeten houden. Over het schooljaar 2014/2015 heeft het HMC zowel voor het jaarresultaat als het diplomaresultaat bij alle opleidingsniveaus een hoger rendement behaald dan de inspectienormen. Het overall jaarresultaat voor het HMC is gedaald van 75% over 2013/2014 naar 71,4% in 2015/2016. Deze daling is vooral opgetreden doordat er in 2013/2014 sprake was van een relatief hoog rendement in verband met de laatste mogelijkheid tot diplomering Jaarverslag 2015 Pagina 8

10 voor de deeltijd-leerlingen. Op het terrein van het voortijdig schoolverlaten (vsv) doet het HMC het nog steeds goed. Ten opzichte van 2013/2014 is het percentage voortijdig schoolverlaters wel iets opgelopen van 2,90% naar 3,05%. Het HMC biedt binnen de budgettaire en organisatorische mogelijkheden die een relatief kleine mbo school heeft, extra begeleiding aan voor overbelaste leerlingen en leerlingen met een bijzonderheid/beperking. Hoewel het streven is gericht op een zorgvuldige begeleiding, loopt het HMC hard tegen de grenzen aan van wat mogelijk is. Alleen al in de groep eerstejaars leerlingen van 2015 waren er 397 leerlingen (+ 18% tov 2014), met één of meerdere bijzonderheden/beperkingen. Bij de ouderejaars ligt dit aantal op 684 (+16% tov 2014). Met de stijging van het leerlingenaantal is ook het aantal medewerkers van het HMC in 2015 verder toegenomen van 268 naar 295. Opnieuw is in 2015 aanvullend geïnvesteerd in extra formatie voor o.a. onderwijsprojecten, scholing, leerlingbegeleiding en internationale stages. Dit naast de uitbreiding van de onderwijsformatie vanwege de intensivering van de onderwijstijd. In beleidsmatig opzicht is in 2015 een pilot voor vitaliteit gestart, zijn de kaders van het HRM beleid geïnventariseerd en is het re-integratiebeleid om m.n. werkloze ex-medewerkers van het HMC weer aan het werk te helpen geïmplementeerd. Daarnaast zijn per 1 oktober 2015 de streefwaarden van de functiemix gerealiseerd met name door het aandeel van LDdocenten te verhogen van 6% naar 11%. Binnen de planning en de budgettaire kaders is in de zomer van 2015 de nieuwbouw voor de locatie Rotterdam opgeleverd. Meteen na de zomervakantie is een begin gemaakt met de renovatie van de praktijklokalen. Deze zal naar verwachting voor de zomer van 2016 worden opgeleverd. Door de toename van het aantal leerlingen in 2015 en naar verwachting ook in 2016 heeft het HMC locatie in Amsterdam vanaf september 2015 het aantal gehuurde m2 in de dependance uitgebreid. Alleen op de begane grond is een klein gedeelte nog verhuurd aan een andere partij. De focus bij ICT was in 2015 vooral gericht op de nieuwbouw Rotterdam en de inrichting van extra computerlokalen in de dependance op de locatie Amsterdam. Met de nieuwbouw in Rotterdam is de ICT infrastructuur daar compleet vernieuwd en ook de netwerkarchitectuur is gemoderniseerd. De modernisering van het netwerk in Amsterdam is voor 2016 ingepland. Ter ondersteuning van het digitale onderwijs en het versterken van de ICT kennis en vaardigheden bij onze medewerkers hebben alle medewerkers eind 2015 een tablet ontvangen. Op het terrein van de marketing & communicatie heeft het HMC verder ingezet op vergroting van haar landelijke naamsbekendheid. In 2015 is dat m.n. via reportages op televisie gerealiseerd. Zo was het HMC te zien in de programma s Woontips, Mijnlifestyle, Lifestyle- Xperience en Studiekeuze TV. In de regio Rotterdam is het HMC een samenwerkingsverband met woonmall Alexandrium aangegaan. De ondernemingsraad heeft in 2015 zes maal vergaderd, vijf maal formeel en éénmaal informeel, met het College van Bestuur over onderwerpen als nieuwbouw Rotterdam, huisvesting Amsterdam, inzet nieuwe medewerkers, excellentieprogramma, leerlingenenquete, pilot vitaliteit, taaktoedeling, evaluatie regeling beoordelingsgesprekken, wet werk en zekerheid, sollicitatieprocedures, docentenstages, werkdruk, duurzaamheid en Jaarverslag 2015 Pagina 9

11 profielschets lid raad van toezicht op voordracht van de or. De ondernemingsraad heeft instemming gegeven dan wel (daar waar geen instemmingsrecht van toepassing is) inhoudelijk met het College van Bestuur gesproken over de volgende onderwerpen: medezeggenschapsstatuut: bespreking regeling functioneren en beoordelen (onderdeel nieuwe formulieren): instemming privacyreglement: bespreking onderwijs- en examenreglement (onderdeel planning): instemming hrm-beleid: bespreking vakantie- en verlofregeling 2016: instemming het scholingsbudget 2016: instemming In 2015 zijn op de locatie Rotterdam geen algemene klachten en twee examenklachten ingediend. Op de locatie Amsterdam is één algemene klacht ingediend. Allen zijn naar tevredenheid van de leerlingen afgehandeld. De interne geschillencommissie is in 2015 niet bijeen gekomen. In 2015 zijn verdeeld over de beide locaties in totaal 35 incidenten geregistreerd. Het merendeel (20) zijn gevallen waarbij de leerling zich heeft gesneden aan handgereedschap. De exploitatie van het contractonderwijs ontwikkelt zich goed. De bijdragen aan de omzet van zowel de HMC Vakopleidingen Meubelmaken, Meubelrestauratie en Meubelstofferen als de opleidingsactiviteiten voor het Hibin zijn toegenomen. Het aantal deelnemers aan de vakopleidingen is in 2015 verder gestegen van 217 naar 241 cursisten. In 2015 heeft het HMC samen met het Expertisecentrum Meubel, de Centrale Bond van Meubelfabrikanten, Summa College en ROC van Twente afgesproken om gezamenlijk bij het investeringsfonds MBO een aanvraag in te dienen om te komen tot een duurzame publiek private samenwerking. De samenwerking houdt in het werken aan macrodoelmatigheid en vernieuwing door het creëren van een aantal regionale topcentra waar onderwijsinstellingen en bedrijven samenwerken. Ook in 2015 hebben weer een groot aantal leerlingen een stage in het buitenland kunnen volgen. Dankzij het project HMC (A)broad groeit ook onder het onderwijzend personeel de belangstelling voor een stage in het buitenland. Als sponsor van de Vliegende Meubelmakers, die over de hele wereld met behulp van vrijwilligers en HMC leerlingen meubelprojecten tot stand brengen, heeft het HMC dit uitstekende initiatief ook in 2015 weer op verschillende terreinen ondersteund. Op basis van onze resultaten over 2015, het geschetste meerjarenbeeld in de continuïteitsparagraaf en de begroting 2016 en gezien de inzet waarmee alle betrokkenen hun bijdrage aan het HMC hebben geleverd, zie ik de uitdagingen van de komende jaren met veel vertrouwen tegemoet. Juni 2016 Frans Veringa Voorzitter College van Bestuur Jaarverslag 2015 Pagina 10

12 Profiel van het HMC Het HMC is een zelfstandige mbo vakschool waar leerlingen worden opgeleid voor een beroep in de sectoren hout, meubel of interieur. Het HMC heeft onderwijslocaties in Amsterdam en Rotterdam. De meeste opleidingen worden op beide locaties aangeboden. Het HMC is een relatief kleine school en dit geeft de school een persoonlijk karakter en een veilige sfeer. De docenten van het HMC hebben zelf vaak jarenlang in de praktijk gewerkt of doen dat nog steeds. In de loop der jaren zijn er intensieve contacten opgebouwd met het bedrijfsleven, zodat het onderwijs goed aansluit op de werkpraktijk en er voor onze leerlingen een ruime keuze aan stageplaatsen is. Het HMC biedt regulier voltijd- en deeltijdonderwijs aan (BOL en BBL), op grond van de wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). HMC cursus en training BV biedt voor werknemers in de branches en voor particulieren een breed scala van cursorische onderwijstrajecten aan, waaronder de vakopleidingen meubelmaken, meubelrestaureren en meubelstofferen en verschillende hobbycursussen. Figuur 1 : Organigram HMC MBO vakschool Organisatiestructuur HMC Het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag van de stichting Hout- en Meubileringscollege en bestuurt als zodanig de onderwijsinstelling en is eindverantwoordelijk voor beleid en uitvoering. Het College van Bestuur bestaat uit één persoon die tevens de voorzitter van het College van Bestuur is. De beide onderwijslocaties in Rotterdam en Amsterdam worden geleid door de locatiedirecteur. De locatiedirecteur en de 4 teamleiders van de opleidingen vormen op de locatie het locatiemanagement. De centrale stafdiensten worden aangestuurd door de directeur stafdiensten. Overlegstructuur HMC Overleg Raad van Toezicht College van Bestuur Een twee maandelijks overleg van Raad van Toezicht en het College van Bestuur onder voorzitterschap van de voorzitter van de Raad van Toezicht. Jaarverslag 2015 Pagina 11

13 Directieoverleg Een wekelijks overleg van College van Bestuur, locatiedirecteuren en directeur stafdiensten (onder voorzitterschap van de voorzitter van het College van Bestuur), waar ook regelmatig directeur HMC cursus en training aanschuift. In dit overleg komen zowel bestuurlijke zaken als directievoering en operationeel management aan de orde. Specifieke besluiten die vanwege statuten en/of reglementen door het College van Bestuur dienen te worden genomen, worden in dit overleg geagendeerd. Locatieoverleg Een wekelijks overleg van de locatiedirecteur en de teamleiders onder voorzitterschap van de locatiedirecteur. Teamoverleg Een periodiek overleg van de teamleider met zijn teamleden onder voorzitterschap van de teamleider. Stafoverleg Een wekelijks overleg van hoofden van centrale stafdiensten met de directeur stafdiensten onder voorzitterschap van de directeur stafdiensten. Managementteam-overleg Een zeswekelijks overleg van College van Bestuur, locatiedirecteuren, directeur stafdiensten en teamleiders onder voorzitterschap van de voorzitter van het College van Bestuur Managementteamplus-overleg Een halfjaarlijks overleg van College van Bestuur, locatiedirecteuren, directeur stafdiensten, teamleiders en hoofden van stafdiensten onder voorzitterschap van de voorzitter van het College van Bestuur Overleg Ondernemingsraad Raad van Toezicht Een halfjaarlijks overleg van de ondernemingsraad en de Raad van Toezicht onder voorzitterschap van de voorzitter van de Raad van Toezicht. Overleg Leerlingenraad Raad van Toezicht Een jaarlijks overleg van de leerlingenraad en de Raad van Toezicht. Overleg Ondernemingsraad College van Bestuur Een zeswekelijks overleg van de ondernemingsraad en het College van Bestuur onder voorzitterschap van de voorzitter van de ondernemingsraad. Overleg Leerlingenraad College van Bestuur Een halfjaarlijks overleg van de leerlingenraad en het College van Bestuur. Jaarverslag 2015 Pagina 12

14 Samenstelling Raad van Toezicht, College van Bestuur, Directie en Ondernemingsraad Raad van Toezicht De heer R.A.J. Lahoye De heer H.W. Bax De heer M. Dalhuizen Mevrouw M. Fledderman De heer K. Hoogendijk De heer J. Koster De heer mr. D.A. Roodenrijs De heer O.S. Smeets De heer H.A. van der Spek De heer J.D. van de Zee*) Onafhankelijk voorzitter INretail FNV Bouw Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie Centrale Bond van Meubelfabrikanten INretail Centrale Bond van Meubelfabrikanten Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen CNV Vakmensen INretail *) tot 1 juli 2015 College van Bestuur De heer F.H.J. Veringa Voorzitter College van Bestuur Directie Mevrouw H.J. van Baarsen De heer D. Terlouw De heer drs. A.C. van Veen Locatiedirecteur Amsterdam Locatiedirecteur Rotterdam Directeur Stafdiensten Ondernemingsraad Mevrouw G. van der Woude De heer J. Keesom De heer B. van Baar Mevrouw L. Beuzenberg Mevrouw M. Bosman De heer J. Geerse Mevrouw K. Sovová Mevrouw J. de Vries Voorzitter Secretaris Jaarverslag 2015 Pagina 13

15 Kerncijfers Financieel (bedragen x 1.000) Totale baten Totale lasten Financiële baten en lasten Exploitatieresultaat Algemene reserve Bestemmingsreserves Totaal vermogen (E.V. + V.V.) Werkkapitaal Investeringen materiële vaste activa Liquiditeit (current ratio) 1,0 2,6 3,2 3,4 2,8 Solvabiliteit (EV/TV) 80% 73% 75% 76% 75% Rentabiliteit (resultaat/totale baten) 11,8% 9,0% 3,5% 3,5% 6,7% Weerstandsvermogen (alg.res./totale baten) 47% 45% 44% 46% 46% Rijksbijdrage / totale baten 91% 91% 92% 92% 90% Personele lasten / Rijksbijdrage 69% 71% 72% 73% 71% Personele lasten / totale lasten 71% 70% 68% 69% 69% Rijksbijdrage / aantal leerlingen (gew.) Aantal bekostigde leerlingen per 1 oktober BOL BBL Deeltijd BOL Totaal ongewogen Totaal gewogen Vakopleiding (contractonderwijs) Rendementen onderwijs Aantal diploma s (kalenderjaar) Diplomaresultaat (schooljaar) 70,0% 75,2% 69,8% 70,4% 69,6% Jaarresultaat (schooljaar) 71,2% 76,0% 71,2% 71,9% 70,4% VSV percentage (schooljaar) 3,1% 2,9% 3,5% 3,9% 3,8% Personeel in dienst per 31 december Onderwijzend personeel 188,6 170,3 154,8 150,6 136,6 Niet onderwijzend personeel 60,6 54,5 49,6 50,3 51,3 HMC cursus en training 2,2 2,0 2,0 1,0 3,0 Totaal FTE 251,4 226,8 206,4 201,9 190,9 Totaal personen Verhouding OP : niet OP 76:24 76:24 76:24 75:25 73:27 Jaarverslag 2015 Pagina 14

16 Hoofdstuk 1 Missie en onderwijsvisie 1.1 Missie Het HMC is de enige gespecialiseerde mbo vakschool in Nederland op het gebied van hout-, meubel- en interieuropleidingen. Het HMC biedt voor deze branches beroepsonderwijs, cursussen en opleidingen aan. De hout- meubel- en interieurbranches herkennen en erkennen de status van het HMC en zijn daarom nauw bij het HMC betrokken. De bij het HMC beschikbare concentratie van kennis, vakmanschap en leermiddelen wordt ingezet ter versterking van de kennisinfrastructuur van de branches. Voor wat betreft de missie zijn de kernbegrippen van het HMC: vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap. Ondernemerschap vooral in de zin van ondernemend handelen. Dit is namelijk een belangrijk aspect in vrijwel al onze opleidingen en essentieel voor een verdere carrière. Ook willen we in onze missie aangeven met welke ambitie we ons werk doen. Bij het HMC leggen we de lat hoog, zowel voor leerlingen als voor medewerkers en organisatie. Het gevraagde niveau moet enerzijds een uitdaging zijn en anderzijds aansluiten bij de mogelijkheden. En als vakschool zijn we uiteraard sterk gericht op onze branches. De missie van het HMC mbo vakschool voor hout, meubel en interieur luidt dan als volgt: Het HMC is een mbo vakschool gericht op de ontwikkeling van vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap tot het hoogst mogelijke niveau, in een schoolcultuur die wordt gekenmerkt door persoonlijke aandacht, betrokkenheid en branchegerichtheid. Voor onze eigen medewerkers betekent het uitvoeren van de missie dat ze zich tot het hoogst mogelijke niveau ontwikkelen en de gewenste schoolcultuur realiseren. Stakeholders Het HMC heeft een aantal belangrijke stakeholders. De ouders en leerlingen van het HMC, de branches en bedrijven waar wij de leerlingen voor opleiden en de overheid die ons financiert. Het uitvoeren van de missie betekent voor ons: Het bieden van een goede en prettige schooltijd voor leerlingen Zorgen voor een goede aansluiting tussen het leren op school en het leren in de praktijk Zorgen voor een zo goed mogelijk startpositie op de arbeidsmarkt voor leerlingen Zorgen voor een goede aansluiting op mogelijke vervolgstudies Het kunnen beantwoorden van alle vragen vanuit de branches betreffende opleidingen en kennisontwikkeling Het voldoen aan de eisen die door de overheid aan de verzorging van het onderwijs worden gesteld en dit op een adequate manier verantwoorden Jaarverslag 2015 Pagina 15

17 1.2 Onderwijsvisie Het onderwijs op het HMC Het HMC heeft het concept van het werkplaatsleren ontwikkeld. Dit concept houdt in dat de beroepspraktijk leidend is in alle opleidingen. De beroepspraktijk is duidelijk waarneembaar in de leeromgeving. Dit vraagt van de leerlingen een actieve houding en verschillende rollen, waarbij zij leren door te doen. Door het gebruik van meerdere onderscheidende didactische werkvormen leren de leerlingen de benodigde kennis, vaardigheden en beroepshouding. De opleidingen van het HMC zijn gericht op vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap. Dit komt tot uiting in de werkstukken en projecten. In de opleidingen wordt gewerkt aan individuele en groepsopdrachten. Het vakmanschap wordt gecombineerd met de nieuwste trends en ontwikkelingen. Zo worden leerlingen gedegen, innovatief en ondernemend opgeleid. De hoge kwaliteit van de werkstukken en projecten is hét visitekaartje van het HMC. De werkstukken en projecten geven weer wat de leerlingen op het HMC hebben geleerd. HMC specialisaties geven de leerlingen de ruimte om te excelleren in hun vakgebied. De veilige en prettige leeromgeving op het HMC dragen hier aan bij. Het werkplaatsleren Het werkplaatsleren kenmerkt zich door gevarieerde didactiek en een contextrijk curriculum. Bij werkplaatsleren is de beroepspraktijk het voorbeeld voor onze opleidingen. Er is zo min mogelijk verschil tussen school, beroepspraktijkvorming (stage) en het werken in de sector. Dit willen we bereiken door: 1. de manier van leren op school zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de manier van werken in de praktijk. 2. de schoolomgeving (inrichting, inventaris, cultuur) zoveel mogelijk in te richten op basis van de beroepspraktijk. 3. een soepele overgang te creëren tussen leren op school en werken in een bedrijf. Het werkplaatsleren in de school heeft evenveel gezichten als er opleidingen zijn: zo beschikt de school voor de hout- en meubelopleidingen over een up to date machinepark en diverse praktijklokalen waar meubels en andere (houten) objecten ontworpen en gemaakt worden. Daarnaast zijn er praktijkruimtes voor meubel- en woningstofferen en worden er diverse producten voor de timmerindustrie gemaakt. Het zijn dus meubelmakerijen, stoffeer- en timmerbedrijven in het klein. Het ontwerpen en de voorbereiding van de producten vindt plaats in goed geoutilleerde ruimtes en met up-to-date leermiddelen en programma s. De werkplaatsen voor de interieuropleidingen geven het beeld van woonwinkel tot ateliers en studio s. Hier vinden simulaties van verkoopgesprekken plaats, worden winkelpresentaties gemaakt en inrichtingen van woningen en andere ruimtes ontworpen. Voor de opleiding Creatief vakman wordt met de materialen hout, leer en textiel gewerkt en wordt veel aandacht besteed aan nieuwe technieken, zoals digitale tekenprogramma s, laser snijden en CNC-technieken. De beroepspraktijk van het ontwerpen, maken en op de markt Jaarverslag 2015 Pagina 16

18 zetten van unieke producten is de rode draad door de opleiding en de leerlingen worden uitgedaagd de daarvoor benodigde creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap te ontwikkelen. In de pianowerkplaats bevinden zich piano s en vleugels van verschillende klanten, die gestemd, gereviseerd of gerepareerd moeten worden. Leerlijnen Het onderwijs wordt gegeven in drie leerlijnen: 1. de integrale leerlijn 2. de kennis en vaardigheden leerlijn en 3. de leerlijn studieloopbaanbegeleiding Passend onderwijs Uitgangspunt bij de start van de opleiding is dat we een reëel perspectief zien op het behalen van een diploma. Wij gaan daarbij uit van de mogelijkheden van de leerlingen en niet van de beperkingen. Het HMC biedt leerlingen een zo passend mogelijke begeleiding, binnen de mogelijkheden die de school heeft. Examens De kwalificatiedossiers vormen de meetlat voor de inhoud van de examens. Het bedrijfsleven wordt actief betrokken bij het ontwikkelen en vormgeven van examens en de beoordelingen. Het examen bestaat uit een mix van verschillende exameninstrumenten. De beoordeling is objectief en transparant en wordt uitgevoerd door geschoolde beoordelaars. Het oordeel van de praktijkopleider wordt betrokken bij de beoordeling van de examens. Beroepspraktijkvorming (BPV) Het leren op het HMC sluit zoveel mogelijk aan op (het leren in) de beroepspraktijk. Daardoor zijn de leerlingen goed voorbereid op de beroepspraktijkvorming. Het HMC streeft naar een goede match tussen leerlingen en leerbedrijf. De leerlingen krijgen flexibele BPVopdrachten mee, die passen bij de verschillende praktijksituaties in leerbedrijven. Een succesvolle BPV betekent structurele samenwerking en afstemming tussen leerlingen, lesprogramma en BPV-bedrijf. Het leren in de beroepspraktijk is een waardevol onderdeel. De leerlingen hebben in de leerbedrijven een andere rol en verantwoordelijkheid. Factoren als bedrijfscultuur, het samenwerken met collega s en dilemma s als tijd en geld versus kwaliteit zorgen voor een realistisch beroepsbeeld en loopbaanperspectief. In de beroepspraktijkvorming worden de leerlingen begeleid door deskundige BPV-begeleiders en praktijkopleiders. Internationale BPV Het HMC biedt leerlingen de mogelijkheid een internationale BPV te volgen. Deze BPV draagt bij aan de persoonlijke en culturele ontwikkeling en eventueel ook aan het verbreden of verdiepen van het vakmanschap van leerlingen. Het HMC ontwikkelt een breed netwerk en een begeleidingsstructuur om leerlingen optimale kansen te bieden. De leerlingen voeren Jaarverslag 2015 Pagina 17

19 opdrachten uit die passen bij hun opleiding, ontwikkeling en het karakter van de internationale BPV. Tot slot De onderwijsvisie geeft richting aan de organisatie van ons onderwijs en aan het didactisch handelen op individueel niveau en op teamniveau. Teamleden zijn ook gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van het aangeboden onderwijs. Teamleden vullen elkaar aan en ieder teamlid krijgt de mogelijkheid zoveel mogelijk datgene te doen waarin hij goed is. Docenten beschikken over een ruim repertoire aan didactische werkvormen en bespreken de inzet hiervan binnen teamverband. 1.3 Strategisch Beleidsplan schooljaar 2013/ /2018 Voor de periode 2013/ /18 schooljaren hebben we vastgelegd hoe we verder aan de slag gaan met onze HMC missie, welke doelstellingen we prioriteit geven en welke resultaten we willen behalen. Deze doelstellingen worden jaarlijks verder uitgewerkt in succesbepalende factoren voor de komende schooljaren. Deze succesbepalende factoren moeten bijdragen aan het realiseren van de meerjaren doelstellingen en daarmee aan het invullen van onze missie. Organisatievisie (doelstellingen schooljaar 2013/ schooljaar 2017/2018): Wij hebben onze onderwijsvisie, die uitgewerkt is in het concept van het werkplaatsleren, in al onze opleidingen gerealiseerd. HMC is als kennis en expertisecentrum de logische gesprekspartner voor opleidingsvraagstukken en daaraan gekoppelde innovaties in de branche. De professionaliteit en de verantwoordelijkheid worden ingevuld op de afgesproken wijze. Onze docenten zijn van huis uit vakman/-vrouw en groeien binnen het HMC door naar HBO niveau. Alle stakeholders beoordelen het HMC met het resultaat goed. Wij realiseren een maximale effectiviteit en efficiency in onze organisatie. De bedrijfsprocessen ondersteunen het onderwijsproces optimaal. 1.4 Belangrijke doelen 2015 Bij de beleidsontwikkeling en beleidsvorming maakt het HMC gebruik van de A3 jaarplan methodiek. Voor het schooljaar 2015/2016 zijn de volgende speerpunten in het HMC A3 jaarplan opgenomen: 1. Vergroten van de tevredenheid van onze leerlingen en BPV-bedrijven over de BPV. 2. Goede onderlinge samenwerking tussen medewerkers, teams en locaties. 3. De nieuwste technologieën kennen en vertalen naar praktisch gebruik in het onderwijs. 4. Een gerichte integratie van ICT draagt bij aan de verrijking en verbetering van het HMC onderwijs. 5. Het merk HMC is sterk. Jaarverslag 2015 Pagina 18

20 6. HMC heeft haar strategische keuzes bepaald samen met medewerkers en externen en vastgelegd in haar strategische beleidsplan De voortgang op deze speerpunten is op het moment van het samenstellen van het jaarverslag als volgt. 1. Er is een onderzoek gedaan naar de huidige stand van zaken en een rapport van aanbevelingen opgesteld. Binnen de begroting 2016 zijn aanvullende middelen vrijgemaakt om te kunnen investeren in m.n. de ondersteuning en begeleiding van BPV. 2. Onderlinge samenwerking komt als agendapunt terug tijdens de overleggen op de locatie en het MT. Het is tevens een vast besprekpunt bij het directie-overleg. Op deze wijze vindt er actieve sturing plaats op dit punt. MT leden vertonen voorbeeldgedrag in goede onderlinge samenwerking. M.T. leden vragen zich proactief af of en zo ja op welke wijze de collega's van andere teams respectievelijk andere locatie betrokken kunnen worden. 3. De docenten hebben in de zomervakantie van 2015 voor het eerst meegedaan aan een zomeracademie nieuwe technieken. Deze wordt in 2016 herhaald. Daarnaast wordt er op beide locaties geïnvesteerd in zowel faciliteiten voor nieuwe technieken als in instructeurs om dit te begeleiden. 4. Met ingang van schooljaar 2015/2016 zijn per onderwijsapplicatie functioneel applicatiebeheerders benoemd. Deze hebben periodiek overleg met de informatie manager teneinde de uitwisseling tussen wensen vanuit het onderwijs en mogelijkheden vanuit ICT goed op elkaar af te stemmen. Daarnaast beschikken beide locaties over een werkgroep Mee met ICT die ICT scholingen organiseert en bijdraagt aan deling van ICT kennis en toepassingen in het onderwijs onder de medewerkers. Ook het beschikbaar stellen van tablets aan het onderwijzend personeel ondersteunt de verdere integratie van ICT in het onderwijs. 5. Met verschillende acties in uiteenlopende media (twitter, facebook, tv, instagram, vakbladen, beurzen enz) wordt het HMC gericht onder de aandacht gebracht bij onze doelgroepen. De volgende fase is een effectiviteitsmeting van de verschillend ingezette instrumenten. 6. In 2015 is door middel van een World Cafe bijeenkomst een begin gemaakt om samen met medewerkers en andere stakeholders aan de hand van de thema s maatschappelijke rol, trends & innovatie en organisatievermogen te inventariseren waar aanpassing van het lange termijn strategisch beleid wenselijk is. Jaarverslag 2015 Pagina 19

21 Hoofdstuk 2 Governance bedrijfsvoeringsmodel Het HMC hanteert een governance- en bedrijfsvoeringsmodel dat is gebaseerd op de volgende uitgangspunten. Toezicht door Raad van Toezicht Voor de invulling van het toezicht verwijzen wij kortheidshalve naar het verslag van de Raad van Toezicht Externe contacten en vertegenwoordiging Naast de betrokkenheid van de branches in de Raad van Toezicht is het op HMC niveau belangrijk om de bedrijven te betrekken bij het onderwijskundig beleid. Het HMC geeft hieraan uitvoering door het inrichten van bedrijfsadviescommissies voor meubel en interieur. De bijdrage van het HMC in de verschillende landelijke onderwijs-gremia is geleidelijk aan versterkt. In de sectorkamers en marktsegmenten wordt de mening van het HMC en het belang van het HMC nadrukkelijker ingebracht. Het HMC heeft een vertegenwoordiging in bijna alle door de MBO Raad georganiseerde overleggen. Het College van Bestuur is voorzitter van de Thema adviescommissie kwalificeren en examineren (TAC) van de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en van de bedrijfstakgroep hout & meubel van de MBO Raad. Daarnaast is het College van Bestuur bestuurslid van de bestuurdersvereniging in het MBO. In zowel de regio Amsterdam als Rotterdam onderhoudt het College van Bestuur samen met de locatiedirecteur het contact met de lokale overheid en mbo-instellingen over het regionale aanbod van de opleidingen en de mogelijkheden van samenwerken. Hiertoe is met de collega mbo instellingen in Rotterdam respectievelijk Amsterdam in 2015 een convenant overeengekomen. A3-plancyclus Met ingang van het schooljaar 2013/2014 worden de jaarplannen volgens de A3 systematiek opgesteld. Met A3 plannen wordt uitvoering gegeven aan de PDCA-cyclus (plan-do-checkact). Met de missie en onderwijsvisie als basis, gaat het management van het HMC de beleidsdoelstellingen verder uitwerken in succesbepalende factoren, prestatie-indicatoren en acties. Een A3(jaar)plan wordt op HMC niveau, op locatieniveau en op teamniveau gemaakt en is gericht op een schooljaar. De plannen op locatie- en teamniveau zijn afgeleid van het HMCplan, waardoor de samenhang in de plannen is gewaarborgd. Aan de hand van het A3 teamplan ziet elk team(lid) welke bijdrage het team levert aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de organisatie. Input voor de A3 plannen komt o.a. uit in- en extern onderzoek, waaronder enquêtes, interne audits, inspectie audits, managementinformatie, administratieve- en bedrijfsprocessen en vanuit de teams zelf. Met betrekking tot de voortgang worden jaarlijks twee tot drie A3 management gesprekken gehouden. Dit is een gesprek tussen twee managementlagen waarin wordt besproken of de organisatie op koers ligt met het behalen van haar resultaten, met het A3-plan als uitgangspunt. Jaarlijks worden de A3 plannen in de periode april-juni geëvalueerd en geactualiseerd voor het volgende schooljaar. Met de A3 systematiek beperken we ons tot die zaken die speciale aandacht nodig hebben. De lopende zaken ( going concern ) die tot de normale werkzaamheden en resultaten Jaarverslag 2015 Pagina 20

22 behoren, worden hierin niet genoemd. Deze worden gemonitored in de doelenbarometer en het HMC-dashboard. Pas als er specifieke aandacht nodig is, bijvoorbeeld omdat de resultaten achterblijven bij de afspraken, komen onderwerpen terug in de A3 plannen. Door deze systematiek wordt voorkomen dat alle lopende zaken steeds opnieuw worden benoemd, wat de transparantie en werkbaarheid van de (meer) jaarplannen niet bevorderd. Planning & control De begrotingscyclus omvat in november het opstellen van de begroting, gevolgd door een voortgangsrapportage inclusief prognose van de jaaruitkomst in september en het geïntegreerde jaarverslag in mei. De meerjarige ontwikkeling van het aantal leerlingen maakt altijd onderdeel uit van de begroting. Het aantal leerlingen dient immers als basis voor de formatieplanning (zie hierna). Na de open dagen in januari wordt de ontwikkeling van het aantal aanmeldingen voor het komende schooljaar wekelijks bijgehouden met een vergelijkend cijfer van het voorgaande jaar. Daarnaast wordt in april/mei de formatieplanning voor het komende schooljaar opgestart. Bij de formatieplanning speelt de analyse en prognose van het (verwachte) aantal leerlingen per leerweg, opleiding en leerjaar een leidende rol. De uitkomsten van deze prognoses vormen vervolgens de input voor het formatiebudgetmodel. Met het formatiebudgetmodel wordt de inzet van het onderwijskundig personeel in een schooljaar expliciet gekoppeld aan het aantal leerlingen. Bij de bepaling van het budget wordt in ieder geval rekening gehouden met de verrekening van de T-2 bekostiging, met de verplichtingen voor niet direct inzetbaar personeel vanwege o.a. BAPO, studieverlof, ouderschapsverlof, langdurige ziekte, hmc brede inzet en met overige noodzakelijke reserveringen en voorzieningen. Het formatiebudget wordt op basis van het aantal leerlingen per team verdeeld over de onderwijsteams van de locaties. De toepassing van het formatiebudgetmodel is noodzakelijk omdat rond de 70% van de rijksbijdragen besteed wordt aan de totale personele kosten. Van de loonkosten wordt vervolgens 70% besteed aan het onderwijzend personeel. Alle andere zaken (loonkosten ondersteunend personeel, huisvesting (inclusief afschrijvingen), ICT, PR, les- en leermiddelen enz.) moeten dus van de overige 51% worden betaald. De inzet van het ondersteunend personeel varieert overigens niet direct met het verloop van het aantal leerlingen, maar meer stapsgewijs. De omvang van de formatie van het ondersteunend personeel is voorlopig gekoppeld aan de bandbreedte van gewogen leerlingen. Pas wanneer het aantal leerlingen door de boven- of ondergrens gaat, is er aanleiding om deze formatie bij te stellen. Jaarverslag 2015 Pagina 21

23 Hoofdstuk 3 Risico- en continuïteitsparagraaf 3.1 Risicoparagraaf Concurrentiepositie 4 jarige opleidingen Met de huidige 4-jarige programmering van onze opleidingen Meubelmaken, Creatief vakman en Interieuradviseur kan het HMC zich goed staande houden in vergelijking met andere instellingen die vergelijkbare opleidingen aanbieden. De langere programmering heeft geen negatief effect op het aantal aanmeldingen. Vooralsnog lijkt de bekostiging op grond van o.a. het cascademodel toereikend te zijn om deze opleidingen ook in 4 jaar te kunnen verzorgen. Het is echter mogelijk dat leerlingen in de toekomst toch meer gaan kiezen voor een 3 jarige in plaats van een 4-jarige opleiding. In dat geval valt niet uit te sluiten dat het HMC genoodzaakt zal zijn de opleiding interieuradviseur ook in 3 jaar aan te bieden, met als directe consequentie dat we circa 8 % minder leerlingen op school hebben. Daarnaast bestaat het risico dat wij onze meerwaarde als vakschool mogelijk niet goed meer kunnen invullen. Hiermee valt een van de belangrijke plussen van onze school in vergelijking met de concurrenten weg, met als mogelijk gevolg dat ook het aantal nieuwe leerlingen gaat afnemen. Aanwending incidentele middelen en flexwet Naast lumpsum ontvangt het HMC ook substantiële rijksbijdragen uit hoofde van het kwaliteitsplan. De zgn kwaliteitsgelden worden jaarlijks deels uitgekeerd als investeringsbudget en deels toegekend op basis van te leveren prestaties. Bij deze laatste categorie gaat het om VSV, studiewaarde en BPV. De totale toekenning aan prestatiesubsidie voor het HMC kan oplopen tot eur 1 à 2 mln. Daarnaast ontvangt het HMC ook subsidies die door de lokale overheden incidenteel ter beschikking worden gesteld. Om dit soort activiteiten goed te organiseren en uit te voeren is extra inzet van mankracht noodzakelijk. Deze medewerkers zijn mede vanwege wettelijke regelgeving echter niet onbeperkt inzetbaar op basis van tijdelijke contracten. In het kader van aaneengesloten arbeidsovereenkomsten is namelijk sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd indien deze keten meer dan 2 arbeidsovereenkomsten betreft en/of de termijn van 24 maanden wordt overschreden en minimaal sprake is van 2 aaneengesloten arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd. De keuze is dan ofwel het dienstverband met de betreffende medewerker te beëindigen en een nieuwe medewerker op basis van een tijdelijke aanstelling inzetten ofwel de betreffende medewerker in vaste dienst nemen, zonder dat er zekerheid bestaat over de structurele beschikbaarheid van deze financiële middelen. Het nadeel van de eerste oplossing is dat veel kennis verloren gaat en opnieuw moet worden opgebouwd (en mogelijk WW-kosten). Het nadeel van de tweede oplossing is dat als de incidentele geldstroom wordt stopgezet, de (personeels)kosten niet gelijktijdig kunnen worden afgebouwd. Administratieve lastendruk Kwaliteitsplan Met de invoering van het Kwaliteitsplan is het aantal op te leveren voortgangs- en verantwoordingsverslagen, voor o.a. Excellentie, BPV, VSV, aanzienlijk toegenomen. Van een kleine mbo instelling als het HMC met een beperkte ondersteunende staf vraagt dit een zware inspanning om telkens aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Omdat geleidelijk aan ook steeds grotere geldstromen via het Kwaliteitsplan gaan lopen, wordt de bedrijfsvoering ook meer afhankelijk van deze vorm van financieren. Het risico dat wij Jaarverslag 2015 Pagina 22

24 genoodzaakt zijn extra mankracht in te zetten om tijdig te kunnen voldoen aan alle gevraagde voortgangsrapportages en verantwoordingsverslagen is zeker reëel. Flexibele schil De flexibele schil betreft het aantal medewerkers niet in vaste dienst bij het HMC. Het gaat dan vooral om medewerkers met een tijdelijk dienstverband, maar ook om medewerkers die worden ingehuurd, bijv via een uitzendbureau, of als ZZP worden ingezet. Het HMC streeft naar een flexibele schil van tenminste 10% om enige armslag te hebben om eventuele tegenvallers, die van invloed zijn op de formatie, zonder gedwongen ontslagen op te kunnen vangen. Per 31 december 2015 bedraagt de flexibele schil 24%. Naar verwachting zal de flexibele schil het komend schooljaar in deze orde van grootte blijven. Enerzijds daalt het percentage door omzetting van tijdelijke naar vaste dienstverbanden, anderzijds stijgt het door de verwachte instroom van nieuwe medewerkers met een tijdelijke aanstelling. Daarnaast blijft waar mogelijk ook het alternatief van inhuur via bijv een uitzendbureau mogelijk. De inzet van ZZP-ers zal door de nieuwe wet- en regelgeving hoogstwaarschijnlijk gaan afnemen. Met name daar waar het een structurele inzet van een ZZP-er betreft worden de risico s van een fictief dienstverband te groot. Bij de stabilisering van het aantal leerlingen op langere termijn zal ook de omvang van het personeelsbestand stabiliseren. Dit betekent dat na verloop van tijd er nagenoeg geen medewerkers meer zullen zijn met een tijdelijk dienstverband. Anders gezegd de flexibele schil neemt dan sterk af tot onder 10%. De instroom van nieuwe medewerkers is dan voornamelijk afhankelijk van het natuurlijk verloop. Wij zullen dan meer gebruik moeten gaan maken van externe inhuur van medewerkers teneinde de flexibele schil op peil te houden. Eigen risico werkloosheidsuitkeringen Werkgevers in de sector Overheid en Onderwijs zijn verplicht eigen risicodrager voor wat betreft de werkloosheidswet. Dit betekent dat als een werknemer van het HMC werkloos wordt, het HMC de kosten betaalt van de door het UWV verstrekte WW-uitkering (de komende jaren wordt dit maximum afgebouwd naar 24 maanden). Hier tegenover staat dat het HMC geen WW-premie betaalt. Tevens is de werkgever verantwoordelijk voor re-integratie van werkloze ex-werknemers. Het HMC heeft hiervoor een extern bureau in de arm genomen om deze ex-werknemers beter te begeleiden naar werk en zodoende ook de aanspraken op een WW-uitkering te beperken. Daarnaast kan de ex-werknemer op grond van de BWR-BVE een beroep doen op de bovenwettelijke WW. Afhankelijk van leeftijd en diensterverband in de BVE-sector kan de exwerknemer aanspraak maken op een aanvulling op WW-uitkering en/of een verlenging van de duur van de WW-uitkering. Overigens ontvangen de instellingen voor de dekking van dit soort kosten een aanvullende rijksbijdrage. Op basis van het huidige beroep op de WWrespectievelijk bovenwettelijke WW-regelingen is deze aanvullende bijdrage vooralsnog kostendekkend. Demografische ontwikkeling en instroom in het MBO De demografische ontwikkeling van het aantal leerlingen neemt op middellange termijn af. De referentieraming 2015 van het ministerie van OCW geeft aan dat voor het mbo tot 2020 een lichte daling wordt verwacht en dat daarna een sterke daling inzet als gevolg van de geboortedaling. Daarnaast geeft de referentieraming aan dat het aandeel van de hogere niveaus 3 en 4 stijgt. Jaarverslag 2015 Pagina 23

25 Bron: referentieraming 2015 De verwachting is dat in de grootstedelijke gebieden, zoals Amsterdam en Rotterdam, de bevolkingsontwikkeling minder snel zou kunnen afnemen. Daarnaast zijn maatschappelijke en conjuncturele ontwikkelingen van invloed op de landelijke instroom in het MBO. Maatschappelijke ontwikkelingen zijn onder meer de verschuivende voorkeuren van leerlingen. Verwacht werd dat de omvang van het MBO zal afnemen door het voortdurend dalende aandeel van het VMBO binnen het voortgezet onderwijs ten gunste van vooral de HAVO. Wat dit per saldo gaat betekenen voor de instroom in het MBO is niet duidelijk. Bij een afname van de economische groei krimpt de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), waarin de leerling 4 dagen werkt en 1 dag in de week naar school gaat, ten gunste van de beroepsopleidende leerweg (BOL), waarbij de leerling 5 dagen per week op school zit, en vice versa. Dit heeft vooral een effect op het gewogen aantal leerlingen, al valt zeker niet uit te sluiten dat bij een aantrekkende economie de vraag naar arbeid ten koste kan gaan van de instroom van nieuwe leerlingen in het onderwijs. Overigens zien wij op het HMC e de laatste jaren weer een toename van het aantal BBL-ers, ook door de nieuwe opleiding collectiebeheer. Daarnaast kan ook de concurrentie van 3-jarige niveau 4 opleidingen van invloed zijn op het aantal aanmeldingen op onze school. Effecten daling instroom aantal leerlingen Indien zich een daling van het aantal aanmeldingen voordoet dan wordt het effect hiervan voor de exploitatie gedempt door enerzijds de systematiek van de T-2 bekostiging en anderzijds doordat het meestal 4 jaar duurt voordat het effect van krimp ten volle doorwerkt in de exploitatie. De T-2 systematiek betekent dat het HMC het komend jaar subsidie ontvangt voor het aantal leerlingen dat 2 jaar geleden op school was ingeschreven en het volgende jaar nog voor het aantal leerlingen dat vorig jaar op school zat. Dankzij de T-2 systematiek kan zodoende een behoorlijk grote terugval in het leerlingenaantal worden opgevangen. In feite heeft de organisatie dan 2 jaar de tijd om de docenten-formatie overeenkomstig af te bouwen. In eerste instantie vindt dat plaats via de zogenaamde flexibele schil. Jaarverslag 2015 Pagina 24

26 In de begroting 2016 is de verwachte meerjarige ontwikkeling van het aantal leerlingen in de periode geactualiseerd. Het basis-scenario gaat uit van een stabilisering van het aantal leerlingen tussen de en leerlingen. In het krimpscenario is rekening gehouden met een daling van het aantal leerlingen met 10% in de komende jaren naar leerlingen. Vervolgens zijn de financiële consequenties van deze daling voor de bedrijfsvoering van het HMC bepaald. De doorrekening van dit krimpscenario geeft aan dat het HMC zal moeten interen op het eigen vermogen, maar dat dit, mede op basis van de kengetallen voor solvabiliteit en liquiditeit, binnen de signaleringsgrenzen blijft. In onderstaande grafiek zijn de effecten van beide scenario s voor de exploitatie en het aantal leerlingen afgebeeld. Bij de financiële consequenties is rekening gehouden met het feit dat de inzet van het onderwijspersoneel weliswaar bij aanvang van het schooljaar meteen kan worden verlaagd als het aantal leerlingen afneemt, maar dat dit niet geldt voor de loonkosten van deze medewerkers. Er is rekening gehouden dat de betreffende boventallige medewerkers nog circa 1,5 jaar voor rekening van het HMC zullen komen. Op de balans is voor de dekking van de kosten van boventalligheid overigens de reserve personeel gevormd. Grafiek: ontwikkeling aantal leerlingen en exploitatieresultaat Passend onderwijs Dit voorheen afzonderlijke budget (LGF) is met ingang van 2015 toegevoegd aan de lumpsum op basis van het aantal leerlingen met een beperking die op 1 oktober 2014 op de instelling waren ingeschreven. Instellingen die dit adequaat hebben opgepakt en in de loop der jaren een goede naam op dit terrein hebben opgebouwd kunnen tegen een knelpunt aanlopen. Aangezien in de lumpsumsystematiek het bijdrage niet meer 1 op 1 meegroeit met het aantal leerlingen met een bijzonderheid/beperking, zijn er qua bedrijfsvoering grenzen aan het aantal leerlingen dat kan worden ondersteund. Vanuit dit kader biedt het HMC binnen de budgettaire en organisatorische mogelijkheden die een relatief kleine mbo school heeft, extra begeleiding aan voor deze groep leerlingen. Hoewel het streven is gericht op een zorgvuldige begeleiding, loopt het HMC hard tegen de grenzen aan van wat mogelijk is. Alleen al in de groep eerstejaars leerlingen van 2015 waren er 397 leerlingen (+ 18% tov 2014), met één of meerdere bijzonderheden/beperkingen. Bij de ouderejaars ligt dit aantal op 684 (+16% tov 2014). Jaarverslag 2015 Pagina 25

27 Bekostigingssystematiek Met de modernisering van de bekostiging met ingang van 2015 heeft ook de zgn cascade bekostiging zijn intrede gedaan. Hierdoor wordt de bekostiging o.a. gekoppeld aan de verblijfstijd van de leerling in het MBO. Zo lang wij meebewegen met het landelijk gemiddelde blijft ons marktaandeel in het verdeelmodel gelijk, en daarmee ook het bedrag per leerling. Risico s zijn verder dat instellingen kunnen gaan selecteren op verblijfstijd om inkomsten te optimaliseren. Daarnaast ontmoedigt het cascade-model vanuit financieel perspectief de doorstroom mogelijkheden van lagere naar hogere niveau s. Bij het HMC hebben we afgesproken dat we voor de toelating van leerlingen vooralsnog dezelfde criteria hanteren als voor de invoering van het cascademodel. Treasury Het HMC heeft de liquiditeiten, die niet direct nodig zijn voor de financiering van haar activiteiten, volledig ingezet op vastrentende spaarrekeningen (verspreid over twee banken) conform het Treasurystatuut van het HMC en de richtlijn Beleggen en belenen van het ministerie van Onderwijs. Bekostigingsvoorwaarden: praktijkovereenkomst en erkend leerbedrijf Met ingang van 2014 geldt als bekostigingsvoorwaarde dat van BBL-leerlingen een ondertekende praktijkovereenkomst (POK) aanwezig moet zijn en dat de leerling werkzaam is bij een erkend leerbedrijf. Als deze er niet is of als het bedrijf niet is erkend ontvangt de school voor deze leerling geen subsidie meer. Inmiddels beschikt het HMC over een degelijke procedure op de aanwezigheid van de pok. Voor wat betreft de erkenning van leerbedrijven is het HMC afhankelijk van de instanties die zorgdragen voor de erkenning. HMC cursus en training BV HMC cursus en training is voor een groot deel van haar omzet afhankelijk van in concurrentie aangeboden cursustrajecten aan met name onze branchebedrijven. Het financiële risico wordt verkleind door met de verschillende O&O-fondsen van de betrokken branches te overleggen over het bundelen van opleidingen, zodat ze vaker van start kunnen gaan. Risicobereidheid Op begrotingsbasis streeft het HMC naar een rentabiliteit van 2% 5%. Daarbij speelt risicobereidheid een belangrijke rol. Een hogere begrote rentabiliteit gaat samen met een hogere risicobereidheid met betrekking tot geraamde inkomsten die gekoppeld zijn aan te leveren prestaties en/of een bepaald project/programma. Te denken valt aan prestatiesubsidies in het kader van de Kwaliteitsafspraken, maar ook aan door gemeenten ter beschikking gestelde subsidies. De risicobeheersing voor wat betreft de inkomstenkant richt zich er vooral op dat met deze incidentele inkomsten geen structurele uitgaven, zoals personeel in vaste dienst, worden bekostigd. Toetsing van dit criterium vindt jaarlijks plaats bij besluitvorming in de directie over de inzet van deze middelen en bij de vaststelling van het formatieplan voor het komende schooljaar. Daarnaast worden de risico s in de bedrijfsvoering bij het opstellen van de halfjaarrapportage ook tussentijds opnieuw beoordeeld. 3.2 Continuïteitsparagraaf Voor wat betreft de risico s verwijzen wij kortheidshalve naar de risicoparagraaf 3.1. Op grond van de begroting 2016 houdt het HMC rekening met verdere toename van het Jaarverslag 2015 Pagina 26

28 aantal leerlingen. Om deze groei goed te kunnen faciliteren zijn de belangrijkste randvoorwaarden voor groei in kaart gebracht. Dit betreft: Intern o o o Extern o o Docenten Financiën Huisvesting Arbeidsmarktperspectief voor leerlingen Macrodoelmatig opleidingsaanbod op MBO niveau De analyse op basis van deze criteria heeft duidelijk gemaakt dat met name het punt van de huisvesting de kritische factor is om eventueel te kunnen doorgroeien. Dit heeft voor de locatie Amsterdam ertoe geleid dat voor de komende jaren extra onderwijsruimte is gehuurd. Hiermee kunnen wij, uitgaande van de huidige prognose van het aantal leerlingen tot 2020, voorlopig goed mee vooruit. Voor de locatie Rotterdam worden de bestaande huisvestingsproblemen opgelost met de nieuwbouw, terwijl verbouwing van de voormalige kantine op het schoolcomplex ook nog mogelijkheden biedt om enige groei van het aantal leerlingen in de komende jaren op te vangen. Voor de in 2015 uitgevoerde onderzoeken onder onze stakeholders verwijzen wij u naar Hoofdstuk 6.4 Kwaliteitszorg. Toekomstparagraaf Voor wat betreft de verwachte, meerjarige ontwikkeling van de aantallen leerlingen, personeel, exploitatie en de balans is onderstaand de betreffende informatie uit de door de Raad van Toezicht goedgekeurde Begroting 2016 weergegeven. Meerjarenraming aantal leerlingen In onderstaand diagram is de verwachte ontwikkeling van het aantal leerlingen in de periode (Begroting 2016: basis-scenario) weergegeven. Jaarverslag 2015 Pagina 27

29 Op grond van het basis-scenario stabiliseert het aantal leerlingen zich op middellange termijn rond de leerlingen. In het basis-scenario is uitgegaan van een gelijk aantal aanmeldingen (1.242) als in het schooljaar 2015/2016, 70% aandeel van niveau 4, rendement van 70% en een kleine doorgroei in onze BBL-opleidingen (mn. Collectiebeheer BBL 4). Ontwikkeling formatie Het budgettair kader voor de personeelslasten komt overeen met 70% van de rijksbijdragen. De verhouding tussen onderwijzend en ondersteunend personeel bedraagt 70 : 30. Met andere woorden 49% van de rijksbijdragen wordt besteed aan de onderwijsformatie. De meerjarige ontwikkeling van de formatie in de periode is voor wat betreft de onderwijsformatie direct gekoppeld aan het aantal leerlingen. De formatie van het ondersteunend personeel is niet gekoppeld aan het aantal leerlingen, maar blijft (zoveel mogelijk) constant binnen de bandbreedte leerlingen. HMC TOTAAL 2015 / 2016 / 2017 / 2018 / 2019 / 2020 / Onderwijzend personeel Normformatie 139,6 144,2 146,8 146,5 146,5 146,5 Extra inzet BPV 11,0 11,0 11,0 11,0 11,0 11,0 Extra instructeurs (machinale + fab lab) 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 OP studiecoordinatoren 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7 OP studiecentrum 8,0 8,0 8,0 8,0 8,0 8,0 Detachering naar C&T 4,3 4,3 4,3 4,3 4,3 4,3 Formatie via externe financiering 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 HMC algemeen / knelpunten 10,3 13,6 13,6 13,6 13,6 13,6 Niet inzetbaar (ziekte, BAPO etc.) 15,7 16,5 16,7 16,9 17,1 17,2 201,7 210,4 213,2 213,1 213,3 213,4 Locatiestaf 42,2 42,2 42,2 42,2 42,2 42,2 Centraal 25,1 25,1 25,1 25,1 25,1 25,1 Totaal HMC 269,0 277,7 280,5 280,4 280,6 280,7 Jaarverslag 2015 Pagina 28

30 Exploitatie De meerjarige ontwikkeling van het exploitatieresultaat is weergegeven in onderstaande tabel. Ontwikkeling exploitatieresultaat Werkelijk Werkelijk Begroot (x 1.000) Rijksbijdragen (bruto) Af: fasering overgang Focus op Vakm Leerlingbijdragen Overige baten Totaal baten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat deelneming HMC C&T Exloitatieresultaat De verwachte ontwikkeling van het exploitatiesaldo is goed. De stijging van de rijksbijdragen hangt samen met de groei van het aantal leerlingen alsmede de effecten van het actieplan Focus op Vakmanschap en de nieuwe berekeningswijze van de bekostiging (zie ontwikkelingen regelgeving in beleidsparagraaf). Voor de jaren 2015 tot en met 2018 is er sprake van een overgangsbekostiging om te voorzien in een geleidelijke overgang van het oude naar het nieuwe bekostigingsmodel. Voor het HMC betekent dit dat het voordelig effect pas vanaf 2019 volledig doorwerkt in de exploitatie. Dit blijkt uit de volgende tabel: Fasering overgangsbekostiging Begroot (x 1.000) Voordeel nieuwe bekostiging Af: korting wegens fasering Netto effect HMC Jaarverslag 2015 Pagina 29

31 Balans Ontwikkeling balanspositie Werkelijk Werkelijk Begroot (x 1.000) Materiële vast activa Deelneming C&T Vorderingen kort Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Liquiditeit (current ratio) 2,61 0,83-0,07 0,27 0,89 1,80 Solvabiliteit (EV / TV) 0,74 0,81 0,81 0,84 0,85 0,86 Rentabiliteit (resultaat / totale baten) 9,4% 12,5% 5,6% 4,5% 5,9% 6,3% Weerstandsvermogen (AR / TV) 0,43 0,48 0,45 0,48 0,48 0,51 De balansverhoudingen en de financiële positie van het HMC kunnen als zeer gezond worden aangemerkt. Het eigen vermogen stijgt in de periode met ruim EUR 6 mln. De solvabiliteit neemt komende jaren verder toe naar waarden boven de 80%. Het weerstandsvermogen stijgt naar een niveau van rond de 50%. De liquiditeit zal in 2016 en 2017 fors afnemen vanwege de inzet van eigen middelen voor de financiering van de nieuwbouw/verbouw van de locatie Rotterdam. Dit kan worden opgevangen door een tijdelijk rekening-courant krediet bij de bank gedurende circa 1,5 jaar. Vanaf 2017/2018 zal de liquiditeit naar verwachting weer sterk verbeteren door goede exploitatieresultaten en daaruit voortvloeiende positieve cashflow. Hoofdstuk 4 Notitie helderheid BVE en code goed bestuur 4.1 Notitie helderheid BVE Volgens de notitie Helderheid in de bekostiging Beroepsonderwijs- en Volwasseneneducatie 2004 moet de instelling, conform het Onderwijsprotocol OCW, in het jaarverslag een aantal onderwerpen verantwoorden. De notitie helderheid geeft inzicht in de interpretatie en toepassing van de bekostigingsregels en bekostigingsparameters die gelden bij de telling van leerlingen. De gegevens die hieronder staan, geven een nadere toelichting op het totaal aantal bekostigde leerlingen. Jaarverslag 2015 Pagina 30

32 Thema 1: Uitbesteding Toelichting: Onder uitbesteding wordt verstaan: het uitbesteden van bekostigd onderwijs aan een andere al dan niet bekostigde instelling of organisatie tegen betaling voor de geleverde prestaties. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC. Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteiten Toelichting: Hieronder vallen de situaties waarin de rijksbijdrage wordt ingezet in een privaatrechtelijke rechtspersoon, of waarin publieke middelen anderszins worden geïnvesteerd in private activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling/het KBB. Het College van Bestuur is van mening dat een vakschool als het HMC de bedrijfstakken waarvoor wordt opgeleid, meer moet kunnen bieden dan alleen gesubsidieerd beroepsonderwijs. In principe moet het HMC alle opleidingsvragen die in de branches leven, alleen of in samenwerking met andere partijen, kunnen beantwoorden. Dit betekent dat ook cursorisch onderwijs, maatwerkopleidingen, incompany trainingen en andere (b.v. projectmatige) activiteiten op het raakvlak van onderwijs en arbeidsmarkt, moeten worden aangeboden. Door deze combinatie van regulier gesubsidieerd onderwijs en de hiervoor genoemde activiteiten kan de kennisinfrastructuur, die nodig is om de kwalitatieve en kwantitatieve aansluiting tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven te optimaliseren, op een efficiënte en effectieve wijze worden ingericht en gecontinueerd. Niet alleen leren de docenten van het geven van cursussen aan medewerkers uit het bedrijfsleven, maar door het geven van deze cursussen weten wij ook wat er in de branches speelt en welke nieuwe ontwikkelingen er zijn. De gepleegde investering in HMC cursus en training BV draagt bij aan de kwaliteitsverhoging van het onderwijs in brede zin en is in het belang van zowel de docenten, de deelnemers als de werknemers in de bedrijfstakken waarvoor het HMC opleidt. Inmiddels draagt de BV sinds een aantal jaren bij aan het resultaat van het HMC. In de onderlinge verrekening zit ook begrepen de doorbelasting van kosten voor o.a. winkelbeheerders en huisvesting, van het HMC naar HMC cursus en training. Daarbij moet echter opgemerkt worden dat als HMC cursus en training niet zou bestaan, het HMC deze kosten nog steeds zou hebben. Doorbelasting is noodzakelijk om de integrale kostprijs van de opleidingen te kunnen berekenen. Daarnaast is het HMC naar verwachting in staat de werkgelegenheid van docenten (deels) te behouden en daarmee kosten van wachtgeld (deels) te voorkomen, indien docenten, waarvoor geen werk meer is in de bekostigde opleidingen, ingezet kunnen worden op cursussen en/of vakopleidingen van HMC cursus en training. Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen Toelichting: De instelling kan vrijstelling verlenen voor het afleggen van toetsen of examenonderdelen in het beroepsonderwijs. Dat kan op basis van eerder afgelegde toetsen of examens, of op basis van buiten het onderwijs opgedane kennis en vaardigheden, ofwel Elders Verworven Competenties (EVC). Dit thema is niet aan de orde bij het HMC. Thema 4: Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf Toelichting: Deelnemers voldoen niet zelf hun cursusgeld (ingeval van BBL of deeltijd-bol) of lesgeld (ingeval van voltijd BOL), maar dit geschiedt door de instelling of door een derde. Jaarverslag 2015 Pagina 31

33 Dit thema is niet aan de orde bij het HMC. Thema 5: In- en uitschrijving en inschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk Toelichting: Bij de inschrijving van deelnemers doen zich verschillende situaties voor: inschrijving van deelnemers voor de teldatum, inschrijving na de teldatum, uitschrijving van deelnemers kort na de teldatum, of inschrijving van deelnemers bij meerdere opleidingen tegelijk. Het aantal leerlingen dat de instelling in de periode 1 oktober 31 december 2015 heeft verlaten, bedroeg 34. De redenen voor beëindiging van de opleiding lopen uiteen van verkeerde studie c.q. beroepskeuze, naar persoonlijke en/of sociale omstandigheden en van school gebonden redenen tot kans op werk. Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven Toelichting: Inschrijving van een deelnemer voor een in het CREBO geregistreerde opleiding, terwijl hij daadwerkelijk een andere CREBO-opleiding of niet in het register opgenomen opleiding volgt. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC. Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven Toelichting: Instellingen ontwikkelen maatwerktrajecten waarbij een derde - een bedrijf of een andere organisatie - een bijdrage betaalt voor het op maat snijden van trajecten voor eigen personeel. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC. Thema 8: Toelichting: Buitenlandse leerlingen Bij het HMC waren in 2014 geen buitenlandse leerlingen ingeschreven. 4.2 Code Goed bestuur Ten behoeve van de verantwoording over de naleving van de governance-code in het Geïntegreerd Jaardocument heeft de MBO Raad een checklist opgesteld. De checklist is opgebouwd uit de `naar de letter elementen van de code Goed bestuur in de bve-sector en overige governance-elementen in de regelgeving over jaarverslaggeving in het onderwijs. Op grond van de checklist heeft het College van Bestuur geconstateerd dat aan vrijwel alle elementen wordt voldaan. In die gevallen waarin het HMC afwijkt, komt dit omdat het HMC een vakschool is met nauwe banden naar de branches waarvoor het HMC leerlingen opleidt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de voordracht door deze branches van kandidaten voor de Raad van Toezicht. Bij een aantal andere elementen komt afwijking voort uit het feit dat in de statuten van het HMC voor dat betreffende element andere afspraken zijn vastgelegd dan in de checklist. Jaarverslag 2015 Pagina 32

34 Overzicht nevenactiviteiten leden Raad van Toezicht R.A.J. Lahoye Pensioenbestuurder CNV Vakmensen Plv. Bestuurslid Bestuurslid Bestuurslid Werknemersvoorzitter Lid Lid Lid Bedrijfstakpensioenfonds Bakkers Bedrijfstakpensioenfonds Drankengroothandel Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie Bedrijfstakpensioenfonds Kappers Geschillencommissie PEFC Commissie Raden van Toezicht MBO Raad Regionaal werkbedrijf Midden-Limburg H.W. Bax - O.S. Smeets - M. Dalhuizen - J. Koster Namens WoonWerk en Inretail BACO onderwijsgroep D.A. Roodenrijs Werkgeversvoorzitter SH&M Bestuurslid Vakraad voor de meubelindustrie en meubileringsbedrijven H.A. van der Spek Secretaris Auditor/ penningmeester Raad van Toezicht Lid Voorzitter Bestuurslid Bestuurslid Internationale Betrekkingen Wereldvakorganisatie Building Wood International CNV- Internationaal Internationaal Secretariaat Brussel Stichting Brug naar Solidariteit Kenniscentrum Fundeon Kenniscentrum Savantis Jaarverslag 2015 Pagina 33

35 Werknemersvoorzitter Kenniscentrum SH&M Raad van Toezicht SOMA college (gedeeltelijk in 2015) Bestuurslid Bestuurslid Reference Lid Voorzitter Speaker Stichting Samenwerkingsverband Beroepsonderwijsbedrijfsleven (SBB) (gedeeltelijk in 2015) TBN (Technisch bureau Bouwnijverheid- O/O-fondsbedrijfstakeigenregelingen) Group Building Wood International i.c. International Framework Agreement multinational Sociaal Economische Raad- Bedrijfscommissie Onderwijsprijzen bouw Nederland EZA (Europäisches Zentrum für Arbeitnehmerfragen) M. Fledderman Secretaris Commissie Opleidingen en Arbeidsmobiliteit NBvT Lid Bestuurslid Bestuurslid Voorzitter Lid VNO-NCW CBON SH&M en PAC Sectorkamer techniek en gebouwde omgeving Marktsegment Hout en Meubel Milieubegeleidingscommissie Nationale Milieudatabase K. Hoogendijk Directeur Koninklijke CBM Voorzitter Lid Boardmember Anbos VNO-NCW CBON EFIC (European Furniture Industries Confederation) J.D. van der Zee Voorzitter bestuur Stichting Perscentrum Wonen Voorzitter adviescommissie Sport Hoofdbedrijfschap Detailhandel Jaarverslag 2015 Pagina 34

36 Hoofdstuk 5 Maatschappelijke verbinding 1.1 Maatschappelijke bijdragen Bakkerij Hengelo (Gelderland) Voor een bakkerij in Hengelo gingen leerlingen van de opleiding Interieuradviseur van HMC Amsterdam een hedendaags ontwerp maken waarbij de verkoop gecombineerd wordt met het serveren van een kop koffie/thee. De bakker was erg enthousiast over het ontwerp en gaat het ontwerp uitvoeren. Eemhaven jacht Piet Hein Het jacht Piet Hein is het oude koninklijke jacht van voormalig koningin Juliana. Het interieur van het jacht is allemaal verwijderd en de kiel is vervangen. Leerlingen van de opleiding Meubelmaker van HMC Rotterdam hebben in samenwerking met de stichting Piet Hein het interieur teruggeplaatst en kapotte of ontbrekende delen nieuw gefabriceerd. Café in Limmen Voor een café in Limmen hebben leerlingen van de opleiding Interieuradviseur van HMC Amsterdam een volledig nieuw interieur ontworpen. De leerlingen hebben het gehele ontwerpproces doorlopen en kwamen uiteindelijk met een definitief ontwerp, elektraplan, materialenkeuze, perspectieftekeningen en een offerte. De café eigenaar vond dat de leerlingen zich goed in de laatste trends hadden verdiept en gaat met het ontwerp aan de slag. Jaarverslag 2015 Pagina 35

37 KreaDoe beurs (Jaarbeurs Utrecht) De KreaDoe beurs is een jaarlijks terugkerend evenement in de jaarbeurs Utrecht. Leerlingen van de opleiding Interieuradviseur van HMC Rotterdam hebben voorstellen gedaan om de uitstraling van de beurs te verbeteren. De organisatoren van de KreaDoe beurs wilden een inspiratiespot waar de ruimte tussen binnen en buiten werd aangekleed. Leerlingen hebben zo n spot ontworpen en hebben de spot ook zelf geplaatst. Vliegende meubelmakers Het HMC is hoofdsponsor van de Vliegende Meubelmakers sinds De steun van het HMC bestaat uit een bijdrage aan het houtgeld voor de zomerprojecten. Van dit houtgeld wordt het hout en materiaal gekocht voor de projecten. Het HMC biedt de organisatie ook de mogelijkheid om gebruik te maken van de school voor voorbereiding van bijeenkomsten en het houden van vergaderingen. Het geld wordt direct besteed aan de aanschaf van hout en materiaal wat ter plaatse wordt gekocht, maar ook aan elektrisch handgereedschap, EHBO dozen, documentatiemateriaal etc. In 2015 vlogen 36 Vliegende Meubelmakers uit naar Uganda, Tanzania, India en Sri Lanka. De Vliegende Meubelmakers maakten meubels voor scholen en kindertehuizen. Ook leerden zij de plaatselijke bevolking hoe ze zelf meubels konden maken. HMC Serious Request In 2015 heeft het HMC in Rotterdam weer meegedaan aan de landelijke 3FM Serious Request actie. Voorgaande jaren had het HMC altijd zijn eigen Glazen Huis, maar dit jaar pakte het HMC het anders aan. Op één dag organiseerden docenten en leerlingen allerlei Jaarverslag 2015 Pagina 36

38 workshops zoals, het maken van betonnen kerstversiering, een houten krukje maken, een sjaal breien met je handen, perspectief schetsen en nog veel meer om zoveel mogelijk geld in te zamelen voor het goede doel. Leerlingen, medewerkers en andere geïnteresseerden konden deelnemen aan de workshops en er konden diverse zelfgemaakte producten worden gekocht. Het HMC heeft hiermee in totaal bijeengebracht voor de generatie van de toekomst in oorlogs- en conflictgebieden. Expositie werkstukken eindexamenkandidaten, uitreiking prijs voor ontwerp & vakmanschap en vakbeurzen Expo en relatiedag Aan het eind van het schooljaar is op beide locaties een geslaagde en druk bezochte expoweek geweest. Tijdens deze expoweek presenteerden de eindexamenkandidaten hun werkstukken en werden de HMC vakprijzen door een vakkundige jury uitgereikt. De HMC vakprijzen zijn bedoeld om talentvolle leerlingen te helpen om hun meubel- of interieurproduct te ontwikkelen en eventueel op de markt te brengen. Tijdens de expoweek was er ook een relatiedag georganiseerd. Deze relatiedag staat in het teken van inspiratie, ontmoeting en gezelligheid. Vertegenwoordigers van onze branche- en BPV bedrijven, docenten, (oud)-leerlingen, (oud)-medewerkers en andere relaties van het HMC waren van harte uitgenodigd voor deze dag. De relatiedag van Rotterdam had als thema: Een avond vol ondernemerschap en in Amsterdam luidde het thema: Vernieuwend vakmanschap. Tijdens deze relatiedagen waren er op beide locaties verschillende inspirerende gastsprekers. VT wonen&design beurs De stand op de woonbeurs is net als vorig jaar gebruikt om gediplomeerde leerlingen die een eigen bedrijf zijn begonnen te introduceren bij het Woonbeurs publiek. Ter voorbereiding is er een bijeenkomst geweest met de leerlingen die vorig jaar in de HMC stand stonden. Zij waren nog steeds erg enthousiast over de kans die ze hadden gekregen en over de opdrachten die ze op de beurs hebben binnen gesleept. Design District De eerste tot derdejaarsleerlingen kregen de mogelijkheid om een werkstuk op de beurs Design District te exposeren. Het HMC stond met zeventien werkstukken van leerlingen van diverse opleidingen op deze beurs. Er stond onder andere een boot en er waren leerlingen Jaarverslag 2015 Pagina 37

39 van de opleiding Interieuradviseur die aan de bezoekers lieten zien hoe zij projecten kunnen vormgeven. Prowood Voor de eerste keer stond het HMC op de Prowood in Gent. Het HMC had een grote stand van ruim 100 m2. Op deze beurs stonden leerlingen die startende ondernemer zijn. Meesterlijk Het HMC stond ook op de beurs Meesterlijk. Hier stonden huidige leerlingen die al een eigen bedrijf hadden hun eigen producten te promoten en te verkopen. Er was veel animo voor hun producten. Hiswa Op de Hiswa Amsterdam Boat Show stond het HMC met drie leerlingen die een spanker (wedstrijdzeilboot) aan het bouwen waren tijdens deze beurs. Jaarverslag 2015 Pagina 38

40 Hoofdstuk 6 Bestuurlijke afstemming en beheersmatige ontwikkelingen 6.1 Bestuurlijke afstemming met externe stakeholders Voor de uitkomst van het onderzoek naar de Staat van de Instelling door de Inspectie van het Onderwijs verwijzen wij u naar HS 6 Kwaliteitszorg. Werkbezoek minister van OCW Eind september heeft de minister van OCW een werkbezoek gebracht aan de locatie Rotterdam. Aanleiding was de officiële start van het excellentieprogramma en de minister wilde ook van de gelegenheid gebruik maken om ons nieuwe schoolgebouw te bekijken. De minister is door leerlingen van het excellentieprogramma en de leerlingenraad rondgeleid. Tevens heeft ze in een aantal lokalen gesproken met leerlingen die daar aan het werk waren. Ook heeft de minister gesproken met docenten die de zomer academie nieuwe technieken hebben gevolgd. Radio Rijnmond heeft uitgebreid verslag gedaan van dit werkbezoek. Afstemming lokale overheden Sectorkamer MBO Rotterdam Met de ambtenaren van de afdeling onderwijs van de gemeente Rotterdam is er structureel overleg over het MBO in de sectorkamer MBO. De wethouder van onderwijs is bij dit overleg aanwezig. De onderwerpen die besproken worden zijn: Toegankelijkheid Arbeidsmarkt De staat van het Rotterdamse onderwijs Uitvoering Leren Loont; dit is de titel van het Rotterdamse onderwijsbeleid voor deze collegeperiode. De sectorkamer is in 2015 twee maal bij elkaar geweest voor een vergadering. Bestuurlijk overleg Amsterdam Met de wethouder van onderwijs van Amsterdam en de overige MBO bestuurders van Amsterdam is er structureel bestuurlijk overleg over de MBO agenda van de gemeente Amsterdam. Deze agenda kent de volgende beleidspunten: Regionale arbeidsmarkt Innovatief vakmanschap Aanvalsplan jeugdwerkeloosheid Het bestuurlijk overleg heeft in 2015 eenmaal plaatsgevonden. Gemeente Rotterdam Het college van bestuur en de locatiedirecteur Rotterdam hebben met de wethouder van Onderwijs van de gemeente Rotterdam een gesprek gehad over een aantal thema s, zoals de brief van de wethouder aan alle eindexamenleerlingen van het VMBO en de subsidieregelingen van de gemeente. De wethouder heeft toegezegd dat het niet meer zal voorkomen dat zonder overleg met het MBO er een brief uitgaat naar alle VMBO eindexamenkandidaten met een verwijzing naar de regionale arbeidsmarktinformatie van SBB. Ook wordt het uitgangspunt voor de verdeling van subsidies over de scholen (nl aantal leerlingen uit kwetsbare wijken in Rotterdam) opnieuw besproken. Jaarverslag 2015 Pagina 39

41 Gemeente Amsterdam Het College van Bestuur en de locatiedirecteur Amsterdam hebben in het voorjaar van 2015 een gesprek gehad met de wethouder van Onderwijs van de gemeente Amsterdam. Gesproken is over het gemeentelijk beleid voor het MBO in de lopende collegeperiode en hoe het HMC daarin optimaal zou kunnen participeren. Macrodoelmatigheid Intentieverklaring macro doelmatigheid Rotterdam en Amsterdam De intentieverklaring met afspraken over hoe om te gaan met het opleidingen-aanbod in Rotterdam en eventuele dubbelingen daarin, is begin januari ondertekend. Door de collega s in Amsterdam is op ons initiatief, dezelfde intentieverklaring in het voorjaar van 2015 ondertekend. Ontwikkelingen Meubel- / Timmer-branche Investeringsfonds MBO Met het Expertisecentrum Meubel, Centrale Bond van Meubelfabrikanten, Summa College en ROC van Twente is afgesproken om gezamenlijk bij het investeringsfonds MBO een aanvraag in te dienen om te komen tot een duurzame publiek private samenwerking. Dit houdt in: het werken aan macrodoelmatigheid en vernieuwing door het creëren van een aantal regionale 'topcentra', waar onderwijsinstellingen (preferred suppliers) en bedrijven samenwerken. Voor de aanvraag wordt een businessplan opgesteld dat voor 1 februari 2016 moet worden ingediend. Als basis dient het visiedocument van Bartels (2013). Daarnaast dient in het plan ook de gewenste spreiding en concentratie van MBO meubelopleidingen te worden aangegeven. Hierdoor is er enige vertraging opgelopen omdat er over dit thema nog veel discussie is zowel tussen de MBO scholen onderling, tussen de initiatief nemers (HMC, Summa, Twente) en ECM en CBM en bij bedrijven in bepaalde regio s. Branche-adviescommissies Ten behoeve van het vergroten van de kennis van de branches over het HMC worden de branches via de adviescommissies voor Interieur en Meubel betrokken bij de discussie over de lange termijn ontwikkeling van het HMC. Brancheadviescommissie Meubel De HMC brancheadviescommissie Meubel is begin december bij elkaar geweest. Naast ECM waren twee bedrijven vertegenwoordigd. Er is gesproken over stages, keuzedelen, het tekensymposium en het functioneren van de adviescommissie. Afgesproken is dat er meer thema bijeenkomsten worden georganiseerd voor een grote groep bedrijven. Met een jaar zal deze aanpak in de adviescommissie worden geëvalueerd. Brancheadviescommissie Interieur De HMC brancheadviescommissie Interieur heeft eind november vergaderd bij Co van der Horst in Amstelveen. Besproken zijn onder andere de stand van zaken bij onze opleidingen, de te ontwikkelen keuzedelen, docentenstages en het functioneren van de adviescommissie. Voor wat betreft dit laatste punt is besloten vooralsnog op dezelfde voet door te gaan. Jaarverslag 2015 Pagina 40

42 6.2 Beheersmatige ontwikkelingen Ouders en leerlingen De ouders en leerlingen worden regelmatig via brieven en andere vormen van schriftelijke communicatie (studiewijzer, kwartaalbericht leerlingen-nieuws, en dergelijke) op de hoogte gesteld van de actuele ontwikkelingen op school. Op de locatie Rotterdam is tevens een ouderklankboordgroep actief. Deze komt viermaal per jaar bijeen waarin vooral de operationele zaken aan de orde komen. In 2015 is onder andere gesproken over BPV, nieuwbouw, communicatie, studiereizen (nut en noodzaak), schoolkosten, invulling eindweken, de rol van de studiecoördinator en uiteraard de nieuwbouw. Naast locatieraden is binnen het HMC ook een formele Leerlingenraad met advies en instemmingsbevoegdheden actief. Het College van Bestuur, de Ondernemingsraad en de Raad van Toezicht hebben elk tenminste eenmaal per jaar overleg met de Leerlingenraad. Huisvesting Rotterdam In de zomer van 2015 is het schitterende nieuwe schoolgebouw in Rotterdam opgeleverd. In totaal is m2 bvo beschikbaar gekomen voor het onderwijs. Door de vaste interieurelementen, zoals de receptiebalie, de kasten, de omlijstingen en bekledingen, de houten vloeren en de houten zittrappen, gemaakt door het Samenwerkingsverband Meubel, visualiseert het gebouw op een inspirerende wijze ook de beroepen waarvoor we opleiden. Meteen na de oplevering van de nieuwbouw is de grootschalige renovatie van de werkplaats begonnen. De eerste helft is inmiddels opgeleverd en ook dat is een plaatje om te zien. Met name de ruime en lichte nieuwe machinale maakt indruk op zowel de medewerkers als de leerlingen. Ook de aansluiting met de nieuwbouw voldoet aan de verwachtingen. De 2 e helft van de werkplaats wordt voor de zomer van 2016 opgeleverd. Met ingang van het schooljaar 2016/2017 beschikt het HMC daarmee in Rotterdam over een volledig nieuw en modern toegerust schoolcomplex. Huisvesting Amsterdam In 2015 is in het schoolgebouw vooral geïnvesteerd in uitbreiding van praktijkruimten, zoals de machinales voor houtbewerking en creatief vakman. Daarnaast was er ook dringend behoefte aan extra werkplekken voor medewerkers. De noodzakelijke ruimte is gevonden door theorielessen te verplaatsen naar de dependance, gebouw Solar Eclips, aan de overkant van het schoolgebouw. Vanaf het schooljaar 2013/14 huurt het HMC daar al de eerste verdieping. Om in het schooljaar 2015/2016 de toename van het aantal leerlingen te kunnen opvangen is nagenoeg het hele gebouw via huur in gebruik genomen. Alleen op de begane grond is nog een deel verhuurd aan een externe partij. Met deze uitbreiding van de huisvesting zijn wij in staat om de komende jaren de groei van het aantal leerlingen op te vangen. HMC dag De interne HMC dag, ditmaal in het nieuwe schoolgebouw in Rotterdam, was opnieuw een groot succes. Centraal stond de samenwerking tussen Amsterdam en Rotterdam. De focus ligt daarbij op de drie kernpunten van het HMC: creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap. Aan de hand van een groot aantal workshops en presentaties, die met name door onze eigen medewerkers zijn uitgevoerd, zijn de medewerkers van beide locaties door en met elkaar verbonden en geïnspireerd. Ook was er aandacht voor het ontdekken van Jaarverslag 2015 Pagina 41

43 het nieuwe schoolgebouw door middel van een walking lunch. De volgende HMC dag vindt in het najaar van 2015 op de locatie Amsterdam plaats. Zomeracademie nieuwe technieken In de zomervakantie van 2015 heeft het HMC in samenwerking met de Fablab Waag de zomeracademie nieuwe technieken georganiseerd. Bij nieuwe technieken gaat het om zaken als o.a. 3D printen, 3D scannen, lasersnijden/-branden en CNC machines. De belangstelling was erg groot, het aantal beschikbare plekken was ruim overtekend. In augustus zijn ruim 20 docenten enthousiast van start gegaan om kennis en ervaring op te doen over nieuwe technieken en om te onderzoeken welke toepassingsmogelijkheden deze technieken bieden voor de opleidingen op het HMC. Vanwege dit succes zal in de zomer van 2016 de Zomeracademie opnieuw worden georganiseerd. Excellentieprogramma Het HMC is een van de vier pilotscholen die een excellentieprogramma hebben ontwikkeld. De vier scholen kiezen allemaal een verschillende insteek. Cibap biedt een excellentieprogramma voor restauratieschilders, St Lucas biedt excellentie in game design, Mediacollege Amsterdam biedt een excellentieprogramma voor conceptontwikkeling voor verschillende mediadisciplines samen en het HMC heeft een excellentieprogramma voor de innovatieve meubelmaker. In januari 2015 heeft het HMC in de locatie Amsterdam met de drie andere pilotscholen zijn excellentieprogramma gepresenteerd aan de Minister van Onderwijs. Naast de introductie en formele overhandiging van het programma hebben ook de directeur CBM en Sjoerd Vroonland, meubelontwerper en oudleerling van het HMC, vanuit de meubelbranche het woord gevoerd. Ook van de andere scholen waren er vertegenwoordigers van het bedrijfsleven aanwezig. Het programma werd afgesloten met een rondleiding door de school. In het najaar van 2015 heeft het HMC met de vier pilotscholen (vier MBO vakscholen) de voortgang van de excellentieprogramma s naast elkaar gelegd. Naast het ontwikkelen van het inhoudelijk programma is het in de pilot ook de bedoeling te onderzoeken of en zo ja op welke wijze het gezel meester principe kan worden geïntroduceerd. De praktische morgelijkheden hiervan worden door het HMC samen met de meubelbranche uitgewerkt. Ontwikkeling aantal leerlingen Voor de ontwikkeling op langere termijn verwijzen wij u naar de toekomstparagraaf (bldz 26) van dit jaarverslag. De ontwikkeling van het aantal leerlingen in de periode is in onderstaande tabel per locatie en leerweg weergegeven. Amsterdam Rotterdam BOL BOL BBL BBL Dt Dt Totaal Totaal Tabel : Aantal leerlingen Formatieplan 2015/2016 Jaarverslag 2015 Pagina 42

44 Met name als gevolg van meer leerlingen dan begroot en een hogere deelname van docenten aan scholing, Bapo-verlof en onderwijsvernieuwingsprojecten en inzet van extra onderwijsassistenten is de inzet van het onderwijzend personeel toegenomen met 5,7 fte ten opzichte van het begrote formatieplan. Daarnaast kon vanwege beschikbaarheid van incidentele externe gelden éénmalig extra formatie (2,2 fte) worden ingezet voor m.n. de begeleiding van leerlingen. Formatieplan 2015 / 2016 (FTE) Begroot Vastgesteld normformatie onderwijzend personeel 134,9 143,4 niet-inzetbaar (*) 12,8 11,6 studiedoordinatoren 8,0 7,7 Detachering vakopleiding 2,7 4,3 studiecentrum 6,2 7,0 HMC Algemeen / knelpunten 17,5 13,8 externe financiering 1,8 4,0 totaal onderwijzend personeel 183,9 191,8 college van bestuur 1,0 1,0 locatie-staf 34,4 33,4 centrale staf 22,1 23,1 Totaal niet-onderwijzend personeel 57,5 57,5 Totaal HMC 241,4 249,3 (*) vanwege studie, bapo, ziekteverzuim, enz Tabel formatieplan 2015 / 2016 Internationale ontwikkelingen World Skills Het HMC is door World Skills benaderd om mee te doen in een internationaal project om kwalificaties voor de meubelsector onderling te kunnen vergelijken. Dit project heeft veel raakvlakken met het in 2014 afgeronde Bolster Up project, waarin wij een core profile voor meubelmakers hebben geformuleerd. Personeel en organisatie Voor wat betreft aantal medewerkers, scholing, leeftijdsopbouw, ziekteverzuim, e.d. verwijzen wij kortheidshalve naar het HS 6 Sociaal jaarverslag Pilot vitaliteit Vitaliteit van medewerkers is belangrijk, zowel voor de medewerkers als voor de organisatie waarin zij werken. Het HMC wil hierin een rol spelen door de medewerkers te stimuleren aan de eigen vitaliteit te werken. Dit kan o.a. door bewegen, gezond eten en leven. Ook zelfontplooiing en persoonlijke ontwikkeling kunnen bijdragen aan vitaliteit. Vitale medewerkers hebben meer plezier in het werk en ervaren minder werkdruk. In januari 2015 is het HMC daarom gestart met een Pilot stimulering vitaliteit. Jaarverslag 2015 Pagina 43

45 In totaal zijn er in 2015 door de medewerkers verdeeld over 3 hoofdcategorieën (aanschaf fiets, contributie sportclub, cursus) 150 aanvragen ingediend en goedgekeurd. Daarmee kunnen we in ieder geval concluderen dat de pilot redelijk succesvol is geweest qua aantal deelnemers. Ook de verdeling over de hoofdcategorieën geeft aan dat het aanbod aansluit bij de behoeften van onze medewerkers. Omdat wij in 2016 nog willen onderzoeken of meer publiciteit en/of een gevarieerder aanbod leidt tot een hoger aantal deelnemers is de pilot Vitaliteit met 1 jaar verlengd. Salarismix Randstadregio s Het HMC heeft in 2015, op de peildatum 1 oktober, de doelstelling van de salarismix voor wat betreft de gewenste samenstelling van de docentenbezoldiging (25% LB, 65% LC en 10% LD) bereikt. Met name de extra inspanningen om het aandeel van LD-docenten op 10% te krijgen, heeft in belangrijke mate bijgedragen aan dit resultaat. Functiemix 2014 / / 2016 (FTE) (FTE) LB 33% 24% LC 60% 65% LD 7% 11% totaal 100% 100% Tabel functiemix Het ministerie van OCW heeft toegezegd dat bij realisatie van de streefwaarden per 1 oktober 2015 de middelen uit hoofde van de regeling Salarismix Randstadregio s structureel aan het HMC worden toegekend. Docentenstages Om docentenstages te stimuleren bij het onderwijzend personeel zijn uitgangspunten, doelen en vormen van docentenstages en de wijze waarop het HMC deze faciliteert vastgesteld. Door deze duidelijker onder de aandacht te brengen van de medewerkers verwachten wij dat aantal docentenstages de komende jaren zal toenemen. De reeds in 2015 extra ter beschikking gestelde (budgettaire) faciliteiten zijn dan ook voor de komende jaren gecontinueerd. HRM-beleid Het doel van het HRM beleid is om te komen tot een optimale onderlinge afstemming tussen enerzijds individuele en organisatiedoelen en anderzijds tussen beleid en personeelsinstrumenten. Het legt de basis om de positie van het HMC als aantrekkelijke werkgever vast te houden en mogelijk verder uit te breiden. In 2015 is het raamwerk voor het HRM beleid opgesteld. In de discussie met leidinggevenden en medewerkers zijn uitgangspunten verkend. Voor onze eigen medewerkers betekent het uitvoeren van de missie dat ze zich tot het hoogst mogelijke Jaarverslag 2015 Pagina 44

46 niveau ontwikkelen en de gewenste schoolcultuur realiseren. We bedoelen daarmee dat het HRM beleid zich richt op het bereiken van ieders hoogste haalbare niveau voor wat betreft kennis, vaardigheden en gewenst gedrag. Dit in de verschillende fases van de carrière (het is dus een doorlopend proces). Op deze wijze willen wij concreet invulling geven aan het optimaal benutten van de kwaliteiten van onze medewerkers, anders gezegd de juiste persoon op de juiste plaats. Het bereiken van het hoogste niveau vraagt om een aanpak op drie niveaus: 1. Het niveau van de medewerker: individuele competenties (bijv. Skills, kennis, gedrag) up to date trainen en aanpassen op veranderende eisen. 2. Het niveau van de leidinggevende: stimuleren bereiken van ieders hoogste niveau en hier in het team ook mee aan de slag gaan. Bijv. LD docentschap of bijzonder projecten. 3. Het niveau van het HMC als geheel: signaleren van talenten binnen de organisatie en deze een plek bieden waar zij optimaal tot hun recht komen Op deelterreinen zijn al de nodige initiatieven in gang gezet, zoals docentenstages, vitaliteit en aandacht voor het voorkomen van werkdrukbeleving. Implementatie van het HRM beleid is voorzien in Werkdrukbeleving Om een beter inzicht te krijgen in het proces van werkdrukbeleving onder werknemers heeft prof van Rheenen, hierover een workshop gegeven aan het managementteam. Het motto van professor van Rheenen is dat werkdruk niet bestaat. Onderzoek toont aan dat werkdrukbeleving met name wordt aangejaagd door een tekort aan 3 hulpbronnen in het werk. Het kan zijn dat de medewerker over onvoldoende competenties beschikt om zijn werk goed te doen, of te weinig autonomie ervaart in de organisatie van zijn werk, of er kan sprake zijn van een gebrek aan verbinding met de leidinggevende, collega s en/of de organisatie. Horizontaal toezicht belastingdienst Na ondertekening van het convenant met de belastingdienst is de volgende stap het opstellen van een tax control framework. Daarbij worden de fiscale processen in kaart gebracht en wordt er per proces een risicoprofiel opgesteld. Dit helpt ons om fiscaal in control te blijven. De belastingdienst kijkt daarbij over onze schouder mee. In 2015 is samen met de fiscale adviseur het plan van aanpak opgesteld. Vervolgens zijn de processen geïnventariseerd en beschreven. De volgende stap is dat de toprisico s worden geïdentificeerd en dat beschreven wordt op welke wijze is geborgd dat het risico wordt beheerst. Afronding kan dan plaatsvinden eind Marketing en communicatie In 2015 heeft marketing en communicatie verder ingezet op de vergroting van de naamsbekendheid van het HMC. Het HMC stond ook dit jaar weer op onderwijsbeurzen in het oosten en het noorden van het land. In de rest van het land is het HMC ook goed vertegenwoordigd. Op deze beurzen pakt het HMC groots uit. Bezoekers kunnen van alles zien en doen. Naar de beurzen worden leerlingen meegenomen die bezoekers enthousiast maken over de opleidingen. In de stands zijn eindwerkstukken van leerlingen te zien waarin nieuwe technieken een rol spelen. In dit jaar heeft marketing en communicatie de focus gelegd op de opleiding Meubelmaker om hiervoor meer leerlingen te werven. Jaarverslag 2015 Pagina 45

47 Het HMC is ook nog steeds te vinden op allerlei voorlichtingsmarkten van middelbare scholen. Op deze voorlichtingsmarkten zijn er ook eindwerkstukken te zien en worden er ook leerlingen ingezet. Het afgelopen jaar en het komende jaar zal marketing en communicatie tijd en energie blijven investeren in de voorlichtingsmarkten op middelbare scholen. Om het HMC landelijk meer bekendheid te geven is het HMC in 2015 meerdere malen op de tv geweest. Het HMC was te zien in de programma s Woontips, Mijnlifestyle, LifestyleXperience, LifestyleXperience Plus en Studiekeuze TV. In 2015 heeft het HMC samenwerking gezocht met andere vakscholen om een decanendag te organiseren genaamd: Creatief Alternatief. Het HMC in Amsterdam organiseerde deze dag met het Mediacollege en het HMC in Rotterdam met het Grafisch Lyceum. Het HMC is ook een samenwerking aangegaan met Woonmall Alexandrium in Rotterdam. Tijdens de jaarlijkse expo kiest het Woonmall Alexandrium 10 tot 20 leerlingen uit die een aantal weken hun werkstuk mogen exposeren in deze woonboulevard. Bezoekers kunnen stemmen op hun favoriete werkstuk en de leerlingen kunnen hiermee een leuk geldbedrag winnen. ICT Voor het ICT beleid zijn de volgende speerpunten opgesteld: de ICT-regievoering en besluitvorming is voor iedereen in de organisatie bekend (transparant ICT-proces) integreren van ICT voorzieningen in het leerproces (waaronder met name verruimen van de didactische mogelijkheden door de inzet van ICT) beschikbaarheid basis ICT -voorzieningen: plaats en tijdonafhankelijk kunnen werken medewerkers en leerlingen zijn zich bewust van beveiligings- en privacy aspecten bij het gebruik van internet en social media Er is een stuurgroep ICT gevormd bestaande uit de directeur stafdiensten, het hoofd ICT en de Informatiemanager. De stuurgroep geeft sturing aan de inrichting van de informatievoorziening (applicaties en ICT infrastructuur) en is intermediair tussen enerzijds de directie en anderzijds de functioneel en technisch beheerorganisatie. De stuurgroep is verantwoordelijk voor het opstellen van het ICT beleid. Daarnaast draagt zij zorg voor de uitvoering van de taken van de wijzigingsadviescommissie (WAC) op basis van het Wijzigingsbeleid en bewaakt zij de ICT-procesuitvoering. Wijzigingsvoorstellen worden door de stuurgroep beoordeeld en ter besluitvorming voorgelegd aan het Directie-overleg. Beheersmatig is veel werk verzet voor de nieuwbouw in Rotterdam. In Amsterdam betekende met name de uitbreiding in de dependance dat er veel pc-lokalen zijn ingericht met werkstations, laptops en beamers als ook een uitbreiding van het Wifi-netwerk. Het geïnvesteerd vermogen in ICT-middelen (werkstations, laptops, beamers, servers, netwerk) in het onderwijs is de afgelopen jaren fors toegenomen. Inmiddels bedraagt de jaarlijkse vervangingsvraag zo n 500 pc s en 100 laptops, hetgeen overeenkomt met jaarlijkse vervangingsinvestering van tussen en Skills heroes Eind 2015 zijn verschillende wedstrijden gehouden voor de landelijke finale van de Skills Heroes in de Rai te Amsterdam in maart Het HMC vaardigt 5 leerlingen af in de Jaarverslag 2015 Pagina 46

48 categorieën Interieuradviseur (2), meubelmaken (2) en machinaal houtbewerker (1). Arbo- en veiligheid Arbo- en veiligheid is een vast agendapunt op het directie-overleg. Daarnaast worden alle incidenten vastgelegd in de Iris-veiligheidsmonitor (zie ook HS 6 Kwaliteitszorg). Op de locaties Amsterdam is tweemaal een ontruimingsoefening gehouden. De ontruiming voltrok zich binnen de daarvoor gestelde tijd. Het nieuwe schoolgebouw is kort na de start van het schooljaar op de locatie Rotterdam meteen een keer ontruimd om alles in de nieuwe omgeving goed te testen. Op een paar kleine onwennigheden verliep de ontruiming goed. Met het nabij gelegen gemeentelijk zwembad zijn afspraken gemaakt over de opvang van medewerkers en leerlingen in geval van een calamiteit. Het gebruik van deze uitwijklocatie is in 2014 ook in een ontruimingsoefening betrokken. De locatie Amsterdam heeft een soortgelijke afspraak met het ernaast gelegen ROC Amsterdam. Ook de reguliere BHV- en EHBO-trainingen zijn in 2015 op beide locaties meerdere malen verzorgd. HMC cursus en training BV De Stichting Hout- en Meubileringscollege is enig aandeelhouder van HMC Cursus en Training BV. De vennootschap richt zich op contractactiviteiten en de exploitatie van de winkels op de locaties. Contractactiviteiten 2015 was voor Cursus en Training op vrijwel alle onderdelen een jaar waarin groei is gerealiseerd. Met name de positieve ontwikkelingen in de branche specifieke opleidingen en de groei van de vakopleiding hebben voor een stevige groei in omzet en rendement gezorgd. Hoewel we niet meer hobby cursussen draaien dan afgelopen jaar, is de bezettingsgraad wel met 20% meer deelnemers toegenomen. De groei heeft wel tot gevolg dat er meer administratieve ondersteuning nodig is om de snelheid en kwaliteit van dienstverlening op peil te houden. Voor nu is er 0,2 fte toegevoegd aan de sterkte, als blijkt dat dit niet volstaat zal de bezetting verder uitgebreid worden. Branche specifiek opleidingen De omzet is meer dan 50% hoger dan in 2014 voornamelijk het gevolg van de subsidie op basis van de sectorplannen. Ook de economische ontwikkeling draagt bij aan de groeiende vraag naar trainingen. Na de saneringen van afgelopen jaren zijn weer mensen nodig met specifieke kennis. Niet alleen door dat er meer trainingen gegeven worden maar ook omdat de bezetting van elke training beter is geeft dit mooie stijging te zien van het netto resultaat. Particulieren De hobby cursussen en trainingen lopen in gelijk volume door en op dit moment worden er geen extra activiteiten gepland om dit verder te ontwikkelen. Incompany maatwerk Conform begroting hebben wij een beperkt aantal specifieke in-company trainingen uitgevoerd. In verband met de verkoopbaarheid (prijs) wordt er steeds vaker een standaard training, zowel qua inhoud als niveau beperkt aangepast, en dan gegeven als in-company training. Jaarverslag 2015 Pagina 47

49 Vakopleiding Voor het schooljaar hebben zich wat meer deelnemers aangemeld dan geprognosticeerd. Van de eerstejaars deelnemers is 80% doorgegaan naar het tweede jaar. De belangrijkste oorzaak bij de 20% afvallers is dat mensen het niet meer kunnen combineren met hun werk. In zijn geheel draagt het toch bij tot een hogere omzet en een verbeterd resultaat. In onderstaande grafiek is te zien dat het aantal deelnemers in 2015 is gegroeid naar 241 deelnemers. Het merendeel (192) volgt de vakopleiding meubelmaken. Grafiek deelnemers vakopleidingen Het totaal aan contractactiviteiten heeft over 2015 geleid tot een positief resultaat van Exploitatie winkels De deelneming Facilicon, waarin o.a. is ondergebracht de exploitatie van de winkels op beide locaties, heeft in 2015 een bescheiden positief resultaat behaald van In totaal is het resultaat van HMC Cursus en Training BV hierdoor uitgekomen op een positief resultaat van Voor nadere financiële informatie wordt u verwezen naar hoofdstuk 7 Analyse resultaat. Jaarverslag 2015 Pagina 48

50 6.3 Benchmark MBO Het HMC doet vanaf het begin mee aan de MBO benchmark. In september 2015 is de benchmark over 2014 verschenen. In deze benchmark zijn de sector gemiddelden van 61 van de 66 instellingen opgenomen. Onderstaand zijn enkele belangrijke financiële kengetallen van het HMC afgezet tegen het gemiddelde van de zeven grote vakscholen. Met name op het terrein van de vermogenspositie en de rentabiliteit scoort het HMC hoger. Zoals bekend, hangen deze nauw samen met het feit dat het schoolcomplex te Rotterdam is afgeschreven en inmiddels nieuwbouw wordt gerealiseerd. Een negatieve afwijking betreft de ontvangen subsidie per gewogen deelnemer. Het blijkt dat het HMC net als in de voorgaande jaren ook weer in 2014 per gewogen deelnemer minder subsidie ontvangt dan het gemiddelde van de grote vakscholen. Ten opzichte van het gemiddelde van de sector bedraagt het verschil zelfs Dit verschil ontstaat met name doordat het HMC slechts in beperkte mate opleidingen stapelt, waardoor het HMC relatief weinig outputbekostiging ontvangt. Andere factoren die van invloed zijn op het lagere subsidiebedrag per gewogen deelnemer, zijn de groei van het aantal leerlingen en de verdeling van het VOA-budget. Kengetallen MBO Benchmark HMC vakscholen HMC vakscholen Liquiditeit 2,6 2,5 3,2 2,7 Rentabiliteit 9,0% 6,1% 3,6% 3,8% Solvabiliteit 73% 63% 75% 61% Aantal gewogen deelnemers per fte onderwijzend pers 18,3 19,0 18,2 19,4 Rijksbijdrage per gewogen deelnemer personeelskosten onderw personeel/totale personeelsko 71% 71% 70% 69% totale personeelskosten/totale lasten 74% 72% 71% 70% Bron: MBO benchmark 2014 Tabel benchmark 2014 Voor meer kerncijfers en kengetallen wordt u verwezen naar de tabel kerncijfers 2015 op bldz 14. Jaarverslag 2015 Pagina 49

51 6.4 Kwaliteitszorg Inspectieaudit 2015 De inspectie heeft in haar audit drie opleidingen onderzocht. De opleiding Interieuradviseur niveau bol 4 en Verkoper niveau bol 2 zijn in zijn geheel voldoende. De opleiding Werkvoorbereider timmerindustrie BOL niveau 4 heeft een onvoldoende gekregen voor het onderwijsproces, omdat niet voldaan was aan de aspecten samenhang en didactisch handelen. Ook het gebied van kwaliteitsborging van deze opleiding beoordeelde ze als onvoldoende, omdat hier niet voldaan was aan de aspecten beoordeling, verbetering en verankering en dialoog en verantwoording. De opleiding heeft n.a.v. het rapport een verbeterplan opgesteld en het verbeterproces ingezet met ingang van schooljaar Vervolgonderzoek door de inspectie zal in oktober 2016 plaatsvinden. Staat van de instelling Elke drie jaar beoordeelt de inspectie het functioneren en presteren van de instelling, dit heet de Staat van de instelling. Tijdens de Staat van de instelling beoordelen ze de kwaliteit van het onderwijs van de instelling en de financiële positie van het bestuur van de instelling. Het specifieke oordeel over de financiële positie laat geen aanleiding zien om het toezicht aan te passen. Hieronder staan de actuele hoofdconclusies op basis van het onderzoek Staat van de instelling en eventuele onderzoeken naar kwaliteitsverbetering die daarna zijn uitgevoerd. De mate van risico s en de mate van het vervolgtoezicht worden alleen tijdens het onderzoek naar de staat van de instelling bepaald. Mate van risico's Oordeel kwaliteitsborging geen voldoende Het oordeel kwaliteitsborging is gebaseerd op onderstaande onderdelen: Sturing Beoordeling Verbetering en verankering Dialoog en verantwoording Mate van vervolgtoezicht voldoende voldoende voldoende voldoende geen Aanbod opleidingen: 28 Aantal onderzochte opleidingen van de afgelopen 3 jaar De inspectie onderzoekt bij middelgrote en grote instellingen niet alle opleidingen. De selectie van de opleidingen vindt plaats op basis van een steekproef of verondersteld risico. Hieronder staan de onderzochte opleidingen met het eindoordeel. Jaarverslag 2015 Pagina 50

52 Totaal aantal onderzochte opleidingen bij deze instelling: Opleidingen met positief eindoordeel inspectie: Opleidingen met tekortkoming volgens inspectie: 5 opleidingen totaal 4 opleidingen positief 1 opleidingen met tekortkoming Welke opleidingen onderzocht de inspectie? Hieronder staan alleen opleidingen die in de afgelopen drie jaar zijn onderzocht. Voor elke onderzochte opleiding is weergegeven of de conclusie positief was (geen tekortkoming) of dat er een of meer tekortkomingen waren. Interieuradviseur Kaderfunctionaris Meubelindustrie / Interieur bouw Meubelmaker/(scheeps)interieurbouwer Verkoper (Verkoper Detailhandel) Werkvoorbereider houtbranche (Werkvoorbereider meubelindustrie /scheeps)interieurbouw) Werkvoorbereider houtbranche (Werkvoorbereider timmerindustrie) Positief Positief Positief Positief Positief Tekortkoming Beeld van de instelling: Het beeld van de instelling geeft de verdeling weer van de ingeschreven bekostigde mbo studenten. We tonen de gegevens van de instelling in relatie tot het landelijk gemiddelde. Het moment van telling is oktober 2014 van het schooljaar Aatal leerlingen MBO Landelijk 2043 HMC Type leerweg: Voltijd (bol) Landelijk 83% HMC 94% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Jaarverslag 2015 Pagina 51

53 Werken en leren (bbl) Landelijk 17% HMC 6% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% Opleidingsniveau: Niveau 2 Landelijk 14% HMC 11% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% Niveau 3 Landelijk 16% HMC 21% 0% 5% 10% 15% 20% 25% Niveau 4 Landelijk HMC 68% 70% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Opleidingsrichting: Techniek Landelijk 84% HMC 57% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Jaarverslag 2015 Pagina 52

54 Economie Landelijk 14% HMC 44% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% Kenmerken van studentenpopulatie: Landelijk Leerlingen 23 jaar en ouder 10% HMC 8% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% Autochtone leerlingen Landelijk HMC 80% 83% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Landelijk Westerse allochtone leerlingen 7% HMC 6% 0% 1% 2% 3% 4% 5% 6% 7% 8% Jaarverslag 2015 Pagina 53

55 Niet -westerese allochtoen leerlingen Landelijk 13% HMC 11% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% Leerlingen wonend in achterstandsgebieden Landelijk 20% HMC 22% 0% 5% 10% 15% 20% 25% JOB-score 2014: Het instellingsdashboard laat zien hoeveel procent van de leerlingen op Hout- en Meubileringscollege tevreden zijn: Jaarverslag 2015 Pagina 54

56 Landelijk gemiddelde Lessen Landelijk gemiddelde Onderwijsfaciliteiten 52% 54% 54% 67% Landelijk gemiddelde Organisatie 44% 53% Landelijk gemiddelde Informatie 51% 64% Landelijk gemiddelde Sfeer en veiligheid Landelijk gemiddelde Werkplek (BBL) 66% 65% 67% 80% Landelijk gemiddelde Stage (BOL) 49% 57% Landelijk gemiddelde Competenties 61% 69% Landelijk gemiddelde Loopbaanbegeleiding (Studie) 46% 46% Landelijk gemiddelde Studiebegeleiding 57% 60% Landelijk gemiddelde Toetsen 66% 70% Landelijk gemiddelde Algemeen oordeel over school 49% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 64% Elk onder de HMC norm scorend onderdeel uit de JOB enquête 2014 is geanalyseerd en is onderdeel van het verbeterplan. Op het gebied van beroepspraktijkvorming is de volgende doelstelling geformuleerd: Vergroten van de tevredenheid van onze leerlingen en BPV-bedrijven over de BPV. Waarbij we: Meer zicht krijgen op de begeleidingsbehoeften van onze leerlingen en het mogelijk maakt meer maatwerk in de begeleiding te realiseren. Dit vergroot de kans op een goed afgeronde BPV. Een effectievere benutting van de terugkomdag de mogelijkheden vergroot ervaringen tijdens de BPV aan het leren te verbinden. Het zelfstandig verwerven van een BPV-plek de leerling helpt bij het ontwikkelen van loopbaancompetenties. Een hogere bezoekfrequentie van begeleiders aan bedrijven de relatie verbetert. Jaarverslag 2015 Pagina 55

57 Voortijdig schoolverlaten (vsv) Een voortijdig schoolverlater (vsv) is een leerling die aan het begin van het schooljaar jonger is dan 22 jaar, die op 1 oktober aan het begin van het schooljaar is ingeschreven als bekostigde leerling en op 1 oktober van het jaar erna niet is ingeschreven in VO, MBO, VAVO of HBO en in dat jaar of in de jaren ervoor geen startkwalificerend diploma heeft behaald. Een kwalificerend diploma is een HAVO of VWO-diploma, of een MBO-2 diploma of hoger. Het HMC heeft t.o.v. schooljaar (2,90%) een verhoging van voortijdig schoolverlaters gerealiseerd (3,05%) (Bron DUO: voorlopige cijfers convenantjaar ). Het aantal vsv-ers is in aantal gestegen van 73 (totaal aantal leerlingen: 2506) naar 83 (totaalaantal leerlingen: 2719) bij een gelijk gebleven intakeprocedure en begeleidingsstructuur. Na analyse blijkt dat in de maand september 2015 bijna drie maal zoveel leerlingen (21 t.o.v. 8) zijn uitgeschreven (potentieel vsv ers) dan in de maand september In de meubel gerelateerde opleidingen waren dat 51 leerlingen en in de Wonen opleidingen 32. In de overige maanden zien we geen of weinig verschil per maand. Onderzoek moet uitwijzen of de snelle uitvallers leerlingen zijn die in een laat stadium zijn ingeschreven. Schema: landelijke voorlopige vsv cijfers Indicator Jaarresultaat en diplomaresultaat De jaar- en diplomaresultaten (het interne rendement van de opleiding) is in 2015 berekend volgens onderstaande formules. Jaarresultaat: Formule op niveau instelling: Het aantal gediplomeerden in de instelling in een teljaar Het aantal gediplomeerden in de instelling in een teljaar + het aantal ongediplomeerde instellingsverlaters uit de instelling in hetzelfde jaar Jaarverslag 2015 Pagina 56

58 Diplomaresultaat: Formule op niveau Instelling: Het aantal gediplomeerde instellingsverlaters* vanuit de instelling in een teljaar Alle instellingsverlaters vanuit de instelling in hetzelfde jaar * ongeacht wanneer het diploma is behaald Het HMC heeft deze indicatoren niet alleen op HMC niveau en de niveaus 2, 3 en 4 maar ook per locatie, branche, opleiding en leerweg tot haar beschikking. Juist deze cijfers geven de opleidingsteams en het management specifieke informatie per opleiding, niveau en leerweg. Na analyse van de gegevens worden verbeterpunten opgenomen in de jaarlijkse A3 HMC-, locatie-, staf- en teamplannen. De onderwijsinspectie heeft vanuit haar taak de kwaliteit van het onderwijs te bewaken een minimale inspectienorm op de niveaus vastgesteld. In onderstaand schema is een overzicht gegeven van de inspectienormen per niveau op Jaar- en Diplomaresultaat afgezet tegen de HMC resultaten. Norm JR HMC DR HMC JR inspectie DR inspectie Niveau 1 n.v.t. n.v.t. 60,7% 45,1% Niveau 2 68,2% 59,8% 56,5% 45,2% Niveau 3 77,7% 75,7% 65,3% 67,3% Niveau 4 69,5% 70,8% 64,2% 67,3% Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score Het HMC moet met zijn Jaar- of Diplomaresultaat per niveau gelijk of hoger zijn dan de inspectienormen. Zoals bovenstaand schema laat zien voldoet het op HMC op alle niveaus voor Jaar- en Diplomaresultaten aan de inspectienormen. De resultaten op niveau 2 laten zoals verwacht een kleine 12% daling zien. Dit komt door het feit dat in 2014 de deeltijd opleiding meubelmaker is gestopt en alle deeltijd leerlingen die daarvan vroegtijdig in kennis zijn gesteld vorig jaar zijn gediplomeerd. Niveau 3 en 4 zijn resp. 0,5% en 2,7% gezakt. Niveau 4 heeft deze daling vooral te danken aan de hoge uitval van de opleiding Creatief vakmanschap waarbij van de 34 vertrokken leerlingen er 17 met een diploma vertrokken. De uitval zat voor het grootste deel in het 1 e en 2 e leerjaar. De opleiding is doorgelicht en er zijn maatregelen genomen om een grotere uitval te voorkomen. Ook per niveau van de opleiding zijn de Jaar- en Diplomaresultaten in schooljaar hoger dan de inspectienorm. Schooljaren JR Niv. 2 HMC DR Niv. 2 HMC JR Inspectie DR Inspectie 2011/ ,0% 58,0% 56,5% 45,2% 2012/ ,7% 60,3% 56,5% 45,2% 2013/ ,9% 76,1% 56,5% 45,2% 2014/ ,2% 59,8% 56,5% 45,2% Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score per niveau 2 Als we het jaar wegens stoppen van de deeltijdopleiding niet mee zouden nemen in de vergelijking over de jaren dan gaat niveau 2 er op Jaarresultaat 1,5% en op Diplomaresultaat 0,5% op achteruit. Jaarverslag 2015 Pagina 57

59 Schooljaren JR Niv. 3 HMC DR Niv. 3 HMC JR Inspectie DR Inspectie 2011/ ,0% 74,0% 65,3% 67,3% 2012/ ,2% 68,6% 65,3% 67,3% 2013/ ,2% 70,7% 65,3% 67,3% 2014/ ,7% 75,7% 65,3% 67,3% Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score per niveau 3 Het Jaarresultaat voor niveau 3 is 0,5% gedaald en het Diplomaresultaat is 5% gestegen t.o.v Schooljaren JR Niv. 4 HMC DR Niv. 4 HMC JR Inspectie DR Inspectie 2011/ ,0% 77,0% 64,2% 67,3% 2012/ ,5% 73,6% 64,2% 67,3% 2013/ ,2% 72,4% 64,2% 67,3% 2014/ ,5% 70,8% 64,2% 67,3% Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score per niveau 4 Het Jaar- en Diplomaresultaat voor niveau 4 is resp. 2,7% en 1,6% gedaald t.o.v Deze daling, zoals eerder vermeld komt voor een groot gedeelte door de relatief hoge uitval van de opleiding creatief vakmanschap en de opleiding meubelmaker/(scheeps)interieurbouwer. Vergelijken we de HMC rendementen met de vergelijkingsgroep mbo benchmark dan zien we dat het HMC lager scoort op jaarresultaat (-4,5%) en diplomaresultaat (-5%). Onderzoek wijst uit dat de meubelopleidingen van niveau 2 en 4 meeste negatieve invloed op hebben. Zoals eerder vermeld zijn er verbeteracties uitgezet die deze daling moeten ombuigen zodat het HMC weer kan aanhaken bij de benchmark MBO. Schooljaren Jaarresultaat HMC Jaarresultaat MBO (Benchmark) Diplomaresultaat HMC ,9% 67,4% 70,4% 66,1% ,2% 69,7% 69,8% 68,3% ,0% 74,4% 75,2% 73,4% ,2% 75,7% 70,0% 75,0% Diplomaresultaat MBO (Benchmark) Schema: HMC jaar- en diplomaresultaat t.o.v. vergelijkingsgroep van mbo benchmark Jaarverslag 2015 Pagina 58

60 HMC-, locatie en teamplannen met behulp van de A3 methodiek: De jaarplannen op HMC- locatie en teamniveau draaien om de vraag Waarom (missie, visie en succesbepalen de factoren), Wat (wat voor resultaten wil je bereiken) en Hoe (beschrijven van de uit te zetten acties). Het vertalen van veranderingen of nieuw beleid in concrete plannen met resultaten en acties voor de eigen organisatie is het uitganspunt van de A3-plannen. Het gaat erom dat er snel inzicht wordt verkregen in de consequenties voor de resultaatgebieden en de organisatiegebieden van de bedrijfsvoering. Het is van belang dat de rode draad van visie tot actie in beeld is. Om te veel richtingen te voorkomen pleiten we voor een beperkt aantal prestatie-indicatoren en acties per schooljaar. In voorjaar 2015 zijn de onderstaande doelstellingen voor het schooljaar opgenomen op HMC-, locaties en centraal stafniveau (vb. HMC-niveau) HMC-niveau: 1 Vergroten van de tevredenheid van onze leerlingen en BPV-bedrijven over de BPV. 2 Goede onderlinge samenwerking tussen medewerkers, teams en locaties. 3 De nieuwste technologieën kennen en vertalen naar praktisch gebruik in het onderwijs. 4 Een gerichte integratie van ICT draagt bij aan de verrijking en verbetering van het HMC onderwijs. 5 Het merk HMC is sterk. 6 HMC heeft haar strategische keuzes bepaald samen met medewerkers en externen en vastgelegd in haar strategische beleidsplan Locatie Amsterdam: 1 Vergroten van de tevredenheid van onze leerlingen en BPV-bedrijven over de BPV. 2 Ondernemerschap bij leerlingen wordt in en buiten school gestimuleerd. 3 Goede onderlinge samenwerking tussen medewerkers, teams en locaties. Jaarverslag 2015 Pagina 59

61 4 De nieuwste technologieën kennen en vertalen naar praktisch gebruik in het onderwijs. 5 Een gerichte integratie van ICT draagt bij aan de verrijking en verbetering van het HMC onderwijs. 6 Voorbereid zijn op veranderingen van eisen wet- en regelgeving (bekwaamheidsdossier). 7 Nieuwe KD s en keuzedelen zijn uiterlijk aug operationeel. 8 Het vastgestelde beleid rond passend onderwijs is geïmplementeerd. 9 Locatie Amsterdam maakt optimaal gebruik van de beschikbare huisvesting. 10 Docenten gaan periodiek op stage als onderdeel van hun POP. 11 De locatie Amsterdam is gekend en gehoord en werkt structureel samen met de Amsterdamse MBO instellingen en de Gemeente Amsterdam. 12 HMC heeft haar strategische keuzes bepaald samen met medewerkers en externen en vastgelegd in haar strategische beleidsplan Locatie Rotterdam: 1 Vergroten van de tevredenheid van onze leerlingen en BPV-bedrijven over de BPV. 2 Goede onderlinge samenwerking tussen medewerkers, teams en locaties. 3 De nieuwste technologieën kennen en vertalen naar praktisch gebruik in het onderwijs. 4 Een gerichte integratie van ICT draagt bij aan de verrijking en verbetering van het HMC onderwijs. 5 Voorbereiden en uitvoering van examinering en diplomering verloopt conform handboek examinering. 6 De opleidingen die vallen onder de teams Hout+ en Interieur B werken volgens de eisen uit het inspectiekader. 7 Nieuwe KD s en keuzedelen zijn uiterlijk aug operationeel. 8 Het vastgestelde beleid rond passend onderwijs is geïmplementeerd. 9 Voorbereid zijn op veranderingen van eisen wet- en regelgeving (bekwaamheidsdossier). 10 HMC heeft haar strategische keuzes bepaald samen met medewerkers en externen en vastgelegd in haar strategische beleidsplan Het HMC is gekend en gehoord en werkt structureel samen met stakeholders en opleidingspartners. Centrale staf: 1 Goede onderlinge samenwerking tussen medewerkers, teams en locaties. 2 Professioneel ontwikkelde en duurzaam inzetbare medewerkers 3 Het merk HMC is sterk. 4 HMC heeft haar strategische keuzes bepaald samen met medewerkers en externen en vastgelegd in haar strategische beleidsplan HMC heeft de fiscale en financiële processen en risico s in kaart gebracht en is in control. 6 ICT-beleid ondersteunt uitvoering strategie : Document en archiefmanagement opgezet. Twee keer per jaar wordt de voortgang gemonitord in een A3 managementgesprek. Waar nodig kan dit lijden tussentijdse bijstelling. Aan het einde van het schooljaar worden de doelstellingen geëvalueerd en waar nodig afgevinkt of bijgesteld. Bijgestelde- en nieuwe doelstellingen worden in het A3-plan van opgenomen. Jaarverslag 2015 Pagina 60

62 Onderwijsvisie en passend onderwijs Het uitgangspunt bij de start van de opleiding is dat er een reëel perspectief is op het behalen van een diploma. We gaan uit van de mogelijkheden van de leerlingen en niet van de beperkingen. Het HMC biedt leerlingen een zo passend mogelijke begeleiding, binnen de mogelijkheden die de school heeft. De verantwoordelijkheid om de ondersteuningsbehoeften te benoemen ligt primair bij de leerling en ouders. De wens van de aspirant-leerling om de gekozen opleiding succesvol te doorlopen staat centraal en daar hoort het benoemen van de behoefte aan ondersteuning bij. De zorgstructuur De zorgstructuur is onderdeel van de begeleidingsleerlijn. Het startpunt om te bepalen of een leerling in aanmerking komt voor extra begeleiding is de intake. Alle extra begeleiding en zorg die docenten/begeleiders van het HMC geven naast de basis studieloopbaanbegeleiding aan leerlingen vallen hieronder. Het is een structuur van integrale zorg. Daar waar extra begeleiding gegeven kan worden door de studieloopbaanbegeleiders, studiecoördinatoren en adviseur leerlingbegeleiding wordt dat gedaan mede vanuit de ondersteuning van de schoolmaatschappelijk werker/jeugdadviseur en de ambulante begeleider. De organisatie van de begeleiding bestaat uit: de studieloopbaanbegeleider (1e lijn) = SLB er de studiecoördinator (2e lijn) de adviseur leerlingbegeleiding (2e lijn) de schoolmaatschappelijk werker/jeugdadviseur (3e lijn) de ambulant begeleider (3e lijn ) ZAT (Zorg Advies Team) (3e lijn) Visie op de inhoud van het aanbod Het begeleidings- en ondersteuningsaanbod voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte levert een belangrijke bijdrage in het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. De SLB-er speelt hierbij een centrale rol, eventueel met ondersteuning van een specialist die binnen de school werkzaam is. Het basis arrangement We gaan ervan uit dat ongeveer 90% van de leerlingen van het HMC voldoende hebben aan de basisbegeleiding die de leerling van de studieloopbaanbegeleider (SLB er) krijgt. De SLB er is het eerste aanspreekpunt voor alle vragen en eventuele hindernissen die de leerling tegen komt tijdens de opleiding. Regelmatig zijn er studievoortgangsgesprekken tussen de leerling en de SLB er over de studieresultaten, persoonlijke vaardigheden en werkhouding. Het basis+ arrangement Het kan voorkomen dat er extra faciliteiten voor de SLB er nodig zijn bij (begeleidings) activiteiten die de reguliere SLB ontstijgen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om leerlingen die een grotere dan reguliere behoefte hebben aan ondersteuning in het plannen en organiseren van hun schoolwerk. Naast het bieden van specifieke en structurele extra aandacht hebben deze leerlingen ook behoefte aan een vast aanspreekpunt waar ze terecht kunnen. Dit is een voorbeeld van wat we een basis+ arrangement noemen. Het maakt onderdeel uit van de basisbegeleiding, maar kost extra tijd van de SLB er of vraagt een incidentele of kortdurende inzet van een specialist. Jaarverslag 2015 Pagina 61

63 Het extra arrangement Leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte uit o.a. het speciaal onderwijs, praktijkonderwijs, LOO en regulier onderwijs kunnen in de nieuwe situatie een zgn. extra arrangement krijgen. In de verlengde intake wordt de specifieke ondersteuningsbehoefte besproken. Als er sprake is van een extra arrangement wordt dit vastgelegd in een bijlage van de onderwijsovereenkomst (OOK). Hier gaat het om een structurele vorm van ondersteuning door een specialist (b.v. een ambulant begeleider) van buiten het onderwijsteam. De specifieke kennis die voor deze ondersteuning nodig is en het structurele karakter kenmerken deze vorm van begeleiding. Schema: Overzicht van ondersteunings- en begeleidingsarrangementen op basis van ondersteuningsbehoeften Kenmerk I. Basis arrangement Reguliere Studieloopbaanbegeleiding II. Basis+ arrangement Extra begeleiding Incidenteel/kortdurend III. extra arrangement Extra begeleiding Structureel/langdurig Extra begeleiding Didactische ondersteuning Fysieke omgeving Expertise SLB Verzuimsignalering (specialist) Onderwijsondersteuning (specialist) Dyslexie Afspraken medisch handelen/ medicatie gebruik Omgaan met verschillen Signalering risicokenmerken SLB + : planning en organisatie (individueel) trainingen Digitaal lesmateriaal/hulpmiddelen Aanpassing examinering (Vaktechnische) huiswerkbegeleiding Aanpassingen meubilair/werkmateriaal Ernstige dyslexie / dyscalculie Advies specialisten Samenwerking Onderwijsteam Studiecoördinator Adviseur leerlingbegeleiding SMW/Jeugdadviseur Leerplicht Ambulant Begeleider Schoolarts Individuele begeleiding (specialist)* *Veronderstelt tevens SLB + vanwege structurele extra inzet van en afstemming door SLB-er Specialistische kennis Expertise AB-diensten Leerplicht/RMC CJG/Jeugdzorg Reclassering BPV BPV voorbereiding Extra ondersteuning BPV Extra BPV bezoek Voorbereiding BPV-adres (voorlichten, aanpassingen) Huidige situatie Het invoeren van het passend onderwijs beleid is goed verlopen. Er zijn nog een aantal activiteiten onder andere met betrekking tot M&C communicatie over Passend onderwijs, en inbedden van het beleid in de organisatie waar aan gewerkt wordt. Voorop staat dat het HMC werkt aan het versterken van de loopbaanpositie van de leerling door het bieden van begeleiding/zorg in en om het opleidingsteam. De basisbegeleiding (1e lijnsbegeleiding), geboden in de onderwijsteams door docenten en SLB er, is divers van kwaliteit en niveau. Het erkennen, herkennen en dragen van de basisbegeleiding die men regulier vanuit een onderwijsteam biedt vraagt een reflectie (op de huidige situatie), omdat niet ieder team dezelfde startpositie heeft. Dat hangt samen met opleidingsniveau (2/3/4) en de deskundigheid van het team. De zorgstructuur van 2e lijnbegeleiding (basisplus) is voor de studieloopbaanbegeleiders een goede tool om leerlingen wekelijks met een praktische steun in de rug te bieden. De derde lijnsbegeleiding wordt ingezet door extern ingehuurde professionals. Het SMW wordt bekostigd uit een andere subsidie dan de passend onderwijs gelden. SMW valt onder de derdelijns begeleiding. Voor de inzet van het extra arrangement wordt een addendum aan de onderwijs overeenkomst (OOK) gemaakt. De begeleidingsdoelen en afspraken die hierin worden Jaarverslag 2015 Pagina 62

64 vastgelegd worden besproken met de leerling, de studieloopbaanbegeleider, ouders. Specifieke zaken worden in Magister geregistreerd zodat het docententeam op de hoogte is van wat er aan begeleidingsvraag en ondersteuningsbehoefte ligt. Locatie Amsterdam De samenwerkingspartners in Amsterdam zijn Leerplicht, GGD en Spirit (schoolmaatschappelijk werk). Deze partijen zijn vertegenwoordigd in het zorgadviesteam (ZAT). Daarnaast ontvangt het HMC Amsterdam subsidie vanuit de Dienst Maatschappelijk Ondernemen (DMO) voor het inzetten van o.a. een verzuimcoördinator en klassenassistenten. HMC Amsterdam werkt samen met de ambulante diensten: Heliomare, AG Bell school, Visio, Altra en de Waterlelie. Per 1 januari 2015 is de Jeugdwet ingevoerd. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor alle vormen van zorg voor de jeugd en hebben de verplichting de zorg af te stemmen met de onderwijsinstellingen. Mbo-instellingen en gemeente Amsterdam hebben voor 2015 en 2016 een convenant getekend. Vanuit die samenwerking met de gemeente is er een stedelijk MBO-team gestart op 1 januari Zij hebben de opdracht om jongeren die ondersteuning en/of jeugdhulp nodig hebben, dit tijdig te bieden, zodat zij een goede startpositie op de arbeidsmarkt en in de samenleving krijgen. Het gaat om de verbinding tussen de ondersteuning vanuit onderwijs en de hulp voor de jeugd. Het team bestaat uit jeugdadviseurs, jeugdartsen en jeugdpsychologen van de Geestelijk Gezondheidszorg (GGZ). De leerplichtambtenaar, jeugdadviseur en jeugdarts zijn vertegenwoordigd in het zorgadviesteam (ZAT) van het HMC Amsterdam. Daarnaast ontvangt het HMC Amsterdam subsidie vanuit de Dienst Maatschappelijk Ondernemen (DMO) voor het inzetten van o.a. een verzuimcoördinator en klassenassistenten. HMC Amsterdam werkt tevens ook samen met de volgende ambulante diensten: Heliomare, AG Bell school, Kentalis, Visio en Altra. Locatie Rotterdam Door invoer passend onderwijs en transitie jeugdzorg zijn er veranderingen gekomen in hoe jeugdzorg aangeboden wordt. Dit is van invloed op de invulling en het doel van het ZAT. In Rotterdam wordt er een andere vorm aan gegeven dan in Amsterdam. In 2014 zijn hier de eerste processtappen in gezet. Rotterdam heeft een structureel zorgoverleg met de interne partners. Daar waar nodig sluiten, op casusniveau, externe partners aan. Denk hierbij aan politie, team veilig thuis, centrum jeugd en gezin. HMC Rotterdam werkt tevens samen met ambulante diensten als: Scoor, Bartimeus, Auris, Stek Jeugdhulpverlening, SLBT en FlexusJeugdplein. Leerplicht heeft maandelijks spreekuur op school Gegevens Op 31 december 2015 zijn er op het HMC 397 (+18% (322) in 2014) eerstejaars leerlingen ingestroomd met één of meerdere bijzonderheden. Hiervan hebben 244 (+15%), 208 in 2014) leerlingen in meer of mindere mate een vorm van dyslexie en 81 (+33%), 54 in 2014) ADHD/ADD (zie onderstaande tabel). Tabel: 1 e jaars leerlingen met een bijzonderheid Jaarverslag 2015 Pagina 63

65 Op 31 december 2015 zijn er op het HMC 684 (+16%), 577 in 2014) tweede-, derde- en vierdejaars leerlingen met één of meerdere bijzonderheden. Hiervan hebben 464 (+24%), 353 in 2014) leerlingen in meer of mindere mate een vorm van dyslexie en 91 (+8%), 83 in 2014) ADHD/ADD (zie onderstaande tabel). Het aantal leerlingen (alle leerjaren) met in meer of mindere mate een vorm van dyslexie is de afgelopen vier jaar met ±45% toegenomen. Dit geldt ook voor de alle leerlingen met ADHD/ADD met een plus van 60%. De overige categorieën zijn min of meer stabiel. Tabel: 2 e, 3 e en 4 e jaars leerlingen met een bijzonderheid Loopbaan en Burgerschap Het HMC heeft voor de onderdelen uit het loopbaan- en burgerschapsdossier zodanig lesmateriaal ontwikkeld en aangeschaft dat alle eisen rondom loopbaan en burgerschap (L&B) worden afgedekt. De dimensie Loopbaanoriëntatie & -ontwikkeling wordt in de studieloopbaan begeleidingsuren gegeven waarbij er opdrachten gemaakt worden en de ontwikkeling van de leerling vastgesteld wordt. Voor alle leerjaren wordt er gewerkt met lessen die door de projectgroep Studieloopbaanbegeleiding ontwikkeld zijn. Burgerschap wordt in de vorm van workshops/lessen aangeboden en met toetsen en/of opdrachten afgesloten en beoordeeld. In alle BPV periodes, werkt de leerling aan onderdelen van burgerschap. Dit betreft de Economische dimensie: De bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de Jaarverslag 2015 Pagina 64

66 arbeidsgemeenschap, kortom het functioneren als werknemer. Dit wordt 1 of 2 keer, afhankelijk van het niveau van de opleiding, summatief beoordeeld. Medewerkersonderzoek (Effectory) Uit het medewerkersonderzoek 2014 is gebleken dat ondanks de overwegend goede tot zeer goede resultaten op de verschillende onderzochte thema s het thema werkdruk onder de benchmark van de gezamenlijk vakscholen lag. Naar aanleiding van deze relatief hoge score op werkdruk is er een werkgroep geformeerd die is gaan onderzoeken of de eerder ingezette activiteiten in principe voldoende zou moeten zijn om het beoogde resultaat werkdrukvermindering te bereiken. Ingezette activiteiten zijn o.a. workload van medewerkers evenwichtiger maken, aanname van onderwijsassistenten, per locatie een examenbureau ingericht en extra ondersteuning door een roosterplanner e.d. Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat het HMC al een aantal structurele zaken heeft aangepakt om de werkdruk van de medewerkers te verlagen. Of dit ook daadwerkelijk zo is uitgepakt kan opnieuw worden bekeken in de eerst volgende medewerkersonderzoek en de door de OR opgezette bliksemenquête in Alumni / Extern rendement (DUO) Door gediplomeerde leerlingen (schooljaar ) een half jaar nadat ze van school zijn te enquêteren krijgen we ook een goed beeld van wat deze groep gediplomeerde oudleerlingen (gem. respons 48%) van de school en hun opleiding vonden en wat ze zijn gaan doen na hun opleiding op het Hout- en meubileringscollege. Wat gaat de leerling doen HMC HMC HMC 2012 HMC Respons 48% 46% 46% 49% Werken 54% 50% 49% 56% Voltijds vervolgopleiding 25% 29% 31% 26% Combinatie werken en leren 11% 10% 9% 8% Werkloos 6% 8% 8% 6% Anders 4% 3% 3% 3% Schema: extern rendement De gegevens over 2014 bevestigen het idee dat de economie weer wat aantrekt. Het aantal werkende loopt op en dat heeft zijn weerslag op de groep die een voltijds vervolgopleiding gaat doen. Gemiddeld genomen vinden gediplomeerden van het HMC binnen 3 maanden na het behalen van hun diploma een baan. Eén derde vindt deze zelfs al binnen één maand. Ook het aantal gediplomeerden die (bewust) werkloos zijn in de periode dat dit onderzoek liep is iets gezakt. Alumni / Terugblik naar de school Oud leerlingen beoordelen het HMC op de clusters Examinering, Begeleiding BPV, Persoonlijke begeleiding, Aansluiting theorie en inhoud een stuk beter (gem. +4,5%) dan in De opgaande trend over de afgelopen jaren is zichtbaar. Ingezette acties hebben een zichtbaar resultaat. Het clusters voorbereid op zoeken naar werk blijft hier als enige in achter en blijft schommelen tussen de 40 en 50%. Dit is onder de aandacht en zal een plek krijgen in de A3-planvorming. Jaarverslag 2015 Pagina 65

67 Tevredenheid HMC HMC HMC 2012 HMC Examinering 75% 72% 74% 70% Begeleiding BPV (op school+bpv) 72% 70% 63% 64% Persoonlijke begeleiding (alleen bol) 83% 79% 72% 72% Voorbereid op zoeken naar werk (alleen bol) 45% 48% 41% 31% Zinvolheid 81% 81% 77% 65% Aansluiting theorie op praktijk 71% 65% 69% 69% Inhoud 89% 82% 77% 72% Schema: terugblik naar school Klachten Het HMC is aangesloten bij de Stichting Geschillencommissie Onderwijs (SGO) en beschikt over vastgestelde procedures voor ongewenst gedrag, onderwijs- en examenklachten. De klachtenregeling, -procedures en -formulieren zijn voor leerlingen en ouders toegankelijk op het HMC-intranet. Leerlingen kunnen algemene klachten indienen bij hun teamleider of locatiedirecteur. Leidt dit niet tot een bevredigende oplossing dan kan de leerling een klacht indienen bij de commissie van beroep. Voor examenklachten kan men een klacht indienen bij de examencommissie of als dit niet tot een bevredigende oplossing leidt bij de commissie van beroep voor examens. Heeft een leerling een klacht over ongewenst gedrag dan kan hij bij een ieder die hij in vertrouwen wil nemen zijn beklag doen. De ontvanger van de klacht zal direct contact opnemen met één van de twee vertrouwenspersonen van de locatie. In 2015 zijn er op de locatie Rotterdam geen algemene klachten en twee examenklachten ingediend. Deze zijn naar tevredenheid van de leerling opgelost. Bij de ombudslijn zijn voor de locatie Rotterdam geen klachten binnengekomen. Op de locatie Amsterdam is één algemene klacht ingediend. Er zijn geen examenklachten ingediend. De algemene klacht van de locatie Amsterdam is naar tevredenheid van de leerlingen opgelost Algemene klachten 0 (Rdam) Examenklachten 2 (Rdam) Ombudslijn Schema: ingediende klachten HMC Geschillencommissie Het HMC heeft een Interne geschillencommissie waaraan geschillen tussen werknemer en werkgever, over de toepassing van de CAO BVE, kunnen worden voorgelegd. In 2015 zijn geen geschillen aangemeld bij de commissie. Het College van Bestuur heeft in 2015 eenmaal vergaderd met de twee externe leden van de geschillencommissie om het contact te onderhouden. Jaarverslag 2015 Pagina 66

68 IRIS + veiligheidsmonitor Er hebben zich op beide locaties 35 incidenten voorgedaan. Het merendeel (20) zijn het ongevallen waarbij de leerling zich heeft gesneden aan gebruikt handgereedschap zoals bv. een stanleymes. De leerlingen zijn op de EHBO op school (5) en de EHBO in het ziekenhuis of bij de huisarts (15) behandeld. Overige incidenten zijn in te delen in de categorieën diefstal (2), gezondheid (1), vernieling (2) ongevallen (3), elektrisch handgereedschap (7). Jaarverslag 2015 Pagina 67

69 6.5 Sociaal jaarverslag Omvang en samenstelling personeel De totale formatie is gestegen van 226,8 fte ultimo 2014 naar 251,5 fte ultimo De samenstelling is weergegeven in onderstaande tabel. De groei in 2015 is opgetreden als gevolg van o.a. de toename van het aantal leerlingen, extra onderwijsassistenten, extra teamleiders en extra inzet op HMC brede projecten. Personeelssamenstelling 31-dec 31-dec Personeelssamenstellin 31-dec 31-dec (personen) (FTE) Onderwijzend personeel ,6 170,3 Niet onderwijzend personeel ,6 54,5 HMC cursus en training 3 2 2,2 2,0 Totaal ,4 226,8 Tabel samenstelling personeel De FTE-verhouding tussen het onderwijzend personeel en het niet onderwijzend personeel (exclusief HMC cursus en training) is gestegen van 73% : 27% naar 76% : 24% in 2015 De medewerkers met een tijdelijke aanstelling zijn een indicatie van de flexibele schil binnen het HMC. Het verloop in tijdelijke en vaste aanstellingen is als volgt geweest: Tabel vaste en tijdelijke aanstellingen Functiemix Onder de functiemix wordt verstaan de verdeling van de docenten over de bezoldigingsschalen LB, LC en LD. Jaarverslag 2015 Pagina 68

70 Functiemix (personen) Functiemix (FTE) % % LB 45,0 54 LB 36,4 25% 43,3 32% LC 105,0 94 LC 92,6 65% 84,4 62% LD 15,0 8 LD 14,2 10% 7,6 6% totaal totaal 143,2 100% 135,3 100% Tabel functiemix Scholing Aanvragen voor scholing worden door middel van een scholingsverzoek gemotiveerd ingediend. In de directie worden deze beoordeeld. In 2015 zijn alle scholingsverzoeken door de directie gehonoreerd. In onderstaande tabel is een overzicht van in 2015 uitgevoerde/gestarte scholingstrajecten weergegeven: Studie-Cursus OP/OBP aantallen Aerohive training OBP 1 Alumnirelaties OBP 1 Assessment/Toetsing niveau OP 3 Autisme in het MBO OP 2 Bestuurlijk Leiderschap OBP 1 Coaching OP 5 Congres OBP 1 Congres mediawijsheid OP 1 Dag van de Beroepskolom OP 1 Dyscalculie OP 2 Elo training OBP 1 Excel OBP 1 Film & Burgerschap OP 3 HBO 2e graads Engels OP 1 HBO docent beeldende vormgeving OP 4 HBO lerarenopleiding OP 9 HBO lichtontwerp OP 1 In Design OP 1 Instructeursopleiding OP 2 Interieuradvisering OBP 1 Interpretatie OP 1 Interpretatie en trainingsgesprekken OP 1 Kansen in digitaal textiel OP 1 Learning design OP 1 Lerarenopleiding Technische Beroepsopleiding OP 3 Lidmaatschap NVS/NVL OP 3 Marketing OP 1 Jaarverslag 2015 Pagina 69

71 Master education in Arts OP 1 Master Learning & Innovation OP 1 Master of educational management OP 1 Master Practioner OP 1 MBO marketing medewerker niveau 4 OP 1 Medewerker personeelszaken OBP 1 Media Design OP 1 Methodisch notuleren OBP 1 Meubelmaken OP 1 Meubelstoffen OP 1 Mindfullnes OP 1 Onderwijsmanagement OBP 1 Oplossingsgericht werken OP 1 PDG OP 2 Reclamepsychologie OBP 1 Rekenconferentie OP 7 Sign Pro OP 1 Specifieke hulpvraag OBP 1 Strategisch leiderschap OBP 1 Timemanagement OP 2 Toegepaste kleurtechniek OP 1 Training PDG coaches OP 1 Trend Seminar OP 1 Uitslaan boten OP 1 Verdiepingscursus kunstgeschiedenis OP 1 Webdesign OBP 1 Woodturning OP 1 Zomeracademie OP 4 Studieverlof OP/OBP Fte Totaal aantal studieverlof 2015/2016 OP 4,2875 In 2015 zijn 8 aanvragen voor een Lerarenbeurs toegekend. Leeftijdsverdeling In onderstaand diagram is de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand weergegeven. De gemiddelde leeftijd binnen het HMC is afgerond 47 jaar. In 2014 was de gemiddelde leeftijd binnen het onderwijs 44 jaar (bron CBS). Het HMC heeft meer medewerkers met een hogere leeftijdscategorie dan het gemiddelde. In de aankomende jaren zien we ook een groter wordende uitstroom van AOW- pensioengerechtigde. Jaarverslag 2015 Pagina 70

72 grafiek leeftijdsverdeling Ziekteverzuim De daling in 2014 van het ziekteverzuim heeft zich in 2015 niet voortgezet. Het voortschrijdend gemiddelde ziekteverzuim is in 2015 is gestegen van 3,1% naar 3,9%. Dit is met name een gevolg van de stijging (+0,6%) van het ziekteverzuim in de categorie kort en middellang (tot 6 weken). 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 Ziekteverzuim , Verzuimpercentage Voortschrijdend verzuimpercentage Figuur ziekteverzuim Het voortschrijdend verzuimpercentage per maand geeft het gemiddelde ziekteverzuim over de voorgaande 12 maanden. Het relatief vlakke verloop van de curve geeft aan dat ziekteverzuim-patroon in 2015 in grote mate overeenkwam met het verloop in 2014: pieken in het voor- en najaar en een forse daling in de zomermaanden. Jaarverslag 2015 Pagina 71

73 Onderstaand zijn enkele specifieke kengetallen van het verzuim in 2015 en 2014 naast elkaar gezet. Ziekteverzuim HMC kort middel lang totaal meldings- verzuim- (dagen) > 366 frequentie duur ,1% 1,1% 1,4% 0,3% 3,9% 1,27 9, ,0% 0,6% 1,5% 0,0% 3,1% 1,06 11,1 Er zijn duidelijke afspraken gemaakt tussen personeelszaken en het management over de begeleiding van medewerkers in m.n. de categorie lang verzuim. In samenspraak met de bedrijfsarts wordt goed gekeken wat er nodig is voor de re-integratie van de zieke medewerker. Het resultaat is dat de betrokkenen meer tijd krijgt om te herstellen, waardoor de kans op duurzaam herstel toeneemt. Naar te onderscheiden leeftijdscategorieën is het ziekteverzuim over 2015 als volgt geweest. Grafiek : Ziekteverzuim 2015 naar leeftijdscategorie Het ziekteverzuim naar leeftijdscategorie komt redelijk overeen met het gemiddelde beeld. Het verzuim in de leeftijdscategorie jaar is relatief aan de hoge kant. Dit is vooral het gevolg van een relatief langdurig ziektegeval in een relatief kleine groep werknemers. Jaarverslag 2015 Pagina 72

74 6.6 Verslag Ondernemingsraad Algemeen: samenstelling, ontwikkeling, communicatie en evaluatie In het voorjaar van 2014 zijn er verkiezingen gehouden en is de samenstelling van de or per 1 maart 2015 gewijzigd. Bij de vacaturestelling is rekening gehouden met de lijst van volgordelijkheid voor het periodiek aftreden van or-leden zoals deze formeel was vastgesteld. Op dit moment zijn er acht zetels ingevuld: 4 medewerkers uit de groep docenten Rotterdam, 2 medewerkers uit de groep docenten Amsterdam, 1 medewerker uit de groep onderwijsondersteunend personeel Amsterdam en 1 medewerker uit de groep onderwijsondersteunend personeel Rotterdam. De or heeft vanwege het aftreden van de voormalig voorzitter en secretaris, bij aanvang van de nieuwe or per 1 maart 2015 een nieuwe voorzitter en secretaris gekozen. Het opstarten van een nieuwe or op de datum 1 maart is niet optimaal gebleken omdat een en ander midden in het schooljaar valt. De or is dan ook voornemens om de volgende verkiezingen zo te organiseren dat de or dan in haar nieuwe samenstelling op 1 augustus begint. Dan is er een samenloop met de start van een nieuw schooljaar. Het Reglement OR zal hierop worden aangepast. De nieuwe or heeft zich zo goed mogelijk ingewerkt met behulp van zeer betrokken oude orleden en door een training en voelt zich inmiddels meer vertrouwd met haar rol. De or blijft zich er voor inzetten om samen met de bestuurder scherp te blijven op transparante werkwijzen en procedures, onderwijskwaliteit en professionalisering. Ontwikkeling / Scholing Leden van de ondernemingsraad hebben na de start in de nieuwe samenstelling van de or een training gevolgd om de oude en nieuwe leden van de or tot een goed team samen te smelten en de benodigde basiskennis voor het or-werk op te doen. Or-leden van de oude or hebben zich ingezet om de nieuwe leden zoveel mogelijk te ondersteunen qua kennis en ervaring. Ook zijn or-leden in 2015 aanwezig geweest bij verschillende vergaderingen, namelijk van de Algemene Onderwijsbond (AOb) op 9 juni en de bijeenkomst CNV. Ook heeft de or zich laten vertegenwoordigen op de strategiebijeenkomst van het HMC op 27 november De or blijft behoefte houden aan ondersteuning bij het lezen en interpreteren van financiële stukken en laat zich hierin waar nodig door experts adviseren. De or blijft focus houden op de eigen professionalisering. Het werken in een nieuw team vraagt de nodige aandacht. De or is zich ervan bewust dat het zinvol is om aandacht te blijven besteden aan goede communicatie en vergadertechnieken om deze nog meer te verbeteren. De or heeft dan ook in het voorjaar van 2016 een communicatietraining op de planning staan. Jaarverslag 2015 Pagina 73

75 Communicatie or-nieuws: Het or-nieuws is in 2015 vijf keer verschenen (nummers 17 t/m 21). De or in nieuwe samenstelling heeft eraan gewerkt om een en ander ook in een handige online vorm te kunnen produceren. or-intranet: De or is in samenwerking met de afdeling Marketing & Communicatie bezig geweest om het or-gedeelte op het Intranet van het HMC zo optimaal mogelijk in te richten. Naar verwachting zal de vernieuwing van het Intranet van het HMC in 2016 afgerond kunnen worden. De or nodigt de medewerkers van harte uit om regelmatig op het or-gedeelte te kijken. De or streeft ernaar om voor medewerkers relevante informatie zo snel mogelijk online te plaatsen. or-spreekuur: Het or-spreekuur vindt nog steeds periodiek plaats. De or vindt het belangrijk om contact te houden met haar achterban en middels het periodiek georganiseerde spreekuur beschikbaar en zichtbaar te zijn. Naast de contactmomenten tijdens het or-spreekuur worden leden van de or nog steeds vaak in de wandelgangen aangesproken door medewerkers. Deze zaken worden indien mogelijk en van toepassing ad hoc opgepakt of medewerkers worden alsnog verwezen naar het or-spreekuur. or-kaderbrief: De speerpunten uit de kaderbrief van de or in 2014 waren duurzame inzetbaarheid, vitaliteit en taakbeleid. Voor wat betreft de eerste twee speerpunten is in het afgelopen jaar aandacht gevraagd bij het CvB. In dit kader is de Pilot stimulering vitaliteit ontwikkeld. De or blijft voortdurend aandacht vragen voor een juiste werkwijze omtrent het taakbeleid en het gebruik van passende formulieren. De or heeft in het najaar van 2015 een enquête gedaan bij haar achterban om te onderzoeken welke speerpunten men belangrijk vindt. De in de enquête bevraagde speerpunten zijn: duurzaamheid, taaktoedeling, verbetering/intensivering van samenwerking tussen locaties, transparantie en teamscholing. Een nieuwe kaderbrief van de or dient nog te worden uitgebracht en dit zal naar verwachting in april 2016 plaatsvinden. De or is voornemens om haar jaarlijkse kaderbrief voortaan aan het begin van een kalenderjaar uit te brengen zodat speerpunten in het daarop volgende schooljaar door het bestuur kunnen worden meegenomen. Vergaderingen: structuur, frequentie, onderwerpen or onderling beraad De ondernemingsraad heeft in 2015 vijf keer formeel onderling vergaderd. Verder treffen de or-leden elkaar (op beide locaties) wekelijks voor het or-werk. or / Leerlingenraad In 2015 is er geen overleg geweest met de leerlingenraden van locaties Amsterdam en Rotterdam. De or is voornemens om in 2016 weer een bijeenkomst met de leerlingenraden te organiseren. or / Raad van Toezicht (RvT) De or heeft in 2015 in haar nieuwe samenstelling twee keer met de Raad van Toezicht aan tafel gezeten, te weten op 5 maart 2015 en op 5 november De or heeft aan de RvT kenbaar gemaakt dat zij het verstandig zou vinden om een tweehoofdig College van Bestuur te creëren om kwetsbaarheid van bestuur (bijvoorbeeld in geval van ziekte) te voorkomen. De RvT meent dat het vangnet van de locatiedirecteuren voldoende is en ziet geen noodzaak om over te gaan tot een tweehoofdig bestuur. Jaarverslag 2015 Pagina 74

76 Met de Raad van Toezicht is ook gesproken over de profielschets van het lid van de Raad van Toezicht die op voordracht van de or kan worden geworven. De or is in 2015 bezig geweest om de betreffende profielschets zo zorgvuldig mogelijk op te stellen. In 2016 zal de wervingsprocedure opgestart worden met behulp van een gespecialiseerd bureau. Ook heeft de or met de RvT gesproken over de duurzame aspecten en initiatieven omtrent de nieuwbouw van locatie Rotterdam en over de noodzaak en bijbehorende uitdagingen rondom de huisvesting van locatie Amsterdam. Er is meer ruimte nodig. Ook is de ontwikkeling (groei) van het leerlingenaantal van beide locaties met de RvT besproken, een en ander met het oog op de uitdagingen bij de nieuwbouw van locatie Rotterdam en huisvesting van locatie Amsterdam. Met de RvT is de financiële situatie van het HMC besproken en de or heeft benadrukt dat zij het belangrijk vindt om de focus op kwaliteit van onderwijs te houden en dat hiervoor ook de nodige middelen worden ingezet. Or en RvT hebben tevens gesproken over de ontwikkelingen van de opleidingen. Innovatie is hierbij een belangrijk speerpunt en leerlingen moeten tijdens het volgen van hun opleiding bij het HMC zo goed mogelijk voorbereid kunnen worden op de arbeidsmarkt. De competentie Ondernemerschap is voor leerlingen cruciaal gebleken om succesvol te kunnen zijn in de branches. Ook is er gesproken over de stagemogelijkheden voor HMC-leerlingen. Internationale stages worden flink gepromoot en deze stagestroom komt, mede doordat het HMC zich inzet om leerlingen te ondersteunen bij het organiseren van buitenlandse stages, gestaag op gang. or / College van Bestuur (CvB) In 2015 heeft er vijf keer formeel overleg plaatsgevonden tussen de ondernemingsraad en het College van Bestuur. Er is één informeel overleg geweest. Locatiedirecteur Rotterdam heeft twee keer aangezeten. Directeur Stafdiensten heeft bij alle vergaderingen aangezeten. Hoofd Personeelszaken was bij één vergadering aanwezig. In 2015 zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen: - nieuwbouw Rotterdam: advies, bewaken voortgang en communicatie en oplevering, bespreken knelpunten na oplevering, evaluatie, aandacht voor duurzaamheid - huisvesting Amsterdam: advies en bespreken knelpunten - inzet nieuwe medewerkers en nieuw team per : benoeming van drie LDdocenten en een nieuwe teamleider. Tevens meer inzet van onderwijsassistenten. De or heeft aandacht gevraagd voor juiste inzet van instructeurs en onderwijsassistenten - excellentieprogramma (pilot team Meubel) - leerlingenenquête: het CvB heeft voorgesteld om de leerlingenenquête een vast onderdeel te maken de beoordeling van docenten met als doel het vaststellen van verbeterpunten. De or heeft een aantal aandachtspunten aan het CvB meegegeven, zoals een inhoudelijke verbetering van de enquête (geschikt voor alle leerlingen) en een algemene toelichting (voor leerlingen, docenten en teamleiders) op het gebruik van de enquête bij de beoordeling - pilot stimulering vitaliteit: ontwikkeld naar aanleiding van de speerpunten uit de kaderbrief or Medewerkers morgen voor een budget van 250,00 per persoon per jaar aanvragen doen voor cursussen, ontspanning, etc. De criteria moeten nog verder worden afgestemd. Medewerkers hebben er nog niet veel gebruik van gemaakt dus het is nog moeilijk evalueren Jaarverslag 2015 Pagina 75

77 - Taaktoedeling: focus op juist gebruik van taaktoedelingsformulieren en uniformiteit van formulieren, gebruik Foleta etc. Gebleken is dat er grote verschillen zijn in gebruik en inzet tussen locaties en teams. De or blijft hier aandacht voor vragen - evaluatie regeling beoordelingsgesprekken: besproken met het CvB - Wet Werk en Zekerheid (WWZ) van kracht per 1 juli 2015: de toepassing is nog onduidelijk. De or houdt daarom aandacht voor het omgaan met tijdelijke aanstellingen binnen het HMC - Sollicitatieprocedures: de or heeft bij verschillende sollicitatiecommissies aangezeten. Waar nodig heeft de or haar opmerkingen of vragen omtrent de toepassing van de gevolgde procedure met het CvB besproken - Notitie docentenstages: toegestuurd door het CvB aan de or in het najaar van Er zijn wat praktische vraagstukken maar de or vindt dit een positief initiatief. De toepassing van de werkwijze zal conform toezegging van het CvB aan het einde van 2016 geëvalueerd worden - werkdruk: in het najaar van 2015 is een workshop over werkdruk georganiseerd voor het MT, gegeven door professor Van Rhenen. Het CvB heeft de or geïnformeerd dat teamleiders hierdoor meer inzicht hebben gekregen in het proces van werkdrukbeleving en zich ook bewust zijn geworden van belang van zogenaamde soft skills op de beleving van werkdruk bij medewerkers - duurzaamheid: dit onderwerp is een vast bespreekpunt voor de overlegvergaderingen or-cvb geworden. De or heeft een aantal voorstellen aan het CvB gedaan ter stimulering van duurzaamheid binnen het HMC, onder meer voor een groener energiecontract (gaat in 2017 in) en compensatie van gereden kilometers via de organisatie Greenseat (het CvB denkt hier over na) - profielschets nieuw lid RvT op voordracht van or: de or is bezig met het werven van een geschikte kandidaat voor de RvT. De verwachting is dat in 2016 een nieuw lid van de RvT op voordracht van de or kan worden aangesteld. De volgende regelingen of wijzigingen van regelingen zijn formeel met instemming van de or vastgesteld of zijn (daar waar geen instemmingsrecht van toepassing is) inhoudelijk besproken tijdens de overlegvergaderingen or/cvb of over deze regeling is het volgende te melden: - Medezeggenschapsstatuut: de or zag hier graag een opsomming van een lijst van bevoegdheden van de or in opgenomen. Het CvB meent dat een globale verwijzing naar wetten en bevoegdheden voldoende is - Regeling Functioneren en beoordelen: er zijn nieuwe formulieren ontwikkeld en vastgesteld (onder meer een beoordelingsformulier voor onderwijsondersteunend personeel). De or heeft op in het voorjaar van 2015 schriftelijk ingestemd met het format Agenda functioneringsgesprek definitief en Toelichting op functioneringsgesprekken definitief - Privacyreglement: de or heeft hier in haar eerste zittingstermijn aandacht aan besteed en hier bij herhaling om gevraagd bij het CvB. Op 12 maart 2015 is besloten dat hiervoor het Reglement bescherming personen voor medewerkers HMC van toepassing is - OER-en: de or heeft ingestemd met het gedeelte omtrent de examenplanning dat in de OER-en is opgenomen. De or heeft aandacht voor de procedure omtrent het vaststellen van de OER-en en heeft hier in 2015 een informeel onderzoek naar gedaan Jaarverslag 2015 Pagina 76

78 - HRM-beleid - Vakantie- en verlofregeling 2015: er is gesproken over een planning waarbij er niet meer dan één week verschil is in de vakantieperiodes tussen de locaties. De or en het CvB werken gezamenlijk toe naar een moment van instemming met de voorgestelde vakantie- en verlofregeling - Scholingsbudget 2016: de or heeft formeel instemming verleend op 26 november Als bijlage is een gedetailleerde lijst van scholing is opgevraagd en het CvB heeft toegezegd dit aan te leveren. Voor 2016 zullen de volgende onderwerpen de aandacht hebben of houden: - taakbeleid: In het MT is in het voorjaar van 2015 over het taakbeleid gesproken. Er is gewerkt aan een werkbaar taaktoedelingsformulier, een en ander in samenwerking met de or. De or blijft aandacht houden op een juiste toepassing van het taakbeleid en uniform gebruik van bijbehorende taakbelastingsformulieren en/of Foleta. De or is nog niet tevreden omdat het beleid nog steeds niet op structurele en uniforme wijze binnen het HMC wordt toegepast. Er zijn veel verschillen in toepassing tussen locaties en zelfs tussen teams - resultaten medewerkertevredenheidsenquête - duurzaamheid: de or heeft aandacht voor duurzaamheid van huisvesting en bij de nieuwbouw (klimaatsysteem, zonnepanelen, warmtepomp) en bij externe stagebezoeken. De or zou graag zien dat duurzaamheid binnen het HMC meer zichtbaar wordt zodat medewerkers en leerlingen zich er ook meer bewust van raken. De or streeft ernaar om positieve acties op het gebied van duurzaamheid te benoemen en zichtbaar te maken. HMC profileert zich niet specifiek als groene school maar heeft wel aandacht voor duurzaamheid. De or meent dat er in de branche ook behoefte is aan duurzaamheid en dat het HMC daarom ook de taak heeft om haar leerlingen op te voeden in duurzaamheid - meerjarig financieel beleid (vanaf 2016 en verder) - begroting HMC 2015: de or heeft het CvB te kennen gegeven dat zij graag zo vroeg mogelijk meegenomen (geïnformeerd) wordt tijdens de periode van totstandkoming van de begroting zodat het mogelijk is om eventueel bepaalde zaken tijdig te signaleren en onderling te bespreken - procedures: de or blijft toezien op de juiste toepassing van regelingen en procedures binnen het HMC (zoals bijvoorbeeld de sollicitatieprocedure) - missie en visie HMC: de or streeft ernaar om, samen met haar achterban, door het handhaven van haar (pro-)actieve rol voortdurend een bijdrage te kunnen zijn aan het ontwikkelen van missie en visie en mee te denken over de toekomst van het HMC - contact met bestuurder: de or blijft zich inzetten om een gezond kritische sparringpartner voor het bestuur (CvB en RvT) te zijn - HRM-beleid. Jaarverslag 2015 Pagina 77

79 6.7 Verantwoording aanvullende subsidies Verantwoording schoolmaatschappelijk werk In het jaar 2015 is wederom gebruik gemaakt van schoolmaatschappelijk werk (SMW) voor 15 uur per week in Rotterdam en 16 uur in Amsterdam. Reden hiervoor blijft de grote behoefte aan ondersteuning bij complexe problematiek van leerlingen. Leerlingen met een hulpvraag worden via de studiecoördinator doorverwezen naar de SMW. Meestal gaat het om meervoudige problematiek. De afgelopen jaren was er een stijgend aantal leerlingen wat gebruik maakte van SMW, we zien dat dit aantal zich het afgelopen jaar in Rotterdam een kleine stijging heeft plaats gevonden, Amsterdam is gestabiliseerd. Het vaakst melden leerlingen zich aan met emotionele problemen en problemen thuis. In Rotterdam is voor de faalangstige leerlingen een rots en ater training georganiseerd. Financiële en huisvestingsproblemen komen overigens ook steeds vaker voor, alsmede problemen bij het functioneren op school. We zien hier geen veranderingen ten opzichte van het vorig jaar. Uit evaluaties blijkt dat voor het grootste deel van de leerlingen die hulp krijgt van de SMWer de problemen beter hanteerbaar worden, een derde geeft aan dat het probleem werd opgelost en een kleinere groep geeft aan dat de situatie ongewijzigd is gebleven. Op beide locaties is een Zorgadviesteam (ZAT) actief. Het ZAT overlegt maandelijks. Deelnemers aan dit overlegteam zijn: studiecoördinatoren van alle opleidingen, LGF begeleider, SMWer en een leerplichtambtenaar van de gemeente Amsterdam of Rotterdam. Het ZAT in Rotterdam heeft vooral een intern karakter, externen sluiten aan op basis van behoefte. Ter ondersteuning van het ZAT neemt een vertegenwoordiger van het HMC deel aan het landelijk overleg met andere vakscholen, ondersteund door het NJI. In 2015 heeft het schoolmaatschappelijk werk aan 137 leerlingen, Amsterdam 43 en Rotterdam 94, een hulptraject verzorgd. De aard van de problemen is divers, zie de bijlage. Inzake de uitvoering van schoolmaatschappelijk werk binnen het HMC in 2015 is een bedrag van EUR aan OCW subsidie gemoeid. Aard van de problematiek Rotterdam Amsterdam Emotioneel/Psychosociaal Financieel 4 2 Functioneren op school 9 4 Problemen privé / relationeel 26 8 Anders 17 3 Totaal Bijlage: Aangemelde leerlingen Schoolmaatschappelijk Werk 2015 Jaarverslag 2015 Pagina 78

80 Verantwoording regeling versterking salarismix In het kader van de regeling versterking salarismix leraren MBO in de Randstadregio s heeft het HMC in 2015 EUR ontvangen. De regeling is opgebouwd uit twee componenten: 25% van de subsidie kan besteed worden aan verminderen van de werkdruk en 75% kan besteed worden aan het creëren van extra LB en/of LC en/of LD-docenten. Het 25% deel heeft het HMC in 2010 al ingevuld door o.a. uitbreiding van het aantal instructeurs in onze organisatie. Het 75% deel wordt ingezet voor de doorstroming van docenten naar LC en LD-bezoldigingsschalen. Verantwoording Lerarenbeurs Docenten van het HMC hebben ook in 2015 weer de mogelijkheid benut om een tegemoetkoming in de studiekosten aan te vragen in het kader van de regeling Lerarenbeurs (inclusief de regeling voor zij-instromers). In 2015 is uit hoofde van deze aanvragen aan het HMC EUR uitgekeerd voor de dekking van de kosten van studieverlof. Verantwoording VSV-subsidie (landelijk en regionaal) Als beloning voor het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters heeft het HMC in 2015 een prestatiesubsidie ontvangen van EUR Dit is gebaseerd op een vermindering van het aantal VSV-ers in het schooljaar 2014/2015 ten opzichte van het schooljaar 2005/2006. Voor aanvullende informatie wordt u kortheidshalve verwezen naar paragraaf 6.4 Kwaliteitszorg. Daarnaast zijn voor het schooljaar 2015/2016 op regionaal niveau zogenaamde plusmiddelen toegekend. Voor Amsterdam gaat het om een bedrag van EUR en voor Rotterdam EUR De bevoorschotting en verantwoording van deze middelen geschiedt via de regionale contactscholen (ROC Amsterdam respectievelijk ROC Albeda). Verantwoording subsidie DMO Amsterdam Door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) te Amsterdam is voor het schooljaar 2014/2015 is een projectsubsidie van EUR toegekend. Dit betreft een subsidie in het kader van het convenant Aanval op de uitval en is ingezet voor een projectmedewerker verzuim, onderwijsassistenten en het versterken van de banden met het voortgezet onderwijs. Deze subsidie is inmiddels definitief vastgesteld. Voor het schooljaar 2015/2016 zijn inmiddels de volgende subsidies toegekend: EUR in het kader van het convenant Aanval op de uitval EUR voor projectplannen inzake de MBO Agenda EUR inzake de Scholenbeurs MBO In 2015 zijn voorschotten ontvangen en eind 2016 vindt vaststelling en afrekening plaats op basis van de verantwoording die het HMC voor 1 november 2016 moet indienen. Jaarverslag 2015 Pagina 79

81 Hoofdstuk 7 Analyse resultaat 2015 en balansontwikkelingen Het boekjaar 2015 is afgesloten met een positief resultaat van EUR Dit is EUR meer dan begroot en EUR hoger dan het resultaat over Onderstaande tabel geeft een analyse van het resultaat ten opzichte van de begroting 2015 en het resultaat over Geconsolideerde staat van baten en lasten EUR x in % 2015 in % 2014 in % Werkelijk baten Begroting baten Werkelijk baten Baten Rijksbijdragen OCW % % % Overige overheidsbijdragen 340 1% 200 1% 385 2% Deelnemersbijdragen 969 3% 895 3% 864 4% Baten contractonderwijs % 839 3% 759 3% Overige baten 316 1% 128 0% 203 1% % % % Lasten Personele lasten % % % Afschrijvingen % % % Huisvestingslasten % % % Overige lasten % % % % % % Saldo baten en lasten % % % Financiele baten en lasten 50 0% 80 0% 124 1% Nettoresultaat % % % Invloed eenmalige effecten: Vrijval salarismix % Kosten nieuwbouw en overige % % % Genormaliseerd resultaat % % % Het resultaat over 2015 is in belangrijke mate beïnvloed door een eenmalige bate van EUR uit hoofde van de regeling Salarismix Randstadregio s. Onderstaand worden de belangrijkste plussen en minnen uit de staat van baten en lasten nader toegelicht. Rijksbijdragen OCW De rijksbijdragen zijn EUR hoger uitgekomen dan begroot. De ontwikkeling van de rijksbijdragen is als volgt te specificeren: Jaarverslag 2015 Pagina 80

82 Rijksbijdragen Verschil EUR x Werkelijk Begroting Werkelijk Lumpsum Kwaliteitsafspraken Overige geoormerkte subsidies Wachtgeldsubsidie Salarismix MBO Randstad Overige (LGF/School Ex) De lumpsum was EUR hoger dan begroot, grotendeels door niet voorziene loon- en prijsbijstellingen welke deels betrekking hebben op het cao akkoord wat afgelopen zomer is gesloten tussen overheid en vakbonden. De regeling kwaliteitsafspraken is als volgt te specificeren: Kwaliteitsafspraken Verschil EUR x Werkelijk Begroting Werkelijk Kwaliteitsafspraken (vast) Excellentie Prestatiebox VSV Rekenen en Taal Professionalisering MBO De regelingen Taal en Rekenen, Professionalisering MBO en VSV zijn in 2015 opgegaan in de regeling kwaliteitsafspraken. In 2016 en 2017 wordt de regeling verder uitgebreid met prestatiesubsidies voor studiesucces en BPV. Overige geoormerkte subsidies Onder deze noemer vallen de subsidies voor Schoolmaatschappelijk werk en Lerarenbeurs. Salarismix MBO Randstad Uit hoofde van de regeling Salarismix leraren in de Randstad heeft het HMC in 2015 een subsidievoorschot ontvangen van EUR Op grond van het ingezette beleid op dit terrein (o.a. promotie LB naar LC en versterking LD-functies) en het in 2011 bij OCW ingediende plan van aanpak Versterking salarismix hebben wij in 2015 EUR toegerekend aan de exploitatie. Daarnaast hebben wij een bedrag van EUR kunnen laten vrijvallen ten gunste van het resultaat Dit bedrag is ontvangen in de jaren en stond op de balans gereserveerd als schuld aan OCW, omdat dit mogelijk terugbetaald zou moeten worden. Echter, aangezien het HMC de doelstelling van de gewenste samenstelling van de salarismix per 1 oktober 2015 heeft behaald, mogen wij dit bedrag behouden en wordt de subsidie structureel toegekend. Het nog niet bestede bedrag van de subsidies uit (totaal EUR ) staat op de balans zal worden benut in 2016 en latere jaren, ter dekking van de loonkostenstijgingen die voortvloeien uit het plan van aanpak. Jaarverslag 2015 Pagina 81

83 Overige overheidsbijdragen Dit betreft subsidies van regionale en gemeentelijke overheden. Deze post is hoger dan begroot door extra subsidies van de gemeente Amsterdam. Deelnemersbijdragen Hieronder zijn begrepen de leerlingbijdragen inzake wettelijk cursusgeld en leermiddelen (EUR ) en de netto verkoopopbrengst van de beide winkels (EUR ). Baten contractonderwijs Dit betreft de netto cursusomzet van de 100% deelneming HMC Cursus en Training B.V. Voor meer informatie zie het exploitatieoverzicht van de B.V. elders in deze paragraaf. Overige baten Onder de overige baten zijn Europese subsidies voor buitenlandstages verantwoord (Erasmusprojecten) alsmede opbrengsten uit verhuur kluisjes en toekenning printtegoeden. Personele lasten De personele lasten kunnen als volgt worden gespecificeerd: Personele lasten Verschil EUR x Werkelijk Begroting Werkelijk Loonkosten Onttrekking aan voorzieningen Personeel derden Scholing Reiskosten Kosten WW/BWW uitkeringen Dotatie aan voorzieningen Overige personele lasten Af: uitkeringen Gemiddeld aantal FTE 218,5 241,5 242,3 Loonkosten per FTE (x 1.000) 63,9 63,9 63,0 Personeelslasten per FTE 72,4 72,9 75,0 Loonkosten De loonkosten stegen t.o.v met EUR 1,3 mln. ofwel 9,3%. Deze stijging is als volgt te verklaren: toename van de gemiddelde personeelsformatie met ca. 24 FTE door gestegen leerlingaantallen en intensivering van de opleidingen in het kader van Focus op Vakmanschap. periodieke loonstijging per 1 augustus loonstijging uit hoofde van het cao akkoord wat in de zomer van 2015 is gesloten Ten opzichte van de begroting 2015 waren de loonkosten EUR lager, doordat het effect van het cao akkoord iets kleiner was dan geraamd. Jaarverslag 2015 Pagina 82

84 Personeel derden De kosten voor extern personeel waren aanmerkelijk hoger dan begroot. Deze overschrijding wordt vooral veroorzaakt door extra ondersteunend personeel voor Passend Onderwijs (ambulante diensten) alsmede gestegen inzet van extern onderwijzend personeel. Kosten WW uitkeringen Als mbo-instelling zijn wij niet verzekerd voor WW en BWW lasten, maar ontvangen ter compensatie wel wachtgeldsubsidie van de overheid (zie baten). In 2015 is het HMC beleid inzake re-integratie van oud werknemers aangescherpt. De uitkeringskosten over 2015 zijn mede daardoor lager dan begroot. Overige personele lasten Dit betreft onder meer de kosten van werving, catering, vacatiegelden RvT, vergaderkosten en personeelsactiviteiten. Deze post viel hoger uit dan begroot doordat in 2015 tablets zijn verstrekt aan het personeel voor in totaal ca. EUR Dotatie aan voorzieningen De dotatie aan de personeelsvoorzieningen is hoger dan begroot door een lichte stijging van het lang ziekteverzuim en een bijstelling van de voorziening jubilea. Afschrijvingen De afschrijvingskosten zijn ten opzichte van 2014 met ruim EUR gestegen door forse investeringen in huisvesting, inventaris en machines. De nieuwbouw Rotterdam is in juli 2015 in gebruik genomen en wordt vanaf dat moment afgeschreven. Huisvestingslasten De huisvestingslasten waren ca. EUR lager dan begroot door meevallers op het gebied van energieverbruik en huurkosten. De kosten waren vergelijkbaar met Overige lasten De overige lasten (administratie- en beheerskosten, leermiddelen, ICT, werving en promotie) liggen per saldo in lijn met de begroting. Financiële baten en lasten De rentebaten zijn in 2015 afgenomen door een forse daling van de spaartegoeden wegens de nieuwbouw investeringen. Tevens daalde het rentepercentage. HMC cursus en training BV In de geconsolideerde balans en exploitatierekening zijn de cijfers van de deelneming HMC Cursus en Training B.V. verdisconteerd. Het vennootschappelijk resultaat van de deelneming over 2015 is uitgekomen op een winst van EUR tegenover een winst van EUR over Elders in dit bestuursverslag is een toelichting opgenomen over de ontwikkelingen. In onderstaande tabel is het resultaat uitgesplitst. Hieruit blijkt dat zowel op het cursorisch onderwijs als de verkoop via beide winkels een positief resultaat is gerealiseerd. Jaarverslag 2015 Pagina 83

85 Exploitatie HMC Cursus en Training B.V. Cursussen 2015 Facilicon 2015 Totaal C&T 2015 Cursussen 2014 Facilicon 2014 Totaal C&T 2014 Omzet Kostprijs Brutomarge Algemene kosten Netto resultaat Jaarverslag 2015 Pagina 84

86 BALANSONTWIKKELINGEN Liquiditeits- en vermogenspositie De liquiditeitspositie van het HMC daalde in 2015 fors in verband met investeringen in nieuwbouw/verbouw op beide locaties. Het werkkapitaal is ten opzichte van 2014 met circa EUR 8,8 mln. afgenomen, zoals blijkt uit onderstaande tabel: Werkkapitaal EUR x Vorderingen en voorraden Liquide middelen Totaal vlottende activa Kortlopende schulden Werkkapitaal Liquditeitsratio (current ratio) 0,95 2,55 De current ratio (vlottende activa gedeeld door kortlopende schulden) bedraagt per 31 december 0,95 wat relatief laag is. Een ratio van 1,2 of meer is gewenst conform de normen die het ministerie van OCW hanteert. Deze situatie is echter van tijdelijke aard en met de bank zijn goede afspraken gemaakt zodat onze financiële positie niet in gevaar komt. De cashflow heeft zich in 2015 als volgt ontwikkeld: Cashflow EUR x Begroting Werkelijk Exploitatieresultaat Bij: afschrijvingen Bij: investeringssubsidies (geboekt t.g.v. activa) 50 0 Bij: dotatie voorziening onderhoud Af: (des-)investeringen Af: idem nieuwbouw Rotterdam Af: uitgaven t.l.v. voorziening onderhoud Mutaties voorziening personeel Mutatie vooruitontvangen subsidies OCW Mutatie overige kortlopende vorderingen en schulden Cashflow boekjaar Liquide middelen per 1 januari Liquide middelen per 31 december Het verloop van de cashflow was per saldo in lijn met de begroting. De eindstand van de liquide middelen was hoger dan verwacht, met name door het gunstige exploitatieresultaat. De liquide middelen zijn ondergebracht bij twee bankinstellingen, ING en ABN AMRO. Jaarverslag 2015 Pagina 85

87 De vermogenspositie kan als volgt worden weergegeven: Vermogenspositie EUR x Algemene reserve Bestemmingsreserve herhuisvesting Bestemmingsreserve personeel Bestemmingsreserve Focus op Vakm Eigen vermogen Totaal vermogen Totaal baten Financiele baten Totaal baten weerstandvermogen Solvabiliteit (EV/TV) 80% 73% Kapitalisatiefactor (TV/totale baten) 97% 108% Weerstandsvermogen (AR/TV) 47% 45% Noot: weerstandsvermogen = algemene reserve / totaal vermogen Het eigen vermogen is in 2015 met EUR 3,4 mln toegenomen door de bestemming van het positieve exploitatieresultaat over De bestemmingsreserves bedragen eind 2015 EUR 9,0 mln. Gelet op de herhuisvestingsplannen voor de locatie Rotterdam heeft het College van Bestuur besloten om een bestemmingsreserve herhuisvesting te vormen, waaraan sinds 2008 jaarlijks vanuit de bestemming van het resultaat een dotatie wordt gedaan. Daarnaast is besloten om in verband met de vrijval (in 2010) van de BAPO voorziening een afzonderlijke bestemmingsreserve te vormen, ter dekking van toekomstige BAPO lasten en andere (onvoorziene) personele lasten. Ultimo 2014 is een reserve Focus op Vakmanschap gevormd om toekomstige effecten van het nieuwe bekostigingsmodel te compenseren. Ultimo 2015 bedraagt de algemene reserve EUR 13,6 mln. Daarmee beschikt het HMC over een weerstandsvermogen (EV/TV) van 47%, hetgeen ruimschoots voldoet aan de gewenste bandbreedte (BVE norm 10%-60%) voor gezond vermogensbeheer. Het vermogen van het HMC bevat geen private onderdelen en kan derhalve geheel worden aangemerkt als publiek vermogen. Investeringen In 2015 bedroegen de investeringen EUR 13,9 mln. waarvan 11,3 mln. nieuwbouw/verbouw Rotterdam en EUR 2,6 mln. overige investeringen (begroot EUR 1,8 mln.) waaronder extra investeringen inzake huisvesting Amsterdam (hoofdgebouw en dependance). Jaarverslag 2015 Pagina 86

88 Voorzieningen De voorzieningen zijn als volgt te specificeren: Voorzieningen Stand Af: Bij: Stand EUR x uitgaven dotatie Groot onderhoud R'dam Groot onderhoud A'dam Personele voorzieningen: Lang ziekteverzuim Afvloeiingskosten Jubilea Werkloosheidskosten Onderhoudsvoorziening Locatie Rotterdam Ultimo 2015 bedraagt het saldo van de voorziening EUR , wat zal worden ingezet voor de vorming van een nieuwe onderhoudsvoorziening op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP) wat in 2016 wordt opgesteld. Locatie Amsterdam In het voorjaar van 2016 is een nieuw MOP opgesteld, waaruit blijkt dat in 2016 en 2017 circa EUR aan groot onderhoud gepleegd dient te worden. Het huidige saldo van EUR zal hiervoor worden aangewend en in 2016 zal een nieuw dotatie schema worden opgesteld. Voorziening lang ziekteverzuim Deze voorziening dient ter dekking van de kosten in verband met langdurig ziekteverzuim. De kosten over 2015 bedroegen EUR waarvan EUR kon worden gedekt uit de beschikbare voorziening per 1 januari De voorziening per 31 december 2015 is gevormd voor medewerkers die ultimo 2015 met ziekteverlof waren en waarvoor de prognose is dat dit verzuim in 2016 voortduurt. Voorziening afvloeiingskosten Ultimo 2015 is een voorziening gevormd van EUR voor afvloeiingskosten in Voorziening jubilea Dit betreft een voorziening voor de opbouw van de personeelsaanspraken volgens de CAO op een jubileumuitkering bij een 25-en 40 jarig dienstverband. Voorziening wachtgeldverplichtingen Ultimo 2015 is voor wettelijke en bovenwettelijke wachtgeldverplichtingen inzake voormalige HMC medewerkers een voorziening gevormd ter grootte van EUR Deze is gebaseerd op actuele gegevens van de uitkeringsinstanties. Jaarverslag 2015 Pagina 87

89 BIJLAGE 1 Resultatenbox 1. Verklaring bevoegd gezag Het bevoegd gezag verklaart hierbij dat zij o.a. de volgende maatregelen heeft getroffen en instrumenten heeft ingezet opdat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten, d.w.z. alle relevante onderwijswet- en regelgeving. Het gaat in dit verband om zaken als het volgens de wettelijke termijnen vaststellen van de onderwijs- en examenreglementen, het voldoen aan de urennorm van gemiddeld klokuur voltijdopleidingen en 200 klokuur BBL en het instellen van een examencommissie die toeziet op het op juiste wijze doorlopen van het examinerings- en diplomeringsproces. Maar ook om het uitvoeren van interne en externe audits, onder andere blijkend uit de onderzoeken van de Inspectie en het periodiek laten opstellen van rapportages over de uitvoering van de planning van de wettelijk voorgeschreven urennormen. In de onderwijs en examenreglementen (OER) van de opleidingen heeft het HMC de informatieplicht aan de leerlingen (bij minderjarigheid ook ouders, verzorgers en/of voogd) vastgelegd. Daarnaast ontvangt elke leerling een onderwijsovereenkomst (OOK), de OOK-bijlage, de HMC-wijzer en indien van toepassing een praktijkovereenkomst (POK). In de bijlage van de OOK kan de leerling lezen welke rechten en plichten hij/zij heeft tijdens het volgen van de opleiding en in de HMC-wijzer staat alle algemene informatie. Alle nieuwe leerlingen krijgen na een intakegesprek en assessment een passend onderwijsaanbod geadviseerd. 2. Diplomaresultaat Het diplomaresultaat over het schooljaar 2014/2015 bedraagt op het HMC 70,0%. Voor een toelichting op dit kengetal verwijzen wij u graag naar hoofdstuk 6.4 kwaliteitszorg. 3. Jaarresultaat Het jaarresultaat over het schooljaar 2014/2015 bedraagt op het HMC 71,2%. Voor een toelichting op dit kengetal verwijzen wij u graag naar hoofdstuk 6.4 kwaliteitszorg. 4. Aantal nieuwe VSV-ers Het percentage nieuwe VSV-ers in het schooljaar 2014/2015 bedraagt op het HMC 3,05%. Voor een toelichting op dit kengetal verwijzen wij u graag naar hoofdstuk 6.4 kwaliteitszorg. 5. Personeel De samenstelling van het personeelsbestand is als volgt: Personeelssamenstelling 31-dec 31-dec Personeelssamenstellin 31-dec 31-dec (personen) (FTE) Onderwijzend personeel ,6 170,3 Niet onderwijzend personeel ,6 54,5 HMC cursus en training 3 2 2,2 2,0 Totaal ,4 226,8 Tabel samenstelling personeel Jaarverslag 2015 Pagina 88

90 De verhouding tussen het onderwijzend personeel en het niet onderwijzend personeel is voor het schooljaar 2015/2016 begroot op 76% : 24%. In het uiteindelijk vastgestelde formatieplan 2015/2016 is de verhouding uitgekomen op 77% : 23%. Het verloop in tijdelijke en vaste aanstellingen is als volgt geweest: Aanstelling 31-dec 31-dec (FTE) vast 189,7 179,6 tijdelijk 61,7 47,2 Totaal 251,4 226,8 Tabel vaste en tijdelijke aanstellingen Voor aanvullende informatie verwijzen wij u graag naar paragraaf 6.5 Sociaal jaarverslag. 6. Tevredenheid leerlingen Het verloop van de tevredenheidsscore over de periode is in onderstaand diagram weergegeven. 8,0 7,5 7,0 6,5 6,0 5,5 JOB leerlingentevredenheid 7,5 7,6 7,5 7,6 7,4 7,5 7,5 7,3 7,3 7,4 7,1 7,1 7,1 6,9 7,1 7,1 7,1 7,2 7 6, A'dam instelling 2012 R'dam instelling 2014 HMC instelling A'dam opleiding R'dam opleiding HMC opleiding 7. Financiële indicatoren Solvabiliteit (EV/VV): 80% Liquiditeit (current ratio): 0,95 Rentabiliteit (resultaat / totale baten): 11,8 Voor een toelichting op deze kengetallen verwijzen wij u graag naar Hoofdstuk 7 Analyse resultaat Jaarverslag 2015 Pagina 89